CRB2198A_Nederlands.book Page 1 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
1
Bedieningshandleiding
HDD AV-NAVIGATIEHOOFDTOESTEL
AVIC-HD1BT
CRB2198A_Nederlands.book Page 2 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
2
De schermen in de voorbeelden kunnen verschillen van de reële schermen.
De werkelijk schermen kunnen gewijzigd worden zonder voorafgaande waarschuwing om de prestatie en de functionaliteit te verbeteren.
CRB2198A_Nederlands.book Page 1 Tuesday, May 2, 2006 11:12 PM
3
Inleiding
Overzicht handleiding
Deze handleiding biedt u de benodigde informatie om uw nieuwe navigatiesysteem volledig te kunnen
gebruiken. In de eerste delen komt het navigatiesysteem aan de orde en wordt de basisbediening ervan
beschreven. In de latere delen wordt nader ingegaan op de navigatiefuncties.
In Hoofdstuk 10 en 14 wordt de bediening van de AV functies beschreven. Lees deze hoofdstukken wanneer u discs afspeelt in het ingebouwde DVD-station of gebruikmaakt van Pioneer audioapparatuur die
aangesloten is op het navigatiesysteem.
Gebruik van deze handleiding
Houd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
Licence overeenkomst (Pagina 5 tot 7)
Dit biedt u een licentieovereenkomst voor deze software. Zorg ervoor deze te lezen voor u de software in
gebruik neemt.
Over de gegevens voor de kaart database (Pagina 7)
Dit geeft de datum weer waarop de kaart database opgeslagen werd.
Auteursrecht (Pagina 8)
Dit geeft het auteursrecht weer van de kaart database.
De bewerkingsprocedure vinden die u wilt uitvoeren
Wanneer u besloten hebt wat u wilt doen, kunt u de pagina die u nodig hebt vinden in de “Inhoudsopgave”.
De bewerkingsprocedure vinden op basis van een menunaam
Indien u de betekenis van een term die wordt weergegeven op het scherm wilt controleren, vindt u de
benodigde pagina in de “Overzicht van de menu’s” aan het einde van de handleiding.
Verklarende woordenlijst
De sectie aan het einde van deze handleiding bevat een glossarium. Raadpleeg het glossarium als u de
betekenis zoekt van een bepaalde term.
1
CRB2198A_Nederlands.book Page 2 Tuesday, May 2, 2006 11:12 PM
4
Overzicht van ieder hoofdstuk
Voor u het systeem begint te gebruiken
Om redenen van veiligheid is het van groot belang dat u het navigatiesysteem voll-
1
2
3
4
5
edig begrijpt alvorens het te gebruiken. Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk leest.
Basisbediening
Lees dit onderdeel als u het navigatiesysteem onmiddellijk wilt gebruiken. Hierin
worden de basisbeginselen van het systeem uitgelegd.
Dit hoofdstuk beschrijft de basisbewerkingen van de navigatie.
De kaartweergave lezen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het kaartscherm kunt lezen en de wijze waarop u de
kaartweergave of de schaal van de kaart kunt wijzigen.
Kaartconfiguraties wijzigen
Het gedrag van uw navigatiesysteem hangt af van de kaartweergave en begeleidingsinstellingen. Als u denkt dat het nuttig kan zijn een of meer van de huidige instellingen te wijzigen,
lees dan het betreffende deel van dit hoofdstuk.
Koers uitzetten naar uw bestemming
In dit onderdeel wordt een beschrijving gegeven van de verschillende manieren om een
bestemming te zoeken, de huidige routevoorwaarden wijzigen en van de routebediening tijdens de begeleiding.
6
7
8
2
Locaties registreren en bewerken
U kunt de punten op de kaart registreren en bewerken. Dit hoofdstuk beschrijft hoe u een
thuislocatie, een favoriete locatie, of een andere locatie kunt registreren en hoe u de invoer
kunt bewerken in het “Adresboek”.
Verkeersinformatie gebruiken
Het systeem kan verkeersinformatie oproepen en de navigatie uitvoeren op basis van de verkeersinformatie. Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende wijzen waarop u verkeerspictogrammen kunt weergeven die op de kaart verschijnen en de bewerkingen met betrekking tot
de verkeersinformatie.
Het gebruik van de handenvrije telefonie
Wanneer u een mobilofoon gebruikt met de Bluetooth technologie door het Bluetooth apparaat aan te sluiten op het navigatiesysteem kunt u uw mobilofoon handenvrij bedienen. Dit
hoofdstuk beschrijft de bewerkingen met betrekking tot handenvrij telefoneren.
CRB2198A_Nederlands.book Page 3 Tuesday, May 2, 2006 11:12 PM
5
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefuncties
Het gedrag van uw navigatiesysteem hangt af van een aantal algemene instellingen voor de
9
navigatiefuncties. Als u denkt dat het nuttig kan zijn een of meer van de oorspronkelijke
instellingen (fabrieksinstellingen) te wijzigen, lees dan het betreffende deel van dit hoofdstuk.
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)
In deze sectie wordt het gebruik van een DVD-Video, CD, MP3 disc en de radio beschreven.
10
Het gebruik van de AV bron (Muziekbibliotheek)
U kunt een muziek CD opnemen op de harde schijf in het navigatiesysteem. Dit hoofdstuk
11
12
13
beschrijft hoe u muziek kunt opnemen en opgenomen muziek kunt weergeven.
Het gebruik van de AV bron (M-CD, iPod®, TV)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de audiobron kan worden bediend wanneer er Pioneer audioapparatuur met IP-BUS (Multi-CD speler, iPod adapter, TV tuner) is aangesloten.
Het gebruik van de AV bron (AV, EXT, AUX)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de audiobron kan worden bediend wanneer er AV uitrusting met RCA connector (AV ingang), toekomstige Pioneer apparaten (externe toestel) en
een auxiliary uitrusting (AUX) aangesloten zijn.
14
15
De audio instelling met betrekking tot het audiovisuele aan passen
Bij het gebruik van de audiobron zijn verschillende audiovisuele instellingen beschikbaar om
tegemoet te komen aan uw smaak. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de instellingen
kunnen worden gewijzigd.
Het navigatiesysteem gebruiken met gesproken commando’s
Deze sectie beschrijft navigatiebewerkingen, zoals het zoeken van de bestemming en het uitvoeren van de audiobediening met gesproken commando’s.
Bijlage
Lees de appendix om meer te weten te komen over uw navigatiesysteem en over zaken als de
beschikbaarheid van nazorg. Zie “Overzicht van de menu’s” aan het eind van deze handleiding voor nadere informatie over alle menu-onderdelen.
3
CRB2198A_Nederlands.book Page 4 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
6
Terminologie
Neem voordat u verder gaat een paar minuten om de volgende informatie te lezen over de conventies
die in deze handleiding worden gebruikt. Dit maakt de handleiding direct meer overzichtelijk en vergemakkelijkt het leerproces.
• De hardware toetsen van uw navigatiesysteem worden HOOFDLETTERS, VET weergegeven:
bijv.)
MAP toets, MENU toets.
• Items in de verschillende menu’s of toetsen op het scherm worden vetgedrukt en tussen haakjes [ ]
weergegeven:
bijv.)
[Bestemming], [Instellingen].
• Extra informatie, alternatief gebruik en andere opmerkingen worden als volgt aangegeven:
bijv.)
❒ Wanneer toetsen op het aanraakpaneel op een bepaald moment niet beschikbaar zijn, worden ze
in grijs weergegeven.
• De referenties met betrekking tot die beschrijving worden als volgt aangeduid:
bijv.)
➲ Routeopties instellen➞ Pagina 30
De tab in de rechterhoek geeft aan op welke bewerking de beschrijving betrekking
heeft. Navigatiebediening of AV (Audiovisueel) bron bediening.
Bijvoorbeeld, “NAVI” geeft aan dat de beschrijving in betrekking staat met de bewerking voor de navigatiebediening.
“NAVI/AV” geeft aan dat de beschrijving in betrekking staat met de bewerking voor de
navigatiebediening en AV bediening.
Over de definitie van terminologie
“Display voor” en “Display achter”
In deze handleiding wordt het scherm dat op de basis van het navigatiesysteem is aangesloten het “Display voor” genoemd. Alle extra schermen die worden gekocht voor gebruik in combinatie met dit navigatie-eenheid worden “Display achter” genoemd.
“Videobeeld”
“Videobeeld” in deze handleiding wijst op de bewegende beelden van een DVD-Video in het ingebouwde DVD-station of van uitrusting die aangesloten is op dit navigatiesysteem met een AV-BUS of
RCA kabel, zoals een TV tuner of algemeen geldige AV uitrusting.
Kleurverschil in de kaart bij dag en nacht
Scherm bij nacht
De schermvoorbeelden in deze handleiding tonen het scherm bij dag. Bij gebruik in het donker zullen
de kleuren van het scherm er anders uitzien dan in de voorbeelden.
4
CRB2198A_Nederlands.book Page 5 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
7
Licence overeenkomst
PIONEER AVIC-HD1BT
DIT IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST TUSSEN U ALS GEBRUIKER EN PIONEER CORP.
(JAPAN) (“PIONEER”). LEES DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST AANDACHTIG DOOR, ALVORENS U DE
OP DE PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTALLEERDE PROGRAMMATUUR IN GEBRUIK
NEEMT. DOOR DE OP PIONEER PRODUCTEN
GEÏNSTALLEERDE PROGRAMMATUUR TE
GEBRUIKEN STEMT U ERMEE IN GEHOUDEN TE
ZIJN AAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREENKOMST. DE PROGRAMMATUUR OMVAT
EEN DATABASE DIE IN LICENTIE IS GEGEVEN
DOOR (EEN) EXTERNE LEVERANCIER(S) (“LEVERANCIERS”), EN UW GEBRUIK VAN DE DATABASE DIENT OVEREEN TE STEMMEN MET DE
AFZONDERLIKE VOORWAARDEN VOOR LEVERANCIERS, DIE BIJ DEZE OVEREENKOMST ZIJN
GEVOEGD (Zie pagina 7). ALS U NIET INSTEMT
MET DEZE VOORWAARDEN, RETOURNEERT U
DAN A.U.B. DE PIONEER PRODUCTEN (INCLUSIEF DE PROGRAMMATUUR EN ALLE BIJGESLOTEN DRUKWERK) BINNEN VIJF (5) DAGEN
NA ONTVANGST HIERVAN, NAAR DE PIONEER
DEALER WAAR U ZE HEBT AANGESCHAFT.
1. VERLENEN VAN DE LICENTIE
Pioneer verschaft u een niet-overdraagbare, nietexclusieve licentie om de op de Pioneer producten geïnstalleerde programmatuur (het “Programma”), evenals de bijbehorende
documentatie uitsluitend voor privé-doeleinden of
voor intern, zakelijk gebruik en alleen voor deze
Pioneer producten aan te wenden.
U mag dit Programma niet kopiëren, vertalen,
herleiden in zijn bronprogramma’s of programmastructuur, geheel of gedeeltelijk overbrengen
naar andere computers of anderszins verwerken
of aanpassen. U mag het Programma niet uitlenen, verhuren, verkopen, overdragen, in sublicentie geven, publiceren of anderszins openbaar
maken of gebruiken op enige wijze anders dan
expliciet toegestaan in deze overeenkomst. U
mag het Programma niet geheel of gedeeltelijk
decompileren, herleiden in zijn bronprogramma’s of programmastructuur. U mag het
Programma niet gebruiken voor dienstverlening,
commercieel of anderszins, aan andere personen
of instanties.
Pioneer en zijn licentiehouder(s) behouden het
eigendom van alle auteursrechten, gepatenteerde vindingen, octrooien en andere eigendomsrechten voor het Programma. Het
Programma is beschermd door het auteursrecht
en mag niet worden gekopieerd, ook niet na aanpassing of combinatie met andere producten. U
mag geen enkele mededeling betreffende het
auteursrecht of andere eigendomsaanduiding uit
of van het Programma verwijderen.
U mag al uw licentierechten op het Programma,
de bijbehorende documentatie en een kopie van
de Licentieovereenkomst overdragen op een
andere partij, op voorwaarde dat de partij deze
Licentieovereenkomst leest en ermee instemt de
termen en voorwaarden ervan te accepteren.
2. AFWIJZING VAN GARANTIE
Het Programma en de bijbehorende documentatie worden u verstrekt “ZONDER MEER”. PIONEER EN ZIJN LICENTIEGEVER(S) (ten aanzien
van bepaling 2 en 3, worden Pioneer en zijn licentiegever(s) gezamenlijk “Pioneer” genoemd)
GEVEN GEEN GARANTIE EN U ONTVANGT GEEN
GARANTIE, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET,
EN ALLE GARANTIES TEN AANZIEN VAN DE
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD DOEL ZIJN UITDRUKKELIJK UITGESLOTEN. SOMMIGE LANDEN STAAN
GEEN UITSLUITING VAN GEÏMPLICEERDE
GARANTIES TOE, WAARDOOR BOVENSTAANDE
UITSLUITING WELLICHT NIET OP U VAN TOEPASSING IS. Het Programma is een complex product, dat bepaalde onjuistheden, fouten of
onvolkomenheden kan bevatten. Pioneer garandeert niet dat het Programma zal voldoen aan uw
vereisten of verwachtingen, noch dat het gebruik
van de Software foutloos of storingsvrij zal verlopen, noch dat alle onvolkomenheden kunnen
worden gecorrigeerd. Bovendien biedt Pioneer
geen garanties of verklaringen over de mate
waarin het Programma of de resultaten hiervan
juist, nauwkeurig of betrouwbaar zijn.
5
CRB2198A_Nederlands.book Page 6 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
8
3. AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERK-
ING
PIONEER IS ONDER GEEN ENKELE VOORWAARDE AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE
SCHADE, VERLIES OF AANSPRAKEN VAN DERDEN (INCLUSIEF ALLE FINANCIËLE, INCIDENTELE, INDIRECTE, SPECIALE OF
GEVOLGSCHADE, WINSTVERLIES, VERLIES IN
INVESTERINGEN, GOODWILL OF ZAKELIJKE
VERGOEDINGEN). DEZE BEPERKING GELDT
VOOR ALLE BIJKOMENDE OORZAKEN, MET
INBEGRIP VAN, ONBEPERKT, CONTRACTBREUK, GARANTIEVERLIES, NALATIGHEID,
AANSPRAKELIJKHEID VOOR MISDRIJVEN, MISLEIDING EN ANDERE ONRECHTMATIGE
DADEN. INDIEN PIONEER’S AFWIJZING VAN
GARANTIE EN/OF AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN IN DEZE OVEREENKOMST OM
ENIGE REDEN NIET GELDIG OF NIET VAN TOEPASSING VERKLAARD WORDEN, STEMT U
ERMEE IN DAT DE AANSPRAKELIJKHEID VAN
PIONEER NIET MEER ZAL BEDRAGEN DAN VIJFTIG PROCENT (50%).
Sommige landen staan de uitsluiting of beperking van incidentele of vervolgschade niet toe,
zodat bovenstaande beperking of uitsluiting wellicht niet op u van toepassing is. Deze afwijzing
van garantie en beperkte aansprakelijkheid is niet
van toepassing in zoverre enige bepaling van
deze garantie verboden is door een land of uit
hoofde van welke lokale wet dan ook die niet
ongeldig kan worden verklaard.
4. WETTELIJKE BEPALINGEN MET
BETREKKING TOT DE EXPORT
U stemt ermee in en garandeert dat noch het Programma noch van Pioneer ontvangen technische
gegevens, inclusief de directe producten hiervan,
uit het Land of de regio (het “Land”) dat wordt
geregeerd door de regering tot welke jurisdictie u
behoort (de “Regering”) Als het Programma door
u wetmatig is verkregen buiten het Land, stemt u
ermee in dat u het Programma en de hiermee
samenhangende technische gegevens ontvangen van Pioneer, inclusief de directe producten
hiervan, niet weder zult exporteren, behalve zoals
toegestaan door de wettelijke bepalingen van de
Regering en de wettelijke bepalingen geldig
onder de jurisdictie van de plaats waar u het Programma hebt verkregen.
5. BEEINDIGING
Deze Overeenkomst blijft van kracht tot ze wordt
beëindigd. U kunt deze Overeenkomst op elk
gewenst moment beëindigen door het vernietigen van het Programma. Ook zal de Overeenkomst onmiddellijk worden beëindigd, indien u
de voorwaarden of bepalingen van deze Overeenkomst niet in acht neemt. Bij beëindiging houdt u
zich gebonden het Programma te vernietigen.
6. DIVERSEN
Dit is de volledige Overeenkomst tussen Pioneer
en u betreffende het Programma. Geen enkele
wijziging in deze Overeenkomst zal geldig zijn
tenzij hierin schriftelijk door Pioneer is toegestemd. Als enig deel van deze Overeenkomst
ongeldig of niet van toepassing verklaard wordt,
blijven de overige bepalingen van deze Overeenkomst nog steeds volledig van kracht.
6
CRB2198A_Nederlands.book Page 7 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
9
Gebruiksvoorwaarden met
betrekking tot de navigatiegegevens van Tele Atlas
Doel en gebruiksrecht: Deze overeenkomst heeft
betrekking op de digitale kaartgegevens (de
“gegevens”) die zich in de bijgaande verpakking
bevinden. Tele Atlas verleent de koper een
gebruiksrecht voor gebruik van de gegevens in
combinatie met één (1) autonavigatiesysteem. De
koper wordt uitsluitend eigenaar van de fysieke
gegevensdrager en verkrijgt niet de eigendom
van de gegevens. Het is de koper niet toegestaan
de gegevens geheel of ten dele te wijzigen, te
combineren met software, te analyseren middels
reverse engineering (decompilatie,) of van de
gegevens afgeleide producten te ontwikkelen.
Het is de koper uitdrukkelijk verboden de digitale
kaarten en programma’s die deel uitmaken van
de gegevens te downloaden of over te zetten op
een andere gegevensdrager of computer. Ingeval
de koper de gegevensdrager verkoopt of anderszins afstand doet van de gegevensdrager dient
hij/zij de in deze overeenkomst vervatte verplichtingen aan de ontvanger op te leggen. Ongeautoriseerde verhuur, uitleen, en openbare uitvoering
en uitzending zijn verboden.
Garantie en aansprakelijkheid: Bij gebruik van de
gegevens in een navigatiesysteem kunnen zich
berekeningsfouten voordoen als gevolg van plaatselijke omgevingsomstandigheden en/of onvolledige gegevens. Om deze reden kan Tele Atlas niet
garanderen dat de gegevens foutloos zullen functioneren. Voor zover wettelijk toegestaan ingevolge nationale wetgeving is Tele Atlas niet
aansprakelijk voor schade die het gevolg is van
gebruik van de gegevens, zulks met uitzondering
van door Tele Atlas toegebrachte opzettelijke
schade of schade als gevolg van grove nalatigheid aan de zijde van Tele Atlas.
• Deze database werd ontwikkeld en opgeslagen
tot april 2005. Het is mogelijk dat wijzigingen
aan straten/autosnelwegen na deze datum niet
opgenomen werden in de database.
• Het is strikt verboden deze kaart deels of volledig te reproduceren of te gebruiken zonder de
toelating van de houder van de auteursrechten.
• Als het lokale verkeersreglement of
omstandigheden afwijken van deze gegevens
moet u de lokale verkeersaanduidingen (zoals
wegaanduidingen, etc.) en voorwaarden (bijv.
werken, weersomstandigheden) opvolgen.
• De gegevens met betrekking tot de verkeersregeling die in de kaart database worden
gebruikt zijn alleen van toepassing op standaard passagiersvoertuigen. Denk eraan dat de
voorschriften voor grotere voertuigen of motorfietsen en andere niet standaard voertuigen
niet opgenomen werden in de database.
Handelsmerken van bedrijven buiten de goedgekeurde
in deze sectie :
De markeringen van bedrijven die op dit product worden
weergegeven ter aanduiding van de bedrijfslocaties zijn
de handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Het gebruik van deze markeringen op dit product houdt
in geen geval een vorm van sponsoring, goedkeuring of
8
CRB2198A_Nederlands.book Page 9 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
11
Inhoudsopgave
Inleiding
Overzicht handleiding 1
Gebruik van deze handleiding 1
De bewerkingsprocedure vinden die u wilt
uitvoeren 1
De bewerkingsprocedure vinden op basis van
een menunaam 1
Verklarende woordenlijst 1
Overzicht van ieder hoofdstuk 1
Terminologie 4
Over de definitie van terminologie 4
Kleurverschil in de kaart bij dag en nacht 4
Licence overeenkomst 5
PIONEER AVIC-HD1BT 5
Gebruiksvoorwaarden met betrekking tot de
navigatiegegevens van Tele Atlas 7
Over de gegevens voor de kaart database 7
Auteursrecht 8
Inhoudsopgave 9
Voorzieningen (kenmerken van deze software) 17
Opmerkingen voor de harde schijf 18
Opname uitrusting en auteursrecht 18
Over gegevens schrijven naar de harde schijf bij
lage temperatuur 18
Tijdens de opname moet u aandacht besteden
aan de volgende punten: 18
Over de gegevens opgeslagen of opgenomen
door de klant 19
Indien zich problemen voordoen 19
Productregistratie 19
Hoofdstuk 2
Basisbediening
Volgorde van het begin tot het einde 21
Het gebruik van de navigatie menuschermen 22
Het navigatiemenu weergeven 22
Overzicht van het navigatiemenu 22
Basisnavigatie 23
De afstand tot uw bestemming berekenen via
Adres zoeken 24
De route controleren en wijzigen 28
Wanneer de routebegeleiding start 29
De begeleiding wissen 29
De voorwaarden voor het berekenen van de route
wijzigen 30
Onderdelen die door de gebruikers bewerkt kun-
nen worden 30
De huidige route controleren 32
De route controleren aan de hand van tekst 32
Overzicht van de volledige route controleren op
de kaart 32
Tussenpunten bewerken 33
Een tussenpunt toevoegen 33
Een tussenpunt verwijderen 33
Tussenpunten sorteren 33
Een tussenpunt overslaan 34
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezen
Het gebruik van de kaart 35
Omschakelen naar de weergavemodus 35
De kaart van de huidige locatie bekijken 35
Over “Straten zonder afslaginstructies” 39
De schaal van de kaart wijzigen 40
De kaart verschuiven naar de plaats die u wilt
zien 40
sneltoetsmenu 41
Instellen van het Voertuig-dynamica scherm 42
Hoofdstuk 4
Kaartconfiguraties wijzigen
Toegang tot het Kaartmenu 45
Het item instellen op het kaartscherm 45
De sneltoets selecteren 47
POI weergeven op de kaart 48
Bladeren doorheen de verklaring van de kleuren
op de kaart 48
De weergavemodus van de navigatiekaart
wijzigen 49
De kleurwijziging van de kaart instellen tussen
dag en nacht 49
De instelling van het navigatie onderbrekingsch-
erm wijzigen 49
De kleur van de kaart wijzigen 49
Hoofdstuk 5
Koers uitzetten naar uw bestemming
POI zoeken in heel het land 51
Een POI zoeken rechtstreeks op basis van een
naam van de faciliteiten 51
POI’s zoeken door eerst een categorie te
preciseren 52
9
CRB2198A_Nederlands.book Page 10 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
12
POI’s zoeken door eerst een stadsnaam te
preciseren 53
Een POI in uw omgeving vinden 53
De faciliteiten rond de huidige positie
zoeken 53
Naar voorzieningen zoeken rond de
schuifcursor 54
Een bestemming zoeken op postcode 55
Het berekenen van de route naar uw thuisbasis of
naar uw favoriete locatie 55
Een bestemming selecteren vanuit de Vorige be-
stemm. en het Adresboek 56
Sneltoetsen van POI registreren/verwijderen 56
Een POI sneltoets registreren 56
Een POI sneltoets wissen 57
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerken
Locaties registreren overzicht 59
Uw huis en uw favoriete locatie registreren 59
Een locatie registreren in het Adresboek 60
Locaties registreren via scrollmodus 60
Een locatie registreren per Adresboek 60
Het Adresboek weergeven 61
De invoer in “Adresboek” bewerken 61
De invoer in “Adresboek” verwijderen 64
Vorige bestemmingen bewerkingen 65
De invoer in “Vorige bestemm.” verwijderen 65
Hoofdstuk 7
Verkeersinformatie gebruiken
Het gebruik van de RDS-TMC informatie 67
Verkeerslijst bekijken 67
Verkeersinformatie op de kaart bevestigen 68
Een alternatieve route instellen om files te
vermijden 69
Weer te geven verkeersinformatie
selecteren 70
De voorkeur RDS-TMC service provider hand-
matig selecteren 71
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonie
Handenvrij telefoneren overzicht 73
Communicatie apparaten voorbereiden 73
De instelling voor handen vrij telefoneren 74
Een oproep ontvangen 76
Een oproep maken 77
De telefoonboek overdragen 80
Een telefoonnummer registreren in Favorieten
kiezen 80
De telefoonboek gegevens bewerken 81
De ontvangen oproep of de geschiedenis van
gebelde nummers bewerken 82
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen
voor de navigatiefuncties
Toegang tot het instellingenmenu 85
Het volume instellen van de begeleiding en de
telefoon 85
De regionale instellingen aanpassen 85
De taal van de navigatiebegeleiding en het
menu wijzigen 85
Het tijdsverschil instellen 86
De lay-out van het toetsenbord aanpassen 86
De eenheid wijzigen tussen km en mijl 87
De virtuele snelheid van het voertuig
wijzigen 87
De instelling met betrekking tot de hardware
controleren 87
Aansluitingen van kabels en installatieposities
controleren 87
De leerstatus van de sensor en de rijstatus
controleren 88
De montagehoek corrigeren 89
Het apparaat en de versie informatie
controleren 89
De harde schijf informatie controleren 89
Uw huis en uw favoriete locatie registreren 90
De achtergrondafbeelding wijzigen 90
Het gebruik van de demonstratiebegeleiding 92
De huidige locatie corrigeren 92
De fabrieksinstellingen herstellen 92
Hoofdstuk 10
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)
Basisbediening 93
Het audio bedieningscherm omschakelen 93
Bronselectie 93
Over de besturing afstandsbediening 94
Het audio bedieningscherm en het audio instel-
lingenmenu weergeven 95
De muziek CD bedienen 96
[CD] als bron selecteren 96
Over harde schijf opname 96
Schermconfiguratie 96
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 97
De CD-ROM (MP3 disc) bedienen 98
[ROM] als bron selecteren 98
Schermconfiguratie 98
10
CRB2198A_Nederlands.book Page 11 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
13
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 98
Opmerkingen over de weergave van MP3
discs 100
De DVD bedienen 101
[DVD] als bron selecteren 101
Schermconfiguratie 101
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 101
Bepaalde scène zoeken, afspelen op een
bepaald tijdstip 103
Numerieke opdrachten invoeren 103
De Radio (FM) bedienen 104
[FM] als bron selecteren 104
Schermconfiguratie 104
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 104
Opslaan van de frequenties van de sterkste
zenders 105
Op sterke signalen afstemmen 106
Radiotekst gebruiken 106
Zoeken naar een RDS zender via PTY
informatie 107
Verkeersberichten ontvangen 107
Onderbreking door nieuwsberichten
gebruiken 108
Selecteren van alternatieve frequenties
(AF) 108
Gebruiken van PI zoeken 109
Gebruiken van PI zoeken voor
voorkeuzezenders 109
Alleen zenders met regionale programmering
zoeken 109
PTY lijst 110
De Radio (AM) bedienen 111
[AM] als bron selecteren 111
Schermconfiguratie 111
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 111
Opslaan van de frequenties van de sterkste
zenders 112
Op sterke signalen afstemmen 112
Hoofdstuk 11
Het gebruik van de AV bron (Muziekbibliotheek)
Muziekbibliotheek opname 113
Alle fragmenten van een CD opnemen 114
Een CD handmatig opnemen 114
Neemt uitsluitend het eerste nummer van de
CD op 114
CD opname wordt stopgezet 115
Opmerkingen over de CD opname 115
Opmerkingen voor de harde schijf 115
Muziekbibliotheek weergave 116
[LIBRARY] als bron selecteren 116
Schermconfiguratie 116
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 117
Aanmaken van een speellijst met een aange-
paste volgorde 119
Een speellijst of fragmenten bewerken 121
Een andere kandidaat toewijzen voor
titelinformatie 126
Hoofdstuk 12
Het gebruik van de AV bron (M-CD,
iPod®, TV)
De multi-CD-speler bediening 127
[M-CD] als bron selecteren 127
Schermconfiguratie 127
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 127
De iPod® bedienen 129
[iPod] als bron selecteren 129
Schermconfiguratie 129
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 129
Bladeren op zoek naar een lied 130
Bediening van de TV 131
[TV] als bron selecteren 131
Schermconfiguratie 131
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 131
Zenders opslaan en oproepen 132
Sterkste zenders op volgorde opslaan 132
Landengroep selecteren 132
Hoofdstuk 13
Het gebruik van de AV bron (AV,
EXT, AUX)
De bediening van de AV ingang (AV) 133
[AV INPUT] als bron selecteren 133
De externe toestel (EXT) bedienen 133
[EXT 1] of [EXT 2]als bron selecteren 133
Schermconfiguratie 133
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel 133
Het externe toestel bedienen met behulp van de
1 — 6 toetsen 134
Het externe toestel bedienen met behulp van de
Function 1 — Function 4 toetsen 134
De automatische en de handmatige functie
gebruiken 135
De bediening van de AUX ingang (AUX) 135
[AUX] als bron selecteren 135
11
CRB2198A_Nederlands.book Page 12 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
14
Hoofdstuk 14
De audio instelling met betrekking
tot het audiovisuele aan passen
AV instellingen overzicht 137
De bediening van het audio
instellingenscherm 137
De items van de geluidsinstellingen
aanpassen 138
Het gebruik van de equalizer 138
Het gesimuleerde geluidsplatform
instellen 139
Balansinstelling gebruiken 140
Gebruiken van het subwoofer
uitgangssignaal 140
Gebruik van een uitgangssignaal zonder
fade 141
Loudness-functie aanpassen 141
High-passfilter gebruiken 141
Niveau van de signaalbron aanpassen 141
De items van de systeeminstellingen
aanpassen 142
De systeeminstellingen weergeven en
bedienen 142
Het ingebouwde DVD-station instellen 143
Wijzigen van de breedbeeldmodus 145
Instelling voor de achteruitkijkcamera 145
Video-ingangssignaal instellen 146
Aan/uit zetten van de externe aansluiting 146
Schakelen tussen uitschakelen/dempen van
het geluid 146
Schakelen tussen uitschakelen/dempen
niveau 147
De stem van de navigatiebegeleiding
wijzigen 147
Schakelen tussen de auto antenne
instelling 147
De klokweergave instellen op het
Videobeeld 147
De CD opnamemodus instellen 148
Instellen van de Achter-luidspreker uitgang-
saansluiting en de Subwoofer bediening 148
Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 148
FM-afstemstap instellen 148
Het TV signaal selecteren 149
Andere functies 149
Video van het “Display achter” selecteren 149
Beeldinstellingen bewerken 150
De Aan/Uit schakelaar inschakelen 151
Taalcodekaart voor DVD 152
Hoofdstuk 15
Het navigatiesysteem gebruiken
met gesproken commando’s
Veilig Rijden 153
De basisbeginselen van de spraakbediening 153
De spraakbediening 153
De spraakbediening starten 154
Tips voor spraakbediening 155
Een voorbeeld van spraakbediening 155
POI zoeken in de buurt 155
De playlist zoeken 156
Het gebruik van de spraakbediening 157
Gesproken commando’s voor de navigatie 157
Gesproken commando’s voor de Audio-Video
Bediening 160
Nadat u de verkeersinformatie handmatig hebt
gecontroleerd 160
Locatiescherm (A) en (B) 161
Andere gesproken commando’s 162
Andere spraakcommando’s voor de
navigatiefuncties 162
Andere spraakcommando’s voor de Audio-Vid-
eo bediening 164
Categorielijst voor zoeken in de omgeving 165
Bijlage
Het navigatiesysteem herstellen naar de stand-
aard of fabrieksinstellingen 169
Items instellen die u wilt verwijderen 170
Als zich regelmatig systeemfouten
voordoen 171
Het navigatiesysteem volledig herstellen op de
oorspronkelijke status 171
De reactiestanden van de toetspanelen (Toet-
spaneel kalibrering) 172
Plaatsbepaling technologie 173
Plaatsbepaling via GPS 173
Bepaling van de positie door middel van ges-
chatte plaatsbepaling 173
Hoe werken GPS en de gegiste plaatsbepaling
samen? 174
Wanneer er fouten optreden 175
Wanneer plaatsbepaling via GPS onmogelijk
is 175
Voertuigen die geen toerental pulsgegevens kun-
nen krijgen 176
Omstandigheden die fouten in de plaatsbepaling
kunnen veroorzaken 176
Probleem oplossen 179
Problemen in het scherm 179
Berichten en de juiste reactie 185
Berichten voor de navigatiefuncties 185
12
CRB2198A_Nederlands.book Page 13 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
15
Berichten voor de geluidfuncties 189
Ingebouwd DVD-station: 189
Harde schijf station (Muziekbibliotheek) 189
Andere bronnen 190
Wanneer de harde schijf niet aangesloten
is. 191
Informatie over de routebepaling 191
Regels voor de routekeuze 191
Aanduiding van de gekozen route 192
De afgelegde route tonen 192
POI weergeven 193
Verklarende woordenlijst 193
Overzicht van de menu’s 196
Navigatiemenu 196
Sneltoetsmenu 199
Menu in het audioscherm 200
Geluidsinstellingen menu [Audio Settings] (Pa-
gina 1) 200
Systeeminstellingen menu [System Settings]
(Pagina 1) 200
Systeeminstellingen menu [System Settings]
(Pagina 2) 200
13
CRB2198A_Nederlands.book Page 14 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
16
14
CRB2198A_Nederlands.book Page 15 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
17
Voor u het systeem begint te gebruiken
Hoofdstuk 1
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Zorg ervoor dat u de volgende informatie over veiligheid leest en volledig begrijpt voor u het navigatiesysteem gaat gebruiken:
• Probeer het navigatiesysteem niet zelf te
installeren of te repareren. Wanneer het
navigatiesysteem wordt geïnstalleerd of
gerepareerd door personen zonder opleiding en ervaring op het gebied van elektronische apparatuur en auto-accessoires kan
dit gevaarlijk zijn en elektrische schokken
of ongelukken tot gevolg hebben.
• Nadat er een route is uitgestippeld, wordt
automatisch de route en de stembegeleiding voor de route vastgelegd. Wat de
informatie over bepaalde dagen of tijden
betreft, wordt alleen informatie over verkeersregelingen weergegeven op het
moment waarop de route werd berekend.
Straten met eenrichtingsverkeer en afsluitingen van straten zijn wellicht niet in de
calculatie meegenomen. Als een straat bijvoorbeeld alleen’s morgens open is voor
het verkeer en u later aankomt, zou het
tegen de verkeersregels ingaan wanneer u
de uitgestippelde route nam. Houd u bij
het rijden aan de actuele verkeersregels.
Het is mogelijk dat het systeem niet
bekend is met bepaalde verkeersregels.
❒ Lees de volledige handleiding voordat u dit
navigatiesysteem in werking stelt.
❒ De navigatie-elementen van uw navigatiesys-
teem (en de optionele achteruitkijkcamera,
indien deze is aangeschaft) zijn uitsluitend
bedoeld als hulpmiddel voor de bediening van
uw voertuig. U mag het autonavigatiesysteem
niet beschouwen als vervanging van uw eigen
beoordelingsvermogen en alertheid tijdens
het rijden.
❒ Gebruik dit navigatiesysteem (of de optionele
achteruitkijkcamera) niet, als dit gebruik op
enigerlei wijze uw aandacht afleidt van het veilig besturen van uw voertuig. Neem altijd de
plaatselijke verkeersregels en de vereiste veiligheidsmaatregelen in acht. Als moeilijkheden ondervindt tijdens het gebruik van het
systeem of als u het beeldscherm niet duidelijk kunt lezen, dient u uw voertuig te parkeren
op een veilige plek en de handrem aan te trekken voor u de nodige aanpassingen uitvoert.
❒ Laat de bediening van het autonavigatiesys-
teem alleen over aan iemand die de bedieningsaanwijzingen volledig heeft gelezen en
begrepen.
❒ Gebruik dit navigatiesysteem nooit om in
geval van nood naar ziekenhuizen, politiestations of dergelijke instellingen te rijden. Stop
het gebruik van alle functies met betrekking
tot de handen-vrije telefoon en neem contact
op met de betrokken nooddienst.
❒ De route-informatie en begeleiding die dit
apparaat biedt is alleen bedoeld als algemene
richtlijn. Deze kan niet altijd volledig zijn aangaande de huidige toestand van de wegen, de
toegestane routes, de wegen met eenrichtingsverkeer, wegversperringen en eventuele
omleidingen of verkeersstremmingen.
❒ Neem altijd de gangbare beperkingen en aan-
wijzingen voor weggebruikers in acht, boven
het advies en de begeleiding die het navigatiesysteem biedt. Volg strikt de geldende verkeersvoorschriften, ook als het
navigatiesysteem tegenstrijdige aanwijzingen
geeft.
❒ De instelling van incorrecte informatie met
betrekking tot het lokale tijdstip in het navigatiesysteem kan leiden tot een incorrecte routebeschrijving en verkeerde aanwijzingen voor
de begeleiding.
❒ Zet het volume van uw navigatiesysteem nooit
zo hard dat u het verkeer buiten en voertuigen
van hulpdiensten niet kunt horen.
Hoofdstuk 1
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
15
CRB2198A_Nederlands.book Page 16 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
18
❒ Voor uw veiligheid zijn bepaalde functies
alleen beschikbaar wanneer de auto stilstaat,
met de handrem ingeschakeld.
❒ De gegevens op de harde schijf van het navi-
gatiesysteem zijn de intellectuele eigendom
van het toeleveringsbedrijf of de instantie van
herkomst, en de laatstgenoemde draagt volledige verantwoordelijkheid voor de inhoud
ervan.
❒ Houd deze handleiding bij de hand om bedie-
ningsprocedures en informatie over de veiligheid in op te zoeken.
❒ Neem alle waarschuwingen in deze handlei-
ding in acht en volg de instructies zorgvuldig
op.
❒ Monteer dit navigatiesysteem niet op plaatsen
waar het (i) het zicht van de bestuurder kan
Hoofdstuk 1
hinderen, (ii) afbreuk kan doen aan de prestaties van het bedieningssysteem of veiligheidsmaatregelen van het voertuig, zoals de
airbags, knoppen van waarschuwingsknipperlichten of (iii) de bestuurder kan hinderen bij
het veilig bedienen van het voertuig.
❒ Denk eraan dat u tijdens het besturen van uw
voertuig altijd uw veiligheidsgordel draagt.
Wanneer u een ongeluk krijgt, kunnen uw verwondingen aanzienlijk ernstiger zijn als uw
veiligheidsgordel niet goed is vastgemaakt.
❒ Gebruik nooit een hoofdtelefoon tijdens het rij-
den.
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
voertuig op een veilige plaats stopt en de handrem inschakelt. Houd de rempedaal ingedrukt
voor u de handrem los laat.
• Om het risico op schade en letsels en het
eventuele overtreden van wettelijke regels
te vermijden is het navigatiesysteem niet
bestemd voor een “Videobeeld” dat zichtbaar is voor de bestuurder.
• In sommige landen is het bekijken van
“Videobeeld” op een scherm in de auto,
zelfs door anderen dan de bestuurder, wettelijk verboden. Waar zulke regelgeving
van toepassing is moet deze worden nageleefd.
• Als u de handrem inschakelt om “Videobeelden” te bekijken of om andere functies van het navigatiesysteem in te
schakelen, moet u het voertuig op een veilige plaats parkeren en de rempedaal ingedrukt houden voor u de handrem loslaat
als het voertuig op een heuvel geparkeerd
is of indien het voertuig op enige andere
wijze zou kunnen bewegen als u de handrem loslaat.
Bijkomende veiligheidsinformatie
Veilig rijden
Handremvergrendeling
Bepaalde functies (zoals de weergave van DVD
video en bepaalde toetsenbewerking) van dit navigatiesysteem kunnen gevaarlijk en/of onwettig
zijn indien ze tijdens het rijden worden gebruikt.
Om te vermijden dat dergelijke functie gebruikt
worden wanneer het voertuig in beweging is,
werd een interlock systeem voorzien dat aanvoelt
wanneer de handrem ingeschakeld is en wanneer het voertuig in beweging is. Als u de bovenstaande functies probeert te gebruiken tijdens
het rijden, worden deze uitgeschakeld tot u het
16
CRB2198A_Nederlands.book Page 17 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
19
Verschillende kijkmodi
Voor de navigatiebegeleiding kunnen verschil-
• De nauwkeurigheid/prestatie van de interlock kan beïnvloed worden door factoren
zoals GPS signaaldetectie, snelheidspuls
kabelverbinding en het rijgedrag of voorwaarden van de plaats waar het voertuig
geparkeerd werd.
• Het is ten stelligste aanbevolen de snelheidspuls kabel aan te sluiten voor de
nauwkeurigheid en een betere prestatie
van het interlock.
• Als de snelheidspuls kabel om de een of
andere reden niet beschikbaar is, is het
aanbevolen de pulsgenerator ND-PG1
(afzonderlijk verkocht) te gebruiken.
Als u probeert een “Videobeelden” te bekijken tijdens het rijden, verschijnt de waarschuwing “Het
bekijken van een videobron vooraan is strikt
verboden tijdens het rijden.” op het scherm.
Als u “Videobeelden” wilt weergeven op dit
scherm, moet u uw voertuig op een veilige plek
stoppen en de handrem inschakelen. Houd de
rempedaal ingedrukt voor u de handrem los laat.
Over de achteruitkijkcamera en de
[Zicht achteruitrijcamera] modus
Met een optionele achteruitkijkcamera kunt u het
Navigatiesysteem gebruiken als hulpmiddel
waarmee u opleggers en aanhangwagens in de
gaten kunt houden of uw auto op een kleine
plaats kunt inparkeren.
lende typen schermweergave worden geselecteerd.
– [Kaartmodus], [Hybridemodus], [Straat/Kaart],
[Driver’s view] en [Duo weergave]
– [Zicht achteruitrijcamera] (achteruitkijkcamerascherm en navigatiekaartscherm)
– [Voertuig-dynamica]
U kunt ook informatie weergeven over de rijsnelheid, de acceleratie, de spanning, etc.
• De achteruitkijkmodus van het navigatie-
Zeer veel informatie over voorzieningen
voor het zoeken naar categorieën (POI)
U kunt uw bestemming zoeken vanuit alle gebieden.
– Ongeveer 3,4 miljoen POI’s in de databank.
– Het is mogelijk dat bepaalde POI informatie niet
nauwkeurig is of onnauwkeurig wordt na verloop
van tijd. Neem rechtstreeks contact op met het
POI om de nauwkeurigheid van de informatie te
controleren over de POI in de database. De POI
informatie kan gewijzigd worden zonder voorafgaande kennisgeving.
Autom. route herberekening
Wanneer uw afwijkt van de uitgezette route, bere-
• HET BEELD OP HET SCHERM KAN
OMGEKEERD WORDEN WEERGEGEVEN.
• GEBRUIK DE INVOER ALLEEN VOOR
OMGEKEERDE OF GESPIEGELDE BEELDEN VAN DE ACHTERUITKIJKCAMERA.
ANDER GEBRUIK KAN LETSEL OF
SCHADE TOT GEVOLG HEBBEN.
kent het systeem de route opnieuw vanaf dat
punt, zodat u de weg naar uw bestemming blijft
volgen.
❒ Voor bepaalde gebieden werkt deze functie
Automatisch aflezen van CD-titels en
MP3-bestanden
Wanneer er een CD of MP3 disc wordt afge-
Voorzieningen (kenmerken van
deze software)
Bediening van het toetspaneelscherm
De navigatiefunctie en de audiofunctie kunnen
worden bediend met behulp van de tiptoetsen
van het toetspaneelscherm.
speeld, worden automatisch titellijsten weergegeven. Dit systeem biedt gemakkelijk te bedienen
audiofuncties waarmee bestanden eenvoudig
kunnen worden afgespeeld door een item uit de
lijst te selecteren.
systeem dient als hulpmiddel om aan-
Hoofdstuk 1
hangwagens in de gaten kunt houden of
tijdens het achteruit rijden. Gebruik deze
functie niet voor amusementsdoeleinden.
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
wellicht niet.
17
CRB2198A_Nederlands.book Page 18 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
20
Compatibel met het spraakherkenningsysteem.
Als u de meegeleverde microfoon aansluit, kunt u
gebruik maken van de spraakbediening voor de
navigatie- en de AV-functies.
Een oorspronkelijke afbeelding toewijzen
U kunt uw eigen afbeeldingen opslaan op een
CD-R in JPEG-formaat en oorspronkelijke afbeeldingen in dit navigatiesysteem importeren. Deze
geïmporteerde afbeeldingen kunnen als achtergrondafbeelding, foto in het adresboek en ingave
in de telefoonboek ingesteld worden.
Automatische weergave van de stationsnaam
Wanneer u op een RDS-station afstemt, kunt u
een lijst weergeven met de stations die u samen
Hoofdstuk 1
met de programmanamen ontvangt. Hierdoor
wordt de selectie van stations gemakkelijker
gemaakt.
Als het systeem de naam van het radiostation
niet kan ontvangen, wordt in plaats hiervan de
frequentie weergegeven.
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
Opmerkingen voor de harde
schijf
Opname uitrusting en auteursrecht
De opname uitrusting mag uitsluitend voor wettelijk toegelaten kopieën gebruikt worden en wij
raden u aan zorgvuldig te controleren wat als
wettelijk kopiëren beschouwd wordt in het land
waar u de kopie wilt maken. Auteursrecht of
auteursrechtelijk materiaal zoals films of muziek
is onwettelijk tenzij toegelaten door een wettelijke
uitzondering of toegelaten door de correcte eigenaars.
Over gegevens schrijven naar de
harde schijf bij lage temperatuur
Het schrijven van gegevens naar de harde schijf,
zoals het opnemen van muziek naar de muziekbibliotheek, kan uitgeschakeld worden als het navigatiesysteem abnormaal lage temperaturen
detecteert in het voertuig. De functie is opnieuw
beschikbaar van zodra de temperatuur in het
voertuig opnieuw een normaal niveau bereikt.
Tijdens de opname moet u aandacht besteden aan de volgende
punten:
• Pioneer biedt geen compensatie voor inhoud
die niet opgenomen kan worden of ieder verlies
van gegevens te wijten aan een defect of een
fout van het navigatiesysteem.
• De gegevens opgenomen in het navigatiesysteem kan niet gebruikt worden zonder toelating
van de eigenaar van het auteursrechts behalve
voor persoonlijk entertainment.
• Zorg ervoor dat u de opnamebewerking controleert voor de opname en controleer de opgenomen inhoud na de opname.
• Opnames worden niet gegarandeerd op alle
CD’s.
18
CRB2198A_Nederlands.book Page 19 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
21
Over de gegevens opgeslagen of
opgenomen door de klant
• De gegevens opgeslagen of opgenomen op dit
navigatiesysteem door de klant kunnen niet
geëxtraheerd worden van het navigatiesysteem
en die dienstverlening kan niet aanvaard worden.
• De gegevens opgeslagen of opgenomen op dit
navigatiesysteem door de klant kunnen niet
geëxtraheerd worden van het navigatiesysteem. Verloren gegeven die opgeslagen of
opgenomen door de klant worden niet gedekt
door de garantie.
• Vanwege de auteursrechten is het onmogelijk
een back-up te maken van muziekgegevens die
opgenomen werden in de Muziekbibliotheek
tijdens een reparatie of onderhoud.
Hoofdstuk 1
Indien zich problemen voordoen
Mocht het Navigatiesysteem niet naar behoren
functioneren, raadpleeg dan uw dealer of de
dichtstbijzijnde Pioneer onderhoudsdienst.
Productregistratie
Bezoek ons op de volgende site:
• Registreer uw product. We bewaren de details
van uw aankoop in onze bestanden zodat wij u
kunnen helpen naar deze informatie te verwijzen indien deze door uw verzekering aangevraagd wordt bij een diefstal of verlies.
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
19
CRB2198A_Nederlands.book Page 20 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
22
Hoofdstuk 1
Voor u het systeem begint te gebruikenNAVI/AV
20
CRB2198A_Nederlands.book Page 21 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
23
Basisbediening
Volgorde van het begin tot het
einde
Bevestig eerst de posities van de volgende onderdelen met behulp van de “Hardwarehandleiding”.
• MAP toets
• MENU toets
• AV toets
• OPEN CLOSE toets
1 Start de motor om het systeem te starten.
Na enige tijd verschijnt het navigatie-openingsscherm een paar seconden. Vervolgens
wordt er een bericht weergegeven.
2 Controleer de gegevens van het
waarschuwingsbericht en tip [OK] aan.
U kunt het navigatiesysteem bedienen door de
toetsen aan te tippen die op het scherm
worden weergegeven.
De kaart van uw omgeving wordt weergegeven.
Als de route al is vastgelegd, gaat het scherm
over op de begeleidingsmodus.
Bij het eerste gebruik van dit navigatiesysteem
verschijnt het [Regionale instellingen] scherm.
Op het [Regionale instellingen] scherm kunt u
de taal of het tijdstip wijzigen. (De instellingen
kunnen ook achteraf gewijzigd worden.)
➲ “De regionale instellingen aanpassen” ➞
Pagina 85
Hoofdstuk 2
4 Een eindbestemming toewijzen met de
toetsen op het toetsenpaneel en de routebegeleiding starten, of de geluidsbron
bedienen.
❒ Wanneer toetsen op het aanraakpaneel op
een bepaald moment niet beschikbaar zijn,
worden ze in grijs weergegeven.
➲ Het adres bepalen en de bestemming
zoeken ➞ Pagina 24
➲ De bestemming zoeken met behulp van de
kaart ➞ Pagina 41
➲ Andere zoekmethoden ➞ Pagina 51 tot 56
➲ Het gebruik van de geluidsbron ➞
Pagina 93 tot 152
5 Schakel de motor van het voertuig uit om
het systeem af te sluiten.
Dit Navigatiesysteem is ook uitgeschakeld.
❒ Tot u voertuig in de buurt van de bestem-
ming is gekomen, wordt de uitgestippelde
route niet gewist, zelfs niet wanneer de
motor is uitgezet.
NAVI
Hoofdstuk 2
Basisbediening
➲ Het lezen van het actuele positiescherm ➞
Pagina 35
➲ De tijd instellen ➞ Pagina 86
❒ Om het LCD te beschermen tegen schade,
moet u ervoor zorgen dat u de tiptoetsen
aanraakt met uw vinger. (De stylus wordt
geleverd voor speciale kalibreringen.
Gebruik de stylus niet voor normale bewerkingen.)
3 Druk op de MENU toets.
Geeft het navigatiemenu weer.
21
CRB2198A_Nederlands.book Page 22 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
24
Het gebruik van de navigatie
menuschermen
De basisbediening van de navigatie bestaat uit
het gebruik van menu’s.
Het navigatiemenu is verdeeld in vier onderdelen :
Bestemming
[
Instellingen
[
], [
Info/Telefoon
].
], [
Kaart
Het navigatiemenu weergeven
1 Druk op de MENU toets.
2 Om over te gaan naar een ander menu,
tipt u op de naam die boven in het scherm
wordt weergegeven.
3 Wilt u terugkeren naar de kaart, druk dan
op MENU toets.
Overzicht van het navigatiemenu
[Bestemming] menu
Hoofdstuk 2
[Info/Telefoon] menu
], en
Gebruik dit menu om de verkeersinformatie te
controleren of het RDS-TMC station te kiezen.
Wanneer u een mobilofoon gebruikt met de Bluetooth technologie door het Bluetooth apparaat
(ND-BT1) aan te sluiten op het navigatiesysteem
kunt u de Bluetooth instellingen instellen of de
geschiedenis van uitgaande/inkomende
oproepen controleren.
❒ [Verkeer op uw route] en [Verkeerslijst]
kunnen uitsluitend actief zijn als het navigatiesysteem de beschikbare verkeersinformatie
van een RDS-TMC zender ontvangt.
➲ “Het gebruik van de RDS-TMC informatie” ➞
Pagina 67
❒ [Telefoonmenu] kan enkel actief zijn als het
Bluetooth apparaat (ND-BT1) aangesloten is
op het navigatiesysteem.
[Kaart] menu
BasisbedieningNAVI
U kunt uw eindbestemming zoeken in dit menu.
U kunt uw route controleren en de ingestelde
route kan kan vanuit dit menu ook geannuleerd
worden.
➲ Het adres bepalen en de bestemming zoeken
➞ Pagina 24
➲ Andere zoekmethoden ➞ Pagina 51 tot 56
22
U kun de [Weergavemode] wijzigen, of de items
instellen die u wilt weergeven tijdens de navigatiefunctie.
❒ [Weergavemode] kan enkel geselecteerd
worden als de positie van het voertuig de huidige positie is. Als u [Weergavemode] wilt
selecteren tijdens het doorbladeren van de
kaart drukt u op de MAP toets om de voertuigpositie te bepalen op basis van de huidige
positie.
CRB2198A_Nederlands.book Page 23 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
25
[Instellingen] menu
Pas de navigatiefuncties aan zodat ze gemakkelijk kunnen worden gebruikt.
➲ Instellingen menu ➞ Hoofdstuk 9
Toetsen die u kunt gebruiken
De beschikbaarheid van een specifieke toets of
functie wordt aangegeven door het uiterlijk.
Afhankelijk van de status van uw voertuig zijn
bepaalde toetsen beschikbaar terwijl andere dit
niet zijn.
Actieve tiptoets: De toets kan aangetipt worden.
Basisnavigatie
• Uit veiligheidsoverwegingen kunt u een
aantal van deze basisnavigatiefuncties
niet gebruiken terwijl uw auto rijdt. Om
deze functies te activeren, dient u op een
veilige plaats te stoppen en de handrem in
te schakelen (zia pagina 16 Interlock voor
details).
Basisvolgorde van de bediening
1 Parkeer uw voertuig in een veilige plek
en schakel de handrem in.
2 Druk op de MENU toets om het naviga-
tiemenu weer te geven.
3 Kies de methode voor het zoeken van uw
bestemming.
4 Voer de informatie over uw bestemming
in om de route te berekenen.
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
Inactieve tiptoets: De functie is niet beschikbaar
(de werking ervan wordt bijv. onmogelijk gemaakt
tijdens het rijden).
5 Bevestig de locatie op de kaart.
6 De route controleren en vastleggen.
7 Uw navigatiesysteem zet de koers uit
naar uw bestemming, en de kaart van uw
omgeving wordt weergegeven.
8 Schakel de handrem uit en rij in overeen-
stemming met de navigatie-informatie,
waarbij rekening dient te worden
gehouden met de belangrijke veiligheidsinstructies die vermeld zijn op
pagina 16 tot 17.
23
CRB2198A_Nederlands.book Page 24 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
26
De afstand tot uw bestemming
berekenen via Adres zoeken
De meest gebruikte functie is het [Zoek op
adres], waarbij het adres wordt bepaald en naar
de bestemming wordt gezocht. In dit gedeelte
wordt het gebruik van [Zoek op adres] en de
basis van het gebruik van het navigatiesysteem
beschreven.
1 Druk op de MENU toets om het navigatie-
menu weer te geven.
2 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu.
3 Tip [Zoek op adres] aan.
Selecteer de methode voor het zoeken van de
bestemming.
Hoofdstuk 2
4
Tip [Landencode toets] aan om het land te
selecteren.
Wanneer de bestemming zich in een ander
land bevindt, wordt de landinstelling gewi-
BasisbedieningNAVI
jzigd.
❒ Wanneer het land is geselecteerd hoeft u
de landinstelling alleen te wijzigen indien
de bestemming buiten het door u geselecteerde land ligt.
Landencode toets
5 Voer de straatnaam in.
Wanneer het aantal opties gedaald is tot
minder dan 6 verschijnt automatisch een lijst
met de overeenstemmende straten.
Wanneer u dezelfde tekens invoert als voordien ingevoerd, geeft het systeem automatisch
het teken weer dat volgt op de ingevoerde
tekens. (Auto invulfunctie.)
❒ Wanneer u de tekens invoert, vraagt het
systeem eerst automatisch alle mogelijke
opties van de database op. Als er maar één
letter is die kan volgen op wat u heeft
ingevoerd, wordt deze letter automatisch
weergegeven.
❒ Een lijst verschijnt als meerdere opties
bestaan. Selecteer de gewenste optie in de
lijst en ga verder met de volgende stap. In
bepaalde situaties moet u de naam van de
stad invoeren om de stad te bepalen.
Bediening van het landen selectiescherm.
(1)
(3)(4)(2)
(1) [ABC] tot [WXYZ]:
Gebruik deze functie om naar het eerste lang
met dat alfabet te springen.
(2) :
Gebruik deze functie om de volgende of vorige
pagina van de lijst weer te geven.
(3) Landenlijst:
Om een van deze items in te stellen als
zoekregio drukt u op een van deze items.
(4) [Terug]:
Terugkeren naar het vorige scherm.
24
CRB2198A_Nederlands.book Page 25 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
27
Bediening van het straat- of stadsnaam
invoerscherm (bijv. QWERTY toetsenbord)
(8)
(11) (10)
(12)
(4)(7)
(9)
(13)
(5)
(2)
(1) (3) (6)
(1) Landencode toets:
Spring naar het landen selectiescherm. (Geselecteerde landencode verschijnt.)
(2) [OK]:
Bevestigt de weergegeven tekens en (4) en
gaat verder met de volgende stap.
(3) [Lijst]:
Rangschikt de kandidaten op basis van de
gele tekens in (4). Tip het gewenste item aan
in de lijst om verder te gaan met de volgende
stap.
(4) Tekstvakje:
Geeft de tekens weer die ingevoerd werden.
(5) Toetsenbord:
Gebruik deze functie om tekst in te voeren.
(6) [Terug]:
Terugkeren naar het vorige scherm.
(7) :
De ingevoegde tekst wordt vanaf het einde
van de tekst letter voor letter gewist. Door te
blijven drukken, wordt alle tekst gewist.
(8) [Stad]:
Tip dit aan als u eerst de stad of het gebied
van bestemming wilt aangeven. (Dit is uitsluitend beschikbaar als (4) leeg is.)
(9) [Andere]:
U kunt andere letters van het alfabet invoeren. Bijvoorbeeld, wanneer u één van deze
letters gebruikt : “A”, “Ä”, “Å”, “Æ”, zal het
behaalde resultaat hetzelfde zijn.
(10) [Symb.]:
U kunt tekst invoeren met markeringen, zoals
[&] of [+].
(11) [0-9]:
U kunt tekst met cijfers invoeren.
(12) [Straat]:
Tip aan als u wilt terugkeren naar de straat
invoermodus. (Dit is uitsluitend beschikbaar
als (8) leeg is.)
(13) [Centrum]:
Dit kan geselecteerd worden als u eerst een
stad of regionaam invoert. Tip deze toets aan
om het centrale punt van de ingevoerde stad
of zone weer te geven. Als u [OK] aantipt kunt
u de route naar het centrale punt zoeken. Ga
verder met Stap 9.
❒ U kunt het toetsenbordtype aanpassen dat
wordt weergegeven op het scherm.
➲ “De lay-out van het toetsenbord aanpas-
sen” ➞ Pagina 86
Auto invulfunctie
De voordien ingevoerde tekens worden
opgeslagen voor ieder land en iedere zoekfunctie. De volgende maal dat een teken
ingevoerd wordt, wordt een teken voorgesteld.
Bijvoorbeeld, als [TREILERSTRAAT] in het verleden ingevoerd werd, als u de letter [T] invoert, wordt [TREILERSTRAAT] automatisch
ingevoerd. De handmatig ingevoerde tekens
worden in het geel weergegeven en de voorgestelde tekens worden in het wit weergegeven. Zo kunt u ze eenvoudig
onderscheiden. Om het ingevulde teken te
bepalen, tipt u [OK] aan.
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
25
CRB2198A_Nederlands.book Page 26 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
28
6 Tip de straat in de lijst aan.
Als de geselecteerde straat slechts een overeenstemmende locatie heeft, verschijnt het
scherm van de eindbestemming. Ga verder
met Stap 9.
7 Tip de stad of het gebied aan waar uw
bestemming zich bevindt.
8 Voer het huisnummer in en tip [OK] aan.
Tip de tekens aan die u wilt invoeren.
Hoofdstuk 2
De routeberekening start.
Wanneer de routeberekening voltooid is, verschijnt het “Route bevestigingscherm”.
BasisbedieningNAVI
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
❒ [OK] aantippen zonder ingave geeft het
centrale punt van het huisnummerbereik
weer en het “Locatie bevestigingscherm”
verschijnt.
26
CRB2198A_Nederlands.book Page 27 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
29
Bediening van het stratenlijst scherm
(4)(1)
(2)
(1) Aantal mogelijk keuzes
(2) :
Door de of op de schuifbalk aan te tippen, schuift u door de lijst en kunt u de resterende onderdelen zien.
(3) :
Als het teken niet op in de weergegeven zone
kan worden weergegeven, kunt u de overige
tekens zien door op de rechts van het
onderdeel te tippen.
(4) :
Door aan te tippen, wordt een kaart getoond van de plaats die u heeft gekozen.
(Mogelijke plaatsnamen verschijnen in het
lijstscherm.) U kunt een bestemming bepalen
door rechts van de lijst aan te tippen. Als
u [OK] aantipt, stelt u de locatie in die door
de scroll cursor wordt aangewezen als eindbestemming ingesteld.
(5) [Terug]:
Terugkeren naar het vorige scherm.
(5)
Controleer de locatie op de kaart
“Locatie bevestigingscherm”
(1)
(2)
(3)
De route naar de eindbestemming
(1)
berekenen
De routeberekening start. Wanneer de routeberekening voltooid is, verschijnt het “Route
bevestigingscherm”.
❒ Als u tijdens de routeberekening op de
MAP of MENU toets drukt, wordt de
berekening afgebroken en verschijnt het
kaartscherm.
Door de kaart bladeren
(2)
De kaart gaat over in de schuifmodus. De
schuifmodus kan de locatie fijnafstemmen en
daarna kunt u de locatie instellen als uw eindbestemming of kunt u verschillende bewerkingen uitvoeren met het sneltoetsmenu.
➲ “sneltoetsmenu” ➞ Pagina 41
(3)
De locatie als tussenpunt instellen
De locatie die door de scroll cursor wordt
aangewezen, wordt als tussenpunt ingesteld.
➲ “Tussenpunten bewerken” ➞ Pagina 33
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
27
CRB2198A_Nederlands.book Page 28 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
30
9 Tip [OK] aan om de weergegeven route te
wijzigen.
De route controleren en wijzigen
U kunt routedetails controleren. U kunt de route
in verschillende condities herberekenen.
Route bevestigingscherm
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(3)(2)(1)
(1)Voorwaarde voor de routeberekening
Geeft de route weer die berekend werd onder
Hoofdstuk 2
deze voorwaarden.
• geeft aan dat een route berekend wordt
waarbij de prioriteit ligt op de kortst mogelijke
reistijd naar uw eindbestemming.
• geeft aan dat een route berekend wordt
BasisbedieningNAVI
waarbij de prioriteit ligt op de kortst mogelijke
afstand naar uw eindbestemming.
• geeft aan dat het gebruik van de snelwegen en hoofdwegen prioriteit heeft.
• geeft aan of al of niet de snelwegen
omvat worden in de voorgestelde route.
• geeft aan of al of niet de tolwegen
omvat worden in de voorgestelde route.
• geeft aan of al of niet de ferry’s omvat
worden in de voorgestelde route.
• geeft aan of al of niet de leerroute
omvat wordt in de voorgestelde route.
Bovendien, als de berekende route ongewenste
resultaten oplevert, verschijnen de volgende pictogrammen.
• geeft aan dat de autosnelwegen niet
vermeden konden worden.
28
• geeft aan dat de tolweg niet vermeden
kon worden als de [Vermijd tolwegen] instel-
ling [Aan] is.
• geeft aan dat de ferry route niet vermeden
kon worden als de [Vermijd ferry] instelling
[Aan] is.
(2) De afstand tot de eindbestemming
(3) De reistijd tot de eindbestemming
(4) Stelt de weergegeven route in
Stelt de weergegeven route in als uw route en
start de routebegeleiding.
➲ Wanneer de routebegeleiding starts ➞
Pagina 29
(5) Meerdere routes weergeven
U kunt een gewenste route selecteren uit verschillende route-opties. De berekende routes
worden weergegeven in verschillende kleuren.
Door tot aan te tippen, schakelt
over op een andere route. Tip [OK] aan om terug
te keren naar het vorige scherm.
Als u tussenpunten instelt, kunt u geen meerdere
route opties gebruiken.
❒ Het is mogelijk dat in bepaalde situaties
dezelfde route weergegeven wordt, zelfs als
meerdere routes gezocht worden.
❒ In meerdere routeberekeningen wordt zowel
de route berekend die de autosnelwegen
gebruikt als de route die de autosnelwegen
vermijdt, onafhankelijk van de instelling van
[Vermijd snelwegen].
(6) De voorwaarde voor de routeberekening
wijzigen
Wijzig iedere voorwaarde van de berekening, en
herbereken de route.
➲ Raadplegen na stap 3 van “De voorwaarden
voor het berekenen van de route wijzigen” ➞
Pagina 30
(7) Het routeprofiel weergeven
U kunt de straten controleren die u zult voorbijrijden onderweg naar uw eindbestemming.
CRB2198A_Nederlands.book Page 29 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
31
➲ Raadplegen na stap 3 van “De route control-
eren aan de hand van tekst” ➞ Pagina 32
(8) De vorm van de route controleren
U kunt de algemene vorm van uw route en de
locatie van de eindbestemming op de kaart controleren.
➲ Raadplegen na stap 2 van “Overzicht van de
volledige route controleren op de kaart” ➞
Pagina 32
(9) Het tussenpunt toevoegen en bewerken
U kunt tussenpunten toevoegen/verwijderen of
sorteren.
➲ “Tussenpunten bewerken” ➞ Pagina 33
Wanneer de routebegeleiding
start
Als u [OK] aantipt in het “Route bevestigingscherm” start de route begeleiding op de weergegeven route.
Het navigatiesysteem geeft de volgende informatie, waarbij de timing is aangepast aan de rijsnelheid:
• Afstand tot het volgende keerpunt
• Rijrichting
• Wegnummer van de snelweg
• Aankomst aan het tussenpunt (als een tussenpunt werd ingesteld)
• Aankomst op uw eindbestemming
❒ Als u of aantipt, kunt u de stembege-
leiding in of uitschakelen.
❒ Door aan te tippen kunt u de infor-
matie opnieuw beluisteren.
❒ Stopt u gedurende de begeleiding bij een ben-
zinestation of restaurant, dan onthoudt uw
navigatiesysteem de bestemming en routeinformatie. Wanneer u de motor start en teruggaat naar de weg, start de begeleiding
opnieuw.
❒ Wijkt u van de route af terwijl de begeleiding
op [Straat/Kaart] of [Hybridemodus] is
ingesteld en komt u in een straat die niet op
de harde schijf is opgeslagen, dan verandert
het scherm in [Kaartmodus]. Zodra u terugkeert naar de route keert ook het betreffende
scherm weer in de oorspronkelijke weergave
terug en start de begeleiding opnieuw.
Basisonderdelen op de begeleiding
In dit gedeelte worden alleen de basisonderdelen
beschreven die weergegeven worden op het
Kaartmodus scherm.
➲ Details van het kaartscherm ➞ Pagina 35
(1)(3)(2)(4)
(1) Huidige locatie
(2) Afstand tot de bestemming
(3) Geschatte aankomsttijd (standaard)
(4) AAN/UIT toets van de stembegeleiding
De begeleiding wissen
Als u niet langer naar uw bestemming hoeft te
rijden of uw bestemming wilt wijzigen, volg dan
onderstaande stappen om de begeleiding af te
breken.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Route annuleren] aan.
Er verschijnt een bericht met de vraag om een
bevestiging of de route die op dat moment
wordt begeleid gewist dient te worden.
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
29
CRB2198A_Nederlands.book Page 30 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
32
2 Tip [Ja] aan.
De actuele route wordt gewist en de kaart van
uw omgeving verschijnt weer op het scherm.
In dit scherm kunnen tevens de volgende
onderwerpen worden geselecteerd:
Overslaan:
Sla de route naar het geselecteerde tussenpunt in en de route wordt herberekend. (Het
overgeslagen tussenpunt wordt niet verwijderd.)
Neen:
Er wordt teruggegaan naar de vorige weergave zonder dat de route wordt gewist.
De voorwaarden voor het berekenen van de route wijzigen
Hoofdstuk 2
U kunt de voorwaarden van de routeberekening
wijzigen en de huidige route herberekenen.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
BasisbedieningNAVI
aan.
❒ [Overzicht route] wordt alleen weerge-
geven wanneer de route is uitgestippeld.
2 Tip [Opties] aan.
3 Tip de gewenste items aan om de voor-
waarden van de routeberekening te wijzigen en tip dan [OK] aan.
Wanneer de routeberekening voltooid is, verschijnt het “Route bevestigingscherm”.
Als een enkele route berekend wordt, zoekt
het systeem de route die aan zo veel mogelijk
aan deze voorwaarden voldoet.
❒ Een enkele route wordt berekend in de vol-
gende gevallen:
— Indien een tussenpunt ingesteld werd
— Indien een route ingesteld werd via spraa-
kherkenning
— Indien een automatische nieuwe route uit-
gevoerd wordt.
Onderdelen die door de gebruikers bewerkt kunnen worden
De met een asterisk (*) gemarkeerde instellingen
zijn standaard- of fabrieksinstellingen.
Routevoorwaarde
Met behulp van deze instelling wordt de berekening van de route geregeld zonder rekening te
houden met de tijd, de afstand of de hoofdweg.
Bepaal welke voorwaarde prioriteit heeft voor de
routeberekening.
30
[Snel]*:
Een route berekenen waarbij de kortste reistijd
naar uw bestemming prioriteit heeft.
[Kort]:
Een route berekenen waarbij de kortste afstand
naar uw bestemming prioriteit heeft.
[Hoofdweg]:
Bereken een route die prioritair voorbij een belangrijke verkeerslagader komt.
CRB2198A_Nederlands.book Page 31 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
33
Vermijd tolwegen
Deze instelling regelt of met tolwegen (met
inbegrip van tolgebieden) rekening moet worden
gehouden.
[Uit]*:
Een route berekenen waarbij tolwegen inbegrepen kunnen zijn (met inbegrip van tolgebieden).
[Aan]:
Een route berekenen waarbij tolwegen worden
vermeden (met inbegrip van tolgebieden).
❒ Het systeem kan een route berekenen met
inbegrip van tolwegen, indien [Aan] geselecteerd is.
Vermijd ferry
Deze instelling regelt of er al dan niet rekening
moet worden gehouden met veerponten.
[Uit]*:
Een route berekenen waarbij veerponten mogelijk
inbegrepen zijn.
[Aan]:
Een route berekenen waarbij veerponten worden
vermeden.
❒ Het systeem kan een route berekenen met
inbegrip van veerboten, indien [Aan] geselecteerd wordt.
Route aanleren
Het systeem leert de reisgeschiedenis aan van
uw voertuig voor iedere weg.
Deze instelling regelt of er al dan niet rekening
moet worden gehouden met de reisgeschiedenis.
[Aan]*:
Bereken de route waarbij rekening wordt
gehouden met de reisgeschiedenis.
[Uit]:
Bereken de route waarbij rekening wordt
gehouden met de reisgeschiedenis.
[Initialiseren]:
De huidige reisgeschiedenis wissen.
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
Vermijd snelwegen
Deze instelling regelt of er al dan niet snelwegen
bij de routeberekening moeten worden
betrokken.
[Uit]*:
Een route berekenen waarbij snelwegen mogelijk
inbegrepen zijn.
[Aan]:
Een route berekenen waarbij snelwegen worden
vermeden.
❒ Het systeem kan een route berekenen met
inbegrip van autosnelwegen, zelfs indien
[Aan] geselecteerd wordt.
31
CRB2198A_Nederlands.book Page 32 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
34
De huidige route controleren
U kunt de informatie controleren over de route
tussen de positie waar u zich op dat moment bevindt en uw bestemming.
U kunt twee methoden selecteren:
• De straten die u voorbij rijdt controleren op een
lijst.
• De route controleren door te schuiven doorheen de kaart langs de route.
De route controleren aan de
hand van tekst
U kunt routedetails controleren.
❒ Deze functie is niet beschikbaar wanneer uw
auto is afgeweken van de route.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
aan.
Het Route bevestigingscherm verschijnt.
❒ [Overzicht route] wordt alleen weerge-
geven wanneer de route is uitgestippeld.
Hoofdstuk 2
2 Tip [Profiel] aan.
BasisbedieningNAVI
❒ Wanneer er een lange route wordt
berekend, kan het navigatiesysteem wellicht niet alle wegen op een lijst plaatsen.
(In dit geval worden de overige wegen
gedurende de rit op de lijst weergegeven.)
Overzicht van de volledige route
controleren op de kaart
U kunt de volledige vorm van de huidige route controleren.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
aan.
Het Route bevestigingscherm verschijnt.
❒ [Overzicht route] wordt alleen weerge-
geven wanneer de route is uitgestippeld.
2 Tip [Detail] aan.
3 Tip het scherm aan en plaats de schu-
ifcursor op het punt waar u het detail of de
volledige afbeelding van wilt weergeven.
Of zoom in of uit op de kaartschaal.
3 Tip of aan om door de kaart te schu-
iven.
Blader doorheen de lijst naargelang de noodzaak.
De namen van de straten waar u door rijdt
Draairichting
Rijafstand
4 Tip [Terug] aan.
U kunt terugkeren naar het vorige scherm.
32
De kaart rond de schuifcursor wordt in en uit
gezoomd zodat u het detail of de volledige
afbeelding kunt weergeven.
4 Tip [Terug] aan.
U kunt terugkeren naar het vorige scherm.
❒ U kunt het overzicht ook controleren met
met de sneltoets als [Overzicht volledige route] geselecteerd is als de
[Snelkoppeling instellen].
CRB2198A_Nederlands.book Page 33 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
35
Tussenpunten bewerken
U kunt de tussenpunten (locaties die u wilt bezoeken terwijl u op weg bent naar uw bestemming) selecteren en de route herberekenen om er
langs te gaan.
Een tussenpunt toevoegen
Tot 5 tussenpunten kunnen geselecteerd worden
en geselecteerde punten kunnen automatisch of
handmatig gesorteerd worden.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
aan.
2 Tip [Tussenstops] aan.
Het tussenpunt menuscherm verschijnt.
3 Tip [Toevoegen] aan.
Verander het scherm om punten te zoeken.
Nadat een punt gezocht werd, verschijnt het
op de kaart. Daarna tipt u [OK] om de tussenpunten toe te voegen. (U kunt in het totaal vijf
tussenpunten toevoegen.)
4 Tip [OK] aan.
Wanneer een routeberekening voltooid is, verschijnt het “Route bevestigingscherm”.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
❒ Wanneer u (een) tussenpunt(en) vastlegt
op de route naar uw bestemming, verschijnt de route naar het volgende tussenpunt
in het lichtgroen. De rest van de route
wordt lichtblauw weergegeven.
Een tussenpunt verwijderen
U kunt tussenpunten verwijderen van de route en
daarna de route herberekenen. (U kunt tussenpunten achtereenvolgens verwijderen.)
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
aan.
2 Tip [Tussenstops] aan.
Het tussenpunt menuscherm verschijnt.
3 Tip [Wissen] aan en daarna het tussen-
punt dat u wilt verwijderen.
Het aangetipte tussenpunt wordt van de lijst
verwijderd.
4 Tip [OK] aan.
Wanneer de routeberekening voltooid is, verschijnt het “Route bevestigingscherm”.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Tussenpunten sorteren
U kunt tussenpunten sorteren en de route herberekenen.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Overzicht route]
aan.
2 Tip [Tussenstops] aan.
Het tussenpunt menuscherm verschijnt.
3 Tip [Sorteren], en daarna [Automatisch]
of [Manueel].
Automatisch:
U kunt de bestemming en tussenpunten
automatisch sorteren. Het systeem toont het
dichtstbijzijnde tussenpunt (afstand in een
directe lijn) vanaf de huidige locatie als tussenpunt 1, en sorteert de andere punten
(inclusief uw bestemming) in volgorde van
hun afstand tot uw huidige locatie.
33
Hoofdstuk 2
BasisbedieningNAVI
CRB2198A_Nederlands.book Page 34 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
36
Manueel:
U kunt de bestemming en tussenpunten
handmatig sorteren. Tip de eindbestemming
en tussenpunten aan links van het scherm in
de volgorde die u wilt opzoeken. De aangetipte
eindbestemming en tussenpunten verschijnen aan de rechterzijde van het scherm. Tip
deze toets aan [OK] om de sortering te voltoo-
ien en het vorige scherm verschijnt.
4 Tip [OK] aan.
De route wordt opnieuw berekend en het
“Route bevestigingscherm” verschijnt.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Een tussenpunt overslaan
Hoofdstuk 2
Als de punten zijn bepaald, kan het volgende tussenpunt langs de route worden overgeslagen.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Route annuleren] aan.
BasisbedieningNAVI
2 Tip [Overslaan] aan.
Er wordt een nieuwe route naar de bestemming berekend, met inbegrip van alle resterende tussenpunten en zonder het
overgeslagen tussenpunt.
Het “Route bevestigingscherm” verschijnt.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
34
CRB2198A_Nederlands.book Page 35 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
37
De kaartweergave lezen
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die uw navigatiesysteem
biedt, kan op de kaart worden bekeken. U dient te
weten hoe de informatie op de kaart wordt
weergegeven.
Omschakelen naar de weergavemodus
Er zijn vijf types kaartschermen en twee extra kijkmodi.
• Kaartmodus
• Driver’s view
• Duo weergave
• Hybridemodus (alleen tijdens de begeleiding)
• Straat/Kaart (alleen tijdens de begeleiding)
• Voertuig-dynamica
• Zicht achteruitrijcamera (Alleen mogelijk
wanneer de [Camera Input] is ingesteld op
[On].)
1 Druk op de MAP toets om een kaart weer
te geven van het gebied rondom uw huidige positie.
2 Druk opnieuw op de MAP toets.
3 Tip de naam van de modus aan om de
modus die u wilt weergeven te selecteren.
Hoofdstuk 3
De kaart van de huidige locatie
bekijken
❒ In dit voorbeeld is de basisinstelling [Tweede
maneuverpijl] ingesteld op [Weergeven].
Kaartmodus
Toont de standaardkaart.
(1)
(2)
(3)
(11)
(8)
(4)
Driver’s view
De kaart wordt weergegeven vanuit het oogpunt
van de bestuurder.
(1)
(2)
(15)
(22)
(3)
(11)
(8)
(4)
(10)(20)
(12) (21)
(10)(20)
(21)
(7)
(7)
(9)
(16)
(5)
(6)
(9)
(13)
(5)
(6)
NAVI
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezen
❒ U kunt de weergavemodus weergeven
door [Kaart] aan te tippen in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Weergavemode]
aan.
Over de 3D POI
Afhankelijk van de gegevens kan de POI verschijnen in een grafische 3D afbeelding of een plaatformaat met POI teken links op het scherm
[Driver’s view].
❒ De weergegeven POI links op het scherm
heeft niets te maken met de instelling van
[Categorieën op de kaart].
35
CRB2198A_Nederlands.book Page 36 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
38
Duo weergave
U kunt het scherm verticaal in twee delen. Het
rechtse en het linkse scherm kunnen een kaart in
verschillende schalen weergeven. Als u [Duo weergave 2D/3D] instelt op [3D] verschijnt een
3D kaart links op het scherm.
(1)
(10)(20)
• In de Voertuig-dynamica weergavemodus
kan de snelheidsmeter een andere snelheid aangeven dan de actuele snelheidsmeter van uw voertuig, omdat uw toestel
snelheid op een andere manier meet.
(2)
(15)
(22)
(6)
(3)
(11)
(8)
(4)
(7)
(21)
➲ Duo weergave 2D/3D ➞ Pagina 46
Hybridemodus
Over de standaardkaart van uw omgeving wordt
de naam van de straat weergegeven waar u zo
dadelijk in slaat, samen met twee pijlen; de grote
pijl links geeft de richting van uw volgende rijactie weer en de afstand tot dit punt, en de kleine
pijl rechts geeft de richting van uw tweede en volgende rijacties weer en de afstand daartoe.
(1)
(2)
(15)
Hoofdstuk 3
(22)
(3)
(11)
(8)
(4)
(10)(20)
(12)(21)
(7)
Straat/Kaart
Toont de naam van de straat waar u zo dadelijk
De kaartweergave lezenNAVI
langs rijdt en een pijl die de rijrichting aangeeft.
(2)
(15)
(22)
(3)
(11)
(8)
(1)
(4)
(10)(20)
(21)
(9)
(13)
(5)
(6)
(7)
❒ U kunt de onderdelen wijzigen die aange-
geven worden op de meters links en rechts.
➲ Het Voertuig-dynamica scherm instellen ➞
Pagina 42
Zicht achteruitrijcamera
Het achteruitkijkbeeld wordt links van het scherm
afgebeeld, terwijl de kaart van uw omgeving
rechts wordt weergegeven.
(2)(10)(20)
(15)
(9)
(22)
(16)
(5)
(6)
(8)
❒ Indien de [Camera Input] is ingesteld op
[Off], wordt het achteruitkijkbeeld niet
weergegeven. Stel de camera in op [On].
➲ Instelling camera ➞ Pagina 145
❒ Bij gebruik van een camera die, in combinatie
(9)
(13)
(5)
(6)
(7)
met het achteruitsignaal, is ingesteld op UIT/
AAN worden geen camerabeelden weergegeven in de achteruitkijkmodus terwijl u
vooruit rijdt.
(21)
(9)
(13)
(5)
(6)
(7)
Voertuig-dynamica Scherm
Geeft de status van uw voertuig aan.
36
CRB2198A_Nederlands.book Page 37 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
39
❒ Als de camera altijd is ingesteld op AAN (ON),
kunnen beelden in de achteruitkijkmodus
worden weergegeven wanneer het voertuig
vooruit rijdt. In dat geval dient bij de producent of dealer van de camera navraag te
worden gedaan of de werking en de gebruiksduur van de camera worden beïnvloed.
❒ Zicht achteruitrijcamera kan altijd (bijv.
wanneer er een aanhangwagen, etc. wordt
gevolgd) worden weergegeven wanneer de
kaartinformatie gedeeltelijk wordt getoond.
Let erop dat de grootte van het camerabeeld
bij deze instelling niet aan het scherm wordt
aangepast, en dat een deel van datgene wat
door de camera wordt gezien door de kijker
niet wordt waargenomen.
Vergrote kaart van de kruising
Dit scherm wordt enkel weergegeven als de
[Close Up] in het [Kaart] menu [2D] of [3D] is.
Vergrote kaart van de kruising (2D)
(13)
(14)
Vergrote kaart van de kruising (3D)
(23)
(17)
Wanneer u op de snelweg rijdt, kunnen nummers
van afritten en verkeersborden worden weergegeven wanneer u zich in de buurt van knooppunten en afritten bevindt.
(18)(19)
(24)
❒ Als de gegevens voor deze items niet op de
harde schijf staan, is de informatie niet
beschikbaar zelfs als er signalisatie aanwezig
is op de weg.
Stadskaart
Als [Stadskaart] in het [Kaart] menu [Aan] is, is
in bepaalde gebieden van grote steden, een meer
gedetailleerde [Stadskaart] beschikbaar met een
schaal van 50m (0,05 mijl) of lager. (Het scherm
wijzigt automatisch als u bepaalde grote steden
invoert.)
(1)
(10)(20)
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezenNAVI
Weergave tijdens het rijden op een snelweg
Bij geselecteerde locaties van de snelweg is informatie over de rijstrook beschikbaar, waarbij
wordt aangegeven op welke aanbevolen rijstrook
u zich het beste kunt bevinden om de aanwijzingen van de begeleiding gemakkelijker op te volgen.
(2)
(3)
(11)
(8)
(4)
(21)
(7)
❒ Het is mogelijk dat de gedetailleerde stad-
skaart niet verschijnt vanwege de volgende
redenen:
• De gegevens voor die stadszone zijn niet
aanwezig op de harde schijf.
• Als u op een autosnelweg rijdt.
(5)
(6)
37
CRB2198A_Nederlands.book Page 38 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
40
Display-onderdelen
❒ Informatie met de markering (*) wordt alleen
weergegeven wanneer de route bepaald is.
❒ Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen niet
weergegeven.
Huidige locatie
De positie van uw auto. De punt van het driehoeksteken geeft aan in welke richting u rijdt en het
teken beweegt automatisch met het rijden mee.
❒ De punt van de driehoek is de huidige positie
van het voertuig.
Bestemming*
De geblokte vlag geeft uw bestemming aan.
Begeleidingspunt*
Het volgende begeleidingspunt (volgende keerpunt, etc.) wordt aangegeven door een gele vlag.
De begeleidingspunten van tot drie punten op de
weg, inclusief het tussenpunt, verschijnen.
tussenpunt
De geblokte vlag en nummer (1 tot 5) geeft uw
tussenpunt aan.
(1) De naam van de straat die u gebruikt (of
Hoofdstuk 3
het volgende begeleidingspunt)*
(2) Afstand tot het begeleidingspunt*
Door aan te tippen kunt u de informatie
opnieuw beluisteren.
(3) Afstand tot de bestemming (of afstand tot
het tussenpunt)*
De afstand op deze toets geeft de afstand weer
naar de bestemming of naar ieder tussenpunt.
De kaartweergave lezenNAVI
Indien tussenpunten ingesteld werden, wijzigt de
afstand naar de eindbestemming en het volgende
tussenpunt iedere maal dat u de toets aantipt.
❒ Als de locatie van het voertuig op de route is,
verschijnt de afstand naar de eindbestemming (of tussenpunt). Als de locatie van het
voertuig op de route is, verschijnt de afstand
naar de eindbestemming (of tussenpunt).
(4) Naam van de straat die uw voertuig passeert (of naam van de stad, etc.)
38
(5) Kompas
De rode pijl geeft het noorden aan. Als de schaal
minder dan 50 km (25 mijl) is, wordt de weergaverichting van de kaart gewijzigd wanneer de
kaart wordt aangeraakt (Noord boven/In de
rijrichting). Wanneer de schaal van de kaart is
groter dan 50 km (25 mijl) is, wordt de kaart
weergegeven in de richting “Noord boven”.
In de rijrichting:
De kaart geeft de richting van het voertuig altijd zo weer dat dit zich naar de bovenkant van
het scherm beweegt.
Noord boven:
De kaart toont het noorden altijd boven in het
scherm.
(6) Inzoomen/Uitzoomen
Aantippen om de schaal van de kaart te wijzigen.
➲ De schaal van de kaart wijzigen ➞ Pagina 39
(7) Schaal van de kaart
De schaal van de kaart wordt weergegeven door
de afstand.
(8) VOICE pictogram
Aantippen om de spraakherkenningmodus te
wijzigen.
❒ Wordt alleen weergegeven wanneer de micro-
foon voor spraakherkenning is aangesloten.
➲ De spraakbediening van het Navigatiesysteem
➞ Hoofdstuk 15
(9) RDS-TMC service provider
Dit verschijnt wanneer het RDS-TMC signaal
ontvangen wordt. De naam van de service provider van de momenteel ontvangen RDS-TMC
wordt weergegeven.
❒ De naam van het station of de frequentie ver-
schijnt als de naam van de service provider
niet beschikbaar is.
(10) Huidige tijd
(11) Geschatte aankomsttijd (of reistijd naar
uw bestemming)*
Het scherm alterneert wanneer u het aanraakt.
❒ De geschatte aankomsttijd is een ideale
waarde berekend aan de hand van de waarde
ingesteld voor [Gemiddelde snelheid] en de
werkelijke rijsnelheid. De geschatte aankomsttijd is enkel een referentiewaarde en biedt
geen garantie van de aankomsttijd op dat tijdstip.
CRB2198A_Nederlands.book Page 39 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
41
➲ De gemiddelde snelheid instellen ➞
Pagina 87
(12) Routemarkering
De routemarkering toont de route die uw auto
heeft afgelegd langs de witte punten.
➲ De uitgezette route selecteren ➞ Pagina 45
(13) Kaart van uw omgeving (aan de zijkant)
Door kort de kaart aan te raken wordt het sneltoetsmenu aangegeven, bij langer aanraken gaat
de kaart over op de schuifmodus.
➲ De kaart verschuiven naar de plaats die u wilt
zien ➞ Pagina 40
(14) Afstand tot het draaipunt*
Weergegeven op de vergrote kaart van de kruising. De groene balk wordt korter wanneer uw
auto een draaipunt nadert.
(15) Volgende rijrichting*
Wanneer u een kruispunt nadert, wordt dit in
groen weergegeven. Het scherm geeft de afstand
weer tot het volgende begeleidingspunt.
(16) Richtingslijn*
De richting naar de plaats die is bepaald in (4),
wordt aangegeven met een rechte lijn.
(17) Informatie over rijstroken*
Informatie over een rijstrook wordt weergegeven
de eerste maal dat de stembegeleiding voor
wordt uitgevoerd. De aanduidingen met een witte
pijl op de groene plaat is de vaakst aanbevolen
rijstrook. Wanneer het geleidescherm in de buurt
van een knooppunt of afrit wordt weergegeven,
verdwijnt de informatie over de rijstrook.
(18) Borden van de snelweg*
Deze geven het wegnummer weer en geven informatie over de richting.
(19) Informatie over snelwegafritten*
Geeft de afrit van de snelweg weer.
(20) Bluetooth verbonden pictogram
Dit pictogram geeft aan of de mobilofoon met de
Bluetooth technologie al of niet aangesloten is. U
kunt kiezen tussen weergave en niet-weergave.
: Aangesloten
: Niet-aangesloten
❒ Dit is uitsluitend beschikbaar als het Blue-
tooth apparaat aangesloten is.
➲ De weergave of de niet-weergave selecteren
voor het Bluetooth verbonden pictogram ➞
Pagina 47
(21) Stembegeleiding dempen pictogram
Tip deze toets aan om de dempen instelling van
de spraakbegeleiding in of uit te schakelen. U
kunt kiezen tussen weergave en niet-weergave.
➲ De weergave of de niet-weergave selecteren
voor het Stembegeleiding dempen pictogram ➞ Pagina 46
(22) Tweede maneuverpijl*
De draairichting twee hoeken verderop verschijnt. U kunt kiezen tussen weergave en niet-weergave.
➲ De weergave of de niet-weergave selecteren
voor het Tweede maneuverpijl➞ Pagina 46
(23) POI pictogram
Het POI pictogram kan verschijnen op de vergrootte kaart van het kruispunt (als beschikbare
gegevens bestaat.).
(24) Voorgestelde rijstrookinformatie*
Het geleidescherm in de buurt van een knooppunt of afrit wordt weergegeven wanneer u een
oprit, kruispunt of een afrit nadert. De voorgestelde rijstrook wordt met een groene pijl aangegeven.
Over “Straten zonder afslaginstructies”
Routes (de weergegeven en paars weergegeven
route) bevatten slechts basisgegeven en kunnen
uitsluitend gebruikt worden om een navigatieroute uit te stippelen. Pioneer Navigation geeft uitsluitend aan navigeerbare route weer op de kaart
(enkel de aankomstbegeleiding voor de bestemming of een tussenpunt is beschikbaar). Let
langs de gemarkeerde route goed op alle lokale
verkeersregels en volg ze op. (Voor uw eigen veiligheid.)
Op deze wegen worden geen bocht-per-bocht
richtingaanwijzingen weergegeven.
Wanneer u voertuig de toegang tot deze weg
bereikt, wordt het pictogram naast de richtingpijl weergegeven. Dit betekent dat de begeleiding niet beschikbaar is met dit wegtype. Het
pictogram wordt aangegeven voor de weg waarvoor de begeleiding beschikbaar is.
39
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezenNAVI
CRB2198A_Nederlands.book Page 40 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
42
De close-up van een kruispunt functie, Automatische nieuwe route berekening functie, De weergave naar [Hybridemodus] wijzigen, of [Straat/
Kaart] zijn niet beschikbaar.
De schaal van de kaart wijzigen
of aantippen om de schaal van de kaart te
wijzigen. Door of aan te tippen kunt u de
schaal in kleinere stappen wijzigen binnen een
bereik van 25 meter tot 500 kilometer (25 yards 250 mijl). Als de weergavemodus ingesteld is op
Kaartmodus of Hybridemodus, verschijnt de
“Directe schaaltoets”. Door direct de toets
“Directe schaaltoets” aan te raken gaat de kaart
rechtstreeks over op de geselecteerde schaal.
Directe schaaltoets
❒ Het pictogram van een invoer in het “Adres-
boek” en het pictogram van de verkeersinformatie worden weergegeven wanneer de
Hoofdstuk 3
schaal van de kaart 20 km (10 mijl) of minder
is.
❒ De verkeerlijn verschijnt als de schaal van de
kaart 5 km (0,25 mijl) of minder is.
❒ POI pictogrammen verschijnen als de schaal
van de kaart 1 km (0,75 mijl) of minder is.
De kaart verschuiven naar de
De kaartweergave lezenNAVI
plaats die u wilt zien
Door een willekeurige plaats op de kaart aan te
tippen gaat de kaart over in de “schuifmodus” en
begint deze te verschuiven in de richting die u
hebt aangeraakt. Het verschuiven houdt op wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Door op de MAP toets te tippen gaat u terug naar
de kaart van uw omgeving.
Dit is de lijn die de huidige locatie verbindt tussen de huidige locatie en de schuifcursor.
❒ Tip het gebied bij het midden van het scherm
aan om langzaam te schuiven; tip het gebied
bij de randen van het scherm aan om snel te
schuiven.
❒ Tijdens [Duo weergave] kan de kaart aan de
linkerzijde van het scherm niet verschoven
worden. Tip de kaart aan rechts op het scherm
om door de kaarten te schuiven.
(3)(2)(5)
(1) Scroll cursor
De positie van de schuifcursor toont de plaats die
op de betreffende kaart geselecteerd is.
❒ Als de schaal 200 m (0,25 mijl) of lager is,
wordt de straat lichtblauw weergegeven in de
buurt van de scroll cursor.
(2) Richtingslijn
Dit is de lijn die de huidige locatie verbindt tussen de huidige locatie en de schuifcursor.
De richting naar de schuifcursor wordt aangegeven met een rechte lijn.
(3) Afstand van de huidige plaats
Toont de afstand in een rechte lijn tussen de
plaats die wordt aangewezen door de scroll cursor en uw huidige locatie.
(4) De naam van de straat, de stad, het
gebied en andere informatie over deze plaats
(De weergegeven informatie varieert al naar
gelang de schaal.)
Door op rechts van het scherm te tippen,
wordt de verborgen tekst weergegeven.
(5) Huidige locatietoets
Door de toets aan te tippen gaat u terug naar
de huidige locatie.
(1)
(4)
40
CRB2198A_Nederlands.book Page 41 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
43
De informatie over een specifieke locatie bekijken
Een pictogram verschijnt op geregistreerde plaatsen (thuisbasis, specifieke plaatsen, ingangen
van het adresboek) en op plaatsen waar een POI
is of waar verkeersinformatie over is. Plaats de
scroll cursor boven het pictogram om de gedetailleerde informatie te bekijken.
1 Verschuif de kaart en beweeg de scroll
cursor naar het pictogram dat u wilt bekijken.
2 Tip aan.
Er verschijnt informatie over een opgegeven
locatie.
❒ U kunt ook terug gaan naar de kaart van
uw omgeving door de MAP toets in te
drukken.
sneltoetsmenu
U kunt diverse taken, zoals het berekenen van de
route voor de plaats die wordt aangewezen door
de scroll cursor, of het registreren van een plaats
in het [Adresboek], sneller uitvoeren met behulp
van sneltoetsen dan door het navigatiemenu te
gebruiken.
U kunt de sneltoetsen aanpassen op het scherm.
De beschreven sneltoetsen worden als standaardinstelling voorbereid.
➲ Een sneltoets-combinatie wijzigen ➞
Pagina 47
❒ Wanneer het Bluetooth apparaat aangesloten
is op het navigatiesysteem kunt u de sneltoetsen gebruiken van de telefoonfuncties.
❒ Onderwerpen met een asterisk (*) kunnen niet
worden verwijderd worden uit het sneltoetsmenu.
1 Wanneer de kaart weergegeven wordt,
tipt u aan.
Hoofdstuk 3
De informatie varieert al naar gelang de locatie. (Het is mogelijk dat er geen informatie is
over de betreffende locatie.)
➲ Plaatsen registreren ➞ Pagina 59
➲ POI weergeven op de kaart ➞ Pagina 48
➲ Pictogram voor verkeersinformatie ➞
Pagina 68
❒ verschijnt wanneer het Bluetooth
apparaat aangesloten is op het navigatiesysteem samen met de mobilofoon. Als u
aantipt, kunt u een telefonische
oproep maken naar het weergegeven telefoonnummer.
➲ “Bellen via de kaart” ➞ Pagina 79
3 Tip [Terug] aan.
U kunt terugkeren naar het vorige scherm.
4 Tip aan.
U kunt terug gaan naar de kaart van uw
omgeving.
De kaartweergave lezenNAVI
sneltoetsmenu
: Route-opties*
Wordt weergegeven wanneer de kaart niet verschoven wordt. Dit item kan alleen tijdens de
begeleiding worden geselecteerd.
U kunt de voorwaarden van de routeberekening wijzigen en de huidige route herberekenen.
➲ “De voorwaarden voor het berekenen van
de route wijzigen” ➞ Pagina 30
41
CRB2198A_Nederlands.book Page 42 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
44
: Bestemming*
Wordt weergegeven wanneer de kaart wordt
verschoven. De route uitzetten naar de plaats
die wordt aangegeven met de scroll cursor.
: Registratie
De locatie registreren in het adresboek die
door de scroll cursor wordt weergegeven.
➲ Registreren in het adresboek ➞ Pagina 60
: Zoek in de omgeving
POI vinden in de buurt van de schuifcursor.
➲ “Een POI in uw omgeving vinden” ➞
Pagina 53
: Categorieën op de kaart
Geeft het pictogram weer voor de voorzieningen in de omgeving (POI) weer.
➲ “POI weergeven op de kaart” ➞ Pagina 48
: Volume
Scherm [Volume instellingen].
➲ Volume ➞ Pagina 85
: Telefoonboek
Scherm [Telefoonboek].
➲ “Een telefoonnummer in de telefoonboek
bellen” ➞ Pagina 78
➲ “De telefoonboek gegevens bewerken” ➞
Pagina 81
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezenNAVI
: Menu afsluiten
Verbergt het menu.
Instellen van het Voertuig-dynamica scherm
U kunt de inhoud van de meetinstrumenten links
en rechts van de Voertuigdynamica weergave
wijzigen.
Zolang het eerste leerproces van de sensor nog
niet is voltooid, zijn enkel de spanning en de klok
beschikbaar.
❒ De weergegeven snelheid is een richtlijn en
kan niet overeenstemmen met de eigenlijke
snelheid.
1 Schakelen naar het scherm van de Voer-
tuigdynamica.
➲ Het kaartscherm wijzigen ➞ Pagina 35
2 Tip de linker- of rechtermeter aan.
Er verschijnen toetsen op het aanraakpaneel.
3 Tip de items aan die u wilt weergeven.
U kunt de volgende items selecteren:
Spanning:
Geeft de voeding weer en het voltage dat de
batterij levert aan het systeem.
Versnelling:
De versnelling in voorwaartse richting wordt
weergegeven. Het + teken geeft de versnelling en het – teken de vertraging weer.
Zijdelingse versnelling:
De versnelling in zijwaartse richting, bijv. bij
het nemen van een bocht, wordt weergegeven. Het + teken geeft een bocht naar links
en het – teken een bocht naar rechts weer.
Hoeksnelheid:
Geeft de draaihoek van het voertuig in één
seconde weer (hoe ver het binnen één seconde gedraaid is).
Helling:
Geeft de verticale beweging van het voertuig
weer. De + kant geeft de toenemende hoek en
de – kant de afnemende hoek weer.
42
CRB2198A_Nederlands.book Page 43 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
45
Richting:
De richting waarin uw voertuig rijdt wordt
weergegeven.
Klok:
De klok wordt weergegeven.
Stijl aanpassen:
Tip [Stijl aanpassen] aan om een scherm
weer te geven voor het selecteren van het paneelmodel. Tip één van de op het scherm
weergegeven modellen aan om het paneel met
het geselecteerde model te selecteren.
❒ Als u [Terugstellen piek] aantipt, worden
de maximale en minimale (groene lijn)
waarden die in [Versnelling] en
[Zijdelingse versnelling] worden
weergegeven gereset.
❒ U kunt de kilometerteller in het midden
niet wijzigen.
❒ Door Demo te selecteren in het Instelling-
menu kunt u een demonstratie met willekeurige waarden uitvoeren.
43
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezenNAVI
CRB2198A_Nederlands.book Page 44 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
46
Hoofdstuk 3
De kaartweergave lezenNAVI
44
CRB2198A_Nederlands.book Page 45 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
47
Kaartconfiguraties wijzigen
2 Om de instelling te voltooien, tipt u [OK]
• Om veiligheidsredenen zijn deze functies
niet beschikbaar zolang de auto rijdt. Om
deze functies te activeren en een route te
bepalen, dient u op een veilige plaats te
stoppen en de handrem in te schakelen
(zie pagina 16 Interlock voor details).
Toegang tot het Kaartmenu
1 Druk op de MENU toets om het navigatie-
menu weer te geven.
2 Tip [Kaart] aan om het Kaartmenu weer
te geven.
3 De instelling wijzigen.
➲ Ieder item aanpassen ➞ Pagina 45 tot 49
❒ In dit gedeelte worden de bijzonderheden
van de instelling van elk onderdeel
beschreven. De met een asterisk (*)
gemarkeerde instellingen zijn standaardof fabrieksinstellingen.
Het item instellen op het kaartscherm
U kunt selecteren of u het pictogram op de kaart
al of niet wilt weergeven of hoe u de kaart kunt
weergeven.
Close Up
Stadskaart
Traceren
Hoofdstuk 4
aan.
U kunt de methode selecteren om de close up
weergave van het kruispunt weer te geven.
2D*:
Geeft de close up weergave weer met de 2D
kaart.
3D:
Geeft de close up weergave weer met
[Driver’s view].
Uit:
De close up weergave niet weergeven.
U kunt selecteren of u de stadskaart al of niet
wilt weergeven in bepaalde grote steden.
Aan*:
Schakelt automatisch over op de stadskaart in
een stadskaart zone.
Uit:
De stadskaart niet weergeven.
❒ Zelfs als u [Stadskaart] overschakelt op
[Aan], kan de stadskaart niet weergegeven
worden in de zone waar geen stadskaart
gegevens beschikbaar zijn.
U kunt het spoor van uw doortocht weergeven
met witte stippen langs de route.
Hoofdstuk 4
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu, en
tip vervolgens [Getoonde informatie] aan.
Het Weergegeven info scherm verschijnt.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerpen bediend worden.
Aan (altijd):
Weergave van alle afgelegde ritten.
Aan (deze trip):
Om de afgelegde weg te tonen met een stippellijn, maar deze automatisch te wissen bij
uitschakelen van het navigatiesysteem (bij het
uitzetten van de motor van de auto).
45
CRB2198A_Nederlands.book Page 46 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
48
Uit*:
Om geen stippellijnen te tonen voor afgelegde
wegen.
Duo weergave 2D/3D
U kunt selecteren of u het linker kaartscherm
van de Duo weergave in 2D of in 3D wilt weergeven.
2D:
Geeft de 2D kaart weer.
• Het is mogelijk dat de weergave van de
snelheidsbeperking niet overeenstemt met
de eigenlijke snelheidsbeperking van de
huidige straat. Dit is geen definitieve
waarde. Zorg ervoor dat u de effectieve
snelheidsbeperkingen steeds naleeft.
3D*:
Geeft de 3D kaart weer.
Snelheidsbeperking
Verbergen*:
Verbergt de snelheidsbeperking van de kaart.
Weergeven:
Geeft de snelheidsbeperking weer op de kaart.
❒ Als u de instelling van [km / mijl] wijzigt in
de [Regionale instellingen] wijzigt ook
de eenheid van de snelheidsbeperking.
Mute-knop
Selecteert of u de stembegeleiding dempen
toets op de kaart al of niet wilt weergeven.
Hoofdstuk 4
Weergeven*:
Geeft de stembegeleiding dempen weer op de
kaart.
Verbergen:
Geeft de stembegeleiding dempen weer op de
kaart.
Snelheidslimiet
Selecteert of u de snelheidsbeperking van de
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
huidige straat al of niet wilt weergeven.
46
Verkeersincidenten
Selecteer of u het verkeersberichtpictogram
wilt weergeven of verbergen op de kaart als
zich incidenten voordoen op de route.
➲ “De verkeersinformatie handmatig control-
eren” ➞ Pagina 69
Weergeven*:
Geeft het pictogram weer op de kaart.
Verbergen:
Verbergt het pictogram van de kaart.
❒ Het berichtpictogram is niet beschikbaar
als uw voertuig afwijkt van de route.
Tweede maneuverpijl
Selecteert of u de tweede hoek in het vooruitzicht van het voertuig op de kaart wilt weergeven of verbergen (behalve voor [Straat/Kaart]).
➲ Over de Tweede manoeuvre pijl ➞
Pagina 39
Weergeven*:
Geeft de tweede hoek in het vooruitzicht van
het voertuig weer op de kaart.
CRB2198A_Nederlands.book Page 47 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
49
Verbergen:
Verbergt de tweede hoek in het vooruitzicht
van het voertuig van de kaart.
Bluetooth verbonden
Selecteert of u het pictogram voor de huidige
status van de telefoonverbinding via Bluetooth
draadloze technologie al dan niet wilt weergeven.
Weergeven*:
Geeft het pictogram weer op de kaart.
Verbergen:
Verbergt het pictogram op de kaart.
➲ Over Bluetooth verbonden pictogram ➞
Pagina 39
De sneltoets selecteren
Selecteer sneltoetsen om ze weer te geven op het
kaartscherm. In de op het scherm weergegeven
lijst, worden de items met rode vinkjes aangegeven op de kaart. Tip de sneltoets aan die u wilt
weergeven en raak vervolgens [OK] aan wanneer
er een rood vinkj e verschijnt. U kunt maximaal vijf
sneltoetsen selecteren.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu, en
tip vervolgens [Snelkoppeling instellen]
aan.
Het sneltoets selectiescherm verschijnt.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerpen bediend worden.
2 Tip het item aan dat u wilt instellen in het
sneltoetsmenu.
Het item met een rood vinkje verschijnt in het
sneltoetsmenu.
: Registratie*
De locatie registreren in het adresboek die
door de scroll cursor wordt weergegeven.
➲ Registreren in het adresboek ➞ Pagina 60
: Zoek in de omgeving*
POI vinden in de buurt van de schuifcursor.
➲ “Een POI in uw omgeving vinden” ➞
Pagina 53
: Categorieën op de kaart*
Geeft het pictogram weer voor de voorzieningen in de omgeving (POI) weer.
➲ “POI weergeven op de kaart” ➞ Pagina 48
: Volume*
Scherm [Volume instellingen].
➲ Volume ➞ Pagina 85
: Telefoonboek*
Scherm [Telefoonboek].
➲ “Een telefoonnummer in de telefoonboek
bellen” ➞ Pagina 78
➲ “De telefoonboek gegevens bewerken” ➞
Pagina 81
: Favorieten kiezen 1 tot 5
U kunt een oproep tot stand brengen naar het
telefoonnummer dat in [Favorieten kiezen]
geregistreerd werd.
➲ “Een telefoonnummer registreren in Favo-
rieten kiezen” ➞ Pagina 80
: Overzicht volledige route
Geeft de volledige (actuele uitgestippelde)
route weer.
➲ “Overzicht van de volledige route control-
eren op de kaart” ➞ Pagina 32
: Verkeer op route
Het weergeven van een lijst met verkeersinformatie over de route.
➲ Geeft verkeersinformatie over de route
weer ➞ Pagina 68
: Verkeerslijst
Een lijst met informatie over verkeersincidenten weergeven.
➲ “Alle verkeersinformatie controleren” ➞
Pagina 67
: Dag/Nacht weergave
De Dag/Nacht weergave instellingen
omschakelen.
➲ “De kleurwijziging van de kaart instellen
tussen dag en nacht” ➞ Pagina 49
3 Om de instelling te voltooien, tipt u [OK]
aan.
Hoofdstuk 4
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
47
CRB2198A_Nederlands.book Page 48 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
50
POI weergeven op de kaart
Geeft op de kaart het pictogram voor voorzieningen in de omtrek (POI) weer.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu, en
tip vervolgens [Categorieën op de kaart]
aan.
2 Tip [Weergeven] aan om [Aan] in te
schakelen.
❒ Als u het POI pictogram niet wilt weer-
geven, tipt u [Weergeven] om het om te
schakelen [Uit]. (Zelfs als [Weergeven]
omgeschakeld is [Uit], blijft de POI selectie instelling behouden.)
3 Tip de categorie aan die u wilt weergeven.
4 Tip [Detail selecteren] aan.
[Alles selecteren]:
Selecteert alle gedetailleerde categorieën die
omvat zijn in die categorie. (Bijv. alle categorieën van restaurants, inclusief Japans en fast
food.)
[Alles deselecteren]:
Deselecteert de geselecteerde categorie.
5 Tip de gewenste gedetailleerde categorie
Hoofdstuk 4
aan.
❒ U kunt max. 100 items selecteren van de
gedetailleerde categorie.
7 Om de selectie te voltooien, tipt u [OK]
aan.
➲ “De informatie over een specifieke locatie
bekijken” ➞ Pagina 41
Bladeren doorheen de verklaring
van de kleuren op de kaart
U kunt het doorheen het type straten en zones
bladeren die weergegeven worden op de kaart.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu, en
tip vervolgens [Kaart-legende] aan.
2 Tip het type aan dat u wilt weergeven.
3 Door of aan te tippen, gaat u over
naar de volgende of de vorige pagina.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerpen bediend worden.
Dag:
U kunt de kleur van het Dagscherm controleren.
Nacht:
U kunt de kleur van het Nachtscherm controleren.
❒ Om terug te keren naar het vorige scherm,
tipt u [Terug] aan.
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
De categorie heeft reeds een rood vinkje.
6 Tip [OK] aan.
Terugkeren naar het vorige scherm.
48
CRB2198A_Nederlands.book Page 49 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
51
De weergavemodus van de navigatiekaart wijzigen
U kunt de kaart weergavemodus wijzigen.
❒ Deze operatie kan niet uitgevoerd worden in
de “Schuifmodus”.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu, en
tip vervolgens [Weergavemode] aan.
2 Tip het type aan dat u wilt instellen.
➲ “Het gebruik van de kaart” ➞ Pagina 35
De kleurwijziging van de kaart
instellen tussen dag en nacht
Om ’s avonds de zichtbaarheid van een kaart te
verbeteren, kunt u de timing instellen om de
kleurencombinatie van een kaart te wijzigen.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu.
2 Tip [Dag/Nacht weergave] aan om de lijst
te wijzigen.
Iedere maal dat u de toets aanraakt, verandert
de instelling.
Automatisch*:
U kunt de kleurencombinatie van een kaart
wijzigen tussen dag en nacht al naargelang
de verlichting van het voertuig Aan of Uit is.
Dag:
De kaart wordt altijd weergegeven met dagkleuren.
❒ Om deze functie te gebruiken met
[Automatisch], dient de oranje/witte
kabel van het navigatiesysteem op de
juiste wijze te zijn aangesloten.
❒ U kunt de helderheid van het scherm ook
wijzigen tussen dag en nacht met
[Dimmer].
➲ “Beeldinstellingen bewerken” ➞
Pagina 150
De instelling van het navigatie
onderbrekingscherm wijzigen
Instellen of er automatisch dient te worden overgegaan naar het navigatiescherm van het AV scherm wanneer uw voertuig een begeleidingspunt,
zoals een kruispunt, nadert terwijl er een ander
scherm dan dat van de navigatie wordt getoond.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu.
2 Tip [AV-begeleidingsfunctie] aan om de
lijst te wijzigen.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
Aan*:
Overgaan van het audiobedienings- op het
navigatiescherm.
Uit:
Er wordt niet overgegaan op een ander scherm.
De kleur van de kaart wijzigen
U kunt de kaartkleur wijzigen in blauwachtig of
roodachtig.
1 Tip [Kaart] aan in het navigatiemenu.
2 Tip [Kleur wegennet] aan om de lijst te
wijzigen.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
Rood*:
Wijzigt de kaartkleuren op rode basis.
Blauw:
Wijzigt de kaartkleuren op blauwe basis.
❒ Controleert de kleurwijziging met de
[Kaart-legende].
Hoofdstuk 4
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
49
CRB2198A_Nederlands.book Page 50 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
52
Hoofdstuk 4
Kaartconfiguraties wijzigenNAVI
50
CRB2198A_Nederlands.book Page 51 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
53
Koers uitzetten naar uw bestemming
• POI’s zoeken door eerst een stadsnaam te preciseren
• Om veiligheidsredenen zijn de functies
voor de bepaling van de route niet
beschikbaar zolang de auto rijdt. Om deze
functies te activeren en een route te
bepalen, dient u op een veilige plaats te
stoppen en de handrem in te schakelen
(Zie pagina 16 Interlock voor details).
❒ Sommige informatie over verkeersregelingen
is afhankelijk van het tijdstip waarop de route
wordt berekend. Deze informatie is daarom
mogelijk niet in overeenstemming met een
bepaalde verkeersregel op het moment dat uw
auto de locatie passeert. Bovendien gelden de
aangegeven verkeersregels voor een personenauto en niet voor een bedrijfsauto. Houd u
altijd aan de actuele verkeersregelingen als u
in uw auto rijdt.
POI zoeken in heel het land
Een POI zoeken rechtstreeks op
basis van een naam van de faciliteiten
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek op categorie] aan.
2 Tip de landentoets van het land van
bestemming aan en selecteer het land.
➲ Het land selecteren waarin u wilt zoeken ➞
Pagina 24
3 De naam van de faciliteiten invoeren.
Hoofdstuk 5
NAVI
Hoofdstuk 5
Koers uitzetten naar uw bestemming
Informatie over verschillende voorzieningen
(POI), zoals benzinestations, hotels of restaurants, is beschikbaar. Door de naam van het POI
in te voeren, kunt u een POI zoeken.
❒ U kunt het zoekbereik ook beperken door eerst
de naam van de stad of het gebied op te geven
waar uw bestemming zich bevindt en ook
door de categorie aanvankelijk te preciseren.
❒ Gebruik de [Zoek op categorie] en [Zoek in
de omgeving] functies in verschillende situa-
ties. In [Zoek op categorie] is de afstand niet
beperkt binnen het geselecteerde land, maar
in [Zoek in de omgeving] is de afstand voor
zoekopdracht beperkt tot een straal van 16 km
(10 mijl).
De volgende drie methoden zijn beschikbaar om
faciliteiten op POI te zoeken:
• Een POI zoeken rechtstreeks op basis van een
naam van de faciliteiten
• POI’s zoeken door eerst een categorie te preciseren
[Stad]:
Tip dit aan als u de stad of het gebied van
bestemming wilt aangeven, en voer dan de
stadsnaam in. (Dit is uitsluitend beschikbaar
als [Naam] leeg is.)
[Categorie]:
Tip deze toets aan om de POI-categorie te preciseren. (Dit is uitsluitend beschikbaar als
[Naam] en [Stad] leeg zijn.)
[Lijst]:
Rangschikt de kandidaat op basis van de gele
letters in het tekstvak (voorgestelde letter in
het wit is ongeldig). Tip de gewenste faciliteit
aan in de lijst om verder te gaan met de volgende stap.
51
CRB2198A_Nederlands.book Page 52 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
54
❒ Wanneer het aantal opties gedaald is tot
minder dan 6 verschijnt automatisch een
lijst met de overeenstemmende faciliteiten.
Wanneer u dezelfde tekens invoert als
voordien ingevoerd, geeft het systeem
automatisch de tekenreeks weer dat volgt
op de ingevoerde tekens. (Auto invulfunctie.)
➲ “Auto invulfunctie” ➞ Pagina 25
❒ Als er minder dan zes POI’s in een gede-
tailleerde categorie beschikbaar zijn, wordt
het scherm voor de invoer van de categorienaam niet weergegeven. Ga verder met
Stap 7.
4 Tip aan.
Als u aantipt, sorteert u de items in
de lijst in volgorde van afstand.
Hoofdstuk 5
:
Sorteert u de items in de lijst in alfabetische
volgorde.
❒ U kunt deze sorteerfunctie enkel gebruiken
als de kandidaten minder of gelijk is dan
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
2 000.
5 De POI van uw bestemming aantippen.
Pictogrammen vereenvoudigen het snel herkennen van categorieën van faciliteiten met
dezelfde naam.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
❒ Door de aan te tippen wordt een kaart
van de omgeving van de geselecteerde POI
getoond.
❒ Als het geselecteerde POI de naam is van
een reeks vestigingen en bij het opslaan
dezelfde naam van toepassing is voor verschillende locaties (het aantal vestigingen
verschijnt naast de naam van de reeks), tip
dan de naam aan van het POI om een lijst
van die POI’s aan met stads- en straatnaam te tonen, tip het POI aan om dit als
uw bestemming in te stellen.
POI’s zoeken door eerst een
categorie te preciseren
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek op categorie] aan.
2 Tip de landentoets van het land van
bestemming aan en selecteer het land.
➲ Het land selecteren waarin u wilt zoeken ➞
Pagina 24
3 Tip [Categorie] aan.
Categorie
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
52
4 Tip de gewenste categorie aan.
POI zijn onderverdeeld in verschillende subcategorieën:
Als de categorie niet is onderverdeeld in subcategorieën, wordt er geen lijst getoond. Ga
verder met Stap 6.
CRB2198A_Nederlands.book Page 53 Wednesday, May 3, 2006 12:31 AM
55
[Naam]:
Tip deze aan als u eerst de naam van de POI
wilt aangeven.
[Stad]:
Tip dit aan als u eerst de stad of het gebied
van bestemming wilt aangeven.
[Terug]:
Terugkeren naar het Eindbestemming menu.
5 Tip de gedetailleerde categorie aan.
6 De naam van de faciliteiten invoeren.
➲ Volgende bewerkingen (“Een POI zoeken
rechtstreeks op basis van een naam van de
faciliteiten”) ➞ Pagina 51 (Stap 3 tot 5)
POI’s zoeken door eerst een
stadsnaam te preciseren
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek op categorie] aan.
2 Tip de landentoets van het land van
bestemming aan en selecteer het land.
➲ Het land selecteren waarin u wilt zoeken ➞
Pagina 24
3 Tip [Stad] aan.
5 De naam van de faciliteiten invoeren.
U kunt het aantal kandidaten ook verminderen
door de categorie te preciseren voor de naaminvoer.
➲ Volgende bewerkingen (“Een POI zoeken
rechtstreeks op basis van een naam van de
faciliteiten”) ➞ Pagina 51 (Stap 3 tot 5)
Een POI in uw omgeving vinden
De faciliteiten rond de huidige
positie zoeken
U kunt naar de categorieën in uw omgeving
zoeken. Gebruik deze functie om een POI te
vinden tijdens een rit. Het zoekbereik is ongeveer
16 vierkante km (10 vierkante mijl) van de huidige
locatie.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek in de
omgeving] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergegeven.
2 Tip de gewenste categorie aan.
Categorie
Hoofdstuk 5
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
4 Voer de naam van de stad in die de facili-
teit heeft die u wilt opzoeken.
❒ Auto invulfunctie is beschikbaar.
➲ “Auto invulfunctie” ➞ Pagina 25
Er wordt een lijst weergegeven met steden
met de ingevoerde karakters.
[Lijst]:
Rangschikt de kandidaat op basis van de gele
letters in het tekstvak (voorgestelde letter in
het wit is ongeldig). Tip de gewenste stad aan
in de lijst om verder te gaan met de volgende
stap.
De categorie heeft reeds een rood vinkje.
Wanneer slechts enkele typen van de gedetailleerde categorieën worden geselecteerd, verschijnen er blauwe afvinktekens.
[OK]:
Start de zoekopdracht met de geselecteerde
categorie.
[Terug]:
Er wordt teruggegaan naar het vorige scherm.
[Instellen]:
Het scherm weergeven voor het registreren
van de sneltoets van de POI.
➲ De sneltoets van de POI registreren ➞
Pagina 56
53
CRB2198A_Nederlands.book Page 54 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
56
❒ Als u een van de POI sneltoetsen aantipt
(bijv. ) voor u een categorie selecteert
in de lijst kunt u rechtstreeks zoeken naar
faciliteiten volgens geregistreerde catego-
rie op de POI sneltoets.
❒ Als u faciliteiten wilt zoeken via de catego-
rie en POI sneltoets selecteert u een aantal
categorieën in de lijst en tip dan de POI
sneltoets aan om te beginnen zoeken.
3 Tip [Detail selecteren] aan.
[Alles selecteren]:
Hoofdstuk 5
Selecteert alle gedetailleerde categorieën die
omvat zijn in die categorie. (Bijv. alle categorieën van restaurants, inclusief Japans en fast
food.)
[Alles deselecteren]:
Deselecteert de geselecteerde categorie.
4 Tip de gewenste gedetailleerde categorie
aan.
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
De categorie heeft reeds een rood vinkje.
5 Tip [Terug] aan.
Terugkeren naar het vorige scherm.
6 Herhaal stappen 2 tof 5 om een categorie
te selecteren.
U kunt max. 100 items uit de gedetailleerde
categorieën selecteren.
7 Tip [OK] aan.
De POI in de geselecteerde categorie of subcategorie wordt gezocht.
Er worden namen van Categorieën weergegeven en de afstand tot de positie waar u zich
bevindt. Deze worden weergegeven in de
volgorde van dichtbij tot veraf. Links van elk
onderdeel geeft een pictogram de categorie
weer.
Afstand tot de voorziening
8 De POI van uw bestemming aantippen.
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
❒ Wanneer u aantipt, worden de Catego-
rieën rondom de opgegeven locatie aange-
geven op de kaart.
Naar voorzieningen zoeken rond
de schuifcursor
Zoekbereik is ongeveer 16 km
(10 mijl) vierkant van de schuifcursor.
❒ Dit kan gebruikt worden als Zoek in de
omgeving geselecteerd werd in Snelkoppeling instellen.
➲ Een sneltoets wijzigen ➞ Pagina 47
1 Verschuif de kaart en beweeg de scroll
cursor naar de plaats waar u een POI wilt
zoeken.
2 Tip aan.
Het sneltoetsmenu wordt weergegeven.
54
CRB2198A_Nederlands.book Page 55 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
57
3 Tip aan.
Zie Stap 2 van “De faciliteiten rond de huidige
positie zoeken” voor de volgende bewerkingen.
➲ “De faciliteiten rond de huidige positie
zoeken” ➞ Pagina 53
❒ De afstand die wordt aangegeven in het
zoekresultaat is de afstand van de schuifcursor tot de voorziening.
❒ Het pictogram onderin het scherm is voor
sneltoetsen naar u favoriete categorieën.
Door een sneltoetspictogram aan te raken
wordt een lijst van de voorzieningen in een
categorie geselecteerd.
➲ “Sneltoetsen van POI registreren/verwij-
deren” ➞ Pagina 56
❒ [Zoek in de omgeving] in het hoofdmenu
zoekt in uw omgeving. Wanneer echter
in het sneltoetsmenu verschijnt ( ➞
Pagina 41), wordt er in het gebied rond de
scroll cursor gezocht nadat de map verschoven werd.
Een bestemming zoeken op
postcode
Als u de postcode van uw bestemming weet, kunt
u deze gebruiken om uw bestemming te zoeken.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek op postcode] aan.
Het scherm voor het invoeren van de postcode
verschijnt.
2 Tip de landencode toets van het land van
eindbestemming aan.
3 Voer de postcode in.
Britse postcode:
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
Nederlandse postcode:
• Wanneer u een complete postcode invoert
(6 cijfers), wordt er een lijst met straten
getoond. Selecteer de straat en ga verder
met Stap 5.
• Wanneer u een gedeeltelijke postcode invo-
ert (4 cijders) en [Lijst] aanraakt, wordt er
een lijst met steden getoond. Ga verder met
Stap 4.
4 Tip de stad of het gebied aan waar uw
bestemming zich bevindt.
5 Voer de straatnaam in.
Als er geen huisnummer is, start een routeberekening.
6 Voer het huisnummer in.
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
Het berekenen van de route naar
uw thuisbasis of naar uw favoriete locatie
Hoofdstuk 5
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
Een lijst van steden met de ingevoerde postcode wordt weergegeven (behalve voor de volgende gevallen).
Als uw thuisbasis is geregistreerd, kan de route
naar huis eenvoudigweg worden berekend door
de tiptoets in het navigatiemenu aan te raken. U
kunt ook een locatie, zoals uw werkplek, uitkiezen
als uw favoriete locatie, waarbij de route op
dezelfde wijze wordt berekend.
➲ “Uw huis en uw favoriete locatie registreren”
➞ Pagina 59
55
CRB2198A_Nederlands.book Page 56 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
58
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Naar huis] of [Ga
naar] aan.
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
Een bestemming selecteren vanuit de Vorige bestemm. en het
Adresboek
Elke plaats waarnaar eerder is gezocht, is
opgeslagen in de [Vorige bestemm.]. Plaatsen
Hoofdstuk 5
die u handmatig heeft geregistreerd, zoals uw
huisadres, zijn opgeslagen in het [Adresboek].
Selecteer de plaats waar u heen wilt gaan in de
lijst en er wordt een route naar berekend.
➲ Voor informatie over Adresboek ➞ Pagina 61
➲ Voor informatie over Vorige bestemm. ➞
Pagina 65
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Adresboek] of
[Vorige bestemm.] aan.
Sneltoetsen van POI registreren/verwijderen
U kunt maximaal zes sneltoetsen registreren bij u
favoriete categorieën (POI). U kunt geregistreerde sneltoetsen ook wijzigen of verwijderen.
❒ U kunt een POI sneltoets registreren door
aan te tippen in het sneltoetsmenu. De
stappen voor het registreren en verwijderen
zijn hetzelfde zoals boven beschreven.
Een POI sneltoets registreren
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek in de
omgeving] aan.
2 Tip [Instellen] aan.
Er wordt een lijst weergegeven van al geregistreerde sneltoetsen van POI.
3 Tip [Toevoegen] aan.
2 Tip uw bestemming aan.
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
Indien de route niet ingesteld is, start de
routeberekening onmiddellijk.
➲ “De route controleren en wijzigen” ➞
Pagina 28
Als de route al is vastgelegd, verschijnt het
“Locatie bevestigingscherm”.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
❒ U kunt de bestemming ook zien met
rechts van de lijst.
56
Er wordt een lijst van POI-categorieën weergegeven.
4 Tip categorie aan.
CRB2198A_Nederlands.book Page 57 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
59
5 Tip de POI selectiemethode aan.
[Alles selecteren]:
Selecteert alle gedetailleerde categorieën die
omvat zijn in die categorie. (Bijv. alle categorieën van restaurants, inclusief Japans en fast
food.)
[Detail selecteren]:
Selecteert één van de gedetailleerde categorieën.
Door een categorie aan te raken wordt deze
toegevoegd aan de sneltoetsen.
Hoofdstuk 5
Een POI sneltoets wissen
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Zoek in de
omgeving] aan.
2 Tip [Instellen] aan.
3 Tip [Wissen] aan.
Er wordt een lijst weergegeven van al geregistreerde sneltoetsen van POI.
4 Raak de categorie aan die gewist moet
worden.
Er verschijnt een rood vinkje bij de geselecteerde sneltoets.
Kies alle (Geen):
Een rood vinkje verschijnt of verdwijnt bij alle
geregistreerde categorieën.
5 Tip [Wissen] aan.
De geselecteerde sneltoets wordt van de lijst
verwijderd.
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
57
CRB2198A_Nederlands.book Page 58 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
60
Hoofdstuk 5
Koers uitzetten naar uw bestemmingNAVI
58
CRB2198A_Nederlands.book Page 59 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
61
Locaties registreren en bewerken
Uw huis en uw favoriete locatie
• Om veiligheidsredenen zijn deze functies
niet beschikbaar zolang de auto rijdt. Om
deze functies te activeren en een route te
bepalen, dient u op een veilige plaats te
stoppen en de handrem in te schakelen
(zie pagina 16 Interlock voor details).
Locaties registreren overzicht
Het registreren van plaatsen die u vaak bezoekt,
bespaart u tijd en inspanning. Ook kunnen routes
naar opgeslagen bestemmingen eenvoudig
worden berekend met de overeenstemmende tiptoets. Deze informatie over opgeslagen bestemmingen kan ook worden gewijzigd.
De opgeslagen locaties worden in de volgende drie types ingedeeld:
• : Thuisbasis:
Registreer hier uw thuisbasis. Als uw thuisbasis is geregistreerd, kan de route naar huis
eenvoudig ingesteld worden door de [Naar huis] tiptoets in het Eindbestemmingmenu
aan te raken. Slechts een locatie kan geregistreerd worden.
• : Favoriete locatie:
Registreer hier het punt dat u regelmatig bezoek (bijvoorbeeld, uw kantoor). Als uw favoriete locatie is geregistreerd, kan de route naar
uw favoriete locatie eenvoudig ingesteld
worden door de [Ga naar] tiptoets in het Eindbestemmingmenu aan te raken. Slechts een
locatie kan geregistreerd worden.
• : (standaard): Adresboek ingave:
Registreer hier andere punten die u vaak bezoekt. Van zodra locaties geregistreerd zijn,
kunt u de route instellen door een item te
selecteren uit Adresboek.
❒ De items in Adresboek worden automatisch
bijgewerkt in alfabetische volgorde. Hoewel,
[Thuisbasis] en [Favoriete locatie] verschijnen steeds bovenin (als u ze geregistreerd
hebt).
registreren
U kunt een thuislocatie registreren en een favoriete locatie. U kunt de geregistreerde informatie
later wijzigen. Misschien vindt u het nuttig uw
werkplek of het huis van een familielid als een
favoriete locatie te registreren.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
2 Tip [Ga naar] aan.
3 Zoeken naar een te registreren locatie.
4 Wijs met de schuifcursor naar de locatie
Hoofdstuk 6
menu, en tip vervolgens [Hfdbestemm.]
aan.
Wanneer u uw thuisbasis registreert, tip dan
[Naar Huis] aan.
U kunt een methode kiezen voor het zoeken
van een locatie.
➲ Zoek op adres ➞ Pagina 24
➲ Informatie over zoeken naar te registreren
locaties ➞ Pagina 51 tot 56
❒ Als u [Zoeken op de kaart] wilt select-
eren, verplaatst u de schuifcursor naar de
locatie die u wilt instellen en tipt u [OK]
aan.
die u wilt registreren en tip [OK] aan.
De locatie is geregistreerd en het Geregistreerde informatie bewerken scherm verschijnt.
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerkenNAVI
59
CRB2198A_Nederlands.book Page 60 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
62
➲ “De invoer in “Adresboek” bewerken” ➞
Pagina 61
5 Tip [OK] aan.
De registratie voltooien.
Een locatie registreren in het
Adresboek
In het Adresboek kunnen meer dan 400 bestemmingen worden opgeslagen. Hiertoe behoren de
thuisbasis, favoriete plaatsen en bestemmingen
die u al heeft geregistreerd.
Locaties registreren via scrollmodus
U kunt deze bewerking ook uitvoeren als [Registratie] geselecteerd is door [Snelkoppeling
instellen] in te drukken.
1 Schuif naar de locatie die u wilt regis-
treren.
Hoofdstuk 6
Een locatie registreren per
Adresboek
1 Tip [Adresboek] aan in het Eindbestem-
mingmenu.
2 Tip [Toevoegen] aan.
3 Selecteer de zoekmethode, zoek de loca-
tie en geef de kaart weer.
4 Als de kaart van de locatie die u wilt regis-
treren verschijnt, tipt u [OK] aan.
2 Geef het sneltoetsmenu weer en tip
aan.
Locaties registreren en bewerkenNAVI
De locatie is geregistreerd en het Geregistreerde informatie bewerken scherm verschijnt.
➲ “De invoer in “Adresboek” bewerken” ➞
Pagina 61
3 Tip [OK] aan.
De registratie voltooien.
60
De locatie is geregistreerd en het Geregistreerde informatie bewerken scherm verschijnt.
➲ “De invoer in “Adresboek” bewerken” ➞
Pagina 61
5 Tip [OK] aan.
De registratie voltooien.
CRB2198A_Nederlands.book Page 61 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
63
Het Adresboek weergeven
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Adresboek] aan.
(4) (5)
(1)
(2)
(3)
(1) Thuisbasis:
Het item dat met het pictogram word
weergegeven, is de thuisbasis. Tip aan om de
route te berekenen.
➲ “Uw huis en uw favoriete locatie regis-
treren” ➞ Pagina 59
(2) Favoriete locatie:
Het item dat met het pictogram word
weergegeven, is de favoriete locatie. Tip aan
om de route te berekenen.
➲ “Uw huis en uw favoriete locatie regis-
treren” ➞ Pagina 59
(3) Adresboek ingave:
Tip aan om de route te berekenen.
(4) :
De kaart van deze locatie kan worden weergegeven.
➲ “Controleer de locatie op de kaart” ➞
Pagina 27
(5) :
De informatie over de plaats die kan worden
bijgewerkt.
➲ “De invoer in “Adresboek” bewerken” ➞
Pagina 61
(6) :
Sorteert de items in de lijst in volgorde van
afstand van de positie het voertuig.
❒ Actief als het lijst itemnummer niet gelijk
is aan 0 en de huidige sortering niet gebaseerd is op de afstand van de huidige positie.
(7) :
Het is de standaard sorteervolgorde.
❒ Actief als het lijst itemnummer niet gelijk
is aan 0 en de huidige sortering niet alfabetisch wordt uitgevoerd.
(7)
(6)
(8)
(9)
(10)
(11)
(8) :
Sorteert de items in de lijst in volgorde van
recent gebruikte items.
❒ Actief als het lijst itemnummer niet gelijk
is aan 0 en de huidige sortering niet volgens de laatst gebruikte wordt uitgevoerd.
(9) [Toevoegen]:
Het scherm voor het selecteren van de methode voor het registreren van de locatie in
Adresboek verschijnt.
➲ “Een locatie registreren per Adresboek” ➞
Pagina 60
(10) [Wissen]:
Verwijdert de geregistreerde locaties.
➲ “De invoer in “Adresboek” verwijderen” ➞
Pagina 64
(11) [Terug]:
Terugkeren naar het vorige scherm.
De invoer in “Adresboek” bewerken
In het menu Adresboek kunt u met , rechts
van de plaats, het Geregistreerde informatie bewerken scherm weergeven.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Adresboek] aan.
2 Tip aan rechts van de locatie
waarvan u de informatie wilt bijwerken.
(7)(5)(6)
(1) Naam
U kunt de gewenste naam invoeren.
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerkenNAVI
(1)
(2)
(3)
(4)
(8)
61
CRB2198A_Nederlands.book Page 62 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
64
(2) Uitspraak
U kunt de gewenste uitspraak onafhankelijk
van de naam invoeren. De geregistreerde uitspraak kan gebruikt worden voor de spraakherkenning.
➲ Informatie over spraakbediening ➞
Hoofdstuk 15
❒ Indien niets ingevoerd wordt in het tekst-
vakje kunt u dat item niet gebruiken als
spraakopdracht.
❒ Als u de taal van het navigatiesysteem
omschakelt, kunnen de geregistreerde uitspraken niet gebruikt worden voor spraakherkenning.
(3) Telefoonnr.
Het telefoonnummer van de geregistreerde
locatie.
U kunt dit nummer oproepen door (8) te
gebruiken.
(4) Pictogram
Het symbool dat op de kaart en in het Adresboek wordt weergegeven.
(5) Foto
Wanneer u de locatie nadert, verschijnt de
Hoofdstuk 6
geregistreerde afbeelding.
U kunt de foto registreren die in het navigatiesysteem is opgeslagen. U kunt ook CD-ROM
gebruiken om een foto te importeren en te
registreren die met een digitale camera, etc.
werd genomen.
(6) Geluid
Het geselecteerde geluid wordt afgespeeld
wanneer u de locatie nadert.
(7) Wijzig locatie
U kunt de geregistreerde locatie veranderen
Locaties registreren en bewerkenNAVI
door de kaart te verschuiven.
(8)
Enkel wanneer het Bluetooth apparaat
aangesloten is op het navigatiesysteem en de
mobilofoon met de Bluetooth technologie ook
aangesloten is, kunt u een oproep tot stand
brengen naar het geregistreerde nummer (3)
door aan te tippen.
➲ “De invoer in het Adresboek bellen” ➞
Pagina 78
Wanneer u de geregistreerde locatie nadert tijdens het rijden.
Wanneer de locatie met een geregistreerd
geluidseffect en afbeelding
op slechts ongeveer 300 m (0,19 miles) verwijderd is van de positie van het voertuig hoort u
het geluidsignaal en wordt de afbeelding
weergegeven.
Een naam wijzigen
1 Tip [Naam] en daarna [Ja] aan.
Het bericht met de vraag de ingevoerde naam
al dan niet als Gesproken commando te registreren verschijnt.
Wanneer u een naam niet als gesproken commando wilt registreren, selecteer dan [Neen].
2 Voer een nieuwe naam in en tip [OK] aan.
De huidige naam verschijnt in het tekstvak.
Wis de huidige naam en voer een nieuwe
naam in, met een lengte van 1 tot 23 karakters.
3 Als de uitspraak juist is, tip dan [Ja] aan.
De gegevens die u vastlegt worden geregistreerd en het menu Adresboek verschijnt.
Alternatieve opties:
Neen:
Voltooit de registratie zonder de uitspraak te
bewerken.
Herhaal:
U kunt de uitspraak van de naam die u heeft
ingevoerd opnieuw bevestigen.
Geluid output is onmogelijk tijdens .
❒ Als de uitspraak niet de gewenste uit-
spraak is, bewerkt u het teken zodat de uitspraak overeenstemt met uw bedoeling.
62
CRB2198A_Nederlands.book Page 63 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
65
❒ Wanneer u de uitspraak bevestigt, verschi-
jnt links van de locatienaam in het
“Adresboek menu”. Dit pictogram geeft
aan dat de naam tijdens de spraakbediening gebruikt kan worden als gesproken
commando.
❒ De naam van uw huis kan niet worden
gewijzigd.
Een uitspraak wijzigen
1 Tip [Uitspraak] aan.
2 Voer een nieuwe uitspraak in en tip [OK]
aan.
De huidige uitspraak verschijnt in het tekstvak
(indien reeds ingesteld). Wis de huidige uitspraak en voer een nieuwe uitspraak in, met
een lengte van 1 tot 23 karakters.
3 Als de uitspraak juist is, tip dan [Ja] aan.
De gegevens die u vastlegt worden geregistreerd en het menu Adresboek verschijnt.
Alternatieve opties:
Neen:
Annuleert de bewerking.
Herhaal:
U kunt de uitspraak van de naam die u heeft
ingevoerd opnieuw bevestigen.
Geluid output is onmogelijk tijdens .
❒ Als de uitspraak niet de gewenste uit-
spraak is, bewerkt u het teken zodat de uitspraak overeenstemt met uw bedoeling.
❒ Wanneer u de uitspraak bevestigt, verschi-
jnt links van de locatienaam in het
Adresboek menu. Deze markering geeft
aan dat de naam tijdens de spraakbediening gebruikt kan worden als gesproken
commando.
❒ De uitspraak van uw huis kan niet worden
gewijzigd.
❒ Indien niets ingevoerd wordt in het tekst-
vakje kunt u dat item niet gebruiken als
spraakopdracht.
Een telefoonnummer invoeren of een
telefoonnummer wijzigen
1 Tip [Telefoonnr.] aan.
2 Voer een telefoonnummer in, en tip [OK]
aan.
Het menu Adresinformatie verschijnt.
❒ Om een geregistreerd telefoonnummer te
wijzigen, wist u het bestaande nummer en
voert u een nieuw in.
Een pictogram kiezen dat op de kaart
verschijnt
1 Tip [Pictogram] aan.
2 Tip het gewenste pictogram aan dat op de
kaart verschijnt.
Het menu Adresinformatie verschijnt.
❒ Het pictogram van uw huis en uw favoriete
locatie kan niet worden gewijzigd.
❒ Als u (punt) instelt, kan de geregist-
reerde naam van die ingave weergegeven
worden op de kaart.
De foto aanpassen
Zorg ervoor “Beperkingen bij de import van
een foto” te lezen voor u de CD-R (-RW) aanmaakt.
➲ “Beperkingen bij de import van een foto”
➞ Pagina 91
U kunt een foto aanpassen voor de ingave in het
adresboek. Sommige foto’s zijn al opgeslagen op
de harde schijf en u kunt ook JPEG formaat foto’s
importeren, zoals een foto op uw digitale camera,
via CD-R(-RW). Als u de foto’s op een CD-R (-RW)
schrijft met uw PC en deze invoert in het navigatiesysteem kunt u deze foto’s gebruiken.
Hier wordt een methode beschreven om de foto
te wijzigen, en wordt een voorbeeld gegeven van
de manier waarop een afbeelding die op een CD-
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerkenNAVI
63
CRB2198A_Nederlands.book Page 64 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
66
R (-RW) is opgeslagen als foto in het Navigatiesysteem wordt geladen.
1 Controleer dat geen schijf ingevoerd is, en
plaats de CD-R (-RW) in het disclaadslot.
2 Tip eerst [Foto] aan en daarna [Vanaf
schijf importeren].
De lijst met afbeeldingen die op een CD-R (RW) zijn opgeslagen wordt weergegeven.
❒ Als u iets anders aantipt dan [Vanaf schijf
importeren] kunt u een afbeelding select-
eren die is opgeslagen op de harde schijf.
3 Tip een foto aan die u wilt instellen.
❒ Om de weergave van de foto te annuleren,
selecteert u [Geen foto].
4 Tip [Ja] aan.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Neen:
Deze optie wordt geselecteerd wanneer u de
afbeelding wilt wijzigen. Keer terug naar Stap
3.
Hoofdstuk 6
Geluid kiezen
1 Tip [Geluid] aan.
2 Tip het scherm aan om de positie ervan te
wijzigen en tip vervolgens [OK] aan.
De invoer in “Adresboek” verwijderen
Onderdelen die in het Adresboek geregistreerd
zijn, kunnen gewist worden. Alle gegevens die
zijn ingevoerd in het Adresboek kunnen onmiddellijk gewist worden.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Adresboek] aan.
2 Tip [Wissen] aan.
“Wissen uit het adresboek” scherm verschijnt.
3 Selecteer de locatie die u wilt verwij-
deren.
Er verschijnt een vinkje naast de geselecteerde locatie.
2 Kies het gewenste geluid.
❒ Om het geluid uit te schakelen, selecteert
u [Geen geluid].
3 Tip [Geluid] aan om het geluid te horen.
4 Tip [Instellen] aan.
Locaties registreren en bewerkenNAVI
Geluid output is onmogelijk tijdens .
De positie van locaties wijzigen
1 Tip [Wijzig locatie] aan.
De locatie van het geselecteerde gebied en de
omgeving ervan worden weergegeven.
64
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Kies alle:
Selecteert alle ingaven.
Geen:
Verschijnt als alle locaties geselecteerd
worden. Annuleert alle geselecteerde locaties.
4 Tip [Wissen] aan.
5 Selecteer [Ja].
De gegevens die u heeft gekozen zijn gewist.
Alternatieve optie:
Neen:
Annuleert de verwijdering en keert terug naar
stap 4.
CRB2198A_Nederlands.book Page 65 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
67
❒ Omdat gewiste data niet opnieuw kunnen
worden opgeslagen, dient u er goed op te
letten deze niet per vergissing te verwijderen.
Vorige bestemmingen bewerkingen
De punten waarheen de route in het verleden
berekend werd, worden automatisch opgeslagen
in Vorige bestemm..
❒ Indien geen locatie opgeslagen is in de
geschiedenis van eindbestemmingen kunt u
[Vorige bestemm.] niet selecteren. (Als u
een routeberekening uitvoert, kunt u [Vorige
bestemm.] selecteren.)
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Vorige
bestemm.] aan.
(2)
(3)
(1)
(1) Vorige bestemmingen:
Tip aan om de route te berekenen.
(2) [Wissen]:
Verwijdert de geselecteerde geschiedenis.
(3) [Terug]:
Terugkeren naar het vorige scherm.
De invoer in “Vorige bestemm.”
verwijderen
Onderdelen in de Vorige bestemm. kunnen ver-
wijderd worden. Alle gegevens die zijn ingevoerd
in het Vorige bestemm. kunnen onmiddellijk
gewist worden.
1 Tip [Bestemming] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Vorige
bestemm.] aan.
2 Tip [Wissen] aan.
“Wissen uit historiek” scherm verschijnt.
3 Selecteer de locatie die u wilt verwij-
deren.
Er verschijnt een vinkje naast de geselecteerde locatie.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Kies alle:
Selecteert alle ingaven.
Geen:
Verschijnt als alle locaties geselecteerd
worden. Annuleert alle geselecteerde locaties.
4 Tip [Wissen] aan.
5 Selecteer [Ja].
De gegevens die u heeft gekozen zijn gewist.
Alternatieve optie:
Neen:
Annuleert de verwijdering en keert terug naar
stap 4.
❒ Omdat gewiste data niet opnieuw kunnen
worden opgeslagen, dient u er goed op te
letten deze niet per vergissing te verwijderen.
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerkenNAVI
65
CRB2198A_Nederlands.book Page 66 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
68
Hoofdstuk 6
Locaties registreren en bewerkenNAVI
66
CRB2198A_Nederlands.book Page 67 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
69
Verkeersinformatie gebruiken
Het gebruik van de RDS-TMC
informatie
U kunt de realtime verkeersinformatie die wordt
uitgezonden via het verkeersberichtzender (TMC)
van het FM radiogegevenssysteem (RDS) op het
scherm controleren. Deze verkeersinformatie
wordt regelmatig bijgewerkt. Als het navigatiesysteem bijgewerkte verkeersinformatie ontvangt,
zal het navigatiesysteem de verkeersinformatie
overlappen op uw kaart en ook gedetailleerde tekstinformatie weergeven indien beschikbaar. Wanneer u langs een route reist en er is
verkeersinformatie op uw huidige route zal het
systeem dit detecteren en u vragen of u een
nieuwe route wilt of automatisch een andere
route voorstellen.
❒ Het systeem vangt de verkeersinformatie op
binnen een bereik van 32 km en 160 km in
diameter van de positie van het voertuig. (Volgens de hoeveelheid verkeersinformatie die
gelijktijdig ontvangen wordt, wordt het
ontvangstbereik automatisch aangepast in
het bereik tussen 32 km en 160 km met uw
voertuig in het midden.)
❒ Het navigatiesysteem biedt de volgende func-
tie sop basis van de informatie van het RDSTMC apparaat:
• Een lijst met informatie over verkeersinformatie weergeven
• Verkeersinformatie op de kaart weergeven
• Een route voorstellen om files te vermijden door de verkeersinformatie te
gebruiken
❒ De term “file” in deze sectie duidt op de vol-
gende types van verkeersinformatie: langzaam, aanschuivend of stilstaand verkeer en
gesloten/geblokkeerde wegen. Met deze informatie wordt bij het controleren van de route
altijd rekening gehouden en de informatie die
op deze gebeurtenissen betrekking heeft kan
niet worden uitgeschakeld. Als u andere verkeersinformatie selecteert in
[Verkeersinstellingen] kan de informatie
weergegeven worden in een lijst of op een
kaart.
➲ “Weer te geven verkeersinformatie selecteren”
➞ Pagina 70
Verkeerslijst bekijken
Op het scherm verschijnt een lijst met verkeersinformatie. Aan de hand hiervan kunt u controleren
hoeveel verkeersincidenten er hebben plaatsgevonden, waar ze hebben plaatsgevonden en op
welke afstand van de plaats waar u zich op dat
moment bevindt.
Alle verkeersinformatie controleren
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Verkeerslijst]
aan.
De lijst met ontvangen verkeersinformatie
wordt afgebeeld.
2 Tip of aan om de lijst met incidenten
te zien.
Plaatsen (straatnamen) waar incidenten hebben plaatsgevonden worden weergegeven in
de lijst.
Hoofdstuk 7
(1)(2) (4)
NAVI
Hoofdstuk 7
Verkeersinformatie gebruiken
(5)
(3)
(7)
(6)
67
CRB2198A_Nederlands.book Page 68 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
70
(1) Straat of plaats
(2) Richting
(3) Incident
(4) Afstand tot de locatie
(5) De momenteel weergegeven incidentnummers en het totaal aantal incidenten
❒ De incidenten die al gelezen zijn worden in
het wit weergegeven. Ongelezen incidenten verschijnen in het geel.
(6) Sorteersleutel
:
U kunt de verkeersinformatie sorteren in alfabetische volgorde.
:
U kunt de verkeersinformatie sorteren aan de
hand van de afstand van uw huidige positie.
Met betrekking tot de lijst die verschijnt als u
[Verkeerslijst] aantipt, wordt de lijst gesorteerd volgens de lineaire afstand van de positie van het voertuig tot de verkeersinformatie.
Met betrekking tot de lijst die verschijnt als u
[Verkeer op uw route] aantipt, wordt de lijst
gesorteerd volgens de afstand van de positie
van het voertuig tot de verkeersinformatie.
:
U kunt de verkeersinformatie sorteren aan de
hand van incidenten.
Hoofdstuk 7
De lijst wordt gesorteerd in volgorde van gesloten/geblokkeerde wegen, files, ongelukken,
wegenwerken en overige.
:
Wanneer er nieuwe verkeersinformatie wordt
ontvangen, de actuele informatie wordt gewijzigd of de oude informatie verwijderd, wordt
de lijst bijgewerkt om de nieuwe situatie weer
te geven.
Verkeersinformatie gebruikenNAVI
(7)
Door de aan te tippen, kunt u de locatie
controleren op een kaart. (Verkeersinformatie
zonder informatie over de positie kan niet op
een kaart worden gecontroleerd.)
3 Selecteer een incident dat u nader wilt
bekijken.
Er wordt nadere informatie over het geselecteerde incident weergegeven.
• Door een incident aan te tippen dat u wilt
zien, kunt u de gedetailleerde informatie
over het incident bekijken. Als de informatie
niet in één scherm kan worden weerge-
geven, tip dan of aan om de rest van
de informatie te bekijken.
4 Tip [Terug] aan om terug te keren naar de
lijst met verkeersinformatie.
Er verschijnt opnieuw een lijst met verkeersinformatie.
Verkeersinformatie op de route controleren
Alle verkeersinformatie op de huidige route verschijnt op het scherm in een lijst.
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Verkeer op uw
route] aan.
De verkeersinformatie die op dat moment over
de route voorhanden is, verschijnt op het scherm.
❒ De op het scherm weergegeven methode
voor het controleren van de inhoud is hetzelfde voor “Alle verkeersinformatie controleren”.
Verkeersinformatie op de kaart
bevestigen
❒ Er verschijnt enkel een lijn als de schaal
van de kaart 5 km (2,5 mijl) of minder is.
❒ Pictogram verschijnt alleen als de schaal
op de kaart 20 km (10 mijl) of minder is.
(Als de schaal 2 km (1 mijl) of hoger is,
worden de pictogrammen kleiner
gemaakt.)
❒ Items met betrekking tot verkeersinforma-
tie worden niet weergegeven op de “Stadskaart”.
68
V
CRB2198A_Nederlands.book Page 69 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
71
Verkeersincident pictogram en lijn
De volgende verkeersgerelateerde informatie
wordt op de kaart weergegeven.
Verkeersincident pictogram
met gele lijn:
Langzaam verkeer en files
met rode lijn:
Stilstaand verkeer
met zwarte lijn:
Afgesloten/geblokkeerde wegen
etc.:
Raadpleeg [Verkeersinstellingen] in het Info/
Telefoon menu voor de betekenis van het pictogram.
➲ “Weer te geven verkeersinformatie selecteren”
➞ Pagina 70
Als u de verkeersinformatie details op de kaart
wilt controleren, verplaatst u de schuifcursor
naar het pictogram, zoals , en tipt u aan.
Op deze manier kunt u plaatsnamen en andere
detailinformatie bekijken.
Een alternatieve route instellen
om files te vermijden
Het navigatiesysteem controleert op bepaalde
intervallen of er al of niet verkeersinformatie is
voor uw route. Als het navigatiesysteem een file
detecteert op uw huidige route probeert het systeem een betere route te vinden in de achtergrond.
❒ De volgende types van verkeersincidenten op
de route worden gecontroleerd: langzaam,
aanschuivend of stilstaand verkeer en gesloten/geblokkeerde wegen.
Automatisch file-informatie controleren
Als er informatie over files op uw route beschikbaar is en als een alternatieve route gevonden
kan worden, raad het navigatiesysteem u automatisch deze nieuwe alternatieve route aan. In dat
geval, verschijnt het volgende scherm.
❒ Er wordt geen actie ondernomen als het sys-
teem geen informatie vindt over files op uw
route of als het systeem geen alternatief kan
vinden.
Afstand vanaf de huidige positie van
uw auto tot het in de nieuwe route in
te voeren punt.
erschil in afstand en reistijd tussen een
bestaande en een nieuwe route.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Nieuwe:
De aanbevolen route wordt weergegeven op het
scherm.
Huidige:
De huidige route wordt weergegeven op het scherm.
OK:
De weergegeven route is ingesteld.
❒ Als er geen keuze wordt gemaakt, wordt na
korte tijd automatisch de huidige route
gekozen.
De verkeersinformatie handmatig controleren
Door het berichtpictogram op het kaartscherm
aan te tippen, kunt u de informatie over verkeersopstoppingen op uw route controleren wanneer
het pictogram weergegeven wordt. Enkel als er
verkeersinformatie beschikbaar is op uw route
verschijnt een berichtpictogram op het navigatie
kaartscherm.
❒ Het berichtpictogram is niet beschikbaar als
uw voertuig afwijkt van de route.
1 [Verkeersincidenten] op [Weergeven] ins-
tellen.
➲ “Verkeersincidenten” ➞ Pagina 46
Hoofdstuk 7
Verkeersinformatie gebruikenNAVI
69
CRB2198A_Nederlands.book Page 70 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
72
2 Druk op de MAP toets om de huidige loca-
tie weer te geven.
Het pictogram verschijnt als het systeem verkeersinformatie ontvangt over de huidige
route.
3 Tip het pictogram aan wanneer het picto-
gram weergegeven wordt.
Berichtpictogram
Het weergegeven pictogram geeft het type
verkeersinformatie weer.
4 Tip [Omleiding] aan om de weergegeven
route te wijzigen.
❒ Enkel als het systeem de informatie vindt
met betrekking tot de file wordt
[Omleiding] ingeschakeld.
Terug:
Het bericht verdwijnt en de kaart verschijnt
weer op het scherm.
Voor de volgende bewerkingen, raadpleegt u
“Automatisch file-informatie controleren”.
➲ “Automatisch file-informatie controleren” ➞
Pagina 69
Weer te geven verkeersinformatie selecteren
Er zijn verschillende types verkeersinformatie die
ontvangen worden via het RDS-TMC apparaat en
u kunt selecteren welke types opgenomen en
weergegeven worden op uw navigatiesysteem.
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens
[Verkeersinstellingen] aan.
2 Tip [Weergegeven verkeersinformatie]
aan.
De namen van de weergegeven verkeersinfor-
matie-items en de lijst met pictogrammen ver-
schijnt op het scherm.
Hoofdstuk 7
Als u [Omleiding] aantipt, wordt de route
herberekend, waarbij rekening wordt
gehouden met de verkeersopstopping.
❒ De verkeersinformatie die in het waarschu-
wing pictogram weergegeven wordt is de
informatie op de dichtstbijzijnde route van
de positie van het voertuig. Als u
[Omleiding] aantipt, wordt de route her-
Verkeersinformatie gebruikenNAVI
berekend waarbij niet alleen rekening
wordt gehouden met deze informatie maar
ook met alle informatie over opstoppingen
op de route.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Lijst:
Enkel de drie meest recent ontvangen verkeersincidenten op uw route worden in de verkeerslijst vermeld.
70
3 Tip het verkeersinformatie-item aan dat u
wilt weergeven.
Er verschijnt een rood vinkje naast de geselecteerde verkeersinformatie.
❒ Door [Kies alle (Geen)] aan te tippen
wordt alle verkeersinformatie geselecteerd.
4 Tip [OK] aan.
Het geselecteerde verkeersinformatiepictogram wordt op het scherm geplaatst.
CRB2198A_Nederlands.book Page 71 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
73
❒ De volgende types verkeersincidenten kun-
nen niet gedeselecteerd worden en zij
worden steeds weergegeven en het systeem houdt er steeds rekening mee: langzaam, aanschuivend of stilstaand verkeer
en gesloten/geblokkeerde wegen.
5 Tip [OK] aan.
De voorkeur RDS-TMC service
provider handmatig selecteren
Een standaard voorkeur TMC dienstverlener werd
ingesteld voor ieder land. Het navigatiesysteem
stemt af op de radiozender met een goede interne
ontvangst tussen de voorkeur RDS-TMC dienst.
Als u een andere voorkeur RDS-TMC dienstverlener wilt instellen, kunt u handmatig een selectie
maken uit beschikbare RDS-TMC diensten.
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Selectie TMC
Provider] aan.
Er kan handmatig naar beschikbare dienstverleners worden gezocht.
De voorkeur RDS-TMC
dienstverlener is momenteel ingesteld
❒ Als beschikbare diensten niet in één
scherm kan worden weergegeven, tipt u
of aan om de rest van de diensten te
bekijken.
❒ Als de afstemming mislukt, selecteert u
een andere dienstverlener of probeert u
opnieuw nadat u zich naar een andere
locatie hebt verplaatst.
Hoofdstuk 7
2 Tip de gewenste dienst aan in de lijst.
Nadat u een dienstverlener hebt aangetipt,
stemt het systeem af op de geselecteerde
RDS-TMC dienst. Wanneer de afstemming
voltooid is, keert het systeem terug naar de
kaartweergave.
❒ Als de naam van de dienst niet beschik-
baar is, wordt de naam van de zender of de
frequentie in de plaats weergegeven.
Verkeersinformatie gebruikenNAVI
71
CRB2198A_Nederlands.book Page 72 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
74
Hoofdstuk 7
Verkeersinformatie gebruikenNAVI
72
CRB2198A_Nederlands.book Page 73 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
75
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonie
Handenvrij telefoneren overzicht
• Voor uw veiligheid moet u zoveel mogelijk
vermijden te telefoneren tijdens het rijden.
Als u mobilofoon Bluetooth technologie ondersteunt, kan dit navigatiesysteem draadloos aangesloten worden op uw mobilofoon. Dankzij deze
handenvrij functie kunt u het navigatiesysteem
bedienen om oproepen te maken of te ontvangen.
U kunt ook de gegevens van de telefoonboek in
uw mobilofoon overdragen naar het navigatiesysteem.
Deze sectie beschrijft de instelling van een Bluetooth aansluiting en de bediening van een mobilofoon met de Bluetooth technologie op het
navigatiesysteem.
De onderstaande beschrijving veronderstelt dat
de toestelnaam van de aangesloten mobilofoon
met Bluetooth draadloze technologie ingesteld is
op [My mobile phone].
Communicatie apparaten voorbereiden
Als u de mobilofoon met de Bluetooth draadloze
technologie wilt gebruiken in combinatie met dit
navigatiesysteem is het Bluetooth apparaat (NDBT1) noodzakelijk.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de bediening van de mobilofoon met
Bluetooth technologie
Als u het Bluetooth apparaat aansluit, kunt u
de functies gebruiken die in deze handleiding
beschreven worden, inclusief de handenvrije
telefonie of de overdracht van de telefoonboek. Als u deze functies wilt gebruiken, moet
de mobilofoon met Bluetooth draadloze technologie die u wilt aansluiten een ondersteund
profiel bevatten dat identiek is aan het profiel
van het Bluetooth apparaat. Met betrekking
tot het ondersteunde profiel verwijzen wij
naar de handleiding van het Bluetooth apparaat.
❒ Lees deze informatie “Opmerkingen met
betrekking tot het handen vrij telefoneren” als
referentie.
➲ “Opmerkingen met betrekking tot het han-
den vrij telefoneren” ➞ Pagina 83
❒ Wanneer de stroom van het navigatiesysteem
uitschakelt, wordt het Bluetooth verbinding
ook afgesloten. Wanneer het systeem
opnieuw start, probeert het automatisch een
verbinding te maken met de voordien aangesloten mobilofoon. Zelfs wanneer de verbinding om een of andere reden afgebroken
wordt, probeert het systeem automatisch een
nieuwe verbinding te maken met deze mobilofoon (tenzij de verbinding onderbroken werd
door de bediening van de mobilofoon).
U kunt de [Telefoonmenu] rechtstreeks openen
door de MENU toets in te drukken en ingedrukt
te houden.
NAVI
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonie
73
CRB2198A_Nederlands.book Page 74 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
76
❒ U kunt de signaalsterkte van de verbinding
tussen uw mobilofoon en het Bluetooth apparaat controleren met [Aansluitingen] in het
[Hardware] Menu.
➲ [Aansluitingen] ➞ Pagina 87
❒ U kunt het stem- en belvolume instellen met
[Volume] in het Instellingmenu.
➲ [Volume] ➞ Pagina 85
❒ U kunt randgeluiden dempen tijdens de han-
denvrije telefonie.
➲ [Mute Set] ➞ Pagina 146
Terwijl u mobilofoon met Bluetooth draadloze
technologie aangesloten is, verschijnt op de
kaart.
❒ Als u met de “CD-SR1” Sturen afstandsbedie-
ning (afzonderlijk verkocht) werkt, kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
VR ACTIVATION / OFF HOOK toets:
Zelfde functie als op het scherm.
(Behalve voor [Ontvangen oproepen].)
VR CANCEL / ON HOOK toets:
Zelfde functie als of op het
scherm.
PHONE MENU toets:
Open [Telefoonmenu] rechtstreeks.
De instelling voor handen vrij
telefoneren
Voor u de handenvrij telefoonfunctie kunt gebruiken, moet u het navigatiesysteem instellen voor
gebruik van die functie. Dit betekent dat u uw
Hoofdstuk 8
telefoon moet registreren met het navigatiesysteem en een Bluetooth draadloze verbinding
moet maken tussen het navigatiesysteem en uw
telefoon.
Uw mobilofoon registreren
U moet uw mobilofoon met de Bluetooth draadloze technologie registreren als u de eerste maal
een verbinding maakt. Een totaal van vijf telefoons kunnen geregistreerd worden. Er zijn twee
registratiemethoden:
• Registratie van het navigatiesysteem
• Registratie van de mobilofoon
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
❒ Van zodra u die telefoon geregistreerd hebt,
kunt u deze selecteren uit de lijst om een verbinding te maken zonder registratie.
❒ Als u meer dan vijf telefoons probeert te regis-
treren, zal het systeem u vragen een van de
geregistreerde telefoons te selecteren om te
overschrijven.
➲ “Een geregistreerde mobilofoon aansluiten”
➞ Pagina 75
❒ De standaard apparaatnaam op de mobilo-
foon is [PIONEER NAVI]. Het standaard
wachtwoord is [1111].
Bediening van het navigatiesysteem
1 De Bluetooth draadloze technologie van
de mobilofoon inschakelen.
Voor bepaalde mobilofoons is geen specifieke
actie noodzakelijk voor de inschakeling van de
Bluetooth draadloze technologie. Raadpleeg
de bedieningshandleiding van uw mobilofoon
voor meer details.
2 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
3 Tip [Telefooninstellingen] aan.
Het instellingenscherm van de telefoon verschijnt.
4 Tip [Registratie] aan.
5 Tip [Navi] aan.
Het systeem zoekt de Bluetooth technologie
van de mobilofoon die wacht op de verbinding
en geeft deze weer in de lijst.
6 Wacht tot de mobilofoon verschijnt in de
lijst.
❒ Als u geen mobilofoon vindt die u wilt aan-
sluiten, controleert u of de mobilofoon
wacht op de Bluetooth draadloze technologie verbinding.
74
CRB2198A_Nederlands.book Page 75 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
77
7 Selecteer de mobilofoon die u wilt regis-
treren in de lijst.
8 Voer het wachtwoord van het navigatie-
systeem in om het te registreren via uw
mobilofoon.
Van zodra de registratie voltooid is, verschijnt
onderstaand scherm.
❒ Als de registratie mislukt, herhaalt u de
procedure van bij het begin. Probeer de
registratie opnieuw en indien de verbinding niet tot stand kan gebracht worden,
probeert u via uw mobilofoon.
Bediening van de mobilofoon
1 De Bluetooth draadloze technologie van
de mobilofoon inschakelen.
Voor bepaalde mobilofoons is geen specifieke
actie noodzakelijk voor de inschakeling van de
Bluetooth draadloze technologie. Raadpleeg
de bedieningshandleiding van uw mobilofoon
voor meer details.
2 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
6 Gebruik uw mobilofoon om het navigatie-
systeem te registreren.
Als uw mobilofoon vraagt een wachtwoord in
te voeren, voert u het wachtwoord van het
navigatiesysteem in.
Van zodra de registratie voltooid is, verschijnt
onderstaand scherm.
❒ Als de registratie mislukt, herhaalt u de
procedure van bij het begin.
Een geregistreerde mobilofoon aansluiten
Het navigatiesysteem maakt automatisch de verbinding met de mobilofoon die als bestemming
van de verbinding geselecteerd werd. Hoewel, in
de volgende situaties sluit u de mobilofoon handmatig aan:
• Twee of meer mobilofoons zijn geregistreerd
en u wilt de mobilofoon die u wilt gebruiken
handmatig selecteren.
• U wilt een mobilofoon waarvan de verbinding
verbroken werd opnieuw verbinden.
• De verbinding kan om de een of andere reden
niet automatisch tot stand gebracht worden.
❒ Niet geregistreerde mobilofoons kunnen niet
verbonden worden.
Hoofdstuk 8
3 Tip [Telefooninstellingen] aan.
Het instellingenscherm van de telefoon verschijnt.
4 Tip [Registratie] aan.
5 Tip [Mobiel] aan.
Het navigatiesysteem wacht op de Bluetooth
draadloze technologie verbinding.
1 De Bluetooth draadloze technologie van
uw mobilofoon inschakelen.
Voor bepaalde mobilofoons is geen specifieke
actie noodzakelijk voor de inschakeling van de
Bluetooth draadloze technologie. Raadpleeg
de bedieningshandleiding van uw mobilofoon
voor meer details.
2 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
3 Tip [Telefooninstellingen] aan.
Het instellingenscherm van de telefoon verschijnt.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
75
CRB2198A_Nederlands.book Page 76 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
78
De naam van de telefoon die momenteel
aangesloten is of als bestemming van
de verbinding geselecteerd werd.
4 Tip [Verbinding] aan.
5 Tip een naam van een mobilofoon aan
waarmee u een verbinding wilt maken.
Wanneer een verbinding tot stand is gebracht,
verschijnt een verbinding voltooid bericht en
keert het systeem terug naar het telefoonmenu scherm.
❒ Tip [Annuleren] aan om de verbinding
met uw mobilofoon te annuleren.
❒ Als de verbinding mislukt, moet u controle-
ren of uw mobilofoon op een verbinding
wacht en daarna herhaalt u de procedure
van stap 4.
De apparaatnaam bewerken
U kunt de apparaatnaam wijzigen die u wilt weergeven op uw mobilofoon. (Standaard is [PIO-
NEER NAVI].)
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
Het wachtwoord bewerken
U kunt de apparaatnaam wijzigen die u wilt
gebruiken voor de authenticatie op uw mobilofoon. (Standaard is [1111].)
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Telefooninstellingen] aan.
Het instellingenscherm van de telefoon verschijnt.
3 Tip [Wachtwoord] aan.
4 Tip een toets aan om het wachtwoord in
te voeren dat u wilt instellen en tip dan
[OK] aan.
➲ Over toetsenbord bediening ➞ Pagina 25
❒ Vier tot acht tekens kunnen ingevoerd wor-
den voor een wachtwoord.
Een oproep ontvangen
U kunt het navigatiesysteem gebruiken om een
oproep handenvrij te ontvangen.
Terwijl uw mobilofoon met Bluetooth draadloze
technologie aangesloten is, verschijnt het pictogram op de kaart. U kunt enkel een handenvrije
oproep ontvangen als de mobilofoon aangesloten
is.
Bezig met verbinden pictogram
2 Tip [Telefooninstellingen] aan.
Hoofdstuk 8
Het instellingenscherm van de telefoon verschijnt.
3 Tip [Naam toestel] aan.
4 Tip een toets aan om de naam in te voeren
die u wilt instellen en tip dan [OK] aan.
➲ Over toetsenbord bediening ➞ Pagina 25
❒ Maximaal 20 tekens kunnen ingevoerd
worden voor een apparaatnaam.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
76
Een inkomende oproep beantwoorden
Het systeem informeert u dat het een oproep ontvang door een bericht weer te geven en een maal
een belsignaal te geven.
CRB2198A_Nederlands.book Page 77 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
79
1 Als er een inkomende oproep is, tipt u
aan.
Als er een inkomende oproep is, kunt u deze
oproep weigeren door aan te tippen.
❒ Tijdens een oproep verschijnt aan de
rechterzijde van het scherm.
2 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
De oproep eindigt.
❒ Als de stem niet luid genoeg is, kunt u het
volume aanpassen van de ontvangen stem.
➲ Stem telefoon ➞ Pagina 85
❒ Afhankelijk van de status van het abonnement
van de caller ID dienst is het mogelijk dat het
telefoonnummer van de ontvangen oproep
niet verschijnt en dat [Unknown] verschijnt.
❒ Het is mogelijk dat u een geluid hoort wan-
neer u de telefoon ophangt.
Een oproep maken
U kunt op verschillende wijzen een oproep
maken.
3 Voer het telefoonnummer in en tip dan
om een oproep tot stand te bren-
gen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
Bellen via de geschiedenis van gebelde
nummers of ontvangen oproepen
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Gekozen nummers] of [Ontvangen
oproepen] aan.
De lijst van een van beide verschijnt.
3 Tip een naam of een telefoonnummer aan
uit de lijst om een oproep tot stand te
brengen.
Datum en tijdstip van de tot stand gebrachte
of ontvangen oproep
Hoofdstuk 8
Rechtstreeks bellen
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Kies] aan.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
Wanneer u een oproep tot stand brengt naar
het telefoonnummer in [Ontvangen oproe-pen] zonder “+”, kunt u “+” toevoegen voor
het nummer door [+] aan te tippen. Om “+”
te verwijderen, tipt u opnieuw [+] aan.
77
CRB2198A_Nederlands.book Page 78 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
80
Tip aan om een oproep tot stand te
brengen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
❒ Tot 30 ingaven voor ieder van de gebelde
en ontvangen oproepgeschiedenissen kunnen automatisch opgeslagen worden. Als
het aantal ingaven de 30 overschrijdt, worden de ingaven verwijderd, te beginnen
met de oudste.
❒ U kunt de lijst met gebelde of ontvangen
oproepen wissen.
➲ De lijst met gebelde of ontvangen oproe-
pen wissen ➞ Pagina 82
Een telefoonnummer in de telefoonboek
bellen
Nadat u de lijst in de telefoonboek gevonden
hebt, kunt u het nummer selecteren en een
oproep tot stand brengen.
❒ Voor u deze functie gebruikt, moet u de tele-
foonboek in uw mobilofoon overdragen naar
het navigatiesysteem.
➲ “De telefoonboek overdragen” ➞ Pagina 80
Hoofdstuk 8
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Telefoonboek] aan.
Het telefoonboek scherm verschijnt.
3 Tip een naam aan uit de lijst om een
oproep tot stand te brengen.
Als u een alfabet tab aantipt, kunt u naar de
eerste pagina van de contactpersonen springen waarvan de naam met die letter begint.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
Tip de ingave aan uit de lijst om een oproep tot
stand te brengen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
Een telefoonnummer in Favorieten kiezen
Nadat u de ingave in Favorieten kiezen gevonden
hebt, kunt u het nummer selecteren en een
oproep tot stand brengen.
❒ Voor u deze functie gebruikt, moet u het tele-
foonnummer van de telefoonboek instellen op
Favorieten kiezen.
➲ Een telefoonnummer registreren in Favorieten
kiezen ➞ Pagina 80
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Favorieten kiezen] aan.
Het Favorieten kiezen scherm verschijnt.
3 Tip [Favoriet 1] tot [Favoriet 5] aan om
een oproep tot stand te brengen.
Tip de ingave aan om een oproep tot stand te
brengen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
De invoer in het Adresboek bellen
U kunt een oproep tot stand brengen naar de
ingave die in het adresboek geregistreerd werd.
❒ U kunt geen oproep tot stand brengen naar
een locatie als het telefoonnummer niet geregistreerd werd.
78
CRB2198A_Nederlands.book Page 79 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
81
1 Geeft het adresboek weer.
➲ Bediening van het adresboek ➞ Pagina 61
2 Toets van de ingave als u een oproep
tot stand wil brengen.
Het detailscherm verschijnt.
3 Tip aan om een oproep tot stand te
brengen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
Het telefoonnummer van een faciliteit
bellen
U kunt een oproep tot stand brengen naar een
faciliteiten met telefoonnummer gegevens.
1 [Zoek op categorie] of [Zoek in de omge-
ving] uitvoeren en de detailinformatie
weergeven.
➲ Bediening van [Zoek op categorie] ➞
Pagina 51
➲ Bediening van [Zoek in de omgeving] ➞
Pagina 53
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
Bellen via de kaart
U kunt een oproep tot stand brengen door een
pictogram te selecteren van een geregistreerde
locatie of een POI pictogram in het kaartscherm.
❒ U kunt geen oproep tot stand brengen naar
locaties of POI’s die geen telefoonnummer
gegevens hebben.
1 Schuif door de kaart en plaats de cursor
op een pictogram op de kaart.
2 Tip aan.
Het detailscherm verschijnt.
3 Tip aan om een oproep tot stand te
brengen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
4 Om de oproep te beëindigen, tipt u aan
rechts bovenin het scherm.
Hoofdstuk 8
2 Toets van de ingave als u een oproep
tot stand wil brengen.
Het detailscherm verschijnt.
3 Tip aan om een oproep tot stand te
brengen.
Tip aan om oproep te annuleren nadat
het systeem begint te bellen.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
79
CRB2198A_Nederlands.book Page 80 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
82
De telefoonboek overdragen
U kunt de gegevens van de telefoonboek in uw
mobilofoon overdragen naar de telefoonboek in
het navigatiesysteem.
Als u de telefoonboek overdraagt naar het navigatiesysteem kunt doorheen de gegevens bladeren
in de overgedragen telefoonboek op het scherm
van het navigatiesysteem. U kunt ook ingaven
selecteren in de telefoonboek om een oproep tot
stand te brengen via het navigatiesysteem of de
gegevens bewerken in het navigatiesysteem.
❒ Afhankelijk van de mobilofoon kan “Telefoon-
boek” “Contactpersonen”, “Business card” of
iets dergelijks genoemd worden.
❒ De telefoonboek kan een totaal van 400 inga-
ven invoeren.
❒ Handenvrij telefonie aansluiting wordt afge-
sloten om de verbinding tot stand te brengen
voor de telefoonboek overdracht. Als de telefoonboek overgedragen wordt, wordt de handenvrije telefonie automatisch opnieuw
aangesloten.
❒ De telefoonboek van dit navigatiesysteem kan
geen meerdere telefoonnummers toewijzen
voor een persoon.
1 De mobilofoon met Bluetooth draadloze
technologie aansluiten.
➲ “Uw mobilofoon registreren” ➞ Pagina 74
2 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
Hoofdstuk 8
3 Tip [Visite-kaartje lezen] aan.
Als er nog geen telefoonboek overgedragen
werd, verschijnt dit scherm.
[Neen]:
Bewaart de huidige ingaven en voegt daarna
nieuwe gegevens toe aan de telefoonboek.
(Dubbele gegevens kunnen niet bevestigd
worden.)
❒ Als u de bestaande telefoonboek wilt
bewaren, selecteer dan [Neen].
4 Controleer dat het volgende scherm ver-
schijnt en bedien uw mobilofoon om de
ingaven van de telefoonboek over te dragen.
De telefoonboek ingaven in uw mobilofoon
worden overgedragen naar het navigatiesysteem. Tip [Annuleren] aan om de overdracht
te annuleren.
❒ Enkel de namen en telefoonnummers kun-
nen overgedragen worden.
❒ De overgedragen gegevens kunnen
bewerkt worden op het navigatiesysteem.
➲ “De telefoonboek gegevens bewerken” ➞
Pagina 81
Een telefoonnummer registreren in Favorieten kiezen
U kunt maximaal vijf ingaven registreren in de
telefoonboek. De telefoonnummers die u regelmatig gebruikt registreren in Favorieten kiezen,
vereenvoudigt de belbewerking. De namen geregistreerd in Favorieten kiezen kan bediend worden in het sneltoetsmenu. U kunt ook de
spraakherkenning gebruiken om een oproep tot
stand te brengen door het telefoonnummer uit te
spraken.
[Ja]:
Verwijdert alle telefoonnummers opgeslagen
in de telefoonboek en draagt de gegevens
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
over.
80
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Favorieten kiezen] aan.
3 Tip [Instellen] aan.
De telefoonboek scherm verschijnt.
CRB2198A_Nederlands.book Page 81 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
83
4 Tip de ingave aan die u wilt registreren in
Favoriet.
De telefoonboek opnamescherm verschijnt.
5 Tip [OK] aan.
De geselecteerde ingave wordt geregistreerd
in de overeenstemmende Favorieten kiezen.
De telefoonboek gegevens
bewerken
U kunt de geïmporteerde telefoonboek gegevens
bewerken of nieuwe gegevens toevoegen. U kunt
[Naam], [Telefoonnr.] of [Foto] bewerken. U
kunt ook de onnodige gegevens verwijderen.
❒ De gegevens kunnen niet terug overgedragen
worden naar de mobilofoon.
Nieuwe gegevens toevoegen
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Telefoonboek] aan.
3 Tip of [Toevoegen] aan.
Het bewerkingscherm verschijnt.
❒ Om gegevens toe te voegen door het als
gewenst in te voeren, tipt u [Toevoegen]
aan.
4 Selecteer de ingave die u wilt bewerken.
❒ De bewerkte namen en telefoonnummers
worden vermeld in de geschiedenis van
gebelde en ontvangen nummers. Hoewel,
deze worden niet vermeld in de gegevens
die in [Favorieten kiezen] geregistreerd
zijn.
[Foto]:
Stelt de afbeelding in die u wilt weergeven
wanneer u een oproep ontvangt.
➲ “De inkomende oproep foto aanpassen
voor een ingave in de telefoonboek” ➞
Pagina 81
5 Tip [OK] aan.
De geselecteerde gegevens worden toegevoegd aan het telefoonboek.
De inkomende oproep foto aanpassen
voor een ingave in de telefoonboek
Zorg ervoor “Beperkingen bij de import van een
foto” te lezen voor u de CD-R (-RW) aanmaakt.
➲ “Beperkingen bij de import van een foto” ➞
Pagina 91
U kunt een foto aanpassen voor de ingave in de
telefoonboek. Sommige foto’s zijn al opgeslagen
op de harde schijf en u kunt ook JPEG formaat
foto’s importeren, zoals een foto op uw digitale
camera, via CD-R(-RW). Als u de foto’s op een
CD-R (-RW) schrijft met uw PC en deze invoert in
het navigatiesysteem kunt u deze foto’s gebruiken.
Hier wordt een methode beschreven om de foto
te wijzigen, en wordt een voorbeeld gegeven van
de manier waarop een afbeelding die op een CDR (-RW) is opgeslagen als foto in het Navigatiesysteem wordt geladen.
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
[Naam] of [Telefoonnr.]:
Voer de naam en het telefoonnummer in dat u
wilt weergeven in het telefoonboek. Tip [OK]
aan om de ingave te voltooien en terug te
keren naar het vorige scherm.
➲ Over toetsenbord bediening ➞ Pagina 24
❒ De naam kan 40 letters lang zijn en het
telefoonnummer kan 32 cijfers lang zijn.
1 Controleer dat geen schijf ingevoerd is, en
plaats de CD-R (-RW) in het disclaadslot.
2 Tip eerst [Foto] aan en daarna [Vanaf
schijf importeren].
De lijst met afbeeldingen die op een CD-R (RW) zijn opgeslagen wordt weergegeven.
In dit scherm kan het volgende onderdeel worden geselecteerd:
Terug naar origineel:
De afbeelding die gebruikt werd bij aankoop
van het programma wordt geselecteerd.
81
CRB2198A_Nederlands.book Page 82 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
84
❒ Als u iets anders aantipt dan [Vanaf schijf
importeren] kunt u een achtergrondaf-
beelding selecteren die is opgeslagen op
de harde schijf.
3 Tip een foto aan die u wilt instellen.
4 Tip [Ja] aan.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerp
worden geselecteerd:
Neen:
Deze optie wordt geselecteerd wanneer u de
afbeelding wilt wijzigen. Keer terug naar Stap
3.
Gegevens verwijderen
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Telefoonboek] aan.
3 Tip [Wissen] aan.
Het Telefoonboek verwijderen scherm verschijnt.
4 Tip de ingave aan die u wilt verwijderen.
Er verschijnt een rood vinkje naast de geselecteerde ingave. U kunt de selectie annuleren
door de ingave opnieuw aan te tippen.
De ontvangen oproep of de
geschiedenis van gebelde nummers bewerken
U kunt de geschiedenis van gebelde nummers of
ontvangen oproepen bewerken. U kunt [Naam],
[Telefoonnr.] of [Foto] bewerken. De bewerkte
ingaven worden geregistreerd in de telefoonboek.
U kunt ook de gegevens van de geschiedenis verwijderen.
Gegevens bewerken
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Gekozen nummers] of [Ontvangen
oproepen] aan.
3 Tip aan.
Het bewerkingscherm verschijnt. De stappen
hierna zijn dezelfde als die voor de bewerking
van de telefoonboek.
➲ “De telefoonboek gegevens bewerken” ➞
Pagina 81
❒ Het telefoonnummer kan niet bewerkt wor-
den als het reeds geregistreerd werd in de
telefoonboek.
Gegevens verwijderen
Hoofdstuk 8
5 Tip [Wissen] aan.
6 Tip [Ja] aan.
De gegevens worden verwijderd en het
scherm met de huidige locatie verschijnt.
❒ Tip [Neen] aan om de verwijdering te
annuleren.
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
82
1 Tip [Info/Telefoon] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Telefoonmenu]
aan.
2 Tip [Gekozen nummers] of [Ontvangen
oproepen] aan.
3 Tip [Wissen] aan.
4 Tip [Ja] aan.
Alle gegevens van de geschiedenis worden
verwijderd en het scherm met de huidige locatie verschijnt.
❒ Tip [Neen] aan om de verwijdering te
annuleren.
CRB2198A_Nederlands.book Page 83 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
85
Opmerkingen met betrekking tot het
handen vrij telefoneren
Algemene opmerkingen
• De verbinding met alle mobilofoons met Bluetooth draadloze technologie is niet gegarandeerd.
• De directe-zichtverbinding afstand tussen dit
navigatiesysteem en uw mobilofoon moet
10 meter of minder zijn wanneer u spraak en
gegevens verzendt via Bluetooth technologie.
Hoewel, deze afstand kan korter worden dan
de geschatte afstand naargelang de omgeving.
• U kunt de geregistreerde telefoon niet verwijderen. Als u het moet verwijderen, raadpleegt
u “Het navigatiesysteem herstellen naar de
standaard of fabrieksinstellingen” en verwijdert
het samen met andere functies.
• Bij sommige mobilofoons is het mogelijk dat
de luidsprekers van het systeem geen belsignaal produceren.
• Als de privé-modus geselecteerd is op de mobilofoon is het mogelijk dat de handenvrije telefonie niet uitgevoerd wordt.
Over de registratie en verbinding
• De bediening van een mobilofoon varieert
naargelang het type mobilofoon. Raadpleeg de
handleiding die met uw mobilofoon geleverd
werd voor gedetailleerde instructies.
Over het tot stand brengen en ontvangen van
oproepen
• Het is mogelijk dat u een geluid hoort in de volgende situaties:
— Als u de telefoon beantwoordt via de toets
op de telefoon.
— Als de persoon aan de lijn de telefoon
ophangt.
• Bij bepaalde mobilofoons, zelfs als u de aanvaarden toets indrukt op de mobilofoon bij een
inkomende oproep, is het mogelijk dat de handenvrije telefonie niet uitgevoerd kan worden.
• De geregistreerde naam verschijnt als het telefoonnummer van de ontvangen oproep al geregistreerd is in de telefoonboek. Als een
telefoonnummer geregistreerd wordt onder
verschillende namen verschijnt de naam die
start met het alfabet dat de andere voorafgaat.
• Als het telefoonnummer van de ontvangen
oproep niet geregistreerd wordt in de telefoon-
Over de lijst met gebelde of ontvangen
oproepen
• Uitgevoerde oproepen of bewerkingen die
• U kunt geen oproep tot stand brengen naar
• Als oproepen uitgevoerd worden via de bewer-
Over de overdracht van de telefoonboek
• Bij bepaalde mobilofoons is het mogelijk dat
• Afhankelijk van de mobilofoon die aangesloten
• Als het telefoonboek in de mobilofoon beeldge-
❒ Afhankelijk van de mobilofoon is het mogelijk
boek verschijnt het telefoonnummer van de
ontvangen oproep.
enkel op uw mobilofoon zijn uitgevoerd worden
niet vermeld in de geschiedenis van gebelde
nummers of de telefoonboek van het navigatiesysteem.
een ingave van een onbekende gebruiker (geen
telefoonnummer) in de geschiedenis van ontvangen oproepen.
king van de mobilofoon wordt geen geschiedenis gegevens opgenomen in het
navigatiesysteem.
niet alle items van het volledige telefoonboek in
een maal overgedragen kunnen worden. In dit
geval draagt u een item per keer over naar de
mobilofoon.
is op het navigatiesysteem via Bluetooth technologie kan dit navigatiesysteem het telefoonboek niet correct weergeven. (Bepaalde letters
kunnen verkeerd weergegeven worden of de
voor- en achternaam kunnen in verkeerde volgorde weergegeven worden.)
gevens bevat, is het mogelijk dat het telefoonboek niet correct overgedragen wordt.
(Fotogegevens kunnen niet terug overgedragen worden naar de mobilofoon.)
dat de overdracht van de telefoonboek niet uitgevoerd kan worden.
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
83
CRB2198A_Nederlands.book Page 84 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
86
Hoofdstuk 8
Het gebruik van de handenvrije telefonieNAVI
84
CRB2198A_Nederlands.book Page 85 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
87
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefuncties
Wanneer u dit instelt op wordt een bege-
• Om veiligheidsredenen zijn deze functies
niet beschikbaar zolang de auto rijdt. Om
deze functies te activeren en een route te
bepalen, dient u op een veilige plaats te
stoppen en de handrem in te schakelen
(zie pagina 16 Interlock voor details).
Toegang tot het instellingenmenu
1 Druk op de MENU toets om het navigatie-
menu weer te geven.
2 Tip [Instellingen] om het Instellingen-
menu weer te geven.
3 De instelling wijzigen.
➲ Ieder item aanpassen ➞ Pagina 85 tot 92
Het volume instellen van de
begeleiding en de telefoon
Het geluidsvolume voor de navigatie kan worden
ingesteld. U kunt het volume van de begeleiding
en van het piepgeluid apart instellen.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Volume] aan.
2 Tip [+] of [–] aan om het volume in te stel-
len.
In dit scherm kunnen de volgende onderwerpen bediend worden.
leiding uitgegeven. Wanneer u dit instelt op
wordt geen begeleiding uitgegeven.
Piep
Deze instelling bedient het volume van het
geluidsignaal van de stembegeleiding van de
navigatie.
Beltoon telefoon
Deze instelling bedient het volume van het
inkomende belsignaal.
Stem telefoon
Deze instelling bedient het volume van de
inkomende stem.
❒ De Beltoon telefoon en Stem telefoon
aanpassingen hebben betrekking op de
mobilofoon met Bluetooth technologie.
Geen aanpassing is nodig wanneer de
mobilofoon met de Bluetooth technologie
niet aangesloten is.
❒ Het volume van de audiobron wordt aange-
past met behulp van de VOL (/) knop
van het sneltoets.
3 Om de instelling te voltooien, tipt u [OK]
aan.
De regionale instellingen aanpassen
De taal van de navigatiebegeleiding en het menu wijzigen
U kunt de voertaal selecteren voor het navigatiesysteem. (Nadat de taal is gewijzigd, start het systeem opnieuw.)
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefunctiesNAVI
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2 Tip [Taal] aan.
Begeleiding
Deze instelling bedient het volume van de
stembegeleiding van de navigatie.
85
CRB2198A_Nederlands.book Page 86 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
88
3 Tip de taal aan die u wilt gebruiken.
Nadat de taal is gewijzigd, start het systeem
opnieuw.
❒ Tip [Terug] aan om terug te keren naar het
vorige scherm.
Het tijdsverschil instellen
Stelt de systeemklok in. Het tijdsverschil (+, –)
met de oorspronkelijke tijd van het navigatiesysteem wordt hier ingesteld.
U kunt ook kiezen of de zomertijd wordt IN- of Uit-
Hoofdstuk 9
geschakeld.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2 Tip [Tijd] aan.
3
Om het tijdsverschil in te stellen, tipt u [+]
–
] aan
of [
Tijdsverschil
4 Stel zo nodig de zomertijd in.
De zomertijd staat standaard uitgeschakeld.
Tip [Zomertijd] aan om de tijd te veranderen
wanneer de zomertijd van toepassing is.
Hierdoor komt het scherm onder zomertijd
[Aan] te staan.
5 Om de instelling te voltooien, tipt u [OK]
aan.
De lay-out van het toetsenbord
aanpassen
U kunt het type toetsenbord selecteren dat u wilt
gebruiken voor de invoer.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2 Tip [Toetsenbord] aan om de lay-out te
selecteren die u wilt gebruiken.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
QWERTY (standaard):
Het tijdsverschil tussen de tijd die oorspronkelijk is ingesteld in het navigatiesysteem
(Centraal Europese Tijd) en de huidige locatie
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefunctiesNAVI
van uw auto wordt weergegeven. Stel zonodig
het tijdsverschil bij. Door [+] of [–] aan te tippen, verandert de weergave van het tijdsverschil in stappen van een uur.
Het tijdsverschil kan worden ingesteld van +3
tot –3 uur.
86
QWERTZ:
ABC:
CRB2198A_Nederlands.book Page 87 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
89
AZERTY:
De eenheid wijzigen tussen km
en mijl
Deze instelling regelt de eenheid waarin de
afstand en de snelheid in uw navigatiesysteem
wordt aangegeven.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2 Tip [km / mijl] aan om de lijst te wijzigen.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
km (standaard):
Afstanden worden aangegeven in kilometers.
mijl:
Afstanden worden aangegeven in mijlen.
Mijl & Yard:
Afstanden worden aangegeven in mijlen en
yards.
De virtuele snelheid van het
voertuig wijzigen
Tijdens het berekenen van de verwachte aankomsttijd en het aantal uren voor het bereiken van de
bestemming, legt u de gemiddelde snelheid voor
de snelwegen en gewone wegen vast met behulp
van [+] en [–].
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Regionale
instellingen] aan.
2 Tip [Gemiddelde snelheid] aan.
3 Tip [+] of [–] aan om hun snelheid in te
stellen.
❒ De geschatte aankomsttijd is niet noodza-
kelijk gebaseerd op deze snelheidswaarde.
De instelling met betrekking tot
de hardware controleren
De hardwarestatus, inclusief de rijstatus van een
voertuig, de plaatsbepalingstatus door een satelliet, de calibratiegegevens van de 3D sensor en
de kabelverbindingsstatus kunnen worden
gecontroleerd.
Aansluitingen van kabels en
installatieposities controleren
Controleer of de kabels tussen de navigatiesysteem en de auto goed zijn aangesloten. Controleer eveneens of ze op de juiste plaatsen zijn
aangesloten.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
2 Tip [Aansluitingen] aan.
Het aansluitingsstatusscherm wordt weergegeven.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(1) Snelheidspuls
De waarde van de door het navigatiesysteem
gedetecteerde toerentalpulsen wordt getoond.
[0] wordt getoond terwijl de auto stationair
draait.
(2) GPS antenne
Geeft de aansluitingsstatus van de GPS
antenne weer, de ontvangstgevoeligheid, en
het aantal satellieten waarvan het signaal
wordt ontvangen. Als het signaal correct
ontvangen is, wordt [OK] weergegeven. Als
de ontvangst slecht is, verschijnt [NOK]. In
dat geval moet u de installatiepositie van de
GPS antenne wijzigen.
NAVI
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefuncties
87
CRB2198A_Nederlands.book Page 88 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
90
(3) Status telefoonverbinding
Geeft de status van de verbinding aan van het
Bluetooth apparaat en de signaalsterkte van
de verbinding tussen het Bluetooth apparaat
en de mobilofoon. Als het Bluetooth apparaat
correct aangesloten is, wordt [OK] weergegeven. [NOK] verschijnt als het Bluetooth
apparaat niet of incorrect aangesloten is.
(4) Installatieplaats
De installatiepositie van het navigatiesysteem
wordt weergegeven. Duidt aan of de installatiepositie van de navigatie-eenheid al of niet
correct is. Wanneer het correct geïnstalleerd
is, verschijnt [OK]. Het navigatiesysteem is
gemonteerd onder een hoek die groter is dan
de toegestane montagehoek, [Foutieve hoek] wordt weergegeven. Wanneer de hoek
van de navigatie-eenheid gewijzigd is, verschijnt [Buitensporige trillingen].
Hoofdstuk 9
(5) Handrem
Wanneer de handrem wordt ingeschakeld,
wordt [Aan] weergegeven. Wanneer de
handrem wordt uitgeschakeld, wordt [Uit]
weergegeven.
(6) Stroomvoorziening
Het voltage (referentiewaarde) die door de
accu van de auto aan het navigatiesysteem
wordt geleverd, wordt getoond. Ligt het voltage niet binnen het bereik van 11 tot 15V, controleer dan of de voedingskabel naar behoren
is aangesloten.
(7) Verlichting
Wanneer de koplichten of kleine lichten van
een auto aan staan, wordt [Aan] weergegeven. De kleine lichten van een voertuig zijn
uit, [Uit] wordt weergegeven. (Als de oranje/
witte kabel niet is aangesloten, wordt [Uit]
weergegeven.)
(8) Achteruitrijsignaal
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefunctiesNAVI
Wanneer de versnellingshendel in de “R” is
geschakeld, wijzigt het signaal in [Aan] of
[Uit]. (Een van de signalen hiervan wordt
weergegeven naargelang het voertuig.)
De leerstatus van de sensor en
de rijstatus controleren
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
2 Tip [3D Kalibratie Status] aan.
Het 3D ijkstatusscherm wordt weergegeven.
(5)
(6)
(7)
(1) Afstand
De rijafstand wordt aangegeven.
(2) Snelheidspuls
Het totaal aantal toerentalpulsen wordt
aangegeven.
(3) Leerstatus
De huidige rijstatus wordt aangegeven.
(4) Mate van leren
De leersituaties over afstand (Afstand), rechterbocht (Richtinggegevens (rechts)), linkerbocht (Richtinggegevens (links)), en 3D
detectie (3D sensor) worden door de lengte
van de balken weergegeven.
❒ Wanneer banden vervangen worden of ket-
tingen gemonteerd, zal het systeem, wanneer u de Speed Pulse inschakelt,
detecteren dat de diameter van de band
gewijzigd is en het deze waarde automatisch vervangen tijdens de berekening van
de afstand.
❒ Als de ND-PG1 aangesloten is, kan de
afstandsberekening niet automatisch
vervangen worden.
(5) Snelheid
De snelheid die door het navigatiesysteem
wordt geregistreerd, wordt aangegeven. (Deze
aanduiding kan afwijken van de werkelijke
snelheid, gebruik hem daarom niet in plaats
van de kilometerteller van de auto.)
(6) Versnelling of vertraging/Draaisnelheid
De versnelling- of vertragingsnelheid van uw
voertuig wordt weergegeven. Tevens wordt de
rotatiesnelheid bij een bocht naar rechts of
links aangegeven.
(4)
(1)
(2)
(3)
88
CRB2198A_Nederlands.book Page 89 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
91
(7) Inclinatie
De helling van de weg wordt aangegeven.
Waarden wissen...
Als u de leerresultaten die zijn opgeslagen in
[Afstand], [Snelheidspuls] of [Leerstatus] wilt
wissen, tip dan eerst het betreffende resultaat en
vervolgens [Ja] aan.
❒ Als u [Leerstatus] selecteert, kunt u [Alles
resetten] of [Reset afst. onderzoek] select-
eren. Om alle leerstatussen te wissen, tipt u
[Alles resetten] aan. Om enkel de Afstandstudie te wissen, tipt u [Reset afst. onder-zoek] aan.
❒ Tip [Alles resetten] voor de volgende situa-
ties:
• Wanneer u de montagepositie van het navigatiesysteem gewijzigd hebt
• Wanneer u de installatiehoek van het navigatiesysteem gewijzigd hebt
• Wanneer u het navigatiesysteem verplaatst
hebt naar een ander voertuig
❒ Wanneer de afstand niet nauwkeurig weerge-
geven wordt, tipt u [Reset afst. onderzoek]
aan.
❒ Als u [Alles resetten] aantipt, keert de instal-
latiehoek instelling ook terug standaard of fabrieksinstellingen. De instelling opnieuw
configureren.
➲ “De montagehoek corrigeren” ➞ Pagina 89
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
2 Tip [Inst. installatie-hoek] aan.
3 Controleer de richting van het paneel en
toets het overeenstemmende item aan.
Links:
Selecteer dit als de hoek 5
links van het midden.
Midden (standaard):
Selecteer dit als de hoek 5
links en minder dan 5
midden.
Rechts:
Selecteer dit als de hoek 5
rechts van het midden.
❒ Als de [Leerstatus] in de [3D Kalibratie
Status] [Eenvoudige hybride] is, kan de
montagehoek gecorrigeerd worden.
° of meer is naar
° of minder is naar
° naar rechts van het
° of meer is naar
Het apparaat en de versie informatie controleren
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
NAVI
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefuncties
❒ Het Navigatiesysteem kan automatisch het
sensorgeheugen gebruiken, gebaseerd op de
afmeting van de omtrek van de banden.
De montagehoek corrigeren
U kunt montagehoek van het navigatiesysteem
corrigeren. Als u de montagehoek corrigeert, verbetert u de nauwkeurigheid van het sensor leren,
zelfs als het apparaat niet centraal is afgesteld.
Selecteer de oriëntiatie van het LCD paneel van
links, centraal en rechts.
2 Tip [Scherm informatie onderhoud] aan.
3 Het apparaat en de versie informatie con-
troleren.
De harde schijf informatie controleren
U kunt het volume van de harde schijf, de
momenteel gebruikte ruimte en resterende
ruimte controleren.
89
CRB2198A_Nederlands.book Page 90 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
92
❒ De ruimte (%) op de harde schijf geeft de vrije
ruimte van de muziekbibliotheek weer. In
bepaalde situaties, zelfs als ongeveer 10%
vrije ruimte blijft, kunnen geen muziekfragmenten opgenomen worden vanwege systeembeperkingen.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hardware] aan.
2 Tip [Informatie harde schijf] aan.
Harde schijf ruimte (%)
Hoofdstuk 9
Uw huis en uw favoriete locatie
registreren
U kunt een thuislocatie registreren en een favoriete locatie. U kunt de geregistreerde informatie
later wijzigen. Misschien vindt u het nuttig uw
werkplek of het huis van een familielid als een
favoriete locatie te registreren.
3 Zoeken naar een te registreren locatie.
U kunt een methode kiezen voor het zoeken
van een locatie.
➲ Zoek op adres ➞ Pagina 24
➲ Informatie over zoeken naar te registreren
locaties ➞ Pagina 51 tot 56
❒ Als u [Zoeken op de kaart] wilt select-
eren, verplaatst u de schuifcursor naar de
locatie die u wilt instellen en tipt u [OK]
aan.
4 Wijs met de schuifcursor naar de locatie
die u wilt registreren en tip [OK] aan.
De locatie is geregistreerd en het Geregistreerde informatie bewerken scherm verschijnt.
➲ “De invoer in “Adresboek” bewerken” ➞
Pagina 61
5 Tip [OK] aan.
De registratie voltooien.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Hfdbestemm.]
aan.
2 Tip [Ga naar] aan.
Wanneer u uw thuisbasis registreert, tip dan
[Naar Huis] aan.
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefunctiesNAVI
90
De achtergrondafbeelding wijzigen
Zorg ervoor “Beperkingen bij de import van een
foto” te lezen voor u de CD-R (-RW) aanmaakt.
➲ “Beperkingen bij de import van een foto” ➞
Pagina 91
In het menu bewerkingscherm kunt u een afbeelding aanpassen voor de achtergrond. Sommige
foto’s zijn al opgeslagen op de harde schijf en u
kunt ook JPEG formaat foto’s importeren, zoals
een foto op uw digitale camera, via CD-R(-RW).
Als u de foto’s op een CD-R (-RW) schrijft met uw
PC en deze invoert in het navigatiesysteem kunt u
ze als achtergrondfoto’s gebruiken.
De volgende twee soorten achtergrondafbeeldingen kunnen worden gewijzigd:
• Navigatie-achtergrond: Achtergrondfoto van
het scherm van het navigatiemenu.
CRB2198A_Nederlands.book Page 91 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
93
• AV achtergrond : Achtergrondfoto tijdens de
bediening van het audiobronscherm.
Hier wordt een methode beschreven om de
achtergrondafbeelding te wijzigen, en wordt een
voorbeeld gegeven van de manier waarop een
afbeelding die op een CD-R (-RW) is opgeslagen
als achtergrondafbeelding in het Navigatiesysteem wordt geladen.
1 Controleer dat geen schijf ingevoerd is, en
plaats de CD-R (-RW) in het disclaadslot.
2 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Instelling achtergrond beeld] aan.
De voor elk scherm geselecteerde afbeelding
wordt aangegeven aan de rechterkant van de
onderdelen [Navigatie-achtergrond] en [AV
achtergrond].
3 Tip [Navigatie-achtergrond] of [AV ach-
tergrond] aan.
4 Tip [Vanaf schijf importeren] aan.
5 Tip een foto aan die u wilt instellen.
6 Tip [OK] aan.
Als u [OK] aantipt, begint de achtergrondafbeelding te veranderen. Na korte tijd
verschijnt het bevestigingscherm.
❒ Als u wilt overschakelen op een andere
foto tipt u [Terug] aan om terug te keren
naar Stap 4.
❒ Wanneer het wijzigen van een afbeelding
start, mag u de motor van het voertuig niet
uitschakelen tot een bericht verschijnt met
de mededeling dat het wijzigen van de
afbeelding voltooid is.
Beperkingen bij de import van een foto
Wanneer u een CD-R (-RW) schrijft, let er dan
op dat de totale gegevensomvang van de CD-R
(-RW) groter is dan 100MB door valse gegevens
of iets dergelijk op te slaan. Zoniet is het
mogelijk dat de disc niet herkend wordt door
het ingebouwde DVD-station.
NAVI
Hoofdstuk 9
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefuncties
De lijst met afbeeldingen die op een CD-R (RW) zijn opgeslagen wordt weergegeven.
In dit scherm kan het volgende onderdeel
worden geselecteerd:
Terug naar origineel:
De afbeelding die gebruikt werd bij aankoop
van het programma wordt geselecteerd.
❒ Als u iets anders aantipt dan [Vanaf schijf
importeren] kunt u een achter-
grondafbeelding selecteren die is opgeslagen op de harde schijf.
❒ U kunt echter geen gebruik maken van een
CD-R (-RW) met MP3-bestanden of van het
audiogegevensdeel (CD-DA sessie) om foto’s
te importeren.
❒ Wanneer u foto’s opslaat op een CD-R (-RW),
maak dan een map aan met de naam
“Pictures” op een CD-R (-RW), en sla de
afbeeldingenbestanden hierin op. (U kunt in
totaal tot 200 fotobestanden gebruiken,
inclusief foto’s die reeds opgeslagen waren op
de harde schijf en foto’s op de CD-R (-RW).)
❒ Als u een CD-R (-RW) brandt, moet u het aan-
tal map hiërarchieniveaus beperken tot acht.
❒ U kunt enkel een CD-R (-RW) gebruiken die
gefinaliseerd werd met een enkelvoudige sessie voor de import van foto’s.
91
CRB2198A_Nederlands.book Page 92 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
94
❒ Uitsluitend afbeeldingen in JPEG-formaat
(“.jpg” of “.JPG”) kunnen gebruikt worden. Er
kunnen geen JPEG-afbeeldingen worden
gebruikt in een progressief formaat.
❒ U kunt uitsluitend standaard lettertekens
gebruiken (alfabetten in zowel hoofd- als
kleine letters: A-Z, a-z) en cijfers (0-9) voor de
bestandsnaam (internationale lettertekens
(met accent) kunnen niet gebruikt worden).
❒ Er kunnen afbeeldingen met maximaal 2 592 x
1 944 pixels worden gebruikt. Bij een afbeelding die groter is kunnen we niet garanderen
dat deze naar behoren functioneert.
Het gebruik van de demonstratiebegeleiding
Hoofdstuk 9
Dit is een demonstratiefunctie voor werkplaatsen.
Nadat er een route is bepaald, wordt de simulatie
van de begeleiding naar een bestemming automatisch weergegeven. Deze staat gewoonlijk op
[Uit].
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu.
2 Tip [Demo] aan om de lijst te wijzigen.
Elke keer dat u de toets aanraakt, verandert de
instelling.
Aan:
Demorit herhalen.
Uit (standaard):
Demo wordt ingeschakeld.
De huidige locatie corrigeren
Tip het scherm aan om de huidige positie en richting in te stellen van het voertuig dat op de kaart
wordt weergegeven.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens [Wijzigen huidige
locatie] aan.
2 Schuif doorheen de positie waar u wilt
instellen en tip dan [OK] aan.
3 Tip de pijltjestoets aan op het scherm om
de richting in te stellen en tip dan [OK]
aan.
De fabrieksinstellingen herstellen
Verschillende instellingen herstellen die geregistreerd zijn in het navigatiesysteem en zet de standaard of fabrieksinstellingen terug.
1 Tip [Instellingen] aan in het navigatie-
menu, en tip vervolgens
[Fabrieksinstellingen terugzetten] aan.
2 Tip [Ja] aan om de huidige instelling te
wijzigen.
❒ Tip [Neen] aan om de huidige instelling te
wijzigen.
➲ “Het navigatiesysteem herstellen naar de
standaard of fabrieksinstellingen” ➞
Pagina 169
De algemene instellingen wijzigen voor de navigatiefunctiesNAVI
92
CRB2198A_Nederlands.book Page 93 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
95
Hoofdstuk 10
AV
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en
radio)
U kunt de volgende bronnen weergeven of
gebruiken met het navigatiesysteem.
• DVD-Video
•CD
•MP3 disc
•Radio (FM)
•Radio (AM)
• Muziekbibliotheek
➲ Over de muziekbibliotheek ➞ Hoofdstuk 11
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik en de basis-
bediening van de audiobron.
Basisbediening
Het audio bedieningscherm
omschakelen
1 Druk op de AV toets om naar het audiobe-
dieningsscherm over te schakelen.
Bronselectie
1 Druk op de AV toets om naar het audiobe-
dieningsscherm over te schakelen.
2 Tip het bronpictogram aan om de gewen-
ste signaalbron te selecteren.
Bronpictogram
Hoofdstuk 10
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)
(1)
(1) Toetsen op het aanraakpaneel
❒ Tip [Hide] aan om de toetsen van het tip-
toetspaneel te verbergen. Als u het scherm
aanraakt, verschijnen de tiptoetsen
opnieuw.
❒ U kunt ook op de AV toets drukken om tus-
sen de bron te schakelen.
Druk herhaaldelijk op AV toets om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
[CD/ROM (MP3)/DVD] (ingebouwd DVD-station) — [LIBRARY] (Muziekbibliotheek) —
[FM] (FM tuner) — [AM] (AM tuner) — [iPod]
(iPod) — [M-CD] (multi-CD) — [TV] (televisie)
— [AV INPUT] (video ingang) — [AUX]
(Externe uitrusting) — [EXT 1] (Externe toestel 1) — [EXT 2] (Externe toestel 2)
❒ Om de bron uit te schakelen, tipt u [OFF]
aan.
❒ In de volgende gevallen kunt u de ingestelde
geluidssignaalbron niet gebruiken:
— Als een toestel dat overeenkomt met een
bron niet op dit navigatiesysteem is aangesloten.
— Als er geen disc in het navigatiesysteem is
geplaatst.
93
CRB2198A_Nederlands.book Page 94 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
96
— Wanneer er geen magazijn in de Multi CD-
speler zit.
— Wanneer [AUX Input] (extra ingang)
ingesteld is op [Off].
— Wanneer [AV Input] (video ingang) niet op
[Video] is ingesteld.
❒ De term “Externe toestel” verwijst naar toe-
komstige Pioneer apparaten die momenteel
nog niet deel uitmaken van de installatie. Het
is namelijk zo dat, hoewel apparaten niet volledig bediend worden door dit navigatiesysteem, zij de bediening van de basisfuncties
toelaten. Dit systeem kan twee externe toestellen aandrijven. Wanneer er twee externe toestellen zijn aangesloten, wordt de toewijzing
aan het externe toestel 1 of het externe toestel
2 automatisch geregeld door dit navigatiesysteem.
❒ Wanneer de [Auto ANT] modus ingesteld is
op [Radio], kan de antenne van het voertuig
opgeborgen worden door de ondervermelde
instructies te volgen.
— Wijzig de bron van radio (AM of FM) naar
Hoofdstuk 10
een andere bron.
— De bron uitschakelen.
— Draai de contactschakelaar (ACC OFF) uit.
Wanneer de [Auto ANT] modus ingesteld is
op [Power], kan de antenne van het voertuig
enkel opgeborgen worden als de ACC op
“OFF” staat.
➲ [Auto ANT] ➞ Pagina 147
VR ACTIVATION / OFF HOOK toets
Druk op deze toets om een inkomende oproep te
aanvaarden.
In andere situaties drukt u op deze toets om de
spraakbediening te starten.
VR CANCEL / ON HOOK toets
Druk op deze toets om een inkomende oproep te
verwerpen.
Druk op deze toets om de telefoon op te hangen
na een gesprek.
In de spraakbediening, keert u naar het vorige
scherm.
toets:Zelfde functie als het P.LIST (/) toets.
toets:
Zelfde functie als het TRK (/) toets.
+, – toets:
Zelfde functie als het VOL (/) toets.
BAND toets:
Zelfde functie als het [Band] tiptoets.
SOURCE toets:
Zelfde functie als het AV toets.
Over de besturing afstandsbediening
❒ Als u met de “CD-SR1” Sturen afstandsbedi-
ening (afzonderlijk verkocht) werkt, kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
PHONE MENU toets
Schakelt over op het telefoonmenu wanneer het
Bluetooth apparaat aangesloten is.
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)AV
94
CRB2198A_Nederlands.book Page 95 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
97
Het audio bedieningscherm en het audio instellingenmenu weergeven
Normaal scherm (bijv. CD)
(1)
Tip
(2)
(3)
(6)
(1) Informatieplaatje
Geeft de informatie weer (bijv. nummertitel, etc.) over de weergegeven bron.
(2) Toetsen op het aanraakpaneel
Tip deze toetsen aan om de weergegeven bron te bedienen.
(3) Gedetailleerde informatie
Geeft de gedetailleerde informatie weer over de weergegeven bron.
(4) AV Settings tiptoets
Geeft het Audio-Video instellingenmenu weer.
(5) Hide tiptoets
Tip [Hide] aan om de tiptoetsen en de gedetailleerde informatie te verbergen. Als u het scherm aantipt, worden opnieuw weergegeven.
(6) Geluidsinstellingen [Audio Settings] tabblad
Schakelt de instelling items over op die voor de audio instellingen.
(7) Systeeminstellingen [System Settings] tabblad
Schakelt de instelling items over op die voor de systeem instellingen.
(8) Items instellen
➲ De audio instelling met betrekking tot het audiovisuele aan passen ➞ Hoofdstuk 14
(7)
(8)
(4)(5)
(8)
Hoofdstuk 10
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)AV
95
CRB2198A_Nederlands.book Page 96 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
98
De muziek CD bedienen
U kunt een normale muziek-CD weergeven met
behulp van het ingebouwde DVD-station van het
navigatietoestel. Deze sectie beschrijft die bedieningen.
[CD] als bron selecteren
1 Druk op de OPEN CLOSE toets en voer
een disc in het disclaadslot die u wilt
weergeven.
De bron wijzigt en de weergave start op.
❒ Als de disc reeds ingesteld is, tipt u het
bronpictogram aan en tip daarna [CD]
aan.
➲ Raadpleeg “Bronselectie” voor meer
details ➞ Pagina 93
❒ Bij het inlezen wordt Schijf wordt gecontro-
leerd. weergegeven.
Over harde schijf opname
Het navigatiesysteem kan de nummers van muz-
Hoofdstuk 10
iek-CD’s opnemen op de harde schijf.
In de standaardinstelling start het systeem de
opname automatisch wanneer de niet-opgenomen CD ingevoerd is.
Wilt u de opname annuleren, tip dan [Stop] aan.
Stop
Schermconfiguratie
(3)
(4)
(1) Bronpictogram
Dit geeft aan welke bron er is geselecteerd.
(2) Disctitel indicator
Deze laat zien welke disctitel momenteel
afgespeeld wordt. (Indien beschikbaar.)
(3) Weergavemethode indicator
Geeft aan welke weergavemethode geselecteerd
werd.
(4) Nummer indicator
Deze laat zien welk nummer momenteel
afgespeeld wordt.
(5) Fragmenttitel indicator
Deze laat zien welke fragmenttitel momenteel
afgespeeld wordt. (Indien beschikbaar.)
(6) Artiestnaam indicator
Deze geeft de naam aan van de artiest die
momenteel wordt afgespeeld. (Indien beschikbaar.)
(7) Weergavetijdindicator
Geeft de weergavetijd van het spelende fragment
weer.
(8) Fragmentlijst
Geeft het nummer van de CD weer dat momenteel afgespeeld wordt.
(5)(1)(2)
(7)
(6)
(8)
➲ De harde schijf opnamemodus instellen ➞
Pagina 148
➲ “Muziekbibliotheek opname” ➞ Pagina 113
➲ “Muziekbibliotheek weergave” ➞ Pagina 116
❒ Zie ook “Behandeling en verzorging van de
schijven” in de Hardwarehandleiding voor
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)AV
meer voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot ieder medium.
96
Titelweergave
Muziek herkenningstechnologie en betrokken
gegevens worden door geleverd Gracenote
Gracenote is de industriestandaard in muziek
herkenningstechnologie en overeenstemmende
inhoud. Voor meer informatie gaat u naar
www.gracenote.com.
®
.
CRB2198A_Nederlands.book Page 97 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
99
❒ Een titelinformatie verschijnt wanneer de
informatie in de Gracenote
onden wordt op het ingebouwde harde schijf
station.
Als u de CD-TEXT disc* invoert, geeft het systeem prioriteit aan titelinformatie die gecodeerd is op een CD-TEXT disc.
*: Sommige discs krijgen bij de fabricage
bepaalde tekstgegevens gecodeerd op de
disc. Op deze discs, zogenaamde CD-TEXT
discs, staat informatie zoals de CD-titel, de
titel van het fragment en de naam van de
artiest.
❒ Indien meerdere opties van titelinformatie
gevonden wordt of indien geen titelinformatie
bestaat, verschijnt [–].
❒ De weergegeven titelinformatie op het CD
weergavescherm en het opnamescherm
worden gesynchroniseerd met de bewerkte
CD in de muziekbibliotheek. Van zodra u de
titelinformatie in de muziekbibliotheek bewerkt, wijzigt de titel weergegeven op ieder scherm dienovereenkomstig.
➲ “Een speellijst of fragmenten bewerken” ➞
Pagina 121
❒ Het maximum aantal tekens is 32. Hoewel, het
navigatiesysteem gebruikt de proportionele
font. Het aantal tekens dat u kunt weergeven,
varieert dus naargelang ieder teken.
❒ Als het ingebouwd DVD-station niet naar
behoren werkt, kan er een foutbericht verschijnen.
➲ Foutmeldingen ➞ Pagina 189
®
Database gev-
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel
(3)(3)
(2)
(4)
(1)
(7)(6)(5)
(1) Een gewenst fragment uit de lijst selecteren
Een gewenst fragment aantippen dat u wilt weergeven.
(2) Weergave en Pauze
Door aan te tippen schakelt u tussen “weergave” en “pauze”.
(3) Aantippen: Vooruit of achteruit naar een
fragment springen
Door aan te tippen springt u naar de start
van het volgende fragment. Door een keer
aan te tippen springt u naar de start van het huidige fragment. Wanneer u het aantippen herhaalt,
springt u naar het vorige fragment.
Tip aan en houdt ingedrukt: Snel vooruit of
achteruitspoelen
Door te blijven drukken op of kunt u snel
vooruit of achteruit spoelen.
❒ U kunt deze bewerkingen ook uitvoeren door
TRK (/) in te drukken.
❒ Snel terugspoelen wordt geannuleerd wan-
neer het begin van het eerste nummer op de
disc bereikt is.
(4) Weergave stoppen
Wanneer u weergave stopt door aan te tippen,
wordt dat nummer locatie op de disc opgeslagen
om weergave vanaf dat punt mogelijk te maken
wanneer de disc opnieuw wordt afgespeeld.
❒ Tip aan om de disc opnieuw af te spelen.
(5) Het huidige fragment wordt herhaald.
Iedere maal dat u aantipt schakelt u de herhaalfunctie aan of uit.
[Track Repeat] verschijnt op de weergavemethode indicator wanneer het nummer herhaald
wordt.
❒ Als u een fragment op gaat zoeken of snel
vooruit of terugspoelt zal de herhaalde weergave automatisch worden geannuleerd.
(6) Weergeven van fragmenten in willekeurige volgorde
Druk op om de willekeurige weergave uit te
schakelen.
(7) Scannen van de fragmenten op de CD
Druk op om de scanweergave uit te
schakelen. Scan-weergave stelt u in staat de
eerste 10 seconden van elk fragment op de CD
van tevoren af te luisteren. Als u het gewenste
Hoofdstuk 10
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)AV
97
CRB2198A_Nederlands.book Page 98 Tuesday, May 2, 2006 11:03 PM
100
fragment gevonden hebt, raakt u aan om
de introweergave uit te schakelen.
❒ Wanneer het scannen van de CD is afgelopen,
zal de normale weergave van de fragmenten
opnieuw beginnen.
De CD-ROM (MP3 disc) bedienen
U kunt een MP3 disc weergeven met behulp van
het ingebouwde DVD-station van het navigatietoestel. Deze sectie beschrijft die bedieningen.
[ROM] als bron selecteren
1 Druk op de OPEN CLOSE toets en voer
een disc in het disclaadslot die u wilt
weergeven.
De bron wijzigt en de weergave start op.
❒ Als de disc reeds ingesteld is, tipt u het
bronpictogram aan en tip daarna [ROM]
aan.
➲ Raadpleeg “Bronselectie” voor meer
details ➞ Pagina 93
Hoofdstuk 10
❒ Bij het inlezen wordt Schijf wordt gecontro-
leerd. weergegeven.
❒ Zie ook “Behandeling en verzorging van de
schijven” in de Hardwarehandleiding voor
meer voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot ieder medium.
Schermconfiguratie
(1)(3) (4)(5)(8)(2)
(3) Mapindicator
Deze geeft het nummer en de naam aan van de
map die op dat moment wordt afgespeeld. Wanneer de ID3 tag gecodeerd is op het bestand,
wordt de disctitel weergegeven in de plaats van
de mapnaam.
(4) Nummer indicator
Deze geeft het nummer en de bestandsnaam van
het momenteel afgespeelde nummer. Wanneer
de ID3 tag gecodeerd is op het bestand, wordt de
nummertitel weergegeven in de plaats van de
bestandsnaam.
(5) Artiestnaam indicator
Geeft enkel de artiestnaam weer die momenteel
afgespeeld wordt als de ID3 tag gecodeerd werd
op het MP3 bestand.
(6) Weergavetijdindicator
Laat de verstreken weergaveduur van het spelende fragment zien.
(7) Map en nummerlijst
Deze geeft de inhoud weer van de map die op dat
moment wordt afgespeeld of tijdelijk weergegeven.
(8) Bitsnelheid
Deze geeft de bitsnelheid weer van het momenteel afgespeelde bestand.
Bediening met de toetsen op het
aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel
(3) (6)(5)
(7)
(1) Bronpictogram
Dit geeft aan welke bron er is geselecteerd.
Het gebruik van de AV bron (ingebouwd DVD-station en radio)AV
(2) Weergavemethode indicator
Geeft aan welke weergavemethode geselecteerd
werd.
98
(6)
(3)
(2)
(4)
(10)
(1)
(1) Fragmenten uit de lijst selecteren of
inhoud van de mappen weergeven
De lijst toont u de fragmenttitels of mapnamen
op een disc. Wanneer u een map uit deze lijst
aantipt, kunt u de inhoud weergeven. Als u een
nummer aantipt op de lijst, kunt u het geselecteerde nummer weergeven.
❒ Door of aan te tippen, gaat u over naar de
volgende of de vorige pagina in de lijst.
(9)(8)(7)
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.