Aprilia Mojito 50-125 2008 Owner's manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
MOJITO 50 - 125
Ed. 02 2008
The instructions in this manual have been prepared to offer mainly a simple and clear guide to its use; it also describes routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised aprilia Dealer or Workshop. The booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge: for these operations, please take your vehicle to an aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The sings above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign con­sists of a different graphic symbol, making it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this manual carefully, particularly the "SAFE RIDING" section. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflex­es and agility, but also on how well you know your vehicle, its efficiency and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred to the new owner.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
VEHICLE......................................................................................... 7
Arrangement of the main components......................................... 12
Dashboard................................................................................... 15
Key switch.................................................................................... 19
Locking the steering wheel....................................................... 20
Switch direction indicators........................................................... 21
Horn button.................................................................................. 21
Light switch.................................................................................. 22
Start-up button............................................................................. 23
Engine stop button....................................................................... 23
Opening the saddle.................................................................. 24
Lifting the Helmet Bay.................................................................. 25
Identification................................................................................. 26
Rear top box opening.................................................................. 27
Bag clip........................................................................................ 28
USE................................................................................................. 29
Checks......................................................................................... 30
Refuelling..................................................................................... 32
Shock absorber adjustment......................................................... 37
Running in.................................................................................... 37
Starting up the engine.................................................................. 39
Difficult start up............................................................................ 50
Stopping the engine..................................................................... 52
Catalytic silencer.......................................................................... 54
Stand........................................................................................... 57
Suggestions to prevent theft........................................................ 58
Safe driving.................................................................................. 60
MAINTENANCE.............................................................................. 67
Engine oil level............................................................................. 68
Engine oil level check............................................................... 69
Engine oil top-up...................................................................... 70
VOERTUING..................................................................................... 7
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 12
Legenda......................................................................................... 15
Sleutelschakelaar........................................................................... 19
Inschakeling van het stuurslot.................................................... 20
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 21
Drukknop claxon............................................................................ 21
Koplampschakelaar....................................................................... 22
Startknop........................................................................................ 23
Stopschakelaar motor.................................................................... 23
Opening van het zadel............................................................... 24
Omhoogklappen helmbak.............................................................. 25
Identificatie..................................................................................... 26
Penen van de koffer voor............................................................... 27
Tassenhaak................................................................................... 28
GEBRUIK.......................................................................................... 29
Controles........................................................................................ 30
Tanken........................................................................................... 32
Regeling van de schokdempers..................................................... 37
Inrijden........................................................................................... 37
Starten des motors......................................................................... 39
Moeilijke start................................................................................. 50
Het stilleggen van de motor........................................................... 52
Katalysator..................................................................................... 54
Standaard...................................................................................... 57
Tips tegen diefstal.......................................................................... 58
Het veilig rijden.............................................................................. 60
ONDERHOUD................................................................................... 67
Peil van de motorolie..................................................................... 68
Controle van het peil van de motorolie....................................... 69
Het bijvullen van motorolie......................................................... 70
5
Engine oil change..................................................................... 71
Hub oil level................................................................................. 71
Tyres............................................................................................ 73
Spark plug dismantlement........................................................... 76
Removing the air filter.................................................................. 80
Checking the brake oil level......................................................... 81
Braking system fluid top up...................................................... 85
Battery......................................................................................... 85
Use of a new battery................................................................ 93
Checking the electrolyte level.................................................. 95
Long periods of inactivity............................................................. 96
Fuses........................................................................................... 97
Lamps.......................................................................................... 100
Front light group........................................................................... 103
Headlight adjustment............................................................... 106
Front direction indicators............................................................. 107
Rear optical unit........................................................................... 110
Number plate light........................................................................ 112
Rear-view mirrors........................................................................ 113
Idle adjustment............................................................................ 113
Front disc brake........................................................................... 114
Rear drum brake.......................................................................... 116
Periods of inactivity...................................................................... 117
Cleaning the vehicle.................................................................... 119
Transport..................................................................................... 122
TECHNICAL DATA......................................................................... 127
Kit equipment............................................................................... 137
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 139
Scheduled maintenance table..................................................... 140
Vervanging van de motorolie...................................................... 71
Oliepeil van de naaf....................................................................... 71
Banden........................................................................................... 73
Demonteren van de bougie............................................................ 76
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 80
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 81
Het bijvullen van vloeistof in de reminstallatie............................ 85
Accu............................................................................................... 85
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 93
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 95
Lange stilstand............................................................................... 96
Zekeringen..................................................................................... 97
Lampen.......................................................................................... 100
Voorste optische groep.................................................................. 103
Regeling van de koplamp........................................................... 106
Voorste richtingaanwijzers............................................................. 107
Achterste optische groep............................................................... 110
Nummerplaatlicht........................................................................... 112
Achteruitkijkspiegels...................................................................... 113
Regeling van het minimum toerental............................................. 113
Schijfrem vooraan.......................................................................... 114
Trommelrem achteraan.................................................................. 116
Stilstand van het voertuig............................................................... 117
Reinigen van het voertuig.............................................................. 119
Vervoer.......................................................................................... 122
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 127
Bijgeleverde gereedschappen....................................................... 137
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 139
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 140
6
MOJITO 50 -
125
Chap. 01
Vehicle
Hst. 01
Voertuing
7
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_01
8
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_02
9
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_03
10
1 Vehicle / 1 Voertuing
11
01_04
Arrangement of the main components (01_01, 01_02, 01_03, 01_04)
Plaats van de hoofdcomponenten (01_01, 01_02, 01_03, 01_04)
1 Vehicle / 1 Voertuing
KEY - 50 MODEL
1. Left rear-view mirror
2. Left inspection cover
3. Central inspection cover
4. Glove compartment
5. Battery
6. Fuse box
7. Passenger handgrip
8. Saddle lock
9. Air filter
10. Kick starter
11. Centre stand
12. Side stand (OPT)
13. Spark plug
14. Left retroreflector
15. Helmet compartment / glove-box
16. Mixer oil reservoir cap
17. Fuel tank cap
18. Ignition switch /steering lock
19. Bag hook
LEGENDE VERSIE 50
1. Linker achteruitkijkspiegeltje
2. Linker inspectiedeksel
3. Centraal inspectiedeksel
4. Opbergruimte
5. Accu
6. Zekeringenhouder
7. Handgreep van de passagier
8. Zadelslot
9. Luchtfilter
10. Startpedaal
11. Centrale standaard
12. Laterale standaard (OPT)
13. Bougie
14. Linker reflector
15. Helmruimte / documentenruimte
16. Dop van de olietank van de menger
17. Dop van de brandstoftank
18. Schakelaar van de ontsteking / stuur-
slot
19. Lasthaak
12
20. Right inspection cover
21. Right rear-view mirror
22. Brake fluid reservoir (front brake)
23. Horn
24. Right retroreflector
25. Fuel tank
26. Mixer oil reservoir
20. Rechter inspectiedeksel
21. Rechter achteruitkijkspiegeltje
22. Tank van de remvloeistof (voorrem)
23. Akoestische melder
24. Rechter reflector
25. Brandstoftank
26. Olietank van de menger
1 Vehicle / 1 Voertuing
KEY - 125 MODEL
1. Left rear-view mirror
2. Glove compartment
3. Left inspection cover
4. Central inspection cover
5. Left passenger footrest
6. Air filter
7. Passenger handgrip
8. Saddle lock
9. Centre stand
10. Engine oil refill cap
11. Battery
12. Side stand (OPT)
13. Helmet compartment / glove-box
14. Right inspection cover
13
LEGENDE VERSIE 125
1. Linker achteruitkijkspiegeltje
2. Opbergruimte
3. Linker inspectiedeksel
4. Centraal inspectiedeksel
5. Linker voetensteun van de passagier
6. Luchtfilter
7. Handgreep van de passagier
8. Zadelslot
9. Centrale standaard
10. Vuldop van de motorolie
11. Accu
12. Laterale standaard (OPT)
13. Helmruimte / documentenruimte
14. Rechter inspectiedeksel
15. Dop van de brandstoftank
15. Fuel tank cap
16. Ignition /steering lock switch
17. Fuse box
18. Bag hook
19. Right rear-view mirror
20. Brake fluid reservoir (front brake)
21. Horn
22. Fuel tank
23. Spark plug
24. Right passenger footrest
16. Schakelaar van de ontsteking / stuur-
slot
17. Zekeringenhouder
18. Lasthaak
19. Rechter achteruitkijkspiegeltje
20. Tank van de remvloeistof (voorrem)
21. Akoestische melder
22. Brandstoftank
23. Bougie
24. Rechter voetensteun van de passagier
1 Vehicle / 1 Voertuing
14
01_05
1 Vehicle / 1 Voertuing
Dashboard (01_05)
KEY
1. Electrical controls on the left-hand side
of the handlebars
2. Rear brake lever
3. Instruments and gauges
4. Throttle grip
15
Legenda (01_05)
Legende
1. Elektrische commando's op de linker
kant van het stuur
2. Hendel van de achterrem
3. Instrumenten en indicators
4. Gashandvat
5. Hendel van de voorrem
5. Front brake lever
6. Start-up control on the right-hand side of
the handlebar
7. Ignition switch / steering lock (ON-OFF­LOCK)
8. Speedometer
8. Speedometer - only km/h (AUS).
9. Odometer
10. Green low-beam warning light
11. Blue high-beam warning light
12. Fuel gauge
13. Green turn indicators warning light
14. Yellow amber low fuel warning light
15. Red low mixer oil warning light (MC50)
15. Red engine oil pressure warning light (MC125)
6. Startcommando op de rechter kant van
het stuur
7. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot (ON-OFF-LOCK)
8. Snelheidsmeter
8. Snelheidsmeter - enkel schaal in km/h (AUS).
9. Kilometerteller
10. Groene controlelamp van het dimlicht
11. Blauwe controlelamp van het groot licht
12. Indicator van het brandstofpeil
13. Groene controlelamp van de richting-
aanwijzers
14. Ambergele controlelamp van de brand­stofreserve
15. Rode controlelamp van de oliereserve van de menger (MC50)
15. Rode controlelamp van de oliereserve van de menger (MC125)
1 Vehicle / 1 Voertuing
INSTRUMENTS AND GAUGES - DE­SCRIPTION
Speedometer «8»
Shows riding speed.
16
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMEN­TEN EN DE INDICATORS
Snelheidsmeter «8»
Duidt de rijsnelheid aan.
Total odometer «9»
Shows the total number of kilometres cov­ered.
1 Vehicle / 1 Voertuing
Kilometerteller totaal «9»
Duidt het totaal aantal afgelegde kilome­ters aan.
Tail lights and low-beam light warning light «10»
Turns on every time the ignition switch is set to «ON».
High-beam warning light «11»
Turns on when the front headlamp is set to high-beam.
Fuel gauge «12»
Shows the approximate fuel level in the tank.
Turn indicator warning light «13»
Flashes when in right or left turning mode.
Low fuel warning light «14» Controlelamp van de brandstofreserve
Controlelamp van het positielicht en het dimlicht «10»
Deze licht elke keer op wanneer de ontste­kingsschakelaar in «ON» wordt geplaatst.
Controlelamp van het groot licht «11»
Licht op wanneer het licht van het voorlicht zich in de positie van het groot licht bevindt.
Indicator van het brandstofpeil «12»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in de tank aan.
Controlelamp van de richtingaanwijzers «13»
Knippert wanneer het signaal voor het rechts of links afslaan in functie is.
«14»
17
It turns on when there is a 2-litre fuel re­serve in the tank.
Deze licht op wanneer in de brandstoftank ongeveer 2 liter brandstof overblijft.
1 Vehicle / 1 Voertuing
Low mixer oil warning light «15» (MC50)
Turns on when the ignition switch is set to «ON» and the starter button is pressed, checking if the bulb is working adequately. Replace the bulb if it does not turn on upon starting the vehicle.
CAUTION
IF THE BULB TURNS ON BUT DOES NOT GO OFF AFTER RELEASING THE STARTER BUTTON, OR IF IT TURNS ON DURING REGULAR RIDING, THIS MEANS THE MIXER OIL LEVEL IS IN RE­SERVE; IF THIS OCCURS, TOP-UP WITH MIXER OIL.
Engine oil pressure warning light «15» (MC125)
Turns on every time the ignition switch is set to «ON» and the engine has not been started; this tests the bulb operation. Re­place the bulb if it does not turn on at this phase. The warning light should turn off as soon as the engine is started.
Controlelamp van de oliereserve van de menger «15» (MC50)
Deze licht op wanneer de ontstekingsscha­kelaar in positie «ON» wordt geplaatst en de startknop wordt ingedrukt, door een controle uit te voeren van de correcte werk­ing van het lampje. Wanneer het lampje niet oplicht tijdens de start, vervangt men het.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OP­LICHT EN NIET UITGAAT NADAT MEN DE STARTKNOP HEEFT LOSGELATEN, OF WANNEER HET OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING, IS HET OLIE­PEIL VAN DE MENGER IN RESERVE; IN DIT GEVAL VULT MEN OLIE BIJ IN DE MENGER.
Controlelamp van de druk van de mo­torolie van de menger «15» (MC125
Deze licht elke keer op wanneer men de onstekingsschakelaar op «ON» plaatst en de motor niet gestart heeft, om zo een test uit te voeren van de werking van het lamp­je. Wanneer het lampje niet oplicht tijdens deze fase, vervangt men het. De controle­lamp moet uitgaan wanneer de motor wordt gestart.
18
CAUTION
LET OP
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_06
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON WHILE THE ENGINE IS WORKING PROPERLY, THIS MEANS THAT THE OIL PRESSURE IN THE CIRCUIT IS NOT ENOUGH. IF THIS OCCURS, STOP THE ENGINE AT ONCE AND CONTACT AN aprilia Official Dealer.
Key switch (01_06, 01_07)
The ignition switch «1» is located on the right-hand side, near the headstock.
NOTE
KEY«2» ACTIVATES THE IGNITION SWITCH/ STEERING LOCK, THE SAD­DLE LOCK AND THE GLOVE-BOX LATCH. TWO KEYS ARE SUPPLIED WITH THE VEHICLE (ONE IS A SPARE KEY).
NOTE
KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
WANNEER DE CONTROLELAMP OP­LICHT TIJDENS DE NORMALE WERK­ING VAN DE MOTOR, IS DE DRUK VAN DE MOTOROLIE IN HET CIRCUIT ON­VOLDOENDE. IN DIT GEVAL LEGT MEN ONMIDDELLIJK DE MOTOR STIL, EN WENDT MEN ZICH TOT EEN Officiële aprilia Dealer.
Sleutelschakelaar (01_06, 01_07)
De ontstekingsschakelaar «1» bevindt zich op de rechter kant, nabij de kop van de stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE SCHAKELAAR VAN DE ONTSTE­KING / STUURSLOT, HET SLOT VAN HET ZADEL EN HET SLOT VAN DE OPBERGRUIMTE. BIJ HET VOERTUIG WORDEN TWEE SLEUTELS GELE­VERD (ÉÉN RESERVESLEUTEL).
N.B.
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL NIET OP HET VOERTUIG.
01_07
SWITCH POSITIONS POSITIE VAN DE SCHAKELAAR
19
01_08
ON «A»: The engine and lights can be set to work. The key cannot be extracted.
OFF «B»: The engine and lights cannot be set to work. The key can be extracted .
LOCK «C»: The steering is locked. It is not possible to start the engine or switch on the lights. The key can be extracted .
Locking the steering wheel (01_08)
ON «A»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OFF «B»: De motor en de lichten kunnen niet in werking worden gesteld. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «C»: Het stuur is geblokkeerd. Het is niet mogelijk om de motor te starten en om de lichten te activeren. Het is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
Inschakeling van het stuurslot (01_08)
1 Vehicle / 1 Voertuing
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE VEHICLE - NEVER TURN THE KEY TO «LOCK» WHILE RIDING.
To lock the steering:
Turn the handlebar fully left­wards.
Turn the key «2» to «OFF»
Press and turn the key to set it to « LOCK».
Take out the key.
20
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSI­TIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN, ZODAT MEN DE CONTROLE OVER HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
Om de stuurinrichting te blokkeren:
Draai het stuur volledig naar links.
Draai de sleutel «2» in positie «OFF»
Druk op de sleutel en draai hem in positie «LOCK».
Verwijder de sleutel.
Switch direction indicators (01_09)
Schakelaar richtingaanwijzers (01_09)
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_09
01_10
Move the switch «3» to the left, to indicate a left turn; move the switch «3» to the right, to indicate a right turn.
To deactivate the turn indicator, press the «3» switch.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC­TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Horn button (01_10)
To action the horn, press button «1».
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC­TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Verplaats schakelaar «3» naar links, om aan te duiden dat men naar links draait; verplaats schakelaar «3» naar rechts, om aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk op schakelaar «3» om de richting­aanwijzer te desactiveren.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Drukknop claxon (01_10)
Door op drukknop «1» te drukken, acti­veert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
21
Light switch (01_11)
Koplampschakelaar (01_11)
01_11
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC­TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
NOTE
THE LIGHTING SYSTEM WORKS ON­LY WITH THE ENGINE RUNNING.
NOTE
LIGHT SWITCHING ON IS INSTRUC­TED UPON ENGINE START-UP.
When the switch «2» is set to «A», the following are always activated: tail lights, instrument panel lights and low-beam light. If it is set to «B», the high-beam light is activated.
If the light switch «2» is pressed when set to «C», the high-beam light flashes.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
N.B.
DE VERLICHTINGSINSTALLATIE WERKT ENKEL WANNEER DE MO­TOR GESTART IS.
N.B.
DE LICHTEN GAAN UIT WANNEER DE MOTOR WORDT UITGESCHAKELD.
Met de drukknop «2» in positie «A» zijn de volgende lichten steeds aan: de posi­tielichten, het licht van het dashboard en het dimlicht. In positie «B» wordt het groot licht geactiveerd.
Door op de omleider van de lichten « in positie «C» te drukken, activeert men het knipperen van het groot licht.
1 Vehicle / 1 Voertuing
22
Start-up button (01_12)
Startknop (01_12)
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_12
01_13
By pressing the starter button «2» and operating a brake lever (front or rear) at the same time, the starter motor spins the engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC­TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
Engine stop button (01_13)
(countries where required)
It acts as an engine cut-off or emergency stop switch. With the switch «1» in «B» RUN, it is possible to start the engine; pressing the switch when set to «A»
OFF will stop the engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC­TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY IS SET TO "ON"
CAUTION
Door op de startknop «2» te drukken en door gelijktijdig de remhendel (vooraan of achteraan) te activeren, doet het start­motortje de motor draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
Stopschakelaar motor (01_13)
(in landen waar voorzien)
Dit is een veiligheidsschakelaar of een noodstopschakelaar. Met schakelaar «1» ingedrukt in positie «B» RUN, is het mogelijk om de motor te starten; door er op te drukken in positie «A» OFF, wordt de motor stilgelegd.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT­STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN PO­SITIE «ON» BEVINDT
LET OP
DO NOT ACTIVATE THE ENGINE STOP SWITCH WHILE RIDING THE VEHICLE.
23
RAAK DE STOPSCHAKELAAR VAN DE MOTOR NIET AAN TIJDENS HET RIJDEN.
CAUTION
LET OP
01_14
WITH THE ENGINE OFF AND THE IG­NITION SWITCH SET TO «ON» THE BATTERY MAY GET DISCHARGED. WITH THE ENGINE OFF AND AFTER IT STOPS TURN THE IGNITION SWITCH TO «OFF».
Opening the saddle (01_14)
To unlock and lift the saddle:
Rest the vehicle on its centre stand.
Insert the key in the saddle lock «1».
Turn the key anticlockwise and lift the saddle «2».
NOTE
BEFORE LOWERING AND LOCKING THE SADDLE, MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE THE HELMET COMPARTMENT / GLOVE-BOX.
MET DE MOTOR STIL EN DE ONTSTE­KINGSSCHAKELAAR MET SLEUTEL IN POSITIE «ON», KAN DE ACCU ONT­LADEN. WANNEER HET VOERTUIG STILSTAAT NADAT MEN DE MOTOR HEEFT STILGELEGD, DRAAIT MEN DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR IN POSITIE «OFF».
Opening van het zadel (01_14)
Voor het deblokkeren en het opheffen van het zadel, handelt men als volgt:
Plaats het voertuig op de stan­daard.
Plaats de sleutel in het zadelslot «1».
Draai de sleutel in tegenwijzers­zin en hef het zadel «2» op.
N.B.
VOORALEER MEN HET ZADEL DICHTDOET EN BLOKKEERT, CON­TROLEERT MEN OF MEN DE SLEU­TEL NIET HEEFT VERGETEN IN DE HELMRUIMTE / DOCUMENTENRUIM­TE.
1 Vehicle / 1 Voertuing
To lock the saddle, lower and press it (without forcing it) to trip the lock.
24
Om het zadel te blokkeren, doet men het dicht en drukt men er op (zonder te for­ceren), en laat men het slot klikken.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT THE SADDLE IS CORRECTLY LOCKED INTO POSITION.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN, CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL CORRECT GEBLOKKEERD IS.
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_15
Lifting the Helmet Bay (01_15)
Thanks to the helmet compartment/ glove-box it is not necessary to carry the helmet with you after parking your vehi­cle. The compartment is located under the saddle and can hold a "JET"-type hel­met.
To reach it:
Lift the saddle.
NOTE
PLACE THE HELMET WITH ITS OPEN­ING FACING DOWN AS SHOWN IN THE FIGURE.
CAUTION
DO NOT OVERLOAD THE HELMET COMPARTMENT / GLOVE-BOX.
Characteristic
Maximum allowed weight
2.5 kg
Omhoogklappen helmbak (01_15)
Dankzij het gebruik van de helmruimte / documentenruimte, moeten de helm en voorwerpen niet bij zich gehouden wor­den wanneer het voertuig geparkeerd wordt. De ruimte bevindt zich onder het zadel en kan een helm van het type "JET" bevatten.
Om het te bereiken moet het volgende uitgevoerd worden:
Hef het zadel op.
N.B.
PLAATS DE HELM MET DE OPENING NAAR BENEDEN, ZOALS WORDT AANGEDUID IN DE FIGUUR.
LET OP
LAADT DE HELMRUIMTE/DOCUMEN­TENRUIMTE NIET TE VEEL.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
2,5 Kg
25
Identification (01_16, 01_17, 01_18)
Identificatie (01_16, 01_17, 01_18)
01_16
01_17
01_18
Write down the chassis and engine num­bers in the specific space of this manual. The chassis number can be used to order spare parts.
NOTE
ALTERING IDENTIFICATION NUM­BERS CAN BE SERIOUSLY PUNISH­ED BY LAW, PARTICULARLY MODI­FYING THE CHASSIS NUMBER WILL IMMEDIATELY INVALIDATE THE WARRANTY.
CHASSIS NUMBER
The chassis number is stamped on the central chassis bar. Remove the cov­er«1» to read it.
Chassis No. .........................................
NOTE
THE COVER «1» CAN BE FITTED IN ONLY ONE POSITION. THE SECTION WITH THE TWO TABS «2» IS THE BOTTOM ONE.
Het is goed om het framenummer en het motornummer op de speciale plaats in dit boekje te schrijven. Het framenummer kan gebruikt worden voor de aankoop van reserveonderdelen.
N.B.
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICA­TIENUMMERS KAN LEIDEN TOT ERN­STIGE STRAFRECHTELIJKE EN AD­MINISTRATIEVE SANCTIES, VOORAL HET WIJZIGEN VAN HET FRAMENUM­MER DOET DE GARANTIE ONMID­DELLIJK VERVALLEN.
FRAMENUMMER
Het framenummer is gedrukt op de cen­trale buis van het frame. Voor de lezing is het nodig om het dekseltje «1» te ver­wijderen.
Frame n° .........................................
N.B.
DEKSELTJE «1» KAN SLECHTS IN ÉÉN ZIN GEPLAATST WORDEN. HET DEEL MET DE TWEE LIPJES «2» IS HET ONDERSTE DEEL.
1 Vehicle / 1 Voertuing
26
ENGINE NUMBER
The engine number is stamped on the rear, near the rear brake set screw.
Engine No. .........................................
MOTORNUMMER
Het motornummer is gedrukt op de ach­terkant, in de nabijheid van het register van de achterrem.
Motor n° .........................................
1 Vehicle / 1 Voertuing
01_19
Rear top box opening (01_19)
Located below the handlebar, in the in­ternal shield.
To reach it:
Insert the key in the lock «3».
Turn the key clockwise, pull it and open the cover «4».
NOTE
BEFORE LOCKING THE COVER, MAKE SURE THAT THE KEY HAS NOT BEEN LEFT INSIDE THE GLOVE-BOX.
Lift and press the cover «4» to lock it. The key is not needed.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
Penen van de koffer voor (01_19)
Het bevindt zich onder het stuur, intern de beschermingsplaat.
Om het te bereiken moet het volgende uitgevoerd worden:
Plaats de sleutel in het slot «3».
Draai de sleutel in wijzerszin, trek er aan, en open het deurtje «4».
N.B.
VOORALEER MEN HET DEURTJE BLOKKEERT, CONTROLEERT MEN OF MEN DE SLEUTEL NIET HEEFT VERGETEN IN DE OPBERGRUIMTE.
Om het deurtje «4» te blokkeren, heft men het op en drukt men er op. Hiervoor hoeft men de sleutel niet te gebruiken.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
27
Bag clip (01_20)
Tassenhaak (01_20)
01_20
CAUTION
DO NOT HANG BULKY BAGS OR PACKAGES ON THE HOOK TO AVOID OBSTRUCTING VEHICLE HANDLING AND FEET MOVEMENT.
The bag hook «2» is under the saddle in the front part.
Characteristic
Maximum allowed weight
1.5 kg
LET OP
HANG GEEN TE GROTE TASSEN OF PAKKEN AAN DE LASTHAAK, OM­DAT DE HANDELBAARHEID VAN HET VOERTUIG OF DE BEWEGING VAN DE VOETEN ZOU KUNNEN GEHIN­DERD WORDEN.
De lasthaak «2» bevindt zich vooraan on­der het zadel.
Technische kenmerken
Maximum toegestaan gewicht
1,5 kg
1 Vehicle / 1 Voertuing
28
MOJITO 50 -
125
Chap. 02
Use
Hst. 02
Gebruik
29
Checks
Controles
CAUTION
BEFORE SETTING-OFF, ALWAYS CARRY OUT A PRELIMINARY CHECK OF THE VEHICLE, FOR CORRECT AND SAFE OPERATION. FAILURE TO DO SO MAY RESULT IN SEVERE PER­SONAL INJURY OR VEHICLE DAM­AGE.
DO NOT HESITATE TO CONTACT AN Official aprilia Dealer IF YOU DO NOT UNDERSTAND HOW SOME CON­TROLS WORK OR IF MALFUNCTION IS DETECTED OR SUSPECTED.
CHECKS DO NOT TAKE LONG AND RESULT IN SIGNIFICANTLY EN­HANCED SAFETY.
PRE-RIDE CHECKS
Front brake Check its correct operation, the
brake fluid level and possible leaks. Check brake pads for wear. If necessary, top-up the brake fluid.
LET OP
VÓÓR HET VERTREK VOERT MEN STEEDS EEN VOORAFGAANDE CON­TROLE UIT VAN HET VOERTUIG, VOOR EEN CORRECTE EN VEILIGE WERKING. HET NIET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLEHANDELIN­GEN KAN ERNSTIGE LETSELS AAN UZELF OF SCHADE AAN HET VOER­TUIG VEROORZAKEN.
AARZEL NIET OM ZICH TE WENDEN TOT EEN Officiële aprilia Dealer, WAN­NEER OPGEMERKT WORDT DAT ER ONREGELMATIGHEDEN ZIJN IN VER­BAND MET ENKELE COMMANDO'S OF MET DE WERKING.
DE NODIGE TIJD VOOR EEN CON­TROLE IS UITERST BEPERKT, EN DE VEILIGHEID KOMT OP DE EERSTE PLAATS.
VOORAFGAANDE CONTROLES
Voorrem Controleer de werking, het peil van
de remvloeistof, en eventuele lekken. Controleer de slijtage van de pastilles. Indien nodig laat men remvloeistof bijvullen.
2 Use / 2 Gebruik
30
Loading...
+ 125 hidden pages