Aprilia RS4 50 2011 Owner's manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
aprilia WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
RS4 50
Ed. 03 2011
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; it also describes routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised aprilia Dealer or Workshop. This booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge: for these operations, please take your vehicle to an Aprilia Dealer or Authorised Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die bij een Dealer of Erkende aprilia Garage moeten uitgevoerd worden. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis wordt beschikt: voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende Aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols illustrated above are very important. They are used to highlight parts of the booklet that should be read with particular care. The different sym­bols are used to make each topic in the manual simple and quick to locate. Before starting the engine, read this booklet carefully, particularly the "SAFE RIDING" section. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself and your knowl­edge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it given any riding condition. IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred to the new owner.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich in alle situaties veilig en beheersd kan bewegen. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als integrerend deel van het voertuig, en moet worden overhandigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 9
Foreword.................................................................................. 10
Carbon monoxide..................................................................... 10
Fuel.......................................................................................... 11
Hot components....................................................................... 13
Coolant..................................................................................... 13
Used engine oil and gearbox oil............................................... 14
Brake and clutch fluid............................................................... 15
Battery hydrogen gas and electrolyte....................................... 16
Stand........................................................................................ 17
Reporting of defects that affect safety...................................... 18
VEHICLE......................................................................................... 25
Arrangement of the main components......................................... 26
Dashboard................................................................................... 28
Analog instrument panel.............................................................. 30
Light unit...................................................................................... 30
Setting the total and trip odometers......................................... 31
Control buttons......................................................................... 33
Advanced functions.................................................................. 35
Ignition switch........................................................................... 35
Locking the steering wheel....................................................... 36
Horn button.................................................................................. 37
Switch direction indicators........................................................... 37
Gear pedal................................................................................... 38
High/low beam selector............................................................... 38
Start-up button............................................................................. 39
Manual starter control.................................................................. 39
Accessing the fuel tank................................................................ 39
Mixer oil tank................................................................................ 42
Fairings........................................................................................ 44
The saddle................................................................................... 47
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 9
Vooronderstelling....................................................................... 10
Koolmonoxide............................................................................. 10
Brandstof.................................................................................... 11
Warme onderdelen..................................................................... 13
Koelvloeistof............................................................................... 13
Gebruikte motorolie en koppelingsolie....................................... 14
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 15
Elektrolyt en waterstofgas van de accu...................................... 16
Standaard................................................................................... 17
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de vei-
ligheid......................................................................................... 18
VOERTUING..................................................................................... 25
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 26
Legenda......................................................................................... 28
Analoog instrumentenpaneel......................................................... 30
Groep controlelampjes................................................................... 30
Istellen van de kilometerteller en dagteller................................. 31
Commandoknoppen................................................................... 33
Geavanceerde functies.............................................................. 35
Startschakelaar.......................................................................... 35
Stuurslot vergrendelen............................................................... 36
Drukknop claxon............................................................................ 37
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 37
Versnellingspedaal......................................................................... 38
Lichtschakelaar.............................................................................. 38
Startknop........................................................................................ 39
Commando van de manuele starter............................................... 39
Toegang tot de benzinetank.......................................................... 39
Tank van de mengerolie................................................................ 42
Stroomlijnpanelen.......................................................................... 44
5
Opening the saddle.................................................................. 47
Glove/tool kit compartment...................................................... 48
Identification................................................................................. 49
USE................................................................................................. 51
Checks......................................................................................... 52
Refuelling..................................................................................... 55
Front fork adjustment................................................................... 56
Clutch lever adjustment............................................................... 57
Running in.................................................................................... 58
Starting up the engine.................................................................. 60
Difficult start up............................................................................ 63
Moving off / riding........................................................................ 64
Stopping the engine..................................................................... 73
Parking......................................................................................... 74
Catalytic silencer.......................................................................... 75
Stand........................................................................................... 76
Suggestion to prevent theft.......................................................... 77
MAINTENANCE.............................................................................. 79
Gearbox oil level.......................................................................... 80
Tyres............................................................................................ 83
Spark plug dismantlement........................................................... 86
Removing the air filter.................................................................. 88
Air filter cleaning.......................................................................... 89
Cooling fluid level......................................................................... 91
Coolant check.......................................................................... 92
Coolant top-up.......................................................................... 93
Checking the brake oil level......................................................... 95
Braking system fluid top up...................................................... 96
Battery......................................................................................... 97
Use of a new battery................................................................ 99
Charging the battery................................................................. 100
Long periods of inactivity............................................................. 101
Fuses........................................................................................... 101
Lamps.......................................................................................... 103
Headlight adjustment............................................................... 107
Front direction indicators............................................................. 109
Rear optical unit........................................................................... 109
Rear turn indicators..................................................................... 110
Idle adjustment............................................................................ 110
Die sitzbank................................................................................... 47
Zadel openen............................................................................. 47
Documentenvakje/gereedschapskit........................................... 48
Identificatie..................................................................................... 49
GEBRUIK.......................................................................................... 51
Controles........................................................................................ 52
Tanken........................................................................................... 55
Regulering voorvorken................................................................... 56
Regulering schakelhendel.............................................................. 57
Inrijden........................................................................................... 58
Starten des motors......................................................................... 60
Moeilijke start................................................................................. 63
Start / besturing.............................................................................. 64
Stoppen van de motor.................................................................... 73
Parkeren........................................................................................ 74
Katalysator..................................................................................... 75
Standaard...................................................................................... 76
Tips tegen diefstal.......................................................................... 77
ONDERHOUD................................................................................... 79
Versnellingsbak oliepeil................................................................. 80
Banden........................................................................................... 83
Demonteren van de bougie............................................................ 86
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 88
Reinigen van het luchtfilter............................................................. 89
Peil koelvloeistof............................................................................ 91
Controle van de koelvloeistof..................................................... 92
Bijvulling van de koelvloeistof..................................................... 93
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 95
Bijvullen van de remvloeistof...................................................... 96
Accu............................................................................................... 97
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 99
Opladen van de accu................................................................. 100
Länger stillegen.............................................................................. 101
Zekeringen..................................................................................... 101
Lampjes......................................................................................... 103
Afstellen van de koplamp........................................................... 107
Richtingaanwijzers voor................................................................. 109
Lampenset achter.......................................................................... 109
Richtingaanwijzers achter.............................................................. 110
6
Front and rear disc brake............................................................. 111
Periods of inactivity...................................................................... 114
Cleaning the vehicle.................................................................... 116
Transport..................................................................................... 120
Transmission chain...................................................................... 122
Chain backlash check.............................................................. 123
Chain backlash adjustment...................................................... 124
Checking wear of chain, front and rear sprockets.................... 125
Chain lubrication and cleaning................................................. 127
TECHNICAL DATA......................................................................... 129
Kit equipment............................................................................... 136
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 139
Scheduled maintenance table..................................................... 140
Table of recommended products................................................. 146
Afstellen van het stationair toerental.............................................. 110
Schijfrem voor en achter................................................................ 111
Stilstand van het voertuig............................................................... 114
Reinigen van het voertuig.............................................................. 116
Vervoer.......................................................................................... 120
Transmissieketting......................................................................... 122
Controle van de speling van de ketting...................................... 123
Regeling van de speling van de ketting...................................... 124
Controle van het gebruik van de ketting, het tandrad en kroon
................................................................................................... 125
Smering en reiniging van de ketting........................................... 127
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 129
Bijgeleverd gereedschap............................................................... 136
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 139
Tabel gepland onderhoud.............................................................. 140
Tabel aanbevolen producten......................................................... 146
7
8
RS4 50
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene
normen
9
Foreword
Vooronderstelling
NOTE CARRY OUT MAINTENANCE OPERA-
TIONS AT HALF THE INTERVALS SPECIFIED IF THE VEHICLE IS USED IN PARTICULAR RAINY OR DUSTY CONDITIONS, OFF ROAD OR FOR TRACK USE.
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in order to perform a procedure, please en­sure that you do so in an open or very well ventilated area. Never let the engine run in an enclosed area. If you do work in an enclosed area, make sure to use a smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN CARBON MONOXIDE, A POISONOUS GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF CONSCIOUSNESS AND EVEN DEATH.
N.B. WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE­GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS­HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL UITGEVOERD WORDEN.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te doen werken om een handeling uit te voeren, controleert men of dit in een open ruimte of in een goed geventileerd lokaal gebeurt. Laat de motor nooit werken in een gesloten ruimte. Wanneer men in een gesloten ruimte werkt, gebruikt men een evacuatiesysteem voor de uitlaat­gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
10
Fuel
1 General rules / 1 Algemene normen
Brandstof
CAUTION
THE FUEL USED TO POWER INTER­NAL COMBUSTION ENGINES IS HIGH­LY FLAMMABLE AND MAY BE EX­PLOSIVE UNDER CERTAIN CONDI­TIONS. IT IS THEREFORE RECOM­MENDED TO CARRY OUT REFUEL­LING AND MAINTENANCE PROCE­DURES IN A VENTILATED AREA WITH THE ENGINE SWITCHED OFF. DO NOT SMOKE DURING REFUELLING AND NEAR FUEL VAPOURS, AVOID­ING ANY CONTACT WITH NAKED FLAMES, SPARKS OR OTHER SOUR­CES WHICH MAY CAUSE THEM TO IGNITE OR EXPLODE.
DO NOT DISPERSE FUEL IN THE EN­VIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE­BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI­TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO­SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM­STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA­BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN EENDER WELKE ANDER BRON DIE HET VLAM VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
IF THE VEHICLE FALLS OR IS ON A STEEP INCLINE FUEL CAN LEAK.
11
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN­CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN-
NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND­STOF VEROORZAKEN.
AVOID SPILLING FUEL OFF THE FILL­ER AS IT MAY CATCH FIRE IN CON­TACT WITH THE ENGINE HOT SUR­FACES.
IN CASE OF ACCIDENTAL FUEL SPILLS, CHECK THAT THE AREA IS COMPLETELY DRY BEFORE START­ING THE VEHICLE.
FUEL EXPANDS WHEN EXPOSED TO HEAT OR SUN RAYS, THEREFORE BE CAREFUL AND DO NOT REFILL THE FUEL UP TO THE TOP.
CLOSE THE CAP ADEQUATELY AF­TER REFUELLING.
BE CAREFUL FUEL DOES NOT GET INTO CONTACT WITH THE SKIN, DO NOT INHALE VAPOURS OR SWAL­LOW FUEL. DO NOT TRANSFER FUEL FROM ONE CONTAINER TO ANOTH­ER USING A HOSE.
VERMIJDT BOVENDIEN HET UIT­STROMEN VAN BRANDSTOF UIT DE KLEP, OMDAT HIJ KAN VLAM VAT­TEN IN CONTACT MET DE GLOEIEND HETE OPPERVLAKKEN VAN DE MO­TOR.
WANNEER ER ONVRIJWILLIG BRANDSTOF WORDT GEMORST, CONTROLEERT MEN OF DE ZONE COMPLEET DROOG IS, VOORDAT MEN HET VOERTUIG START.
BRANDSTOF ZET UIT INDIEN BLOOT­GESTELD AAN WARMTE EN ZONNE­STRALEN, DUS MAG MEN DE TANK NOOIT VULLEN TOT AAN DE RAND.
SLUIT ZORGVULDIG DE DOP NA HET TANKEN.
VERMIJDT DAT DE BRANDSTOF IN CONTACT KOMT MET DE HUID, VER­MIJDT HET INADEMEN VAN DE DAM­PEN, HET INSLIKKEN, EN HET OVER­GIETEN VAN EEN TANK NAAR EEN ANDERE MET BEHULP VAN EEN BUIS.
12
Hot components
1 General rules / 1 Algemene normen
Warme onderdelen
The engine and the exhaust system com­ponents get very hot and remain in this condition for a certain time interval after the engine has been switched off. Before handling these components, make sure that you are wearing insulating gloves or wait until the engine and the exhaust sys­tem have cooled down.
Coolant
The coolant contains ethylene glycol which, under certain conditions, can be­come flammable. When ethylene glycol burns, it produces an invisible flame which can nevertheless cause burns.
CAUTION
TAKE CARE NOT TO POUR COOLANT ONTO HOT ENGINE OR EXHAUST SYSTEM COMPONENTS; THE FLUID MAY CATCH FIRE AND BURN WITH INVISIBLE FLAMES. WHEN CARRY­ING OUT MAINTENANCE OPERA­TIONS, IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES. EVEN THOUGH IT IS TOXIC, COOLANT HAS A SWEET FLA­VOUR WHICH MAKES IT VERY AT­TRACTIVE TO ANIMALS. NEVER LEAVE THE COOLANT IN OPEN CON-
De motor en de onderdelen van de uit­laatinstallatie worden zeer warm en blij­ven lang warm, ook nadat de motor wordt uitgezet. Vooraleer men deze onderde­len hanteert, draagt men isolerende handschoenen, of wacht men tot de mo­tor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Koelvloeistof
De koelvloeistof bevat ethyleenglycol, wat in sommige omstandigheden ont­vlambaar is. Wanneer het brandt, produ­ceert ethylglycol onzichtbare vlammen, die toch brandwonden veroorzaken.
LET OP
LET OP OM GEEN KOELVLOEISTOF TE MORSEN OP DE HETE DELEN VAN DE MOTOR EN DE UITLAATINSTAL­LATIE; DEZE ZOU BRAND KUNNEN VATTEN MET ONZICHTBARE VLAM­MEN. BIJ ONDERHOUDSHANDELIN­GEN RAADT MEN AAN OM LATEX HANDSCHOENEN TE GEBRUIKEN. DE KOELVLOEISTOF IS GIFTIG, MAAR HEEFT TOCH EEN ZOETE SMAAK, WAT HEM UITERST AAN­TREKKELIJK MAAKT VOOR DIEREN. LAAT DE KOELVLOEISTOF NOOIT IN GEOPENDE VERPAKKINGEN OF IN
13
TAINERS IN AREAS ACCESSIBLE TO ANIMALS AS THEY MAY DRINK IT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
DO NOT REMOVE THE RADIATOR CAP WHEN THE ENGINE IS STILL HOT. THE COOLANT IS UNDER PRES­SURE AND MAY CAUSE BURNS.
POSITIES DIE BEREIKBAAR ZIJN VOOR DIEREN, DIE ER ZOUDEN VAN KUNNEN DRINKEN.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VERWIJDER DE RADIATORDOP NIET WANNEER DE MOTOR NOG WARM STAAT. DE KOELVLOEISTOF STAAT ONDER DRUK, EN ZOU BRANDWON­DEN KUNNEN VEROORZAKEN.
Used engine oil and gearbox oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES WHEN SERVICING THE VE­HICLE.
THE ENGINE OR GEARBOX OIL MAY CAUSE SERIOUS INJURIES TO THE SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED PERIODS OF TIME AND ON A REGU­LAR BASIS.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT COLLECTED BY THE NEAREST USED
14
Gebruikte motorolie en koppelingsolie
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN RAADT MEN AAN OM LATEX HAND­SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER­SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE SCHADE VEROORZAKEN AAN DE HUID, WANNEER HET LANG EN DA­GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP­HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN­DE RECYCLINGBEDRIJF VAN GE-
1 General rules / 1 Algemene normen
OIL RECYCLING COMPANY OR THE SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL IN THE EN­VIRONMENT
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
BRUIKTE OLIES OF DOOR DE LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Brake and clutch fluid
Brake and clutch fluid
BRAKE AND CLUTCH FLUIDS CAN DAMAGE THE PLASTIC OR RUBBER PAINTED SURFACES. WHEN SERVIC­ING THE BRAKING SYSTEM OR THE CLUTCH SYSTEM PROTECT THESE COMPONENTS WITH A CLEAN CLOTH. ALWAYS WEAR PROTEC­TIVE GOGGLES WHEN SERVICING THESE SYSTEMS. BRAKE AND CLUTCH FLUIDS ARE EXTREMELY HARMFUL FOR YOUR EYES. IN THE EVENT OF ACCIDENTAL CONTACT WITH YOUR EYES, RINSE THEM IM­MEDIATELY WITH ABUNDANT COLD, CLEAN WATER AND SEEK MEDICAL ADVICE.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
15
Rem- en koppelingsvloeistof
Rem- en koppelingsvloeistof
DE REM- EN KOPPELINGSVLOEI­STOFFEN KUNNEN DE GELAKTE, PLASTIC OF RUBBEREN OPPER­VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN­NEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE REM- OF KOPPELINGSINSTALLA­TIE UITVOERT, BESCHERMT MEN DE­ZE ONDERDELEN MET EEN SCHONE DOEK. DRAAG STEEDS EEN BE­SCHERMENDE BRIL WANNEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE INSTAL­LATIES UITVOERT. DE REM- EN KOP­PELINGSVLOEISTOFFEN ZIJN UI­TERST SCHADELIJK VOOR DE OGEN. IN GEVAL VAN TOEVALLIG CONTACT MET DE OGEN, SPOELT MEN ONMIDDELLIJK MET OVER­VLOEDIG KOUD EN REIN WATER, EN RAADPLEEGT MEN ONMIDDELLIJK EEN ARTS.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
Battery hydrogen gas and electrolyte
CAUTION
THE BATTERY ELECTROLYTE IS TOXIC, CORROSIVE AND AS IT CON­TAINS SULPHURIC ACID, IT CAN CAUSE BURNS WHEN IN CONTACT WITH THE SKIN. WHEN HANDLING BATTERY ELECTROLYTE, WEAR TIGHT-FITTING GLOVES AND PRO­TECTIVE APPAREL. IN THE EVENT OF SKIN CONTACT WITH THE ELECTRO­LYTIC FLUID, RINSE WELL WITH PLENTY OF CLEAN WATER. IT IS PARTICULARLY IMPORTANT TO PROTECT YOUR EYES BECAUSE EVEN TINY AMOUNTS OF BATTERY ACID MAY CAUSE BLINDNESS. IF THE FLUID GETS IN CONTACT WITH YOUR EYES, WASH WITH ABUNDANT WATER FOR FIFTEEN MINUTES AND CONSULT AN EYE SPECIALIST IMME­DIATELY. IF THE FLUID IS ACCIDEN­TALLY SWALLOWED, DRINK LARGE QUANTITIES OF WATER OR MILK, FOLLOWED BY MILK OF MAGNESIA OR VEGETABLE OIL AND SEEK MED­ICAL ADVICE IMMEDIATELY. THE
Elektrolyt en waterstofgas van de accu
LET OP
DE ELEKTROLYT VAN DE ACCU IS GIFTIG EN BIJTEND, EN IN CONTACT MET DE HUID KAN HET BRANDWON­DEN VEROORZAKEN OMDAT HET ZWAVELZUUR BEVAT. DRAAG NAUWSLUITENDE HANDSCHOENEN EN BESCHERMENDE KLEDING WAN­NEER MEN HET ELEKTROLYT VAN DE ACCU HANTEERT. WANNEER DE ELEKTROLYTVLOEISTOF IN CON­TACT ZOU KOMEN MET DE HUID, MOET MEN OVERVLOEDIG WASSEN MET KOUD WATER. HET IS ZEER BE­LANGRIJK OM DE OGEN TE BE­SCHERMEN, OMDAT OOK EEN ZEER KLEINE HOEVEELHEID ZUUR VAN DE ACCU BLINDHEID KAN VEROORZA­KEN. WANNEER HET IN CONTACT ZOU KOMEN MET DE OGEN, MOET MEN VIJFTIEN MINUTEN LANG OVER­VLOEDIG WASSEN MET WATER EN ONMIDDELLIJK EEN OOGARTS RAADPLEGEN. WANNEER HET TOE­VALLIG ZOU WORDEN INGESLIKT, MOET MEN VEEL WATER OF MELK
16
1 General rules / 1 Algemene normen
BATTERY RELEASES EXPLOSIVE GASES; KEEP IT AWAY FROM FLAMES, SPARKS, CIGARETTES OR ANY OTHER HEAT SOURCES. EN­SURE ADEQUATE VENTILATION WHEN SERVICING OR RECHARGING THE BATTERY.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
BATTERY LIQUID IS CORROSIVE. DO NOT POUR IT OR SPILL IT, PARTICU­LARLY ON PLASTIC COMPONENTS. ENSURE THAT THE ELECTROLYTIC ACID IS COMPATIBLE WITH THE BAT­TERY TO BE ACTIVATED.
DRINKEN, DAARNA MAGNESIUM­MELK OF VEGETALE OLIE DRINKEN, EN ONMIDDELLIJK EEN ARTS RAAD­PLEGEN. DE ACCU VERSPREIDT EX­PLOSIEVE GASSEN EN MOET DUS UIT DE BUURT WORDEN GEHOUDEN VAN VLAMMEN, VONKEN, SIGARET­TEN EN ELKE ANDERE WARMTE­BRON. VOORZIE EEN GEPASTE VER­LUCHTING WANNEER MEN ONDER­HOUD OF HET OPLADEN VAN DE ACCU UITVOERT.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
DE VLOEISTOF VAN DE ACCU IS CORROSIEF. GIET ZE NIET UIT EN VERSPREIDT ZE NIET, VOORAL NIET OP DE PLASTIC DELEN. CONTRO­LEER OF HET ELEKTROLYTZUUR SPECIFIEK VOOR DE TE ACTIVEREN ACCU IS.
Stand
BEFORE SETTING OFF, MAKE SURE THE STAND HAS BEEN COMPLETELY RETRACTED TO ITS POSITION.
DO NOT REST THE RIDER OR PAS­SENGER WEIGHT ON THE SIDE STAND.
17
Standaard
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT MEN OF DE STANDAARD VOLLEDIG INGEKLAPT IS.
BELAST DE LATERALE STANDAARD NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN DE PASSAGIER.
Reporting of defects that affect safety
GENERAL PRECAUTIONS AND IN­FORMATION
When repairing, dismantling and reas­sembling the vehicle follow the recom­mendations reported below carefully.
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de veiligheid
ALGEMENE VOORZORGSMAATRE­GELEN EN INFORMATIE
Wanneer men de herstelling, de demon­tage en hermontage van het voertuig uit­voert, moet men zich nauwgezet aan het volgende advies houden.
BEFORE REMOVING COMPONENTS
Before dismantling compo­nents, remove dirt, mud, dust and foreign bodies from the ve­hicle. Use the special tools de­signed for this bike, as required.
COMPONENTS REMOVAL
Do not loosen and/or tighten screws and nuts using pliers or any other tools than the specific wrench.
Mark the positions on all con­nection joints (pipes, cables, etc.) before separating them, and identify them with different distinctive symbols.
Each component needs to be clearly marked to enable identi­fication during reassembly.
Clean and wash the dismantled components carefully using a low-flammability detergent.
18
VÓÓR DE DEMONTAGE VAN DE ON­DERDELEN
Verwijder vuil, modder, stof en vreemde voorwerpen van het voertuig, voordat men de de­montage van de onderdelen uit­voert. Gebruik, waar voorzien, de speciale gereedschappen die voor dit voertuig ontworpen werden.
DEMONTAGE VAN DE ONDERDELEN
Los en/of sluit de bouten en de moeren niet met tangen of an­dere gereedschappen, maar ge­bruik steeds de speciale sleutel.
Merk de posities op alle verbin­dingskoppelingen (buizen, ka­bels, enz.) vooraleer men ze scheidt, en identificeer ze met verschillende onderscheidende tekens.
1 General rules / 1 Algemene normen
Keep mated parts together since they have "adjusted" to each other due to normal wear.
Some components must be used together or replaced alto­gether.
Keep away from heat sources.
Elk stuk moet duidelijk gemerkt worden, zodat het tijdens de fa­se van de installatie geïdentifi­ceerd kan worden.
Reinig en was de gedemonteer­de onderdelen zorgvuldig met een reinigingsmiddel met lage ontvlambaarheidsgraad.
Houd de onderling gekoppelde delen bij elkaar, omdat het ene bij het andere "past" als gevolg van de normale slijtage.
Sommige onderdelen moeten samen gebruikt worden of volle­dig vervangen worden.
Houd ze ver van warmtebron­nen.
REASSEMBLY OF COMPONENTS CAUTION BEARINGS MUST BE ABLE TO RO-
TATE FREELY, WITHOUT JAMMING AND/OR NOISE: OTHERWISE, THEY NEED TO BE REPLACED.
Only use ORIGINAL Aprilia SPARE PARTS.
Comply with lubricant and con­sumables use guidelines.
Lubricate parts (whenever pos­sible) before reassembling them.
19
HERMONTAGE VAN DE ONDERDE­LEN
LET OP DE KUSSENTJES MOETEN VRIJ
DRAAIEN, ZONDER WRIJVINGEN EN/ OF LAWAAI, ANDERS MOETEN ZE VERVANGEN WORDEN.
Gebruik enkel ORIGINELE RE­SERVEONDERDELEN van aprilia.
Gebruik de aanbevolen smeer­middelen en verbruiksmateria­len.
When tightening nuts and screws, start either from the components with the largest di­ameter or from the innermost components, proceeding diago­nally. Tighten nuts and screws in successive steps before ap­plying the tightening torque.
Always replace self-locking nuts, washers, sealing rings, cir­clips, O-rings (OR), cotter pins and screws with new parts if the thread is damaged.
When assembling the bearings, make sure to lubricate them well.
Check that each component is assembled correctly.
After a repair or routine mainte­nance, carry out pre-ride checks and test the vehicle on private grounds or in an area with low traffic.
Clean all mating surfaces, oil seal rims and gaskets before re­fitting. Smear a thin layer of lith­ium-based grease on the oil seal rims. Reassemble oil seals and bearings with the brand or batch number facing outward (visible side).
Smeer de delen (wanneer mo­gelijk) vooraleer men ze mon­teert.
Bij het sluiten van de bouten en de moeren, begint men met die­gene met de grootste diameter of met de interne, en men werkt diagonaal. Voer het sluiten uit met opeenvolgende passages, vooraleer men het sluitingskop­pel toepast.
Vervang steeds de zelfborgen­de moeren, de pakkingen, de dichtingsringen, de elastische ringen, de O-ringen (OR), de splitpennen en de bouten door nieuwe, wanneer ze schade aan de schroefdraad vertonen.
Wanneer men de kussentjes monteert, smeert men ze over­vloedig.
Controleer of elk onderdeel cor­rect gemonteerd is.
Na een herstellingshandeling of periodiek onderhoud, voert men de voorafgaande controles uit en test men het voertuig in een privé-zone of in een zone met weinig verkeer.
Reinig alle koppelingsvlakken, de randen van de oliekeerringen en de pakkingen vóór de her­montage. Breng een laagje vet op basis van lithium aan op de randen van de oliekeerringen. Hermonteer de oliekeerringen en de kussentjes met het merk of het fabricatienummer naar de
20
1 General rules / 1 Algemene normen
ELECTRIC CONNECTORS
Electric connectors must be disconnec­ted as described below; failure to comply with this procedure causes irreparable damages to both the connector and the cable harness:
Press the relevant safety hooks, if any.
Grip the two connectors and dis­connect them by pulling them in opposite directions.
If any signs of dirt, rust, mois­ture, etc. are noted, clean the inside of the connector carefully with a jet of compressed air.
Ensure that the cables are cor­rectly fastened to the internal connector terminals.
Then connect the two connec­tors, ensuring that they couple correctly (if fitted with clips, you will hear them "click" into place).
CAUTION TO DISCONNECT THE TWO CONNEC-
TORS, DO NOT PULL THE CABLES. NOTE THE TWO CONNECTORS CONNECT
ONLY FROM ONE SIDE: CONNECT THEM THE RIGHT WAY ROUND.
buitenkant gericht (zichtbare kant).
ELEKTRISCHE CONNECTORS
De elektrische connectors moeten als volgt worden losgemaakt, het niet res­pecteren van deze procedure leidt tot on­herstelbare schade aan de connector en aan de bekabeling:
Indien aanwezig, drukt men op de speci­ale veiligheidskoppelingen.
Grijp de twee connectors vast en verwijder ze, door ze in de tegenovergestelde richting uit elkaar te trekken.
In aanwezigheid van vuil, roest, vochtigheid, enz., reinigt men zorgvuldig de binnenkant van de connector met gebruik van een persluchtstraal.
Controleer of de kabels correct vastgeklemd zijn aan de interne terminals van de connectors.
Plaats vervolgens de twee con­nectors, en controleer de cor­recte koppeling (wanneer te­genovergestelde koppelingen aanwezig zijn, hoort men een ty­pische "klik").
LET OP TREK NIET AAN DE KABELS OM DE
TWEE CONNECTORS LOS TE MA­KEN.
21
N.B. DE TWEE CONNECTORS KUNNEN
MAAR OP EEN WIJZE INGEBRACHT WORDEN, PLAATS ZE IN DE JUISTE RICHTING OP DE KOPPELING.
TIGHTENING TORQUES CAUTION DO NOT FORGET THAT THE TIGHT-
ENING TORQUES OF ALL FASTEN­ING ELEMENTS ON WHEELS, BRAKES, WHEEL BOLTS AND ANY OTHER SUSPENSION COMPONENTS PLAY A KEY ROLE IN ENSURING VE­HICLE SAFETY AND MUST COMPLY WITH SPECIFIED VALUES. CHECK THE TIGHTENING TORQUE OF FAS­TENING PARTS ON A REGULAR BA­SIS AND ALWAYS USE A TORQUE WRENCH TO REASSEMBLE THESE COMPONENTS. FAILURE TO COM­PLY WITH THESE RECOMMENDA­TIONS MAY CAUSE ONE OF THESE COMPONENTS TO GET LOOSE AND EVEN DETACHED, THUS BLOCKING A WHEEL, OR OTHERWISE COMPRO­MISE VEHICLE HANDLING. THIS CAN LEAD TO FALLS, WITH THE RISK OF SERIOUS INJURY OR DEATH.
SLUITINGSKOPPELS LET OP VERGEET NIET DAT DE SLUITINGS-
KOPPELS VAN ALLE BEVESTIGINGS­ELEMENTEN OP WIELEN, REMMEN, WIELPINNEN EN ANDERE ONDERDE­LEN VAN DE OPHANGINGEN EEN FUNDAMENTELE ROL SPELEN VOOR HET GARANDEREN VAN DE VEILIG­HEID VAN HET VOERTUIG, EN DAT ZE AAN DE VOORGESCHREVEN WAAR­DEN MOETEN GEHOUDEN WORDEN. CONTROLEER REGELMATIG DE SLUITINGSKOPPELS VAN DE BEVES­TIGINGSELEMENTEN, EN GEBRUIK STEEDS EEN DYNAMOMETRISCHE SLEUTEL WANNEER MEN ZE HER­MONTEERT. WANNEER MEN DEZE WAARSCHUWINGEN NIET RESPEC­TEERT, ZOU ÉÉN VAN DEZE ELEMEN­TEN KUNNEN LOSSEN EN LOSKO­MEN EN EEN WIEL BLOKKEREN OF ANDERE PROBLEMEN VEROORZA­KEN DIE DE MANOEUVREERBAAR­HEID NEGATIEF KUNNEN BEÏNVLOE­DEN ZODAT MEN KAN VALLEN MET HET RISICO OP ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD.
22
1 General rules / 1 Algemene normen
23
24
RS4 50
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuing
25
Arrangement of the main components (02_01, 02_02)
Plaats van de hoofdcomponenten (02_01, 02_02)
02_01
26
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_02
KEY
1. Coolant reservoir
2. Instrument panel
3. Left rear-view mirror
4. Ignition switch /steering lock
5. Battery
6. Coolant expansion tank cap
7. Glove-box / toolkit compartment
8. Left passenger footrest (snap­on, closed/open) (countries where available)
9. Drive chain
10. Left rider footrest (with spring, always open)
27
Legende
1. Koelvloeistoftank
2. Dashboard
3. Linker achteruitkijkspiegeltje
4. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot
5. Accu
6. Dop van het expansievat van de koelvloeistof
7. Documentenruimte/gereed­schapskit
8. Linker voetensteun van de pas­sagier (met kliksysteem, geslo-
11. Gear shift lever
12. Side stand
13. Horn
14. Passenger handhold seat strap
15. Rider saddle
16. Air filter
17. Fuel tank cap
18. Fuse box
19. Front brake fluid reservoir
20. Right rear-view mirror
21. Right passenger footrest (snap­on, closed/open) (countries where available)
22. Spark plug
23. Idle speed set screw
24. Oil mixer reservoir
25. Rear brake lever
26. Rear brake pump
27. Right rider footrest (with spring, always open)
ten/open) (in landen waar voor­zien)
9. transmissieketting
10. Linker voetensteun bestuurder (met veer, steeds open)
11. Commandohendel voor het schakelen
12. Laterale standaard
13. Akoestische melder
14. Riem voor de houvast van de passagier
15. Zadel van de bestuurder
16. Luchtfilter
17. Dop van de brandstoftank
18. Zekeringenhouder
19. Vloeistoftank van de voorrem
20. Rechter achteruitkijkspiegeltje
21. Rechter voetensteun van de passagier (met kliksysteem, ge­sloten/open) (in landen waar voorzien)
22. Bougie
23. Regelbout van het minimum toerental
24. Olietank van de menger
25. Commandohendel van de ach­terrem
26. Pomp van de achterrem
27. Rechter voetensteun bestuur­der (met veer, steeds open)
Dashboard (02_03) Legenda (02_03)
28
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_03
KEY
1. Ignition switch / steering lock
2. Cold start lever
3. Turn indicator switch
4. Horn button
5. Light switch
6. Clutch control lever
7. Instruments and gauges
8. SET B button
9. SET A button
10. Front brake lever
11. Throttle grip
29
Legende
1. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot
2. Hendel voor de koude start
3. Schakelaar van de richtingaan­wijzers
4. Drukknop van de akoestische melder
5. Schakelaar van de lichten
6. Bedieningshendel van de kop­peling
7. Instrumenten en indicatoren
8. Knop SET B
9. Knop SET A
12. Starter button 10. Hendel van de voorrem
11. Gashandvat
12. Startknop
02_04
02_05
Analog instrument panel (02_04)
KEY
1. Rpm indicator
2. Multifunctional digital display
3. Warning lights
Light unit (02_05)
KEY
1. Turn indicator warning light (green)
2. High beam warning light (blue)
3. Low fuel warning light (amber yellow )
4. Gear in neutral warning light (green)
5. Oil mixer reserve warning light (red)
6. Water temperature warning light (red)
Analoog instrumentenpaneel (02_04)
Legende
1. Toerenteller
2. Digitaal multifunctioneel display
3. Controlelampen
Groep controlelampjes (02_05)
Legende
1. Controlelamp van de richting­aanwijzers (groen)
2. Controlelamp van het groot licht (blauw)
3. Controlelamp van de brandstof­reserve (ambergeel)
4. Controlelamp van de versnelling in vrij (groen)
5. Controlelamp van de oliereser­ve van de menger (rood)
6. Controlelamp watertemperatuur (rood)
30
Loading...
+ 123 hidden pages