Miele K 3416 SD, K 3514 SD, K 3516 SD User Manual [nl]

0 (0)
Miele K 3416 SD, K 3514 SD, K 3516 SD User Manual

Gebruiksen montageaanwijzing

vrijstaande koelkasten met dynamische koeling K 3416 SD

K 3514 SD

K 3516 SD

Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat.

B

M.-Nr. 05 436 501

Inhoud

Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Recycleerbare verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Berging van uw oud toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Het toestel inen uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bij langdurige afwezigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Dynamische koeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

De levensmiddelen zinvol schikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

De binnenruimte aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

Levensmiddelen koelen en bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Belangrijke tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Levensmiddelen die niet geschikt zijn om te koelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Schoonmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Buitenwanden, binnenruimte, toebehoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Ventilatieroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Deurdichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Achterzijde - metalen rooster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Klimaatklasse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Ventilatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Transportbeveiliging van het deurhandvat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Het toestel opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Het toestel waterpas zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

De deurscharnieren verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

2

Beschrijving van het toestel

aKnop aan/uit en temperatuurregeling cControlelampje dynamische koeling bToets voor dynamische koeling

dVentilator voor dynamische koeling eBoteren kaasvak

fEierrekje

gBinnenverlichting

hLegplaat

iFlessenrek (volgens het model) jDeurrek

kGootje en afvoeropening voor het dooiwater

lFruiten groentebakken

mFlessenhouder (volgens het model)

3

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat door het milieu wordt verdragen en opnieuw kan worden benut.

Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.

Berging van uw oud toestel

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

de handelaar bij wie u het kocht

of

de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be

of

uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".

4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan de gebruiker gevaar lopen en het toestel beschadigd worden.

Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent het inbouwen, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.

Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel achteraf gebruikt.

Het toestel juist gebruiken

Gebruik dit toestel uitsluitend in het huishouden om levensmiddelen te

koelen en te bewaren.

Alle andere toepassingen zijn ongeoorloofd en misschien ook wel gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet correct gebruikt of verkeerd bediend werd.

Technische veiligheid

Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan R600a. Dat is een na-

tuurlijk gas dat heel weinig milieubelastend is. Het is evenwel brandbaar. Het brengt echter geen schade toe aan de ozonlaag. Het vergroot evenmin het broeikaseffect.

Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe te passen maakt het toestel wel iets meer lawaai. Naast het geluid dat de compressor maakt, kan er in heel het koelcircuit lawaai optreden. Deze gevolgen zijn jammer genoeg niet te vermijden. Ze beïnvloeden echter niet het vermogen van het toestel.

Bij het transport en opstellen van het toestel dient u ervoor te zorgen dat er geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend koelmiddel kan oogletsels veroorzaken! Is er toch schade opgetreden,

vermijd dan open vuur of vonken,

trek de stekker uit het stopcontact,

laat het vertrek waar het toestel staat, enkele minuten doorluchten

en verwittig de Technische Dienst.

Hoe meer koelmiddel het toestel bevat, hoe groter het vertrek moet

zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt er eventueel een lek op, dan kan er in te kleine vertrekken een brandbaar gas-luchtmengsel worden gevormd. Per 8 g koelmiddel dient het vertrek minstens 1 m3 ruim te zijn. Hoeveel koelmiddel het toestel bevat, vindt u op het typeplaatje aan de binnenzijde.

Vergelijk voor het aansluiten van het toestel beslist de aansluitgege-

vens op het typeplaatje met de gegevens van uw huisinstallatie. Het gaat hier over de spanning en de frequentie. Deze gegevens moeten absoluut overeenstemmen om schade aan uw toestel te vermijden. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gewaarborgd indien het op een aardsysteem is aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw in-

stallatie bij twijfel door een vakman nakijken.

De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.

Het toestel kan enkel veilig werken indien u het volgens de gebruiks-

aanwijzing monteert en aansluit.

Indien u dit toestel niet op een vaste plaats inbouwt en monteert, bv.

op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.

Installatiewerk en herstellingen mag u enkel door erkende vak-

mensen laten uitvoeren. Door ondeskundige installaties of reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet aansprakelijk.

Het toestel is pas stroomloos indien aan een van de volgende

voorwaarden is voldaan:

u hebt de stekker van het toestel uit het stopcontact getrokken.

Trek niet aan het snoer, wel aan de stekker om het toestel stroomloos te maken.

u hebt de smeltveiligheden van de huisinstallatie uitgeschakeld.

Gebruik om het toestel op het stroomnet aan te sluiten, geen ver-

lengsnoeren. Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.

Gebruik

Bewaar in uw toestel geen explosieve stoffen. Zodra de thermostaat

inschakelt, kunnen er dan vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde vonkgevoelige mengelingen doen ontploffen.

Alcohol met hoog gehalte mag u enkel goed afgesloten en rechtop in het koelzone bewaren. Er is anders

explosiegevaar!

Zo u te lang bewaarde levensmiddelen eet, loopt u het risico van

voedselvergiftiging.

De bewaarduur hangt van veel factoren af. Onder meer van de mate waarin de levensmiddelen vers en degelijk zijn, maar ook van de bewaartemperatuur. Hou de bewaartips en de opgegeven bewaarduur van de voedselfabrikanten in acht!

Gebruik geen spitse noch scherpe voorwerpen om

rijmen ijslagen te verwijderen,

aangevroren ijsblokjesschalen en diepvrieswaar los te maken.

Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt het toestel volledig defect.

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Zet nooit elektrische verwarmingsapparaten noch kaarsen in het toe-

stel. Anders gaat de kunststof stuk.

Gebruik nooit ontdooisprays of ijsverwijderende middelen. Die kunnen explosieve gassen vormen, die oplosmiddel of drijfgas bevatten of uw

gezondheid kunnen schaden.

Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Anders wordt die op de

duur poreus.

Dek de ventilatieroosters van het toestel niet af. Anders is er geen onberispelijke luchttoevoer meer ge-

waarborgd. Het stroomverbruik stijgt en er kan schade optreden aan bepaalde onderdelen.

Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempe-

ratuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje binnen in het toestel. Door te lage kamertemperaturen blijft de compressor te lang stilstaan. Daardoor kan het toestel de noodzakelijke temperatuur niet bieden.

Gebruik om uw toestel te ontdooien en schoon te maken in geen geval

een toestel met stoom onder druk. De stoom kan onderdelen aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.

Uw oud toestel afdanken

Verniel het slot van uw oude koelkast of diepvriezer wanneer u die buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat

spelende kinderen zich in het toestel opsluiten en in levensgevaar komen.

Maak oude toestellen onbruikbaar. Trek de stekker uit het stopcontact

en knip het aansluitsnoer door.

Zorg dat u geen onderdelen van het koelcircuit beschadigt, b.v.

door:

de koelmiddelkanaaltjes van de verdamper open te steken,

de buisleidingen af te knikken of

oppervlakbekledingen af te krabben.

Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels tot gevolg hebben.

De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de veiligheidsbepalingen en waarschuwingen niet in acht werden genomen.

7

Het toestel inen uitschakelen

Voor het eerste gebruik

^Maak de binnenruimte en het toebehoren schoon. Gebruik daar lauw water voor en wrijf daarna alles met een doek droog.

Het toestel inschakelen

^Draai de knop aan/uit met een geldstuk naar rechts van de stand ‘0’ weg.

Draai deze knop enkel tot aan de aanslag. Draai vandaar weer terug. Anders maakt u hem stuk.

Het toestel begint te koelen en het licht in de koelruimte gaat aan telkens als de toesteldeur opengaat.

Het toestel uitschakelen

^Draai de knop aan/uit met een geldstuk naar links in de stand ‘0’.

De koeling en de verlichting worden uitgeschakeld.

Bij langdurige afwezigheid

Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:

^schakel het toestel uit,

^trek de stekker uit het stopcontact,

^maak het toestel schoon,

^laat de toesteldeur op een kier om reukhinder tegen te gaan.

Werd het toestel bij langdurige afwezigheid uitgeschakeld, maar niet schoongemaakt? In zo’n geval is er risico op schimmelvorming zo de toesteldeur gesloten blijft.

8

De juiste temperatuur

Voor het bewaren van levensmiddelen is het van groot belang de juiste temperatuur in te stellen. Door micro-organis- men bederft eetwaar namelijk gauw. Door een juiste bewaartemperatuur kan dat proces evenwel worden vermeden of vertraagd. De temperatuur heeft invloed op de snelheid waarmee de mi- cro-organismen aangroeien. Hoe lager de temperatuur, hoe trager dat proces.

Daarom bevelen wij een koeltemperatuur van 5 °C in het midden van het toestel aan.

De temperatuur in het toestel loopt op naarmate

u de toesteldeur vaker opent en langer laat openstaan,

u meer eetwaar in het toestel bewaart,

de vers geplaatste eetwaar warm is,

de omgevingstemperatuur rond het toestel hoger ligt.

Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven.

De temperatuur instellen

De temperatuur kan u met de temperatuurregelknop instellen.

^Draai de temperatuurregelknop met een geldstuk naar rechts in een bepaalde stand.

Draai deze knop enkel tot aan de aanslag. Draai vandaar weer terug. Anders maakt u hem stuk.

Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur in het toestel.

Aanbevolen wordt een stand ergens in het midden.

9

Loading...
+ 19 hidden pages