Miele K 32222 i, K 32223 i, K 32242 iF, K 32243 iF, K 33222 i User Manual [nl]

...
0 (0)
Gebruiks- en montagehandleiding
Koeltoestel
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl – BE M.-Nr. 09 748 941
Inhoud
2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Energie besparen ................................................................................................14
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 17
Bij te bestellen accessoires................................................................................... 19
Koeltoestel in- en uitschakelen.......................................................................... 20
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 21
De juiste temperatuur ......................................................................................... 22
. . . in de koelzone ................................................................................................. 22
. . . in het vriesvak.................................................................................................. 22
Temperatuurweergave........................................................................................... 23
Temperatuur instellen ............................................................................................ 23
Het gebruik van "SuperKoelen" ......................................................................... 24
Functie SuperKoelen............................................................................................. 24
Het wijzigen van instellingen..............................................................................25
Instellingsmodus ................................................................................................... 25
Vergrendeling in-/uitschakelen .............................................................................. 25
Levensmiddelen in de koelzone bewaren.........................................................27
Verschillende koelgedeelten.................................................................................. 27
Niet geschikt voor het koelen................................................................................ 28
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... 28
Levensmiddelen juist bewaren.............................................................................. 28
De binnenruimte indelen..................................................................................... 29
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ 29
Flessensteun ......................................................................................................... 29
De plateaus verplaatsen........................................................................................ 29
Anti-geurfilter verplaatsen ..................................................................................... 30
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen (afhankelijk van het model) .31
Het vriesvak........................................................................................................... 31
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................................ 31
Diepvriesproducten bewaren ................................................................................ 31
Zelf levensmiddelen invriezen ............................................................................... 32
Voor het inruimen ............................................................................................. 33
Het inruimen ..................................................................................................... 33
Ca. 24 uur vóórdat u de verse levensmiddelen in het diepvriesgedeelte legt..33
Bewaartijd van ingevroren levensmiddelen...................................................... 33
Dranken snel koelen.........................................................................................34
Inhoud
3
De accessoires gebruiken .................................................................................... 34
Ontdooien............................................................................................................. 35
Vriesvak ................................................................................................................. 35
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 37
Aanwijzingen voor het reinigingsmiddel................................................................ 37
Het koeltoestel voor de reiniging voorbereiden..................................................... 38
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 39
Deurdichting reinigen ............................................................................................ 40
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 40
Anti-geurfilter vervangen ....................................................................................... 40
Nuttige tips.......................................................................................................... 42
Geluiden en de oorzaken ervan .........................................................................49
Service en garantie ............................................................................................. 50
Elektrische aansluiting........................................................................................ 51
Montage-instructies............................................................................................52
Plaats van opstelling ............................................................................................. 52
Klimaatklasse ...................................................................................................52
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 53
Meubeldeur ........................................................................................................... 55
Afmetingen horizontale en verticale tussenruimte ...........................................55
Gewicht van de meubeldeur ............................................................................56
Montage van grote of gedeelde meubeldeuren ............................................... 56
Vóór het reinigen van het koeltoestel .................................................................... 56
Had uw oude koeltoestel een andere scharniertechniek? ............................... 57
Roestvrijstalen front..........................................................................................57
Inbouwmaten ....................................................................................................... 58
Openingshoek van de deur van het toestel verkleinen.................................... 59
De veerkracht van de deur instellen.................................................................. 60
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 61
Deur van het diepvriesvak..................................................................................... 63
Koeltoestel inbouwen .........................................................................................65
Meubeldeur monteren ........................................................................................... 73

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

4
Dit koeltoestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin-
gen. Een verkeerd gebruik kan nochtans tot lichamelijk letsel en
materiële schade leiden.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het koeltoestel in gebruik neemt. Daarin vindt u
belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veilig-
heid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw
veiligheid en voorkomt schade aan het koeltoestel.
Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding zodat u deze kunt
doorgeven aan een eventuele volgende bezitter!

Juist gebruik

Het koeltoestel is bedoeld voor huishoudelijk gebruik en voor op-
stelling in huishoudachtige omgevingen zoals
winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
in landbouwomgevingen
van klanten in hotels, motels, pensions en andere typische woonom-
gevingen.
Dit koeltoestel is niet ontworpen voor gebruik in open lucht.
Gebruik het koeltoestel uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden:
om levensmiddelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten
te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijsblokjes
te maken.
Elk ander gebruik is niet toegelaten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
5
Het koeltoestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
richtlijn betreffende medische hulpmiddelen. Door een verkeerd ge-
bruik van het koeltoestel kunnen producten worden beschadigd of
bederven. Bovendien is het koeltoestel ook niet geschikt voor ge-
bruik in explosieve omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver-
keerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het koeltoestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het koeltoestel enkel onder toezicht bedie-
nen, wanneer hen is uitgelegd hoe ze het veilig kunnen gebruiken en
wanneer ze begrijpen welke risico's eraan verbonden zijn.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het koel-
toestel worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden ge-
houden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het koeltoestel zonder toezicht
gebruiken, maar alleen als ze weten hoe het werkt en wat voor ge-
vaar zij lopen wanneer ze het fout bedienen. Kinderen moeten de
eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen het koeltoestel niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Houd kinderen die in de buurt van het koeltoestel komen in het
oog. Zorg ervoor dat ze nooit met het koeltoestel spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.

Technische veiligheid

Het koelmiddelcircuit is op lekkage gecontroleerd. Het koeltoestel
voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante
EU-richtlijnen.
Dit koeltoestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een na-
tuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het
beschadigt de ozonlaag niet en verhoogt ook het broeikaseffect niet.
Maar het gebruik van dit milieuvriendelijk koelmiddel heeft wel geleid
tot meer lawaai als het koeltoestel aanstaat. Er kunnen afgezien van
de geluiden van de compressor stromingsgeluiden in het hele koel-
circuit optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar
hebben geen invloed op de capaciteit van het koeltoestel.
Let er bij het transport en bij de inbouw/plaatsing op dat geen onder-
delen van het koelcircuit worden beschadigd. Vrijkomend koelmiddel
kan oogletsel veroorzaken!
In geval van beschadiging:
vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het koeltoestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het koel-
toestel staat en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Hoe meer koelmiddel er in een toestel voorhanden is, hoe groter
het vertrek moet zijn waar het koeltoestel wordt opgesteld. In te klei-
ne vertrekken kan zich bij lekkage een brandbaar mengsel van gas
en lucht vormen. De kamer moet per 11 g koelmiddel minstens 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje bin-
nenin het toestel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Vergelijk voordat u het koeltoestel aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het koel-
toestel niet beschadigd raakt.
Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri-
cien.
De elektrische veiligheid van het koeltoestel is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Het koeltoestel kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui-
ten van het koeltoestel op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht komt op onderdelen die onder spanning staan
of op de elektriciteitskabel, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik
het koeltoestel daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespet-
terd (bijv. garage, bijkeuken etc.).
Dit koeltoestel mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het koeltoestel kunnen uw veiligheid in ge-
vaar brengen. Controleer het toestel op zichtbare beschadigingen.
Een beschadigd koeltoestel mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
koeltoestel van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld. Het koeltoestel
is van het elektriciteitsnet afgekoppeld als:
de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
de schroefzekering van de elektrische aansluiting er geheel is uit-
gedraaid of
de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek bij elektriciteits-
kabels met stekker niet aan de elektriciteitskabel, maar bij de
stekker om de verbinding met het elektriciteitsnet te verbreken.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen.
Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uit-
gevoerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het koeltoestel niet door
Miele technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga-
randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

Efficiënt gebruik

Het koeltoestel is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempe-
ratuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over-
schreden.De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan
de binnenkant van uw koeltoestel. Een te lage kamertemperatuur
heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat
het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Sluit de ventilatiegleuven niet af om te voorkomen dat de luchtge-
leiding niet goed functioneert,het stroomverbruik stijgt en onderdelen
beschadigd raken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het koeltoestel of
de deur van het toestel bewaart, voorkom dan dat evt. uitlopend vet
of olie in aanraking komt met kunststof delen van het koeltoestel.
Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waar-
door de kunststof knapt of scheurt.
Bewaar geen stoffen in het koeltoestel die drijfgassen of andere
verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt inge-
schakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare
producten tot explosie brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen in dit koeltoestel, bijv. voor het
maken van ijs. Dit om vonken en een explosie te voorkomen.
Bewaar geen blikjes en flessen die koolzuurhoudende dranken be-
vatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen in het vriesvak. De blikjes
of flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden
en er zou schade kunnen ontstaan!
Haal flessen die u in het vriesvak hebt gelegd om snel te koelen er
na maximaal één uur weer uit. Doet u dat niet, dan kunnen ze uit el-
kaar springen, loopt u het risico zich te verwonden en kan er schade
aan het toestel ontstaan!
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat
u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald om
letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze
anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le-
vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw
worden ingevroren.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen.
De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali-
teit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be-
waard. Neem de bewaartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van
de levensmiddelenfabrikanten in acht.
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro-
ductaansprakelijkheid.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het toestel nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span-
ningvoerende delen van het koeltoestel en zo kortsluiting veroorza-
ken.
Scherpe of kantige voorwerpen kunnen de verdamper bescha-
digen en functioneert het toestel niet meer correct. Gebruik geen
voorwerpen met scherpe punt of rand.
rijp- en ijslagen te verwijderen,
en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmings-
toestellen of kaarsen in het toestel om te voorkomen dat het kunst-
stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas-
sen bevatten die het kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de
gezondheid.

Transport

Het toestel moet altijd rechtop en in de transportverpakking wor-
den vervoerd.
Het koeltoestel is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen
met het vervoeren ervan. U zou zich kunnen verwonden en er zou
schade kunnen ontstaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12

Wat te doen wanneer u het toestel afdankt

Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
koeltoestel ingesloten
kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
geen delen van het koelsysteem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken,
buisleidingen om te buigen,
beschermende lagen af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik
bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

13

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het koude-
toestel tegen transportschade. Het ver-
pakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het oude
toestel
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het ge-
wone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge-
zondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza-
meldepot voor elektrische en elektro-
nische toestel, bij uw vakhandelaar of
bij Miele. U bent wettelijk zelf verant-
woordelijk voor het wissen van eventue-
le persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Let erop dat de buisleidingen van uw
koeltoestel niet worden beschadigd,
totdat het op vakkundige en milieu-
vriendelijke wijze wordt verschroot.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de koelmiddelen in het koelsysteem en
de olie in de compressor niet in het mili-
eu terechtkomen.
Het oude toestel moet tot die tijd buiten
het bereik van kinderen worden be-
waard. Voor meer informatie, raadpleegt
u het hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen" van de gebruiks-
aanwijzing.

Energie besparen

14
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on-
derhoud
Plaats het toestel in een ge-
ventileerde ruimte.
In gesloten, niet geventileer-
de ruimtes.
Stel het toestel niet bloot
aan zonnestralen.
Direct blootgesteld aan zon-
nestralen.
Plaats het toestel niet naast
een warmtebron.
Naast een warmtebron (ver-
warming, fornuis).
Zorg voor een omgevings-
temperatuur van ca. 20°C.
Bij een hoge omgevingstem-
peratuur vanaf 25°C.
Dek ventilatieroosters niet af
en maak ze regelmatig stof-
vrij.
Met ventilatieroosters die
zijn afgedekt of vol zitten
met stof.
Temperatuur-
instelling
Koelzone: 4 tot 5°C Hoe lager de temperatuur,
des te hoger het energiever-
bruik!
Vriesvak: -18 °C
Energie besparen
15
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de plateaus, laden en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien
nodig en zo kort mogelijk.
Leg levensmiddelen bij het
inruimen meteen op de
goede plek.
Deur vaak en lang openen
betekent koudeverlies en in-
stroom van warme lucht in
het toestel. Het toestel koelt
en de compressor moet lan-
ger werken.
Neem bij het boodschappen
doen een koeltas mee en leg
de levensmiddelen zo snel
mogelijk in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel neemt zo snel
mogelijk weer terug, voordat
ze warm worden.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toe-
stel afkoelen.
Zijn levensmiddelen nog
warm wanneer ze in het
koeltoestel worden gelegd,
ontstaat er warme lucht in
het koeltoestel. Het toestel
koelt en de compressor
moet langer werken.
Leg de levensmiddelen al-
leen afgedekt of verpakt in
het toestel.
Wanneer vloeibare stoffen in
de koelzone condenseren,
neemt de koelcapaciteit af.
Leg ingevroren levensmid-
delen in de koelzone wan-
neer ze moeten ontdooien.
Zorg ervoor dat vakken en
laden niet te zwaar worden
beladen, zodat de lucht kan
circuleren.
Een verslechterde lucht-
stroom zorgt voor een ver-
lies van koelcapaciteit.
Energie besparen
16
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Ontdooien Ontdooi het vriesvak wan-
neer er een ijslaag van maxi-
maal 0,5 cm in zit.
Een ijslaag bemoeilijkt het
invriezen en bewaren van le-
vensmiddelen.

Beschrijving van het toestel

17

Bedieningspaneel

a
Aan-/uit-toets
b
SuperKoelen-toets
c
Display
d
Menu - symbool
(Instellingsmodus:
Vergrendeling in- / uitschakelen)
e
SuperKoelen-symbool
f
Vergrendelingssymbool
g
Temperatuurweergave
h
Temperatuurtoets
Beschrijving van het toestel
18
Schematische afbeelding
a
Bedieningspaneel
b
Vriesvak
(voor zover bij dit model horend)
c
Deurvak met eierhouder
d
Binnenverlichting
e
Plateau
f
Gootje voor het dooiwater en afvoer-
opening voor het dooiwater
g
Deurvak voor flessen
h
Groente- en fruitlade
(afhankelijk van het model)
Beschrijving van het toestel
19

Bij te bestellen accessoires

Het Miele-assortiment omvat tal van
handige accessoires, alsmede reini-
gings- en onderhoudsmiddelen die spe-
ciaal op uw koeltoestel zijn afgestemd.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het
verwijderen van vingerafdrukken en an-
der licht vuil op roestvrijstalen fronten,
panelen, ramen, meubels enz.
Anti-geurfilters met houder KKF-FF
(Active AirClean)
De anti-geurfilter neutraliseert onaange-
name geuren in de koelzone en zorgt zo
voor een betere luchtkwaliteit.
Breng de houder van de anti-geurfilter
aan op de achterste beschermlijst van
het plateau, u kunt de houder naar
wens verplaatsen.
Anti-geurfilters met houder KKF-RF
(Active AirClean)
U kunt bij Miele vervangende filters (Ac-
tive AirClean) verkrijgen die in deze
houder passen. Wij adviseren de anti-
geurfilters om de 6 maanden te vervan-
gen.

Flessenrek

Flessen kunt u op het flessenrek leg-
gen. Daarmee bespaart u ruimte.
Het flessenrek kan op verschillende ma-
nieren in het toestel worden geplaatst.

Tweedelig plateau

Dit plateau bestaat uit twee delen waar-
van het voorste gedeelte onder het ach-
terste gedeelte kan worden geschoven.
Wanneer u hoge producten in het toe-
stel wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u
hiervan gebruik maken.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij
Miele (zie achterin deze gebruiksaan-
wijzing), in de webshop van Miele of
bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.

Koeltoestel in- en uitschakelen

20

Voor het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit de binnenruimte.

Beschermfolie

De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus
en de deurvakken zijn tijdens het trans-
port van een beschermfolie voorzien.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen af.

Reiniging

Volg daarvoor beslist de betreffende
instructies in het hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de binnenkant van het toestel
en de toebehoren.

Accessoires

- Flessenhouder

De flessenhouder wordt in het deurvak
voor flessen geplaatst. Flessen staan
steviger wanneer u de deur van het toe-
stel opent en sluit.
Plaats de flessenhouder in het mid-
den van de achterkant van het deur-
vak voor flessen.
Koeltoestel in- en uitschakelen
21

Koeltoestel inschakelen

Druk op toets van de afzuiging.
De temperatuuraanduiding geeft de ge-
wenste temperatuur aan. Het toestel
begint te koelen. Wanneer de deur
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan.
Voordat u voor de eerste keer le-
vensmiddelen in het koeltoestel legt,
kunt u het toestel het beste een paar
uur laten voorkoelen.

Koeltoestel uitschakelen

Druk op de Aan-/Uit-toets totdat het
display uit gaat.
Is dat niet mogelijk, dan is de ver-
grendeling ingeschakeld (zie hoofd-
stuk: "Het wijzigen van instellingen",
paragraaf: "Het uitschakelen van de
vergrendeling").
De binnenverlichting gaat uit. De
koeling wordt uitgeschakeld.

Bij langdurige afwezigheid

Wanneer u het toestel langere tijd niet
meer gebruikt, doe dan het volgende:
schakel het koeltoestel uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar uit,
ontdooi het vriesvak,
reinig het toestel en
laat de deur open staan om het toe-
stel te luchten en te voorkomen dat er
geurtjes ontstaan.
Als het toestel bij langdurige afwezig-
heid wordt uitgeschakeld, maar niet
gereinigd, bestaat er gevaar voor
schimmelvorming als de deur van
het toestel gesloten blijft.

De juiste temperatuur

22
Het is voor de houdbaarheid van de le-
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de le-
vensmiddelen erg snel. De temperatuur
beïnvloedt de snelheid waarmee de mi-
cro-organismen groeien. Hoe lager de
temperatuur, des te langzamer de mi-
cro-organismen groeien en des te lan-
ger het duurt voordat de levensmid-
delen bederven. Wanneer u voor het
bewaren van levensmiddelen de juiste
temperatuur instelt kunt u daarmee be-
derf voorkomen of vertragen.
De temperatuur in het toestel stijgt als
u vaak en gedurende lange tijd de
deur van het toestel opent,
er meer levensmiddelen worden op-
geslagen,
de temperatuur van de levensmid-
delen hoger is, wanneer ze worden
opgeslagen,
de omgevingstemperatuur hoger is.
Het koeltoestel is geconstrueerd voor
een bepaalde klimaatklasse. Een kli-
maatklasse is een temperatuurbereik
waar de kamertemperatuur niet bo-
ven of onder mag liggen.

. . . in de koelzone

Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.

. . . in het vriesvak

Om verse levensmiddelen in te vriezen
en om levensmiddelen over een lange
tijd te bewaren is een temperatuur no-
dig van -18 °C. Bij deze temperatuur is
de groei van micro-organismen vrijwel
uitgesloten. Zodra de temperatuur stijgt
tot boven -10 °C, begint de ontbinding
door micro-organismen en zijn de le-
vensmiddelen minder lang houdbaar.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze eerst zijn
verwerkt (koken of braden). De meeste
micro-organismen worden door de ho-
ge temperaturen vernietigd.
De juiste temperatuur
23

Temperatuurweergave

De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur van de koelzone
aan.

Temperatuur instellen

Wanneer de toesteldeur vaak wordt ge-
opend, wanneer er veel levensmiddelen
ineens in de koelkast worden gelegd of
wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, adviseren wij een temperatuur
van tussen de 3 °C en 5 °C.
De temperatuur is instelbaar van 9 °C
tot en met 1 °C.
Hoe hoger/lager de temperatuur in de
koelzone is, des te hoger/lager is de
temperatuur in het vriesvak.
Druk zo vaak op de temperatuurtoets,
totdat de gewenste temperatuur in de
temperatuuraanduiding verschijnt.
Wanneer u voor het eerst op de toets
drukt, knippert die temperatuurwaarde
die het laatst is ingesteld.
Blijft u op de toets drukken, dan veran-
dert de temperatuurwaarde voortdu-
rend: als 9°C bereikt is, wordt weer met
1°C begonnen.
De nieuw gekozen temperatuurwaarde
wordt na een tijdje automatisch overge-
nomen en verschijnt in het display.
De temperatuur in de koelkast stelt zich
nu langzaam op deze nieuwe tempera-
tuurwaarde in.
In het vriesvak wordt de temperatuur
dan gemiddeld ca. -18 °C.

Het gebruik van "SuperKoelen"

24

Functie SuperKoelen

Met de functie SuperKoelen wordt de
koelzone zeer snel tot de koudste waar-
de afgekoeld (afhankelijk van de kamer-
temperatuur).
De functie SuperKoelen is met name
aan te bevelen als u grote hoeveelhe-
den verse levensmiddelen of dranken
snel wenst af te koelen.

SuperKoelen inschakelen

Druk op de SuperKoelen-toets.
Het SuperKoelen-symbool brandt.
De temperatuur in het apparaat daalt en
de koelcapaciteit is nu maximaal.

SuperKoelen uitschakelen

De functie "SuperKoelen" wordt auto-
matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
Het SuperKoelen-symbool gaat uit
en de koelcapaciteit is weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de func-
tie SuperKoelen zelf uitschakelen zodra
de levensmiddelen of dranken koel ge-
noeg zijn.
Druk op de SuperKoelen-toets. Het
Superkoeling - symbool gaat uit.
De koelcapaciteit van het toestel is
weer normaal.
Loading...
+ 56 hidden pages