NL |
|
KORTE HANDLEIDING |
|
|
|
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
•U DIENT ZICH BESLIST AAN DE “AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE” TE HOUDEN.
•VOORDAT U DE WASAUTOMAAT IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE BEUGELS DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN.
•Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
1.De waterkraan opendraaien.
2.De deur sluiten.
3.Een beetje wasmiddel in het bakje doen (ongeveer 100 ml).
4.Een snel programma kiezen (zie de programmatabel).
Als het functioneringslampje gaat branden, wil dat zeggen dat de wasmachine ingeschakeld is.
5.Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek gebruikt is om de machine te laten testen, verwijderd.
DAGELIJKS GEBRUIK:
1.De waterkraan opendraaien.
2.Het wasgoed naar textielsoort en kleur sorteren en de trommel vullen.
3.De deur sluiten.
4.Het wasmiddel en eventuele nabehandelingsmiddelen in het bakje doen.
5.Het programma, de temperatuur en de extra functies selecteren.
6.Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
OPMERKING:
Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma's “Bonte - Kookwas” en “Synthetisch” (zonder voorwas) is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie “Snel” gekozen is.
56
INHOUD |
|
|
NL |
|
|
|
|
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN |
Pagina 58 |
||
|
|
|
|
MILIEUTIPS |
Pagina 59 |
||
|
|
|
|
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN |
Pagina 59 |
||
|
|
|
|
TRANSPORT |
Pagina 59 |
||
|
|
|
|
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED |
Pagina 60 |
||
|
|
|
|
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUKTENPagina 61+62 |
|||
|
|
|
|
HET VERVEN EN BLEKEN VAN WASGOED |
Pagina 62 |
||
|
|
|
|
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA / |
|
|
|
START VAN HET PROGRAMMA |
Pagina 62 |
||
|
|
|
|
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES |
Pagina 63 |
||
|
|
|
|
WIJZER VAN DE PROGRAMMAFASEN |
Pagina 64 |
||
|
|
|
|
BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET |
|
|
|
PROGRAMMA |
Pagina 64 |
||
|
|
|
|
WIJZIGEN / ONDERBREKEN VAN EEN |
|
|
|
REEDS GEKOZEN PROGRAMMA |
Pagina 64 |
||
|
|
|
|
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR |
|
|
|
VREEMDE VOORWERPEN / |
|
|
|
HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER |
Pagina 65 |
||
|
|
|
|
ONDERHOUD EN REINIGING |
Pagina 66 |
||
|
|
|
|
KINDERBEVEILIGING |
Pagina 66 |
||
|
|
|
|
STORINGEN - WAT TE DOEN? |
Pagina 67 |
||
|
|
|
|
KLANTENSERVICE |
Pagina 68 |
||
|
|
|
|
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE |
Pagina 69 |
||
|
|
|
|
57
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
1.Werkblad
2.Bedieningspaneel
3.Lade voor wasmiddel
4.Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.Deur
6.Handgreep voor het openen van de deur
-Om de deur te openen op de knop aan de binnenkant van de handgreep drukken en trekken.
-Om de deur te sluiten zachtjes duwen (totdat u een klik hoort).
7.Kinderbeveiliging (binnenin de deur)
8.Filter voor vreemde voorwerpen (achter het deurtje)
9.Afvoer van restwater.
58
MILIEUTIPS
•Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% geschikt voor recycling, hetgeen wordt aangeduid door het recyclingsymbool .
•Product
De wasmachine is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Voor het afvoeren van de machine, wanneer hij afgeschaft wordt, de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking volgen. Alvorens de machine af te schaffen hem onbruikbaar maken door de stekker uit het stopcontact te halen en de voedingskabel door te snijden.
•Ecologische tips
-Was, voor zover dit mogelijk is, altijd met een volledig beladen trommel (afhankelijk van het gekozen programma), voor een optimaal gebruik van energie en water.
-Voor licht of normaal vervuild wasgoed een programma zonder voorwas gebruiken.
-Gebruik bij licht vervuild wasgoed een programma bij lage temperatuur of een kort wasprogramma.
-Wanneer de trommel niet vol is, de toets
“Sparen” indrukken (indien voorzien), en de hoeveelheid wasmiddel verminderen.
-Indien het wasgoed in een wasdroger gedroogd zal worden, raden wij u aan het op de maximumsnelheid te centrifugeren (afhankelijk van het gekozen programma), zodat er voor het drogen minder elektriciteit nodig zal zijn.
-De op de verpakking door de fabrikant aangegeven dosering wasmiddel niet overschrijden.
-Gebruik vlekkenmiddelen voor het wassen en alleen indien dit echt noodzakelijk is.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
•Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor huishoudelijke doelen.
•Wees er zeker van dat de installatie en de elektrische en hydraulische aansluiting uitgevoerd worden volgens de aanwijzingen van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften (zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
•Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren of het apparaat schoon te maken, de wasmachine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
•Wanneer de wasmachine niet in werking is, de stroomtoevoer uitschakelen en de waterkraan dichtdraaien.
•Wanneer de deur niet opengaat, hem niet forceren.
•Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of in de trommel klimmen. Niet tegen de deur leunen.
•Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken piepschuim, etc.) buiten het bereik van kinderen. Dit materiaal vormt een mogelijke bron van gevaar.
•De wasmachine voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
TRANSPORT
1.Trek de stekker uit het stopcontact.
2.Draai de waterkraan dicht.
3.Maak de toevoeren afvoerslangen los.
4.Laat het restwater uit de slangen en uit de wasmachine wegstromen (zie “Het afvoeren van het restwater”).
5.Monteer de beschermbeugels voor het transport (zie de “Aanwijzingen voor de installatie”). Dit is verplicht.
59
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1. Het wasgoed sorteren naar:
•Textielsoort/het symbool dat op het etiket staat
Katoen, gemengde weefsels, synthetisch, wol.
•De kleuren
Gekleurde en witte was altijd scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.
•De afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen door elkaar, voor een optimale verdeling van de belading in de trommel.
•Teer wasgoed
Teer wasgoed apart wassen. Gebruik speciale programma's voor Zuiver Scheerwol , gordijnen, of andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen, of doe de gordijnen met ringen in een net of in een zak. Was alleen wasgoed dat in de wasmachine gewassen kan worden.
Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's, ceintuurs, ets.) of stukken met haakjes (bijv. b.h's) in een speciale waszak of in kussenslopen met ritssluiting.
2.Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir ernstig beschadigden.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen, haken dicht. Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
•Bloed-, melken eiervlekken etc. worden normaal gesproken tijdens het wasprogramma verwijderd door de automatische werking van enzymen.
•Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken
etc. vlekkenmiddel toe in het wasmiddelbakje van de lade.
•Voor hardnekkige vlekken het wasgoed zo nodig vooraf behandelen met een vlekkenmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1.De deur openen.
2.Het wasgoed uitvouwen en in de trommel stoppen, zonder het aan te drukken.
3.Deur sluiten.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking: indien de trommel te vol is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
60
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUKTEN
KEUZE
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
•de textielsoort (katoen, synthetisch wasgoed, teer wasgoed, wol);
Opmerking: gebruik voor wol uitsluitend speciale wasmiddelen.
•de kleur;
•de temperatuur van het wasprogramma;
•het soort vuil.
Opmerkingen:
•Eventuele witte resten op donkere stukken textiel zijn het gevolg van de niet oplosbare nabehandelingsproducten in de moderne wasmiddelen zonder fosfaten. Als dit gebeurt, betreffende stukken uitkloppen en/of borstelen en een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
•Bewaar het wasmiddel en de nabehandelingsmiddelen op een droge plek, buiten het bereik van kinderen.
•Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik. Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen, ontkalkingsmiddelen en textielverf die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik.
•Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine). Was geen met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen behandelde stoffen in de wasmachine.
DOSERING
De doseeraanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel aanhouden, afhankelijk van:
•het soort vuil;
•de hoeveelheid wasgoed;
-volledige belading: volg de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant;
-halfvolle trommel: 3/4 van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel;
-kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel;
•de hardheid van het water (vraag hieromtrent eventueel informatie bij de gemeente waar u woont): bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
•Een te hoge dosering wasmiddel kan tot een te sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich teveel schuim heeft gevormd, zorgt de "meter" van de wasmachine ervoor dat hij niet centrifugeert.
•Bij onvoldoende dosering van het wasmiddel wordt het wasgoed grauw. Bovendien kan hierdoor veroorzaakte kalkaanslag het verwarmingselement en de trommel beschadigen.
HARDHEID VAN HET WATER
Hardheids-categorie |
Eigenschappen |
Duits |
Franse |
Engelse |
van het water |
|
hardheid °dH |
hardheid °fH |
hardheid °eH |
|
|
|
|
|
1 |
zacht |
0-7 |
0-12 |
0-9 |
2 |
middel |
7-14 |
12-25 |
9-17 |
3 |
hard |
14-21 |
25-37 |
17-26 |
4 |
zeer hard |
boven 21 |
boven 37 |
boven 26 |
|
|
|
|
|
Regel de markering voor de hardheid van het water in de lade voor het wasmiddel in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de wasmachine geïnstalleerd is, door de markering zijwaarts in de gewenste positie te verplaatsen.
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET WAS-
EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
1.Trek de wasmiddellade naar buiten
2.Doe het wasmiddel in de lade
•Programma's met vooren hoofdwas
•Programma's zonder voorwas, alleen
hoofdwas Als er vloeibare wasmiddelen gebruikt worden, verwijder dan het gekleurde doseringshulpmiddel uit de zeeplade en zet het in het bakje . De verdeling op de sifon geeft de juiste dosering aan.
•Wasverzachter en stijfsel (tot aan het "max"
vullen)
• Vlekkenmiddel
•Ontkalkingsmiddel (wanneer het water een
hardheid van 4 heeft)
• Stijfsel (van te voren opgelost in water)
61