Miele T 7000 A HomeCare XL User Manual [nl]

4 (1)
Gebruiksaanwijzing
droogautomaat met luchtafvoer
HomeCare XL T 7000 A
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u dit toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 309 250
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen, dat door het milieu wordt ver
-
dragen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het appa-
raat nodig waren. Als u het apparaat bij
het gewone afval doet of bij verkeerde
behandeling kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Verwijder het afgedankte
apparaat dan ook nooit met het ge
-
wone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toe
-
stel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u
het laat wegbrengen.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd
onnodig langer duurt en er meer
stroom wordt verbruikt:
Laat het wasgoed in de wasauto-
maat tegen het hoogste toerental
centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
stroom en tijd als u bv. bij 1600
t.p.m. in de plaats van bij 800 t.p.m.
laat centrifugeren.
Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading.
Dan is het stroomverbruik voor de
hele lading het gunstigst.
Zorg er tijdens het drogen voor dat
het vertrek voldoende wordt geventi
-
leerd.
Maak absoluut na elke droogbeurt
de pluizenzeef schoon.
Controleer geregeld de luchtafvoer
-
leiding en de onderdelen ervan. Ver
-
wijder eventueel vuil dat door plui
-
zen is ontstaan.
Vermijd bochten bij het plaatsen van
de luchtafvoerleiding.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
2
3
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Bediening van de droogautomaat ...................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................15
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................15
Droogtips ........................................................15
Zo droogt u juist..................................................16
Korte handleiding .................................................16
Extra functies/Startuitstel ..........................................19
Extra functies .....................................................19
Temperatuur laag ...............................................19
Zoemer N .....................................................19
Startuitstel , .....................................................19
Programmaoverzicht ..............................................20
Programmaverloop wijzigen ........................................23
Lopend programma................................................23
- veranderen ..................................................23
- afbreken en een nieuw programma kiezen. ..........................23
- afbreken en het wasgoed uitnemen. ...............................23
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................23
Resterende tijd....................................................23
Elektronisch slot .................................................24
Reiniging en onderhoud ...........................................25
Pluizenzeef schoonmaken ...........................................25
Roosterzeef schoonmaken ........................................26
De droogautomaat zelf reinigen ......................................26
Storingen verhelpen ..............................................27
Wat gedaan als...?...............................................27
Controle- en storingsmeldingen ......................................27
Een niet-bevredigend droogresultaat ..................................30
Andere problemen.................................................31
Het lampje vervangen ..............................................33
Inhoud
Technische dienst ................................................34
Herstellingen .....................................................34
Het programma updaten ............................................34
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................34
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................34
Opstellen en aansluiten............................................35
Vooraanzicht .....................................................35
Achteraanzicht....................................................36
Plaats van opstelling ...............................................36
Het toestel naar de plaats van opstelling dragen.......................36
Was- en droogzuil...............................................36
Het toestel waterpas zetten .......................................37
Plaats van opstelling verluchten ....................................37
Elektrische aansluiting ..............................................38
Installatie van de luchtafvoerleiding .................................39
Basisvereisten ....................................................39
De totale buislengte berekenen.......................................40
Installatiemogelijkheden aan de droogautomaat .........................41
a Luchtafvoersysteem met soepele leiding .............................42
b Luchtafvoersysteem met starre buizen ..............................44
c Directe aansluiting op een muurbuis ................................45
d Gecombineerd systeem ..........................................46
Was- en droogzuil .................................................47
Verbruiksgegevens ...............................................48
Technische gegevens .............................................49
Programmeerfuncties .............................................50
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen ......................50
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen ..............51
Kreukbeveiliging instellen............................................52
Het volume van de zoemer instellen ...................................53
Restvochtigheid in het programma "Automatisch plus" wijzigen..............54
Verlenging van de afkoeltijd instellen ..................................55
Stand-by instellen .................................................56
Memory-functie instellen ............................................58
Functie van de aanduiding Filters wijzigen ..............................59
Bevestigingstoon instellen ...........................................60
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen ...............................61
Droogtegraadstappen toevoegen .....................................62
Inhoud
4
~
Lees absoluut deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
-
voorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden
aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees deze gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat voor
het eerst gebruikt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw
veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is
veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de droogautomaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het
toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
~
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
~
Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toe-
passing en uitsluitend voor het drogen van in water gewassen was
-
goed waarvan de fabrikant op het etiket heeft aangeven dat deze
geschikt voor de droogautomaat is.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver
-
antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge
-
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
~
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto
-
maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant
-
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog
-
automaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden
gehouden.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau-
tomaat zodanig is toegelicht dat ze de droogautomaat veilig kunnen
bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele
risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
~
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
~
Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor
-
dat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne
-
men.
~
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici
-
teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu
-
eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
~
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele vei-
ligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw instal-
latie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
~
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
~
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie
het toestel gebruikt.
~
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan
-
sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe
-
ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
~
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origi
-
nele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten
volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
~
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
u de stekker uit het stopcontact haalt of
de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge
-
draaid is.
~
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
~
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit-
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Efficiënt gebruik
~
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen wanneer
dat niet is gewassen.
dat niet voldoende is gereinigd en sporen van olie, vethoudende
of andere substanties vertoont (bv. keuken- en
cosmeticawasgoed met restanten marineerolie, olie, vet of crè
-
me).
Bij niet voldoende gereinigd wasgoed bestaat er gevaar op brand
door zelfontbranding van het wasgoed, zelfs na beëindiging van
het drogen en buiten de droogautomaat.
dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res-
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine,
vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemica-
liën (dit kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en
poetsdoeken).
waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray,
nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder
grondig wassen: Gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer
een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verschei
-
dene malen te wassen.
~
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci
-
fers).
~
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed
onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid
dat de warmte kan worden afgegeven.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
~
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini
-
ging (bv. bij een chemische reiniging).
die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de
-
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit
schuimrubberlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rub
-
ber beklede artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met
schuimrubbervlokken.
die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of
jassen). Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
~
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be-
reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden
van zelfontbranding van het wasgoed). Pas na deze afkoelfase is
het programma afgelopen.
Neem het wasgoed altijd direct en in zijn geheel uit het toestel na af-
loop van het programma.
~
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo
worden gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de was
-
verzachters.
~
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders
omkantelen.
~
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
er kleine dieren in de trommel kruipen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
~
Gebruik deze droogautomaat niet zonder pluizenzeef of met be
-
schadigde pluizenzeef.
~
De pluizenzeef moet regelmatig worden gereinigd!
~
Gebruik deze droogautomaat nooit zonder luchtafvoerleiding.
~
Deze droogautomaat mag niet op een schouwpijp worden aange
-
sloten die voor een ander toestel dient.
~
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie
-
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang.
De toegelaten kamertemperatuur mag tussen +2 °C en +35 °C lig-
gen.
~
Controleer geregeld alle onderdelen van de luchtafvoerleiding of
ze de lucht voldoende doorlaten. Het gaat hier over de muurbuis,
het buitenrooster, de bochten in de leiding e.d. Er kunnen zich plui-
zen afzetten zodat de lucht niet feilloos wordt weggeblazen.
Als er reeds een luchtafvoerleiding voorhanden en in gebruik is,
dient u die te controleren voor u die op de droogautomaat aansluit.
~
Wees er zeker van dat deze schouw voor geen ander doel wordt
gebruikt, bijv. als schouw voor rook of uitlaatgassen of voor de venti
-
latie van vertrekken met verwarmingstoestellen! Anders bestaat er
gevaar dat er rook en uitlaatgas wordt teruggezogen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
~
Er bestaat verstikkings- en vergiftigingsgevaar door het
terugzuigen van uitlaatgassen zo er gasboilers, gasverwarmers,
kolenkachels met schouwaansluiting e.d. in hetzelfde of aangren
-
zende vertrek geïnstalleerd zijn en de onderdruk 4 Pa of meer be
-
draagt.
Onderdruk kunt u vermijden door het vertrek voldoende te ventile
-
ren, bijv. door
niet-afsluitbare ventilatieopeningen in de buitenmuur of
een vensterschakelaar: deze droogautomaat kan dan alleen bij
geopend venster worden ingeschakeld.
De gevaarloze werking en het voorkomen van een onderdruk van 4
Pa of meer moet u in elk geval laten bevestigen door een erkende
schoorsteenveger.
~
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen zorgen voor ver-
stoppingen.
~
Spuit de droogautomaat niet nat af.
Toebehoren
~
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
mag worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver
-
valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Bedieningspaneel
a Display Perfect Dry
Voor alle droogtegraadprogramma's.
Zie volgende pagina.
b Display
Zie volgende pagina.
c Toets Startuitstel ,
Deze toets heeft een dubbele func-
tie:
- Startuitsteltijd kiezen
- Programmaduur Warme lucht/
Koude lucht kiezen.
d Toets Zoemer N
Het einde van het programma wordt
akoestisch aangegeven.
e Controle-/storingslampje
Zie hoofdstuk "Storingen verhelpen"
en "Klantendienst".
f Toets Start/Stop
Hiermee wordt het programma ge
-
start of afgebroken.
De toets knippert bij programmakeu
-
ze en brandt na de start van het pro
-
gramma.
g Toets Temperatuur laag
Delicaat wasgoed wordt bij lage tem-
peratuur gedroogd.
h Toets voor droogtegraden
Controlelampjes kenmerken de ge-
kozen droogtegraad.
i Programmakiezer
De controlelampjes geven het geko-
zen programma aan.
j Toets Deur
U kan de toesteldeur steeds met
deze toets openmaken, of het toestel
onder stroom staat of niet.
k Toets Aan/Uit jk
Om in en uit te schakelen.
Bediening van de droogautomaat
13
Op de display wordt het volgende
weergegeven
De duur van het programma.
Het programmaverloop
Drogen
Koude lucht
Einde.
Controle- en storingsmeldingen.
Bovendien worden op de display de
volgende functies geselecteerd
De programmaduur Warme lucht,
Koude lucht.
Het startuitstel.
U kunt een gekozen programma la-
ter door de droogautomaat laten
starten
Na afloop van het startuitstel start het
programma automatisch.
De programmeerfuncties.
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronische besturing van de
droogautomaat aan uw specifieke
wensen aanpassen. Meer informatie
vindt u in de gelijknamige rubriek, op
het einde van deze handleiding.
Indicator Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet de rest
-
vochtigheid van het wasgoed in de
droogtegraadprogramma's en zorgt zo
voor een precieze droging.
Na het starten van het programma be
-
rekent de elektronische besturing de
programmaduur (resttijdprognose).
Hiervoor knippert het controlelampje
Perfect Dry.
Na korte tijd wordt de programmaduur
getoond en dooft het controlelampje.
Bij het bereiken van de ingestelde
droogtegraad licht het controlelampje
Perfect Dry op tot het einde van het
programma.
De indicator Perfect Dry blijft bij deze
tijdgestuurde programma's altijd don
-
ker: Finish Wol, Koude lucht, Warme
lucht, Gladstrijken.
Opmerking bij de programma
-
duur / resttijdprognose
Op de display wordt de vermoedelijke
programmaduur getoond
(resttijdprognose).
Op grond van deze factoren kan de
schatting van de resterende tijd telkens
weer verschillen: het resterende vocht
na het centrifugeren, de textielsoort, de
hoeveelheid wasgoed, de kamertempe-
ratuur of spanningsschommelingen in
het stroomnet.
Daarom past de elektronische bestu
-
ring zich bij elke lading wasgoed tel
-
kens opnieuw aan. Zo wordt de reste
-
rende tijd steeds nauwkeuriger aange
-
duid. De resttijdprognose wordt tijdens
het drogen gecontroleerd. Daardoor
kan de tijdsaanduiding in enkele geval
-
len verspringen.
Programma's kunnen eveneens te
vroeg ten einde lopen. Bijvoorbeeld bij
heel fijne weefsels, een zeer kleine la
-
ding of indien er even tevoren nog werd
gedroogd.
Bediening van de droogautomaat
14
Onderhoudssymbolen op het
etiket
"Drogen"
q Normale/hogere temperatuur.
r Lagere temperatuur:
Temperatuur laag kiezen
(voor delicaat wasgoed).
s Niet geschikt voor de droogau
-
tomaat.
Strijken en mangelen
I Zeer heet.
H Heet.
G Warm.
J Niet strijken/mangelen.
Droogtips
Houd steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek "Pro-
grammaoverzicht" wordt opgegeven.
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld. Het droogresultaat komt
hierbij in het gedrang en er kunnen
ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel! Textiel na het wassen min
-
stens 30 seconden laten centrifuge
-
ren.
Maak jassen open
, opdat ze gelijk
-
matig zouden drogen.
Een gemengde lading van katoen,
bont wasgoed, kreukherstellend tex
-
tiel kunt u in het prrogramma Auto
-
matic+ drogen.
Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten hebben de neiging te vilten
of te krimpen. U kunt ze enkel dro
-
gen in het speciale programma
Finish wol.
Met dons gevuld textiel:
naargelang
van de kwaliteit heeft het fijne weef
-
sel binnenin de neiging te krimpen.
Dergelijk textiel kan wel drogen in
het speciale programma Ontkreu
-
ken.
Zuiver linnen weefsel
: droog dit en
-
kel machinaal als de fabrikant dit op
het onderhoudsetiket vermeldt. An
-
ders kan het weefsel "ruig" worden.
Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) hebben
de neiging bij de eerste wasbeurt te
krimpen. Daarom: Het textiel niet te
lang laten drogen. Daarmee vermijdt
u dat het verder krimpt. Koop machi-
naal gebreid textiel eventueel een of
twee maten groter.
Hoe meer kreukherstellend
wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken
. Dit geldt vooral
voor heel delicaat weefsel (bijv.
overhemden, bloezen).
In twijfelgevallen beperkt u de lading
door ze op te delen.
Gesteven wasgoed
kan in de droog
-
automaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen
dient u wel de dosis stijfsel te ver
-
dubbelen.
Nieuw donker textiel moet u voor de
eerste droogbeurt afzonderlijk grondig
wassen. Dit niet samen met licht ge
-
kleurd textiel drogen, omdat het kleur
kan afgeven (ook op de
kunststofonderdelen in de droogauto
-
maat). Er kunnen zich daar ook plui
-
zen van een andere kleur op afzetten.
Opmerkingen omtrent het wasgoed
15
Korte handleiding
De titels met een getal (A, B, C ...)
kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en
sorteer het volgens...
. . . gewenste droogtegraad,
. . . vezel- en weefselsoort,
. . . gelijk formaat,
. . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre
-
sultaat.
,
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
seerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweeg-
brengen aan toestel en wasgoed.
Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort
-
banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien
of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets jk uit in.
U kan het toestel ook na het laden in
-
schakelen. Dan wordt de trommel even
-
wel niet verlicht (stroombesparing).
C De droogautomaat laden
^
Druk op toets Deur om de toesteldeur
te openen.
^
Leg het wasgoed losjes in de trom
-
mel.
Hou rekening met de maximumla
-
ding in de rubriek "Programmaover
-
zicht".
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be
-
handeld en komt het droogresultaat
in het gedrang.
^ Kijk na of de pluizenzeef goed inge-
schoven zit voor u de deur sluit.
Laat bij het sluiten geen stukken
wasgoed tussen de deur geklemd
raken. Anders loopt het textiel scha
-
de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
U kan ze ook laten aanleunen en
dichtdrukken.
Zo droogt u juist
16
D Een programma kiezen
^
Selecteer het gewenste programma.
Het overeenkomstige controlelampje
brandt.
Daarnaast kunnen ook de controle-
lampjes van de droogtegraden of de
extra functies branden en kunnen
tijdsaanduidingen worden weergege-
ven.
Droogtegraadprogramma's
Witte/Bonte was, Kreukherstellend,
Fijne was, Express, Automatic +,
Jeans
^
Druk zo vaak op de toets tot het ge
-
wenste controlelampje aangaat (in
bijna alle programma's).
Bij Witte/Bonte Was, Express kunt u 4
droogtegraden kiezen. Bij de overige
programma's is de keuze beperkt of
kan ze niet worden gewijzigd.
Tip:
U kunt bij enkele programma's
droogtegraadstappen toevoegen (zie
hoofdstuk "Programmeerfuncties").
Finish Wol, Gladstrijken
het programma kan niet worden ge
-
wijzigd.
Programmaduur Koude lucht/Warme
lucht kiezen
Het controlelampje van de toets Start
-
uitstel knippert bij selectie.
^ Druk zo vaak op de toets Startuitstel
tot de gewenste tijd op het display
wordt weergegeven.
Beschikbaar bereik:
Koude lucht: 20 minuten tot 1:00 uur.
Warme lucht: 15 minuten tot 2:00 uur.
E Extra functies / startuitstel kiezen
^ U kunt via een druk op de knop kie-
zen:
Temperatuur laag, Zoemer N, Start
-
uitstel , (zie hoofdstuk "Extra func
-
ties/Startuitstel").
De kreukbeveiliging (zie volgende
pagina) is constant ingeschakeld.
Let wel: De functie Startuitstel kan niet
worden gecombineerd met Warme
lucht, Koude lucht.
Zo droogt u juist
17
F Een programma starten
Tijdens de programmakeuze knippert
de toets Start/Stop. Het knipperen van
het lampje betekent dat u een program
-
ma kunt starten.
^
Druk op de toets Start / Stop.
De toets Start/Stop gaat aan.
De indicator Perfect Dry knippert/licht
alleen op bij de droogtegraadprogram
-
ma's. De indicator blijft bij tijdgestuurde
programma's altijd donker (zie hoofd
-
stuk "Bediening van de droogauto
-
maat").
Opmerking: De op het display
getoonde duur is de vermoedelijke
duur en kan verschillen.
Vóór het einde van het programma
Op de verwarmingsfase volgt een
koelfase (Koude lucht brandt). Pas
daarna is het programma ten einde.
Geen afkoelfase bij: Finish Wol.
G Einde van het programma - het
wasgoed uit het toestel halen
0 en Einde op het display duiden erop
dat het programma ten einde is. De
zoemer weerklinkt met tussenpozen (in
-
dien ingesteld).
De trommel draait met kreukbeveiliging
na afloop van het programma nog 2 uur
lang met tussenpozen, wanneer u het
wasgoed niet meteen uit het toestel
kunt nemen. Dat beperkt kreuken.
Geen kreukbeveiliging bij: Finish Wol.
^
Druk op de toets Deur.
^ Open de deur.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in
de trommel! Achtergebleven was-
goed kan schade oplopen doordat
dit overmatig droogt.
Als de droogautomaat ingeschakeld is
en de toesteldeur open staat, gaat de
trommelverlichting na enkele minuten
uit (stroombesparing).
^
Druk op de toets jk om het toestel
uit te zetten.
^
Maak de pluizenzeef schoon.
^
Sluit de deur.
Zo droogt u juist
18
Extra functies
Temperatuur laag
Gevoelig wasgoed (met onderhouds
-
symbool r, bijvoorbeeld voor acryl)
wordt aan een lagere temperatuur en
langer gedroogd.
Bij enkele programma's is Temperatuur
laag constant ingeschakeld (kan niet
worden uitgeschakeld).
Zoemer N
Wanneer het programma afgelopen is,
weerklinkt een geluidssignaal (maxi-
mum 1 uur met tussenpozen).
Een aanhoudende waarschuwingstoon
bij storingen weerklinkt ook als de zoe-
mer is uitgeschakeld.
Startuitstel ,
Hiermee kunt u een latere programma-
start kiezen, die 30 minuten tot 24 uur
wordt uitgesteld.
^
Kies een programma.
^
Druk zo vaak op de toets Startuitstel
, tot de gewenste tijd in de display
verschijnt.
Het controlelampje Startuitstel ,
knippert.
De keuze gebeurt in stappen van
een half uur tot 10^, daarna in stap
-
pen van een uur.
Door de toets Startuitstel , inge
-
drukt te houden, telt de tijd automa
-
tisch op tot 24^.
Starten
^
Druk op de toets Start/Stop.
Het controlelampje Startuitstel ,
brandt.
Het startuitstel telt bij meer dan 10^
af in stappen van een uur, daarna in
stappen van een minuut totdat het
programma start.
De trommel draait na elk uur gedu
-
rende korte tijd (om kreuken te voor
-
komen).
Startuitstel wissen/wijzigen
^ Druk op de toets Start/Stop om het
startuitstel te wissen.
^ Druk zo vaak op de toets Startuitstel
tot de gewenste tijd in de display ver-
schijnt.
^ Druk op de toets Start/Stop, zodat het
startuitstel opnieuw begint.
Wasgoed toevoegen
Terwijl het startuitstel wordt afgeteld,
kunt u nog wasgoed aan de trommel
toevoegen:
^
Schakel de droogautomaat uit.
Het openen van de deur zonder het
toestel vooraf uit te schakelen, wist het
startuitstel.
^
Open de deur en voeg het wasgoed
toe.
^
Sluit de deur en schakel de droogau
-
tomaat in.
Extra functies/Startuitstel
19
Witte/Bonte was maximum 7 kg*
Kastdroog+, Kastdroog**
Textiel Textiel met een of meer lagen van katoen.
Bijvoorbeeld: badhanddoeken, badjassen, T-shirts, onder
-
goed, beddengoed, babywasgoed.
Opmerking
Kastdroog+ voor verschillende, meerlagige en zeer dikke
textielsoorten.
Machinaal gebreid textiel (bijv. T-shirts, ondergoed en
babywasgoed) mag u niet Kastdroog+ laten drogen. Er is
krimprisico.
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Strijkdroog**, Mangeldroog
Textiel Katoen of linnen. Bijv. tafellakens, beddengoed, gesteven
wasgoed.
Opmerking Het te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het
vochtig te houden.
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Kreukherstellend maximum 3,5 kg*
Kastdroog**, Strijkdroog
Textiel Kreukherstellend textiel van synthetisch of gemengd weefsel
of katoen. Bijv. truien, jurken, broeken, jasschorten, tafella-
kens.
Temperatuur laag Voor gevoelig wasgoed met onderhoudssymbool r kiezen.
Fijne was maximum 2,5 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Delicaat wasgoed van synthetische vezels, gemengde weef
-
sels, kunstzijde of katoen met kreukherstellende eigenschap
-
pen, bijv. hemden, bloezen, ondergoed, wasgoed met
bedrukking.
Temperatuur laag Kan niet worden uitgeschakeld.
* Gewicht van droog wasgoed
** Opmerking voor testinstellingen: programma-instelling voor tests volgens de
norm EN 61121 (zonder Temperatuur laag).
Programmaoverzicht
20
Loading...
+ 44 hidden pages