koop aan de nieuwe eigenaar worden overgedragen.
aprilia s.p.a. behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment veranderingen aan te brengen aan de modellen, op voorwaarde dat de karakt erist ieke ke nmerk en die in de ze manual beschreven staan, gehandhaafd blijven.
Alle rechten voor wat be treft elektronische opslag, r eproduktie
en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook,
zijn voorbehouden voor alle landen.
Wannoer produkten of di ensten van der den worden aang ehaal d,
dan heeft dat slechts een informatief doel en vloeit daaruit geen
enkele verplichting voort.
aprilia s.p.a. is nie t verantwoordelijk voor d e prestaties of het
gebruik van deze produkten.
Voor u de motorfiets start, dient u dit boekje aandachtig door te
lezen, en in het bijzonder het hoofdstuk “VEILIG RIJDEN”.
Uw veilighe id en die van ander en hangt niet allee n af van de
snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van de
kennis van de motorfiets, van de staat van onderhoud en van de
basisregels voor VEILIG RIJDEN.
Daarom is het belangr ijk de motorfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
Voor controle s en reparaties die niet expliciet in dez e manual
staan beschreven, voor de aanschaf van originele aprili a-onder-
delen, accessoires en andere produkten, alsook voor specifieke
technische adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot d e erkende aprilia-verkopers en -dealers, die u een betrouwbare en
snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u
veel rijplezier.
Houd u strikt aan de richt lij nen die word en vooraf gegaan door de
volgende symbolen:
Veiligheidsregels en -maatregelen die de rijder en
andere personen beschermen tegen ernstige verwondingen of grote risico’s.
Regels en wenken om te waarschuwen voor het gevaar op beschadiging van de motorfiets en/of ver-
wondingen bij uzelf en andere personen.
BELANGRIJK:
Bij bestelling van onderdelen dient u de code door te geven die
vermeld staat op het ETIKET CODE RESERVEONDERDELEN.
Vermeld de ident ifi cati ecode in he t vakje hie ronder, om er zo ook
in geval van verlies of slijtage van het etiket over te kunnen beschikken.
Het etiket bevindt zich onder het zadel, op de linkerbuis van het
fram e.
aprilia
N°ABCDE
IUKSAPSFBD
FEGR NL CH DKNIRL
JSGP
CODICE RICAMBI spare parts code
Aanwijzingen om handelingen te vergemakkelijken.
Technische infor matie.
3
$/*(0(1(,1+28'
VEILIG RIJDEN
BASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID ............................................. 6
Om de te mogen besturen is het nodig dat
u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet
(rijbewijs, g eestelijke en lich amelijke gezondheid, verzekering, wegenbelasting,
registratie motorfiets, nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich het vervoermiddel geleidelijk e igen te maken, daar waar
waar weinig verkeer is of op terreinen die
privé-eigendom zijn.
Het gebruiken van bepaalde medicijnen,
alcohol en ver doven de middel en bena deelt
in aanzienlijke mate de rijveilighe id.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en
lichamelijk goed in staat bent te rijden, en
rÿd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
Het merendeel van de ongel ukken is te wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de mot orfiets NO OIT uit a an beginners en overt uigt u zich er in ied er geval
van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
6
Volg nauwgezet d e verkeersaanwijzingen
en houd u aan de nationale en plaatselijke
verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen
(bij voorbeeld: steigere n, te hard rij den
enz.), en houd altijd rekening met de t oestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schad e aan
het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere vervoermiddelen om u mee te laten "zuigen".
Houd altijd beide handen aan het stuur en
de voeten op de pedalen, zit in een correcte rijhouding.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden, of zi ch om te draaien.
7
OIL
COOLER
De berijder moet zich nooi t af laten leiden
of laten beïnvloed en door personen of han delingen (niet roken, eten, drinken, lezen,
enz.) tijdens het rijden.
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof
en olie, zoals beschreven in de "Smeermiddelentabel"; controleer steeds het olieniveau en het niveau van de koelvloeistof.
Controleer, als de m otorfiets bij een ongeluk betrokken is geweest , of de bedieningsknoppen, - kabels, -slangen, het remsysteem en de vit ale dele n niet bes chad igd
zijn.
Laat de motorfiets eventueel naki jken door
een erkende aprilia dealer, me t speciale
aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in
staat is te beoordelen of ze beschadigd
zijn.
Meld elk ma nkement bij he t functioner en
aan de technici/meca niciens opdat de reparatiewerkzaam heden vergemakkelijkt
worden.
Rijd absoluut niet met het vervoermiddel
als de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt!
8
A12
345
ONLY ORIGINALS
Veran der nooit de plaa ts, de stand of de
kleur van: de kentekenplaat , de ri chtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan de motorf iets of de verwi jdering van originele delen kunnen de prestaties van de motorfiets negatief
beïnvloede n en de veiligheid in gevaar
brengen of de motorfiets onwettig m aken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels op het punt
van de uitrusting van de m otorfiets.
In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden worden die de prestaties beïnuloeden of in ie der geval de oorspronkelijke eigenschappen van de
motorfiets veranderen.
Houd absoluut geen snelheidswedstrijden
met de motorfiets.
Vermijd het rijden op een andere ondergrond dan het wegdek.
./(',1*
Voordat u gaat rijden dient u eraan denken
dat u altijd de helm op hebt; deze moet op
de juiste wijze gedragen worden.
Controleer of de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de juiste maat heeft en het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met ee n heldere e/o re flecterende
kleur. Zodoend e bent u goed zichtbaar
voor de andere weggebruikers en beperkt
u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val hebt u zodoende ook een
betere bescher ming . De kle ding moet goed
passen en aan de uiteinden gesloten zijn.
Koorden, ceintuur en das of shawl mogen
niet los hangen; voorkom dat deze of an dere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of bedieningselementen.
9
Zorg ervoor dat u geen objecten in uw zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren bij
een val, zoals puntige objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventue le passagier).
10
$&&(662,5(6
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het
gebruik van de accessoires.
Denkt u er tijden s de montage aan dat
geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dien en voor het aang even van de
richting of voor geluidssignalen bedekt
worden, waardoor deze onder delen gehee l
of gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook niet de uitslag van de vering
en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van acce ssoi res die de
toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen lange r kan worden.
De gestroomlijnde accessoires en de grotere wind scherm en kunne n als ze op h et
vervoermiddel gemonteerd zijn de windgevoeligheid ervan vergroten en zodoende
de stabiliteit tijdens het ri jden verminderen.
Controleer of de accessoires op degelijke
wijze bevestigd zijn aan het vervoermiddel
en geen geva ar opleveren tijdens het r ijden.
Niets toevoegen aan de electrische i nstallatie of hier iets aan veranderen, waardoor
het maximale vermogen van de motorfiets
overschreden zou kunnen worden. Hier door zou het vervoermiddel tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou
zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen
voordoen, zodat de claxon en de lichten
niet meer f unctioneren.
/$',1*
Wees voorzicht ig bij het opla den van bagage en vervoer niet te veel lading. De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij het
zwaartepunt v an de mot orfi ets bev inden en
evenwichtig verdeeld zijn naar beide zij den
van de motorfiets zodat er een optimale
balans is.
Zorg er verder voor d at de lading goed is
KG!
vastgemaakt aan de motorfiets.
Beve stig absol uut geen gr ote, zwar e e/o
gevaarlijke obje cte n aan het st uur, de sp atborden en de vorken; dat vermindert de
bestuurbaarheid van het vervoermiddel in
de boch ten en de contro le tijdens het rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant va n de motor fiets en
voer ook niet de helm aan de daarvoor bestemde haak mee. Deze zaken zouden tegen personen of obj ecten kunnen stoten,
waardoor de rijder de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Vervoer geen bagage die niet goed bevestigd is aan de mot orfiets of die teveel uit de
bagageruimtes steekt. Denk eraan dat de
bagage niet voor of over de verlicht ing, de
akoestische en vi suele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kin deren op het documentenkastje of op de duozit.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die
geldt voor ie dere specifieke bagagedrager.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
11
3/$$76,1*9$1'(+22)',167580(17(1
/(*(1'$$IE
1) Brandstoftankdop
2) Dop expansievat koelvloeistof
3) Bevestigingshaak voor helm
4) Accu
5) Zekeringen
Afb. 1
6) Versnellingspook
7) Voetsteun
8) Zijstandaard
9) Voetsteun duopassagier
12
/(*(1'$$IE
1) Gereedschapsset/opbergvak
2) Brandstofkraan
3) Dop/peilstif t ol iereservoir
4) Remvloeistofreservoir voorrem
5) Voetsteun duopassagier
Afb. 2
6) Stelmoer veervoorspanning achterschokbreker
7) Voetsteun
8) Achterrempedaal
9) Remvloeistofreservoir achterrem
13
3/$$76,1*9$1'(,167580(17(1
,167580(17(1(1&21752/(/$03-(6
Afb. 3
/(*(1'$$IE
1) Linker achteruitkijkspiegel
2) Drukknop gr ootlichtsignaal
3) Choke (
4) Contactschakelaar
5) Instrumenten en controlelampjes
6) Motorstopschakelaar (
7) Rechter achteruitkijkspiegel
8) Koppelingshendel
9) Koplampschakelaar (
10) Drukknop claxon (
11) Richtingaanwijzer (
12) Lichtschakelaar (
13) Startknop (
14) Gashendel
15) Voorrem
)
- )
-
)
(
)
- - •)
)
/(*(1'$$IE
1) Controlelampje koelvloeistoftemperatuur (
2) Snelheidsmeter
3) Kilometertotaalteller
4) Terugstelknop dagteller
5) Dagteller
6) Waarschuwingslampj e grootlicht (
7) Waarschuwingslampj e vrijstand (
8) Waarschuwingslampj e lage oliedruk (
)
9) Waarschuwingslampj e richtingaanwijzer (
Afb. 4
)
)
)
)
(
)
14
,167580(17(1(1&21752/(/$03-(6
BESCHRIJVINGFUNCTIE
SnelheidsmeterGeeft de rijsnelheid aan.
KilometertotaaltellerGeeft het t otaal aantal gereden kilometers aan.
DagtellerGeeft aantal over zelf gekozen traject gereden kilometers aan.
Terugstelknop dagtellerDoor de knop met de klok mee te draaien, kan de dagteller op nul wo rden gezet.
Waarschuwingslampje grootlicht
Licht op als de koplam p in de st and “grootlicht” staat.
Waarschuwingslampje vrijstand
Waarschuwingslampje richtingaa nwij zer
Waarschuwingslampje olieniveau olietank
Waarsc huwingslampje koelvloeistoft em peratuur
Licht op al s de versnelling in de vrijstand staat.
(
Knippert als één van de richtingaanwijzers in werking is.
Licht op telkens wanneer de sleutel in de stand “ON” wordt gedraaid en de motor niet draait, waardoor men kan testen of het lampje goed werkt. Als het lampje niet oplicht, moet het vervang en worden. Het waarschu wingslampje moet uitgaan wanneer de motor gesturt is.
Als het waarschuwingslampje opl icht terwijl de motor normaal draait,
betekent dit dat de olie druk in het circuit onder de normale werkin-
gswaarde ligt. In dit geval dient de oor zaak hiervan onmiddelÿk te
worden opgespoord en verholpen. Laat de motor NOOIT lapen wanneer
dit lampje blÿft brande n.
De elektrische onderdelen functioneren alleen als de
contactsleutel in de stand “ON” staat.
Afb. 5
- )
o “ staat, zie pag. 17 (BE-
“ het di m-
(
)
)
“ wordt inge-
1) KOPLAMPSCHAKELAAR (
Als de lichtschakelaar in de stand “
DIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTERZIJDE VAN HET
STUUR) en met de koplampschakelaar in de stand “
gaat het grootlicht branden, terwijl in de stand “
licht gaat branden.
2) CHOKE (
De choke voor een koude motorstart wordt bediend door de
hendel naar omlaag te zetten. Om de choke uit te schakelen,
moet u de hendel volledig omhoog zetten.
3) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL
Met deze drukknop kan h et g rootl ichts ignaal kort worden i ngeschakeld, bi jvoorbeeld om tegenliggers te waarschuwen en in
geval van gevaar of een noodtoestand.
4) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (
De schakelaar naar links drukken om aan te ge ven dat u naar
links gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan
te geven dat u n aar rechts gaat af slaan. Op het midden v an de
schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te schakelen.
5) DRUKKNOP CLAXON (
De claxon treedt in werking als de drukknop “
drukt, met de contactsleutel in de stand “ON”.
De elektrische onderdelen functionere n all een als de
contactsleutel in de stand “ON” staat.
1) MOTORSTOPSCHAKELAAR (
Deze schakelaar dient voornamelijk als veiligheids- of noodschakelaar.
Wanneer de schakelaar in de stand “
gestart worden; in de stand “
2) STARTKNOP (
Wanneer de startknop wordt ingedrukt, gaat de st artmotor
draaien. Voor het starten, pag. 28 (STARTEN).
3) LICHTSCHAKELAAR (
Wanneer de contactsleutel in de stand “ON” staat en de koplampschakelaar in de stand “ • ”, dan is de koplamp gedoofd;
in de stand “
brandt het dimlicht. U kunt het grootlicht inschakelen met de
koplampschakelaar, zie pag. 16 (BEDIENINGSELEMENTEN
OP DE LINKERZIJDE VAN HET STUUR).
)
- - •)
” branden de parkeerlichten; in de stand “ ”
- )
” staat, kan de motor
” slaat de motor af.
Afb. 6
17
Afb. 7
&217$&76&+$.(/$$5$IE
De contactsch akelaar (1) bevindt zich op
de stuurplaat.
De contactsle utel bedient de
contactsch akelaar/het stuu rslot
schapsset/het opbergvak, de dop van
de brandstoftank en de bevestigingshaak voor d e helm. Bij de moto rfiets
worden twee sleutels geleverd (één reservesleutel).
en ontgrendelt de gereed-
678856/27$IE
U zet het stuur vast door het volledig naar
links te draaien met de sleutel in de stand
“OFF”, de sleutel in te drukken, in de stand
“LOCK” te zetten en weer teru g te laten k omen. De sleutel uit het contact trekken.
De sleutel tijdens het rij den nooi t
in de stand “LOCK” draaien, om
te vermijden dat u de cont role
over de motorfiets verliest.
STANDFUNCTIE
LOCK
Stuurslot
OFF
ON
Het stuur is
vergrendeld.
Het is
onmogelijk de
motor te starten
en de lichten te
ontsteken.
De motor kan
niet word en
gestart en de
licht en kunnen
niet word en
ontstoken.
De motor kan
worde n gestart
en de lichten
kunnen worden
ontstoken.
UITTREKKEN
SLEUTEL
De sleutel kan
uit het contact
worden
getrokken.
De sleutel kan
uit het contact
worden
getrokken.
De sleutel ka n
niet uit het
contact
worden
getrokken
.
Afb. 8
+8/38,75867,1*
*(5(('6&+$366(7$IE
Om toegang te krijgen tot de gereedschapsset, de contactsleut el in het slot van
de gereedschapsset/het opbergvak steken
en tegen de klok in draa ien.
De gereedschapsset (1) bestaat uit:
1 etui
1 zeskantsleutel van 4 mm
1 zeskantsleutel van 5 mm
1 zeskantsleutel van 6 mm
1 zeskantsleutel van 8 mm
1 dubbele sl eutel van 5,5/7 mm
1 dubbele sleutel van 8/11 mm
1 dubbele sleutel van 10/13 mm
1 sleutel van 17 mm
1 zeskantsleut el van 22 mm met heft
1 verlengbui s voor sleutel met heft
1 bougiesleut el
1 schroevedraaier
18
Afb. 9Afb. 10
%(9(67,*,1*6+$$.9225'(+(/0$IE
Niet rijden terwijl de helm aan de
haak hangt, want dit kan de vei-
gedrang brengen.
Dankzij deze haak hoeft u niet elke keer de
helm mee te nemen als u de motorfiets
parkeert.
Om de helm aan de haak te hangen, de
sleutel in het slot (1) steken, tegen de klok
in draaien en de kinband van de helm door
de haak (2) steken.
De haak dichtklikken en de sleutel met de
klok mee draaien.
Zorg dat de haak goed dichtge klikt is.
ligheid tijdens het r ijden in he t
%(/$1*5,-.67(21'(5'(/(1
%5$1'672)$IE
Tijdens het tanken de pomp (1) niet
op de bo dem van de ta nk l a t e n rusten om te voorkom en dat e r brand-
stof uit de tank loopt.
Na het tanken de dop goe d dicht drukken.
De br andst of die ge brui kt w ordt voor verbrandingsmotoren is uiterst ontvlambaar
en kan in bepaalde omstandigheden explosief worden.
Het is belangrijk dat het tanken en de onderhoudswerkzaamheden in een goed geventileerde ruimte gebeuren en met afgezette motor . Niet roken gedurende het
tanken of in de nabijheid van benzinedampen; in elk geval absoluut contact mijden
met open vlammen, vonken en elke andere
warmt ebron, om te voo rkomen d at de
brandstof vuur va t of explodeert. Verder
moet u o ok vo ork ome n dat er benz in e uit
de tankope ni ng stro omt , aang ez ien ze ka n
vuur kan vatten bij contact met de gloeiende delen van de motor.
Voor h et geval per ongeluk benzine buiten
de tank tere chtkomt, moe t u controleren of
de plek waa r de benz ine is terec htgekomen gehee l droog is en voor u gaat rijde n
moet u er zich van vergew issen dat er
geen benzine op de hals van de benzinemond is ac htergebleven.
Mijd contact van benzine met de huid en
inademing van dampen; zuig geen benzine
op en breng d e be nzine niet over van é én
vat in een ander met behulp van een slang.
Loodvrije benzine zet uit onder
invloed van zonnew armte en
zonnestraling. Vul de tank daar-
om nooit tot de rand.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine, in
overeen stemming me t de norm 5160 7,
min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85
(N.O.M .M. ).
De brandstofta nk heeft een inhoud van ongeveer 16
het ope nen va n de brands toftankd op, d e
contactsleutel in het slot steken en met de
klok meedraaien (Af b. 10).
E
, waarvan 2,5 E reserve. Vo or
BUITEN BEREI K VAN KINDEREN HOUDE N
19
027252/,(
De motorolie moet worden ververst na de
eerste 1000 km en daarna om de 6000 km,
zie pag. 37 (VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE EN HET OLIEFILTER); voor het
controleren van het oliepeil, zie pag. 36
(CONTROLEREN VAN HET MOTOROLIEPEIL EN BIJVULLEN).
Olie kan bij dagelÿks en langdurig contact l eiden tot ernstige
beschadiging van de huid.
Na gebruik van olie uw handen g oed
wassen.
Als de motorfiets wordt gebruikt
in zeer st offige ge biede n, moet
de olie regelmatiger worden ververst.
Loos de olie ni et in het milieu. Bewaar
de olie in een afgesloten vat en breng
de olie naar een verzamelpunt.
aprilia raadt aan:
Zie pag. 59 (TABEL SMEEROLIE).
5(09/2(,672)$$1%(9(/,1*(1
Plotselinge verschillen in speling of een
flexibele weerstand op de remhendel
zijn te wijten aan onregelmatigheden in
het hydraulische systeem.
In geval van twijfel i n verband m et het
goed functioneren van het remsysteem
en als u niet in staat bent de normale
controles zelf uit te voeren, dient u te
rade te gaa n bij uw erkend e
dealer. Zie er goed op toe dat de remschijf en het wrijvingsvlak niet vettig of
smerig zijn, in he t bijzonder na uitvoe ring van onderhoudswerkzaamheden of
controles.
DSULOLD
Controleer of de remleidingen niet gedraaid of versleten zijn. Let op dat geen
water of stof per ongeluk in het remcircuit terechtkomt.
Als de remvloeistof in contact komt met
de huid of de ogen, kan dit leiden tot
ernstige irritatie. Was zeer grondig de
delen van het lichaam die in contact zijn
gekomen met de vloeistof. Raadpleeg
een arts of een oogarts als de vloeistof
in contact is gekomen met uw ogen.
Loos remvloeist of niet in het milieu.
BUITEN BEREIK VA N KINDEREN HOUDEN
Wanneer u de remvloeistof gebruikt, moet u erop letten dat u
er niet mee morst op de plastic
of gelakte delen, omdat deze door de
vloeistof kunne n worden aanget ast.
-
20
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.