Deze gebruiksaanwijzing is beschermd door het auteursrecht.
Technische en optische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.
Algemene aanwijzingen
Gebruikte symbolen
Om u het lezen van deze gebruiksaanwijzing te vergemakkelijken, worden de volgen
de symbolen gebruikt:
geeft aan dat u iets moet doen
☞
staat voor de reactie van het apparaat
✔
geeft u extra informatie
✎
geeft een opsomming aan
❑
Een veiligheidsaanwijzing of waarschuwing bevat belangrijke informatie over het vei
A
lige gebruik van het apparaat. Indien deze aanwijzing niet wordt opgevolgd, bestaat er
kans op materiële schade of verwondingen. Volg deze aanwijzingen daarom altijd nauwkeu
rig op.
Laserproduct klasse 1
WAARSCHUWING: als het toestel op een andere ma
nier wordt gebruikt dan voorgeschreven in de ge
bruiksaanwijzing, kan de gebruiker worden blootge
steld aan een hogere onzichtbare laserstraling dan is
vastgelegd voor laserklasse 1.
Diefstalbeveiliging
Als beveiliging tegen diefstal beschikt het toestel over de volgende kenmerken:
■ Afneembaar front
Als beveiliging tegen diefstal beschikt het toestel over een afneembaar front.
Neem het afneembare front altijd mee als u het voertuig verlaat.
☞
Bewaar het front in het beschermende doosje.
☞
Breng het front altijd aan voordat u wegrijdt.
☞
Bij geopend front wordt het geluid van het toestel na enige tijd automatisch on
✎
derdrukt.
■
Indicator diefstalbeveiliging
Als de radio met geïntegreerd navigatiesysteem uitgeschakeld is en wanneer de sleu
tel uit het contact is getrokken, knippert de uitwerptoets voor de CD.
-
-
-
CLASS 1
LASER PRODUCT
-
3
-
-
-
-
4
Algemene aanwijzingen
Veiligheidsinstructies
Het gebruik van de radio met geïntegreerd navigatiesysteem ontbindt u in geen geval
A
van uw verantwoordelijkheid als bestuurder. De geldende verkeersregels moeten altijd
worden opgevolgd. Houd altijd rekening met de huidige verkeerssituatie.
De verkeersregels en de huidige verkeerssituatie hebben altijd voorrang op de door
A
het navigatiesysteem gegeven aanwijzingen wanneer de momentele verkeerssituatie en de
aanwijzingen van het navigatiesysteem elkaar tegenspreken.
Met het oog op de verkeersveiligheid mogen de menu’s van de radio met geïntegreerd
A
navigatiesysteem alleen aan het begin van de rit of bij stilstaand voertuig worden bediend.
Om veiligheidsredenen moet het front vóór het begin van de rit worden geplaatst en
A
tijdens het rijden altijd opgeklapt (gesloten) zijn.
Van bepaalde gebieden zijn de eenrichtingswegen, verplichte rijrichtingen en inrijver
A
boden (bijv. van voetgangersgebieden) niet vastgelegd. In deze gebieden geeft het naviga
tiesysteem een waarschuwing. Neem altijd de verkeersborden en verkeersregels in acht.
Het navigatiesysteem houdt geen rekening met de relatieve veiligheid van de voorge
A
stelde routes. Met wegversperringen, wegwerkzaamheden, hoogte- of gewichtsbeper
kingen, verkeers- of weersomstandigheden of andere invloeden die de veiligheid of de rij
tijd van de route beïnvloeden, wordt bij de voorgestelde routes geen rekening gehouden.
Controleer de geschiktheid van de voorgestelde routes naar eigen goeddunken.
De wettelijke, actuele maximumsnelheid in het wegverkeer heeft altijd prioriteit boven
A
de opgeslagen waarden op de gegevens-CD. Het kan niet onder alle omstandigheden altijd
worden gegarandeerd dat de snelheidswaarden van het navigatiesysteem met die van de
actuele verkeerssituatie overeenstemmen.
Houd u altijd aan de geldende wettelijke maximumsnelheden en verkeersregels. Voor het
weergeven van de snelheid is uitsluitend de snelheidsmeter bindend
A
Als u in een noodgeval een hulpverlenende instantie (ziekenhuis, brandweer, enz.)
zoekt, vertrouw dan niet alleen op het navigatiesysteem. Er kan niet worden gegarandeerd,
dat alle beschikbare hulpdiensten in uw omgeving in de database zijn opgeslagen. Handel
naar eigen goeddunken en bekwaamheid om in een dergelijke situatie snel hulp te krijgen.
-
-
-
-
-
Algemene aanwijzingen
Hoe functioneert navigatie?
De positie en de verplaatsing van het voer
tuig worden door in de navigatiecomputer
geïntegreerde sensoren geregistreerd. De
afgelegde weg wordt geregistreerd door
het signaal van de kilometerteller van de
auto en de draaibewegingen in bochten
door een gyrosensor (traagheidskompas).
De positie wordt bepaald via de satellieten
van het GPS (Global Positioning System).
Door de sensorsignalen te vergelijken met
de digitale kaart op de navigatie-cd is het
mogelijk de positie met een precisie van
ca. 10 m te berekenen.
Belangrijke opmerkingen m.b.t. de werking van uw radio
met geïntegreerd navigatiesysteem
Het systeem blijft in principe ook bij slechte GPS-ontvangst goed werken, hoewel dan
de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling kan verminderen of hierbij zelfs storingen
kunnen optreden, waardoor foute posities worden aangegeven.
Opstartprocedure
Als het voertuig langere tijd wordt geparkeerd,
bewegen de satellieten voor de nauwkeurige positiebepaling van uw voertuig zich intussen in
hun baan om de aarde voort. Na het inschakelen
van het contact kan het daardoor enkele minuten duren voordat het navigatiesysteem weer
voldoende satellieten kan ontvangen en de signalen kan analyseren.
5
-
Bij het opstarten kan het navigatiesysteem u vertellen: “U verlaat het gedigitaliseerde
gebied”. Het navigatiesysteem gaat ervan uit, dat het voertuig zich buiten een gedigi
taliseerde straat bevindt. Als zich in dit gebied andere straten bevinden, kan het navi
gatiesysteem met meldingen komen die niet kloppen. Het navigatiesysteem gaat er
van uit, dat het voertuig zich op één van deze andere straten bevindt.
-
Opmerkingen
Na het transport van het voertuig met een autotrein of veer kan het enkele minuten
duren voordat het navigatiesysteem de exacte positie heeft bepaald.
Na het loskoppelen van de accu van het voertuig kan het 15 minuten duren om de
exacte positie te bepalen. Daartoe moet het voertuig zich in de open lucht bevinden
en moet het systeem ingeschakeld zijn om de gegevens van de GPS-satellieten te ont
vangen.
-
-
-
6
Algemene aanwijzingen
De digitale wegenkaart
Om een route naar een bestemmingsadres te kunnen plannen, heeft het navigatiesys
teem niet alleen de actuele positie van de auto nodig, maar ook een digitale wegen
kaart waarop het bestemmingsadres zelf en de naar het adres leidende straten zijn op
geslagen. Deze digitale kaart staat op de wegenkaarten-CD die u in de CD-speler van
de radio met geïntegreerd navigatiesysteem plaatst.
Reëel wegennetDigitaal lijndiagram
Op de wegenkaarten-CD is het wegennet opgeslagen als een lijndiagram, d.w.z. dat
ook grote kruisingen slechts één middelpunt hebben, waarop alle wegen als een lijn
uitkomen. Hierdoor geeft het navigatiesysteem de afstand tot het afslagpunt aan als
de afstand tot het middelpunt van de kruising. Dit is ook de reden waarom op snelwegen de door het navigatiesysteem aangegeven afstanden naar de afritten afwijkt van
de afstanden die op de borden worden vermeld. De aanwijzingsborden geven de afstand naar het begin van de afrit aan.
Gebieden met beperkte wegeninformatie
In een aantal gebieden staat niet alle informatie over een weg op de wegenkaartenCD. Zo kunnen bijvoorbeeld afslagverboden, aanwijzingen over de rijrichting van een
weg met eenrichtingverkeer of het inrijverbod in een voetgangersgebied ontbreken.
Wanneer u een dergelijk gebied inrijdt, toont het navigatiesysteem een waarschu
wing. De plaatselijke verkeersregels hebben altijd voorrang op de aanwijzingen van
het navigatiesysteem. Neem te allen tijde de verkeerstekens en het verkeersreglement
in acht.
Actualiteit van de wegenkaarten-CD
Per jaar verandert naar schatting 10 - 15 % van de wegen in het wegennet. Op grond
van deze voortdurend veranderende verkeerssituaties (nieuwe wegen, wegen die van
doorgaand en plaatselijk verkeer zijn ontlast, enz.) kan met de digitale wegenkaart
geen volledige overeenstemming met de bestaande verkeerssituatie worden bereikt.
Wij raden u daarom aan altijd de laatste uitgave van de wegenkaarten-CD te gebrui
ken.
Voor nadere informatie hierover verwijzen wij u naar “C-IQ - Intelligent Content On
Demand”, zie pagina 52.
-
-
-
-
-
Algemene aanwijzingen
Route & Sound – Navigeren en CD beluisteren
Met deze radio met geïntegreerd navigatiesysteem van de nieuwste ge
neratie is het mogelijk bij een geplaatste wegenkaarten-CD een route te
plannen, vervolgens een audio- of MP3-CD te plaatsen en toch naar de
tiecomputer het wegennet in een gedefinieerd gebied rondom de geplande route
(corridor) in het werkgeheugen op. Binnen deze corridor werkt de navigatie dus ook
zonder dat de wegenkaarten-CD is geplaatst. Zodra u deze corridor verlaat wordt u
automatisch gevraagd de wegenkaarten-CD te plaatsen, zodat de navigatiecomputer
de gegevens voor een nieuwe route alsnog kan laden.
Wat betekent “corridor” ?
■
Het navigatiesysteem plant een route en laadt vervolgens een “gordel” rondom de ge
plande route (de corridor) als kaartgegevens van de wegenkaarten-CD in het werkge
heugen.
Beperkte functies in de corridormodus
■
Houd er rekening mee dat sommige functies van de navigatie bij verwijderde wegen
kaarten-CD (Route & Sound-modus) niet of slechts met beperkingen beschikbaar zijn
(bijv. Dynamische routeplanning, Alternatieve route, Routekeuze, Verkeersinformatie
buiten de geplande route).
Het laden van eerder opgeslagen adressen is uitsluitend mogelijk als het te laden
adres in de corridor ligt.
De route kan alleen worden gepland met wegen binnen de corridor. Zelfs bij een bestemmingsadres in de corridor dat als bestemming kan worden ingevoerd is het mogelijk dat er geen route naar deze bestemming kan worden gepland. Breng in dit geval
de wegenkaarten-CD aan.
TMC-verkeersinformatie is alleen voor het in de corridor opgeslagen kaartgebied beschikbaar.
Reisinformatie en POI’s (Points Of Interest = bijzondere bestemmingen) kunnen uitsluitend met de wegenkaarten-CD worden opgeroepen.
Sommige C-IQ-functies (met name code-invoer) zijn uitsluitend met aangebrachte we
genkaarten-CD geactiveerd.
Deze functies zijn weer beschikbaar nadat u de wegenkaarten-CD hebt aang
✎
ebracht.
■
Corridor verlaten
Bij het verlaten van de corridor, bijv. wanneer u de geplande route niet volgt, pro
beert het navigatiesysteem u weer terug naar de corridor te voeren. In dat geval ver
schijnt de richtingspijl en de afstand naar de geplande route.
Bij nog verder verwijderen van de corridor geeft het navigatiesysteem uitsluitend nog
de richtingspijl en de afstand naar de bestemming weer.
Breng in dit geval de wegenkaarten-CD aan, zodat het navigatiesysteem een nieuwe
route naar uw bestemming kan plannen.
ingevoerde bestemming te worden begeleid. Hiervoor slaat de naviga
-
-
-
-
-
7
-
-
-
-
8
Algemene aanwijzingen
RDS (Radio Data System)
Veel FM-zenders versturen RDS-informatie. De radio met geïntegreerd navigatiesys
teem analyseert het RDS-telegram en biedt u o.a. de volgende voordelen:
PS (Program Service Name): weergave van de zendernaam.
❑
Radiotekst: weergave van extra informatie over het radioprogramma, zie pagina 17.
❑
PTY (Program TYpe): zenderkeuze op basis van het programmatype, zie pagina 17.
❑
AF (Alternative Frequency): automatische afstemming op de beste alternatieve fre
❑
quentie.
TA (Traffic Announcement): verkeersberichten, zie pagina 18.
❑
EON (Enhanced Other Networks): automatisch overnemen van verkeersberichten
❑
van andere zenders, zie pagina 18.
NEWS (nieuws): informatie over actuele meldingen en berichten, zie pagina 18.
❑
TMC (Traffic Message Channel): verkeersinformatie voor de dynamische routeplan
❑
ning, zie pagina 37.
-
Aanwijzingen bij audio- en MP3-cd’s
De CD-speler is geschikt voor 12-cm-CD’s. Wij raden het gebruik van CD’s met een dia
meter 8 cm (met of zonder adapter) en CD’s met een ongebruikelijke vorm af.
■ CD-formaten
De volgende CD-formaten worden door de CD-speler ondersteund:
CD Audio (CD-DA cf. Red Book Standard);
❑
Er verschijnen maximaal 22 CD-teksttitels in de titellijst.
❑
CD-ROM (cf. Yellow Book)
❑
CD-ROM XA (Mode 2, form 1, cf. Green Book)
❑
CD-R/RW (cf. Orange Book deel 2/3)
❑
CD-tekst bij CD-audio (cf. Red Book)
❑
CD Mixed Mode (cf. Light-Yellow Book);
Alleen de audiotracks worden afgespeeld.
❑
CD-Extra; Alleen de audiotracks worden afgespeeld.
❑
Multisession CD (cf. Multisession CD Specification 1.0)
■
Aanwijzingen bij MP3-bestanden
De volgende MP3-bestanden worden door de CD-speler ondersteund:
❑
Maximaal 345 titels in maximaal 99 directory’s (bestandsnaam steeds met 32 tekens)
❑
Bitsnelheden: tot max. 320 kbit/s, constante of variabele bitsnelheid
❑
Samplingfrequenties: tot max. 48 kHz
❑
Tekstweergave: ID3-Tag V1 en ID3-Tag V2
❑
Bestanden conform MPEG 1/2 of 2.5 – Layer 3
MP3-bestanden moeten de bestandsextensie “.mp3” hebben
✎
-
-
-
Algemene aanwijzingen
Wegenkaarten-CD’s
Het navigatiesysteem berust op een C-IQ-database die gecodeerd op een CD is opge
slagen. De CD bevat kaartgegevens voor de navigatie en reisgids- en verkeersinforma
tie (TMC) voor de dynamische routeplanning. Door afzonderlijke producten te active
ren kunt u uw individuele navigatiepakket samenstellen.
Voor nadere informatie hierover verwijzen wij u naar “C-IQ - Intelligent Content On
Demand”, zie pagina 52.
Onderhoud van cd’s
Vermijd vingerafdrukken op de CD bij het verwis
selen.
Bewaar wegenkaarten- en audio-CD’s altijd in hun
beschermende doosjes.
Zorg er altijd voor dat de geplaatste CD schoon en
droog is.
Stel de CD’s niet bloot aan hitte of direct zonlicht.
-
Rolf Egon Füchtenschnieder
and Band
Reinigen van het toestel
Gebruik geen wasbenzine, alcohol of andere oplosmiddelen. Gebruik alleen een vochtige doek.
7 SOUND: . . . . . . . . . hiermee opent u het menu voor de klankinstellingen.
8 Display
9 Helderheidssensor: regelt de helderheid van het display en de verlichting van de
toetsen.
0 ALT.ROUTE: . . . . . . plannen van een alternatieve route in de navigatiemodus.
q ROUTE-INFO: . . . . . opent het menu met informatie over de route.
w OK: . . . . . . . . . . . . bevestigen van menuopties en openen van lijsten
(bijv. lijst met voorkeuzezenders).
e 4, 6, 2, 8 . . . . . . Cursorschakelaar: kiezen van menuopties
r TMC: . . . . . . . . . . . opent het menu voor de verkeersinformatie
(bijv. TMC-meldingen).
t CLR: . . . . . . . . . . . terug naar het bovenliggende menu / wissen van laatste invoer.
z RPT: . . . . . . . . . . . hiermee geeft u de actuele begeleidingsaanwijzing en
(indien aanwezig) de actuele TMC-melding weer.
u MUTE : . . . . . . . . . mute-schakeling van het systeem. Navigatieaanwijzingen en
verkeersberichten* worden wel doorgegeven.
* Verkeersinformatie moet geactiveerd zijn.
Bediening
Afneembaar front
Het front verwijderen
■
1. Open het front door op de REL-toets te drukken.
2. Druk het front voorzichtig naar links en trek het dan naar rechts uit de houder.
Het front aanbrengen
■
1. Plaats het front in neergeklapte toestand op de klemnok op het toestel.
2. Klik het front in de klemnok linksonder op het toestel vast.
3. Controleer of beide klemnokken vastgeklikt zijn en klap het front omhoog.
CD’s aanbrengen en verwijderen
CD plaatsen
■
1. Open het front.
2. Schuif de CD (met de bedrukte kant naar boven) in de
gleuf.
Bij audio-/MP3-CD’s wordt het afspelen van de CD au
tomatisch gestart.
3. Klap het front weer op.
■ CD uitwerpen
1. Open het front.
2. Druk op de e-toets en verwijder de CD voorzichtig.
3. Klap het front weer op.
-
!
C
t
h
u
e
o
c
l
s
k
i
t
h
A
s
e
t
i
z
L
e
,
&
P
l
e
ä
t
11
In- en uitschakelen
Druk op de knop POWER om het toestel in- of uit te schakelen.
☞
In- en uitschakelen met de contactsleutel
Als het apparaat is ingeschakeld, wordt deze automatisch uit- resp. weer ingeschakeld
door de contactsleutel uit te nemen of weer in te steken en om te draaien.
■
Automatische uitschakeling
Als het toestel bij uitgeschakeld contact met de POWER-knop werd ingeschakeld, scha
kelt het zichzelf na een instelbare tijd automatisch uit.
De looptijd voor het automatische uitschakelen kan in het menu Setup worden inge
steld, zie pagina 43.
-
-
12
Bediening
Volume
Zorg er bij het instellen van het volume voor, dat u het verkeer om u heen nog kunt ho
A
ren (claxons, sirenes, ziekenwagens enz.).
Draai aan de POWER-knop om het volume in te stellen.
☞
Stilschakeling-MUTE
Druk op de MUTE-toets om de geluidsonderdrukking te activeren.
☞
Druk opnieuw op de MUTE-toets of draai aan de volumeregelaar om de geluidson
☞
derdrukking weer te deactiveren.
Navigatieaanwijzingen, verkeersberichten* en telefoongesprekken** worden na
✎
het activeren van de mute-stand nog steeds doorgeschakeld.
* Bij ingeschakelde functie “Verkeersinformatie”.
** Bij aangesloten handsfree-installatie. Zie setup-menu en montage-instructies.
Bediening van de menu’s
De centrale elementen voor de bediening van de menu’s zijn de cursorschakelaar en
de OK-toets.
Druk op de toets 8 of 2 om een menuoptie te selecteren.
☞
Druk op de OK-toets om de keuze te bevestigen en de functie te activeren.
☞
Als het menu door een balk naar
☞
links wordt uitgebreid, kunt u met de
4- of 6-toets de gewenste waarde of
de gewenste optie instellen.
Druk op de OK-toets om de instelling
☞
over te nemen.
Druk op de CLR-toets om het menu
☞
zonder overnemen van de ingestelde
waarde af te sluiten.
-
-
Invoeren van tekens
Tekens worden ingevoerd door letters,
cijfers of speciale tekens uit een lijst met
tekens te kiezen.
In het vervolg zullen wij deze invoermet
hode eenvoudig “schrijfmachine” noe
men.
Plaats de cursor op het gewenste
☞
teken.
Bevestig uw keuze.
☞
Het teken wordt aan de tot dan toe ingevoerde tekenreeks toegevoegd.
✔
Tekens die niet kunnen worden gekozen, worden als punten weergegeven en auto
✎
matisch door de cursor overgeslagen.
-
-
-
Bediening
13
Intelligente “schrijfmachine”
Bij de invoer van plaats- en straatnamen en van bijzondere bestemmingen vergelijkt
het systeem de reeds ingevoerde letters met alle database-ingangen op de wegenkaar
ten-CD.
Als u reeds een letter hebt gekozen, zal het u opvallen dat er nu nog slechts bepaalde
letters worden weergegeven. Het navigatiesysteem vult automatisch de ingevoerde
gegevens aan wanneer er nog slechts één mogelijkheid voor de verdere invoer is over
gebleven.
Verschillende invoermogelijkheden
Met de database kunt u de afzonderlijke delen van samengestelde plaats- en straatna
men in een andere volgorde invoeren.
U kunt dus bijvoorbeeld bij de invoer van “Frankfurt am Main“ ook met “FRANKFURT“
of “MAIN“ beginnen.
De invoeropties zijn afhankelijk van de op dat moment aangebrachte wegenkaar
✎
ten-CD. Niet alle wegenkaarten-CD’s ondersteunen deze functie.
-
Speciale tekens invoeren
Op de “schrijfmachine“ zijn de spatie en de punt en afhankelijk van de ingestelde
✎
taal de bijbehorende speciale tekens beschikbaar.
Als u een systeemtaal hebt ingesteld, waarbij bepaalde tekens voor de plaats- en
straatnaam ontbreken, kunt u de namen ook zonder speciale tekens invoeren
(voorbeeld: “MUNCHEN” in plaats van “MÜNCHEN”).
-
-
-
14
Audio
Klankinstellingen
Druk op de SOUND-toets.
☞
Het menu “KLANKINSTELLING” ver
✔
schijnt.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Fader
■
Stel de gewenste volumeverdeling achter <–> voor met de 4- of 6-toets in.
☞
Bevestig de nieuwe instelling.
☞
Navigatieaanwijzingen klinken alleen via de voorste luidsprekers. Voor de naviga
✎
tieaanwijzingen kunnen geen faderwaarden worden ingesteld.
Balans
■
Stel de gewenste volumeverdeling links <–> rechts met de 4- of 6-toets in.
☞
Bevestig de nieuwe instelling.
☞
Equalizer*
■
Met de 5-bands-equalizer kunt u de frequentiecurve van de gekozen geluidsbron af
zonderlijk instellen.
Selecteer de gewenste schuifregelaar met de toetsen 4 of 6.
☞
Stel de regelaar naar keuze in.
☞
Bevestig de ingestelde waarden.
☞
Voor de afzonderlijke instelling van de equalizer wordt “GEBRUIKER” op het dis-
✎
play weergegeven.
■ Loudness
Activeer deze functie om de lage en hoge tonen bij lage volume-instellingen te ver-
☞
sterken.
Afhankelijk van het ingestelde niveau worden de lage en hoge tonen minder (1) of
✎
meer (3) versterkt.
Bij activeren van de loudness-functie wordt de klankstijl automatisch op
✎
“GEBRUIKER” (afzonderlijke equalizer) gezet.
■
Klankstijlen*
Kies één van de voorgeprogrammeerde klankstijlen.
☞
De gekozen klankstijl verschijnt als een symbool op het display.
✔
Bij selecteren van één van de vooraf ingestelde klankstijlen worden de equalizer en
✎
de loudness-functie gedeactiveerd.
■
Klank-Reset
Hiermee stelt u de klankinstellingen op de in de fabriek geprogrammeerde waarden.
-
-
-
Voor het weergeven van navigatieaanwijzingen, verkeersberichten en telefoonge
✎
sprekken wordt een vast voorgeprogrammeerde klankinstelling gebruikt.
* Deze klankinstellingen worden voor radio, CD, MP3 en CDC afzonderlijk opgeslagen.
-
Audio
15
Radio beluisteren
Als het toestel zich nog niet in de radiomodus bevindt:
Druk op de toets RADIO.
☞
Het toestel schakelt over op de radioweergave.
✔
Radio-scherm
■
Op het radioscherm wordt de volgende informatie weergegeven:
1 Symbool voor de status van de verkeersberichtenfunctie, zie pagina 18.
2 Ingestelde zoekfunctiegevoeligheid (LO, DX)
3 Symbool voor binnenkomend telefoongesprek (geluidsonderdrukking of weergave
van het telefoongesprek, al naar gelang aansluiting van de telefoon).
4 Ontvangstfrequentie van de ingestelde zender
5 Tijd
6 Ingestelde klankstijl of MUTE-symbool bij geactiveerde geluidsonderdrukking
7 Overzicht van zenders in het ingestelde golfbereik
8 Op dit moment ingestelde zender
9 Ingesteld golfbereik (band)
0 Radiotekst (alleen bij FM) of informatie over zoekfunctiemodus (handmatig, scan,
enz.)
q Frequentieschaal met afstemindicator (toont de op dat moment ingestelde
frequentie)
w Kompasnaald (wijst naar het noorden)
■
Radioscherm weergeven (bijv. tijdens de begeleiding)
Als het begeleidingsscherm wordt weergegeven, gaat u als volgt naar het radio
scherm:
Druk op de OK-toets.
☞
-
16
Automatische afstemming
■
Druk op de 4- of 6-toets om op de volgende voldoende krachtige zender van het
☞
huidige golfbereik af te stemmen.
Als “LO” (alleen krachtige zenders) als zoekfunctiegevoeligheid is ingesteld, wordt
✎
bij de eerste doorloop van de frequentieband deze instelling gebruikt.
Bij de tweede doorloop wordt op het hogere gevoeligheidsniveau “DX” overge
schakeld om ook zwakkere zenders te kunnen vinden.
De zoekfunctiegevoeligheid kan in het SETUP-menu worden ingesteld, zie pagina 43.
✎
Golfbereik (band) kiezen
■
In de radiomodus:
Druk op de toets RADIO.
☞
Kies “Band” en bevestig de keuze.
☞
Kies met de 4- of 6-toets het gewenste golfbereik en bevestig de keuze.
☞
Beschikbare golfbereiken:
UKW 123: geheugen voor maximaal 30 handmatig programmeerbare FM-zenders.
UKW AST: geheugen voor maximaal 30 automatisch opgeslagen FM-zenders.
❑
Zie ook paragraaf “Autostore”, pagina 17.
MW 123: geheugen voor maximaal 10 handmatig programmeerbare middengolf-
❑
zenders.
MW AST: geheugen voor maximaal 10 automatisch opgeslagen middengolfzenders.
❑
Zie ook paragraaf “Autostore”, pagina 17.
KW 123: geheugen voor maximaal 10 handmatig programmeerbare kortegolfzen-
❑
ders.
❑
LW 123: geheugen voor maximaal 10 handmatig programmeerbare langegolfzenders.
Audio
-
Zendergeheugen
In het golfbereik UKW 123 beschikt u over 30 zendergeheugens, in de “123” golfberei
ken van MW, KW en LW over elk 10 zendergeheugens (zie ook “Golfbereik kiezen”).
■
Voorkeuze vastl.
Stel de gewenste zender in.
☞
U kunt ook een zender in een ander golfbereik (bijv. UKW AST of UKW ABC) kiezen
✎
en deze vervolgens in de lijst met zenders opslaan.
Druk op OK.
☞
De lijst met voorkeuzezenders verschijnt.
✔
Kies de voorkeuzeknop waarop u de zender wilt opslaan.
☞
Druk op OK om de zender op te slaan.
☞
■
Zender oproepen
Stel het gewenste golfbereik in.
☞
Selecteer de gewenste zender uit de lijst met zenders met de toetsen 2 of 8.
☞
-
Audio
Dynamische FM-zenderlijst – UKW ABC
■
Met behulp van de geïntegreerde tweede tuner legt de radio automatisch en onhoor
baar een lijst met alle ontvangbare FM-zenders aan en worden deze voortdurend ge
actualiseerd.
In het golfbereik UKW ABC worden deze zenders in alfabetische volgorde in de FMzenderlijst opgeslagen.
Stel het golfbereik “UKW ABC” in.
☞
Selecteer de gewenste zender uit de lijst met zenders met de toetsen 2 of 8.
☞
17
Radiomenu
In de radiomodus:
Druk op de toets RADIO.
☞
In het menu Radio kunt u bovendien de volgende functies kiezen:
Voorkeuze vastl. (voorkeuze vastleggen)
■
Opslaan van de ingestelde zender in de lijst met voorkeuzezenders van het huidige
golfbereik.
Zie „Voorkeuze vastl.“, pagina 16.
■ Scan
Kort beluisteren van alle zenders uit de lijst met voorkeuzezenders (”UKW 123”, “MW
123”, “LW 123” en “KW 123”) of alle ontvangbare zenders uit het huidige golfbereik
(”frequentie”).
Druk op OK om de scanfunctie af te sluiten.
☞
■ Handm. afst. (handmatige afstemming)
Handmatig instellen van de ontvangstfrequentie.
Kies “AAN” om op handmatige frequentieafstemming over te schakelen.
Houd de 4- of 6-toets ingedrukt totdat de gewenste frequentie bijna is bereikt.
☞
Druk zo vaak kort op de 4- of 6-toets totdat de gewenste frequentie precies is in
☞
gesteld.
■
Autostore
Automatisch opslaan van krachtige zenders in het huidige golfbereik (UKW AST en
MW AST).
Het maximaal mogelijke aantal zenders bedraagt bij UKW 30, bij MW 10.
✎
Voer “Autostore” uit om de lijst met krachtige zenders te actualiseren (bijv. bij het
☞
rijden door verschillende ontvangstgebieden).
■
PTY-afstemming (alleen FM)
Zoeken naar zenders op programmatype.
Kies het gewenste programmatype uit de lijst.
☞
De zoekfunctie start en zoekt de volgende zender die dit programmatype uitzendt.
✔
■
Band
Keuze van het golfbereik.
Zie “Golfbereik (band) kiezen”, pagina 16.
Weergeven van radiotekst (alleen FM)
Bij het ontvangen van een zender die radiotekst uitzendt, wordt deze onderin het
scherm weergegeven.
-
-
-
18
Audio
Verkeersinformatie
Schakel deze functie in als u verkeersberichten wilt horen. U hoort dan ook verkeers
berichten tijdens CD-/MP3-weergave of bij geluidsonderdrukking.
Druk op de toets SET-UP.
☞
Kies “Audio –> Verkeersinfo” en be
☞
vestig deze keuze.
Stel het gewenste volume voor ver
☞
keersberichten in.
Na activeren van de verkeersinforma
✔
tie verschijnt het T-symbool op
het display.
De ingestelde waarde staat voor het volume van de verkeersberichten als het geluid
✎
van het toestel onderdrukt is.
Kies “UIT” om geen verkeersberichten te beluisteren.
☞
De radio reageert bij de zoekfunctie alleen op zenders met verkeersinformatie.
✎
Als de radio niet op een zender met verkeersinformatie is afgestemd, krijgt u een
✎
melding en zoekt de radio indien gewenst naar een zender die verkeersberichten
uitzendt.
Druk op de OK-, CLR- of een cursortoets om een lopend verkeersbericht af te bre
☞
ken.
-
-
-
-
News - Berichten
Schakel de news-functie in als u berichten van zenders wilt horen die deze service uitzenden. U hoort dan ook berichten tijdens CD-/MP3-weergave.
Druk op de toets SET-UP.
☞
Kies “Audio –> News” en bevestig deze keuze.
☞
Stel het gewenste volume voor berichten in.
☞
De ingestelde waarde geeft het minimale volume voor berichten aan.
✎
Kies “UIT” om de news-functie te deactiveren.
☞
De nieuwsberichten kunnen door verkeersberichten worden onderbroken.
✎
De functie “News” is nog niet voor alle landen beschikbaar.
✎
■
Verkeersberichten en berichten van andere zenders – EON
Via de RDS-functie EON (Enhanced Other Networks) kunt u ook naar verkeersinforma
tie of berichten luisteren, als deze service op de ingestelde zender zelf niet wordt uit
gezonden, maar deze wel in combinatie met andere zenders werkt.
Als u verkeersinformatie hebt geactiveerd, worden zenders met EON als zenders
✎
met verkeersberichten behandeld, d.w.z. de zoekfunctie stopt ook bij deze zenders.
Als er verkeersinformatie is, schakelt het toestel over op een zender met verkeersin
✎
formatie die bij EON is aangesloten. Na de verkeersinformatie schakelt het apparaat
weer terug naar het daarvoor beluisterde programma.
-
-
-
-
Audio
19
CD / MP3 beluisteren
Cd-/MP3-weergave
■
Als het toestel zich nog niet in de CD-modus bevindt:
Druk op de CD•C-toets.
☞
De CD-/CDC- of MP3-weergave begint.
✔
De CD’s in de CD-wisselaar* worden als “CD 1”, “CD 2”, “CD 3”, enz. weergegeven.
✔
De CD in de CD-speler wordt als “CD” weergegeven.
Bij MP3-weergave verschijnt het MP3-symbool op het display.
✎
CD-/MP3-beeldscherm
■
Het CD-scherm bevat de volgende informatie:
1 [CD]: weergave via interne CD-speler
[CDC]: weergave via aangesloten CD-wisselaar
2 Symbool voor de status van de verkeersberichtenfunctie, zie pagina 18.
3 Symbool voor MP3-weergave
4 Symbool voor binnenkomend telefoongesprek (geluidsonderdrukking of weergave
van het telefoongesprek, al naar gelang aansluiting van de telefoon).
5 Speeltijd en huidig nummer
6 Tijd
7 Ingestelde klankstijl of MUTE-symbool bij geactiveerde geluidsonderdrukking
8 Lijst met beschikbare CD’s
- CD in CD-speler: “CD”
- CD’s in CD-wisselaar: “CD 1” ... “CD 6”
- Niet bezette magazijnschachten: “...”
9 Momenteel gekozen audio-/MP3-cd
0 CD-tekst of ID3-tag of bestandsnaam bij MP3-bestanden
q Informatie over weergavemodus (scan, random, enz.)
■
CD-/MP3-scherm weergeven (bijv. tijdens de begeleiding)
Druk op de OK-toets.
☞
20
Titelsprong (vorig/volgend nummer)
■
Druk kort op de 4- of 6-toets om naar het vorige of volgende nummer te gaan.
☞
Snel zoeken vooruit/achteruit
■
Houd de 4- of 6-toets ingedrukt totdat u de gewenste plek van het nummer hebt
☞
bereikt.
Een CD selecteren*
■
Druk op de 8- of 2-toets om de gewenste CD in het CD-magazijn of de CD in de
☞
CD-speler te kiezen.
Titel direct selecteren
■
Tijdens de CD-/CDC-/MP3-weergave:
Druk op de OK-toets.
☞
De lijst met nummers op de huidige CD of de directory’s op de MP3-CD verschijnt.
✔
Kies het gewenste nummer of de gewenste directory en bevestig uw keuze.
☞
Druk op de CLR-toets om naar een hogere directory van een MP3-CD te gaan.
☞
Audio
* Alleen bij aangesloten CD-wisselaar (accessoire).
Audio
CD•C-menu
In de CD-modus:
Druk op de CD•C-toets.
☞
In het menu Cd kunt u bovendien de volgende functies kiezen:
Scan
■
In-/uitschakelen van de scanfunctie.
Druk op OK om de scanfunctie af te sluiten.
☞
Bij MP3-weergave:
Kies “Disc”, als u alle MP3-bestanden van de huidige MP3-CD wilt scannen.
☞
Kies “Directory”, als u alle MP3-bestanden van de huidige directory wilt scannen.
☞
Afspeellijst
■
Aanmaken, bewerken, wissen, starten en stoppen van de weergavelijst.
Zie “CD/MP3-weergave via de weergavelijst”, pagina 22.
Nummer (alleen audio-CD)
■
Weergeven van de nummers op de gekozen audio-CD en selectie van nummers.
Kies de gewenste titel uit de lijst en bevestig deze.
☞
■ Directory’s (alleen MP3-CD)
Weergeven van de directory’s op de huidige MP3-CD en selectie van nummers.
Kies de gewenste directory uit de lijst en bevestig deze.
☞
De lijst met alle MP3-bestanden uit de gekozen directory verschijnt.
✔
Kies de gewenste titel uit de lijst en bevestig deze.
☞
De weergave wordt met de geselecteerde titel voortgezet.
✔
■ Herhalen
In-/uitschakelen van de herhaalfunctie.
Kies de gewenste gebruiksmodus voor de herhaalfunctie (Nummer / Disc /
☞
Directory*).
Kies “Uit” om de herhaalfunctie te deactiveren.
☞
■
Random
In-/uitschakelen van de randomweergave.
Kies de gewenste gebruiksmodus voor de randomweergave (Disc / Directory*).
☞
Kies “Uit” om de randomweergave te deactiveren.
☞
21
* Alleen bij MP3-weergave
22
Audio
CD/MP3-weergave via de weergavelijst - afspeellijst
Met de functie Afspeellijst kunt u een individuele weergavelijst met uw favorieten
voor audio- of MP3-CD’s aanmaken en bewerken.
Het toestel beheert slechts één weergavelijst voor een audio- of MP3-CD. Zodra u
✎
een CD aanbrengt of kiest, verschijnt er een melding dat de afspeellijst niet bij de
gekozen CD past.
Tijdens de CD-/MP3-weergave:
Druk op de CD•C-toets.
☞
Kies ”Afspeellijst”.
☞
Het menu Afspeellijst verschijnt op het display.
☞
In het menu Afspeellijst zijn de volgende functies beschikbaar:
Toevoegen
■
Met deze functie voegt u nummers van een audio- of MP3-CD aan de weergavelijst
toe.
Selecteer de nummers die in de weergavelijst moeten worden opgenomen.
☞
Kies “Alle nummers”, als u alle nummers van een audio-CD of van de gekozen di
☞
rectory van een MP3-CD in de weergavelijst wilt opnemen.
Bij MP3-CD’s komt u met de CLR-toets weer in de hogere directory.
✎
Als er al een weergavelijst is, worden de gekozen nummers aan het einde van de
✎
lijst toegevoegd. Met de optie “Sorteren” kunt u de nummers in de lijst verschuiven.
■ Weergeven
Met deze functie geeft u de weergavelijst weer.
■ Sorteren
Via deze functie kunt u afzonderlijke nummers binnen de weergavelijst verplaatsen.
Markeer de gewenste titel uit de lijst en bevestig deze.
☞
Er verschijnt een streepje in de lijst. Het streepje geeft de positie aan waarop de ge
✔
kozen titel moet worden ingevoegd.
Verplaats het streepje naar de gewenste positie.
☞
Bevestig dit opnieuw om de titel op deze positie te plaatsen.
☞
■
Start
Met deze functie start u de CD/MP3-weergave via de weergavelijst.
■
Stop
Met deze functie stopt u de CD/MP3-weergave via de weergavelijst.
■
Wissen
Via deze functie kunt u afzonderlijke nummers of de hele weergavelijst wissen.
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.