Vdo dayton CD 2604 MP3 User Manual [nl]

CD 2604 MP3X
User manual
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni d’uso
Instrucciones de manejo
Modo de emprego
Bruksanvisning
Käyttöohje
www.vdodayton.com
pg3_class1.p65 6/12/02, 10:23 AM1
A
2
7
9
8
1
3
4
5
6
B
3
2
C
D
E
SD/
MMC
F
1
3
This page is a blank page.
4
INLEIDING
VOORDAT U BEGINT
Wij danken u voor de aankoop van dit product, dat is ontworpen en vervaardigd volgens de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften, volgens de zwaarste normen en onderworpen aan strenge tests. Maakt u zich met dit product vertrouwd door deze handleiding zorgvuldig te lezen. Gebruik het product voor het doel waarvoor het is ontworpen en bewaar deze gebruiksaanwijzing in uw auto, zodat deze klaar ligt voor toekomstig gebruik.
MILIEU
Deze handleiding is gedrukt op chloorarm recyclebaar papier.
PREVENTIEF ONDERHOUD
Voor een goed contact tussen het apparaat en het afneembare front vedient het aanbeveling de connectors te reinigen met een katoenen lap die licht is bevochtigd met reinigingsvloeistof of alcohol.
CONTENTS
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . 77
MILIEU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
PREVENTIEF ONDERHOUD . . . . . . . . 77
INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VOORBEREIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
CONNECTORS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
HOME-PAGINA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
AUDIO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
TUNER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
CD/MP3-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
CD/MP3/DVD-Wisselaar . . . . . . . . . . . . . 94
TELEFOON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
EXTRA TOEBEHOREN . . . . . . . . . . . . . 97
AFSPELEN VAN SD/MMC
(voor CD en MP3-functies) . . . . . . . . . . . 98
BOORDCOMPUTER. . . . . . . . . . . . . . . . 98
SPECIALE FUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . 99
CONFIGURATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
VERHELPEN VAN STORINGEN . . . . . . . . 100
INSTALLATIE
Als uw auto is uitgerust met ISO-connectors, kunt u deze gewoon in de connectors van de autoradio steken. Is dit niet het geval dan kunt u een verloopkabel gebruiken (zie de tabel op de aparte installatiekaart). Zorg dat de kabels zo zijn aangesloten dat ze niet kunnen worden beschadigd door scherpe kanten of bewegende delen.
VOORBEREIDING
Het apparaat moet worden aangesloten op een accu met een gelijkspanning van 12 V met de min aan massa (autochassis).
Waarschuwing: Installatie in auto’s die niet aan deze eisen voldoen, kan leiden tot storing, beschadiging of brand!
Om kortsluiting te voorkomen moet u de negatieve accuklem losmaken totdat het apparaat veilig is gemonteerd en aangesloten (zie installatiekaart fi g.1).
CONNECTORS
Connector A**(zie fi g.2)
a-Voeding
1- Bruine draad A8: Aansluiten op het
massapunt op het autochassis.
2- Rode draad A7: Aansluiten op de
permanente 12 V-voeding. Dit is de hoofdvoeding van het apparaat. Deze aansluiting moet geschikt zijn voor een stroom van 10 A.
3- Geelrode draad A4: Aansluiten op de via het
contactslot geschakelde 12 V-voeding.
Opmerking: De AAN/UIT-functie is alleen beschikbaar als de rode draad A7 is aangesloten op de permanente 12 V-voeding.
b-Optionele aansluitingen SMART Volume (
Intelligente volumeregeling die automatisch het geluidsvolume aanpast, afhankelijk van de snelheid van uw auto. Sluit een signaal van de snelheidsmeter van uw auto aan op pen A1. Sommige auto’s zijn daarop al voorbereid (b.v. VW & Vauxhall/Opel), raadpleeg uw dealer. Zo niet, dan kan het zijn dat er extra installatiemateriaal nodig is om uw auto er geschikt voor te maken.
):
77
Deze handelingen mogen alleen worden uitgevoerd door personen die vertrouwd zijn met elektrische en mechanische systemen van auto’s. Kijk voor het kalibreren na het maken van de aansluiting bij “SPECIALE FUNCTIES”.
Elektronische of gemotoriseerde antenne
Sluit pen A5 aan op de voeding voor een elektronische antenne of de stuurdraad voor het relais van een automatische gemotoriseerde antenne.
Gebruik deze aansluiting niet voor het rechtstreeks voeden van de antennemotor.
Connector B** Luidsprekers (gebruik uitsluitend luidsprekers met een impedantie van 4 ohm)
Sluit geen van de luidsprekerdraden aan op massa of rechtstreeks aan een booster/ versterker zonder hoogniveau-ingan, noch via een externe fader! U kunt de luidsprekerdraden rechtstreeks aansluiten op een versterker met hoogniveau-ingang.
Aansluiten van 4 luidsprekers: Voor Achter Links (+) Groen B5 Wit B7 Links (-) Groen/zwart B6 Wit/zwart B8 Rechts (+) Grijs B3 Blauw B1 Rechts (-) Grijs/zwart B4 Blauw/zwart B2
** Raadpleeg uw dealer voor dit accessoire.
Connector C
Deze speciale connectors behoren tot de accessoires die apart worden verkocht (raadpleeg uw dealer)
a-Gele connector C1 voor lijnuitgang (zie fi g.4).
U kunt hieraan een eindversterker aansluiten met 2 of 4 extra luidsprekers met een RCA­kabel. 1- Gebruik de rode bus voor het rechter kanaal
en de witte bus voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (pen 6) voor
“Amplifi er Remote On/Off”.
b-Groene connector C2
Voor kabels die worden gebruikt voor de sturing van de boordcomputer (temperatuursensor) en de afstandbediening op het stuurwiel (zie fi g.5). Raadpleeg uw dealer voor de accessoires en de bijbehorende interface.
78
Temperatuursensor
U kunt een temperatuursensor aansluiten op pen 7. Dit levert automatisch een zichtbaar en hoorbaar signaal als de buitentemperatuur lager wordt dan 3°C. Gebruik het menu van de boordcomputer om deze functie te activeren of te deactiveren.
Waarschuwing: De temperatuursensor is alleen bedoeld als hulpmiddel en kan niet worden gebruikt voor de exacte bepaling van de wegcondities. Het is uw eigen verantwoordelijkheid te bepalen of het veilig is uw rit voort te zetten.
Bedraden afstandbediening
Gebruik de pennen 8 & 9 om de bedrade afstandbediening aan te sluiten.
c-Blauwe connector C3 (MP3/DVD-wisselaar)
De kabel voor de CD-, MP3- of DVD-wisselaar wordt meegeleverd met de wisselaar (zie fi g.6).
Connector D
Deze speciale set connectors is bedoeld voor accessoires die apart worden verkocht (raadpleeg uw dealer).
a-Connector D1
U kunt uw “hands-free car kit” (apart verkrijgbaar) via deze connector aansluiten (fi g7). Met dit accessoire kan de batterij van uw mobiele telefoon worden opgeladen en het audio-uitgangssignaal van deze telefoon kan worden weergegeven via de autoluidsprekers. Raadpleeg uw dealer voor meer details over dit accessoire.
Telefoon in
Als u een eigen “ handsfree car kit” gebruikt, raadpleeg dan uw dealer voor de bijbehorende interface.
Stilschakeling telefoon (“mute”)
Gebruik deze ingang (pen 5) of de roze draad TEL_MUTE voor het aansluiten van het “mute”-signaal van uw telefoon.U kunt ook het “mute”-signaal van de telefoon aansluiten op de roze draad van het hoofdapparaat.Opmerking: Stel eerst het telefoonsysteem en het juiste detectieniveau in met het “SETUP”-menu voordat u de telefoon in gebruik neemt.
b-Connector D3 (fi g. 8)
- Externe weergave op afstand U kunt de toestand van het hoofdapparaat bekijken op een speciale “remote scherm” via connector D3. Raadpleeg uw dealer voor een apart verkrijgbare “EDI Box” voor uw auto.
- Externe afstandbediening U kunt via D3 een infrarode sensor (apart verkrijgbaar) aansluiten om op afstand het hoofdapparaat te bedienen.
Audio in
Externe audio-apparatuur kunt u aansluiten via Aux-in RCA-kabels. Rode draad: voor ingang rechter kanaal. Witte draad: voor ingang linker kanaal.
Stilschakeling achterzitting (“mute”)
Sluit de ingang van het externe apparaat (b.v. DVD-speler) aan op de draad “Rear Seat mute” (blauw) voor de stilschakeling van de achterste speakers voor het geluid van het hoofdapparaat.
MONTAGE
METALEN HOUDER (fi g. 11 )
Monteer de metalen houder (afm. 182x53 mm) in het dashboard. Voor een optimale werking van de CD-speler dient de metalen houder in horizontale stand geplaatst te worden (tussen ­10° en +30° ). Bevestig de metalen houder door de metalen lippen met een schroevendraaier naar buiten te drukken.
AANSLUITEN VAN DE RADIO (fi g. 9)
- Zorg ervoor dat de accu is losgekoppeld.
- Sluit antenneconnector E aan op de antennebus (goede ontvangst is alleen mogelijk met een goede antenne). Bevestig zo nodig een goede antenne-adapter. Gebruik de haak (J) aan de achterkant van het apparaat voor een goede bevestiging.
- Sluit voedingsconnector A aan op bus A’.
- Sluit luidsprekerconnector B aan op bus B’.
- (als optie) Verwijder de beschermhoes van bus C’.
- (als optie) Sluit de gele lijnuitgangsconnector C1 aan op bus C1’.
- (als optie) Sluit de blauwe connector C3 voor de CD-wisselaar aan op bus C3’.
- (als optie) Sluit de groene connector C2 aan op bus C2’.
De groene connector wordt tussen de gele connector C1 en de blauwe connector C3 bevestigd.
Ten minste één van deze aansluitingen is nodig om C2 op zijn plaats te houden.
MONTEREN VAN DE RADIO
Deze radio kan goed geïnstalleerd worden via de (meest gebruikelijke) montage aan de voorkant of via montage aan de achterkant.
MONTAGE AAN DE VOORKANT
- Schuif de zó ver in de metalen houder dat de veren aan weerszijden van het apparaat in de openingen van de houder klikken (fi g.14).
- Sluit daarna de minpool van de accu weer aan (fi g. 15).
VERWIJDEREN VAN DE RADIO (met behulp van de twee bijgeleverde U-vormige beugels)
- Verwijder de sierplaat om het frontpaneel (fi g. 13).
- Steek beide U-vormige beugels in de gaten aan de voorzijde van het apparaat totdat ze vastklikken. Trek de radio uit de houder (fi g. 14)
MONTAGE AAN DE ACHTERKANT (fi g. 13)
- Verwijder de sierplaat om het frontpaneel en de veren aan de zijkant.
- Kies een plaats waar de schroefgaten van de montagebeugel en de schroefgaten van de radio samenvallen en draai de schroeven aan beide zijden op twee plaatsen vast.
- Gebruik alleen schroeven M5 die niet langer zijn dan 6mm.
VERVANGEN VAN DE ZEKERING (fi g. 10)
- Vervang de zekering door een steekzekering van 10A. Gebruik geen zekering van een ander type of waarde omdat het apparaat dan niet goed beschermd is. Als u deze richtlijn niet in acht neemt, kan het apparaat beschadigd raken en komt de garantie te vervallen.
ONTSTORING
- De meeste moderne auto’s zijn voldoende ontstoord. Veroorzaakt uw auto toch storing, raadpleeg dan uw garage.
79
OVERZICHT VAN HET FRONTPANEEL
Voor een afbeelding, zie pagina 3, illustratie A.
1. PWR ............. Kort drukken: inschakelen;
geluid uitschakelen/ weer aanzetten (als het apparaat ingeschakeld is) Lang drukken: uitschakelen Draaiknop: volume harder/ zachter; instellen van de niveaus.
2. REL ............... Het afneembare front naar
voren kantelen.
3. TA ................. Kort drukken:
Verkeersinformatie
4. 1 2 3 4 5 6 .....Kort drukken: Afstemmen op
voorkeurzender 1, 2, 3, 4, 5 of 6 (radio) Lang drukken: voorkeurzender opslaan (radio)
5. ESC/HOME ..... Kort drukken: Huidige functie/
menu afsluiten; Naar hoofdmenu gaan
/ ............. Kort drukken: Door functielijst
6. scrollen; Zoeken naar een lagere/ hogere frequentie (radio); Volgende/ vorige nummer (cd en MP3)
7. / ............. Kort drukken: Door functielijst
scrollen; Volgende/ vorige directory (MP3); Volgende/ vorige 5 nummers (cd)
8. OK ................ Kort drukken: Menu openen;
Functie activeren; Functie kiezen.
9. DISP ............. Kort drukken: display activeren
VEILIGHEID
FRONT VERWIJDEREN VAN HET FRONT
1- Druk op de toets REL. 2- Trek het front naar u toe. Volg de
aanwijzingen op de achterkant van het afneembare deel.
3- Neem het afneembare front mee als u de
auto verlaat.
4- Bewaar het front in zijn beschermhoes.
TERUGPLAATSEN VAN HET FRONT
1- Plaats de linkerkant van het front in de
opening voor op het apparaat.
2- Druk de rechterkant van het front op zijn
plaats tot u een klik hoort.
Opmerking 1: Als u een waarschuwingssignaal hoort, is het front niet goed teruggeplaatst. Opmerking 2: Om een goede aansluiting tussen apparaat en afneembaar front te waarborgen verdient het aanbeveling de contacten regelmatig met een katoenen doek te reinigen.
VASTZETTEN VAN HET AFNEEMBARE FRONT
Het afneembare front kan worden vastgezet met een schroef D2 x 10.
- Verwijder de sierplaat.
- Draai het afneembare front naar beneden.
- Zet een schroef a D2 x 10 (bevindt zich in de zak met toebehoren) op zijn plaats (1).
WAARSCHUWINGEN Waarschuwingslampje
Een waarschuwings-LED knippert als het afneembare front is verwijderd en het contact uit staat.U kunt de waarschuwings-LED uitschakelen (zie SETUP-menu, Warning LED function).
IDENTIFICATIENUMMER
Dit apparaat heeft een uniek identifi catienummer (vermeld op de “Security card”).Deze kaart dient als eigendomsbewijs bij diefstal van het apparaat, bij verlies van het afneembare front of bij onderhoud of reparatie.
80
HOME-PAGINA
Aan/uit-schakelen
• Druk kort op de draaiknop (links) om het apparaat in te schakelen.
• Druk langer (meer dan twee seconden) op de draaiknop om het apparaat uit te schakelen.
EEN BRON KIEZEN
Uw autoradio is ontworpen voor diverse bronnen. U kunt het bronmenu bekijken door lang of kort de toets HOME/ESC in te drukken (afhankelijk van het bronniveau waarin u zich op dat moment bevindt). > TUNER > CD/MP3 > CD/MP3/DVD CHANGER > TELEPHONE > AUXILIARY IN > SD/MMC > CAR COMPUTER > SETUP > SOUND
Druk op OK om de gekozen bron te activeren.
VOLUME
Zorg dat u het verkeer nog kunt horen (claxons, sirenes..….)
- Draai aan de volumeknop om de geluidssterkte in te stellen. Het volume wordt automatisch verhoogd of verlaagd als de aansluiting SMART Volume is geïnstalleerd en geselecteerd (zie Installatie).
Opmerking: U kunt het beginvolume instellen. Als het beginvolume op het maximale niveau wordt ingesteld, kan het geluidsniveau erg hoog zijn als u het apparaat inschakelt. Zie ‘SETUP’, optie ‘START VOL’.
Mute (stilschakeling)
• Druk op de draaiknop "Power" om "mute" in- of uit te schakelen als het apparaat is ingeschakeld.
Opmerking: U kunt het "mute"-niveau instellen op SILENT, -20dB, -12dB of -6dB.
81
Loading...
+ 20 hidden pages