Downloaded from
www . vandenborre . be
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
•Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsinstructies” (=7), voordat u de camera in gebruik neemt.
•Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
•Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
•Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
•Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina’s met een hoofdstuktitel kunt u naar onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
© CANON INC. 2017 |
CEL-SW8ZA280 |
1 |
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de leverancier van uw camera.
Camera |
Batterij |
Batterijlader |
|
NB-11L* |
CB-2LF/CB-2LFE |
|
|
Gedrukt materiaal |
Polsriem
* Verwijder het stickerlabel niet van een batterij.
• Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=2).
|
|
Downloaded |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Compatibele geheugenkaarten |
||
|
|
from |
|
|
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht |
||||
|
|
www |
|
|
de capaciteit, worden gebruikt. |
|
|||
|
|
|
. |
|
• |
SD-geheugenkaarten* |
vandenborre |
||
|
|
|||
• |
SDHC-geheugenkaarten* |
|
. |
|
• |
SDXC-geheugenkaarten* |
|
be |
|
|
|
|||
• |
FlashAir-kaarten |
|
|
• Eye-Fi-kaarten
*Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking in deze camera geverifieerd.
Eye-Fi-/FlashAir-kaarten
Er is geen garantie dat dit product functies van Eye-Fi-/FlashAir-kaarten (waaronder draadloze overdracht) volledig ondersteunt.
Neem bij kaartproblemen contact op met de kaartfabrikant.
In veel landen of regio’s is voor het gebruik van Eye-Fi-/FlashAir-kaarten bovendien toestemming nodig. Zonder toestemming is het gebruik van Eye Fi-/FlashAir-kaarten niet toegestaan.
Als het niet duidelijk is of uw kaart mag worden gebruikt in uw regio, vraag dit dan na bij de kaartfabrikant.
De beschikbaarheid van Eye-Fi-/FlashAir-kaarten verschilt bovendien per regio.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie
•Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
•Wanneer de gebruiker onrechtmatig mensen of materiaal waarop auteursrecht rust fotografeert of opneemt (video en/of geluid), kan dit de privacy van deze mensen schenden en/of een inbreuk zijn op de juridische rechten van anderen, waaronder auteursrechten en andere intellectuele eigendomsrechten, zelfs wanneer dergelijke foto’s of opnamen uitsluitend voor persoonlijk gebruik zijn bedoeld.
•Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
•Hoewel het scherm (de monitor) onder productieomstandigheden voor uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen gebreken vertonen of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
•De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Downloaded from
www . vandenborre . be
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt
Lens |
|
|
Lampje |
Luidspreker |
|
|
ON/OFF-knop |
Zoomknop |
|
|
Microfoon |
Opnamen maken: |
(telelens)] / |
Flitser |
|
Afspelen: [ |
|
(groothoek)] |
Aansluiting statief |
(vergroten)] / |
Klepje van geheugenkaart/ |
||
[ |
(index)] |
|
batterijhouder |
Ontspanknop |
|
|
Riembevestigingspunt |
•Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen haakjes weergegeven.
•: Wat u beslist moet weten
•: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
•=xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor een paginanummer)
•De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor foto’s, films of voor beide.
Foto’s : Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het nemen of bekijken van foto’s.
Films : Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het maken of bekijken van films.
|
Downloaded |
|
|
|
from |
|
|
|
www |
|
|
|
. |
|
|
|
vandenborre |
|
|
|
. |
|
|
|
be |
|
|
Scherm (monitor) |
Indicator |
|
|
AV OUT (audio/video-uitgang) / |
Knop [ |
(Auto zoom)] |
|
DIGITAL-aansluiting |
Filmknop |
||
Knop [ |
(Afspelen)] |
Knop FUNC. (functie)/SET |
|
Knop [ |
(Auto)]/ |
Knop [ |
(Flitser)]/Rechts |
[ (1 beeld wissen)]/Omhoog |
Knop [ |
(Informatie)]/Omlaag |
|
Knop [ |
(Datumstempel)]/Links |
Knop [ |
] |
•In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende cameraknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die erop lijken, aan te duiden.
•De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met de volgende pictogrammen aangeduid:
[ |
] |
Knop omhoog aan |
|
|
de achterkant |
[ |
] |
Knop links aan |
|
|
de achterkant |
[ |
] |
Knop rechts |
aan |
|
|
de achterkant |
aan |
[ |
] |
Knop omlaag |
|
|
|
de achterkant |
|
•De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de standaardinstellingen is ingesteld.
•Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde geheugenkaarten.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Inhoudsopgave
Inhoud van de verpakking.............. |
2 |
Compatibele geheugenkaarten...... |
2 |
Opmerkingen vooraf |
|
en wettelijke informatie................... |
3 |
Namen van onderdelen |
|
en conventies die in deze |
|
handleiding worden gebruikt.......... |
4 |
Inhoudsopgave............................... |
5 |
Algemene bediening camera.......... |
6 |
Veiligheidsinstructies...................... |
7 |
Basishandleiding............ |
10 |
Voordat u begint........................... |
11 |
De camera testen......................... |
16 |
Handleiding voor |
|
gevorderden.................... |
20 |
Basishandelingen |
|
van de camera............................ |
20 |
Aan/Uit.......................................... |
21 |
Ontspanknop................................ |
22 |
Opties opnameweergave............. |
22 |
Het menu FUNC. gebruiken......... |
23 |
Het menuscherm gebruiken......... |
24 |
Indicatorweergave........................ |
25 |
Auto-modus................................ |
26 |
Opnamen maken met door de |
|
camera bepaalde instellingen....... |
27 |
Algemene, handige functies......... |
31 |
Functies voor de |
|
beeldaanpassing.......................... |
36 |
De camerabewerkingen |
|
aanpassen.................................... |
37 |
Andere opnamestanden............ |
38 |
Specifieke scènes........................ |
39 |
Speciale effecten toepassen........ |
40 |
Speciale modi voor andere |
|
doeleinden.................................... |
43 |
P-modus...................................... |
45 |
Opnamen maken met |
|
programma automatische |
|
belichting ([P]-modus).................. |
46 |
Helderheid van het beeld |
|
(Belichting).................................... |
46 |
De witbalans aanpassen.............. |
48 |
Opnamebereik |
|
en scherpstellen........................... |
49 |
Flitser............................................ |
53 |
Overige instellingen...................... |
54 |
Afspeelmodus |
............................ Downloaded |
|
|
56 Bijlage......................................... |
94 |
||
Bekijken |
from |
|
57 |
|
Problemen oplossen |
95 |
|
|
www |
|
|||||
Door beelden bladeren |
|
|
Berichten op het scherm |
97 |
|||
|
. |
|
|
||||
en beelden filteren........................ |
|
|
58 |
|
Informatie op het scherm.............. |
99 |
|
Opties voor het weergeven |
vandenborre |
Functies en menutabellen.......... |
101 |
||||
van foto’s...................................... |
|
|
|
60 . |
Hoe u de camera moet |
|
|
Beelden beveiligen |
|
|
61 |
be |
|
||
|
|
|
behandelen................................. |
107 |
|||
Beelden wissen............................ |
|
|
64 |
|
Specificaties............................... |
107 |
|
Beelden roteren............................ |
|
|
66 |
|
Index........................................... |
111 |
|
Foto’s bewerken........................... |
|
|
67 |
|
|
|
|
Menu Instellingen....................... |
|
|
69 |
|
|
|
|
Basisfuncties van de camera |
|
|
|
|
|
||
aanpassen.................................... |
|
|
|
70 |
|
|
|
Accessoires................................ |
|
|
|
77 |
|
|
|
Systeemoverzicht......................... |
|
|
78 |
|
|
|
|
Optionele accessoires.................. |
|
|
79 |
|
|
|
|
Optionele accessoires |
|
|
|
|
|
|
|
gebruiken...................................... |
|
|
|
80 |
|
|
|
De software gebruiken................. |
|
|
81 |
|
|
|
|
Beelden afdrukken....................... |
|
|
84 |
|
|
|
|
Een Eye-Fi-/FlashAir-kaart |
|
|
|
|
|
|
|
gebruiken...................................... |
|
|
|
92 |
|
|
|
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
5
Algemene bediening camera
Opnamen maken |
|
zzDoor de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus)......... |
27 |
Goede opnamen van mensen maken |
|
Portretten
(=39)
Specifieke scènes afstemmen
Weinig licht |
Vuurwerk |
(=39) |
(=39) |
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren |
Poster-effect |
Fisheye-effect |
(=40) |
(=40) |
(=41) |
Miniatuureffect |
Speels effect |
Monochroom |
(=41) |
(=42) |
(=43) |
Downloaded |
|
27, 39, 50 |
zzScherpstellen op gezichten...................................................... |
|
|
from |
|
|
zzZonder gebruik van de flitserwww |
(Flitser Uit)....................................... |
35, 53 |
. |
|
33, 43 |
zzEen foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner)............................ |
||
vandenborre |
32 |
|
zzEen datumstempel toevoegen.............................................................. |
||
|
. |
|
Weergeven |
be |
|
|
|
|
zzBeelden bekijken (afspeelmodus)........................................................ |
57 |
|
zzAutomatisch afspelen (Diavoorstelling)................................................ |
60 |
|
zzOp een tv.............................................................................................. |
|
80 |
zzOp een computer.................................................................................. |
|
81 |
zzSnel door beelden bladeren................................................................. |
|
58 |
zzBeelden wissen.................................................................................... |
|
64 |
Films opnemen/bekijken |
|
|
zzFilms opnemen..................................................................................... |
|
27 |
zzFilms bekijken (afspeelmodus)............................................................. |
57 |
|
|
|
|
zzFoto’s afdrukken................................................................................... |
|
84 |
Opslaan |
|
|
zzBeelden opslaan op een computer....................................................... |
82 |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
6
Veiligheidsinstructies
•Zorg dat u deze instructies leest om het product veilig te kunnen gebruiken.
•Volg deze instructies om letsel of schade aan de gebruiker van het product of anderen te voorkomen.
WAARSCHUWING |
Hiermee wordt gewezen op het risico |
|
van ernstig letsel of levensgevaar. |
• Houd het product buiten bereik van jonge kinderen.
Een draagriem rond de nek van een persoon wikkelen kan leiden tot verstikking. Het klepje van het accessoiresschoentje kan gevaarlijk zijn als dit wordt ingeslikt. Zoek onmiddellijk medische hulp indien het klepje wordt ingeslikt.
•Gebruik alleen stroombronnen waarvan in deze gebruiksaanwijzing wordt vermeld dat ze kunnen worden gebruikt voor dit product.
•Demonteer of wijzig het product niet.
•Stel het product niet bloot aan harde schokken of trillingen.
•Raak geen blootliggende interne onderdelen aan.
•Stop onmiddellijk met het gebruik van het product in geval van vreemde verschijnselen zoals de aanwezigheid van rook of een vreemde geur.
•Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of verfverdunner om het product schoon te maken.
•Laat het product niet nat worden. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
•Gebruik het product niet op plaatsen waar brandbare gassen aanwezig kunnen zijn.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
•Heeft uw product een zoeker, kijk dan niet door de zoeker of de lens naar sterke lichtbronnen zoals de zon op een heldere dag of lasers
en andere sterke kunstmatige lichtbronnen.
Dit kan uw gezichtsvermogen beschadigen.
• Neem de volgendeDownloadedinstructies in acht bij gebruik van in de winkel |
||
verkrijgbare batterijen of bijgeleverde batterijen. |
||
from |
|
|
- Gebruik alleen de batterij/batterijen die voor het product bedoeld zijn. |
||
www |
niet en stel ze niet bloot aan vuur. |
|
- Verwarm de batterij/batterijen. |
||
vandenborre |
|
|
- Laad de batterij/batterijen niet op met niet-goedgekeurde batterijladers. |
||
- Stel de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in contact komen |
||
met metalen spelden of andere metalenbe |
objecten. |
|
|
. |
|
- Gebruik geen lekkende batterij/batterijen.
- Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/ batterijen wanneer u deze weggooit.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Indien een batterij lekt en het materiaal in contact komt met uw huid of kleding, moet u het getroffen gebied grondig afspoelen met stromend water. In geval van contact met de ogen moet u de ogen grondig spoelen met ruime hoeveelheden schoon, stromend water en onmiddellijk medische hulp inroepen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
7
•Neem de volgende instructies in acht bij gebruik van een batterijlader.
•Neem de volgende instructies in acht bij gebruik van een batterijlader of netadapter.
-Verwijder regelmatig met een droge doek stof dat zich op de stekker en het stopcontact ophoopt.
-Steek of trek de stekker van het product niet in of uit het stopcontact met natte handen.
-Gebruik het product niet als de stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
-Stel de stekker en de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in contact komen met metalen spelden of andere metalen objecten.
-Raak de batterijlader of netadapter niet aan tijdens onweer indien deze in het stopcontact is gestoken.
-Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Demonteer, breek of wijzig het netsnoer niet.
-Wikkel het product niet in doek of andere materialen tijdens of kort na gebruik, wanneer het product nog steeds een warme temperatuur heeft.
-Houd het product niet langdurig aangesloten op een stroombron.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
• Laat het product tijdens gebruik niet langdurig in contact komen met hetzelfde gebied van de huid.
Dit kan leiden tot eerstegraads verbrandingen zoals een rode huid of blaren, zelfs als het product niet heet aanvoelt. Het gebruik van een statief of vergelijkbare apparatuur wordt aanbevolen wanneer het product wordt gebruikt op hete locaties of door mensen met een slechte bloedsomloop of een minder gevoelige huid.
•Volg aanwijzingen op om het product uit te schakelen op plaatsen waar het gebruik ervan verboden is.
Als u dit niet doet, kan de werking van andere apparatuur verstoord raken door het effect van elektromagnetische golven en kunt u zelfs ongelukken veroorzaken.
Downloaded VOORZICHTIG from
• Laat de flitser niet flitsenwwwin de buurt van de ogen. . • De riem is alleen bedoeld voorvandenborregebruik op het lichaam. Door de riem . met een bevestigd product op te hangenbe aan een haak of ander object,
kan het product beschadigd raken. Schud daarnaast het product niet en stel het product niet bloot aan harde schokken.
• Oefen geen sterke druk uit op de lens en laat geen voorwerpen de lens raken.
Dit kan letsel of schade aan het product veroorzaken.
•De flitser krijgt een hoge temperatuur wanneer deze flitst. Houd vingers, andere lichaamsdelen en voorwerpen uit de buurt van de flitsereenheid terwijl u foto’s maakt.
Dit kan brandwonden of een storing van de flitser veroorzaken.
•Laat het product niet achter op plaatsen die worden blootgesteld aan extreem hoge of lage temperaturen.
Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel veroorzaken wanneer het wordt aangeraakt.
Voorzichtig |
Hiermee wordt gewezen op het risico |
|
van schade aan eigendommen. |
||
|
•Richt de camera niet op krachtige lichtbronnen, zoals de zon op een heldere dag of een krachtige kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kunt u de beeldsensor of andere interne onderdelen beschadigen.
•Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
8
•Veeg stof, vuil of andere stoffen die niet op de flitser thuishoren af met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de flitser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet op de flitser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product verstoord raken.
•Verwijder de batterij/batterijen en berg deze op wanneer u het product niet gebruikt.
Elke batterijlekkage die zich voordoet kan schade aan het product veroorzaken.
•Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
•Haal altijd de batterijlader uit het stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat,
kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
•Laat batterijen van het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, met brand of schade aan het product als gevolg.
•Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Ga niet zitten terwijlDownloadedu de camera in uw broekzak hebt. |
||
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm. |
||
from |
|
|
• Let erop dat harde voorwerpenwww |
niet in contact komen met het scherm |
|
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het |
||
|
. |
|
|
vandenborre |
|
naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat |
||
ingeklapt kan worden. |
|
. |
|
|
be |
• Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
9
Basishandleiding
Downloaded from
www . vandenborre . be
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Voordat u begint............................................... |
11 |
De riem bevestigen................................................ |
11 |
De camera vasthouden.......................................... |
11 |
De batterij opladen................................................. |
11 |
De batterij en geheugenkaart plaatsen.................. |
12 |
De datum en tijd instellen...................................... |
13 |
Weergavetaal......................................................... |
15 |
De camera testen.............................................. |
16 |
Opnamen maken................................................... |
16 |
Bekijken................................................................. |
18 |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
10
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
zzSteek het uiteinde van de riem door het riembevestigingspunt () en haal het andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde ().
De camera vasthouden
zzDoe de riem om uw pols.
zzHoud bij het maken van opnamen uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de flitser rusten.
Downloaded |
|
|
|
De batterij opladen |
|
|
|
from |
|
|
|
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop |
|||
|
www |
|
|
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de |
|
||
|
. |
|
|
batterij eerst oplaadt. |
vandenborre |
|
|
|
|
|
|
|
1 |
. |
|
|
Plaats de batterij. |
|
|
|
|
be |
|
|
zzZorg eerst dat de markering op |
|
|
|
|
de batterij op één lijn ligt met die op |
|
|
|
de oplader en plaats dan de batterij |
|
|
|
door deze naar binnen ( ) en naar |
|
|
|
beneden ( ) te duwen. |
|
|
2 Laad de batterij op. |
|
|
|
zzCB-2LF: kantel de stekker naar buiten ( |
) |
|
|
|
en steek de oplader in een stopcontact ( |
). |
CB-2LF |
zzCB-2LFE: sluit het netsnoer aan op de |
|
|
|
oplader en steek het andere uiteinde |
|
|
|
|
in een stopcontact. |
|
|
zzHet oplaadlampje gaat oranje branden |
|
|
|
|
en het opladen begint. |
|
|
zzWanneer het opladen is voltooid, wordt |
|
|
CB-2LFE |
|
het lampje groen. |
|
|
|
|
|
|
3 Verwijder de batterij. |
|
|
|
zzHaal het netsnoer van de batterijlader uit |
||
|
|
het stopcontact en verwijder de batterij door |
|
|
|
deze naar binnen ( ) en omhoog ( ) te |
|
|
|
drukken. |
|
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
11
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en in goede staat te houden.
•Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie “Voeding” (=109) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
•Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
•De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd, moet de geheugenkaart met deze camera worden geformatteerd (=73).
1 Open het klepje.
zzSchuif het klepje naar buiten () en open het ().
Downloaded |
|
2 |
Plaats de batterij. |
|
from |
||||
zzDuw de batterijvergrendeling in de |
||||
|
www |
richting van de pijl en plaats de batterij |
||
|
|
. |
||
|
|
|
in de getoonde richting totdat hij vastklikt |
|
|
|
|
en is vergrendeld. |
|
|
|
vandenborre |
||
|
|
|
. |
|
|
|
|
be |
Aansluitpunten Batterijver-
grendeling
3 Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van uw kaart
en plaats de geheugenkaart.
zzBij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld. Verschuif het
schuifje naar de ontgrendelde positie.
zzPlaats de geheugenkaart in de getoonde Etiket richting totdat deze vastklikt en is
vergrendeld.
zzControleer altijd of de geheugenkaart in de juiste richting geplaatst wordt.
Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
12
4 Sluit het klepje.
zzSluit het klepje () en duw het lichtjes aan terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt ().
zzAls het klepje niet gesloten kan worden, controleert u of u de batterij in de juiste richting hebt geplaatst bij stap 2.
• Zie “Opname” (=108) voor richtlijnen over hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
zzOpen het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting
van de pijl.
zzDe batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart. zzDuw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
zzDe geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datumDownloadeden tijd instellen
from Stel de datum en tijd als volgt in als het scherm [Datum/Tijd] verschijnt www wanneer u de camera aanzet. .Informatie die u op deze manier opgeeft,
wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt
en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt |
|
met de datum erop. |
vandenborre |
. |
|
be |
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto’s toevoegen (=32).
1 |
Schakel de camera in. |
||
zzDruk op de ON/OFF-knop. |
|||
zzHet scherm [Datum/Tijd] verschijnt. |
|||
2 |
Stel de datum en tijd in. |
||
zzDruk op de knoppen [ |
][ |
] om een item |
|
|
te selecteren. |
|
|
zzDruk op de knoppen [ |
][ |
] om de datum |
|
|
en tijd in te voeren. |
|
|
zzAls u klaar bent, drukt u op de knop [].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
13
3 Stel de tijdzone thuis in.
zzDruk op de knoppen [ ][ ] om de tijdzone
thuis te selecteren.
4 Voltooi de instellingsprocedure. zzDruk op de knop [] om de instelling te
voltooien. Het instellingenscherm wordt niet meer weergegeven.
zzDruk op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen.
•Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op.
•Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] bij stap 2.
Kies vervolgens [] door op de knoppen [ ][ ] te drukken.
Downloaded |
|
De datum en tijd wijzigen |
|
Wijzig de datum en tijd alsfromvolgt. |
|
www |
|
. |
|
1 Open de afspeelmodus. |
|
vandenborre |
]. |
zzDruk op de knop [ |
|
. |
|
be |
|
2 Open het menuscherm. |
|
zzDruk op de knop [ |
]. |
3 Kies [Datum/Tijd]. zzBeweeg de zoomknop om het
tabblad [] te selecteren.
zzDruk op de knoppen [ ][ |
] om |
[Datum/Tijd] te selecteren en druk |
|
vervolgens op de knop [ |
]. |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
14
4 Wijzig de datum en tijd. zzVolg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=13) om de instellingen aan te passen.
zzDruk op de knop [] om het menuscherm te sluiten.
•Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datumen tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd.
•De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een opgeladen batterij hebt geplaatst, zelfs als de camera is uitgeschakeld.
•Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij “De datum en tijd instellen” (=13).
Downloaded |
|
Weergavetaal |
|
from |
|
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. |
|
www |
|
. |
|
vandenborre |
|
1 Open de afspeelmodus. |
|
zzDruk op de knop [ ]. |
|
. |
|
be |
|
2 Open het instellingenscherm. |
|
zzHoud de knop [ |
] ingedrukt en druk |
op de knop [ |
]. |
3 Stel de weergavetaal in. zzDruk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop [].
zzNadat u de weergavetaal hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
• U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [ |
] te drukken |
||
en [Taal |
|
] te selecteren op het tabblad [ ]. |
|
|
|
15
Foto’s |
Films |
De camera testen |
|
Probeer de camera uit door deze in te schakelen, enkele fotoof filmopnamen te maken en ze te bekijken.
Opnamen maken
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke scènes.
Houd er rekening mee dat in het begin de knop FUNC./SET en enkele andere zijn uitgeschakeld. Dit is bedoeld om fouten te voorkomen terwijl u leert om de camera te gebruiken (Easy Auto).
1 Schakel de camera in. zzDruk op de ON/OFF-knop.
zzHet opstartscherm wordt weergegeven.
2Richt de camera op het onderwerp.
zzRicht de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de scène bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid.
zzRechtsboven in het scherm verschijnt een scènepictogram.
zzKaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Downloaded |
|
3 |
Kies de compositie. |
||
from |
|||||
|
zzOm in te zoomen en het onderwerp |
||||
|
www |
||||
|
|
te vergroten, duwt u de zoomknop |
|||
|
|
. |
|||
|
|
|
|
naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen |
|
|
|
|
|
duwt u de knop naar [ ] (groothoek). |
|
|
|
vandenborre |
|||
|
|
|
|
. |
|
|
|
4 |
be |
||
|
|
Maak de opname. |
|||
|
|
Foto’s maken |
|||
|
|
|
|
Stel scherp. |
|
|
|
|
zzDruk de ontspanknop half in. Nadat |
||
|
|
|
|
is scherpgesteld hoort u tweemaal |
|
|
|
|
|
een pieptoon en worden AF-kaders |
|
|
|
|
|
weergegeven om aan te geven op |
|
|
|
|
|
welke beeldgebieden is scherpgesteld. |
Maak de opname.
zzDruk de ontspanknop helemaal naar beneden.
zzWanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser automatisch af.
zzHoud de camera stil tot het sluitergeluid stopt.
zzNadat de opname is weergegeven, schakelt de camera weer over naar het opnamescherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
16
Films opnemen
|
Start de opname. |
|
|
zzDruk op de filmknop. Zodra de camera |
|
|
met opnemen begint, hoort u één |
|
Opnametijd |
pieptoon en verschijnen [ REC] |
|
en de verstreken tijd op het scherm. |
||
|
||
|
zzZwarte balken aan de bovenen |
|
|
onderkant van het scherm geven aan |
|
|
welke beeldgebieden niet worden |
|
|
opgenomen. |
|
|
zzKaders rond gedetecteerde gezichten |
|
|
geven aan dat de camera daarop is |
|
|
scherpgesteld. |
|
|
zzZodra de opname is begonnen, haalt |
|
|
u uw vinger van de filmknop. |
|
|
Beëindig de opname. |
zzDruk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt.
|
|
|
Downloaded |
|
|
|
|||
|
|
|||
|
Easy Auto uitschakelen |
|
||
|
|
|
from |
|
Wanneer u klaar bent met het gebruik van Easy Auto kunt u proberen |
||||
|
|
|
www |
|
handige, veelgebruikte functies.(=31) te configureren, zoals bijvoorbeeld |
||||
|
|
|
vandenborre |
|
het indrukken van de knop FUNC./SET. |
|
|||
|
|
|
zzHoud de knop [ ] ingedrukt. |
|
. |
|
|||
|
|
|
be |
|
|
|
|
zzDruk op de knoppen [ ][ |
] om [Ja] te |
|
|
|
kiezen en druk daarna op de knop [ ]. |
|
|
|
|
zzU kunt terugkeren naar de stand |
|
|
|
|
Easy Auto door de knop [ |
] ingedrukt |
te houden om zo het instelscherm weer te geven. Kies vervolgens [Ja].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
17
Bekijken
Na het maken van foto’s of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Open de afspeelmodus. zzDruk op de knop [ ].
zzUw laatste opname wordt weergegeven.
2 Selecteer de beelden.
zzAls u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ]. Als u het volgende beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ].
zzHoud de knoppen [ ][ ] ingedrukt om snel door beelden te bladeren.
zzFilms zijn herkenbaar aan het pictogram [ ]. Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen.
Downloaded |
|
3 |
Films afspelen |
|
||
from |
|
|||||
|
zzDruk op de knop [ |
], druk op de |
||||
|
www |
|||||
|
|
knoppen [ ][ |
] om [ ] te selecteren |
|||
|
|
. |
||||
|
|
|
|
en druk vervolgens nogmaals op de |
||
|
|
|
|
knop [ ]. |
|
|
|
|
vandenborre |
|
|
||
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
be |
|
|
|
|
|
zzHet afspelen begint en na de film |
|||
|
|
|
|
verschijnt [ |
]. |
|
|
|
|
zzOm het volume aan te passen, |
|||
|
|
|
|
drukt u tijdens het afspelen op |
||
|
|
|
|
de knoppen [ |
][ |
]. |
•Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
18
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
1Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
zzDruk op de knoppen [ ][ ] om een beeld te selecteren.
2 Wis het beeld. zzDruk op de knop [].
zzAls [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [].
zzHet huidige beeld wordt nu gewist.
zzAls u het wissen wilt annuleren, drukt
u op de knoppen [ ][ ] om [Annuleer] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [].
• U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen (=64).
Downloaded from
www . vandenborre . be
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
19
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
Downloaded from
www . vandenborre camera. be
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Aan/Uit............................................................... |
21 |
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)................... |
21 |
Ontspanknop..................................................... |
22 |
Opties opnameweergave................................. |
22 |
Het menu FUNC. gebruiken............................. |
23 |
Het menuscherm gebruiken............................ |
24 |
Indicatorweergave............................................ |
25 |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
20
Aan/Uit
Opnamemodus
zzDruk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om op te nemen.
zzDruk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
zzDruk op de knop [ ] om de camera
in te schakelen en uw foto’s te bekijken.
zzOm de camera uit te schakelen drukt u opnieuw op de knop [].
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop [ ].
•Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in (=22).
•Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door nogmaals op de knop [] te drukken.
SpaarstandfunctiesDownloaded (Automatisch Uit)
from Om de batterij te sparen worden het scherm (Display uit) en de camera www automatisch uitgeschakeld na een. bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodusvandenborre
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld. nadat het ongeveer één be
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (=22).
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
• U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit aanpassen (=72).
•De spaarstand is niet actief als de camera op een computer is aangesloten (=82).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
21
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken.
1 Druk half in. (Licht indrukken om scherp te stellen.)
zzDruk de ontspanknop half in. De camera piept twee keer en er worden kaders weergegeven rond de beeldgebieden waarop is scherpgesteld.
2Druk helemaal in. (Druk, vanaf de positie halverwege, helemaal
in om de opname te maken.) zzDe camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
zzHoud de camera stil tot het sluitergeluid stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
•Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige opnamescènes kan het langer duren en de beelden worden vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt) voordat het geluid van de sluiter stopt.
|
|
Downloaded |
|
|
|
|
|
|
|
Opties opnameweergave |
|
|
|
from |
|
Druk op de knop [ ] om andere informatie weer te geven op het scherm |
|||
|
|
www |
|
of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (=99) |
|||
. |
|
||
|
|
vandenborre |
|
voor meer informatie over de weergegeven gegevens. |
|||
. |
|
||
|
|
be |
|
|
|
Informatie wordt |
Geen informatie |
|
|
weergegeven |
weergegeven |
• Wijzigt de weergavemodus niet wanneer u op de knop [] drukt, houd dan de knop [] ingedrukt om Easy Auto uit te schakelen (=17).
•Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd.
Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
•Zie “Van weergavemodus wisselen” (=58) voor weergaveopties.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
22
Het menu FUNC. gebruiken
Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=102–103) of afspeelmodus (=106).
Opties
Menu-items
1Open het Menu FUNC. zzDruk op de knop [].
2Selecteer een menu-item.
zzDruk op de knoppen [ ][ ] om een menu-item te selecteren en druk vervolgens op de knop [] of [ ].
zzAfhankelijk van het menu-item kunnen functies eenvoudig worden opgegeven door op de knop [ ] of [ ] te drukken, of er wordt een ander scherm weergegeven om de functie te configureren.
3 Selecteer een optie.
zzDruk op de knoppen [ ][ |
] om een optie |
|
te selecteren. |
|
|
zzItems met het pictogram [ |
] kunnen |
|
worden geconfigureerd door op de knop |
||
[ |
] te drukken. |
|
zzDruk op de knop [ ] om terug te gaan naar de menu-items.
Downloaded |
|
4 Bevestig uw keuze en verlaat |
||
from |
||||
het menu. |
|
|||
|
www |
|
||
|
|
.zzDruk op de knop [ ]. |
||
|
|
zzHet scherm voordat u bij stap 1 op |
||
|
|
de knop [ ] drukte, wordt opnieuw |
||
|
|
vandenborre |
en toont de optie die |
|
|
|
. |
||
|
|
weergegevenbe |
u hebt geconfigureerd.
•Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=76).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
23
Het menuscherm gebruiken
Configureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [ ], afspelen [ ], enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opnameof afspeelstand (=104–106).
1 Open het menuscherm. zzDruk op de knop [].
2 Selecteer een tabblad. zzBeweeg de zoomknop om een tabblad
te selecteren.
zzNadat u eerst op de knoppen [ ][ ] hebt gedrukt om een tabblad te selecteren, kunt u met de knoppen [ ][ ] van tabblad wisselen.
Downloaded |
|
3 |
Selecteer een menu-item. |
||||
from |
|||||||
zzDruk op de knoppen [ |
][ |
] om een item |
|||||
|
www |
te selecteren. |
|
|
|
||
|
|
. |
|
|
|
||
|
|
zzBij menu-items met opties die niet |
|||||
|
|
|
worden weergegeven, drukt u eerst op de |
||||
|
|
vandenborre |
] om van scherm te wisselen. |
||||
|
|
|
. |
||||
|
|
|
knopbe[ ] of [ |
||||
|
|
|
Daarna drukt u op de knoppen [ ][ ] |
||||
|
|
|
om het menu-item te selecteren. |
||||
|
|
zzDruk op de knop [ |
|
] om terug te |
|||
|
|
|
keren naar het vorige scherm. |
||||
|
|
4 |
Selecteer een optie. |
||||
|
|
zzDruk op de knoppen [ |
][ |
] om een |
|||
|
|
5 |
optie te selecteren. |
|
|
||
|
|
Bevestig uw keuze en verlaat |
|||||
|
|
|
het menu. |
|
|
|
|
|
|
zzDruk op de knop [ |
|
] om terug |
|||
|
|
|
te gaan naar het scherm dat werd |
||||
|
|
|
weergegeven voordat u bij stap 1 |
||||
|
|
|
op de knop [ |
] drukte. |
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=76).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
24
Indicatorweergave
De indicator achterop de camera (=4) knippert groen in de volgende gevallen.
-Er is verbinding met een computer (=82)
-Display uit (=21, 71, 72)
-Opstarten, opnemen of lezen
-Communicatie met andere apparaten
-Opnamen met lange sluitertijd maken (=44)
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen, het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden, camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Downloaded from
www . vandenborre . be
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
25
Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het
Downloaded
from
www . vandenborre . maken van opnamenbe
Opnamen maken met door de camera |
|
bepaalde instellingen...................................... |
27 |
Opnamen maken in de Auto-modus...................... |
27 |
Easy Auto uitschakelen.......................................... |
29 |
Scènepictogrammen.............................................. |
30 |
Kaders op het scherm............................................ |
30 |
Algemene, handige functies............................ |
31 |
Nader inzoomen op het onderwerp |
|
(Digitale Zoom)...................................................... |
31 |
Een datumstempel toevoegen............................... |
32 |
Automatisch zoomen als reactie op beweging |
|
van het onderwerp (Auto zoom)............................ |
32 |
De zelfontspanner gebruiken................................. |
33 |
De flitser uitschakelen............................................ |
35 |
Continue opnamen maken..................................... |
35 |
Functies voor de beeldaanpassing................. |
36 |
Het aantal opnamepixels wijzigen |
|
(beeldformaat)....................................................... |
36 |
Beeldkwaliteit van films wijzigen............................ |
36 |
De camerabewerkingen aanpassen................ |
37 |
Het lampje uitschakelen......................................... |
37 |
Opstarten met Easy Auto uitgeschakeld................ |
37 |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
26
Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke scènes.
Houd er rekening mee dat in het begin de knop FUNC./SET en enkele andere zijn uitgeschakeld. Dit is bedoeld om fouten te voorkomen terwijl u leert om de camera te gebruiken (Easy Auto).
Foto’s |
Films |
Opnamen maken in de Auto-modus
1 Schakel de camera in.
zzDruk op de ON/OFF-knop.
zzHet opstartscherm wordt weergegeven.
2Richt de camera op het onderwerp.
zzRicht de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de scène bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid.
zzRechtsboven in het scherm verschijnt een scènepictogram (=30).
zzKaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
|
Downloaded |
|
3 |
Kies de compositie. |
|
from |
|||
|
zzOm in te zoomen en het onderwerp |
|||
|
|
www |
te vergroten, duwt u de zoomknop |
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen |
|
|
|
|
duwt u de knop naar [ ] (groothoek). |
Zoombalk |
|
|
vandenborre |
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
be |
|
|
|
|
(Op het scherm verschijnt de zoombalk, |
|
|
|
|
die de zoompositie aangeeft.) |
4 Maak de opname. Foto’s maken
Stel scherp.
zzDruk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op
welke beeldgebieden is scherpgesteld.
zzWanneer op meer dan één gebied is scherpgesteld, worden meerdere AF kaders weergegeven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
27
Maak de opname.
zzDruk de ontspanknop helemaal naar beneden.
zzWanneer de camera de opname maakt,
|
hoort u het sluitergeluid en wanneer er |
|
|
weinig licht is, gaat de flitserautomatisch af. |
|
|
zzHoud de camera stil tot het sluitergeluid |
|
|
stopt. |
|
|
zzNadat de opname is weergegeven, |
|
|
schakelt de camera weer over naar |
|
|
het opnamescherm. |
|
|
Films opnemen |
|
|
Start de opname. |
|
|
zzDruk op de filmknop. Zodra de camera |
|
|
met opnemen begint, hoort u één pieptoon |
|
Opnametijd |
en verschijnen [ REC] en de verstreken |
|
tijd op het scherm. |
||
|
||
|
zzZwarte balken aan de bovenen onderkant |
|
|
van het scherm geven aan welke |
|
|
beeldgebieden niet worden opgenomen. |
zzKaders rond gedetecteerde gezichten geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
zzZodra de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de filmknop.
Downloaded |
|
Pas de grootte van het onderwerp |
|
from |
|||
aan en wijzig zo nodig de |
|||
|
|
. compositie van de opname. |
|
|
www |
||
|
|
vandenborre |
|
|
|
zzOm de grootte van het onderwerp te |
|
|
|
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen |
|
|
|
in stap 3 (=27). |
|
|
|
. |
|
|
|
be |
|
|
|
Denk er echter wel aan dat het geluid |
|
|
|
van de camerabewerkingen ook wordt |
|
|
|
opgenomen. Houd er rekening mee |
|
|
|
dat films die worden opgenomen met |
|
|
|
zoomfactoren die blauw worden getoond, |
|
|
|
er korrelig uitzien. |
|
|
|
zzAls u tijdens de opname de compositie |
|
|
|
wijzigt, worden de focus, helderheid en |
|
|
|
kleurtoon automatisch aangepast. |
|
|
|
Beëindig de opname. |
|
|
|
zzDruk nogmaals op de filmknop om |
|
|
|
de filmopname te stoppen. De camera |
|
|
|
piept tweemaal als de opname stopt. |
|
|
|
zzDe camera stopt automatisch met |
|
|
|
opnemen zodra de geheugenkaart |
|
|
|
vol raakt. |
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
28
Easy Auto uitschakelen
zzHoud de knop [ ] ingedrukt.
zzDruk op de knoppen [ ][ ] om [Ja] te kiezen en druk daarna op de knop [].
Foto’s/films
• Als de camera geen bedieningsgeluiden maakt, is deze misschien
ingeschakeld terwijl de knop [ |
] werd ingedrukt. U geeft geluiden |
weer door op de knop [ |
] te drukken en [Mute] te kiezen op het |
tabblad []. Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Uit] kiezen.
Foto’s
• Een knipperend []-pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden.
•Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter naar het onderwerp toe. Zie “Flitser” (=108) voor meer informatie over het flitsbereik.
•Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zie “Lens” (=107) voor meer informatie over het scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rodeDownloadedogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld from bij opnamen in omgevingen met weinig licht.
• www
Als een knipperend [ ]-.pictogram wordt weergegeven als u een opname probeert te maken,vandenborregeeft dat aan dat u pas een opname kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de flitser gereed. is. U kunt nu de ontspanknop be helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt
de ontspanknop opnieuw in.
• Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
• U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen (=54).
Films
Microfoon |
• Kom tijdens het opnemen van films |
|
niet met uw vingers aan de microfoon. |
|
Het blokkeren van de microfoon kan |
|
verhinderen dat het geluid wordt |
|
opgenomen of het opgenomen geluid |
|
klinkt daardoor gedempt. |
•Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de geluiden van de camera ook worden opgenomen.
•Om overmatige vervaging door beweging te voorkomen wanneer
u films opneemt, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de camera stil te houden.
• Het geluid wordt in mono opgenomen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
29
|
Foto’s |
Films |
Scènepictogrammen |
|
|
In de modus [ |
] geeft de camera een pictogram weer voor de vastgestelde |
|
scène. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid |
||
en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd. |
|
Onderwerp |
Mensen |
|
Overige onderwerpen |
Achter- |
|
|
In |
Schadu- |
In |
|
|
|
Dichtbij |
grondkleur |
|||
|
bewe- |
wen op |
bewe- |
||
Achtergrond |
pictogram |
||||
ging*1 |
gezicht*1 |
ging*1 |
|
|
|
Helder |
|
|
|
|
Grijs |
Tegenlicht |
|
– |
|
|
|
|
|
|
|
||
Met blauwe lucht |
|
|
|
|
Lichtblauw |
Tegenlicht |
|
– |
|
|
|
|
|
|
|
||
Zonsondergangen |
– |
|
|
– |
Oranje |
Spotlights |
|
|
|
|
|
Donker |
|
|
|
|
Donkerblauw |
Met statief |
*2 |
– |
*2 |
– |
|
*1Wordt niet voor films weergegeven.
*2Wordt weergegeven bij donkere scènes als de camera wordt stilgehouden alsof deze op een statief staat.
• Probeer op te nemen in de modus [ ] (=45) als het scènepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de door u verwachte effecten, kleuren of helderheid.
Downloaded |
Foto’s |
Films |
Kaders op hetfromscherm
www Zodra de camera onderwerpen.waarop u de camera richt, waarneemt, worden verschillende kaders weergegeven.vandenborre
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp
wordt vastgesteld, wordt een wit kader. weergegeven en om andere gezichten be
die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de modus [ ] (=45) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste onderwerpen worden weergegeven of als kaders worden weergegeven op de achtergrond of soortgelijke gebieden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
30