APPLE PowerBook G4 17 2005 User Manual [nl]

17-inch PowerBook G4
Gebruikershandleiding
Installatie en uitbreiding van PowerBook G4-computers en het oplossen van problemen
K Apple Computer, Inc.
voorbehouden.
Volgens de auteursrechtelijke bepalingen mag deze handleiding niet zonder schriftelijke toestemming van Apple geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd.
Het Apple logo is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., dat is gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Apple is het niet toegestaan het via het toetsenbord op te roepen Apple logo (Option-Shift-K) te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Deze handleiding is met uiterste zorg samengesteld. Apple aanvaardt geen aansprakelijkheid voor druk- of typefouten.
Apple 1 Infinite Loop Cupertino, CA 95014-2084 408-996-1010 www.apple.com
Apple, het Apple logo, AirPort, AppleTalk, Final Cut Pro, FireWire, iCal, iDVD, iLife, iMovie, iPod, iTunes, Mac, Macintosh, Mac OS en PowerBook zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., die zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Exposé, FileVault, Finder, iPhoto, iSight, Rendezvous, Safari, SuperDrive en Xcode zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
AppleCare, Apple Store en iTunes Music Store zijn dienstmerken van Apple Computer, Inc., die zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
.Mac is een dienstmerk van Apple Computer, Inc.
ENERGY STAR in de Verenigde Staten.
Het woordmerk Bluetooth eigendom van Bluetooth SIG, Inc. Elk gebruik hiervan door Apple Computer, Inc. valt onder de licentiebepalingen.
PowerPC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation, dat in licentie wordt gebruikt.
Andere in deze handleiding genoemde bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken van de desbetreffende bedrijven. Producten van andere fabrikanten worden alleen genoemd ter informatie. Dit betekent niet dat deze producten door Apple worden aanbevolen of door Apple zijn goedgekeurd. Apple aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot de betrouwbaarheid van deze producten.
Het product dat in deze handleiding wordt beschreven, bevat technologie voor auteursrechtenbescherming waarop bepaalde Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en anderen van toepassing zijn. Het gebruik van deze technologie voor auteursrechtenbescherming moet worden goedgekeurd door Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld voor thuisgebruik en andere toepassingen met een beperkt aantal kijkers, tenzij anders overeengekomen met Macrovision Corporation. Het is niet toegestaan deze technologie te decompileren of van ontwerp te herleiden.
Voor patentnummers 4.631.603, 4.577.216, 4.819.098 en
4.907.093 is in de Verenigde Staten licentie verleend voor gebruik met een beperkt aantal kijkers.
Gelijktijdig gepubliceerd in de Verenigde Staten en Canada.
® is een handelsmerk dat is gedeponeerd
® en de Bluetooth-logo's zijn
1 Inhoud
Hoofdstuk 1 5 Aan de slag
6 De onderdelen en regelaars van de PowerBook
8 De poorten en connectors van de PowerBook 10 De computer installeren 17 De PowerBook uitzetten 19 De batterij kalibreren 19 En nu?
Hoofdstuk 2 21 Basiskennis
21 Vertrouwd raken met de computer
22 Het beeldscherm aanpassen 23 De lichtnetadapter gebruiken 25 Het stuurvlak gebruiken 26 Het toetsenbord gebruiken 27 Een muis gebruiken 27 Werken met Mac OS X 28 Het bureaublad aanpassen en voorkeuren instellen 29 Werken met programma's 29 Verbinding maken met een printer 30 Cd's afspelen en een koptelefoon aansluiten
31 De software van de computer up-to-date houden 31 Camera's of andere FireWire- of USB-apparaten aansluiten
32 Een verbinding met een netwerk tot stand brengen 32 Een internetverbinding tot stand brengen 32 Bestanden naar een andere computer kopiëren 33 Een programma blijft hangen
Hoofdstuk 3 35 Werken met de computer
36 USB 39 FireWire 41 PC Cards 42 Werken met Bluetooth-apparaten 44 Draadloze internet- en netwerktoegang via AirPort Extreme
3
46 Ethernet (10/100/1000Base-T) 47 Werken met de modem 47 Luidsprekers en geluidsapparatuur aansluiten 48 Sudden Motion Sensor 48 Externe videoapparatuur (DVI, VGA en S-Video) 52 Werken met de SuperDrive 56 Batterij
61 Opening voor antidiefstalkabel
Hoofdstuk 4 63 Extra geheugen in de computer installeren
63 Extra geheugen installeren 68 Controleren of de computer het nieuwe geheugen herkent
Hoofdstuk 5 69 Problemen oplossen
69 Problemen die het gebruik van de computer verhinderen 71 Andere problemen 73 De bij de computer geleverde software opnieuw installeren 74 Apple Hardware Test gebruiken 75 Xcode Tools installeren 75 De locatie van het serienummer van de computer
Bijlage A 77 Specificaties
Bijlage B 79 Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid
79 Aanwijzingen voor de installatie en het gebruik van de computer 80 De PowerBook gebruiken
81 Belangrijke wenken voor uw veiligheid
82 Batterij 82 Gehoorbeschadiging voorkomen 82 Apple en het milieu 82 Uw werkplek inrichten
Bijlage C 85 Een verbinding tot stand brengen met het internet
87 De vereiste gegevens verzamelen 88 De gegevens invoeren 88 PPP-verbinding via een inbelmodem 90 Een internetverbinding tot stand brengen via een DSL-modem, een kabelmodem of
een LAN
95 Draadloze verbinding via AirPort Extreme 99 Problemen met de internetverbinding oplossen
Bijlage D 101 De tien meest gestelde vragen
105 Communications Regulation Information
4 Inhoud
1 Aan de slag
Met de PowerBook hebt u een zeer complete notebook in handen.
®
1
S-video-naar-composite-adapter
Wisselstroom-
stekker
Telefoonkabel
Belangrijk: lees de installatie-instructies en wenken voor uw veiligheid (raadpleeg
pagina 79) grondig door voordat u de computer op het lichtnet aansluit.
DVI-naar-VGA-adapter
NetsnoerLichtnetadapter
5
De onderdelen en regelaars van de PowerBook
Ruimte voor AirPort Extreme-/ Bluetooth-antenne
Microfoon
Ingebouwde luidspreker (onder het afdekplaatje van de luidspreker)
Functie­toets (Fn)
Indicatielampje sluimerstand
ontgrendelingsknop
Toets voor
uitschakelen geluid
esc
F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 F8 F9 F10 F11 F12
®
Stuurvlakknop Optische-
StuurvlakBeeldscherm-
Schakelen tussen weergavemodi
num lock
schijfeenheid met sleuf
Ruimte voor AirPort Extreme-/ Bluetooth-antenne
® Aan/uit-knop
Ingebouwde luidspreker
Cd-/dvd­verwijdertoets
-
Helderheidstoetsen
¤
Volumetoetsen
6 Hoofdstuk 1 Aan de slag
Num vergr­toets
Toetsen voor toetsenbordverlichting
Standaard­functietoetsen
Helderheidstoetsen
¤
Hiermee regelt u de helderheid van het beeldscherm.
Volumetoetsen
-
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume van de ingebouwde luidsprekers en de koptelefoonpoort.
Num vergr-toets
Hiermee activeert u het numerieke toetsenblok op het toetsenbord. Als het numerieke toetsenblok actief is, is de toets groen verlicht.
Toets om te schakelen tussen de verschillende weergavemodi
i
Hiermee schakelt u tussen de modus voor twee beeldschermen en de modus voor synchrone weergave.
Toetsen voor toetsenbordverlichting
o
Hiermee regelt u de helderheid van de toetsenbordverlichting.
Cd-/dvd-verwijdertoets
C
Als u deze toets ingedrukt houdt, kunt u een schijf verwijderen. U kunt een schijf ook verwijderen door het schijfsymbool van het bureaublad naar de prullenmand te slepen.
Microfoon
Hiermee kunt u geluiden direct op de harde schijf van de PowerBook opnemen. (De microfoon bevindt zich onder het afdekplaatje van de linkerluidspreker.)
Ingebouwde luidsprekers (2)
Hiermee wordt muziek en het geluid van films, spellen en multimedia weergegeven.
Functietoets (Fn)
Hiermee activeert u de functietoetsen (F1 tot F12).
Indicatielampje sluimerstand
Een knipperend wit lampje geeft aan dat de sluimerstand is ingeschakeld.
Ontgrendelingsknop van het beeldscherm
Met deze knop kunt u het beeldscherm ontgrendelen en de PowerBook openen.
Stuurvlak
U verplaatst de aanwijzer over het PowerBook-scherm met één vinger op het stuurvlak. Schuiven doet u met twee vingers op het stuurvlak. (U kunt schuiven inschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.) Raadpleeg het gedeelte “Het stuurvlak gebruiken” op pagina 25 voor meer informatie over het verplaatsen van de aanwijzer en schuiven met behulp van het stuurvlak.
Optische-schijfeenheid met sleuf
De SuperDrive is geschikt voor cd-romschijven, Photo CD's, standaardaudio-cd's, dvd-rom- en dvd-r­schijven, dvd-films en andere media. U kunt hiermee ook muziek, documenten en andere digitale bestanden opslaan op cd-r-, cd-rw-, dvd-r-, dvd+r-, dvd-rw- en dvd+rw-schijven. Raadpleeg het gedeelte “Werken met de SuperDrive” op pagina 52 voor meer informatie.
Aan/uit-knop
®
Hiermee zet u de PowerBook aan, uit of in de sluimerstand.
Ruimte voor AirPort Extreme- of Bluetooth-antenne
Met het optionele AirPort Extreme-basisstation, een AirPort Express of een ander draadloos station kunt u een draadloze verbinding met het internet tot stand brengen. U kunt ook een draadloze verbinding tot stand brengen met apparaten die zijn uitgerust met de draadloze Bluetooth technologie, zoals muizen, toetsenborden, organizers en mobiele telefoons.
®
-
Raadpleeg hoofdstuk 3, “Werken met de computer”, op pagina 35 voor meer informatie over AirPort Extreme of de optische-schijfeenheid.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 7
De poorten en connectors van de PowerBook
¯
Poort voor lichtnetadapter
d USB 2.0-poort
PC Card-sleuf
®
Opening voor antidiefstalkabel
d USB 2.0-
poort
W Interne-
modempoort
H FireWire 800-poort
H FireWire
400-poort
, Geluidsinvoerpoort/
optische digitale geluidsinvoerpoort
S-video-uitvoerpoort
Æ
G Gigabit Ethernet-poort
(10/100/1000Base-T)
f Koptelefoonpoort/
optische geluids­ uitvoerpoort
®
DVI-
£
poort
8 Hoofdstuk 1 Aan de slag
Opening voor antidiefstalkabel
Hierop kunt u een antidiefstalkabel bevestigen om de PowerBook tegen diefstal te beveiligen.
Poort voor lichtnetadapter
¯
Om de batterij op te laden, sluit u de meegeleverde Apple Portable Power Adapter aan.
Interne-modempoort
W
Op de interne modem kunt u rechtstreeks een standaardtelefoonlijn aansluiten.
Twee USB 2.0-poorten (Universal Serial Bus)
d
Op deze poorten kunt u extra hardware aansluiten, zoals printers, externe opslagmedia, digitale camera's, modems, toetsenborden en joysticks.
PC Card-sleuf
Hiermee kunt u de mogelijkheden van de PowerBook uitbreiden. De sleuf is geschikt voor Type I, Type II PC Cards en CardBus-kaarten.
Geluidsinvoerpoort/invoerpoort voor optisch digitaal geluid
,
Hierop kunt u een microfoon (lijnniveau) of andere digitale geluidsapparatuur aansluiten.
Koptelefoonaansluiting/uitvoerpoort voor optisch digitaal geluid
f
Op deze poort kunt u externe luidsprekers, een koptelefoon of digitale geluidsapparatuur aansluiten.
Twee FireWire-poorten
H
Op deze poort kunt u snelle externe apparaten aansluiten, zoals digitale videocamera's en externe opslagmedia. U kunt een standaard 6-pens FireWire-apparaat direct op de FireWire 400-poort aansluiten of het apparaat met behulp van een 9-pens-naar-6-pens FireWire-kabel op de FireWire 800-poort aansluiten. U kunt ook rechtstreeks een 9-pens FireWire-apparaat op de FireWire 800-poort aansluiten. Raadpleeg pagina 39 voor meer informatie.
Gigabit Ethernet-poort (10/100/1000Base-T)
G
Hiermee kunt u de computer op een snel 10/100/1000 Base-T Ethernet-netwerk aansluiten of een verbinding tot stand brengen met een andere computer voor het uitwisselen van bestanden. Andere Ethernet-apparaten worden automatisch herkend dankzij de automatische detectiefunctie van de Ethernet-poort. U hebt geen Ethernet-crossoverkabel nodig om verbinding te maken.
S-video-uitvoerpoort
Æ
Hierop kunt u een televisie, videorecorder of ander videoapparaat aansluiten. Met behulp van deze poort kunt u presentaties geven of dvd-videoschijven op een televisie afspelen.
DVI-poort voor aansluiting van een extern beeldscherm
£
Hierop kunt u een extern beeldscherm of een externe projector met behulp van een DVI-connector aansluiten, of met behulp van de meegeleverde DVI-naar-VGA-adapter een VGA-beeldscherm op de computer aansluiten. U kunt tevens met behulp van een DVI-naar-ADC-adapter (apart verkrijgbaar) een Apple flat-panelbeeldscherm op deze poort aansluiten.
Raadpleeg hoofdstuk 3, “Werken met de computer”, op pagina 35 voor meer informatie over deze voorzieningen.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 9
De computer installeren
De PowerBook is zo ontworpen dat u er onmiddellijk mee aan de slag kunt.
Stap 1: de lichtnetadapter aansluiten
m Sluit de wisselstroomstekker van de adapter aan op een stopcontact en sluit de stekker
van de lichtnetadapter aan op de poort voor de lichtnetadapter van de PowerBook.
Wisselstroomstekker
Belangrijk: zorg dat de pinnen van de wisselstroomstekker volledig zijn uitgetrokken
voordat u de adapter aansluit.
Poort voor lichtnetadapter
Wisselstroomstekker
Stekker lichtnetadapter
¯
®
Netsnoer
U kunt het bereik van de lichtnetadapter vergroten door het netsnoer op de adapter aan te sluiten. Raadpleeg “De lichtnetadapter gebruiken” op pagina 23 voor meer informatie.
Stap 2: een internetverbinding tot stand brengen
Wanneer u de computer voor het eerst opstart, begeleidt de configuratie-assistent u bij de registratie van de computer. Ook helpt de configuratie-assistent u bij de configuratie van de computer en het tot stand brengen van een internetverbinding. Voor toegang tot het internet hebt u doorgaans een account bij een internetaanbieder nodig, waarvoor u mogelijk moet betalen.
10 Hoofdstuk 1 Aan de slag
Tijdens de configuratie van de internetverbinding moet u gewoonlijk bepaalde gegevens opgeven, zoals de accountnaam die u van uw internetaanbieder hebt ontvangen. Als u de verbinding nog niet wilt configureren, kunt u dit proces overslaan en op een later tijdstip uitvoeren. Raadpleeg bijlage C, “Een verbinding tot stand brengen met het internet”, op pagina 85 voor informatie over de configuratie van de internetverbinding op een later tijdstip. Als u de verbinding wilt configureren, geeft u de onderstaande gegevens op voor het type verbinding waarvan u gebruikmaakt.
Op deze pagina's kunt u de gegevens van uw internetaanbieder of systeembeheerder noteren en deze vervolgens opgeven in de configuratie-assistent.
Om een inbelverbinding met een telefoonmodem tot stand te brengen, hebt u de volgende gegevens nodig:
 De naam van de internetaanbieder  Uw account- of gebruikersnaam  Uw wachtwoord  Het inbelnummer van uw internetaanbieder  Alternatief telefoonnummer  Het nummer dat u moet intoetsen voor een buitenlijn
Een verbinding via een DSL-modem of kabelmodem, een LAN of een draadloze AirPort Extreme-verbinding tot stand brengen
m Kies eerst het type verbinding (neem voor meer informatie contact op met de
systeembeheerder of internetaanbieder):
 Handmatig  Via DHCP met handmatig ingesteld adres  Via DHCP  Via BootP  Via PPP
Als u niet zeker weet welke methode u moet kiezen, kunt u het beste 'Via DHCP' kiezen. De meeste gegevens worden dan automatisch ingevuld.
Als u 'Handmatig' of 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd, verzamelt u de volgende gegevens:
 Het IP-adres  Het subnetmasker  Het routeradres
Opmerking: als u 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd, hoeft u geen subnetmasker of routeradres op te geven.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 11
Als u 'Via DHCP' hebt geselecteerd, verzamelt u de volgende gegevens (neem contact op met uw internetaanbieder om te controleren of u deze gegevens nodig hebt):
 De ID van de DHCP-client  DNS-servers
Als u 'Via PPP' hebt geselecteerd (voor PPPoE-verbindingen), verzamelt u de volgende gegevens:
 De internetaanbieder  Uw accountnaam  Uw wachtwoord  De naam van de PPPoE-dienst
De gegevens hieronder zijn optioneel. Neem contact op met uw internetaanbieder of systeembeheerder om te controleren of u deze gegevens moet opgeven.
 DNS-servers  De domeinnaam  De proxyserver
Bestanden overbrengen van een andere Mac
Als u al een Mac hebt, kunt u met behulp van de configuratie-assistent automatisch gebruikersaccounts, netwerkinstellingen, programma's en andere gegevens van uw oude Mac naar de nieuwe Mac overbrengen.
Om gegevens te kunnen overbrengen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
 U hebt een standaard 6-pens-naar-6-pens FireWire-kabel.  Op de andere Mac is Mac OS X versie 10.1 of hoger geïnstalleerd.  De andere Mac beschikt over een ingebouwde FireWire-poort en biedt
ondersteuning voor de FireWire-doelschijfmodus.
Gegevens van uw oude Mac overbrengen naar de nieuwe Mac
m Zet de nieuwe Mac aan en volg de aanwijzingen op het scherm. De configuratie-
assistent begeleidt u bij het overbrengen van de gegevens.
Als u gegevens naar de nieuwe Mac overbrengt, worden de originele gegevens niet van de oude Mac verwijderd. (Als u op de nieuwe Mac partities hebt ingesteld, worden alle gegevens van de andere Mac naar één partitie overgebracht.)
Met de configuratie-assistent kunt u de volgende gegevens overbrengen:
 Gebruikersaccounts, waaronder voorkeuren en e-mailaccounts  Internet- en netwerkinstellingen, zodat op de nieuwe Mac automatisch dezelfde
instellingen worden gebruikt als op de andere Mac
12 Hoofdstuk 1 Aan de slag
p
 Programma's,1 zodat u alle programma's die u op de andere Mac gebruikte, ook op
uw nieuwe Mac kunt gebruiken
 Bestanden en mappen op de harde schijf en partities, zodat u eenvoudig toegang
hebt tot de bestanden en mappen waarmee u op de andere Mac hebt gewerkt
Als u de oude Mac niet meer gebruikt, kunt u de autorisatie voor het afspelen van muziek die u via de iTunes Music Store hebt aangeschaft op de oude computer het beste opheffen.
Als u de computer voor het eerst opstart en niet direct gegevens wilt overbrengen met behulp van de configuratie-assistent, kunt u dit op een later tijdstip alsnog doen. Hiervoor opent u de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's' en klikt u dubbel op het symbool 'Configuratie-assistent'.
Opmerking: Als u met behulp van de configuratie-assistent gegevens hebt overgebracht van uw oude naar uw nieuwe Macintosh en u dit nogmaals wilt doen, moet u ervoor zorgen dat FileVault op de oude computer is uitgeschakeld. U kunt FileVault uitschakelen in het tabblad 'Beveiliging' van het paneel 'Accounts' in Systeemvoorkeuren. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Stap 3: de kabels aansluiten
Sluit de PowerBook vervolgens aan op een telefoonlijn, een DSL-modem, een kabelmodem of een Ethernet-netwerk. Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een draadloos AirPort Extreme 802.11b- of 802.11g-netwerk, hebt u geen kabels nodig.
Een verbinding tot stand brengen via een telefoonlijn
m Als u gebruikmaakt van een inbelverbinding, sluit u het ene uiteinde van de
telefoonkabel aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de interne­modempoort.
®
Telefoonkabel
W Interne-modem
1.
(mogelijk moet u sommige programma's opnieuw installeren)
Hoofdstuk 1 Aan de slag 13
oort
t
Zorg ervoor dat u de interne modem aansluit op een analoge telefoonlijn. In woonhuizen zijn meestal analoge telefoonlijnen aanwezig. Als u de modem aansluit op een digitale telefoonlijn, kunt u de modem niet gebruiken.
Attentie: Sluit geen digitale telefoonlijn aan op de modem. Hierdoor kan de modem
beschadigd raken. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij als u niet weet of u een digitale telefoonlijn hebt.
Raadpleeg “Werken met de modem” op pagina 47 voor meer informatie over de modem. Raadpleeg bijlage C, “Een verbinding tot stand brengen met het internet”, op pagina 85 voor meer informatie over andere typen verbindingen.
Een verbinding tot stand brengen via een DSL- of kabelmodem of een Ethernet-netwerk
m Sluit de kabel aan op de DSL- of kabelmodem zoals aangegeven in de instructies die u
bij de modem hebt ontvangen, of sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-hub of
-aansluiting. Sluit vervolgens het andere uiteinde van het snoer aan op de Ethernet­poort van de computer.
Ethernet-kabel
®
®
G
Gigabit Ethernet-poor (10/100/1000Base-T)
14 Hoofdstuk 1 Aan de slag
Stap 4: de PowerBook aanzetten
Nu u alle configuratiegegevens bij de hand hebt, kunt u de computer opstarten. De configuratie-assistent wordt automatisch gestart.
1 Om de computer aan te zetten, drukt u op de aan/uit-knop (®).
Opmerking: Druk één keer kort op de aan/uit-knop (maximaal één seconde). Als u de aan/uit-knop ingedrukt houdt terwijl de computer opstart, wordt de computer mogelijk weer uitgeschakeld.
Wanneer de computer wordt ingeschakeld, hoort u een geluidssignaal. Het duurt even voordat de computer is opgestart.
Aan/uit-knop
®
®
Hoofdstuk 1 Aan de slag 15
Problemen met opstarten?
Er gebeurt niets als u op de aan/uit-knop drukt
 Misschien is de batterij leeg. Controleer of de adapter goed is aangesloten op de
computer en het stopcontact. Er gaat een lichtje op de stekker branden zodra u de adapter op de computer aansluit.
 Als de computer nog steeds niet opstart, raadpleegt u “Problemen die het gebruik
van de computer verhinderen” op pagina 69.
U ziet het symbool van een diskette of map met een knipperend vraagteken
 Dit symbool geeft meestal aan dat er geen systeemsoftware kan worden gevonden
op de harde schijf van de computer of op andere schijven die op de computer zijn aangesloten. Probeer de computer opnieuw op te starten. Houd de aan/uit-knop vier tot vijf seconden ingedrukt totdat de computer wordt uitgeschakeld. Druk vervolgens opnieuw op de aan/uit-knop. Als het probleem zich blijft voordoen, moet u wellicht de systeemsoftware opnieuw installeren. Raadpleeg “De bij de computer geleverde software opnieuw installeren” op pagina 73 voor meer informatie.
2 Met het stuurvlak van de PowerBook kunt u, net als met de muis van een
desktopcomputer, onderdelen op het scherm selecteren en verplaatsen. Â Schuif uw vinger over het stuurvlak om de aanwijzer over het scherm te verplaatsen.
Belangrijk: Om de aanwijzer te verplaatsen, schuift u met één vinger over het
stuurvlak. De aanwijzer beweegt niet als u twee of meer vingers gebruikt. (Het stuurvlak is zo ontworpen dat u met twee vingers naast elkaar kunt schuiven. Raadpleeg het gedeelte “Het stuurvlak gebruiken” op pagina 25 voor meer informatie.)
16 Hoofdstuk 1 Aan de slag
 Gebruik de knop van het stuurvlak om een onderdeel op het scherm te selecteren of
om enkel of dubbel op het onderdeel te klikken.
®
Stuurvlak
Stuurvlakknop
Raadpleeg “Tips voor het gebruik van het stuurvlak” op pagina 25 voor tips over het gebruik van het stuurvlak.
U bent nu klaar om aan de slag te gaan met de PowerBook.
De PowerBook uitzetten
Als u de PowerBook niet gebruikt, kunt u de computer in de sluimerstand zetten of uitschakelen.
De sluimerstand inschakelen
Zet de PowerBook in de sluimerstand als u de computer even niet gebruikt. U kunt dan weer snel verder werken door eenvoudigweg de sluimerstand van de computer uit te schakelen waarbij het opstartproces wordt overgeslagen.
U kunt de sluimerstand op de volgende manieren inschakelen:
 Klap het scherm dicht.  Kies 'Apple' () > 'Sluimer' in de menubalk.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 17
 Druk op de aan/uit-knop (®) en klik op 'Sluimer' in het dialoogvenster dat verschijnt.
Attentie: Wacht totdat het witte lampje van de sluimerstand op de
ontgrendelingsknop van het beeldscherm begint te knipperen (het teken dat de sluimerstand is ingeschakeld en de harde schijf niet meer draait) voordat u de PowerBook verplaatst. Als u de computer verplaatst terwijl de harde schijf draait, kan de harde schijf beschadigd raken. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan de computer mogelijk niet meer vanaf de harde schijf worden opgestart.
U kunt de sluimerstand als volgt uitschakelen:
 Als het beeldscherm is gesloten, klapt u het open. De sluimerstand wordt automatisch
uitgeschakeld zodra u het beeldscherm van de PowerBook openklapt.
 Als het beeldscherm al is opengeklapt, drukt u op de aan/uit-knop (®) of op een
willekeurige toets op het toetsenbord.
De PowerBook uitzetten
Zet de PowerBook uit als u de computer gedurende langere tijd niet gebruikt.
Ga volgens een van de volgende procedures te werk om de computer uit te zetten:
 Kies 'Apple' () > 'Zet uit' in de menubalk.  Druk op de aan/uit-knop (®) en klik op 'Zet uit' in het dialoogvenster dat verschijnt.
Raadpleeg “De PowerBook opbergen” op pagina 80 als u de PowerBook voor langere tijd opbergt en wilt voorkomen dat de batterij volledig leeg raakt.
18 Hoofdstuk 1 Aan de slag
De batterij kalibreren
Om de batterij zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, moet u binnen een week na aanschaf van de PowerBook de volgende stappen uitvoeren.
De batterij kalibreren
1 Sluit de lichtnetadapter aan en laad de batterij van de PowerBook volledig op totdat
het lampje op de adapterstekker groen is en het metertje in de menubalk op het scherm aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen.
2 Koppel de lichtnetadapter los en gebruik de interne batterij om de PowerBook van
stroom te voorzien.
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt een eerste waarschuwingsvenster dat aangeeft dat de batterij bijna leeg is. Gebruik de interne batterij om de PowerBook van stroom te voorzien totdat de sluimerstand wordt ingeschakeld. De batterij is nu voldoende ontladen om te worden gekalibreerd.
3 Sluit de lichtnetadapter aan en laat deze aangesloten totdat de batterij volledig is
opgeladen.
Belangrijk: U hoeft deze procedure slechts één keer uit te voeren om de batterij te
kalibreren. Vervolgens kunt u de lichtnetadapter bij elke batterijlading aansluiten of loskoppelen.
Als u extra batterijen aanschaft, moet u deze ook kalibreren. Raadpleeg “De lichtnetadapter gebruiken” op pagina 23 en “Batterij” op pagina 56 voor meer informatie over de lichtnetadapter en de batterij.
En nu?
 Zorg dat u de belangrijkste basisbeginselen van de PowerBook onder de knie krijgt.
Raadpleeg hoofdstuk 2, “Basiskennis”, op pagina 21.
 Probeer de programma's en internetvoorzieningen van de computer uit. Bekijk het
boekje over Mac OS X en de bijbehorende programma's dat u bij de computer hebt ontvangen.
 Raadpleeg Mac OS Help als u niet eerder met Mac OS X hebt gewerkt.  Als u overstapt op de Mac, opent u Mac OS Help en raadpleegt u de informatie voor
nieuwe gebruikers. Met behulp van deze informatie kunt u aan de hand van de kennis van uw vorige computer aan de slag met uw Mac.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 19
Hebt u nog vragen?
Mac OS Help
De meeste informatie over het gebruik van de Macintosh is direct op de computer beschikbaar.
1 Klik op het symbool 'Finder' in het Dock (de balk met symbolen onder in het scherm).
2 Kies 'Help' > 'Mac Help' (klik op het Help-menu in de menubalk en kies 'Mac Help').
3 Klik in het zoekveld, typ een of meerdere zoektermen en druk op de Return-toets.
Meer ondersteuningsinformatie
 Raadpleeg hoofdstuk 5, “Problemen oplossen”, op pagina 69 als u een probleem hebt
waardoor u de computer niet kunt gebruiken.
 Raadpleeg de tien meest gestelde vragen in bijlage D, “De tien meest gestelde
vragen”, op pagina 101.
 Voor meer informatie over ondersteuning, discussieforums voor gebruikers en de
meest recente Apple softwaredownloads raadpleegt u www.apple.com/nl/support.
Als u de oplossing voor het probleem niet kunt vinden, raadpleegt u de AppleCare­documentatie die bij de computer is geleverd. Hierin vindt u informatie over het opnemen van contact met Apple.
20 Hoofdstuk 1 Aan de slag
2 Basiskennis
2
In dit hoofdstuk komen belangrijke basisbeginselen van de PowerBook aan de orde.
Vertrouwd raken met de computer
Omdat de PowerBook zo dun is en zo weinig weegt, kunt u de computer eenvoudig meenemen naar kantoor, de bibliotheek, een klaslokaal, of waar u er ook maar mee aan de slag wilt gaan.
Wanneer u de PowerBook niet meer gebruikt, moet u even wachten voor u de computer vervoert zodat de harde schijf en de optische-schijfeenheden in de computer niet meer draaien. Zorg dat de PowerBook nergens tegenaan stoot terwijl de schijven draaien.
Opmerking: De PowerBook maakt gebruik van de Sudden Motion Sensor-technologie, waarmee de harde schijf wordt beschermd als de computer valt of blootstaat aan zware trillingen. Raadpleeg het gedeelte “Sudden Motion Sensor” op pagina 48 voor meer informatie.
Wanneer u met de PowerBook werkt of de batterij oplaadt, wordt de onderzijde van de behuizing warm. Dit is normaal. Plaats de PowerBook bij langdurig gebruik op een vlakke en stabiele ondergrond. Er is ruimte aan de onderkant van de behuizing vrijgelaten, zodat er lucht kan circuleren en de normale werktemperatuur van de computer kan worden gehandhaafd.
Wanneer u met de nieuwe computer werkt, hoort u mogelijk zachte geluiden tijdens het opstarten en bij het gebruik van de harde schijf en de optische-schijfeenheden. De harde schijf en de optische-schijfeenheden kunnen bijvoorbeeld zoemen en een klikkend geluid maken bij het verwerken van gegevens of het laden en verwijderen van een schijf. Wanneer de PowerBook enige tijd wordt gebruikt, wordt een kleine ventilator ingeschakeld om de onderdelen van de computer te koelen. Deze ventilator maakt mogelijk een licht geluid. Dergelijke lichte geluiden zijn normaal. U hoeft zich hier geen zorgen over te maken.
21
Raadpleeg bijlage B, “Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid”, op pagina 79 voor meer veiligheidsinstructies over het gebruik van de PowerBook op verschillende locaties.
Het beeldscherm aanpassen
Voordat u met de nieuwe PowerBook aan de slag gaat, moet u wellicht de instellingen van het scherm aanpassen zodat de onderdelen op het beeldscherm beter zichtbaar zijn. Gebruik de toetsen met de aanduiding ¤ om de helderheid van het scherm aan te passen.
¤ Helderheidstoetsen
Toetsen voor toetsenbordverlichting
®
Lichtsensor
Lichtsensor
De automatische helderheid van het beeldscherm uitschakelen
m Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' in de menubalk. Open het paneel
'Beeldschermen' en schakel het aankruisvak voor automatische aanpassing van de helderheid uit.
De grootte van afbeeldingen op het scherm wijzigen
De PowerBook heeft een breedbeeldscherm met een "native" resolutie van 1440 x 900. U kunt ook andere standaardresoluties gebruiken, zoals 1024 x 768.
U kunt bijvoorbeeld gebruikmaken van een standaardresolutie voor synchrone weergave op een extern beeldscherm of voor bepaalde programma's, zoals spellen of presentatieprogramma’s, die het beste worden weergegeven met een standaardresolutie.
22 Hoofdstuk 2 Basiskennis
Wanneer u gebruikmaakt van een standaardresolutie, verschijnt aan beide zijden van het beeldscherm een zwarte balk. Als u deze zwarte balken wilt verbergen, kunt u de "uitgerekte" versie van de resolutie selecteren. Het beeld wordt dan over het gehele scherm uitgerekt, zodat de zwarte balken niet zichtbaar zijn.
U kunt een geschaalde resolutie van 1152 x 768 of lager instellen in het paneel 'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren. Wanneer u naar een geschaalde resolutie overschakelt, worden onderdelen op het scherm groter weergegeven, waardoor ze beter zichtbaar zijn. Het is mogelijk dat onderdelen bij geschaalde resoluties minder scherp worden weergegeven dan bij de oorspronkelijke resolutie van het beeldscherm.
De resolutie van het beeldscherm aanpassen
m Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' in de menubalk. Open het paneel
'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren.
Als u de beeldscherminstellingen via het beeldschermsymbool in de menubalk wilt opgeven, schakelt u het aankruisvak 'Toon beeldschermsymbool in menubalk' in.
De lichtnetadapter gebruiken
Als u de adapter aansluit, wordt de computer via het lichtnet van stroom voorzien en wordt de batterij van de computer opgeladen.
Belangrijk: gebruik voor optimale prestaties alleen de lichtnetadapter die bij de
computer is geleverd of schaf een extra Apple Portable Power Adapter van 65 W aan.
De eerste keer dat u de lichtnetadapter op de computer aansluit, brandt er gedurende een seconde een groen lampje om aan te geven dat de computer van stroom wordt voorzien. Een oranje lampje geeft aan dat de batterij wordt opgeladen. Een groen lampje geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen. U kunt de batterijlading bepalen aan de hand van het batterijsymbool in de menubalk of de indicatielampjes voor het batterijniveau aan de onderkant van de batterij (raadpleeg pagina 56).
Hoofdstuk 2 Basiskennis 23
Als u het bereik van de lichtnetadapter wilt vergroten, verwijdert u de wisselstroomstekker van de adapter. Sluit vervolgens het ene uiteinde van het meegeleverde netsnoer aan op de adapter en sluit het andere uiteinde aan op een stopcontact.
Netsnoer Wisselstroomstekker
Attentie: Zorg ervoor dat de verschillende onderdelen van de lichtnetadapter goed op
elkaar zijn aangesloten voordat u deze op een stopcontact aansluit. Als u de wisselstroomstekker van de lichtnetadapter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de twee pinnen volledig zijn uitgetrokken voordat u de adapter aansluit.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij de lichtnetadapter is geleverd. Sluit de stekker van het netsnoer stevig aan op poort van de computer zodat deze van stroom wordt voorzien.
Trek bij het loskoppelen van de lichtnetadapter aan de stekker, niet aan het snoer.
Raadpleeg “De lichtnetadapter aansluiten” op pagina 79 voor veiligheidsinstructies bij het gebruik van de lichtnetadapter.
24 Hoofdstuk 2 Basiskennis
Het stuurvlak gebruiken
De snelheid waarmee u uw vinger over het stuurvlak beweegt, bepaalt de snelheid waarmee de aanwijzer wordt verplaatst. Als u de aanwijzer een klein stukje over het scherm wilt verplaatsen, beweegt u uw vinger langzaam over het stuurvlak. Hoe sneller u uw vinger beweegt, hoe groter de afstand is waarover de aanwijzer op het scherm wordt verplaatst.
Tips voor het gebruik van het stuurvlak
Het stuurvlak werkt het best als u zich aan de volgende richtlijnen houdt: Â Verplaats de aanwijzer met één vinger. Het stuurvlak is zo ontworpen dat het
meerdere contactpunten detecteert en de aanwijzer wordt niet verplaatst als u twee of meer vingers over het stuurvlak beweegt.
 Bedien het stuurvlak niet met een pen of ander voorwerp.  Houd uw vinger en het stuurvlak droog. Is het stuurvlak vochtig, wrijf het dan
voorzichtig droog met een schone doek voordat u het gebruikt.
 Gebruik geen schoonmaakmiddelen om het stuurvlak te reinigen.
Kies 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk boven in het scherm voor meer informatie over het gebruik van het stuurvlak.
U kunt ook direct met uw vingers op het stuurvlak klikken en dubbel klikken en hiermee onderdelen selecteren. U kunt deze voorziening en andere opties voor het stuurvlak inschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.
Bovendien kunt u ervoor kiezen om verticaal en horizontaal te schuiven in vensters met schuifbalken door twee vingers naast elkaar over het stuurvlak te bewegen. U kunt deze optie inschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.
Opmerking: u kunt voorkomen dat de aanwijzer tijdens het typen beweegt omdat u per ongeluk het stuurvlak aanraakt door het aankruisvak 'Negeer onbedoelde invoer via stuurvlak' in te schakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.
Hoofdstuk 2 Basiskennis 25
k
Het toetsenbord gebruiken
Op de PowerBook is het numerieke toetsenblok ingebed in het toetsenbord. De toetsen die ook voor het numerieke toetsenblok worden gebruikt, zijn voorzien van een extra label.
Num vergr-toets
Numeriek toetsenblo
®
Om het numerieke toetsenblok te gebruiken, drukt u op de num vergr-toets. De num vergr-toets licht groen op om aan te geven dat het toetsenblok actief is. Als u klaar bent, drukt u nogmaals op de num vergr-toets om het numerieke toetsenblok weer uit te schakelen.
Belangrijk: Als het toetsenbord niet goed lijkt te werken, controleert u eerst of de num
vergr-toets actief is. Wanneer het numerieke toetsenblok actief is, zijn de andere toetsen en sneltoetsen (zoals x-Q om programma's te stoppen) uitgeschakeld.
De PowerBook is voorzien van een verlicht toetsenbord en het zogenaamde ALS­systeem (ambient light-sensing). De omgevingslichtsensors, die zich onder de afdekplaatjes van de luidsprekers bevinden, passen de helderheid van het beeldscherm en de toetsenbordverlichting automatisch aan het omgevingslicht aan. U kunt de toetsenbordverlichting ook aanpassen met de toetsen F8, F9 en F10.
Belangrijk: de toetsenbordverlichting gaat uitsluitend branden als er weinig licht is,
zelfs wanneer u deze functie hebt ingeschakeld.
26 Hoofdstuk 2 Basiskennis
U kunt de toetsenbordverlichting uitschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren of door op F8 te drukken.
Opmerking: Voor het gebruik van Exposé worden standaard de F9- en F10-toetsen gebruikt, dezelfde toetsen waarmee de toetsenbordverlichting wordt aangepast. Als u Exposé wilt gebruiken voor het beheren van de vensters op uw bureaublad, houdt u de Fn-toets ingedrukt en drukt u op F9 of F10, of opent u het paneel 'Exposé' in Systeemvoorkeuren en kiest u andere functietoetsen voor het beheren van vensters.
Als u zo efficiënt mogelijk gebruik wilt maken van toetscombinaties, kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoekt u op "toetscombinaties". Er wordt een lijst weergegeven met toetscombinaties voor een groot aantal programma's en algemene taken.
Een muis gebruiken
Als u een Apple muis met een USB-aansluiting hebt, kunt u de USB-connector op de USB 2.0-poort aansluiten en de muis meteen gebruiken. Een USB-muis is verkrijgbaar bij een geautoriseerde Apple reseller of via de Apple Store op www.apple.com/store.
Werken met Mac OS X
De computer wordt geleverd met Mac OS X, dat een elegante gebruikersinterface, geavanceerde grafische mogelijkheden en verbeterde stabiliteit en prestaties biedt. Daarnaast is de computer uitgerust met de Classic-omgeving. In deze omgeving kunt u op een computer waarop Mac OS X is geïnstalleerd met Mac OS 9-programma's werken.
Als u meer wilt weten over Mac OS X en de bekroonde iLife-programma's die bij de computer zijn geleverd, raadpleegt u de handleiding voor Mac OS X die u bij de PowerBook hebt ontvangen. U kunt ook de informatie in Mac OS Help raadplegen. Mac OS Help bevat veel informatie voor nieuwe gebruikers, ervaren gebruikers en gebruikers die zijn overgestapt op de Mac.
Raadpleeg voor meer informatie over de compatibiliteit van programma's met Mac OS X of voor meer informatie over Mac OS X de volgende website van Apple: www.apple.com/nl/macosx
Opmerking: Als u Mac OS 9-programma's op de computer wilt gebruiken, moet u Mac OS 9 installeren vanaf de cd Mac OS 9 Install Disc die bij de computer is geleverd. Mac OS 9 kan op de PowerBook niet als het primaire besturingssysteem worden geïnstalleerd en u kunt de computer niet met Mac OS 9 opstarten.
Hoofdstuk 2 Basiskennis 27
Het bureaublad aanpassen en voorkeuren instellen
U kunt het bureaublad snel naar wens aanpassen met behulp van Systeemvoorkeuren. Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' in de menubalk.
Opmerking: doordat Apple regelmatig nieuwe versies van de programma's en systeemsoftware uitbrengt en de internetsites geregeld bijwerkt, wijken de afbeeldingen in deze handleiding mogelijk iets af van de afbeeldingen op het scherm.
U kunt in de volgende panelen uw voorkeuren opgeven en hiermee experimenteren: Â 'Weergave': In dit paneel kunt u onder andere de kleuren van knoppen, menu's en
vensters en de markeringskleur wijzigen.
 'Bureaublad en schermbeveiliging': In dit paneel kunt u het patroon of de kleur van
de bureaubladachtergrond wijzigen of uw eigen foto of afbeelding als bureaubladafbeelding gebruiken. U kunt ook een opvallend schermeffect kiezen dat op het scherm wordt weergegeven als u de computer even niet gebruikt.
 'Dock': In dit paneel kunt u het uiterlijk, de locatie en de werking van het Dock
wijzigen.
U kunt de andere systeemvoorkeuren aanpassen naarmate u vertrouwder raakt met de computer. In Systeemvoorkeuren kunt u de meeste instellingen voor de PowerBook opgeven. Voor meer informatie kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoekt u op "systeemvoorkeuren" of op het specifieke paneel waarin u wijzigingen wilt aanbrengen.
Opmerking: doordat Apple regelmatig nieuwe versies van de programma's en systeemsoftware uitbrengt en de internetsites geregeld bijwerkt, wijken de afbeeldingen in deze handleiding mogelijk iets af van de afbeeldingen op het scherm.
28 Hoofdstuk 2 Basiskennis
Werken met programma's
De PowerBook wordt geleverd met programma's, waaronder het iLife­programmapakket, waarmee u onder andere kunt e-mailen, op het web kunt surfen, on line kunt chatten, uw muziekbestanden en digitale foto's kunt ordenen en uw eigen films kunt maken. Als u meer wilt weten over deze programma's, raadpleegt u de handleiding voor Mac OS X die u bij de computer hebt ontvangen.
Verbinding maken met een printer
Om op de PowerBook met een printer te werken, volgt u de instructies die u bij de printer hebt ontvangen om de benodigde software te installeren en de printer aan te sluiten. De stuurprogramma's voor de meeste printers zijn in Mac OS X ingebouwd. U hoeft dus mogelijk geen aanvullende software te installeren.
Veel printers worden aangesloten via een USB-kabel. Andere printers zijn toegankelijk via een netwerkverbinding, zoals Ethernet. Raadpleeg het gedeelte “USB” op pagina 36 voor meer informatie over de USB-poorten van de computer. Raadpleeg “Ethernet (10/ 100/1000Base-T)” op pagina 46 en “Draadloze internet- en netwerktoegang via AirPort Extreme” op pagina 44 voor meer informatie over netwerkverbindingen en draadloze verbindingen.
Wanneer u de printer hebt aangesloten en geconfigureerd, kunt u de printer selecteren in het paneel 'Afdrukken en faxen' in Systeemvoorkeuren. Als u via een netwerk een verbinding met een printer tot stand brengt, moet u wellicht de naam of het adres van de printer opgeven om deze te kunnen selecteren. Als u een USB-printer op een AirPort Extreme-basisstation of een AirPort Express hebt aangesloten, kunt u een draadloze verbinding met de printer tot stand brengen en draadloos afdrukken.
Een printer configureren
1 Open Systeemvoorkeuren en klik op 'Afdrukken en faxen'.
2 Klik op de knop 'Configureer printers'.
3 Klik op de knop 'Voeg toe'.
Hoofdstuk 2 Basiskennis 29
4 Selecteer het type verbinding voor de printer (bijvoorbeeld USB of AppleTalk) in het
venstermenu.
Om een USB-printer toe te voegen die is aangesloten op een AirPort Extreme­basisstation, kiest u 'Rendezvous' uit het venstermenu.
5 Selecteer de printergegevens of voer deze in en klik op 'Voeg toe'.
Het afdrukproces controleren
Nadat u een document naar een printer hebt gestuurd, kunt u het afdrukken controleren en stoppen of tijdelijk onderbreken.
Het afdrukken van documenten controleren
m Klik op het symbool 'Printerconfiguratie' in het Dock om het venster van
Printerconfiguratie te openen.
In dit venster kunt u de afdruktaken bekijken die in de wachtrij staan en deze bewerken. Voor meer informatie kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoekt u op "afdrukken".
Cd's afspelen en een koptelefoon aansluiten
Om naar muziek te luisteren terwijl u werkt, plaatst u een muziek-cd in de optische­schijfeenheid. iTunes, het gebruiksvriendelijke muziekprogramma van Apple, wordt automatisch geopend. U kunt ook een koptelefoon met een mini-aansluiting op de koptelefoonpoort van de PowerBook aansluiten, zodat anderen uw muziek niet kunnen horen.
Meer informatie over iTunes
m Open iTunes en kies 'Help' > 'iTunes en Music Store Help'.
Raadpleeg het gedeelte “Werken met de SuperDrive” op pagina 52 voor meer informatie over de optische-schijfeenheid.
30 Hoofdstuk 2 Basiskennis
Loading...
+ 82 hidden pages