Konica minolta BIZHUB C20 User Manual [nl]

Page 1
bizhub C20 Gebruikers­handleiding voor de printer / kopieerap­paraat / scanner
A0FD-9569-00Q
Page 2

Dank u

Wij danken u voor de aanschaf van een bizhub C20. U heeft een zeer goede keus gemaakt. Uw bizhub C20 is speciaal ontworpen voor Windows, Macintosh en Linux.

Handelsmerken

KONICA MINOLTA en het KONICA MINOLTA logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
bizhub and PageScope zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
Alle andere handelsmerken en geregistreerde handelsmerken zijn eigendom van de betreffende eigenaars.

Mededeling over het auteursrecht

Copyright © 2008 KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., Marunouchi Center Building, 1-6-1 Marunouchi, Chiyoda-ku, Tokyo, 100-0005, Japan. Alle rechten voorbehouden. U mag dit document zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., noch geheel, noch gedeeltelijk in één of andere vorm of op één of ander medium of in één of andere taal vermenigvuldigen.

Mededeling

KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding en ook het daarin beschreven apparaat zonder vooraankondiging te wijzigen. Onnauwkeurigheden en fouten werden zoveel mogelijk vermeden. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aanvaardt echter voor deze handleiding geen aansprakelijkheid, met inbegrip van, echter niet beperkt tot, stilzwijgende garanties betreffende verkoopbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aanvaardt verder geen verantwoording respectievelijk aansprakelijkheid voor in deze handleiding aanwezige fouten respectievelijk voor bijkomstig ontstane, concrete of gevolgschade, die voortvloeien uit de beschikbaarstelling van deze handleiding respectievelijk het gebruik van deze handleiding bij de werking van het systeem respectievelijk samen met de systeemuitvoering bij de werking van het systeem volgens de handleiding.
Page 3

LICENTIECONTRACT VOOR DE SOFTWARE

Dit pakket bestaat uit de volgende inhoud en wordt door Konica Minolta Business Technologies, Inc. (KMBT) beschikbaar gesteld: software als bestanddeel van het printersysteem, de digitaal gecodeerde machinaal-leesbare outline-gegevens, gecodeerd in een speciaal formaat en versleuteld (“lettertypeprogramma’s”), andere software die op een computersysteem is geïnstalleerd en in combinatie met de printersoftware (“Hostsoftware”) wordt gebruikt, en ook verklarend schriftelijke materiaal (“Documentatie”). De term “Software” betekent de Afdruksoftware de Lettertypeprogramma’s en/of de Hostsoftware, met inbegrip van eventuele actualiseringen, gemodificeerde versies, aanvullingen en kopieën van de software. De software wordt u overeenkomstig de voorwaarden van dit betreffende contract in licentie beschikbaar gesteld. KMBT stelt u een eenvoudige sublicentie ter beschikking voor het gebruik van de Software en Documentatie, voor zover u akkoord gaat met de volgende voorwaarden:
1. U mag de Afdruksoftware en de erbij behorende Lettertypeprogramma’s uitsluitend voor uw eigen, interne, zakelijke doeleinden voor de printeruitvoering op de u in licentie verschafte uitvoerapparaat / uitvoerapparaten gebruiken.
2. Als aanvulling op de licentie voor Lettertypeprogramma’s volgens alinea 1 (“Afdruksoftware”) hierboven mag u met Roman Lettertypeprogramma’s alfanumerieke tekens en symbolen in verschillende dikten, stijlen en versies (“Lettertypes”) voor uw eigen interne zakelijke doeleinden op het beeldscherm respectievelijk monitor aangeven.
3. U mag een veiligheidskopie van de Hostsoftware maken, mits deze veiligheidskopie niet op een computer geïnstalleerd respectievelijk gebruikt wordt. Ondanks de hierboven staande beperkingen mag u de Hostsoftware op een willekeurig aantal computers installeren, waar deze uitsluitend voor het gebruik met één of meer afdruksystemen wordt gebruikt, waarop de Afdruksoftware is geïnstalleerd.
4. U mag de u als Licentienemer volgens dit contract geoorloofde eigendoms- en andere rechten op de Software en Documentatie aan een rechtsopvolger (“Cessionaris”) overdragen, voor zover u alle kopieën van dergelijke Software en Documentatie aan de Cessionaris overdraagt en deze zich verplicht zich te houden aan dit Contract.
5. U verplicht zich de Software en de Documentatie noch te modificeren noch aan te passen of te vertalen.
6. U verplicht zich geen poging te ondernemen, de Software te wijzigen, te disassembleren, te decoderen, terug te ontwikkelen of de decompileren.
7. Het eigendom van de Software en de Documentatie en ook bij daarvan gemaakte reproducties blijft bij KMBT.
8. Handelsmerken dienen te worden gebruikt overeenkomstig de geldende praktijk daarvoor die onder andere voorziet in de aanduiding met de naam van de bezitter van het handelsmerk. Handelsmerken mogen alleen voor de identificatie van afdrukresultaten worden gebruikt, die met de Sofware werden vervaardigd. Een dergelijk gebruik van handelsmerken verschaft u uiteraard geen eigendomsrechten op deze handelsmerken.
9. U mag geen versies of kopieën van de Software die de Licentienemer niet nodig heeft respectievelijk software die zich op een niet gebruikte gegevensdrager bevindt verhuren, leasen respectievelijk subleasen, verhuren of versturen, tenzij in het kader van een definitieve overdracht van alle Software en Documentatie zoals hierboven is beschreven.
10. In geen enkele situatie is KMBT of zijn licentiegever aansprakelijk te stellen ten opzichte van u voor de gevolg-, terloops ontstane, indirecte of concrete schade respectievelijk schadevergoeding met straf inclusief verloren winsten of besparingen zelfs wanneer KMBT over de mogelijkheid van dergelijke schade werd geïnformeerd. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid geldt ook voor aanspraken die door derden werden gemaakt. KMBT
Page 4
respectievelijk zijn licentiegever sluiten hierbij elke aansprakelijkheid die uitdrukkelijk of stilzwijgend van aard is met betrekking tot de software uit, inclusief maar niet beperkt tot, de aanspraak op goede verkoopbaarheid. Geschiktheid voor een bepaald doel, rechtsgebreken en niet-schending van de rechten van derden. In enige staten respectievelijk jurisdicties is de uitsluiting respectievelijk de beperking van terloops ontstane, gevolg- of concrete schade niet toegestaan, zodat de bovenstaande beperkingen mogelijkerwijs op u niet van toepassing zijn.
11. Bericht voor eindgebruikers van een regeringsinstantie van de Verenigde Staten van Amerika: de Software is een “product” overeenkomstig de definitie van dit begrip in 48 C.F.R.2.101, bestaande uit “commerciële computersoftware” en “commerciële computersoftware-documentatie” overeenkomstig het gebruik van deze begrippen in 48 C.F.R. 12.212. Overeenkomstig 48 C.F.R. 12.212 en 48 C.F.R. 227.7202-1 tot 227.7202-4 verkrijgen alle eindgebruikers van de VS-regering de Software alleen met de rechten die in dit Contract zijn vastgelegd.
12. U verplicht zich de Software in welke vorm ook, geenszins door overtreding van de van toepassing zijnde exportcontrolewetten en -bepalingen van een land te exporteren.
Page 5

Wettelijke bepalingen met betrekking tot kopiëren

Bepaalde documenten mogen nooit worden gekopieerd met het doel de gemaakte kopieën van dergelijke documenten als originelen te verstrekken.
Gebruik de volgende lijst, die niet volledig is, als leidraad voor het verantwoordingbewust kopiëren.
Financiële instrumenten
z Persoonlijke cheques z Reischeques z Betalingsopdrachten z Depositocertificaten z Leningen en andere executoriale titels z Aandelen
Wetsdocumenten
z Levensmiddelmerken z Postzegels (ongestempeld of gestempeld) z Cheques of wissels van overheidsinstanties z Interne belasting- of stempelmerken (gestempeld of ongestempeld) z Paspoorten z Immigratiepapieren z Rijbewijzen en voertuigpapieren z Uittreksels van het kadaster, legitimatiebewijzen en aktes
Algemeen
z Identiteitspapieren, onderscheidingen, of insignes z Auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de eigenaar van
het auteursrecht
Bovendien is het kopiëren kopiëren van kunstwerken zonder toestemming van degene aan wie het auteursrecht toebehoort verboden.
Bestaan twijfels over het soort document, moet u een advocaat raadplegen.
van binnen- en buitenlandse bankbiljetten en ook het
" Dit apparaat is voorzien van een anti-vervalsingssysteem om illegale
verspreiding van bepaalde documenten, zoals bankbiljetten, te verhinderen. Dit systeem verhindert dergelijke vervalsingen, door de documenten te vervormen.
Page 6

Uitsluitend voor lidstaten van de Europese Unie

Dit symbool betekent: voer het product nooit af met het gewone huisvuil!
Bij de lokaal verantwoordelijke autoriteit krijgt u informatie met betrekking tot een milieuvriendelijke verwijdering. Bij de aankoop van een nieuw apparaat neemt uw dealer het oude apparaat voor een vakkundige verwijdering in. De recycling van dit product reduceert het verbruik van natuurlijke grondstoffen en vermijdt potentieel negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid door ondeskundige afvalverwijdering.
Dit product voldoet aan de eisen betreffende de RoHS (2002/95/EG) richtlijn.
Page 7

Inhoudsopgave

1 Inleiding ............................................................................................................. 1
Functies en onderdelen van het apparaat 2
Ruimte die het apparaat nodig heeft 2 Onderdelen 4
Vooraanzicht 4 Achteraanzicht 6 Voorkant met opties 6
CD/DVD Drivers 7
Printerstuurprogramma's (Postscript stuurprogramma's) 7 Printerstuurprogramma's (PCL stuurprogramma's) 8 Printerstuurprogramma's (XPS stuurprogramma's) 8 Printerstuurprogramma's (PPD-bestanden) 9 Stuurprogramma’s voor de scanner 9 Stuurprogramma’s voor PC Fax 10
CD/DVD Applications 10
Toepassingen 10
CD/DVD Documentation 13
Documentatie 13
Systeemeisen 14
Inhoudsopgave
i
Page 8
2 Bedienpaneel en configuratiemenu .............................................................. 15
Het bedienpaneel 16
Bedienpaneellampjes en -toetsen 16 Het bedienpaneel 19
Hoofdscherm (kopieermodus) 19 Hoofdscherm (scanmodus) 22 Hoofdscherm (faxmodus) 25 Afdrukscherm 28
Instellingen en status van het apparaat controleren 29
TONERNIVEAU 29 Menu REPORT/STATUS 29
TOTAL PRINT 30 SUPPLY STATUS 30 TX/RX RESULT 31 REPORT 31
Overzicht van het configuratiemenu 33
Menu UTILITY 33
Menu MACHINE SETTING 35 Menu PAPER SETUP 40 Menu ADMIN. MANAGEMENT 43 Menu COPY SETTING 61 Menu DIAL REGISTER 63 Menu FAX TX OPERATION 65 Menu FAX RX OPERATION. 67 Menu REPORTING 71 Menu SCAN SETTING 72 Menu DIRECT PRINT 74
Menu PS/PCL PRINT 76
PROOF/PRINT MENU 76 PAPER MENU 78 QUALITY MENU 81 SYS DEFAULT MENU 104
Menu MEMORY PRINT 111
3 Omgaan met de media ................................................................................. 115
Afdrukmedia 116
Specificaties 116 Types 117
Normaal papier (gerecycled papier) 117 Zwaar papier 119 Envelope 120 Etiket 121 Briefpapier 122 Briefkaarten 123 Transparant 124 Hoogglanspapier 125
Inhoudsopgaveii
Page 9
Gegarandeerd te bedrukken gebied 126 Bedrukbaar gebied: enveloppen 126 Paginamarges 126
Media plaatsen 127
Hoe plaats ik de media? 127 Lade 1 (lade voor handmatige toevoer) 127
Normaal papier plaatsen 128 Andere media 130 Enveloppen plaatsen 130 Etiketvellen / briefhoofd / postkaarten / zwaar papier / hoogglansmedia en transparanten laden 132
Lade 2 135
Normaal papier plaatsen 135
Lade 3 (optionele onderste toevoereenheid) 138
Normaal papier plaatsen 138
Dubbelzijdig afdrukken 141
Hoe pas ik “autoduplex” toe? 141
Uitvoerlade 143 Media opslaan 144 Documentmateriaal 145
Specificaties 145
Documenten die u op de glasplaat kunt leggen 145 Documenten die u in de ADI kunt plaatsen 145
Kopieerdocument plaatsen 147
Plaats een document op de glasplaat 147 Document in de ADI plaatsen 148
4 Het printerstuurprogramma gebruiken ....................................................... 149
Printeropties / standaardwaarden selecteren (voor Windows) 150
Windows Vista/XP/Server 2003/2000 (PCL6, PS) 150
Het printerstuurprogramma verwijderen (voor Windows) 152
Windows Vista/XP/Server 2003/2000 (PCL6, PS) 152
Instellingen voor het printerstuurprogramma weergeven (voor Windows) 153
Windows Vista 153 Windows XP/Server 2003 153 Windows 2000 153
Instellingen van het printerstuurprogramma 154
Algemene knoppen 154 Tabblad Advanced (uitsluitend PostScript printerstuurprogramma) 155 Tabblad Basic 155 Tabblad Layout 156 Tabblad Cover Page 156 Tabblad Watermark/Overlay 157 Registerkaart Quality 158 Tab Overige 158 Beperkingen van printerstuurprogrammafuncties geïnstalleerd met Point and Print 159
Inhoudsopgave
iii
Page 10
5 Camera Direct ............................................................................................... 161
Camera Direct 162
Direct afdrukken vanaf een digitale camera 162
6 Direct geheugen ............................................................................................ 163
Direct geheugen 164
Afdrukken vanaf een ingestoken USB-stick 164
7 Het kopieerapparaat gebruiken ................................................................... 167
Eenvoudige kopieën maken 168
Maken van eenvoudige kopieën 169 De kopieerkwaliteit instellen 170
Het documenttype selecteren 171 De kopieerkwaliteit specificeren 171
De zoomfactor definiëren 171
Vooraf ingestelde zoomfactor kiezen 171 Een aangepaste zoomfactor instellen 172
De medialade selecteren 172
Geavanceerd kopiëren 173
2-in-1 / 4-in-1 kopiëren instellen 173
2-in-1 / 4-in-1 kopiëren vanuit de ADI 173 2-in-1 / 4-in-1 kopiëren vanaf de glasplaat 174
Een kopieerfunctie instellen 174
Identiteitskaart kopiëren 175 Herhaald kopiëren 176 Poster-kopiëren 177
Het maken van dubbelzijdige kopieën (Duplexfunctie) 178
Duplex kopiëren via de ADI 178 Dubbelzijdig kopiëren vanaf de glasplaat 179 Duplex (dubbelzijdig) documenten kopiëren 180
Gesorteerd kopiëren instellen 180
Gesorteerd kopiëren vanuit de ADI 180 Gesorteerd kopiëren vanaf de glasplaat 180
8 Gebruik van de scanner ............................................................................... 183
Scannen vanaf een computertoepassing 184
Eenvoudige kopieën maken 184 Windows TWAIN stuurprogramma-instellingen 185 Windows WIA stuurprogramma-instellingen 187 Macintosh TWAIN stuurprogramma-instellingen 188
Scannen met het apparaat 191
Eenvoudige kopieën maken 191 De gegevenslocatie specificeren 193
Gegevens opslaan op een aangesloten computer (Scan to PC) 193 Gegevens opslaan op een USB-geheugenapparaat (Scan to USB Memory) 194
Inhoudsopgaveiv
Page 11
Het bestemmingsadres specificeren (Scannen naar e-mail / FTP / SMB) 194
Het e-mailadres direct invoeren 195 Bestemmingen uit de lijst favorieten selecteren 195 Een snelkiesnummer selecteren 196 Een groepskiesnummer selecteren 197 Uit het adresboek selecteren 198 Het adresboek doorzoeken 198 Een LDAP-server zoeken 199 Meer bestemmingsadressen specificeren 201 Een gespecificeerd bestemmingsadres bewerken 201 Een gespecificeerd bestemmingsadres verwijderen 202
Adressen opslaan / bewerken 203
Registreren in de lijst favorieten 203 Uit de lijst favorieten verwijderen 204 Een snelkiesnummer opslaan (rechtstreeks invoeren) 204 Een snelkiesnummer opslaan (LDAP zoekactie) 205 Een snelkiesnummer bewerken / wissen 207 Groepskiesnummers opslaan 209
Een groepskiesnummer bewerken / wissen 210 Het gegevensformaat selecteren 211 De scankwaliteit selecteren 211
De resolutie selecteren 211
De scanmodus selecteren 212
De scandichtheid selecteren 212 Duplex (dubbelzijdig) scannen instellen 212 De scanafmeting instellen 213 De scankleur instellen 213 Het onderwerp specificeren 214 Een verzendtaak in de wachtrij verwijderen 214
9 Verbruiksmaterialen vervangen .................................................................. 215
Verbruiksmaterialen vervangen 216
De tonercartridge 216 De tonercartridge vervangen 219 Een beeldeenheid vervangen 223 De fles voor afvaltoner vervangen 229 De transportrol vervangen 232
De transportrol vervangen 232
Het ozonfilter vervangen 236 De eenheid transportriem vervangen 237 De fixeereenheid vervangen 245
Inhoudsopgave
v
Page 12
10 Onderhoud .................................................................................................... 251
Onderhoud van het apparaat 252 Het apparaat reinigen 254
Buitenkant 255 Mediarollen 256
De mediatoevoerrollen schoonmaken (handmatige toevoerlade) 256
De mediatoevoerrollen reinigen (lade 2 / 3) 258
De mediatoevoerrollen voor lade 3 reinigen 259
De mediatoevoerrollen voor de ADI reinigen 260
De mediatoevoerrollen voor de Duplex reinigen 261 Laserlens 262
11 Problemen oplossen .................................................................................... 265
Inleiding 266 Een configuratiepagina afdrukken 267 De scanner ontgrendelen 268 Het vastlopen van papier vermijden 269 Het mediatraject begrijpen 270 Vastgelopen papier verwijderen 270
Meldingen van vastgelopen papier en het oplossen daarvan 271
Vastgelopen papier uit lade 1 (handmatige toevoerlade) en transportrol
verwijderen 272
Vastgelopen papier in lade 2 verwijderen 275
Vastgelopen papier in lade 3 verwijderen 278
Vastgelopen papier in de ADI verwijderen 281
Vastgelopen papier in de Duplex verwijderen 283
Vastgelopen papier in de fixeereenheid verwijderen 284 Vastgelopen papier in de omkeerinrichting verwijderen 288 Vastgelopen papier uit het horizontale transportgedeelte verwijderen 290
Problemen bij het vastlopen van papier oplossen 293 Andere problemen oplossen 297 Problemen met de drukkwaliteit oplossen 304 Status-, storings- en servicemeldingen 310
Statusmeldingen 310 Storingsmeldingen 312 Onderhoudsmeldingen 322
12 Accessoires installeren ................................................................................ 323
Inleiding 324 Antistatische bescherming 325 Dual In-Line Memory Module (DIMM) 326
Een DIMM installeren 326
Vaste-schijfpakket 329
Het vaste-schijfpakket installeren 329
CompactFlash 333
De CF-adapter en CompactFlash-kaart installeren 333
Inhoudsopgavevi
Page 13
Lade 3 (onderste toevoereenheid) 338
Inhoud van het pakket 338 Lade 3 installeren 339
A Appendix ....................................................................................................... 343
Technische specificaties 344
Vermoedelijke levensduur van het verbruiksmateriaal 347
Door de gebruiker te vervangen 347
Door de servicemonteur te vervangen 348
Tekst invoeren 349
Toetsfunctie 349
Faxnummers invoeren 349
Namen invoeren 350
E-mailadressen invoeren 350 Invoermodus wijzigen 351 Voorbeeld 351 Tekst corrigeren en tips voor de invoer 352
Onze bijdrage aan de bescherming van het milieu 353
Wat is een ENERGY STAR product? 353
Inhoudsopgave
vii
Page 14
Inhoudsopgaveviii
Page 15

1Inleiding

Page 16

Functies en onderdelen van het apparaat

Ruimte die het apparaat nodig heeft

Houd u aan de hieronder weergegeven afstanden om de printer probleemloos te kunnen bedienen en onderhouden.
1355 mm
100 mm (3,9")
290 mm
539 mm
Vooraanzicht
326 mm
(12,8")
100 mm (3,9")
329 mm578 mm
907 mm
326 mm
590 mm
100 mm (3,9")
1016 mm
Zijaanzicht
Functies en onderdelen van het apparaat2
Page 17
329 mm578 mm
1018 mm
326 mm
(12,8")
590 mm
1016 mm
111 mm
100 mm (3,9")
Zijkant met opties
" De optie is in de bovenstaande illustratie in grijs weergegeven.
Functies en onderdelen van het apparaat
3
Page 18

Onderdelen

De bestaande afbeeldingen tonen de belangrijkste onderdelen van uw multifunctionele apparaat. Neem de tijd om ze te leren kennen.
Vooraanzicht
1—Bedienpaneel 2—Automatische
DocumentInvoer (ADI) 2-a: deksel van de ADI
1
2-b: documentgeleiding 2-c: Documenttoevoerlade 2-d: Documentuitvoerlade 2-e: Documentaanslag
" De ADI kan in sommige
status- en
6
foutmeldingen “document cover”
5
heten.
" Druk de
documentaanslag naar beneden voor het scannen van Legal-formaat papier met de ADI.
3—Lade 1 (lade voor handmatige toevoer) 4—Lade 2 5—Uitvoerlade 6—Uitschuiflade 7—Scannervergrendeling 8—Glasplaat 9—Bovenklep 10—Scannereenheid
2-a
4 3
8
7
22-b
2-c
2-d
2-e
9
10
Functies en onderdelen van het apparaat4
Page 19
11—Fixeereenheid 12—Rechter deur 13—Transportrol 14—Eenheid transportriem 15—Beeldeenheid
(beeldeenheden)
16—Reinigingshulpmiddel voor
de laserlens 17—Deksel voorkant 18—Fles voor afvaltoner 19—Tonercartridge(s) 20—Ozonfilter
19
18
17
16
14
15
20
11
12
13
14
13
16
18
19
P
U
S H
Y
Y
15
Functies en onderdelen van het apparaat
5
Page 20
Achteraanzicht
1—Hoofdschakelaar 2—Netaansluiting 3—TEL (telefoon)aansluiting 4—LINE
(telefoonleiding)aansluiting
5—10Base-T/100Base-TX/
1000Base-T
ethernet-interfacepoort 6—USB-poort 7—Deksel achterkant 8—USB HOST-poort
Voorkant met opties
1—Onderste toevoereenheid
(lade 3)
8
7
3 4
5 6
1
2
1
Functies en onderdelen van het apparaat6
Page 21

CD/DVD Drivers

Printerstuurprogramma's (Postscript stuurprogramma's)
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
Windows Vista/XP/Server 2003/ 2000
Windows Vista/XP/Server 2003 voor 64bit
Met deze stuurprogramma’s kunt u alle printerfuncties oproepen, onder andere voor de eindbewerking en om met geavanceerde opmaakfuncties te werken. Voor details leest u “Instellin­gen voor het printerstuurprogramma weergeven (voor Windows)” op pagina 153.
" Er is een speciaal PPD-bestand gemaakt voor applicaties (zoals Page
Maker en Corel Draw) die vereisen dat een PPD-bestand gespecificeerd wordt voor het printen. Gebruik wanneer u een PPD-bestand specificeert tijdens printen in Windows Vista, XP, Server 2003 en 2000, het speciale PPD-bestand geleverd op de CD/DVD met stuurprogramma's.
Functies en onderdelen van het apparaat
7
Page 22
Printerstuurprogramma's (PCL stuurprogramma's)
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
Windows Vista/XP/Server 2003/ 2000
Windows Vista/XP/Server 2003 voor 64bit
Met deze stuurprogramma’s kunt u alle printerfuncties oproepen, onder andere voor de eindbewerking en om met geavanceerde opmaakfuncties te werken. Voor details leest u “Instellin­gen voor het printerstuurprogramma weergeven (voor Windows)” op pagina 153.
Printerstuurprogramma's (XPS stuurprogramma's)
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
Windows Vista Deze mini-stuurprogramma's voor Windows Vista voor 64bit
Windows Vista zijn gebaseerd op Windows.
Meer informatie over de installatiemethode -en opties leest u in de referentiehandleiding op de documentatie-CD/DVD.
" Het XPS stuurprogramma kan niet geïnstalleerd worden met de optie
automatisch afspelen van de CD/DVD met stuurprogramma's.
Functies en onderdelen van het apparaat8
Page 23
Printerstuurprogramma's (PPD-bestanden)
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
Macintosh OS X (10.2.8, 10.3, 10.4,
10.5) Red Hat Linux 9.0, SuSE Linux 8.2
Deze bestanden hebt u nodig om dit printerstuurprogramma te gebruiken voor elk besturingssysteem.
Meer informatie over het Macintosh en Linux printerstuurprogramma leest u in de referentiehandleiding op de documentatie-CD/DVD.
Stuurprogramma’s voor de scanner
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
TWAIN stuurprogramma voor Windows Vista/XP/Server 2003/ 2000
TWAIN stuurprogramma voor Macin­tosh OS X 10.2.8 of later
WIA stuurprogramma voor Windows XP/Vista
WIA stuurprogramma voor Windows Vista/XP voor 64bit
Met deze stuurprogramma’s kunt u alle scanfuncties instellen, bijvoor­beeld kleur- en formaatinstellingen.
Voor details leest u “Windows TWAIN stuurprogramma-instellingen” op pagina 185.
Met dit stuurprogramma kunt u alle scanfuncties instellen, bijvoorbeeld kleur- en formaatinstellingen.
Voor details leest u “Windows WIA stuurprogramma-instellingen” op pagina 187.
Functies en onderdelen van het apparaat
9
Page 24
Stuurprogramma’s voor PC Fax
Stuurprogramma’s Inzet / gebruik
Windows Vista/XP/Server 2003/ 2000
Windows Vista/XP/Server 2003 for 64 bit
Met behulp van deze stuurpro­gramma’s kunt u faxinstellingen reali­seren, zoals de papierinstellingen voor het verzenden van faxen en de instellingen voor het bewerken van het adresboek. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxap­paraat op de documentatie-CD/DVD.
" Meer informatie over het installeren van de stuurprogramma’s leest u
in de installatiehandleiding op de documentatie-CD/DVD.
" Meer informatie over de Macintosh en Linux stuurprogramma's leest u
in de referentiehandleiding op de documentatie-CD/DVD.
" Het Windows TWAIN stuurprogramma is geen 64-bit toepassing,
maar een 32-bit toepassing die ook op 64-bit-systemen functioneert.

CD/DVD Applications

Toepassingen
Toepassingen Inzet / gebruik
Ophaalbeheerprogramma
(Windows Vista/XP/Server 2003/ 2000, Macintosh OS 10.2.x of recenter)
Dit hulpprogramma kunt u uitsluitend gebruiken wanneer het optionele vaste-schijfpakket of de CompactFlash-kaart is geïnstalleerd. Het stelt u in staat lettertypen en overlay-gegevens op de vaste schijf van de printer te plaatsen.
Meer informatie hierover vindt u in de online hulp van het Ophaalbeheerprogramma.
Functies en onderdelen van het apparaat10
Page 25
PaperPort SE Bij deze software gaat het om een
pakket voor het documentbeheer, waarmee u uw digitale en conventio­nele documenten via uw PC kunt scannen, organiseren, oproepen, vrij­geven en beheren.
Verdere informatie krijgt u via het PaperPort SE gebruikershandboek uit het helpmenu.
Plaatselijk instelhulpmiddel (Local Setup Utility = LSU)
LinkMagic Met deze software kunt u gescande
PageScope Net Care Biedt printerbeheerfuncties zoals sta-
Deze software maakt het mogelijk om vanaf de computer bestemmingen (scannen en faxen) te creëren of te bewerken in de lijst favorieten, in snel­kiezen en in groepskiezen. Bovendien kunt u de status van dit apparaat con­troleren.
Voor details leest u de referentiehand­leiding op de documentatie-CD/DVD.
documenten als bestand opslaan, ver­werken, als e-mailbijlage verzenden of afdrukken.
Voor details leest u de referentiehand­leiding op de documentatie-CD/DVD.
tuscontrole en netwerkinstellingen.
Verdere informatie vindt u in de snel­gids PageScope Net Care op de CD / DVD met toepassingen.
PageScope Network instellen Met behulp van TCP/IP kunt u alge-
mene instellingen voor netwerkprin­ters instellen.
Verdere informatie vindt u in de gebruikershandleiding PageScope Net Care op de CD / DVD met toepas­singen.
Functies en onderdelen van het apparaat
11
Page 26
PageScope Plug and Print Dit hulpprogramma detecteert auto-
matisch een printer die nieuw op het netwerk wordt aangesloten, en creëert een afdrukobject op de Windows afdrukserver.
Verdere informatie vindt u in de beknopte handleiding PageScope Plug and Print op de applicatie-CD/ DVD.
PageScope NDPS Gateway Met behulp van dit netwerk-hulppro-
gramma kunt u printers en KONICA MINOLTA multifunctionele producten gebruiken in een NDPS-omgeving.
Verdere informatie vindt u in de gebruikershandleiding PageScope Gateway op de applicatie-CD/DVD.
PageScope Direct Print Met deze applicatie kunt u PDF- en
TIFF-bestanden direct naar een prin­ter sturen om af te laten drukken.
Verdere informatie vindt u in de beknopte handleiding PageScope Direct Print op de applicatie-CD/DVD.
Functies en onderdelen van het apparaat12
Page 27

CD/DVD Documentation

Documentatie
Documentatie Inzet / gebruik
Installatiehandleiding Deze handleiding biedt installatiede-
tails die verricht moeten worden om dit apparaat te gebruiken, zoals het instellen van het apparaat en het installeren van de stuurprogramma’s.
Gebruikershandleiding voor de prin­ter / kopieerapparaat / scanner (deze handleiding)
Gebruikershandleiding voor fax Deze handleiding biedt details over
Referentiehandleiding Deze handleiding biedt details over
Snelgids De snelgids biedt eenvoudige proce-
Leesme Deze handleiding biedt details over
Deze handleiding biedt details over algemene dagelijkse handelingen, zoals het gebruik van de stuurpro­gramma’s en het bedienpaneel, en het vervangen van verbruiksmaterialen.
algemene faxhandelingen, zoals het verzenden en ontvangen van faxen, en het gebruik van het bedienpaneel.
het installeren van de Macintosh en Linux stuurprogramma’s en over het specificeren van netwerkinstellingen, Local Setup Utility (LSU), LinkMagic, en het printerbeheerprogramma.
dures voor kopieer-, fax- en scanhan­delingen, en voor het vervangen van verbruiksmaterialen.
gebruikscondities en voorwaarden. Lees deze informatie beslist voordat u het apparaat gebruikt.
Functies en onderdelen van het apparaat
13
Page 28

Systeemeisen

Personal computer
– Pentium II: 400 MHz of meer
– PowerPC G3 of later (G4 of later wordt aanbevolen)
– Een Macintosh met een Intel processor Besturingssysteem
– Microsoft Windows Vista Home Basic/Home Premium/Ultimate/
Business/Enterprise, Windows Vista Home Basic/Home Premium/ Ultimate/Business/Enterprise x64 Edition, Windows XP Home Edition/ Professional (Service Pack 2 of later), Windows XP Professional x64 Edition, Windows Server 2003, Windows Server 2003 x64 Edition, Windows 2000 (Service Pack 4 of later)
– Mac OS X (10.2.8 of later; we adviseren de nieuwste patch te
installeren)
– Red Hat Linux 9.0, SuSE Linux 8.2 Vrije ruimte op de vaste schijf
256 MB of meer RAM
128 MB of meer
CD/DVD-stationI/O interface
– 10Base-T/100Base-TX/1000Base-T (IEEE 802.3) Ethernet interface
aansluiting
– USB versie 2.0 en USB versie 1.1 compatibele poort
" De Ethernet- en USB-kabel moet u er los bij kopen. " Meer informatie over de Macintosh en Linux stuurprogramma's leest u
in de referentiehandleiding op de documentatie-CD/DVD.
Functies en onderdelen van het apparaat14
Page 29
2Bedienpaneel en
configuratiemenu
Page 30

Het bedienpaneel

257 11121314
1 7
43
68 9
10 15 16 1817

Bedienpaneellampjes en -toetsen

Nr. Naam Functie
1Toets
Addressbook
2 Lampje Auto RXIs verlicht wanneer automatische ontvangst is
3Toets Redial/
Pause
4Toets On hook Maakt het verzenden en ontvangen van
5 Berichtenven-
ster
6 +/, toetsen Beweegt omhoog en omlaag door menu’s, opties, of
Toont de informatie die is geregistreerd in de favorietenlijst, snelkies- en groepskiesbestemmingen.
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
geselecteerd.
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Kiest het laatst gekozen nummer opnieuw. Voegt bij het kiezen van een nummer een pauze in.
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
faxdocumenten mogelijk terwijl de haak erop ligt.
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Toont instellingen, menu’s, en berichten.
keuzemogelijkheden.
Het bedienpaneel16
Page 31
Nr. Naam Functie
7 */) toetsen Beweegt naar links en rechts door menu’s, opties, of
keuzemogelijkheden.
8Toets Select Met deze toets selecteert u de instelling die
momenteel wordt weergegeven. 9 Lampje Error Geeft een fout aan. 10 Toets Back Wist het gespecificeerde aantal afdrukken en
ingevoerde tekst.
Met deze toets gaat u terug naar het vorige scherm.
Met deze toets annuleert u de instelling die
momenteel wordt weergegeven. 11 Cijferblok Voor de invoer van het gewenste aantal afdrukken.
Voor de invoer van faxnummers, adressen, en
namen van ontvangers. 12 Toets Fax met
LED
13 Toets Scan met
LED
Activeert de faxmodus.
Is groen verlicht, wanneer zich het apparaat in de
faxmodus bevindt.
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor
het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Activeert de scanmodus. (scannen naar e-mail, naar
FTP, naar een gedeelde map op een computer, naar
PC, of naar een USB-geheugen).
Is groen verlicht om aan te geven dat het apparaat
zich in de scanmodus bevindt.
14 Toets Copy met
LED
15 Toets Start
(B&W)
Het bedienpaneel
Voor details over de scannerfuncties leest u
hoofdstuk 6, "De scanner gebruiken".
Activeert de kopieermodus.
Brandt groen wanneer het apparaat in de
kopieermodus staat.
Voor details over de kopieerfuncties leest u
hoofdstuk 5, "Het kopieerapparaat gebruiken".
Start monochroom kopiëren, scannen of faxen.
17
Page 32
Nr. Naam Functie
16 Lampje Start Licht blauw op wanneer kopiëren en faxen mogelijk
is.
Licht oranje op wanneer kopiëren en faxen niet
mogelijk is; bijvoorbeeld bij het opwarmen, of
wanneer een fout is opgetreden. 17 Toets Start
(kleur)
18 Toets Stop/
Reset
Start kopiëren, scannen of faxen in kleur.
Zet de instellingen terug op hun beginwaarden en
stopt functies.
Het bedienpaneel18
Page 33

Het bedienpaneel

Hoofdscherm (kopieermodus)
3 4
1
2
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Copy settings Hiermee kunt u de huidige instellingen controleren
en de verschillende instellingen veranderen. Voor
details leest u “Kopieerinstellingen (Copy settings)”
op pagina 20. 2 Status Afhankelijk van de situatie verschijnt de apparaatsta-
tus of een foutmelding. 3 Copy density Geeft de kopieerdichtheid aan.
AUTO verschijnt wanneer u DENSITY hebt inge-
4 Number of
copies
steld op
geselecteerd.
Geeft het aantal kopieën weer.
AUTO en de kopieermodus TEXT hebt
Het bedienpaneel
19
Page 34
Kopieerinstellingen (Copy settings)
1 2 3
4 5 6
7 8 9
Druk op +/,
Druk op +/,
Druk op +/,
10 11
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Media tray Geeft de geselecteerde papierlade weer. Details
over het selecteren van de papierlade leest u onder
“De medialade selecteren” op pagina 172. 2 Zoomfactor Geeft de geselecteerde zoomfactor weer. Details
over het specificeren van de zoomfactor leest u
onder “De zoomfactor definiëren” op pagina 171. 3 Copy quality Geeft de geselecteerde kopieerkwaliteit aan. Details
over het selecteren van de kopieerkwaliteit leest u
onder “De kopieerkwaliteit instellen” op pagina 170.
Het bedienpaneel20
Page 35
Nr. Aanduiding Beschrijving
4 Collated (Sort)
copying
5 2in1 / 4in1
afdrukken
6 Double-sided/
single-sided copying
7 Copy function Geeft de geselecteerde kopieerfunctie aan. Details
8
UTILITY
9
REPORT/ STATUS
10
PS/PCL PRINT
11
MEMORY PRINT
Geeft aan of het apparaat het drukwerk ordent
(sorteert). Details over het selecteren van de
sorteerfunctie leest u onder “Gesorteerd kopiëren
instellen” op pagina 180.
Geeft aan of 2in1 / 4in1 afdrukken is geselecteerd.
Details voor het selecteren van 2in1 / 4in1 afdrukken
leest u onder “2-in-1 / 4-in-1 kopiëren instellen” op
pagina 173.
Geeft aan of dubbelzijdig of enkelzijdig afdrukken is
geselecteerd. Voor details over het selecteren van
enkelzijdig / dubbelzijdig afdrukken leest u “Het
maken van dubbelzijdige kopieën (Duplexfunctie)”
op pagina 178.
over het instellen van de kopieerfunctie leest u onder
“Een kopieerfunctie instellen” op pagina 174.
Selecteer dit menuonderdeel om de verschillende
apparaatinstellingen te veranderen. Voor details
leest u “Menu UTILITY” op pagina 33.
Selecteer dit menuonderdeel om het totale aantal
pagina’s weer te geven dat dit apparaat heeft
afgedrukt, het aantal verzonden / ontvangen faxen,
en het afdrukken van rapporten. Voor details leest u
“Menu REPORT/STATUS” op pagina 29.
Selecteer dit menuonderdeel om taken opgeslagen
op de vaste schijf van de machine (optioneel) af te
drukken of te wissen en om de instellingen van
afdrukken via PS/PCL te wijzigen. Voor details leest
u “Menu PS/PCL PRINT” op pagina 76.
Selecteer dit menuonderdeel om via direct
geheugen af te drukken en om de instellingen
hiervoor te specificeren. Voor details leest u “Menu
MEMORY PRINT” op pagina 111.
Het bedienpaneel
" Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend
wanneer u een optioneel vaste-schijfpakket of een CompactFlash-kaart hebt geïnstalleerd.
21
Page 36
Hoofdscherm (scanmodus)
3
1
2
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Scan settings Hiermee kunt u de huidige instellingen controleren
en de verschillende instellingen veranderen. Voor
details leest u “Scaninstellingen” op pagina 23. 2 Status Afhankelijk van de situatie verschijnt de
apparaatstatus of een foutmelding. 3 Beschikbaar
geheugen
Geeft het percentage geheugen aan dat beschikbaar
is voor scannen en faxen.
Het bedienpaneel22
Page 37
Scaninstellingen
1 2 3
4 5 6
7 8 9
Druk op +/,
Druk op +/,
Druk op +/,
10
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Gegevensfor-
maat
2 Scan quality Geeft de geselecteerde scankwaliteit aan. Details
Het bedienpaneel
Geeft de geselecteerde gegevensindeling aan.
Details over het selecteren van de gegevensindeling
leest u onder “Het gegevensformaat selecteren” op
pagina 211.
over het selecteren van de scankwaliteit leest u
onder “De scankwaliteit selecteren” op pagina 211.
23
Page 38
Nr. Aanduiding Beschrijving
3 Scan data desti-
nation
Geeft de gespecificeerde bestemming voor de scan-
gegevens aan. Details voor het specificeren van de
gegevensbestemming leest u onder “De gegevens-
locatie specificeren” op pagina 193 en “Het bestem-
mingsadres specificeren (Scannen naar e-mail / FTP
/ SMB)” op pagina 194.
" Wanneer u geen bestemming hebt gespecifi-
ceerd, verschijnt SCAN TO.
4 Single-sided/
double-sided scanning
5 Scanafmeting Geeft de geselecteerde scanafmetingen aan. Details
6 Scankleur Geeft de geselecteerde scankleur aan. Details over
7
SUBJECT
Geeft aan of dubbelzijdig of enkelzijdig scannen is
geselecteerd. Voor details over het selecteren van
enkelzijdig / dubbelzijdig scannen leest u “Duplex
(dubbelzijdig) scannen instellen” op pagina 212.
over het selecteren van de scanafmetingen leest u
onder “De scanafmeting instellen” op pagina 213.
het selecteren van de scankleur leest u onder “De
scankleur instellen” op pagina 213.
Selecteer dit menuonderdeel om het onderwerp te
specificeren. Details voor het specificeren van het
onderwerp leest u onder “Het onderwerp specifice-
ren” op pagina 214.
8
CANCEL RESERV.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer u
een FTP- of SMP-adres hebt gespecificeerd als bestemming.
Selecteer dit menuonderdeel om de wachtrij van ver-
zendtaken weer te geven, en een taak te annuleren.
Voor details leest u “Een verzendtaak in de wachtrij
verwijderen” op pagina 214.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer u
een e-mail-, FTP- of SMB-adres hebt gespeci­ficeerd als bestemming.
Het bedienpaneel24
Page 39
Nr. Aanduiding Beschrijving
9
UTILITY
Selecteer dit menuonderdeel om de verschillende
apparaatinstellingen te veranderen. Voor details
leest u “Menu UTILITY” op pagina 33.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer u
een e-mail-, FTP- of SMB-adres hebt gespeci­ficeerd als bestemming.
10
REPORT/ STATUS
Selecteer dit menuonderdeel om het totale aantal
pagina’s weer te geven dat dit apparaat heeft afge-
drukt, het aantal verzonden / ontvangen faxen, en
het afdrukken van rapporten. Voor details leest u
“Menu REPORT/STATUS” op pagina 29.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer u
een e-mail-, FTP- of SMB-adres hebt gespeci­ficeerd als bestemming.
Hoofdscherm (faxmodus)
3 4
21
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Time Geeft de actuele tijd aan die u hebt gespecificeerd in
2 Beschikbaar
geheugen
3 Faxinstellingen Hiermee kunt u de huidige instellingen controleren
4 Status Afhankelijk van de situatie verschijnt de
Het bedienpaneel
ADMIN. MANAGEMENT/USER SETTING/
DATE&TIME
Geeft het percentage geheugen aan dat beschikbaar
is voor scannen en faxen.
en de verschillende instellingen veranderen. Voor
details leest u “Faxinstellingen” op pagina 26.
apparaatstatus of een foutmelding.
in het menu UTILITY.
25
Page 40
Faxinstellingen
1 2
3 4
5 6
Druk op +/,
Druk op +/,
Druk op +/,
7 8
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Faxkwaliteit Geeft de geselecteerde faxkwaliteit aan. Voor details
over het selecteren van de faxkwaliteit leest u de
gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de
documentatie-CD/DVD. 2 Ontvanger Geeft aan naar wie u de fax stuurt. Voor details over
het specificeren van de ontvanger leest u de
gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de
documentatie-CD/DVD.
" Wanneer u geen ontvanger hebt
gespecificeerd, verschijnt
FAX TO.
Het bedienpaneel26
Page 41
Nr. Aanduiding Beschrijving
3
TIMER TX
4 Verzendmodus Geeft de geselecteerde faxverzendmodus aan. Voor
5 Enkelzijdig /
dubbelzijdig faxen
6
CANCEL RESERV.
Selecteer dit menuonderdeel om de tijd te
specificeren waarop u de fax wilt verzenden. Voor
details leest u de gebruikershandleiding voor het
faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
details over het selecteren van de transmissiemodus
leest u de gebruikershandleiding voor het
faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Geeft de geselecteerde scanmethode voor het
faxdocument aan (enkelzijdig / dubbelzijdig). Voor
details over het selecteren van dubbelzijdig /
enkelzijdig scannen leest u de
gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de
documentatie-CD/DVD.
Selecteer dit menuonderdeel om de wachtrij van
verzendtaken weer te geven, en een taak te
annuleren. Voor details leest u “Een verzendtaak in
de wachtrij verwijderen” op pagina 214.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer
een ontvanger is gespecificeerd.
7
UTILITY
Selecteer dit menuonderdeel om de verschillende
apparaatinstellingen te veranderen. Voor details
leest u “Menu UTILITY” op pagina 33.
8
REPORT/ STATUS
Het bedienpaneel
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer
een ontvanger is gespecificeerd.
Selecteer dit menuonderdeel om het totale aantal
pagina’s weer te geven dat dit apparaat heeft
afgedrukt, het aantal verzonden / ontvangen faxen,
en het afdrukken van rapporten. Voor details leest u
“Menu REPORT/STATUS” op pagina 29.
" Dit menuonderdeel verschijnt niet wanneer
een ontvanger is gespecificeerd.
27
Page 42
Afdrukscherm
Wanneer een afdruktaak is ontvangen, verschijnt PRINTER: Printing in het statusgedeelte van het hoofdscherm. Wanneer u het afdrukscherm wilt weergeven (zie hieronder), drukt u op de toets * wanneer PRINTER:
Printing
Wanneer u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de toets Stop/Reset wanneer het afdrukscherm verschijnt. Druk op de toets Select om selecteren.
Nr. Aanduiding Beschrijving
1 Status Geeft meldingen aan van de op dat moment
2 Media tray/
verschijnt.
media size
YES te
uitgevoerde processen, zoals afdrukken.
Geeft de geselecteerde papierlade en het
geselecteerde papierformaat aan.
Het bedienpaneel28
Page 43

Instellingen en status van het apparaat controleren

TONERNIVEAU

Druk bij het hoofdscherm op de toets * om het scherm TONER REMAINING weer te geven. Dit scherm toont het ruw geschatte resttonerniveau in de tonercartridges.
Met de toets Back keert u terug naar het hoofdscherm.
" Wanneer u bij het hierboven beschreven scherm de toets Select
minimaal 2 seconden ingedrukt houdt, drukt het apparaat de configuratiepagina af.

Menu REPORT/STATUS

Wanneer u het scherm REPORT/STATUS wilt weergeven, selecteert u
REPORT/STATUS in het hoofdscherm, en drukt u op de toets Select. In dit
menu ziet u het totale aantal pagina’s dat dit apparaat heeft afgedrukt, en het aantal verzonden / ontvangen faxen. Bovendien kunt u de rapporten afdrukken. Het menu REPORT/STATUS heeft onderstaande structuur.
" Met de toets Back keert u terug naar het vorige scherm. Met de toets
Stop/Reset geeft u het hoofdscherm weer.
REPORT/STATUS TOTAL PRINT
SUPPLY STATUS
TX/RX RESULT
REPORT
Instellingen en status van het apparaat controleren
29
Page 44
TOTAL PRINT
U kunt het totale aantal pagina’s voor de volgende opties controleren.
TOTAL PRINT
MONO COPY
COLOR COPY
MONO PRINT
COLOR PRINT
FAX PRINT
TOTAL SCAN
Het totale aantal afgedrukte pagina’s. Het totale aantal gekopieerde pagina’s in zwart
en wit. Het totale aantal gekopieerde kleurenpagina’s. Het totale aantal afgedrukte pagina’s in zwart
en wit. Het totale aantal afgedrukte kleurenpagina’s. Het totaal aantal gefaxte pagina’s.
Het totaal aantal gescande documentpagina’s.
SUPPLY STATUS
Het scherm kan de resterende hoeveelheid toner in de tonercartridges en de resterende levensduur van de beeldeenheden aangeven als een percentage.
C TONER
M TONER
Y TONER
K TONER
C I-UNIT
M I-UNIT
Y I-UNIT
K I-UNIT
De resterende hoeveelheid toner in de tonercartridge voor cyaanblauw (Cyan = C) in procenten.
De resterende hoeveelheid toner in de tonercartridge voor magenta (Magenta = M) in procenten.
De resterende hoeveelheid toner in de tonercartridge voor geel (Yellow = Y) in procenten.
De resterende hoeveelheid toner in de tonercartridge voor zwart (blacK = K) in procenten.
De resterende levensduur van de cyaan-beeldeenheid (C) in procenten.
De resterende levensduur van de magenta-beeldeenheid (M) in procenten.
De resterende levensduur van de geel-beeldeenheid (Y) in procenten.
De resterende levensduur van de zwart-beeldeenheid (K) in procenten.
Instellingen en status van het apparaat controleren30
Page 45
TX/RX RESULT
Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
REPORT
U kunt apparaatinstellingen, lijsten en verslagen van het faxen afdrukken.
TX RESULT REPORT
RX RESULT REPORT
ACTIVITY REPORT
MEMORY DATA LIST
MEMORY IMAGE PRINT
FAVORITE LIST
SPEED DIAL LIST
GROUP DIAL LIST
Drukt de resultaten van de faxverzendingen af. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/ DVD.
Drukt de resultaten van fax-ontvangsten af. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/ DVD.
Drukt de resultaten van de faxverzendingen en ontvangsten af. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Drukt informatie over de faxverzendingen in de wachtrij af. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Drukt de informatie en een gereduceerde startpagina van faxverzendingen in de wachtrij af. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Drukt een lijst met bestemmingen af die in de lijst favorieten staan. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Drukt een lijst af van de bestemmingen die zijn geprogrammeerd voor snelkiezen. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/DVD.
Drukt een lijst af van de voorkeursgroepen. Voor details leest u de gebruikershandleiding voor het faxapparaat op de documentatie-CD/ DVD.
Instellingen en status van het apparaat controleren
31
Page 46
UTILITY MAP
PS/PCL MENU MAP
CONFIGURATION PAGE
PS FONT LIST
PCL FONT LIST
DIRECTORY LIST
Drukt het menu UTILITY met alle instellingen af.
Drukt het menu PS/PCL PRINT met alle instellingen af.
Drukt een schatting af van het percentage resterende toner en de instellingen, informatie en status van dit apparaat.
Drukt de PostScript lettertypelijst af. Drukt de PCL lettertypelijst af. Drukt een directorylijst af van de vaste schijf of
een CompactFlash-kaart.
Instellingen en status van het apparaat controleren32
Page 47

Overzicht van het configuratiemenu

Wanneer u het instelmenu voor dit apparaat wilt weergeven, selecteert u
UTILITY in het hoofdscherm, en drukt u op de toets Select. In het menu
UTILITY kunt u de instellingen voor de verschillende machinefuncties veranderen.
Daarnaast kunnen kopieermodusinstellingen gespecificeerd worden voor afdrukken via PS/PCL en direct geheugen. Voor details raadpleegt u “Menu PS/PCL PRINT” op pagina 76 en “Menu MEMORY PRINT” op pagina 111.

Menu UTILITY

In dit menu kunt u verschillende apparaatinstellingen veranderen. Het menu UTILITY heeft onderstaande structuur.
" Met de toets Back keert u terug naar het vorige scherm in het menu
UTILITY. (Wanneer u de toets Back ingedrukt houdt terwijl u instellingen specificeert, slaat het apparaat deze instellingen niet op.)
" Uitsluitend de beheerder mag het menu ADMIN. MANAGEMENT
openen. Wanneer u de instellingen voor dit menu wilt weergeven, selecteert u toegangscode van de beheerder in op het cijferblok (standaard:
000000), en drukt u op de toets Select.
UTILITY MACHINE SETTING
ADMIN. MANAGEMENT, en toetst u de zescijferige
PAPER SETUP
Menu ADMIN. MANAGEMENT
COPY SETTING
DIAL REGISTER
FAX TX OPERATION
Overzicht van het configuratiemenu
33
Page 48
FAX RX OPERATION
REPORTING
SCAN SETTING
*
"
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
CAMERA DIRECT
DIRECT PRINT
*
ingesteld is op ENABLE.
Overzicht van het configuratiemenu34
Page 49
Menu MACHINE SETTING
MACHINE SETTING AUTO PANEL RESET
PREHEAT MODE
ENERGY SAVE MODE
LCD CONTRAST
KEY SPEED TIME TO START
LANGUAGE
INTERVAL
LAMP OFF TIME
LAMP WARMUP TIME
BUZZER VOLUME
INITIAL MODE
TONER EMPTY
Overzicht van het configuratiemenu
35
Page 50
TONER NEAR EMPTY
I-UNIT NEAR EMPTY
AUTO CONTINUE
CALIBRATION
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
AUTO PANEL RESET
PREHEAT MODE
Instelling
OFF / 30sec / 1min / 2min / 3min / 4min / 5min
Specificeer de tijd waarna alle instellingen die niet geprogrammeerd zijn, zoals aantal kopieën, gewist worden en teruggezet naar hun standaardinstellingen wanneer geen handelingen uitgevoerd worden.
Wanneer u het apparaat zodanig wilt instellen dat het de bedienpaneel-instellingen terugzet op de standaardwaardenm selecteert u 30sec, 1min, 2min, 3min, 4min of 5min voor de tijdsduur voor de wachttijd tot de terugsteloperatie plaatsvindt.
Instelling
Opent de voorverwarmmodus (eerste fase van de energiespaarstand) om energie te besparen wanneer geen bewerking plaatsvindt. Geef (in minuten) de tijdsduur aan, waarna de printer, wanneer die niet gebruikt wordt, teruggaat naar de energiespaarstand.
1 tot 120 min (Standaard: 15 min
)
Overzicht van het configuratiemenu36
Page 51
ENERGY SAVE MODE
LCD CONTRAST
KEY SPEED
TIME TO START
INTERVAL
LANGUAGE
LAMP OFF TIME
Instelling
Opent de energiespaarstand om energie te besparen wanneer geen bewerking plaatsvindt. Geef (in minuten) de periode aan, waarna de printer, wanneer die niet gebruikt wordt, teruggaat naar de energiespaarstand.
Instelling (LIGHT) (DARK) Specificeer de helderheid van het
berichtenvenster. Instelling
6 tot 120 min (Standaard: 30 min
)
0.1sec / 0.3sec / 0.5sec /
1.0sec / 1.5sec / 2.0sec /
2.5sec / 3.0sec
Geef de tijdsduur aan tot de cursor continu beweegt wanneer u een toets ingedrukt houdt.
Instelling
0.1sec / 0.3sec / 0.5sec /
1.0sec / 1.5sec / 2.0sec /
2.5sec / 3.0sec
Geef de periode aan tot de cursor continu beweegt tussen instellingen of tekens.
Instelling
ENGLISH / FRENCH / GERMAN / ITALIAN / SPANISH / PORTUGUESE / RUSSIAN / CZECH / SLOVAK / HUNGARIAN / POLISH
Selecteer de taal voor menu’s en berichten in het berichtenvenster.
Instelling Selecteer de tijdsduur tot de lamp van de
scannereenheid uitgaat wanneer u geen handelingen verricht.
MODE1 / MODE2
Wanneer u lamp uit wanneer het apparaat naar de voorverwarmstand gaat.
Wanneer u lamp uit wanneer het apparaat naar de energiespaarstand gaat.
Overzicht van het configuratiemenu
MODE1 hebt geselecteerd, gaat de
MODE2 hebt geselecteerd, gaat de
37
Page 52
LAMP WARMUP TIME
Instelling Specificeer de opwarmtijd voor de lamp van de
scannereenheid.
AUTO / FIX
BUZZER VOLUME
INITIAL MODE
TONER EMPTY
Wanneer u apparaat de tijdsduur die bij het inschakelen nodig is om terug te keren uit de energiespaarstand aan aan de kamertemperatuur. U kunt het apparaat niet gebruiken voordat het geheel is gestabiliseerd. Selecteer daarom deze instelling bijvoorbeeld wanneer u vanaf de eerste pagina met een hoge beeldkwaliteit wilt scannen.
Wanneer u apparaat gebruiken wanneer de lamp warm is geworden. Bij een lage kamertemperatuur is de kwaliteit van de eerste pagina van een kopie of gescande afbeelding misschien beter wanneer u AUTO selecteert.
Instelling Selecteer het volume van het geluid dat moet
klinken wanneer u een toets indrukt, of het volume van het alarm wanneer er een storing optreedt.
Instelling Kies de standaard modus bij het inschakelen
van het apparaat of wanneer alle instellingen in het bedienpaneel terugkeren naar hun standaard instellingen.
Instelling Selecteer of het afdrukken, kopiëren en faxen
moet stoppen wanneer de toner op raakt.
AUTO hebt geselecteerd, past het
FIX hebt geselecteerd, kunt u het
OFF / LOW / HIGH
COPY / FAX
STOP / BW CONTINUE
Wanneer afdrukken, kopiëren en faxen wanneer de toner op raakt.
Als monochroom afdrukken, monochroom kopiëren en faxontvangst doorgaan wanneer één of meer kleurentoners op zijn en er nog wel zwarte toner is.
STOP is geselecteerd, stopt het
BW CONTINUE is geselecteerd, kunnen
Overzicht van het configuratiemenu38
Page 53
TONER NEAR EMPTY
I-UNIT NEAR EMPTY
AUTO CONTINUE
CALIBRATION
Instelling Wanneer de toner op raakt, verschijnt een
waarschuwingsmelding. Instelling
Wanneer de beeldeenheid bijna leeg is, verschijnt een waarschuwingsboodschap.
Instelling Stel in of het afdrukken moet doorgaan wanneer
zich een formaatfout voordoet gedurende het afdrukken.
Instelling Bepaalt of de beeldstabilisering plaatsvindt. Bij
keuze van de optie
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
ON start de beeldstabilisatie.
Overzicht van het configuratiemenu
39
Page 54
Menu PAPER SETUP
PAPER SETUP TRAY1 PAPER
TRAY2 PAPER
Overzicht van het configuratiemenu40
Page 55
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
TRAY1 PAPER
Mediatype
PLAIN PAPER / THICK PAPER / THICK PAPER2 / TRANSPARENCY / LABELS / LETTERHEAD / GLOSSY / GLOSSY2 / ENVELOPE / POSTCARD
Paper size Wanneer een andere instelling dan
ENVELOPE of POSTCARD is
geselecteerd:
A4 / A5 / B5 / LEGAL /
LETTER / G LETTER / STATEMENT /
EXECUTIVE / FOLIO / G LEGAL / OFICIO (uitsluitend Mexico) / CUSTOM
Wanneer ENVELOPE is geselecteerd:
COM10 / C6 / DL / MONARCH / CHOU#3
/
CUSTOM
Wanneer POSTCARD is geselecteerd:
J-POSTCARD 100x148 /
D-POSTCARD 148x200 / CUSTOM
Selecteer het type en formaat van de media die worden geladen in lade 1. Wanneer u geselecteerd als het papierformaat, specificeer dan de instellingen voor
Het instelbereik voor LENGTH is 148 tot 356 mm.
De standaardinstelling is 297 mm.
LENGTH en WIDTH afzonderlijk.
CUSTOM hebt
Het instelbereik voor WIDTH is 92 tot 216 mm.
De standaardinstelling is 210 mm.
Na de selectie van een mediatype verschijnt een scherm met het beschikbare papierformaat. Welke formaten ter beschikking staan, hangt af van het eerder gekozen mediatype.
Het standaard papierformaat voor een andere instelling dan voor 120 V modellen, en
ENVELOPE of POSTCARD is LETTER
" De instelling voor CUSTOM wordt metrisch
(mm) aangegeven, zelfs als ADMIN.
MANAGEMENT/USER SETTING/PRESET ZOOM
is ingesteld op INCH.
Overzicht van het configuratiemenu
A4 voor 220 V modellen.
41
Page 56
TRAY2 PAPER
Paper size
A4 / A5 / B5 / LETTER / G LETTER / STATEMENT / EXECUTIVE / CUSTOM
Selecteer het mediaformaat dat u in lade 2 plaatst. Wanneer u CUSTOM hebt geselecteerd als het papierformaat, specificeer dan de instellingen voor
LENGTH en WIDTH afzonderlijk.
Het instelbereik voor LENGTH is 148 tot 297 mm.
De standaardinstelling is 297 mm.
Het instelbereik voor WIDTH is 92 tot 216 mm.
De standaardinstelling is 210 mm.
U kunt uitsluitend normaal papier in lade 2 plaatsen.
Het standaard papierformaat is modellen, en
A4 voor 220 V modellen.
LETTER voor 120 V
" De instelling voor CUSTOM wordt metrisch
(mm) aangegeven, zelfs als ADMIN.
MANAGEMENT/USER SETTING/PRESET ZOOM
is ingesteld op INCH.
Overzicht van het configuratiemenu42
Page 57
Menu ADMIN. MANAGEMENT
" Uitsluitend de beheerder mag het menu ADMIN. MANAGEMENT
openen. Wanneer u de instellingen voor dit menu wilt weergeven, selecteert u ADMIN. MANAGEMENT, en toetst u de zescijferige toegangscode van de beheerder in op het cijferblok (standaard:
000000), en drukt u op de toets Select.
Menu ADMIN. MANAGEMENT
ADMINISTRATOR NO.
REMOTE MONITOR
NETWORK SETTING
TCP/IP
IP ADDR.
*1
SETTING
*1
DNS
*1
DHCP
*1
BOOTP
DNS AUTO SETTING
SPECIFY
Overzicht van het configuratiemenu
ARP/PING
HTTP
FTP SERVER
*1
*1
*1
43
Page 58
FTP TX
*1
SMB
BONJOUR
*1
*1
DYNAMIC DNS
*1
IPP
*1
RAW PORT*1 DISABLE/ENABLE
BIDIRECTIONAL
*1
SLP
*1
SNMP
WSD PRINT
IPSEC
*1
*1
IP ADDR.
*1
FILTER
ACCESS PER.
ACCESS REFUSE
Overzicht van het configuratiemenu44
Page 59
IPv6
*1
DISABLE/ENABLE
NETWARE
APPLETALK
SPEED/ DUPLEX
IEEE802.1X
AUTO SETTING
LINK LOCAL
GLOBAL ADDRESS
GATEWAY ADDRESS
*2
*2
*2
*2
E-MAIL SETTING SMTP
Overzicht van het configuratiemenu
SENDER NAME
E-MAIL ADDRESS
DEFAULT SUBJECT
45
Page 60
SMTP SERVER ADDR.
SMTP PORT NO.
SMTP TIMEOUT
TEXT INSERT
POP BEFORE SMTP DISABLE/ENABLE
POP3 SERVER
*3
ADDR.
POP3 PORT NO.
POP3 TIMEOUT
POP3 ACCOUNT
*3
*3
POP3 PASSWORD
SMTP AUTH. DISABLE/ENABLE
SMTP USER
*4
NAME
SMTP PASSWORD
*3
*3
*4
Overzicht van het configuratiemenu46
Page 61
LDAP SETTING DISABLE/ENABLE
LDAP SERVER
*5
ADDR.
LDAP PORT NO.
SSL SETTING
SEARCH BASE
ATTRIBUTE
SEARCH METHOD
LDAP TIMEOUT
MAX.SEARCH RESULTS
*5
*5
*5
*5
*5
*5
*5
AUTHENTICATION
*5
Overzicht van het configuratiemenu
LDAP ACCOUNT
LDAP PASSWORD
DOMAIN NAME
*5
*5
*5
47
Page 62
CAMERA DIRECT
USB SETTING
COMM. SETTING TONE/PULSE
LINE MONITOR
PSTN/PBX
USER SETTING PTT SETTING
DATE&TIME
DATE FORMAT
PRESET ZOOM
USER FAX NUMBER
USER NAME
AUTO REDIAL NUMBER OF REDIAL
INTERVAL
Overzicht van het configuratiemenu48
Page 63
SUPPLIES REPLACE
*1
"
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
NETWORK SETTING/TCP/IP
*2
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
TRANSFER BELT
FUSER UNIT
TRANSFER ROLLER
is ingesteld op ENABLE.
NETWORK SETTING/IPv6/DISABLE/ENABLE ENABLE.
*3
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
E-MAIL SETTING/POP BEFORE SMTP/DISABLE/ENABLE
ingesteld op ENABLE.
*4
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
E-MAIL SETTING/SMTP AUTH./DISABLE/ENABLE
ingesteld op ENABLE.
*5
Dit menuonderdeel verschijnt wanneer ADMIN. MANAGEMENT/
LDAP SETTING/DISABLE/ENABLE
is ingesteld op ENABLE.
is ingesteld op
is
is
Overzicht van het configuratiemenu
49
Page 64
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
ADMINISTRATOR NO.
REMOTE MONITOR
Specificeer de nieuwe toegangscode voor de beheerder.
Instelling Selecteer of u de besturing op afstand
(remote monitor) wilt activeren.
Wanneer u de servicedienst toegang tot de menumodus.
Wanneer u heeft de servicedienst geen toegang tot de menumodus.
OFF / ON
ON hebt geselecteerd, heeft
OFF hebt geselecteerd,
" Deze instelling is uitsluitend
bedoeld voor de servicedienst. Verander de instelling uitsluitend wanneer dat nodig is.
Overzicht van het configuratiemenu50
Page 65
NETWORK SETTING
TCP/IP
IP ADDR. SETTING
Instelling Selecteer de instelling om dit apparaat
aan te sluiten via een netwerk. Instelling
Stel het IP-adres van deze printer op het netwerk in.
Wanneer u AUTO hebt geselecteerd, wijst het apparaat het IP-adres automatisch toe.
DISABLE / ENABLE
AUTO / SPECIFY
DNS DNS
AUTO SET­TING
SPEC­IFY
DHCP
Wanneer u geselecteerd, moet u de instellingen voor en
GATEWAY handmatig specificeren
Instelling Selecteer of het DNS-serveradres
automatisch toegewezen moet worden door de DHCP-server of niet.
Specificeer het DNS-serveradres (maximaal drie adressen).
De standaardinstelling is “0.0.0.0”. Instelling Wanneer er een DHCP-server op het
netwerk is, specificeert u of deze server het IP-adres en andere netwerkinformatie automatisch toewijst.
SPECIFY hebt
IP ADDRESS, SUBNET MASK
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
Overzicht van het configuratiemenu
51
Page 66
BOOTP
ARP/PING
HTTP
FTP SERVER
FTP TX
SMB
BONJOUR
DYNAMIC DNS
IPP
Instelling Wanneer er een BOOTP-server op het
netwerk is, specificeert u of deze server het IP-adres en andere netwerkinformatie automatisch toewijst.
Instelling Selecteer of de opdracht ARP/PING
wordt gebruikt wanneer het IP-adres is toegewezen.
Instelling Selecteer of u HTTP wel of niet wilt
activeren. Instelling
Selecteer of u de FTP-server wel of niet wilt activeren.
Instelling Selecteer of u de FTP-client wel of niet
wilt activeren. Instelling
Selecteer of u SMB wel of niet wilt activeren.
Instelling Selecteer of u Bonjour wel of niet wilt
activeren. Instelling
Selecteer of u Dynamic DNS wel of niet wilt activeren.
Instelling Selecteer of u IPP wel of niet wilt
activeren.
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
" Wanneer HTTP is ingesteld op
DISABLE, kan IPP niet ingesteld
worden.
Overzicht van het configuratiemenu52
Page 67
RAW PORT
DIS­ABLE/ ENABLE
BIDI­REC­TIONAL
SLP
SNMP
WSD PRINT
IPSEC
IP ADDR.
ACCESS PER.
FILTER
ACCESS REFUSE
IPv6 DIS-
ABLE/ ENABLE
AUTO SETTING
LINK LOCAL
GLOBAL ADDRESS
Instelling Selecteer of u de raw port wel of niet wilt
activeren. Instelling
Selecteer of u raw port bidirectionele communicatie wel of niet wilt activeren.
Instelling Selecteer of u SLP wel of niet wilt
activeren. Instelling
Selecteer of u SNMP wel of niet wilt activeren.
Instelling Selecteer of u afdrukken via WSD wel of
niet wilt activeren. Instelling
Selecteer of u IPsec wel of niet wilt activeren.
Instelling Specificeer toegangsrechten voor
filteren van IP-adressen. Instelling
Specificeer toegangsblokkering voor filteren van IP-adressen.
Instelling Selecteer of u IPv6 wel of niet wilt
activeren. Instelling
Selecteer of u de IPv6 automatische instelling wel of niet wilt activeren.
Toont het link-local adres.
Toont het algemene adres.
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
YES/NO
Overzicht van het configuratiemenu
53
Page 68
E-MAIL SETTING
GATE­WAY ADDRESS
NETWARE
APPLETALK
SPEED/DUPLEX
IEEE802.1X
SMTP
SENDER NAME
E-MAIL ADDRESS
Toont het gatewayadres.
Instelling Selecteer of u Netware wel of niet wilt
activeren. Instelling Selecteer of u AppleTalk wel of niet wilt
activeren. Instelling
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
AUTO / 10BASE FULL /
10BASE HALF / 100BASE FULL / 100BASE HALF / 1000BASE FULL
Specificeert de transmissiesnelheid voor het netwerk en de transmissiemethode voor bi-directionele transmissie.
Instelling Selecteer of u IEEE802.1X wel of niet
wilt activeren. Instelling
Selecteer of u e-mailtransmissiebewerkingen voor dit apparaat wilt in- of uitschakelen.
Specificeer de naam van de e-mailafzender (maximaal 20 tekens) die wordt gebruikt voor het scannen van het netwerk.
De standaard instelling is “bizhub_C20”.
Specificeer het e-mailadres (maximaal 64 tekens) van de e-mailafzender die wordt gebruikt voor het netwerk-scannen.
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
Overzicht van het configuratiemenu54
Page 69
DEFAULT SUB­JECT
SMTP SERVER ADDR.
SMTP PORT NO.
SMTP TIMEOUT
TEXT INSERT
POP BEFORE SMTP
DIS­ABLE/ ENABLE
Specificeer het onderwerp (maximaal 20 tekens) van het e-mailbericht dat wordt gebruikt voor het netwerk-scannen.
De standaardinstelling is “from bizhub C20”.
Specificeer het IP-adres of -hostname (maximaal 64 tekens) voor de SMTP-server in. De standaardinstelling is “0.0.0.0”.
Instelling
1 tot 65535 (Standaard:
25)
Specificeer het poortnummer van de poort die communiceert met de SMTP-server.
Instelling
Selecteer de tijd (in seconden) in, tot het apparaat de verbinding met de SMTP-server onderbreekt.
Instelling Selecteer of de gespecificeerde tekst
wel of niet ingevoegd wordt in het e-mailbericht.
Instelling Selecteer of u POP Before SMTP wel of
niet wilt activeren.
30 tot 300 sec
(Standaard:
60 sec)
OFF / ON
DISABLE / ENABLE
Als specificeer de tijd (tussen 0 en 60 seconden). De standaardinstelling is
sec
POP3 SERVER ADDR.
Specificeer de hostnaam of IP-adres voor de POP3-server die wordt gebruikt voor verificatie met POP Before SMTP.
De standaardinstelling is “0.0.0.0”.
Overzicht van het configuratiemenu
ENABLE is geselecteerd,
1
.
55
Page 70
LDAP SETTING
POP3 PORT NO.
POP3 TIME­OUT
POP3 ACCOUNT
POP3 PASS­WORD
SMTP AUTH.
DIS­ABLE/ ENABLE
SMTP USER­NAME
SMTP PASS­WORD
DISABLE/ENABLE
LDAP SERVER ADDR.
LDAP PORT NO.
Instelling
1 tot 65535 (Standaard:
110)
Specificeer het poortnummer van de poort die communiceert met de POP3-server.
Instelling
Selecteer de tijdsduur (in seconden), tot het apparaat de verbinding met de POP3-server onderbreekt.
Specificeer de gebruikersnaam (maximaal 63 tekens) die wordt gebruikt voor verificatie met POP3-server.
Specificeer het wachtwoord (maximaal 15 tekens) dat wordt gebruikt voor verificatie met POP3-server.
Instelling Selecteer of u SMTP-verificatie wel of
niet wilt activeren. Specificeer de gebruikersnaam
(maximaal 63 tekens) die wordt gebruikt voor SMTP-verificatie.
Specificeer het wachtwoord (maximaal 15 tekens) dat wordt gebruikt voor SMTP-verificatie.
Instelling Selecteer of u de LDAP-functie wel of
niet wilt activeren. Specificeer het adres (maximaal 64
tekens) dat wordt gebruikt voor de LDAP-server.
De standaardinstelling is “0.0.0.0”. Instelling
30 tot 300 sec
(Standaard:
30 sec)
DISABLE / ENABLE
DISABLE / ENABLE
1 tot 65535 (Standaard:
389)
Specificeer het poortnummer van de LDAP-server.
Overzicht van het configuratiemenu56
Page 71
SSL SETTING
SEARCH BASE
ATTRIBUTE
SEARCH METHOD
LDAP TIMEOUT
MAX.SEARCH RESULTS
AUTHENTICATION
LDAP ACCOUNT
LDAP PASSWORD
DOMAIN NAME
CAMERA DIRECT
Instelling Selecteer of u SSL wel of niet wilt
activeren. Specificeer startpunt voor de zoekactie
(maximaal 64 tekens) in een hiërarchische structuur op de LDAP-server.
U kunt de voorwaarden voor zoekacties specificeren als een naam of e-mailadres (maximaal 32 tekens).
De standaardinstelling is “cn”. Instelling
De gespecificeerde tekens waarnaar u kunt zoeken aan het begin, tussenin, of aan het einde.
Instelling
Specificeer de maximale wachttijd tijdens een zoekactie.
Instelling
DISABLE / ENABLE
BEGIN / CONTAIN / END
5 tot 300 sec
(Standaard:
60 sec)
5 tot 100 (Standaard:
100)
Specificeer het maximale aantal bestemmingen die na een zoekactie worden getoond.
Instelling
ANONYMOUS / SIMPLE / DIGEST-MD5 / GSS-SPNEGO
Selecteer de verificatiemethode voor het aanmelden op de LDAP-server.
Specificeer het account (maximaal 64 tekens) dat wordt gebruikt voor de verbinding met de LDAP-server.
Specificeer het wachtwoord (maximaal 32 tekens) dat wordt gebruikt voor de verbinding met de LDAP-server.
Specificeer de domeinnaam (maximaal 64 tekens) die wordt gebruikt voor de verbinding met de LDAP-server.
Instelling
DISABLE / ENABLE
Overzicht van het configuratiemenu
57
Page 72
USB SETTING
COMM.
TONE/PULSE
SETTING
LINE MONITOR
PSTN/PBX
Instelling Selecteer het besturingssysteem van de
PC waarmee dit apparaat is verbonden via een USB-kabel.
Instelling Selecteer het kiessysteem. Indien deze
parameter niet correct is ingesteld, kunnen geen faxdocumenten worden verzonden en ontvangen.
Controleer op welk kiessysteem uw telefooninstallatie is ingesteld, en kies de juiste instelling.
Windows / Mac
TONE / PULSE
" Wanneer PTT SETTING in het
USER SETTING is
menu ingesteld op U.S.A, CANADA of
NEW ZEALAND, kunt u de
instellingen niet veranderen.
Instelling Selecteer het volume van de lijncontrole
van het transmissiesignaal. Instelling Hier bepaalt u of het apparaat is
aangesloten op het openbare telefoonnet (PSTN) of op een privé-installatie (PBX).
OFF / LOW / HIGH
PSTN / PBX
Voor een PBX-systeem kunt u het prefixnummer aangeven (behalve het toegangsnummer voor de buitenlijn of uitgebreide nummer).
Overzicht van het configuratiemenu58
Page 73
USER SETTING
PTT SETTING
DATE&TIME
Instelling
ARGENTINA / AUSTRALIA / AUSTRIA / BELGIUM / BRAZIL / CANADA / CHINA / CZECH / DENMARK / EUROPE / FINLAND / FRANCE / GERMANY / GREECE / HONG KONG / HUNGARY / IRELAND / ISRAEL / ITALY / JAPAN / KOREA / MALAYSIA / MEXICO / THE NETHERLANDS / NEW ZEALAND / NORWAY
/
PHILIPPINES / POLAND / PORTUGAL / RUSSIA / SAUDI ARABIA
/ SINGAPORE /
SLOVAKIA / SOUTH AFRICA
/ SPAIN /
SWEDEN / SWITZERLAND
/
TAIWAN / TURKEY /
U.S.A / UNITED KINGDOM
Selecteer het land waarin het apparaat is geïnstalleerd.
Instelling
TIME: 00:00-23:59
(Standaard:
/ VIETNAM
00:00 )
Gebruik het cijferblok om de actuele datum, tijd en tijdzone in te voeren.
DATE FORMAT
Instelling
Bepaalt de datumaanduiding in rapporten en lijsten.
Overzicht van het configuratiemenu
DATE: ’07/01/01-’32/12/31
(Standaard:
07/01/01)
ZONE:
GMT+12:00-GMT-12:00 (in intervallen van 30 minuten) (Standaard: GMT+00:00)
MM/DD/YY / DD/MM/YY / YY/MM/DD
59
Page 74
PRESET ZOOM
Instelling Selecteer de maateenheden voor de
vooringestelde zoomfactoren.
INCH / METRIC
AUTO REDIAL
SUPPLIES REPLACE
USER FAX NUMBER
USER NAME
NUMBER OF REDIAL
INTERVAL
TRANSFER BELT
FUSER UNIT
TRANSFER ROLLER
De standaardinstelling is VS en Canada, en andere landen.
Voer hier uw faxnummer in. U kunt maximaal 20 tekens invoeren (waaronder getallen, spaties, + en -). Het ingevoerde nummer verschijnt in de kopregel van verzonden faxdocumenten. De standaardinstelling is blanco.
Voer hier uw naam in. U kunt maximaal 32 tekens invoeren. Deze naam wordt in de kopregel van verzonden faxdocumenten geprint. De standaardinstelling is blanco.
Instelling
1 tot 10 (Standaard: is
afhankelijk van
SETTING
Voer hier in hoe vaak het apparaat het opnieuw moet proberen wanneer er geen antwoord komt (bijvoorbeeld wanneer de lijn bezet is).
Instelling
2 tot 99 min (Standaard:
is afhankelijk van
SETTING
Specificeer het interval tussen de herhalingspogingen.
Vervang de teller wanneer u de eenheid transportriem hebt vervangen door een nieuwe.
Vervang de teller wanneer u de fixeereenheid hebt vervangen door een nieuwe.
Vervang de teller wanneer u de transportrol hebt vervangen door een nieuwe.
INCH voor de
METRIC voor
PTT
)
PTT
)
Overzicht van het configuratiemenu60
Page 75
Menu COPY SETTING
COPY SETTING PAPER PRIORITY
QUALITY PRIORITY
DENSITY PRIORITY
DENSITY LEVEL AUTO
OUTPUT PRIORITY
4IN1 COPY ORDER
MANUAL
DUPLEX COPY
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
PAPER PRIORITY
Instelling Specificeer de papierlade die u normaliter gebruikt.
TRAY1 / TRAY2 / TRAY3
" Wanneer geen optionele onderste lade-eenheid
is geïnstalleerd, verschijnt
QUALITY PRIORITY
Overzicht van het configuratiemenu
Instelling
MIX , TEXT , PHOTO , FINE/MIX , FINE/TEXT , FINE/PHOTO
Selecteer het type document dat u wilt kopiëren.
MIX of FINE/MIX is geselecteerd, selecteer dan
Als
AUTO ON of AUTO OFF voor automatische verdeling
(de dichtheid wordt donkerder gemaakt voor tekst).
TRAY3 niet.
61
Page 76
DENSITY PRIORITY
DEN-
AUTO SITY LEVEL
MANUAL
OUTPUT PRIORITY
4IN1 COPY ORDER
DUPLEX COPY
Instelling Selecteer de dichtheid die u normaliter gebruikt. Instelling Stelt de dichtheid van de achtergrondkleur in. Instelling Specificeer de standaard kopieerdichtheid. Instelling Selecteer of u afdrukken wel of niet per set wilt
sorteren. Instelling Selecteer de ordening van gescande documenten met
4in1 kopiëren. Instelling Selecteer de standaard instelling voor duplex-kopiëren
(dubbelzijdig kopiëren).
AUTO / MANUAL
(LIGHT) (DARK)
(LIGHT) (DARK)
NON-SORT / SORT
SIDEWISE / DOWNWARD
OFF / LONG EDGE / SHORT EDGE
Wanneer u (dubbelzijdig) kopiëren niet standaard toegepast.
Wanneer u LONG EDGE hebt geselecteerd, wordt duplex (dubbelzijdig) kopiëren standaard toegepast, en de pagina’s verlaten het apparaat met de bindrug aan de lange zijde.
Wanneer u duplex (dubbelzijdig) kopiëren standaard toegepast, en de pagina’s verlaten het apparaat met de bindrug aan de korte zijde.
OFF hebt geselecteerd, wordt duplex
SHORT EDGE hebt geselecteerd, wordt
Overzicht van het configuratiemenu62
Page 77
Menu DIAL REGISTER
DIAL REGISTER FAVORITE
SPEED DIAL
GROUP DIAL
FAVORITE
Sla veelgebruikte faxnummers en e-mailadressen op in de lijst favorieten. In plaats van handmatig in te voeren, kunnen faxnummers en e-mailadressen eenvoudig opgeroepen worden om zeker te zijn dat de gegevens van de bestemming correct worden geregistreerd.
U kunt maximaal 20 ontvangers invoeren in de lijst favorieten.
Overzicht van het configuratiemenu
63
Page 78
SPEED DIAL
GROUP DIAL
Sla veelgebruikte faxnummers en e-mailadressen op als snelkiesbestemmingen. In plaats van handmatig in te voeren, kunnen faxnummers en e-mailadressen eenvoudig opgeroepen worden om zeker te zijn dat de gegevens van de bestemming correct worden geregistreerd.
U kunt maximaal 250 snelkiesnummers opslaan.
Voor details raadpleegt u “Een snelkiesnummer opslaan (rechtstreeks invoeren)” op pagina 204 en “Een snelkiesnummer opslaan (LDAP zoekactie)” op pagina 205.
Sla veelgebruikte zendbestemmingen op als groepskiesbestemming. Meerdere bestemmingen kunnen eenvoudig opgeroepen worden door het selecteren van een opgeslagen groep.
Eén groepskiesbestemming kan maximaal 50 ontvangers omvatten.
U kunt maximaal 9 groepskiesnummers registreren.
Voor details leest u “Groepskiesnummers opslaan” op pagina 209.
Overzicht van het configuratiemenu64
Page 79
Menu FAX TX OPERATION
FAX TX OPERATION DENSITY LEVEL
QUALITY PRIORITY
DEFAULT TX
HEADER
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
DENSITY LEVEL
QUALITY PRIORITY
Instelling Bepaalt de dichtheid voor het scannen van een
document. Instelling
(LIGHT) (DARK)
STD/TEXT, FINE/TEXT, S-FINE/
TEXT
, STD/PHOTO, FINE/PHOTO,
S-FINE/PHOTO
Selecteer de standaard-scanresolutie (kwaliteit van het faxdocument).
STD/TEXT: Selecteer deze instelling voor
documenten met handgeschreven tekst of computerafdrukken.
FINE/TEXT: Selecteer deze instelling voor
documenten met kleine letters.
S-FINE/TEXT: Selecteer deze instelling voor
documenten met kleine letters (bijvoorbeeld kranten), en documenten met gedetailleerde afbeeldingen.
STD/PHOTO: Selecteer deze instelling voor
fotodocumenten met gangbare foto’s.
FINE/PHOTO: Selecteer deze instelling voor
fotodocumenten met fijne foto’s.
S-FINE/PHOTO: Selecteer deze instelling voor
fotodocumenten met zeer fijne foto’s.
Overzicht van het configuratiemenu
65
Page 80
DEFAULT TX
HEADER
Instelling Selecteer de gewenste methode voor het verzenden
van documenten.
MEMORY TX / DIRECT TX
MEMORY TX: Met deze methode start het faxen
wanneer het gehele document is gescand en opgeslagen in het geheugen. Het apparaat drukt het totale aantal pagina’s automatisch af, met het paginanummer in de kop. Het geheugen kan echter vol raken wanneer het document veel pagina’s bevat of wanneer de hoeveelheid gegevens groot wordt vanwege de fijne beeldkwaliteit (resolutie).
DIRECT TX: Met deze methode vindt het faxen
onmiddellijk plaats in de transmissiewachtrij van de bestemmingen. Wanneer het document veel pagina’s bevat, kan het apparaat de fax via deze methode verzenden zonder dat het geheugen vol raakt.
Instelling Selecteer of u op de verzonden fax informatie over de
faxbron (verzenddatum/-tijd, naam van de afzender, faxnummer van de afzender, sessienummer en paginanummer) wilt opnemen.
OFF / ON
" Wanneer PTT SETTING in het menu USER
SETTING KOREA, kunt u de instelling niet veranderen.
is ingesteld op U.S.A, CANADA of
Overzicht van het configuratiemenu66
Page 81
Menu FAX RX OPERATION.
FAX RX OPERATION MEMORY RX MODE
NO. of RINGS
REDUCTION RX
RX PRINT
RX MODE
FORWARD
FOOTER
SELECT TRAY
Overzicht van het configuratiemenu
67
Page 82
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
MEMORY RX MODE
No. of RINGS
REDUCTION RX
Instelling
Selecteer of u ontvangst in het geheugen wel (ON) of niet (
OFF) toestaat. Selecteer ON om niet af te drukken
bij ontvangst van vertrouwelijke faxen of als er niemand aanwezig is, bijvoorbeeld 's nachts. De ontvangen documenten kunnen opgeslagen worden in het geheugen en ofwel op een vastgesteld tijdstip afgedrukt worden, of wanneer geheugenontvangst is uitgeschakeld (deze functie is dan ingesteld op OFF).
Het instellen van de tijd voor het begin respectievelijk het einde van geheugenontvangst en ook de deactivering van deze functie kunt u beveiligen met behulp van een toegangscode. De ingevoerde start­en eindtijd geldt voor elke dag, tot u de geheugenontvangst deactiveert.
Instelling
OFF / ON
1 tot 16 (Standaard: is afhankelijk van PTT SETTING)
Wanneer een externe telefoon is aangesloten, moet u hier een getal tussen 1 en 16 invoeren, dat aangeeft hoe vaak de telefoon overgaat, voordat het apparaat de fax ontvangt.
Instelling Selecteer of ontvangstkopieën die langer zijn dan het
ingevoerde papierformaat bij het afdrukken worden verkleind, worden verdeeld over meer pagina’s, of onvolledig worden afgedrukt.
OFF / ON / CUT
ON: De ontvangstkopie wordt verkleind.
OFF: Het apparaat drukt de ontvangstkopie in de
originele afmetingen af en verdeelt hem over meer pagina’s.
CUT: Het apparaat drukt de ontvangstkopie weliswaar
af, maar informatie die niet op de pagina past, gaat verloren.
Overzicht van het configuratiemenu68
Page 83
RX PRINT
RX MODE
FORWARD
Instelling Selecteer of het apparaat het document uitsluitend
afdrukt nadat het alle pagina’s heeft ontvangen, of begint met afdrukken zodra de eerste pagina is ontvangen.
MEMORY RX / PRINT RX
MEMORY RX: Het afdrukken begint wanneer alle
pagina’s zijn ontvangen.
PRINT RX: Het afdrukken begint wanneer de eerste
pagina is ontvangen. Instelling
Stelt het apparaat in op automatische of handmatige ontvangst.
AUTO RX / MANUAL RX
AUTO RX: Wanneer de bel een bepaald aantal keren
is overgegaan, ontvangt het apparaat automatisch het faxdocument.
MANUAL RX: Ontvangt de fax niet automatisch. De
ontvangst begint wanneer u de verbinding realiseert door de hoorn op te nemen, of de toets On hook, en vervolgens de toets Start in te drukken.
Instelling Hiermee kunt u ontvangen faxdocumenten doorsturen.
OFF / ON / ON (PRINT)
OFF: Selecteer deze instelling wanneer u het
document niet wilt doorsturen.
ON: Selecteer deze instelling om het ontvangen
faxdocument door te sturen naar het gespecificeerde faxnummer of e-mailadres.
ON (PRINT): Selecteer deze instelling wanneer u
het ontvangen faxdocument op hetzelfde moment wilt doorsturen naar het gespecificeerde faxnummer of e-mailadres als dat het apparaat het afdrukt.
FOOTER
Instelling Selecteer of u de ontvangstinformatie
(ontvangstdatum, aantal pagina’s et cetera) aan de onderzijde van elk ontvangen document wilt afdrukken.
OFF / ON
Overzicht van het configuratiemenu
69
Page 84
SELECT TRAY
Instelling
Selecteer uit welke lade het apparaat het papier moet nemen, als het ontvangen documenten of transmissierapporten afdrukt. Ook kunt u een lade deactiveren, zodat hij voor de papiervoorziening niet meer ter beschikking staat.
TRAY1: DISABLE / ENABLE TRAY2: DISABLE TRAY3: DISABLE
/ ENABLE / ENABLE
" Wanneer geen optionele onderste lade-eenheid
is geïnstalleerd, verschijnt
TRAY3 niet.
Overzicht van het configuratiemenu70
Page 85
Menu REPORTING
REPORTING ACTIVITY REPORT
TX RESULT REPORT
RX RESULT REPORT
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
ACTIVITY REPORT
TX RESULT REPORT
RX RESULT REPORT
Instelling Telkens na 60 verzonden/ontvangen faxberichten kunt
u een rapport met de resultaten van deze faxberichten afdrukken. Selecteer of het apparaat het rapport automatisch moet afdrukken wanneer het zestig faxdocumenten heeft verzonden / ontvangen.
Instelling Selecteer of na iedere verzending het apparaat
automatisch een transmissierapport afdrukt.
OFF / ON
ON / ON (ERROR) / OFF
ON: drukt na elke verzending een rapport af.
ON (ERROR): Drukt na een verzending uitsluitend
een rapport af, als zich een fout voordeed.
OFF: Drukt niet na iedere verzending een rapport af,
ook niet wanneer zich een fout voordoet.
Normaliter drukt het apparaat na een verzending een rapport af.
Instelling Selecteer of het apparaat na elke ontvangst
automatisch een transmissierapport afdrukt.
ON / ON (ERROR) / OFF
ON: Drukt het rapport na elke ontvangst af.
ON (ERROR): Drukt na een ontvangst uitsluitend een
rapport af, als zich een fout voordeed.
OFF: Drukt niet na iedere ontvangst een rapport af,
ook niet wanneer zich een fout voordoet.
Overzicht van het configuratiemenu
71
Page 86
Menu SCAN SETTING
SCAN SETTING RESOLUTION
IMAGE FORMAT
CODING METHOD
FILE SIZE
QUALITY PRIORITY
DENSITY LEVEL
Overzicht van het configuratiemenu72
Page 87
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
RESOLUTION
IMAGE FORMAT
CODING METHOD
Instelling
Selecteer de standaard scanresolutie voor het scannen naar e-mailbewerkingen.
150×150dpi / 300×300dpi / 600×600dpi
" Wanneer u de ADI gebruikt om in kleur of
grijstinten te scannen, selecteert het apparaat
300×300dpi, ook al had u de resolutie
ingesteld op 600×600dpi.
Instelling Selecteer de standaard indeling voor
scanbewerkingen naar e-mail.
TIFF / PDF / JPEG
" PDF-gegevens kunt u openen in Adobe Acrobat
Reader.
" TIFF bestanden van afbeeldingen, die u met de
instellingen u niet openen met het standaardprogramma van Windows XP voor de Windows beeld- en faxaanduiding. U kunt deze bestanden openen met beeldbewerkingstoepassingen als PhotoShop, Microsoft Office Document Imaging of ACDsee.
Instelling Selecteer de standaard compressiemethode voor
scanbewerkingen naar e-mail.
De compressiefactor voor deze methoden neemt in deze volgorde toe:
Color of Gray hebt gescand, kunt
MH / MR / MMR
MH > MR > MMR.
" Deze instellingen zijn uitsluitend beschikbaar
wanneer u BW Only hebt geselecteerd voor de kleurinstelling tijdens de e-mailtransmissie.
Overzicht van het configuratiemenu
73
Page 88
FILE SIZE
Instelling Selecteer of u de afmetingen van de als e-mailbijlage
verzonden scangegevens wilt beperken of niet.
NO SPLIT / SPLIT
Wanneer u het maximumformaat tussen die verzonden moet worden de maximaal toegestane grootte overschrijdt, wordt de data opgedeeld en
verzonden in meerdere bijlagen.
SPLIT hebt geselecteerd, specificeer dan
1 en 10 Mb. Als de data
" Om meerdere bestandsbijlagen te ontvangen, is
een e-mailapplicatie nodig die gedeelde transmissies kan verwerken.
QUALITY PRIORITY
DENSITY LEVEL
Instelling Selecteer welke kwaliteit van scangegevens standaard
moet worden. Instelling Selecteer welke dichtheid van scangegevens
standaard moet worden.
MIX / TEXT / PHOTO
(LIGHT) (DARK)
Menu DIRECT PRINT
" Dit menuonderdeel verschijnt wanneer UTILITY/ADMIN.
MANAGEMENT/CAMERA DIRECT
DIRECT PRINT IMAGE QUALITY
is ingesteld op ENABLE.
PAPER SIZE TRAY1 PAPER
N-UP LAYOUT
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
IMAGE QUALITY
Instelling Selecteer de beeldkwaliteit gebruikt voor afdrukken via camera
direct.
NORMAL / FINE
Overzicht van het configuratiemenu74
TRAY2 PAPER
Page 89
PAPER SIZE
TRAY1 PAPER
Medi­atype
PLAIN PAPER / THICK PAPER / THICK PAPER2 / LABELS / POSTCARD / GLOSSY / GLOSSY2
Paper size
Wanneer een andere instelling dan
POSTCARD
LETTER
is geselecteerd:
/ A4 / A5 / STATEMENT /
B5
Wanneer POSTCARD is geselecteerd:
LETTER
/ A4 / A5 / STATEMENT /
B5 / J-POSTCARD 100×148
Wanneer GLOSSY of GLOSSY2 is geselecteerd:
LETTER / A4 / A5 /
STATEMENT / B5 / PHOTO SIZE 4X6
/ PHOTO SIZE 10X15 / LTR
2UP SPL
/ A4 4UP SPL / A4 2UP
SPL
Selecteer het mediumtype en papierformaat wanneer Lade 1 gebruikt wordt met afdrukken via camera direct.
Na de selectie van een mediatype verschijnt een scherm met het beschikbare papierformaat. Welke formaten ter beschikking staan, hangt af van het eerder gekozen mediatype.
Het standaard papierformaat is 120 V modellen en
Paper size
Selecteer het papierformaat wanneer Lade 2 gebruikt wordt met afdrukken via camera direct.
U kunt uitsluitend normaal papier in lade 2 plaatsen.
Het standaard papierformaat is 120 V modellen en
LETTER / A4
1 / 2 / 3 / 4 / 6 / 8
N-UP LAYOUT
TRAY2 PAPER
Instelling Bepaal het aantal afbeeldingen dat op één blad wordt
afgedrukt bij afdrukken via camera direct.
Overzicht van het configuratiemenu
LETTER voor
A4 voor 220 V modellen.
LETTER voor
A4 voor 220 V modellen.
75
Page 90

Menu PS/PCL PRINT

Om het menu PS/PCL PRINT weer te geven, selecteert u PS/PCL PRINT in het hoofdscherm (kopieermodus), en drukt dan op de toets Select. Met dit menu kunnen taken, opgeslagen op de vaste schijf van de machine (optioneel) afgedrukt of gewist worden, en kunnen verscheidene instellingen voor afdrukken via PS/PCL gewijzigd worden.
Het menu PS/PCL PRINT heeft onderstaande structuur.
" Met de toets Back keert u terug naar het vorige scherm in het menu PS/PCL
PRINT. (Wanneer u de toets Back ingedrukt houdt terwijl u instellingen specificeert, slaat het apparaat deze instellingen niet op.)
PS/PCL PRINT

PROOF/PRINT MENU

PAPER MENU
QUALITY MENU
SYS DEFAULT MENU
*1
*1
"
Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optioneel
vaste-schijfpakket hebt geïnstalleerd.
PROOF/PRINT MENU
Met dit menu kunnen taken, opgeslagen op de harde schijf van de machine (optioneel) afgedrukt of gewist worden.
" Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optionele onderste
toevoereenheid hebt geïnstalleerd.
PROOF/PRINT MENU
(gebruikersnaa m)
(taaknaam) PRINT
DELETE
Menu PS/PCL PRINT76
Page 91
" Als er geen taken opgeslagen zijn op de vaste schijf, verschijnt de boodschap
NO STORED JOB wanneer PROOF/PRINT MENU is geselecteerd.
PRINT
DELETE
Volg onderstaande procedure om de geselecteerde taak af te drukken.
1. Als er een toegangscode is gespecificeerd voor de geselecteerde taak, typ dan de toegangscode in en druk op de toets Select.
2. Specificeer het aantal kopieën (1 tot 9999), en druk dan de toets Select.
3. Wanneer u kleurkopieën wilt maken, drukt u op de toets Start-Color. Voor zwart-wit kopieën drukt u op de toets Start-B&W.
Volg onderstaande procedure om de geselecteerde taak te verwijderen.
1. Als er een toegangscode is gespecificeerd voor de geselecteerde taak, typ dan de toegangscode in en druk op de toets Select.
2. Selecteer
YES, en druk op de toets Select.
Menu PS/PCL PRINT
77
Page 92

PAPER MENU

PAPER MENU ANY TRAY
SETTING
TRAY CHAINING
TRAY MAPPING TRAY MAPPING MD.
TRAY1 PAPER TRAY1 ANY SIZE
TRAY1 ANY TYPE
TRAY2 PAPER TRAY2 ANY SIZE
TRAY2 ANY TYPE
TRAY3 PAPER
*1
TRAY3 ANY TYPE
LOGICAL TRAY0
DUPLEX
COPIES
COLLATE
LOGICAL TRAY9
*2
Menu PS/PCL PRINT78
Page 93
*1
"
Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optionele onderste
toevoereenheid hebt geïnstalleerd.
*2
Dit menuonderdeel verschijnt uitsluitend wanneer u een optioneel vaste-schijfpakket of een CompactFlash-kaart van 1 GB of meer hebt geïnstalleerd.
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
ANY TRAY SETTING
TRAY1 PAPER
TRAY2 PAPER
TRAY3 PAPER
TRAY CHAINING
TRAY1 ANY SIZE
TRAY1 ANY TYPE
TRAY2 ANY SIZE
TRAY2 ANY TYPE
TRAY3 ANY TYPE
Instelling Selecteer of de Any Paper Size
instelling is geselecteerd voor Lade 1 of niet.
Instelling Selecteer of de Any Media Type
instelling is geselecteerd voor Lade 1 of niet.
Instelling Selecteer of de Any Paper Size
instelling is geselecteerd voor Lade 2 of niet.
Instelling Selecteer of de Any Media Type
instelling is geselecteerd voor Lade 2 of niet.
Instelling Selecteer of de Any Media Type
instelling is geselecteerd voor Lade 3 of niet.
Instelling
Als ON is geselecteerd en de gespecificeerde lade leeg raakt tijdens het afdrukken, wordt automatisch een lade met papier van hetzelfde formaat geselecteerd, zodat het afdrukken door kan gaan.
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
ON / OFF
Menu PS/PCL PRINT
OFF is geselecteerd en de
Als gespecificeerde lade raakt leeg, stopt het afdrukken.
79
Page 94
TRAY MAPPING
DUPLEX
TRAY MAPPING MD.
LOGICAL TRAY
0-9
Instelling Selecteer of de functie Tray Mapping
wordt gebruikt. Instelling
ON / OFF
PHYSICAL TRAY1 / PHYSICAL TRAY2 /
PHYSICAL TRAY3
Selecteer de lade die voor afdrukken gebruikt wordt wanneer een afdruktaak wordt ontvangen van een printerstuurprogramma van een andere fabrikant.
De standaardinstellingen zijn
PHYSICAL TRAY1 voor LOGICAL TRAY1
en PHYSICAL TRAY2 voor
andere laden.
" PHYSICAL TRAY3 verschijnt
uitsluitend wanneer u een optionele onderste toevoereenheid hebt geïnstalleerd.
Instelling
Als LONG EDGE is geselecteerd, bedrukt de printer voor- en achterzijde van het papier, voor binden aan de lange zijde.
OFF / LONG EDGE / SHORT EDGE
COPIES
SHORT EDGE is geselecteerd,
Als bedrukt de printer voor- en achterzijde van het papier, voor binden aan de korte zijde.
De instelling van het printerstuurprogramma zal voorrang hebben boven deze menu-instelling.
Instelling
Specificeer het aantal afdrukken.
De instelling van het printerstuurprogramma zal voorrang hebben boven deze menu-instelling.
1 tot 9999 (Standaard:
1
)
Menu PS/PCL PRINT80
Page 95
COLLATE

QUALITY MENU

Instelling
ON / OFF
Selecteer of u gesorteerd afdrukken wel of niet wilt activeren.
De instelling van het printerstuurprogramma zal voorrang hebben boven deze menu-instelling.
QUALITY MENU
COLOR MODE
BRIGHTNESS
HALFTONE IMAGE
EDGE ENHANCEMENT
PRINTING
TEXT PRINTING
GRFX. PRINTING
IMAGE PRINTING
TEXT PRINTING
GRFX. PRINTING
EDGE STRENGTH
ECONOMY PRINT
Menu PS/PCL PRINT
81
Page 96
PCL SETTING CONTRAST
IMAGE PRINTING
TEXT PRINTING
GRFX. PRINTING
RGB SOURCE
RGB INTENT
RGB GRAY
RGB SOURCE
RGB INTENT
RGB GRAY
RGB SOURCE
RGB INTENT
PS SETTING IMAGE
PRINTING
RGB GRAY
RGB SOURCE
RGB INTENT
RGB GRAY
Menu PS/PCL PRINT82
Page 97
DESTINATION PROF
TEXT PRINTING
GRFX. PRINTING
RGB SOURCE
RGB INTENT
RGB GRAY
DESTINATION PROF
RGB SOURCE
RGB INTENT
RGB GRAY
DESTINATION PROF
CALIBRATION TONE
Menu PS/PCL PRINT
SIMULATION SIMULATION
PROF
SIM. INTENT
CMYK GRAY
CALIBRATION
83
Page 98
CMYK DENSITY
CYAN HIGHLIGHT
MIDDLE
SHADOW
MAGENTA HIGHLIGHT
MIDDLE
SHADOW
YELLOW HIGHLIGHT
MIDDLE
COLOR SEPARATION
SHADOW
BLACK HIGHLIGHT
MIDDLE
SHADOW
Menu PS/PCL PRINT84
Page 99
" De fabrieksinstellingen verschijnen in vet schrift.
COLOR
MODE
BRIGHT-
Instelling
Als COLOR is geselecteerd, worden de pagina's in kleur afgedrukt.
Als
GRAYSCALE is geselecteerd, worden de pagina's in
zwart-wit afgedrukt. Instelling
NESS
De helderheid van het afgedrukte beeld kan bijgesteld worden.
HALFTONE IMAGE
PRINTING
COLOR/GRAYSCALE
+15%/+10%/+5%/0%/-5%/-10%/
-15%
Instelling
LINE ART/DETAIL/ SMOOTH
Selecteer hoe halftonen in afbeeldingen worden gereproduceerd.
LINE ART is geselecteerd, worden
Als halftonen met hoge nauwkeurigheid gereproduceerd.
Als DETAIL is geselecteerd, worden halftonen in detail gereproduceerd.
SMOOTH is geselecteerd, worden
Als halftonen met zachte overgangen gereproduceerd.
Menu PS/PCL PRINT
85
Page 100
EDGE
ENHANCE-
MENT
TEXT PRINTING
GRFX. PRINTING
IMAGE PRINTING
Instelling
LINE ART/DETAIL/ SMOOTH
Selecteer hoe halftonen in tekst worden gereproduceerd.
LINE ART is geselecteerd, worden
Als halftonen met hoge nauwkeurigheid gereproduceerd.
DETAIL is geselecteerd, worden
Als halftonen in detail gereproduceerd.
Als SMOOTH is geselecteerd, worden halftonen met zachte overgangen gereproduceerd.
Instelling
LINE ART/DETAIL/ SMOOTH
Selecteer hoe halftonen in grafieken worden gereproduceerd.
LINE ART is geselecteerd, worden
Als halftonen met hoge nauwkeurigheid gereproduceerd.
DETAIL is geselecteerd, worden
Als halftonen in detail gereproduceerd.
Als SMOOTH is geselecteerd, worden halftonen met zachte overgangen gereproduceerd.
Instelling Selecteer of beeldranden benadrukt
worden.
ON/OFF
ON is geselecteerd, worden de randen
Als benadrukt.
Als OFF is geselecteerd, worden de randen niet benadrukt.
" Als ECONOMY PRINT is ingesteld
ON, kunnen de randen niet
op benadrukt worden.
Menu PS/PCL PRINT86
Loading...