Lees eerst de “Belangrijke informatie voor de gebruiker”
zorgvuldig door! “Belangrijke informatie voor de
gebruiker” bevat belangrijke informatie die u moet
begrijpen voordat u dit navigatiesysteem gebruikt.
Nederlands
Inhoudsopgave
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer-product.
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u het toestel op de juiste
manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u de handleiding
op een handige plaats op zodat u deze altijd snel bij de hand hebt.
Belangrijk
De schermen in de voorbeelden kunnen verschillen van de daadwerkelijke schermen.
De werkelijke schermen kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden vanwege verbeteringen in de prestaties en de functionaliteit.
Inleiding
Overzicht handleiding 6
– Gebruik van deze handleiding 6
– Terminologie 6
– Over de definitie van terminologie 7
Functies 7
Kaartgebied 8
Bescherming van het LCD-paneel en het
scherm 9
Voor een goede afleesbaarheid van het LCD-
scherm 9
Opmerkingen voor het interne geheugen 9
– Voordat het batterijpak wordt
losgekoppeld 9
– Het navigatiesysteem resetten 9
Basisbediening
De namen en functies van de onderdelen
controleren 10
Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen 12
– Een SD-geheugenkaart inbrengen 12
– Een SD-geheugenkaart uitwerpen 13
Een USB-geheugenapparaat aansluiten en
losmaken 13
– Een USB-geheugenapparaat
aansluiten 13
– Een USB-geheugenapparaat
losmaken 14
Een iPod aansluiten en losmaken 14
– Uw iPod aansluiten 14
– Uw iPod losmaken 15
Volgorde van het begin tot het einde 15
De eerste maal inschakelen 15
Inschakelen bij normaal gebruik 16
Gebruik van de navigatiemenuschermen 18
– Overzicht van de schermen 18
– Wat u in elk menu kunt doen 19
– Het beeld van de achteruitkijkcamera
weergeven 19
– Naar het geluid van de aangesloten
car-stereo luisteren 19
Het gebruik van de kaart 21
– Het kaartscherm aflezen 21
– Het 2D of 3D kaartscherm kiezen 23
– De schaal van de kaart wijzigen 23
– De kaart naar de plaats verschuiven die
u wilt zien 24
– De kantelhoek en de draaihoek van de
kaart veranderen 24
De basisinstructies voor het uitstippelen van
uw route 25
De bedieningsfuncties van een lijstscherm
(bijv. een stadslijst) 25
De bedieningsfuncties van het
schermtoetsenbord 25
Een locatie zoeken en selecteren
Een locatie aan de hand van het adres
zoeken 27
Nuttige plaatsen (POI) in de buurt
zoeken 29
– POI’s in de buurt van de cursor
zoeken 29
– Een dichtbijzijnde POI zoeken 30
– POI’s langs de huidige route
zoeken 30
– POI’s in de buurt van de bestemming
zoeken 30
– Het gebruik van “Opgeslagen
zoekresultaten” 30
2
Nl
Inhoudsopgave
POI’s zoeken met behulp van de gegevens op
een extern geheugenapparaat (USB,
SD) 33
Een locatie aan de hand van de coördinaten
zoeken 34
Een locatie selecteren die u recentelijk hebt
opgezocht 35
– Een locatie uit “Historiek” wissen 35
Een locatie opgeslagen in “Favorieten”
selecteren 36
– Een locatie uit “Favorieten” wissen 36
Koers uitzetten naar uw huis 36
Een route instellen door een opgeslagen
route op te roepen 37
Een locatie zoeken door de kaart te
verschuiven 37
Nadat de locatie is bepaald (Kaartbevestigingsscherm)
Wat u kunt doen met het “Kaart-
bevestigingsscherm” 38
Route… 38
Opslaan als… 39
De locatie als nieuwe bestemming
instellen 39
De locatie als tussenpunt instellen 39
De locatie als de nieuwe eindbestemming
instellen 40
De locatie als beginpunt instellen 40
De informatie over een specifieke locatie
bekijken 40
Een kaartpunaise op de locatie plaatsen 41
– Een kaartpunaise verwijderen 41
Een locatie als een eigen POI registreren 41
De locatie in “Favorieten” opslaan 42
Een locatie uit “Favorieten” wissen 42
De positie als een veiligheidscameralocatie
opslaan 43
De huidige route controleren
De huidige route-omstandigheden
controleren 44
– Een simulatie van de rit met hoge
snelheid weergeven 45
– Overzicht van de volledige route
controleren op de kaart 45
De details van de huidige route
controleren 45
Tussenpunten en de bestemming
bewerken
Tussenpunten bewerken 47
– Een tussenpunt toevoegen 47
– Tussenpunten sorteren 47
– Een tussenpunt verwijderen 47
De huidige route opslaan 47
– Registraties uit de “Mijn routes”
wissen 48
De huidige route wissen 48
Verkeersinformatie gebruiken
De verkeerslijst bekijken 49
De verkeersinformatie op de kaart
Voordat u dit product gebruikt, moet u de “Belangrijke informatie voor de gebruiker” (een afzonderlijke handleiding) lezen die
waarschuwingen en andere belangrijke informatie bevat.
Deze handleiding biedt u de benodigde informatie om uw nieuwe navigatiesysteem volledig te kunnen gebruiken.
De eerste hoofdstukken beschrijven het navigatiesysteem in het algemeen. De latere
hoofdstukken geven uitleg over de details van
de navigatiefuncties.
Hoofdstuk 8 beschrijft de bedieningsfuncties
die verband houden met handsfree telefoneren met een mobiele telefoon die is uitgerust
met Bluetooth®technologie.
Hoofdstuk 9 t/m Hoofdstuk 12 beschrijven de
bediening van AV-bronnen. Lees deze hoofdstukken aandachtig door wanneer u de diverse
functies in de ingebouwde geluids- en beeldbron wilt gebruiken en voor instructies betreffende de bediening van de audio-apparatuur
die op het navigatiesysteem is aangesloten.
Hoofdstuk 13 beschrijft hoe u de instellingen
kunt veranderen om deze aan uw eigen voorkeuren aan te passen. De werking van het navigatiesysteem hangt af van de instellingen
voor de navigatiefunctie en de audio-visuele
functies.
Gebruik van deze handleiding
Opzoeken van de bedieningsprocedure
voor wat u wilt doen
Wanneer u besloten hebt wat u wilt doen, kunt
u de pagina die u nodig hebt vinden in de “In-houdsopgave”.
Opzoeken van de bedieningsprocedure
op basis van een menunaam
Indien u de betekenis van een term die wordt
weergegeven op het scherm wilt controleren,
kunt u de bijbehorende pagina vinden in de
“Display-informatie” aan het einde van de
handleiding.
Verklarende woordenlijst
Raadpleeg de verklarende woordenlijst als u
de betekenis zoekt van een bepaalde term.
Terminologie
Neem voordat u verder gaat een paar minuten
om de volgende informatie te lezen over de
conventies die in deze handleiding worden gebruikt. Neem dit even goed in u op, want dit
maakt de handleiding direct meer overzichtelijk en vergemakkelijkt het leerproces.
! De toetsen van uw navigatiesysteem wor-
den in HOOFDLETTERS en VETGE-DRUKT weergegeven:
bijv.)
MENU toets, MAP toets.
! De onderdelen in de verschillende menu’s,
de schermtitels en functionele onderdelen
worden vetgedrukt weergegeven met dubbele aanhalingstekens “”.
bijv.)
“Menu bestemming” scherm of “AVbron” scherm
! De aanraaktoetsen die beschikbaar zijn op
het scherm worden vetgedrukt weergegeven tussen rechte haken [ ]:
bijv.)
[Bestemming], [Instellingen].
! Extra informatie, alternatieven en andere
opmerkingen worden als volgt weergegeven:
bijv.)
p Als de thuislocatie nog niet is opgesla-
gen, moet u eerst deze locatie instellen.
! De referenties worden als volgt aangeduid:
bijv.)
= Zie Uw thuispositie instellen op bladzijde
92 voor details.
6
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
Over de definitie van terminologie
“Videobeeld”
“Videobeeld” in deze handleiding wijst op de
bewegende beelden van een iPod en andere
apparatuur die met een RCA kabel op dit systeem is aangesloten, zoals AV apparatuur voor
algemeen gebruik.
“Extern geheugenapparaat (USB, SD)”
Een SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, USB-geheugenapparaat en draagbare
USB-audiospeler worden samen aangeduid
als “extern geheugenapparaat (USB, SD)”. Indien het enkel om een USB-geheugenapparaat of draagbare USB-audiospeler gaat, wordt
de term “USB-geheugenapparaat” gebruikt.
Functies
Bediening van de aanraaktoetsen
De navigatiefunctie en de audiofunctie kunnen worden bediend met behulp van de aanraaktoetsen.
2D en 3D weergave van de kaart
Voor de navigatiebegeleiding kunnen verschillende typen schermweergaven worden geselecteerd.
2D kaartscherm
3D kaartscherm
Een grote hoeveelheid informatie over
nuttige plaatsen (POI)
Er zijn meer dan 100 typen categorieën voor
nuttige plaatsen (POI’s) in de database. Bovendien kunt u uw eigen POI’s en categorieën
maken.
Automatische route herberekening
Wanneer u afwijkt van de uitgezette route, berekent het systeem de route opnieuw vanaf dat
punt, zodat u de weg naar uw bestemming
blijft volgen.
p In bepaalde omstandigheden werkt deze
functie wellicht niet.
Een originele afbeelding als
startscherm instellen
U kunt uw eigen afbeeldingen in JPEG- of
BMP-formaat op een extern geheugenapparaat (USB, SD) opslaan en dan originele afbeeldingen in dit navigatiesysteem
importeren. Deze geïmporteerde afbeeldingen
kunnen als startschermen worden ingesteld.
p De geïmporteerde originele afbeeldingen
worden in het interne geheugen opgeslagen, maar de weergave van deze beelden
kan niet volledig worden gegarandeerd. Als
de originele beeldgegevens worden gewist,
plaatst u het externe geheugenapparaat
(USB, SD) opnieuw en importeert dan normaals de originele afbeelding.
Inleiding
Een grote variëteit aan afspeelbare
bestandsformaten
Houd er rekening mee dat het gebruik van
dit systeem voor commerciële of openbare
doeleinden een inbreuk kan inhouden op
de auteursrechten die door de wet worden
beschermd.
— Opmerking over het gebruik van MP3-
bestanden
Levering van dit navigatiesysteem impliceert alleen toestemming voor privaat, nietcommercieel gebruik en niet, impliciet
noch expliciet, een toestemming of enig
recht dit product te gebruiken in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (via de ether,
satelliet, kabels en/of andere media), via
uitzendingen/signaalstromen via internet,
via een intranet en/of andere netwerken of
in andere elektronische systemen, zoals betaalradio of geluid-op-aanvraag. Hiervoor is
een aparte licentie nodig. Zie voor nadere
informatie
http://www.mp3licensing.com.
Automatische naamgeving van de
bestanden
De tracknaam wordt automatisch weergegeven wanneer deze functie beschikbaar is. Dit
systeem biedt gemakkelijk te bedienen audiofuncties waarmee bestanden eenvoudig kunnen worden afgespeeld door een item uit de
lijst te selecteren.
®
iPod
compatibiliteit
Dit product ondersteunt alleen de volgende
iPod modellen en iPod softwareversies. Andere modellen en versies zullen niet juist werken.
met een Pioneer USB-interfacekabel voor
de iPod (CD-IU200VM) (los verkrijgbaar),
kunt u een iPod bedienen die compatibel is
met dit navigatiesysteem.
p Voor het verkrijgen van de beste prestaties
wordt het aanbevolen gebruik te maken
van de laatste softwareversie voor de iPod.
p De bediening kan variëren, afhankelijk van
het iPod model en de softwareversie van de
iPod.
p Zie de informatie op onze website voor
meer details over iPod compatibiliteit met
dit navigatiesysteem.
p iPod is een handelsmerk van Apple Inc., ge-
registreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Handsfree telefoneren
Een mobiele telefoon uitgerust met Blue-
®
tooth
technologie kan draadloos worden aangesloten.
— De mobiele telefoon moet compatibel zijn
met het profiel van dit navigatiesysteem.
— Bij gebruik van de Bluetooth draadloze
technologie is het mogelijk dat niet alle
functies van de mobiele telefoon met dit
navigatiesysteem kunnen worden gebruikt.
Gereed voor een eventuele
achteruitkijkcamera
Door een achteruitkijkcamera (bijv. ND-BC2)
(los verkrijgbaar) aan te sluiten kunt u zien wat
er zich achter het voertuig bevindt.
Kaartgebied
Zie de informatie op onze website voor meer
details over het gebied dat de kaart van dit navigatiesysteem bestrijkt.
8
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
Bescherming van het LCDpaneel en het scherm
p Laat geen direct zonlicht op het LCD-
scherm vallen wanneer dit product niet
wordt gebruikt. Langdurige blootstelling
aan direct zonlicht kan de temperatuur in
het LCD-scherm doen oplopen en storingen veroor zaken.
p Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet
u de antenne van deze telefoon uit de buurt
houden van het LCD-scherm om te voorkomen dat de video wordt verstoord door het
verschijnen van vlekken, gekleurde strepen
enz.
p Om het LCD-scherm te beschermen tegen
schade, moet u ervoor zorgen dat u de aanraaktoetsen alleen met uw vingers aantipt.
(U mag geen ander voorwerp gebruiken,
hooguit wanneer het aanraakpaneel wordt
gekalibreerd.)
Voor een goede
afleesbaarheid van het
LCD-scherm
Het LCD-scherm is zo gemaakt dat de zichthoek beperkt is. De “Helderheid” kan echter
worden gebruikt om de dichtheid van het
zwart van de video aan te passen. Wanneer u
het scherm de eerste keer gebruikt, verdient
het aanbeveling de dichtheid van het zwart
aan te passen zodat het scherm optimaal afleesbaar is.
p Sommige gegevens zullen bewaard blijven.
Lees Het navigatiesysteem terugzetten opde standaard- of fabrieksinstellingen voordat
u begint.
= Zie Het navigatiesysteem terugzetten op
de standaard- of fabrieksinstellingen op
bladzijde 100 voor meer gedetailleerde
informatie over de items die gewist worden.
Het navigatiesysteem resetten
Druk alleen in de volgende omstandigheden
op de RESET toets:
! Voordat u het product de eerste maal ge-
bruikt.
! Als het product niet correct werkt.
! Als het systeem niet naar behoren werkt.
! Wanneer randapparatuur die aangesloten
is op het navigatiesysteem aangesloten/verwijderd wordt.
! Als de positie van uw voertuig getoond op
de kaart aanzienlijk afwijkt van de feitelijke
positie.
1 Schakel de contactschakelaar UIT.
2 Maak de navigatie-eenheid los van de
cradle.
3 Druk de RESET toets met de punt van
een pen of ander spits voorwerp in.
RESET toets
Inleiding
Opmerkingen voor het
interne geheugen
Voordat het batterijpak wordt
losgekoppeld
Als de interne batterij wordt losgemaakt of uitgeput is, zal het geheugen worden gewist en
zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
9
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
5
6
7
c
321
8b
a9
4
h
defg
De namen en functies van de onderdelen controleren
Dit hoofdstuk geeft informatie over de namen
van de onderdelen en de hoofdfuncties die bediend worden met behulp van de toetsen.
1 MENU toets
Druk op de MENU toets om het “To p
Menu” weer te geven.
10
Nl
Houd de toets ingedrukt om het “Scherm-
kalibr.” scherm weer te geven.
= Zie De reactiestanden van de toetspane-
len instellen (toetspaneel-kalibrering) op
bladzijde 94 voor details betreffende de
bediening.
Basisbediening
Hoofdstuk
02
2 MAP toets
Druk hierop om het kaartscherm te bekijken.
Houd de toets ingedrukt om het “Aanpas-sen afbeelding” scherm weer te geven.
= Zie De helderheid van het scherm afstel-
len op bladzijde 95 voor details betref-
fende de bediening.
3 LCD-scherm
4 Indicator voor de Bluetooth verbin-
dingsstatus
Deze indicator licht op wanneer uw telefoon
via Bluetooth draadloze technologie is gepaard aan het navigatiesysteem.
Tijdens het opladen via de DC -voedingsaansluiting zal de indicator oplichten, ook als
het systeem uitgeschakeld is. De indicator
dooft wanneer het opladen is voltooid.
5 MULTI-CONTROL
Draaien;
Voor het instellen van het volume van de AV
(audio en video) bron.
Een keer naar boven of beneden bewegen;
De schaal van de kaart één stapje veranderen.
Naar boven of beneden blijven bewegen;
De schaal van de kaart continu veranderen.
p Deze functie is alleen beschikbaar wan-
neer het kaartscherm wordt weergegeven.
De MULTI-CONTROL naar links of rechts
bewegen;
De frequentie één stapje veranderen; gebruik van de zoekfuncties voor de fragmenten.
De MULTI-CONTROL naar links of rechts
blijven bewegen;
Gebruik van handmatige zoekafstemming
en versnelde voorwaartse en achterwaartse
weergave.
Op het midden van MULTI-CONTROL
drukken;
Herhalen van de vorige routebegeleiding.
p Als uw telefoon gepaard is aan het navi-
gatiesysteem, kunt u op het midden
drukken om een inkomende oproep te
beantwoorden of een gesprek te beëindigen.
6 Ingebouwde microfoon
Dit is een microfoon voor handsfree gebruik.
7 Aan/uit-toets
Wanneer het systeem uitgeschakeld is,
houdt u deze toets ingedrukt om het systeem in te schakelen.
Wanneer het systeem ingeschakeld is, drukt
u op deze toets om het systeem in de
stroombesparingsstand te zetten en dan
drukt u nogmaals op de toets om het systeem volledig uit te schakelen. In de stroombesparingsstand kunt u op de toets drukken
om het systeem weer snel in de normale gebruiksstand te zetten.
8 Aansluiting voor los verkrijgbare GPSantenne
Gebruik deze aansluiting alleen wanneer
een los verkrijgbare GPS-antenne wordt aangesloten.
9 Ingebouwde luidspreker
In de volgende gevallen wordt er geen geluid weergegeven:
— Het onderdeel “Selectie audio-uitgang”
staat op “Preout”
— Er is een hoofdtelefoon aangesloten
a Aansluiting voor los verkrijgbare microfoon
Gebruik deze aansluiting alleen wanneer
een los verkrijgbare microfoon wordt aangesloten.
b Hoofdtelefoonaansluiting
Basisbediening
11
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
c SD-kaartsleuf
= Zie Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen op deze bladzijde voor meer
detailinformatie.
d RESET toets
= Zie Het navigatiesysteem resetten op
bladzijde 9 voor details betreffende de bediening.
e Batterijvergrendelknop
Zet deze knop in de ontgrendelingsstand
om de batterijen te verwijderen.
= Tijdens normaal gebruik moet deze knop
in de vergrendelingsstand staan. Als dit
niet zo is, kan het navigatiesysteem niet
gestart worden.
f USB-stekker (mini-USB)
Gebruik deze poort om een USB-geheugenapparaat met behulp van de bijgeleverde
USB-kabel aan te sluiten. U kunt hierop ook
een iPod aansluiten (gebruik de los verkrijgbare kabel CD-IU200VM).
= Zie Een USB-geheugenapparaat aanslui-
ten en losmaken op de volgende blad-
zijde voor details.
= Zie Uw iPod aansluiten op bladzijde 14
voor details.
Een SD-geheugenkaart
inbrengen en uitwerpen
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u
dit nooit van het navigatiesysteem losmaken
terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen
deze gegevens gewoonlijk niet meer worden
hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven
als gevolg van verlies of onbruikbaar worden
van gegevens.
Een SD-geheugenkaart inbrengen
1 Open het deksel.
g AV-ingangsaansluiting
Om uw iPod met een USB-interfacekabel
voor de iPod (CD-IU200VM) aan te sluiten,
moet u de iPod met deze ingangsaansluiting en met de USB-stekker verbinden.
= Gebruik de CD-RM10 (los verkrijgbaar)
voor het aansluiten van een externe videocomponent.
h DC-voedingsaansluiting
Gebruik deze aansluiting alleen voor het
aansluiten van een netspanningsadapter.
12
Nl
2 Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf.
Steek de kaart met het label in dezelfde richting als het LCD-scherm naar binnen en druk
tegen de kaart totdat deze vastklikt en volledig
vergrendeld is.
Labelkant
Basisbediening
Hoofdstuk
02
3 Sluit het deksel.
p Er is geen compatibiliteit met de Multi
Media Card (MMC).
p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle
SD-geheugenkaarten garanderen.
p Afhankelijk van de gebruikte SD-geheugen-
kaart is het mogelijk dat geen optimale
prestatie van dit toestel wordt verkregen.
p Steek niets anders dan een SD-geheugen-
kaart of een dummy SD-kaart in de SDkaartsleuf.
Een SD-geheugenkaart uitwerpen
1 Open het deksel.
2 Druk de SD-geheugenkaart naar binnen totdat u een klikgeluid hoort.
De SD-geheugenkaart komt naar buiten wanneer u deze loslaat.
deze gegevens gewoonlijk niet meer worden
hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven
als gevolg van verlies of onbruikbaar worden
van gegevens.
Wanneer u dit navigatiesysteem gebruikt op
enkel de stroom van de ingebouwde batterij,
kunt u niet een iPod en een USB-geheugenapparaat gebruiken. Om deze te gebruiken, moet
u dit product via een andere methode van
stroom voorzien, bijvoorbeeld met behulp van
een netspanningsadapter of een voertuigstroomoplader.
Een USB-geheugenapparaat
aansluiten
1 Sluit de bijgeleverde USB-kabel op de
USB-stekker aan.
Basisbediening
3 Haal de SD-geheugenkaart uit het toestel.
4 Sluit het deksel.
Een USB-geheugenapparaat
aansluiten en losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u
dit nooit van het navigatiesysteem losmaken
terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen
13
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
2 Steek het USB-geheugenapparaat in de
USB-stekker.
USB-kabel (bijgeleverd)
USB-geheugenapparaat
p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle
USB-geheugenapparaten garanderen.
Afhankelijk van het USB-geheugenapparaat
dat wordt aangesloten, is het mogelijk dat
geen optimale prestatie van het navigatiesysteem wordt verkregen.
p Aansluiting via een USB-hub is niet moge-
lijk.
Een USB-geheugenapparaat
losmaken
% Maak het USB-geheugenapparaat los
nadat u gecontroleerd hebt of er geen gegevens worden overgebracht.
Uw iPod aansluiten
Met een USB-interfacekabel voor de iPod kunt
u uw iPod op het navigatiesysteem aansluiten.
p U hebt een USB-interfacekabel voor de
iPod (CD-IU200VM) (los verkrijgbaar) nodig.
1 Maak de bijgeleverde USB-kabel los
nadat u gecontroleerd hebt of er geen gegevenscommunicatie plaatsvindt.
2 Sluit de USB-interfacekabel voor de
iPod op de USB-stekker en de AV-ingang
aan.
USB-interfacekabel voor de iPod
3 Sluit uw iPod aan.
Een iPod aansluiten en
losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u
dit nooit van het navigatiesysteem losmaken
terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen
deze gegevens gewoonlijk niet meer worden
hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven
als gevolg van verlies of onbruikbaar worden
van gegevens.
14
Nl
USB-interfacekabel voor de iPod
Basisbediening
Hoofdstuk
02
p Zie de informatie op onze website voor
meer details over iPod compatibiliteit met
dit navigatiesysteem.
p Aansluiting via een USB-hub is niet moge-
lijk.
Uw iPod losmaken
% Maak de USB-interfacekabel voor de
iPod los nadat u gecontroleerd hebt of er
geen gegevens worden overgebracht.
Volgorde van het begin tot
het einde
1 Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatiestartscherm voor een paar seconden.
p Om het LCD-scherm te beschermen tegen
schade, moet u ervoor zorgen dat u de aanraaktoetsen alleen met uw vingers aantipt.
(U mag geen ander voorwerp gebruiken,
hooguit wanneer het aanraakpaneel wordt
gekalibreerd.)
2 Schakel de motor van het voertuig uit
om het systeem af te sluiten.
Het navigatiesysteem wordt ook uitgeschakeld.
De eerste maal inschakelen
1 Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatiestartscherm voor een paar seconden.
2 Tip op het scherm de taal aan die u wilt
gebruiken.
3 Tip de taal aan die u wilt gebruiken
voor de stembegeleiding.
Het navigatiesysteem zal nu opnieuw starten.
4 Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer de details en tip dan [OK] aan als u
met de voorwaarden akkoord gaat.
Basisbediening
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamerafunctie niet beschikbaar totdat het navigatiesysteem volledig is opgestart.
Wanneer u het navigatiesysteem de eerste
maal gebruikt, moet u de taal selecteren die u
wilt gebruiken.
15
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Het “Top Menu” verschijnt.
Inschakelen bij normaal
gebruik
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamerafunctie niet beschikbaar totdat het navigatiesysteem volledig is opgestart.
% Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze verschijnt het navigatiestartscherm voor een paar seconden.
p Het scherm dat getoond wordt hangt af van
de vorige omstandigheden.
p Als voorheen het navigatiescherm werd ge-
toond, zal de disclaimer verschijnen.
Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer
de details en tip dan [OK] aan als u met de
voorwaarden akkoord gaat.
p Als er voorheen een ander scherm werd ge-
toond, zal het disclaimerscherm worden
overgeslagen.
16
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
Basisbediening
17
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Het “Top Menu” verschijnt wanneer u het navigatiesysteem de eerste maal opstart.
Overzicht van de schermen
18
Nl
Basisbediening
Wat u in elk menu kunt doen
1 Top Menu
Druk op de MENU toets om het “Top Menu”
weer te geven.
Dit is het startmenu voor toegang tot de gewenste schermen en voor het bedienen van
de diverse functies.
2 Menu bestemming
U kunt uw bestemming in dit menu zoeken.
Ook kunt u via dit menu de ingestelde route
controleren of annuleren.
3 Contactgeg. scherm
Scherm voor toegang tot de lijst met contactgegevens en het oproepen van gegevens.
4 AV-bron menu
Toegang tot het scherm voor het selecteren
van de geluids- en beeldbron die afgespeeld
moeten worden.
5 Telefoonmenu
Toegang tot het scherm dat verband houdt
met handsfree telefoneren om de belgeschiedenis te zien en de instellingen te veranderen
voor de verbinding van de Bluetooth draadloze
technologie.
6 Menu-instellingen
Toegang tot het scherm voor het aanpassen
van de instellingen aan uw eigen voorkeuren.
7 Kaartscherm
Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven.
8 AV-bedieningsscherm
Wanneer u een AV-bron afspeelt, zal dit
scherm regelmatig verschijnen. Tip het pictogram in de linker bovenhoek aan voor weergave van het “AV-bron” menu.
p Om terug te keren naar het vorige scherm,
tipt u
Het beeld van de
achteruitkijkcamera weergeven
[Achteruitkijk] kan gebruikt worden om het
beeld van de achteruitkijkcamera over het volledige scherm weer te geven. [Achteruitkijk]
is handig als u bijvoorbeeld naar een aanhan-
aan.
ger enz. wilt kiijken die achter uw voertuig
hangt.
= Zie De achteruitkijkcamera instellen op blad-
zijde 94 voor details.
1 Druk op de MENU toets om het “To p
Menu” menu weer te geven en tip dan [Instellingen] aan.
2 Tip eerst [Systeeminstellingen] aan en
daarna [Camera achter].
3 Tip [Aan] aan naast “Camera” om de camera-instelling te activeren.
4 Druk op de MENU toets om het “To p
Menu” menu weer te geven en tip dan
[AV-bron] aan.
5 Tip [Achteruitkijk] in het “AV-bron”
menu aan.
Naar het geluid van de
aangesloten car-stereo luisteren
Wanneer het navigatiesysteem wordt gecombineerd met de ND-G500 (los verkrijgbaar),
kunt u luisteren naar het geluid van de aangesloten car-stereo.
1 Selecteer “Preout” in [Selectie audiouitgang].
= Zie De audio-uitgang instellen op bladzijde
98 voor details.
2 Druk op de MENU toets om het “To p
Menu” menu weer te geven en tip dan
[AV-bron] aan.
Hoofdstuk
02
Basisbediening
19
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
3 Tip [OFF] in het “AV-bron” menu aan.
4 Schakel de car-stereo in.
5 Stel het volume van de aangesloten
car-stereo in.
p Wanneer ND-G500 op dit systeem is aange-
sloten, wordt in de volgende gevallen altijd
het geluid van de aangesloten car-stereo
uitgeschakeld:
— Wanneer u een mobiele telefoon verbon-
den met Bluetooth technologie gebruikt
(bellen, spreken, inkomende oproep).
— Wanneer de stem van de navigatiebege-
leiding wordt weergegeven.
20
Nl
Basisbediening
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die uw navigatiesysteem biedt, kan op de kaart worden bekeken. U dient te weten
hoe de informatie op de kaart wordt weergegeven.
Het kaartscherm aflezen
Dit voorbeeld toont een 2D kaartscherm.
Hoofdstuk
02
Basisbediening
1
i
h
g
f
234
p Informatie met de markering (*) wordt al-
leen weergegeven wanneer de route bepaald is.
p Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen
niet weergegeven.
1 Volgende rijrichting*
Wanneer u een begeleidingspunt nadert,
wordt dit in groen weergegeven. Door dit item
aan te tippen kunt u vorige begeleidingsinformatie opnieuw beluisteren.
p Zie Extra informatie over de richtingbege-
leiding op bladzijde 113 voor meer infor-
matie over het richtingsymbool.
2 Afstand tot het begeleidingspunt*
Toont de afstand tot het volgende begeleidingspunt.
5
6
7
8
9
a
bcde
3 De naam van de te gebruiken straat (of
het volgende begeleidingspunt)*
4 Huidige tijd
5 Kompas
De rode pijl geeft het noorden aan.
6 Kaarmoduskiezer
= Zie Het 2D of 3D kaartscherm kiezen op
bladzijde 23 voor details.
7 Snelkoppeling naar het Kaart-bevesti-
gingsscherm”
Door deze snelkoppeling aan te tippen kan het
scherm rechtstreeks naar het “Kaart-bevestigingsscherm” overschakelen met de huidige
positie of de cursorpositie in het midden.
= Zie Wat u kunt doen met het “Kaart-be-
vestigingsscherm” op bladzijde 38 voor
details.
21
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
8 Stoptoets voor routedemo
Deze toets wordt weergegeven wanneer u de
routedemo (“Overzicht” of “Demomodus”)
activeert. Door de toets aan te tippen wordt de
routedemo geannuleerd.
= Zie Demomodus op bladzijde 86 voor
details.
= Zie Een simulatie van de rit met hoge
snelheid weergeven op bladzijde 45 voor
details.
9 Album-afbeelding op iPod
Als u uw iPod op dit navigatiesysteem aansluit, verschijnt de album-afbeelding van het
programma dat wordt afgespeeld.
a Snelkoppeling naar het AV-bedienings-
scherm
Hier wordt de AV-bron getoond die nu is geselecteerd. Door de indicator aan te tippen
wordt het AV-bedieningsscherm voor de huidige bron rechtstreeks opgeroepen.
b Verlengtabblad voor de AV-informatiebalk
Door dit tabblad aan te tippen wordt de AV-informatiebalk geopend en kunt u snel de huidige status van de AV-bron controleren. Tip nog
een keer op het tabblad om dit weer in te
schuiven.
c Huidige route*
De route die nu is ingesteld wordt in een heldere kleur op de kaart aangegeven. Als er een
tussenpunt op de route is ingesteld, wordt de
route na het volgende tussenpunt in een andere kleur getoond.
d Huidige positie
Toont de positie van uw auto. De punt van het
driehoeksteken geeft aan in welke richting u
rijdt en het teken beweegt automatisch met
het rijden mee.
p De punt van het driehoeksteken is de
juiste huidige positie.
e Straatnaam (of naam van de stad) waar
uw voertuig langs of door rijdt
f Multi-informatievenster
Toont de waarde van de items geselecteerd op
“Weergegeven informatie”. Door dit gebied
aan te tippen kunt u het “Route-informatie”
scherm weergeven.
= Zie Weergegeven informatie op blad-
zijde 82 voor details.
= Zie De huidige route-omstandigheden
controleren op bladzijde 44 voor details.
p Dit item wordt niet getoond wanneer
“Volledig cockpitscherm” op “Aan” is
ingesteld.
= Zie Kaartinstellingen op bladzijde 81
voor details.
p De geschatte aankomsttijd is een ideale
waarde die het navigatiesysteem intern
berekend wanneer de route wordt uitgestippeld. De geschatte aankomsttijd
moet als een referentiewaarde worden
beschouwd en biedt geen garantie van
aankomst op dat tijdstip.
g Schaal van de kaart
De schaal van de kaart wordt weergegeven
door de afstand.
h Batterijtoestand-indicator
Deze indicator toont de batterijtoestand als
“Indicatie batterijspanning” op [Aan] staat.
= Zie De batterijspanning weergeven op
bladzijde 96 voor details.
i Tweede manoeuvre pijl*
Toont de rijrichting na de volgende manoeuvre
en de afstand tot daar.
p Dit item wordt niet getoond wanneer
“Volledig cockpitscherm” op “Aan” is
ingesteld.
= Zie Kaartinstellingen op bladzijde 81
voor details.
Betekenis van de begeleidingsvlaggen
: Bestemming
De geblokte vlag geeft uw bestemming aan.
: Tussenpunt
De gele vlaggen tonen uw tussenpunten.
: Beginpunt
De helder groene vlag toont uw
startpunt.
22
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
Wanneer u op een meerbaans weg rijdt
Verschijnt wanneer er een meerbaansweg is
op de route die u rijdt. De aangegeven rijbaan
is de aanbevolen rijbaan.
p Deze informatie is gebaseerd op de kaart-
database. De informatie kan verschillen
van de feitelijke omstandigheden. Gebruik
de informatie enkel als richtlijn bij het rijden.
Opmerking over de route aangegeven
in paars
p Een route aangegeven in paars op de kaart
geeft aan dat de route een weg bevat die
niet overeenkomt met uw voorkeursinstellingen in “Route”; “Onverharde wegen”,
Voor uw eigen veiligheid moet u langs de
gemarkeerde route goed op alle lokale verkeersregels letten en ze opvolgen.
3D kaartscherm
1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven.
2 Tip
te kiezen.
ofaan om de kaartmodus
De schaal van de kaart wijzigen
1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven.
2 Beweeg MULTI-CONTROL naar beneden
of boven om in of uit te zoomen.
Wanneer u MULTI-CONTROL eenmaal naar
boven of beneden beweegt, verandert de kaartschaal één stapje. Houd MULTI-CONTROL
naar boven of beneden gedrukt om de schaal
continu te veranderen.
Basisbediening
Het 2D of 3D kaartscherm kiezen
2D kaartscherm
23
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
p Bij uitzoomen wordt de grootte van het pic-
togram verkleind totdat dit volledig is verborgen. Het punaisevormige pictogram
verandert niet van grootte en wordt voortdurend weergegeven.
p Bij verder uitzoomen worden de strepen
van de verkeersinformatie verborgen.
fende locatie. (De getoonde informatie hangt
af van de plaats.)
4 Tip de kaart aan en sleep deze in de gewenste richting om hem te verschuiven.
Bij het slepen van de kaart wordt deze verschoven. De grootte van de schuifstappen
hangt af van de sleepafstand.
p Druk op de MAP toets om de kaart naar de
huidige positie te laten terugkeren.
De kantelhoek en de draaihoek
van de kaart veranderen
Op een 3D kaartscherm kunt u de kaart even
aantrippen om de regelaars voor de kantel- en
draaihoek te tonen.
De kaart naar de plaats
verschuiven die u wilt zien
1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven.
2 Tip
kiezen.
3 Tip de kaart even kort aan.
Door even kort de plaats op de kaart aan te tippen die u wilt zien, wordt de cursor op die
plaats gezet.
Wanneer de cursor op de gewenste plaats
wordt gezet, verschijnt er een kort informatief
overzicht onderaan op het scherm over de
plaats die wordt weergegeven, met de straatnaam en andere informatie voor de betref-
aan om de 2D kaartmodus te
Cursor
1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven.
2 Tip
kiezen.
3 Tip even kort op een willekeurige
plaats op de kaart om de regelaars voor de
kantel- en draaihoek te tonen.
4 Tip op de regelaars om de gewenste
kantel- en draaihoek in te stellen.
aan om de 3D kaartmodus te
Regelaars voor de kantel- en draaihoek
24
Nl
Basisbediening
Hoofdstuk
02
De basisinstructies voor het
uitstippelen van uw route
1 Parkeer uw voertuig op een veilige plek en
trek de handrem aan.
j
2 Geef het “Menu bestemming” weer.
j
3 Kies de methode voor het zoeken van uw
bestemming.
j
4 Voer de informatie voor de bestemming in
en beperk de zoekresultaten totdat er nog
maar één over is.
j
5 Tip [Ga nu hiernaartoe] op het “Kaart-be-
vestigingsscherm” aan.
j
6 Het navigatiesysteem berekent de route
naar uw bestemming en geeft daarna de
route weer op de kaart.
j
7 Zet de handrem vrij en rijd overeenkomstig
de navigatiebegeleiding.
1 Schermtitel
Deze titel verschaft referentie-informatie voor
de volgende bedieningsstap.
2 Huidige pagina/totaal aantal pagina’s
3
:
Terugkeren naar het vorige scherm.
4
:
Door de
schuift u door de lijst en kunt u de resterende
items zien.
5 Items in de lijst:
Bij het aantippen van een item in de lijst kunt
u de opties beperken en doorgaan naar de volgende bedieningsstap.
of op de schuifbalk aan te tippen,
De bedieningsfuncties van
het schermtoetsenbord
123456
789a
Basisbediening
De bedieningsfuncties van
een lijstscherm (bijv. een
stadslijst)
3
1
45
2
1 Tekstvakje:
Toont de tekens die zijn ingevoerd. Als er geen
tekst in het vakje is, wordt er informatieve
tekst getoond.
2 Schermtitel
Deze titel verschaft referentie-informatie voor
de volgende bedieningsstap.
3 Toetsenbord:
Tip de toetsen aan voor het invoeren van de tekens.
4 Aantal mogelijke keuzes
5
:
Terugkeren naar het vorige scherm.
6
:
25
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Eén voor één wissen van de ingevoerde tekens, te beginnen bij het einde van de tekst.
Door te blijven drukken, wordt alle tekst gewist.
7 Hoofdlettervergrendeling
Hiermee wordt het toetsenbord omgeschakeld
tussen kleine letters en hoofdletters.
Elke keer dat u [aA] aantipt, worden de instellingen als volgt gewijzigd:
— de eerste letter van een woord
wordt een hoofdletter.
— u kunt de letters als kleine letters
invoeren. (Wanneer een spatie wordt ingevoerd, wordt automatisch naar
geschakeld.)
— u kunt de letters met de hoofdlettergrendeling invoeren.
8 [@/!]:
Toont de toets voor het invoeren van speciale
tekens, zoals [!].
p De weergave van deze toets en de te-
kens die ingevoerd kunnen worden, variëren afhankelijk van de huidige lay-out
van het toetsenbord.
9 [Toetsen]:
Hiermee kiest u een andere lay-out voor het
toetsenbord.
a [Klaar]:
Hiermee bevestigt u de invoer en gaat u door
naar de volgende stap.
over-
26
Nl
Een locatie zoeken en selecteren
Hoofdstuk
03
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen zijn de functies voor de
bepaling van de route niet beschikbaar zolang
het voertuig rijdt. Om deze functies te activeren
en een route te bepalen, dient u op een veilige
plaats te stoppen en de handrem aan te trekken.
p Sommige informatie over verkeersregels is
afhankelijk van het tijdstip waarop de route
wordt berekend. Deze informatie is daarom
mogelijk niet in overeenstemming met een
bepaalde verkeersregel op het moment dat
uw voertuig de betreffende locatie passeert.
Bovendien gelden de aangegeven verkeersregels voor een personenauto en niet voor
een bedrijfsauto. Houd u altijd aan de
daadwerkelijke verkeersregels als u in uw
voertuig rijdt.
Een locatie aan de hand
van het adres zoeken
De meest gebruikte functie is [Adres], waarbij
het adres wordt opgegeven en de bestemming
wordt opgezocht.
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan.
2 Tip [Adres] aan.
Een locatie zoeken en selecteren
3 Tip de toets naast “Land:” aan om de
landenlijst weer te geven.
4 Tip een van de items in de lijst aan om
het land in te stellen.
Het scherm keert terug naar de vorige scherm.
Nl
27
Hoofdstuk
03
Een locatie zoeken en selecteren
5 Tip de toets naast “Plaats:” aan om de
naam van de stad in te voeren.
6 Voer de naam van de stad of de postcode in.
! Wanneer het aantal opties is gedaald tot
zes of minder, zullen deze automatisch worden weergegeven.
! Als u de opties wilt weergeven die overeen-
komen met de informatie die tot nu toe is
ingevoerd, tipt u [Klaar] aan.
! Bij het aantippen van [Historiek] wordt een
lijst met steden getoond die u voorheen
hebt geselecteerd.
centrum van de betreffende stad te selecteren, waarna u doorgaat naar het “Kaartbevestigingsscherm”.
8 Voer de straatnaam in en tip de gewenste straat in de lijst aan.
! Wanneer reeds een straat is ingesteld, kunt
u[Midden straat] aantippen om het mid-
den van de betreffende straat te selecteren,
waarna u doorgaat naar het “Kaart-bevestigingsscherm”.
! Wanneer reeds een straat is ingesteld, kunt
u[Zoek kruispunt] aantippen om een
kruispunt te zoeken. Nadat u de tweede
straatnaam hebt ingevoerd en het gewenste
kruispunt hebt geselecteerd, verschijnt het
“Kaart-bevestigingsscherm”. Dit is handig
wanneer u het huisnummer niet weet of als
u geen huisnummer kunt invoeren voor de
geselecteerde straat.
9 Voert het huisnummer in en tip dan
[Klaar] aan.
! Als het huisnummer dat u hebt ingevoerd
niet kan worden gevonden, verschijnt er
een bericht. In dat geval tipt u [OK] aan en
probeert u een bestaand huisnummer in te
voeren.
10 Tip een van de opties onderaan op het
“Kaart-bevestigingsscherm” aan om de volgende bedieningsstap te selecteren.
7 Tip de gewenste stad aan.
! Wanneer reeds een stad is ingesteld, kunt u
[Stadscentrum] aantippen om het stads-
28
Nl
Door [Route…]en[Ga nu hiernaartoe] op-
eenvolgend aan te tippen kunt u de geselecteerde plaats als de bestemming invoeren en
de route tot aan dat punt uitstippelen.
Een locatie zoeken en selecteren
Hoofdstuk
03
= Zie Wat u kunt doen met het “Kaart-bevesti-
gingsscherm” op bladzijde 38 voor details
over de verdere bediening op het “Kaart-bevestigingsscherm”.
Als er slechts één optie overeenkomt met uw ingave, zal het scherm meteen naar het “Kaart-bevestigingsscherm” springen en wordt het
invoeren van de straatnaam of het huisnummer
overgeslagen. Als dit niet de gewenste locatie is,
tipt u
proberen.
aan om met een ander adres te
Nuttige plaatsen (POI) in de
buurt zoeken
Informatie over verschillende voorzieningen
(Nuttige plaatsen - POI), zoals benzinestations,
parkeerterreinen of restaurants, is beschikbaar. Door de categorie te selecteren (of de
naam van de POI in te voeren), kunt u een nuttige plaats laten opzoeken.
POI’s in de buurt van de cursor
zoeken
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom Cursor] aan.
3 Sleep de kaart om de cursor naar de gewenste plaats te brengen en tip [OK] aan.
Een locatie zoeken en selecteren
Het aantal POI’s in de buurt verschijnt onderaan op het scherm.
4 Tip de gewenste categorie aan.
Als er nog meer gedetailleerde categorieën
binnen de geselecteerde categorie zijn, herhaalt u deze stap naar vereist.
Tip [Zoeken] aan om te zoeken naar een POI
door de POI-naam in de geselecteerde categorie in te voeren.
5 Tip de gewenste POI aan.
! Door het [Naam] tabblad aan te tippen wor-
den de opties in de lijst in alfabetische volgorde gerangschikt.
29
Nl
Hoofdstuk
03
Een locatie zoeken en selecteren
! Door het [Afstand] tabblad aan te tippen
worden de opties in de lijst op afstand gerangschikt.
p Pictogrammen vereenvoudigen het snel
herkennen van categorieën van faciliteiten
met dezelfde naam.
6 Tip een van de opties onderaan op het
“Kaart-bevestigingsscherm” aan om de volgende bedieningsstap te selecteren.
Door [Route…]en[Ga nu hiernaartoe] op-
eenvolgend aan te tippen kunt u de geselecteerde plaats als de bestemming invoeren en
de route tot aan dat punt uitstippelen.
= Zie Wat u kunt doen met het “Kaart-bevesti-
gingsscherm” op bladzijde 38 voor details
over de verdere bediening op het “Kaart-bevestigingsscherm”.
p Door te zoeken naar een plaats en [Info]op
het “Kaart-bevestigingsscherm” aan te tippen kunt u ook naar dichtstbijzijnde POI’s
rondom de cursor zoeken.
= Zie De informatie over een specifieke locatie
bekijken op bladzijde 40 voor details.
Een dichtbijzijnde POI zoeken
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom huidige GPS-locatie] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergegeven.
= Zie POI’s in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
POI’s langs de huidige route
zoeken
p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de route reeds is uitgestippeld.
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan en daarna [POI].
2 Tip [Langs route] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergegeven.
= Zie POI’s in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
POI’s in de buurt van de
bestemming zoeken
p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer
de route reeds is uitgestippeld.
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan en daarna [POI].
2 Tip [Rondom bestemming] aan.
De lijst met POI-categorieën wordt weergegeven.
= Zie POI’s in de buurt van de cursor zoeken
op de vorige bladzijde voor de verdere bedieningsaanwijzingen.
Het gebruik van “Opgeslagen
zoekresultaten”
Uw selectievolgorde in het
geheugen opslaan
U kunt de geselecteerde zoekmethode en een
van de categorieën als een snelkoppeling opslaan om deze later op te roepen. Op deze
wijze kunt u op dezelfde manier als voorheen
naar een POI zoeken. De snelkoppelingen kunnen ook weer worden gewist.
1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu”
aan en daarna [POI].
30
Nl
Loading...
+ 98 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.