Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoorziening nodig (adapter). Sluit dit product NIET aan op een
andere spanningsvoorziening of adapter dan in de handleiding wordt beschreven, dan op het naamplaatje staat of die
speciaal wordt aanbevolen door Yamaha.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bijgeleverde componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha. Als een kar, of iets dergelijks, wordt gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het product vergezellen, in acht.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat
juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich
echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan
te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting
reeds bestaande modellen daar aan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en
hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan in staat zijn geluidsniveaus voort te brengen die tot permanente gehoorbeschadiging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge of onaangename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u
gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het best
contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd
die nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Dit product kan ook werken met een normaal gangbaar type
batterij. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u
ervan dat de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat
de oplader geschikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe
batterijen en verschillende soorten batterijen door elkaar.
De batterijen MOETEN juist worden geplaatst. Niet overeenkomende soorten of foutieve plaatsing kunnen leiden
tot oververhitting en scheuren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat
lege batterijen niet bij het normale afval komen, maar zorg
dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking: Informeer bij een willekeurige
leveranciers van batterijen in uw omgeving naar informatie
over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet
meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat aan het
eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan
van wat de wettelijke regelingen op dat moment zijn voor
het verwijderen van producten die lood, batterijen plastics,
etc. bevatten. Als uw leverancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft direct contact op met Yamaha.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan
kennis van hoe een functie of effect werkt (als het apparaat
wordt gebruikt waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de
fabrieksgarantie en komen derhalve voor rekening van de
gebruiker. Bestudeer daarom deze handleiding zorgvuldig en
raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het
product. U vindt hierop het modelnummer, serienummer,
vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer, het serienummer en de
aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te
noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien
dat uw garantiebewijs is.
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de
gebruikte productie methodes aan deze doelstellingen voldoen.
Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden,
willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Model
Serienummer
Aankoopdatum
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten
die (indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde
levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd service personeel om de vervanging uit te voeren.
MH = Meertalige Handleiding
Als er in deze Nederlandstalige handleiding wordt verwezen naar een bladzijde met daarachter de vermelding MH, dan is dat een verwijzing naar het betreffende bladzijdenummer in de Meertalige Handleiding of Engelstalige handleiding, die bij het instrument is geleverd.
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening het instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
2
Page 3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als
gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer
het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen
onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken
van het instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water
of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het
instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling
geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het
instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uit zetten, de stekker uit
het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha
Service Center.
• Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-6 of gelijkwaardige door Yamaha
aanbevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten
veroorzaken.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
• Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich
erop verzameld heeft.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen te
voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats de netadapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of
radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen
op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er
voorwerpen over kunnen rollen.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken,
nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-plug bevat. Dit kan
resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
• Haal de netadapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v.
onweer), of als u het instrument gedurende lagere tijd niet gebruikt.
• Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst worden
(let op de + en - tekens). Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot oververhitting,
brand of lekken van batterijvloeistof.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in
combinatie met oude batterijen. Ook moet u geen verschillende batterijsoorten
(bijvoorbeeld alkaline en mangaan of verschillende merken) door elkaar
gebruiken. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
• Gooi batterijen nooit in het vuur.
• Probeer geen niet oplaadbare batterijen op te laden.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere periode
niet gebruikt, om schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
• Houd batterijen weg van kinderen.
• Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de batterijvloeistof in
contact mocht komen met uw ogen, mond of huid was het dan onmiddellijk
met water en raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk
gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet
u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur
aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle
componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of
warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de
auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te
voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals televisies,
radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de
prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
• Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik bij het
schoonmaken geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen
vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, want dit kan
verkleuring veroorzaken.
• Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig
om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen
zijn. Als u het instrument vast maakt aan de standaard of het rek gebruik dan
uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging
van de interne componenten of het vallen van het instrument.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau
aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Als u
gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met
een KNO-arts of gehoordeskundige.
■DATA BACK-UP EN OPSLAG
• Yamaha beveelt u het regelmatig opslaan van data op een diskette aan, en het
bewaren van de diskettes op een veilige, koele, droge plaats. YAMAHA KAN NIET
VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET VERLOREN GAAN VAN
BELANGRIJKE MUZIEK DATA! Betreffende de data: zolang er volle batterijen zijn
geplaatst (of een netadapter is aangesloten), zal het instrument de data vasthouden,
zelfs als het instrument is uitgeschakeld. De data wordt ook lang genoeg
vastgehouden om een set oude batterijen te kunnen vervangen door een set nieuwe.
Als er zich belangrijke data in het instrument bevindt die u niet wilt kwijtraken,
zorg er dan alstublieft voor dat er altijd volle batterijen in het instrument zitten (of
houd de adapter aangesloten) en sla de data regelmatig op.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door
oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren is gegaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld
te worden.
(4)-7
1
3
Page 4
Gefeliciteerd!
U bent de trotse eigenaar van een hoogwaardig elektronisch keyboard. De Yamaha
PSR-550 PortaTone combineert de meest geavanceerde klankopwekkingstechniek
met state-of-de-art digitale elektronica en eigenschappen die u een verbazingwekkende geluidskwaliteit met een maximum aan muzikaal plezier leveren. Een grote
grafische display en een gemakkelijk te gebruiken interface verbeteren ook het
bedieningsgemak van dit geavanceerde instrument. Om optimaal gebruik te kunnen
maken van uw PortaTone’s eigenschappen en uitgebreide speelmogelijkheden,
verzoeken wij u dringend om deze handleiding grondig door te lezen, terwijl u de
verschillende beschreven eigenschappen uitprobeert. Bewaar deze handleiding op
een veilige plaats voor latere naslag.
Paklijst
Controleer alsublieft of deze items bij uw PSR-550 zijn ingepakt.
• PSR-550• Muziekstandaard (blz. 9)
• PSR-550 Data Diskette• Gebruiksaanwijzing
(Zie de “Bijgeleverde Data
Diskette” op blz. 59, en “MIDI en
TO HOST Aansluitingen” op blz.
107).
4
2
Page 5
Hoe deze handleiding te gebruiken
Opstellen
Belangrijke Eigenschappen
Basis Handelingen
Inhoud
Paneelregelaars
blz. 12
We bevelen u sterk aan dit gedeelte van de handleiding eerst te lezen, voordat u
verder gaat met een ander gedeelte van de handleiding. Het laat u zien hoe u
aan de slag kunt gaan met het bespelen en gebruiken van uw nieuwe PSR-550.
blz. 8
Als u eenmaal uw PSR-550 heeft opgesteld, zou u het beste dit gedeelte kunnen lezen
— en de relevante referentiepagina’s kunnen verkennen — om uzelf bekend te maken
met de enorme verscheidenheid aan eigenschappen en functies van de PSR-550.
blz. 17
Dit gedeelte introduceert de basis bedienings opzet van de PSR-550 aan u,
zoals het wijzigen van waarden en het veranderen van instellingen, en laat zien
hoe u de gemakkelijke Help en Direct Access (Toegang) functies kunt gebruiken.
blz. 6
Alle belangrijke onderwerpen, eigenschappen, functies en handelingen staan hier
in de volgorde waarin ze in de handleiding voorkomen, voor makkelijk opzoeken.
blz. 10
Gebruik dit gedeelte om alles te weten te komen over alle knoppen en
regelaars van de PSR-550.
Paneeldisplay Indicaties
Functieboom
Appendix
Problemen oplossen
Index
blz. 16
Dit gedeelte verklaart de display indicaties van de PSR-550 en hoe ze
gelezen dienen te worden voor de beste bediening.
blz. 22
Hier worden alle functies van de PSR-550 opgesomd overeenkomstig hun
hiërarchische structuur, waardoor u makkelijk de relaties van de
verschillende functies kunt zien en snel de gewenste informatie kunt vinden.
blz. 123 van de Meertalige Handleiding
Hier staanverscheidene belangrijke overzichten zoals die van de Voices, de
Preset Stijlen, de Effecten, de MIDI Data Format s en de MIDI Implementatie.
blz. 127
Als de PSR-550 niet functioneert als verwacht of u heeft problemen
met het geluid of bediening, raadpleeg dan dit gedeelte voordat u uw
Yamaha leverancier of service center belt. De meest voorkomende
problemen en hun oplossingen zijn hier ondergebracht op een zeer
eenvoudige en makkelijk te begrijpen manier.
blz. 131
Dit gedeelte geeft een alfabetisch overzicht van nagenoeg alle onderwerpen,
eigenschappen, functies en handelingen met hun respectievelijke bladzijde nummers,
waardoor u snel en gemakkelijk de informatie kunt vinden die u nodig heeft.
De illustraties en LCD schermen zoals ze in deze nederlandstalige’s handleiding te zien zijn, zijn
uitsluitend voor instructie doeleinden, en kunnen afwijken van die van uw instrument.
Initiële Data Verzenden.........................................117
MH* = Alleen in de bij het instrument geleverde
meertalige of engelstalige handleiding
7
5
Page 8
Belangrijke Eigenschappen
Aangezien de PSR-550 over zo’n grote hoeveelheid geavanceerde eigenschappen en functies beschikt, zou het
kunnen gebeuren dat u de handigste manier om de mogelijkheden te verkennen en hoe u ze op de beste manier voor
uw muziek kunt gebruiken, kwijtraakt. Maar maakt u zich geen zorgen. De PSR-550 is erg makkelijk in gebruik en
om te bespelen, en elke functie — het maakt niet uit hoe geavanceerd — is makkelijk onder de knie te krijgen.
Daar is dit gedeelte voor ontworpen. Het zal u helpen de PSR-550 onder de knie te krijgen. Het introduceert u de
belangrijke eigenschappen van de PSR-550 met korte uitleggingen en bladzijdereferenties. Lees de eigenschappen die u
interessant vindt door en ga dan verder met de betreffende bladzijden in de handleiding voor instructies en overige details.
Basis bediening
• De PSR-550 is uitgerust met
geavanceerde eigenschappes en
functies, maar is toch uitzonderlijk
makkelijk te bedienen. Het gebruik van de paneelregelaars
gaat snel, is makkelijk en intuïtief — dankzij de Easy
(makkelijke) navigator eigenschap, die aangeeft op welke
knoppen u zou moeten drukken, en de speciale LCD met
achtergrondverlichting, waarvan de kleur wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde mode. (→ Blz. 16, 18)
• Een gemakkelijke Direct Access (Toegang) functie
stelt u in staat onmiddellijk het bepaalde menu of de
display op te roepen die u nodig heeft. (→ Blz. 21)
Luisteren naar de PSR-550
• De PSR-550 beschikt over een grote
verscheidenheid aan songs in
verschillende muzikale genres. (→ Blz. 15)
• Daarnaast zijn er nog 10 songs
meegeleverd op de bijgesloten diskette. (→ Blz. 59)
• De krachtig automatische begeleidingsfunctie
geeft u een totaal van 112 stijlen (ritme- en
begeleidingspatronen), waardoor u voorzien wordt
van professioneel klinkende begeleidingspartijen
voor uw spel. (→ Blz. 112)
•
Speciale Multi Pads laten u onmiddellijk en makkelijk korte
ritmische en melodische sequences spelen voor het toevoegen
van impact en verscheidenheid aan uw spel. (→ Blz. 43)
Automatische begeleiding (stijlen)
•De Automatische begeleidingsfunctie plaats een volledige
begeleidingsband onder uw vingertoppen, met in totaal
112 stijlen (ritme en begeleidings patronen). (→ Blz. 32)
•De One Touch Setting eigenschap stelt u in staat
onmiddellijk de geschikte voice, effect en overige
instellingen voor de geselecteerde begeleidingsstijl op te
roepen— met een druk op een knop. (→ Blz. 42)
•U kunt ook uw originele begeleidingsstijlen creëren, door
ze direct van het toetsenbord op te nemen. (→ Blz. 96)
Muziek Database
•De PSR-550’s ingebouwde Muziek Database geeft u een
makkelijke manier om automatisch de stijl, voice en effect
instellingen te selecteren, die het meest geschikt zijn voor
een bepaalde soort muziek. Als u niet weet welke stijl of
voice geschikt zou zijn, kan de Muziek Database u
helpen. (→ Blz. 14)
Multi Pads
•Door gewoonweg op één van de Multi Pads te drukken,
kunt u korte ritmische of melodische frases afspelen.
(→ Blz. 43)
•U kunt ook uw originele Multi Pad frases creëren door ze
direct van het toetsenbord op te nemen. (→ Blz. 92)
Registration Memory
•De gemakkelijk Registration Memory eigenschap stelt u in
staat vrijwel alle paneel instellingen onder één van de 128
Registration Memory instellingen op te slaan, en dan
onmiddellijk al uw custom (zelfgemaakte) paneel
instellingen terug te roepen met het drukken op een
enkele knop. (→ Blz. 54)
De PSR-550 bespelen
• Het PSR-550 toetsenbord heeft
61 toetsen met volledige
aanslaggevoeligheids vermogen dat
u in staat stelt om met uitzonderlijke expressiviteit
en dynamische besturing te spelen. (→ Blz. 26)
• De PSR-550 stelt u in staat met een grote
verscheidenheid aan muzikale instrument voices
te spelen. (→ Blz. 26)
Er zijn twee verschillende soorten voices: paneel
voices (de originele PSR-550voices) en XG voices.
• De PSR-550 beschikt over 219 paneel voices, 14
drum kits en 480 XG voices
• Met de R1, R2 en L voices, kunt u twee
verschillende voices in a layer bespelen, en zelfs
twee verschillende voices met uw rechter en linker
handen bespelen. (→ Blz. 27, 28)
8
Song Opname
•Gebruik de krachtige song opname functie om zo uw
eigen complete, volledig georkestreerde compostities te
creëren en sla ze op op diskette als User Songs. Elke
User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien
onafhankelijk tracks. (→ Blz. 78)
• Om snel en makkelijk uw muzikale ideëen om te
vormen tot complete songs, gebruikt u de Quick Record
methode. (→ Blz. 80)
• Om uw song partij voor partij en track voor track op te
nemen, gebruikt u de Multi Track Record methode.
(→ Blz. 82)
• U kunt de opgenomen song data ook “fijnregelen” met
de PSR-550’s veelomvattende song edit (bewerkings)
functies. (→ Blz. 84-91)
6
Page 9
Belangrijk Eigenschappen
Digitale Effecten
•Er is een uitgebreide set professioneel-klinkende digitale
effecten ingebouwd in de PSR-550, waardoor u het geluid
van uw spel nog op een groot aantal manieren kunt
verbeteren. Deze bevatten Reverb (nagalm), Chorus,
DSP en Harmonie/Echo. (→ Blz. 46)
• Reverb (nagalm) herschept de rijke ruimtelijke
ambiance van verscheidene speelomgevingen, zoals
een concertzaal of een nachtclub. (→ Blz. 46)
• Chorus verrijkt de voices door ze warmer en vetter te
laten klinken — alsof verscheidene instrumenten op
hetzelfde moment samenspelen. (→ Blz. 48)
• De DSP effecten laten u het geluid op speciale, ongebruikelijke
manieren bewerken — zoals het toevoegen van vervorming of
tremolo aan een bepaald gedeelte. (→ Blz. 49)
• Harmonie/Echo stelt u in staat uw rechterhand
melodieën op te luisteren met een verscheidenheid aan
harmonie en echo effecten. (→ Blz. 50)
Diskdrive
•De PSR-550 beschikt ook over een ingebouwde diskdrive
die u in staat stelt om al uw belangrijk originele data
(zoals User songs, User stijlen, User Multi Pads,
Registration Memory, enz.) op diskette op te slaan om ze
later terug te kunnen roepen. (→ Blz. 57)
MIDI
•MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
wereldwijd erkende standaard interface die het mogelijk
maakt verscheidene elektronische muziekinstrumenten,
computers en andere apparaten met elkaar te laten
communiceren. De MIDI eigenschappen laten u de PSR550 naadloos integreren in een verscheidenheid aan
systemen en toepassingen:
• Andere instrumenten bespelen vanaf de PSR-550.
(→ Blz. 108)
• Bespeel de geluiden van de PSR-550 (inclusief de
Automatische begeleiding) vanaf een aangesloten
toetsenbord. (→ Blz. 108)
• Sluit de PSR-550 direct aan op een computer, voor
geavanceerd opnemen, bewerken en terugspelen van
song data. (→ Blz. 110)
• Gebruik voorgeprogrammeerde templates
(voorinstellingen) om de PSR-550 onmiddellijk voor uw
bepaalde MIDI systeem/toepassing te configureren.
(→ Blz. 112)
Paneel logo’s
De op de PSR-550 paneel gedrukte logo’s geven aan welke
standaards/formats worden ondersteund en over welke speciale
eigenschappen de PSR-550 beschikt.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI
standaard die garandeert dat elke data die voldoet aan de
standaard zal nauwkeurig zal worden afgespeeld op elke GMcompatibele toongenerator of synthesizers van elke fabrikant.
XG
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die de GM System
Level 1 standaard significant uitbreidt en verbetert met een
grotere voice afhandelingscapaciteit, expressieve bestruing en
effect mogelijkheden terwijl volledige compatibiliteit met GM
gehandhaaft blijft. Door de PSR-550’s XG voices te gebruiken,
is het mogelijk om XG-compatibele song files op te nemen.
DOC
Het DOC voice toewijzings format voorziet in data afspeel
compatibiliteit met een groot aantal Yamaha instrumenten en
MIDI apparaten, inclusief de Clavinova serie.
Stijl File Format
Het Stijl File Format — SFF — is het originele stijlfile format
van Yamaha dat een uniek conversiesysteem gebruikt om te
voorzien in een hoge kwaliteit automatische begeleiding
gebaseerd op een groot aantal akkoordsoorten. De PSR-550
gebruikt de SFF intern, leest optionele SFF stijl disks, en
creëert SFF stijlen door gebruik te maken van de de Stijl
Recording functie.
Muziekstandaard
De PSR-550 wordt geleverd met een muziekstandaard die aan
het instrument kan worden bevestigd door hem in de uitsparing
aan de achterkant van het bedieiningspaneel te plaatsten.
De sustain functie stelt u in staat een natuurlijke sustain te
maken door, terwijl u speelt, een voetschakelaar in te drukken.
Sluit een optionele Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op
deze aansluiting aan en gebruik deze om de sustain aan en uit
te schakelen. De voetschakelaars die op deze aansluiting zijn
aangesloten, kunnen ook worden ingesteld om functies van
enkele van de paneelknoppen na te doen, zoals het starten en
stoppen van de begeleiding (blz 121).
OPM.
• Houd de pedaal niet ingetrapt op het moment dat u de PSR-550 aanzet. Als u
dat zou doen, wordt de AAN/UIT status van de voetschakelaar omgedraaid.
• Als de sustain of sostenuto pedaal functies worden gebruikt (blz. 121),
kan het zijn dat enkele voices continu geluid geven of een lange
uitsterftijd hebben als u de noten heeft losgelaten, terwijl de pedaal
wordt ingehouden.
L
B2
C3
59
60
5861
M
M
L
H
D3
E364F3
62
63
C
1
65R66G367S6870C472H73
R
H
1
A3
B3
D4
E4
F4
69
71
C
2
74 75
R
L
2
H
G4
76
77H78
79H80
L
L
■ PHONES/OUTPUT aansluiting
Hier kan een standaard stereo hoofdtelefoon op
aangesloten worden voor privé oefenen of laat
spelen. Het interne stereo luidsprekers systeem
wordt automatisch uitgeschakeld als er een
hoofdtelefoon op de PHONES/OUTPUT
aansluiting wordt aangesloten.
Luister niet gedurende een langere tijd naar de
hoofdtelefoon met een hoog volume. Dit zou
namelijk tot gehoorverlies kunnen leiden.
PAS OP
• Sluit de PSR-550 alleen op externe apparatuur aan als alle
apparaten uitgeschakeld zijn. Zet, om beschadiging van de
speakers te voorkomen, de volumeregeling van het externe
apparaat op de minimum-stand voordat u de aansluiting
maakt. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot
elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
%0 DC IN 10-12V aansluiting .......................... 12
11
9
Page 12
Opstellen
Dit gedeelte bevat informatie over het opstellen van uw PSR-550 en de voorbereiding voor het spelen.
Zorg ervoor dat u dit gedeelte zorgvuldig doorleest voordat u het instrument aanzet.
Spanningsvoorziening aansluitingen
Ofschoon de PSR550 zowel via een apart verkrijgbare adapter als op batterijen werkt, beveelt Yamaha het gebruik
van de milieuvriendelijkere adapter aan, als dat maar enigszins mogelijk is. Volg de onderstaande instructies
betreffende de spanningsvoorziening die u van plan bent gebruiken.
■ Gebruik van een optionele netadapter
1
Zorg ervoor dat de STANDBY/ON
schakelaar van de PSR-550 is ingesteld op
STANDBY.
2
Sluit de netadapter (PA-6 of andere adapter
specifiek door Yamaha aanbevolen) aan op
DC IN aansluiting.
3
Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
Bij het uitzetten, draait u de procedure gewoon
om.
PAS OP
• Onderbreek nooit de spanningsvoorziening (d.w.z. de batterijen
verwijderen of de netadapter los
halen) tijdens een PSR-550
opname handeling! Dit zou
namelijk kunnen resulteren in het
verloren gaan van de gegevens.
WAARSCHUWING
• Gebruik UITSLUITEND de
Yamaha PA-6 netadapter (of een
andere speciaal door Yamaha
aanbevolen adapter) om uw
instrument via het lichtnet te
voeden. Andere adapters
kunnen leiden tot onherstelbare
beschadiging van zowel de
adapter als de PSR-550.
• Koppel de netadapter los als u
de PSR-550 niet gebruikt of
tijdens een elektrische storm.
■ Gebruik van batterijen
Voor het werken op batterijen heeft de PSR-550 zes 1,5V maat “D” , R-20 of
equivalent batterijen nodig. Als de batterijen moeten worden vervangen, kan er
“Battery Low” in de display verschijnen, het volume kan verminderen, het
geluid kan gaan vervormen en er kunnen zich andere problemen voor gaan
doen. Als dit gebeurt, zet dan de PSR-550 uit en vervang de batterijen.
Vervang de batterijen op de volgende manier:
1
Open het batterijencompartmentklepje dat zich aan de onderkant van
het instrument bevindt.
2
Plaats de zes nieuw batterijen, en let
daarbij goed op de polariteitsaanduidingen (+/-) aan de binnenzijde
van het compartiment.
3
Plaats het compartimentenklepje
weer en let erop dat deze goed
vastklikt.
Belangrijke Opmerkingen over Batterij Gebruik
• Aangezien de PSR-550 een aanzienlijke hoeveelheid vermogen gebruikt,
beveelt Yamaha het gebruik van een netadapter aan boven het gebruik
van batterijen. De batterijen zouden eigenlijk moeten worden gezien als
een extra spanningsbron voor data backup.
• De diskdrive, in het bijzonder, gebruikt een grote hoeveelheid vermogen, dus
is het belangrijk om altijd een netadapter te gebruiken als u disk-intensieve
handelingen uitvoert, zoals song opnamen/afspelen of data laden/opslaan.
12
PAS OP
• Als de batterijen leeg raken,
vervang ze dan door een
complete set (6) nieuwe
batterijen. Gebruik NOOIT oude
en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik ook niet verschillende
soorten batterijen (zoals alkaline
en mangaan) door elkaar.
• Haal de batterijen uit het
instrument als u het gedurende
een langere periode niet
gebruikt, om mogelijke schade
door lekken van de batterijen te
voorkomen.
• Aansluiten of los halen van de
netadapter, terwijl de batterijen
worden geplaatst, zal de PSR550 terug zetten naar zijn
standaardinstellingen.
Als u deze handelingen zou proberen te verichten op batterijspanning en de
batterijen raken leeg, zult u niet alleen de data verliezen die u wilt opnemen
of wegschrijven, maar ook andere data in het interne geheugen inclusief user
stijlen, user pads, Registration Memory, enz.
• Als u de hiervoor genoemde voorzorgsmaatregelen in overweging neemt,
zult u altijd een netadapter gebruiken als u de PSR-550 gebruikt voor een
belangrijk optreden of voor het creëren van belangrijke data.
10
Page 13
Demo Song Afspelen
Als u uw PSR-550 heeft opgesteld, probeer dan eens de voorgeprogrammeerde demonstratie songs te beluisteren. Er
zijn in totaal 9 demo songs aanwezig. Terwijl de song afspeelt, verandert het licht van de LCD van de PSR-550 van kleur.
1
Zet het instrument aan met de [STANDBY/ON] schakelaar.
Druk nogmaals op de [STANDBY/ON] schakelaar om het instrument uit te zetten.
Druk op de [DEMO] knop om het afspelen van de demo te starten.
2
augsus4
7
START/STOP
513
REGISTRATION
BACK
NEXT
KEYBOARD
TEMPO
EASY
NAVIGATOR
MEASURE
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
/YES
BEAT
1 SweetTenor
Stel het volume niveau in met de [MASTER VOLUME] regelaar.
3
LR12
VOICE
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
TOUCH
HARMONY
SUSTAIN
PAS OP
• Zelfs als de schakelaar in de
“STANDBY” positie staat,
loopt er nog een minimale
hoeveelheid stroom door het
instrument. Als u de PSR-550
gedurende langere tijd niet
gebruikt, haal dan ook de
adapter los van het
stopcontact en/of verwijder
de batterijen uit het
instrument.
OPM.
• De LCD verandert alleen van
kleur tijdens het afspelen van
de Demo song als de Backlight
mode is ingesteld op “Auto”
(blz. 122).
OPM.
• Als u de PSR-550 met het
volume op maximaal niveau
bespeelt, terwijl u batterijen
gebruikt, zal dit de levensduur
van de batterijen aanmerkelijk
verkorten.
Spring naar het begin van een andere demo song.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
2SweetTrumpet
Druk nogmaals op de [DEMO] knop om de demo song te
5
stoppen.
13
11
Page 14
De Muziek Database gebruiken
Als u een bepaald genre muziek wilt spelen, maar u weet niet welke stijl (blz. 32) en voice (blz. 26)
instellingen daar geschikt voor zijn, dan selecteert u gewoonweg het gewenst genre in de Muziek Database.
De PSR-550 maakt dan automatisch alle geschikte paneel instellingen zodat u in die muziekstijl kunt spelen!
Druk op de [MUSIC DATABASE] knop.
1
Het MUSIC DATABASE menu verschijnt in de display.
001AliveFever
CHORD
6
dim
augsus4
mM
7
Selecteer een “Muziek Database.”
2
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
002AliveSynth
CHORD
119
6
dim
513
augsus4
mM
7
EASY
NAVIGATOR
BACK
TRACK(1~16)
PAR T
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
DIAL
BEAT
EASY
NAVIGATOR
0~9
/YES
TRACK(1~16)
PAR T
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
DIAL
BEAT
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Druk op de [MUSIC
DATABASE] knop om naar de
Stijl Mode te schakelen, zet de
AUTO ACCOMPANIMENT
aan, en zet SYNCHRONIZED
START aan. Zie voor details
blz. 25.
De PSR-550 heeft 220 paneel setups in de Muziek Database en ze zijn verdeeld in elf
verschillende categorieën. U kunt achtereenvolgens verschillende Muziek Database
categorieën selecteren door middel van de Direct Access (Directe Toegang) functie.
Om de eerste Muziek Database van de volgende beschikbare categorie te selecteren, drukt u
eerst op de [DIRECT ACCESS] knop, en vervolgens op de [MUSIC DATABASE] knop.
Direct Access
029 Days of Sax
Zie blz. 21 voor details over de Direct Access (Directe Toegang) functie.
In dit voorbeeld, selecteren we nr. 220 “Xmas Night” en spelen de song “Silent
Night.” (De bladmuziek vindt u op de volgende bladzijde).
220 Xmas Night
Music Database List
(blz. 131MH)
POP HITS
001 Alive Fever
002 Alive Synth
003 Croco Rock
028 YesterGuitar
SWING & JAZZ
029 Days of Sax
056 Wonderland
EVERGREEN
057 Black Forest
086 Wonder World
14
Speel de akkoorden met uw linkerhand en de melodielijnen
3
met uw rechterhand mee met de muziek.
Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de automatische
begeleiding.
Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op
blz 38.
OPM.
• Zie voor details de bladzijden
32 t/m 41 over de
Automatische begeleiding.
12
Page 15
De Muziek Database gebruiken
Automatische
begeleidingsgedeelte
Als u het punt in de muziek bereikt aangeven door de pijl
4
erboven, drukt u op de [ENDING] knop.
Als de ending is afgelopen, stopt de automatische begeleiding automatisch.
Data opgeslagen door de Muziek Database
Elk van de Muziek Database instellingen is speciaal geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen en
beschikt over de meest geschikte voice (of combinatie van voices), stijl, en overige instellingen voor die stijl. Drukken
op de [MUSIC DATABASE] knop en een stijl selecteren stelt u in staat onmiddellijk alle relevante instellingen
opnieuw te configureren, zodat u gemakkelijk in het gewenste genre kunt gaan spelen met alle geschikte geluiden —
zonder dat u één voor één alle instellingen opnieuw moet maken. Zie voor alle parameters de volgende bladzijden.
■VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (Voice R1/R2/L) ........................................................................ blz. 29
* Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
13
15
Page 16
Paneeldisplay Indicaties
De PSR-550 heeft een grote multifunctionele display die alle belangrijke instellingen van het instrument laat zien.
Dit verlichte LCD verandert ook van kleur, afhankelijk van de geselecteerde mode, waardoor de bediening nog
makkelijker en intuïtiever wordt. Zie voor details over de LCD’s Backlight (achtergrondverlichting) mode, blz 122.
Hier volgt de uitleg van de verschillende displayiconen en indicaties.
Dit laat het menu zien voor elke functie van de PSR-
550. Het laat ook de relevante mededelingen voor de
huidige handeling zien.
Zie het “Basis handelingen” gedeelte (blz. 17) voor
details over de Menu/boodschap Display.
w Menu indicatie
Dit geeft de items aan die te zien zijn in de menu
display, en de knop die ingedrukt moet worden. Kijk
naar “Basis handelingen” (blz. 17) voor details.
e Easy (Makkelijke) Navigator
Deze geeft de knoppen aan die ingedrukt moeten
worden. Kijk naar “Basis handelingen” (blz. 18) voor
details.
r Transponering
Laat de huidige transponeerwaarde zien (blz 30).
t Registratie bank-nummer
Laat de huidige geselecteerde registratie memory bank
en nummer zien (blz. 56).
y Tempo
Geeft het huidige tempo van het afspelen van de
begeleiding/song aan
(blz. 36).
u Maat
Geeft het huidige
maatnummer aan tijdens
1st beat
2nd beat
3rd beat
4th beat
4/4 time3/4 time
song opname en afspelen.
i Tel indicators
Knippert in het huidige tempo en geeft de huidige tel
aan tijdens begeleiding en song afspelen.
q Menu/mededeling display
OPM.
• Als de het instrument
aan staat en de PSR-550
wordt drie minutes of
langer niet bediend, zal
de LCD de kleur elke drie
seconden wijzigen (als
de Backlight mode is
ingesteld op “Auto”).
DIAL
BEAT
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
TOUCH
HARMONY
SUSTAIN
w Menu
indicatie
o DSP (FAST)
!0 TOUCH
!1 SUSTAIN
!2 HARMONY
!4 Song tracks /
Begeleiding tracks
o DSP (FAST)
“DSP” verschijnt als het DSP effect is aangezet (blz.
49).
“FAST” verschijnt als het DSP FAST/SLOW effect is
aangezet (blz. 49).
!0 TOUCH
Verschijnt als de aanslaggevoeligheid is aangezet (blz.
120).
!1 SUSTAIN
Verschijnt als de sustain is aangezet (blz. 30).
!2 HARMONY
Verschijnt als het HARMONY effect is aangezet (blz.
50).
!3 Akkoord
Laat de huidige akkoord naam
zien tijdens het afspelen van
Cm
de AUTO
ACCOMPANIMENT
(automatische begeleiding) of song opname/afspelen
(blz. 33).
!4 Song tracks / Begeleiding tracks
•In de Song mode (blz. 25) en de Demo Song mode
(blz. 15):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en
volume/aanslagsnelheid instellingen aan.
•In de Stijl mode (blz. 25):
De iconen van de tracks 9 - 16 geven de aan/uit
status en volume/aanslagsnelheid instellingen aan
voor elk van de acht begeleiding tracks.
•In de Record mode (blz. 25):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en
volume/aanslagsnelheid instellingen aan. De “REC”
markeringen geven de opname status aan.
Akkoord soortGrondtoon
16
14
Page 17
Basis handelingen
Dit gedeelte introduceert u de basis bediening die gelijk is bij de verscheidene functies van de PSR-550.
In het bijzonder leert u hoe u het menu/mededeling display in het midden van het bedieningspaneel kunt gebruiken.
• De Bedienings Displays oproepen ...................................................................... blz. 17
• Hoe de Menu/mededeling display te lezen en de “Makkelijk Navigator” ............. blz. 18
• Menu Selectie ...................................................................................................... blz. 19
• Waarden veranderen (edit).................................................................................. blz. 20
• FUNCTION knop ................................................. blz. 118
• DISK LOAD knop .................................................. blz. 62
• DISK SAVE knop .................................................. blz. 60
• DISK UTILITY knop ........................................ blz. 64, 67
Drukken op één van deze knoppen roept onmiddellijk de relevante display voor de
geselecteerde functie op.
Zie het functie boom overzicht voor details (blz 22).
Als u verscheidene verschillende functie displays achter elkaar heeft geselecteerd, kunt u “uw
stappen weer terugvoeren” en elke display opnieuw oproepen door de [BACK] en [NEXT]
knoppen aan de linkerzijde van de display te gebruiken. U kunt natuurlijk ook direct de gewenste
display selecteren door op de juiste knoppen te drukken (zoals hierboven is opgesomd).
Hoe de huidige display te verlaten
Zoals te zien is in de functieboom (blz. 22), is er een grote verscheidenheid aan
functies op de PSR-550, elk met zijn eigen overeenkomstige display. Om de display
van een functie te verlaten drukt u op de [EXIT] knop.
Aangezien de PSR-550 zo veel verschillende displays heeft, kan het voorkomen dat u
af en toe in de war raakt over welke bedieningsdisplay op dat moment te zien is. Als
dit gebeurt, kunt u terugkeren naar de “thuisbasis” door verscheidene keren op de
[EXIT] knop te drukken. Dit brengt de PSR-550 terug naar de standaard display —
dezelfde display die verschijnt als het instrument wordt aangezet.
17
15
Page 18
Basis handelingen
Hoe de Menu/Mededeling Display in “Easy Navigator” te lezen
Afhankelijk van de geselecteerde functie of handeling, laat de PSR-550 een
verscheidenheid aan displays en indicaties zien. Hieronder bevinden zich de
“Makkelijk Navigator” mededelingen die u door de verscheidene handelingen loodsen.
Laten we eens enkele voorbeelden bekijken:
● Voice
Druk op de [VOICE R1] button.
● Stijl
● Song
001 Grand Piano
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Druk op de [STYLE] knop.
0018Beat 1
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent ook: “U kunt
de begeleiding starten door op de
[START/STOP] knop te drukken.”
LR12
Deze mededeling betekent: “De huidige voice voor
voice R1 (Grand Piano) is bovenaan te zien. U kunt
deze voice wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop,
de [-/NO] knop of nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken."
Deze mededeling betekent: “De huidige stijl (8Tel 1) is
bovenaan te zien. U kunt deze stijl wijzigen door de
data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de
nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
18
Plaats de bijgeleverde
datadiskette in de diskdrive.
001CLUB XG
CHORD
6
dim
mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
_
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
Deze mededeling betekent ook: “U kunt
de huidige song starten door op de
[START/STOP] knop te drukken.”
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent: “De huidige song
(CLUB_XG) is bovenaan te zien. U kunt deze song
wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO]
knop of de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
16
Page 19
● Diskette
Basis handelingen
Plaats een ongeformatteerde
diskette in de diskdrive.
Format OK?
CHORD
119
6
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent: “Druk op de [+ 1/ YES]
knop om de formatteer handeling uit te voeren.”
Menu Selectie
Voor bepaalde handelingen op de PSR-550 (zoals voices, demo songs en stijlen
selecteren), moet u verschillende menu’s in de display selecteren.
De display hieronder bijvoorbeeld (voor het selecteren van de functie) verschijnt als u
op de [FUNCTION] knop drukt.
F1 Multi Pad
CHORD
dim
mM
7
513
augsus4
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
In dit geval kunt u de functie selecteren door aan de data dial te draaien, of de cursor
te verplaatsen door op de [+/YES]/[-/NO] knoppen te drukken.
F1 Multi Pad
CHORD
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
0~9
/YES
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop[-/NO] knop
F2 Regist Memory
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop[-/NO] knop
F3 DigitalEffect
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim
513
augsus4
mM
7
KEYBOARDSTART/STOP
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop[-/NO] knop
De display hieronder (voor het selecteren van voices) verschijnt als u op de [VOICE
R1] knop drukt.
001 Grand Piano
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
dim
mM
7
513
augsus4
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
DIAL
0~9
/YES
LR12
VOICE
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
In dit geval kunt u ook de voice selecteren door de data dial of de [+/YES]/[-/NO]
knoppen zoals hierboven te gebruiken; u kunt ook het voice nummer direct invoeren
door de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken (zie de volgende bladzijde).
19
17
Page 20
Basis handelingen
Waarden veranderen (Edit)
Dit gedeelte laat u zien hoe u numerieke waarden op de PSR-550 instelt, zoals voice
nummer, song/stijlnummer en verscheidene parameters. Voer de waarden in door de
nummer knoppen [1]-[0] of de [+/YES]/[-/NO] knoppen te gebruiken.
Nummer knoppen [1]-[0]
worden hieronder
beschreven.
De data dial naar
rechts (met de klok
mee) draaien verhoogt
de waarde, terwijl
draaien naar links
(tegen de klok in) de
waarde verlaagt.
Druk op de [+/YES] knop om de weergegeven waarde met
1 te verhogen. Druk op de [-/NO] knop om de
weergegegeven waarde met 1 te verlagen. Indrukken en
vasthouden van een van de knoppen verhoogt of verlaagt
de waarde continu.
Voor items die over een initiële standaard waarde
beschikken, zal het tegelijkertijd indrukken van de [+/YES]
en de [-/NO] knoppen instelling terugbrengen op de initiële
waarde.
Numerieke invoer
De uitleg hier is alleen van toepassing op nummers die uit maximaal drie cijfers
bestaan, zoals die van voices en stijlen.
• Één- of twee-cijferige nummers invoeren
Één- of twee-cijferige voice nummers kunnen worden ingevoerd met voorafgaand een
nul: bijv. “12” kan worden ingevoerd als “012” door achtereenvolgens op de [0], [1] en
[2] knoppen te drukken.
OPM.
• Één- of twee-cijferige
nummers kunt ook zonder
voorafgaande nul worden
ingevoerd. Om nummer “12”
bijvoorbeeld te selecteren,
drukt u gewoon op de [1] knop
en vervolgens op de [2] knop.
De bakljes onder het nummer
op de display zal een paar
seconden knipperen, en dan
verdwijnen op het moment dat
de PSR-550 het
geselecteerde nummer heeft
herkend.
• Drie cijferige nummers invoeren
De nummer knoppen kunnen worden gebruikt om het nummer van de gewenste voice
direct in te voeren, waardoor u onmiddellijk die voice kunt selecteren zonder dat u
eerst een aantal andere voices moet doorlopen. Om bijvoorbeeld nummer 106 te
selecteren, drukt u achtereenvolgens op de [1], [0] en [6] nummer knoppen.
20
18
Page 21
Benoemen
Dit maakt het u mogelijk om uw eigen originele data zoals songs, stijlen en registration
memory instellingen, te creëren. U kunt ook de data desgewenst een willekeurige naam geven.
De volgende data soorten kunnen worden benoemd.
Het voorbeeld display hieronder verschijnt bij het benoemen van een song op een diskette (blz. 90).
–Nam=xxxxxxxx
Cursor
Om een originele naam in te voeren, gebruikt u het toetsenbord.
Letters en karakter zijn
zijn aangegeven
boven de de
corresponderende
toetsen.
Basis handelingen
C1
Voer een karakter inElke toets op het toetsenbord geeft een ander karakter,
zoals direct boven de toets staat aangegeven.
De cursor bewegenDe A#5 en B5 toetsen bewegen de cursor achteruit en
vooruit in de file naam.
Kleine letter invoerenDe C1 toets functioneert als een shift toets die
omschakelt tussen kleine- en hoofdletters: Houdt de Shift
toets ingedrukt terwijl u een karaktertoets indrukt om een
kleine letter in te voeren.
De Delete toets (C6) wist het karakter op de cursor positie.
Direct Access (Directe Toegang)
Door de [DIRECT TOEGANG] knop te gebruiken, kunt u onmiddellijk de gewenste
display oproepen. Indrukken van de [DIRECT ACCESS] knop en de[REGISTRATION MEMORY] knop, bijvoorbeeld, selecteert automatisch de display
voor het invoeren van de Registration Memory bank naam.
OPM.
• Kleine letters kunnen niet gebruikt
worden voor diskettefile namen.
Direct Access
–RegName Regist01
Cursor
Zie blz. 24 voor het Direct Access (Directe Toegang) Overzicht.
21
19
Page 22
Functieboom
KnopMenu/mededeling displayFunctieZie blz.
DEMOSweet Tenor .................................... Demo Song selectie ......................................................................................... 13
VOICE R1001 Grand Piano ............................ Voice R1 selectie .............................................................................................. 26
VOICE R2001 Grand Piano ............................ Voice R2 selectie .............................................................................................. 27
VOICE L001 Grand Piano ............................ Voice L selectie ................................................................................................ 28
SONG001 CLUB_XG................................ Song selectie.................................................................................................... 68
MUSIC DATABASE001 Alive Fever ........................................................................................................................... 4 ................... 14
VOICE CHANGER1=001 Grand Pno ........................ Voice selectie van R1/R2/L/Stijl track/Song track ............................................ 75
SngMenu ........................................ Song menu selectie.......................................................................................... 69
PlayMode ............................ Song afspeel methode selectie ............................................................... 69
Measure .............................. Song Maat vanwaar het afspelen begint.......................................................... 71
AbRepeat ............................ Song repeat instelling........................................................ 2 ................... 72
S.Trans ................................ Song transponeer instelling ............................................... 3 ................... 73
Volume Ph1 ....................................Volume aanpassing van de begeleidingstrack ........................................ 76
Volume T01 .................................... Volume aanpassing van de song track ................................................... 76
Octave T01 ....................................Octaaf instelling van de song track .................................................................. 77
Pan R1 .......................................... Pan instelling van voice R1/R2/L ..................................................................... 77
Pan RhM ....................................... Pan instelling van begeleiding track ................................................................. 77
Pan T01 .........................................Pan instelling van de song track ...................................................................... 77
TEMPO/TAPTempo ............................................. Tempo instelling ............................................................................................... 36
DISK LOADLd ................................................... Data laden van een diskette ............................................................................. 62
DISK SAVESv ................................................... Data opslaan op diskette.................................................................................. 60
DISK UTILTYMenu
SongCopy ............................ Een song naar diskette kopiëren ...................................................................... 64
Delete .................................. Een file van diskette wissen ............................................................................. 67
Format ................................. Een diskette formatteren ................................................... 11 ................. 60
• Het icoon in het overzicht geeft de relevante functie of parameter aan die kan worden
opgeroepen via de Direct Access (Directe Toegang) functie, en de nummers naast het icoon
komen overeen met die in het Direct Access overzicht op blz. 24. Alle functies aangeven met dit
teken (anders dan Stijl selectie, Muziek Database selectie en Disk Format) kunnen door de
gebruiker worden toegewezen aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0]
— waardoor u in staat wordt gesteld onmiddellijk de gewenste functie/parameter te selecteren.
• Als u de Mixer schermen oproept (anders dan Volume en Octaaf) via Direct Access, zal het vorig
bewerkte gedeelte (blz. 74) worden aangegeven.
• Betreffende
1 en 4, kunnen de genoemde schermen in feite afwijken van degenen die links
staan beschreven. Zie het Direct Access Overzicht op blz. 24.
22
20
Page 23
Functieboom
KnopMenu/mededeling displayFunctieZie blz.
FUNCTIONF1 Multi Pad
PBnk .................................. Multi pad bank selectie...................................................... 12 ................. 44
CdMatch .............................. Chord match aan/uit instelling ........................................... 13 ................. 43
F2 Regist Memory
RBnk .................................. Registration Memory bank selectie .................................. 14 ................. 56
RegName ............................ Benoemen Registration Memory bank ............................. 15 ................. 56
Setup Dt.................... Initiële Setup data bewerken ............................................................................ 88
Name ........................ User Songs Benoemen .................................................................................... 90
Clear ......................... User song data wissen ..................................................................................... 91
Record ................................. User Stijl opnemen ........................................................................................... 96
9Octaaf instelling van Voice R2PART ON/OFF [VOICE R2]
10Octaaf instelling van Voice LPART ON/UIT [VOICE L]
11Een diskette formatteren[UTILITY]
12Multi pad bank selectieMULTI PAD [STOP]
13Akkoord overeenkomen aan/uit instellingMULTI PAD [1]~[4]
14Registration Memory bank selectieREGISTRATION MEMORY [1]~[4]
15Registration Memory bank benoemenREGISTRATION MEMORY [MEMORY]
16DSP type selectie[DSP] of [FAST/TAP]
17Harmonie/Echo type selectie[HARMONY]
18Metronoom aan/uit instelling[TEMPO/TAP]
19Splitpunt instelling[SONG/ACMP VOLUME]
20Fingering selectie[ACMP ON/OFF]
21Aanslaggevoeligheids instelling[TOUCH]
22Voice set aan/uit instelling[FUNCTION]
23LCD’s achtergrondsverlichtingskleur instelling[DEMO]
24Harmonie/Echo volume instellingNummer knop [0]
25Reverb type selectieNummer knop [1]
26Reverb retour niveau instellingNummer knop [2]
27Reverb diepte instellingNummer knop [3]
28Chorus Type selectieNummer knop [4]
29Chorus retour niveau instellingNummer knop [5]
30Chorus diepte instellingNummer knop [6]
31DSP type selectieNummer knop [7]
32DSP retour niveau instellingNummer knop [8]
33DSP diepte instellingNummer knop [9]
34Harmonie/Echo type selectieNummer knop [-/NO]
35Harmonie part instellingNummer knop [+/YES]
24
* Alleen beschikbaar in de songmode.
Tot verscheidene andere dan de hiervoor opgesomde functies kan toegang worden verkregen
door ze aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0] toe te wijzen.
De hiervoor opgesomde functies zijn standaard instellingen.
Zie de Functieboom op de bladzijden 22 en 23 voor de beschikbaar functies.
Zie blz. 122 over hoe de beschikbare functies toe te wijzen.
22
Page 25
Mode
Afhankelijk van de gebruikte paneel handeling, kent de PSR-550 verscheidene fundamenteel
verschillende toestanden (of bedieningsmethodes). Elke van deze toestanden wordt een mode
genoemd. Dit gedeelte legt de algemene modes van het instrument uit.
Stijl Modeblz. 32
Selecteer deze mode door op de [STYLE] knop of de [MUSIC DATABASE] knop te
drukken. (Dit is de standaard mode als het instrument wordt aangezet.)
De Stijl mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord, en
als de automatische begeleiding wordt gebruikt.
Stijlen zijn de ritme/begeleidings patronen die door de automatische begeleidingsfunctie
worden gespeeld.
In de Stijl mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
De [ACMP ON/OFF] knop
schakelt aan en uit.
Als de automatische begeleiding
aan is, wordt de linkerkant van het
toetsenbord gebruikt voor bespelen/
aangeven van akkoorden.
● Synchronized Start standby
(SYNC START) aan/uit ................. blz. 33
De [SYNC START] knop
schakelt aan en uit.
Als Synchronized Start
standby aan is, begint de
automatische begeleiding
zodra u een toets op het
toetsenbord speelt.
BEAT
Song Modeblz. 68
Selecteer deze mode door op de [SONG] knop te drukken of door het plaatsen van de
diskette, die de song data bevat, in de diskdrive.
De Song mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord,
en voor het afspelen van de songs.
In de Song mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op paars ingesteld.
Record Mode
Selecteer deze mode door op de [RECORD] knop te drukken.
In de Record Mode kunt u uw eigen originele spel en songs opnemen en originele stijlen
en Multi Pad frases creëren.
In de Record mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op rood ingesteld.
● Song record mode ....................... blz. 78
Als Opname (Synchronized Start) standby aan is, begint het opnemen zodra u een toets
op het toetsenbord speelt.
● Pad opname mode ....................... blz. 92
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Disk Modeblz. 57
Selecteer deze mode door op de [LOAD] knop, [SAVE] knop of de [UTILITY] knop te drukken.
In de Disk mode kunt u belangrijk data opslaan en laden.
In de Disk mode, kunnen geen paneel handelingen worden uitgevoerd (met uitzondering
van diskette handelingen).
In de Disk mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
25
23
Page 26
Voices bespelen
De PSR-550 beschikt over een kolossale selectie en diversiteit aan muzikale instrument voices die u kunt bespelen.
Probeer de verschillende voices eens uit aan de hand van het voice overzicht achterin de meertalige handleiding (blz. 123).
Selecteer en bespeel de voices van verschillende muziekinstrumenten
• Een Voice selecteren ........................................................................................blz. 26
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123).
002Bright Piano
Bespeel het toetsenbord en pas het volume aan.
3
TRACK(1~16)
PART
DIAL
OPM.
• De hier geselecteerde voice
LR12
VOICE
0~9
STYLE
SONG
/YES
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
wordt voice R1 (RIGHT 1)
genoemd. Zie blz. 29 voor
meer informatie over voice R1.
26
24
Page 27
Twee Voices (R1, R2) tegelijkertijd bespelen
Druk op de [PART ON/OFF VOICE R2] knop.
1
Bespeel de voices.
2
Twee verschillende voices klinken tegelijk in een layer.
Voice R1 (RIGHT 1) is de eerste voice van de layer en is bedoeld om met de
rechterhand te worden bespeeld. De tweede voice wordt voice R2 (RIGHT 2)
genoemd en wordt ook bespeeld met de rechterhand.
Voices bespelen
Een voice selecteren voor VOICE R2
Druk op de [VOICE R2] button.
1
098 Slow Strings
Selecteer een voice.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123).
De voices die hier (VOICE R2) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als
die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz 26).
Bespeel de voice.
3
27
25
Page 28
Voices bespelen
Verschillende Voices met de linker (L) en rechter (R1, R2) handen bespelen
Druk op de [PART ON/OFF VOICE L] knop.
1
Bespeel de voices.
2
De noten die u met uw rechter en linker handen speelt, klinken als twee
verschillende voices.
OPM.
• Het punt op het toetsenbord
Splitpunt
dat de voice L en voice R1
scheidt wordt het “splitpunt”
genoemd (blz. 29).
Voice L
Voice R1 (RIGHT 1) is bedoeld om met de rechterhand bespeeld te worden.
Voice L (LEFT) wordt gespeeld met de linkerhand.
Voice R1
Een voice selecteren voor VOICE L
Druk op de [VOICE L] knop.
1
095 String Ensbl
Selecteer een voice.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123 van de Meertalige Handleiding).
28
De voices die hier (VOICE L) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als
die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz. 26).
Bespeel de voices.
3
Splitpunt
Voice L
Voice R1
26
Page 29
Splitpunt
Voices bespelen
Het punt op het toetsenbord dat de voice L en voice R1/R2 scheidt, wordt het
“splitpunt” genoemd.
Het splitpunt is af fabriek ingesteld op F#2, u kunt dit echter instellen op elke toets die
u wenst. Zie blz. 120 voor instructies over het splitpunt instellen.
Splitpunt (F#2)
Voice L
Voice R1/R2
OPM.
• Elke toets heeft een nootnaam;
De laagste (meest linkse) toets
op het toetsenbord,
bijvoorbeeld, komt overeen
met C1, en de hoogste (meest
rechtse) toets met C6. (Zie
voor details onder).
Functies van het Toetsenbord
Zoals hierboven uitgelegd, kan het toetsenbord van de PSR-550 drie verschillende voices tegelijk voortbrengen.
Hier is een korte samenvatting van de verschillende manieren om voices te bespelen.
● Een enkele (single) Voice
bespelen
Voice R1
● Twee Voices bespelen
Voice R1 + R2
● Afzonderlijke Voices met
de rechter en linker
handen bespelen
Voice L
Voice L
Voice R1
Voice R1 + R2
Verder heeft het toetsenbord van de PSR-550 nog andere belangrijke functies naast het bespelen van voices (zoals hieronder aangegeven).
● Automatische begeleidingsgedeelte
Als de automatische begeleiding op aan is ingesteld (blz. 33), wordt het toetsbereik van voice L het bereik voor het bespelen/
aangeven van de akkoorden.
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Voice R1/R2
● Benoemen
Het toetsenbord kan ook worden gebruikt om song files op een diskette, User
Stijlen, User Pad banken en Registration Memory banken (blz. 21) te benoemen.
Elke toets heeft een nootnaam; de laagste (meest linkse) toets op het toetsenbord, bijvoorbeeld, komt overeen met
C1, en de hoogste (meest rechtse) toets met C6.
C#1D#1F#1G#1A#1
C1
D1 E1 F1 G1 A1 B1
C1 - B1
27
C2 - B2C3 - B3C4 - B4C5 - B5 C6
29
Page 30
Voices bespelen
Transponeren
Deze functie maakt het mogelijk de totale toonhoogte van de PSR-550 omhoog of
omlaag te transponeren met een maximum van één octaaf in stappen van een halve
noot. Het transponeerbereik is van -12 tot +12.
Druk op de [TRANSPOSE] knop.
1
Transpose=0
Stel de transponering in.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
OPM.
• De Transponeer functie kan niet
worden toegepast als er een
drumkit als voice is
geselecteerd (blz. 31).
• Druk tegelijkertijd op de [+/YES]
en [-/NO] knoppen om de transponeerwaarde onmiddellijk terug
te zetten naar de waarde “0”.
• De nieuwe TRANSPOSE waarde
werkt vanaf de volgende toets die
gespeeld wordt.
• Negatieve waarden kunnen
worden ingevoerd door de
nummer knoppen te gebruiken
terwijl de [-/NO] knop wordt
vastgehouden.
Transpose=4
Pitch Bend wiel
Gebruik het PSR-550 Pitch Bend wiel om de noten te verhogen (draai het wiel van u weg) of te
verlagen (draai het wiel naar u toe) terwijl u het toetsenbord bespeelt. Het pitch bend wiel is zelfcentrerend en zal automatisch terugkeren naar de normale toonhoogte als deze wordt losgelaten.
Sustain
OPM.
• Het maximum pitch bend
bereik kan worden ingesteld
via de Pitch Bend Range
(bereik) functie in de Utility
functie groep (blz. 122).
Als de Sustain functie op ON staat, krijgen alle noten die op het toetsenbord worden
gespeeld een lange uitsterftijd (sustain). Druk op de [SUSTAIN] knop om het
SUSTAIN effect ON (aan) of OFF (uit) te zetten.
DSP(FAST)
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
30
28
Page 31
Toetsenbord Percussie
Druk op de [VOICE R1] button.
1
Selecteer “StandardKit1”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
220 StandardKit1
Bespeel de voice.
3
Zie de illustratie hieronder en het Drum Kit Overzicht achter in de meertalige
handleiding (blz. 128).
De drum- en percussie instrumentgeluiden van de Standard Kit (Std.Kit1) zijn
aangeven door symbolen die onder de toetsen zijn gedrukt.
Voices bespelen
OPM.
• De Transponeer functie kan
niet worden toegepast als er
een drumkit als voice is
geselecteerd (blz. 30).
• Elke toets heeft een nootnaam;
De laagste (meest linkse) toets
op het toetsenbord,
bijvoorbeeld, komt overeen
met C1, en de hoogste (meest
rechtse) toets met C6. (Zie
voor details blz. 29)
[Standard Kit 1]
Cowbell
Brush Tap
Brush Slap
Castanet
Open Rim Shot
Sticks
C1C2C3C4C5C6
Kick
Snare
Snare Tight
Seq Click H
Brush Swirl
Brush Tap Swirl
Snare Roll
Snare Soft
Kick Soft
Kick Tight
Side Stick
Floor Tom L
Floor Tom H
Hand Clap
Hi-Hat Closed
Low Tom
Mid Tom L
Mid Tom H
Hi-Hat Open
Hi-Hat Pedal
High Tom
Chinese Cymbal
Crash Cymbal 1
Splash Cymbal
Crash Cymbal 2
Ride Cymbal Cup
Tambourine
Ride Cymbal 1
Bongo H
Conga H Mute
Ride Cymbal 2
Vibraslap
Conga L
Timbale H
Bongo L
Conga H Open
Cabasa
Agogo H
Samba Whistle L
Samba Whistle H
Maracas
Agogo L
Timbale L
Guiro Long
Wood Block H
Guiro Short
Cuica Open
Wood Block L
Triangle Open
Claves
Jingle Bell
Cuica Mute
Triangle Mute
Shaker
Bell Tree
31
29
Page 32
Automatische begeleiding
De automatische begeleidingsfunctie plaatst een volledige begeleidingsband onder uw vingers. Om deze te gebruiken,
hoeft u alleen maar de akkoorden met uw linkerhand te spelen, en de geselecteerde begeleidingsstijl die bij uw muziek
past zal automatisch meespelen, onmiddellijk volgend op de akkoorden die u speelt. Met de automatische begeleiding,
kan zelfs een solist met plezier spelen met de begeleiding van een complete band of orkest.
De PSR-550 beschikt over een totaal van 112 stijlen of begeleidingspatronen (stijl nummers 1 - 112)
met een verscheidenheid aan verschillende muzikale genres. Probeer eens enkele van de
verschillende stijlen te selecteren (blz. 130MH) en te bespelen met de automatische begeleiding.
Twee manieren om de automatische begeleiding af te spelen
Automatische één-knops selectie van een verscheidenheid aan speciaal
geprogrammeerde paneel instellingen die past bij de de automatische begeleidingsstijl
• One Touch Setting is geselecteerd ................................................................ blz. 42
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de ritme track)
Druk op de [STYLE] knop.
1
0018 Beat 1
CHORD
119
6
Selecteer een stijl.
2
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding(blz 130).
002 8Beat2
Druk op de [START/STOP] knop om de ritme tracks van de auto-
3
matische begeleiding, minus de bas en akkoord tracks te starten.
BACK
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
VOICE LR12
0~9
STYLE
SONG
/YES
MUSIC DATABASE
OPM.
• U kunt opvolgende Stijl
categorieën selecteren door de
Direct Access functie te
gebruiken. De methode is gelijk
aan die voor het selecteren van
Music Database categorieën.
Zie stap 2 in “De Muziek
Database gebruiken” op blz. 14.
Zie ook de op het paneel
gedrukte Stijl categorieën.
32
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
4
te stoppen.
30
Page 33
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding (blz. 130).
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT in.
3
Druk op [ACMP ON/OFF] zodat zijn indicator oplicht.
Het als linkerhand sectie aangegeven toetsenborddeel wordt het “Automatische begeleidingsgedeelte” genoemd en akkoorden die in deze sectie worden gespeeld worden automatisch
gedetecteerd en gebruikt als een basis voor een volledig automatische begeleiding met de
geselecteerde stijl.
Splitpunt
Automatische begeleiding
OPM.
• [ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT]
(begeleiding).
Automatische
begeleidingsgedeelte
Zet SYNCHRONIZED START aan.
4
Druk op de [SYNC START] knop zodat zijn indicator oplicht.
De tel/beat lamp knippert ook mee in de maat met het tempo. Deze toestand
wordt Synchronized Start standby genoemd. Zie blz. 25 voor details.
BEAT
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
5
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
CHORD
dim
mM
119
6
513
augsus4
7
OPM.
• [SYNC START] is de afkorting
van [SYNCHRONIZED START]
(gesynchroniseerde start).
Probeer andere akkoorden met uw linkerhand te spelen.
6
Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
7
te stoppen.
31
33
Page 34
Automatische begeleiding
Begeleidingssecties
Er zijn verschillende soorten Automatische Begeleidingssecties die u de mogelijkheid
geven de arrangementen van de begeleiding te variëren om bij de song te passen die u
speelt. Dit zijn: Intro, Main A en B, Fill-in en Ending. Door daartussen te schakelen
terwijl u speelt, kunt u makkelijk de dynamisch elementen van een professionalklinkend arrangement maken in uw spel.
● INTRO Sectie
Deze wordt gebruikt voor het begin van de song. Als het intro klaar is met spelen, gaat de
begeleiding door met de main sectie.
De lengte van het intro (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
● MAIN Sectie
Deze wordt gebruikt voor het spelen van het algemene gedeelte van de song. Het speelt
een begeleidingspatroon van verscheidene maten (2 - 4 maten), en wordt eindeloos
herhaald tot een andere sectie knop wordt ingedrukt. Er zijn twee variaties op het basis
patroon, A - B, en de automatische begeleiding wijzigt harmonisch, gebaseerd op de
akkoorden die u met uw linkerhand speelt.
● FILL-IN Sectie
De fill-in gedeelten laten u dynamisch variaties en breaks in het ritme van de begeleiding
toevoegen, om zo uw spel nog professioneler te maken. Druk gewoon op één van de
MAIN/AUTO FILL (A, B) knoppen terwijl u speelt, en de geselecteerde fill-in sectie speelt
automatisch (AUTO FILL), waardoor de automatische begeleiding wordt opgeluisterd.
Als de fill-in klaar is, gaat deze naadloos over in de geselecteerde main sectie (A, B).
● ENDING Sectie
Deze wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de ending klaar is, stopt de
automatische begeleiding automatisch. De lengte van de ending (in maten) is
verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl (blz. 32).
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Schakel de automatische begeleiding in (blz. 33).
3
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
OPM.
• [ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT] en
[SYNC START] dat van
[SYNCHRONIZED START].
34
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
4
BEAT
32
Page 35
Druk op de [MAIN/AUTO FILL] knop.
5
Druk op de [INTRO] knop.
6
Automatische begeleiding
7
8
9
10
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Voor informatie ver hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
Splitpunt
Als het afspelen van het intro klaar is, gaat deze automatisch over in de main A
sectie.
Druk op de [MAIN B] knop.
Er speelt een fill-in, automatisch gevolgd door de main B sectie.
Druk indien gewenst op de MAIN knoppen tijdens uw spel.
De main sectie die overeenkomt met de ingedrukte knop speelt na een
automatische fill-in.
Druk op de [ENDING] knop.
OPM.
• De indicator van de te spelen
bestemmingssectie (MAIN A of
B) zal knipperen terwijl de
corresponderende fill-in wordt
gespeeld. U kunt op dat
moment de te spelen
bestemmings sectie nog
veranderen door op de
betreffende knop MAIN/AUTO
FILL [A] of [B] knop te drukken.
• U kunt de intro sectie zelfs
midden in de song gebruiken
door tijdens de song op de
[INTRO] knop te drukken.
• Als de MAIN/AUTO FILL A/B
knop wordt ingedrukt na de
laatste halve tel (achtste noot)
van de maat, zal de fill-in vanaf
de volgende maat starten.
OPM.
• Als u op de INTRO knop drukt
terwijl de ending speelt, zal de
intro sectie beginnen te spelen
als de ending klaar is.
• Als u op een MAIN/AUTO FILL
knop drukt terwijl de ending
speelt, zal de fill-in begeleiding
onmiddellijk beginnen te
spelen, daarna doorgaand met
de main sectie.
• Als u op de [SYNC START]
knop drukt terwijl de
begeleiding speelt, zal de
begeleiding stoppen en de
PSR-550 zal overgaan naar de
Synchronized Start standby
status.
• U kunt de begeleiding
beginnen door de ending te
gebruiken in plaats van de intro
sectie.
Hierdoor wordt naar de ending sectie geschakeld. Als de ending is afgelopen,
stopt de automatische begeleiding automatisch.
U kunt de ending geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nogmaals op de
[ENDING] knop te drukken, terwijl de ending speelt.
35
33
Page 36
Automatische begeleiding
Tempo/Tap
Elke stijl van de PSR-550 is met een standaard bpm (tempo) geprogrammeerd; deze
kan echter worden gewijzigd door de [TEMPO/TAP] knop te gebruiken.
U kunt het tempo veranderen naar een willekeurig waarde tussen 32 en 280 tellen per minuut.
De volgende stappen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden gebruikt.
Druk op de [TEMPO/TAP] knop.
1
Tempo=148
Verander het tempo.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Tempo=124
Druk tegelijkertijd op de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het
3
standaard tempo terug te roepen.
Tempo=148
De Tap functie gebruiken
OPM.
• Als u een andere stijl selecteert
terwijl de begeleiding niet
speelt, wordt het “standaard”
tempo voor die stijl ook
geselecteerd. Als de
begeleiding speelt, wordt
hetzelfde tempo gehandhaaft,
zelfs als u een andere stijl
selecteert.
De automatische begeleiding kan op elk gewenste tempo worden gestart door het
tempo in te tikken met de [TEMPO/TAP] knop.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl (blz. 32).
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Druk vier keer achtereenvolgens op de [TEMPO/TAP] knop (in
3
een consequent ritme).
● Als er een 4-kwarts stijl wordt geselecteerd
Tik 4 keer
De automatische begeleiding begint automatisch in het tempo dat u op de knop
heeft ingetikt.
36
* Als er een 3-kwarts stijl wordt
geselecteerd, tik 3 keer.
OPM.
• Het tempo kan ook tijdens het
afspelen veranderd worden
door twee keer in het gewenste
tempo op de TEMPO/TAP knop
te drukken.
34
Page 37
Automatische begeleiding
Accompaniment Track Muting (uitschakelen)
De PSR-550 heeft acht begeleiding tracks — RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN, BASS, CHORD 1, CHORD 2,
PAD, PHRASE 1 en PHRASE 2 — die u kunt regelen om zo de “orkestratie” te veranderen en daardoor het totale
geluid van de begeleiding. Als een stijl wordt geselecteerd, zullen de iconen die overeenkomen met de tracks en
data voor een gedeelte van die stijl bevatten oplichten.
Individuele begeleidingstracks kunnen worden OFF (uit) gezet of ON (aan) door op de TRACK knoppen (9 - 16) te
drukken die overeenkomen met de betreffende tracks. Het [M] icoon zal verschijnen als een track wordt gemute.
Door de tracks in verschillende combinaties OFF en ON te zetten, kunt u verscheidene arrangementen creëren van
een enkele begeleiding stijl.
Track inhoud
● RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN
Dit zijn de algemene ritme tracks. De RHYTHM tracks zorgen
voor de drum en percussie geluiden.
● BASS
De BASS track speelt altijd een baslijn, maar de voice zal
veranderen zodat deze bij de geselecteerde stijl past …
acoustic bass, synth bass, tuba, enz.
● CHORD 1, CHORD 2
Deze tracks zorgen voor de ritmische akkoord begeleiding die nodig is
voor elke stijl. U vindt hier gitaar, piano en andere akkoord instrumenten.
● PAD
Deze track speelt waar nodig lange akkoorden, gebruikmakend van aanhoudende
instrumenten zoals strings (strijkers), organ (orgel), choir (koor).
● PHRASE 1, PHRASE 2
Dit is waar de muzikale verfraaiingen huizen.
De PHRASE tracks worden gebruikt voor dynamische blazers licks, arpeggio akkoorden
en andere extra’s die de begeleiding interessanter maken.
REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
9
Begeleidings Volume Regeling
Deze afzonderlijke volume regeling voor de automatische begeleiding laat u de
optimale niveau balans tussen de begeleiding en uw rechterhand spel instellen.
Het begeleidings volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
13
Start de begeleiding (blz. 33).
1
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
2
Acmp Volume =100
Pas het begeleidings volume aan.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Pas het niveau aan terwijl u het toetsenbord met uw rechterhand bespeeld, luisterend
naar de totale balans tussen de begeleiding en de op het toetsenbord gespeelde voice.
Stop de begeleiding (blz. 33).
4
35
OPM.
• [ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT].
37
Page 38
Automatische begeleiding
Akkoord Fingerings
De manier waarop akkoorden worden gespeeld of aangeven met uw linkerhand (in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord) wordt “fingering” genoemd.
Er zijn 5 soorten fingerings zoals hieronder wordt beschreven.”
• Multi Finger ................................................................................................ blz. 40
• Single Finger ..............................................................................................blz. 38
• Full Keyboard (Volledig toetsenbord) ......................................................... blz. 40
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Utility” met de data dial, de [+/YES]
F5Utility
F5Util:Fingerng
Fingering=Multi
2
knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
3
Selecteer “Fingerng” met de data dial, de [+/YES]
4
knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
5
Selecteer de manier waarop akkoorden worden
6
gespeeld of aangeven (Fingering) met de data
dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
OPM.
• De standaard fingering mode is
“Multi Finger”.
De handelingen voor elke functie die overeenkomen met stap nr. 6 worden behandeld
in de volgende uitleggingen.
De Single Finger mode
Fingering =Singl
Single-finger begeleidingen maken het makkelijk om prachtig georkestreerde
begeleidingen met majeur, septiem, mineur en mineur-septiem akkoorden door op een
minimum aantal toetsen te drukken in het automatische begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord. De volgende verkorte akkoord fingerings worden gebruikt:
C
• Voor een majeur akkoord, drukt u alleen op de
grondtoon.
Cm
• Voor een mineur akkoord, drukt u gelijktijdig op de
grondtoon toets en de zwarte toets links daarvan.
C
Cm
7
• Voor een septiem akkoord, drukt u gelijktijdig
op de grondtoon toets en de witte toets links
daarvan.
7
• Voor een mineur-septiem akkoord, drukt u
gelijktijdig op de grondtoon toets en op zowel
de witte als de zwarte toets links daarvan.
De Fingered 1 mode
Fingering =F1
De Fingered 1 mode laat u zelf uw eigen akkoorden neerzetten in het Automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (dat wil zeggen alle toetsen links van en
inclusief de split-punt toets — normaal F#2) terwijl de PSR-550 het geschikte
georkestreerde ritme, de bas en akkoord begeleiding in de geselecteerde stijl levert.
De Fingered 1 mode herkent de volgende akkoorden:
• Als u drie aan elkaar
grenzende toetsen (inclusief de
zwarte toetsen) speelt, zal het
akkoord geluid worden
geannuleerd en alleen de ritme
instrumenten zullen doorgaan
met spelen (CHORD CANCEL
functie).
• Het spelen van een enkele
toets of twee dezelfde
grondtonen in aangrenzende
octaven geeft een alleen op de
grondtoon gebaseerde
begeleiding.
• Een perfecte kwint (1 + 5)
produceert een begeleiding
gebaseerd op de grondtoon en
de kwint en kan dus zowel met
mineur als majeur gebruikt
worden.
• De akkoordliggingen zijn
allemaal in de grondligging,
maar inversies kunnen gebruikt
worden, met uitzondering van:
m7, m7
b
5, 6, m6, sus4, aug,
dim7, 7
b
5, 6(9), m7(11),
1+2+5.
• Inversies van de 7sus4
akkoorden worden niet
herkend als de kwint wordt
weggelaten.
• De AUTO ACCOMPANIMENT
zal soms niet veranderen als er
gerelateerde akkoorden achter
elkaar gespeeld worden
(bijvoorbeeld sommige mineur
akkoorden gevolgd door de
mineur septiem).
• Een twee vingerzetting zal een
akkoord gebaseerd op het
voorgaande akkoord
produceren.
39
37
Page 40
Automatische begeleiding
De Fingered 2 mode
Fingering =F2
Deze is in principe gelijk aan de hiervoor beschreven Fingered 1 mode, behalve dat de
Fingered 2 mode u het daarnaast ook nog mogelijk maakt de laagste noot van elke
akkoord te bepalen — simpelweg, de laagste noot gespeeld in het Automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord wordt gebruikt als begeleidings bas noot. Dit
houdt in dat u “on-bas” akkoorden kunt aangeven, waarin de algemene basnoot van het
akkoord niet de grondtoon van het akkoord is. Voor een C majeur akkoord, bijvoorbeeld,
zou u de E (de terts) of de G (de kwint) als basnoot kunnen gebruiken in plaats van de C.
CC op EC op G
De Full Keyboard (volledige toetsenbord) mode
Fingering =Full
Als de Full Keyboard Mode wordt geselecteerd, zal de PSR-550 automatisch de geschikte
begeleiding creëren, terwijl u nagenoeg van alles met beide handen over het hele
toetsenbordbereik kunt spelen. U hoeft zich geen zorgen te maken over het aangeven van de
begeleidingsakkoorden. De naam van het gedetecteerde akkoord zal in de display verschijnen.
De Multi Finger mode
Fingering =Multi
Dit is de standaard begeleidingsmode als het instrument wordt aangezet. De Multi Finger
mode detecteert automatisch Single Finger of Fingered 1 Akkoord Fingerings, zodat u
beide types fingering kunt gebruiken zonder de fingering modes om te hoeven schakelen.
Begeleidings Splitpunt
OPM.
• Als de Full Keyboard mode is
geselecteerd, zal de splitpunt
instelling (zie hierna) voor de
automatische begeleiding
worden genegeerd.
OPM.
• Als u mineur, septiem of mineur
septiem akkoorden wilt spelen met
gebruikmaking van de Single
Finger bediening in de Multi Finger
mode, druk dan altijd op de dichtst
bij de grondtoon van het akkoord
liggende witte/zwarte toets(en).
Het punt op het toetsenbord dat het automatische begeleidingsgedeelte en de
rechterhand sectie van het toetsenbord scheidt, wordt het “splitpunt” genoemd.
De initiële instelling (fabrieksinstelling) van het splitpunt is “F#2”; dit kan echter
worden ingesteld op elke toets die u wenst. Zie blz. 118 voor instructies over hoe het
splitpunt in te stellen.
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt (F#2)
40
38
Page 41
Synchro Stop
Automatische begeleiding
Als de Synchro Stop functie is geactiveerd, zal het afspelen van de begeleiding volledig stoppen
op het moment dat alle toetsen in het automatisch-begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
worden losgelaten. Het afspelen van de begeleiding zal weer beginnen zodra er een akkoord
wordt gespeeld. De Beat indicators in de display zullen knipperen als de begeleiding is gestopt.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
3
Zet SYNCHRONIZED STOP aan.
4
Druk op de [SYNC STOP] knop.
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
5
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
OPM.
• Synchro Stop kan niet op aan
worden ingesteld als de
fingering mode is ingesteld op
Full Keyboard of de
automatische begeleiding op
het paneel op uit. Ook wordt
Synchro Stop automatisch
uitgezet als Full Toetsenbord
wordt geselecteerd als fingering
mode of als de automatische
begeleiding op het paneel wordt
uitgezet.
• [SYNC STOP] is de afkorting
van [SYNCHRO STOP].
Automatische
begeleidingsgedeelte
De automatische begeleiding stopt
6
als u uw linkerhand van de toetsen
haalt.
Een akkoord met uw linkerhand spelen start automatisch de
7
automatische begeleiding weer.
Om de automatische begeleiding te stoppen, haalt u gewoon uw linkerhand van
het toetsenbord.
Zet SYNCHRONIZED STOP uit.
8
Druk op de [SYNC STOP] knop.
Als Synchronized Stop uit is, stopt de automatische begeleiding niet als u uw
linkerhand van de toetsen haalt.
Stop de begeleiding (blz. 33).
9
41
39
Page 42
Automatische begeleiding
One Touch Setting
De One Touch Setting is een krachtige en gemakkelijek functie die u in staat stelt om
onmiddellijk nagenoeg alle automatische-begeleiding-gerelateerde paneel instellingen
in één keer opnieuw in te stellen met het drukken op een enkele knop.
Druk op de ronde One Touch Setting knop om de One Touch
1
Setting functie op te roepen.
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen [1]-[4].
2
De stappen 3 en 4 van de “Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)” (blz. 33) kunnen worden
ingesteld met slechts een enkele druk op een [ONE TOUCH SETTING] knop. Daarbij kunnen
verscheidene paneel instellingen (zoals voices, effecten, enz.) die passen bij de geselecteerde stijl
onmiddellijk worden teruggeroepen met het drukken op een enkele knop (zie hierna).
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
3
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Stop de begeleiding.
4
OPM.
• U kunt ook eens proberen de
bestaande One Touch Setting
data te veranderen, en zo uw
eigen originele instellingen te
maken. Om de mogelijkheid te
hebben uw originele
instellingen op elk gewenste
moment weer op te kunnen
roepen, slaat u ze op met
behulp van de Registration
Memory functie (blz. 54).
• Als er een User stijl (nummer
113-115) is geselecteerd, kan
de One Touch Setting niet
worden gebruikt.
One Touch Setting Parameter overzicht
De PSR-550 bescikt over vier verschillende One Touch Settings voor elk van de 112 in
het instrtument ingebouwde automatische begeleidingsstijlen. Elk hiervan is speciaal
geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen; elke heeft de meest geschikte
voice (of combinatie van voices), digitale effecten en overige instellingen voor die stijl.
Eenvoudig drukken op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen laat u
onmiddellijk alle relevante instellingen opnieuw configureren, waardoor u op een
handige manier kunt beginnen te spelen in een door u gewenste stijl met alle de
geschikte geluiden — zonder dat u alle instelling één voor één moet maken.
• Part aan/uit (VOICE R1, R2)............................................................................ blz. 29
Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
*
42
40
Page 43
De Multi Pads
De PSR-550 Multi Pads kunnen worden gebruikt om een aantal korte voor-opgenomen ritmische en melodische
sequences af te spelen die kunnen worden gebruikt om impact en verscheidenheid aan uw toetsenspel toe te
voegen. U kunt ook uw eigen Multi Pad frases opnemen, zoals beschreven in “Multi Pad Opnemen” op blz. 92.
Enkele padfrases spelen gewoon terug zoals ze zijn geprogrammeerd, terwijl anderen van het “Chord
Match” type zijn, die, als de Chord Match functie aan staat, automatisch getransponeerd worden zodat
ze overeenkomen met de akkoorden die gespeeld worden met de PSR-550 automatische begeleiding.
• De Multi Pads Bespelen ................................... blz. 43
• Chord Match ..................................................... blz. 43
• Een Multi Pad Bank selecteren ........................ blz. 44
• Chord Match Aan/Uit schakelen ....................... blz. 44
De Multi Pads Bespelen
Druk op één van de Multi Pads.
De corresponderende frase (in dit geval, voor Pad 1) begint helemaal af te
spelen zodra de pad wordt ingedrukt. Om het afspelen in het midden van de
frase te stoppen, drukt u op de [STOP] knop.
Chord Match
40 banken
OPM.
• Tik gewoon op één van de Multi
Pads op elke gewenst moment
om de corresponderende frase
op het momenteel ingestelde
tempo af te spelen.
• U kunt zelfs twee, drie of vier Multi
Pads tegelijkertijd afspelen.
• Drukken op de pad terwijl deze
nog afspeelt, zal het afspelen
stoppen en weer starten vanaf
het begin.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Speel een akkoord met uw linkerhand.
3
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op één van de Multi Pads.
4
In dit voorbeeld, zal de frase voor Pad 1 worden getransponeerd naar F majeur
voordat deze wordt afgespeeld. Probeer eens andere akkoorden te spelen en op
de pads te drukken.
OPM.
• De status van chord match
aan/uit is afhankelijk van de
geselecteerde Multi Pad. Zie
het Multi Pad Bank overzicht
(blz. 45).
43
41
Page 44
De Multi Pads
Een Multi Pad Bank selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Multi Pad.”
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop om het MULTI PAD BANK scherm op
3
te roepen.
F1 Multi Pad
PBnk=01 Fanfare
Selecteer een Bank.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Chord Match Aan/Uit schakelen
1
4
5
-
Gebruik dezelfde handeling als in “Een Multi Pad Bank
3
selecteren” hiervoor.
Druk nogmaals op de [NEXT] knop.
CdMatch Pad1=On
Selecteer de gewenste PAD.
Gebruik de [NEXT]/[BACK] knop.
CdMatch Pad2=On
OPM.
• De Chord Match functie heeft
geen invloed op pads die
percussie frases bevatten.
• De Chord Match aan/uit
instelling wordt teruggezet naar
zijn originele status zodra er
een preset Multi Pad Bank
wordt geselecteerd.
• Als de Chord Match aan/uit
status van een user Multi Pad
Bank (zie hierboven) wordt
gewijzigd, wordt de nieuwe
status opgenomen met de Multi
Pad data.
44
Zet de CHORD MATCH functie on (aan) of off (uit).
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
• Er zijn twee soorten Multi Pad
data: sommige data zal
eenmaal worden
teruggespeeld en dan stoppen
als het einde is bereikt. Andere
data zal herhaaldelijk worden
teruggespeeld totdat er op de
[STOP] knop wordt gedrukt.
O : beschikbaar
45
43
Page 46
Digitale Effecten
Met de in de PSR-550 ingebouwde digitale effecten kunt u op verschillende manieren ambiance en
diepte aan uw muziek toevoegen—zoals het toevoegen van reverb dat uw geluid zo maakt alsof u in een
concertzaal speelt, of harmonische noten toevoegen voor een vol en rijk geluid.
U kunt een reverb effect creëren dat uw geluid maakt alsof u in bijvoorbeeld een
concerthal speelt of live in een club.
Reverb is altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 24
verschillende reverbtypes beschikbaar.
U kunt een chorus effect toevoegen dat uw spel laat klinken alsof er meerdere
partijen tegelijk samen worden gespeeld.
Chorus staat altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 16
verschillende chorus types beschikbaar.
Naast de Reverb en Chorus types, heeft de
PSR-550 speciale DSP effecten, die extra
effecten bevat die gewoonlijk gebruikt
worden voor een bepaald part, zoals
distortion en tremolo.
Er zijn in totaal 74 DSP types beschikbaar.
De PSR-550 beschikt over één DSP
systeem, die kan worden aan of uitgezet met
een paneelknop (blz. 49). Met de [FAST/
SLOW] knop kunt u tussen variaties van het DSP effect schakelen. Als voorbeeld:
hiermee kunt u de draaisnelheid van het roterende luidspreker effect veranderen.
DSP(FAST)
SUSTAIN
OPM.
• Zie voor details over Digitale
Effecten (Reverb, Chorus,
DSP) gebruiken (blz 124).
Stelt de reverb diepte in voor de bepaalde voice of track, en dus de hoeveelheid reverb
effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
● Reverb Retour Niveau .......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid reverb retour in van het reverb effect blok, waardoor het mogelijk is
de mate van effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
OPM.
• Als u een ander stijl selecteert,
zal ook het geschikte reverb
type ingesteld worden.
Druk op de [NEXT] knop.
8
RevRetnLevel= 64
Het reverb retour niveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
RevRetnLevel= 81
47
45
Page 48
Digitale Effecten
Chorus
Een Chorus Type selecteren
1
4
-
Gebruik de zelfde handeling als bij “Reverb (nagalm)” (blz. 46).
3
Selecteer “Chorus”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
D.Effect:Chorus
Druk op de [NEXT] knop.
5
ChoType=Chorus2
Selecteer een Chorus Type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het Chorus Type overzicht (blz. 124).
Bespeel het toetsenbord.
7
Probeer ook eens enkele andere chorus types uit.
OPM.
• Als u een ander stijl selecteert,
zal ook het geschikte chorus
type ingesteld worden.
De diepte van de chorus aanpassen.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het chorus effect.
Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid
chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
● Chorus Retour Niveau ......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid chorus effect retour in van het chorus effect blok, waardoor het
mogelijk is de mate van chorus effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Druk op de [NEXT] knop.
8
ChoRetnLevel= 64
Het chorus retour niveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
48
46
Page 49
DSP
Het DSP effect toepassen
Digitale Effecten
Druk op de [DSP] knop.
Het DSP icoon zal oplichten en het
DSP effect wordt aangezet.
Het effect zal worden toegevoegd als
u de R1, R2 en L voices via het toetsenbord bespeeld.
Daarnaast zal, als er op de [FAST/SLOW] knop wordt gedrukt, het FAST icoon oplichten
om aan te geven dat de variatie van het DSP effect is geselecteerd. Als het DSP effect
type Rotary Speaker of Tremolo is, wordt de snelheid van de modulatie snel (fast).
DSP(FAST)
SUSTAIN
Een DSP type selecteren
1
4
5
-
Gebruik de zelfde handeling als bij “Reverb (nagalm)” (blz. 46).
3
Selecteer “Dsp”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
DspType=Stage2
TOUCH
HARMONY
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kunnen het DSP
effect en de FAST/SLOW
instellingen wijzigen
overeenkomstig de
geselecteerde R1 paneelvoice.
Selecteer een DSP type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het DSP type overzicht (blz. 124).
Bespeel het toetsenbord.
7
Probeer ook eens enkele van de andere DSP types.
De diepte van de DSP aanpassen.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het DSP effect.
Stelt de hoeveelheid DSP effect retour in van het DSP effect blok, waardoor het mogelijk
is de mate van DSP effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Druk op de [NEXT] knop.
8
DspRetnLevel= 64
OPM.
• Als het geselecteerd DSP type
een Insertie Effect is (blz. 49,
124), geldt het DSP effect
alleen voor Voice R1.
OPM.
• Als DSP Insertie Effect is
geselecteerd (blz. 50), kunt u
geen DSP retourniveau
instellen.
Het DSP retourniveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
49
47
Page 50
Digitale Effecten
Systeem Effecten en Insertie Effecten
De reverb, chorus en DSP effecten zijn verdeeld in twee verschillende soorten of
methodes van bediening.
Er zijn twee soorten digitale effecten: systeem effecten en insertie effecten.
● Systeem Effecten
Brengt het effect van toepassing op alle op de ingangen van de mixer aangesloten parts.
U kunt de hoeveelheid effect dat moet worden toegevoegd instellen met de diepte en
retour niveau parameters. Reverb en chorus zijn beiden systeem effecten.
● Insertie Effecten
Brengt het effect alleen van toepassing op één toegewezen part voordat het signaal naar de mixer
gaat. U kunt de digitale effecten effectief gebruiken door het gewenste effect op de bepaalde part
toe te passen. Bij de insertie effecten, kan alleen de DSP diepte worden ingesteld.
De illustratie hieronder met de verscheidene audio componenten (instrumenten, effect
apparaten en een mixer) geven een indruk van de inwendige werking van de DSP
effecten van de PSR-550.
Insertie Effect
Systeem Effect
(Diepte)
● Reverb ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
● Chorus ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
● DSP ..........Afhankelijk van het geselecteerd type, functioneert deze of als een
systeem effect of als een insertie effect.
Kijk naar “Over de digitale effecten” (blz. 124) en het Type Overzicht.
RETOURZEND
Versterker
Mixer
Luidspreker(s)
Harmonie/Echo
Een Harmonie/Echo type selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
50
Selecteer “DigitalEffect”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
F3 DigitalEffect
Druk op de [NEXT] knop om het Digital Effect scherm op te roepen.
3
48
Page 51
Selecteer “Harmony”.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
D.Effect:Harmony
Druk op de [NEXT] knop.
5
HTyp=Duet
Selecteer een Harmonie/Echo type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het Harmonie/Echo Type Overzicht (blz. 126).
Het Harmonie/Echo effect toepassen
Druk op de [STYLE] knop.
1
Digitale Effecten
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kan het Harmonie/
Echo type veranderen
afhankelijk van de
geselecteerde R1 paneel voice.
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Speel een akkoord met uw linkerhand.
3
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord.
Splitpunt
CHORD
119
6
dim
mM
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op de [HARMONY/ECHO] knop.
4
DSP(FAST)
SUSTAIN
Speel enkele noten in het rechterhand
5
gedeelte van het toetsenbord.
● Als er een Harmonie Type (Duet through Strum) is geselecteerd
Dit type voegt automatisch één of meer harmonienoten toe aan een in de
rechterhand gespeelde monofone melodie.
● Als er een Echo type is geselecteerd
Een echo effect wordt toegevoegd aan de noot die op het toetsenbord wordt
gespeeld in het momenteel ingestelde tempo.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
● Als er een Tremolo-type is geselecteerd
Er wordt een tremolo effect toegepast op de noot die op het toetsenbord wordt
gespeeld in het momenteel ingestelde tempo.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
● Als er Trill type is geselecteerd
Twee noten die worden ingedrukt op het toetsenbord worden beurtelings in het
momenteel ingestelde tempo gespeeld.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
49
TOUCH
HARMONY
513
augsus4
7
OPM.
• Harmonie/Echo kan niet worden
aangezet als het volledige
toetsenbord (blz. 40) is geselecteerd.
Harmonie/Echo wordt automatisch
uitgeschakeld als de Full Keyboard
(volledige toetsenbord) fingering
mode is geselecteerd terwijl het
Harmonie/Echo effect aan is.
51
Page 52
Digitale Effecten
Het Harmonie/Echo volume aanpassen
Het volume van het Harmonie/Echo geluid in relatie tot het toetsenbord geluid kan als
volgt worden aangepast:
1
-
Gebruik dezelfde handeling als in “Een Harmonie/Echo
4
type selecteren” (blz. 50).
D.Effect:Harmony
Druk op [NEXT] om het Type Selectie scherm op te roepen.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony/Echo scherm op te roepen.
6
Harmony Vol =120
Het Harmonie/Echo volume aanpassen.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kan het Harmonie/
Echo Volume veranderen
overeenkomstig de geselecteerd
R1 paneel voice.
• Het kan zijn dat het veranderen
van het volume van het
harmonie geluid, als u één van
de Harmonie Types “Duet” t/m
“Strum” selecteert, geen
hoorbaar effect heeft.
Harmony Vol =113
52
50
Page 53
De Part voor het Harmonie/Echo effect veranderen
Hiermee kunt u de part selecteren die wordt gebruikt voor het Harmonie/Echo effect.
Digitale Effecten
1
-
Gebruik dezelfde handeling als in “Een Harmonie/Echo
4
type selecteren” (blz. 50).
D.Effect:Harmony
Druk op de [NEXT] knop om het Type Selectie scherm op te roepen.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Volume scherm op
6
te roepen.
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Part instelscherm
7
op te roepen.
HarmoPart=Auto
Stel de part in.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
● Auto ..........Harmonie/Echo noten worden automatisch toegewezen aan de R1 en
R2 parts, met die voorrangsvolgorde.
● Right1 .......Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R1.
Als Voice R1 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
● Right2 .......Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R2.
Als Voice R2 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
OPM.
• Als de Voice Set functie aan staat
(blz. 120), kan de Harmonie/Echo
part instellingveranderen
overeenkomstig de geselecteerde
R1 paneel voice.
53
51
Page 54
Registration Memory
Aangezien de PSR-550 zo’n geavanceerde instrument is met zo’n verscheidenheid aan regelaars en
functies — voice, stijl, automatische begeleiding en effect instellingen, om er maar een paar te noemen
— is de Registration Memory één van de meest gemakkelijke en krachtige functies van het instrument.
Het maakt het u mogelijk nagenoeg alle paneel instellingen op te slaan in een Registration Memory
instelling, en dan onmiddellijk uw custom (zelf gemaakte) paneel instellingen terug te roepen met één
druk op de knop.
Registration Memory geeft tot wel 128 complete regelpaneel instellingen (32 banken met elk 4
instellingen) die kunnen onmiddellijk kunnen worden teruggeroepen tijdens uw spel.
OPM.
32 banken
• De Paneel Instellingen Registreren ................................................................blz. 55
• De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen ......................................blz. 55
• Een Registratie Bank selecteren ....................................................................blz. 56
• De Registratie Banken benoemen.................................................................. blz. 56
• De PSR-550’s initiële Registration
Memory [1]–[4] instellingen (zoals
geprogrammeerd in de fabriek)
zijn dezelfde paneel instellingen
als wanneer de STANDBY
schakelaar voor het eerst wordt
aangezet.
Data opgeslagen door de Registration Memory
■ VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (VOICE R1,R2,L)........................................................................ blz. 29
• Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
Registration Memory Data kan indien nodig naar en van diskette worden geschreven en geladen (blz. 57).
54
52
Page 55
De Paneel Instellingen Registreren
Registration Memory
Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
1
Druk op de ronde Registration Memory knop om de
2
Registration Memory functie op te roepen.
Druk op één van de betreffende REGISTRATION MEMORY
3
knoppen [1] t/m [4], terwijl u de [MEMORY] knop ingedrukt houdt.
Er verschijnt kort een “Regist Memorized” boodschap in de display, om aan te
geven dat de paneel instellingen zijn vastgelegd.
In dit voorbeeld, worden de paneel instellingen vastgehouden onder knop nummer 3.
De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen
OPM.
• Reeds opgenomen data in de
Registration Memory locatie die
u geselecteerd heeft zal worden
gewist en vervangen door de
nieuwe instellingen.
• De Registration Memory
inhoud zal, zelfs als u het
apparaat heeft uitgezet,
worden vastgehouden. Zie
voor details blz. 126.
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
1
In dit voorbeeld, worden de onder knop nummer 3 vastgelegde paneel
instellingen teruggeroepen.
De Begeleiding Freeze functie
Als de FREEZE functie actief is, zal een andere Registration Memory setup selecteren
niets van de begeleiding (alle andere parameters veranderen zoals geprogrammeerd)
veranderen. Hierdoor kunt u de automatische begeleiding gebruiken en verschillende
Registration Memory setups selecteren, zonder plotselinge verstoring van de cadans
van de begeleiding.
Druk op de [FREEZE] knop.
1
Het [FREEZE] lampje licht op.
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
2
OPM.
• Registratie data kan niet worden
teruggeroepen als de One Touch
Setting functie aan staat.
• Enkele parameters kunnen,
afhankelijk van de
geselecteerde mode, niet
worden teruggeroepen. U
kunt, bijvoorbeeld niet de
Voice R2/L voices in de Stijl
Record Mode en Pad Record
Mode terugroepen, zelfs niet
als u op de Registration
Memory knoppen drukt,
aangezien alleen de Voice R1
voice in deze modes wordt
gebruikt.
OPM.
• Zie voor details over
Begeleiding parameters (blz.
54).
• De Freeze functie zal
automatisch worden aangezet
als één van de volgende
modes, Song, Stijl Opname of
Pad Opname is geactiveerd.
In dit voorbeeld, worden alleen de onder knop nummer 3 vastgelegde voice
parameter instellingen teruggeroepen.
55
53
Page 56
Registration Memory
Een Registratie Bank selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Regist Memory”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
F2 Regist Memory
Druk op de [NEXT] knop om het Registration Memory Bank
3
scherm op te roepen.
RBnk=01 Regist01
Selecteer een Bank.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
De Registratie Banken benoemen
1
4
-
Gebruik dezelfde handelingen als bij “Een Registratie
3
Bank selecteren” (zie hiervoor).
RBnk=01 Regist01
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm
op te roepen.
56
Voer de gewenste naam voor de bank in.
5
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21).
Er kunnen tot acht letters of karakter worden gebruikt.
–RegName=Regist01
Cursor
54
Page 57
Diskette Handelingen
Er is een diskdrive in de PSR550 ingebouwd. Plaats gewoon een diskette en u heeft toegang tot een grote
verscheidenheid aan gemakkelijk functies, zoals opnemen en afspelen van User songs (blz. 78), alsook
het opslaan en laden van User stijlen (blz. 96), User pads (blz. 92) en Registration Memory Data (blz. 54).
U kunt elke gewenste aantal User stijlen, pads en registratie data op diskettes opslaan, uw eigen song
bibliotheken creëren of vele andere manieren vinden om de PSR-550 efficiënter te bespelen en te gebruiken.
● De PSR-550 is in staat om songs van de bijgeleverde data diskette af te spelen,
alsook commercieel beschikbare song data in de volgende formats, aangeven
door de overeenkomstige logo’s (blz. 9):
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding
van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
● De PSR-550 is compatibel met stijl data die zich op de bijgeleverde data diskette
bevindt, alsook! ıt commercieel beschikbare disk stijlen in de volgende formats,
aangeven door het overeenkomstige logo (blz. 9):
U kunt de stijl files die op deze diskettes verzameld zijn laden en er mee spelen.
● U kunt uw eigen spel in User songs opnemen en ze terugspelen (blz. 78).
User Song
Record/Opnemen
(Direct schrijven)
Afspelen
(Direct lezen)
Diskette
Er kunnen maximaal 60 files
worden weggeschreven.
● De PSR-550 beschikt over speciale User stijl, User pad en Registration Memory functies. De
data opgenomen met deze functies kunnen ook op diskette worden opgeslagen, zowel
individueel als in willekeurige combinaties. OP dezelfde manier kunnen op diskette opgeslagen
data files individueel of in willekeurige combinaties in de PSR-550 worden geladen.
• Misschien is het niet mogelijk
het volledige aantal van 60
files op een diskette op te
nemen, door de lengte van de
opgenomen files.
OPM.
• Het maximum aantal files kan
variëren afhankelijk van het
type en de grootte van de
opgeslagen files (blz. 61).
OPM.
• Als u data opslaat, gebruik dan
een op de PSR-550
geformatteerde diskette.
• De drie letters volgend op de
file naam (na de punt) wordt
de “extensie” van een file
genoemd. De extensie geeft
het soort file aan.
• Aangezien de user songs
direct op diskette worden
opgenomen, terwijl u speelt
en het opnemen en afspelen
rechtstreeks vanaf diskette
gebeuren, zijn er geen Save/
Load (opslag/laad) functies
beschikbaar. De Copy
(kopieer) en Delete (wis) File
handelingen in verband met de
user songs kunnen worden
uitgevoerd.
57
Page 58
Diskette Handelingen
De diskdrive(FDD) en diskettes gebruiken
Let er op de diskettes en de diskdrive met zorg te behandelen.
Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
■ Ondersteunde diskette soorten
Er kunnen 3,5'’ 2DD en 2HD diskettes worden gebruikt.
■ Diskettes plaatsen/uitwerpen
● Om een diskette in de diskdrive te plaatsen:
• Houd de diskette met het label naar boven en met het
sluitermechanisme naar voren
in de richting van de diskdrive.
Plaats de diskette zorgvuldig in
de opening, langzaam verder
duwend tot het einde, waar
deze op zijn plaats klikt en
waardoor de uitwerp knop
naar buiten komt.
OPM.
• Als de PSR-550 wordt aangezet, zal de LED onder de diskettesleuf
oplichten om aan te geven dat de Diskdrive klaar is voor gebruik.
● Om een diskette uit te werpen:
• Zorg ervoor dat, voordat u een diskette uitwerpt, de
FDD (diskdrive) gestopt is (controleer of het DISK IN
USE lampje uit is). Druk langzaam op de uitwerp (eject)
knop zo ver als deze gaat; de disk zal automatisch naar
buiten komen. Als de diskette er gedeeltelijk uitsteekt,
haal deze er dan voorzichtig uit met de hand.
DISK IN USE
Dit lampje licht op
tijdens diskette
lees/schrijf
handelingen,
zoals wanneer u
een diskette heeft
geplaatst, tijdens
opnemen,
Dit lampje is altijd aan als
het instrument aan staat,
ongeacht eventuele
diskhandelingen.
• Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet ver
genoeg, kan het zijn dat de disk niet goed uitgeworpen
wordt. De uitwerpknop kan dan halverwege vast komen te
zitten waarbij de diskette slechts een paar millimeter uit de
opening steekt. Als dit gebeurt, probeer dan niet de
gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te trekken, aangezien
het uitoefenen van kracht in deze situatie de diskdrive en/of
de diskette kan beschadigen. Probeer nogmaals op de
uitwerpknop te drukken, om de gedeeltelijk uitgeworpen
diskette eruit te halen of druk de diskette weer terug op zijn
plaats en herhaal de uitwerpprocedure.
● Probeer nooit de diskette uit te werpen of het instrument uit
te zetten tijdens opnemen, lezen en afspelen. Dit zou de
diskette kunnen beschadigen en mogelijk zelfs de diskdrive.
● Zorg ervoor dat u de diskette uit de diskdrive haalt
voordat u de PSR-550 uitschakelt. Als een diskette
voor langere periodes in de diskdrive wordt gelaten,
kan deze gemakkelijk stof en vuil aantrekken die lees
en schrijffouten kunnen veroorzaken.
terugspelen,
formatteren, enz.
■
De lees/schrijfkop reinigen
● Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Dit instrument bevat
een precisie magnetische lees/schrijfkop die, na langdurig
gebruik, een laag magnetische deeltjes vast kan houden,
die tenslotte lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
● Om de diskdrive in optimale toestand te houden, beveelt
Yamaha het gebruik van een commercieel beschikbare
droge-soort koppenreinigingsdiskette aan om de kop
eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha dealer
over de beschikbaarheid van de juiste reinigingsdiskette.
● Plaats nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive.
Andere voorwerpen kunnen beschadiging van de
diskdrive of diskettes veroorzaken.
■ Over de diskettes
● Om de diskettes zorgvuldig te gebruiken:
• Plaats geen zware voorwerpen op de diskette en buig
de diskette niet en oefen er op geen enkel manier druk
op uit. Bewaar de diskettes altijd in hun beschermende
doosjes als ze niet worden gebruikt.
• Stel de diskette niet bloot aan direct zonlicht,
extreme hoge of lage temperaturen, overmatige
vochtigheid, stof of vloeistoffen.
• Open het sluitermechanisme niet en raak het oppervlak
van de daadwerkelijke disk in de diskette niet aan.
• Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden,
zoals die door televisies, luidsprekers, motors, enz.
worden voortgebracht, aangezien magnetische
velden de data op de diskette geheel of gedeeltelijk
kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
• Gebruik nooit een diskette met een verbogen
sluitermechanisme of behuizing.
• Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op de
diskette. Let er ook op dat de labels op de juiste
plaats worden geplakt.
● Om uw gegevens te beveiligen (schrijfbeschermingsnokje):
• Om per ongeluk wissen van uw belangrijke gegevens
te voorkomen schuift u het schrijfbeveiligingsnokje in
de “protect” positie (venstertje open).
Schrijfbeveiligingsnokje
ON (op slot of
schrijfbeveiligd)
● Data backup
• Om uw gegevens optimaal veilig te stellen beveelt
Yamaha aan om van belangrijke gegevens twee
kopieën op verschillende diskettes te bewaren.
Hierdoor heeft u zelfs nog een kopie als één van de
diskettes beschadigd of kwijt is.
Schrijfbeveiligingsnokje
OFF (van slot of
niet
schrijfbeveiligd)
58
56
Page 59
Bijgeleverde Data Diskette
Diskette song afspelen
Diskette Handelingen
Plaats de bijgeleverde datadisk in de Diskdrive.
1
NEXT
_
EASY
NAVIGATOR
Selecteer de gewenste song.
2
001CLUB XG
CHORD
6
dim
mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
002TECHNO
Druk op de [START/START] knop om de song te stoppen.
3
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Als u reeds een diskette in de
diskdrive heeft geplaatst, drukt
u op de [SONG] knop om de
Song display op te roepen.
002 TECHNO
CHORD
119
6
dim
513
augsus4
mM
7
TRANSPOSE
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
Het geschikt maken van commercieel verkrijgbare diskettes voor gebruik met PSR-550
wordt formatteren genoemd.
Deze functie is handig voor het snel wissen van onnodige files van een reeds
geformatteerde diskette. Pas op bij het gebruik van deze functie aangezien automatisch
alle data van de diskette wordt gewist.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Als er een (nieuwe) lege diskette of een incompatibele disk wordt geplaatst verschijnt
er “Unformatted Disk” in de display. Druk in dit geval op de [EXIT] knop zodat
“Format OK?” verschijnt en ga dan vervolgens verder met stap 5 hierna.
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer “Format”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Utility:Format
Druk op de [NEXT] knop om het FORMAT bedieningsscherm
4
op te roepen.
FormatOK?
Voer de Format handeling uit.
5
Druk op de [+/YES] knop om de format handeling uit te voeren.
Drukt op de [-/NO] knop om de Format handeling af te breken.
Formatting49%
De formateer handeling is afgerond...
OPM.
• Na formatteren, is de capaciteit
van een 2HD disk 1 MB en die
van een 2DD disk 720 KB.
OPM.
• Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieerbeveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Format functie
niet kan worden gebruikt.
PAS OP
• Als er reeds data is opgeslagen
op de diskette, let er dan op
deze niet te formatteren. Als u
de diskette formatteerd, zal
alle reeds opgenomen data
worden gewist.
• Werp nooit de diskette uit en
zet ook nooit de PSR-550 uit,
terwijl het formatteren aan de
gang is.
• Als er een diskette die niet door
de PSR-550 kan worden
gelezen in de diskdrive wordt
geplaats, zal deze op dezelfde
manier worden behandeld als
een ongeformatteerde diskette.
Let er op dat u geen belangrijke
data wist door per ongeluk een
diskette te formatteren.
Completed
Opslaan
U kunt PSR-550 User stijlen, User pad (banken 37-40) en Registration Memory Data
(banken 01-16) op diskettes.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [SAVE] knop.
2
Sv Type:All
60
OPM.
• Als de diskette’s schrijfbeschermingsnokje is ingesteld
op ON (blz. 58) of de diskette
is een opzettelijk “kopieerbeveiligde” diskette, verschijnt
er een waarschuwingsboodschap om aan te geven dat de
Save (opslag) functie niet kan
worden gebruikt.
58
Page 61
Diskette Handelingen
Selecteer het file type.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie voor de file types het overzicht hieronder:
AllSlaat alle User Stijl (113-115), User Pad (bank 41-44),
Sty + RegSlaat alle User Stijl (113-115) en Registration Memory (bank 01-
StyleSlaat alle User Stijl (113-115) data samengenomen op in één
Multi PadSlaat alle User Pad (bank 41-44) data samengenomen in één
RegistSlaat alle Registration Memory (bank 01-32) data samengenomen
Druk op de [NEXT] knop om het FILE SELECT scherm op te roepen.
4
Selecteer de bestemmingsfile.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Selecteer NEW als u een nieuwe file wilt creëren.
Registration Memory (bank 01-32) en alle Initiële Setup data in
één enkele file op.
32) data samengenomen in één enkele file op.
enkele file.
enkele file op.
in één enkele file op.
OPM.
• Ofschoon alle User Stijl, User
Pad en Registration Memory
data samen kan worden
opgeslaan in één enkele file,
kan de data afzonderlijk worden
teruggeroepen als deze wordt
teruggeladen in de PSR-550.
OPM.
• Als u een file geselecteerd heeft
die reeds data bevat en u
hernoemt de file met de
bedoeling deze te overschrijven,
zal hernoemen van de file die
data eenvoudig kopiëren naar de
nieuwe filenaam en de originele
data en filenaam intact laten.
Sv=NEW
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm
6
op te roepen.
Voer de filenaam direct in vanaf het toetsenbord (blz. 21).
7
Sv Name=UF_00002
Druk op de [NEXT] knop om het opslag (Save) scherm op te roepen.
8
SaveOK?
Voer de opslag (save) handeling uit.
9
Druk op de [+/YES] knop om de opslag handeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de opslaghandeling af te breken.
PAS OP
• Werp nooit de diskette uit en
zet nooit de PSR-550 uit
terwijl er data wordt
opgeslagen.
OPM.
• Als er niet genoeg ruimte vrij is
op de diskette, zal er een
waarschuwingsboodschap
verschijnen en u zult niet in
staat zijn ook maar enige data
op te slaan. U kunt onnodige
files op de diskette wissen (blz.
67), of de diskette vervangen
door een nieuwe en de
opslaghandeling herhalen.
• Als er een schrijffout plaats
vindt tijdens het opslaan,
verschijnt er een waarschuwingsboodschap. Als de fout na
herhaling van de de
opslaghandeling opnieuw
optreedt, zou er iets mis
kunnen zijn met de diskette.
Plaats een andere diskette in
de drive en herhaal de
opslaghandeling.
Executing45%
De opslaghandeling is afgerond...
Completed
61
59
Page 62
Diskette Handelingen
Load (Laad)
Na het opslaan van User stijl (107-109), User pad (banken 37-40) en Registration
Memory (bank 01-32) data naar een diskette, kunt u ze terugladen in de PSR-550.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [LOAD] knop.
2
Selecteer de file die geladen moet worden.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Ld =ABCD.USR
Druk op de [NEXT] knop om het Data Type Selection scherm op
4
te roepen.
Selecteer het file type (data type) dat geladen moet worden.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Volg alstublieft de stappen zoals aangeven in het bovenstaande overzicht,
aangezien de daadwerkelijke handeling verschillend is en afhankelijk is van
het geselecteerd file type.
60
Page 63
Druk op de [NEXT] knop.
6
Src=User8BeatPop
Selecteer de data die geladen moet worden.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] knop om het bestemmingsselectie scherm
8
op te roepen.
Selecteer de bestemming (=Dst=destination).
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Dst=UserStyle1
Diskette Handelingen
10
11
Druk op de [NEXT] knop om het Laad scherm op te roepen.
LoadOK?
Voer de laad handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de laad handeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de laad handeling af te breken.
Executing45%
De Laad Handeling is afgerond...
Completed
PAS OP
• Als er data van een diskette in
de PSR-550 wordt geladen, zal
de zich reeds in het geheugen
van het instrument bevindende
data worden vervangen door
de data van de diskette. Sla
belangrijke data op op een
diskette voordat u de Laad
handeling gaat doen.
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er data wordt geladen.
OPM.
• Er kan een waarschuwingsboodschap in de display
verschijnen als er een
probleem plaats vindt dat er
voor zorgt dat de data niet
geladen kan worden. (De
capaciteit van het PSR-550
[RAM] kan bijvoorbeeld
worden overschreden, er kan
iets mis zijn met de diskette of
de data op de diskette kan
corrupt zijn, enz.).
63
61
Page 64
Diskette Handelingen
Song Kopiëren
Deze handeling maakt het u mogelijk backup kopiëen van uw belangrijke Song data te maken. Dit zal in
eerste instantie handig zijn als u song data aan het opnemen bent of aan het bewerken. Als u bijvoorbeeld een
track van een song aan het quantizeren bent (blz. 86) — waarbij permanente wijzigingen in de track worden
aangebracht — zal het maken van een backup kopie van de song het u mogelijk maken de originele song data
terug te roepen, voor het geval u niet tevreden bent met het resultaat van de quantizering. Het is een verstandig
idee om van elke song waar u aan werkt een aparte backup diskette te bewaren. Op deze manier, kunt u elke
keer als een een belangrijke wijziging in de song aanbrengt een nieuwe kopie van de song opslaan.
Data van de ene diskette naar een andere diskette kopiëren
Maak een backup disk klaar door deze te formatteren. Er kan één file per keer worden
gekopieerd. Zoals in de onderstaande illustratie is te zien, kopiëert u eerst de gewenste file op de
diskette naar het interne geheugen, en vervolgens kopiëert u het naar de bestemmings diskette.
PSR-550
Interngeheugen
kopirenkopiren
BronBestemming
Als de hoeveelheid data groot is, kan het nodig zijn dat de data in delen moet worden gekopieerd.
Plaats de diskette die gekopieerd moet worden (brondiskette) in de diskdrive.
1
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer “SongCopy”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieerbeveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Song Copy
functie niet kan worden gebruikt.
64
Utility:SongCopy
Druk op de [NEXT] knop om het Copy Type selectie scherm
4
op te roepen.
Selecteer “OtherFD”.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
CopyType:OtherFD
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
6
roepen.
62
Page 65
Selecteer de source (bron) song file.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Src=Song_01
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
8
_–Dst=Song 01
Cursor
Voer de bestemmings song naam direct vanaf het
9
toetsenbord in (blz. 21).
Diskette Handelingen
10
11
Werp nooit de diskette uit en zet
het instrument nooit uit terwijl er
data wordt gekopieerd.
• Als u een verkeerde diskette
plaatst, verschillend van de bron of
bestemmingsdiskette, tijdens de
kopiëer handeling, zal er een
waarschuwingsboodschap (blz.
137) in de display verschijnen.
PlaatsdeBrondiskette.
65
63
Page 66
Diskette Handelingen
Data kopiëren naar een andere plaats op dezelfde diskette.
1
5
-
Gebruik dezelfde handeling als bij “Data kopiëren van de
4
éne diskette naar een andere” (blz. 64).
Selecteer “Same FD” (= zelfde diskette).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
CopyType:SameFD
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
6
roepen.
Selecteer de song source (bron) file.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Src=Song_01
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
8
9
10
11
_–Dst=Song 01
Cursor
Voer de bestemmingsfile naam in direct vanaf het
toetsenbord (blz. 21).
Druk op de [NEXT] knop om het Copy bedieningsscherm op
te roepen.
CopyOK?
Voer de kopiëer handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om het kopiëren uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de kopieerhandeling af te breken.
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en zet
het instrument nooit uit terwijl er
data wordt gekopieerd.
Executing49%
De Kopiëer Handeling is afgerond...
66
Completed
64
Page 67
Delete (wissen)
U kunt afzonderlijke files (User songs, User stijlen, User pads of Registration
Memory) wissen van de diskette.
Diskette Handelingen
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer “Delete”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Utility:Delete
Druk op de [NEXT] knop om het Delete scherm op te roepen.
4
Selecteer de file die gewist moet worden.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieerbeveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Delete (wis)
functie niet kan worden gebruikt.
Del=ABCD.USR
Druk op de [NEXT] knop om het Delete bedienings scherm op
6
te roepen.
DeleteOK?
Voer de Delete handeling uit.
7
Druk op de [+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling af te breken.
Executing49%
De Wis Handeling is afgerond...
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
gewist.
Completed
67
65
Page 68
Diskette song afspelen
U kunt een grote verscheidenheid aan songs op de PSR-550 terugspelen, inclusief de preset demo
songs, de songs op de bijgeleverde data diskette, de User songs die u op een diskette heeft opgenomen
en songs van commercieel beschikbare XG/GM song collectie diskettes. Met uitzondering van de preset
demo songs, moet een diskette in de diskdrive worden geplaatst om een song af te spelen.
● De volgende diskettes zijn compatibel voor afspelen op de PSR-550 (inclusief de
data disk). Zie blz 9. voor meer details over de logos.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding
van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
● Disk songs kunnen op vijf verschillende manieren worden afgespeeld:blz. 69
• SINGLE (afzonderlijke)
• SINGLE REPEAT (afzonderlijke herhaald)
• ALL (allemaal)
• ALL REPEAT (allemaal herhaald)
• RANDOM (willekeurig)
● Extra song afspeel functies:
• Song Track Muting (uitschakelen) ........................................... blz. 70
• Song Transponering ................................................................ blz. 73
• Afspelen vanaf een bepaalde maat ......................................... blz. 71
• Repeat Play (herhaaldelijk afspelen) ...................................... blz. 72
OPM.
• Let erop dat u de sectie “De
diskdrive(FDD) en diskettes
gebruiken” op blz. 58 heeft
gelezen.
OPM.
• De tempo instelling van enkele
commercieel beschikbare
diskette songs ligt vast. Deze
songs worden “free-tempo
software” genoemd. Als u freetempo song data op de PSR550 afspeeld, laat de tempo
display “- - -” zien en de beat
display knippert niet. Ook, komt
het maatnummer in de display
niet overeenkomen met het
daadwerkelijke maatnummer
dat wordt gespeeld, en geeft u
alleen een indicatie van hoeveel
er van de song is afgespeeld.
Song Afspelen
Plaats de diskette die de songdata bevat in de diskdrive.
1
De PSR-550 zal automatisch naar de Song Mode schakelen.
001CLUB XG
Selecteer de gewenste song.
2
CHORD
6
dim
mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
3
_
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
NEXT
002TECHNO
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Als u reeds een diskette in de
diskdrive heeft geplaatst, drukt
u op de [SONG] knop om de
Song display op te roepen.
• Een diskette plaatsen die geen
songdata bevat zal niet
automatisch de Song display
oproepen.
68
66
Page 69
Selecteer “PlayMode”.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:PlayMode
Druk op de [NEXT] knop om het Song Play Mode scherm op
5
te roepen.
PlayMd=Single
Selecteer de gewenste Play (afspeel) mode.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Diskette song afspelen
PlayMd=SglRepeat
● Single ................................... Speelt de geselecteerde song af en stopt vervolgens.
● SglRepeat (Single Repeat) .. Speelt de geselecteerd song herhaaldelijk af.
● All ......................................... Speelt alle songs op de diskette af en stopt vervolgens.
● All Repeat ............................. Speelt herhaaldelijk alle songs op de diskette af.
● Random ................................ Speelt in willekeurige volgorde alle songs af.
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
Nogmaals op dezelfde track knop drukken zorgt ervoor dat de track weer te horen is.
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
3
stoppen.
TEMPO
MEASURE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
11
Songvolume Besturing
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
1
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
2
SongVolume =120
CHORD
119
6
Het Song Volume aanpassen.
3
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127.
SongVolume =108
CHORD
119
6
dim
mM
augsus4
7
START/STOP
513
BACK
BACK
NEXT
KEYBOARD
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
0~9
VOICE LR12
STYLE
/YES
VOICE LR12
STYLE
/YES
MUSIC DATABASE
SONG
MUSIC DATABASE
SONG
OPM.
• Het volume van de via het toetsenbord gespeelde voice(s) wordt niet
beïnvloed door deze handeling.
70
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
4
stoppen.
68
Page 71
Afspelen vanaf een Bepaalde Maat
Druk op de [SONG] knop.
1
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer “Measure”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:Measure
Druk op de [NEXT] knop om het Song Start Measure (maat)
4
scherm op te roepen.
Diskette song afspelen
StartMeasure=1
Geef de maat aan waarvanaf het afspelen moet beginnen.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
StartMeasure= 12
Druk op [START/STOP] om de song vanaf de aangegeven
6
maat te beginnen.
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
7
stoppen.
71
69
Page 72
Diskette song afspelen
Herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat)
Druk op de [SONG] knop.
1
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer “AbRepeat”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] om het Repeat (herhaal) scherm op te roepen.
4
SngMenu:AbRepeat
A-BRepeat=Off
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
5
Druk op de [MAIN A] knop of de [+/YES] knop aan het
6
beginpunt (A) van wat herhaald moet worden.
A-B Repeat=A-
Druk op de [MAIN B] knop of de [+/YES] knop aan het
7
eindpunt (B) van wat herhaald moet worden.
A-BRepeat=A-B
OPM.
• Als alleen het “A” herhaalpunt is
aangegeven, zal alleen het
gedeelte vanaf het “A” punt tot het
eind van de song herhaaldelijk
worden afgespeeld.
72
Herhaaldeijk afspelen is nu ingesteld, en de geselecteerde sectie herhaald automatisch oneindig
(tot buitenwerkingstelling of er gestopt wordt zoals aangegeven in de stappen hieronder.
Om de repeat functie te annuleren en door te gaan met het afspelen van
8
de song, drukt u nogmaals op de [MAIN A] knop, of op de [-/NO] knop.
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
9
OPM.
• Repeat afspelen wordt
geannuleerd als er een andere
song wordt geselecteerd.
70
Page 73
Song Transponering
Druk op de [SONG] knop.
1
Diskette song afspelen
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer “S.Trans”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:S.Trans
Druk op de [NEXT] knop om het Song Transponeer scherm
4
op te roepen.
SongTranspos= 0
Stel de Transponeer waarde in.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het transponeerbereik is van -12 tot +12. Elke stap komt overeen met één halve
noot, waardoor het maximale bereik naar boven of naar beneden één octaaf
bedraagt. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
OPM.
• Deze handeling heeft geen
invloed op de toonhoogte van
de via het toetsenbord
bespeelde voice(s).
• In de transponeerinstelling
gemaakte wijzigingen (op blz.
30) beïnvloeden het totale
geluid van de PSR-550,
inclusief de song transponeer
instelling.
• De record mode activeren om
een User Song op te nemen zet
de song transponering instelling
automatisch terug op “0”.
OPM.
• Negatieve waarden kunnen
worden ingevoerd door de
SongTranspos= 4
Druk op de [START/STOP] knop om de song te starten.
6
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
7
stoppen.
71
nummerknoppen te gebruiken
terwijl de [-] knop ingedrukt
wordt gehouden.
OPM.
• Stappen 1 t/m 5 kunnen
tijdens het afspelen worden
uitgevoerd.
73
Page 74
Part Instellingen
Naast de via het toetsenbord bespeelde voices, beschikt de PSR-550 over veel verschillende
instrumentale “parts,” die onderdeel zijn van de automatische begeleiding, en Song afspelen.
● Stijl mode
Part
ToetsenbordVOICE R1
VOICE R2
VOICE L
Automatische begeleiding RHYTHM SUB
RHYTHM MAIN
BASS
CHORD1
CHORD2
PA D
PHRASE1
PHRASE2
● Song mode
Part
ToetsenbordVOICE R1
VOICE R2
VOICE L
SongTRACK1
TRACK2
TRACK3
TRACK4
:
TRACK15
TRACK16
Gebruik de volgende functies om de instellingen voor elke part te wijzigen:
Dit laat u de volgende instelling wijzigen van elke part:
• Volume
Bepaalt het volume van de aangegeven voice of track.
• Octaaf
Verschuift de toonhoogte van de aangegeven voice of track omhoog of omlaag
met één octaaf of twee octaven. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
• Pan
Plaatst het geluid van de aangegeven voice of track tussen links en rechts in
het stereobeeld. “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0” is in het midden,
en alle overige instellingen zijn corresponderende posities er tussen in.
• Reverb diepte
Bepaalt de reverb diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid reverb effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• Chorus diepte
Bepaalt de chorus diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• DSP diepte
Bepaalt de DSP diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid DSP effect dat op die voice of track wordt toegepast.
74
De parameters die voor elke part kunnen worden ingesteld, zijn te zien in het onderstaande overzicht.
• Als één van de DSP types is geselecteerd die tot de Insertie Effecten (blz.
50) behoort, zal het effect uitsluitend worden toegepast op de Voice R1 en
niet op de Voice R2/L. Daarom kan de DSP diepte voor de Voice R2/L niet
worden gewijzigd. Ook kan het zijn dat, afhankelijk van het geselecteerde
Insertie Effect type, de DSP diepte voor de Voice R1 niet kan worden
gewijzigd.
• Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration
Memory (blz. 54). De voice part instellingen zijn tijdelijk en gaan verloren
als het instrument wordt uitgezet, er wordt een andere R1 paneel voice
geselecteerd als de Voice Set functie functie (blz. 120) aan is, of er wordt
een Registration Memory opgeroepen.
● Song
• Zorg ervoor dat u eerst de juiste song selecteert waarvan u de part wilt
instellen, voordat u de relevante display oproept.
• Elke part instellingen die u maakt voor de song zal verloren gaan als u het
instrument uitzet, een andere song selecteert of de Stijl Mode selecteert
(na het beëindigen van de part instellingen). Zorg ervoor, om dit te
voorkomen, zodat u de Record mode selecteert en de song opslaat op
diskette (blz. 78).
Voice Change (wijziging)
Part Instellingen
● Automatische Begeleiding
• Er kunnen alleen Drum Kit voices (blz. 31) worden geselecteerd voor de
RHYTHM MAIN track.
• Als u de automatische begeleiding part instellingen voor de RHYTHM SUB
track, kan elk van de voices worden geselecteerd maar er zullen
akkoordwisselingen plaatsvinden als de automatische begeleiding wordt
gebruikt.
• Zorg ervoor dat u eerst de juiste stijl selecteert waarvan u de part wilt
instellen, voordat u de relevante display oproept.
• Automatische begeleiding part instellingen kunnen zelfs worden ingesteld
terwijl er een begeleiding speelt.
• Automatische begeleiding part instellingen hebben invloed op alle secties
van de geselecteerde stijl.
• Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration
Memory (blz. 54). De automatische begeleiding part instellingen zijn tijdelijk en
gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, er een andere paneel voice
wordt geselecteerd terwijl de Voice Set functie (blz. 120) aan is, of als er een
Registration Memory wordt opgeroepen.
Naast dat u in staat bent om de voices te wijzigen die via het toetsenbord bespeeld worden(R1,
R2, L), kunt u ook de voices voor elke track van de automatische begeleiding en songs wijzigen.
Druk op de [VOICE CHANGE] knop.
1
Het [VOICE CHANGE] lampje licht op.
Selecteer de part waarvan u de voices wilt wijzigen.
2
Parts kunnen worden geselecteerd via de volgende knoppen (afhankelijk van de
geselecteerd mode: Stijl of Song):
● Song track......................... [TRACK1] - [TRACK16] knop (Song Mode)
knoppen
●Stijl mode
PART ON/OFF [VOICE R1]Voice R1
VolumeR1 =120
PART ON/OFF [VOICE R2]Voice R2
VolumeR2 =120
PART ON/OFF [VOICE L]Voice L
VolumeL=120
[TRACK 9]Rhythm sub
VolumeRhS=120
[TRACK 10]Rhythm main
VolumeRhM=120
[TRACK 11]Bass
VolumeBas=120
[TRACK 12]Chord 1
VolumeCd1=120
[TRACK 13]Chord 2
VolumeCd2=120
●Song mode
PART ON/OFF [VOICE R1]Voice R1
VolumeR1 =120
PART ON/OFF [VOICE R2]Voice R2
VolumeR2 =120
PART ON/OFF [VOICE L]Voice L
VolumeL=120
[TRACK 1]Song track 1
VolumeT01=120
[TRACK 2]Song track 2
VolumeT02=120
76
[TRACK 14]Pad
VolumePad=120
[TRACK 15]Phrase 1
VolumePh1=120
[TRACK 16]Phrase 2
VolumePh2=120
[TRACK 16]Song track 16
VolumeT16=120
74
Page 77
Selecteer de gewenste parameter door op de [NEXT]/[BACK]
3
knop te drukken.
VolumeR2=108
[NEXT] knop[BACK] knop
OctaveR2=2
[NEXT] knop[BACK] knop
PanR2 =40
[NEXT] knop[BACK] knop
RevDepth R2=120
[NEXT] knop[BACK] knop
ChoDepth R2=108
Part Instellingen
OPM.
• De Octaaf parameter van de
stijl tracks kunnen niet worden
bewerkt.
• Negatieve instellingen voor de
Octaaf en Pan parameters
kunnen direct worden
ingevoerd door de betreffende
nummerknop in te drukken
terwijl de [-/NO] knop ingedrukt
wordt gehouden.
[NEXT] knop[BACK] knop
DspDepth R2=112
De volgorde van de stappen 2 en 3 kan hier ook worden omgedraaid; u kunt
ook de part selecteren na het selecteren van de parameter. (In stap 2 hiervoor,
wordt de Volume parameter weergegeven als voorbeeld; echter, elk van de
andere parameters aangegeven in stap 3 kan worden geselecteerd.)
Pas het volume of parameters aan.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Herhaal zonodig de stappen 2 t/m 4.
5
Druk op de [EXIT] knop om de Mixer te verlaten.
6
77
75
Page 78
Song Opname
Met de krachtige en makkelijk-te-gebruiken song opname eigenschappen, kunt
u uw eigen toetsenbordspel op een diskette opnemen als een User Song, en
uw eigen complete, volledig georkestreerde composities creëren.
Elke User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien onafhankelijke
tracks. Deze bevatten niet alleen de voices voor het toetsenbord spel (R1,
R2, L), maar ook de automatische begeleiding parts.
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel) Opnemen en Multi Track
Opnemen. Daarnaast laten uitgebreide bewerkings functies u de opgenomen song data “fiijn regelen”.
Deze functie maakt het u mogelijk om een selectief gedeelte van een song track
opnieuw op te nemen (de maten tussen de bepaalde punch-in en punch-uit punten).
• Start Maat ............................................................................................................................. blz. 84
Dit bepaalt de maat waar het opnemen begint. Stel dit in als u het opnemen in
de loop van de song wilt beginnen als u opnieuw opneemt. Houd in gedachte
dat alle reeds opgenomen data vanaf de startmaat wordt vervangen.
• In staat zijn noot aan/uit en
aanslagsnelheid op te nemen
betekent dat u forte of piano,
crescendo of diminuendo en
andere subtiele expressieve
toetsenbordelementen op kunt
nemen terwijl u ze speelt.
• Noot ON (toets in), noot OFF
(toets los), en aanslagsnelheid
zijn MIDI data events
(spelinformatie) (blz. 107).
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel)
Opnemen en Multi Track Opnemen.
● Over Multi Track Opnemen
In Multi Track Opname, bepaalt u de track toewijzingen (zoals hiervoor is te
zien) voordat u gaat opnemen. Verscheidene tracks kunnen tegelijkertijd
worden opgenomen. Naast dat u op kunt nemen op lege tracks, kunt u kunt
ook tracks opnieuw opnemen die reeds opgenomen data bevatten.
● Over Quick (Snel) Opnemen
Bij Quick (Snel) Opnemen, kunt u snel opnemen zonder dat u zich zorgen hoeft
te maken over de bovenstaande tracktoewijzingen. Quick (Snel) Opnemen
maakt automatisch track toewijzingen volgens de eenvoudige regels hieronder.
• Als de opname methode is ingesteld op “Melody”
Uw toetsenbordspel (VOICE R1, R2, L) worden opgenomen op de tracks 1 - 3.
• Als de opname methode is ingesteld op “Acmp”
De automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 - 16.
• Als de opname methode is ingesteld op “Melody + Acmp”
Uw toetsenbordspel (VOICE R1 en R2) wordt opgenomen op de tracks 1 - 2,
en de automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 -16.
De Quick (Snel) Opname methode is anders dan de Multi Track Opname; echter,
voor beiden geldt dat de opgenomen data wordt opgenomen op de tracks 1–16.
Als u een User Song opnieuw op wilt nemen die oorspronkelijk is opgenomen met
de Quick Opname methode, gebruik dan Multi Track Opnemen.
Begeleiding Stijl RHYTHM SUB
Begeleiding Stijl RHYTHM MAIN
OPM.
De volgende
opmerkingen en
waarschuwingen zijn
belangrijke punten om in
gedachte te houden,
terwijl u opneemt.
• De metronoom functie
gebruiken (blz. 118) kan uw
opnamesessies efficiënter
maken.
• De Registration Memory
gebruiken(blz. 54) kan uw
opnamesessie veel efficiënter
maken, aangezien
verscheidene instellingen
(zoals voices, enz.) kunnen
worden opgeroepen met het
drukken op één knop.
Als de record mode is
geactiveerd, wordt de
Registration Memory Freeze
functie aangezet (deze kan niet
worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
• Als de record mode is
geactiveerd, wordt de Synchro
Stop functie uitgezet (deze kan
niet worden aangezet terwijl de
record mode actief is).
• Elke keer als u opneemt, wordt
het reeds opgenomen
materiaal in dezelfde track
gewist.
• Song files op commercieel
beschikbare diskettes die niet
schrijfbeveiligd zijn kunnen
worden geselecteerd en
opgenomen (bewerkt) op de
PSR-550. Als de song data
van een ander format is dan
dat van de PSR-550 User
songs, vraagt de display u om
de song data om te zetten.
Door op de [+/YES] knop te
drukken, kunt de song data
omzetten naar het PSR-550
format (compatibel met de
PSR-550). Als de omzetting
eenmaal klaar is, keert de
PSR-550 terug naar opname
standby, waardoor u kunt gaan
opnemen.
• Als het diskette geheugen vol
raakt tijdens het opnemen,
verschijnt er een
waarschuwingsboodschap in
de display en stopt het
opnemen.
• Let erop dat het instrument niet
wordt uitgezet en dat de
netadapter niet uit het
stopcontact wordt gehaald
tijdens het opnemen,
aangezien dit zal resulteren in
het verloren gaan van de
opgenomen data.
79
77
Page 80
Song Opname
Quick (Snel) Opnemen
Plaats de diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer “Song”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecMenu:Song
Druk op de [NEXT] knop.
4
001 New Song
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer “QuickRec”.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:QuickRec
Druk op de [NEXT] knop.
7
80
Selecteer een Opname methode.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
● Melody .................... Dit neemt uw toetsenbordspel op (Voices R1/R2/L) zonder
de automatische begeleiding.
● Acmp ....................... Dit neemt alleen de automatische begeleiding op. Als dit is
geselecteerd, wordt de automatische begeleiding
automatisch ingesteld op aan.
● Mel + Acmp ............. Dit neemt uw toetsenbordspel (Voices R1/R2) op samen met
de automatische begeleiding. Als dit is geselecteerd, wordt
automatische begeleiding automatisch ingesteld op aan.
RecTr=Melody
78
Page 81
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
9
De beat indicator punten zullen knipperen in het op dat moment ingestelde tempo,
om aan te geven dat de opname ready (Synchro Start) mode is geactiveerd.
Song Opname
10
11
BEAT
Start het opnemen.
• Als u [Melody] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselcteerd, begint
het opnemen zodra u een toets speelt.
• Als u [Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, starten de automatische
begeleiding en het opnemen tegelijkertijd, zodra er een akkoord in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het
splitpunt) wordt gespeeld.
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
SongRec Ready
SongRecording
Het opnemen stoppen.
• Als u [Melody] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan op de
[START/STOP] knop.
• Als u [Acmp] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan
op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als op de [ENDING]
knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen, zal het
opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
OPM.
• De automatische begeleiding
kan niet worden aan- of
uitgezet tijdens het opnemen.
12
13
Sv?:SONG 001.MID
Selecteer of u de nieuw opgenomen data op diskette wilt
opslaan of niet.
• Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt
doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap
nr.8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track selectie scherm.
• Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
–
Executing72%
De opslaghandeling is afgerond...
RecTr=Melody
Druk op de [RECORD knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
81
79
Page 82
Song Opname
Multi Track Opnemen
1
4
-
Gebruik dezelfde handeling als bij “Quick (Snel)
3
Opnemen” (blz. 80).
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
roepen.
001 New Song
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer “MultiRec”.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:MultiRec
Druk op drie keer op de [NEXT] knop om het PART instelling
7
scherm op te roepen.
RecPart T01 =R1
OPM.
• Voor informatie over de punch
in en start maat functies (blz.
84).
Selecteer de gewenst track en part voor opname.
8
1) Selecteer een track.
Druk op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen.
2) Selecteer een part.
Gebruik de data dial, de
[+/YES] knop of de
[-/NO] knop.
RecPart T16 =RhM
CHORD
6
dim
mM
7
119
START/STOP
513
augsus4
[NEXT] knop
BACK
KEYBOARD
3) Zet de gewenst track op
“Rec”.
Druk op de [NEXT] knop
Rec/Ply T16 =Rec
CHORD
6
dim
mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
en gebruik de data dial, de
[+/YES] knop of de
[-/NO] knop .
NEXT
NEXT
EASY
NAVIGATOR
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
[BACK] knop
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
0~9
/YES
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Voor informatie over track
toewijzingen (blz. 79).
• Zet om de automatische
begeleiding data op te nemen
de [ACMP] knop op ON.
• Hetzelfde part kan niet worden
ingesteld voor meer dan één
track voor opname.
82
• Maak alle nodige instellingen voor elke track door de stappen 1) t/m 3)
hierboven te herhalen.
80
Page 83
Druk op de [NEXT] knop om het Rehearsal (oefen) scherm op te roepen.
9
Voices en stijlen kunnen via deze display worden ingesteld. Na de gewenst
instellingen gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar
deze display.
Rehearsal
Song Opname
10
11
12
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
BEAT
Start het opnemen.
• Het opnemen begint zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
• Als u de automatische begeleiding track insteld voor opnemen (in de stappen 8
hiervoor), begint het opnemen zodra u een akkoord speelt in het automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het splitpunt).
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te
drukken.
Het opnemen stoppen.
• Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in
de stappen nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop.
• Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in de stappen
nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als u op
de [ENDING] knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen,
zal het opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
SongRec Ready
OPM.
• De automatische begeleiding
kan niet worden aan- of uitgezet
tijdens het opnemen.
–
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
13
Sv?:SONG 001.MID
De opgenomen data opslaan op diskette.
• Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt
doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap
8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track instelling scherm.
• Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
Executing72%
De opslaghandeling is afgerond...
Rec/PlyT16=Ply
14
81
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
83
Page 84
Song Opname
Opnieuw-opnemen — Punch In/Out en Start Maat
Dit gedeelte laat zien hoe u opnieuw een bepaald gedeelte van een reeds opgenomen
song opnieuw op kunt nemen. In het acht-maten voorbeeld hieronder, worden de derde
tot en met de vijfde maat opnieuw opgenomen.
● Voor het re-recorden
(opnieuw opnemen)
● Na het re-recorde
(opnieuw opnemen)
Plaats de diskette in de diskdrive.
1
12345678
Opnemen start
(Punch In)
12345678
Reeds
gespeelde data
Nieuw gespeelde dataReeds
Opnemen stopt
(Punch Out)
gespeelde data
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer “Song”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
RecMenu:Song
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
4
roepen.
001 New Song
Selecteer de Song u opnieuw op wilt nemen.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
84
002 SONG–001.MID
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
6
op te roepen.
Selecteer “MultiRec”.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:MultiRec
82
Page 85
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In/Out scherm op te roepen.
8
Selecteer “On”.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Punch In/Out=On
Song Opname
10
11
12
13
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In maat scherm op te
roepen.
Stel de punch-in maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Druk op de [NEXT] knop om het Punch Out maat scherm op
te roepen.
Stel de punch-out maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
PunchIn=3
OPM.
• Het punch-out maat nummer
kan niet lager worden ingesteld
dan het punch-in maat
nummer.
PunchOut=5
14
15
16
17
83
Druk op de [NEXT] knop om het START MEASURE
(beginmaat) scherm op te roepen.
Stel de beginmaat (de maat waarvanaf het terugspelen begint) in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
RecStart Mes=2
Druk op de [NEXT] knop om het PART scherm op te roepen.
Neem op op dezelfde manier als beschreven in “Multi Track
Opnemen” op blz. 82, te beginnen met stap 7.
OPM.
• Punch In/Out opnemen kan niet
worden gebruikt bij de
automatische begeleiding tracks.
• Tijdens het opnemen kunt u de
TRACK knoppen gebruiken om
desgewenst het afspelen van
reeds opgenomen tracks aan of
uit te zetten.
85
Page 86
Song Opname
Quantizeren
Quantize laat u de timing van een reeds opgenomen track “opschonen” of “strakker
maken” . De volgende muzikale passage bijvoorbeeld, is geschreven met exacte kwarten achtste-noot waarden.
Ofschoon u misschien denkt dat u de passage accuraat heeft opgenomen, kan uw
daadwerkelijke spel misschien licht afwijken van de tel. Quantizeren maakt het u
mogelijk alle noten in een track gelijk te trekken, zodat de timing absoluut accuraat is
voor een aangegeven nootwaarde.
1
5
6
7
8
-
Gebruik dezelfde bediening als bij “Re-recording” (blz. 84).
4
Selecteer de Song file die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
002 SONG–001.MID
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
Selecteer “Edit”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm op te roepen.
86
9
10
11
Selecteer “Quantize”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Quantize
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer te geven.
Selecteer de track die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
QuantizTrack=T05
84
Page 87
Song Opname
12
13
Druk op de [NEXT] knop.
QuantizSize=1/4
Selecteer de Quantizeer waarde (resolutie).
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Stel de Quantize resolutie in zodat deze overeenkomt met de kleinste noten in
de track waarmee u bezig bent. Als de data bijvoorbeeld is opgenomen met
zowel kwartnoten als achtste noten, gebruik dan 1/8 als quantize resolutie. Als
de quantize functie in dit geval zou zijn toegepast met 1/4 als ingestelde
resolutie, dan zouden de achtste noten bovenop de kwartnoten zijn geplaatst.
Druk op de [NEXT] knop om het Quantize bedienings scherm
weer te geven.
QuantizeOK?
Druk op de [+/YES] knop om de Quantize handeling uit te voeren.
Om de Quantize handeling af te breken, drukt u op de [-/NO] knop.
Executing84%
Als de Quantize handeling is afgerond
verschijnt de volgende display...
Completed
OPM.
• U kunt de originele data niet
terugroepen als u eenmaal de
Quantizeer handeling heeft
uitgevoerd. Sla, als er ruimte is op
de diskette, de originele song data
op (als een backup), en gebruik
vervolgens Quantizeren. Als het
resultaat u niet bevalt, kunt u de
backup song data terugladen.
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl de Quantize handeling
wordt uitgevoerd.
16
85
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
87
Page 88
Song Opname
Initiële Setup Data Bewerken
Deze functie laat u wijzigingen aanbrengen in verschillende setup data parameters (voice-gerelateerd)
voor elke track van een opgenomen song. De volgende parameters kunnen worden bewerkt:
● Voice ................................. Wijst een voicenummer toe aan een aangegeven track.
● Volume .............................. Stelt het volume in van de aangegeven track.
● Octave .............................. Verschuift de toonhoogte omhoog of omlaag van de
aangegeven track met één of twee octaven. De
instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
● Pan.................................... Plaatst het geluid van de aangegeven track van
tussen links en rechts in het stereobeeld. Een
instelling “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0”
is in het midden, en alle overige instellingen zijn
corresponderende posities daar tussenin.
● Reverb diepte.................... Stelt de reverb diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid reverb effect die op die voice of track wordt toegepast.
● Chorus diepte.................... Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven track, en
dus de hoeveelheid chorus effect die op die voice of
track wordt toegepast.
● DSP diepte ........................ Stelt de DSP diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid DSP effect die op die voice of track wordt toegepast.
1
5
-
Gebruik dezelfde bediening als bij “Re-recording” (blz. 84).
4
Selecteer de file (song) waarvan u de Initiële Setup data wilt
wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Er kan slechts één Setup
parameterper track worden
opgenomen, en elke
parameterwijzigingen die
tijdens de song wordt gemaakt
wordt geannuleerd. Echter, in
het geval van Volume data,
worden alle Volume wijzigingen
die tijdens de song worden
toegepast, gezien als wijziging
tenopzichte van de Initiële
Setup Data instelling.
002 UserSong1
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
6
weer te geven.
Selecteer “Edit”.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
8
Selecteer “Setup Dt”.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:SetupDt
88
10
Druk op de [NEXT] knop om het setup data scherm weer te geven.
86
Page 89
Song Opname
11
Bewerk de setup data.
Druk op de [NEXT] en [BACK] knoppen om tussen de displays (zoals
hieronder aangegeven) te schakelen.
• Selecteer een track door op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen te drukken.
• Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0] om de gewenste waarden in elk van de displays te veranderen.
• Voice
• Volume
• Octave
• Pan
• Reverb diepte
T01=001 GrandPno
[BACK] knop[NEXT] knop
VolumeT01=108
[BACK] knop[NEXT] knop
OctaveT01=1
[BACK] knop[NEXT] knop
PanT01= 63
[BACK] knop[NEXT] knop
RevDepth T01= 49
OPM.
• Negatieve instellingen voor de
Octaaf en Pan parameters
kunnen direct worden ingevoerd door de betreffende
nummerknop in te drukken
terwijl de [-/NO] knop ingedrukt
wordt gehouden.
12
13
[BACK] knop[NEXT] knop
• Chorus diepte
• DSP diepte
Druk op de [NEXT] knop om het setup data opslag scherm
weer te geven.
ChoDepth T01= 89
[BACK] knop[NEXT] knop
DspDepth T01= 89
SetupData OK?
Sla de gewijzigde data op diskette op.
• Om de opslaghandeling te annuleren (als u misschien bewerken overnieuw
wilt doen), drukt u op de [-/NO] knop en gaat u verder met bewerken.
• Om de data op disk op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
Executing84%
De opslaghandeling is afgerond...
Completed
14
87
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
89
Page 90
Song Opname
User Songs Benoemen
1
5
6
7
8
-
Gebruik dezelfde bediening als bij “Re-recording” (blz. 84).
4
Selecteer de file (song) waarvan u de naam wilt wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
002 UserSong1
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
weer te geven.
Selecteer “Edit”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
9
10
11
12
Selecteer “Name”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Name
Druk op de [NEXT] knop om het NAME scherm op te roepen.
Nam=UserSong1_
cursor
Voer de gewenst naam voor de file (song) in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21).
Er kunnen tot 12 letters of karakters gebruikt worden. (De drie-letter extensie
kan niet worden gewijzigd.)
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
90
88
Page 91
User Song Data wissen
Song Opname
-
1
5
6
7
8
9
10
Gebruik dezelfde bediening als bij “Re-recording” (blz. 84).
4
Selecteer de song file die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
weer te geven.
Selecteer “Edit”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
Selecteer “Clear”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Clear
Druk op de [NEXT] knop.
11
12
13
ClearTrack=T13
Selecteer de track die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer “ALL”, om de data van een gehele song te wissen.
Druk op de [NEXT] knop.
ClearTrackOK?
Druk op de [+/YES] knop om de Clear (wis) functie uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
Executing84%
De Clear (wis) handeling is afgerond...
PAS OP
• Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een track wordt
gewist.
Completed
14
89
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
91
Page 92
Multi Pad Opnemen
Naast de preset Multi Pad sets, heeft de PSR-550 16 door de gebruiker op te nemen (user) sets die u
kunt gebruiken om uw eigen creaties op te slaan. Deze originele User Multi Pads kunnen op dezefde
manier als de presets worden gespeeld en gebruikt. User Multi Pad data kan ook op diskette
opgeslagen en van diskette geladen worden.
Uw toetsenbord spel (met gebruik van voice R1) wordt opgenomen op de User
pad. Chord Match data (blz. 43) kan ook worden opgenomen.
• Multi Pad Opnemen ................................................................................... blz. 92
• Chord Match .............................................................................................. blz. 94
• User Pads Benoemen ............................................................................... blz. 94
• User Pad Data wissen ...............................................................................blz. 95
Er kunnen tot ongeveer 2.000 noten voor alle pads samen worden opgenomen op
de PSR-550 Multi Pads.
OPM.
• User Pad data wordt
opgenomen door voice R1 via
het toetsenbord te bespelen.
Voice R2, voice L en de
automatische begeleiding
kunnen niet worden gebruikt.
OPM.
• Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
92
Multi Pad Opnemen
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
1
Selecteer “MultiPad”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecMenu:MultiPad
Druk op de [NEXT] knop.
3
PadBank=UserPad1
Selecteer een Multi Pad Bank voor opname.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
OPM.
De volgende opmerkingen
en waarschuwingen zijn
belangrijke punten om in
gedachte te houden, terwijl u
uw Multi Pad data opneemt.
• De metronoom functie
gebruiken (blz. 118) kan uw
opnamesessies veel efficiënter
maken.
• De Registration Memory
gebruiken (blz. 54) kan uw
opnamesessies veel efficiënter
maken, aangezien
verscheidene instellingen
(zoals voices, enz.) kunnen
worden opgeroepen met het
drukken op één knop.
Als de record mode is
geactiveerd, wordt de
Registration Memory Freeze
functie aangezet (deze kan niet
worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
• Elke keer als u opneemt, wordt
het reeds opgenomen materiaal
in dezelfde track gewist.
• Als het geheugen vol raakt
tijdens het opnemen, verschijnt
er een waarschuwingsboodschap in de display en stopt
het opnemen.
• Let erop dat het instrument niet
wordt uitgezet en dat de
netadapter niet uit het
stopcontact wordt gehaald
tijdens het opnemen,
aangezien dit zal resulteren in
het verloren gaan van de
opgenomen data.
90
Page 93
Druk op de [NEXT] knop om het RecMode scherm weer te geven.
5
Selecteer “Record”.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
M.Pad Rec:Record
Druk op de [NEXT] knop om het pad nummer selection
7
scherm weer te geven.
Selecteer een pad nummer voor opname.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de MULTI PAD
knoppen [1]-[4].
RecPad=Pad1
Druk op [NEXT] om het Rehearsalscherm weer te geven.
9
Voices kunnen in deze display worden ingesteld. Na de gewenst instellingen
gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar deze display.
Multi Pad Opnemen
10
11
Rehearsal
Druk op [NEXT] om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
BEAT
Start het opnemen.
• De PSR-550 start met opnemen zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
M.PadRec Ready
M.Pad Recording
Als u een Chord match frase opneemt, gebruik dan alleen noten van de CM7
akkoord toonsoort (dat wil zeggen. C, D, E, G, A en B).
CSC CSC
12
13
91
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
C = akkoordnoten
C, S = toonsoort
93
Page 94
Multi Pad Opnemen
Chord Match
-
1
6
7
8
9
10
Gebruik dezelfde handelwijze als bij “Multi Pad
5
Opnemen” (blz. 92).
Selecteer “Edit”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
M.Pad Rec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
Selecteer “ChdMatch”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
PadEdit:ChdMatch
Druk op de [NEXT] knop om het Chord Match scherm weer te geven.
Zet de Chord Match functie desgewenst aan of uit.
• Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
• Druk, om de gewenste pad voor instellen te selecteren, op de [NEXT] knop.
CdMatch Pad1=Off
CdMatch Pad2=Off
11
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pads benoemen
1
8
-
Gebruik dezelfde handelwijze als bij “Chord Match” hiervoor.
7
Selecteer “Name”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
PadEdit:Name
[NEXT] knop
[BACK] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
94
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (NAME) scherm
9
op te roepen.
92
Page 95
Multi Pad Opnemen
10
11
Voer de gewenste naam voor de bank in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz. 21).
Er kunnen tot acht letters of karakters worden gebruikt.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pad Data wissen
1
8
-
Gebruik dezelfde handelwijze als bij “Chord Match” (blz. 94).
7
Selecteer “Clear”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
–PadName=UserPad2
Cursor
9
10
11
12
PadEdit:Clear
Druk op de [NEXT] knop.
Clr Pad=Pad1
Selecteer het pad nummer dat u wilt wissen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer om de data van alle vier pads te wissen “All”.
Druk op de [NEXT] knop.
ClearPad OK?
Voer de Clear (wis) handeling uit.
Druk op de[+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de handeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
De Clear (wis) handeling is afgerond...
Completed
13
93
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
95
Page 96
Stijl Opnemen
De PSR-550 laat u tot drie originele User stijlen opnemen, die op dezelfde manier
voor de automatische begeleiding kunnen worden gebruikt als de preset stijlen.
User Stijl data kan ook worden opgeslagen en geladen van diskette (blz. 57).
U kunt een User stijl creëren door de interne stijl data als uitgangspunt te
nemen. Selecteer een preset stijl die het type stijl dat u wilt creëren het dichtst
benadert, en neem de automatische begeleiding patterns voor elke sectie op.
De PSR-550 geeft twee basis manieren om stijlen op te nemen:
• Tempo ............................................................................. blz. 36
• Reverb type en instellingen ............................................ blz. 46
• Chorus type en instellingen ............................................ blz. 48
Er kunnen tot ongeveer 1.950 noten voor een sectie (een totaal van ingeveer 7.150
noten) worden opgenomen op de PSR-550 stijl tracks.
Er kan slechts één event van de items die van een * voorzien zijn worden
opgenomen voor elke track van de secties.
OPM.
• Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
OPM.
• User Stijl data wordt opgenomen
door voice R1 via het toetsenbord te bespelen. Voice R2,
voice L en de automatische
begeleiding kunnen niet worden
gebruikt.
96
94
Page 97
■ Over User Stijlen Opnemen
Bij het opnemen van een User song, neemt de PSR-550 uw toetsenbordspel als MIDI
data op. Het opnemen van User stijlen, wordt echter op een andere manier gedaan.
Hier zijn enkele van de aspecten waarin stijlen opnemen afwijkt van songs opnemen:
Loop Opnemen
De automatische begeleiding herhaalt de begeleidingspatterns van verscheidene maten in een
“loop (lus)” en stijl opnemen wordt ook gedaan met gebruikmaking van loops. Als u
bijvoorbeeld start met opnemen met een twee-maten main sectie, worden de twee maten
herhaaldelijk opgenomen. Noten die u opneemt zullen worden teruggespeeld bij de volgende
herhaling (loop), waardoor u opneemt terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Overdub Opnemen
Deze methode neemt nieuw materiaal op op een track die reeds data bevat,
zonder dat de originele data wordt gewist. Bij stijl opname, wordt de opgenomen
data niet gewist, behalve als u functies zoals Wissen (Clear blz. 104) en Drum
Annuleer ( cancel blz. 99) gebruikt.
Als u bijvoorbeeld start met opnemen van een twee-maten main sectie, worden
de twee maten vele malen herhaald. Noten die u opneemt zullen worden
teruggespeeld bij de volgende herhaling, waardoor u tijdens de loop nieuw
materiaal overdubt, terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Stijl Opnemen
Preset Stijlen gebruiken
Als u de interne preset stijl selecteert die het type stijl dat
Preset stijl data
Kopiëren
Intern geheugen voor
User stijl opname
De volgende opmerkingen en waarschuwingen zijn belangrijke punten om in gedachte te houden, terwijl u uw
User stijlen opneemt.
• Zorg ervoor dat u minstens één van de drie User stijlen wist, voordat
u een nieuwe User stijl opneemt. U kunt niet beginnen met het
opnemen van een nieuwe User stijl als alle drie de User stijlen
opgenomen data bevatten.
• Let erop dat het instrument niet wordt uitgezet en dat de netadapter niet uit
het stopcontact wordt gehaald tijdens het opnemen, aangezien dit zal
resulteren in het verloren gaan van de opgenomen data.
• De Registration Memory gebruiken (blz. 54) kan uw opnamesessies
veel efficiënter maken, aangezien verscheidene instellingen (zoals
voices, enz.) kunnen worden opgeroepen met het drukken op één
knop.
Als de record mode is geactiveerd, wordt de Registration Memory
Freeze functie aangezet (deze kan niet worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
u wilt creëren het dichtst benadert, wordt, zoals in het
overzicht links is te zien, de preset stijl data gekopieerd
naar een speciale geheugenlocatie voor opname.
U creëert (neemt op) uw nieuwe, originele stijl door
toevoegen of wissen van data van de geheugen locatie.
Alle tracks (met uitzondering van de ritme track)
moeten voor het opnemen worden gewist (blz.
104).
• De metronoom functie gebruiken (blz. 118) kan uw opnamesessies
veel efficiënter maken.
• In de Record ready (klaar voor opname) mode, kunt u de voice
data uitwisselen of bewerken op de opgenomen tracks door de
Mixer op blz. 76 te gebruiken.
• Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er een
waarschuwingsboodschap in de display en stopt het opnemen.
• Aangezien het opnemen in delen van hele maten gebeurt, zou u
eerst een stijl kunnen selecteren die hetzelfde aantal maten heeft als
de stijl die u van plan bent te gaan opnemen..
• Als geen van de preset stijlen geschikt is, selecteer er dan één die
dezelfde maatsoort en aantal maten heeft als degene die u wilt gaan
creëren, gebruik vervolgens de Clear (wis) functie (blz. 104) om alle
preset data te wissen, voordat u uw eigen data invoert.
97
95
Page 98
Stijl Opnemen
Stijl Opnemen — Ritme Track
Met deze handeling kunt u uw eigen originele ritme patterns creëren door bestaande
ritme track (percussie) data van een preset stijl te bewerken.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
1
Selecteer “Style”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
RecMenu:Style
Druk op de [NEXT] knop.
3
001 8Beat1
Selecteer een stijl om mee te beginnen.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer “Record”.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Style Rec:Record
Druk op de [NEXT] knop om het Sectie selectie scherm weer
7
te geven.
98
Selecteer de sectie die moet worden opgenomen.
8
Section=MainA
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer
9
te geven.
OPM.
• Er kunnen niet meerdere
secties tegelijk worden
opgenomen.
96
Page 99
Stijl Opnemen
10
11
12
13
Selecteer een Ritme track om op te nemen.
Selecteer “RHYTHM MAIN” of “RHYTHM SUB” met de data dial, de
[+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecordTrack=RhM
Druk op [NEXT] om het Reharsal scherm weer te geven.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
Rehearsal
Selecteer één van de Drum Kits.
Selecteer de gewenste kit door op de [VOICE R1] knop (blz. 26) te drukken.
Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [EXIT] knop (blz. 17).
Start het opnemen.
U kunt dit op één van de volgende manieren doen:
• Druk op de [START/STOP] knop. Het volgende zal beginnen met afspelen:
de stijl geselecteerd in stap 4, de sectie geselecteerd in stap 8 en de ritme
track geselecteerd in stap 10.
• Druk op de [SYNC START] knop om de synchronized standby (blz. 25) aan
te zetten, en bespeel vervolgens een toets op het toetsenbord. Het afspelen
begint zoals beschreven in de eerst methode hiervoor.
OPM.
• Er kan slechts één track per
keer worden opgenomen.
OPM.
• Voor het opnemen van de
RHYTHM tracks zijn de
instrument symbolen op de rand
van het bedieningspaneel
gedrukt om u de instrument
toewijzing aan elk toets te laten
zien. Zie “Toetsenbord
Percussie” op blz. 31 voor het
spelen van elk drum/percussie
geluid.
14
15
StyleRecording
Aangezien het ritme pattern herhaaldelijk afspeelt, kunt u opnemen door
overdubben — luisterend naar het Pattern en de gewenst toetsen bespelend.
Kijk naar de iconen die onder de toetsen zijn gedrukt om aan te geven welke
percussiegeluiden aan welke toetsen zijn toegwezen.
U kunt ook bepaalde percussie geluiden op de volgende manier wissen:
1) Druk op de [NEXT] knop.
DrumCancel
2) Druk op de toets van het toetsenbord die overeenkomt met het instrument
dat u wilt annuleren.
3) Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [BACK] knop.
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Het is verstandig de opgenomen data op te slaan voordat u de opname mode
verlaat. (Zie blz. 100 voor details.)
99
97
Page 100
Stijl Opnemen
De Stijl Record mode verlaten
Volg de instructies hierna om de stijl opname mode te verlaten.
Druk op de [RECORD] knop.
Druk op de [-/NO] knop om de Stijl record
SaveToUserStyle?
Druk op de [+/YES] knop.
Sv?:UserStyle1
Druk op de [NEXT] knop.
mode te verlaten zonder de speeldata in
het interne geheugen op te slaan.
Selecteer een stijlnummer (bestemming).
Are You Sure?
Druk op de [+/YES] knop om de Stijl record mode te
verlaten na het opslaan van de speeldata in het
interne geheugen.
Stijl Opname — Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks
OPM.
• Na het verlaten van de Stijl
Opname mode, schakelt
desectie automatisch naar
Main B. Als u een andere
sectie selecteert dan Main B,
selecteerdan nogmaals de
sectie en speel de begeleiding.
Dit gedeelte legt uit hoe u alle track (behalve de ritme track) op kunt nemen met
gebruikmaking van de preset stijlen.
In tegenstelling tot bij het opnemen van de ritme track, moet u bij deze methode de
track data van de originele stijl wissen voor het opnemen.
-
1
10
Gebruik dezelfde handelwijze als bij “Stijl Opnemen —
9
Ritme Track” (blz. 98).
Selecteer een Track om op op te nemen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer uit de volgende track: “BASS,” “CHORD1,” “CHORD2,” “PAD,”
“PHRASE1,” en “PHRASE2”.
RecordTrack=Bas
11
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready (klaar voor
opname) scherm op te roepen.
SongRec Ready
OPM.
• Er kan slechts één track per
keer worden opgenomen.
PAS OP
• Weest u ervan bewust dat dit
proces automatisch de data
in de track wist, die in stap
10 is geselecteerd.
100
98
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.