Volgens de auteursrechtelijke bepalingen mag deze
handleiding niet zonder schriftelijke toestemming van
Apple geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd.
Het Apple logo is een handelsmerk van Apple
Computer, Inc., dat is gedeponeerd in de Verenigde
Staten en andere landen. Zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Apple is het niet
toegestaan het via het toetsenbord op te roepen Apple
logo (Option-Shift-K) te gebruiken voor commerciële
doeleinden.
Deze handleiding is met uiterste zorg samengesteld.
Apple aanvaardt geen aansprakelijkheid voor druk- of
typefouten.
Apple
1 Infinite Loop
Cupertino, CA 95014-2084
408-996-1010
www.apple.com
Apple, het Apple logo, AirPort, AppleTalk, Final Cut Pro,
FireWire, iCal, iDVD, iLife, iMovie, iPod, iTunes, Mac,
Macintosh, Mac OS en PowerBook zijn handelsmerken
van Apple Computer, Inc., die zijn gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
AirPort Express, FileVault, Finder, iPhoto, iSight, Safari,
SuperDrive en Xcode zijn handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
AppleCare, Apple Store en iTunes Music Store zijn
dienstmerken van Apple Computer, Inc., die zijn
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
.Mac is een dienstmerk van Apple Computer, Inc.
ENERGY STAR
in de Verenigde Staten.
Het woordmerk Bluetooth
eigendom van Bluetooth SIG, Inc. Elk gebruik hiervan
door Apple Computer, Inc. valt onder de
licentiebepalingen.
PowerPC is een handelsmerk van International Business
Machines Corporation, dat in licentie wordt gebruikt.
Andere in deze handleiding genoemde bedrijfs- of
productnamen zijn handelsmerken van de
desbetreffende bedrijven. Producten van andere
fabrikanten worden alleen genoemd ter informatie. Dit
betekent niet dat deze producten door Apple worden
aanbevolen of door Apple zijn goedgekeurd. Apple
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid met betrekking
tot de betrouwbaarheid van deze producten.
Het product dat in deze handleiding wordt beschreven,
bevat technologie voor auteursrechtenbescherming
waarop bepaalde Amerikaanse patenten en andere
intellectuele-eigendomsrechten van Macrovision
Corporation en anderen van toepassing zijn. Het gebruik
van deze technologie voor auteursrechtenbescherming
moet worden goedgekeurd door Macrovision
Corporation en is uitsluitend bedoeld voor thuisgebruik
en andere toepassingen met een beperkt aantal kijkers,
tenzij anders overeengekomen met Macrovision
Corporation. Het is niet toegestaan deze technologie te
decompileren of van ontwerp te herleiden.
Voor patentnummers 4.631.603, 4.577.216, 4.819.098 en
4.907.093 is in de Verenigde Staten licentie verleend voor
gebruik met een beperkt aantal kijkers.
Gelijktijdig gepubliceerd in de Verenigde Staten en
Canada.
® is een handelsmerk dat is gedeponeerd
® en de Bluetooth-logo's zijn
Page 3
1
Inhoud
Hoofdstuk 15Aan de slag
6
De onderdelen en regelaars van de PowerBook
8
De poorten en connectors van de PowerBook
10
De computer installeren
17
De PowerBook uitzetten
18
De batterij kalibreren
19
En nu?
Hoofdstuk 221Basiskennis
21
Vertrouwd raken met de computer
22
Het beeldscherm aanpassen
23
De lichtnetadapter gebruiken
24
Het stuurvlak gebruiken
25
Het toetsenbord gebruiken
26
Een muis gebruiken
26
Informatie over Mac OS X
27
Het bureaublad aanpassen en voorkeuren instellen
28
Werken met programma's
28
Verbinding maken met een printer
30
Cd's afspelen en een koptelefoon aansluiten
30
De software van de computer up-to-date houden
31
Camera's of andere FireWire- of USB-apparaten aansluiten
31
Een verbinding met een netwerk tot stand brengen
31
Een internetverbinding tot stand brengen
31
Bestanden naar een andere computer kopiëren
32
Een programma blijft hangen
Hoofdstuk 335Werken met de computer
36
USB
38
FireWire
40
Draadloze Bluetooth-technologie gebruiken
42
Draadloze internet- en netwerktoegang via AirPort Extreme
44
Ethernet (10/100Base-T)
45
Werken met de modem
3
Page 4
45
Luidsprekers en geluidsapparatuur aansluiten
46
Externe videoapparatuur (DVI, VGA, composite en S-Video)
49
Sudden Motion Sensor
49
Werken met de optische-schijfeenheid
53
Batterij
57
Opening voor antidiefstalkabel
Hoofdstuk 459Extra geheugen in de computer installeren
59
Extra geheugen installeren
Hoofdstuk 565Problemen oplossen
65
Problemen die het gebruik van de computer verhinderen
67
Andere problemen
69
De bij de computer geleverde software opnieuw installeren
70
Apple Hardware Test gebruiken
71
Xcode Tools installeren
71
De locatie van het serienummer van de computer
Bijlage A73Specificaties
Bijlage B75Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid
75
De PowerBook schoonmaken
75
De PowerBook vervoeren
75
De PowerBook opbergen
76
Aanwijzingen voor de installatie en het gebruik van de computer
77
Belangrijke wenken voor uw veiligheid
78
Batterij
79
Connectors en poorten
79
Gehoorbeschadiging voorkomen
79
Apple en het milieu
79
Uw werkplek inrichten
Bijlage C81Een verbinding tot stand brengen met het internet
83
De vereiste gegevens verzamelen
84
De gegevens invoeren
84
PPP-verbinding via een inbelmodem
86
Een internetverbinding tot stand brengen via een ADSL-modem, een kabelmodem of
een LAN
91
Draadloze verbinding via AirPort Extreme
94
Problemen met de internetverbinding oplossen
Bijlage D97De tien meest gestelde vragen
101
Communications Regulation Information
4
Inhoud
Page 5
Aan de slag
1
Met de PowerBook hebt u een zeer complete notebook
in handen.
pagina 75) grondig door voordat u de computer op het lichtnet aansluit.
lees de installatie-instructies en wenken voor uw veiligheid (raadpleeg
NetsnoerLichtnetadapter
5
Page 6
De onderdelen en regelaars van de PowerBook
Ruimte voor
AirPort Extreme-antenne
Ingebouwde luidspreker
(onder het afdekplaatje van
de luidspreker)
Ruimte voor
AirPort Extreme-antenne
Microfoon
Functietoets (Fn)
Indicatielampje
sluimerstand
Helderheidstoetsen
¤
ontgrendelingsknop
— Toets voor
uitschakelen geluid
-
Volumetoetsen
®
StuurvlakknopOptische-
StuurvlakBeeldscherm-
schijfeenheid
met sleuf
Toets voor schakelen
tussen weergavemodi
Num vergr-toetsFunctietoetsen
® Aan/uit-knop
Ingebouwde
luidspreker
Cd-/dvdverwijdertoets
6Hoofdstuk 1
Aan de slag
Page 7
Helderheidstoetsen
¤
Hiermee regelt u de helderheid van het beeldscherm.
Volumetoetsen
-
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume van de ingebouwde luidsprekers en de koptelefoonpoort.
Num vergr-toets
Hiermee activeert u het numerieke toetsenblok op het toetsenbord. Als het numerieke toetsenblok
actief is, is de toets groen verlicht.
Toets om te schakelen tussen de verschillende weergavemodi
i
Hiermee schakelt u tussen de modus voor twee beeldschermen en de modus voor synchrone
weergave.
Cd-/dvd-verwijdertoets
C
Als u deze toets ingedrukt houdt, kunt u een schijf verwijderen. U kunt een schijf ook verwijderen
door het schijfsymbool van het bureaublad naar de prullenmand te slepen.
Microfoon
Hiermee kunt u geluiden rechtstreeks op de harde schijf van de computer opnemen.
Ingebouwde stereoluidsprekers
Hiermee wordt muziek en het geluid van films, spellen en multimedia weergegeven.
Functietoets (Fn)
Hiermee activeert u de functietoetsen (F1 tot F12).
Indicatielampje sluimerstand
Een knipperend wit lampje geeft aan dat de sluimerstand is ingeschakeld.
Ontgrendelingsknop van het beeldscherm
Met deze knop kunt u het beeldscherm ontgrendelen en de PowerBook openen.
Stuurvlak
U verplaatst de aanwijzer over het PowerBook-scherm met één vinger op het stuurvlak. Schuiven
doet u met twee vingers op het stuurvlak. (U kunt schuiven in- en uitschakelen in het paneel
'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.) Raadpleeg het gedeelte “Het stuurvlak gebruiken” op
pagina 24 voor meer informatie over het verplaatsen van de aanwijzer en schuiven met behulp van
het stuurvlak.
Optische-schijfeenheid met sleuf
Met de optische-schijfeenheid kunt u cd-romschijven, Photo CD's, standaardaudio-cd's, dvd-rom- en
dvd-r-schijven, dvd-films en andere media gebruiken. U kunt bovendien muziek, documenten en
andere digitale bestanden op een cd-r- of cd-rw-schijf opslaan. Als u een SuperDrive hebt, kunt u ook
schrijven naar dvd-r-, dvd+r-, dvd-rw- en dvd+rw-schijven
optische-schijfeenheid” op pagina 49 voor meer informatie.
Aan/uit-knop
®
Hiermee zet u de PowerBook aan, uit of in de sluimerstand.
Ruimte voor AirPort Extreme- of Bluetooth-antenne
Met het optionele AirPort Extreme-basisstation, een AirPort Express of een ander draadloos station
kunt u een draadloze verbinding met het internet tot stand brengen. U kunt ook een draadloze
verbinding tot stand brengen met apparaten die zijn uitgerust met de draadloze Bluetooth
technologie, zoals muizen, toetsenborden, organizers en mobiele telefoons.
. Raadpleeg het gedeelte “Werken met de
®
-
Raadpleeg hoofdstuk 3, “Werken met de computer”, op pagina 35 voor meer informatie over AirPort
Extreme of de optische-schijfeenheid.
Hoofdstuk 1
Aan de slag
7
Page 8
De poorten en connectors van de PowerBook
®
¯
Poort voor
lichtnetadapter
G Ethernet-poort
(10/100Base-T)
W Interne-
modempoort
H FireWire 400-
poort
d USB 2.0-poorten
Mini-DVI-
£
poort
Geluidsinvoerpoort
,
Opening voor
antidiefstalkabel
f Koptelefoonpoort
8Hoofdstuk 1
Aan de slag
Page 9
¯
Poort voor lichtnetadapter
Om de batterij op te laden, sluit u de meegeleverde Apple Portable Power Adapter aan.
Interne-modempoort
W
Op de interne modem kunt u rechtstreeks een standaardtelefoonlijn aansluiten.
Ethernet-poort (10/100Base-T)
G
Hiermee kunt u de computer op een snel 10/100Base-T Ethernet-netwerk aansluiten of een
verbinding tot stand brengen met een andere computer voor het uitwisselen van bestanden. Andere
Ethernet-apparaten worden automatisch herkend dankzij de automatische detectiefunctie van de
Ethernet-poort. U hebt geen Ethernet-crossoverkabel nodig om andere Ethernet-apparaten aan te
sluiten.
FireWire 400-poort
H
Op deze poort kunt u snelle externe apparaten aansluiten, zoals digitale videocamera's en externe
opslagmedia. Raadpleeg pagina 38 voor meer informatie.
Twee USB 2.0-poorten (Universal Serial Bus)
d
Op deze poorten kunt u extra hardware aansluiten, zoals printers, externe opslagmedia, digitale
camera's, modems, toetsenborden en joysticks.
Mini-DVI-poort voor aansluiting van een extern beeldscherm
£
Met behulp van de meegeleverde mini-DVI-naar-DVI-adapter kunt u op de PowerBook een
Apple flat-panelbeeldscherm of een ander beeldscherm met een DVI-connector aansluiten. Met
behulp van de meegeleverde mini-DVI-naar-VGA-adapter kunt u een extern beeldscherm of een
externe projector met een VGA-connector aansluiten. U kunt u ook een mini-DVI-naar-videoadapter
(apart verkrijgbaar) gebruiken voor composite- en S-video-ondersteuning om een televisie,
videorecorder of een ander videoapparaat aan te sluiten.
Geluidsinvoerpoort
,
Hierop kunt u een microfoon of andere geluidsapparatuur aansluiten.
Koptelefoonpoort (geluidsuitvoerpoort)
f
Op deze poort kunt u externe luidsprekers, een koptelefoon of een ander apparaat voor
geluidsuitvoer aansluiten.
Opening voor antidiefstalkabel
Hierop kunt u een antidiefstalkabel bevestigen om de PowerBook tegen diefstal te beveiligen.
Raadpleeg hoofdstuk 3, “Werken met de computer”, op pagina 35 voor meer informatie over deze
voorzieningen.
Hoofdstuk 1
Aan de slag
9
Page 10
De computer installeren
De PowerBook is zo ontworpen dat u er onmiddellijk mee aan de slag kunt.
Stap 1: de lichtnetadapter aansluiten
m Sluit de wisselstroomstekker van de adapter aan op een stopcontact en sluit de stekker
van de lichtnetadapter aan op de poort voor de lichtnetadapter van de PowerBook.
Wisselstroom-
stekker
Belangrijk: zorg dat de pinnen van de wisselstroomstekker volledig zijn uitgetrokken
voordat u de adapter aansluit.
Wisselstroomstekker
Netsnoer
Stekker lichtnetadapter
¯ Poort voor lichtnetadapter
U kunt het bereik van de lichtnetadapter vergroten door het netsnoer op de adapter
aan te sluiten. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte “De lichtnetadapter
gebruiken” op pagina 23.
Stap 2: een internetverbinding tot stand brengen
Wanneer u de computer voor het eerst opstart, begeleidt de configuratie-assistent u bij
de registratie van de computer. Ook helpt de configuratie-assistent u bij de configuratie
van de computer en het tot stand brengen van een internetverbinding. Voor toegang
tot het internet hebt u doorgaans een account bij een internetaanbieder nodig,
waarvoor u mogelijk moet betalen.
10Hoofdstuk 1 Aan de slag
Page 11
Tijdens de configuratie van de internetverbinding moet u gewoonlijk bepaalde
gegevens opgeven, zoals de accountnaam die u van uw internetaanbieder hebt
ontvangen. Als u de verbinding nog niet wilt configureren, kunt u dit proces overslaan
en op een later tijdstip uitvoeren. Raadpleeg bijlage C, “Een verbinding tot stand
brengen met het internet”, op pagina 81 voor informatie over de configuratie van de
internetverbinding op een later tijdstip. Als u de verbinding wilt configureren, geeft u
de onderstaande gegevens op voor het type verbinding waarvan u gebruikmaakt.
Op deze pagina's kunt u de gegevens van uw internetaanbieder of systeembeheerder
noteren en deze vervolgens opgeven in de configuratie-assistent.
Om een inbelverbinding met een telefoonmodem tot stand te brengen, hebt u
de volgende gegevens nodig:
 De naam van de internetaanbieder
 Uw account- of gebruikersnaam
 Uw wachtwoord
 Het telefoonnummer van uw internetaanbieder
 Alternatief telefoonnummer
 Het nummer dat u moet intoetsen voor een buitenlijn
Een verbinding via een ADSL-modem of kabelmodem, een LAN of een
draadloze AirPort Extreme-verbinding tot stand brengen
m Kies eerst het type verbinding (neem voor meer informatie contact op met de
systeembeheerder of internetaanbieder):
 Handmatig
 Via DHCP met handmatig ingesteld adres
 Via DHCP
 Via BootP
 Via PPP
Als u niet zeker weet welke methode u moet kiezen, kunt u het beste 'Via DHCP'
kiezen. De meeste gegevens worden dan automatisch ingevuld.
Als u 'Handmatig' of 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd,
verzamelt u de volgende gegevens:
 Het IP-adres
 Het subnetmasker
 Het routeradres
Opmerking: als u 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd, hoeft
u geen subnetmasker of routeradres op te geven.
Hoofdstuk 1 Aan de slag11
Page 12
Als u 'Via DHCP' hebt geselecteerd, verzamelt u de volgende gegevens (neem contact
op met uw internetaanbieder om te controleren of u deze gegevens nodig hebt):
 De ID van de DHCP-client
 DNS-servers
Als u 'Via PPP' hebt geselecteerd (voor PPPoE-verbindingen), verzamelt u de volgende
gegevens:
 De internetaanbieder
 Uw accountnaam
 Uw wachtwoord
 De naam van de PPPoE-dienst
De gegevens hieronder zijn optioneel. Neem contact op met uw internetaanbieder of
systeembeheerder om te controleren of u deze gegevens moet opgeven.
 DNS-servers
 De domeinnaam
 De proxyserver
Bestanden overbrengen van een andere Mac
Als u al een Mac hebt, kunt u met behulp van de configuratie-assistent automatisch
gebruikersaccounts, netwerkinstellingen, programma's en andere gegevens van uw
oude Mac naar de nieuwe Mac overbrengen.
Om gegevens te kunnen overbrengen, moet aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan:
 U hebt een standaard 6-pens-naar-6-pens FireWire-kabel.
 Op de andere Mac is Mac OS X versie 10.1 of hoger geïnstalleerd.
 De andere Mac beschikt over een ingebouwde FireWire-poort en biedt
ondersteuning voor de FireWire-doelschijfmodus.
Gegevens van uw oude Mac overbrengen naar de nieuwe Mac
m Zet de nieuwe Mac aan en volg de aanwijzingen op het scherm. De configuratie-
assistent begeleidt u bij het overbrengen van de gegevens.
Als u gegevens naar de nieuwe Mac overbrengt, worden de originele gegevens niet
van de oude Mac verwijderd. (Als u op de nieuwe Mac partities hebt ingesteld, worden
alle gegevens van de andere Mac naar één partitie overgebracht.)
Met de configuratie-assistent kunt u de volgende gegevens overbrengen:
 Gebruikersaccounts, waaronder voorkeuren en e-mailaccounts
 Internet- en netwerkinstellingen, zodat op de nieuwe Mac automatisch dezelfde
instellingen worden gebruikt als op de andere Mac
12Hoofdstuk 1 Aan de slag
Page 13
 Programma's,1 zodat u alle programma's die u op de andere Mac gebruikte, ook op
uw nieuwe Mac kunt gebruiken
 Bestanden en mappen op de harde schijf en partities, zodat u eenvoudig toegang
hebt tot de bestanden en mappen waarmee u op de andere Mac hebt gewerkt
Als u de oude Mac niet meer gebruikt, kunt u de autorisatie voor het afspelen van
muziek die u via de iTunes Music Store hebt aangeschaft op de oude computer het
beste opheffen.
Als u de computer voor het eerst opstart en niet direct gegevens wilt overbrengen met
behulp van de configuratie-assistent, kunt u dit op een later tijdstip alsnog doen met
behulp van de migratie-assistent. Hiervoor opent u de map 'Hulpprogramma's' in de
map 'Programma's' en klikt u dubbel op het symbool 'Migratie-assistent'.
Opmerking: Als u met behulp van de configuratie-assistent gegevens hebt
overgebracht van uw oude naar uw nieuwe Macintosh en u dit op een later tijdstip
nogmaals wilt doen met behulp van de migratie-assistent, moet u ervoor zorgen dat
FileVault op de oude computer is uitgeschakeld. U kunt FileVault uitschakelen in het
tabblad 'Beveiliging' van het paneel 'Accounts' in Systeemvoorkeuren. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
Stap 3: de kabels aansluiten
Sluit de PowerBook vervolgens aan op een telefoonlijn, een ADSL-modem, een
kabelmodem of een Ethernet-netwerk. Als u een verbinding tot stand wilt brengen met
een draadloos AirPort Extreme-netwerk, hebt u geen kabels nodig.
Een verbinding tot stand brengen via een telefoonlijn
m Als u gebruikmaakt van een inbelverbinding, sluit u het ene uiteinde van de
telefoonkabel aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de internemodempoort.
Telefoonkabel
W Interne-modempoort
1.
Mogelijk moet u sommige programma's opnieuw installeren.
Hoofdstuk 1 Aan de slag13
®
Page 14
Zorg ervoor dat u de interne modem aansluit op een analoge telefoonlijn. In
woonhuizen zijn meestal analoge telefoonlijnen aanwezig. Als u de modem aansluit op
een digitale telefoonlijn, kunt u de modem niet gebruiken.
Attentie: Sluit geen digitale telefoonlijn aan op de modem. Hierdoor kan de modem
beschadigd raken. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij als u niet weet of
u een digitale telefoonlijn hebt.
Raadpleeg “Werken met de modem” op pagina 45 voor meer informatie over de
modem. Raadpleeg bijlage C, “Een verbinding tot stand brengen met het internet”, op
pagina 81 voor meer informatie over andere typen verbindingen.
Een verbinding tot stand brengen via een ADSL- of kabelmodem of een
Ethernet-netwerk
m Sluit de kabel aan op de ADSL- of kabelmodem zoals aangegeven in de instructies die
u bij de modem hebt ontvangen, of sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-hub of
-aansluiting. Sluit vervolgens het andere uiteinde van het snoer aan op de Ethernetpoort van de computer.
Ethernet-kabel
G
Ethernet-poort
(10/100Base-T)
®
Stap 4: de PowerBook aanzetten
Nu u alle configuratiegegevens bij de hand hebt, kunt u de computer opstarten.
Wanneer u de computer opstart, wordt de configuratie-assistent automatisch gestart.
1 Om de computer aan te zetten, drukt u op de aan/uit-knop (®).
14Hoofdstuk 1 Aan de slag
Page 15
Opmerking: Druk slechts één keer op de aan/uit-knop en houd deze niet te lang
ingedrukt (maximaal één seconde). Als u de aan/uit-knop ingedrukt houdt of opnieuw
indrukt nadat u het opstartsignaal hebt gehoord, wordt de computer mogelijk weer
uitgeschakeld.
® Aan/uit-knop
®
Wanneer de computer wordt ingeschakeld, hoort u een geluidssignaal. Het duurt even
voordat de computer is opgestart.
Problemen met opstarten?
Er gebeurt niets als u op de aan/uit-knop drukt
 Misschien is de batterij leeg. Controleer of de adapter goed is aangesloten op de
computer en het stopcontact. Er gaat een lichtje op de stekker branden zodra u de
adapter op de computer aansluit.
 Als de computer nog steeds niet opstart, raadpleegt u “Problemen die het gebruik
van de computer verhinderen” op pagina 65.
U ziet het symbool van een diskette of map met een knipperend vraagteken
 Dit symbool geeft meestal aan dat er geen systeemsoftware kan worden gevonden
op de harde schijf van de computer of op andere schijven die op de computer zijn
aangesloten. Probeer de computer opnieuw op te starten. Houd de aan/uit-knop
vier tot vijf seconden ingedrukt totdat de computer wordt uitgeschakeld. Druk
vervolgens opnieuw op de aan/uit-knop. Als het probleem zich blijft voordoen,
moet u wellicht de systeemsoftware opnieuw installeren. Raadpleeg voor meer
informatie het gedeelte “De bij de computer geleverde software opnieuw
installeren” op pagina 69.
Hoofdstuk 1 Aan de slag15
Page 16
2 Met het stuurvlak van de PowerBook kunt u, net als met de muis van een
desktopcomputer, onderdelen op het scherm selecteren en verplaatsen.
 Schuif uw vinger over het stuurvlak om de aanwijzer over het scherm te verplaatsen.
Belangrijk: Om de aanwijzer te verplaatsen, schuift u met één vinger over het
stuurvlak. De aanwijzer beweegt niet als u twee of meer vingers gebruikt. (Het
stuurvlak is zo ontworpen dat u kunt schuiven als u twee vingers naast elkaar
gebruikt, en de functie voor schuiven is ingeschakeld. Raadpleeg het gedeelte “Het
stuurvlak gebruiken” op pagina 24 voor meer informatie.)
 Gebruik de knop van het stuurvlak om een onderdeel op het scherm te selecteren of
om enkel of dubbel op het onderdeel te klikken.
®
Stuurvlak
Stuurvlakknop
Raadpleeg “Tips voor het gebruik van het stuurvlak” op pagina 24 voor tips over het
gebruik van het stuurvlak.
U bent nu klaar om aan de slag te gaan met de PowerBook.
16Hoofdstuk 1 Aan de slag
Page 17
De PowerBook uitzetten
Als u de PowerBook niet gebruikt, kunt u de computer in de sluimerstand zetten of
uitschakelen.
De sluimerstand inschakelen
Zet de PowerBook in de sluimerstand als u de computer even niet gebruikt. U kunt dan
weer snel verder werken door eenvoudigweg de sluimerstand van de computer uit te
schakelen waarbij het opstartproces wordt overgeslagen.
U kunt de sluimerstand op de volgende manieren inschakelen:
 Klap het scherm dicht.
 Kies 'Apple' () > 'Sluimer' in de menubalk.
 Druk op de aan/uit-knop (®) en klik op 'Sluimer' in het venster dat verschijnt.
Attentie: Wacht totdat het witte lampje van de sluimerstand op de
ontgrendelingsknop van het beeldscherm begint te knipperen (het teken dat de
sluimerstand is ingeschakeld en de harde schijf niet meer draait) voordat u de
PowerBook verplaatst. Als u de computer verplaatst terwijl de harde schijf draait, kan
de harde schijf beschadigd raken. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan de
computer mogelijk niet meer vanaf de harde schijf worden opgestart.
U kunt de sluimerstand als volgt uitschakelen:
 Als het beeldscherm is gesloten, klapt u het open. De sluimerstand wordt automatisch
uitgeschakeld zodra u het beeldscherm van de PowerBook openklapt.
 Als het beeldscherm al is opengeklapt, drukt u op de aan/uit-knop (®) of op een
willekeurige toets op het toetsenbord.
Hoofdstuk 1 Aan de slag17
Page 18
De PowerBook uitzetten
Zet de PowerBook uit als u de computer gedurende langere tijd niet gebruikt.
Ga volgens een van de volgende procedures te werk om de computer uit te
zetten:
 Kies 'Apple' () > 'Zet uit' in de menubalk.
 Druk op de aan/uit-knop (®) en klik op 'Zet uit' in het dialoogvenster dat verschijnt.
Raadpleeg “De PowerBook opbergen” op pagina 75 als u de PowerBook voor langere
tijd opbergt en wilt voorkomen dat de batterij volledig leeg raakt.
De batterij kalibreren
Om de batterij zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, moet u binnen een week na
aanschaf van de PowerBook de volgende stappen uitvoeren.
De batterij kalibreren
1 Sluit de lichtnetadapter aan en laad de batterij van de PowerBook volledig op totdat
het lampje op de adapterstekker groen is en het metertje in de menubalk op het
scherm aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen.
2 Koppel de lichtnetadapter vervolgens los. U kunt nu met de PowerBook aan de slag.
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt een eerste waarschuwingsvenster dat aangeeft
dat de batterij bijna leeg is. Gebruik de PowerBook totdat de sluimerstand automatisch
wordt ingeschakeld. De batterij is nu voldoende ontladen om te worden gekalibreerd.
3 Sluit de lichtnetadapter aan en laat deze aangesloten totdat de batterij volledig is
opgeladen.
Belangrijk: U hoeft deze procedure slechts één keer uit te voeren om de batterij te
kalibreren. Vervolgens kunt u de lichtnetadapter bij elke batterijlading aansluiten of
loskoppelen.
Als u extra batterijen aanschaft, moet u deze ook kalibreren. Raadpleeg “De
lichtnetadapter gebruiken” op pagina 23 en “Batterij” op pagina 53 voor meer
informatie over de lichtnetadapter en de batterij.
18Hoofdstuk 1 Aan de slag
Page 19
En nu?
 Zorg dat u de belangrijkste basisbeginselen van de PowerBook onder de knie krijgt.
Raadpleeg hoofdstuk 2, “Basiskennis”, op pagina 21.
 Probeer de programma's en internetvoorzieningen van de computer uit. Lees de
Mac OS X-handleiding die u bij de computer hebt ontvangen.
 Raadpleeg Mac Help als u niet eerder met Mac OS X hebt gewerkt.
 Als u overstapt op de Mac, kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en raadpleegt
u het gedeelte "Informatie voor nieuwe gebruikers van Mac OS X". Met behulp van
deze informatie kunt u aan de hand van de kennis van uw vorige computer aan de
slag met een Mac.
Hebt u nog vragen?
Mac Help
De meeste informatie over het gebruik van de Macintosh is direct op de computer
beschikbaar.
1 Klik op het symbool 'Finder' in het Dock (de balk met symbolen onder in het scherm).
2 Kies 'Help' > 'Mac Help' (klik op het Help-menu in de menubalk en kies 'Mac Help').
3 Klik in het zoekveld, typ een of meerdere zoektermen en druk op de Return-toets.
Meer ondersteuningsinformatie
 Raadpleeg hoofdstuk 5, “Problemen oplossen”, op pagina 65 als u een probleem hebt
waardoor u de computer niet kunt gebruiken.
 Raadpleeg de tien meest gestelde vragen Raadpleeg het gedeelte bijlage D, “De tien
meest gestelde vragen”, op pagina 97.
 Voor meer informatie over ondersteuning, discussieforums voor gebruikers en de
meest recente Apple softwaredownloads raadpleegt u www.apple.com/nl/support.
 Als u de oplossing voor het probleem niet kunt vinden, raadpleegt u de AppleCare-
documentatie die bij de computer is geleverd. Hierin vindt u informatie over het
opnemen van contact met Apple.
Hoofdstuk 1 Aan de slag19
Page 20
Page 21
2Basiskennis
2
In dit hoofdstuk komen belangrijke basisbeginselen van
de PowerBook aan de orde.
Vertrouwd raken met de computer
Omdat de PowerBook zo dun is en zo weinig weegt, kunt u de computer eenvoudig
meenemen naar kantoor, de bibliotheek, een klaslokaal, of waar u er ook maar mee aan
de slag wilt gaan.
Wanneer u de PowerBook niet meer gebruikt, moet u even wachten voor u de
computer vervoert zodat de harde schijf en de optische-schijfeenheden in de
computer niet meer draaien. Zorg dat de PowerBook nergens tegenaan stoot terwijl de
schijven draaien.
Opmerking: De PowerBook maakt gebruik van de Sudden Motion Sensor-technologie,
waarmee de harde schijf wordt beschermd als de computer valt of blootstaat aan
zware trillingen. Raadpleeg het gedeelte “Sudden Motion Sensor” op pagina 49 voor
meer informatie.
Wanneer u met de PowerBook werkt of de batterij oplaadt, wordt de onderzijde van de
behuizing warm. Dit is normaal. Plaats de PowerBook bij langdurig gebruik op een
vlakke en stabiele ondergrond. Er is ruimte aan de onderkant van de behuizing
vrijgelaten, zodat er lucht kan circuleren en de normale werktemperatuur van de
computer kan worden gehandhaafd.
Wanneer u met de nieuwe computer werkt, hoort u mogelijk zachte geluiden tijdens
het opstarten en bij het gebruik van de harde schijf en de optische-schijfeenheden. De
harde schijf en de optische-schijfeenheden kunnen bijvoorbeeld zoemen en een
klikkend geluid maken bij het verwerken van gegevens of het laden en verwijderen
van een schijf. Wanneer de PowerBook enige tijd wordt gebruikt, wordt een kleine
ventilator ingeschakeld om de onderdelen van de computer te koelen. Deze ventilator
maakt mogelijk een licht geluid. Dergelijke lichte geluiden zijn normaal. U hoeft zich
hier geen zorgen over te maken.
21
Page 22
Raadpleeg bijlage B, “Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid”, op pagina 75
voor meer veiligheidsinstructies over het gebruik van de PowerBook op verschillende
locaties.
Het beeldscherm aanpassen
Voordat u met de nieuwe PowerBook aan de slag gaat, moet u wellicht de instellingen
van het scherm aanpassen zodat de onderdelen op het beeldscherm beter zichtbaar
zijn. Gebruik de toetsen met de aanduiding ¤ om de helderheid van het scherm aan te
passen.
¤ Helderheidstoetsen
®
U kunt de weergave van afbeeldingen op het scherm vergroten of verkleinen door van
de standaardresolutie over te schakelen naar een geschaalde resolutie. De PowerBook
heeft een 12,1-inch TFT XGA-beeldscherm met een standaardresolutie van 1024 x 768.
U kunt een resolutie van 800 x 600 of lager instellen in het paneel 'Beeldschermen' in
Systeemvoorkeuren. Dit worden geschaalde resoluties genoemd. Wanneer u naar een
geschaalde resolutie overschakelt, worden onderdelen op het scherm groter
weergegeven, waardoor ze beter zichtbaar zijn. Het is echter mogelijk dat onderdelen
bij geschaalde resoluties minder scherp worden weergegeven dan bij de
standaardresolutie van het beeldscherm.
De resolutie van het beeldscherm aanpassen
m Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk. Open het paneel
'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren.
22Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 23
Als u de beeldscherminstellingen via het beeldschermsymbool in de menubalk wilt
opgeven, schakelt u het aankruisvak 'Toon beeldschermsymbool in menubalk' in.
De lichtnetadapter gebruiken
Als u de adapter aansluit, wordt de computer via het lichtnet van stroom voorzien en
wordt de batterij van de computer opgeladen.
Belangrijk: gebruik voor optimale prestaties alleen de lichtnetadapter die bij de
computer is geleverd.
De eerste keer dat u de lichtnetadapter op de computer aansluit, brandt er gedurende
een seconde een groen lampje op de adapter om aan te geven dat de computer van
stroom wordt voorzien. Een oranje lampje geeft aan dat de batterij wordt opgeladen.
Een groen lampje geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen. U kunt de
batterijlading bepalen aan de hand van het batterijsymbool in de menubalk of de
indicatielampjes voor het batterijniveau aan de onderkant van de batterij (raadpleeg
pagina 53).
Als u het bereik van de lichtnetadapter wilt vergroten, verwijdert u de
wisselstroomstekker van de adapter. Sluit vervolgens het ene uiteinde van het
meegeleverde netsnoer aan op de adapter en sluit het andere uiteinde aan op een
stopcontact.
NetsnoerWisselstroomstekker
Attentie: Zorg ervoor dat de verschillende onderdelen van de lichtnetadapter goed op
elkaar zijn aangesloten voordat u deze op een stopcontact aansluit. Als u de
wisselstroomstekker van de lichtnetadapter gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
twee pinnen volledig zijn uitgetrokken voordat u de adapter aansluit.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij de lichtnetadapter is geleverd. Sluit de stekker van
het netsnoer stevig aan op poort van de computer zodat deze van stroom wordt
voorzien.
Trek bij het loskoppelen van de lichtnetadapter aan de stekker, niet aan het snoer.
Hoofdstuk 2 Basiskennis23
Page 24
Raadpleeg “De lichtnetadapter aansluiten” op pagina 76 voor veiligheidsinstructies bij
het gebruik van de lichtnetadapter.
Het stuurvlak gebruiken
De snelheid waarmee u uw vinger over het stuurvlak beweegt, bepaalt de snelheid
waarmee de aanwijzer wordt verplaatst. Als u de aanwijzer een klein stukje over het
scherm wilt verplaatsen, beweegt u uw vinger langzaam over het stuurvlak. Hoe sneller
u uw vinger beweegt, hoe groter de afstand is waarover de aanwijzer op het scherm
wordt verplaatst.
Tips voor het gebruik van het stuurvlak
Het stuurvlak werkt het best als u zich aan de volgende richtlijnen houdt:
 Verplaats de aanwijzer met één vinger. Het stuurvlak is zo ontworpen dat het
meerdere contactpunten detecteert en de aanwijzer wordt niet verplaatst als u
twee of meer vingers over het stuurvlak beweegt.
 Bedien het stuurvlak niet met een pen of ander voorwerp.
 Houd uw vinger en het stuurvlak droog. Is het stuurvlak vochtig, wrijf het dan
voorzichtig droog met een schone doek voordat u het gebruikt.
 Gebruik geen schoonmaakmiddelen om het stuurvlak te reinigen.
Kies 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk boven in het scherm voor meer informatie
over het gebruik van het stuurvlak.
U kunt ook direct met uw vingers op het stuurvlak klikken en dubbel klikken en
hiermee onderdelen selecteren. U kunt deze voorziening en andere opties voor het
stuurvlak inschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in Systeemvoorkeuren.
Bovendien kunt u ervoor kiezen om verticaal en horizontaal te schuiven in vensters
met schuifbalken door twee vingers naast elkaar over het stuurvlak te bewegen. Deze
functie kunt u aanpassen of uitschakelen in het paneel 'Toetsenbord en muis' in
Systeemvoorkeuren.
Opmerking: u kunt voorkomen dat de aanwijzer tijdens het typen beweegt omdat u
per ongeluk het stuurvlak aanraakt door het aankruisvak 'Negeer onbedoelde invoer
via stuurvlak' in te schakelen in het tabblad 'Stuurvlak' van het paneel 'Toetsenbord en
muis' in Systeemvoorkeuren.
24Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 25
k
Het toetsenbord gebruiken
Op de PowerBook is het numerieke toetsenblok ingebed in het toetsenbord. De
toetsen die ook voor het numerieke toetsenblok worden gebruikt, zijn voorzien van
een extra label.
Num vergr-toets
Numeriek toetsenblo
®
®
Om het numerieke toetsenblok te gebruiken, drukt u op de num vergr-toets. De num
vergr-toets licht groen op om aan te geven dat het toetsenblok actief is. Als u klaar
bent, drukt u nogmaals op de num vergr-toets om het numerieke toetsenblok weer uit
te schakelen.
Belangrijk: Als het toetsenbord niet goed lijkt te werken, controleert u eerst of de num
vergr-toets actief is. Wanneer het numerieke toetsenblok actief is, zijn de andere
toetsen en sneltoetsen (zoals x-Q om programma's te stoppen) uitgeschakeld.
Als u zo efficiënt mogelijk gebruik wilt maken van toetscombinaties, kiest u 'Help' >
'Mac Help' in de menubalk en zoekt u op "toetscombinaties". Er wordt een lijst
weergegeven met toetscombinaties voor een groot aantal programma's en algemene
taken.
Hoofdstuk 2 Basiskennis25
Page 26
Een muis gebruiken
Als u een Apple muis met een USB-aansluiting hebt, kunt u de USB-connector op de
USB 2.0-poort aansluiten en de muis meteen gebruiken. Een USB-muis is verkrijgbaar
bij een geautoriseerde Apple reseller of via de Apple Store op www.apple.com/store.
U kunt ook gebruikmaken van een draadloze muis die geschikt is voor Bluetooth.
Raadpleeg het gedeelte “Draadloze Bluetooth-technologie gebruiken” op pagina 40
voor meer informatie over de draadloze Bluetooth-technologie.
Informatie over Mac OS X
De computer wordt geleverd met Mac OS X, dat een elegante gebruikersinterface,
geavanceerde grafische mogelijkheden en verbeterde stabiliteit en prestaties biedt.
Als u meer wilt weten over Mac OS X en de bekroonde iLife-programma's die bij de
computer zijn geleverd, raadpleegt u de handleiding voor Mac OS X die u bij de
PowerBook hebt ontvangen. Open ook Mac Help en bekijk de informatie. Mac Help
bevat veel informatie voor nieuwe gebruikers, ervaren gebruikers en gebruikers die zijn
overgestapt op de Mac.
Raadpleeg voor meer informatie over de compatibiliteit van programma's met
Mac OS X of voor meer informatie over Mac OS X de volgende website van Apple:
www.apple.com/nl/macosx
Opmerking: Als u op de computer met Mac OS 9-programma's wilt werken, moet u
Mac OS 9 installeren (raadpleeg “Mac OS 9 installeren” op pagina 70). Mac OS 9 kan op
de PowerBook niet als het primaire besturingssysteem worden geïnstalleerd en u kunt
de computer niet met Mac OS 9 opstarten.
26Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 27
Het bureaublad aanpassen en voorkeuren instellen
U kunt het bureaublad snel naar wens aanpassen met behulp van Systeemvoorkeuren.
Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk.
U kunt in de volgende panelen uw voorkeuren opgeven en hiermee experimenteren:
 'Weergave': In dit paneel kunt u onder andere de kleuren van knoppen, menu's en
vensters en de markeringskleur wijzigen.
 'Bureaublad en schermbeveiliging': In dit paneel kunt u het patroon of de kleur van
de bureaubladachtergrond wijzigen of uw eigen foto of afbeelding als
bureaubladafbeelding gebruiken. U kunt ook een opvallend schermeffect kiezen dat
op het scherm wordt weergegeven als u de computer even niet gebruikt.
 'Dock': In dit paneel kunt u het uiterlijk, de locatie en de werking van het Dock
wijzigen.
U kunt de andere systeemvoorkeuren aanpassen naarmate u vertrouwder raakt met de
computer. In Systeemvoorkeuren kunt u de meeste instellingen voor de PowerBook
opgeven. Voor meer informatie kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoekt u
op "systeemvoorkeuren" of op het specifieke paneel waarin u wijzigingen wilt
aanbrengen.
Opmerking: doordat Apple regelmatig nieuwe versies van de programma's en
systeemsoftware uitbrengt en de internetsites geregeld bijwerkt, wijken de
afbeeldingen in deze handleiding mogelijk iets af van de afbeeldingen op het scherm.
Hoofdstuk 2 Basiskennis27
Page 28
Werken met programma's
De PowerBook wordt geleverd met programma's, waaronder het iLifeprogrammapakket, waarmee u onder andere kunt e-mailen, op het web kunt surfen,
on line kunt chatten, uw muziekbestanden en digitale foto's kunt ordenen en uw eigen
films kunt maken. Als u meer wilt weten over deze programma's, raadpleegt u de
handleiding voor Mac OS X die u bij de computer hebt ontvangen.
Verbinding maken met een printer
Om op de PowerBook met een printer te werken, volgt u de instructies die u bij de
printer hebt ontvangen om de benodigde software te installeren en de printer aan te
sluiten. Voor de meeste printers zijn de besturingsbestanden al aanwezig in Mac OS X.
Veel printers worden aangesloten via een USB-kabel. Voor andere printers is een
netwerkverbinding nodig, zoals Ethernet. Als u beschikt over een AirPort Express of een
AirPort Extreme-basisstation, kunt u een USB-printer op het basisstation aansluiten (in
plaats van op de computer) en vervolgens draadloos afdrukken. Raadpleeg het
gedeelte “USB” op pagina 36 voor meer informatie over de USB-poorten van de
computer. Raadpleeg “Ethernet (10/100Base-T)” op pagina 44 en “Draadloze interneten netwerktoegang via AirPort Extreme” op pagina 42 voor meer informatie over
netwerkverbindingen en draadloze verbindingen.
Wanneer u een USB- of FireWire-printer aansluit, wordt deze meestal automatisch
gedetecteerd door de computer en toegevoegd aan de lijst met beschikbare printers.
Als u wilt afdrukken op een printer in het netwerk, moet u wellicht eerst de naam of
het adres van de printer opgeven. In het paneel 'Afdrukken en faxen' van
Systeemvoorkeuren selecteert u de printer die u wilt gebruiken.
Een printer configureren
1 Open Systeemvoorkeuren en klik op 'Afdrukken en faxen'.
2 Klik op de tab 'Afdrukken' en klik vervolgens op de knop met het plusteken (+) om een
printer toe te voegen.
3 Selecteer de gewenste printer en klik op 'Voeg toe'.
28Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 29
4 Met de knoppen met het plusteken (+) en het minteken (–) bepaalt u welke printers in
de lijst komen te staan.
Het afdrukproces controleren
Nadat u een document naar een printer hebt gestuurd, kunt u het afdrukken
controleren. Zo kunt u de afdruktaak onder andere stoppen en tijdelijk onderbreken.
Het afdrukken van documenten controleren
m Klik op het symbool 'Printerconfiguratie' in het Dock om het venster van
Printerconfiguratie te openen.
In dit venster kunt u de afdruktaken bekijken die in de wachtrij staan en deze
bewerken. Voor meer informatie kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoekt u
op "afdrukken".
Hoofdstuk 2 Basiskennis29
Page 30
Cd's afspelen en een koptelefoon aansluiten
Om naar muziek te luisteren terwijl u werkt, plaatst u een muziek-cd in de optischeschijfeenheid. iTunes, het gebruiksvriendelijke muziekprogramma van Apple, wordt
automatisch geopend. U kunt ook een koptelefoon met een mini-aansluiting op de
koptelefoonpoort van de PowerBook aansluiten, zodat anderen uw muziek niet kunnen
horen.
Meer informatie over iTunes
m Open iTunes en kies 'Help' > 'iTunes en Music Store Help'.
Raadpleeg het gedeelte “Werken met de optische-schijfeenheid” op pagina 49 voor
meer informatie over de optische-schijfeenheid.
Attentie: als u langere tijd naar geluid met een hoog volume luistert, kan uw gehoor
worden beschadigd.
De software van de computer up-to-date houden
Als u een verbinding met het internet tot stand brengt, kunt u de meest recente gratis
software-updates, besturingsbestanden en andere Apple uitbreidingen automatisch
downloaden en installeren.
Wanneer u een internetverbinding hebt, zoekt Software-update op de internetservers
van Apple naar updates voor de computer. U kunt echter ook een schema instellen
zodat regelmatig naar updates wordt gezocht en deze automatisch worden
gedownload en geïnstalleerd.
Zoeken naar software-updates
1 Open Systeemvoorkeuren.
2 Klik op 'Software-update' en volg de aanwijzingen op het scherm.
 Zoek in Mac Help op "software-update" als u meer wilt weten over updates.
30Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 31
 Voor de meest recente informatie over het Mac OS raadpleegt u de Mac OS-website
op www.apple.com/nl/macos.
Camera's of andere FireWire- of USB-apparaten
aansluiten
U kunt een iPod, iSight-camera, digitale camera, digitale videocamera, scanner of een
ander apparaat met een FireWire- of USB-connector op de PowerBook aansluiten. Volg
de installatie-instructies bij het apparaat. Raadpleeg het gedeelte “FireWire” op
pagina 38 voor meer informatie over FireWire. Raadpleeg het gedeelte “USB” op
pagina 36 voor meer informatie over USB.
Een verbinding met een netwerk tot stand brengen
Als u een verbinding tot stand wilt brengen met een Ethernet-netwerk of een
draadloos netwerk, raadpleegt u “Ethernet (10/100Base-T)” op pagina 44 en “Draadloze
internet- en netwerktoegang via AirPort Extreme” op pagina 42 voor meer informatie
over de configuratie van een Ethernet- of AirPort-verbinding. U kunt ook 'Help' >
'Mac Help' in de menubalk kiezen en op "Ethernet" zoeken of het AirPorthulpprogramma openen en 'Help' > 'AirPort Help' kiezen.
Een internetverbinding tot stand brengen
Tijdens de configuratie van de computer hebt u via de configuratie-assistent instructies
ontvangen over het tot stand brengen van een internetverbinding. Wanneer u moet
overschakelen op een ander type verbinding, zoals een verbinding via een ADSL- of
kabelmodem, een Ethernet-LAN of een AirPort Extreme-netwerk, raadpleegt u
bijlage C, “Een verbinding tot stand brengen met het internet”, op pagina 81 voor meer
informatie.
Bestanden naar een andere computer kopiëren
U kunt bestanden of documenten op verschillende manieren naar of van de
PowerBook kopiëren.
 Met behulp van de migratie-assistent en een FireWire-kabel (afzonderlijk
verkrijgbaar) kunt u heel eenvoudig bestanden kopiëren. Raadpleeg pagina 12 voor
meer informatie.
 Als u beschikt over een externe harde schijf, een Flash-eenheid, Zip-eenheid of een
ander opslagapparaat dat via een USB- of FireWire-kabel kan worden aangesloten,
kunt u hiermee gegevens naar of van de PowerBook kopiëren.
Hoofdstuk 2 Basiskennis31
Page 32
 Als de andere computer een optische-schijfeenheid heeft waarmee u schijven kunt
beschrijven, kunt u bestanden overbrengen die u hebt opgenomen op een cd of
dvd.
 Als u een .Mac-account of een andere internetaccount hebt, kunt u bestanden via
het internet kopiëren.
 U kunt bestanden ook naar een andere computer in een netwerk kopiëren. U krijgt
toegang tot een server of een andere computer door op 'Netwerk' te klikken in de
navigatiekolom van de Finder of door 'Ga' > 'Verbind met server' te kiezen in de
menubalk van de Finder.
 U kunt een klein Ethernet-netwerk opzetten door een Ethernet-kabel aan te sluiten
op de PowerBook en op de Ethernet-poort van een andere computer. Kies voor meer
informatie 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoek op "twee computers
verbinden".
 U kunt ook een verbinding met een andere Macintosh computer tot stand brengen
met behulp van een FireWire-kabel. Uw PowerBook wordt op de andere computer
weergegeven als een schijfeenheid en u kunt bestanden tussen de twee computers
kopiëren. Raadpleeg het gedeelte “FireWire-doelschijfmodus” op pagina 39 voor
informatie over het gebruik van FireWire voor bestandsoverdracht.
 Er is een AirPort Extreme-kaart in de computer geïnstalleerd, zodat u een verbinding
tot stand kunt brengen met een draadloos AirPort Extreme-netwerk voor de
overdracht van bestanden. Raadpleeg het gedeelte “Draadloze internet- en
netwerktoegang via AirPort Extreme” op pagina 42 voor meer informatie.
 Als u toegang hebt tot apparaten die via de draadloze Bluetooth-technologie met
elkaar communiceren, kunt u via Bluetooth bestanden uitwisselen. Raadpleeg het
gedeelte “Draadloze Bluetooth-technologie gebruiken” op pagina 40 voor meer
informatie.
Voor algemene informatie over het uitwisselen van bestanden en documenten
raadpleegt u het document 'Overstappen op de Mac' in de map 'Meer informatie over
de Mac' in de map 'Documenten' op de harde schijf. U kunt ook in Mac Help zoeken
naar informatie over het gewenste type verbinding.
Een programma blijft hangen
Soms lijkt het alsof een programma op het scherm blijft hangen. Dit komt echter
zelden voor. In Mac OS X kunt u een vastgelopen programma stoppen zonder dat u de
computer opnieuw hoeft op te starten. Door een vastgelopen programma te stoppen,
kunt u het werk in andere geopende programma's mogelijk nog opslaan.
Een programma geforceerd stoppen
1 Druk op Command (x)-Option-Esc of kies 'Forceer stop' uit het Apple-menu ().
32Hoofdstuk 2 Basiskennis
Page 33
In het dialoogvenster 'Programma's geforceerd stoppen' dat verschijnt, is het
desbetreffende programma al geselecteerd.
2 Klik op 'Forceer stop'.
Het programma wordt gestopt, terwijl alle andere programma's geopend blijven.
Raadpleeg bij andere problemen hoofdstuk 5, “Problemen oplossen”, op pagina 65.
Hoofdstuk 2 Basiskennis33
Page 34
Page 35
3Werken met de computer
3
De PowerBook heeft veel ingebouwde voorzieningen en
verbindingsmogelijkheden die u naar wens kunt
aanpassen en uitbreiden.
Een greep uit de mogelijkheden en voorzieningen van de computer:
 USB 2.0-poorten (Universal Serial Bus) voor aansluiting van extra apparatuur op de
PowerBook, zoals printers, scanners en andere apparaten. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 36.
 FireWire 400-poort voor aansluiting van snelle apparatuur, zoals digitale
videocamera's en externe harde schijven. Raadpleeg voor meer informatie pagina 38.
 Draadloze verbinding via Bluetooth , draadloze netwerkvoorzieningen via
AirPort Extreme, Ethernet-netwerkvoorzieningen en een 56K-modem voor
netwerkverbindingen en communicatie. Raadpleeg voor meer informatie pagina 40.
 Geluidsinvoerpoorten en koptelefoonaansluitingen (geluidsuitvoerpoorten) voor
aansluiting van koptelefoons, luidsprekers, microfoons en andere geluidsapparatuur.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 45.
 Mini-DVI-poort met meegeleverde mini-DVI-naar-DVI-adapter en de mini-DVI-naar-
VGA-adapter, waarmee u een extern beeldscherm of een digitaal flatpanelbeeldscherm op de PowerBook kunt aansluiten, plus ondersteuning voor
synchrone weergave en een extra groot bureaublad (twee beeldschermen). U kunt
ook een mini-DVI-naar-videoadapter (apart verkrijgbaar) gebruiken voor compositeen S-video-ondersteuning om een televisie, videorecorder of een ander
videoapparaat aan te sluiten. Raadpleeg voor meer informatie pagina 46.
 De Sudden Motion Sensor-technologie, waarmee de interne harde schijf wordt
beschermd als u de PowerBook laat vallen of als de PowerBook aan extreme
trillingen wordt blootgesteld. Raadpleeg voor meer informatie pagina 49.
 Optische-schijfeenheid waarmee u cd's en dvd's kunt afspelen en cd's kunt branden.
Met een SuperDrive kunt u ook uw eigen dvd's branden. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 49.
35
Page 36
 Opening voor antidiefstalkabel om de PowerBook tegen diefstal te beveiligen.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte “Opening voor antidiefstalkabel” op
pagina 57.
USB
De PowerBook is voorzien van twee USB 2.0-poorten (d), ook wel Hi-Speed USB
genoemd, waarop u een groot aantal typen externe apparaten kunt aansluiten, zoals
printers, scanners, digitale camera's, gamepads, joysticks, toetsenborden en disketteeenheden. De USB 2.0-poorten zijn ook geschikt voor oudere USB-apparaten.
Doorgaans kunt u een USB-apparaat aansluiten of loskoppelen terwijl de computer aan
staat. Nadat u het apparaat hebt aangesloten, is het direct klaar voor gebruik. U hoeft
de computer dus niet opnieuw op te starten of te configureren.
®
Werken met USB-apparaten
Om een USB-apparaat te gebruiken, sluit u het aan op de computer. De computer laadt
automatisch de juiste software wanneer u een nieuw apparaat aansluit.
Opmerking: De computer is al voorzien van software die geschikt is voor uiteenlopende
USB-apparaten. Als de PowerBook niet de juiste software kan vinden wanneer u een
USB-apparaat aansluit, kunt u de software installeren die bij het apparaat is geleverd.
U kunt ook aan de hand van de melding die verschijnt de desbetreffende software op
het internet zoeken en deze vervolgens downloaden en installeren.
36Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 37
USB-apparaten en energieverbruik
Op de PowerBook kunnen USB-apparaten, zoals joysticks en toetsenborden, worden
aangesloten die van stroom worden voorzien via de USB-aansluiting in plaats van via
een aparte lichtnetadapter. Door het gebruik van dit soort USB-apparaten raakt de
batterij van de PowerBook mogelijk echter sneller leeg. Als u het apparaat voor langere
tijd gebruikt, is het verstandig de lichtnetadapter aan te sluiten.
Meerdere USB-apparaten tegelijk gebruiken
Wanneer u een USB-hub aanschaft, kunt u meerdere USB-apparaten op de computer
aansluiten. Als u de USB-hub op een vrije USB-poort van de computer aansluit, beschikt
u over extra USB-poorten (meestal vier of zeven). Hi-Speed-hubs ondersteunen
USB 2.0- (Hi-Speed) en USB 1.1-apparaten. Wanneer u een USB 1.1-hub gebruikt, kunnen
Hi-Speed USB-apparaten niet met de maximale gegevenssnelheid werken. De meeste
USB-hubs zijn voorzien van een lichtnetadapter die u op een stopcontact moet
aansluiten.
Opmerking: Sommige USB-apparaten werken niet wanneer ze via een keten van
USB 2.0 Hi-Speed-hubs en -apparaten en USB 1.1-hubs met volledige of lage snelheid
op de computer zijn aangesloten. Zo is het mogelijk dat een externe USB harde schijf
niet op het bureaublad wordt weergegeven. U kunt dit probleem vermijden door geen
USB-apparaten met verschillende snelheden aan elkaar te koppelen. Sluit Hi-Speedapparaten altijd aan op een Hi-Speed-hub die rechtstreeks op de computer is
aangesloten. Bovendien moet u apparaten met lage of volledige snelheid altijd
aansluiten op een hub met lage of volledige snelheid die rechtstreeks op de computer
is aangesloten.
®
USB-hub
Hoofdstuk 3 Werken met de computer37
Page 38
Meer informatie over USB
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie over USB. Kies 'Help' > 'Mac Help' en zoek
op "USB". U kunt ook de USB-website van Apple raadplegen op www.apple.com/nl/usb.
Raadpleeg de Macintosh Products Guide op www.apple.com/guide om te zien welke
USB-apparaten voor de eMac beschikbaar zijn.
FireWire
De computer is voorzien van één FireWire 400-poort (H). Dankzij FireWire kunt u
eenvoudig snelle externe apparaten, zoals een DV-camera, printer, scanner en een
harde schijf, aansluiten en loskoppelen zonder de computer opnieuw te hoeven
opstarten.
®
Met FireWire kunt u onder andere het volgende doen:
 Een digitale videocamera aansluiten en videobeelden van hoge kwaliteit vastleggen,
naar de computer overbrengen en op de computer bewerken met behulp van
speciale videobewerkingssoftware, zoals iMovie of Final Cut Pro
 Een Apple iSight-camera aansluiten en via het meegeleverde programma iChat AV
videoconferenties houden via een snelle internetverbinding
 Een externe FireWire harde schijf aansluiten voor de opslag van gegevens of de
overdracht van bestanden
38Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 39
 Vanaf een externe FireWire harde schijf opstarten. Sluit een externe FireWire harde
schijf aan (met een bruikbaar, geïnstalleerd besturingssysteem), open het paneel
'Opstartschijf' in Systeemvoorkeuren en klik op de FireWire harde schijf. Start de
computer opnieuw op.
 Bestanden tussen de PowerBook en een andere computer met FireWire overbrengen
met behulp van de FireWire-doelschijfmodus
Werken met FireWire-apparaten
Om een FireWire-apparaat in combinatie met de computer te gebruiken, sluit u het
apparaat op de computer aan en installeert u de eventuele bijbehorende software. Als
u een nieuw apparaat aansluit, wordt dit automatisch door de computer herkend.
FireWire-apparaten en energieverbruik
FireWire-apparaten, zoals bepaalde externe harde schijven, kunnen via de FireWireverbinding eenvoudig van stroom worden voorzien in plaats van via een aparte
lichtnetadapter. Door het gebruik van dit soort FireWire-apparaten raakt de batterij van
de PowerBook mogelijk echter sneller leeg. Als u het apparaat voor langere tijd
gebruikt, is het verstandig de lichtnetadapter aan te sluiten.
Opmerking: De FireWire-poort levert een vermogen van maximaal 7 watt aan FireWireapparaten. U kunt verschillende apparaten aan elkaar koppelen en deze groep
apparaten vervolgens aansluiten op de FireWire-poort van de computer. Er mag echter
slechts één apparaat op de stroomvoorziening van de computer worden aangesloten.
De overige apparaten moeten via afzonderlijke lichtnetadapters van stroom worden
voorzien. Als u meerdere FireWire-apparaten aansluit die via de computer van stroom
worden voorzien, kunnen er problemen optreden. Als er een probleem optreedt, zet u
de computer uit, verwijdert u de FireWire-apparaten en start u de computer opnieuw
op.
FireWire-doelschijfmodus
Als zich een probleem voordoet waardoor u de computer niet kunt opstarten of als u
bestanden wilt uitwisselen tussen de PowerBook en een andere computer met
FireWire, kunt u de PowerBook in de FireWire-doelschijfmodus op een andere
computer aansluiten, zodat u de bestanden toch kunt gebruiken. Wanneer u de
PowerBook opstart in de FireWire-doelschijfmodus, kan de andere computer de
PowerBook als een harde schijf benaderen.
Opmerking: als u in de FireWire-doelschijfmodus werkt, is het verstandig de
lichtnetadapter op de PowerBook aan te sluiten.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer39
Page 40
De PowerBook op een andere computer aansluiten in de FireWiredoelschijfmodus
1 Controleer of de PowerBook is uitgeschakeld.
2 Sluit de PowerBook aan op een andere computer met FireWire door middel van een
FireWire-kabel.
3 Start de PowerBook op terwijl u de T-toets ingedrukt houdt. Op het scherm van uw
PowerBook verschijnt het FireWire-logo. Op het scherm van de andere computer
verschijnt het symbool van de interne harde schijf van uw PowerBook. Vervolgens kunt
u bestanden tussen de computers uitwisselen.
4 Nadat de bestanden zijn uitgewisseld, sleept u het symbool van de harde schijf van de
PowerBook naar de prullenmand.
5 Zet de PowerBook uit met behulp van de aan/uit-knop en koppel vervolgens de
FireWire-kabel los.
Meer informatie over FireWire
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie over FireWire. Kies 'Help' > 'Mac Help' in de
menubalk van de Finder en zoek op "FireWire". U kunt ook de FireWire-website van
Apple raadplegen op www.apple.com/nl/firewire.
Draadloze Bluetooth-technologie gebruiken
Uw PowerBook is voorzien van draadloze Bluetooth-technologie. Met Bluetooth kunt u
een draadloze korteafstandsverbinding tot stand brengen tussen desktop- en
notebookcomputers, organizers, mobiele telefoons, telefoons met een ingebouwde
camera, printers, digitale camera's en draadloze invoerapparatuur, zoals het Apple
Wireless Keyboard en de Apple Wireless Mouse (verkrijgbaar bij www.apple.com/store).
Dankzij de draadloze Bluetooth-technologie is het gebruik van kabels om apparaten
met elkaar te verbinden veelal niet meer nodig. Bluetooth-apparaten kunnen draadloos
met elkaar verbinding maken over afstanden tot 10 meter.
Met de draadloze Bluetooth-technologie kunt u onder andere het volgende doen:
 Via de PowerBook communiceren met een Bluetooth-telefoon. Via uw mobiele
telefoon kunt u een verbinding tot stand brengen met het internet, waarbij de
telefoon als modem fungeert en een verbinding tot stand brengt met een aanbieder
van draadloze internetdiensten met een snelheid tot 56 kilobits per seconde.
 Bestanden uitwisselen tussen Bluetooth-computers en -apparaten, zelfs tussen Mac
en pc. Voor het uitwisselen van grote bestanden wordt echter aanbevolen gebruik te
maken van AirPort Extreme.
40Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 41
 Gegevens synchroniseren tussen uw computer en een voor Bluetooth geschikte
organizer. Met behulp van iSync kunt u draadloos een HotSync-bewerking uitvoeren
of uw visitekaartje of agendagegevens rechtstreeks versturen naar de organizer van
een collega.
 Een draadloos Bluetooth-toetsenbord of een draadloze Bluetooth-muis gebruiken.
 Afdrukken op een Bluetooth-printer.
 Een Bluetooth-headset gebruiken.
Bluetooth-apparaten configureren
Voordat u via uw mobiele telefoon verbinding kunt maken met het internet of
contactgegevens kunt uitwisselen, bestanden kunt delen met andere apparaten of een
Bluetooth-toetsenbord of -muis kunt gebruiken, moet u het apparaat configureren
zodat het met uw computer gebruikt kan worden. Nadat u het apparaat hebt
geconfigureerd, is het "gekoppeld" aan uw computer en ziet u het in het paneel
'Apparaten' van Bluetooth-voorkeuren. U hoeft de computer slechts één keer te
koppelen met het apparaat. De koppeling blijft van kracht totdat u deze verwijdert.
Een Bluetooth-apparaat configureren
1 Kies 'Bluetooth-statusmenu' (◊) > 'Configureer Bluetooth-apparaat'.
2 Volg de aanwijzingen op het scherm voor het type apparaat dat u wilt configureren.
Belangrijk: Als het Bluetooth-statusmenu (◊) niet in de menubalk staat, opent u
Systeemvoorkeuren en klikt u op 'Bluetooth'. Klik op 'Instellingen' en selecteer
vervolgens 'Toon Bluetooth-status in menubalk'.
Een koppeling met een Bluetooth-apparaat verwijderen
1 Open Systeemvoorkeuren en klik op 'Bluetooth'.
2 Klik op 'Apparaten' en selecteer het apparaat in de lijst.
3 Klik op 'Verwijder koppeling'.
Bluetooth-bestandsuitwisseling configureren
U kunt bepalen wat de computer moet doen met bestanden die tussen de computer
en andere Bluetooth-apparaten worden uitgewisseld. Zo kunt u bestanden die naar uw
computer worden gestuurd accepteren of weigeren en het volgende doen:
 Een map opgeven voor de bestanden die u accepteert.
 Een map opgeven waarin andere apparaten mogen bladeren.
 De programma's opgeven waarmee geaccepteerde bestanden moeten worden
geopend.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer41
Page 42
Bluetooth-bestandsuitwisseling configureren
1 Open Systeemvoorkeuren en klik op 'Bluetooth'.
2 Klik op 'Delen'.
3 Schakel het aankruisvak 'Aan' in voor Bluetooth-bestandsuitwisseling en pas via het
venstermenu de instellingen aan.
Bestanden naar een voor Bluetooth geschikt apparaat sturen
De PowerBook kan bestanden sturen naar andere Bluetooth-apparaten die zich binnen
het bereik van de computer bevinden. Als de computer niet is gekoppeld aan het
apparaat waarnaar u het bestand wilt sturen, wordt mogelijk eerst een
identiteitscontrole uitgevoerd voordat u het bestand kunt versturen. Als de computer
en het apparaat al met elkaar zijn verbonden, hoeft u waarschijnlijk niet opnieuw een
wachtwoord in te voeren.
Een bestand versturen naar een voor Bluetooth geschikt apparaat
1 Kies 'Bluetooth-statusmenu (◊) > 'Verstuur bestand'.
2 Selecteer het bestand dat u wilt versturen en klik op 'Verstuur'.
3 Kies een apparaat uit de lijst met apparaten en klik op 'Verstuur'.
Opmerking: Als het apparaat zich niet in de lijst met apparaten bevindt, klikt u op
'Zoek'. Als het apparaat is gevonden, kunt u het toevoegen aan uw lijst met favorieten.
In het paneel 'Bestandsuitwisseling' in het paneel 'Bluetooth' in Systeemvoorkeuren
kunt u opties instellen voor de manier waarop de computer omgaat met bestanden die
met andere Bluetooth-apparaten worden uitgewisseld.
Meer informatie over de draadloze Bluetooth-technologie
Voor meer informatie over het gebruik van de draadloze Bluetooth-technologie opent
u het programma Bluetooth-bestandsuitwisseling (in de map 'Hulpprogramma's' in de
map 'Programma's) en kiest u 'Help' > 'Bluetooth Help'. U kunt ook de Bluetoothwebsite van Apple raadplegen op www.apple.com/nl/bluetooth.
Draadloze internet- en netwerktoegang via AirPort
Extreme
Met AirPort Extreme kunt u op een eenvoudige en betaalbare manier vanuit elke
ruimte in uw huis, klaslokaal of kantoor een draadloze verbinding met het internet tot
stand brengen. AirPort Extreme maakt geen gebruik van de gebruikelijke kabels, maar
van draadloze LAN-technologie (Local Area Network) om communicatie tussen
computers tot stand te brengen. Via een draadloos netwerk kunt u bijvoorbeeld een
verbinding tot stand brengen met het internet, bestanden uitwisselen of
computerspellen met meerdere gebruikers spelen.
42Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 43
De AirPort Extreme-kaart is compatibel met het AirPort Extreme-basisstation van Apple,
de AirPort Express, het originele AirPort-basisstation van Apple en alle producten die
voldoen aan de 802.11b- of 802.11g-norm.
Opmerking: In uw computer is een 802.11g-kaart ingebouwd. Daarnaast zijn voor
draadloze internettoegang een AirPort Extreme-kaart, een 802.11b- of 802.11gtoegangspunt, zoals een AirPort Extreme-basisstation, een AirPort Express of een
AirPort-basisstation, en een internetaccount nodig (waarvoor u mogelijk moet betalen).
Bepaalde internetaanbieders zijn momenteel niet geschikt voor het gebruik van
AirPort. Het bereik van AirPort kan variëren, afhankelijk van de omgeving.
Draadloze toegang tot het internet via AirPort Extreme
Met behulp van AirPort Extreme brengt u een draadloze verbinding tot stand met een
apparaat dat het "basisstation" wordt genoemd en dat een fysieke verbinding met het
internet heeft. De werking van de AirPort Extreme-technologie kunt u vergelijken met
die van een draadloze telefoon. Via de AirPort Extreme-kaart wordt een draadloze
verbinding tot stand gebracht met het basisstation, dat via een telefoonlijn, een ADSLmodem of een kabelmodem of via een LAN een verbinding met het internet heeft.
StopcontactAirPort Express
®
ADSL- of kabel-
modem
Verbinding met
het internet
Meer informatie over AirPort Extreme
Als u een AirPort Extreme-basisstation of een AirPort Express wilt aanschaffen, gaat u
naar een erkende Apple reseller of raadpleegt u de Apple Store op
www.apple.com/store.
Raadpleeg AirPort Help voor meer informatie over het AirPort Extreme-basisstation of
de AirPort Express. U kunt ook de AirPort-website van Apple raadplegen op
www.apple.com/nl/airport of de ondersteuningswebsite van Apple raadplegen
op www.apple.com/nl/support.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer43
Page 44
Ethernet (10/100Base-T)
De computer is voorzien van een ingebouwde twisted-pair Ethernetnetwerkaansluiting met een doorvoersnelheid van 10/100 Mbps. Hiermee kunt u een
verbinding tot stand brengen met een netwerk, een kabelmodem of een ADSLmodem.
®
Als u de computer op een netwerk aansluit, hebt u toegang tot andere computers.
U kunt gegevens opslaan en ophalen, netwerkprinters gebruiken, e-mailberichten
versturen of een verbinding met het internet tot stand brengen. U kunt Ethernet ook
gebruiken om bestanden tussen twee computers uit te wisselen of om een klein
netwerk op te zetten. Andere Ethernet-apparaten worden automatisch herkend door
de Ethernet-poort van de PowerBook. U hebt geen Ethernet-crossoverkabel nodig om
een verbinding met andere Ethernet-apparaten tot stand te brengen.
 Gebruik categorie 3 Ethernet-kabels met twee paren om een verbinding tot stand te
brengen met een 10Base-T Ethernet-netwerk.
 Gebruik categorie 5 Ethernet-kabels met twee paren om een verbinding tot stand te
brengen met een 100Base-T Ethernet-netwerk.
Meer informatie over Ethernet
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie over het opzetten van een Ethernet-netwerk
en bestandsoverdracht met behulp van Ethernet. Kies 'Help' > 'Mac Help' in de
menubalk en zoek op "Ethernet" of "netwerk".
Raadpleeg de Macintosh Products Guide op www.apple.com/guide voor informatie
over de netwerkproducten die voor de PowerBook geschikt zijn.
44Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 45
Werken met de modem
De PowerBook wordt geleverd met een interne Apple 56K-modem (die voldoet aan de
V.92-norm). Om de interne modem aan te sluiten, sluit u het ene uiteinde van de
telefoonkabel of de RJ-11-kabel aan op de modempoort op het achterpaneel van de
computer en het andere uiteinde op een RJ-11-standaardtelefoonaansluiting.
Zorg ervoor dat u de interne modem aansluit op een analoge telefoonlijn. In
woonhuizen zijn meestal analoge telefoonlijnen aanwezig. Als u de modem aansluit op
een digitale telefoonlijn, kunt u de modem niet gebruiken.
Attentie: Sluit de modem niet aan op een digitale telefoonlijn. Hierdoor kan de
modem beschadigd raken. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij als u niet
weet of u een digitale telefoonlijn hebt.
Raadpleeg voor meer informatie over het tot stand brengen van een
internetverbinding bijlage C, “Een verbinding tot stand brengen met het internet”, op
pagina 81. U kunt ook Mac Help raadplegen voor meer informatie over de interne
modem.
Luidsprekers en geluidsapparatuur aansluiten
De PowerBook wordt geleverd met drie ingebouwde luidsprekers, een ingebouwde
microfoon, een geluidsinvoerpoort en een koptelefoonaansluiting
(geluidsuitvoerpoort).
Opmerking: Er komt geen geluid uit de ingebouwde luidsprekers als op de computer
apparaten zijn aangesloten. Om geluid via de computerluidsprekers weer te geven,
moet u de koptelefoon of luidsprekers loskoppelen.
U kunt externe luidsprekers, koptelefoons en andere geluidsuitvoerapparatuur op de
koptelefoonaansluiting aansluiten. De koptelefoonaansluiting is een 3,5-mm
ministereogeluidsaansluiting.
Met de ingebouwde microfoon, die zich boven de F1-toets bevindt, kunt u
geluidsopnamen maken en deze op de harde schijf bewaren. U kunt ook externe
microfoons of andere geluidsapparatuur op de geluidsinvoerpoort aansluiten. De
geluidsinvoerpoort is een 3,5-mm ministereogeluidsaansluiting die aangesloten
apparaten niet van stroom voorziet. U moet daarom gebruikmaken van
randapparatuur met eigen stroomvoorziening. Bij programma's waarmee u geluid kunt
opnemen, zoals iMovie, selecteert u in het paneel 'Geluid' in Systeemvoorkeuren het
gewenste apparaat voor geluidsinvoer, zoals een microfoon die via USB op de
computer is aangesloten.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer45
Page 46
Met de volumetoetsen op het toetsenbord kunt u eenvoudig het volume wijzigen. U
kunt het volume ook aanpassen met behulp van de regelaars in het paneel 'Geluid' in
Systeemvoorkeuren.
Voor meer informatie over geluid en het oplossen van problemen met het geluid op de
computer opent u Mac Help en zoekt u op "geluid".
Externe videoapparatuur (DVI, VGA, composite en S-Video)
De computer is voorzien van een videopoort (mini-DVI) en adapters, zodat u een
beeldscherm of projector met een DVI- of VGA-connector kunt aansluiten. Met de
meegeleverde mini-DVI-naar-DVI-adapter en de mini-DVI-naar-VGA-adapter kunt u op
de PowerBook een beeldscherm of projector met een DVI- of VGA-uitvoerpoort
aansluiten. U kunt een flat-panelbeeldscherm van Apple aansluiten. Voor aansluiting
van sommige oudere flat-panelbeeldschermen is een Apple DVI-naar-ADCbeeldschermadapter vereist (afzonderlijk verkrijgbaar).
U kunt de beelden van de computer ook weergeven en opnemen door met behulp van
een mini-DVI-naar-videoadapter (apart verkrijgbaar) die ondersteuning biedt voor
composite- en S-video, een televisie, videoprojector of videorecorder op de PowerBook
aan te sluiten. Op deze manier kunt u bovendien dvd-videoschijven op de televisie
afspelen.
Mini-DVInaar-DVI-adapter
Mini-DVInaar-VGA-adapter
46Hoofdstuk 3 Werken met de computer
®
Page 47
Als u een extern beeldscherm of een televisie hebt aangesloten, kunt u kiezen of u
hetzelfde beeld wilt weergeven op zowel het externe beeldscherm als het
computerscherm (modus voor synchrone weergave) of dat u het Mac OS-bureaublad
verspreid over de twee beeldschermen wilt weergeven (modus voor twee
beeldschermen). De PowerBook wordt standaard opgestart in de modus voor twee
beeldschermen. Met de F7-toets (i) kunt u tussen de twee modi schakelen.
Als u het geluid van het externe apparaat, zoals een projector of een televisie, wilt
overbrengen, sluit u het ene uiteinde van een geluidskabel aan op de
koptelefoonpoort (geluidsuitvoerpoort) van de computer en sluit u het andere uiteinde
aan op het apparaat.
Opmerking: de beeldkwaliteit van de meeste televisies is minder goed dan die van een
intern of extern beeldscherm.
Een extern beeldscherm of een externe projector aansluiten
Een extern beeldscherm of een projector met een DVI-aansluiting op de
computer aansluiten
1 Zet het externe beeldscherm of de externe projector aan.
2 Sluit de DVI-beeldschermkabel aan op de mini-DVI-naar-DVI-adapter en sluit de
adapter vervolgens aan op de PowerBook. Het externe beeldscherm wordt
automatisch gedetecteerd.
3 U kunt de resolutie van het externe beeldscherm aanpassen in het paneel
'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren of via het beeldschermsymbool in de
menubalk.
U kunt een Apple flat-panelbeeldscherm op de PowerBook aansluiten. Hiervoor hebt u
mogelijk een DVI-naar-ADC-adapter nodig, afhankelijk van het beeldscherm. Deze is
verkrijgbaar bij een geautoriseerde Apple reseller, bij een Apple winkel of via de
Apple Store op www.apple.com/store.
Een extern beeldscherm of een externe projector met een VGA-aansluiting op
de computer aansluiten
1 Zet het externe beeldscherm of de externe projector aan.
2 Sluit de VGA-beeldschermkabel aan op de mini-DVI-naar-VGA-adapter en sluit de
adapter vervolgens aan op de PowerBook. Het externe beeldscherm wordt
automatisch gedetecteerd.
Belangrijk: om ervoor te zorgen dat het externe beeldscherm of de externe projector
automatisch wordt gedetecteerd, moet u de mini-DVI-naar-VGA-adapter eerst op het
externe beeldscherm of de externe projector aansluiten.
3 U kunt de resolutie van het externe beeldscherm aanpassen in het paneel
'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren of via het beeldschermsymbool in de
menubalk.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer47
Page 48
Werken met de PowerBook terwijl het scherm is dichtgeklapt
Wanneer u een extern beeldscherm, een toetsenbord en een muis hebt aangesloten,
en de lichtnetadapter op de PowerBook en een stopcontact hebt aangesloten, kunt u
met de PowerBook werken terwijl het ingebouwde beeldscherm is dichtgeklapt.
Belangrijk: om de PowerBook te gebruiken terwijl het ingebouwde beeldscherm is
dichtgeklapt, moet de lichtnetadapter op de PowerBook en een stopcontact zijn
aangesloten.
Met de computer werken als u een extern beeldscherm hebt aangesloten en
het scherm hebt dichtgeklapt
1 Sluit een extern USB-toetsenbord en een USB-muis aan op de PowerBook.
2 Sluit de lichtnetadapter aan op de PowerBook en op een stopcontact.
3 Klap het beeldscherm van de PowerBook dicht om de sluimerstand in te schakelen.
4 Volg de stappen in het vorige gedeelte om een extern beeldscherm aan te sluiten op
de PowerBook.
5 Wacht een aantal seconden en druk vervolgens op een toets op het externe
toetsenbord om de computer uit de sluimerstand te halen.
Een televisie, videorecorder of ander videoapparaat aansluiten
Een televisie, videorecorder of ander videoapparaat op de PowerBook
aansluiten
1 Sluit een mini-DVI-naar-videodapter (apart verkrijgbaar) aan op de composite- of
S-videopoort van de televisie of het apparaat en sluit de adapter vervolgens aan op de
PowerBook.
2 Als u het geluid van de PowerBook wilt overbrengen naar het externe apparaat, moet u
een kabel met een ministekker en een RCA-stekker (apart verkrijgbaar) op de
koptelefoonpoort (f) van de PowerBook en de geluidsinvoerpoort van het apparaat
aansluiten.
3 Zet het externe apparaat aan.
4 Pas eventueel de weergave-instellingen voor het apparaat aan in het paneel
'Beeldschermen' in Systeemvoorkeuren.
Meer informatie over het gebruik van een extern beeldscherm of
een televisie
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie over het gebruik en de configuratie van
externe beeldschermen. Kies 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en zoek op
"beeldscherm".
48Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 49
Sudden Motion Sensor
De PowerBook is voorzien van de Sudden Motion Sensor-technologie. Dankzij deze
geïntegreerde bescherming van de harde schijf worden problemen met de harde schijf
voorkomen als u de computer per ongeluk laat vallen of als de schijf wordt
blootgesteld aan extreme trillingen.
De bescherming via de Sudden Motion Sensor heeft gewoonlijk geen invloed op de
prestaties van de harde schijf bij normaal gebruik van de PowerBook. Het is sporadisch
mogelijk dat de Sudden Motion Sensor-technologie wordt geactiveerd als de computer
ongewoon sterke trillingen ondervindt tijdens intensieve lees- of schrijfbewerkingen
van gegevens, zoals tijdens het afspelen of de opname van video of geluid. Als u merkt
dat in een dergelijke situatie de weergave of geluidsfragmenten worden verstoord,
moet u ervoor zorgen dat de PowerBook zich in een stabiele omgeving bevindt, zonder
schokken of abrupte bewegingen.
Werken met de optische-schijfeenheid
Met de optische-schijfeenheid kunt u software vanaf cd of dvd installeren of gebruiken.
U kunt multimediabestanden op cd-romschijven en muziekbestanden op audio-cd's
afspelen. U kunt met de optische-schijfeenheid muziek, documenten en andere digitale
bestanden opslaan op cd-r- en cd-rw-schijven. Bovendien kunt u dvd-films afspelen en
de meeste dvd-schijven gebruiken.
Als u een SuperDrive hebt, kunt u ook gegevens opnemen op lege dvd-r-, dvd+r-,
dvd-rw- en dvd+rw-schijven.
Belangrijk: De optische-schijfeenheid van de PowerBook is alleen geschikt voor ronde
schijven met een diameter van 12 cm. Schijven met een afwijkende vorm of schijven
met een diameter van minder dan 12 cm kunt u niet gebruiken. Schijven die niet rond
zijn, kunnen in de eenheid vast komen te zitten.
Cd- of dvd-schijven in de eenheid plaatsen
Programma's vanaf een cd of dvd installeren of gebruiken
1 Zet de computer aan en plaats de schijf met het etiket naar boven in de sleuf totdat u
voelt dat de schijf naar binnen wordt getrokken.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer49
Page 50
U moet de schijf mogelijk bijna geheel naar binnen duwen voordat de schijf naar
binnen wordt getrokken. Dit is normaal.
®
Opmerking: Sommige dvd-schijven zijn aan twee zijden beschreven. Om de andere
zijde van de schijf te gebruiken, moet u de schijf omdraaien.
2 Zodra het symbool van de schijf op het bureaublad verschijnt, kunt u de schijf
gebruiken.
Schijven uit de eenheid verwijderen
Een schijf verwijderen
 Sleep het schijfsymbool naar de prullenmand.
 Houd de cd-/dvd-verwijdertoets (C) op het toetsenbord ingedrukt totdat de schijf
wordt verwijderd.
Wacht totdat de schijf volledig naar buiten is gekomen voordat u de schijf verwijdert of
opnieuw plaatst.
Als u een schijf niet kunt verwijderen, stopt u de programma's die gebruikmaken van
de schijf en probeert u het opnieuw. Als dit niet werkt, start u de computer opnieuw
op terwijl u de knop van het stuurvlak ingedrukt houdt.
50Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 51
Dvd-schijven afspelen
Als u een dvd-video op de PowerBook wilt afspelen, plaatst u de schijf in de optischeschijfeenheid. Het programma Dvd-speler wordt automatisch geopend. Dvd-speler
bevat eenvoudig te gebruiken regelaars voor het starten, stoppen en afspelen van
dvd's.
Als u de PowerBook op een televisie hebt aangesloten om een dvd-video op het
televisiescherm te bekijken, selecteert u '720 x 480 NTSC' (in de Verenigde Staten) of
'720 x 576 PAL' (in Europa en alle overige regio's) in het paneel 'Beeldschermen' in
Systeemvoorkeuren.
U kunt de PowerBook eenvoudig op een stereo-installatie aansluiten. U kunt tussen de
koptelefoonpoort (f) van de PowerBook en de geluidsinvoerpoort van de stereo-
installatie een kabel met een ministekker en een RCA-stekker (niet meegeleverd)
aansluiten.
Cd-r- en cd-rw-schijven opnemen
U kunt gegevens opnemen op cd-r- en cd-rw-schijven.
Gegevens op een cd-r- of cd-rw-schijf branden
1 Plaats een lege schijf in de optische-schijfeenheid.
2 Voer in het dialoogvenster dat verschijnt een naam in voor de schijf. Op het bureaublad
verschijnt het symbool van de schijf.
3 Sleep de gewenste bestanden en mappen naar het schijfsymbool.
4 Klik op het symbool voor het branden van schijven naast de naam van de schijf in de
navigatiekolom in de Finder.
U kunt ook rechtstreeks vanuit de iTunes-bibliotheek muziek opnemen op een cd-r- of
cd-rw-schijf.
Rechtstreeks vanuit de iTunes-bibliotheek muziek opnemen
1 Klik op het iTunes-symbool in het Dock.
2 Selecteer de afspeellijst die u wilt opnemen.
3 Plaats een lege cd-r- of cd-rw-schijf.
4 Klik op 'Brand cd' boven in het iTunes-venster.
Hoofdstuk 3 Werken met de computer51
Page 52
Meer informatie
 Voor meer informatie over het opslaan van muziekbestanden op een cd-r- of cd-rw-
schijf met behulp van iTunes opent u het programma en kiest u 'Help' > 'iTunes en
Music Store Help'.
 Voor instructies over het gebruik van Dvd-speler opent u het programma en kiest u
'Help' > 'Dvd-speler Help'.
Gegevens opslaan op dvd
Als de computer is uitgerust met een optionele SuperDrive, kunt u uw eigen digitale
films op een lege, opneembare dvd-schijf opslaan. U kunt ook andere typen digitale
gegevens opslaan op opneembare dvd-schijven, zoals reservekopieën van bestanden.
Met een programma als iDVD kunt u uw eigen digitale-mediaproject maken en dit
project op een lege, opneembare dvd-schijf branden. Deze schijf kunt u vervolgens
afspelen met de meeste standaard-dvd-spelers.
Een iDVD-project op een lege dvd-r-, dvd+r-, dvd-rw- of dvd+rw-schijf
branden
1 Open het programma iDVD en open het voltooide iDVD-project.
2 Klik op de knop 'Brand'.
3 Plaats een lege, opneembare dvd-schijf in de eenheid als daarom wordt gevraagd.
4 Klik nogmaals op de knop 'Brand'.
Gegevens op een dvd-r-, dvd+r-, dvd-rw- of dvd+rw-schijf opnemen
1 Plaats een lege, opneembare dvd-schijf in de eenheid.
2 Voer in het dialoogvenster dat verschijnt een naam in voor de schijf en selecteer de
gewenste structuur. Op het bureaublad verschijnt een symbool van de dvd-schijf.
3 Klik dubbel op het dvd-symbool en sleep vervolgens de gewenste bestanden en
mappen naar het symbool.
4 Klik op het symbool voor het branden van schijven naast de naam van de schijf in de
navigatiekolom in de Finder.
Voor meer informatie over het gebruik van iDVD, opent u het programma en kiest u
'Help' > 'iDVD Help'.
Belangrijk: Als de batterij leeg raakt terwijl u een dvd brandt, kan het branden
mislukken en kan de dvd mogelijk niet meer worden gebruikt. Het wordt daarom
aanbevolen de lichtnetadapter te gebruiken tijdens het branden van dvd-schijven.
52Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 53
Batterij
Als de lichtnetadapter niet is aangesloten, wordt de computer door de batterij van
stroom voorzien. Afhankelijk van de programma's die u gebruikt en de externe
apparaten die op de PowerBook zijn aangesloten, varieert de gebruiksduur van de
batterij van de PowerBook. Wanneer u bepaalde voorzieningen uitschakelt, zoals
AirPort Extreme of de draadloze Bluetooth®-technologie, gaat de batterij langer mee.
Raadpleeg “Tips voor energiebesparing” op pagina 56 voor meer informatie over het
gebruik van de batterij.
Aan het aantal oplichtende indicatielampjes op de batterij kunt u zien hoe vol de
batterij nog is. Als u op het knopje naast de lampjes drukt, geeft het aantal oplichtende
lampjes de lading van de batterij aan. Nadat u op dit knopje hebt gedrukt, blijven de
indicatielampjes een paar seconden branden. U kunt de batterijlading controleren als
de batterij zich in de PowerBook bevindt of als de batterij is verwijderd.
Als de batterij bijna leeg is terwijl u aan het werk bent, schakelt u de PowerBook uit en
vervangt u de batterij door een opgeladen batterij.
Belangrijk: Als nog maar één lampje knippert, is de batterij zo goed als leeg. Als er
geen lampjes branden, is de batterij helemaal leeg en start de computer niet op, tenzij
u de lichtnetadapter hebt aangesloten. Sluit de lichtnetadapter aan zodat de batterij
wordt opgeladen of vervang de lege batterij door een volledig opgeladen batterij.
(Raadpleeg pagina 54.)
Batterij
LED-indicatielampjes
Hoofdstuk 3 Werken met de computer53
Page 54
Als u hebt ingesteld dat het batterijsymbool in de menubalk van de Finder het
percentage van de lading weergeeft, ziet u mogelijk soms dat de batterij de volledige
lading van 100 procent niet behoudt wanneer de lichtnetadapter is aangesloten.
Wanneer het batterijniveau uiteindelijk daalt beneden 95 procent, wordt de batterij
weer tot 100 procent opgeladen. Dit komt de levensduur van de batterij ten goede
aangezien het laden op deze manier niet voortdurend opnieuw wordt gestart en
gestopt.
De batterij verwijderen of vervangen
De batterij verwijderen
m Zet de PowerBook uit. Draai de computer om en kijk waar de ontgrendeling van de
batterij zich bevindt. Draai de ontgrendeling met behulp van een munt een kwartslag
naar rechts om de batterij te ontgrendelen en verwijder de batterij voorzichtig.
BatterijOntgrendeling
54Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 55
De batterij vervangen
m Plaats de linkerzijde van de batterij in de batterijhouder. Duw de rechterzijde
voorzichtig naar beneden totdat de batterijvergrendeling vastklikt.
Opmerking: U moet zich volgens de in uw woonplaats geldende richtlijnen of
regelgeving van batterijen ontdoen. Raadpleeg het gedeelte “Gebruikte batterijen” op
pagina 102 voor meer informatie.
De batterij opladen
De batterij kan worden opgeladen met de lichtnetadapter als de computer wordt
gebruikt, in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld. De batterij wordt echter het
snelst opgeladen als de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat. U kunt
het ladingsniveau van de batterij controleren aan de hand van het batterijsymbool in
de menubalk.
De batterijlading die wordt aangegeven, is gebaseerd op de hoeveelheid stroom die de
batterij nog bevat en de programma's, randapparaten en systeeminstellingen
(helderheid van het beeldscherm, energiestandinstellingen, enzovoort) die u gebruikt.
Om de batterijlading te verhogen, stopt u programma's en koppelt u de randapparaten
los die u niet gebruikt. Pas vervolgens de instellingen in het paneel 'Energiestand' in
Systeemvoorkeuren aan. (Raadpleeg het volgende gedeelte).
Hoofdstuk 3 Werken met de computer55
Page 56
Tips voor energiebesparing
Hoe lang u precies met de PowerBook kunt werken voordat u de batterij opnieuw
moet opladen, is afhankelijk van de programma's en randapparatuur die u gebruikt en
de maatregelen die u neemt om het stroomverbruik te beperken.
U kunt het stroomgebruik als volgt beperken:
 Koppel alle USB- of FireWire-apparaten met busstroom die u niet gebruikt, los van de
computer.
 Als er een AirPort Extreme-kaart is geïnstalleerd, schakelt u via het AirPort-
statussymbool in de menubalk AirPort uit wanneer u niet met AirPort werkt.
 Schakel de draadloze Bluetooth-module uit wanneer u deze niet gebruikt.
 Stop alle geopende programma's die u niet gebruikt.
 Verwijder cd- en dvd-schijven die niet in gebruik zijn.
 Verminder de helderheid van het scherm met behulp van de helderheidstoetsen op
het toetsenbord van de PowerBook.
 Zorg dat de sluimerstand van de harde schijf al na een klein aantal minuten wordt
ingeschakeld. Selecteer in het paneel 'Energiestand' in Systeemvoorkeuren het
aankruisvak 'Plaats harde schijf of harde schijven in sluimerstand indien mogelijk' in.
 Schakel de sluimerstand in nadat de PowerBook vijf minuten inactief is.
U kunt het stroomverbruik nog meer beperken door de volgende opties in te
stellen in het paneel 'Energiestand' in Systeemvoorkeuren:
 Stel in dat de computer de processorsnelheid aanpast aan de hoeveelheid vermogen
die voor bewerkingen nodig is. U kunt instellen dat de PowerBook automatisch de
processorsnelheid verlaagt wanneer bewerkingen weinig van de processor vragen,
zodat stroom wordt bespaard. Als bewerkingen veel van de processor vragen,
schakelt de computer automatisch over naar een hogere processorsnelheid. Klik in
het paneel 'Energiestand' in Systeemvoorkeuren op 'Toon details' om de instellingen
weer te geven. Kies 'Batterijvoeding' uit het venstermenu 'Instellingen voor', klik op
'Opties' en kies 'Automatisch' uit het venstermenu 'Processorsnelheid'. (Kies 'Hoogst'
uit het venstermenu 'Processorsnelheid' als u wilt dat de computer altijd met de
hoogste processorsnelheid werkt.)
 Voor een zo hoog mogelijke gebruiksduur van de batterij kiest u 'Langste
gebruiksduur batterij' uit het venstermenu 'Optimaliseer energie-instellingen'.
Meer informatie over de batterij van de PowerBook
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie. Kies 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en
zoek op "batterij". Bovendien vindt u op www.apple.com/nl/batteries/notebooks.html
ook meer informatie over het verlengen van de levensduur van de batterij.
56Hoofdstuk 3 Werken met de computer
Page 57
Opening voor antidiefstalkabel
U kunt een antidiefstalkabel met een slot aanschaffen om de PowerBook tegen diefstal
te beveiligen. Met dit slot kunt u de computer aan een bureau of tafel bevestigen.
®
Voorbeeld van beveiliging
met antidiefstalkabel
Opening voor antidiefstalkabel
Meer informatie over beveiliging
Raadpleeg Mac Help voor meer informatie over de op software gebaseerde
beveiligingsvoorzieningen van de PowerBook, zoals wachtwoorden voor meerdere
gebruikers en het coderen van bestanden. Kies 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk en
zoek op "beveiliging" of "meerdere gebruikers".
Hoofdstuk 3 Werken met de computer57
Page 58
Page 59
4Extra geheugen in de computer
installeren
4
Dit hoofdstuk bevat informatie over de installatie van
extra geheugen in de PowerBook plus de bijbehorende
instructies.
Attentie: Het wordt aanbevolen de installatie van extra geheugen uit te laten voeren
door een door Apple geautoriseerde technicus. In het bij de computer geleverde
boekje over service en ondersteuning door Apple vindt u hierover meer informatie.
Eventuele schade die ontstaat doordat u de installatie zelf uitvoert, valt niet onder de
garantie op de computer.
Extra geheugen installeren
De computer heeft één geheugensleuf. U krijgt toegang tot deze sleuf door de
computer om te draaien en de vier schroeven van het afdekplaatje van de
geheugensleuf te verwijderen. De computer wordt geleverd met 512 MB DDR
(Double Data Rate) SDRAM (Synchronous Dynamic Random-Access Memory), waarbij
256 MB geheugen op de printplaat en 256 MB geheugen in de geheugensleuf is
geïnstalleerd. De geheugensleuf kan een SDRAM-module bevatten die voldoet aan de
volgende specificaties:
 DDR SO-DIMM-formaat
 1,25 inch of kleiner
 256 MB, 512 MB of 1 GB
 200-pens-module
 PC2700 DDR 333 Type RAM
Het maximumgeheugen voor de PowerBook is 1,25 GB. Deze capaciteit verkrijgt u door
één DIMM-module van 1 GB in de geheugensleuf te installeren.
59
Page 60
Extra geheugen installeren
1 Zet de computer uit. Koppel de lichtnetadapter, de telefoonkabel en alle andere op de
computer aangesloten kabels los. Draai de computer om en verwijder de batterij door
de ontgrendeling een kwartslag te draaien.
BatterijOntgrendeling
ª
Attentie: De interne onderdelen van de PowerBook kunnen heet zijn. Als u de
PowerBook kort tevoren hebt gebruikt, laat u de interne onderdelen van de computer
een half uur afkoelen voordat u verdergaat.
2 Verwijder het afdekplaatje van de geheugensleuf aan de onderkant van de computer
met behulp van een kleine kruiskopschroevendraaier (phillips, nr. 0).
60Hoofdstuk 4 Extra geheugen in de computer installeren
Page 61
3 Raak één van de metalen onderdelen in de computer aan om eventuele statische
elektriciteit te ontladen.
4 Verwijder de geheugenkaart die in de sleuf is geïnstalleerd. Duw de schuifjes in de
sleuf uit de uitsparingen in de geheugenkaart. De kaart komt iets omhoog.
5 Plaats de nieuwe geheugenkaart in een hoek van dertig graden in de geheugensleuf.
Duw de kaart volledig in de sleuf.
O
30
Hoofdstuk 4 Extra geheugen in de computer installeren61
Page 62
6 Duw de geheugenkaart naar beneden totdat deze vastklikt. Als de geheugenkaart niet
vastklikt, moet u de kaart niet in de sleuf forceren. Probeer de kaart opnieuw in de sleuf
te plaatsen.
7 Plaats het afdekplaatje terug en draai de schroeven vast.
Opmerking: draai de schroeven niet te vast aan om schade aan de computer te
voorkomen.
62Hoofdstuk 4 Extra geheugen in de computer installeren
Page 63
8 Plaats de batterij terug. Plaats de linkerzijde van de batterij in de batterijhouder. Duw
de rechterzijde voorzichtig naar beneden totdat de batterijvergrendeling vastklikt.
9 Sluit de lichtnetadapter en alle andere kabels weer aan.
Controleren of de computer het nieuwe geheugen herkent
Nadat u extra geheugen in de PowerBook hebt geïnstalleerd, moet u controleren of de
computer het nieuwe geheugen herkent.
1 Start de computer op.
2 Kies wanneer u het Mac OS bureaublad ziet, 'Apple' () > 'Over deze Mac'.
Totale hoeveelheid geheugen die
in de PowerBook is geïnstalleerd
De totale hoeveelheid geheugen omvat de hoeveelheid geheugen die in de computer
was geïnstalleerd toen u deze kocht plus de hoeveelheid geheugen die u er zelf aan
hebt toegevoegd. Voor een gedetailleerd overzicht van het geheugen dat in de
computer is geïnstalleerd, opent u Systeemprofiel door op de knop 'Meer info' te
klikken.
Hoofdstuk 4 Extra geheugen in de computer installeren63
Page 64
Als het geheugen niet wordt herkend of als de computer niet op de juiste manier
opstart, zet u de PowerBook uit en raadpleegt u nogmaals de instructies om te zien of
het geheugen compatibel is met deze PowerBook en of u het correct hebt
geïnstalleerd. Als het probleem niet is opgelost, verwijdert u de geheugenmodule en
raadpleegt u de documentatie bij de geheugenmodule of neemt u contact op met de
fabrikant van de geheugenmodule.
64Hoofdstuk 4 Extra geheugen in de computer installeren
Page 65
5Problemen oplossen
5
Als u problemen ondervindt met de PowerBook,
raadpleegt u eerst dit hoofdstuk voor oplossingen en
adviezen.
In de meeste gevallen zijn problemen met de computer snel en eenvoudig op te
lossen. Ga na wat zich voorafgaand aan het probleem heeft voorgedaan. Om een
duidelijk overzicht van de eventuele oorzaken te krijgen, is het handig om op papier te
zetten welke handelingen u hebt uitgevoerd voordat het probleem optrad.
Noteer:
 Met welk programma u werkte toen het probleem optrad. Problemen die zich alleen
voordoen wanneer u met een bepaald programma werkt, kunnen erop wijzen dat
het programma niet compatibel is met de Mac OS-versie die op de computer is
geïnstalleerd.
 Welke software u recentelijk hebt geïnstalleerd, met name software die mogelijk
onderdelen aan de Systeemmap heeft toegevoegd (bepaalde programma’s
installeren extensies die mogelijk niet compatibel zijn met de Classic-omgeving).
 Welke nieuwe hardware u hebt geïnstalleerd, zoals extra geheugen of een
randapparaat.
In Mac Help en op de Apple ondersteuningswebsite op www.apple.com/nl/support
vindt u meer informatie over het oplossen van problemen.
Problemen die het gebruik van de computer verhinderen
De computer reageert niet of de aanwijzer kan niet meer worden verplaatst
 Druk tegelijkertijd op de Command (x), Option- en Esc-toets om een vastgelopen
programma geforceerd te stoppen. Selecteer in het dialoogvenster dat verschijnt het
programma dat u wilt stoppen en klik op 'Forceer stop'.
Als u in de Classic-omgeving werkt, houdt u de Option- en Command-toets (x)
ingedrukt en drukt u vervolgens op de Esc-toets.
65
Page 66
Sla uw werk in alle openstaande programma's op en start de computer opnieuw op
om te controleren of het probleem volledig is opgelost.
 Als het niet lukt om het programma te stoppen, houdt u de aan/uit-knop (®) een
paar seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
 Als de computer nog steeds niet reageert, probeert u de computer opnieuw op te
starten door tegelijkertijd de Command- (x) en Control-toets en de aan/uit-knop (®)
in te drukken.
Als het probleem zich regelmatig voordoet, kiest u 'Help' > 'Mac Help' in de menubalk
boven in het scherm. Zoek op "vastlopen" voor meer informatie wanneer de computer
vastloopt of niet meer reageert.
Als het probleem zich alleen bij een bepaald programma voordoet, informeert u bij de
fabrikant van het programma of het compatibel is met de computer. Als het
programma compatibel is, moet u mogelijk de systeemsoftware opnieuw installeren.
Raadpleeg het volgende onderwerp voor instructies.
De computer loopt vast tijdens het opstarten of er verschijnt een knipperend
vraagteken op het scherm
 Wacht enkele seconden. Als de computer na een korte pauze niet opstart, zet u de
computer uit door de aan/uit-knop (®) vijf seconden ingedrukt te houden totdat de
computer wordt uitgeschakeld. Houd vervolgens de Option-toets ingedrukt en druk
op de aan/uit-knop (®) om de computer opnieuw op te starten. Tijdens de
opstartprocedure klikt u op het symbool van de harde schijf en vervolgens op de pijl
naar rechts. Nadat de computer is opgestart, opent u Systeemvoorkeuren en klikt u
op 'Opstartschijf'. Selecteer een Mac OS X-systeemmap op de harde schijf.
 Als dit niet werkt, kunt u proberen de schijf met het schijfhulpprogramma te
repareren. Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1 in de computer. Start de computer
vervolgens opnieuw op en houd tijdens het opstarten de C-toets ingedrukt. Kies
'Installatieprogramma' > 'Open schijfhulpprogramma'. Als het schijfhulpprogramma
wordt geopend, volgt u de instructies in het paneel 'Schijf-EHBO' om te zien of het
hulpprogramma de schijf kan repareren.
Als dit niet werkt, moet u mogelijk de systeemsoftware opnieuw installeren.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 69.
U kunt de computer niet inschakelen of opnieuw opstarten
 Controleer of de lichtnetadapter op de computer en een werkend stopcontact is
aangesloten. Gebruik alleen de adapter die bij de computer is geleverd.
 Controleer of de batterij moet worden opgeladen. Druk op het knopje op de batterij.
De indicatielampjes (maximaal vier) geven de batterijlading weer. Als nog maar één
lampje knippert, is de batterij zo goed als leeg. U moet de batterij opladen totdat ten
minste één van de indicatielampjes continu brandt.
66Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
Page 67
 Als dit niet werkt, stelt u de fabrieksinstellingen van de computer opnieuw in door
de lichtnetadapter los te koppelen, de batterij te verwijderen en de aan/uit-knop (®)
ten minste vijf seconden ingedrukt te houden.
 Als u onlangs extra geheugen hebt geïnstalleerd, controleert u of dit op de juiste
manier is geïnstalleerd en of het geschikt is voor de computer. Controleer of de
computer opstart nadat u de geheugenmodule hebt verwijderd (raadpleeg
pagina 59).
 Als het nog steeds niet lukt om de computer op te starten, raadpleegt u de
documentatie bij de PowerBook voor informatie over service en ondersteuning door
Apple.
Het beeldscherm wordt zwart of het systeem loopt vast
Probeer de computer opnieuw op te starten.
1 Koppel alle op de PowerBook aangesloten apparaten los, behalve de lichtnetadapter.
2 Houd de Command- (x) en Control-toets ingedrukt en druk op de aan/uit-knop (®)
om de computer opnieuw op te starten.
3 Zorg ervoor dat de batterijlading ten minste tien procent is voordat u externe hardware
aansluit en weer verdergaat met uw werk.
U kunt via het batterijsymbool in de menubalk zien hoe ver de batterij is opgeladen.
Andere problemen
U bent uw wachtwoord vergeten
U kunt uw beheerderswachtwoord opnieuw instellen.
1 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1. Start vervolgens de computer opnieuw en houd
tijdens het opstarten de C-toets ingedrukt.
2 Kies 'Installatieprogramma' > 'Stel wachtwoord opnieuw in' in de menubalk. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
U hebt een probleem met een bepaald programma
 Raadpleeg de fabrikant als het programma van een andere fabrikant dan Apple is.
Fabrikanten plaatsen vaak updates van hun software op hun website.
 U kunt instellen dat automatisch wordt gecontroleerd of er nieuwe versies van Apple
programma's beschikbaar zijn, waarna deze versies direct op de PowerBook worden
geïnstalleerd. U stelt dit in met behulp van het paneel 'Software-update' in
Systeemvoorkeuren. Kies voor meer informatie 'Help' > 'Mac Help' en zoek op
"software-update".
U ondervindt problemen met AirPort Extreme
 Controleer of u de software op de juiste manier hebt geconfigureerd volgens de
instructies die u bij de AirPort Extreme-kaart, het AirPort Extreme-basisstation of de
AirPort Express hebt ontvangen.
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen67
Page 68
 Controleer of de computer of het netwerk waarmee u een verbinding tot stand wilt
brengen, actief is en over een basisstation beschikt.
 Zorg ervoor dat u zich binnen het bereik van het basisstation van de andere
computer of het netwerk bevindt.
Elektronische apparaten of metalen voorwerpen kunnen interferentie veroorzaken
met draadloze communicatie, waardoor het bereik kan afnemen. De ontvangst wordt
soms beter wanneer de computer wordt verplaatst of gedraaid.
 Controleer het signaalniveau van het AirPort Extreme-basisstation of de
AirPort Express.
Controleer het AirPort-statussymbool in de menubalk. De signaalsterkte wordt
aangegeven met maximaal vier balkjes.
 Raadpleeg AirPort Help (kies 'Help' > 'Mac Help' en kies vervolgens 'Bibliotheek' >
'AirPort Help' in de menubalk) of de handleiding bij het draadloze apparaat voor
meer informatie.
Gegevens worden niet goed op de harde schijf van de computer vastgelegd
m Wanneer de harde schijf wordt blootgesteld aan ongewoon sterke trillingen, wordt
mogelijk de Sudden Motion Sensor geactiveerd. Als er juist op dat moment veel
gegevens op de harde schijf worden vastgelegd, worden fragmenten mogelijk niet
volledig weergegeven of worden geluid of gegevens niet volledig vastgelegd. In dit
geval moet u ervoor zorgen dat de PowerBook zich in een stabiele omgeving bevindt,
zonder trillingen of abrupte bewegingen.
U kunt een schijf niet verwijderen
m Stop de programma's of bestanden die gebruikmaken van de schijf en probeer het
opnieuw. Als dit niet werkt, start u de computer opnieuw op terwijl u de knop van het
stuurvlak ingedrukt houdt.
U vermoedt dat er problemen zijn met de hardware van de computer
m Met Apple Hardware Test kunt u bepalen of er een probleem is met een van de
onderdelen van de computer, zoals het geheugen of de processor.
Raadpleeg “Apple Hardware Test gebruiken” op pagina 70 voor meer informatie over
Apple Hardware Test.
U kunt geen verbinding met het internet tot stand brengen
 Controleer of de telefoonlijn of netwerkkabel goed zijn aangesloten en geen
mankementen vertonen.
 Als u gebruikmaakt van een inbelverbinding, controleert u of de telefoonkabel is
aangesloten op de modempoort (aangeduid met het symbool W) en niet op de
Ethernet-poort (aangeduid met het symbool G).
 Open het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren en controleer of u de gegevens die
u van uw internetaanbieder of systeembeheerder hebt ontvangen, correct hebt
ingevoerd.
68Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
Page 69
U hebt een probleem met het gebruik van de computer of het Mac OS
 Raadpleeg Mac Help als u het antwoord op uw vragen niet in deze handleiding
vindt.
 Raadpleeg de ondersteuningswebsite van Apple op www.apple.com/nl/support voor
de laatste informatie over het oplossen van problemen en het bijwerken van
software.
De bij de computer geleverde software opnieuw
installeren
Met de software-installatieschijven die bij de computer zijn geleverd kunt u Mac OS X
en de bijbehorende programma's opnieuw installeren en Mac OS 9 installeren (als u
met Mac OS 9-programma's wilt gaan werken).
Belangrijk: Het wordt aanbevolen om een reservekopie van de gegevens op de harde
schijf te maken voordat u software opnieuw installeert. Apple is niet verantwoordelijk
voor gegevens die verloren zijn gegaan.
Mac OS X en programma's installeren
Mac OS X en de bij de computer geleverde programma's installeren
1 Maak een reservekopie van alle belangrijke bestanden.
2 Zorg ervoor dat de lichtnetadapter is aangesloten.
3 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1 die bij de computer is geleverd.
4 Klik dubbel op 'Install Mac OS X and Bundled Software'.
5 Volg de aanwijzingen op het scherm.
6 Selecteer het doelvolume voor de installatie en volg de aanwijzingen op het scherm.
Mogelijk wordt de computer opnieuw opgestart en moet u de volgende Mac OS Xinstallatieschijf plaatsen.
Opmerking: als u de oorspronkelijke, in de fabriek op de computer geïnstalleerde
software wilt herstellen, klikt u in het paneel 'Doelvolume selecteren' van het
installatieprogramma op 'Opties' en selecteert u vervolgens de optie 'Wis en installeer'.
Belangrijk: Met de optie 'Wis en installeer' wist u het doelvolume. U dient daarom een
reservekopie van alle belangrijke bestanden te maken voordat u Mac OS X en andere
programma's installeert.
Nadat u het doelvolume voor de installatie hebt geselecteerd, volgt u de aanwijzingen
op het scherm voor de basisinstallatie van Mac OS X. Om extra programma's te
installeren, klikt u op 'Aangepast' en vervolgens op het driehoekje naast het gewenste
programma. Schakel het aankruisvak naast het programma voor uw taal in.
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen69
Page 70
Programma's installeren
Om alleen de bij de computer geleverde programma's te installeren, volgt u de
onderstaande stappen. Op de computer moet Mac OS X al zijn geïnstalleerd.
1 Maak een reservekopie van alle belangrijke bestanden.
2 Zorg ervoor dat de lichtnetadapter is aangesloten.
3 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1 die bij de computer is geleverd.
4 Klik dubbel op 'Install Bundled Software Only'.
5 Volg de aanwijzingen op het scherm.
6 Selecteer het doelvolume voor de installatie en volg de aanwijzingen op het scherm.
Mogelijk wordt de computer opnieuw opgestart en moet u de volgende Mac OS Xinstallatieschijf plaatsen.
Opmerking: om iCal, iChat AV, iSync, iTunes en Safari te installeren, volgt u de
aanwijzingen in het gedeelte "Mac OS X en programma's installeren" hierboven.
Mac OS 9 installeren
Mac OS 9 is niet op de PowerBook geïnstalleerd. Als u op de computer met Mac OS 9programma's wilt werken, moet u Mac OS 9 installeren vanaf de schijf Mac OS X Install Disc 2.
Mac OS 9 installeren
1 Maak een reservekopie van alle belangrijke bestanden.
2 Zorg ervoor dat de lichtnetadapter is aangesloten.
3 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 2 die bij de computer is geleverd.
4 Klik dubbel op 'Install Mac OS 9 System Support'.
5 Nadat u het doelvolume voor de installatie hebt geselecteerd, kiest u de taalversie die
u wilt installeren en volgt u de aanwijzingen op het scherm om de installatie uit te
voeren.
Apple Hardware Test gebruiken
U kunt gebruikmaken van Apple Hardware Test om te bepalen of er een probleem is
met een van de onderdelen van de computer.
Apple Hardware Test gebruiken
1 Koppel alle externe apparaten van de computer los, behalve de lichtnetadapter.
Als er een Ethernet-kabel is aangesloten, koppelt u deze los.
2 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1 die bij de computer is geleverd.
3 Start de computer opnieuw op en houd tijdens het opstarten de Option-toets
ingedrukt. Er verschijnt een lijst met beschikbare opstartvolumes. Klik op 'Apple
Hardware Test' en klik vervolgens op de pijl naar rechts.
70Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
Page 71
4 Wanneer na ongeveer 45 seconden het hoofdvenster van Apple Hardware Test
verschijnt, volgt u de instructies op het scherm.
5 Als Apple Hardware Test een probleem vindt, wordt een foutcode weergegeven. Noteer
deze foutcode voordat u verdere ondersteuning zoekt. Als Apple Hardware Test geen
hardwareprobleem vindt, is het mogelijk dat het probleem met de software te maken
heeft.
Raadpleeg voor meer informatie over Apple Hardware Test het bestand 'Apple
Hardware Test Leesmij' op de Mac OS X Install Disc 1 die bij de computer is geleverd.
Xcode Tools installeren
Als u alleen de Xcode Tools wilt installeren (deze zijn bedoeld voor
softwareontwikkelaars), voert u de volgende stappen uit:
1 Plaats de schijf Mac OS X Install Disc 1 die bij de computer is geleverd.
2 Klik dubbel op 'Xcode Tools'.
3 Klik dubbel op 'XcodeTools.mpkg'.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
De locatie van het serienummer van de computer
U kunt het serienummer van de computer achterhalen door 'Over deze Mac' uit het
Apple-menu () te kiezen en vervolgens op de knop 'Meer info' te klikken of door
Systeemprofiel (in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's') te openen en
vervolgens op 'Hardware' te klikken. U vindt het serienummer van de PowerBook
bovendien in de batterijhouder.
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen71
Page 72
Page 73
ASpecificaties
Klik op de driehoekjes in
het venster om de
informatie van de
verschillende categorieën
te tonen of te verbergen.
A
In Apple Systeemprofiel vindt u gedetailleerde informatie
over de PowerBook, zoals de hoeveelheid ingebouwd
geheugen, de grootte van de harde schijf, de
aangesloten apparaten en het serienummer.
Om Systeemprofiel te openen, kiest u 'Apple' () > 'Over deze Mac' uit de menubalk
en klikt u op 'Meer info'. U kunt Systeemprofiel ook openen vanuit de map
'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's'.
Bijlage
Omgeving
 Temperatuur bij gebruik: 10°C tot 35°C
 Hoogte: maximaal 3048 m
 Relatieve vochtigheid: 0% tot 90%, niet-condenserend
Lichtnetadapter
 Ingangsspanning: 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
 Uitgangsspanning: 24,5 V gelijkstroom, 1,875 A
73
Page 74
Batterij
 Uitgangsspanning: 10,8 V gelijkstroom
 Capaciteit: 50 W/uur
Voor meer informatie raadpleegt u www.apple.com/nl/powerbook en
www.apple.com/nl/support.
74Bijlage A Specificaties
Page 75
BInformatie over onderhoud,
gebruik en veiligheid
B
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie over
veiligheid en onderhoud van de PowerBook.
De PowerBook schoonmaken
Om de computer en andere systeemonderdelen aan de buitenkant schoon te maken,
volgt u de onderstaande richtlijnen:
 Zet de PowerBook uit en verwijder de batterij.
 Gebruik een vochtige, zachte, pluisvrije doek. Zorg dat er geen vocht in de behuizing
terechtkomt. Spuit nooit vloeistof rechtstreeks op de computer.
 Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen of schuurmiddelen.
Het beeldscherm schoonmaken
U maakt het beeldscherm van de PowerBook als volgt schoon:
 Zet de PowerBook uit en verwijder de batterij.
 Maak een schone, zachte en pluisvrije doek of een stuk keukenpapier vochtig met
water en wrijf het scherm schoon. Spuit nooit vloeistof rechtstreeks op het scherm.
Bijlage
De PowerBook vervoeren
Als u de PowerBook in een tas of koffer vervoert, moet u erop letten dat zich hierin
geen losse voorwerpen bevinden, zoals paperclips of munten, die via een opening
(zoals de sleuf van de optische eenheid) in de computer terecht kunnen komen.
De PowerBook opbergen
Als u de PowerBook voor langere tijd opbergt, voert u een van de volgende
handelingen uit om te voorkomen dat de batterij volledig leeg raakt:
 Houd de lichtnetadapter aangesloten.
 Laad de batterij volledig op voordat u de computer opbergt.
75
Page 76
 Laad de batterij volledig op en verwijder deze vervolgens uit de PowerBook als u de
computer opbergt. (Dit is vooral van belang als u de computer meer dan vijf
maanden niet gebruikt.)
Aanwijzingen voor de installatie en het gebruik van de
computer
De lichtnetadapter aansluiten
Zorg dat de luchtcirculatie rond de lichtnetadapter niet wordt belemmerd. Plaats de
hardware daarom tijdens het werken niet in een besloten ruimte. Verwijder de
lichtnetadapter en de batterij voordat u de computer opent om geheugen te
installeren of de harde schijf te verwijderen.
Attentie: Gebruik alleen de adapter die bij de PowerBook is geleverd. Adapters voor
andere elektronische apparaten, zoals andere PowerBook-modellen en andere
draagbare computers, kunnen er hetzelfde uitzien, maar deze kunnen de prestaties
van de computer beïnvloeden of de computer beschadigen.
Een telefoonlijn op de interne modem aansluiten
Voordat u de computer opent om geheugen te installeren of de harde schijf te
verwijderen, moet u de telefoonkabel verwijderen.
Attentie: Sluit geen digitale telefoonlijn aan op de modem. Hierdoor kan de modem
beschadigd raken.
76Bijlage B Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid
Page 77
De PowerBook gebruiken
Wanneer u met de PowerBook werkt of de batterij oplaadt, wordt de onderzijde van de
behuizing warm. Dit is normaal. Plaats de PowerBook bij langdurig gebruik op een
vlakke en stabiele ondergrond. De onderzijde van de behuizing fungeert als een
koelvlak waarlangs warmte die in de computer is ontstaan, wordt afgevoerd naar
buiten. Er is ruimte aan de onderkant van de behuizing vrijgelaten, zodat er lucht kan
circuleren en de normale werktemperatuur van de computer kan worden
gehandhaafd. Daarnaast ventileert de computer warme lucht via de achterkant van de
behuizing.
Attentie: Plaats de PowerBook niet op een kussen of een ander zacht voorwerp als de
computer is ingeschakeld. Zacht materiaal kan de ventilatieopeningen blokkeren (met
name de ventilatieopeningen aan de achterkant), waardoor de computer oververhit
kan raken. Zorg dat zich niets op het toetsenbord bevindt voordat u het beeldscherm
sluit. Hierdoor kan de computer afwisselend worden in- en uitgeschakeld waardoor
warmte kan ophopen in de computer en de batterij leeg kan raken. Zet de computer
nooit aan voordat alle interne en externe onderdelen zich weer op hun plaats
bevinden en de computer is gesloten. Wanneer de computer is geopend of wanneer
er onderdelen ontbreken, kan dat gevaar opleveren voor de gebruiker of schade aan
de computer veroorzaken.
Belangrijke wenken voor uw veiligheid
Om uzelf en de hardware te beschermen, moet u de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
Koppel in de volgende gevallen het netsnoer los (houd de kabel hierbij altijd vast aan
de stekker en niet aan het snoer), verwijder de batterij uit de uitbreidingsnis en
verwijder de telefoonkabel.
 U wilt onderdelen verwijderen.
 Het netsnoer is gerafeld of anderszins beschadigd.
 U hebt iets in de behuizing gemorst.
 De computer is aan regen of andere zeer vochtige omstandigheden blootgesteld
geweest.
 U hebt de computer laten vallen of de behuizing is op een andere manier
beschadigd.
 U vermoedt dat de computer onderhoud nodig heeft of moet worden gerepareerd.
 U wilt de behuizing schoonmaken (volg hierbij altijd de eerder beschreven
methode).
Bijlage B Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid77
Page 78
Belangrijk: De enige manier om de stroomvoorziening volledig te onderbreken is door
het netsnoer en de telefoonkabel los te koppelen en de batterij te verwijderen. Zorg
ervoor dat een van de uiteinden van het netsnoer zich altijd binnen handbereik
bevindt zodat u deze, indien nodig, kunt loskoppelen.
Attentie: De computer wordt geleverd met een netsnoer dat is voorzien van een
randgeaarde stekker met drie draden (een stekker met een extra pen voor de
aarding). Deze netstekker kan alleen worden aangesloten op een randgeaard
stopcontact. Als u de stekker niet kunt aansluiten op een stopcontact omdat deze
niet is geaard, moet u contact opnemen met een erkende elektricien om het
stopcontact te vervangen door een randgeaard stopcontact. Het gebruik van de
randgeaarde netstekker is van wezenlijk belang voor uw veiligheid.
Onthoud het volgende:
 Gebruik de computer niet in vochtige ruimten, zoals doucheruimtes.
 Gebruik de computer niet onder vochtige weersomstandigheden, zoals regen of
sneeuw.
 Lees de installatie-instructies grondig door voordat u de computer op het lichtnet
aansluit.
 Zorg dat u deze informatie altijd binnen handbereik hebt.
 Volg alle instructies en waarschuwingen die betrekking hebben op de computer.
Belangrijk: Elektrische apparatuur kan gevaarlijk zijn bij onoordeelkundig gebruik. Zorg
dat kinderen nooit zonder toezicht van een volwassene met dit apparaat werken.
Voorkom dat kinderen toegang hebben tot het binnenwerk van elektrische apparaten
en laat hen nooit netsnoeren aansluiten.
Attentie: Duw geen voorwerpen door de openingen in de behuizing naar binnen. Dit
kan gevaar opleveren, brand veroorzaken of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Batterij
Attentie: Er bestaat ontploffingsgevaar indien er een onjuist type batterij wordt
gebruikt. U moet zich volgens de in uw woonplaats geldende richtlijnen of
regelgeving van gebruikte batterijen ontdoen. U mag de batterij niet doorboren of
verbranden.
78Bijlage B Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid
Page 79
Connectors en poorten
Probeer nooit een connector in een poort te duwen als deze niet lijkt te passen. In dit
geval gebruikt u waarschijnlijk de verkeerde connector. Zorg ervoor dat u de juiste
connector voor de poort gebruikt en dat u de connector op de juiste manier aansluit.
Gehoorbeschadiging voorkomen
Attentie: Als het volume van de koptelefoon te hoog wordt ingesteld, kan uw gehoor
beschadigd raken. Als u langere tijd naar geluid met een hoog volume luistert, kunt u
hieraan wennen. Hierdoor lijkt het alsof het volume op een normaal niveau is
afgesteld, maar kan uw gehoor toch worden beschadigd. Om dit te voorkomen, moet
u het volume van de PowerBook instellen op een veilig niveau. Als u een piepend of
fluitend geluid in uw oren hoort, moet u het volume lager zetten of de koptelefoon
niet meer gebruiken.
Apple en het milieu
Apple Computer, Inc. probeert zoveel mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu
door Apple activiteiten en producten te beperken.
Meer informatie
Raadpleeg de website www.apple.com/environment/summary.html.
Uw werkplek inrichten
Enkele tips voor het creëren van een gezonde werkomgeving.
Toetsenbord en stuurvlak
Houd uw schouders ontspannen wanneer u het toetsenbord en stuurvlak gebruikt.
Zorg dat uw boven- en onderarm een bijna rechte hoek vormen en dat uw hand en
pols in een vrijwel rechte lijn liggen.
ZoNiet zo
Bijlage B Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid79
Page 80
Sla de toetsen op het toetsenbord licht aan en houd uw handen en vingers
ontspannen wanneer u het toetsenbord en het stuurvlak bedient. Vouw uw duimen
niet onder uw handpalmen.
Zo
Niet zo
Verander tijdens het werken regelmatig de positie van uw handen om vermoeidheid te
voorkomen. Als u intensief met een computer werkt en weinig pauzes inlast, kunt u na
verloop van tijd last krijgen van uw armen, polsen of handen. Raadpleeg een arts als u
merkt dat u last krijgt van chronische pijn in armen, polsen of handen.
Stoel
Ideaal is een verstelbare stoel die veel steun biedt. Stel de hoogte van de stoel zo in dat
uw heupen horizontaal zijn en uw voeten plat op de vloer rusten. De rugleuning van
de stoel moet veel steun bieden aan de onderrug. Volg de instructies van de fabrikant
voor de juiste afstelling van de rugleuning.
Het is mogelijk dat u uw stoel in hoogte moet verstellen om uw onderarm en hand in
de juiste stand ten opzichte van het toetsenbord te brengen. Als het hierdoor niet
meer mogelijk is om uw voeten plat op de vloer te laten rusten, kunt u een
voetenbankje gebruiken. Als het werkblad van uw bureau verstelbaar is, kunt u
natuurlijk ook het werkblad verlagen. Een andere mogelijkheid is het gebruik van een
bureau met een apart verstelbaar segment voor het toetsenbord.
Muis
Als u een muis gebruikt, plaatst u deze op dezelfde hoogte als het toetsenbord. Zorg
dat u voldoende ruimte hebt om de muis te bedienen.
Intern beeldscherm
Stel de hoek van het beeldscherm zo in dat verlichting en ramen er zo min mogelijk in
worden weerspiegeld. Oefen geen druk op uit het beeldscherm als u weerstand voelt.
Het beeldscherm kan niet verder dan 140 graden worden geopend.
Wanneer u de computer in verschillende werkruimten gebruikt, kunt u de helderheid
van het beeldscherm aanpassen aan het licht in de werkruimte.
Meer informatie
Raadpleeg de website www.apple.com/about/ergonomics.
80Bijlage B Informatie over onderhoud, gebruik en veiligheid
Page 81
CEen verbinding tot stand brengen
met het internet
C
U kunt met de computer op het world wide web surfen,
e-mailberichten verzenden en live via het internet
chatten. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte om een
verbinding met het internet tot stand te brengen.
Wanneer u Mac OS X voor het eerst opstart, begeleidt de configuratie-assistent u bij
het opgeven van de configuratiegegevens voor de internetverbinding.
Als u nog geen internetverbinding hebt geconfigureerd met behulp van de
configuratie-assistent, kunt u dit alsnog doen. Open Systeemvoorkeuren en klik op
'Netwerk'. Klik op de knop 'Help' om de netwerkconfiguratie-assistent te openen. Als u
de netwerkconfiguratie-assistent niet wilt gebruiken, kunt u uw verbinding aan de
hand van de informatie in deze bijlage handmatig instellen.
Er bestaan vier typen internetverbindingen:
 Inbelverbinding: de computer is via een telefoonkabel (bij computers met een
modem) aangesloten op een telefoonaansluiting.
 Snelle ADSL- of kabelmodemverbinding: de computer is via een Ethernet-kabel
aangesloten op een speciale modem die u van uw internetaanbieder hebt
ontvangen.
 Draadloze verbinding via AirPort Extreme: de computer is via een AirPort Extreme-
basisstation of AirPort Express draadloos met het internet verbonden.
 LAN (Local Area Network): de computer is via een Ethernet-kabel met een LAN
verbonden (dit type verbinding wordt voornamelijk in werkomgevingen gebruikt).
Bijlage
Voordat u een internetverbinding tot stand brengt
Om het internet op te kunnen, hebt u een account bij een internetaanbieder nodig.
Met de informatie in deze bijlage kunt u de internetverbinding configureren.
Opmerking: Als u met AOL (America Online) wilt werken, kunt het gedeelte over de
configuratie van een internetaccount in de configuratie-assistent overslaan. Installeer
America Online voor Mac OS X en volg de installatie-instructies.
81
Page 82
Neem contact op met uw internetaanbieder of netwerkbeheerder voor de benodigde
verbindingsgegevens. In het gedeelte “De vereiste gegevens verzamelen,” hierna leest
u welke gegevens u nodig hebt voor de verschillende typen verbindingen.
Wanneer een andere computer op dezelfde locatie al een internetverbinding heeft,
kunt u mogelijk de internetinstellingen van deze computer overnemen.
De instellingen op een Mac OS X-computer vinden
 Open het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren.
 Kies uw verbindingsmethode uit het venstermenu 'Toon'.
 Noteer deze informatie voor gebruik op de nieuwe computer.
De instellingen op een Mac OS 9-computer vinden
 Open het regelpaneel 'TCP/IP'.
 Kies de verbindingsmethode uit het venstermenu 'Verbind via'.
 Kies de configuratie uit het venstermenu 'Configureer'.
 Noteer het IP-adres, het subnetmasker en het routeradres.
De instellingen op een Windows-pc vinden
De verbindingsgegevens op een Windows-computer bevindt zich op twee plaatsen.
 Om het IP-adres en het subnetmasker te vinden, kiest u in het Configuratiescherm de
optie 'Netwerk- en Internet-verbindingen'.
 Om de gegevens van uw gebruikersaccount te vinden, kiest u in het
Configuratiescherm de optie 'Gebruikersaccounts'.
U kunt deze gegevens noteren op de volgende pagina's, zodat u ze vervolgens
eenvoudig kunt invoeren in de configuratie-assistent.
Als u een inbelmodem gebruikt, sluit u de telefoonkabel die bij de meeste Macintosh
computers wordt meegeleverd aan op de modempoort van de computer en op een
telefoonaansluiting. Als u een ADSL- of kabelmodem gebruikt, raadpleegt u de
instructies bij de modem om de modem op de computer aan te sluiten.
82Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 83
De vereiste gegevens verzamelen
Op deze pagina's kunt u de gegevens van uw internetaanbieder, netwerkbeheerder of
andere computer noteren en ze vervolgens invoeren in de netwerkconfiguratieassistent.
Om een inbelverbinding met een telefoonmodem tot stand te brengen, hebt u
de volgende gegevens nodig:
 De naam van de internetaanbieder
 Uw account- of gebruikersnaam
 Uw wachtwoord
 Het telefoonnummer van uw internetaanbieder
 Alternatief telefoonnummer
 Het nummer dat u moet intoetsen voor een buitenlijn
Een verbinding via een ADSL-modem of kabelmodem, een LAN of een
draadloze AirPort Extreme-verbinding tot stand brengen
m Kies eerst het type verbinding (neem voor meer informatie contact op met de
systeembeheerder of internetaanbieder):
 Handmatig
 Via DHCP met handmatig ingesteld adres
 Via DHCP
 Via BootP
 Via PPP
Als u niet zeker weet welke methode u moet kiezen, kunt u het beste 'Via DHCP'
kiezen. De meeste gegevens worden dan automatisch ingevuld.
Als u 'Handmatig' of 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd,
verzamelt u de volgende gegevens:
 Het IP-adres
 Het subnetmasker
 Het routeradres
Opmerking: als u 'Via DHCP met handmatig ingesteld adres' hebt geselecteerd, hoeft
u geen subnetmasker of routeradres op te geven.
Als u 'Via DHCP' hebt geselecteerd, verzamelt u de volgende gegevens (neem contact
op met uw internetaanbieder om te controleren of u deze gegevens nodig hebt):
 De ID van de DHCP-client
 DNS-servers
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet83
Page 84
Als u 'Via PPP' hebt geselecteerd (voor PPPoE-verbindingen), verzamelt u de volgende
gegevens:
 De internetaanbieder
 Uw accountnaam
 Uw wachtwoord
 De naam van de PPPoE-dienst
De gegevens hieronder zijn optioneel. Neem contact op met uw internetaanbieder of
systeembeheerder om te controleren of u deze gegevens moet opgeven.
 DNS-servers
 De domeinnaam
 De proxyserver
De gegevens invoeren
Nadat u alle gegevens van uw internetaanbieder of netwerkbeheerder hebt verzameld,
kunt u op de knop 'Help' in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren klikken om de
netwerkconfiguratie-assistent te openen. U kunt de gegevens ook handmatig invoeren.
Volg de bij de desbetreffende verbindingsmethode vermelde stappen om de gegevens
handmatig in te voeren.
 Inbelmodem met PPP-verbinding (Point-to-Point Protocol) (raadpleeg pagina 84)
 Verbinding via een kabelmodem, ADSL-modem of LAN door middel van een van de
volgende configuraties:
 Handmatig (raadpleeg pagina 88)
 DHCP (raadpleeg pagina 89)
 PPPoE (raadpleeg pagina 90)
 Draadloze AirPort Extreme-verbinding (raadpleeg pagina 91)
PPP-verbinding via een inbelmodem
De gebruikelijkste manier om een verbinding met het internet tot stand te brengen, is
via een inbelmodem. De modem brengt een verbinding tot stand met een
internetaanbieder via een methode die PPP (Point-to-Point Protocol) wordt genoemd.
Zorg dat de modem is aangesloten op een telefoonlijn en dat u de gegevens van uw
internetaanbieder bij de hand hebt (raadpleeg pagina 83).
Uw netwerkvoorkeuren configureren voor een verbinding via de internemodempoort
1 Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk.
2 Klik op 'Netwerk'.
84Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 85
3 Kies 'Configuratie netwerkpoorten' uit het venstermenu 'Toon' en schakel het
aankruisvak vóór 'Interne modem' in.
4 Sleep 'Interne modem' naar de bovenste positie in de lijst met poortconfiguraties,
zodat de interne modem de voorkeursnetwerkinterface is.
5 Kies 'Interne modem' uit het venstermenu 'Toon' en klik op 'PPP'.
6 Geef de gegevens op die u van uw internetaanbieder hebt ontvangen en klik op 'Pas
nu toe'.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet85
Page 86
De internetverbinding testen
1 Open het programma Internetverbinding in de map 'Programma's'.
2 Klik, indien nodig, op het symbool van de interne modem.
3 Voer, indien nodig, het inbelnummer, de accountnaam en het wachtwoord in.
4 Klik op 'Verbind'.
Het programma Internetverbinding belt uw internetaanbieder en brengt een
verbinding tot stand.
U kunt automatisch een verbinding tot stand brengen wanneer u een TCP/IPprogramma opent, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma. Ga hierbij
als volgt te werk:
1 Klik op de knop 'PPP-opties' in het tabblad 'PPP' van het paneel 'Netwerk' in
Systeemvoorkeuren.
2 Schakel het aankruisvak 'Verbind automatisch indien noodzakelijk' in.
3 Klik op 'OK' en vervolgens op 'Pas nu toe'.
Een internetverbinding tot stand brengen via een ADSLmodem, een kabelmodem of een LAN
Als u een verbinding met het internet tot stand wilt brengen via een ADSL- of
kabelmodem of via een Ethernet-LAN, vraagt u uw internetaanbieder of
netwerkbeheerder welke configuratiemethode u moet gebruiken:
86Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 87
 Handmatig: voer in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren een statisch IP-adres
en enkele andere gegevens in die u hebt ontvangen van uw internetaanbieder of
netwerkbeheerder.
 Via DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol): met een DHCP-configuratie
worden de gegevens automatisch door de DHCP-server ingesteld.
 Via PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet): als u gebruikmaakt van een
ADSL-modem en een gebruikersnaam en wachtwoord nodig hebt om een
verbinding met het internet tot stand te brengen, moet u uw netwerk mogelijk
configureren voor het gebruik van PPPoE.
Als u het netwerk configureert, moet u de gegevens van uw internetaanbieder bij de
hand hebben (raadpleeg pagina 83).
De netwerkvoorkeuren voor de ingebouwde Ethernet-poort configureren
1 Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk.
2 Klik op 'Netwerk'.
3 Kies 'Configuratie netwerkpoorten' uit het venstermenu 'Toon'.
4 Schakel het aankruisvak vóór 'Ingebouwd Ethernet' in.
5 Sleep 'Ingebouwd Ethernet' naar de bovenste positie in de lijst met poortconfiguraties,
zodat dit de voorkeursnetwerkinterface is.
Configureer vervolgens het netwerk handmatig, via DHCP of via PPPoE, afhankelijk van
de instructies die u van uw internetaanbieder of netwerkbeheerder hebt ontvangen.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet87
Page 88
Handmatige configuratie
Voor handmatige configuratie van het netwerk moet u het statische IP-adres,
routeradres en subnetmasker die u van uw internetaanbieder hebt ontvangen, bij de
hand houden (raadpleeg pagina 83).
Een handmatige configuratie instellen
1 Kies in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren 'Ingebouwd Ethernet' uit het
venstermenu 'Toon'.
2 Klik, indien nodig, op 'TCP/IP'.
3 Kies 'Handmatig' uit het venstermenu 'Configureer IPv4'.
4 Voer de gegevens in de desbetreffende velden in.
5 Klik op 'Pas nu toe'.
Zodra u het netwerk hebt geconfigureerd, is de internetverbinding gereed voor
gebruik. U kunt de internetverbinding testen door uw webbrowser of een ander
TCP/IP-programma te openen.
88Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 89
Configuratie via DHCP
Zodra u een DHCP-configuratie hebt ingesteld, worden de netwerkgegevens
automatisch door de DHCP-server ingevoerd.
Een DHCP-configuratie instellen
1 Kies in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren 'Ingebouwd Ethernet' uit het
venstermenu 'Toon'.
2 Klik, indien nodig, op 'TCP/IP'.
3 Kies 'Via DHCP' uit het venstermenu 'Configureer IPv4'.
4 Klik op 'Pas nu toe'.
U kunt de internetverbinding testen door uw webbrowser of een ander TCP/IPprogramma te openen.
Opmerking: u kunt de velden 'ID DHCP-client' en 'Zoekdomeinen' leeg laten, tenzij uw
internetaanbieder u vraagt om deze velden in te vullen.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet89
Page 90
Configuratie via PPPoE
Sommige internetaanbieders die gebruikmaken van ADSL, werken met PPPoE (Pointto-Point Protocol over Ethernet). Als u een ADSL-modem gebruikt en een
gebruikersnaam en wachtwoord nodig hebt om een verbinding tot stand te brengen
met het internet, moet u contact opnemen met uw internetaanbieder om te
controleren of de verbinding tot stand moet worden gebracht via PPPoE.
Een PPPoE-verbinding instellen
Zorg dat u de gebruikersnaam, het wachtwoord en, indien vereist, het adres van de
domeinnaamserver (DNS) bij de hand hebt (raadpleeg pagina 83).
1 Kies in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren 'Ingebouwd Ethernet' uit het
venstermenu 'Toon'.
2 Klik op 'PPPoE' en schakel het aankruisvak 'Verbind via PPPoE' in.
3 Voer de gegevens in de desbetreffende velden in. Als u wilt dat alle gebruikers van de
computer van dezelfde verbindingsmethode gebruikmaken, schakelt u het aankruisvak
'Bewaar wachtwoord' in.
Opmerking: als u wilt dat er automatisch een verbinding tot stand wordt gebracht
zodra u een TCP/IP-programma opent, bijvoorbeeld een webbrowser of een
e-mailprogramma, klikt u op de knop 'PPPoE-opties' en schakelt u het aankruisvak
'Verbind automatisch indien noodzakelijk' in.
4 Klik op 'TCP/IP' en kies 'Via PPP' of 'Handmatig' uit het venstermenu 'Configureer IPv4',
afhankelijk van de instructies van uw internetaanbieder. Als u van uw
internetaanbieder een statisch IP-adres hebt ontvangen, kiest u 'Handmatig' en typt u
het adres in het veld 'IP-adres'.
90Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 91
5 Typ de DNS-serveradressen in het desbetreffende veld.
6 Klik op 'Pas nu toe'.
Zodra u het netwerk hebt geconfigureerd, is de internetverbinding gereed voor
gebruik. U kunt de internetverbinding testen door uw webbrowser of een ander
TCP/IP-programma te openen.
Belangrijk: als u de optie om automatisch een verbinding tot stand te brengen niet
hebt ingeschakeld, moet u het programma Internetverbinding openen, de juiste
configuratie kiezen en vervolgens op 'Verbind' klikken. Kies 'Help' > 'Internetverbinding
Help' in de menubalk voor meer informatie.
Draadloze verbinding via AirPort Extreme
U kunt uw AirPort Extreme-netwerk en uw internetverbinding configureren met de
AirPort-configuratie-assistent, die zich bevindt in de map 'Hulpprogramma's' in de map
'Programma's'. Deze assistent helpt u bij de configuratie van het AirPort Extremebasisstation of de AirPort Express en de configuratie van de computer voor het gebruik
van AirPort Extreme. Raadpleeg voor meer informatie over het basisstation de bij het
station geleverde documentatie.
Als het AirPort Extreme-basisstation of de AirPort Express al is geconfigureerd, kan de
AirPort Extreme-kaart in de meeste gevallen direct een verbinding met het basisstation
tot stand brengen.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet91
Page 92
Controleren of u toegang hebt tot een AirPort Extreme-netwerk
m Klik op het AirPort-statussymbool in de menubalk en kies een netwerk uit het menu.
Als in het menu geen AirPort-netwerk wordt weergegeven, kunt u met behulp van de
AirPort-configuratie-assistent de instellingen controleren of wijzigen. U kunt de
instellingen ook aanpassen via het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren.
Handmatig een AirPort Extreme-verbinding configureren
Als u een handmatige verbinding gaat configureren, moet u de onderstaande
gegevens bij de hand hebben, die u van uw internetaanbieder hebt ontvangen. Bij een
handmatige verbinding wordt gebruikgemaakt van vooraf vastgestelde adressen voor
de servers en computer.
Als u een verbinding via DHCP tot stand brengt, wordt deze informatie automatisch via
het netwerk verspreid. Vraag aan de systeembeheerder welke van de onderstaande
gegevens u nog nodig hebt.
 De DNS-serveradressen, indien nodig
 De configuratiemethode van het IP-adres (handmatig of via DHCP)
 Het IP-adres
 Het routeradres
 Het subnetmasker
 Het wachtwoord, indien nodig
Vervolgens controleert u of de AirPort-verbindingsopties actief zijn in het paneel
'Netwerk' in Systeemvoorkeuren.
De netwerkvoorkeuren voor de AirPort Extreme-verbinding instellen
1 Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk.
2 Klik op 'Netwerk'.
3 Kies 'Configuratie netwerkpoorten' uit het venstermenu 'Toon'.
92Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 93
4 Schakel het aankruisvak vóór 'AirPort' in.
Configureer vervolgens het netwerk handmatig of via DHCP, afhankelijk van de
instructies die u van de internetaanbieder of netwerkbeheerder hebt ontvangen. Als u
zelf een netwerk opzet, kunt u het netwerk het beste via DHCP configureren, aangezien
IP-adressen automatisch door de server worden toegewezen.
5 Kies 'AirPort' uit het venstermenu 'Toon'.
6 Klik, indien nodig, op 'TCP/IP'.
7 Kies 'Handmatig' of 'Via DHCP' uit het venstermenu 'Configureer IPv4'.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet93
Page 94
 Als u 'Handmatig' kiest, geeft u de overige gegevens op in de desbetreffende velden.
 Als u 'Via DHCP' kiest, hoeft u verder geen gegevens op te geven, tenzij de
systeembeheerder u hiertoe heeft verzocht.
8 Klik op 'AirPort' en geef de instellingen op voor het inloggen op een AirPort Extreme-
netwerk nadat u de computer opnieuw hebt opgestart of nadat de sluimerstand wordt
uitgeschakeld.
9 Klik op 'Pas nu toe'.
Zodra u de AirPort-instellingen hebt geconfigureerd, is de verbinding gereed voor
gebruik.
De AirPort Extreme-verbinding testen
m Klik op het AirPort-statussymbool in de menubalk en kies 'Schakel AirPort in'.
Alle AirPort Extreme-netwerken die zich binnen het bereik bevinden, worden in het
menu weergegeven.
Problemen met de internetverbinding oplossen
Een verbinding met het internet via een ADSL- of kabelmodem of
LAN
In dit gedeelte vindt u informatie over het oplossen van problemen als u met uw ADSLof kabelmodem of LAN een verbinding tot stand probeert te brengen met het internet.
Belangrijk: Instructies die betrekking hebben op modems zijn niet van toepassing als u
gebruikmaakt van een LAN. In tegenstelling tot gebruikers van een kabel- of ADSLmodem beschikken gebruikers van een LAN in veel gevallen over hubs, switches,
routers en andere verbindingsapparatuur. LAN-gebruikers moeten contact opnemen
met hun netwerkbeheerder in plaats van met de internetaanbieder.
De kabels en de voeding controleren
U moet controleren of alle modemkabels goed vastzitten, inclusief het netsnoer, de
kabel van de modem naar de computer en de kabel van de modem naar de
telefoonaansluiting. U moet tevens controleren of de kabels en de voedingen van de
Ethernet-hubs en -routers goed zijn aangesloten.
De modem uit- en aanzetten en de modemhardware opnieuw instellen
Schakel de ADSL- of kabelmodem uit en schakel het apparaat na een paar minuten
weer in. Sommige internetaanbieders bevelen aan om hierbij het netsnoer van de
modem uit het stopcontact te halen. Als de modem een resetknop heeft, kunt u de
modem hiermee vóór of na het in- en uitschakelen opnieuw instellen.
94Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet
Page 95
PPPoE-verbindingen
Als u er niet in slaagt met behulp van PPPoE een verbinding tot stand te brengen met
uw internetaanbieder, controleert u eerst de kabels en de voedingen. Vervolgens
schakelt u de modem uit en weer in en stelt u de modemhardware opnieuw in.
De instellingen in Systeemvoorkeuren controleren
1 Kies 'Apple' () > 'Systeemvoorkeuren' uit de menubalk.
2 Klik op 'Netwerk'.
3 Kies 'Configuratie netwerkpoorten' uit het venstermenu 'Toon'.
4 Schakel het aankruisvak vóór 'Ingebouwd Ethernet' in en sleep deze configuratie naar
de bovenste positie in de lijst met netwerkpoortconfiguraties.
5 Kies 'Ingebouwd Ethernet' uit het venstermenu 'Toon'.
6 Klik op 'PPPoE'.
7 Schakel het aankruisvak 'Verbind via PPPoE' in.
8 Controleer of u de juiste gegevens van uw internetaanbieder hebt ingevuld in het veld
'Accountnaam'.
9 Als u het aankruisvak 'Bewaar wachtwoord' hebt ingeschakeld, typt u het wachtwoord
opnieuw, zodat u er zeker van bent dat dit correct is.
10 Klik op 'TCP/IP'. Controleer of u de juiste gegevens van uw internetaanbieder in dit
paneel hebt ingevoerd.
11 Klik op 'Pas nu toe'.
Netwerkverbindingen
Als twee of meer computers gebruikmaken van dezelfde internetverbinding, moet u
controleren of het netwerk correct is geconfigureerd. Hiervoor moet u weten of uw
internetaanbieder één of meerdere (een voor elke computer) IP-adressen verstrekt.
Als u gebruikmaakt van één IP-adres, moet u een router hebben die gezamenlijk
gebruik van één IP-adres door meerdere computers mogelijk maakt. (Dit wordt wel
"NAT" (Network Address Translation) of "IP masquerading" genoemd.) U moet de
configuratiegegevens controleren aan de hand van de documentatie die bij de router
is geleverd of door contact op te nemen met degene die het netwerk heeft
geconfigureerd. Met het AirPort Extreme-basisstation kunt u één IP-adres delen met
meerdere computers. Raadpleeg AirPort Help of de AirPort-website van Apple op
www.apple.com/nl/airport voor meer informatie over het gebruik van een
AirPort Extreme-basisstation.
Als u het probleem met behulp van de bovengenoemde stappen niet kunt oplossen,
neemt u contact op met uw internetaanbieder.
Bijlage C Een verbinding tot stand brengen met het internet95
Page 96
Page 97
DDe tien meest gestelde vragen
D
Hebt u een vraag? In dit hoofdstuk vindt u de tien vragen
die het meest worden gesteld door nieuwe PowerBookgebruikers.
Mijn internetverbinding lijkt niet te werken. Hoe configureer ik een
internetverbinding?
Er zijn verschillende typen internetverbindingen. U kunt bijvoorbeeld een verbinding
tot stand brengen via een modem, een ADSL-verbinding, een draadloze AirPortverbinding of een Ethernet-netwerk. U moet in Mac OS X specifieke gegevens opgeven
met betrekking tot het type verbinding, uw internetaanbieder of het netwerk. Bij de
configuratie van de internetverbinding moet u als eerste de gegevens verzamelen die
u nodig hebt voor het desbetreffende type verbinding. Raadpleeg bijlage C, “Een
verbinding tot stand brengen met het internet”, op pagina 81 om te controleren welke
gegevens u nodig hebt. U vindt in deze bijlage ook instructies voor de configuratie van
het type verbinding. Met behulp van de netwerkconfiguratie-assistent, die op de
computer is geïnstalleerd, kunt u de internetverbinding stapsgewijs configureren.
Bijlage
Hoe configureer ik een printer? Is de printer compatibel met de PowerBook?
U sluit eerst de printer aan en installeert eventueel de software volgens de instructies
die bij de printer zijn geleverd. Open vervolgens het paneel 'Afdrukken en faxen' in
Systeemvoorkeuren en configureer de PowerBook voor toegang tot de printer.
Mac Help bevat veel informatie over het configureren van printers (zoek op "printer").
Raadpleeg ook “Verbinding maken met een printer” op pagina 28 van deze
handleiding.
Als de printer niet naar behoren werkt, kunt u op de website van de fabrikant zoeken
naar bijgewerkte besturingsbestanden voor de printer. Vanaf de website kunt u meestal
de meest recente printersoftware downloaden.
97
Page 98
Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, maar deze niet wordt afgedrukt, klikt u op
het printersymbool in het Dock en controleert u of de afdruktaak is gestopt of
uitgesteld. (Als er geen printersymbool in het Dock wordt weergegeven, opent u
Printerconfiguratie in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Programma's' en klikt u
dubbel op de naam van de printer.) Als in het venster voor de printer de melding
'Afdruktaken gestopt' wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Start afdruktaken'. Als
'Stel uit' naast de afdruktaak wordt weergegeven, kunt u het afdrukken hervatten door
op de taak te klikken en vervolgens op de knop 'Hervat' te klikken. Wanneer een
afdruktaak is gestopt vanwege een technische fout, kunt u de taak verwijderen door de
taak te selecteren en op de knop 'Verwijder' te klikken. Vervolgens kunt u de taak
opnieuw proberen af te drukken.
Hoe werkt de interface van Mac OS X?
Gebruikers die voor het eerst werken met Mac OS X vragen zich vaak af hoe ze
bepaalde taken kunnen uitvoeren. In Mac Help vindt u de meeste informatie over
werken met Mac OS X. Mac Help bevat instructies voor nieuwe gebruikers, gebruikers
die overstappen van een Windows-computer en gebruikers die van Mac OS 9
overstappen op Mac OS X. U opent Mac Help door 'Help' > 'Mac Help' te kiezen uit de
menubalk van de Finder. Vervolgens kunt u bladeren door de informatie voor nieuwe
gebruikers die in het venster wordt weergegeven. Bij veel basistaken waarover
gebruikers meer willen weten, wordt de Finder gebruikt. U kunt daarom ook zoeken op
"Finder".
Hoe kan ik ervoor zorgen dat de batterij van de PowerBook langer meegaat?
U kunt ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat door in het paneel 'Energiestand'
in Systeemvoorkeuren op te geven hoe snel de sluimerstand voor de computer of het
beeldscherm moet worden ingeschakeld. Open Systeemvoorkeuren en klik op
'Energiestand'. Kies de geoptimaliseerde instellingen die voor u van toepassing zijn.
Randapparatuur, zoals harde schijven, die via de computer van stroom worden
voorzien, kunnen er ook voor zorgen dat de batterij minder lang meegaat. De batterij
gaat langer mee als u deze apparatuur loskoppelt. U kunt ook een extra batterij
aanschaffen die u kunt gebruiken als de batterij bijna leeg is. Raadpleeg “Tips voor
energiebesparing” op pagina 56 voor meer informatie over het verlengen van de
gebruiksduur van de batterij.
98Bijlage D De tien meest gestelde vragen
Page 99
Ik heb een schijf in de optische-schijfeenheid geplaatst, maar er gebeurt niets.
Hoe kan ik controleren of de schijf compatibel is met de optischeschijfeenheid in mijn computer?
Druk op de cd-/dvd-verwijdertoets (C) om de schijf te verwijderen. De optische-
schijfeenheden met sleuf van Apple zijn alleen geschikt voor ronde schijven met een
diameter van 12 cm. Schijven met een afwijkende vorm of een andere diameter zijn
niet geschikt. Raadpleeg voor meer informatie over schijven met een afwijkende vorm
de Apple ondersteuningswebsite op www.apple.com/support en zoek op
"nonstandard discs" (Engelstalig).
Attentie: de optische-schijfeenheid kan beschadigd raken als u een niet-
standaardschijf plaatst.
Hoe kan ik een beeldscherm of televisie op de PowerBook aansluiten?
De PowerBook wordt geleverd met een mini-DVI-naar-DVI-adapter en een mini-DVInaar-VGA-adapter, waarmee u vrijwel elke projector of elk beeldscherm, inclusief flatpanelbeeldschermen, kunt aansluiten. Als u een televisie op de computer wilt
aansluiten via de composite- of S-videopoort van de televisie, kunt u een mini-DVInaar-videoadapter aanschaffen. Raadpleeg pagina 5 om te zien welke adapters bij de
PowerBook worden geleverd. Raadpleeg pagina 46 voor meer informatie over het
aansluiten van beeldschermen en andere apparaten.
Ik ben mijn wachtwoord vergeten. Hoe stel ik het wachtwoord opnieuw in?
U kunt uw beheerderswachtwoord opnieuw instellen. Raadpleeg de instructies voor
het opnieuw instellen van het wachtwoord op pagina 67.
De ventilator begint te draaien en de PowerBook wordt erg warm.
Is dit normaal?
De PowerBook is zo ontworpen dat deze zichzelf tijdens de werking op een veilige
temperatuur houdt. De ventilator begint te draaien en blijft aan om ervoor te zorgen
dat de temperatuur van de PowerBook normaal blijft. De onderkant van de PowerBook
kan warm worden omdat de warmte via de onderkant van de behuizing wordt
afgevoerd. Dit is normaal. Raadpleeg het gedeelte “De PowerBook gebruiken” op
pagina 77 voor meer informatie.
Bijlage D De tien meest gestelde vragen99
Page 100
Een programma of Mac OS X lijkt niet naar behoren te werken.
Moet ik Mac OS X opnieuw installeren?
Bij het oplossen van een probleem moet u een aantal zaken vaststellen, bijvoorbeeld of
het probleem zich altijd voordoet bij een bepaald programma, of het probleem te
maken heeft met het besturingssysteem, of dat het probleem misschien is te wijten
aan de hardware. Voordat u Mac OS X opnieuw installeert, raadpleegt u “Problemen
oplossen” op pagina 65 om het probleem te analyseren. Ook op de Apple
ondersteuningswebsite op www.apple.com/nl/support vindt u allerlei technische
informatie en oplossingen voor problemen. Raadpleeg de instructies in “De bij de
computer geleverde software opnieuw installeren” op pagina 69 als u Mac OS X
opnieuw moet installeren.
Ik heb een programma op de PowerBook geïnstalleerd, maar het lijkt niet te
werken. Waar kan ik hulp krijgen?
Raadpleeg de documentatie die bij het programma is geleverd of de website van de
fabrikant voor informatie over ondersteuning. Fabrikanten zijn vaak op de hoogte van
problemen die met hun programma's kunnen ontstaan en bieden oplossingen en
updates die u meteen kunt gebruiken. Als het programma van een andere fabrikant
dan Apple is, neemt u rechtstreeks contact op met de fabrikant voor de beste
ondersteuning.
100Bijlage D De tien meest gestelde vragen
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.