Pioneer AVIC-F500BT User manual [nl]

Bedieningshandleiding
NAVIGATIE-GATEWAYSYSTEEM
AVIC-F500BT
Lees eerst de Belangrijke informatie voor de gebruiker zorgvuldig door! Belangrijke informatie voor de gebruikerbevat belangrijke informatie die u moet begrijpen voordat u dit navigatiesysteem gebruikt.
Nederlands
Inhoudsopgave
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u de handleiding
op een handige plaats op zodat u deze altijd snel bij de hand hebt.
Belangrijk
De schermen in de voorbeelden kunnen ver­schillen van de daadwerkelijke schermen. De werkelijke schermen kunnen zonder ken­nisgeving gewijzigd worden vanwege verbete­ringen in de prestaties en de functionaliteit.
Inleiding Overzicht handleiding 6
Gebruik van deze handleiding 6Terminologie 6Over de definitie van terminologie 7
Functies 7 Kaartgebied 8 Bescherming van het LCD-paneel en het
scherm 9
Voor een goede afleesbaarheid van het LCD-
scherm 9
Opmerkingen voor het interne geheugen 9
– Voordat het batterijpak wordt
losgekoppeld 9
Het navigatiesysteem resetten 9
Basisbediening
De namen en functies van de onderdelen
controleren 10
Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen 12
Een SD-geheugenkaart inbrengen 12Een SD-geheugenkaart uitwerpen 13
Een USB-geheugenapparaat aansluiten en
losmaken 13
– Een USB-geheugenapparaat
aansluiten 13
– Een USB-geheugenapparaat
losmaken 14
Een iPod aansluiten en losmaken 14
Uw iPod aansluiten 14
Uw iPod losmaken 15
Volgorde van het begin tot het einde 15 De eerste maal inschakelen 15 Inschakelen bij normaal gebruik 16 Gebruik van de navigatiemenuschermen 18
Overzicht van de schermen 18Wat u in elk menu kunt doen 19Het beeld van de achteruitkijkcamera
weergeven 19
– Naar het geluid van de aangesloten
car-stereo luisteren 19
Het gebruik van de kaart 21
Het kaartscherm aflezen 21Het 2D of 3D kaartscherm kiezen 23De schaal van de kaart wijzigen 23De kaart naar de plaats verschuiven die
u wilt zien 24
– De kantelhoek en de draaihoek van de
kaart veranderen 24
De basisinstructies voor het uitstippelen van
uw route 25
De bedieningsfuncties van een lijstscherm
(bijv. een stadslijst) 25
De bedieningsfuncties van het
schermtoetsenbord 25
Een locatie zoeken en selecteren
Een locatie aan de hand van het adres
zoeken 27
Nuttige plaatsen (POI) in de buurt
zoeken 29
– POIs in de buurt van de cursor
zoeken 29
Een dichtbijzijnde POI zoeken 30POIs langs de huidige route
zoeken 30
– POIs in de buurt van de bestemming
zoeken 30
– Het gebruik van Opgeslagen
zoekresultaten30
2
Nl
Inhoudsopgave
POIs zoeken met behulp van de gegevens op
een extern geheugenapparaat (USB, SD) 33
Een locatie aan de hand van de coördinaten
zoeken 34
Een locatie selecteren die u recentelijk hebt
opgezocht 35
– Een locatie uit Historiekwissen 35
Een locatie opgeslagen in Favorieten
selecteren 36
– Een locatie uit Favorietenwissen 36 Koers uitzetten naar uw huis 36 Een route instellen door een opgeslagen
route op te roepen 37
Een locatie zoeken door de kaart te
verschuiven 37
Nadat de locatie is bepaald (Kaart­bevestigingsscherm)
Wat u kunt doen met het Kaart-
bevestigingsscherm38 Route38 Opslaan als39 De locatie als nieuwe bestemming
instellen 39 De locatie als tussenpunt instellen 39 De locatie als de nieuwe eindbestemming
instellen 40 De locatie als beginpunt instellen 40 De informatie over een specifieke locatie
bekijken 40 Een kaartpunaise op de locatie plaatsen 41
– Een kaartpunaise verwijderen 41 Een locatie als een eigen POI registreren 41 De locatie in Favorietenopslaan 42 Een locatie uit Favorietenwissen 42 De positie als een veiligheidscameralocatie
opslaan 43
De huidige route controleren
De huidige route-omstandigheden
controleren 44
– Een simulatie van de rit met hoge
snelheid weergeven 45
– Overzicht van de volledige route
controleren op de kaart 45
De details van de huidige route
controleren 45
Tussenpunten en de bestemming bewerken Tussenpunten bewerken 47
Een tussenpunt toevoegen 47Tussenpunten sorteren 47Een tussenpunt verwijderen 47
De huidige route opslaan 47
– Registraties uit de Mijn routes
wissen 48
De huidige route wissen 48
Verkeersinformatie gebruiken
De verkeerslijst bekijken 49 De verkeersinformatie op de kaart
aflezen 49
De verkeersinformatie instellen 50
Gebruik van handsfree telefoneren
Handsfree telefoneren overzicht 51 Communicatie-apparaten voorbereiden 51 Het Telefoonmenu weergeven 51 Uw mobiele telefoon registreren 52
Telefoons in de buurt zoeken 52Een bepaalde telefoon zoeken 53Paren vanaf uw mobiele telefoon 53
Een geregistreerde mobiele telefoon
aansluiten 54
– De aansluiting van een mobiele
telefoon annuleren 55
– Een geregistreerde mobiele telefoon
verwijderen 55
3
Nl
Inhoudsopgave
Een oproep ontvangen 55
– Een inkomend telefoongesprek
beantwoorden 55
– Een inkomende oproep weigeren 56
Zelf telefoneren 56
Rechtstreeks bellen 56Iemand bellen via de
geschiedenislijst 57
Een telefoonnummer op het
Contactgeg.scherm bellen 57
Een telefoonnummer op het Kaart-
bevestigingsschermbellen 58
Gemakkelijk naar huis bellen 58
Inkomende sms-berichten aankondigen 59 Het telefoonboek overbrengen 59 Geheugen wissen 60 De telefoon instellen 61
Het telefoonvolume instellen 61De Bluetooth golftransmissie
stoppen 61
De telefoon automatisch opnemen 61De automatische weigeringsfunctie
instellen 62
– Echovermindering en
ruisonderdrukking 62
– De automatische verbinding
instellen 62
– De apparaatnaam bewerken 62
Opmerkingen met betrekking tot het
handsfree telefoneren 63
De software voor de Bluetooth draadloze
technologie updaten 64
Muziekbestanden afspelen (USB, SD)
Eerste bedieningsstappen 65 Het scherm aflezen 65 Gebruik van de aanraaktoetsen (Muziek) 66
Een fragment in de lijst selecteren 67Ingebedde tekstinformatie
weergeven 67
Gebruik van het Functionmenu 67
4
Nl
Filmbestanden (USB, SD) afspelen
Eerste bedieningsstappen 69 Het scherm aflezen 69 Gebruik van de aanraaktoetsen (Video) 70
– Een bepaalde scène opzoeken en
afspelen vanaf een bepaald tijdstip op de disc 70
Gebruik van het Functionmenu 71
Gebruik van een iPod® (iPod)
Eerste bedieningsstappen 72 Het scherm aflezen 72 Gebruik van de aanraaktoetsen (Muziek) 73
– Bladeren op zoek naar een
muziekstuk 74 Een videoprogramma afspelen 75 Gebruik van de aanraaktoetsen (Video) 75
– Bladeren op zoek naar een video 76
Gebruik van het Functionmenu 76
Gebruik van de AV-ingang
Eerste bedieningsstappen (AV) 78 Gebruik van de aanraaktoetsen 78
Voorkeursinstellingen aanpassen
De opties in het Instellingen navig.
menu 79
– Basisfuncties in het Instellingen
navig.menu 79
Instellingen GPS/tijd 79Tijdinstellingen 803D-instellingen 81Kaartinstellingen 81Weergegeven informatie 82Smart Zoom 83Overzichtmodus: 83Beheer POI 83Beheer Routelog 84Route 84Waarschuwingen 85Regionale instellingen 86
Inhoudsopgave
Fabrieksinstell. terug 86Thuis inst. 86Demomodus 86Geluidsinstellingen 87Over 87De POI-weergave instellen 88Nieuwe categorieën aanmaken 89Uw eigen POI bewerken 89Uw reisgeschiedenis opnemen 90Uw thuispositie instellen 92
De opties in het Systeeminstellingen
menu 92
– Het Systeeminstellingenmenu
weergeven 92
De taal selecteren 92Het startscherm veranderen 93De achteruitkijkcamera instellen 94De reactiestanden van de toetspanelen
instellen (toetspaneel-kalibrering) 94
– De helderheid van het scherm
afstellen 95
– De stroombesparingsfunctie
instellen 95
De batterijtoestand bewaken 96De versie-informatie controleren 96Het scherm uitschakelen 96
De opties in het Instellingen AVmenu 96
Het Instellingen AVmenu
weergeven 96
Video-ingang instellen (AV) 97Het geluid dempen/verzwakken 97De breedbeeldmodus veranderen 97De audio-uitgang instellen 98
Andere functies
Een extra bestand voor de stembegeleiding
installeren (TTS-bestand) 99
Het navigatiesysteem terugzetten op de
standaard- of fabrieksinstellingen 100
Instellingen die gewist worden 101
Aanhangsel
Verhelpen van storingen 102 Foutmeldingen en wat u ermee moet
doen 106 Berichten voor de audiofuncties 107 Plaatsbepaling technologie 108
Plaatsbepaling via GPS 108Justifiëring op de kaart 108
Wanneer er ernstige fouten optreden 109
– Wanneer plaatsbepaling via GPS
onmogelijk is 109
– Omstandigheden die fouten in de
plaatsbepaling kunnen veroorzaken 109
Informatie over de routebepaling 111
– Regels voor de routekeuze 111
Gedetailleerde informatie voor afspeelbare
media 113
Compatibiliteit 113Tabel voor mediacompatibiliteit 115
Over Bluetooth 118 Over het SD- en SDHC-logo 118 Over WMA 118 Over AAC 118 Gedetailleerde informatie over aansluitbare
iPods 119 Correct gebruik van het LCD-scherm 119
Omgaan met het LCD-scherm 119LCD-scherm (Liquid Crystal
Display) 119
Onderhoud van het LCD-scherm 119LED (lichtgevende diode)
verlichting 120
Display-informatie 121
Menu bestemming 121Telefoonmenu 121Menu-instellingen 122Snelkoppelingenmen 124
Verklarende woordenlijst 125 Specificaties 127
5
Nl
Hoofdstuk
01
Inleiding
Overzicht handleiding
Voordat u dit product gebruikt, moet u de Be­langrijke informatie voor de gebruiker(een af­zonderlijke handleiding) lezen die waarschuwingen en andere belangrijke infor­matie bevat.
Deze handleiding biedt u de benodigde infor­matie om uw nieuwe navigatiesysteem volle­dig te kunnen gebruiken. De eerste hoofdstukken beschrijven het navi­gatiesysteem in het algemeen. De latere hoofdstukken geven uitleg over de details van de navigatiefuncties. Hoofdstuk 8 beschrijft de bedieningsfuncties die verband houden met handsfree telefone­ren met een mobiele telefoon die is uitgerust met Bluetooth®technologie. Hoofdstuk 9 t/m Hoofdstuk 12 beschrijven de bediening van AV-bronnen. Lees deze hoofd­stukken aandachtig door wanneer u de diverse functies in de ingebouwde geluids- en beeld­bron wilt gebruiken en voor instructies betref­fende de bediening van de audio-apparatuur die op het navigatiesysteem is aangesloten. Hoofdstuk 13 beschrijft hoe u de instellingen kunt veranderen om deze aan uw eigen voor­keuren aan te passen. De werking van het na­vigatiesysteem hangt af van de instellingen voor de navigatiefunctie en de audio-visuele functies.
Gebruik van deze handleiding
Opzoeken van de bedieningsprocedure voor wat u wilt doen
Wanneer u besloten hebt wat u wilt doen, kunt u de pagina die u nodig hebt vinden in de In- houdsopgave”.
Opzoeken van de bedieningsprocedure op basis van een menunaam
Indien u de betekenis van een term die wordt weergegeven op het scherm wilt controleren, kunt u de bijbehorende pagina vinden in de
Display-informatieaan het einde van de handleiding.
Verklarende woordenlijst
Raadpleeg de verklarende woordenlijst als u de betekenis zoekt van een bepaalde term.
Terminologie
Neem voordat u verder gaat een paar minuten om de volgende informatie te lezen over de conventies die in deze handleiding worden ge­bruikt. Neem dit even goed in u op, want dit maakt de handleiding direct meer overzichte­lijk en vergemakkelijkt het leerproces. ! De toetsen van uw navigatiesysteem wor-
den in HOOFDLETTERS en VETGE- DRUKT weergegeven: bijv.) MENU toets, MAP toets.
! De onderdelen in de verschillende menus,
de schermtitels en functionele onderdelen worden vetgedrukt weergegeven met dub­bele aanhalingstekens “”. bijv.)
Menu bestemmingscherm of AV­bronscherm
! De aanraaktoetsen die beschikbaar zijn op
het scherm worden vetgedrukt weergege­ven tussen rechte haken [ ]: bijv.) [Bestemming], [Instellingen].
! Extra informatie, alternatieven en andere
opmerkingen worden als volgt weergege­ven: bijv.) p Als de thuislocatie nog niet is opgesla-
gen, moet u eerst deze locatie instellen.
! De referenties worden als volgt aangeduid:
bijv.) = Zie Uw thuispositie instellen op bladzijde
92 voor details.
6
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
Over de definitie van terminologie
Videobeeld
Videobeeldin deze handleiding wijst op de bewegende beelden van een iPod en andere apparatuur die met een RCA kabel op dit sys­teem is aangesloten, zoals AV apparatuur voor algemeen gebruik.
Extern geheugenapparaat (USB, SD)
Een SD-geheugenkaart, SDHC-geheugen­kaart, USB-geheugenapparaat en draagbare USB-audiospeler worden samen aangeduid als extern geheugenapparaat (USB, SD). In­dien het enkel om een USB-geheugenappa­raat of draagbare USB-audiospeler gaat, wordt de term USB-geheugenapparaatgebruikt.
Functies
Bediening van de aanraaktoetsen
De navigatiefunctie en de audiofunctie kun­nen worden bediend met behulp van de aan­raaktoetsen.
2D en 3D weergave van de kaart
Voor de navigatiebegeleiding kunnen verschil­lende typen schermweergaven worden gese­lecteerd.
2D kaartscherm
3D kaartscherm
Een grote hoeveelheid informatie over nuttige plaatsen (POI)
Er zijn meer dan 100 typen categorieën voor nuttige plaatsen (POIs) in de database. Bo­vendien kunt u uw eigen POIs en categorieën maken.
Automatische route herberekening
Wanneer u afwijkt van de uitgezette route, be­rekent het systeem de route opnieuw vanaf dat punt, zodat u de weg naar uw bestemming blijft volgen. p In bepaalde omstandigheden werkt deze
functie wellicht niet.
Een originele afbeelding als startscherm instellen
U kunt uw eigen afbeeldingen in JPEG- of BMP-formaat op een extern geheugenappa­raat (USB, SD) opslaan en dan originele af­beeldingen in dit navigatiesysteem importeren. Deze geïmporteerde afbeeldingen kunnen als startschermen worden ingesteld. p De geïmporteerde originele afbeeldingen
worden in het interne geheugen opgesla­gen, maar de weergave van deze beelden kan niet volledig worden gegarandeerd. Als de originele beeldgegevens worden gewist, plaatst u het externe geheugenapparaat (USB, SD) opnieuw en importeert dan nor­maals de originele afbeelding.
Inleiding
Een grote variëteit aan afspeelbare bestandsformaten
! De volgende bestandstypen kunnen op het
externe geheugenapparaat (USB, SD) wor­den afgespeeld.
Nl
7
Hoofdstuk
01
Inleiding
MP3, WMA, AAC, WAV, MPEG-4, AVI
Opmerking over het bekijken van vide-
os
Houd er rekening mee dat het gebruik van dit systeem voor commerciële of openbare doeleinden een inbreuk kan inhouden op de auteursrechten die door de wet worden beschermd.
Opmerking over het gebruik van MP3-
bestanden
Levering van dit navigatiesysteem impli­ceert alleen toestemming voor privaat, niet­commercieel gebruik en niet, impliciet noch expliciet, een toestemming of enig recht dit product te gebruiken in een com­merciële omgeving (waarbij geld wordt ver­diend), via uitzendingen (via de ether, satelliet, kabels en/of andere media), via uitzendingen/signaalstromen via internet, via een intranet en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen, zoals be­taalradio of geluid-op-aanvraag. Hiervoor is een aparte licentie nodig. Zie voor nadere informatie http://www.mp3licensing.com.
Automatische naamgeving van de bestanden
De tracknaam wordt automatisch weergege­ven wanneer deze functie beschikbaar is. Dit systeem biedt gemakkelijk te bedienen audio­functies waarmee bestanden eenvoudig kun­nen worden afgespeeld door een item uit de lijst te selecteren.
®
iPod
compatibiliteit
Dit product ondersteunt alleen de volgende iPod modellen en iPod softwareversies. An­dere modellen en versies zullen niet juist wer­ken.
! iPod nano eerste generatie; Ver. 1.3.1 ! iPod nano tweede generatie; Ver. 1.1.3 ! iPod nano derde generatie; Ver. 1.1 ! iPod vijfde generatie; Ver. 1.3 ! iPod classic; Ver. 1.1.1 ! iPod touch; Ver. 1.1.4
p Wanneer u dit navigatiesysteem gebruikt
met een Pioneer USB-interfacekabel voor de iPod (CD-IU200VM) (los verkrijgbaar), kunt u een iPod bedienen die compatibel is met dit navigatiesysteem.
p Voor het verkrijgen van de beste prestaties
wordt het aanbevolen gebruik te maken van de laatste softwareversie voor de iPod.
p De bediening kan variëren, afhankelijk van
het iPod model en de softwareversie van de iPod.
p Zie de informatie op onze website voor
meer details over iPod compatibiliteit met dit navigatiesysteem.
p iPod is een handelsmerk van Apple Inc., ge-
registreerd in de Verenigde Staten en an­dere landen.
Handsfree telefoneren
Een mobiele telefoon uitgerust met Blue-
®
tooth
technologie kan draadloos worden aan­gesloten. De mobiele telefoon moet compatibel zijn
met het profiel van dit navigatiesysteem.
Bij gebruik van de Bluetooth draadloze
technologie is het mogelijk dat niet alle functies van de mobiele telefoon met dit navigatiesysteem kunnen worden gebruikt.
Gereed voor een eventuele achteruitkijkcamera
Door een achteruitkijkcamera (bijv. ND-BC2) (los verkrijgbaar) aan te sluiten kunt u zien wat er zich achter het voertuig bevindt.
Kaartgebied
Zie de informatie op onze website voor meer details over het gebied dat de kaart van dit na­vigatiesysteem bestrijkt.
8
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
Bescherming van het LCD­paneel en het scherm
p Laat geen direct zonlicht op het LCD-
scherm vallen wanneer dit product niet wordt gebruikt. Langdurige blootstelling aan direct zonlicht kan de temperatuur in het LCD-scherm doen oplopen en storin­gen veroor zaken.
p Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet
u de antenne van deze telefoon uit de buurt houden van het LCD-scherm om te voorko­men dat de video wordt verstoord door het verschijnen van vlekken, gekleurde strepen enz.
p Om het LCD-scherm te beschermen tegen
schade, moet u ervoor zorgen dat u de aan­raaktoetsen alleen met uw vingers aantipt. (U mag geen ander voorwerp gebruiken, hooguit wanneer het aanraakpaneel wordt gekalibreerd.)
Voor een goede afleesbaarheid van het LCD-scherm
Het LCD-scherm is zo gemaakt dat de zicht­hoek beperkt is. De Helderheidkan echter worden gebruikt om de dichtheid van het zwart van de video aan te passen. Wanneer u het scherm de eerste keer gebruikt, verdient het aanbeveling de dichtheid van het zwart aan te passen zodat het scherm optimaal af­leesbaar is.
p Sommige gegevens zullen bewaard blijven.
Lees Het navigatiesysteem terugzetten op de standaard- of fabrieksinstellingen voordat u begint.
= Zie Het navigatiesysteem terugzetten op
de standaard- of fabrieksinstellingen op
bladzijde 100 voor meer gedetailleerde informatie over de items die gewist wor­den.
Het navigatiesysteem resetten
Druk alleen in de volgende omstandigheden op de RESET toets: ! Voordat u het product de eerste maal ge-
bruikt.
! Als het product niet correct werkt. ! Als het systeem niet naar behoren werkt. ! Wanneer randapparatuur die aangesloten
is op het navigatiesysteem aangesloten/ver­wijderd wordt.
! Als de positie van uw voertuig getoond op
de kaart aanzienlijk afwijkt van de feitelijke positie.
1 Schakel de contactschakelaar UIT.
2 Maak de navigatie-eenheid los van de cradle.
3 Druk de RESET toets met de punt van een pen of ander spits voorwerp in.
RESET toets
Inleiding
Opmerkingen voor het interne geheugen
Voordat het batterijpak wordt losgekoppeld
Als de interne batterij wordt losgemaakt of uit­geput is, zal het geheugen worden gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programme­ren.
9
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
5
6
7
c
321
8b
a9
4
h
d efg
De namen en functies van de onderdelen controleren
Dit hoofdstuk geeft informatie over de namen van de onderdelen en de hoofdfuncties die be­diend worden met behulp van de toetsen.
1 MENU toets
Druk op de MENU toets om het “To p Menuweer te geven.
10
Nl
Houd de toets ingedrukt om het “Scherm- kalibr.scherm weer te geven.
= Zie De reactiestanden van de toetspane-
len instellen (toetspaneel-kalibrering) op
bladzijde 94 voor details betreffende de bediening.
Basisbediening
Hoofdstuk
02
2 MAP toets
Druk hierop om het kaartscherm te bekij­ken. Houd de toets ingedrukt om het Aanpas- sen afbeelding” scherm weer te geven.
= Zie De helderheid van het scherm afstel-
len op bladzijde 95 voor details betref-
fende de bediening.
3 LCD-scherm
4 Indicator voor de Bluetooth verbin-
dingsstatus
Deze indicator licht op wanneer uw telefoon via Bluetooth draadloze technologie is ge­paard aan het navigatiesysteem. Tijdens het opladen via de DC -voedingsaan­sluiting zal de indicator oplichten, ook als het systeem uitgeschakeld is. De indicator dooft wanneer het opladen is voltooid.
5 MULTI-CONTROL
Draaien; Voor het instellen van het volume van de AV (audio en video) bron.
Een keer naar boven of beneden bewe­gen;
De schaal van de kaart één stapje verande­ren.
Naar boven of beneden blijven bewe­gen;
De schaal van de kaart continu veranderen. p Deze functie is alleen beschikbaar wan-
neer het kaartscherm wordt weergege­ven.
De MULTI-CONTROL naar links of rechts bewegen;
De frequentie één stapje veranderen; ge­bruik van de zoekfuncties voor de fragmen­ten.
De MULTI-CONTROL naar links of rechts blijven bewegen;
Gebruik van handmatige zoekafstemming en versnelde voorwaartse en achterwaartse weergave.
Op het midden van MULTI-CONTROL drukken;
Herhalen van de vorige routebegeleiding. p Als uw telefoon gepaard is aan het navi-
gatiesysteem, kunt u op het midden drukken om een inkomende oproep te beantwoorden of een gesprek te beëindi­gen.
6 Ingebouwde microfoon
Dit is een microfoon voor handsfree ge­bruik.
7 Aan/uit-toets
Wanneer het systeem uitgeschakeld is, houdt u deze toets ingedrukt om het sys­teem in te schakelen. Wanneer het systeem ingeschakeld is, drukt u op deze toets om het systeem in de stroombesparingsstand te zetten en dan drukt u nogmaals op de toets om het sys­teem volledig uit te schakelen. In de stroom­besparingsstand kunt u op de toets drukken om het systeem weer snel in de normale ge­bruiksstand te zetten.
8 Aansluiting voor los verkrijgbare GPS­antenne
Gebruik deze aansluiting alleen wanneer een los verkrijgbare GPS-antenne wordt aan­gesloten.
9 Ingebouwde luidspreker
In de volgende gevallen wordt er geen ge­luid weergegeven: Het onderdeel Selectie audio-uitgang
staat op Preout
Er is een hoofdtelefoon aangesloten
a Aansluiting voor los verkrijgbare micro­foon
Gebruik deze aansluiting alleen wanneer een los verkrijgbare microfoon wordt aange­sloten.
b Hoofdtelefoonaansluiting
Basisbediening
11
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
c SD-kaartsleuf
= Zie Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen op deze bladzijde voor meer
detailinformatie.
d RESET toets
= Zie Het navigatiesysteem resetten op
bladzijde 9 voor details betreffende de be­diening.
e Batterijvergrendelknop
Zet deze knop in de ontgrendelingsstand om de batterijen te verwijderen. = Tijdens normaal gebruik moet deze knop
in de vergrendelingsstand staan. Als dit niet zo is, kan het navigatiesysteem niet gestart worden.
f USB-stekker (mini-USB)
Gebruik deze poort om een USB-geheugen­apparaat met behulp van de bijgeleverde USB-kabel aan te sluiten. U kunt hierop ook een iPod aansluiten (gebruik de los verkrijg­bare kabel CD-IU200VM).
= Zie Een USB-geheugenapparaat aanslui-
ten en losmaken op de volgende blad-
zijde voor details.
= Zie Uw iPod aansluiten op bladzijde 14
voor details.
Een SD-geheugenkaart inbrengen en uitwerpen
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u dit nooit van het navigatiesysteem losmaken terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen deze gegevens gewoonlijk niet meer worden hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade, kosten of uitgaven als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens.
Een SD-geheugenkaart inbrengen
1 Open het deksel.
g AV-ingangsaansluiting
Om uw iPod met een USB-interfacekabel voor de iPod (CD-IU200VM) aan te sluiten, moet u de iPod met deze ingangsaanslui­ting en met de USB-stekker verbinden. = Gebruik de CD-RM10 (los verkrijgbaar)
voor het aansluiten van een externe vide­ocomponent.
h DC-voedingsaansluiting
Gebruik deze aansluiting alleen voor het aansluiten van een netspanningsadapter.
12
Nl
2 Steek de SD-geheugenkaart in de SD­kaartsleuf.
Steek de kaart met het label in dezelfde rich­ting als het LCD-scherm naar binnen en druk tegen de kaart totdat deze vastklikt en volledig vergrendeld is.
Labelkant
Basisbediening
Hoofdstuk
02
3 Sluit het deksel.
p Er is geen compatibiliteit met de Multi
Media Card (MMC).
p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle
SD-geheugenkaarten garanderen.
p Afhankelijk van de gebruikte SD-geheugen-
kaart is het mogelijk dat geen optimale prestatie van dit toestel wordt verkregen.
p Steek niets anders dan een SD-geheugen-
kaart of een dummy SD-kaart in de SD­kaartsleuf.
Een SD-geheugenkaart uitwerpen
1 Open het deksel.
2 Druk de SD-geheugenkaart naar bin­nen totdat u een klikgeluid hoort.
De SD-geheugenkaart komt naar buiten wan­neer u deze loslaat.
deze gegevens gewoonlijk niet meer worden hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade, kosten of uitgaven als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens.
Wanneer u dit navigatiesysteem gebruikt op enkel de stroom van de ingebouwde batterij, kunt u niet een iPod en een USB-geheugenap­paraat gebruiken. Om deze te gebruiken, moet u dit product via een andere methode van stroom voorzien, bijvoorbeeld met behulp van een netspanningsadapter of een voertuig­stroomoplader.
Een USB-geheugenapparaat aansluiten
1 Sluit de bijgeleverde USB-kabel op de USB-stekker aan.
Basisbediening
3 Haal de SD-geheugenkaart uit het toe­stel.
4 Sluit het deksel.
Een USB-geheugenapparaat aansluiten en losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u dit nooit van het navigatiesysteem losmaken terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen
13
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
2 Steek het USB-geheugenapparaat in de USB-stekker.
USB-kabel (bijgeleverd)
USB-geheugenapparaat
p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle
USB-geheugenapparaten garanderen. Afhankelijk van het USB-geheugenapparaat dat wordt aangesloten, is het mogelijk dat geen optimale prestatie van het navigatie­systeem wordt verkregen.
p Aansluiting via een USB-hub is niet moge-
lijk.
Een USB-geheugenapparaat losmaken
% Maak het USB-geheugenapparaat los nadat u gecontroleerd hebt of er geen ge­gevens worden overgebracht.
Uw iPod aansluiten
Met een USB-interfacekabel voor de iPod kunt u uw iPod op het navigatiesysteem aansluiten. p U hebt een USB-interfacekabel voor de
iPod (CD-IU200VM) (los verkrijgbaar) nodig.
1 Maak de bijgeleverde USB-kabel los nadat u gecontroleerd hebt of er geen ge­gevenscommunicatie plaatsvindt.
2 Sluit de USB-interfacekabel voor de iPod op de USB-stekker en de AV-ingang aan.
USB-interfacekabel voor de iPod
3 Sluit uw iPod aan.
Een iPod aansluiten en losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u dit nooit van het navigatiesysteem losmaken terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen deze gegevens gewoonlijk niet meer worden hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade, kosten of uitgaven als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens.
14
Nl
USB-interfacekabel voor de iPod
Basisbediening
Hoofdstuk
02
p Zie de informatie op onze website voor
meer details over iPod compatibiliteit met dit navigatiesysteem.
p Aansluiting via een USB-hub is niet moge-
lijk.
Uw iPod losmaken
% Maak de USB-interfacekabel voor de iPod los nadat u gecontroleerd hebt of er geen gegevens worden overgebracht.
Volgorde van het begin tot het einde
1 Start de motor om het systeem op te starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatie­startscherm voor een paar seconden.
p Om het LCD-scherm te beschermen tegen
schade, moet u ervoor zorgen dat u de aan­raaktoetsen alleen met uw vingers aantipt. (U mag geen ander voorwerp gebruiken, hooguit wanneer het aanraakpaneel wordt gekalibreerd.)
2 Schakel de motor van het voertuig uit om het systeem af te sluiten.
Het navigatiesysteem wordt ook uitge­schakeld.
De eerste maal inschakelen
1 Start de motor om het systeem op te starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatie­startscherm voor een paar seconden.
2 Tip op het scherm de taal aan die u wilt gebruiken.
3 Tip de taal aan die u wilt gebruiken voor de stembegeleiding.
Het navigatiesysteem zal nu opnieuw starten.
4 Lees de disclaimer zorgvuldig, contro­leer de details en tip dan [OK] aan als u met de voorwaarden akkoord gaat.
Basisbediening
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamera­functie niet beschikbaar totdat het navigatiesys­teem volledig is opgestart.
Wanneer u het navigatiesysteem de eerste maal gebruikt, moet u de taal selecteren die u wilt gebruiken.
15
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Het Top Menuverschijnt.
Inschakelen bij normaal gebruik
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamera­functie niet beschikbaar totdat het navigatiesys­teem volledig is opgestart.
% Start de motor om het systeem op te starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatie­startscherm voor een paar seconden.
p Het scherm dat getoond wordt hangt af van
de vorige omstandigheden.
p Als voorheen het navigatiescherm werd ge-
toond, zal de disclaimer verschijnen. Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer de details en tip dan [OK] aan als u met de voorwaarden akkoord gaat.
p Als er voorheen een ander scherm werd ge-
toond, zal het disclaimerscherm worden overgeslagen.
16
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
Basisbediening
17
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Het Top Menuverschijnt wanneer u het navigatiesysteem de eerste maal opstart.
Overzicht van de schermen
18
Nl
Basisbediening
Wat u in elk menu kunt doen
1 Top Menu
Druk op de MENU toets om het Top Menu weer te geven. Dit is het startmenu voor toegang tot de ge­wenste schermen en voor het bedienen van de diverse functies.
2 Menu bestemming
U kunt uw bestemming in dit menu zoeken. Ook kunt u via dit menu de ingestelde route controleren of annuleren.
3 Contactgeg. scherm
Scherm voor toegang tot de lijst met contact­gegevens en het oproepen van gegevens.
4 AV-bron menu
Toegang tot het scherm voor het selecteren van de geluids- en beeldbron die afgespeeld moeten worden.
5 Telefoonmenu
Toegang tot het scherm dat verband houdt met handsfree telefoneren om de belgeschie­denis te zien en de instellingen te veranderen voor de verbinding van de Bluetooth draadloze technologie.
6 Menu-instellingen
Toegang tot het scherm voor het aanpassen van de instellingen aan uw eigen voorkeuren.
7 Kaartscherm
Druk op de MAP toets om het navigatiekaart­scherm weer te geven.
8 AV-bedieningsscherm
Wanneer u een AV-bron afspeelt, zal dit scherm regelmatig verschijnen. Tip het picto­gram in de linker bovenhoek aan voor weer­gave van het AV-bronmenu.
p Om terug te keren naar het vorige scherm,
tipt u
Het beeld van de achteruitkijkcamera weergeven
[Achteruitkijk] kan gebruikt worden om het beeld van de achteruitkijkcamera over het vol­ledige scherm weer te geven. [Achteruitkijk] is handig als u bijvoorbeeld naar een aanhan-
aan.
ger enz. wilt kiijken die achter uw voertuig hangt. = Zie De achteruitkijkcamera instellen op blad-
zijde 94 voor details.
1 Druk op de MENU toets om het To p Menumenu weer te geven en tip dan [In­stellingen] aan.
2 Tip eerst [Systeeminstellingen] aan en daarna [Camera achter].
3 Tip [Aan] aan naast Cameraom de ca­mera-instelling te activeren.
4 Druk op de MENU toets om het To p Menumenu weer te geven en tip dan [AV-bron] aan.
5 Tip [Achteruitkijk] in het AV-bron menu aan.
Naar het geluid van de aangesloten car-stereo luisteren
Wanneer het navigatiesysteem wordt gecom­bineerd met de ND-G500 (los verkrijgbaar), kunt u luisteren naar het geluid van de aange­sloten car-stereo.
1 Selecteer Preoutin [Selectie audio­uitgang].
= Zie De audio-uitgang instellen op bladzijde
98 voor details.
2 Druk op de MENU toets om het To p Menumenu weer te geven en tip dan [AV-bron] aan.
Hoofdstuk
02
Basisbediening
19
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
3 Tip [OFF] in het AV-bron” menu aan.
4 Schakel de car-stereo in.
5 Stel het volume van de aangesloten car-stereo in.
p Wanneer ND-G500 op dit systeem is aange-
sloten, wordt in de volgende gevallen altijd het geluid van de aangesloten car-stereo uitgeschakeld: Wanneer u een mobiele telefoon verbon-
den met Bluetooth technologie gebruikt (bellen, spreken, inkomende oproep).
Wanneer de stem van de navigatiebege-
leiding wordt weergegeven.
20
Nl
Basisbediening
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die uw navigatiesysteem biedt, kan op de kaart worden bekeken. U dient te weten hoe de informatie op de kaart wordt weergegeven.
Het kaartscherm aflezen
Dit voorbeeld toont een 2D kaartscherm.
Hoofdstuk
02
Basisbediening
1
i
h
g
f
23 4
p Informatie met de markering (*) wordt al-
leen weergegeven wanneer de route be­paald is.
p Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen niet weergegeven.
1 Volgende rijrichting*
Wanneer u een begeleidingspunt nadert, wordt dit in groen weergegeven. Door dit item aan te tippen kunt u vorige begeleidingsinfor­matie opnieuw beluisteren.
p Zie Extra informatie over de richtingbege-
leiding op bladzijde 113 voor meer infor-
matie over het richtingsymbool.
2 Afstand tot het begeleidingspunt*
Toont de afstand tot het volgende begelei­dingspunt.
5
6
7
8
9
a
bcde
3 De naam van de te gebruiken straat (of
het volgende begeleidingspunt)*
4 Huidige tijd 5 Kompas
De rode pijl geeft het noorden aan.
6 Kaarmoduskiezer
= Zie Het 2D of 3D kaartscherm kiezen op
bladzijde 23 voor details.
7 Snelkoppeling naar het Kaart-bevesti-
gingsscherm
Door deze snelkoppeling aan te tippen kan het scherm rechtstreeks naar het Kaart-bevesti­gingsschermoverschakelen met de huidige positie of de cursorpositie in het midden.
= Zie Wat u kunt doen met het Kaart-be-
vestigingsschermop bladzijde 38 voor
details.
21
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
8 Stoptoets voor routedemo
Deze toets wordt weergegeven wanneer u de routedemo (Overzichtof Demomodus) activeert. Door de toets aan te tippen wordt de routedemo geannuleerd.
= Zie Demomodus op bladzijde 86 voor
details.
= Zie Een simulatie van de rit met hoge
snelheid weergeven op bladzijde 45 voor
details.
9 Album-afbeelding op iPod
Als u uw iPod op dit navigatiesysteem aan­sluit, verschijnt de album-afbeelding van het programma dat wordt afgespeeld.
a Snelkoppeling naar het AV-bedienings-
scherm
Hier wordt de AV-bron getoond die nu is ge­selecteerd. Door de indicator aan te tippen wordt het AV-bedieningsscherm voor de huidi­ge bron rechtstreeks opgeroepen.
b Verlengtabblad voor de AV-informatiebalk
Door dit tabblad aan te tippen wordt de AV-in­formatiebalk geopend en kunt u snel de huidi­ge status van de AV-bron controleren. Tip nog een keer op het tabblad om dit weer in te schuiven.
c Huidige route*
De route die nu is ingesteld wordt in een hel­dere kleur op de kaart aangegeven. Als er een tussenpunt op de route is ingesteld, wordt de route na het volgende tussenpunt in een an­dere kleur getoond.
d Huidige positie
Toont de positie van uw auto. De punt van het driehoeksteken geeft aan in welke richting u rijdt en het teken beweegt automatisch met het rijden mee.
p De punt van het driehoeksteken is de
juiste huidige positie.
e Straatnaam (of naam van de stad) waar
uw voertuig langs of door rijdt
f Multi-informatievenster
Toont de waarde van de items geselecteerd op Weergegeven informatie. Door dit gebied aan te tippen kunt u het Route-informatie scherm weergeven.
= Zie Weergegeven informatie op blad-
zijde 82 voor details.
= Zie De huidige route-omstandigheden
controleren op bladzijde 44 voor details.
p Dit item wordt niet getoond wanneer
Volledig cockpitschermop Aanis ingesteld.
= Zie Kaartinstellingen op bladzijde 81
voor details.
p De geschatte aankomsttijd is een ideale
waarde die het navigatiesysteem intern berekend wanneer de route wordt uitge­stippeld. De geschatte aankomsttijd moet als een referentiewaarde worden beschouwd en biedt geen garantie van aankomst op dat tijdstip.
g Schaal van de kaart
De schaal van de kaart wordt weergegeven door de afstand.
h Batterijtoestand-indicator
Deze indicator toont de batterijtoestand als Indicatie batterijspanningop [Aan] staat.
= Zie De batterijspanning weergeven op
bladzijde 96 voor details.
i Tweede manoeuvre pijl*
Toont de rijrichting na de volgende manoeuvre en de afstand tot daar.
p Dit item wordt niet getoond wanneer
Volledig cockpitschermop Aanis ingesteld.
= Zie Kaartinstellingen op bladzijde 81
voor details.
Betekenis van de begeleidingsvlaggen
: Bestemming
De geblokte vlag geeft uw bestem­ming aan.
: Tussenpunt
De gele vlaggen tonen uw tussen­punten.
: Beginpunt
De helder groene vlag toont uw startpunt.
22
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
Wanneer u op een meerbaans weg rijdt
Verschijnt wanneer er een meerbaansweg is op de route die u rijdt. De aangegeven rijbaan is de aanbevolen rijbaan.
p Deze informatie is gebaseerd op de kaart-
database. De informatie kan verschillen van de feitelijke omstandigheden. Gebruik de informatie enkel als richtlijn bij het rij­den.
Opmerking over de route aangegeven in paars
p Een route aangegeven in paars op de kaart
geeft aan dat de route een weg bevat die niet overeenkomt met uw voorkeursinstel­lingen in Route; Onverharde wegen,
Snelwegen”, “Veerboten”, “U-bochten”, “Toest. vereist”, “Tolwegen”.
Voor uw eigen veiligheid moet u langs de gemarkeerde route goed op alle lokale ver­keersregels letten en ze opvolgen.
3D kaartscherm
1 Druk op de MAP toets om het naviga­tiekaartscherm weer te geven.
2 Tip te kiezen.
of aan om de kaartmodus
De schaal van de kaart wijzigen
1 Druk op de MAP toets om het naviga­tiekaartscherm weer te geven.
2 Beweeg MULTI-CONTROL naar beneden of boven om in of uit te zoomen.
Wanneer u MULTI-CONTROL eenmaal naar boven of beneden beweegt, verandert de kaart­schaal één stapje. Houd MULTI-CONTROL naar boven of beneden gedrukt om de schaal continu te veranderen.
Basisbediening
Het 2D of 3D kaartscherm kiezen
2D kaartscherm
23
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
p Bij uitzoomen wordt de grootte van het pic-
togram verkleind totdat dit volledig is ver­borgen. Het punaisevormige pictogram verandert niet van grootte en wordt voortdu­rend weergegeven.
p Bij verder uitzoomen worden de strepen
van de verkeersinformatie verborgen.
fende locatie. (De getoonde informatie hangt af van de plaats.)
4 Tip de kaart aan en sleep deze in de ge­wenste richting om hem te verschuiven.
Bij het slepen van de kaart wordt deze ver­schoven. De grootte van de schuifstappen hangt af van de sleepafstand.
p Druk op de MAP toets om de kaart naar de
huidige positie te laten terugkeren.
De kantelhoek en de draaihoek van de kaart veranderen
Op een 3D kaartscherm kunt u de kaart even aantrippen om de regelaars voor de kantel- en draaihoek te tonen.
De kaart naar de plaats verschuiven die u wilt zien
1 Druk op de MAP toets om het naviga­tiekaartscherm weer te geven.
2 Tip kiezen.
3 Tip de kaart even kort aan.
Door even kort de plaats op de kaart aan te tip­pen die u wilt zien, wordt de cursor op die plaats gezet.
Wanneer de cursor op de gewenste plaats wordt gezet, verschijnt er een kort informatief overzicht onderaan op het scherm over de plaats die wordt weergegeven, met de straat­naam en andere informatie voor de betref-
aan om de 2D kaartmodus te
Cursor
1 Druk op de MAP toets om het naviga­tiekaartscherm weer te geven.
2 Tip kiezen.
3 Tip even kort op een willekeurige plaats op de kaart om de regelaars voor de kantel- en draaihoek te tonen.
4 Tip op de regelaars om de gewenste kantel- en draaihoek in te stellen.
aan om de 3D kaartmodus te
Regelaars voor de kantel- en draaihoek
24
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
De basisinstructies voor het uitstippelen van uw route
1 Parkeer uw voertuig op een veilige plek en
trek de handrem aan.
j
2 Geef het Menu bestemmingweer.
j
3 Kies de methode voor het zoeken van uw
bestemming.
j
4 Voer de informatie voor de bestemming in
en beperk de zoekresultaten totdat er nog maar één over is.
j
5 Tip [Ga nu hiernaartoe] op het Kaart-be-
vestigingsschermaan.
j
6 Het navigatiesysteem berekent de route
naar uw bestemming en geeft daarna de route weer op de kaart.
j
7 Zet de handrem vrij en rijd overeenkomstig
de navigatiebegeleiding.
1 Schermtitel
Deze titel verschaft referentie-informatie voor de volgende bedieningsstap.
2 Huidige pagina/totaal aantal paginas 3
:
Terugkeren naar het vorige scherm.
4
: Door de schuift u door de lijst en kunt u de resterende items zien.
5 Items in de lijst:
Bij het aantippen van een item in de lijst kunt u de opties beperken en doorgaan naar de vol­gende bedieningsstap.
of op de schuifbalk aan te tippen,
De bedieningsfuncties van het schermtoetsenbord
12 3456
789a
Basisbediening
De bedieningsfuncties van een lijstscherm (bijv. een stadslijst)
3
1
45
2
1 Tekstvakje:
Toont de tekens die zijn ingevoerd. Als er geen tekst in het vakje is, wordt er informatieve tekst getoond.
2 Schermtitel
Deze titel verschaft referentie-informatie voor de volgende bedieningsstap.
3 Toetsenbord:
Tip de toetsen aan voor het invoeren van de te­kens.
4 Aantal mogelijke keuzes 5
:
Terugkeren naar het vorige scherm.
6
:
25
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Eén voor één wissen van de ingevoerde te­kens, te beginnen bij het einde van de tekst. Door te blijven drukken, wordt alle tekst ge­wist.
7 Hoofdlettervergrendeling
Hiermee wordt het toetsenbord omgeschakeld tussen kleine letters en hoofdletters. Elke keer dat u [aA] aantipt, worden de instel­lingen als volgt gewijzigd:
de eerste letter van een woord
wordt een hoofdletter.
u kunt de letters als kleine letters invoeren. (Wanneer een spatie wordt inge­voerd, wordt automatisch naar geschakeld.)
u kunt de letters met de hoofdlet­tergrendeling invoeren.
8 [@/!]:
Toont de toets voor het invoeren van speciale tekens, zoals [!].
p De weergave van deze toets en de te-
kens die ingevoerd kunnen worden, vari­ëren afhankelijk van de huidige lay-out van het toetsenbord.
9 [Toetsen]:
Hiermee kiest u een andere lay-out voor het toetsenbord.
a [Klaar]:
Hiermee bevestigt u de invoer en gaat u door naar de volgende stap.
over-
26
Nl
Een locatie zoeken en selecteren
Hoofdstuk
03
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen zijn de functies voor de bepaling van de route niet beschikbaar zolang het voertuig rijdt. Om deze functies te activeren en een route te bepalen, dient u op een veilige plaats te stoppen en de handrem aan te trekken.
p Sommige informatie over verkeersregels is
afhankelijk van het tijdstip waarop de route wordt berekend. Deze informatie is daarom mogelijk niet in overeenstemming met een bepaalde verkeersregel op het moment dat uw voertuig de betreffende locatie passeert. Bovendien gelden de aangegeven verkeers­regels voor een personenauto en niet voor een bedrijfsauto. Houd u altijd aan de daadwerkelijke verkeersregels als u in uw voertuig rijdt.
Een locatie aan de hand van het adres zoeken
De meest gebruikte functie is [Adres], waarbij het adres wordt opgegeven en de bestemming wordt opgezocht.
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan.
2 Tip [Adres] aan.
Een locatie zoeken en selecteren
3 Tip de toets naast Land:aan om de landenlijst weer te geven.
4 Tip een van de items in de lijst aan om het land in te stellen.
Het scherm keert terug naar de vorige scherm.
Nl
27
Hoofdstuk
03
Een locatie zoeken en selecteren
5 Tip de toets naast Plaats:aan om de naam van de stad in te voeren.
6 Voer de naam van de stad of de post­code in.
! Wanneer het aantal opties is gedaald tot
zes of minder, zullen deze automatisch wor­den weergegeven.
! Als u de opties wilt weergeven die overeen-
komen met de informatie die tot nu toe is ingevoerd, tipt u [Klaar] aan.
! Bij het aantippen van [Historiek] wordt een
lijst met steden getoond die u voorheen hebt geselecteerd.
centrum van de betreffende stad te selecte­ren, waarna u doorgaat naar het Kaart­bevestigingsscherm.
8 Voer de straatnaam in en tip de ge­wenste straat in de lijst aan.
! Wanneer reeds een straat is ingesteld, kunt
u[Midden straat] aantippen om het mid- den van de betreffende straat te selecteren, waarna u doorgaat naar het Kaart-bevesti­gingsscherm.
! Wanneer reeds een straat is ingesteld, kunt
u[Zoek kruispunt] aantippen om een kruispunt te zoeken. Nadat u de tweede straatnaam hebt ingevoerd en het gewenste kruispunt hebt geselecteerd, verschijnt het Kaart-bevestigingsscherm. Dit is handig wanneer u het huisnummer niet weet of als u geen huisnummer kunt invoeren voor de geselecteerde straat.
9 Voert het huisnummer in en tip dan [Klaar] aan.
! Als het huisnummer dat u hebt ingevoerd
niet kan worden gevonden, verschijnt er een bericht. In dat geval tipt u [OK] aan en probeert u een bestaand huisnummer in te voeren.
10 Tip een van de opties onderaan op het Kaart-bevestigingsschermaan om de vol­gende bedieningsstap te selecteren.
7 Tip de gewenste stad aan.
! Wanneer reeds een stad is ingesteld, kunt u
[Stadscentrum] aantippen om het stads-
28
Nl
Door [Route]en[Ga nu hiernaartoe] op- eenvolgend aan te tippen kunt u de geselec­teerde plaats als de bestemming invoeren en de route tot aan dat punt uitstippelen.
Een locatie zoeken en selecteren
Hoofdstuk
03
= Zie Wat u kunt doen met het Kaart-bevesti-
gingsschermop bladzijde 38 voor details
over de verdere bediening op het Kaart-be­vestigingsscherm.
Als er slechts één optie overeenkomt met uw in­gave, zal het scherm meteen naar het Kaart-be­vestigingsschermspringen en wordt het invoeren van de straatnaam of het huisnummer overgeslagen. Als dit niet de gewenste locatie is, tipt u proberen.
aan om met een ander adres te
Nuttige plaatsen (POI) in de buurt zoeken
Informatie over verschillende voorzieningen (Nuttige plaatsen - POI), zoals benzinestations, parkeerterreinen of restaurants, is beschik­baar. Door de categorie te selecteren (of de naam van de POI in te voeren), kunt u een nut­tige plaats laten opzoeken.
POI’s in de buurt van de cursor zoeken
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom Cursor] aan.
3 Sleep de kaart om de cursor naar de ge­wenste plaats te brengen en tip [OK] aan.
Een locatie zoeken en selecteren
Het aantal POIs in de buurt verschijnt onder­aan op het scherm.
4 Tip de gewenste categorie aan.
Als er nog meer gedetailleerde categorieën binnen de geselecteerde categorie zijn, her­haalt u deze stap naar vereist. Tip [Zoeken] aan om te zoeken naar een POI door de POI-naam in de geselecteerde catego­rie in te voeren.
5 Tip de gewenste POI aan.
! Door het [Naam] tabblad aan te tippen wor-
den de opties in de lijst in alfabetische volg­orde gerangschikt.
29
Nl
Hoofdstuk
03
Een locatie zoeken en selecteren
! Door het [Afstand] tabblad aan te tippen
worden de opties in de lijst op afstand ge­rangschikt.
p Pictogrammen vereenvoudigen het snel
herkennen van categorieën van faciliteiten met dezelfde naam.
6 Tip een van de opties onderaan op het Kaart-bevestigingsschermaan om de vol­gende bedieningsstap te selecteren.
Door [Route]en[Ga nu hiernaartoe] op- eenvolgend aan te tippen kunt u de geselec­teerde plaats als de bestemming invoeren en de route tot aan dat punt uitstippelen.
= Zie Wat u kunt doen met het Kaart-bevesti-
gingsschermop bladzijde 38 voor details
over de verdere bediening op het Kaart-be­vestigingsscherm.
p Door te zoeken naar een plaats en [Info]op
het Kaart-bevestigingsschermaan te tip­pen kunt u ook naar dichtstbijzijnde POIs rondom de cursor zoeken.
= Zie De informatie over een specifieke locatie
bekijken op bladzijde 40 voor details.
Een dichtbijzijnde POI zoeken
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom huidige GPS-locatie] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergege­ven.
= Zie POIs in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere be­dieningsaanwijzingen.
POI’s langs de huidige route zoeken
p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de route reeds is uitgestippeld.
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan en daarna [POI].
2 Tip [Langs route] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergege­ven.
= Zie POIs in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere be­dieningsaanwijzingen.
POI’s in de buurt van de bestemming zoeken
p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de route reeds is uitgestippeld.
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom bestemming] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergege­ven.
= Zie POIs in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere be­dieningsaanwijzingen.
Het gebruik van “Opgeslagen zoekresultaten
Uw selectievolgorde in het geheugen opslaan
U kunt de geselecteerde zoekmethode en een van de categorieën als een snelkoppeling op­slaan om deze later op te roepen. Op deze wijze kunt u op dezelfde manier als voorheen naar een POI zoeken. De snelkoppelingen kun­nen ook weer worden gewist.
1 Tip [Bestemming] in het Top Menu aan en daarna [POI].
30
Nl
Loading...
+ 98 hidden pages