Yamaha HTR-5630RDS Manual [nl]

4 (1)
Yamaha HTR-5630RDS Manual

GB

HTR-5630RDS

AV Receiver

Ampli-tuner audio-vidéo

OWNER’S MANUAL MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING MANUALE DI ISTRUZIONI

MANUAL DE INSTRUCCIONES GEBRUIKSAANWIJZING

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.

1Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.

2Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek — uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechteren linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.

3Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.

4Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.

5Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen NIET bovenop dit toestel:

Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.

Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.

Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt.

6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.

7Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn.

8Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.

9Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren.

10Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.

11Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.

12Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.

13Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.

14Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.

15Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.

16Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.

17Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.

18VOLTAGE SELECTOR (Alleen algemeen model)

De VOLTAGE SELECTOR (voltage keuzeschakelaar) op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de netspanning van het door u gebruikte stroomnet VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.

De geschikte voltages bedragen 110V-120V, 220V240V wisselstroom, 50/60 Hz.

De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.

WAARSCHUWING

OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.

Alleen voor klanten in Nederland

Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.

LET OP

INHOUD

INLEIDING

 

INHOUD .................................................................

1

KENMERKEN .......................................................

2

VAN START ............................................................

3

Meegeleverde toebehoren ..........................................

3

Batterijen in de afstandsbediening zetten ..................

3

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........

4

Voorpaneel .................................................................

4

Afstandsbediening .....................................................

6

Display voorpaneel ....................................................

8

VOORBEREIDINGEN

 

AANSLUITINGEN ................................................

9

Voor u andere componenten gaat aansluiten .............

9

Aansluiten van videocomponenten .........................

10

Aansluiten van audiocomponenten .........................

11

Aansluiten van de antennes .....................................

12

Aansluiten van een externe decoder ........................

13

Aansluiten van de luidsprekers ...............................

14

Aansluiten van netsnoeren ......................................

17

Inschakelen van de stroom ......................................

17

BASIS SYSTEEM-INSTELLINGEN ................

18

Gebruiken van het basismenu ..................................

18

Instellen van uitgangniveaus aan de hand van uw

 

luidsprekersysteem ..............................................

20

Instellen van de uitgangniveaus van de luidsprekers

 

(SP LEVEL) ........................................................

20

BASISBEDIENING

 

WEERGAVE ........................................................

21

Ingangsfuncties en aanduidingen ............................

23

Selecteren van een geluidsveldprogramma .............

24

DIGITALE GELUIDSVELD BEWERKING

 

(DSP) .................................................................

27

Uitleg geluidsvelden ................................................

27

Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma’s .......................

27

CINEMA-DSP ......................................................

28

Het geluidsontwerp van de CINEMA-DSP

 

geluidsveldprogramma’s .....................................

28

CINEMA-DSP programma’s ..................................

28

Geluidsveldeffecten .................................................

30

TUNER ..................................................................

31

Voorprogrammeren van zenders ..............................

32

Afstemmen op een voorkeuzezender ......................

34

ONTVANGEN VAN RDS ZENDERS ................

35

Beschrijving RDS gegevens ....................................

35

Veranderen van de RDS functie ..............................

35

PTY SEEK functie ..................................................

36

EON functie .............................................................

36

SLAAPTIMER .....................................................

37

OPNAME ..............................................................

38

GEAVANCEERDE BEDIENING

 

 

SET MENU (INSTELMENU) ............................

 

39

Instelmenu lijst ........................................................

 

39

Instellingen wijzigen via het instelmenu .................

 

39

SOUND 1 SPEAKER SET

 

 

(luidspreker instellingen) ....................................

 

40

SOUND 2 SP DISTANCE (luidspreker afstand) ....

42

SOUND 3 LFE LEVEL ..........................................

 

42

SOUND 4 D. RANGE (dynamisch bereik) ............

42

SOUND 5 CENTER GEQ

 

 

(midden grafische equalizer) ...............................

 

43

SOUND 6 HP TONE CTRL

 

 

(hoofdtelefoon toonregeling) ..............................

 

43

INPUT 1 I/O ASSIGN

 

 

(ingang/uitgang toewijzing) ................................

 

43

INPUT 2 INPUT MODE

 

 

(begininstelling ingangsfunctie) ..........................

 

43

OPTION 1 DISPLAY SET ......................................

 

44

OPTION 2 MEM. GUARD

 

 

(geheugen vergrendeling) ...................................

 

44

OPTION 3 AUDIO MUTE .....................................

 

44

INSTELLEN VAN DE WEERGAVENIVEAUS

 

VAN DE LUIDSPREKERS .............................

 

45

Regelen van het volume tijdens weergave ...............

45

Gebruiken van de testtoon .......................................

 

45

AANVULLENDE INFORMATIE

 

 

WIJZIGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA

 

PARAMETERS ................................................

 

46

Wijzigen van instellingen ........................................

 

46

Beschrijvingen van digitale geluidsveld

 

 

parameters ...........................................................

 

47

OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................

 

48

WOORDENLIJST ...............................................

 

52

TECHNISCHE GEGEVENS ..............

Achter flap

INLEIDING

 

 

 

 

 

VOORBEREIDINGEN

 

 

 

BASISBEDIENING

 

 

 

BEDIENING

GEAVANCEERDE

 

 

INFORMATIE

AANVULLENDE

 

 

Nederlands

1

 

 

KENMERKEN

Ingebouwde 5-kanaals eindversterker

Meervoudige digitale geluidsvelden

Minimum RMS uitgangsvermogen

Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder

(0,1% THV, 1 kHz, 6Ω)

Dolby Digital/Dolby Digital + Matrix 6.1 decoder

[Modellen voor de VS en Canada]

DTS/DTS + Matrix 6.1 decoder

Hoofd:

70 W + 70 W

CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP

Midden:

70 W

technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital of

Achter:

70 W + 70 W

DTS

[Overige modellen]

Virtual CINEMA DSP

Hoofd:

60 W + 60 W

SILENT CINEMA DSP

Midden:

60 W

Verfijnde AM/FM tuner

Achter:

60 W + 60 W

 

 

40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders

 

 

Automatisch voorprogrammeren van

 

 

voorkeuzezenders

Mogelijkheid tot herschikken van voorkeuzezenders (voorkeuzezenders bewerken)

Andere kenmerken

96 kHz/24-bits D/A converter

Instelmenu waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw Audio/Videosysteem

Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling van de luidspreker-balans

6-kanaals ingang voor externe decoder

Optische en coaxiale digitale audio aansluitingenSlaaptimer

Over deze handleiding

ygeeft een handige tip bij de bediening aan.

Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de namen van de toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening in deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.

Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde specificaties van uw toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.

Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.

“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.

2

VAN START

Meegeleverde toebehoren

Controleer na het uitpakken of u de volgende onderdelen in uw bezit heeft.

Afstandsbediening

Batterijen (2)

 

 

 

(AA, R06, UM-3)

DVD D-TV/CBL VCR

POWER

 

CD MD/CD-R V-AUX

6CH IN

 

TUNER A/B/C/D/E

PRESET

 

/DTS 6.1/5.1

NIGHT

SLEEP

 

TEST

 

STEREO

 

VOLUME

 

 

PROG

 

PROG

 

MUTE

 

 

LEVEL

 

SET MENU

AM ringantenne

VOLUME

FM binnenantenne

(Modellen voor de VS, Canada, China, Korea en algemene modellen)

(Modellen voor Europa, het V.K., Australië en Singapore)

INLEIDING

Batterijen in de afstandsbediening

zetten

Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in het batterijvak.

1

4

2

3

1 Druk het lipje op de klep van het batterijvak in en schuif de klep in de richting van de pijl open.

2 Verwijder de klep.

3 Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,

R06, UM-3) overeenkomstig de polariteitsaanduidingen in het batterijvak.

4 Schuif de klep terug op zijn plaats.

Opmerkingen over batterijen

Vervang de batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening minder wordt.

Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.

Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken.

Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.

Nederlands

3

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Voorpaneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

2

 

3

 

45

6 7

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOLUME

 

 

RDS MODE/FREQ

EON

 

 

 

PRESET/TUNING FM/AM

 

STANDBY

 

 

 

 

 

 

 

EDIT

 

 

/ON

 

 

PTY SEEK

 

 

 

 

TUNING MODE

MEMORY

 

 

 

 

MODE START

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AUTO/MAN`L MONO

MAN`L/AUTO FM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT MODE

6CH INPUT

SILENT

SPEAKERS

STEREO

PROGRAM

A/B/C/D/E

PRESET/TUNING

CONTROL

BASS/TREBLE

INPUT

 

 

ON

A

 

 

OFF

B

EFFECT

 

NEXT

SET MENU

 

 

 

 

PHONES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9 0 qw

 

e r

 

t

y u i o p

 

 

 

RDS MODE/FREQ EON

 

 

 

 

 

 

PTY SEEK

MODE START

a s d f

(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)

1 STANDBY/ON toets

Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren.

Standby-stand

In de standby-stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren op de infrarood signalen van de afstandsbediening.

2 Sensor afstandsbediening

Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.

3 Display voorpaneel

Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.

4 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) toets

Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en handmatig afstemmen.

5 PRESET/TUNING (EDIT) toets

Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l/ htoetsen heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal worden).

Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.

6 FM/AM toets

Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen FM en AM.

7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) toets

Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.

8 VOLUME draaiknop

Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) uitgangsniveau.

9 SILENT (PHONES hoofdtelefoonaansluiting)

Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via een hoofdtelefoon. Wanneer u de stekker van uw hoofdtelefoon aansluit op de PHONES-aansluiting heeft dit geen invloed op de geluidsuitvoer van de luidsprekers. Om de signaaluitvoer naar de luidsprekers uit te schakelen, drukt u de schakelaar SPEAKERS ON/OFF in de stand OFF.

0 SPEAKERS ON/OFF

Hiermee schakelt u de luidsprekers die u heeft geselecteerd met SPEAKERS A/B in of uit.

q SPEAKERS A/B toetsen

Hiermee kunt u de set hoofd-luidsprekers die zijn aangesloten op de A of B aansluitingen selecteren.

4

w STEREO (EFFECT) toets

Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.

e PROGRAM l / h toetsen

Hiermee kunt u het DSP geluidsveldprogramma selecteren.

r A/B/C/D/E toets

Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A t/m E selecteren.

NEXT toets

Hiermee maakt u selecties in het instelmenu wanneer het toestel niet als radio wordt gebruikt.

t PRESET/TUNING l / h toetsen

Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren wanneer de dubbele punt (:) op het display op het voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display staat.

SET MENU –/+ toetsen

Hiermee kunt u instellingen veranderen in het instelmenu wanneer het toestel niet als radio wordt gebruikt.

y CONTROL toets

Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen instelling van de weergave van de lage tonen (bass) of van de hoge tonen (treble).

u BASS/TREBLE –/+ toetsen

Hiermee kunt u de weergave van de lage en de hoge tonen verzwakken of versterken. Met elke druk op één van deze toetsen verandert het niveau met 2dB.

Instelbereik: –10 t/m +10dB

i INPUT MODE toets

Hiermee stelt u de prioriteit in voor de soorten ingangssignalen (AUTO, DTS, ANALOG) die worden ontvangen wanneer één component is aangesloten op twee soorten ingangsaansluitingen. U kunt de prioriteit voor audiobronnen niet instellen wanneer u 6CH INPUT als ingangsbron heeft geselecteerd.

o INPUT draaiknop l / h

Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt luisteren of lijken.

p 6CH INPUT toets

Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt voorrang boven de met INPUT (of de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

(Alleen modellen voor Europa en het V.K.)

a RDS MODE/FREQ toets

Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze toets de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY, RT en/of CT (als de zender deze RDS diensten ondersteunt) of kiezen voor display van de frequentie waarop afgestemd is.

s PTY SEEK MODE toets

Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om het toestel naar een programma van een bepaald type te laten zoeken.

d PTY SEEK START toets

Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar het met de PTY SEEK functie ingestelde programmatype.

f EON toets

Druk op deze toets om het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer u automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma van dat type.

INLEIDING

Nederlands

5

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Afstandsbediening

Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies van de afstandsbediening.

1 Infraroodzender

Zendt infraroodsignalen uit. Richt deze zender op het toestel wanneer u de afstandsbediening gebruikt.

2 Ingangskeuzetoetsen

Hiermee selecteert u de ingangsbron.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

DVD D-TV/CBL VCR

POWER

CD MD/CD-R V-AUX

6CH IN

TUNER A/B/C/D/E

PRESET

/DTS 6.1/5.1

NIGHT

SLEEP

TEST

 

STEREO

VOLUME

 

PROG

 

PROG

MUTE

 

LEVEL

 

SET MENU

VOLUME

 

3 A/B/C/D/E toets

Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A t/m E selecteren.

q4 q/DTS

Hiermee selecteert u de ingebouwde Dolby Digital, DTS,

wDolby Pro Logic of Pro Logic II decoder.

5 6.1/5.1 toets

eHiermee kunt u de Dolby Digital + Matrix 6.1 of DTS + Matrix 6.1 decoder aan of uit zetten.

r

6 TEST toets

t

Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de

y

luidsprekers in te stellen.

u

 

7 MUTE toets

Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen). Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave

te hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.

i

8 LEVEL toets

Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.

9 PROGRAM –/+ toetsen

Hiermee kunt u het DSP geluidsveldprogramma selecteren.

0 Overige toetsen

Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en doorvoeren van instellingen.

q POWER toets

Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby).

w 6CH IN toets

Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen.

e PRESET –/+ toetsen

Hiermee kunt u voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren.

r SLEEP toets

Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.

6

t NIGHT toets

Hiermee zet u het toestel in de middernacht-luisterfunctie.

y STEREO toets

Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.

u VOLUME +/– toetsen

Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.

i SET MENU toets

Hiermee schakelt u de instelfunctie in.

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Gebruik van de afstandsbediening

30° 30°

Ongeveer 6 m

De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de afstandsbediening wilt bedienen.

Omgaan met de afstandsbediening

Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.

Laat de afstandsbediening niet vallen.

Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze omstandigheden:

hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt van een verwarming, kachel of badkuip;

stof; of

zeer lage temperaturen.

INLEIDING

Nederlands

7

BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES

Display voorpaneel

1

2

3

 

4

5

6

7

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VCR

 

V-AUX D-TV/CBL

 

DVD MD/CD-R

 

TUNER

 

 

CD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VIRTUAL NIGHT

MATRIX

HiFi DSP

DIGITAL SILENT

 

PS PTY RT CT STEREO AUTO EON PTY HOLD TUNED MEMORY

MUTE VOLUME

SLEEP

 

~~~~~~~~~~~~~~dB

L C R

PCM PL

f t

PL

 

LFE RL RC RR

9 0q w e r

1 Processor indicators

De indicator voor de gebruikte decoder licht op.

2 VIRTUAL indicator

Deze licht op wanneer u het Virtual CINEMA DSP programma gebruikt.

3 Hoofdtelefoon indicator

Deze indicator zal oplichten wanneer er een hoofdtelefoon aangesloten is.

4 Signaalbron-indicator

Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.

5 Geluidsveld indicator

Wanneer u een DSP geluidsveldprogramma gebruikt, zullen de velden in kwestie oplichten.

6 AUTO indicator

Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.

7 MUTE indicator

Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid tijdelijk heeft uitgeschakeld (MUTE).

8 VOLUME niveau-aanduiding

Deze balkjes geven het volumeniveau aan.

9 PCM indicator

Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscodemodulatie) digitale audiosignalen produceert.

0 SILENT indicator

Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.

q Multi-informatie display

Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.

w NIGHT indicator

Licht op wanneer het toestel in de middernachtluisterfunctie staat.

t y u i o p

a (Alleen modellen voor Europa en het V.K.)

e HiFi DSP indicator

Licht op wanneer u een Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma gebruikt.

r CINEMA DSP indicator

Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma gebruikt.

t STEREO indicator

Licht op wanneer de “AUTO” afstem-indicator aan is en het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.

y TUNED indicator

Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.

u MEMORY indicator

Knippert als een zender kan worden opgeslagen.

i SLEEP indicator

Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.

o LFE indicator

Deze indicator zal oplichten wanneer het ingangssignaal een kanaal voor Lage Frequentie Effecten bevat.

p Ingangskanalen indicator

Bij weergave van een digitaal signaal zullen de indicators voor de weergegeven geluidskanalen oplichten.

a RDS indicator (Alleen modellen voor Europa en het V.K.)

De naam (namen) van de RDS gegevens die worden geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd zal (zullen) oplichten.

De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd op een RDS zender met EON gegevens over andere zenders.

De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.

8

AANSLUITINGEN

Voor u andere componenten gaat

aansluiten

LET OP

Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de netspanning voor u alle aansluitingen tussen de componenten heeft gemaakt.

Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Sommige componenten hebben afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten componenten.

Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in orde is.

De naam van de aansluiting komt overeen met de aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.

Digitale aansluitingen

Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken om PCM, Dolby Digital en DTS bitstromen in te voeren. Om te kunnen genieten van de multikanaals soundtrack van DVD-materiaal enz. met DSP-effecten, dient u digitale aansluitingen te maken. Beide digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.

Opmerking

De OPTICAL aansluiting van dit toestel voldoet aan de EIA normen. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze normen voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet naar behoren functioneert.

VOORBEREIDINGEN

DIGITAL INPUT ingangsaansluitingen (blz. 9 – 11)

Aansluitingen voor audio-

Aansluitingen voor video-

Aansluitingen voor

componenten (blz. 11)

componenten (blz. 10)

luidsprekers (blz. 16)

 

AUDIO

 

AUDIO

VIDEO

TUNER

 

SPEAKERS

 

 

 

 

 

R

L

R

L

 

 

 

CLASS 2 WIRING

 

 

 

 

 

CD

 

 

 

DVD

 

A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

R

MAIN

L

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AM

 

 

B

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

IN

 

 

 

D-TV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

 

(PLAY)

 

 

 

/CBL

GND

 

R

L

 

 

 

MD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

OUT

 

 

 

V-AUX

 

 

 

 

 

 

 

(REC)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

 

 

 

 

 

75Ω UNBAL.

 

 

 

 

 

 

CD

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

IN

FM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VCR

 

 

MAIN A OR B : 6Ω MIN./SPEAKER

 

 

 

REAR

COAXIAL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(SURROUND)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CENTER

R

L

OPTICAL

SURROUND

 

 

 

OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DVD

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

MONITOR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WOOFER

 

OUT

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WOOFER

CENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CENTER :

6Ω MIN./SPEAKER

 

6CH INPUT

OUTPUT

 

 

 

 

 

REAR :

6Ω MIN./SPEAKER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze aansluiting is uitsluitend voor gebruik door de fabrikant.

6CH INPUT

 

Sluit geen andere apparatuur hierop aan.

 

Antenne aansluitingen

ingangsaansluitingen

(blz. 12)

(blz. 13)

 

SUBWOOFER OUTPUT

 

 

uitgangsaansluiting

 

(blz. 16)

 

Nederlands

9

AANSLUITINGEN

Aansluiten van videocomponenten

Aansluiten van een videomonitor

Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan op de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.

Aansluiten van een DVD-speler

Verbind de optisch digitale uitgangsaansluiting van de component in kwestie met de DIGITAL INPUT ingangsaansluiting en verbind de video uitgangsaansluiting van de component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.

y

Gebruik de AUDIO aansluitingen van dit toestel voor video apparatuur zonder optisch digitale uitgangsaansluiting. Bij gebruik van de AUDIO aansluitingen kan echter geen multikanaals weergave worden verkregen.

Aansluiten van een digitale TV/kabel-TV

Verbind de video uitgangsaansluiting van uw component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.

Verbind de audio uitgangsaansluitingen van uw component met de AUDIO aansluitingen van dit toestel.

Aansluiten van een andere videocomponent

Verbind de video uitgangsaansluiting van uw component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.

Verbind de audio uitgangsaansluitingen van uw component met de AUDIO aansluitingen van dit toestel.

Aansluiten van opname-apparatuur

Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind de video-ingangsaansluiting van deze component met de VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te kunnen opnemen.

Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO IN aansluitingen en verbind de video-uitgangsaansluiting van deze component met de VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen weergeven.

Opmerking

• Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden

 

 

TV/digitale TV/

Andere

 

DVD-speler

 

kabel-TV

videocomponent

O

 

 

 

 

 

OPTICAL

 

 

 

 

 

OUTPUT

VIDEO

VIDEO

 

VIDEO

 

AUDIO

AUDIO

AUDIO

L R OUTPUT

V OUTPUT

OUTPUT V

L R OUTPUT

OUTPUT V L

R OUTPUT

 

AUDIO

 

AUDIO

VIDEO

TUNER

 

 

R

L

R

L

 

 

 

 

CD

 

 

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

 

AM

 

 

 

 

 

 

 

ANT

 

 

IN

 

 

 

D-TV

 

 

 

(PLAY)

 

 

 

/CBL

 

 

 

MD

 

 

 

 

GND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

 

 

 

 

DIGITAL

OUT

 

 

 

V-AUX

 

 

(REC)

 

 

 

 

 

INPUT

 

 

 

 

 

75Ω UNBAL.

 

CD

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

IN

FM

 

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VCR

 

 

COAXIAL

 

 

 

 

 

 

 

OPTICAL

SURROUND

 

 

 

OUT

 

 

DVD

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

MONITOR

 

 

 

 

 

WOOFER

 

OUT

 

 

SUB

 

 

 

 

 

 

 

WOOFER

CENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

V

 

 

6CH INPUT

OUTPUT

 

VIDEO

 

 

 

 

 

 

 

INPUT

Video-monitor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

L

AUDIO

AUDIO

VIDEO VIDEO

 

OUTPUT L

R INPUT L R

V INPUT V OUTPUT

R

O

geeft de audio-signaalrichting aan geeft linker analoge signaalkabel aan

geeft rechter analoge signaalkabel aan geeft optische glasvezelkabel aan

geeft de video-signaalrichting aan

Videorecorder

V

geeft videokabels aan

10

Aansluiten van audiocomponenten

Aansluiten van een CD-speler

Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.

AANSLUITINGEN

Opmerking

Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.

y

Gebruik de AUDIO aansluitingen op dit toestel om een CDspeler zonder COAXIAL DIGITAL OUTPUT aansluiting aan te sluiten of om op te nemen van CD-spelers.

Aansluiten van een CD-recorder of

MD-recorder

Verbind de ingangsaansluitingen van uw CDof MDrecorder met de MD/CD-R OUT (REC) aansluitingen. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw CDof MD-recorder met de MD/CD-R IN (PLAY) aansluitingen om uw opname-apparatuur ook als signaalbron te kunnen gebruiken.

L

AUDIO R

OUTPUT

CD-recorder of

MD-recorder

 

 

L

 

AUDIO

R

 

INPUT

 

 

COAXIAL

CD-speler

OUTPUT

 

C

 

 

 

AUDIO

AUDIO

VIDEO

TUNER

 

R

L

R

L

 

 

 

CD

 

 

 

DVD

 

 

 

 

 

 

 

AM

 

 

 

 

 

 

ANT

 

IN

 

 

 

D-TV

 

 

(PLAY)

 

 

 

/CBL

 

 

MD

 

 

 

 

GND

 

 

 

 

 

 

 

/CD-R

 

 

 

 

 

DIGITAL

OUT

 

 

 

V-AUX

 

(REC)

 

 

 

 

INPUT

 

 

 

 

 

75Ω UNBAL.

CD

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

 

 

IN

FM

 

 

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VCR

 

COAXIAL

 

 

 

 

 

 

OPTICAL

SURROUND

 

 

 

OUT

 

DVD

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB

 

MONITOR

 

 

 

 

WOOFER

 

OUT

 

SUB

 

 

 

 

 

 

WOOFER

CENTER

 

 

 

 

 

6CH INPUT

OUTPUT

 

 

 

AUDIO OUTPUT L

R

VOORBEREIDINGEN

L

R

C

geeft de signaalrichting aan

geeft linker analoge signaalkabel aan geeft rechter analoge signaalkabel aan geeft coaxiale kabel aan

Nederlands

11

AANSLUITINGEN

Aansluiten van de antennes

Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. In de meeste gevallen zullen deze antennes zorgen voor een voldoende ontvangst.

Sluit de antennes op de juiste wijze aan op de daarvoor bestemde aansluitingen.

AM ringantenne

FM

(meegeleverd)

binnenantenne

 

(meegeleverd)

Aansluiten van de AM ringantenne

1 Zet de AM ringantenne in elkaar en sluit deze vervolgens aan op het toestel.

EO

TUNER

AM

ANT

GND

75Ω UNBAL.

FM

ANT

MONITOR

OUT

2 Druk op het lipje en steek de draden van de

AM ringantenne in de AM ANT en GND (aarde) aansluitingen.

3 Zet de AM ringantenne zo neer dat u de

beste ontvangst krijgt.

Aarde (GND aansluiting)

Voor maximale veiligheid en minimum storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld geboden door een metalen pen die in vochtige grond gedreven is.

Opmerkingen

Zet de AM ringantenne zo ver mogelijk bij dit toestel vandaan.

De AM ringantenne moet aangesloten blijven, ook al heeft u een AM buitenantenne op dit toestel aangesloten.

Een op de juiste manier aangesloten buitenantenne biedt een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u de ontvangst slecht vindt, kan een buitenantenne misschien soelaas bieden. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of service-centrum omtrent de aansluiting van een buitenantenne.

FREQUENCY STEP schakelaar (Alleen algemene modellen)

50 kHz/ 9kHz

100 kHz/10kHz

FM/AM

FREQUENCY STEP

Omdat de afstand tussen de aan de zenders toegewezen frequenties per gebied verschilt, kunt u met de FREQUENCY STEP schakelaar (op het achterpaneel) dit toestel aanpassen aan het gebied waar u zich bevindt.

Noord, Midden en Zuid Amerika: 100 kHz/10 kHz Andere gebieden: 50 kHz/9 kHz

Voor u deze schakelaar omzet, moet u de stekker van het toestel uit het stopcontact halen.

12

Aansluiten van een externe decoder

Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (MAIN links en rechts, CENTER, SURROUND links en rechts en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een component die is uitgerust met een multikanaals decoder en 6-kanaals uitgangsaansluitingen, zoals een DVD/SACD-speler.

 

/CD-R

 

 

 

DIGITAL

OUT

 

V-AUX

 

(REC)

 

 

INPUT

 

 

 

75Ω UNBAL.

CD

2

 

 

 

 

 

 

MAIN

 

IN

FM

 

 

ANT

 

 

 

 

 

 

 

VCR

 

COAXIAL

 

 

 

 

OPTICAL

SURROUND

 

OUT

 

DVD

1

 

 

 

 

 

SUB

 

MONITOR

 

 

WOOFER

 

OUT

 

SUB

 

 

 

 

WOOFER CENTER

 

 

 

 

6CH INPUT

OUTPUT

 

 

L

R

L R

CENTER

SURROUND

 

SUBWOOFER

MAIN

 

DVD/SACD-speler

Opmerking

Wanneer u 6CH INPUT als signaalbron kiest, zal het toestel automatisch de digitale geluidsveld-processor uitschakelen en kunt u geen gebruik maken van de DSP programma’s.

AANSLUITINGEN

VOORBEREIDINGEN

Nederlands

13

AANSLUITINGEN

Aansluiten van de luidsprekers

Luidsprekers

Dit toestel is ontworpen voor een zo hoog mogelijke kwaliteit van het geproduceerde geluidsveld met een systeem bestaande uit 5 luidsprekers, met linker en rechter hoofd-luidsprekers, linker en rechter achterluidsprekers en een midden-luidspreker. Als verschillende merken luidsprekers (met verschillende weergavekarakteristieken) door elkaar gebruikt, is het mogelijk dat bijvoorbeeld een menselijke stem of andere geluiden niet vloeiend kan worden weergegeven. Wij raden u daarom aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of luidsprekers met dezelfde weergave-karakteristieken te gebruiken.

De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De achter-luidsprekers worden gebruikt voor effecten surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen enz.).

Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen voor het maximum uitgangsvermogen van uw audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan de hoofd-luidsprekers.

Gebruik van een subwoofer verdiept het geluidsveld

U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer. Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten) kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van de lage tonen.

Opstellen van de luidsprekers

Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw luidsprekers gaat opstellen.

Midden-luidspreker

Hoofd-luidspreker (R)

 

Achter-luidspreker (R)

 

Subwoofer

Hoofd-

1,8 m

luidspreker (L)

Achter-luidspreker (L)

Hoofd-luidsprekers

Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook gelijk zijn.

Midden-luidspreker

Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor. Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden tussen de hoofd-luidsprekers.

Achter-luidsprekers

Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.

Subwoofer

De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege het ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter de subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te plaatsen. Keer de subwoofer een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsingen via de wanden te verminderen.

Opmerking

Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achter en/of midden), dient u in het instelmenu de “SOUND 1 SPEAKER SET” instellingen aan te passen zodat deze signalen worden weergegeven via aansluitingen waarop u wel luidsprekers heeft aangesloten.

LET OP

Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis vandaan.

14

AANSLUITINGEN

Aansluitingen

Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.

LET OP

Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.

Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van

10 mm

 

 

 

 

 

 

isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze

 

 

 

 

 

draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de

 

 

 

 

uiteinden van beide draden.

 

 

2 Draai de blote uiteinden van de draden in

 

 

elkaar om kortsluiting te voorkomen.

Aansluiting op de MAIN A SPEAKERS aansluitingen

Rood: positief (+)

2

1 Draai de knop van de aansluiting los.

1

2 Steek alleen het blote stukje draad in de

Zwart: negatief (–)

 

3

opening in de zijkant van de aansluiting.

 

3 Draai de knop weer vast.

 

 

 

 

y

 

 

(Behalve modellen voor het V.K., Europa, Korea en Singapore)

 

 

• U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers.

Bananenstekker

 

Draai eerst de knop van de aansluiting vast en steek

 

 

vervolgens de stekker in het gat van de knop.

(Behalve modellen voor het V.K., Europa, Korea en Singapore)

VOORBEREIDINGEN

Aansluiting op de MAIN B, CENTER en REAR SPEAKERS aansluitingen

Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)

1

3 2

1 Druk het klepje in om het te openen.

2 Steek één blote draad in de opening van elke aansluiting.

3 Laat het klepje los om de draad vast te zetten.

Nederlands

15

Loading...
+ 39 hidden pages