Aprilia RALLY 50 User Manual [nl]

gebruik en onderhoud
aprilia part# 8201832
Rally 50
Rally 50 versie met katalysator
© 1995 aprilia s.p.a. - Noale (VE) Dit boekje moet beschouwd worden als een integraal
onderdeel van de bromfiet en moet dus bij verkoop aan de nieuwe eigenaar overgedragen worden. De firma aprilia s.p.a. behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment veranderingen aan te bren­gen aan de modellen, onder voorwaarde dat de ka­rakteristieke kenmerken die hierin beschreven staan gehandhaafd blijven. Alle rechten van elektronisch vastleggen, van reproduktie, en van totale en gedeelte­lijke aanpassing zijn voorbehouden voor alle landen. Als produkten of services van derden in dit boekje worden geciteerd, dan heeft dat slechts een informa­tief doel en vloeit daaruit geen enkele verplichting voort ten aanzien van de prestaties of het gebruik van deze produkten.
Eerste uitgave: february 1995
Herdruk: september 1995, juni 1996, november 1997,
juni 1998, december 1998, februari 2000
Vervaardigd en gedrukt door:
editing division Soave (VERONA) - Italië Tel. +39 - 045 76 11 911 Fax +39 - 045 76 12 241 E-mail: customer@stp.it www.stp.it
).,%)$).'
Voordat u de motor start, moet u aandachtig dit boek­je doorlezen, en in het bijzonder het hoofdstuk “VEI­LIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendig­heid, maar ook van de kennis van het bromfiet, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN.
Wij adviseren u vertrouwd te raken met de bromfiet zodat u zich bekwaam en veilig door het verkeer be­weegt.
Voor controles en reparaties die niet expliciet in deze publikatie staan beschreven, de aanschaf van Originele aprilia-Onderdelen, accessoires en ande­re produkten, alsook specifieke adviezen, moet u zich uitsluitend wenden tot de Officiële aprilia Ver­kopers en Dealers, die een accurate en snelle servi­ce garanderen.
Wij danken u voor het feit dat u uw keuze op aprilia heeft laten vallen en wij wensen u veel rijplezier.
In opdracht van:
aprilia s.p.a.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italië Tel. +39 - 041 58 29 111 Fax +39 - 041 44 10 54 www.aprilia.com
2
Houdt u zich goed aan de waarschuwingen die wor­den voorafgegaan door de volgende symbolen:
Regels en maatregelen voor de veiligheid die de rijder of andere personen beschermen te-
a b
voorkomen.
c
BELANGRIJK: Als u reserve-onderdelen aan uw Dealer vraagt, moet u de code doorgeven die vermeld staat op de SPARE
PARTS IDENTIFICATION LABEL.
Vermeld het identificatieteken in de betreffende ruim­te, om er zo ook in geval van verlies of slijtage van het etiket over te kunnen beschikken. Het etiket bevindt zich onder het zadel.
gen verwondingen of ernstige risiko’s. Aanwijzingen en maatregelen omwille van
voorzichtigheid om schade aan de brom­fiet en/of verwondingen aan personen te
Aanwijzingen om de uitvoering van werk­zaamheden te vergemakkelijken. Techni­sche informatie.
In deze handleiding worden de diverse modellen aan­geduid met de volgende symbolen:
versie met katalysator
2
VERSIE VOOR:
Italië
I
Verenigd Koninkrijk
U
Oostenrijk
A
Portugal
P
Finland
"
België
B
Duitsland
D
Frankrijk
F
Spanje
E
Griekenland
G
Nederland
O
Zwitserland
C
Denemarken
Japan
J
Singapore
S
Polen
V
Israël
%
Zuid-Korea
K
Maleisië
M
Chili
R
Bermuda
Q
Verenigde Staten
-
Australië
^
Brazilië
]
Zuid-Afrika
Í
Nieuw-Zeeland
Î
Canada
[
Kroatië
`
Slovenië
Ñ
3
!,'%-%.%).(/5$
GEBRUIK ONDERHOUD, 5 - basisregels voor de veiligheid, 6 - kleding, 12 - accessoires, 13 - lading, 14 PLAATS BELANGRIJKSTE, 16 ONDERDELEN, 16 PLAATS INSTRUMENTEN, 17 INSTRUMENTEN PANEEL, 18 - tabel instrumentenpaneel, 19 BELANGRIJKSTE, 20 BEDIENINGSELEMENTEN, 20 - bedieningselementen op de linkerzijde van het stuur, 20 - bedieningselementen op de
rechterzijde van het stuur, 21 - schakelaar, 22 - stuurslot, 22
HULPBENODIGDHEDEN, 23 - vastzetten/losmaken zadel, 23 - opbergkastje helm/documenten, 23 - accukastje/
gereedschapsset, 24 - tassehaak, 24
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN, 25 - brandstof, 25 - oliereservoir, 26 - remvloeistof (wenken), 27 - voorrem, 27 -
bijvollen, 28 - achterrem, 29 - banden, 30 - kathalitische geluidsdemper (alleen voor de versie met kathalysator), 31
REGELS VOOR HET GEBRUIK, 32 - voorafgaande controles, 32 - tabel voorafgaande controles, 33 - start, 34 - wegrijden
en rijden, 36 - inrijden, 37 - stoppen en parkeren, 38 - de bromfiet op de standaard zetten, 38 - raadgevingen ter voorkoming van diefstal, 39
ONDERHOUD, 40 - onderhoudsschema, 41 - gegevens herkenning, 42 - luchtfilter, 43 - controle olieniveau versnelling, 44 -
vervanging versnellingsbakolie, 45 - voorwiel, 46 - achterwiel, 48 - smering remnokas achterrem, 50 - controle slij­tage remblokjes, 51 - controle slijtage remblokjes, 52 - controle stuur, 53 - controle scharnieras, 53 - verwijdering van de inspectie kap, 54 - verwijdering stuurkap, 55 - bijstellen van het stationaire toerental, 56 - bijstellen van de gashendel, 57 - bougie, 58 - accu, 59 - controleren van het elektrolytpeil, 60 - landurige stilstand van de accu, 60 ­vervanging zekering, 61 - afstellen van de lichten, 62 - gloeilampen, 62 - vervanging gloeilampen koplamp, 63 - ver­vanging gloeilampen richtingaanwijzers voor, 64 - vervanging gloeilampen richtingaanwijzers achter, 65 - vervan-
ging gloeilampje dashboard, 66 - vervanging gloeilampen achterlicht, 67 VERVOER, 68 - legen van de brandstoftank, 68 REINIGING, 69 - lange periode van stilstand, 70 - na een lange periode van stilstand, 70 TECHNISCHE GEGEVENS, 71 - smeermiddelentabel, 73 - electriciteitsschema - Rally 50, 74 - legenda electriciteitssche-
ma - Rally 50, 75 - leuren kabels, 75 - importeurs, 76
4
veilig rijden
"!3)32%'%,36//2$%6%),)'(%)$
Om de bromfiet te kunnen besturen is het nodig dat u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (minimum leeftijd, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, wegenbelasting, re­gistratie bromfiet, eventuele nummerplaat of identiteitsbewijs, enz.). U wordt aangeraden zich geleidelijk met het bromfiet ver­trouwd te maken, op plekken waar weinig verkeer is of op par­ticulier grondgebied.
Het gebruiken van bepaalde medicijnen, alcohol en verdoven­de middelen benadeelt in aanzienlijke mate de rijveiligheid. Verzekert u zich ervan dat uw geestelijk en lichamelijk goed in staat bent te rijden en weest u zich vooral bewust van de grote gevaren bij het rijden bij vermoeidheid en slaperigheid.
6
Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan de onerva­renheid van de rijder.
Leen het bromfiet NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wette­lijke vereisten voor het rijden.
Houdt u zich zeer streng aan de verkeerstekens en de natio­nale en plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge en gevaarlijke manoeuvres voor uzelf en voor de anderen (voorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
7
Niet tegen obstakels botsen die schade aan het voertuig zou­den kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kun­nen doen verliezen.
Niet vlak achter andere bromfiet rijden om u mee te laten “zui­gen”.
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de pe­dalen, zit in een correcte rijhouding.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden, of zich om te draaien.
8
De berijder moet zich nooit af laten leiden of laten be nvloeden door personen, handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
Gebruik de voorgeschreven brandstof en olie, zoals dat be­schreven staat in de “OLIETABEL”; controleer steeds of de ni­veaus van de olie, de brandstof en de koelvloeistof de voorge­schreven niveaus hebben.
COOLER
OIL
9
A12
345
Als de bromfiet bij een ongeluk betrokken is geweest, contro­leer dan of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het rem­systeem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat het bromfiet eventueel nakijken door een Officiële aprilia Dealer, met speciale aandacht voor het chassis, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te beoordelen of ze bescha­digd zijn.
Elk mankement bij het functioneren melden aan de technici/ mecanicien opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakke­lijkt worden.
Absoluut niet met het bromfiet rijden als de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt!
In geen geval de positie, de plaats, de stand of de kleur veran­deren van: het nummerplaatje, de richtingaanwijzers, de lich­ten en de claxons.
10
Elke eventuele verandering van de motor of andere delen die tot doel heeft de snelheid of het vermogen van de bromfiets op te drijven, is bij wet verboden; elke eventuele verandering die resulteert in een verhoging van de maximumsnelheid of van het slagvolume van de motor maakt van de bromfiets een bromfiets, wat de volgende verplichtingen voor de eigenaar met zich brengt: – nieuwe homologatie; – nieuwe inschrijving; – aangepast rijbewijs.
Bovendien doen dergelijke veranderingen de dekking van de verzekering teniet, aangezien verzekeringspolissen het aan­brengen van technische veranderingen met het doel het ver­mogen van het voertuig op te drijven, uitdrukkelijk verbieden. Om de hierboven aangehaalde redenen, is niet-naleving van het verbod op het opdrijven van de prestaties strafbaar met de wettelijk voorziene sancties (waaronder inbeslagneming van de bromfiets), die - al naargelang het geval - kunnen worden gecombineerd met de sancties voorzien voor het niet-dragen van de helm en/of het niet-gebruiken van de verzekeringsplaat en met de strafrechtelijke sancties voorzien voor het rijden met de bromfiets zonder bromfietscertificaat. Houd geen snelheidswedstrijden met andere voertuigen. Rijd uitsluitend op het wegdek.
ONLY ORIGINALS
11
+,%$).'
Voor u gaat rijden moet u eraan denken dat u altijd de helm op en deze hebt bevestigd op de juiste wijze. Vergewis u ervan dat de helm gekeurd is, niet-beschadigd, de juiste maat heeft, en dat het vizier schoon is. Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een heldere e/o reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en verkleint u hiermee het risico aangereden te worden, en bij een val hebt u een betere be­scherming. De kleding moet goed passen en aan de uiteinden gesloten zijn, koorden, ceintuur en das of shawl mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere objecten het rijden kunnen be nvloeden doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of bedieningsorganen.
Zorg ervoor dat u geen objecten in uw zakken hebt die moge­lijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige objecten zoals sleutels, pennen, glazen houders (hetzelfde geldt voor een eventuele bijrijder).
12
!##%33/)2%3
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires. Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor het aangeven van de richting of voor de claxon, bedekt worden zodat de functie er­van verminderd wordt of geheel verloren gaat, beperk ook niet de uitslag van de vering en de stuurhoek, belemmer niet de werking van de bedieningsinstrumenten en verklein niet de af­stand tot het grondoppervlak en de buigingshoek in de bocht.
Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de be­dieningsorganen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden.
De gestroomlijnde accessoires en de grotere windschermen kunnen als ze op het bromfiet gemonteerd zijn de windgevoe­ligheid ervan vergroten en zodoende de stabiliteit tijdens het rijden verminderen. Verzekert u zich ervan dat de accessoires degelijk bevestigd zijn aan het bromfiet en geen gevaar ople­veren tijdens het rijden. Niets toevoegen aan de electrische installatie of hier iets aan veranderen, zodat de vermogenslimiet van de bromfiet over­schreden zou kunnen worden, zodat het bromfiet plotseling tij­dens het rijden zou kunnen stoppen of zich een gevaarlijk stroomtekort zou kunnen voordoen, zodat de claxon en de verlichting niet meer functioneert.
13
,!$).'
Wees voorzichtig en bij het opladen van bagage en neem niet te veel lading mee.
Het is nodig dat u de bagage zo dicht mogelijk bij het zwaarte­punt van de bromfiet houdt en dat de bagage evenwichtig ver­deeld wordt over beide zijden van de bromfiet om elke storing tot een minimum te beperken.
Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt aan het bromfiet.
Bevestig absoluut geen grote, zware e/o gevaarlijke objecten aan het stuur, de spatborden en de vorken; dat veroorzaakt een minder adequate bestuurbaarheid van het bromfiet in de bochten en be nvloedt daarom de rijdbaarheid in negatieve zin. Geen teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant van het bromfiet bevestigen en ook niet de helm aan het daarvoor bestemde koordje meevoeren, omdat deze zaken tegen per­sonen of objecten zouden kunnen stoten, zodat de rijder de controle over het bromfiet verliest. Geen bagage vervoeren die niet goed bevestigd is aan het bromfiet. Geen bagage vervoeren die teveel uit de bagageruimtes ste­ken of die de verlichting en de akoestische en visuele signale­ring bedekt.
14
Vervoer geen dieren of kinderen op het documentenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de maximaal toegestane limiet voor vervoer op elke bagagedrager voor zich.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de manoevreerbaar­heid van het bromfiet.
KG!
15
Afb. 1
0,!!43"%,!.'2)*+34% /.$%2$%,%.
,%'%.$!!FB
1) Dop reservoir tweetaktolie
2) Contactschakelaar/stuurslot
3) Reservoir remvloeistof voorrem
4) Tassenhaak
5) Kast voor accu/gereedschapsset
6) Beschermkap
,%'%.$!!FB
1) Benzinedop
2) Zadelslot
3) Vulplug versnellingsbakolie
4) Kickstarter
5) Standaard
16
Afb. 2
0,!!43).3425-%.4%.
,%'%.$!!FB
1) Drukknop hoorn ( f )
2) Choke
3) Achterremhendel
4) Achteruitkijkspiegel
5) Richtingaanwijzer (
6) Instrumenten en controlelampjes
7) Koplampschakelaar ( 7a) Koplampschakelaar ( 7b) Koplampschakelaar ( a - b - • ) C U P
8) Voorremhendel
9) Gashendel
10) Startknop (
11) Contactschakelaar/stuurslot
r )
c )
b - p - • ) b - • ) F O
Afb. 3
17
Afb. 4
).3425-%.4%.0!.%%,
,%'%.$!!FB
1) Waarschuwingslampje niveau oliereservoir (j) Rood
2) Linker waarschuwingslampje richtingaanwijzer
(
c) Groen
3) Kilometertotaalteller
4) Snelheidsmeter
5) Benzinemeter
6) Rechter waarschuwingslampje richtingaanwijzer
(
c) Groen
7) Waarschuwingslampje dimlicht (
7a) Waarschuwingslampje dimlicht (
b ) Groen b ) Groen
F O
7b) Waarschuwingslampje grootlicht (
a ) Blauw
C U P
8) Rechter waarschuwingslampje laag brandstof-
g ) Oranje
peil (
18
4!"%,).3425-%.4%.0!.%%,
BESCHRIJVING FUNCTIE
Waarschuwingslampje richtingaanwijzer rechts-links
Benzinemeter Geeft bij benadering het niveau van de brandstofvoorraad aan in
Snelheidsmeter Geeft de rijsnelheid aan.
Kilometertotaalteller Geeft het totale aantal gereden kilometers aan.
Waarschuwingslampje niveau oliereservoir (
Waarschuwingslampje dimlicht ( b ) Licht op als het grootlicht aan is.
Waarschuwingslampje grootlicht
C U P ( a ) Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het grootlicht staat.
c ) Licht op als het richtingsignaal functioneert.
(
de benzinetank. Als het pijltje de rode zone bereikt, dan is er nog 1,5 in de tank. Zo spoedig mogelijk tanken.
L brandstof
j ) Licht op zodra het contact in de stand "ON" staat en de startknop
r” ingedrukt is; dit is een test om te zien of het lampje goed
functioneert. Als het lampje tijdens het starten niet mocht oplichten, dan moet het vervangen worden.
Als het lampje oplicht en vervolgens niet uitgaat nadat u de startknop "
b
geval moet het oliereservoir onmiddellijk bijgevuld wor­den, ter voorkoming van ernstige schade aan de motor.
betekent dit dat de olie op reserveniveau is. In dit
r" hebt losgelaten, dan
Waarschuwingslampje laag brandstofpeil (
g ) Licht op als er in de benzinetank nog 1,5 L benzine over is.
19
"%,!.'2)*+34% "%$)%.).'3%,%-%.4%.
"%$)%.).'3%,%-%.4%./0$% ,).+%2:)*$%6!.(%434552!FB
20
Afb. 5
c
1) DRUKKNOP HOORN (
2) CHOKE
3) RICHTINGAANWIJZER (
De electrische onderdelen funktioneren alleen als de sleutel in het kontaktslot in de stand “ON” staat.
f )
De hoorn treedt in werking als de knop.
U stelt de choke in werking door de hendel naar beneden te drukken en u zet hem uit door de hen­del weer naar boven te drukken.
c )
De schakelaar naar links drukken om aan te ge­ven dat u links af gaat slaan, naar rechts om aan te geven dat u naar rechts zult gaan. Als u op het midden van de schakelaar drukt, dan wordt de werking onderbroken.
"%$)%.).'3%,%-%.4%./0$% 2%#(4%2:)*$%6!.(%434552!FB
c
1) LICHTSCHAKELAAR (
1a) LICHTSCHAKELAAR (
1b) LICHTSCHAKELAAR (
De electrische onderdelen funktioneren alleen als de sleutel in het kontaktslot in de stand “ON” staat.
b - p - • )
Wanneer de motor draait en de lichtschakelaar in de stand " • " staat, branden de lichten niet. In de stand " koplamp, achterlicht en dashboardlampjes. In de stand " branden.
p " branden de volgende lichten:
b " gaat het dimlicht vooraan
b - • ) F O
Wanneer de motor draait en de lichtschakelaar in de stand " • " staat, branden de lichten niet. In de stand " b " branden de volgende lichten: dimlicht, achterlicht en dashboardlampjes.
a - b - • ) C U P
Wanneer de motor draait en de lichtschakelaar in de stand " • " staat, branden de lichten niet. In de stand " dimlicht, achterlicht en dashboardlampjes. In de stand "
b " branden de volgende lichten:
a " gaat het dimlicht branden.
Afb. 6
2) STARTKNOP (
Wanneer de startknop wordt ingedrukt en tege­lijkertijd de remhendel wordt aangetrokken (van de voor- of de achterrem), begint de startmotor te draaien, en slaat de motor aan. Zie voor de startprocedure bladzijde 34 (STAR­TEN).
.
r )
21
#/.4!#43#(!+%,!!2!FB
De contactschakelaar bevindt zich op de rechter kant van het stuur, vlakbij de stuurstang (1).
Afb. 7
Afb. 8
c
je en het zadelslot. Er worden bij de bromfiet twee sleutels geleverd (één voor reserve).
Het kontaktsleuteltje (1) past op de start­schakelaar, het stuurslot, het opbergkast-
345523,/4!FB
Het sleuteltje tijdens het rijden nooit in de stand “LOCK” zetten, aangezien u dan de
a
OPERATION
U zet het stuur vast, door het geheel naar links te draaien met het sleuteltje (1) in de stand “OFF”, het sleuteltje in te drukken, het vervolgens weer terug te laten komen en het in de stand “LOCK” te zetten. Het sleuteltje eruit halen.
LOCK
Stuurslot
OFF
ON
controle over het motorvoertuig verliest.
STAND FUNCTIE VERWIJDERING
Het stuur is geblokkeerd. De motor kan niet gestart worden en de lichten functioneren niet.
De motor en de lichten kunnen niet aangezet worden.
De motor en de lichten kunnen aangezet worden.
Het sleuteltje kan eruit gehaald worden
Het sleuteltje kan eruit gehaald worden
Het sleuteltje kan er niet uitgehaald wor­den
22
(5,0"%./$)'$(%$%.
6!34:%44%.,/3-!+%.:!$%,!FB
Het zadelslot (1) bevindt zich aan de linkerkant, on­der het zadel. Om het zadel los te zetten moet het contactsleuteltje in het sleutelgat van het zadel ge­stoken worden en met de klok meegedraaid worden. Daarna omhoog brengen.
c
de sleutel in het gereedschapkastje hebt laten liggen.
Het contactsleuteltje is niet nodig voor het vastzetten van het zadel, het zadel hoeft alleen maar naar bene­den gedrukt te worden tot het vastklikt.
a
/0"%2'+!34*%(%,-$/#5-%.4%.
Het opbergkastje bevindt zich onder het zadel. Het komt tevoorschijn als het zadel wordt losgemaakt en omhooggebracht zie (VASTZETTEN/LOSMAKEN VAN HET ZADEL). Er mag maximaal 2,5 kg aan in-
houd in het kastje opgeborgen worden (Afb. 10).
c
bevestigen (Afb. 10).
Voordat u het zadel vastklikt, moet u zich ervan vergewissen dat u niet per ongeluk
Voordat u gaat rijden moet u controleren of het zadel wel goed vastgeklikt is.
In het deel onder het zadel is voorzien in haken om daar eventueel een slot aan te
Afb. 9
Afb. 10
23
Afb. 11
!##5+!34*%'%2%%$3#(!033%4 !FB
Om de gereedschapsset (1) tevoorschijn te kunnen halen, moet het contactsleuteltje in het slot van het gereedschapskastje gestoken worden en rechtsom gedraaid worden, waarna het deksel (3) omhoogge­haald en verwijderd kan worden. De set bestaat uit: 1 gereedschapstasje 1 bougiesleutel van 25 mm. 1 pijp voor bougiesleutel 1 pijpsleutel8 van 8 / 10 mm. 1 kruisschroevedraaier/zeshoekige sleutel van
4 mm.
1 handvat voor schroevedraaier.
4!33%(!!+!FB
Niet tassen of zakken aan de haak hangen die teveel ruimte innemen omdat dit de
a
de voeten ernstig kan belemmeren.
De tassehaak (1) bevindt zich onder het zadel op het voorste deel.
manoevreerbaarheid of de beweging van
24
Maximaal toegestaan gewicht op de haak: 1,5 kg.
Afb. 12
Loading...
+ 56 hidden pages