HP LaserJet 8550, LaserJet 8550N, LaserJet 8550DN, LaserJet 8550GN Reference Guide [nl]

8550-, 8550N-, 8550DN-, 8550GN-, 8550MFP-printer
Beknopte handleiding
Nederlands
Beknopte handleiding
HP LaserJet 8550-, 8550N-, 8550DN-, 8550GN-, 8550MFP-printer
© Copyright Hewlett-Packard Company 2000
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
Publicatienummer: C7096-90903
Eerste druk: april 2000
Garantie
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Hewlett-Packard biedt geen enkele garantie met betrekking tot deze informatie. HEWLETT-PACKARD WIJST UITDRUKKELIJK DE IMPLICIETE GARANTIE AF VOOR DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor fouten in deze informatie, direct of indirect, noch voor incidentele schade, gevolgschade of andere schade voortvloeiend uit het beschikbaar stellen of het gebruik van deze informatie.
Handelsmerken
Adobe, PostScript en Adobe Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated en zijn in bepaalde jurisdicties gedeponeerd.
Arial, Monotype en Times New Roman zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Monotype Corporation.
CompuServe is een in de VS gedeponeerd handelsmerk van CompuServe, Inc.
Helvetica, Palatino, Times en Times Roman zijn handelsmerken van Linotype AG en/of haar dochterondernemingen in de VS en in andere landen.
Microsoft, MS Windows, Windows en Windows NT zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
TrueType is een in de VS gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
E
NERGY STAR
is een in de VS geregistreerd dienstmerk van het Amerikaanse overheidsdepartement EPA.
Inhoud
Printerinformatie ........................................................2
Bedieningspaneelfuncties......................................... 4
De online-Help van de printer gebruiken...................... 4
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken........... 5
Berichten op het bedieningspaneel van de printer.......8
Media laden............................................................... 17
Mediaspecificaties...................................................... 17
Papierladen en capaciteit........................................... 20
Papiersoort en -formaat configureren.........................32
Mediastoringen......................................................... 34
Verbruiksartikelen vervangen................................. 49
Voor verdere informatie...........................................50
DU Inhoud 1
Printerinformatie
Configuraties
Deze printer is verkrijgbaar in 5 configuraties zoals hieronder omschreven:
HP Color LaserJet 8550
De HP Color LaserJet 8550 wordt standaard geleverd met lade 1 voor 100 vel, lade 3 voor 500 vel, een printervoetstuk en 32 Mb RAM.
HP Color LaserJet 8550N
De HP Color LaserJet 8550N wordt standaard geleverd met lade 1 voor 100 vel, lade 2 voor 500 vel, lade 3 voor 500 vel, een printervoetstuk, 32 Mb RAM, de HP JetDirect­printserver (10/100 Base-TX) en een interne harde schijf.
HP Color LaserJet 8550DN
De HP Color LaserJet 8550DN wordt standaard geleverd met lade 1 voor 100 vel, lade 2 voor 500 vel, lade 3 voor 500 vel, een invoerlade voor 2000 vel (lade 4), een duplex-
eenheid, 64 Mb RAM, een HP JetDirect-printserver (10/100 Base-TX), een interne harde schijf en vijf poten.
DU
Printerinformatie 2
HP Color LaserJet 8550GN
De HP Color LaserJet 8550GN wordt
standaard geleverd met lade 1 voor
100 vel, lade 2 voor 500 vel, lade 3
voor 500 vel, een invoerlade voor
2000 vel (lade 4), een duplex-
eenheid, 128 Mb RAM, een
HP JetDirect-pr intserver
(10/100 Base-TX), een interne
harde schijf, vijf poten en een
processor met hogere prestaties.
HP Color LaserJet 8550MFP
De HP Color LaserJet 8550MFP
wordt standaard geleverd met lade 1
voor 100 vel, lade 2 v oor 500 vel, een
duplex-eenheid, 64 Mb RAM, een
HP JetDirect-printserver (10/100
Base-TX), een interne harde schijf,
een voetstuk voor de
printer/kopieer-module en een
kopieermodule.
DU
Printerinformatie 3
Bedieningspaneelfuncties
De online-Help van de printer gebruiken
Deze printer is voorzien van een online-Help-systeem dat instructies biedt voor het oplossen van de meestvoorkomende printerfouten. Bepaalde foutberichten op het bedieningspaneel worden afgewisseld met instructies voor toegang tot de online-Help.
Wanneer een " wordt weergege v en in een foutbericht of wanneer een bericht wordt afgewisseld met VOOR HELP DRUK OP " TOETS, drukt u op de toets O serie van instructies te doorlopen. Als er meer dan één bericht om beurten op het bedieningspaneel worden weergegev en, drukt u op M
+ om voor het eerste
ENU
bericht de Help weer te geven. Druk nogmaals op
M
+ om de overige Help-berichten weer te geven.
ENU
Wanneer het gewenste Help-bericht verschijnt, drukt uop I
+ om het Help-bericht te doorlopen.
TEM
PTIE
om een
Druk om de online-Help te verlaten op S
DU
Bedieningspaneelfuncties 4
TART
.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
In de volgende afbeelding wordt de locatie van de voorzieningen van het bedieningspaneel weergegeven.
AStart
Hiermee zet u de printer on line of off line en verlaat u de menu’s.
BMenu
Hiermee activeert u de menu’s van het bedieningspaneel om standaard instellingen in te stellen. Met deze toets kunt u vooruit en achteruit bladeren door de lijst met menu’s.
C Venster
Hier verschijnen gegevens over de printer (zoals printerstatus, benodigde handelingen, gegevens­en afdrukfouten) in een of twee regels.
DU
Bedieningspaneelfuncties 5
D- Waarde +
Hiermee bladert u met + en - door de beschikbare keuzes voor een men u-optie . Met deze toets k unt u vooruit en achteruit bladeren door de mogelijke waarden.
E Afdruktaak annuleren
Hiermee heft u de huidige afdruktaak op. Als er geen afdruktaak actief is en het venster geeft aan dat een taak wordt verwerkt, heft u met de toets
T
AAK ANNULEREN
de taak op die verwerkt wordt. De volgende afdruktaak wordt dan afgedrukt. Als u een afdruktaak annuleert, verschijnt het bericht, BEZIG MET TAAK ANNULEREN in het venster.
FOptie
Hiermee bladert u door de opties in een bepaald menu. Met deze toets kunt u vooruit en achteruit bladeren door de mogelijke opties.
G Klaar-lichtje (groen)
• Aan - De printer is on line en kan gegevens
accepteren en verwerken.
• Uit - De printer is off line en kan geen gegevens
accepteren of verwerken.
• Knipperend - De printer schakelt over v an on line
naar off line, of van off line naar on line.
DU
Bedieningspaneelfuncties 6
H Gegevenslichtje (groen)
• Aan - Er zijn gegevens in de printerbuffer, of de
printer is bezig gegevens te verwerken.
• Uit - De printerbuffer is leeg.
• Knipperend - De printer ontvangt gegevens of is
bezig gegevens te verwerken.
I Attentie-lichtje (geel)
• Aan - Er heeft zich een storing voorgedaan in de
printer.
• Uit - U hoeft geen actie te ondernemen.
• Knipperend - Uw tussenkomst is vereist.
J Selecteren
Hiermee selecteert u de optie of de waarde die wordt weergegeven in het venster van het bedieningspaneel. Er verschijnt een sterretje (*) als een optie is geselecteerd.
DU
Bedieningspaneelfuncties 7
Berichten op het bedieningspaneel van de printer
De volgende berichten verschijnen op het bedieningspaneel van de printer als zich een situatie voordoet waarin de printer stopt met afdrukken. Raadpleeg de online-gebruikershandleiding of neem contact op met de systeembeheerder voor een uitgebreidere lijst met berichten.
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
13.xx Papierst
afwisselend met
STKR: KOPPEL LOS EN VERH. NIETSTORING
41.3 ONVERWACHT PAPIERFORMAAT LAAD LADE 1 <Breedte> <Lengte>
41.3 ONVERWACHT PAPIERFORMAAT LAAD LADE 1 <Type> <Formaat>
Er heeft zich een storing in het nietapparaat voorgedaan.
Lade 1 is geconfigureerd voor een speciaal mediaformaat, maar de printer herkent een ander formaat in lade 1.
<Breedte>
zijn de lengte en breedte van het afdrukmateriaal die in de applicatie of de printerdriver zijn aangegeven.
Lade 1 is ingesteld op een bepaald media­formaat, maar de printer geeft aan dat een ander formaat is geladen uit lade 1.
<Type>
het mediatype en het formaat die in het printerstuurprogramma of de toepassing zijn ingesteld.
en
<Formaat>
en
<Lengte>
zijn
Open de klep voor het nietapparaat en verwijder de vastgelopen nietjes of het papier.
Laad afdrukmateriaal van het gewenste formaat in lade 1.
Laad het juiste formaat media in lade 1 of stel de lade in op het formaat van de media in de lade.
DU
Bedieningspaneelfuncties 8
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
41.5 ONVERWACHT PAPIERTYPE LAAD LADE <X> <Type> <Formaat>
BOVENSTE UITVOERBAK VOL
CILINDER BIJNA LEEG VERVANG CILINDERKIT
CILINDER LEEG VERVANG CILINDERKIT
CILINDERSTORING VERVANG CILINDERKIT
DUPLEXSTORING CONTROLEER DUPLEX-EENHEID
FUSER BIJNA OP VERVANG KIT
FUSER OP VERVANG KIT
De printer verwachtte een bepaald type media uit een invoerlade, maar trof een ander type aan.
De bovenste uitvoerbak van de printer is vol.
De beeldcilinder is bijna op.
De beeldcilinder is volledig op.
De printer heeft een fout gevonden in de beeldcilinder.
De printer heeft een fout in de duplex-eenheid ontdekt waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is.
De fuser is bijna op. U kunt doorgaan met
De fuser en de papieren rollers zijn opgebruikt.
Open en sluit de klep aan de voorkant. De printer voert de pagina door. Controleer of de instelling van het bedienings­paneel en de media kloppen.
Verwijder alle media uit de bovenste uitvoerbak.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar voor optimale resultaten moet u de cilinderkit vervangen. Raadpleeg de installatie­handleiding bij de cilinderkit.
Afdrukken is pas weer mogelijk nadat de cilinderkit is vervangen. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de cilinderkit.
Afdrukken is pas weer mogelijk nadat de cilinderkit is vervangen. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de cilinderkit.
Verwijder de duplex-eenheid. Controleer op vastzittende media in de duplex-eenheid en installeer de eenheid opnieuw.
afdrukken, maar voor optimale resultaten moet u de fuser vervangen. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de fuser-kit.
Vervang de fuser-kit en stel de fuser-teller op nul voordat u gaat afdrukken. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de fuser-kit.
DU
Bedieningspaneelfuncties 9
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
HANDMATIGE INVOER <Type> <Formaat>
HEF DUPLEXSTORING LINKERONDERKLEP OP
HEF INVOERSTORING OP
HEF ONVERWACHTE PAPIERFORMAATSTORING OP LAAD VERVOLGENS LADE 1 <Type> <Formaat>
HEF PAPIERSTORING OP
HEF STORING OP IN FUSER LINKERONDERKLEP
HEF STORING OP IN LADE 4
HEF STORING OP IN POSTBUS
U wordt verzocht een vel media of een envelop handmatig in te voeren.
De printer bespeurt een mediastoring in de duplex-eenheid.
De printer bespeurt een mediastoring in een invoerlade.
De printer bespeurt een mediastoring in invoerlade1.
De printer herkent een mediastoring.
De printer bespeurt een mediastoring in het fusergedeelte.
De printer herkent een mediastoring in invoerlade4.
De printer bespeurt een mediastoring in de postbus met meerdere bakken.
Laad het juiste type en formaat media in lade 1.
Zie "Storingen opheffen in de optionele duplex-eenheid" op pagina 46.
Zie "Mediastoringen oplossen" op pagina 34.
Zie "Storingen in lade 1 oplossen" op pagina 37.
Open de printer, kijk waar de storing zich voordoet en los deze op. Raadpleeg "Mediastoringen" op pagina 34 voor meer informatie.
Zie "Storingen in de fuser opheffen" op pagina 40.
Zie "Storingen opheffen in de optionele invoerlade 4" op pagina 39.
Zie "Ga als volgt te werk voor het verwijderen van papierstoringen uit het afwerkingsapparaat (de optioneel verkrijgbare postbus met meerdere bakken, de stapeleenheid voor 3000 vel of de stapeleenheid/nietmachine voor 3000 vel):" op pagina 48.
DU
Bedieningspaneelfuncties 10
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
HEF TRANSPORTSTORING OP
HEF UITVOERSTORING LINKERBOVENKLEP OP
INSTALLEER <Kleur> TONER
INSTALLEER BEELD CILINDER OPEN KLEP AAN VOORKANT
INSTALLEER FUSER LINKERONDERKLEP
INSTALLEER TRANSPORTCILINDER OPEN RECHTERKLEP
INVOERAPPARAAT PAPIER-PAD OPEN
LADE 1 BEVAT ONBEKENDE MEDIA
De printer bespeurt een mediastoring bij de transportcilinder.
De printer herkent een mediastoring in de bovenste uitvoerbak.
Een of meer van de vier tonercassettes is niet of niet juist in de printer geïnstalleerd kan cyaan, magenta, geel of zwart zijn.
De printer heeft ontdekt dat de beeldcilinder niet is geïnstalleerd.
De printer heeft ontdekt dat de fuser niet is geïnstalleerd.
De printer heeft ontdekt dat de transportcilinder niet is geïnstalleerd.
De mediatransportklep van lade 4 is open.
In lade 1 zijn media gestapeld voor doorlopende handmatige invoer en de afdruktaak is voltooid. Er zijn echter nog media aanwezig in Lade 1. Lade 1 is waarschijnlijk niet ingesteld.
<Kleur>
Zie "Storingen opheffen bij de transfer-rol" op pagina 42.
Zie "Storingen opheffen in de bovenste uitvoerbak en achter de linkerbovenklep" op pagina 47.
Plaats de cassette of controleer dat de geïnstalleerde cassette juist in de printer is geplaatst.
Installeer de beeldcilinder voordat u gaat afdrukken. Raadpleeg de gebruikers­handleiding of de installatie­handleiding bij de cilinderkit.
Installeer de fuser en let er op dat deze correct is geplaatst voordat u gaat afdrukken. Raadpleeg de installatie­handleiding bij de fuser-kit.
Installeer de transportcilinder voordat u gaat afdrukken. Raadpleeg de gebruikers­handleiding of de installatie­handleiding bij de transportkit.
Sluit de mediatransportklep.
Stel het mediatype in voor lade 1 of verwijder de resterende media. Volg de instructies in "Media laden" op pagina 17 om het mediatype voor lade 1 in te stellen.
DU
Bedieningspaneelfuncties 11
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
LADE 1 LAAD <Type> <Formaat>
LADE X LAAD <Type> <Formaat> CONTROLEER INSTELLING BEDIENINGSPANEEL
LADE X LEEG <Type> <Formaat>
LINKERUITVOERBAK VOL
NIETJES BIJNA OP
NIEUWE TONER­CASSETTE? = NEE
OFFLINE
De gebruiker probeert een mediaformaat te gebruiken dat op dit moment niet is geïnstalleerd in lade 1.
De gebruiker probeert een mediaformaat te gebruiken dat op dit moment niet is geïnstalleerd in de printer.
-of­Er zijn geen media meer aanwezig in de lade.
Een op dit moment niet geselecteerde lade is leeggeraakt.
De linker uitvoerbak van de printer is vol.
Er zitten nog 20 tot 50 nietjes in de nietjescassette.
Dit bericht verschijnt als de printer constateert dat het bericht
LEEG
verschenen en vervolgens is verdwenen, wat erop duidt dat er wellicht een nieuwe toner-cassette geïnstalleerd is.
De printer is offline en er zijn geen foutberichten.
TONER LEEG
of
TONER BIJNA
Laad het mediatype en
-formaat dat is aangegeven op het bedieningspaneel. Als de lade is ingevoerd, komt de printer vanzelf on line.
Laad de op het bedieningspaneel aangegeven media en stel de invoerlade in met het bedieningspaneel van de printer. Als de lade is geladen, komt de printer vanzelf on line. Druk op S de pagina af te laten drukken op het als standaard ingestelde mediaformaat.
Laad het mediatype en formaat dat is aangegeven op het bedieningspaneel.
Verwijder al het afdrukmateriaal uit de linker uitvoerbak van de printer om met afdrukken verder te gaan.
Geen actie nodig.
Verander het bericht in JA en druk op S zojuist een toner-cassette
is
hebt geïnstalleerd. Druk op I bericht
TONER-CASSETTE=ZWART
Druk op W nieuwe cassette wordt weergegeven en druk vervolgens op S
Druk op S online te zetten.
TART
ELECTEREN
TEM
NIEUWE
AARDE
TART
om de printer
+ tot u het
+ tot de
ELECTEREN
om de printer
als u
ziet.
.
DU
Bedieningspaneelfuncties 12
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
ONVOLDOENDE TONER VERVANG <Kleur>
PAPIER WORDT UIT PRINTER VERWIJDERD
POSTBUS NIET AANGESLOTEN
POSTBUS­COMMUNICATIEFOUT CONTR. KABELS EN OPNIEUW INSCHAK.
POWERSAVE AAN
SLUIT KLEP <Locatie>
De toner van de aangegeven kleur is bijna op.
<Kleur>
kan cyaan, magenta, geel of zwart zijn.
De printer probeert onbruikbare media te verwijderen (zoals media die beschadigd zijn bij een mediastoring).
De postbus met meerdere bakken is niet correct op de printer aangesloten.
Duidt op een communicatiefout tussen de postbus met meerdere bakken en de printer.
De printer bevindt zich in de modus PowerSave.
De printer bespeurt dat een van de kleppen op de printer niet juist is gesloten.
<Locatie>
is een van de
printerkleppen.
U kunt doorgaan met afdrukken.
Er zijn geen handelingen nodig.
Druk de postbus tegen de printer aan. Controleer of de wieltjes van de postbus met meerdere bakken deze niet beletten om op de printer te worden aangesloten.
Zorg dat de interfacekabel en het netsnoer juist zijn aangesloten. Druk op S om met afdrukken verder te gaan. Als het bericht weer verschijnt, zet u de printer uit en weer aan om de reset-functie te activeren. Als het bericht opnieuw verschijnt, neemt u contact op met een erkende HP-dealer of service­vertegenwoordiger.
U verwijdert dit bericht door op een toets te drukken of een afdruktaak naar de printer te sturen.
Sluit de klep die in het bericht wordt aangegeven. Als alle kleppen van de printer zijn gesloten, kan het zijn dat op het bedieningspaneel het
BEZIG MET OPWARMEN
bericht verschijnt.
TART
DU
Bedieningspaneelfuncties 13
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
STKR: KOPPEL AAN PRINTER
STKR: KOPPEL LOS EN VERH. PAP.STORING
STKR: LADE TE VOL
afwisselend met
HAAL PAPIER UIT OPTIONELE BAK 1
STKR: SLUIT NIETMACHINE-KLEP
TE VEEL PAGINA’S OM TE NIETEN
TONER OP VERVANG <Kleur>
TRANSPORTKIT BIJNA OP VERVANG KIT
Het apparaat is niet goed op de printer aangesloten.
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan in het apparaat.
Het papier in de stapelbak heeft het maximale gewicht voor de bak bereikt.
De nietmachineklep staat open of is niet goed gesloten.
Het aantal vellen in de taak overschrijdt de capaciteit van de nietmachine. De stapel mag niet meer dan 5 mm dik zijn.
De toner van de aangegeven kleur is volledig op.
<Kleur>
kan cyaan, magenta, geel of zwart zijn.
De transportcilinder, transportband, reinigingsrol en filters zijn bijna op.
Zorg ervoor dat het apparaat goed op de printer is aangesloten en wacht tot de LED op het apparaat een ononderbroken groen statuslicht toont.
Verhelp de papierstoring.
Maak de stapelbak leeg.
Sluit de nietmachineklep.
Zie de nietmachine­specificaties in de gebruikershandleiding voor verdere informatie.
Afdrukken is pas weer mogelijk nadat de aangegeven tonercassette is vervangen. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de tonercassette.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar voor optimale resultaten moet u de transportkit vervangen. Raadpleeg de installatie­handleiding bij de transportkit.
DU
Bedieningspaneelfuncties 14
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
TRANSPORTKIT OP VERVANG KIT
UITVOERBAK POSTBUS X VOL
UITVOERBAK VOL
afwisselend met
HAAL PAPIER UIT AFDRBOVENBAK
UITVOERBAK VOL
afwisselend met
HAAL PAPIER UIT OPTIONELE BAK 1
UITVOERBAK NAAR BOVEN VOL
UITVOERBAKSCHEIDER VOL
UITVOERBAKSTAPELAAR VOL
VERGRENDEL HEFBOOM TONER
De transportcilinder, transportband, reinigingsrol en filters zijn op.
Een postbus in de postbus met meerdere bakken is vol (X kan postbus 1 tot en met 8zijn).
Het papier in de linker uitvoerbak ("afdrukkant boven"-bak) heeft het niveau van de "Bak vol"-sensor bereikt.
De stapelbak is vol. Maak de stapelbak leeg.
De bovenste uitvoerbak van de postbus met meerdere bakken is vol.
De uitvoerbakken van de postbus met meerdere bakken zijn vol.
De uitvoerbakken van de postbus zijn vol.
De blauwe hefboom achter de doorzichtige klep is niet vergrendeld.
Vervang de transportkit en stel de teller van de transportcilinder op nul voordat u gaat afdrukken. Raadpleeg de installatie­handleiding bij de transportkit.
Verwijder alle media uit de postbus.
Maak de "afdrukkant boven"-bak leeg.
Verwijder alle media uit de bovenste bak van de postbus met meerdere bakken.
Verwijder alle media uit de bakken van de postbus met meerdere bakken.
Verwijder alle media uit de bakken van de postbus met meerdere bakken.
Open de klep aan de voorkant van de printer, open de doorzichtige klep, beweeg de blauwe hefboom naar links om deze te vergrendelen en sluit de doorzichtige klep en de klep aan de voorkant.
DU
Bedieningspaneelfuncties 15
Bericht op het bedieningspaneel Beschrijving Aanbevolen handeling
VERH. ST. LADE X
VERWERKEN KOPIE <X> VAN <Y>
De printer heeft een papierstoring geconstateerd in een van de optionele papierladen.
De printer is bezig met het verwerken van een proefafdruk of een langdurige afdruktaak.
Open de aangegeven lade en verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal. Sluit de lade en laat de printer warm worden alvorens met afdrukken verder te gaan.
Er zijn geen handelingen nodig.
DU
Bedieningspaneelfuncties 16
Media laden
Mediaspecificaties
De onderstaande tabel bevat informatie over het laden van media, inclusief speciale typen als transparanten, enveloppen, etiketten en geperforeerde media. Raadpleeg de online-gebruikershandleiding voor meer gedetailleerde informatie over de afmetingen van de media die in deze printer gebruikt kunnen worden.
DU
Media laden 17
Lade Mediatype & -formaat Mediagewicht Afdrukstand
1 Papier
Zwaar papier (105 tot 216 g/m Letter A4 Executive Legal 11 x 17 inch A3 A5 Aangepast formaat: minimaal 3,9 x 7,5 inch maximaal 12 x 18,5 inch
Geperforeerde media Letter A4
Transparanten Letter A4
Enveloppen Dubbele briefkaart (JPOSTD) B5 Com-10-env C5 DL Monarch-env
Etiketten Letter A4
60 tot 216 g/m bankpost
2
)
60 tot 216 g/m bankpost
0,004 tot 0,005 inch (0,10 tot 0,13 mm) dik
Maximaal 90 g/m
- Naar boven, met de lange
2
EZ: Naar boven DZ: Naar beneden B&F: Korte kant (boven) naar de achterkant van de lade Letter/A4: Lange kant naar de printer
2
EZ: Naar boven, met de perforaties naar de printer toe DZ: Naar beneden, met de perforaties van de printer af
Naar boven, met de lange kant naar de printer toe
b
2
Naar boven, met de korte kant naar de printer toe
kant naar de printer toe
a
DU
Media laden 18
Lade Mediatype & -formaat Mediagewicht Afdrukstand
2
Papier
3
Letter
4
A4 Executive Legal
Alleen laden 3 en 4
11 x 17 inch A3
Geperforeerde media Letter A4
2
Transparanten
3
Letter en A4
a. EZ = enkelzijdig afdrukken; DZ = dubbelzijdig afdrukken; B&F = briefhoofden en
voorgedrukte formulieren
b. HP raadt voor deze printer transparanten aan van 0,13 mm (0,005 inch) dik.
60 tot
2
105 g/m
60 tot
2
105 g/m
0,004 tot 0,005 inch (0,10 tot 0,13 mm) dik
EZ: Naar beneden DZ: Naar boven B&F: Korte kant (boven) naar de achterkant van de lade
EZ: Naar beneden, met de perforaties rechts DZ: Naar boven, met de perforaties links
Naar beneden
b
a
DU
Media laden 19
Papierladen en capaciteit
De onderstaande tabel bevat informatie over de papierladen en de hoeveelheid papier die ze kunnen bevatten. Zie de online-gebruikershandleiding voor verdere informatie.
Lade Maximumcapaciteit
2
1 Papier, Geperforeerde media: 100 vel 75 g/m
Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders Transparanten, Etiketten: Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders. Enveloppen: Ongeveer 10. Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders.
2 Papier, Geperforeerde media: 500 vel 75 g/m
Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders Transparanten, Etiketten: Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders.
3 Papier, Geperforeerde media: 500 vel 75 g/m
Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders Transparanten, Etiketten: Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders.
4 2,000 vel 75 g/m
Maximaal tot aan de media-vulaanduiding op de mediabreedtegeleiders.
2
bankpost
VOORZICHTIG Om papierstoringen te vermijden mag
een invoerlade nooit geopend worden wanneer door de printer op dat moment uit de betreffende lade wordt afgedrukt.
Let op De invoerladen mogen niet gevuld w orden
boven de vulmarkeringen die op de papiergeleiders zijn aangegeven.
bankpost
2
bankpost
2
bankpost
DU
Media laden 20
Media laden in lade 1
VOORZICHTIG
Vul no oit media bij in lade 1 terwijl de printer afdrukt vanuit lade 1. Zo voorkomt u storingen.
1
Open lade 1.
2
Stel de papier­breedtegeleiders in op het formaat van de media.
3
Laad maximaal 100 vel bankpostpapier van 75 g/m (20 lb) in de invoerlade (afdrukzijde boven), met de lange kant van de media (A4- of Letter-formaat) naar de printer toe.
Schuif de media zo ver mogelijk in de printer (totdat de rand licht tegen de printer rust) en stel de papier­breedtegeleiders bij totdat de media precies tussen de geleiders ligt zonder dat de media buigen.
Gebruik het bedieningspaneel om het formaat en de papiersoort aan te geven voor het afdrukmateriaal in lade 1. (Zie "Papiersoort en -formaat configureren" op pagina 32.)
2
DU
Media laden 21
Enveloppen afdrukken vanuit lade 1
VOORZICHTIG
Gebruik nooit enveloppen met klemmen, vensters, gecoate voering of zelfklevende kleppen. Deze kunnen de printer beschadigen. Probeer nooit een envelop aan beide zijden te bedrukken. Mediastoringen en schade aan de printer kunnen het gevolg zijn.
1
Open lade 1.
2
Plaats maximaal 10 enveloppen in lade 1 tussen de papier­breedtegeleiders met de afdrukzijde naar boven, de achterflap tegen de invoerlade en het gedeelte met de afzender (korte zijde van de envelop) naar de printer toe.
DU
Media laden 22
3 Schuif de papier-
breedtegeleiders tegen de beide zijkanten van de envelop, zonder dat deze buigt.
4 Stel het enveloptype en
-formaat in met het bedieningspaneel. (Zie "Papiersoort en -formaat configureren" op pagina 32.)
DU
Media laden 23
Oriëntatie van media in lade 1
Voor enkelzijdig afdrukken plaatst u de media in de invoerlade met de zijde waarop afgedrukt moet worden naar boven. Laad bij media van A4- of Letter-formaat de bovenrand van de pagina naar de achterkant van de printer en de lange zijde naar de printer. Bij media die groter zijn dan Letter of A4, plaatst u de bovenrand (korte zijde) van het papier naar de printer.
Laad papier met een briefhoofd en voorgedrukte formulieren met de afdrukzijde naar boven.
DU
Media laden 24
De duplex-eenheid drukt eerst aan de achterkant van het papier af zodat papier zoals briefhoofd en voorbedrukt papier in de printer geladen moet worden zoals afgebeeld.
Plaats Letter- en A4-papier met de voorkant naar
beneden en met de bovenste, korte zijde naar de achterkant van de printer gericht.
Plaats papier van ander formaat met de voorkant
naar beneden en met de bovenste, korte zijde naar de printer.
DU
Media laden 25
Media laden in lade 2 en 3
1
Pak de hendel in het midden van de invoerlade stevig vast, druk op de ontgrendelingshendel en trek de lade zo ver mogelijk naar buiten.
Let op
Ga door met stap 8 als u het mediaformaat wilt gebruiken waarop de invoerlade op dit moment is ingesteld. Ga door met stap 2 als u de invoerlade wilt configureren voor een ander mediaformaat.
2
Ontgrendel de papier­geleiders met de knop.
3
Stel de papierbreedte­geleiders in op het formaat van de media.
4
Vergrendel de papiergeleiders.
DU
Media laden 26
5 Stel de linkerpapiergeleider
in door deze in te drukken (A) en naar boven uit de lade te trekken (B).
Let op
Hier (C) omhoog tillen om papier uit de lade te verwijderen.
6 Plaats de linkerpapier-
geleider boven de juiste mediaformaatmarkering in de invoerlade.
7 Druk de linkerpapier-
geleider eerst in de achterste sleuf (D) en vervolgens (E) in de v oorste sleuf (F). Let erop dat de geleider goed recht zit.
8 Laad maximaal 500 vel
bankpostpapier van 75 g/m (20 lb) in de invoerlade.
2
DU
Media laden 27
9 Let erop dat het lipje voor
het mediaformaat dat zich aan de voorkant van de invoerlade bevindt, is ingesteld op het juiste mediaformaat.
10 Schuif de invoerlade terug
in de printer.
11 Stel het mediatype in met
het bedieningspaneel.
Let op Stel het mediatype altijd in via het bedieningspaneel
van de printer, zodat gebruikers niet op het verkeerde mediatype afdrukken (zoals op transparanten in plaats van op normaal papier). (Zie "Pap iersoort en -formaat configureren" op pagina 32.)
Let op Als media meer krult of scheeftrekt dan normaal bij het
afdrukken, opent u de inv oerlade en draait u de stapel media om. Open de invoerlade nooit als de printer vanuit deze lade afdrukt. Zo vermijdt u storingen.
DU
Media laden 28
Media laden in lade 4
1
Pak de hendel in het midden van de invoerlade stevig vast, druk op de ontgrendelingshendelen trek de lade zo ver mogelijk naar buiten.
Let op
Ga door met stap 5 als u het mediaformaat wilt gebruiken waarop de invoerlade op dit moment is ingesteld. Ga door met stap 2 als u een ander mediaformaat wilt gebruiken.
2
Stel de voorste papier­geleider als volgt in. Trek de pin (A) naar boven, plaats de geleider (B) in de sleuven onder en boven in de lade die overeenkomen met het formaat media dat u wilt laden en druk vervolgens de pin weer terug.
3
Herhaal stap 2 voor de achterste papiergeleider.
DU
Media laden 29
4 Herhaal stap 2 voor de
linkerpapiergeleider.
Let op
Schuif de linkergeleider naar de achterkant van de lade om media van 11 x 17 inch te laden.
5 Laad maximaal 2.000 vel
bankpostpapier van 75 g/m (20 lb) in de invoerlade.
VOORZICHTIG
Plaats in de lade niets links van de papiergeleiders, anders kan de printer de media niet invoeren en kan de invoerlade beschadigd worden.
6 Druk alle vier de hoeken
van de stapel media naar beneden en controleer of de media vlak in de lade liggen.
7 Sluit lade 4.
2
DU
Media laden 30
Stel het mediatype in via het bedieningspaneel. Zie "Papiersoort en -formaat configureren" op pagina 32.
Let op Stel altijd het mediatype in via bedienings-
paneel van de printer , zodat niet op het verkeerde mediatype wordt afgedrukt (zoals op transparanten in plaats van op normaal papier). (Zie "Papiersoort en
-formaat configureren" op pagina 32.)
DU
Media laden 31
Papiersoort en -formaat configureren
Configureer het mediatype (bijvoorbeeld normaal papier, briefhoofd of transparant) voor elk van de invoerladen. Als mediaformaat en -type correct zijn ingesteld voor alle invoerladen, drukt de printer af op basis van het type en het formaat en gebruikt automatisch de juiste invoerlade. Het configureren van het mediatype is om verschillende redenen aan te raden:
Door het mediatype in te stellen voorkomt u dat wordt
afgedrukt op verkeerde media.
De printer past automatisch de afdruksnelheid aan
aan speciale media als kaarten, etiketten en transparanten. Deze aanpassingen zorgen voor de beste afdrukresultaten, waardoor u tijd en systeembronnen bespaart.
Let op Als het mediatype niet correct is ingesteld,
drukt de printer misschien niet op de juiste media af of met de verkeerde snelheid, hetgeen kan leiden tot slechte afdrukresultaten.
DU
Media laden 32
De invoerladen configureren
Volg de onderstaande stappen voor het configureren van de papiersoort.
1 Druk op M
totdat PAPIERVERWERKINGSMENU
ENU
verschijnt in het venster.
2 Druk op O
totdat LADE <nummer> TYPE = wordt
PTIE
weergegev en.
3 Druk op -W
+ totdat het gewenste mediatype
AARDE
verschijnt in het venster.
4 Druk op S
ELECTEREN
om de selectie op te slaan.
Er verschijnt een sterretje (*) rechts naast uw k euze .
V oor het configureren van het papierf ormaat voor lade 1 herhaalt u stap 1 t/m 4 (vervang "type" door "formaat").
Let op De laden 2 en 3 en de optionele lade 4
herkennen automatisch het mediaformaat.
5 Herhaal de stappen 2 tot en met 4 om het
mediatype voor een andere invoerlade te configureren.
- Of ­Druk op S
om de printer on line te zetten.
TART
DU
Media laden 33
Mediastoringen
Mediastoringen oplossen
Met de procedures op de volgende pagina’s kunt u de meest voorkomende storingen zelf oplossen. Nadat alle vastzittende media zijn verwijderd, warmt de printer op en wordt het afdrukken hervat.
Op het bedieningspaneel van de printer verschijnen berichten die aangeven waar de storing zich voordoet en welke klep u moet openen om de storing te verhelpen. Probeer als eerste stap de klep aan de voorkant van de printer te openen en weer te sluiten. De printer probeert een storing in het papier-pad te verhelpen en de pagina naar de uitvoerbak te sturen.
Als de printer het probleem niet oplost, kunt u het volgende proberen:
Verwijder alle delen van de vastzittende media uit de
printer.
Controleer ook de andere gebieden in de printer als u
vastzittende media uit een bepaald gedeelte van de printer hebt verwijderd om er zeker v an te zijn dat alle media zijn verwijderd.
DU
Mediastoringen 34
Terugkerende mediastoringen oplossen
Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u het volgende proberen:
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal dat voldoet aan
de specificaties zoals beschrev en in "Media laden" op pagina 17.
Controleer of de media juist zijn geladen in de
invoerladen en of alle mediabreedtegeleiders juist zijn ingesteld.
Controleer of er niet te veel media aanwezig zijn in de
invoerlade.
Gebruik geen media die gescheurd, beschadigd of
onregelmatig zijn.
Draai de stapel media in de invoerlade
ondersteboven.
Gebruik zware media alleen in lade 1.
Neem contact op met een erkende HP-serviceverlener als de printer nog steeds vastloopt. Raadpleeg de online-gebruikershandleiding voor meer informatie ov er het oplossen van terugkerende storingen.
DU
Mediastoringen 35
Mediastoringen achter de klep rechtsonder opheffen
1 Open de rechteronderklep. 2 Verwijder eventuele vastzittende media. 3 Trek aan de groene knop aan de linkerkant van
de opening om de stang te laten zakken, verwijder eventuele vastzittende media en laat de knop los.
4 Sluit de rechteronderklep.
DU
Mediastoringen 36
Storingen in lade 1 oplossen
1 Verwijder alle media uit invoerlade 1. 2 Verwijder voorzichtig eventuele vastzittende media. 3 Laad de media opnieuw in inv oerlade 1 en ga verder
met afdrukken.
Let op Zie "Storingen opheffen in het
registratiegebied en bij de transportcilinder" op pagina 44 verderop in dit hoofdstuk als de media niet gemakkelijk loskomen.
DU
Mediastoringen 37
Storingen opheffen in de invoerladen 2 en 3
1 Open invoerlade 2 of 3. 2 Verwijder eventuele vastzittende media. Misschien
moet u de lade verwijderen. U doet dit door de lade iets op te lichten en naar buiten te trekken. Kijk in de opening of er media vastzitten.
3 Sluit de lade.
DU
Mediastoringen 38
Storingen opheffen in de optionele invoerlade 4
1 Open lade 4. 2 Verwijder eventuele vastzittende media. 3 Open de mediatransportklep en verwijder eventuele
media.
4 Til de groene stang op , verwijder v astzittende media
en laat de stang los.
5 Sluit de mediatransportklep en lade 4.
DU
Mediastoringen 39
Storingen in de fuser opheffen
1 Open de linkeronderklep. 2 Verwijder voorzichtig eventuele vastzittende media
in de klep of tussen de rollen bij de bovenkant van de opening.
Ga door met stap 3 als een optionele duplex-eenheid is geïnstalleerd, ga anders door met stap 6.
3 Druk op de groene knop aan de rechterkant van de
duplex-eenheid en trek deze uit de printer.
4 Verwijder eventuele vastzittende media uit de
duplex-eenheid.
5 Til de groene geleider op , verwijder e ventuele media
en laat de groene geleider weer zakken.
WAARSCHUWING! Raak de fuser niet aan, deze kan
erg heet zijn en verbranding veroorzaken.
DU
Mediastoringen 40
6 Druk de groene knop aan de linkerkant van de fuser
naar beneden, verwijder voorzichtig eventuele media en laat de knop los. Als zich herhaald storingen voordoen bij de fuser, is deze wellicht niet juist geïnstalleerd. V oer de stappen 7 tot en met 9 uit als zich herhaald storingen voordoen bij de fuser. Ga anders door met stap 10.
7 Druk de grote groene hendel rechts van de fuser
naar beneden en controleer of deze in de juiste positie staat.
8 Draai de blauw e hendels aan de beide zijkanten van
de fuser enigszins omlaag.
9 Draai de blauw e hendels terug omhoog totdat ze op
hun plaats klikken.
10 Als u een optionele duplex-eenheid had verwijderd
uit de printer, schuift u de eenheid terug in de printer totdat deze op zijn plaats klikt.
11 Sluit de linkeronderklep.
DU
Mediastoringen 41
Storingen opheffen bij de transfer-rol
1 Open de klep aan de voorkant, druk op de witte
knop op de onderste (groene) hendel en draai deze naar rechts.
2 Open de rechterbovenklep van de printer. 3 Trek de transportcilinder met behulp van de
handgrepen zo ver mogelijk naar buiten.
4 Verwijder eventuele vastzittende media vanaf de
voorkant van de printer.
5 Til de transportcilinder uit de printer en verwijder
eventuele media die zich rond de cilinder hebben gewikkeld.
6 Lijn de pijlen aan de einden van de transportcilinder
uit met de pijlen op de geleiders in de printer.
7 Duw de transportcilinder in de printer.
DU
Mediastoringen 42
8 Sluit de rechterbovenklep.
Let op Als de rechterbovenklep niet sluit, is de
transportrol waarschijnlijk niet helemaal in de printer geschoven.
9 Draai de onderste (groene) hendel aan de voorkant
van de printer naar links totdat deze op zijn plaats klikt.
Let op Als de hendel niet terugkeert in zijn
originele positie, is de transportcilinder waarschijnlijk niet helemaal in de printer geschoven.
10 Sluit de klep aan de voorkant.
DU
Mediastoringen 43
Storingen opheffen in het registratiegebied en bij de transportcilinder
1 Open de klep aan de voorkant, druk op de witte
knop op de onderste (groene) hendel en draai deze naar rechts.
2 Open de rechterbovenklep van de printer. 3 Trek de transportcilinder met behulp van de
handgrepen zo ver mogelijk naar buiten.
4 Verwijder vastzittende media vanuit de opening.
Ga door met stap 7 als de hele pagina gemakkelijk zonder forceren kan worden verwijderd. Als slechts één kant van de media gemakkelijk kan worden verwijderd, moet u de andere kant niet forceren.
5 Draai de blauw e knop op de voorkant van de printer
tegen de klok in om de vastzittende media de printer in te voeren.
6 Verwijder de vastzittende media vanaf de voorkant
van de printer.
DU
Mediastoringen 44
7 Duw de transportcilinder de printer in. 8 Sluit de rechterbovenklep.
Let op Als de rechterbovenklep niet sluit, is de
transportcilinder waarschijnlijk niet helemaal in de printer geschoven.
9 Draai de onderste (groene) hendel aan de voorkant
van de printer naar links totdat deze op zijn plaats klikt.
Let op Als de hendel niet terugkeert in zijn
originele positie, is de transportcilinder waarschijnlijk niet helemaal in de printer geschoven.
10 Sluit de klep aan de voorkant.
DU
Mediastoringen 45
Storingen opheffen in de optionele duplex-eenheid
1 Open de linkeronderklep. 2 Verwijder eventuele vastzittende media uit de
duplex-eenheid.
3 Druk op de groene knop aan de rechterkant van de
duplex-eenheid en trek de duplex-eenheid uit de printer.
4 Til de groene geleider op , verwijder e ventuele media
en laat de groene geleider weer zakken.
5 Schuif de duplex-eenheid terug in de printer totdat u
een klik hoort.
6 Sluit de linkeronderklep.
DU
Mediastoringen 46
Storingen opheffen in de bovenste uitvoerbak en achter de linkerbovenklep
1 Verwijder voorzichtig eventuele vastzittende media
uit de bovenste uitvoerbak.
2 Open de linkerbovenklep. 3 Verwijder voorzichtig eventuele vastzittende media. 4 Sluit de linkerbovenklep.
DU
Mediastoringen 47
Ga als volgt te werk voor het verwijderen van papierstoringen uit het afwerkingsapparaat (de optioneel verkrijgbare postbus met meerdere bakken, de stapeleenheid voor 3000 vel of de stapeleenheid/nietmachine voor 3000 vel):
1 Trek het afwerkingsapparaat weg van de printer. 2 Verwijder eventueel vastgelopen afdrukmateriaal
tussen het afwerkingsapparaat en de printer.
3 Duw het afwerkingsapparaat weer terug tegen
de printer.
DU
Mediastoringen 48
Verbruiksartikelen vervangen
Verbruiksartikelen zijn artikelen die worden verbruikt tijdens normaal gebruik van de printer. Dit omvat o.a. de toner-cassettes, de fuser- en de overdr achtrol en het cilindersamenstel.
Raadpleeg voor het vervangen van verbruiksartikelen de bij de diverse kits geleverde installatie-instructies.
DU
Verbruiksartikelen vervangen 49
Voor verdere informatie
Raadpleeg de online-gebruikershandleiding voor informatie over de werking van de printer en voor service en ondersteuning.
DU
Voor verdere informatie 50
Gedrukt op gerecycled papier
Copyright 2000 Hewlett-Packard Co. Gedrukt in Duitsland 04/00
Pakketonderdeel No. C7096-90903
©
*C7096-90903* *C7096-90903*
C7096-90903
Loading...