Kia Cee D 2017 Owner's Manual [nl]

KKIIAA,, HHEETT BBEEDDRRIIJJFF
Hartelijk dank voor de aanschaf van een nieuwe Kia.
Als wereldwijde autofabrikant die zich richt op het bouwen van kwalitatief hoogwaardige auto's voor een betaalbare prijs, doet Kia Motors er alles aan om u meer service te bieden dan u verwacht en de klanten een prettige ervaring te geven.
Bij onze Kia-dealerbedrijven zult u de “Family-like Care”-belofte ervaren, die u een gevoel van warmte, gastvrijheid en vertrouwen geeft; het gevoel dat er voor u wordt gezorgd door mensen die om u geven.
Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van de druk. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.
Deze handleiding is van toepassing op alle modellen van dit voertuig en bevat beschrijvingen en uitleg van zowel de optionele als standaarduitrusting. Hierdoor staan in dit instructieboekje mogelijk zaken beschreven die niet van toepassing zijn op uw Kia.
Geniet van uw auto & ervaar Kia “Family-like Care”!
JD DUTCH FOREWORD.QXP 1/8/2016 12:35 PM Page 1
i
Hartelijk dank voor het kiezen van een Kia. Dit instructieboekje zal u vertrouwd maken met de bediening, het onderhoud en de veiligheidsaspecten van uw
nieuwe auto. Bij het instructieboekje hoort een garantieen onderhoudsboekje waarin u informatie vindt over de garantie. Kia raadt u aan om deze informatie zorgvuldig te lezen en de daarin opgenomen aanwijzingen zorgvuldig op te volgen, zodat u veilig en probleemloos van uw nieuwe auto kunt genieten.
Kia rust zijn talrijke modellen uit met een grote verscheidenheid aan opties, componenten en kenmerken. Het is dan ook mogelijk dat de uitrusting die in dit instructieboekje beschreven staat en die op illustraties afgebeeld is, niet allemaal van toepassing is op uw auto.
De in dit instructieboekje opgenomen informatie en specificaties golden ten tijde van het ter perse gaan. Kia behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. De fabrikant raadt u aan om het onderhoud aan uw auto te laten uitvoeren door een officiële Kia-dealer of erkend reparatiebedrijf. Indien uw voertuig onder garantie is, gelieve uw voertuig aan te bieden bij uw Kia-dealer.
Kia zal er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten.
© 2016 KIA MOTORS SLOVAKIA S.R.O. Alle rechten voorbehouden. Complete of gedeeltelijke reproductie op wat voor manier dan ook, elektronisch of
mechanisch, inclusief kopiëren, vastleggen via een systeem voor het opslaan en terughalen van informatie, of vertalen is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Kia Motors Slovakia s.r.o..
VVoooorrwwoooorrdd
JD DUTCH FOREWORD.QXP 1/8/2016 12:35 PM Page 2
ii
1
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
Uw auto in één oogopslag
Veiligheidssysteem van uw auto
Kenmerken van uw auto
Rijden met uw auto
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
Specificaties & Consumenteninformatie
Index
Inhoudstabel
JD DUTCH FOREWORD.QXP 2016-10-14 ¿ ¨˜ 7:06 Page 3
Introductie
Gebruik van dit instructieboekje . . . . . . . . . . . . . .1-2
Vereiste brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
• Benzinemotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
• Dieselmotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-4
Inrijprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-5
1
JD DUTCH 1.QXP 11/26/2015 5:19 PM Page 1
Introductie
21
Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
De afbeeldingen vormen een waardevolle aanvulling op de tekst. In uw instructieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veiligheidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.
De algemene indeling van het instructieboekje vindt u in de INHOUDSOPGAVE. De index geeft een alfabetisch overzicht van alle informatie in uw instructieboekje. Gebruik deze wanneer u op zoek bent naar een specifiek onderwerp.
Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft acht hoofdstukken en een index. Elk hoofdstuk begint met een korte inhoudsopgave, zodat u direct kunt zien of het gewenste hoofdstuk de gewenste informatie bevat.
U vindt verschillende WAARSCHU
-
WINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN in dit instructieboekje. Deze dienen ter vergroting van uw persoonlijke veiligheid. Lees ALLE procedures en aanbevelingen in deze WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN nauwkeurig door en neem ze in acht.
AANWIJZING
OPMERKING geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt gegeven.
Benzinemotor
Loodvrij
Voor optimale prestaties raden we u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevatten). U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94/AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden.
Bij gebruik van LOODVRIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de bougies tegengegaan.
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE VEREISTE BRANDSTOF
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING wijst u erop bijzonder voorzichtig te zijn ter voorkoming van schade en ernstig letsel.
OPMERKING
Informatie waar VOORZICHTIG bij staat, dient ervoor om te voorkomen dat u een fout maakt waardoor uw auto beschadigd zou kunnen raken.
JD DUTCH 1.QXP 11/26/2015 5:19 PM Page 2
13
Introductie
Benzine die alcohol en methanol bevat
In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan 10% ethanol en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen rijproblemen en schade aan het brandstofsysteem, motorregelsysteem en emissieregel
-
systeem veroorzaken. Gebruik gasohol niet langer wanneer er
rijproblemen optreden. Schade aan de auto of rijproblemen
vallen mogelijk niet onder de fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10%
ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol
bevat.
3. Loodhoudende benzine.
Andere brandstoffen
Het gebruik van brandstoffen als
- brandstof die silicium (Si) bevat
- brandstof die MMT (mangaan, Mn) bevat
- brandstof die ferroceen (Fe) bevat
- brandstoffen met andere metaala
-
chtige toevoegingen
kunnen schade aan de auto en de motor veroorzaken en de volgende zaken kunnen zich voordoen: verstopping, overslaan, slechte acceleratie, afslaan van de motor, oververhitting van de katalysator, abnormale corrosie, kortere levensduur, enz.
Ook gaat mogelijk het controlelampje motormanagement (MIL) branden.
AANWIJZING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door het gebruik van deze brandstoffen.
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
• Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motor
-
regelsysteem en zal de emissie- regeling nadelig beïnvloeden.
Voeg nooit brandstofadditieven producten toe aan het brand
-
stofsysteem. We raden u aan het systeem door een officiële Kia­dealer na te laten kijken.
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
JD DUTCH 1.QXP 11/26/2015 5:19 PM Page 3
Introductie
41
Gebruik van MTBE
Geadviseerd wordt geen brandstof in uw auto te gebruiken die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
Brandstof die meer dan 15,0 volume
-
procent MBTE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en damp
-
vorming of slecht aanslaan veroorzaken.
Gebruik geen methanol
Uw auto is niet geschikt voor het gebruik van methanol (methylalcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve invloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem, motorregelsysteem en emissieregel
-
systeem veroorzaken.
Brandstofadditieven
Wij raden u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa) of een octaangetal van RON (Research Octane Number) 91/AKI (Anti Klop Index) van 87 of hoger (behalve Europa).
Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige brandstoffen met de juiste additieven wordt geadviseerd elke 15.000 km (Europa) een fles additieven toe te voegen aan de brandstoftank als er problemen zijn met het starten of soepel ronddraaien van de motor. Bij uw officiële Kia-dealer zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksinstructies. Gebruik geen andere additieven.
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het benzinestation verkrijgbare diesel- brandstof die aan de EN 590-norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”).
Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brand
-
stoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegin
-
gen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de temperatuur worden gekozen voor zomer- of winterdiesel.
• Boven -5°C ... Zomerkwaliteit diesel
-
brandstof
• Onder -5°C ... Winterkwaliteit diesel
-
brandstof
OPMERKING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0% volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
JD DUTCH 1.QXP 11/26/2015 5:19 PM Page 4
15
Introductie
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
Biodiesel
Indien uw auto aan de EN 14214-norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare dieselmeng- sels met niet meer dan 7% biodiesel, algemeen bekend als “B7-diesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad methylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een diesel/biodiesel
-
mengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden.
• Voer het toerental van de motor niet te hoog op.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftank terechtkomt. Als dat wel het geval is moet de brandstoftank worden afgetapt en moet het brandstof­systeem worden ontlucht om schade aan de brandstofpomp en de motor te voorkomen.
OPMERKING
• Gebruik nooit brandstof, ongeacht of diesel, B7-biodiesel of anderszins, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
• Gebruik nooit brandstoftoe
-
voegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
OPMERKING - Diesel-
brandstof (indien voorzien van een roetfilter (DPF))
Het is raadzaam de aanbevolen diesel voor dieselauto's uitgerust met een DPF-systeem te gebruiken. Het gebruik van diesel met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en niet­gespecificeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
INRIJPROCEDURE
JD DUTCH 1.QXP 11/26/2015 5:19 PM Page 5
Uw auto in één oogopslag
Overzicht exterieur (voorzijde) . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Overzicht exterieur (achterzijde) . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Overzicht interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Overzicht dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
2
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 1
Uw auto in één oogopslag
22
OVERZICHT EXTERIEUR (VOORZIJDE)
1. Afneembaar sleepoog voor ....................6-32
2. Ruitenwisser voor .................................4-131
3. Buitenspiegel..........................................4-48
4. Portiervergrendeling ...............................4-18
5. Koplamp ......................................4-125, 7-78
6. Mistlamp voor .......................................4-128
7. Motorkap ................................................4-31
8. Band en wiel...........................................7-41
OJD015001
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 2
23
Uw auto in één oogopslag
OVERZICHT EXTERIEUR (ACHTERZIJDE)
1. Dakantenne ..........................................4-187
2. Achterruitverwarming............................4-139
3. Ruitenwisser achter..............................4-134
4. Portiervergrendeling ...............................4-18
5. Parkeerhulpsysteem achter....................4-97
6. Kinderslot op portierslot achter ..............4-22
7. Tankdopklep............................................4-33
8. Afneembaar sleepoog achter .................6-32
9. Achterlichtunit.........................................7-92
10. Knop handgreep achterklep ................4-23
11. Derde remlicht ......................................7-97
12. Achteruitrijcamera...............................4-122
OJD015002
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 3
Uw auto in één oogopslag
42
OVERZICHT INTERIEUR
1. Stoel ........................................................3-2
2. Portiergreep binnenzijde ........................4-19
3. Schakelaar ruitbediening ......................4-26
4. Blokkeertoets ruitbediening ..................4-29
5. Hendel motorkapontgrendeling..............4-31
6. Inklapbare buitenspiegel........................4-49
7. Buitenspiegelbediening..........................4-48
8. Koplampverstelling ..............................4-129
9. Bedieningssysteem
dashboardverlichting ....................4-51, 4-65
10. Toets Idle Stop & Go-systeem
(ISG) OFF ............................................5-16
11. Active ECO-knop ................................5-41
12. Toets BSD ............................................5-78
13. Toets Lane Departure Warning-systeem
............................................................5-70
14. Toets stuurwielverwarming ..................4-41
15. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
..........................................................4-124
16. Stuurwiel ..............................................4-40
17. Ruitenwisser/-sproeier ......................4-131
18. Selectiehendel
transmissie ........................5-21, 5-25, 5-32
19. Hendel in hoogte en lengte verstelbare
stuurkolom ..........................................4-41
20. Zekeringkast ........................................7-54
OJD015003
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Type A
Type B
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 4
OVERZICHT DASHBOARD
OJD012004
25
Uw auto in één oogopslag
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
1. Instrumentenpaneel ..................4-50, 4-63
2. Claxon................................................4-42
3. Audiobediening op het stuurwiel..... .4-187
4. Cruise control-schakelaar ..................5-62
Schakelaar snelheidsbegrenzer.........5-67
Modusschakelaar display
instrumentenpaneel............................4-65
5. Bestuurdersairbag..............................3-53
6. Contactslot of startknop..............5-6, 5-10
7. Schakelaar alarmknipperlichten.......4-122
8. Audio ................................................4-187
9. Stoelverwarming.................................3-13
10. Schakelaar centrale
portiervergrendeling .........................4-20
11. Toets ESC UIT .................................5-53
12. Verwarmings- en ventilatiesysteem
............................................4-140, 4-150
13. Aansteker.......................................4-170
14. Aux-, USB- en iPod-aansluiting......4-175
15. 12V-aansluiting...............................4-174
16. Voorpassagiersairbag.......................3-53
17. Dashboardkastje ............................4-167
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 5
Uw auto in één oogopslag
62
MOTORRUIMTE
OJD072001/OJD072002
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
1. Vuldop motorolie................................7-24
2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....7-28
3. Pluspool accu....................................7-38
4. Minpool accu ....................................7-38
5. Zekeringkast......................................7-54
6. Luchtfilter ..........................................7-31
7. Radiateurdop ....................................7-27
8. Expansievat koelvloeistof ..................7-26
9. Peilstok motorolie ..............................7-23
10. Sproeierreservoir ............................7-29
Benzinemotor (GDI)
Benzinemotor (MPI)
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:06 PM Page 6
27
Uw auto in één oogopslag
1. Vuldop motorolie................................7-24
2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....7-28
3. Pluspool accu....................................7-38
4. Minpool accu ....................................7-38
5. Zekeringkast......................................7-54
6. Luchtfilter ..........................................7-31
7. Radiateurdop ....................................7-27
8. Expansievat koelvloeistof ..................7-26
9. Peilstok motorolie ..............................7-23
10. Sproeierreservoir ............................7-29
OJD075106L
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
Benzinemotor (Gamma 1,6 T-GDI)
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:07 PM Page 7
Uw auto in één oogopslag
82
OGD075001/OJD075100L
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
1. Vuldop motorolie................................7-24
2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....7-28
3. Pluspool accu....................................7-38
4. Minpool accu ....................................7-38
5. Zekeringkast......................................7-54
6. Luchtfilter ..........................................7-31
7. Radiateurdop ....................................7-27
8. Expansievat koelvloeistof ..................7-26
9. Peilstok motorolie ..............................7-23
10. Sproeierreservoir ............................7-29
Benzinemotor (Kappa 1,4 MPI)
Benzinemotor (Kappa 1,0 T-GDI)
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:07 PM Page 8
29
Uw auto in één oogopslag
OJD075101L
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
1. Vuldop motorolie................................7-24
2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....7-28
3. Pluspool accu....................................7-38
4. Minpool accu ....................................7-38
5. Zekeringkast......................................7-54
6. Luchtfilter ..........................................7-31
7. Radiateurdop ....................................7-27
8. Expansievat koelvloeistof ..................7-26
9. Peilstok motorolie ..............................7-23
10. Sproeierreservoir ............................7-29
11. Brandstoffllter ................................7-30
Dieselmotor (UII)
JD DUTCH 2.QXP 9/9/2015 3:07 PM Page 9
Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
• Voorstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
• Geheugen bestuurdersstoel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
• Achterbank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-15
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-21
• Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-21
• Gordelspanner veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . 3-27
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
de veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-30
• Verzorging veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-32
Kinderzitjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-34
• Gebruiken van een kinderzitje. . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-36
Aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . 3-45
• Werking van airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-46
• Waarschuwings- en controlelampje airbag . . . . . . . 3-48
• Onderdelen en functies aanvullend
veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-50
• Airbags bestuurder en voorpassagier . . . . . . . . . . . . 3-53
• Zijairbag. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-59
• Curtain airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-60
• Verzorging aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . 3-67
• Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-68
• Waarschuwingslabel airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-70
3
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 1
Veiligheidssysteem van uw auto
23
Bestuurdersstoel
(1) Stoelverstelling vooruit/achteruit (2) Rugleuningverstelling (3) Hoogteverstelling stoel (4) Lendesteun* (5) Stoelverwarming* (6) Afstellen van hoofdsteun (7) Walk-in-stoel (alleen 3-deurs)
Passagiersstoel
(8) Stoelverstelling vooruit/achteruit (9) Rugleuningverstelling (10) Hoogteverstelling stoel* (11) Lendesteun* (12) Stoelverwarming* (13) Walk-in-stoel (alleen 3-deurs) (14) Afstellen van hoofdsteun
Achterbank
(15) Armsteun* (16) Afstellen van hoofdsteun (17) In delen neerklapbare achterbank
* : indien van toepassing
STOELEN
OJD033001
Type A
Type B
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 2
33
Veiligheidssysteem van uw auto
AANWIJZING
Bij een aanrijding kan de voorstoel beschadigd raken. In dat geval adviseren we u de stoelen te laten controleren door een officiële Kia­dealer.
WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt u de controle verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn.
• Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan staan. Als de rugleuning vanwege hinderlijk geplaatste voorwerpen of andere oorzaken niet goed vergrendeld kan worden, kan dit bij een noodstop of aanrijding ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en plaats de heupgordel strak en zo laag mogelijk over de heupen. In deze positie bent u in geval van een aanrijding het beste beschermd.
• Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het bedieningscomfort om onnodig en wellicht ernstig letsel door de airbag te voorkomen. Geadviseerd wordt een minimale afstand van 250 mm tussen uw bovenlichaam en het stuurwiel.
WAARSCHUWING
- Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de voetenruimte van de bestuurder kunnen de werking van de pedalen nadelig beïnvloeden en mogelijk een ongeval veroorzaken. Plaats niets onder de voorstoelen.
WAARSCHUWING
- Verantwoordelijkheid van de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een stoel neergeklapt, kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel. Als de rugleuning neergeklapt is, kan de persoon op de desbetreffende stoel bij een aanrijding onder de gordel doorglijden, waardoor de onder
-
buik zwaar belast kan worden. Hierdoor kan ernstig letsel ontstaan. De bestuurder moet de passagier erop wijzen tijdens het rijden de rugleuning altijd zo rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de passagier verminderd wordt. De passagier kan bij een aanrijding of een noodstop onder de gordel doorglijden. Omdat de veiligheids
-
gordel niet normaal kan werken, kan ernstig letsel ontstaan.
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 3
Veiligheidssysteem van uw auto
43
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de stoel altijd of deze goed is vergrendeld, door te proberen deze naar voren of achteren te schuiven zonder de ontgrendelhendel te gebruiken. Als de bestuurdersstoel plotseling in beweging komt, kunt u de controle over de auto verliezen.
(Vervolg)
• Controleer na het terugklappen
van de rugleuning of deze goed vergrendeld is door te proberen hem naar voren en naar achteren te bewegen.
WAARSCHUWING
- Rugleuning achterbank
• De rugleuning achter moet goed vergrendeld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen passagiers en objecten in geval van afremmen of een aanrijding plotseling naar voren schieten, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
• Bagage en andere lading moet plat in de bagageruimte worden gelegd. Als de objecten groot of zwaar zijn, of moeten worden gestapeld, moeten ze worden vastgezet. Objecten in de bagageruimte mogen nooit hoger worden gestapeld dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig letsel in geval van afremmen of een aanrijding.
• In de bagageruimte mogen geen passagiers vervoerd worden en tijdens het rijden mogen er geen passagiers zitten of liggen op een neergeklapte rugleuning. Alle passagiers moeten zitten en de aanwezige veiligheidsgordels dragen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
• Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen handen of voorwerpen in het mechanisme bekneld raken.
• Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel verstelt, kan er gas uit de aansteker ontsnappen waardoor brand kan ontstaan.
• Wees uiterst voorzichtig bij het oppakken van kleine voorwerpen die onder de stoelen liggen of zich tussen de stoel en de middenconsole bevinden. U kunt hierbij verwondingen oplopen aan de handen door de scherpe randen van het stoelmechanisme.
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 4
35
Veiligheidssysteem van uw auto
Voorstoel
Handmatige verstelling
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsverstelling aan de voorzijde van de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze handmatig naar voren of achteren te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
Rugleuning afstellen
Draai de knop naar voren of achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten.
Afstellen van de zittinghoogte (indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
OJD032003 OJD032004OJD032002
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 5
Veiligheidssysteem van uw auto
63
Lendensteun (indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met de schakelaar aan de zijkant van de stoel.
1.Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde voor minder steun.
2.Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
Automatisch afstellen (indien van toepassing)
De bestuurdersstoel kan worden afgesteld met de bedieningsschakelaars aan de buitenzijde van de zitting. Stel voor het rijden de stoel af in de juiste stand zodat het stuurwiel, de pedalen en de schakelaars op het dashboard gemakkelijk bediend kunnen worden.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen kunnen bediend worden met het contact in stand OFF.
Laat kinderen daarom nooit alleen achter in de auto.
OPMERKING
• Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juist afgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen beschadigd raken.
• Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperk daarom het verstellen van de stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
• Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anders kunnen de elektromotoren of andere elektrische onderdelen beschadigd raken.
OJD032055
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 6
37
Veiligheidssysteem van uw auto
Voorwaartse/achterwaartse richting
1.Druk de knop naar voren of naar achteren om de stoel in de gewenste stand te zetten.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Rugleuning afstellen
1.Druk de knop naar voren of naar achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Afstellen van de zittinghoogte (indien van toepassing)
1.Druk het voorste deel van de knop naar boven of naar beneden om de voorzijde van de zitting omhoog of omlaag te verstellen. Beweeg het achterste deel van de bedieningstoets naar boven of naar beneden om de zitting omhoog of omlaag te verstellen.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
OJD032006 OJD032007OJD032005
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 7
Veiligheidssysteem van uw auto
83
Lendensteun (indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met de schakelaar aan de zijkant van de stoel.
1.Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde voor minder steun.
2.Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
Geheugen bestuurdersstoel (indien van toepassing, voor automatisch instelbare stoel)
De bestuurdersstoel heeft een geheugen, waarin de stand van de stoel met een druk op de knop kan worden opgeslagen of teruggezet. Verschillende personen kunnen zodoende elk hun eigen voorkeursinstellingen bewaren. Als de accukabels worden losgenomen, wordt het geheugen van de stoelstanden gewist. De voorkeursposities dienen in dat geval opnieuw te worden opgeslagen.
OJD032008
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de bestuurdersstoel nooit tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de controle verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn.
OJD032054
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 8
39
Veiligheidssysteem van uw auto
Opslaan van stoelposities met toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N
(bij een automatische transmissie) of de versnellingspook in de vrijstand (bij een handgeschakelde transmissie) terwijl de toets ENGINE START/STOP AAN is of het contact in stand ON staat.
2. Verstel de bestuurdersstoel naar de
meest comfortabele positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings
-
paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het
indrukken van toets SET op één van de geheugentoetsen (1 of 2). Het systeem geeft met twee piepjes aan dat de instellingen met succes zijn opgeslagen.
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of de versnellingspook in de vrijstand (bij een handgeschakelde transmissie) terwijl de toets ENGINE START/STOP AAN is of het contact in stand ON staat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te roepen. Het systeem geeft één piepje en de bestuurdersstoel wordt automa
-
tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de schakelaar voor het verstellen van de bestuurdersstoel wordt bediend, wordt het instellen vanuit het geheugen afgebroken en wordt de stoel in de richting waarin de schakelaar wordt bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders- stoel als volgt automatisch:
• Zonder Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd en het bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het contactslot gestoken wordt.
• Met Smart Key-systeem
- De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de toets ENGINE START/STOP UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE START/STOP in stand ACC of START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of deactiveren. Zie “Gebruikersinstellingen” in hoofdstuk 4.
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u posities instelt vanuit het geheugen als u in de auto zit. Duw de schakelaar voor het verstellen van de stoel onmiddellijk in de gewenste richting als de stoel te ver in een bepaalde richting beweegt.
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 9
Veiligheidssysteem van uw auto
103
Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en voorpassagier zijn voor extra veiligheid en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van de inzittenden bij een aanrijding.
Verstellen in voorwaartse/achterwaartse richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in vier standen naar voren worden gedrukt. Druk de hoofdsteun vanuit de voorste positie nogmaals naar voren om de hoofdsteun naar achteren te plaatsen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun hoofd en nek goed ondersteunt.
WAARSCHUWING
• Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als het zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over het algemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de ogen. Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij uw hoofd bevindt. Gebruik daarom geen kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komt.
• Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd omdat dan in geval van een aanrijding ernstig letsel kan ontstaan. Een goed afgestelde hoofdsteun biedt een zo optimaal mogelijke bescherming tegen nekletsel.
• Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
OPA039052
OJD032009
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 10
311
Veiligheidssysteem van uw auto
Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om hem in de gewenste positie (1) te zetten. Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen en installeren
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Stel de rugleuning (2) af met de afstel hendel of schakelaar (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog.
3. Druk de ontgrendelknop hoofdsteun (3) in terwijl u de hoofdsteun naar boven (4) trekt.
OJD032010
OJD033068
OJD033070
Type A
Type B
OYFH034205
OPMERKING
Als u de rugleuning naar voren klapt met de hoofdsteun en de zitting omhoog, kan de hoofdsteun in contact komen met de zonneklep of andere delen van het voertuig.
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:49 Page 11
Veiligheidssysteem van uw auto
123
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt.
2. Stel de rugleuning (4) af met de afstel hendel of schakelaar (3).
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen goed vergrendeld zijn nadat ze opnieuw geplaatst zijn en of ze goed zijn afgesteld.
OJD033069
OJD033071
Type A
Type B
WAARSCHUWING
Laat iemand tijdens het rijden NOOIT zitten in een stoel waarvan de hoofdsteun verwijderd is.
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:50 Page 12
313
Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelverwarming (indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de voorstoelen bij lage buitentemperaturen verwarmd worden.
De stoelverwarming kan worden ingeschakeld door op de schakelaar te drukken voor de bestuurdersstoel of de stoel van de voorpassagier als het contact in stand AAN staat.
Laat de schakelaars in stand UIT staan als de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te worden.
• Telkens als u op de schakelaar drukt, verandert de temperatuurinstelling voor de stoel als volgt:
• De standaardinstelling voor de stoelverwarming is UIT als het contact in stand ON wordt gezet.
AANWIJZING
Als de schakelaars voor de stoelver
-
warming in stand AAN staan, schakelt de stoelverwarming automatisch aan of uit, afhankelijk van de temperatuur van de stoel.
WAARSCHUWING
- Verbranding door de stoelverwarming
Wees extra voorzichtig bij het gebruik van de stoelverwarming, vanwege het gevaar voor oververhitting en de kans op brandwonden. De inzittenden moeten in staat zijn om te voelen wanneer de stoel te warm wordt en moeten de stoelverwarming kunnen uitschakelen. De stoelverwarming kan zelfs bij lage temperaturen brandwonden veroorzaken, vooral als de functie gedurende langere tijd wordt gebruikt. Met name de volgende categorieën personen dienen erg voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandi
-
capten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het reactievermogen verminderen of slaap opwekken
OPMERKING
- Stoelbeschadigingen
• Gebruik voor het reinigen van de stoelen geen organisch oplos
-
middel, zoals thinner, alcohol of wasbenzine. Hierdoor kan de stoelverwarming en de stoel zelf beschadigd worden.
• Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussens of hoezen op de stoel wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld. Dit kan leiden tot oververhitting.
• Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijn voorzien van stoelverwarming. Hierdoor kunnen de onderdelen van de stoelverwarming bescha
-
digd raken.
• Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan de stoelverwarming beschadigen.
OJD032012
UIT HOOG ( ) MID ( )
LAAG
()
JD DUTCH 3.QXP 2016-10-12 ¿ ¨˜ 5:50 Page 13
Loading...
+ 639 hidden pages