Aeg SANTO 75428 DT User manual

0 (0)

SANTO 75428 DT

Gebruiksaanwijzing

Dubbeldeurs-koelauto-

Mode d’emploi

maat

Combiné réfrigérateur-

Benutzerinformation

congélateur

Kühl-Gefrierkombination

Geachte mevrouw, heer

Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt kunnen besturen.

Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.

Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.

In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt

Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over hoe u schade aan het apparaat kunt voorkomen

Algemene informatie en tips

Milieu-informatie

2

Inhoud

Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5

Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5

Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6

Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6

Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Deurgrepen monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9

Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Regelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12

Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Luchtcirculatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Vochtigheidsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 De lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15

Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Gebruik maken van de Twist & Serve ijsmaker . . . . . . . . . . . . . . . .18 Het proefvaste filter plaatsen - vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22

Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22

Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24

Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24

3

Veiligheid

De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:

Reglementaire toepassing

Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.

Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.

Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.

Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt

Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.

Koelmiddelen

Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.

Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.

Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:

open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;

het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.

Veiligheid van kinderen

Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!

Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.

Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat.

4

Bij dagelijks gebruik

Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.

Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vriesvak gelegd worden.

Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.

Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.

Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.

Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien.

De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.

Bij storing

Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij- zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.

Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.

Weggooien

Informatie over de verpakking van het apparaat

Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!

De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:

>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in.

>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij.

De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden.

Weggooien van oude apparaten

Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervan-

ging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.

5

Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snapof grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen.

Aanwijzingen voor het weggooien:

Het apparaat mag niet bij het huisof grofvuil gezet worden.

Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.

Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.

Transportbescherming verwijderen

Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.

• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.

Opstellen

Opstelplaats

Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom

niet aan directe straling van de zon blootstellen;

niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;

alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.

De klimaatcategorieën staan op het merken type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.

De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort:

6

Klimaatcategorie

 

voor een omgevingstemperatuur van

 

 

 

 

 

 

SN

 

+10 tot +32 °C

 

 

 

N

 

+16 tot +32 °C

 

 

 

ST

 

+18 tot +38 °C

 

 

 

T

 

+18 tot +43 °C

 

 

 

Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:

tot elektrische kachels 3 cm;

tot olieen kolenkachels 30 cm.

Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie- plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.

Als het koelapparaat naast een ander koelof diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.

Uw apparaat heeft lucht nodig

Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in Fig.

Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet woden afgedekt.

Muur-afstandshouders

100 mm

 

A

B

10 mm

10 mm

NP005

 

In het apparaat bevinden zich twee afstandshouders die in de bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven los, steek de afstandshouders onder de schroefkop en draai de schroeven weer vast.

7

Deurgrepen monteren

1.Bovenste greepdrager metgreepstang vastschroeven (1).

Onderste greepdrager op de deur monteren (2).

2.Bovenste greepdrager op de deur monteren (3) en greepstang met onderste greepdrager vastschroeven (4).

Voorzichtig!

Schroeven niet te vast aantrekken (max. 2 Nm), de deur-grepen kunnen anders beschadigd worden.

8

Deurdraairichting

Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.

Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurscharnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen.

U gaat als volgt te werk:

Wij raden u aan met twee personen het deurscharnier om te zetten. De tweede persoon kan dan de deuren van het apparaat stevig vasthouden.

-Deuren openen, middelste scharnier (H) losschroeven en uitnemen door het geleidelijk aan van de koelkast weg te trekken, terwijl u de twee deuren iets schuin houdt. Kunststof pin onder het scharnier verwijderen.

-Deur van de vriesruimte losnemen door hem iets naar beneden te trekken.

-Deur van de koelruimte losnemen door hem iets naar boven te trekken.

-Bovenste kunststof pen van de deur van de vriesruimte verwijderen en op de tegenoverliggende kant weer aanbrengen.

-Bovenste kunststof pen van de deur van de koelruimte verwijderen en op de tegenoverliggende kant weer aanbrengen.

G

H

-Bovenste scharnierpen (G) uitdraaien en op de tegenoverliggende kant weer indraaien.

-M.b.v. gereedschap het afdekkapje

(e) verwijderen, onderste scharnierpen (F) uitdraaien en op de tegenoverliggende kant weer indraaien.

-Afdekkapje (e) op de tegenoverliggende kant weer aanbrengen.

-Middelste scharnierpen in de opening links op de deur van de koelruimte aanbrengen.

9

- Deur van de koelruimte op de onderste scharnierpen (f) aan-

brengen. - Deur van de vriesruimte op de bovenste scharnierpen aanbren-

gen, de deuren iets schuin houden en de middelste scharnierpen

in de opening links op de deur

van de vriesruimte aanbrengen.

- Deuren openen, middelste scharnier op de linkerkant met twee schroeven bevestigen. Vergeet niet de kunststof pin onder het middelste scharnier (H) te plaatsen.

- Controleren of de bovenkant van de deuren parallel loopt met

het bovenblad. - Apparaat weer op z'n plek zetten, waterpas zetten en de

stekker in het stopcontact steken. -Bovenste greepdrager van gree-

pstang afschroeven (1).

Onderste greepdrager van deur afschroeven (2).

Bovenste greepdrager van de deur afschroeven (3) en rechtsonder op de deur schroeven (4).

Greepdrager met greepstang 180° gedraaid met deur (5) en gemon-teerde greepdrager (6) vastschroeven. Verplaats het dopje van rechts naar links.

Belangrijk:

Schroeven niet te vast aantrekken (max. 2 Nm), de deurgrepen kunnen anders beschadigd worden. Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm maken met een föhn.

10

Elektrische aansluiting

Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist.

De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.

De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.

Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).

Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.

Bijv.: AC 230

... 240

V 50 Hz of

230

... 240

V~ 50 Hz

(d.w.z. 230 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)

Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.

Voor ingebruikname

Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).

11

Regelpaneel

+2 +4 +5 +6 +8

A. Toets voor temperatuurregeling

Bediening

Verwijder het label "Verwijderen" (indien aanwezig) van de binnenkant van het vriesvak.

Steek de stekker in het stopcontact.

Uitschakelen

Verwijder om het apparaat uit te schakelen de hoofdstekker.

Temperatuurregeling

De temperatuur die door het LED-lampje wordt aangegeven, wordt elke keer geselecteerd als de toets wordt ingedrukt.

De selectie is progressief en varieert van +2 °C tot +8 °C.

Houdt de toets ingedrukt totdat het LED-lampje overeenkomt met de gewenste temperatuur.

De temperatuur afstellen

De binnentemperatuur kan door deze factoren worden beïnvloed.

kamertemperatuur

hoe vaak de deuren worden geopend

hoeveelheid opgeslagen voedsel

positie van het apparaat

12

Actieve vriesfunctie

Activeer om de temperatuur van het vriesvak snel te laten dalen de Actieve vriesfunctie. Houd de toets A ingedrukt totdat het LED-lampje overeenkomt met het symbool (*).

Houd om de Actieve vriesfunctie uit te schakelen de toets ingedrukt totdat de gewenste temperatuur is geselecteerd.

Interieur

 

Legvlakken

 

Naargelang het model is het appa-

 

raat voorzien van glas legvlakken.

 

Het legvlak van glas boven de groen-

 

teen fruitbakken moet altijd op die

 

plaats blijven liggen, opdat groente

 

en fruit langer vers blijven.

 

De overige legvlakken zijn in hoogte

 

verstelbaar:

D338

Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.

Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan.

Variabele binnendeur

Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden.

13

Aeg SANTO 75428 DT User manual

Luchtcirculatie

De binnenruimte van de koelkast is

voorzien van een speciale D.A.C. (Dynamic Air Cooling) ventilator,

die door middel van een schakelaar(B) wordt ingeschakeld. Wan-

neer het groene lampje brandt, betekent dit dat de ventilator loopt. Aangeraden wordt de (D.A.C.) ven-

tilator te gebruiken, wanneer de omgevingstemperatuur de 25°C overschrijdt.

Deze inrichting staat een snelle koeling van de levensmiddelen toe en een betere gelijkvormigheid van de temperatuur binnenin de koelkast.

Flessenrek

Plaats flessen met de hals naar voren in het rek.

Belangrijk: leg alleen ongeopende flessen horizontaal neer.

Het flessenrek kan schuin gezet worden om geopende flessen te bewaren. Trek dan het rek naar voren tot het schuin naar boven gezet kan worden. Zet dan de voorste steun hoger vast.

14

Vochtigheidsregeling

 

In de lade bevindt zich een ventila-

 

tiesysteem met sleuven(verstelbaar

 

met schuifje), welke het mogelijk

 

maakt de vochtigheid te regelen in

 

de groentelade.

 

Het openen van de ventilatiesleuven

 

kan m.b.v. een schuifje geregeld wor-

 

den.

PR271

 

Schuifje rechts: ventilatiesleuven geopend

 

Als de ventilatiesleuven geopend zijn, zorgt meer luchtcirculatie voor een lager vochtigheidsgehalte in de groenteen fruitlade.

Schuifje links: ventilatiesleuven gesloten

Als de ventilatiesleuven gesloten zijn, zorgt het natuurlijke vochtigheidsgehalte ervoor dat de levensmiddelen langer behouden worden.

De lade

De lade is geschikt om er groente

en fruit in te bewaren. Binnenin de lade bevindt zich een scheidingswand die op verschil-

lende plaatsen kan worden gezet om de afscheiding aan de eigen

wensen af te stemmen.

Op de bodem van bovengenoemde lade bevindt zich een rooster dat ervoor zorgt dat de etenswaren die erin zitten niet in aanraking komen met het vocht dat zou kunnen ontstaan en dat in het onderste gedeelte opgevangen wordt. De lade kan verwijderd worden met behulp van de zijhandgrepen (zoals aangeduid in de afbeelding) en de binnenste onderdelen kunnen weggenomen worden om schoongemaakt te worden.

15

Koelen van levensmiddelen

Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen:

Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;

dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;

plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips:

Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst.

Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.

Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.

Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.

Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plasticof aluminiumfolie verpakt.

Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.

Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.

Invriezenen en diepgevroren opslaan

In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen.

Attentie!

Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn.

Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver- mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.

Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.

Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.

Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.

Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.

16

Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.

Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt.

Daardoor heeft u een beter overzicht, wordt het lang openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard.

Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.

Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.

1.Plaats de in te vriezen levensmiddelen op het rek in dedipevriesvak

Bij het inschakelen of na een stilstandperiode is het raadzaam het apparaat ten minste 2 uur op de koudste instelling te bedienen voordat er diepvriesvoedsel wordt opgeslagen.

Selecteer voor dit doeleinde de Actieve vriesfunctie (*).

Selecteer na 2 uur de gewenste temperatuur door toets “A” in te drukken.

Diepvrieskalender

De symbolen geven de diverse soorten diep-vriesproducten aan.

De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.

17

Gebruik maken van de Twist&Serve ijsmaker

Dit apparaat is uitgerust met een of meer rekjes voor de productie en opslag van ijsblokjes. De Twist&Serve-ijsmaker bevindt zich in het vriesvak onder de plank.

Het bestaat uit een dubbele ijsblokjeshouder en een ijsblokjesreservoir.

Het is mogelijk om de ijsdispenser naar links of rechts te verplaatsen afhankelijk van uw ruimtebehoefte.

Trek de ijsmaker met dubbele ijsblokjeshouder naar buiten en vul de houders driekwart met water.

Nadat het water is bevroren, draai de houderknop in de richting van de pijl zodat de ijsblokjes direct in het ijsblokjesreservoir eronder vallen.

Trek het ijsblokjesreservoir naar buiten en neem de ijsblokjes die u nodig heeft..

18

Het Proefvaste filter plaatsen

Het Proefvaste filter is een actief koolstoffilter dat vieze

luchtjes absorbeert. Hierdoor blijft de beste smaak en aroma

van het voedsel bewaard zonder dat luchtjes van de ene voedselsoort aan de andere

gaan kleven.

Bij levering wordt het actieve koolstoffilter in een plastic zak geplaatst om zijn levensduur te garanderen.

Voordat het apparaat wordt ingeschakeld, moet u het filter uit de plastic zak halen en in het klepje plaatsen.

Trek het klepje naar buiten

Plaats het actieve koolstoffilter in de gleuf achterin het klepje

Sluit het klepje.

Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd gesloten.

Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat het oppervlak ervan krast.

Het Proefvaste filter vervangen

Om de beste prestatie van het actieve koolstoffilter te krijgen, moet het elk jaar worden vervangen.

• Het filter wordt achter het klepje geplaatst en kan bereikt worden door het klepje naar buiten te trekken.

• Haal het oude filter uit de gleuf.

Plaats een nieuw koolstoffilter in de gleuf.

Sluit het klepje. Houd de luchtventilatieklep tijdens bedrijf altijd gesloten.

Het filter moet voorzichtig worden behandeld om te voorkomen dat

het oppervlak ervan krast.

19

 

Ontdooiing van het toestel

Het ontdooien van de koelruimte

Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant bevindt. Hier verdampt het water.

Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.

Het ontdooien van de vriesruimte

D037

De ontdooiing van de vriesruimte heeft automatisch plaats.

Apparaat uitzetten

Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:

1.Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.

2.Apparaat uitzetten

3.Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.

4.Diepvriesruimte reinigen (zie hoofdstuk “Reini-ging en onderhoud”).

5.Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.

20

Reiniging en onderhoud

Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden.

Waarschuwing!

Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrikiteits-net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit.

Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.

Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt.

Let op!

Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv.

Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur;

schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.

Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.

• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.

1.Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.

2.Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.

3.Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.

4.Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.

Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.

5.Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater-afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken.

6.Als alles droog is, de levens-middelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen.

21

Tips om energie te besparen

Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.

Zorgen voor voldoende been ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.

Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen.

Deur slechts zo lang open laten als nodig is.

De temperatuur niet lager dan nodig instellen.

Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.

Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon.

Wat te doen als ...

Hulp bij storingen

Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.

Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst.

Storing

Apparaat werkt niet.

Mogelijke oorzaken

 

Verhelpen

 

 

 

Apparaat is niet aangezet.

Stekker zit niet in het stopcontact of zit los.

Zekering is los of kapot.

Stopcontact is kapot.

Apparaat aanzetten.

Stekker in stopcontact steken.

Zekering controleren,eventueel vernieuwen

Storingen in het lichtnet door Uw elektrovakman laten verhelpen.

22

Loading...
+ 50 hidden pages