for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed
over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
ATLANTIC 300 i.e.
Ed. 03 2010
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance
procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an Aprilia Dealer or Authorised Workshop. This booklet also contains
instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical
knowledge; for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende Aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De
handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven,
vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan
om zich te wenden tot een Dealer of Erkende Aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The sings above are very important. They are used to
highlight those parts of the booklet that should be read
with particular care. As you can see, each sign consists of a different graphic symbol, making it quick and
easy to locate the various topics. Before starting the
engine, read this booklet carefully, particularly the
"SAFE RIDING" section. Your safety as well as other's
does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your
vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself
and your knowledge of the rules for SAFE RIDING.
For your safety, get to know your vehicle well so as to
safely ride and master it given any riding condition.
IMPORTANT This booklet is an integral part of the
vehicle, and must be handed to the new owner in the
event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze hebben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch symbool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillende delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich in alle situaties
veilig en beheersd kan bewegen. BELANGRIJK Deze
handleiding moet beschouwd worden als integrerend
deel van het voertuig, en moet worden overhandigd
bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX
INDEX
GENERAL RULES..........................................................................7
8. Electric controls on the left side
of the handlebar
9. Combined brake lever (front and
rear)
13
Legenda (02_03)
LEGENDE
1. Linker achteruitkijkspiegeltje
2. Instrumenten en indicators
3. Rechter achteruitkijkspiegeltje
4. Gashandvat
5. Hendel van de voorrem
6. Elektrische commando's op de
rechter kant van het stuur
7. Schakelaar van de ontsteking /
stuurslot («ON» - «OFF» «LOCK»)
8. Elektrische commando's op de
linker kant van het stuur
9. Hendel van de gecombineerde
rem (vooraan en achteraan)
02_03
Analogue instrument panel
(02_04)
KEY
1. Side stand lowered amber warning light
2. «IMMOBILIZER» antitheft device red warning light (only for
vehicles fitted with this wiring)
14
Analoog instrumentenpaneel
(02_04)
LEGENDE
1. Amberkleurige controlelamp
van de standaard uitgeklapt
2. Rode controlelamp van het antidiefstalsysteem «IMMOBILIZER» (enkel voor voertuigen
met predispositie)
2 Vehicle / 2 Voertuing
3. Engine oil pressure red warning
light
4. ABS red warning light (only for
vehicles fitted with this wiring)
5. Left turn indicator green warning
light
6. Right turn indicator green warning light
7. Red «EFI» warning light
8. Low-beam light green warning
light
9. High-beam blue warning light
10. Low fuel yellow amber warning
light
11. Fuel level gauge
12. Coolant temperature gauge
13. Function selection and digital
clock adjustment buttons
14. Digital clock
15. Total odometer
16. Trip odometer
17. Speedometer
18. Trip odometer resetting knob
3. Rode controlelamp van de druk
van de motorolie
4. Rode controlelamp ABS (enkel
voor voertuigen met predispositie)
5. Groene controlelamp van de linker richtingaanwijzer
6. Groene controlelamp van de
rechter richtingaanwijzer
7. Rode controlelamp «EFI»
8. Groene controlelamp van de
dimlichten
9. Blauwe controlelamp van het
groot licht
10. Amberkleurige controlelamp
van de brandstofreserve
11. Indicator van het brandstofpeil
12. Indicator van de temperatuur
van de koelvloeistof
13. Drukknoppen voor de selectie
van de functies en de regeling
van de digitale klok
14. Digitale klok
15. Kilometerteller totaal
16. Kilometerteller partieel
17. Snelheidsmeter
18. Knop voor het op nul stelllen van
de kilometerteller partieel
15
02_04
INSTRUMENT AND GAUGE DESCRIPTION
CAUTION
WITH THE KEY SET TO «ON» ALL THE
PRE-INSTALLED WARNING LIGHTS,
INSTRUMENT PANEL LIGHTING AND
ALL THE SEGMENT IN DISPLAY 3
16
BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN EN DE INDICATORS
LET OP
MET DE SLEUTEL IN DE «ON» POSITIE, LICHTEN ALLE VOORZIENE
CONTROLELAMPEN, DE VOLLEDIGE
VERLICHTING VAN HET DASH-
2 Vehicle / 2 Voertuing
TURN ON FOR THE FIRST 3 SECONDS
FOR AN INITIAL INSTRUMENT
CHECK.
BOARD EN ALLE SEGMENTEN VAN
DE 3 DISPLAYS OP VOOR 3 SECONDEN, VOOR EEN BEGINCHECK VAN
HET INSTRUMENT.
ABS (Anti-lock Braking System) warning light «4»
Only for vehicles fitted with this wiring.
Carries out the anti-locking system
check. Turns on if there is a problem.
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON
DURING REGULAR ENGINE OPERATION, THIS MEANS THAT THERE IS A
FAILURE IN THE ANTI-LOCKING SYSTEM. IN THIS EVENT, STOP THE ENGINE AT ONCE AND CONTACT AN
OFFICIAL APRILIA DEALER.
Antitheft warning light (immobilizer)
«2»
Only for vehicles fitted with this wiring.
When the scooter is off, it flashes as a
deterrent against thieves. Confirms that
the antitheft system is on.
Controlelamp van het ABS (Anti-lock
Braking System) «4»
Enkel voor voertuigen met predispositie.
Voer de check uit van het antiblokkeersysteem. Deze licht op in geval van onregelmatigheden.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, DUIDT DIT OP
EEN PROBLEEM VAN HET ANTIBLOKKEERSYSTEEM. IN DIT GEVAL
LEGT MEN ONMIDDELLIJK DE MOTOR STIL, EN WENDT MEN ZICH TOT
EEN OFFICIËLE APRILIA DEALER.
Controlelamp van het antidiefstalsysteem (immobilizer) «2»
Enkel voor voertuigen met predispositie.
Met de motor uit, knippert dit als afschrikkingsmiddel tegen diefstal. Het bevestigt
dat het antidiefstalsysteem actief is.
17
Engine oil pressure warning light «3»
Turns on every time the ignition switch is
set to «ON» and the engine has not been
started, this tests LED operation. The
warning light should turn off as soon as
the engine is started.
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON
WHILE THE ENGINE IS WORKING
PROPERLY, THIS MEANS THAT THE
OIL PRESSURE IN THE CIRCUIT IS
NOT ENOUGH. IF THIS OCCURS,
STOP THE ENGINE AT ONCE AND
CONTACT AN aprilia Official Dealer.
Controlelamp van de druk van de motorolie «3»
Deze licht elke keer op wanneer men de
onstekingsschakelaar op «ON» plaatst
en de motor niet gestart heeft, om zo een
test uit te voeren van de werking van de
LED. De controlelamp moet uitgaan wanneer de motor wordt gestart.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, IS DE DRUK VAN
DE MOTOROLIE IN HET CIRCUIT ONVOLDOENDE. IN DIT GEVAL LEGT
MEN ONMIDDELLIJK DE MOTOR
STIL, EN WENDT MEN ZICH TOT EEN
Officiële aprilia Dealer.
Side stand lowered warning light «1»
Turns on when the side stand is lowered.
CAUTION
WHEN THE SIDE STAND IS LOWERED, THE WARNING LIGHT TURNS
ON AND THE VEHICLE CANNOT BE
STARTED.
18
Controlelamp van de laterale standaard uitgeklapt «1»
Deze licht op wanneer de laterale standaard uitgeklapt is.
LET OP
WANNEER DE LATERALE STANDAARD UITGEKLAPT IS EN DE CONTROLELAMP IS OPGELICHT, KAN
Turns on for about three seconds every
time the ignition switch is set to «ON» and
the engine has not been started, this tests
the injection system operation. The warning light should turn off as soon as the
engine is started.
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT TURNS ON
WHILE THE ENGINE IS WORKING
PROPERLY, THIS MEANS THAT
THERE IS A FAILURE IN THE ELECTRONIC FUEL INJECTION SYSTEM. IF
THIS OCCURS, STOP THE ENGINE AT
ONCE AND CONTACT AN OFFICIAL
APRILIA DEALER.
Right turn indicator warning light «6»
Flashes when in right turning mode.
Controlelamp van de elektronische injectiecontrole EFI «7»
Deze licht elke keer op voor ongeveer
drie seconden wanneer men de ontstekingsschakelaar op «ON» plaatst en de
motor niet gestart heeft, om zo een test
uit te voeren van de werking van het injectiesysteem. De controlelamp moet uitgaan wanneer de motor wordt gestart.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP OPLICHT TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, DUIDT DIT OP
EEN PROBLEEM VAN HET ELEKTRONISCH BENZINE-INJECTIESYSTEEM.
IN DIT GEVAL LEGT MEN ONMIDDELLIJK DE MOTOR STIL, EN WENDT
MEN ZICH TOT EEN OFFICIËLE APRILIA DEALER.
Controlelamp van de rechter richtingaanwijzer «6»
Knippert wanneer het signaal voor het
rechts afslaan in functie is.
19
Left turn indicator warning light «5»
Flashes when in left turning mode.
Controlelamp van de linker richtingaanwijzer «5»
Knippert wanneer het signaal voor het
links afslaan in functie is.
Low-beam warning light «8»
Turns on with the low-beam lights.
High-beam warning light «9»
Turns on when the front headlamp highbeam bulb is activated or when the highbeam light is flashed (PASSING).
Low fuel warning light «10»
Turns on when there is a 1.5-litre fuel reserve in the tank.
Fuel gauge «11»
Shows the approximate fuel level in the
tank. When the needle reaches the red
area, there are about 1.5 litres of fuel left.
If this occurs, refill the tank as soon as
possible.
Controlelamp van de dimlichten «8»
Deze licht op wanneer de dimlichten worden aangeschakeld.
Controlelamp van het groot licht «9»
Deze licht op wanneer het lampje van het
groot licht van het voorlicht geactiveerd
is, of wanneer men het groot licht doet
knipperen (PASSING).
Controlelamp van de brandstofreserve «10»
Deze licht op wanneer er in de brandstoftank ongeveer 1,5 liter brandstof overblijft.
Indicator van het brandstofpeil «11»
Duidt bij benadering het brandstofpeil in
de tank aan. Wanneer de wijzer de rode
zone bereikt, blijft er ongeveer 1,5 liter
brandstof over in de tank. In dit geval
moet men zo vlug mogelijk tanken.
20
2 Vehicle / 2 Voertuing
Coolant temperature gauge «12»
Shows the approximate temperature of
the coolant in the engine. When the needle starts to move away from the «MIN»
mark, the temperature is adequate to ride
the scooter. If the needle enters the red
area or the warning light turns on, stop
the engine and check the coolant level.
CAUTION
IF THE TEMPERATURE EXCEEDS
THE MAXIMUM ALLOWED ("MAX"
RED AREA OF THE SCALE), THE ENGINE CAN BE SERIOUSLY DAMAGED.
Indicator van de temperatuur van de
koelvloeistof «12»
Duidt bij benadering de temperatuur aan
van de koelvloeistof in de motor. Wanneer de wijzer zich naar het «MIN» peil
verplaatst, is de temperatuur onvoldoende om met het voertuig te kunnen rijden.
Wanneer de wijzer de rode zone bereikt
of de controlelamp licht op, legt men de
motor stil en de controleert men het peil
van de koelvloeistof.
LET OP
WAMNNEER DE MAXIMUM TOEGESTANE TEMPERATUUR WORDT
OVERSCHREDEN (DE RODE ZONE
«MAX» VAN DE SCHAAL), KAN DE
MOTOR ERNSTIG WORDEN BESCHADIGD.
Instruments
Digital clock «14»
View time and date in this display.
Total odometer «15»
Shows the total number of kilometres
covered.
Trip odometer «16»
21
Instrumenten
Digitale klok «14»
Op het display kunnen het uur en de datum worden gevisualiseerd.
Kilometerteller totaal «15»
Duidt het totaal aantal afgelegde kilometers aan.
Kilometerteller partieel «16»
Shows the total number of kilometres
partially travelled. To reset it, use the resetting knob.
Speedometer «17»
Shows riding speed.
Duidt het totaal aantal afgelegde kilometers van de trip aan. Om de waarde op nul
te stellen gebruikt men de opnulstellingsknop.
Snelheidsmeter «17»
Duidt de rijsnelheid aan.
Clock (02_05)
Calendar adjustment:
•
Standard display: hours and minutes.
•
Date display: pressing the button «1» shows month and day
numbers.
•
Seconds display: press the button «1» twice.
NOTE
CONTACT AN OFFICIAL APRILIA
DEALER TO HAVE THE CLOCK BATTERY REPLACED.
22
Klok (02_05)
Regeling van de datumaanduiding:
•
Normale visualisering: uren en
minuten.
•
Visualisering van de datum:
druk op de toets «1», en het
nummer van de maand en de
dag verschijnen.
•
Visualisering van de seconden:
druk twee keer op de toets «1».
N.B.
VOOR DE VERVANGING VAN DE BAT-
TERIJ VAN DE KLOK, WENDT MEN
ZICH TOT EEN OFFICIËLE APRILIA
DEALER.
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_05
Adjustment:
•
Pressing the button «2» once
displays date and time alternatively.
•
Month: pressing «2» again displays the month on the left (the
rest disappears). Pressing the
button «1» sets the desired
month.
•
Day: pressing «2» again displays the day on the right.
Pressing the button «1» sets the
desired day.
•
Time: pressing the button «2»
displays the time on the left with
the letter «A» or «P» (A= am,
P= pm). Pressing the button
«1» sets the desired time.
•
Minutes: pressing the button
«2» displays the day to the right
of the display. Pressing the button «1» sets the desired minutes.
So the digital clock has been adjusted.
Press the button «2» and then button
«1» to return to regular operation.
Regeling:
•
Druk één keer op de toets «2»,
en de datum en het uur worden
afwisselend gevisualiseerd.
•
Maand: druk nogmals op «2»,
en de maand zal links verschijnen (de rest verdwijnt). Druk op
de toets «1» om de gewenste
maand in te stellen.
•
Dag: druk nogmaals op «2», en
de dag zal rechts verschijnen.
Druk op de toets «1» om de ge-
wenste dag in te stellen.
•
Uur: druk nogmaals op de toets
«2» en links zal het uur met de
letter «A» of «P» verschijnen
(A= antimeridiaan, P= postmeridiaan). Druk op de toets «1»
om het gewenste uur in te stellen.
•
Minuten: druk nogmals op de
toets «2», om rechts op het display de minuten te verkrijgen.
Druk op de toets «1» om de ge-
wenste minuten in te stellen.
De klok wordt op deze manier geregeld.
Druk nogmaals op de toets «2», en ver-
volgens op de toets «1» om terug te keren naar de normale werking.
23
Key switch (02_06)
Sleutelschakelaar (02_06)
02_06
The ignition switch "1" is found on the
right side, near the headstock.
NOTE
THE KEY «2» ACTIVATES THE IGNI-
TION SWITCH / STEERING LOCK, THE
SADDLE LOCK, THE GLOVE-BOX LID
AND THE FUEL FLAP.
The vehicle is supplied with two keys
(one is the spare key).
NOTE
KEEP THE SPARE KEY IN DIFFERENT
PLACE, NOT WITH THE VEHICLE.
SWITCH POSITION
ON «C»: The engine and lights can be set
to work. It is not possible to withdraw the
key.
OFF «B» : The engine and lights cannot
be set to work. It is possible to remove the
key.
LOCK «A» : The steering is locked. It is
impossible to start the engine or switch
on the lights. It is possible to remove the
key.
Ontstekingsschakelaar «1» vindt men op
de rechter kant, nabij de kop van de
stuurinrichting.
N.B.
DE SLEUTEL «2» ACTIVEERT DE
SCHAKELAAR VAN DE ONTSTEKING / STUURSLOT, HET SLOT VAN
HET ZADEL, HET DEURTJE VAN DE
OPBERGRUIMTE EN HET BENZINEDEURTJE.
Bij het voertuig worden twee sleutels bijgeleverd (één reservesleutel).
N.B.
BEWAAR DE RESERVESLEUTEL
NIET OP HET VOERTUIG.
POSITIE VAN DE SCHAKELAAR
ON «C»: De motor en de lichten kunnen
in werking worden gesteld. Het is niet
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
OFF «B» : De motor en de lichten kunnen
niet in werking worden gesteld. Het is
mogelijk om de sleutel te verwijderen.
LOCK «A» : De stuurinrichting is geblokkeerd. Het is niet mogelijk om de motor te
starten en om de lichten te activeren. Het
is mogelijk om de sleutel te verwijderen.
24
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_07
Locking the steering wheel
(02_07)
To lock the steering:
•
Turn the handlebar completely
to the left.
•
Press the key «2» and them turn
it to «LOCK».
CAUTION
AVOIDING LOSING CONTROL OF THE
VEHICLE- NEVER TURN THE KEY TO
«LOCK» WHILE RIDING.
Inschakeling van het stuurslot
(02_07)
Om de stuurinrichting te blokkeren:
•
Draai het stuur volledig naar
links.
•
Druk op de sleutel «2» en draai
ze vervolgens in positie
«LOCK».
LET OP
DRAAI DE SLEUTEL NOOIT IN POSITIE «LOCK» TIJDENS HET RIJDEN,
ZODAT MEN DE CONTROLE OVER
HET VOERTUIG NIET VERLIEST.
02_08
Switch direction indicators
(02_08)
Move the switch «2» to the left, to indicate
a left turn; move the switch «2» to the
right, to indicate a right turn. Press the
central part of the switch 2 to deactivate
the turn indicator.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
25
Schakelaar richtingaanwijzers
(02_08)
Verplaats schakelaar «2» naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats schakelaar «2» naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Druk centraal op de schakelaar «2» om
de richtingaanwijzer te desactiveren.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
02_09
02_10
Horn button (02_09)
Pressing the button "1" activates the
horn.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Light switch (02_10)
If the light switch «3» is set to «A», the
low-beam light is activated; if it is set to
«B», the high-beam light is activated.
If the light switch «3» is pressed when set
to «C» (PASSING), the high-beam light
flashes.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
NOTE
ONCE THE LIGHT SWITCH IS RE-
LEASED FROM THE PASSING MODE
Drukknop claxon (02_09)
Door op drukknop «1» te drukken, activeert men de akoestische melder.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Koplampschakelaar (02_10)
Wanneer de omleider van de lichten «3»
zich in positie «A» bevindt, wordt het dimlicht geactiveerd; wanneer hij zich in positie «B» bevindt, wordt het groot licht
geactiveerd.
Door op de omleider van de lichten «3»
in positie «C» (PASSING) te drukken, activeert men het knipperen van het groot
licht.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
26
2 Vehicle / 2 Voertuing
IN "C"THE HIGH-BEAM LIGHT STOPS
FLASHING.
N.B.
WANNEER MEN DE OMLEIDER VAN
DE LICHTEN IN MODALITEIT KNIPPEREN «C» LOSLAAT, WORDT HET
KNIPPEREN VAN HET GROOT LICHT
GEDEACTIVEERD.
02_11
02_12
Start-up button (02_11)
By pressing the button «2» (RUN), the
starter motor starts the engine.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
Engine stop button (02_12)
The engine stop switch «1» functions as
a safety and emergency switch. When
this switch is set to «ON» , it is possible
to start the engine; when it is set to
«OFF» , the engine stops.
NOTE
ELECTRICAL COMPONENTS FUNC-
TION ONLY WHEN THE IGNITION KEY
IS SET TO "ON"
27
Startknop (02_11)
Door op de drukknop «2» (RUN) te drukken, doet het startmotortje de motor
draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
Stopschakelaar motor (02_12)
De schakelaar voor het stilleggen van de
motor «1» dient als veiligheids- of noodschakelaar. Met de schakelaar in positie
«ON» is het mogelijk om de motor te starten; in positie «OFF» stopt de motor met
draaien.
N.B.
DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
WERKEN ENKEL WANNEER DE ONT-
CAUTION
DO NOT ACTIVATE THE ENGINE
STOP SWITCH WHILE RIDING THE
VEHICLE.
CAUTION
WITH THE ENGINE OFF AND THE IGNITION SWITCH SET TO "ON" THE
BATTERY MAY DISCHARGE. WITH
THE ENGINE OFF AND AFTER IT
STOPS TURN THE IGNITION SWITCH
TO "OFF".
STEKINGSSCHAKELAAR ZICH IN POSITIE «ON» BEVINDT
LET OP
RAAK DE STOPSCHAKELAAR VAN
DE MOTOR NIET AAN TIJDENS HET
RIJDEN.
LET OP
MET DE MOTOR STIL EN DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR MET SLEUTEL
IN POSITIE «ON», KAN DE ACCU ONTLADEN. WANNEER HET VOERTUIG
STILSTAAT NADAT MEN DE MOTOR
HEEFT STILGELEGD, DRAAIT MEN
DE ONTSTEKINGSSCHAKELAAR IN
POSITIE «OFF».
28
Fuel tank (02_13)
2 Vehicle / 2 Voertuing
Benzinetank (02_13)
02_13
02_14
To reach the fuel tank cap:
•
Insert the key «1» in the fuel flap
lock «2», located between the
footrests.
•
Turn the key clockwise and pull
it to open the fuel flap.
•
Unscrew the fuel tank cap «3».
Power supply socket (02_14)
•
There is a 12V plug socket «1»
inside the helmet compartment,
under the saddle.
•
This socket can be used to power equipment with a maximum
power of 180 W (mobile telephones, hand lamp, etc.).
CAUTION
USING THIS SOCKET FOR A LONG
PERIOD CAN RESULT IN A FULLY
DISCHARGED BATTERY.
Om de dop van de brandstoftank te bereiken:
•
Plaats de sleutel «1» in het slot
van het benzinedeurtje «2», dat
zich tussen de voetensteunvlakken bevindt.
•
Draai de sleutel in wijzerszin, en
trek er aan zodat het benzinedeurtje opent.
•
Draai de dop van de tank «3»
los.
Stopcontact (02_14)
•
Binnenin de helmruimte onder
de zadelruimte is een stroomstopcontact «1» van 12V voorzien.
•
Het stroomstopcontact kan gebruikt worden voor het voeden
van gebruiksvoorwerpen met
een vermogen van maximum
180 W (GSM, inspectielamp,
enz.).
LET OP
EEN LANG GEBRUIK VAN HET STOPCONTACT WANEER DE MOTOR UIT-
29
STAAT, KAN DE ACCU VOLLEDIG
DOEN ONTLADEN.
02_15
Opening the saddle (02_15)
•
Insert the key «2» in the saddle
lock.
•
Push and turn the ignition key
anticlockwise.
•
To lock the saddle, lower and
press it (without forcing it) to trip
the lock.
CAUTION
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED INTO POSITION.
Identification (02_16, 02_17)
Write down the chassis and engine numbers in the specific space in this manual.
The chassis number can be used to order
spare parts.
Opening van het zadel (02_15)
•
Plaats de sleutel «2» in het zadelslot.
•
Druk op de ontstekingssleutel
en draai ze in tegenwijzerszin.
•
Om het zadel te deblokkeren,
laat men het zakken en drukt
men er op (zonder te forceren),
en laat men het slot klikken.
LET OP
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
Identificatie (02_16, 02_17)
Het is goed om het framenummer en het
motornummer op de speciale plaats in dit
boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
voor het aanschaffen van reserveonderdelen.
30
Loading...
+ 133 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.