Yamaha PSR-550 User Manual

Page 1
NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING
Page 2
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoor­ziening nodig (adapter). Sluit dit product NIET aan op een andere spanningsvoorziening of adapter dan in de handlei­ding wordt beschreven, dan op het naamplaatje staat of die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bij­geleverde componenten of een kar, rek of standaard die spe­ciaal wordt aanbevolen door Yamaha. Als een kar, of iets der­gelijks, wordt gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheidsmark­eringen en instructies die het product vergezellen, in acht.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen daar aan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan in staat zijn geluids­niveaus voort te brengen die tot permanente gehoor­beschadiging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge of onaan­gename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het best contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige. BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Dit product kan ook werken met een normaal gangbaar type batterij. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u ervan dat de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader geschikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen en verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen MOETEN juist worden geplaatst. Niet over­eenkomende soorten of foutieve plaatsing kunnen leiden tot oververhitting en scheuren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te door­boren. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen niet bij het normale afval komen, maar zorg dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval wor­den ingeleverd. Opmerking: Informeer bij een willekeurige leveranciers van batterijen in uw omgeving naar informatie over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van wat de wettelijke regelingen op dat moment zijn voor het verwijderen van producten die lood, batterijen plastics, etc. bevatten. Als uw leverancier u daarmee niet kan hel­pen, neem dan alstublieft direct contact op met Yamaha.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis van hoe een functie of effect werkt (als het apparaat wordt gebruikt waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de fabrieksgarantie en komen derhalve voor rekening van de gebruiker. Bestudeer daarom deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. U vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is ver­standig om het modelnummer, het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebewijs is.
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de gebruikte productie methodes aan deze doelstellingen voldoen. Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Model
Serienummer
Aankoopdatum
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten die (indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervan­ging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalifi­ceerd service personeel om de vervanging uit te voeren.
MH = Meertalige Handleiding
Als er in deze Nederlandstalige handleiding wordt verwezen naar een bladzijde met daarachter de vermelding MH, dan is dat een verwijzing naar het betref­fende bladzijdenummer in de Meertalige Handleiding of Engelstalige handleiding, die bij het instrument is geleverd.
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening het instrument eigen te maken. Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
2
Page 3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uit zetten, de stekker uit
het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service Center.
• Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-6 of gelijkwaardige door Yamaha aanbevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten veroorzaken.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
• Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich erop verzameld heeft.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen te voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats de netadapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
• Haal de netadapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument gedurende lagere tijd niet gebruikt.
• Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst worden (let op de + en - tekens). Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met oude batterijen. Ook moet u geen verschillende batterijsoorten (bijvoorbeeld alkaline en mangaan of verschillende merken) door elkaar gebruiken. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
• Gooi batterijen nooit in het vuur.
• Probeer geen niet oplaadbare batterijen op te laden.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere periode niet gebruikt, om schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
• Houd batterijen weg van kinderen.
• Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de batterijvloeistof in contact mocht komen met uw ogen, mond of huid was het dan onmiddellijk met water en raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals televisies, radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
• Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik bij het schoonmaken geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, want dit kan verkleuring veroorzaken.
• Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen zijn. Als u het instrument vast maakt aan de standaard of het rek gebruik dan uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de interne componenten of het vallen van het instrument.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Als u gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met een KNO-arts of gehoordeskundige.
DATA BACK-UP EN OPSLAG
• Yamaha beveelt u het regelmatig opslaan van data op een diskette aan, en het bewaren van de diskettes op een veilige, koele, droge plaats. YAMAHA KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET VERLOREN GAAN VAN BELANGRIJKE MUZIEK DATA! Betreffende de data: zolang er volle batterijen zijn geplaatst (of een netadapter is aangesloten), zal het instrument de data vasthouden, zelfs als het instrument is uitgeschakeld. De data wordt ook lang genoeg vastgehouden om een set oude batterijen te kunnen vervangen door een set nieuwe. Als er zich belangrijke data in het instrument bevindt die u niet wilt kwijtraken, zorg er dan alstublieft voor dat er altijd volle batterijen in het instrument zitten (of houd de adapter aangesloten) en sla de data regelmatig op.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren is gegaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld
te worden.
(4)-7
1
3
Page 4
Gefeliciteerd!
U bent de trotse eigenaar van een hoogwaardig elektronisch keyboard. De Yamaha PSR-550 PortaTone combineert de meest geavanceerde klankopwekkingstechniek met state-of-de-art digitale elektronica en eigenschappen die u een verbazingwek­kende geluidskwaliteit met een maximum aan muzikaal plezier leveren. Een grote grafische display en een gemakkelijk te gebruiken interface verbeteren ook het bedieningsgemak van dit geavanceerde instrument. Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw PortaTone’s eigenschappen en uitgebreide speelmogelijkheden, verzoeken wij u dringend om deze handleiding grondig door te lezen, terwijl u de verschillende beschreven eigenschappen uitprobeert. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor latere naslag.
Paklijst
Controleer alsublieft of deze items bij uw PSR-550 zijn ingepakt.
• PSR-550 • Muziekstandaard (blz. 9)
• PSR-550 Data Diskette • Gebruiksaanwijzing
(Zie de “Bijgeleverde Data Diskette” op blz. 59, en “MIDI en TO HOST Aansluitingen” op blz.
107).
4
2
Page 5
Hoe deze handleiding te gebruiken
Opstellen
Belangrijke Eigenschappen
Basis Handelingen
Inhoud
Paneelregelaars
blz. 12
We bevelen u sterk aan dit gedeelte van de handleiding eerst te lezen, voordat u verder gaat met een ander gedeelte van de handleiding. Het laat u zien hoe u aan de slag kunt gaan met het bespelen en gebruiken van uw nieuwe PSR-550.
blz. 8
Als u eenmaal uw PSR-550 heeft opgesteld, zou u het beste dit gedeelte kunnen lezen — en de relevante referentiepagina’s kunnen verkennen — om uzelf bekend te maken met de enorme verscheidenheid aan eigenschappen en functies van de PSR-550.
blz. 17
Dit gedeelte introduceert de basis bedienings opzet van de PSR-550 aan u, zoals het wijzigen van waarden en het veranderen van instellingen, en laat zien hoe u de gemakkelijke Help en Direct Access (Toegang) functies kunt gebruiken.
blz. 6
Alle belangrijke onderwerpen, eigenschappen, functies en handelingen staan hier in de volgorde waarin ze in de handleiding voorkomen, voor makkelijk opzoeken.
blz. 10
Gebruik dit gedeelte om alles te weten te komen over alle knoppen en regelaars van de PSR-550.
Paneeldisplay Indicaties
Functieboom
Appendix
Problemen oplossen
Index
blz. 16
Dit gedeelte verklaart de display indicaties van de PSR-550 en hoe ze gelezen dienen te worden voor de beste bediening.
blz. 22
Hier worden alle functies van de PSR-550 opgesomd overeenkomstig hun hiërarchische structuur, waardoor u makkelijk de relaties van de verschillende functies kunt zien en snel de gewenste informatie kunt vinden.
blz. 123 van de Meertalige Handleiding
Hier staanverscheidene belangrijke overzichten zoals die van de Voices, de Preset Stijlen, de Effecten, de MIDI Data Format s en de MIDI Implementatie.
blz. 127
Als de PSR-550 niet functioneert als verwacht of u heeft problemen met het geluid of bediening, raadpleeg dan dit gedeelte voordat u uw Yamaha leverancier of service center belt. De meest voorkomende problemen en hun oplossingen zijn hier ondergebracht op een zeer eenvoudige en makkelijk te begrijpen manier.
blz. 131
Dit gedeelte geeft een alfabetisch overzicht van nagenoeg alle onderwerpen, eigenschappen, functies en handelingen met hun respectievelijke bladzijde nummers, waardoor u snel en gemakkelijk de informatie kunt vinden die u nodig heeft.
De illustraties en LCD schermen zoals ze in deze nederlandstalige’s handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend voor instructie doeleinden, en kunnen afwijken van die van uw instrument.
5
3
Page 6
Inhoud
Paklijst 4
Hoe deze handleiding te gebruiken 5
Belangrijke Eigenschappen 8
Paneel logo’s ................................................ 9
Muziekstandaard ........................................ 10
Bedieningspaneel en aansluitingen 10
FOOTSWITCH aansluiting ......................... 10
PHONES/OUTPUT aansluiting .................. 10
Bedieningspaneel Regelaars ..................................11
Achterpaneel Regelaars ......................................... 11
Opstellen 12
Spanningsvoorziening aansluitingen ..................... 12
Demo Song Afspelen 13
Voices bespelen 26
Een Voice selecteren ............................................. 26
Twee Voices (R1, R2) Tegelijkertijd Bespelen ....... 27
Verschillende Voices met de Linker (L) en Rechter
(R1, R2) Handen bespelen .............................. 28
Functies van het Toetsenbord ................................ 29
Transponeren ........................................................ 30
Pitch Bend wiel ...................................................... 30
Sustain ................................................................... 30
Toetsenbord Percussie .......................................... 31
Automatische begeleiding 32
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de
ritme track) ....................................................... 32
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks) . 33
Begeleiding Secties ............................................... 34
Tempo/Tap ............................................................. 36
Begeleiding Track Muting (uitschakelen) ............... 37
Begeleidings Volume Regeling .............................. 37
Akkoord Fingerings ................................................ 38
Begeleidings Splitpunt ........................................... 40
Synchro Stop ......................................................... 41
One Touch Setting ................................................. 42
De Muziek Database gebruiken 14
Paneeldisplay Indicaties 16
Basis handelingen 17
De Bedienings Displays oproepen......................... 17
Hoe de Menu/Mededeling Display en
“Easy (Makkelijke) Navigator” te lezen ............ 18
Menu Selectie ........................................................ 19
Waarden veranderen (Edit) ................................... 20
Benoemen ............................................................. 21
Direct Access (Directe Toegang) ........................... 21
Functieboom 22
Direct Access (Directe Toegang) Overzicht 24
Mode 25
Stijl Mode ............................................................... 25
Song Mode ............................................................ 25
Record Mode ......................................................... 25
Disk Mode .............................................................. 25
De Multi Pads 43
De Multi Pads Bespelen ........................................ 43
Akkoord Overeenkomen ........................................ 43
Een Multi Pad Bank selecteren.............................. 44
Chord Mattch Aan/Uit schakelen ........................... 44
Multi Pad Bank Overzicht ........................... 45
Digitale Effecten 46
Reverb ................................................................... 46
Chorus ................................................................... 48
DSP ....................................................................... 49
Systeem Effecten en Insertie Effecten................... 50
Harmonie/Echo ...................................................... 50
Registration Memory 54
De Paneel Instellingen Registreren ....................... 55
De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen55
Een Registratie Bank selecteren ........................... 56
De Registratie Banken benoemen ......................... 56
Diskette Handelingen 57
De diskdrive (FDD) en diskettes gebruiken ........... 58
Bijgeleverde Data Diskette .................................... 59
Format ................................................................... 60
Opslaan ................................................................. 60
Laden ..................................................................... 62
Song Kopiëren ....................................................... 64
Wissen ................................................................... 67
6
4
Page 7
Inhoud
Diskette Song afspelen 68
Song Afspelen........................................................ 68
Song Track Muting (uitschakelen) ......................... 70
Songvolume Besturing........................................... 70
Afspelen vanaf een Bepaalde Maat ....................... 71
Repeat Play (A-B Repeat) ..................................... 72
Song Transponering .............................................. 73
Part Instellingen 74
Voice Wijziging....................................................... 75
Mixer ...................................................................... 76
Song Opname 78
Quick (Snel) Opnemen .......................................... 80
Multi Track Opnemen............................................. 82
Opnieuw-opnemen — Punch In/Out en Start Maat 84
Quantize ................................................................ 86
Initiële Setup Data Bewerken ................................ 88
User Songs Benoemen.......................................... 90
User Song Data Wissen ........................................ 91
Multi Pad Opnemen 92
Multi Pad Opnemen ............................................... 92
Chord Match .......................................................... 94
User Pads benoemen ............................................ 94
User Pad Data Wissen .......................................... 95
Stijl Opnemen 96
Stijl Opnemen — Ritme Track ............................... 98
Stijl Opnemen —
Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks .................... 100
Quantize .............................................................. 102
User Stijlen benoemen ........................................ 104
User Stijl Data wissen ......................................... 104
MIDI Functies 106
Andere Functies (Utility) 118
Metronoom............................................................ 118
Upper Octaaf ........................................................ 119
Master Tuning (Hoofdstemming) .......................... 119
Scale Tuning (stemming) ......................................119
Splitpunt ............................................................... 120
Aanslaggevoeligheid............................................ 120
Voice Set.............................................................. 120
Voetschakelaar .................................................... 121
Pitch Bend bereik................................................. 122
Toewijsbaar .......................................................... 122
Achtergrondverlichting ......................................... 122
Appendix 123
Voice Overzicht............................................. 123MH*
Toelichting Voice Overzicht .................................. 123
Paneel Voice Overzicht ..................... 123MH*
XG Voice Overzicht ........................... 125MH*
Drum Kit Overzicht........................................ 128MH*
Stijl Overzicht ................................................ 130MH*
Muziek Database Overzicht .......................... 131MH*
Over de Digitale Effecten (Reverb/Chorus/DSP) . 124
Reverb Type Overzicht ............................. 125
Chorus Type Overzicht ............................. 125
DSP Type Overzicht ................................. 125
Harmonie/Echo Type Overzicht ........................... 126
Problemen oplossen ............................................ 127
Data backup & Initialiseren .................................. 128
Waarschuwingsboodschappen overzicht ............ 129
MIDI Data Format ......................................... 139MH*
MIDI Implementatie Overzicht ...................... 151MH*
Toelichting MIDI Implementatie Overzicht ........... 123
Index .................................................................... 131
Specificaties......................................................... 134
Wat is MIDI? ........................................................ 106
Wat U kunt doen met MIDI .................................. 108
MIDI Data Compatibiliteit ..................................... 109
Op een Personal Computer aansluiten................. 110
MIDI Template ....................................................... 112
MIDI Verzend Instelling......................................... 114
MIDI Ontvangst Instelling...................................... 115
Local (=Lokale) Besturing .....................................116
Clock ..................................................................... 116
Initiële Data Verzenden.........................................117
MH* = Alleen in de bij het instrument geleverde
meertalige of engelstalige handleiding
7
5
Page 8
Belangrijke Eigenschappen
Aangezien de PSR-550 over zo’n grote hoeveelheid geavanceerde eigenschappen en functies beschikt, zou het kunnen gebeuren dat u de handigste manier om de mogelijkheden te verkennen en hoe u ze op de beste manier voor uw muziek kunt gebruiken, kwijtraakt. Maar maakt u zich geen zorgen. De PSR-550 is erg makkelijk in gebruik en om te bespelen, en elke functie — het maakt niet uit hoe geavanceerd — is makkelijk onder de knie te krijgen.
Daar is dit gedeelte voor ontworpen. Het zal u helpen de PSR-550 onder de knie te krijgen. Het introduceert u de belangrijke eigenschappen van de PSR-550 met korte uitleggingen en bladzijdereferenties. Lees de eigenschappen die u interessant vindt door en ga dan verder met de betreffende bladzijden in de handleiding voor instructies en overige details.
Basis bediening
• De PSR-550 is uitgerust met geavanceerde eigenschappes en functies, maar is toch uitzonderlijk makkelijk te bedienen. Het gebruik van de paneelregelaars gaat snel, is makkelijk en intuïtief — dankzij de Easy (makkelijke) navigator eigenschap, die aangeeft op welke knoppen u zou moeten drukken, en de speciale LCD met achtergrondverlichting, waarvan de kleur wijzigt overeenkomstig de geselecteerde mode. (→ Blz. 16, 18)
• Een gemakkelijke Direct Access (Toegang) functie stelt u in staat onmiddellijk het bepaalde menu of de display op te roepen die u nodig heeft. (→ Blz. 21)
Luisteren naar de PSR-550
• De PSR-550 beschikt over een grote verscheidenheid aan songs in verschillende muzikale genres. (→ Blz. 15)
• Daarnaast zijn er nog 10 songs meegeleverd op de bijgesloten diskette. (→ Blz. 59)
• De krachtig automatische begeleidingsfunctie geeft u een totaal van 112 stijlen (ritme- en begeleidingspatronen), waardoor u voorzien wordt van professioneel klinkende begeleidingspartijen voor uw spel. (→ Blz. 112)
Speciale Multi Pads laten u onmiddellijk en makkelijk korte ritmische en melodische sequences spelen voor het toevoegen van impact en verscheidenheid aan uw spel. (→ Blz. 43)
Automatische begeleiding (stijlen)
De Automatische begeleidingsfunctie plaats een volledige begeleidingsband onder uw vingertoppen, met in totaal 112 stijlen (ritme en begeleidings patronen). (→ Blz. 32)
De One Touch Setting eigenschap stelt u in staat onmiddellijk de geschikte voice, effect en overige instellingen voor de geselecteerde begeleidingsstijl op te roepen— met een druk op een knop. (→ Blz. 42)
U kunt ook uw originele begeleidingsstijlen creëren, door ze direct van het toetsenbord op te nemen. (→ Blz. 96)
Muziek Database
De PSR-550’s ingebouwde Muziek Database geeft u een makkelijke manier om automatisch de stijl, voice en effect instellingen te selecteren, die het meest geschikt zijn voor een bepaalde soort muziek. Als u niet weet welke stijl of voice geschikt zou zijn, kan de Muziek Database u helpen. (→ Blz. 14)
Multi Pads
Door gewoonweg op één van de Multi Pads te drukken, kunt u korte ritmische of melodische frases afspelen. (→ Blz. 43)
U kunt ook uw originele Multi Pad frases creëren door ze direct van het toetsenbord op te nemen. (→ Blz. 92)
Registration Memory
De gemakkelijk Registration Memory eigenschap stelt u in staat vrijwel alle paneel instellingen onder één van de 128 Registration Memory instellingen op te slaan, en dan onmiddellijk al uw custom (zelfgemaakte) paneel instellingen terug te roepen met het drukken op een enkele knop. (→ Blz. 54)
De PSR-550 bespelen
• Het PSR-550 toetsenbord heeft 61 toetsen met volledige aanslaggevoeligheids vermogen dat u in staat stelt om met uitzonderlijke expressiviteit en dynamische besturing te spelen. (→ Blz. 26)
• De PSR-550 stelt u in staat met een grote verscheidenheid aan muzikale instrument voices te spelen. (→ Blz. 26) Er zijn twee verschillende soorten voices: paneel voices (de originele PSR-550voices) en XG voices.
De PSR-550 beschikt over 219 paneel voices, 14
drum kits en 480 XG voices
• Met de R1, R2 en L voices, kunt u twee verschillende voices in a layer bespelen, en zelfs twee verschillende voices met uw rechter en linker handen bespelen. (→ Blz. 27, 28)
8
Song Opname
Gebruik de krachtige song opname functie om zo uw eigen complete, volledig georkestreerde compostities te creëren en sla ze op op diskette als User Songs. Elke User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien onafhankelijk tracks. (→ Blz. 78)
• Om snel en makkelijk uw muzikale ideëen om te
vormen tot complete songs, gebruikt u de Quick Record methode. (→ Blz. 80)
• Om uw song partij voor partij en track voor track op te
nemen, gebruikt u de Multi Track Record methode. (→ Blz. 82)
• U kunt de opgenomen song data ook “fijnregelen” met
de PSR-550’s veelomvattende song edit (bewerkings) functies. (→ Blz. 84-91)
6
Page 9
Belangrijk Eigenschappen
Digitale Effecten
Er is een uitgebreide set professioneel-klinkende digitale effecten ingebouwd in de PSR-550, waardoor u het geluid van uw spel nog op een groot aantal manieren kunt verbeteren. Deze bevatten Reverb (nagalm), Chorus, DSP en Harmonie/Echo. (→ Blz. 46)
• Reverb (nagalm) herschept de rijke ruimtelijke
ambiance van verscheidene speelomgevingen, zoals een concertzaal of een nachtclub. (→ Blz. 46)
• Chorus verrijkt de voices door ze warmer en vetter te
laten klinken — alsof verscheidene instrumenten op hetzelfde moment samenspelen. (→ Blz. 48)
• De DSP effecten laten u het geluid op speciale, ongebruikelijke
manieren bewerken — zoals het toevoegen van vervorming of tremolo aan een bepaald gedeelte. (→ Blz. 49)
• Harmonie/Echo stelt u in staat uw rechterhand
melodieën op te luisteren met een verscheidenheid aan harmonie en echo effecten. (→ Blz. 50)
Diskdrive
De PSR-550 beschikt ook over een ingebouwde diskdrive die u in staat stelt om al uw belangrijk originele data (zoals User songs, User stijlen, User Multi Pads, Registration Memory, enz.) op diskette op te slaan om ze later terug te kunnen roepen. (→ Blz. 57)
MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een wereldwijd erkende standaard interface die het mogelijk maakt verscheidene elektronische muziekinstrumenten, computers en andere apparaten met elkaar te laten communiceren. De MIDI eigenschappen laten u de PSR­550 naadloos integreren in een verscheidenheid aan systemen en toepassingen:
• Andere instrumenten bespelen vanaf de PSR-550.
(→ Blz. 108)
• Bespeel de geluiden van de PSR-550 (inclusief de
Automatische begeleiding) vanaf een aangesloten toetsenbord. (→ Blz. 108)
• Sluit de PSR-550 direct aan op een computer, voor
geavanceerd opnemen, bewerken en terugspelen van song data. (→ Blz. 110)
• Gebruik voorgeprogrammeerde templates
(voorinstellingen) om de PSR-550 onmiddellijk voor uw bepaalde MIDI systeem/toepassing te configureren. (→ Blz. 112)
Paneel logo’s
De op de PSR-550 paneel gedrukte logo’s geven aan welke standaards/formats worden ondersteund en over welke speciale
eigenschappen de PSR-550 beschikt.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI standaard die garandeert dat elke data die voldoet aan de standaard zal nauwkeurig zal worden afgespeeld op elke GM­compatibele toongenerator of synthesizers van elke fabrikant.
XG
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die de GM System Level 1 standaard significant uitbreidt en verbetert met een grotere voice afhandelingscapaciteit, expressieve bestruing en effect mogelijkheden terwijl volledige compatibiliteit met GM gehandhaaft blijft. Door de PSR-550’s XG voices te gebruiken, is het mogelijk om XG-compatibele song files op te nemen.
DOC
Het DOC voice toewijzings format voorziet in data afspeel compatibiliteit met een groot aantal Yamaha instrumenten en MIDI apparaten, inclusief de Clavinova serie.
Stijl File Format
Het Stijl File Format — SFF — is het originele stijlfile format van Yamaha dat een uniek conversiesysteem gebruikt om te voorzien in een hoge kwaliteit automatische begeleiding gebaseerd op een groot aantal akkoordsoorten. De PSR-550 gebruikt de SFF intern, leest optionele SFF stijl disks, en creëert SFF stijlen door gebruik te maken van de de Stijl
Recording functie.
Muziekstandaard
De PSR-550 wordt geleverd met een muziekstandaard die aan het instrument kan worden bevestigd door hem in de uitsparing aan de achterkant van het bedieiningspaneel te plaatsten.
9
7
Page 10
Bedieningspaneel en aansluitingen
u
i
$4
#3
#4
q
#5 #6
#7
y
o
w
#8 #9
!1
e
t
!0
!3
r
$0
$1
001 Grand Piano
CHORD
!2
dim mM
TRANSPOSE
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
NEXT
BACK
119
6
KEYBOARDSTART/STOP
513
augsus4
7
REGIST-
TEMPO
RATION
!4
!5
!6 !7 !8 !9 @0
@1 @2 @3@4@5
NAVIGATOR
EASY
MEASURE
STYLE SONG
PART
DIAL
/YES
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
VOICE
TRACK(1~16)
0~9
@6
$2
LR12
TOUCH
HARMONY
@7
@8
#0
#1
#2
@9
$3
C1
D138E1
36T37S39F141
CLICK
G1
43
42 44A145
40 46 49
R
L
B1
C2
47
48
L
M
H
D2
E2
F2
50
51
M
G2
52
53
5554 56A257
H
L
H
FOOTSWITCH aansluiting
De sustain functie stelt u in staat een natuurlijke sustain te maken door, terwijl u speelt, een voetschakelaar in te drukken. Sluit een optionele Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op deze aansluiting aan en gebruik deze om de sustain aan en uit te schakelen. De voetschakelaars die op deze aansluiting zijn aangesloten, kunnen ook worden ingesteld om functies van enkele van de paneelknoppen na te doen, zoals het starten en stoppen van de begeleiding (blz 121).
OPM.
• Houd de pedaal niet ingetrapt op het moment dat u de PSR-550 aanzet. Als u dat zou doen, wordt de AAN/UIT status van de voetschakelaar omgedraaid.
• Als de sustain of sostenuto pedaal functies worden gebruikt (blz. 121), kan het zijn dat enkele voices continu geluid geven of een lange uitsterftijd hebben als u de noten heeft losgelaten, terwijl de pedaal wordt ingehouden.
L
B2
C3
59
60
58 61
M
M
L
H
D3
E364F3
62
63
C 1
65R66G367S68 70C472H73
R
H
1
A3
B3
D4
E4
F4
69
71
C 2
74 75
R
L
2
H
G4
76
77H78
79H80
L
L
PHONES/OUTPUT aansluiting
Hier kan een standaard stereo hoofdtelefoon op aangesloten worden voor privé oefenen of laat spelen. Het interne stereo luidsprekers systeem wordt automatisch uitgeschakeld als er een hoofdtelefoon op de PHONES/OUTPUT aansluiting wordt aangesloten. Luister niet gedurende een langere tijd naar de hoofdtelefoon met een hoog volume. Dit zou namelijk tot gehoorverlies kunnen leiden.
PAS OP
Sluit de PSR-550 alleen op externe apparatuur aan als alle apparaten uitgeschakeld zijn. Zet, om beschadiging van de speakers te voorkomen, de volumeregeling van het externe apparaat op de minimum-stand voordat u de aansluiting maakt. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
A4
B4
C5
81 82
83
H
84L85S87D586
L
E5
F5
G5
88
89
90
L
91 92
H
L M
O
10
$7 $8 $9 $6 $5 %0
8
Page 11
Bedieningspaneel en aansluitingen
A5
93 94B595C696
Bedieningspaneel Regelaars
q STANDBY/ON schakelaar ..........................13
w MASTER VOLUME regelaar...................... 13
e DEMO knop ......................................... 13, 17
r RECORD knop................... 17, 25, 78, 92, 96
t DIRECT ACCESS knop ....................... 21, 24
y DSP knop ................................................... 49
u FAST/SLOW knop..................................... 49
i TOUCH knop............................................120
o SUSTAIN knop ...........................................30
!0 HARMONY/ECHO knop ............................ 50
!1 BACK knop, NEXT knop ............................17
!2 LCD display................................................ 16
!3 VOICE CHANGE knop......................... 17, 75
MIXER knop ......................................... 17, 76
!4 TRACK 1 - 16 knoppen ........................ 37, 70
!5 SONG knop.................................... 17, 25, 68
!6 STYLE knop ................................... 17, 25, 32
!7 MUSIC DATABASE knop .....................14, 17
!8 VOICE L knop ...................................... 17, 28
!9 VOICE R1 knop ................................... 17, 26
@0 VOICE R2 knop ................................... 17, 27
@1 ACMP ON/OFF knop ........................... 25, 33
@2 ACMP/SONG VOLUME knop ........17, 37, 70
@3 TEMPO/TAP knop ................................17, 36
@4 TRANSPOSE knop ..............................17, 30
@5 FUNCTION knop ................................ 17, 118
@6 PART ON/OFF
VOICE L knop ....................................... 28
VOICE R1 knop .................................... 26
VOICE R2 knop .................................... 27
@7 Nummer knoppen
[1]-[0], [-/NO], [+/YES] ...........................20
@8 EXIT knop .................................................. 17
@9 Data dial ..................................................... 20
#0 DISK LOAD knop .................................17, 62
#1 DISK SAVE knop ..................................17, 60
#2 DISK UTILITY knop ....................... 17, 64, 67
#3 SYNC STOP knop......................................41
#4 SYNC START knop ....................................33
#5 START/STOP knop ................................32, 6
#6 INTRO knop ...............................................34
#7 MAIN/AUTO FILL A knop ...........................34
#8 MAIN/AUTO FILL B knop........................... 34
#9 ENDING/rit. knop ....................................... 34
$0 REGISTRATION MEMORY knoppen ........ 54
$1 ONE TOUCH SETTING knoppen ..............42
$2 MULTI PAD knoppen.................................. 43
$3 Diskdrive .................................................... 58
$4 PITCH BEND wiel ......................................30
Achterpaneel Regelaars
$5 PHONES/OUTPUT aansluiting ..................10
$6 FOOTSWITCH aansluiting......................... 10
$7 TO HOST aansluiting ............................... 107
$8 HOST SELECT schakelaar ...................... 110
$9 MIDI IN/OUT aansluitingen ......................107
%0 DC IN 10-12V aansluiting .......................... 12
11
9
Page 12
Opstellen
Dit gedeelte bevat informatie over het opstellen van uw PSR-550 en de voorbereiding voor het spelen. Zorg ervoor dat u dit gedeelte zorgvuldig doorleest voordat u het instrument aanzet.
Spanningsvoorziening aansluitingen
Ofschoon de PSR550 zowel via een apart verkrijgbare adapter als op batterijen werkt, beveelt Yamaha het gebruik van de milieuvriendelijkere adapter aan, als dat maar enigszins mogelijk is. Volg de onderstaande instructies betreffende de spanningsvoorziening die u van plan bent gebruiken.
Gebruik van een optionele netadapter
1
Zorg ervoor dat de STANDBY/ON schakelaar van de PSR-550 is ingesteld op STANDBY.
2
Sluit de netadapter (PA-6 of andere adapter specifiek door Yamaha aanbevolen) aan op DC IN aansluiting.
3
Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
Bij het uitzetten, draait u de procedure gewoon om.
PAS OP
• Onderbreek nooit de spannings­voorziening (d.w.z. de batterijen verwijderen of de netadapter los halen) tijdens een PSR-550 opname handeling! Dit zou namelijk kunnen resulteren in het verloren gaan van de gegevens.
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de Yamaha PA-6 netadapter (of een andere speciaal door Yamaha aanbevolen adapter) om uw instrument via het lichtnet te voeden. Andere adapters kunnen leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als de PSR-550.
Koppel de netadapter los als u de PSR-550 niet gebruikt of tijdens een elektrische storm.
Gebruik van batterijen
Voor het werken op batterijen heeft de PSR-550 zes 1,5V maat “D” , R-20 of equivalent batterijen nodig. Als de batterijen moeten worden vervangen, kan er “Battery Low” in de display verschijnen, het volume kan verminderen, het geluid kan gaan vervormen en er kunnen zich andere problemen voor gaan doen. Als dit gebeurt, zet dan de PSR-550 uit en vervang de batterijen. Vervang de batterijen op de volgende manier:
1
Open het batterijencompartment­klepje dat zich aan de onderkant van het instrument bevindt.
2
Plaats de zes nieuw batterijen, en let daarbij goed op de polariteitsaan­duidingen (+/-) aan de binnenzijde van het compartiment.
3
Plaats het compartimentenklepje weer en let erop dat deze goed vastklikt.
Belangrijke Opmerkingen over Batterij Gebruik
• Aangezien de PSR-550 een aanzienlijke hoeveelheid vermogen gebruikt, beveelt Yamaha het gebruik van een netadapter aan boven het gebruik van batterijen. De batterijen zouden eigenlijk moeten worden gezien als een extra spanningsbron voor data backup.
• De diskdrive, in het bijzonder, gebruikt een grote hoeveelheid vermogen, dus is het belangrijk om altijd een netadapter te gebruiken als u disk-intensieve handelingen uitvoert, zoals song opnamen/afspelen of data laden/opslaan.
12
PAS OP
Als de batterijen leeg raken, vervang ze dan door een complete set (6) nieuwe batterijen. Gebruik NOOIT oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik ook niet verschillende soorten batterijen (zoals alkaline en mangaan) door elkaar.
Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere periode niet gebruikt, om mogelijke schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
Aansluiten of los halen van de netadapter, terwijl de batterijen worden geplaatst, zal de PSR­550 terug zetten naar zijn standaardinstellingen.
Als u deze handelingen zou proberen te verichten op batterijspanning en de batterijen raken leeg, zult u niet alleen de data verliezen die u wilt opnemen of wegschrijven, maar ook andere data in het interne geheugen inclusief user stijlen, user pads, Registration Memory, enz.
• Als u de hiervoor genoemde voorzorgsmaatregelen in overweging neemt, zult u altijd een netadapter gebruiken als u de PSR-550 gebruikt voor een belangrijk optreden of voor het creëren van belangrijke data.
10
Page 13
Demo Song Afspelen
Als u uw PSR-550 heeft opgesteld, probeer dan eens de voorgeprogrammeerde demonstratie songs te beluisteren. Er zijn in totaal 9 demo songs aanwezig. Terwijl de song afspeelt, verandert het licht van de LCD van de PSR-550 van kleur.
1
Zet het instrument aan met de [STANDBY/ON] schakelaar.
Druk nogmaals op de [STANDBY/ON] schakelaar om het instrument uit te zetten.
001 Grand Piano
CHORD
119
6
dim mM
TRANSPOSE
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
Druk op de [DEMO] knop om het afspelen van de demo te starten.
2
augsus4
7
START/STOP
513
REGIST­RATION
BACK
NEXT
KEYBOARD
TEMPO
EASY
NAVIGATOR
MEASURE
TRACK(1~16) PART
DIAL
0~9
/YES
BEAT
1 Sweet Tenor
Stel het volume niveau in met de [MASTER VOLUME] regelaar.
3
LR12
VOICE
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
TOUCH
HARMONY
SUSTAIN
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in deSTANDBY positie staat,
loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u de PSR-550 gedurende langere tijd niet gebruikt, haal dan ook de adapter los van het stopcontact en/of verwijder de batterijen uit het instrument.
OPM.
• De LCD verandert alleen van kleur tijdens het afspelen van de Demo song als de Backlight mode is ingesteld op “Auto” (blz. 122).
OPM.
• Als u de PSR-550 met het volume op maximaal niveau bespeelt, terwijl u batterijen gebruikt, zal dit de levensduur van de batterijen aanmerkelijk verkorten.
Spring naar het begin van een andere demo song.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
2 SweetTrumpet
Druk nogmaals op de [DEMO] knop om de demo song te
5
stoppen.
13
11
Page 14
De Muziek Database gebruiken
Als u een bepaald genre muziek wilt spelen, maar u weet niet welke stijl (blz. 32) en voice (blz. 26) instellingen daar geschikt voor zijn, dan selecteert u gewoonweg het gewenst genre in de Muziek Database. De PSR-550 maakt dan automatisch alle geschikte paneel instellingen zodat u in die muziekstijl kunt spelen!
Druk op de [MUSIC DATABASE] knop.
1
Het MUSIC DATABASE menu verschijnt in de display.
001 Alive Fever
CHORD
6
dim
augsus4
mM
7
Selecteer een “Muziek Database.”
2
119 513
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
002 Alive Synth
CHORD
119
6
dim
513
augsus4
mM
7
EASY
NAVIGATOR
BACK
TRACK(1~16) PAR T
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
DIAL
BEAT
EASY
NAVIGATOR
0~9
/YES
TRACK(1~16) PAR T
VOICE LR12
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
DIAL
BEAT
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Druk op de [MUSIC DATABASE] knop om naar de Stijl Mode te schakelen, zet de AUTO ACCOMPANIMENT aan, en zet SYNCHRONIZED START aan. Zie voor details blz. 25.
De PSR-550 heeft 220 paneel setups in de Muziek Database en ze zijn verdeeld in elf verschillende categorieën. U kunt achtereenvolgens verschillende Muziek Database categorieën selecteren door middel van de Direct Access (Directe Toegang) functie. Om de eerste Muziek Database van de volgende beschikbare categorie te selecteren, drukt u eerst op de [DIRECT ACCESS] knop, en vervolgens op de [MUSIC DATABASE] knop.
Direct Access
029 Days of Sax
Zie blz. 21 voor details over de Direct Access (Directe Toegang) functie.
In dit voorbeeld, selecteren we nr. 220 “Xmas Night” en spelen de song “Silent Night.” (De bladmuziek vindt u op de volgende bladzijde).
220 Xmas Night
Music Database List
(blz. 131MH)
POP HITS
001 Alive Fever 002 Alive Synth 003 Croco Rock
028 YesterGuitar
SWING & JAZZ
029 Days of Sax
056 Wonderland
EVERGREEN
057 Black Forest
086 Wonder World
14
Speel de akkoorden met uw linkerhand en de melodielijnen
3
met uw rechterhand mee met de muziek.
Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de automatische begeleiding. Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz 38.
OPM.
• Zie voor details de bladzijden 32 t/m 41 over de Automatische begeleiding.
12
Page 15
De Muziek Database gebruiken
Automatische
begeleidingsgedeelte
Als u het punt in de muziek bereikt aangeven door de pijl
4
erboven, drukt u op de [ENDING] knop.
Als de ending is afgelopen, stopt de automatische begeleiding automatisch.
Data opgeslagen door de Muziek Database
Elk van de Muziek Database instellingen is speciaal geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen en beschikt over de meest geschikte voice (of combinatie van voices), stijl, en overige instellingen voor die stijl. Drukken op de [MUSIC DATABASE] knop en een stijl selecteren stelt u in staat onmiddellijk alle relevante instellingen opnieuw te configureren, zodat u gemakkelijk in het gewenste genre kunt gaan spelen met alle geschikte geluiden — zonder dat u één voor één alle instellingen opnieuw moet maken. Zie voor alle parameters de volgende bladzijden.
VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (Voice R1/R2/L) ........................................................................ blz. 29
• Voice wijziging instelling (Voice R1/R2/L) .................................................... blz. 75
• Mixer instelling (Voice R1/R2/L)................................................................... blz. 76
• DSP aan/uit, FIRST/SLOW aan/uit, DSP type en Retour Niveau ................ blz. 49
• HARMONIE/ECHO aan/uit, type, volume, part ............................................blz. 50
• Pitch Bend bereik .......................................................................................blz. 122
• Upper Octaaf instelling ...............................................................................blz. 119
AUTO ACCOMPANIMENT PARAMETERS
• Automatische begeleiding (ACMP) aan/uit .................................................. blz. 33
• Synchro Start = ON* ....................................................................................blz. 33
• Stijlnummer ..................................................................................................blz. 32
• Main A/B sectie ............................................................................................ blz. 34
• Tempo blz. 36
• Begeleidings Volume.................................................................................... blz. 37
• Track aan/uit .................................................................................................blz. 37
• Voice Wijziging instelling .............................................................................. blz. 75
• Mixer instelling ............................................................................................. blz. 75
• Multi Pad Bank nummer .............................................................................. blz. 43
• Reverb instelling ........................................................................................... blz. 46
• Chorus instelling .......................................................................................... blz. 48
* Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
13
15
Page 16
Paneeldisplay Indicaties
De PSR-550 heeft een grote multifunctionele display die alle belangrijke instellingen van het instrument laat zien. Dit verlichte LCD verandert ook van kleur, afhankelijk van de geselecteerde mode, waardoor de bediening nog makkelijker en intuïtiever wordt. Zie voor details over de LCD’s Backlight (achtergrondverlichting) mode, blz 122. Hier volgt de uitleg van de verschillende displayiconen en indicaties.
e Easy (Makkelijke)
Navigator
!3 Akkoord
r
Transponeren
001 G rand Piano
CHORD
119
6
dim
mM
TRANSPOSE
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
t Registratie bank-en
nummer
augsus4
7
START/STOP
513
REGIST­RATION
NEXT
BACK
NAVIGATOR
KEYBOARD
TEMPO
y Tempo u Maat i Tel/beat indicators
EASY
MEASURE
TRACK(1~16) PAR T
q Menu/boodschap display
Dit laat het menu zien voor elke functie van de PSR-
550. Het laat ook de relevante mededelingen voor de huidige handeling zien. Zie het “Basis handelingen” gedeelte (blz. 17) voor details over de Menu/boodschap Display.
w Menu indicatie
Dit geeft de items aan die te zien zijn in de menu display, en de knop die ingedrukt moet worden. Kijk naar “Basis handelingen” (blz. 17) voor details.
e Easy (Makkelijke) Navigator
Deze geeft de knoppen aan die ingedrukt moeten worden. Kijk naar “Basis handelingen” (blz. 18) voor details.
r Transponering
Laat de huidige transponeerwaarde zien (blz 30).
t Registratie bank-nummer
Laat de huidige geselecteerde registratie memory bank en nummer zien (blz. 56).
y Tempo
Geeft het huidige tempo van het afspelen van de begeleiding/song aan (blz. 36).
u Maat
Geeft het huidige maatnummer aan tijdens
1st beat 2nd beat 3rd beat 4th beat
4/4 time 3/4 time
song opname en afspelen.
i Tel indicators
Knippert in het huidige tempo en geeft de huidige tel aan tijdens begeleiding en song afspelen.
q Menu/mededeling display
OPM.
• Als de het instrument aan staat en de PSR-550 wordt drie minutes of langer niet bediend, zal de LCD de kleur elke drie seconden wijzigen (als de Backlight mode is ingesteld op “Auto”).
DIAL
BEAT
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
TOUCH
HARMONY
SUSTAIN
w Menu
indicatie
o DSP (FAST) !0 TOUCH !1 SUSTAIN !2 HARMONY
!4 Song tracks /
Begeleiding tracks
o DSP (FAST)
“DSP” verschijnt als het DSP effect is aangezet (blz.
49). “FAST” verschijnt als het DSP FAST/SLOW effect is aangezet (blz. 49).
!0 TOUCH
Verschijnt als de aanslaggevoeligheid is aangezet (blz.
120).
!1 SUSTAIN
Verschijnt als de sustain is aangezet (blz. 30).
!2 HARMONY
Verschijnt als het HARMONY effect is aangezet (blz.
50).
!3 Akkoord
Laat de huidige akkoord naam zien tijdens het afspelen van
Cm
de AUTO ACCOMPANIMENT (automatische begeleiding) of song opname/afspelen (blz. 33).
!4 Song tracks / Begeleiding tracks
In de Song mode (blz. 25) en de Demo Song mode (blz. 15):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en volume/aanslagsnelheid instellingen aan.
In de Stijl mode (blz. 25):
De iconen van de tracks 9 - 16 geven de aan/uit status en volume/aanslagsnelheid instellingen aan voor elk van de acht begeleiding tracks.
In de Record mode (blz. 25):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en volume/aanslagsnelheid instellingen aan. De “REC” markeringen geven de opname status aan.
Akkoord soortGrondtoon
16
14
Page 17
Basis handelingen
Dit gedeelte introduceert u de basis bediening die gelijk is bij de verscheidene functies van de PSR-550. In het bijzonder leert u hoe u het menu/mededeling display in het midden van het bedieningspaneel kunt gebruiken.
De Bedienings Displays oproepen ...................................................................... blz. 17
Hoe de Menu/mededeling display te lezen en de Makkelijk Navigator............. blz. 18
Menu Selectie ...................................................................................................... blz. 19
Waarden veranderen (edit).................................................................................. blz. 20
Benoemen ........................................................................................................... blz. 21
Direct Access (Toegang) ...................................................................................... blz. 21
De Bedienings Displays oproepen
Druk op de knoppen die hieronder worden opgesomd om zodoende de geschikte display op te roepen voor de verscheidene functies of de PSR-550.
DEMO knop .......................................................... blz. 13
RECORD knop ................................... blz. 25, 78, 92, 96
SONG knop .......................................................... blz. 25
STYLE knop.................................................... blz. 25, 32
MUSIC DATABASE knop ...................................... blz. 14
VOICE L knop ....................................................... blz. 28
VOICE R1 knop .................................................... blz. 26
VOICE R2 knop .................................................... blz. 27
VOICE CHANGE knop ......................................... blz. 75
MIXER knop .......................................................... blz. 76
ACMP/SONG VOL knop ................................. blz. 37, 70
TEMPO/TAP knop................................................. blz. 36
TRANSPOSE knop ............................................... blz. 30
FUNCTION knop ................................................. blz. 118
DISK LOAD knop .................................................. blz. 62
DISK SAVE knop .................................................. blz. 60
DISK UTILITY knop ........................................ blz. 64, 67
Drukken op één van deze knoppen roept onmiddellijk de relevante display voor de geselecteerde functie op. Zie het functie boom overzicht voor details (blz 22).
Als u verscheidene verschillende functie displays achter elkaar heeft geselecteerd, kunt u “uw stappen weer terugvoeren” en elke display opnieuw oproepen door de [BACK] en [NEXT] knoppen aan de linkerzijde van de display te gebruiken. U kunt natuurlijk ook direct de gewenste display selecteren door op de juiste knoppen te drukken (zoals hierboven is opgesomd).
Hoe de huidige display te verlaten
Zoals te zien is in de functieboom (blz. 22), is er een grote verscheidenheid aan functies op de PSR-550, elk met zijn eigen overeenkomstige display. Om de display van een functie te verlaten drukt u op de [EXIT] knop.
Aangezien de PSR-550 zo veel verschillende displays heeft, kan het voorkomen dat u af en toe in de war raakt over welke bedieningsdisplay op dat moment te zien is. Als dit gebeurt, kunt u terugkeren naar de “thuisbasis” door verscheidene keren op de [EXIT] knop te drukken. Dit brengt de PSR-550 terug naar de standaard display — dezelfde display die verschijnt als het instrument wordt aangezet.
17
15
Page 18
Basis handelingen
Hoe de Menu/Mededeling Display in “Easy Navigator” te lezen
Afhankelijk van de geselecteerde functie of handeling, laat de PSR-550 een verscheidenheid aan displays en indicaties zien. Hieronder bevinden zich de “Makkelijk Navigator” mededelingen die u door de verscheidene handelingen loodsen.
Laten we eens enkele voorbeelden bekijken:
Voice
Druk op de [VOICE R1] button.
Stijl
Song
001 Grand Piano
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
Druk op de [STYLE] knop.
001 8Beat 1
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12
STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent ook: “U kunt de begeleiding starten door op de [START/STOP] knop te drukken.”
LR12
Deze mededeling betekent: “De huidige voice voor voice R1 (Grand Piano) is bovenaan te zien. U kunt deze voice wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken."
Deze mededeling betekent: “De huidige stijl (8Tel 1) is bovenaan te zien. U kunt deze stijl wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
18
Plaats de bijgeleverde datadiskette in de diskdrive.
001 CLUB XG
CHORD
6
dim mM
7
119 513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
_
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
Deze mededeling betekent ook: “U kunt de huidige song starten door op de [START/STOP] knop te drukken.”
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent: “De huidige song (CLUB_XG) is bovenaan te zien. U kunt deze song wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
16
Page 19
Diskette
Basis handelingen
Plaats een ongeformatteerde diskette in de diskdrive.
Format OK?
CHORD
119
6
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent: “Druk op de [+ 1/ YES] knop om de formatteer handeling uit te voeren.”
Menu Selectie
Voor bepaalde handelingen op de PSR-550 (zoals voices, demo songs en stijlen selecteren), moet u verschillende menu’s in de display selecteren. De display hieronder bijvoorbeeld (voor het selecteren van de functie) verschijnt als u op de [FUNCTION] knop drukt.
F1 Multi Pad
CHORD
dim mM
7
513
augsus4
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
In dit geval kunt u de functie selecteren door aan de data dial te draaien, of de cursor te verplaatsen door op de [+/YES]/[-/NO] knoppen te drukken.
F1 Multi Pad
CHORD
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
0~9
/YES
/YES
VOICE LR12
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
VOICE LR12 STYLE SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop [-/NO] knop
F2 Regist Memory
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop [-/NO] knop
F3 DigitalEffect
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16)
PART
DIAL
dim
513
augsus4
mM
7
KEYBOARDSTART/STOP
NEXT
BACK
119
6
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE SONG
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop [-/NO] knop
De display hieronder (voor het selecteren van voices) verschijnt als u op de [VOICE R1] knop drukt.
001 Grand Piano
CHORD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
dim
mM
7
513
augsus4
START/STOP
KEYBOARD
NEXT
BACK
119
6
DIAL
0~9
/YES
LR12
VOICE
STYLE SONG
MUSIC DATABASE
In dit geval kunt u ook de voice selecteren door de data dial of de [+/YES]/[-/NO] knoppen zoals hierboven te gebruiken; u kunt ook het voice nummer direct invoeren door de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken (zie de volgende bladzijde).
19
17
Page 20
Basis handelingen
Waarden veranderen (Edit)
Dit gedeelte laat u zien hoe u numerieke waarden op de PSR-550 instelt, zoals voice nummer, song/stijlnummer en verscheidene parameters. Voer de waarden in door de nummer knoppen [1]-[0] of de [+/YES]/[-/NO] knoppen te gebruiken.
Nummer knoppen [1]-[0] worden hieronder beschreven.
De data dial naar rechts (met de klok mee) draaien verhoogt de waarde, terwijl draaien naar links (tegen de klok in) de waarde verlaagt.
Druk op de [+/YES] knop om de weergegeven waarde met 1 te verhogen. Druk op de [-/NO] knop om de weergegegeven waarde met 1 te verlagen. Indrukken en vasthouden van een van de knoppen verhoogt of verlaagt de waarde continu. Voor items die over een initiële standaard waarde beschikken, zal het tegelijkertijd indrukken van de [+/YES] en de [-/NO] knoppen instelling terugbrengen op de initiële waarde.
Numerieke invoer
De uitleg hier is alleen van toepassing op nummers die uit maximaal drie cijfers bestaan, zoals die van voices en stijlen.
• Één- of twee-cijferige nummers invoeren
Één- of twee-cijferige voice nummers kunnen worden ingevoerd met voorafgaand een nul: bijv. “12” kan worden ingevoerd als “012” door achtereenvolgens op de [0], [1] en [2] knoppen te drukken.
OPM.
Één- of twee-cijferige
nummers kunt ook zonder voorafgaande nul worden ingevoerd. Om nummer “12” bijvoorbeeld te selecteren, drukt u gewoon op de [1] knop en vervolgens op de [2] knop. De bakljes onder het nummer op de display zal een paar seconden knipperen, en dan verdwijnen op het moment dat de PSR-550 het geselecteerde nummer heeft herkend.
Drie cijferige nummers invoeren
De nummer knoppen kunnen worden gebruikt om het nummer van de gewenste voice direct in te voeren, waardoor u onmiddellijk die voice kunt selecteren zonder dat u eerst een aantal andere voices moet doorlopen. Om bijvoorbeeld nummer 106 te selecteren, drukt u achtereenvolgens op de [1], [0] en [6] nummer knoppen.
20
18
Page 21
Benoemen
Dit maakt het u mogelijk om uw eigen originele data zoals songs, stijlen en registration memory instellingen, te creëren. U kunt ook de data desgewenst een willekeurige naam geven. De volgende data soorten kunnen worden benoemd.
• Disk files (User songs, enz) .................................. blz. 61, 65, 66, 90
• User Stijlen ........................................................................... blz. 104
• User Pad banken .................................................................... blz. 94
• Registration Memory banken .................................................. blz. 56
Het voorbeeld display hieronder verschijnt bij het benoemen van een song op een diskette (blz. 90).
Nam=xxxxxxxx
Cursor
Om een originele naam in te voeren, gebruikt u het toetsenbord.
Letters en karakter zijn zijn aangegeven boven de de corresponderende toetsen.
Basis handelingen
C1
Voer een karakter in Elke toets op het toetsenbord geeft een ander karakter,
zoals direct boven de toets staat aangegeven.
De cursor bewegen De A#5 en B5 toetsen bewegen de cursor achteruit en
vooruit in de file naam.
Kleine letter invoeren De C1 toets functioneert als een shift toets die
omschakelt tussen kleine- en hoofdletters: Houdt de Shift toets ingedrukt terwijl u een karaktertoets indrukt om een kleine letter in te voeren.
De Delete toets (C6) wist het karakter op de cursor positie.
Direct Access (Directe Toegang)
Door de [DIRECT TOEGANG] knop te gebruiken, kunt u onmiddellijk de gewenste display oproepen. Indrukken van de [DIRECT ACCESS] knop en de [REGISTRATION MEMORY] knop, bijvoorbeeld, selecteert automatisch de display voor het invoeren van de Registration Memory bank naam.
OPM.
Kleine letters kunnen niet gebruikt
worden voor diskettefile namen.
Direct Access
RegName Regist01
Cursor
Zie blz. 24 voor het Direct Access (Directe Toegang) Overzicht.
21
19
Page 22
Functieboom
Knop Menu/mededeling display Functie Zie blz.
DEMO Sweet Tenor .................................... Demo Song selectie ......................................................................................... 13
VOICE R1 001 Grand Piano ............................ Voice R1 selectie .............................................................................................. 26
VOICE R2 001 Grand Piano ............................ Voice R2 selectie .............................................................................................. 27
VOICE L 001 Grand Piano ............................ Voice L selectie ................................................................................................ 28
STYLE 001 8Beat 1 .................................... Begeleiding Stijl selectie ................................................... 1 ................... 32
SONG 001 CLUB_XG................................ Song selectie.................................................................................................... 68
MUSIC DATABASE 001 Alive Fever ........................................................................................................................... 4 ................... 14
VOICE CHANGE R1=001 Grand Pno ........................ Voice selectie van R1/R2/L/Stijl track/Song track ............................................ 75
MIXER Volume R1...................................... Volume aanpassing van Voice R1/R2/L ............................ 5,6,7 ............. 76
ACMP/SONG VOL Acmp Volume ................................. Begeleidings Volume instelling ......................................................................... 37
SngMenu ........................................ Song menu selectie.......................................................................................... 69
PlayMode ............................ Song afspeel methode selectie ......................................... ...................... 69
Measure .............................. Song Maat vanwaar het afspelen begint.......................................................... 71
AbRepeat ............................ Song repeat instelling........................................................ 2 ................... 72
S.Trans ................................ Song transponeer instelling ............................................... 3 ................... 73
Volume Ph1 ....................................Volume aanpassing van de begeleidingstrack .................. ...................... 76
Volume T01 .................................... Volume aanpassing van de song track ............................. ...................... 76
Octave R1 ..................................... Octaaf instelling van voice R1/R2/L .................................. 8,9,10 ........... 77
Octave T01 ....................................Octaaf instelling van de song track .................................................................. 77
Pan R1 .......................................... Pan instelling van voice R1/R2/L ..................................................................... 77
Pan RhM ....................................... Pan instelling van begeleiding track ................................................................. 77
Pan T01 .........................................Pan instelling van de song track ...................................................................... 77
RevDepth R1 .................................Reverb diepte instelling van voice R1/R2/L ...................... 27 ................. 77
RevDepth RhM ..............................Reverb diepte instelling van de begeleidings track .......... 27 ................. 77
RevDepth T01 ............................... Reverb diepte instelling van de song track ....................... 27 ................. 77
ChoDepth R1................................. Chorus diepte instelling van voice R1/R2/L ...................... 30 ................. 77
ChoDepth RhM .............................. Chorus diepte instelling van de begeleidings track ........... 30 ................. 77
ChoDepth T01 ............................... Chorus diepte instelling van de song track ....................... 30 ................. 77
DspDepth R1 .................................DSP diepte instelling van voice R1/R2/L ........................... 33 ................. 77
DspDepth RhM ..............................DSP diepte instelling van de begeleidings track ............... 33 ................. 77
DspDepth T01 ............................... DSP diepte instelling van de song track ............................ 33 ................. 77
Song Volume ..................................Songvolume instelling ...................................................................................... 70
TRANSPOSE Transponering ................................ Transponeer instelling ...................................................................................... 30
TEMPO/TAP Tempo ............................................. Tempo instelling ............................................................................................... 36
DISK LOAD Ld ................................................... Data laden van een diskette ............................................................................. 62
DISK SAVE Sv ................................................... Data opslaan op diskette.................................................................................. 60
DISK UTILTY Menu
SongCopy ............................ Een song naar diskette kopiëren ...................................................................... 64
Delete .................................. Een file van diskette wissen ............................................................................. 67
Format ................................. Een diskette formatteren ................................................... 11 ................. 60
• Het icoon in het overzicht geeft de relevante functie of parameter aan die kan worden opgeroepen via de Direct Access (Directe Toegang) functie, en de nummers naast het icoon komen overeen met die in het Direct Access overzicht op blz. 24. Alle functies aangeven met dit teken (anders dan Stijl selectie, Muziek Database selectie en Disk Format) kunnen door de gebruiker worden toegewezen aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0] — waardoor u in staat wordt gesteld onmiddellijk de gewenste functie/parameter te selecteren.
• Als u de Mixer schermen oproept (anders dan Volume en Octaaf) via Direct Access, zal het vorig bewerkte gedeelte (blz. 74) worden aangegeven.
• Betreffende
1 en 4, kunnen de genoemde schermen in feite afwijken van degenen die links
staan beschreven. Zie het Direct Access Overzicht op blz. 24.
22
20
Page 23
Functieboom
Knop Menu/mededeling display Functie Zie blz.
FUNCTION F1 Multi Pad
PBnk .................................. Multi pad bank selectie...................................................... 12 ................. 44
CdMatch .............................. Chord match aan/uit instelling ........................................... 13 ................. 43
F2 Regist Memory
RBnk .................................. Registration Memory bank selectie .................................. 14 ................. 56
RegName ............................ Benoemen Registration Memory bank ............................. 15 ................. 56
F3 DigitalEffect
Reverb
Chorus
Dsp
Harmony
F4 Midi
Template .............................. MIDI template selectie..................................................................................... 112
Transmit Ch ......................... MIDI verzend kanaal instelling .......................................... ..................... 114
Recive Ch ............................ MIDI ontvangstkanaal instelling ........................................ ..................... 115
LocalContrl .......................... Locale besturing aan/uit instelling ..................................... ..................... 116
Clock .................................. Externe /Interne clock selectie .......................................... ..................... 116
Init Send .............................. Initiële data verzenden ...................................................... ..................... 117
RevType ................... Reverb type selectie.......................................................... 25 ................. 46
RevRetnLevel ........... Reverb retour niveau instelling.......................................... 26 ................. 47
ChoType ................... Chorus Type selectie ......................................................... 28 ................. 48
ChoRetnLevel ........... Chorus retour niveau instelling .......................................... 29 ................. 48
DspType ................... DSP type selectie .............................................................. 16,31 ............ 49
DspRetnLevel ........... DSP retour niveau instelling .............................................. 32 ................. 49
HTyp ......................... Harmonie/Echo type selectie ............................................ 17,34 ............ 50
Harmonie Vol ............ Harmonie /Echo volume instelling ..................................... 24 ................. 52
HarmPart .................. Harmonie part instelling .................................................... 35 ................. 53
MidiTemplatLoad? .... De geselecteerde MIDI template instelling laden ............................................ 112
F5 Utility
RECORD Song
Style
Metronom ............................ Metronoom aan/uit instelling ............................................. 18 ................ 118
UpperOct ............................. Upper octaaf instelling....................................................... .................... 119
Tuning.................................. Master tuning (stemming) instelling .................................. .................... 119
SC.Tune .............................. Scale tuning (stemming) instelling .................................................................. 119
Template ................... Scale tuning template selectie ........................................................................ 119
NoteEdit .................... Individuele noot stemming ................................................ ..................... 119
Split .................................. Split punt instelling ............................................................ 19 ................ 120
Fingerng .............................. Fingering selectie .............................................................. 20 ................. 38
TouchSns ............................. Aanslaggevoeligheids instelling ........................................ 21 ................ 120
VoiceSet .............................. Voice set aan/uit instelling ................................................. 22 ................ 120
Pedal .................................. Voetschakelaar functie selecteren .................................... ..................... 121
PitchBnd .............................. Pitch Bend bereik instelling ............................................... ..................... 122
Assignbl ............................... Direct Access (Directe Toegang) instelling ...................................................... 122
BackLigt ............................... LCD’s achtergrondverlichtingskleur instelling ................... 23 ................ 122
QuickRec ............................. User Song Quick opnemen .............................................................................. 80
MultiRec .............................. User Song Multi track opnemen....................................................................... 82
Punch In/Out............. Punch in/uit instelling ....................................................................................... 84
RecStart Mes ............ Maat waarvanaf het terugspelen begint ........................................................... 84
Edit
Quantize ................... Quantizering ..................................................................................................... 86
Setup Dt.................... Initiële Setup data bewerken ............................................................................ 88
Name ........................ User Songs Benoemen .................................................................................... 90
Clear ......................... User song data wissen ..................................................................................... 91
Record ................................. User Stijl opnemen ........................................................................................... 96
Edit
Quantize ................... Quantizering .................................................................................................... 102
Naam ........................ User Stijlen benoemen.................................................................................... 104
Clear ......................... User stijl data wissen ...................................................................................... 104
MultiPad
Opname ............................... User Pad opnemen .......................................................................................... 92
Edit
ChdMatch ................. Chord match aan/uit instelling .......................................................................... 94
Naam ........................ User pads benoemen ....................................................................................... 94
Clear ......................... User pad data wissen....................................................................................... 95
23
21
Page 24
Direct Access Overzicht
Functieboom nummer/functie Handeling: + hieronder opgesomde knop
1 Volgende stijl categorie selectie [STYLE] 2 Song repeat instelling [SONG]* 3 Song transponeer instelling [TRANSPOSE]* 4 Volgende Muziek Database categorie selectie [MUSIC DATABASE] 5 Volume aanpassing van Voice R1 [VOICE R1] 6 Volume aanpassing van Voice R2 [VOICE R2] 7 Volume aanpassing van Voice L [VOICE L] 8 Octaaf instelling van Voice R1 PART ON/OFF [VOICE R1]
9 Octaaf instelling van Voice R2 PART ON/OFF [VOICE R2] 10 Octaaf instelling van Voice L PART ON/UIT [VOICE L] 11 Een diskette formatteren [UTILITY] 12 Multi pad bank selectie MULTI PAD [STOP] 13 Akkoord overeenkomen aan/uit instelling MULTI PAD [1]~[4] 14 Registration Memory bank selectie REGISTRATION MEMORY [1]~[4] 15 Registration Memory bank benoemen REGISTRATION MEMORY [MEMORY] 16 DSP type selectie [DSP] of [FAST/TAP] 17 Harmonie/Echo type selectie [HARMONY] 18 Metronoom aan/uit instelling [TEMPO/TAP] 19 Splitpunt instelling [SONG/ACMP VOLUME] 20 Fingering selectie [ACMP ON/OFF] 21 Aanslaggevoeligheids instelling [TOUCH] 22 Voice set aan/uit instelling [FUNCTION] 23 LCD’s achtergrondsverlichtingskleur instelling [DEMO] 24 Harmonie/Echo volume instelling Nummer knop [0] 25 Reverb type selectie Nummer knop [1] 26 Reverb retour niveau instelling Nummer knop [2] 27 Reverb diepte instelling Nummer knop [3] 28 Chorus Type selectie Nummer knop [4] 29 Chorus retour niveau instelling Nummer knop [5] 30 Chorus diepte instelling Nummer knop [6] 31 DSP type selectie Nummer knop [7] 32 DSP retour niveau instelling Nummer knop [8] 33 DSP diepte instelling Nummer knop [9] 34 Harmonie/Echo type selectie Nummer knop [-/NO] 35 Harmonie part instelling Nummer knop [+/YES]
24
* Alleen beschikbaar in de songmode.
Tot verscheidene andere dan de hiervoor opgesomde functies kan toegang worden verkregen door ze aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0] toe te wijzen. De hiervoor opgesomde functies zijn standaard instellingen. Zie de Functieboom op de bladzijden 22 en 23 voor de beschikbaar functies. Zie blz. 122 over hoe de beschikbare functies toe te wijzen.
22
Page 25
Mode
Afhankelijk van de gebruikte paneel handeling, kent de PSR-550 verscheidene fundamenteel verschillende toestanden (of bedieningsmethodes). Elke van deze toestanden wordt een mode genoemd. Dit gedeelte legt de algemene modes van het instrument uit.
Stijl Mode blz. 32
Selecteer deze mode door op de [STYLE] knop of de [MUSIC DATABASE] knop te drukken. (Dit is de standaard mode als het instrument wordt aangezet.) De Stijl mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord, en als de automatische begeleiding wordt gebruikt. Stijlen zijn de ritme/begeleidings patronen die door de automatische begeleidingsfunctie worden gespeeld. In de Stijl mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
Automatische begeleiding (ACMP) aan/uit
................................................ blz. 33
De [ACMP ON/OFF] knop schakelt aan en uit. Als de automatische begeleiding aan is, wordt de linkerkant van het toetsenbord gebruikt voor bespelen/ aangeven van akkoorden.
Synchronized Start standby
(SYNC START) aan/uit ................. blz. 33
De [SYNC START] knop schakelt aan en uit. Als Synchronized Start standby aan is, begint de automatische begeleiding zodra u een toets op het toetsenbord speelt.
BEAT
Song Mode blz. 68
Selecteer deze mode door op de [SONG] knop te drukken of door het plaatsen van de diskette, die de song data bevat, in de diskdrive. De Song mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord, en voor het afspelen van de songs. In de Song mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op paars ingesteld.
Record Mode
Selecteer deze mode door op de [RECORD] knop te drukken. In de Record Mode kunt u uw eigen originele spel en songs opnemen en originele stijlen en Multi Pad frases creëren. In de Record mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op rood ingesteld.
Song record mode ....................... blz. 78
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Stijl opname mode ....................... blz. 96
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Als Opname (Synchronized Start) standby aan is, begint het opnemen zodra u een toets op het toetsenbord speelt.
Pad opname mode ....................... blz. 92
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Disk Mode blz. 57
Selecteer deze mode door op de [LOAD] knop, [SAVE] knop of de [UTILITY] knop te drukken. In de Disk mode kunt u belangrijk data opslaan en laden. In de Disk mode, kunnen geen paneel handelingen worden uitgevoerd (met uitzondering van diskette handelingen). In de Disk mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
25
23
Page 26
Voices bespelen
De PSR-550 beschikt over een kolossale selectie en diversiteit aan muzikale instrument voices die u kunt bespelen. Probeer de verschillende voices eens uit aan de hand van het voice overzicht achterin de meertalige handleiding (blz. 123).
Selecteer en bespeel de voices van verschillende muziekinstrumenten
• Een Voice selecteren ........................................................................................blz. 26
• Toetsenbord Percussie .................................................................................... blz. 31
Wijs drie verschillende voices aan het toetsenbord toe en bespeel ze
• Twee Voices (R1, R2) tegelijkertijd bespelen ................................................... blz. 27
• Verschillende Voices met de linker (L) en rechter (R1, R2) handen bespelen blz. 28
• Functies van het Toetsenbord .......................................................................... blz. 29
Andere voice-gerelateerde functies
• Pitch Bend Wiel ................................................................................................ blz. 30
• Transponeren ....................................................................................................blz. 30
• Sustain ..............................................................................................................blz. 30
• Aanslaggevoeligheid .......................................................................................blz. 120
Een Voice selecteren
Druk op de [VOICE R1] button.
1
001 Grand Piano
Selecteer een voice.
2
CHORD
119
6
dim mM
TRANSPOSE
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
augsus4
7
START/STOP
513
REGIST­RATION
BACK
NEXT
KEYBOARD
TEMPO
EASY
NAVIGATOR
MEASURE
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het Voice overzicht (blz 123).
002 Bright Piano
Bespeel het toetsenbord en pas het volume aan.
3
TRACK(1~16) PART
DIAL
OPM.
• De hier geselecteerde voice
LR12
VOICE
0~9
STYLE SONG
/YES
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
wordt voice R1 (RIGHT 1) genoemd. Zie blz. 29 voor meer informatie over voice R1.
26
24
Page 27
Twee Voices (R1, R2) tegelijkertijd bespelen
Druk op de [PART ON/OFF VOICE R2] knop.
1
Bespeel de voices.
2
Twee verschillende voices klinken tegelijk in een layer.
Voice R1 (RIGHT 1) is de eerste voice van de layer en is bedoeld om met de rechterhand te worden bespeeld. De tweede voice wordt voice R2 (RIGHT 2) genoemd en wordt ook bespeeld met de rechterhand.
Voices bespelen
Een voice selecteren voor VOICE R2
Druk op de [VOICE R2] button.
1
098 Slow Strings
Selecteer een voice.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123).
De voices die hier (VOICE R2) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz 26).
Bespeel de voice.
3
27
25
Page 28
Voices bespelen
Verschillende Voices met de linker (L) en rechter (R1, R2) handen bespelen
Druk op de [PART ON/OFF VOICE L] knop.
1
Bespeel de voices.
2
De noten die u met uw rechter en linker handen speelt, klinken als twee verschillende voices.
OPM.
• Het punt op het toetsenbord
Splitpunt
dat de voice L en voice R1 scheidt wordt het “splitpunt” genoemd (blz. 29).
Voice L
Voice R1 (RIGHT 1) is bedoeld om met de rechterhand bespeeld te worden. Voice L (LEFT) wordt gespeeld met de linkerhand.
Voice R1
Een voice selecteren voor VOICE L
Druk op de [VOICE L] knop.
1
095 String Ensbl
Selecteer een voice.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het Voice overzicht (blz 123 van de Meertalige Handleiding).
28
De voices die hier (VOICE L) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz. 26).
Bespeel de voices.
3
Splitpunt
Voice L
Voice R1
26
Page 29
Splitpunt
Voices bespelen
Het punt op het toetsenbord dat de voice L en voice R1/R2 scheidt, wordt het “splitpunt” genoemd.
Het splitpunt is af fabriek ingesteld op F#2, u kunt dit echter instellen op elke toets die u wenst. Zie blz. 120 voor instructies over het splitpunt instellen.
Splitpunt (F#2)
Voice L
Voice R1/R2
OPM.
• Elke toets heeft een nootnaam; De laagste (meest linkse) toets op het toetsenbord, bijvoorbeeld, komt overeen met C1, en de hoogste (meest rechtse) toets met C6. (Zie voor details onder).
Functies van het Toetsenbord
Zoals hierboven uitgelegd, kan het toetsenbord van de PSR-550 drie verschillende voices tegelijk voortbrengen. Hier is een korte samenvatting van de verschillende manieren om voices te bespelen.
Een enkele (single) Voice bespelen
Voice R1
Twee Voices bespelen
Voice R1 + R2
Afzonderlijke Voices met de rechter en linker handen bespelen
Voice L
Voice L
Voice R1
Voice R1 + R2
Verder heeft het toetsenbord van de PSR-550 nog andere belangrijke functies naast het bespelen van voices (zoals hieronder aangegeven).
Automatische begeleidingsgedeelte
Als de automatische begeleiding op aan is ingesteld (blz. 33), wordt het toetsbereik van voice L het bereik voor het bespelen/ aangeven van de akkoorden.
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Voice R1/R2
Benoemen
Het toetsenbord kan ook worden gebruikt om song files op een diskette, User Stijlen, User Pad banken en Registration Memory banken (blz. 21) te benoemen.
Elke toets heeft een nootnaam; de laagste (meest linkse) toets op het toetsenbord, bijvoorbeeld, komt overeen met C1, en de hoogste (meest rechtse) toets met C6.
C#1D#1F#1G#1A#1
C1
D1 E1 F1 G1 A1 B1
C1 - B1
27
C2 - B2 C3 - B3 C4 - B4 C5 - B5 C6
29
Page 30
Voices bespelen
Transponeren
Deze functie maakt het mogelijk de totale toonhoogte van de PSR-550 omhoog of omlaag te transponeren met een maximum van één octaaf in stappen van een halve noot. Het transponeerbereik is van -12 tot +12.
Druk op de [TRANSPOSE] knop.
1
Transpose = 0
Stel de transponering in.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
OPM.
De Transponeer functie kan niet worden toegepast als er een drumkit als voice is geselecteerd (blz. 31).
Druk tegelijkertijd op de [+/YES] en [-/NO] knoppen om de trans­poneerwaarde onmiddellijk terug te zetten naar de waarde “0”.
De nieuwe TRANSPOSE waarde werkt vanaf de volgende toets die gespeeld wordt.
Negatieve waarden kunnen worden ingevoerd door de nummer knoppen te gebruiken terwijl de [-/NO] knop wordt vastgehouden.
Transpose = 4
Pitch Bend wiel
Gebruik het PSR-550 Pitch Bend wiel om de noten te verhogen (draai het wiel van u weg) of te verlagen (draai het wiel naar u toe) terwijl u het toetsenbord bespeelt. Het pitch bend wiel is zelf­centrerend en zal automatisch terugkeren naar de normale toonhoogte als deze wordt losgelaten.
Sustain
OPM.
Het maximum pitch bend bereik kan worden ingesteld via de Pitch Bend Range (bereik) functie in de Utility functie groep (blz. 122).
Als de Sustain functie op ON staat, krijgen alle noten die op het toetsenbord worden gespeeld een lange uitsterftijd (sustain). Druk op de [SUSTAIN] knop om het SUSTAIN effect ON (aan) of OFF (uit) te zetten.
DSP(FAST)
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
30
28
Page 31
Toetsenbord Percussie
Druk op de [VOICE R1] button.
1
Selecteer “StandardKit1”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
220 StandardKit1
Bespeel de voice.
3
Zie de illustratie hieronder en het Drum Kit Overzicht achter in de meertalige handleiding (blz. 128). De drum- en percussie instrumentgeluiden van de Standard Kit (Std.Kit1) zijn aangeven door symbolen die onder de toetsen zijn gedrukt.
Voices bespelen
OPM.
De Transponeer functie kan niet worden toegepast als er een drumkit als voice is geselecteerd (blz. 30).
Elke toets heeft een nootnaam; De laagste (meest linkse) toets op het toetsenbord, bijvoorbeeld, komt overeen met C1, en de hoogste (meest rechtse) toets met C6. (Zie voor details blz. 29)
[Standard Kit 1]
Cowbell
Brush Tap
Brush Slap
Castanet
Open Rim Shot
Sticks
C1 C2 C3 C4 C5 C6
Kick
Snare
Snare Tight
Seq Click H
Brush Swirl
Brush Tap Swirl
Snare Roll
Snare Soft
Kick Soft
Kick Tight
Side Stick
Floor Tom L
Floor Tom H
Hand Clap
Hi-Hat Closed
Low Tom
Mid Tom L
Mid Tom H
Hi-Hat Open
Hi-Hat Pedal
High Tom
Chinese Cymbal
Crash Cymbal 1
Splash Cymbal
Crash Cymbal 2
Ride Cymbal Cup
Tambourine
Ride Cymbal 1
Bongo H
Conga H Mute
Ride Cymbal 2
Vibraslap
Conga L
Timbale H
Bongo L
Conga H Open
Cabasa
Agogo H
Samba Whistle L
Samba Whistle H
Maracas
Agogo L
Timbale L
Guiro Long
Wood Block H
Guiro Short
Cuica Open
Wood Block L
Triangle Open
Claves
Jingle Bell
Cuica Mute
Triangle Mute
Shaker
Bell Tree
31
29
Page 32
Automatische begeleiding
De automatische begeleidingsfunctie plaatst een volledige begeleidingsband onder uw vingers. Om deze te gebruiken, hoeft u alleen maar de akkoorden met uw linkerhand te spelen, en de geselecteerde begeleidingsstijl die bij uw muziek past zal automatisch meespelen, onmiddellijk volgend op de akkoorden die u speelt. Met de automatische begeleiding, kan zelfs een solist met plezier spelen met de begeleiding van een complete band of orkest.
De PSR-550 beschikt over een totaal van 112 stijlen of begeleidingspatronen (stijl nummers 1 - 112) met een verscheidenheid aan verschillende muzikale genres. Probeer eens enkele van de verschillende stijlen te selecteren (blz. 130MH) en te bespelen met de automatische begeleiding.
Twee manieren om de automatische begeleiding af te spelen
• Automatische begeleiding gebruiken (alleen de ritme track) ........................ blz. 32
• Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks) ......................................... blz. 33
Extra functies om het meest uit de automatische begeleiding te halen
• Begeleidingssecties ....................................................................................... blz. 34
• Tempo / Tap ................................................................................................... blz. 36
• Begeleiding Track Muting (uitschakelen) ....................................................... blz. 37
• Begeleidings Volume Regeling ...................................................................... blz. 37
Automatische begeleiding functies gerelateerd aan het akkoorden spelen met uw linkerhand
• Akkoord Fingerings ........................................................................................ blz. 38
• Begeleidings Splitpunt ................................................................................... blz. 40
• Synchro Stop ................................................................................................. blz. 41
Automatische één-knops selectie van een verscheidenheid aan speciaal geprogrammeerde paneel instellingen die past bij de de automatische begeleidingsstijl
• One Touch Setting is geselecteerd ................................................................ blz. 42
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de ritme track)
Druk op de [STYLE] knop.
1
001 8 Beat 1
CHORD
119
6
Selecteer een stijl.
2
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding(blz 130).
002 8 Beat 2
Druk op de [START/STOP] knop om de ritme tracks van de auto-
3
matische begeleiding, minus de bas en akkoord tracks te starten.
BACK
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
VOICE LR12
0~9
STYLE
SONG
/YES
MUSIC DATABASE
OPM.
U kunt opvolgende Stijl categorieën selecteren door de Direct Access functie te gebruiken. De methode is gelijk aan die voor het selecteren van Music Database categorieën. Zie stap 2 in De Muziek Database gebruiken op blz. 14. Zie ook de op het paneel gedrukte Stijl categorieën.
32
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
4
te stoppen.
30
Page 33
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding (blz. 130).
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT in.
3
Druk op [ACMP ON/OFF] zodat zijn indicator oplicht. Het als linkerhand sectie aangegeven toetsenborddeel wordt het “Automatische begeleidings­gedeelte” genoemd en akkoorden die in deze sectie worden gespeeld worden automatisch gedetecteerd en gebruikt als een basis voor een volledig automatische begeleiding met de geselecteerde stijl.
Splitpunt
Automatische begeleiding
OPM.
[ACMP] is de afkorting van [ACCOMPANIMENT] (begeleiding).
Automatische
begeleidingsgedeelte
Zet SYNCHRONIZED START aan.
4
Druk op de [SYNC START] knop zodat zijn indicator oplicht. De tel/beat lamp knippert ook mee in de maat met het tempo. Deze toestand wordt Synchronized Start standby genoemd. Zie blz. 25 voor details.
BEAT
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
5
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
CHORD
dim mM
119
6
513
augsus4
7
OPM.
[SYNC START] is de afkorting van [SYNCHRONIZED START] (gesynchroniseerde start).
Probeer andere akkoorden met uw linkerhand te spelen.
6
Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
7
te stoppen.
31
33
Page 34
Automatische begeleiding
Begeleidingssecties
Er zijn verschillende soorten Automatische Begeleidingssecties die u de mogelijkheid geven de arrangementen van de begeleiding te variëren om bij de song te passen die u speelt. Dit zijn: Intro, Main A en B, Fill-in en Ending. Door daartussen te schakelen terwijl u speelt, kunt u makkelijk de dynamisch elementen van een professional­klinkend arrangement maken in uw spel.
INTRO Sectie
Deze wordt gebruikt voor het begin van de song. Als het intro klaar is met spelen, gaat de begeleiding door met de main sectie. De lengte van het intro (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
MAIN Sectie
Deze wordt gebruikt voor het spelen van het algemene gedeelte van de song. Het speelt een begeleidingspatroon van verscheidene maten (2 - 4 maten), en wordt eindeloos herhaald tot een andere sectie knop wordt ingedrukt. Er zijn twee variaties op het basis patroon, A - B, en de automatische begeleiding wijzigt harmonisch, gebaseerd op de akkoorden die u met uw linkerhand speelt.
FILL-IN Sectie
De fill-in gedeelten laten u dynamisch variaties en breaks in het ritme van de begeleiding toevoegen, om zo uw spel nog professioneler te maken. Druk gewoon op één van de MAIN/AUTO FILL (A, B) knoppen terwijl u speelt, en de geselecteerde fill-in sectie speelt automatisch (AUTO FILL), waardoor de automatische begeleiding wordt opgeluisterd. Als de fill-in klaar is, gaat deze naadloos over in de geselecteerde main sectie (A, B).
ENDING Sectie
Deze wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de ending klaar is, stopt de automatische begeleiding automatisch. De lengte van de ending (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl (blz. 32).
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Schakel de automatische begeleiding in (blz. 33).
3
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
OPM.
[ACMP] is de afkorting van [ACCOMPANIMENT] en [SYNC START] dat van [SYNCHRONIZED START].
34
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
4
BEAT
32
Page 35
Druk op de [MAIN/AUTO FILL] knop.
5
Druk op de [INTRO] knop.
6
Automatische begeleiding
7
8
9
10
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven). Voor informatie ver hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
Splitpunt
Als het afspelen van het intro klaar is, gaat deze automatisch over in de main A sectie.
Druk op de [MAIN B] knop.
Er speelt een fill-in, automatisch gevolgd door de main B sectie.
Druk indien gewenst op de MAIN knoppen tijdens uw spel.
De main sectie die overeenkomt met de ingedrukte knop speelt na een automatische fill-in.
Druk op de [ENDING] knop.
OPM.
De indicator van de te spelen bestemmingssectie (MAIN A of B) zal knipperen terwijl de corresponderende fill-in wordt gespeeld. U kunt op dat moment de te spelen bestemmings sectie nog veranderen door op de betreffende knop MAIN/AUTO FILL [A] of [B] knop te drukken.
U kunt de intro sectie zelfs midden in de song gebruiken door tijdens de song op de [INTRO] knop te drukken.
Als de MAIN/AUTO FILL A/B knop wordt ingedrukt na de laatste halve tel (achtste noot) van de maat, zal de fill-in vanaf de volgende maat starten.
OPM.
Als u op de INTRO knop drukt terwijl de ending speelt, zal de intro sectie beginnen te spelen als de ending klaar is.
Als u op een MAIN/AUTO FILL knop drukt terwijl de ending speelt, zal de fill-in begeleiding onmiddellijk beginnen te spelen, daarna doorgaand met de main sectie.
Als u op de [SYNC START] knop drukt terwijl de begeleiding speelt, zal de begeleiding stoppen en de PSR-550 zal overgaan naar de Synchronized Start standby status.
U kunt de begeleiding beginnen door de ending te gebruiken in plaats van de intro sectie.
Hierdoor wordt naar de ending sectie geschakeld. Als de ending is afgelopen, stopt de automatische begeleiding automatisch. U kunt de ending geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nogmaals op de [ENDING] knop te drukken, terwijl de ending speelt.
35
33
Page 36
Automatische begeleiding
Tempo/Tap
Elke stijl van de PSR-550 is met een standaard bpm (tempo) geprogrammeerd; deze kan echter worden gewijzigd door de [TEMPO/TAP] knop te gebruiken. U kunt het tempo veranderen naar een willekeurig waarde tussen 32 en 280 tellen per minuut. De volgende stappen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden gebruikt.
Druk op de [TEMPO/TAP] knop.
1
Tempo =148
Verander het tempo.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Tempo =124
Druk tegelijkertijd op de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het
3
standaard tempo terug te roepen.
Tempo =148
De Tap functie gebruiken
OPM.
Als u een andere stijl selecteert terwijl de begeleiding niet speelt, wordt het “standaard” tempo voor die stijl ook geselecteerd. Als de begeleiding speelt, wordt hetzelfde tempo gehandhaaft, zelfs als u een andere stijl selecteert.
De automatische begeleiding kan op elk gewenste tempo worden gestart door het tempo in te tikken met de [TEMPO/TAP] knop.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Selecteer een stijl (blz. 32).
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Druk vier keer achtereenvolgens op de [TEMPO/TAP] knop (in
3
een consequent ritme).
Als er een 4-kwarts stijl wordt geselecteerd
Tik 4 keer
De automatische begeleiding begint automatisch in het tempo dat u op de knop heeft ingetikt.
36
* Als er een 3-kwarts stijl wordt
geselecteerd, tik 3 keer.
OPM.
Het tempo kan ook tijdens het afspelen veranderd worden door twee keer in het gewenste tempo op de TEMPO/TAP knop te drukken.
34
Page 37
Automatische begeleiding
Accompaniment Track Muting (uitschakelen)
De PSR-550 heeft acht begeleiding tracks — RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN, BASS, CHORD 1, CHORD 2, PAD, PHRASE 1 en PHRASE 2 — die u kunt regelen om zo de “orkestratie” te veranderen en daardoor het totale geluid van de begeleiding. Als een stijl wordt geselecteerd, zullen de iconen die overeenkomen met de tracks en data voor een gedeelte van die stijl bevatten oplichten. Individuele begeleidingstracks kunnen worden OFF (uit) gezet of ON (aan) door op de TRACK knoppen (9 - 16) te drukken die overeenkomen met de betreffende tracks. Het [M] icoon zal verschijnen als een track wordt gemute. Door de tracks in verschillende combinaties OFF en ON te zetten, kunt u verscheidene arrangementen creëren van een enkele begeleiding stijl.
Track inhoud
RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN
Dit zijn de algemene ritme tracks. De RHYTHM tracks zorgen voor de drum en percussie geluiden.
BASS
De BASS track speelt altijd een baslijn, maar de voice zal veranderen zodat deze bij de geselecteerde stijl past … acoustic bass, synth bass, tuba, enz.
CHORD 1, CHORD 2
Deze tracks zorgen voor de ritmische akkoord begeleiding die nodig is voor elke stijl. U vindt hier gitaar, piano en andere akkoord instrumenten.
PAD
Deze track speelt waar nodig lange akkoorden, gebruikmakend van aanhoudende instrumenten zoals strings (strijkers), organ (orgel), choir (koor).
PHRASE 1, PHRASE 2
Dit is waar de muzikale verfraaiingen huizen. De PHRASE tracks worden gebruikt voor dynamische blazers licks, arpeggio akkoorden en andere extra’s die de begeleiding interessanter maken.
REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
9
Begeleidings Volume Regeling
Deze afzonderlijke volume regeling voor de automatische begeleiding laat u de optimale niveau balans tussen de begeleiding en uw rechterhand spel instellen. Het begeleidings volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
13
Start de begeleiding (blz. 33).
1
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
2
Acmp Volume =100
Pas het begeleidings volume aan.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Pas het niveau aan terwijl u het toetsenbord met uw rechterhand bespeeld, luisterend naar de totale balans tussen de begeleiding en de op het toetsenbord gespeelde voice.
Stop de begeleiding (blz. 33).
4
35
OPM.
[ACMP] is de afkorting van [ACCOMPANIMENT].
37
Page 38
Automatische begeleiding
Akkoord Fingerings
De manier waarop akkoorden worden gespeeld of aangeven met uw linkerhand (in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord) wordt “fingering” genoemd. Er zijn 5 soorten fingerings zoals hieronder wordt beschreven.”
• Multi Finger ................................................................................................ blz. 40
• Single Finger ..............................................................................................blz. 38
• Fingered 1 ..................................................................................................blz. 38
• Fingered 2 ..................................................................................................blz. 40
• Full Keyboard (Volledig toetsenbord) ......................................................... blz. 40
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Utility” met de data dial, de [+/YES]
F5 Utility
F5 Util:Fingerng
Fingering =Multi
2
knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
3
Selecteer “Fingerng” met de data dial, de [+/YES]
4
knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
5
Selecteer de manier waarop akkoorden worden
6
gespeeld of aangeven (Fingering) met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
OPM.
De standaard fingering mode isMulti Finger”.
De handelingen voor elke functie die overeenkomen met stap nr. 6 worden behandeld in de volgende uitleggingen.
De Single Finger mode
Fingering =Singl
Single-finger begeleidingen maken het makkelijk om prachtig georkestreerde begeleidingen met majeur, septiem, mineur en mineur-septiem akkoorden door op een minimum aantal toetsen te drukken in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De volgende verkorte akkoord fingerings worden gebruikt:
C
• Voor een majeur akkoord, drukt u alleen op de grondtoon.
Cm
• Voor een mineur akkoord, drukt u gelijktijdig op de grondtoon toets en de zwarte toets links daarvan.
C
Cm
7
• Voor een septiem akkoord, drukt u gelijktijdig op de grondtoon toets en de witte toets links daarvan.
7
• Voor een mineur-septiem akkoord, drukt u gelijktijdig op de grondtoon toets en op zowel de witte als de zwarte toets links daarvan.
De Fingered 1 mode
Fingering =F1
De Fingered 1 mode laat u zelf uw eigen akkoorden neerzetten in het Automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (dat wil zeggen alle toetsen links van en inclusief de split-punt toets — normaal F#2) terwijl de PSR-550 het geschikte georkestreerde ritme, de bas en akkoord begeleiding in de geselecteerde stijl levert. De Fingered 1 mode herkent de volgende akkoorden:
38
36
Page 39
Voorbeelden voor “C akkoorden
(9)
C
C
C
6
Automatische begeleiding
(9)
C
6
CM
7
CM
(9)
7
CM
7
(#11)
(b5)
C
CM
b5
7
Csus
CmM
C
7
( )
4
7
(9)
Caug
CmM
7
( )
(#11)
C
7
( )
( )
CM aug
7
( )
Cm
C
b5
7
(13)
7
( )
(9)
( )
Cm
CmM
C
7
(#9)
( )
b5
7
( )
Cm
Cdim
b5
C
7
( )
(9)
Akkoordnaam/[Afkorting] Normale Vingerzetting
Majeur [M] 1 - 3 - 5
Toegevoegde none [(9)] 1 - 2 - 3 - 5
Sext [6] 1 - (3) - 5 - 6
Sext met toegevoegde none [6(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - 6
Majeur septiem [M7] 1 - 3 - (5) - 7 of
1 - (3) - 5 - 7
Majeur septiem met toegevoegde none [M7(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - 7
Majeur septiem met overmatige undecime [M7(#11)] 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - 7 of
1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7
Verminderde kwint [(b5)] 1 - 3 - b5
Majeur septiem met verminderde kwint [M7b5] 1 - 3 - b5 - 7
Toegevoegde kwart [sus4] 1 - 4 - 5
Vermeerderd [aug] 1 - 3 - #5
Vermeerderde majeur septiem [M7aug] 1 - (3) - #5 - 7
Mineur [m] 1 - b3 - 5
Mineur toevoegen met toegevoegde none [m(9)] 1 - 2 - b3 - 5
Mineur sext [m6] 1 - b3 - 5 - 6
Mineur septiem [m7] 1 - b3 - (5) - b7
Mineur septiem met toegevoegde none [m7(9)] 1 - 2 - b3 - (5) - b7
Mineur septiem undecime [m7(11)] 1 - (2) - b3 - 4 - 5 - (b7)
Mineur majeur septiem [mM7] 1 - b3 - (5) - 7
Mineur majeur septiem met toegevoegde none [mM7(9)] 1 - 2 - b3 - (5) - 7
Mineur septiem met verminderde kwint [m7b5] 1 - b3 - b5 - b7
Mineur majeur septiem verminderde kwint [mM7b5] 1 - b3 - b5 - 7
Verminderd [dim] 1 - b3 - b5
Verminderd septiem [dim7] 1 - b3 - b5 - 6
Septiem [7] 1 - 3 - (5) - b7 of
1 - (3) - 5 - b7
Septiem verminderde none [7(b9)] 1 - b2 - 3 - (5) - b7
Septiem toegevoegde verminderde tredecime [7(b13)] 1 - 3 - 5 - b6 - b7
Septiem toegevoegde none [7(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - b7
Septiem met overmatige undecime [7(#11)] 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - b7 of
1 - 2 - 3 - #4 - (5) - b7
Septiem toegevoegde tredecime [7(13)] 1 - 3 - (5) - 6 - b7
Septiem met vermeerderde none [7(#9)] 1 - #2 - 3 - (5) - b7
Septiem verminderde kwint [7b5] 1 - 3 - b5 - b7
Vermeerderd septime [7aug] 1 - 3 - #5 - b7
Septime met toegevoegd kwart [7sus4] 1 - 4 - (5) - b7
Eén plus twee plus vijf [1+2+5] 1 - 2 - 5
Cm
6
Cdim
C aug
7
( )
7
( )
Cm
7
C
7
C sus
7
( )
( )
4
( )
Akkoord (C) Display
CC
C(9) C(9)
C6 C6
C6(9) C6(9)
CM7 CM7
CM7(9) CM7(9)
CM7(#11) CM7(#11)
C(b5) C(b5)
CM7b5 CM7b5
Csus4 Csus4
Caug Caug
CM7aug CM7aug
Cm Cm
Cm(9) Cm(9)
Cm6 Cm6
Cm7 Cm7
Cm7(9) Cm7(9)
Cm7(11) Cm7(11)
CmM7 CmM7
CmM7(9) CmM7(9)
Cm7b5 Cm7b5
CmM7b5 CmM7b5
Cdim Cdim
Cdim7 Cdim7
C7 C7
C7(b9) C7(b 9)
C7(b13) C7(b13)
C7(9) C7(9)
C7(#11) C7(#11)
C7(13) C7(13)
C7(#9) C7(# 9)
C7b5C7b5
C7aug C7aug
C7sus4 C7sus4
C1+2+5 C
Cm
C
C
7
(b9)
7
1+2+5
11)
(9)
( )
( )
Cm
C
7
7
( )
(b13)
(
( )
OPM.
Noten tussen haakjes kunnen worden weggelaten.
Als u drie aan elkaar grenzende toetsen (inclusief de zwarte toetsen) speelt, zal het akkoord geluid worden geannuleerd en alleen de ritme instrumenten zullen doorgaan met spelen (CHORD CANCEL functie).
Het spelen van een enkele toets of twee dezelfde grondtonen in aangrenzende octaven geeft een alleen op de grondtoon gebaseerde begeleiding.
Een perfecte kwint (1 + 5) produceert een begeleiding gebaseerd op de grondtoon en de kwint en kan dus zowel met mineur als majeur gebruikt worden.
De akkoordliggingen zijn allemaal in de grondligging, maar inversies kunnen gebruikt worden, met uitzondering van:
m7, m7
b
5, 6, m6, sus4, aug,
dim7, 7
b
5, 6(9), m7(11),
1+2+5.
Inversies van de 7sus4 akkoorden worden niet herkend als de kwint wordt weggelaten.
De AUTO ACCOMPANIMENT zal soms niet veranderen als er gerelateerde akkoorden achter elkaar gespeeld worden (bijvoorbeeld sommige mineur akkoorden gevolgd door de mineur septiem).
Een twee vingerzetting zal een akkoord gebaseerd op het voorgaande akkoord produceren.
39
37
Page 40
Automatische begeleiding
De Fingered 2 mode
Fingering =F2
Deze is in principe gelijk aan de hiervoor beschreven Fingered 1 mode, behalve dat de Fingered 2 mode u het daarnaast ook nog mogelijk maakt de laagste noot van elke akkoord te bepalen — simpelweg, de laagste noot gespeeld in het Automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord wordt gebruikt als begeleidings bas noot. Dit houdt in dat u “on-bas” akkoorden kunt aangeven, waarin de algemene basnoot van het akkoord niet de grondtoon van het akkoord is. Voor een C majeur akkoord, bijvoorbeeld, zou u de E (de terts) of de G (de kwint) als basnoot kunnen gebruiken in plaats van de C.
C C op E C op G
De Full Keyboard (volledige toetsenbord) mode
Fingering =Full
Als de Full Keyboard Mode wordt geselecteerd, zal de PSR-550 automatisch de geschikte begeleiding creëren, terwijl u nagenoeg van alles met beide handen over het hele toetsenbordbereik kunt spelen. U hoeft zich geen zorgen te maken over het aangeven van de begeleidingsakkoorden. De naam van het gedetecteerde akkoord zal in de display verschijnen.
De Multi Finger mode
Fingering =Multi
Dit is de standaard begeleidingsmode als het instrument wordt aangezet. De Multi Finger mode detecteert automatisch Single Finger of Fingered 1 Akkoord Fingerings, zodat u beide types fingering kunt gebruiken zonder de fingering modes om te hoeven schakelen.
Begeleidings Splitpunt
OPM.
Als de Full Keyboard mode is geselecteerd, zal de splitpunt instelling (zie hierna) voor de automatische begeleiding worden genegeerd.
OPM.
Als u mineur, septiem of mineur septiem akkoorden wilt spelen met gebruikmaking van de Single Finger bediening in de Multi Finger mode, druk dan altijd op de dichtst bij de grondtoon van het akkoord liggende witte/zwarte toets(en).
Het punt op het toetsenbord dat het automatische begeleidingsgedeelte en de rechterhand sectie van het toetsenbord scheidt, wordt het “splitpunt” genoemd.
De initiële instelling (fabrieksinstelling) van het splitpunt is “F#2”; dit kan echter worden ingesteld op elke toets die u wenst. Zie blz. 118 voor instructies over hoe het splitpunt in te stellen.
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt (F#2)
40
38
Page 41
Synchro Stop
Automatische begeleiding
Als de Synchro Stop functie is geactiveerd, zal het afspelen van de begeleiding volledig stoppen op het moment dat alle toetsen in het automatisch-begeleidingsgedeelte van het toetsenbord worden losgelaten. Het afspelen van de begeleiding zal weer beginnen zodra er een akkoord wordt gespeeld. De Beat indicators in de display zullen knipperen als de begeleiding is gestopt.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
3
Zet SYNCHRONIZED STOP aan.
4
Druk op de [SYNC STOP] knop.
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
5
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
OPM.
Synchro Stop kan niet op aan worden ingesteld als de fingering mode is ingesteld op Full Keyboard of de automatische begeleiding op het paneel op uit. Ook wordt Synchro Stop automatisch uitgezet als Full Toetsenbord wordt geselecteerd als fingering mode of als de automatische begeleiding op het paneel wordt uitgezet.
[SYNC STOP] is de afkorting van [SYNCHRO STOP].
Automatische
begeleidingsgedeelte
De automatische begeleiding stopt
6
als u uw linkerhand van de toetsen haalt.
Een akkoord met uw linkerhand spelen start automatisch de
7
automatische begeleiding weer.
Om de automatische begeleiding te stoppen, haalt u gewoon uw linkerhand van het toetsenbord.
Zet SYNCHRONIZED STOP uit.
8
Druk op de [SYNC STOP] knop.
Als Synchronized Stop uit is, stopt de automatische begeleiding niet als u uw linkerhand van de toetsen haalt.
Stop de begeleiding (blz. 33).
9
41
39
Page 42
Automatische begeleiding
One Touch Setting
De One Touch Setting is een krachtige en gemakkelijek functie die u in staat stelt om onmiddellijk nagenoeg alle automatische-begeleiding-gerelateerde paneel instellingen in één keer opnieuw in te stellen met het drukken op een enkele knop.
Druk op de ronde One Touch Setting knop om de One Touch
1
Setting functie op te roepen.
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen [1]-[4].
2
De stappen 3 en 4 van de “Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)” (blz. 33) kunnen worden ingesteld met slechts een enkele druk op een [ONE TOUCH SETTING] knop. Daarbij kunnen verscheidene paneel instellingen (zoals voices, effecten, enz.) die passen bij de geselecteerde stijl onmiddellijk worden teruggeroepen met het drukken op een enkele knop (zie hierna).
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
3
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Stop de begeleiding.
4
OPM.
U kunt ook eens proberen de bestaande One Touch Setting data te veranderen, en zo uw eigen originele instellingen te maken. Om de mogelijkheid te hebben uw originele instellingen op elk gewenste moment weer op te kunnen roepen, slaat u ze op met behulp van de Registration Memory functie (blz. 54).
Als er een User stijl (nummer 113-115) is geselecteerd, kan de One Touch Setting niet worden gebruikt.
One Touch Setting Parameter overzicht
De PSR-550 bescikt over vier verschillende One Touch Settings voor elk van de 112 in het instrtument ingebouwde automatische begeleidingsstijlen. Elk hiervan is speciaal geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen; elke heeft de meest geschikte voice (of combinatie van voices), digitale effecten en overige instellingen voor die stijl. Eenvoudig drukken op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen laat u onmiddellijk alle relevante instellingen opnieuw configureren, waardoor u op een handige manier kunt beginnen te spelen in een door u gewenste stijl met alle de geschikte geluiden — zonder dat u alle instelling één voor één moet maken.
• Part aan/uit (VOICE R1, R2)............................................................................ blz. 29
• Voice Change instelling (VOICE R1, R2)......................................................... blz. 75
• Mixer instelling (VOICE R1,R2) ....................................................................... blz. 76
• Auto accompaniment = ON.............................................................................. blz. 33
• Synchro Start = ON* ........................................................................................ blz. 33
• HARMONY/ECHO aan/uit, type, volume, part ................................................. blz. 50
• DSP aan/uit, type, retour niveau en FAST/SLOW ........................................... blz. 49
• Multi Pad bank nummer ................................................................................... blz. 44
• Upper Octaaf instelling .................................................................................... blz. 119
Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
*
42
40
Page 43
De Multi Pads
De PSR-550 Multi Pads kunnen worden gebruikt om een aantal korte voor-opgenomen ritmische en melodische sequences af te spelen die kunnen worden gebruikt om impact en verscheidenheid aan uw toetsenspel toe te voegen. U kunt ook uw eigen Multi Pad frases opnemen, zoals beschreven in “Multi Pad Opnemen” op blz. 92. Enkele padfrases spelen gewoon terug zoals ze zijn geprogrammeerd, terwijl anderen van het “Chord Match” type zijn, die, als de Chord Match functie aan staat, automatisch getransponeerd worden zodat ze overeenkomen met de akkoorden die gespeeld worden met de PSR-550 automatische begeleiding.
• De Multi Pads Bespelen ................................... blz. 43
• Chord Match ..................................................... blz. 43
• Een Multi Pad Bank selecteren ........................ blz. 44
• Chord Match Aan/Uit schakelen ....................... blz. 44
De Multi Pads Bespelen
Druk op één van de Multi Pads.
De corresponderende frase (in dit geval, voor Pad 1) begint helemaal af te spelen zodra de pad wordt ingedrukt. Om het afspelen in het midden van de frase te stoppen, drukt u op de [STOP] knop.
Chord Match
40 banken
OPM.
• Tik gewoon op één van de Multi Pads op elke gewenst moment om de corresponderende frase op het momenteel ingestelde tempo af te spelen.
• U kunt zelfs twee, drie of vier Multi Pads tegelijkertijd afspelen.
• Drukken op de pad terwijl deze nog afspeelt, zal het afspelen stoppen en weer starten vanaf het begin.
Druk op de [STYLE] knop.
1
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Speel een akkoord met uw linkerhand.
3
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op één van de Multi Pads.
4
In dit voorbeeld, zal de frase voor Pad 1 worden getransponeerd naar F majeur voordat deze wordt afgespeeld. Probeer eens andere akkoorden te spelen en op de pads te drukken.
OPM.
• De status van chord match aan/uit is afhankelijk van de geselecteerde Multi Pad. Zie het Multi Pad Bank overzicht (blz. 45).
43
41
Page 44
De Multi Pads
Een Multi Pad Bank selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Multi Pad.”
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop om het MULTI PAD BANK scherm op
3
te roepen.
F1 Multi Pad
PBnk=01 Fanfare
Selecteer een Bank.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Chord Match Aan/Uit schakelen
1
4
5
-
Gebruik dezelfde handeling als in “Een Multi Pad Bank
3
selecteren” hiervoor.
Druk nogmaals op de [NEXT] knop.
CdMatch Pad1=On
Selecteer de gewenste PAD.
Gebruik de [NEXT]/[BACK] knop.
CdMatch Pad2=On
OPM.
• De Chord Match functie heeft geen invloed op pads die percussie frases bevatten.
• De Chord Match aan/uit instelling wordt teruggezet naar zijn originele status zodra er een preset Multi Pad Bank wordt geselecteerd.
• Als de Chord Match aan/uit status van een user Multi Pad Bank (zie hierboven) wordt gewijzigd, wordt de nieuwe status opgenomen met de Multi Pad data.
44
Zet de CHORD MATCH functie on (aan) of off (uit).
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
42
Page 45
Multi Pad Bank Overzicht
Nr. Banknaam Chord Match Repeat
Pad1 Pad2 Pad3 Pad4 Pad1 Pad2 Pad3 Pad4
1 Fanfare O O O – 2 Crystal O O O O – 3 Gothic_V O O O O – 4 TechSyn1 O O O O O O O O 5 TechSyn2 O O O O O O O O 6 TechSyn3 O O O O O O 7 TechSyn4 O O O O O O 8 PianoSeq O O O O – 9 OrcheHit O O O O – 10 Traffic – 11 Chirp – 12 HorrorSE – 13 Noises – 14 WaterSE – 15 AnalgKit – 16 TechKit – 17 RockKit – 18 TomFlam – 19 LatPerc1 – 20 LatPerc2 – 21 Timbales – 22 ArabKit1 – 23 ArabKit2 – 24 Brassy1 O O O O – 25 Brassy2 O O O O – 26 Swingy O O O O – 27 SynBrass O O O O – 28 GtrPlay1 O O O O O O O O 29 GtrPlay2 O O O O O O O O 30 GtrPlay3 O O O O O O O O 31 GtrPlay4 O O O O O O O O 32 PianoMan O O O O O O O – 33 SalsaPno O O O O O O O O 34 SambaShw O O O O 35 Accrdion O O O O – 36 Arpeggio O O O O – 37 Classic O O O O – 38 Twinkle O O O O – 39 Xmas1 O O O O 40 Xmas2 O O
De Multi Pads
OPM.
• Er zijn twee soorten Multi Pad data: sommige data zal eenmaal worden teruggespeeld en dan stoppen als het einde is bereikt. Andere data zal herhaaldelijk worden teruggespeeld totdat er op de [STOP] knop wordt gedrukt.
O : beschikbaar
45
43
Page 46
Digitale Effecten
Met de in de PSR-550 ingebouwde digitale effecten kunt u op verschillende manieren ambiance en diepte aan uw muziek toevoegen—zoals het toevoegen van reverb dat uw geluid zo maakt alsof u in een concertzaal speelt, of harmonische noten toevoegen voor een vol en rijk geluid.
Reverb ......................................................................................................... blz. 46
U kunt een reverb effect creëren dat uw geluid maakt alsof u in bijvoorbeeld een concerthal speelt of live in een club. Reverb is altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 24 verschillende reverbtypes beschikbaar.
Chorus......................................................................................................... blz. 48
U kunt een chorus effect toevoegen dat uw spel laat klinken alsof er meerdere partijen tegelijk samen worden gespeeld. Chorus staat altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 16 verschillende chorus types beschikbaar.
DSP .............................................................................................................. blz. 49
Naast de Reverb en Chorus types, heeft de PSR-550 speciale DSP effecten, die extra effecten bevat die gewoonlijk gebruikt worden voor een bepaald part, zoals distortion en tremolo. Er zijn in totaal 74 DSP types beschikbaar. De PSR-550 beschikt over één DSP systeem, die kan worden aan of uitgezet met een paneelknop (blz. 49). Met de [FAST/ SLOW] knop kunt u tussen variaties van het DSP effect schakelen. Als voorbeeld: hiermee kunt u de draaisnelheid van het roterende luidspreker effect veranderen.
DSP(FAST)
SUSTAIN
OPM.
• Zie voor details over Digitale Effecten (Reverb, Chorus, DSP) gebruiken (blz 124).
TOUCH
HARMONY
Harmony/Echo ............................................................................................ blz. 50
U kunt een verscheidenheid aan harmonienoten aan uw spel in de rechterhandsectie toevoegen (blz. 29), alsook tremolo of andere effecten.
Reverb (nagalm)
Een reverb type selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer “Digital Effect”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
DSP(FAST)
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
46
F3 DigitalEffect
44
Page 47
Druk op de [NEXT] knop om het Digital Effect scherm op te roepen.
3
Selecteer Reverb.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
D.Effect:Reverb
Druk op de [NEXT] knop.
5
RevType=Hall1
Digitale Effecten
Selecteer een reverb type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Zie het Reverb type overzicht (blz. 124).
Bespeel het toetsenbord.
7
Probeer ook eens enkele andere reverb types uit.
De diepte van de reverb aanpassen.
De twee parameters hieronder hebben invloed op de diepte van de reverb.
Reverb Diepte (zend niveau) ................................................................................... blz. 74
Stelt de reverb diepte in voor de bepaalde voice of track, en dus de hoeveelheid reverb effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
Reverb Retour Niveau .......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid reverb retour in van het reverb effect blok, waardoor het mogelijk is de mate van effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
OPM.
• Als u een ander stijl selecteert, zal ook het geschikte reverb type ingesteld worden.
Druk op de [NEXT] knop.
8
RevRetnLevel= 64
Het reverb retour niveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
RevRetnLevel= 81
47
45
Page 48
Digitale Effecten
Chorus
Een Chorus Type selecteren
1 4
-
Gebruik de zelfde handeling als bij Reverb (nagalm) (blz. 46).
3
Selecteer Chorus.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
D.Effect:Chorus
Druk op de [NEXT] knop.
5
ChoType=Chorus2
Selecteer een Chorus Type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Zie het Chorus Type overzicht (blz. 124).
Bespeel het toetsenbord.
7
Probeer ook eens enkele andere chorus types uit.
OPM.
• Als u een ander stijl selecteert, zal ook het geschikte chorus type ingesteld worden.
De diepte van de chorus aanpassen.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het chorus effect.
Chorus Diepte (zendniveau) .................................................................................... blz. 74
Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
Chorus Retour Niveau ......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid chorus effect retour in van het chorus effect blok, waardoor het mogelijk is de mate van chorus effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Druk op de [NEXT] knop.
8
ChoRetnLevel= 64
Het chorus retour niveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
48
46
Page 49
DSP
Het DSP effect toepassen
Digitale Effecten
Druk op de [DSP] knop.
Het DSP icoon zal oplichten en het DSP effect wordt aangezet. Het effect zal worden toegevoegd als u de R1, R2 en L voices via het toetsenbord bespeeld. Daarnaast zal, als er op de [FAST/SLOW] knop wordt gedrukt, het FAST icoon oplichten om aan te geven dat de variatie van het DSP effect is geselecteerd. Als het DSP effect type Rotary Speaker of Tremolo is, wordt de snelheid van de modulatie snel (fast).
DSP(FAST)
SUSTAIN
Een DSP type selecteren
1 4
5
-
Gebruik de zelfde handeling als bij Reverb (nagalm)” (blz. 46).
3
Selecteer Dsp.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
DspType=Stage2
TOUCH
HARMONY
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is (blz. 120), kunnen het DSP effect en de FAST/SLOW instellingen wijzigen overeenkomstig de geselecteerde R1 paneelvoice.
Selecteer een DSP type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Zie het DSP type overzicht (blz. 124).
Bespeel het toetsenbord.
7
Probeer ook eens enkele van de andere DSP types.
De diepte van de DSP aanpassen.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het DSP effect.
DSP Diepte (Zendniveau)......................................................................................... blz. 74
Bepaalt de DSP diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid DSP effect dat op die voice of track wordt toegepast.
DSP Retourniveau ..........................................................................................zie hieronder
Stelt de hoeveelheid DSP effect retour in van het DSP effect blok, waardoor het mogelijk is de mate van DSP effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Druk op de [NEXT] knop.
8
DspRetnLevel= 64
OPM.
• Als het geselecteerd DSP type een Insertie Effect is (blz. 49,
124), geldt het DSP effect alleen voor Voice R1.
OPM.
• Als DSP Insertie Effect is geselecteerd (blz. 50), kunt u geen DSP retourniveau instellen.
Het DSP retourniveau aanpassen.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
49
47
Page 50
Digitale Effecten
Systeem Effecten en Insertie Effecten
De reverb, chorus en DSP effecten zijn verdeeld in twee verschillende soorten of methodes van bediening. Er zijn twee soorten digitale effecten: systeem effecten en insertie effecten.
Systeem Effecten
Brengt het effect van toepassing op alle op de ingangen van de mixer aangesloten parts. U kunt de hoeveelheid effect dat moet worden toegevoegd instellen met de diepte en retour niveau parameters. Reverb en chorus zijn beiden systeem effecten.
Insertie Effecten
Brengt het effect alleen van toepassing op één toegewezen part voordat het signaal naar de mixer gaat. U kunt de digitale effecten effectief gebruiken door het gewenste effect op de bepaalde part toe te passen. Bij de insertie effecten, kan alleen de DSP diepte worden ingesteld.
De illustratie hieronder met de verscheidene audio componenten (instrumenten, effect apparaten en een mixer) geven een indruk van de inwendige werking van de DSP effecten van de PSR-550.
Insertie Effect
Systeem Effect
(Diepte)
Reverb ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
Chorus ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
DSP ..........Afhankelijk van het geselecteerd type, functioneert deze of als een
systeem effect of als een insertie effect.
Kijk naar “Over de digitale effecten” (blz. 124) en het Type Overzicht.
RETOURZEND
Versterker
Mixer
Luidspreker(s)
Harmonie/Echo
Een Harmonie/Echo type selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
50
Selecteer DigitalEffect.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
F3 DigitalEffect
Druk op de [NEXT] knop om het Digital Effect scherm op te roepen.
3
48
Page 51
Selecteer Harmony.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
D.Effect:Harmony
Druk op de [NEXT] knop.
5
HTyp=Duet
Selecteer een Harmonie/Echo type.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Zie het Harmonie/Echo Type Overzicht (blz. 126).
Het Harmonie/Echo effect toepassen
Druk op de [STYLE] knop.
1
Digitale Effecten
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is (blz. 120), kan het Harmonie/ Echo type veranderen afhankelijk van de geselecteerde R1 paneel voice.
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
2
Speel een akkoord met uw linkerhand.
3
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord.
Splitpunt
CHORD
119
6
dim
mM
Automatische
begeleidingsgedeelte
Druk op de [HARMONY/ECHO] knop.
4
DSP(FAST)
SUSTAIN
Speel enkele noten in het rechterhand
5
gedeelte van het toetsenbord.
Als er een Harmonie Type (Duet through Strum) is geselecteerd
Dit type voegt automatisch één of meer harmonienoten toe aan een in de rechterhand gespeelde monofone melodie.
Als er een Echo type is geselecteerd
Een echo effect wordt toegevoegd aan de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld in het momenteel ingestelde tempo. De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
Als er een Tremolo-type is geselecteerd
Er wordt een tremolo effect toegepast op de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld in het momenteel ingestelde tempo. De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
Als er Trill type is geselecteerd
Twee noten die worden ingedrukt op het toetsenbord worden beurtelings in het momenteel ingestelde tempo gespeeld. De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
49
TOUCH
HARMONY
513
augsus4
7
OPM.
• Harmonie/Echo kan niet worden aangezet als het volledige toetsenbord (blz. 40) is geselecteerd. Harmonie/Echo wordt automatisch uitgeschakeld als de Full Keyboard (volledige toetsenbord) fingering mode is geselecteerd terwijl het Harmonie/Echo effect aan is.
51
Page 52
Digitale Effecten
Het Harmonie/Echo volume aanpassen
Het volume van het Harmonie/Echo geluid in relatie tot het toetsenbord geluid kan als volgt worden aangepast:
1
-
Gebruik dezelfde handeling als in Een Harmonie/Echo
4
type selecteren (blz. 50).
D.Effect:Harmony
Druk op [NEXT] om het Type Selectie scherm op te roepen.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony/Echo scherm op te roepen.
6
Harmony Vol =120
Het Harmonie/Echo volume aanpassen.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
OPM.
• Als de Voice Set functie aan is (blz. 120), kan het Harmonie/ Echo Volume veranderen overeenkomstig de geselecteerd R1 paneel voice.
• Het kan zijn dat het veranderen van het volume van het harmonie geluid, als u één van de Harmonie Types “Duet” t/m “Strum” selecteert, geen hoorbaar effect heeft.
Harmony Vol =113
52
50
Page 53
De Part voor het Harmonie/Echo effect veranderen
Hiermee kunt u de part selecteren die wordt gebruikt voor het Harmonie/Echo effect.
Digitale Effecten
1
-
Gebruik dezelfde handeling als in Een Harmonie/Echo
4
type selecteren (blz. 50).
D.Effect:Harmony
Druk op de [NEXT] knop om het Type Selectie scherm op te roepen.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Volume scherm op
6
te roepen.
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Part instelscherm
7
op te roepen.
HarmoPart=Auto
Stel de part in.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Auto ..........Harmonie/Echo noten worden automatisch toegewezen aan de R1 en
R2 parts, met die voorrangsvolgorde.
Right1 .......Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R1.
Als Voice R1 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
Right2 .......Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R2.
Als Voice R2 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
OPM.
• Als de Voice Set functie aan staat (blz. 120), kan de Harmonie/Echo part instellingveranderen overeenkomstig de geselecteerde R1 paneel voice.
53
51
Page 54
Registration Memory
Aangezien de PSR-550 zo’n geavanceerde instrument is met zo’n verscheidenheid aan regelaars en functies — voice, stijl, automatische begeleiding en effect instellingen, om er maar een paar te noemen — is de Registration Memory één van de meest gemakkelijke en krachtige functies van het instrument. Het maakt het u mogelijk nagenoeg alle paneel instellingen op te slaan in een Registration Memory instelling, en dan onmiddellijk uw custom (zelf gemaakte) paneel instellingen terug te roepen met één druk op de knop.
Registration Memory geeft tot wel 128 complete regelpaneel instellingen (32 banken met elk 4 instellingen) die kunnen onmiddellijk kunnen worden teruggeroepen tijdens uw spel.
OPM.
32 banken
• De Paneel Instellingen Registreren ................................................................blz. 55
• De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen ......................................blz. 55
• Een Registratie Bank selecteren ....................................................................blz. 56
• De Registratie Banken benoemen.................................................................. blz. 56
• De PSR-550’s initiële Registration Memory [1]–[4] instellingen (zoals geprogrammeerd in de fabriek) zijn dezelfde paneel instellingen als wanneer de STANDBY schakelaar voor het eerst wordt aangezet.
Data opgeslagen door de Registration Memory
VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (VOICE R1,R2,L)........................................................................ blz. 29
• Voice Change instelling (VOICE R1,R2,L) ..................................................... blz. 75
• Mixer instelling (VOICE R1,R2,L) .................................................................. blz. 76
• Aanslaggevoeligheid .................................................................................... blz. 120
• DSP aan/uit, FAST/SLOW aan/uit, DSP Type en Retour Niveau ...................blz. 49
• HARMONY/ECHO aan/uit, type, volume, part ............................................... blz. 50
• TOUCH (aanslag) aan/uit .............................................................................blz. 120
• SUSTAIN aan/uit ............................................................................................blz. 30
• Pitch Bend bereik ......................................................................................... blz. 122
• Scale Tuning (stemming).............................................................................. blz. 119
• Voetschakelaar functie .................................................................................blz. 121
• Transponeren ................................................................................................. blz. 30
• Upper Octaaf instelling ................................................................................. blz. 119
• Direct Access instelling.................................................................................blz. 122
• Achtergrondsverlichtingskleur instelling ........................................................blz. 122
BEGELEIDINGS PARAMETERS
• Automatisch Begeleiding aan/uit ....................................................................blz. 33
• Stijlnummer..................................................................................................... blz. 32
• Main A/B sectie...............................................................................................blz. 34
• Tempo blz. 36
• Fingering mode...............................................................................................blz. 38
• Splitpunt........................................................................................................blz. 120
• Begeleidings Volume ......................................................................................blz. 37
• Track aan/uit instelling ....................................................................................blz. 37
• Voice Change instelling ..................................................................................blz. 75
• Mixer instelling ................................................................................................blz. 75
• Multi Pad Bank nummer, Chord Match aan/uit ...............................................blz. 43
• Reverb instelling .............................................................................................blz. 46
• Chorus instelling .............................................................................................blz. 48
OPM.
• Opgenomen data wordt zelfs vastgehouden als de STANDBY schakelaar uit wordt gezet, als er batterijen zijn geplaatst of een er een netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed idee om belangrijke data op diskette op te slaan, zodat u ze altijd kunt bewaren en uw eigen data bibliotheek op kunt bouwen (blz. 60).
Registration Memory Data kan indien nodig naar en van diskette worden geschreven en geladen (blz. 57).
54
52
Page 55
De Paneel Instellingen Registreren
Registration Memory
Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
1
Druk op de ronde Registration Memory knop om de
2
Registration Memory functie op te roepen.
Druk op één van de betreffende REGISTRATION MEMORY
3
knoppen [1] t/m [4], terwijl u de [MEMORY] knop ingedrukt houdt.
Er verschijnt kort een “Regist Memorized” boodschap in de display, om aan te geven dat de paneel instellingen zijn vastgelegd. In dit voorbeeld, worden de paneel instellingen vastgehouden onder knop nummer 3.
De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen
OPM.
• Reeds opgenomen data in de Registration Memory locatie die u geselecteerd heeft zal worden gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
• De Registration Memory inhoud zal, zelfs als u het apparaat heeft uitgezet, worden vastgehouden. Zie voor details blz. 126.
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
1
In dit voorbeeld, worden de onder knop nummer 3 vastgelegde paneel instellingen teruggeroepen.
De Begeleiding Freeze functie
Als de FREEZE functie actief is, zal een andere Registration Memory setup selecteren niets van de begeleiding (alle andere parameters veranderen zoals geprogrammeerd) veranderen. Hierdoor kunt u de automatische begeleiding gebruiken en verschillende Registration Memory setups selecteren, zonder plotselinge verstoring van de cadans van de begeleiding.
Druk op de [FREEZE] knop.
1
Het [FREEZE] lampje licht op.
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
2
OPM.
• Registratie data kan niet worden teruggeroepen als de One Touch Setting functie aan staat.
• Enkele parameters kunnen, afhankelijk van de geselecteerde mode, niet worden teruggeroepen. U kunt, bijvoorbeeld niet de Voice R2/L voices in de Stijl Record Mode en Pad Record Mode terugroepen, zelfs niet als u op de Registration Memory knoppen drukt, aangezien alleen de Voice R1 voice in deze modes wordt gebruikt.
OPM.
• Zie voor details over Begeleiding parameters (blz.
54).
• De Freeze functie zal automatisch worden aangezet als één van de volgende modes, Song, Stijl Opname of Pad Opname is geactiveerd.
In dit voorbeeld, worden alleen de onder knop nummer 3 vastgelegde voice parameter instellingen teruggeroepen.
55
53
Page 56
Registration Memory
Een Registratie Bank selecteren
Druk op de [FUNCTION] knop.
1
Selecteer Regist Memory.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
F2 Regist Memory
Druk op de [NEXT] knop om het Registration Memory Bank
3
scherm op te roepen.
RBnk=01 Regist01
Selecteer een Bank.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
De Registratie Banken benoemen
1
4
-
Gebruik dezelfde handelingen als bij Een Registratie
3
Bank selecteren (zie hiervoor).
RBnk=01 Regist01
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm op te roepen.
56
Voer de gewenste naam voor de bank in.
5
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21). Er kunnen tot acht letters of karakter worden gebruikt.
RegName=Regist01
Cursor
54
Page 57
Diskette Handelingen
Er is een diskdrive in de PSR550 ingebouwd. Plaats gewoon een diskette en u heeft toegang tot een grote verscheidenheid aan gemakkelijk functies, zoals opnemen en afspelen van User songs (blz. 78), alsook het opslaan en laden van User stijlen (blz. 96), User pads (blz. 92) en Registration Memory Data (blz. 54).
U kunt elke gewenste aantal User stijlen, pads en registratie data op diskettes opslaan, uw eigen song bibliotheken creëren of vele andere manieren vinden om de PSR-550 efficiënter te bespelen en te gebruiken.
De PSR-550 is in staat om songs van de bijgeleverde data diskette af te spelen, alsook commercieel beschikbare song data in de volgende formats, aangeven door de overeenkomstige logo’s (blz. 9):
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
De PSR-550 is compatibel met stijl data die zich op de bijgeleverde data diskette bevindt, alsook! ıt commercieel beschikbare disk stijlen in de volgende formats, aangeven door het overeenkomstige logo (blz. 9):
U kunt de stijl files die op deze diskettes verzameld zijn laden en er mee spelen.
U kunt uw eigen spel in User songs opnemen en ze terugspelen (blz. 78).
User Song
Record/Opnemen
(Direct schrijven)
Afspelen
(Direct lezen)
Diskette
Er kunnen maximaal 60 files
worden weggeschreven.
De PSR-550 beschikt over speciale User stijl, User pad en Registration Memory functies. De data opgenomen met deze functies kunnen ook op diskette worden opgeslagen, zowel individueel als in willekeurige combinaties. OP dezelfde manier kunnen op diskette opgeslagen data files individueel of in willekeurige combinaties in de PSR-550 worden geladen.
User Style
User Pad
Registration Memory
Wegschrijven
Afzonderlijk of verzameld
wegschrijven of laden
Laden
Er kunnen tot 32 ÒAllÓ type files (blz. 61) worden opgenomen op een 2HD diskette. Er kunnen tot 13 ÒAllÓ type files (blz. 61) worden opgenomen op een 2DD diskette.
Diskette
De user data compatibiliteit met de PSR-550 wordt in het onderstaande overzicht aangegeven.
Data die kan worden opgeslagen of geladen met de PSR-550 Data Type Extensie Opslaan Laden
User Song (Standaard MIDI format0) .MID – User stijl (Stijl File Format) .USR O O User pad .USR O O Registration Memory .USR O O
Andere disk functies zijn:
• Format(eren) ........................................................ blz. 60
• Song Copy (kopiëren) .......................................... blz. 64
• Delete (wissen) .................................................... blz. 67
OPM.
• Zie blz. 9 voor meer details over de logo’s.
OPM.
• Misschien is het niet mogelijk het volledige aantal van 60 files op een diskette op te nemen, door de lengte van de opgenomen files.
OPM.
Het maximum aantal files kan variëren afhankelijk van het type en de grootte van de opgeslagen files (blz. 61).
OPM.
• Als u data opslaat, gebruik dan een op de PSR-550 geformatteerde diskette.
• De drie letters volgend op de file naam (na de punt) wordt de “extensie” van een file genoemd. De extensie geeft het soort file aan.
• Aangezien de user songs direct op diskette worden opgenomen, terwijl u speelt en het opnemen en afspelen rechtstreeks vanaf diskette gebeuren, zijn er geen Save/ Load (opslag/laad) functies beschikbaar. De Copy (kopieer) en Delete (wis) File handelingen in verband met de user songs kunnen worden uitgevoerd.
57
Page 58
Diskette Handelingen
De diskdrive(FDD) en diskettes gebruiken
Let er op de diskettes en de diskdrive met zorg te behandelen. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Ondersteunde diskette soorten
Er kunnen 3,5'’ 2DD en 2HD diskettes worden gebruikt.
Diskettes plaatsen/uitwerpen
Om een diskette in de diskdrive te plaatsen:
• Houd de diskette met het label naar boven en met het sluitermechanisme naar voren in de richting van de diskdrive. Plaats de diskette zorgvuldig in de opening, langzaam verder duwend tot het einde, waar deze op zijn plaats klikt en waardoor de uitwerp knop naar buiten komt.
OPM.
• Als de PSR-550 wordt aangezet, zal de LED onder de diskettesleuf
oplichten om aan te geven dat de Diskdrive klaar is voor gebruik.
Om een diskette uit te werpen:
• Zorg ervoor dat, voordat u een diskette uitwerpt, de FDD (diskdrive) gestopt is (controleer of het DISK IN USE lampje uit is). Druk langzaam op de uitwerp (eject) knop zo ver als deze gaat; de disk zal automatisch naar buiten komen. Als de diskette er gedeeltelijk uitsteekt, haal deze er dan voorzichtig uit met de hand.
DISK IN USE
Dit lampje licht op tijdens diskette lees/schrijf handelingen, zoals wanneer u een diskette heeft geplaatst, tijdens opnemen,
Dit lampje is altijd aan als het instrument aan staat, ongeacht eventuele diskhandelingen.
• Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet ver genoeg, kan het zijn dat de disk niet goed uitgeworpen wordt. De uitwerpknop kan dan halverwege vast komen te zitten waarbij de diskette slechts een paar millimeter uit de opening steekt. Als dit gebeurt, probeer dan niet de gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te trekken, aangezien het uitoefenen van kracht in deze situatie de diskdrive en/of de diskette kan beschadigen. Probeer nogmaals op de uitwerpknop te drukken, om de gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te halen of druk de diskette weer terug op zijn plaats en herhaal de uitwerpprocedure.
Probeer nooit de diskette uit te werpen of het instrument uit te zetten tijdens opnemen, lezen en afspelen. Dit zou de diskette kunnen beschadigen en mogelijk zelfs de diskdrive.
Zorg ervoor dat u de diskette uit de diskdrive haalt voordat u de PSR-550 uitschakelt. Als een diskette voor langere periodes in de diskdrive wordt gelaten, kan deze gemakkelijk stof en vuil aantrekken die lees en schrijffouten kunnen veroorzaken.
terugspelen, formatteren, enz.
De lees/schrijfkop reinigen
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Dit instrument bevat een precisie magnetische lees/schrijfkop die, na langdurig gebruik, een laag magnetische deeltjes vast kan houden, die tenslotte lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Om de diskdrive in optimale toestand te houden, beveelt Yamaha het gebruik van een commercieel beschikbare droge-soort koppenreinigingsdiskette aan om de kop eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha dealer over de beschikbaarheid van de juiste reinigingsdiskette.
Plaats nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive. Andere voorwerpen kunnen beschadiging van de diskdrive of diskettes veroorzaken.
Over de diskettes
Om de diskettes zorgvuldig te gebruiken:
• Plaats geen zware voorwerpen op de diskette en buig
de diskette niet en oefen er op geen enkel manier druk op uit. Bewaar de diskettes altijd in hun beschermende doosjes als ze niet worden gebruikt.
• Stel de diskette niet bloot aan direct zonlicht,
extreme hoge of lage temperaturen, overmatige vochtigheid, stof of vloeistoffen.
• Open het sluitermechanisme niet en raak het oppervlak
van de daadwerkelijke disk in de diskette niet aan.
• Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden,
zoals die door televisies, luidsprekers, motors, enz. worden voortgebracht, aangezien magnetische velden de data op de diskette geheel of gedeeltelijk kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
• Gebruik nooit een diskette met een verbogen
sluitermechanisme of behuizing.
• Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op de
diskette. Let er ook op dat de labels op de juiste plaats worden geplakt.
Om uw gegevens te beveiligen (schrijfbeschermingsnokje):
• Om per ongeluk wissen van uw belangrijke gegevens
te voorkomen schuift u het schrijfbeveiligingsnokje in de “protect” positie (venstertje open).
Schrijfbeveiligingsnokje ON (op slot of schrijfbeveiligd)
Data backup
• Om uw gegevens optimaal veilig te stellen beveelt
Yamaha aan om van belangrijke gegevens twee kopieën op verschillende diskettes te bewaren. Hierdoor heeft u zelfs nog een kopie als één van de diskettes beschadigd of kwijt is.
Schrijfbeveiligingsnokje OFF (van slot of niet schrijfbeveiligd)
58
56
Page 59
Bijgeleverde Data Diskette
Diskette song afspelen
Diskette Handelingen
Plaats de bijgeleverde datadisk in de Diskdrive.
1
NEXT
_
EASY
NAVIGATOR
Selecteer de gewenste song.
2
001 CLUB XG
CHORD
6
dim
mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
002 TECHNO
Druk op de [START/START] knop om de song te stoppen.
3
TRACK(1~16) PART
DIAL
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Als u reeds een diskette in de diskdrive heeft geplaatst, drukt u op de [SONG] knop om de Song display op te roepen.
002 TECHNO
CHORD
119
6
dim
513
augsus4
mM
7
TRANSPOSE
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
4
stoppen.
REGIST­RATION
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
Zie voor details “Song Afspelen”, (blz. 68).
BACK
START/STOP
NEXT
KEYBOARD
TEMPO
EASY
NAVIGATOR
MEASURE
TRACK(1~16) PART
DIAL
VOICE LR12
0~9
STYLE
SONG
/YES
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
59
57
Page 60
Diskette Handelingen
Formateren
Het geschikt maken van commercieel verkrijgbare diskettes voor gebruik met PSR-550 wordt formatteren genoemd. Deze functie is handig voor het snel wissen van onnodige files van een reeds geformatteerde diskette. Pas op bij het gebruik van deze functie aangezien automatisch alle data van de diskette wordt gewist.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Als er een (nieuwe) lege diskette of een incompatibele disk wordt geplaatst verschijnt er “Unformatted Disk” in de display. Druk in dit geval op de [EXIT] knop zodat “Format OK?” verschijnt en ga dan vervolgens verder met stap 5 hierna.
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer “Format”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Utility:Format
Druk op de [NEXT] knop om het FORMAT bedieningsscherm
4
op te roepen.
Format OK?
Voer de Format handeling uit.
5
Druk op de [+/YES] knop om de format handeling uit te voeren. Drukt op de [-/NO] knop om de Format handeling af te breken.
Formatting 49%
De formateer handeling is afgerond...
OPM.
• Na formatteren, is de capaciteit van een 2HD disk 1 MB en die van een 2DD disk 720 KB.
OPM.
• Als de diskette’s schrijfbeschermingsnokje is ingesteld op ON (blz. 58) of de diskette is een opzettelijk “kopieer­beveiligde” diskette, verschijnt er een waarschuwingsboodschap om aan te geven dat de Format functie niet kan worden gebruikt.
PAS OP
Als er reeds data is opgeslagen op de diskette, let er dan op deze niet te formatteren. Als u de diskette formatteerd, zal alle reeds opgenomen data worden gewist.
Werp nooit de diskette uit en zet ook nooit de PSR-550 uit, terwijl het formatteren aan de gang is.
Als er een diskette die niet door de PSR-550 kan worden gelezen in de diskdrive wordt geplaats, zal deze op dezelfde manier worden behandeld als een ongeformatteerde diskette. Let er op dat u geen belangrijke data wist door per ongeluk een diskette te formatteren.
Completed
Opslaan
U kunt PSR-550 User stijlen, User pad (banken 37-40) en Registration Memory Data (banken 01-16) op diskettes.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [SAVE] knop.
2
Sv Type:All
60
OPM.
• Als de diskette’s schrijfbe­schermingsnokje is ingesteld op ON (blz. 58) of de diskette is een opzettelijk “kopieer­beveiligde” diskette, verschijnt er een waarschuwingsbood­schap om aan te geven dat de Save (opslag) functie niet kan worden gebruikt.
58
Page 61
Diskette Handelingen
Selecteer het file type.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Zie voor de file types het overzicht hieronder:
All Slaat alle User Stijl (113-115), User Pad (bank 41-44),
Sty + Reg Slaat alle User Stijl (113-115) en Registration Memory (bank 01-
Style Slaat alle User Stijl (113-115) data samengenomen op in één
Multi Pad Slaat alle User Pad (bank 41-44) data samengenomen in één
Regist Slaat alle Registration Memory (bank 01-32) data samengenomen
Druk op de [NEXT] knop om het FILE SELECT scherm op te roepen.
4
Selecteer de bestemmingsfile.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop. Selecteer NEW als u een nieuwe file wilt creëren.
Registration Memory (bank 01-32) en alle Initiële Setup data in één enkele file op.
32) data samengenomen in één enkele file op.
enkele file.
enkele file op.
in één enkele file op.
OPM.
• Ofschoon alle User Stijl, User Pad en Registration Memory data samen kan worden opgeslaan in één enkele file, kan de data afzonderlijk worden teruggeroepen als deze wordt teruggeladen in de PSR-550.
OPM.
• Als u een file geselecteerd heeft die reeds data bevat en u hernoemt de file met de bedoeling deze te overschrijven, zal hernoemen van de file die data eenvoudig kopiëren naar de nieuwe filenaam en de originele data en filenaam intact laten.
Sv =NEW
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm
6
op te roepen.
Voer de filenaam direct in vanaf het toetsenbord (blz. 21).
7
Sv Name=UF_00002
Druk op de [NEXT] knop om het opslag (Save) scherm op te roepen.
8
Save OK?
Voer de opslag (save) handeling uit.
9
Druk op de [+/YES] knop om de opslag handeling uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de opslaghandeling af te breken.
PAS OP
Werp nooit de diskette uit en zet nooit de PSR-550 uit terwijl er data wordt opgeslagen.
OPM.
• Als er niet genoeg ruimte vrij is op de diskette, zal er een waarschuwingsboodschap verschijnen en u zult niet in staat zijn ook maar enige data op te slaan. U kunt onnodige files op de diskette wissen (blz.
67), of de diskette vervangen door een nieuwe en de opslaghandeling herhalen.
• Als er een schrijffout plaats vindt tijdens het opslaan, verschijnt er een waarschu­wingsboodschap. Als de fout na herhaling van de de opslaghandeling opnieuw optreedt, zou er iets mis kunnen zijn met de diskette. Plaats een andere diskette in de drive en herhaal de opslaghandeling.
Executing 45%
De opslaghandeling is afgerond...
Completed
61
59
Page 62
Diskette Handelingen
Load (Laad)
Na het opslaan van User stijl (107-109), User pad (banken 37-40) en Registration Memory (bank 01-32) data naar een diskette, kunt u ze terugladen in de PSR-550.
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [LOAD] knop.
2
Selecteer de file die geladen moet worden.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Ld =ABCD .USR
Druk op de [NEXT] knop om het Data Type Selection scherm op
4
te roepen.
Selecteer het file type (data type) dat geladen moet worden.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Ld Type:All
File soorten die geladen kunnen worden
All Naar Stap 10 Sty + Reg Naar Stap 10 Style Naar Stap 6 Multi Pad Naar Stap 6 Regist Naar Stap 6
62
Volg alstublieft de stappen zoals aangeven in het bovenstaande overzicht, aangezien de daadwerkelijke handeling verschillend is en afhankelijk is van het geselecteerd file type.
60
Page 63
Druk op de [NEXT] knop.
6
Src=User8BeatPop
Selecteer de data die geladen moet worden.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] knop om het bestemmingsselectie scherm
8
op te roepen.
Selecteer de bestemming (=Dst=destination).
9
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Dst=UserStyle1
Diskette Handelingen
10
11
Druk op de [NEXT] knop om het Laad scherm op te roepen.
Load OK?
Voer de laad handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de laad handeling uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de laad handeling af te breken.
Executing 45%
De Laad Handeling is afgerond...
Completed
PAS OP
Als er data van een diskette in de PSR-550 wordt geladen, zal de zich reeds in het geheugen van het instrument bevindende data worden vervangen door de data van de diskette. Sla belangrijke data op op een diskette voordat u de Laad handeling gaat doen.
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er data wordt geladen.
OPM.
• Er kan een waarschuwings­boodschap in de display verschijnen als er een probleem plaats vindt dat er voor zorgt dat de data niet geladen kan worden. (De capaciteit van het PSR-550 [RAM] kan bijvoorbeeld worden overschreden, er kan iets mis zijn met de diskette of de data op de diskette kan corrupt zijn, enz.).
63
61
Page 64
Diskette Handelingen
Song Kopiëren
Deze handeling maakt het u mogelijk backup kopiëen van uw belangrijke Song data te maken. Dit zal in eerste instantie handig zijn als u song data aan het opnemen bent of aan het bewerken. Als u bijvoorbeeld een track van een song aan het quantizeren bent (blz. 86) — waarbij permanente wijzigingen in de track worden aangebracht — zal het maken van een backup kopie van de song het u mogelijk maken de originele song data terug te roepen, voor het geval u niet tevreden bent met het resultaat van de quantizering. Het is een verstandig idee om van elke song waar u aan werkt een aparte backup diskette te bewaren. Op deze manier, kunt u elke keer als een een belangrijke wijziging in de song aanbrengt een nieuwe kopie van de song opslaan.
Data van de ene diskette naar een andere diskette kopiëren
Maak een backup disk klaar door deze te formatteren. Er kan één file per keer worden gekopieerd. Zoals in de onderstaande illustratie is te zien, kopiëert u eerst de gewenste file op de diskette naar het interne geheugen, en vervolgens kopiëert u het naar de bestemmings diskette.
PSR-550
Intern geheugen
kopirenkopiren
Bron Bestemming
Als de hoeveelheid data groot is, kan het nodig zijn dat de data in delen moet worden gekopieerd.
Plaats de diskette die gekopieerd moet worden (brondiskette) in de diskdrive.
1
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer SongCopy.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Als de diskette’s schrijfbeschermingsnokje is ingesteld op ON (blz. 58) of de diskette is een opzettelijk “kopieer­beveiligde” diskette, verschijnt er een waarschuwingsboodschap om aan te geven dat de Song Copy functie niet kan worden gebruikt.
64
Utility:SongCopy
Druk op de [NEXT] knop om het Copy Type selectie scherm
4
op te roepen.
Selecteer OtherFD.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
CopyType:OtherFD
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
6
roepen.
62
Page 65
Selecteer de source (bron) song file.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Src=Song_01
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
8
_–Dst=Song 01
Cursor
Voer de bestemmings song naam direct vanaf het
9
toetsenbord in (blz. 21).
Diskette Handelingen
10
11
Werp nooit de diskette uit en zet het instrument nooit uit terwijl er data wordt gekopieerd.
Als u de kopieerfunctie bij deze stap wilt afbreken, druk dan op de [EXIT] knop om de handeling te annuleren.
Werp nooit de diskette uit en zet het instrument nooit uit terwijl er data wordt gekopieerd.
Druk op de [NEXT] knop om het Copy bedieningsscherm op te roepen.
Copy OK?
Voer de Kopiëer handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om het kopiëren uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de kopieerhandeling af te breken.
PAS OP
Executing 20%
Kopieert de data van de Bron- diskette naar het interne geheugen
Als de hoeveelheid data te groot is, kan het nodig zijn dat de data in delen gekopieerd moet worden.
Insert Source FD
Als u de kopieerfunctie bij deze stap wilt afbreken, druk dan op de [EXIT] knop om de handeling te annuleren.
PAS OP
Insert Target FD
Plaats de Bestemmingsdiskette.
Executing 40%
Kopieert de data van het interne geheugen naar de bestemmingsdiskette
De kopieerhande- ling is afgerond...
Completed
OPM.
• Als u een verkeerde diskette plaatst, verschillend van de bron of bestemmingsdiskette, tijdens de kopiëer handeling, zal er een waarschuwingsboodschap (blz.
137) in de display verschijnen.
Plaats de Brondiskette.
65
63
Page 66
Diskette Handelingen
Data kopiëren naar een andere plaats op dezelfde diskette.
1 5
-
Gebruik dezelfde handeling als bij Data kopiëren van de
4
éne diskette naar een andere (blz. 64).
Selecteer Same FD (= zelfde diskette).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
CopyType:Same FD
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
6
roepen.
Selecteer de song source (bron) file.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Src=Song_01
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
8
9
10
11
_–Dst=Song 01
Cursor
Voer de bestemmingsfile naam in direct vanaf het toetsenbord (blz. 21).
Druk op de [NEXT] knop om het Copy bedieningsscherm op te roepen.
Copy OK?
Voer de kopiëer handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om het kopiëren uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de kopieerhandeling af te breken.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er data wordt gekopieerd.
Executing 49%
De Kopiëer Handeling is afgerond...
66
Completed
64
Page 67
Delete (wissen)
U kunt afzonderlijke files (User songs, User stijlen, User pads of Registration Memory) wissen van de diskette.
Diskette Handelingen
Plaats een diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [UTILITY] knop.
2
Selecteer Delete.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Utility:Delete
Druk op de [NEXT] knop om het Delete scherm op te roepen.
4
Selecteer de file die gewist moet worden.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Als de diskette’s schrijfbeschermingsnokje is ingesteld op ON (blz. 58) of de diskette is een opzettelijk “kopieer­beveiligde” diskette, verschijnt er een waarschuwingsboodschap om aan te geven dat de Delete (wis) functie niet kan worden gebruikt.
Del=ABCD .USR
Druk op de [NEXT] knop om het Delete bedienings scherm op
6
te roepen.
Delete OK?
Voer de Delete handeling uit.
7
Druk op de [+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling af te breken.
Executing 49%
De Wis Handeling is afgerond...
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er een file wordt gewist.
Completed
67
65
Page 68
Diskette song afspelen
U kunt een grote verscheidenheid aan songs op de PSR-550 terugspelen, inclusief de preset demo songs, de songs op de bijgeleverde data diskette, de User songs die u op een diskette heeft opgenomen en songs van commercieel beschikbare XG/GM song collectie diskettes. Met uitzondering van de preset demo songs, moet een diskette in de diskdrive worden geplaatst om een song af te spelen.
De volgende diskettes zijn compatibel voor afspelen op de PSR-550 (inclusief de data disk). Zie blz 9. voor meer details over de logos.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
Disk songs kunnen op vijf verschillende manieren worden afgespeeld:blz. 69
• SINGLE (afzonderlijke)
• SINGLE REPEAT (afzonderlijke herhaald)
• ALL (allemaal)
• ALL REPEAT (allemaal herhaald)
• RANDOM (willekeurig)
Extra song afspeel functies:
• Song Track Muting (uitschakelen) ........................................... blz. 70
• Tempo/Tap............................................................................... blz. 36
• Songvolume regelaar .............................................................. blz. 70
• Song Transponering ................................................................ blz. 73
• Afspelen vanaf een bepaalde maat ......................................... blz. 71
• Repeat Play (herhaaldelijk afspelen) ...................................... blz. 72
OPM.
Let erop dat u de sectie De diskdrive(FDD) en diskettes gebruiken op blz. 58 heeft gelezen.
OPM.
• De tempo instelling van enkele commercieel beschikbare diskette songs ligt vast. Deze songs worden “free-tempo software” genoemd. Als u free­tempo song data op de PSR­550 afspeeld, laat de tempo display “- - -” zien en de beat display knippert niet. Ook, komt het maatnummer in de display niet overeenkomen met het daadwerkelijke maatnummer dat wordt gespeeld, en geeft u alleen een indicatie van hoeveel er van de song is afgespeeld.
Song Afspelen
Plaats de diskette die de songdata bevat in de diskdrive.
1
De PSR-550 zal automatisch naar de Song Mode schakelen.
001 CLUB XG
Selecteer de gewenste song.
2
CHORD
6
dim mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
3
_
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
NEXT
002 TECHNO
0~9
/YES
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Als u reeds een diskette in de diskdrive heeft geplaatst, drukt u op de [SONG] knop om de Song display op te roepen.
• Een diskette plaatsen die geen songdata bevat zal niet automatisch de Song display oproepen.
68
66
Page 69
Selecteer PlayMode.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:PlayMode
Druk op de [NEXT] knop om het Song Play Mode scherm op
5
te roepen.
PlayMd=Single
Selecteer de gewenste Play (afspeel) mode.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Diskette song afspelen
PlayMd=SglRepeat
Single ................................... Speelt de geselecteerde song af en stopt vervolgens.
SglRepeat (Single Repeat) .. Speelt de geselecteerd song herhaaldelijk af.
All ......................................... Speelt alle songs op de diskette af en stopt vervolgens.
All Repeat ............................. Speelt herhaaldelijk alle songs op de diskette af.
Random ................................ Speelt in willekeurige volgorde alle songs af.
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
7
002 TECHNO
CHORD
119
6
dim
513
augsus4
mM
7
TRANSPOSE
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
START/STOP
REGIST­RATION
BACK
NEXT
KEYBOARD
TEMPO
EASY
NAVIGATOR
MEASURE
TRACK(1~16) PART
DIAL
VOICE LR12
0~9
STYLE
SONG
/YES
MUSIC DATABASE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
8
stoppen.
69
67
Page 70
Diskette song afspelen
Song Track Muting (uitschakelen)
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
1
Druk op één van de TRACK knoppen onder de display.
2
Het [M] icoon zal verschijnen en de geselecteerde track zal worden gemute.
TRANSPOSE
REGIST­RATION
REC2REC3REC4REC5REC6REC7REC8REC9REC10REC11REC12REC13REC14REC15REC16REC
1
Nogmaals op dezelfde track knop drukken zorgt ervoor dat de track weer te horen is.
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
3
stoppen.
TEMPO
MEASURE
DSP(FAST)
BEAT
SUSTAIN
TOUCH
HARMONY
11
Songvolume Besturing
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
1
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
2
Song Volume =120
CHORD
119
6
Het Song Volume aanpassen.
3
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het bereik is van 0 tot 127.
Song Volume =108
CHORD
119
6
dim mM
augsus4
7
START/STOP
513
BACK
BACK
NEXT
KEYBOARD
NEXT
KEYBOARD
EASY
NAVIGATOR
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
TRACK(1~16) PART
DIAL
0~9
0~9
VOICE LR12 STYLE
/YES
VOICE LR12 STYLE
/YES
MUSIC DATABASE
SONG
MUSIC DATABASE
SONG
OPM.
• Het volume van de via het toetsen­bord gespeelde voice(s) wordt niet beïnvloed door deze handeling.
70
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
4
stoppen.
68
Page 71
Afspelen vanaf een Bepaalde Maat
Druk op de [SONG] knop.
1
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer “Measure”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:Measure
Druk op de [NEXT] knop om het Song Start Measure (maat)
4
scherm op te roepen.
Diskette song afspelen
StartMeasure= 1
Geef de maat aan waarvanaf het afspelen moet beginnen.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
StartMeasure= 12
Druk op [START/STOP] om de song vanaf de aangegeven
6
maat te beginnen.
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
7
stoppen.
71
69
Page 72
Diskette song afspelen
Herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat)
Druk op de [SONG] knop.
1
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer AbRepeat.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] om het Repeat (herhaal) scherm op te roepen.
4
SngMenu:AbRepeat
A-B Repeat =Off
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
5
Druk op de [MAIN A] knop of de [+/YES] knop aan het
6
beginpunt (A) van wat herhaald moet worden.
A-B Repeat =A-
Druk op de [MAIN B] knop of de [+/YES] knop aan het
7
eindpunt (B) van wat herhaald moet worden.
A-B Repeat =A-B
OPM.
• Als alleen het “A” herhaalpunt is aangegeven, zal alleen het gedeelte vanaf het “A” punt tot het eind van de song herhaaldelijk worden afgespeeld.
72
Herhaaldeijk afspelen is nu ingesteld, en de geselecteerde sectie herhaald automatisch oneindig (tot buitenwerkingstelling of er gestopt wordt zoals aangegeven in de stappen hieronder.
Om de repeat functie te annuleren en door te gaan met het afspelen van
8
de song, drukt u nogmaals op de [MAIN A] knop, of op de [-/NO] knop.
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
9
OPM.
• Repeat afspelen wordt geannuleerd als er een andere song wordt geselecteerd.
70
Page 73
Song Transponering
Druk op de [SONG] knop.
1
Diskette song afspelen
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
2
Selecteer S.Trans.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
SngMenu:S.Trans
Druk op de [NEXT] knop om het Song Transponeer scherm
4
op te roepen.
SongTranspos= 0
Stel de Transponeer waarde in.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Het transponeerbereik is van -12 tot +12. Elke stap komt overeen met één halve noot, waardoor het maximale bereik naar boven of naar beneden één octaaf bedraagt. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
OPM.
• Deze handeling heeft geen invloed op de toonhoogte van de via het toetsenbord bespeelde voice(s).
• In de transponeerinstelling gemaakte wijzigingen (op blz.
30) beïnvloeden het totale geluid van de PSR-550, inclusief de song transponeer instelling.
• De record mode activeren om een User Song op te nemen zet de song transponering instelling automatisch terug op “0”.
OPM.
• Negatieve waarden kunnen worden ingevoerd door de
SongTranspos= 4
Druk op de [START/STOP] knop om de song te starten.
6
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
7
stoppen.
71
nummerknoppen te gebruiken terwijl de [-] knop ingedrukt wordt gehouden.
OPM.
• Stappen 1 t/m 5 kunnen tijdens het afspelen worden uitgevoerd.
73
Page 74
Part Instellingen
Naast de via het toetsenbord bespeelde voices, beschikt de PSR-550 over veel verschillende instrumentale “parts,” die onderdeel zijn van de automatische begeleiding, en Song afspelen.
Stijl mode
Part
Toetsenbord VOICE R1
VOICE R2 VOICE L
Automatische begeleiding RHYTHM SUB
RHYTHM MAIN BASS CHORD1 CHORD2 PA D PHRASE1 PHRASE2
Song mode
Part
Toetsenbord VOICE R1
VOICE R2 VOICE L
Song TRACK1
TRACK2 TRACK3 TRACK4 : TRACK15 TRACK16
Gebruik de volgende functies om de instellingen voor elke part te wijzigen:
Voice Change .......................................................................................................................... blz. 75
Dit laat u de voice wijzigen van elke part.
Mixer ........................................................................................................................................ blz. 76
Dit laat u de volgende instelling wijzigen van elke part:
• Volume
Bepaalt het volume van de aangegeven voice of track.
• Octaaf
Verschuift de toonhoogte van de aangegeven voice of track omhoog of omlaag met één octaaf of twee octaven. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
• Pan
Plaatst het geluid van de aangegeven voice of track tussen links en rechts in het stereobeeld. “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0” is in het midden, en alle overige instellingen zijn corresponderende posities er tussen in.
• Reverb diepte
Bepaalt de reverb diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid reverb effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• Chorus diepte
Bepaalt de chorus diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• DSP diepte
Bepaalt de DSP diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid DSP effect dat op die voice of track wordt toegepast.
74
De parameters die voor elke part kunnen worden ingesteld, zijn te zien in het onderstaande overzicht.
Parameters Parameter Voice Stijl Song Bereik Functie
R1, R2, L
Voice nummer O O O Zie het Voice Voice Change
Overzicht (blz. 123MH) Volume O O O 0 – 127 Mixer Octaaf O O -2 – 2 Mixer Pan O O O -64 – 63 Mixer Reverb diepte O O O 0 – 127 Mixer Chorus diepte O O O 0 – 127 Mixer DSP diepte O O O 0 – 127 Mixer
O : beschikbaar
72
Page 75
Voice R1, R2, L
• Als één van de DSP types is geselecteerd die tot de Insertie Effecten (blz.
50) behoort, zal het effect uitsluitend worden toegepast op de Voice R1 en niet op de Voice R2/L. Daarom kan de DSP diepte voor de Voice R2/L niet worden gewijzigd. Ook kan het zijn dat, afhankelijk van het geselecteerde Insertie Effect type, de DSP diepte voor de Voice R1 niet kan worden gewijzigd.
• Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration Memory (blz. 54). De voice part instellingen zijn tijdelijk en gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, er wordt een andere R1 paneel voice geselecteerd als de Voice Set functie functie (blz. 120) aan is, of er wordt een Registration Memory opgeroepen.
Song
• Zorg ervoor dat u eerst de juiste song selecteert waarvan u de part wilt instellen, voordat u de relevante display oproept.
• Elke part instellingen die u maakt voor de song zal verloren gaan als u het instrument uitzet, een andere song selecteert of de Stijl Mode selecteert (na het beëindigen van de part instellingen). Zorg ervoor, om dit te voorkomen, zodat u de Record mode selecteert en de song opslaat op diskette (blz. 78).
Voice Change (wijziging)
Part Instellingen
Automatische Begeleiding
• Er kunnen alleen Drum Kit voices (blz. 31) worden geselecteerd voor de RHYTHM MAIN track.
• Als u de automatische begeleiding part instellingen voor de RHYTHM SUB track, kan elk van de voices worden geselecteerd maar er zullen akkoordwisselingen plaatsvinden als de automatische begeleiding wordt gebruikt.
• Zorg ervoor dat u eerst de juiste stijl selecteert waarvan u de part wilt instellen, voordat u de relevante display oproept.
• Automatische begeleiding part instellingen kunnen zelfs worden ingesteld terwijl er een begeleiding speelt.
• Automatische begeleiding part instellingen hebben invloed op alle secties van de geselecteerde stijl.
• Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration Memory (blz. 54). De automatische begeleiding part instellingen zijn tijdelijk en gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, er een andere paneel voice wordt geselecteerd terwijl de Voice Set functie (blz. 120) aan is, of als er een Registration Memory wordt opgeroepen.
Naast dat u in staat bent om de voices te wijzigen die via het toetsenbord bespeeld worden(R1, R2, L), kunt u ook de voices voor elke track van de automatische begeleiding en songs wijzigen.
Druk op de [VOICE CHANGE] knop.
1
Het [VOICE CHANGE] lampje licht op.
Selecteer de part waarvan u de voices wilt wijzigen.
2
Parts kunnen worden geselecteerd via de volgende knoppen (afhankelijk van de geselecteerd mode: Stijl of Song):
Voice ................................. PART AAN/UIT [VOICE R1], [VOICE R2], [VOICE L]
knoppen
Begeleiding track .............. [TRACK9]-[TRACK16] knoppen (Stijl Mode)
Song track ......................... [TRACK1]-[TRACK16] knop (Song Mode)
Selecteer een voice.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het Voice Overzicht (blz. 123).
RhM=220 StndKit1
Herhaal de stappen 2 en 3 zo vaak als nodig is voor de
4
andere parts/tracks.
Druk op de [EXIT] knop om het Voice Change scherm te
5
verlaten.
75
73
Page 76
Part Instellingen
Mixer
Druk op de [MIXER] knop zodat zijn indicator oplicht.
1
Selecteer de part waarvan u de volume instelling of
2
parameters wilt aanpassen.
Parts kunnen worden geselecteerd via de volgende knoppen (afhankelijk van de geselecteerd mode: Stijl of Song):
Voice ................................. PART AAN/UIT [VOICE R1], [VOICE R2], [VOICE L]
Begeleiding track .............. [TRACK9] - [TRACK16] knoppen (Stijl Mode)
Song track......................... [TRACK1] - [TRACK16] knop (Song Mode)
knoppen
Stijl mode
PART ON/OFF [VOICE R1] Voice R1
Volume R1 =120
PART ON/OFF [VOICE R2] Voice R2
Volume R2 =120
PART ON/OFF [VOICE L] Voice L
Volume L =120
[TRACK 9] Rhythm sub
Volume RhS=120
[TRACK 10] Rhythm main
Volume RhM=120
[TRACK 11] Bass
Volume Bas=120
[TRACK 12] Chord 1
Volume Cd1=120
[TRACK 13] Chord 2
Volume Cd2=120
Song mode
PART ON/OFF [VOICE R1] Voice R1
Volume R1 =120
PART ON/OFF [VOICE R2] Voice R2
Volume R2 =120
PART ON/OFF [VOICE L] Voice L
Volume L =120
[TRACK 1] Song track 1
Volume T01=120
[TRACK 2] Song track 2
Volume T02=120
76
[TRACK 14] Pad
Volume Pad=120
[TRACK 15] Phrase 1
Volume Ph1=120
[TRACK 16] Phrase 2
Volume Ph2=120
[TRACK 16] Song track 16
Volume T16=120
74
Page 77
Selecteer de gewenste parameter door op de [NEXT]/[BACK]
3
knop te drukken.
Volume R2 =108
[NEXT] knop [BACK] knop
Octave R2 = 2
[NEXT] knop [BACK] knop
Pan R2 = 40
[NEXT] knop [BACK] knop
RevDepth R2 =120
[NEXT] knop [BACK] knop
ChoDepth R2 =108
Part Instellingen
OPM.
• De Octaaf parameter van de stijl tracks kunnen niet worden bewerkt.
• Negatieve instellingen voor de Octaaf en Pan parameters kunnen direct worden ingevoerd door de betreffende nummerknop in te drukken terwijl de [-/NO] knop ingedrukt wordt gehouden.
[NEXT] knop [BACK] knop
DspDepth R2 =112
De volgorde van de stappen 2 en 3 kan hier ook worden omgedraaid; u kunt ook de part selecteren na het selecteren van de parameter. (In stap 2 hiervoor, wordt de Volume parameter weergegeven als voorbeeld; echter, elk van de andere parameters aangegeven in stap 3 kan worden geselecteerd.)
Pas het volume of parameters aan.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Herhaal zonodig de stappen 2 t/m 4.
5
Druk op de [EXIT] knop om de Mixer te verlaten.
6
77
75
Page 78
Song Opname
Met de krachtige en makkelijk-te-gebruiken song opname eigenschappen, kunt u uw eigen toetsenbordspel op een diskette opnemen als een User Song, en uw eigen complete, volledig georkestreerde composities creëren.
Elke User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien onafhankelijke tracks. Deze bevatten niet alleen de voices voor het toetsenbord spel (R1, R2, L), maar ook de automatische begeleiding parts.
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel) Opnemen en Multi Track Opnemen. Daarnaast laten uitgebreide bewerkings functies u de opgenomen song data “fiijn regelen”.
Quick (Snel) Opnemen ........................................................................................................... blz. 80
Met deze methode , kunt u snel en gemakkelijk een song opnemen, zonder dat u gedetailleerde instellingen hoeft te maken.
Multi Track Recording ............................................................................................................ blz. 82
Met deze methode , kunt u tot zestien tracks onafhankelijk opnemen, en zelfs gedeelten die reeds waren opgenomen opnieuw opnemen.
• Punch In/Out ........................................................................................................................ blz. 84
Deze functie maakt het u mogelijk om een selectief gedeelte van een song track opnieuw op te nemen (de maten tussen de bepaalde punch-in en punch-uit punten).
• Start Maat ............................................................................................................................. blz. 84
Dit bepaalt de maat waar het opnemen begint. Stel dit in als u het opnemen in de loop van de song wilt beginnen als u opnieuw opneemt. Houd in gedachte dat alle reeds opgenomen data vanaf de startmaat wordt vervangen.
Editing (bewerken) ................................................................................................................. blz. 86
De vier edit (bewerk) mogelijkheiden hieronder geven u de mogelijkheid reeds opgenomen songdata te bewerken.
• Quantizeren .......................................................................................................................... blz. 86
Deze functie trekt de timing recht van de opgenomen noot data naar een aangegeven waarde.
• Setup Data Bewerken ...........................................................................................................blz. 88
Deze functie maakt het u mogelijk om een verscheidenheid aan niet-noot instellingen te veranderen.
• User songs Benoemen ......................................................................................................... blz. 90
Deze functie wijst een twaalfletterige naam toe aan een opgenomen song.
• User Song Data Wissen ....................................................................................................... blz. 91
Deze functie laten u song data wissen, of een bepaald gedeelte, of de gehele song.
OPM.
• User songs worden opgenomen op diskettes. Ze kunnen niet worden opgenomen tenzij er een diskette in de diskdrive is geplaatst.
Als u klaar bent met het opnemen van een User Song, kunt u deze op dezelfde manier afspelen als één van de diskette songs.
Data die in de User songs kan worden opgenomen
• Tempo ....................................................................................................... blz. 36
• Maatsoort .................................................................................................. blz. 16
• Begeleiding stijlnummer ............................................................................ blz. 32
• Sectie wijzigingen en hun timing .............................................................. blz. 34
OPM.
• Songs opgenomen door de PSR-550 worden opgeslagen als SMF (format 0) files. Zie blz. 109 voor informatie over het SMF (format 0) format.
• Akkoordwisselingen en hun timing ........................................................... blz. 33
• Begeleidings Volume................................................................................. blz. 37
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten)............................................... blz. 107
• Aanslagsnelheid ...................................................................................... blz. 107
• Pitch bend, pitch bend bereik ............................................................ blz. 30, 122
• Voetschakelaar aan/uit............................................................................ blz. 121
• Voice Change (wijziging) instellingen........................................................ blz. 75
• Mixer instelling .......................................................................................... blz. 76
• Reverb type en instellingen ....................................................................... blz. 46
• Chorus type en instellingen ....................................................................... blz. 48
• DSP (inclusief FAST/SLOW) aan/uit en type ............................................ blz. 49
• Harmonie/Echo aan/uit en type ................................................................. blz. 50
• Scale Tuning (stemming) ........................................................................ blz. 119
OPM.
• In staat zijn noot aan/uit en aanslagsnelheid op te nemen betekent dat u forte of piano, crescendo of diminuendo en andere subtiele expressieve toetsenbordelementen op kunt nemen terwijl u ze speelt.
• Noot ON (toets in), noot OFF (toets los), en aanslagsnelheid zijn MIDI data events (spelinformatie) (blz. 107).
• Sustain aan/uit .......................................................................................... blz. 30
De maximum hoeveelheid aan song geheugen is 65.000 noten voor 2DD diskettes en 130.000 noten voor 2HD diskettes.
78
76
Page 79
Song Opname
User Song Tracks
De tracks die in de User Songs kunnen worden opgenomen zijn als volgt georganiseerd.
Track Andere Parts die kunnen worden ingesteld Standaard Part
1 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1 2 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R2 3 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE L 4 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1 5 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1 6 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1 7 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1 8 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
9 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track 10 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track 11 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl BASS 12 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl CHORD1 13 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl CHORD2 14 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PAD 15 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PHRASE1 16 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PHRASE2
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel) Opnemen en Multi Track Opnemen.
Over Multi Track Opnemen
In Multi Track Opname, bepaalt u de track toewijzingen (zoals hiervoor is te zien) voordat u gaat opnemen. Verscheidene tracks kunnen tegelijkertijd worden opgenomen. Naast dat u op kunt nemen op lege tracks, kunt u kunt ook tracks opnieuw opnemen die reeds opgenomen data bevatten.
Over Quick (Snel) Opnemen
Bij Quick (Snel) Opnemen, kunt u snel opnemen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de bovenstaande tracktoewijzingen. Quick (Snel) Opnemen maakt automatisch track toewijzingen volgens de eenvoudige regels hieronder.
• Als de opname methode is ingesteld op “Melody” Uw toetsenbordspel (VOICE R1, R2, L) worden opgenomen op de tracks 1 - 3.
• Als de opname methode is ingesteld op “Acmp” De automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 - 16.
• Als de opname methode is ingesteld op “Melody + Acmp” Uw toetsenbordspel (VOICE R1 en R2) wordt opgenomen op de tracks 1 - 2, en de automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 -16.
De Quick (Snel) Opname methode is anders dan de Multi Track Opname; echter, voor beiden geldt dat de opgenomen data wordt opgenomen op de tracks 1–16. Als u een User Song opnieuw op wilt nemen die oorspronkelijk is opgenomen met de Quick Opname methode, gebruik dan Multi Track Opnemen.
Begeleiding Stijl RHYTHM SUB Begeleiding Stijl RHYTHM MAIN
OPM.
De volgende opmerkingen en waarschuwingen zijn belangrijke punten om in gedachte te houden, terwijl u opneemt.
• De metronoom functie gebruiken (blz. 118) kan uw opnamesessies efficiënter maken.
• De Registration Memory gebruiken(blz. 54) kan uw opnamesessie veel efficiënter maken, aangezien verscheidene instellingen (zoals voices, enz.) kunnen worden opgeroepen met het drukken op één knop. Als de record mode is geactiveerd, wordt de Registration Memory Freeze functie aangezet (deze kan niet worden uitgezet terwijl de record mode actief is).
• Als de record mode is geactiveerd, wordt de Synchro Stop functie uitgezet (deze kan niet worden aangezet terwijl de record mode actief is).
• Elke keer als u opneemt, wordt het reeds opgenomen materiaal in dezelfde track gewist.
• Song files op commercieel beschikbare diskettes die niet schrijfbeveiligd zijn kunnen worden geselecteerd en opgenomen (bewerkt) op de PSR-550. Als de song data van een ander format is dan dat van de PSR-550 User songs, vraagt de display u om de song data om te zetten. Door op de [+/YES] knop te drukken, kunt de song data omzetten naar het PSR-550 format (compatibel met de PSR-550). Als de omzetting eenmaal klaar is, keert de PSR-550 terug naar opname standby, waardoor u kunt gaan opnemen.
• Als het diskette geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er een waarschuwingsboodschap in de display en stopt het opnemen.
• Let erop dat het instrument niet wordt uitgezet en dat de netadapter niet uit het stopcontact wordt gehaald tijdens het opnemen, aangezien dit zal resulteren in het verloren gaan van de opgenomen data.
79
77
Page 80
Song Opname
Quick (Snel) Opnemen
Plaats de diskette in de diskdrive.
1
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer “Song”.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecMenu:Song
Druk op de [NEXT] knop.
4
001 New Song
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer “QuickRec”.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:QuickRec
Druk op de [NEXT] knop.
7
80
Selecteer een Opname methode.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Melody .................... Dit neemt uw toetsenbordspel op (Voices R1/R2/L) zonder
de automatische begeleiding.
Acmp ....................... Dit neemt alleen de automatische begeleiding op. Als dit is
geselecteerd, wordt de automatische begeleiding automatisch ingesteld op aan.
Mel + Acmp ............. Dit neemt uw toetsenbordspel (Voices R1/R2) op samen met
de automatische begeleiding. Als dit is geselecteerd, wordt automatische begeleiding automatisch ingesteld op aan.
Rec Tr =Melody
78
Page 81
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
9
De beat indicator punten zullen knipperen in het op dat moment ingestelde tempo, om aan te geven dat de opname ready (Synchro Start) mode is geactiveerd.
Song Opname
10
11
BEAT
Start het opnemen.
• Als u [Melody] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselcteerd, begint het opnemen zodra u een toets speelt.
• Als u [Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, starten de automatische begeleiding en het opnemen tegelijkertijd, zodra er een akkoord in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het splitpunt) wordt gespeeld.
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
Song Rec Ready
Song Recording
Het opnemen stoppen.
• Als u [Melody] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan op de [START/STOP] knop.
• Als u [Acmp] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als op de [ENDING] knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen, zal het opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
OPM.
• De automatische begeleiding kan niet worden aan- of uitgezet tijdens het opnemen.
12
13
Sv?:SONG 001.MID
Selecteer of u de nieuw opgenomen data op diskette wilt opslaan of niet.
• Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap nr.8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track selectie scherm.
• Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
Executing 72%
De opslaghandeling is afgerond...
Rec Tr =Melody
Druk op de [RECORD knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er een file wordt opgeslagen.
81
79
Page 82
Song Opname
Multi Track Opnemen
1 4
-
Gebruik dezelfde handeling als bij Quick (Snel)
3
Opnemen (blz. 80).
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te roepen.
001 New Song
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer MultiRec.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:MultiRec
Druk op drie keer op de [NEXT] knop om het PART instelling
7
scherm op te roepen.
RecPart T01 =R1
OPM.
• Voor informatie over de punch in en start maat functies (blz.
84).
Selecteer de gewenst track en part voor opname.
8
1) Selecteer een track.
Druk op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen.
2) Selecteer een part.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecPart T16 =RhM
CHORD
6
dim mM
7
119
START/STOP
513
augsus4
[NEXT] knop
BACK
KEYBOARD
3) Zet de gewenst track op “Rec”. Druk op de [NEXT] knop
Rec/Ply T16 =Rec
CHORD
6
dim mM
7
119
513
augsus4
BACK
START/STOP
KEYBOARD
en gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop .
NEXT
NEXT
EASY
NAVIGATOR
EASY
NAVIGATOR
TRACK(1~16) PART
DIAL
[BACK] knop
TRACK(1~16) PART
DIAL
0~9
0~9
/YES
/YES
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
VOICE LR12 STYLE
SONG
MUSIC DATABASE
OPM.
• Voor informatie over track toewijzingen (blz. 79).
• Zet om de automatische begeleiding data op te nemen de [ACMP] knop op ON.
• Hetzelfde part kan niet worden ingesteld voor meer dan één track voor opname.
82
• Maak alle nodige instellingen voor elke track door de stappen 1) t/m 3) hierboven te herhalen.
80
Page 83
Druk op de [NEXT] knop om het Rehearsal (oefen) scherm op te roepen.
9
Voices en stijlen kunnen via deze display worden ingesteld. Na de gewenst instellingen gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar deze display.
Rehearsal
Song Opname
10
11
12
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo, om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
BEAT
Start het opnemen.
• Het opnemen begint zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
• Als u de automatische begeleiding track insteld voor opnemen (in de stappen 8 hiervoor), begint het opnemen zodra u een akkoord speelt in het automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het splitpunt).
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
Het opnemen stoppen.
• Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in de stappen nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop.
• Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in de stappen nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als u op de [ENDING] knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen, zal het opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
Song Rec Ready
OPM.
• De automatische begeleiding kan niet worden aan- of uitgezet tijdens het opnemen.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er een file wordt opgeslagen.
13
Sv?:SONG 001.MID
De opgenomen data opslaan op diskette.
• Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap 8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track instelling scherm.
• Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
Executing 72%
De opslaghandeling is afgerond...
Rec/Ply T16 =Ply
14
81
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
83
Page 84
Song Opname
Opnieuw-opnemen — Punch In/Out en Start Maat
Dit gedeelte laat zien hoe u opnieuw een bepaald gedeelte van een reeds opgenomen song opnieuw op kunt nemen. In het acht-maten voorbeeld hieronder, worden de derde tot en met de vijfde maat opnieuw opgenomen.
Voor het re-recorden (opnieuw opnemen)
Na het re-recorde (opnieuw opnemen)
Plaats de diskette in de diskdrive.
1
12345678
Opnemen start (Punch In)
12345678
Reeds gespeelde data
Nieuw gespeelde data Reeds
Opnemen stopt (Punch Out)
gespeelde data
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer Song.
3
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
RecMenu:Song
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
4
roepen.
001 New Song
Selecteer de Song u opnieuw op wilt nemen.
5
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
84
002 SONG–001.MID
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
6
op te roepen. Selecteer MultiRec.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:MultiRec
82
Page 85
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In/Out scherm op te roepen.
8
Selecteer On.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Punch In/Out=On
Song Opname
10 11
12 13
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In maat scherm op te roepen.
Stel de punch-in maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Druk op de [NEXT] knop om het Punch Out maat scherm op te roepen.
Stel de punch-out maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Punch In = 3
OPM.
• Het punch-out maat nummer kan niet lager worden ingesteld dan het punch-in maat nummer.
Punch Out = 5
14 15
16 17
83
Druk op de [NEXT] knop om het START MEASURE (beginmaat) scherm op te roepen.
Stel de beginmaat (de maat waarvanaf het terugspelen begint) in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
RecStart Mes= 2
Druk op de [NEXT] knop om het PART scherm op te roepen.
Neem op op dezelfde manier als beschreven in Multi Track Opnemen op blz. 82, te beginnen met stap 7.
OPM.
• Punch In/Out opnemen kan niet worden gebruikt bij de automatische begeleiding tracks.
• Tijdens het opnemen kunt u de TRACK knoppen gebruiken om desgewenst het afspelen van reeds opgenomen tracks aan of uit te zetten.
85
Page 86
Song Opname
Quantizeren
Quantize laat u de timing van een reeds opgenomen track “opschonen” of “strakker maken” . De volgende muzikale passage bijvoorbeeld, is geschreven met exacte kwart­en achtste-noot waarden.
Ofschoon u misschien denkt dat u de passage accuraat heeft opgenomen, kan uw daadwerkelijke spel misschien licht afwijken van de tel. Quantizeren maakt het u mogelijk alle noten in een track gelijk te trekken, zodat de timing absoluut accuraat is voor een aangegeven nootwaarde.
1 5
6 7
8
-
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
4
Selecteer de Song file die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
002 SONG–001.MID
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm op te roepen.
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm op te roepen.
86
9
10 11
Selecteer Quantize.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Quantize
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer te geven.
Selecteer de track die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
QuantizTrack=T05
84
Page 87
Song Opname
12
13
Druk op de [NEXT] knop.
QuantizSize=1/4
Selecteer de Quantizeer waarde (resolutie).
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop. Stel de Quantize resolutie in zodat deze overeenkomt met de kleinste noten in de track waarmee u bezig bent. Als de data bijvoorbeeld is opgenomen met zowel kwartnoten als achtste noten, gebruik dan 1/8 als quantize resolutie. Als de quantize functie in dit geval zou zijn toegepast met 1/4 als ingestelde resolutie, dan zouden de achtste noten bovenop de kwartnoten zijn geplaatst.
Quantizeer grootte
Grootte Noot
1/4 Kwartnoot 1/6 Kwartnoot triool
1/8 Achtste noot 1/12 Achtste noot triool 1/16 Zestiende-noot 1/24 Zestiende noot triool 1/32 Tweeendertigste noot
Één maat van 8e noten voor quantizeren
Na quantizeren
14
15
Druk op de [NEXT] knop om het Quantize bedienings scherm weer te geven.
Quantize OK?
Druk op de [+/YES] knop om de Quantize handeling uit te voeren.
Om de Quantize handeling af te breken, drukt u op de [-/NO] knop.
Executing 84%
Als de Quantize handeling is afgerond verschijnt de volgende display...
Completed
OPM.
• U kunt de originele data niet terugroepen als u eenmaal de Quantizeer handeling heeft uitgevoerd. Sla, als er ruimte is op de diskette, de originele song data op (als een backup), en gebruik vervolgens Quantizeren. Als het resultaat u niet bevalt, kunt u de backup song data terugladen.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl de Quantize handeling wordt uitgevoerd.
16
85
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
87
Page 88
Song Opname
Initiële Setup Data Bewerken
Deze functie laat u wijzigingen aanbrengen in verschillende setup data parameters (voice-gerelateerd) voor elke track van een opgenomen song. De volgende parameters kunnen worden bewerkt:
Voice ................................. Wijst een voicenummer toe aan een aangegeven track.
Volume .............................. Stelt het volume in van de aangegeven track.
Octave .............................. Verschuift de toonhoogte omhoog of omlaag van de
aangegeven track met één of twee octaven. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
Pan.................................... Plaatst het geluid van de aangegeven track van
tussen links en rechts in het stereobeeld. Een instelling “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0” is in het midden, en alle overige instellingen zijn corresponderende posities daar tussenin.
Reverb diepte.................... Stelt de reverb diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid reverb effect die op die voice of track wordt toegepast.
Chorus diepte.................... Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven track, en
dus de hoeveelheid chorus effect die op die voice of track wordt toegepast.
DSP diepte ........................ Stelt de DSP diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid DSP effect die op die voice of track wordt toegepast.
1 5
-
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
4
Selecteer de file (song) waarvan u de Initiële Setup data wilt wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
OPM.
• Er kan slechts één Setup parameterper track worden opgenomen, en elke parameterwijzigingen die tijdens de song wordt gemaakt wordt geannuleerd. Echter, in het geval van Volume data, worden alle Volume wijzigingen die tijdens de song worden toegepast, gezien als wijziging tenopzichte van de Initiële Setup Data instelling.
002 UserSong1
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
6
weer te geven.
Selecteer Edit.
7
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
8
Selecteer Setup Dt.
9
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Setup Dt
88
10
Druk op de [NEXT] knop om het setup data scherm weer te geven.
86
Page 89
Song Opname
11
Bewerk de setup data.
Druk op de [NEXT] en [BACK] knoppen om tussen de displays (zoals hieronder aangegeven) te schakelen.
• Selecteer een track door op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen te drukken.
• Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0] om de gewenste waarden in elk van de displays te veranderen.
Voice
Volume
Octave
Pan
Reverb diepte
T01=001 GrandPno
[BACK] knop[NEXT] knop
Volume T01=108
[BACK] knop[NEXT] knop
Octave T01= 1
[BACK] knop[NEXT] knop
Pan T01= 63
[BACK] knop[NEXT] knop
RevDepth T01= 49
OPM.
• Negatieve instellingen voor de Octaaf en Pan parameters kunnen direct worden inge­voerd door de betreffende nummerknop in te drukken terwijl de [-/NO] knop ingedrukt wordt gehouden.
12
13
[BACK] knop[NEXT] knop
Chorus diepte
DSP diepte
Druk op de [NEXT] knop om het setup data opslag scherm weer te geven.
ChoDepth T01= 89
[BACK] knop[NEXT] knop
DspDepth T01= 89
Setup Data OK?
Sla de gewijzigde data op diskette op.
• Om de opslaghandeling te annuleren (als u misschien bewerken overnieuw wilt doen), drukt u op de [-/NO] knop en gaat u verder met bewerken.
• Om de data op disk op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er een file wordt opgeslagen.
Executing 84%
De opslaghandeling is afgerond...
Completed
14
87
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
89
Page 90
Song Opname
User Songs Benoemen
1 5
6 7
8
-
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
4
Selecteer de file (song) waarvan u de naam wilt wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
002 UserSong1
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm weer te geven.
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SongRec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
9
10
11
12
Selecteer Name.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Name
Druk op de [NEXT] knop om het NAME scherm op te roepen.
Nam=UserSong1_
cursor
Voer de gewenst naam voor de file (song) in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21). Er kunnen tot 12 letters of karakters gebruikt worden. (De drie-letter extensie kan niet worden gewijzigd.)
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
90
88
Page 91
User Song Data wissen
Song Opname
-
1 5
6 7 8
9
10
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
4
Selecteer de song file die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm weer te geven.
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
Selecteer Clear.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
SngEdit:Clear
Druk op de [NEXT] knop.
11
12
13
Clear Track =T13
Selecteer de track die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop. Selecteer “ALL”, om de data van een gehele song te wissen.
Druk op de [NEXT] knop.
Clear Track OK?
Druk op de [+/YES] knop om de Clear (wis) functie uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
Executing 84%
De Clear (wis) handeling is afgerond...
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet het instrument nooit uit terwijl er een track wordt gewist.
Completed
14
89
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
91
Page 92
Multi Pad Opnemen
Naast de preset Multi Pad sets, heeft de PSR-550 16 door de gebruiker op te nemen (user) sets die u kunt gebruiken om uw eigen creaties op te slaan. Deze originele User Multi Pads kunnen op dezefde manier als de presets worden gespeeld en gebruikt. User Multi Pad data kan ook op diskette opgeslagen en van diskette geladen worden.
Uw toetsenbord spel (met gebruik van voice R1) wordt opgenomen op de User pad. Chord Match data (blz. 43) kan ook worden opgenomen.
• Multi Pad Opnemen ................................................................................... blz. 92
• Chord Match .............................................................................................. blz. 94
• User Pads Benoemen ............................................................................... blz. 94
• User Pad Data wissen ...............................................................................blz. 95
Data die in de User Pads kan worden opgenomen
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten)
• Aanslagsnelheid
• Pitch bend, pitch bend bereik
• SUSTAIN knop aan/uit
• Voetschakelaar aan/uit (sustain, sostenuto, soft)
• Voice Change (wijziging) instellingen
• Mixer instellingen
Er kunnen tot ongeveer 2.000 noten voor alle pads samen worden opgenomen op de PSR-550 Multi Pads.
OPM.
• User Pad data wordt opgenomen door voice R1 via het toetsenbord te bespelen. Voice R2, voice L en de automatische begeleiding kunnen niet worden gebruikt.
OPM.
• Opgenomen data wordt zelfs vastgehouden als de STANDBY schakelaar uit wordt gezet, als er batterijen zijn geplaatst of een er een netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed idee om belangrijke data op diskette op te slaan, zodat u ze altijd kunt bewaren en uw eigen data bibliotheek op kunt bouwen (blz. 60).
92
Multi Pad Opnemen
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
1
Selecteer “MultiPad”.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
RecMenu:MultiPad
Druk op de [NEXT] knop.
3
PadBank=UserPad1
Selecteer een Multi Pad Bank voor opname.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
OPM.
De volgende opmerkingen en waarschuwingen zijn belangrijke punten om in gedachte te houden, terwijl u uw Multi Pad data opneemt.
• De metronoom functie gebruiken (blz. 118) kan uw opnamesessies veel efficiënter maken.
• De Registration Memory gebruiken (blz. 54) kan uw opnamesessies veel efficiënter maken, aangezien verscheidene instellingen (zoals voices, enz.) kunnen worden opgeroepen met het drukken op één knop. Als de record mode is geactiveerd, wordt de Registration Memory Freeze functie aangezet (deze kan niet worden uitgezet terwijl de record mode actief is).
• Elke keer als u opneemt, wordt het reeds opgenomen materiaal in dezelfde track gewist.
• Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er een waarschuwingsbood­schap in de display en stopt het opnemen.
• Let erop dat het instrument niet wordt uitgezet en dat de netadapter niet uit het stopcontact wordt gehaald tijdens het opnemen, aangezien dit zal resulteren in het verloren gaan van de opgenomen data.
90
Page 93
Druk op de [NEXT] knop om het RecMode scherm weer te geven.
5
Selecteer Record.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
M.Pad Rec:Record
Druk op de [NEXT] knop om het pad nummer selection
7
scherm weer te geven.
Selecteer een pad nummer voor opname.
8
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de MULTI PAD knoppen [1]-[4].
Rec Pad =Pad1
Druk op [NEXT] om het Rehearsalscherm weer te geven.
9
Voices kunnen in deze display worden ingesteld. Na de gewenst instellingen gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar deze display.
Multi Pad Opnemen
10
11
Rehearsal
Druk op [NEXT] om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo, om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
BEAT
Start het opnemen.
• De PSR-550 start met opnemen zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
• Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
M.Pad Rec Ready
M.Pad Recording
Als u een Chord match frase opneemt, gebruik dan alleen noten van de CM7 akkoord toonsoort (dat wil zeggen. C, D, E, G, A en B).
CSC CSC
12 13
91
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
C = akkoordnoten C, S = toonsoort
93
Page 94
Multi Pad Opnemen
Chord Match
-
1 6
7 8
9
10
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Multi Pad
5
Opnemen (blz. 92).
Selecteer “Edit”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
M.Pad Rec:Edit
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
Selecteer ChdMatch.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
PadEdit:ChdMatch
Druk op de [NEXT] knop om het Chord Match scherm weer te geven.
Zet de Chord Match functie desgewenst aan of uit.
• Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
• Druk, om de gewenste pad voor instellen te selecteren, op de [NEXT] knop.
CdMatch Pad1=Off
CdMatch Pad2=Off
11
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pads benoemen
1 8
-
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Chord Match” hiervoor.
7
Selecteer “Name”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
PadEdit:Name
[NEXT] knop
[BACK] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
94
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (NAME) scherm
9
op te roepen.
92
Page 95
Multi Pad Opnemen
10
11
Voer de gewenste naam voor de bank in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz. 21). Er kunnen tot acht letters of karakters worden gebruikt.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pad Data wissen
1 8
-
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Chord Match” (blz. 94).
7
Selecteer Clear.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
PadName=UserPad2
Cursor
9
10
11
12
PadEdit:Clear
Druk op de [NEXT] knop.
Clr Pad=Pad1
Selecteer het pad nummer dat u wilt wissen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop. Selecteer om de data van alle vier pads te wissen “All”.
Druk op de [NEXT] knop.
Clear Pad OK?
Voer de Clear (wis) handeling uit.
Druk op de[+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren. Druk op de [-/NO] knop om de handeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
De Clear (wis) handeling is afgerond...
Completed
13
93
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
95
Page 96
Stijl Opnemen
De PSR-550 laat u tot drie originele User stijlen opnemen, die op dezelfde manier voor de automatische begeleiding kunnen worden gebruikt als de preset stijlen. User Stijl data kan ook worden opgeslagen en geladen van diskette (blz. 57).
U kunt een User stijl creëren door de interne stijl data als uitgangspunt te nemen. Selecteer een preset stijl die het type stijl dat u wilt creëren het dichtst benadert, en neem de automatische begeleiding patterns voor elke sectie op.
De PSR-550 geeft twee basis manieren om stijlen op te nemen:
• Stijl Opnemen — Ritme Track .............................................................................................. blz. 98
• Stijl Opnemen — Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks ............................................................ blz. 100
De vier bewerkings (edit) eigenschappen hieronder stellen u in staat reeds opgenomen stijl data te bewerken.
• Quantizeren ........................................................................................................................ blz. 102
Deze functie trekt de timing recht van de opgenomen noot data naar een aangegeven waarde.
• User Stijlen benoemen ....................................................................................................... blz. 104
Deze functie laat u uw originele stijlen benoemen.
• User Stijl Data wissen .........................................................................................................blz. 104
Deze functie is voor het wissen van parts van de opgenomen stijl.
User Stijl Tracks
De tracks die kunnen worden opgenomen op de User stijlen zijn georganiseerd zoals in het onderstaande overzicht is aangegeven.
Sectie Track
INTRO RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
MAIN A RITME SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
MAIN B RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
FILL IN A RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
FILL IN B RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
ENDING RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
Op de PSR-550, kunt u in totaal tot 48 tracks (6 secties x 8 tracks) opnemen.
Data die in de User stijlen kan worden opgenomen
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten) .................... blz. 107
• Aanslagsnelheid ........................................................... blz. 107
• Pitch bend, pitch bend bereik ................................. blz. 30, 122
• Voice nummer (drum kit nummer)*................................. blz. 26
• Mixer instellingen* .......................................................... blz. 76
• Tempo ............................................................................. blz. 36
• Reverb type en instellingen ............................................ blz. 46
• Chorus type en instellingen ............................................ blz. 48
Er kunnen tot ongeveer 1.950 noten voor een sectie (een totaal van ingeveer 7.150 noten) worden opgenomen op de PSR-550 stijl tracks. Er kan slechts één event van de items die van een * voorzien zijn worden opgenomen voor elke track van de secties.
OPM.
Opgenomen data wordt zelfs vastgehouden als de STANDBY schakelaar uit wordt gezet, als er batterijen zijn geplaatst of een er een netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed idee om belangrijke data op diskette op te slaan, zodat u ze altijd kunt bewaren en uw eigen data bibliotheek op kunt bouwen (blz. 60).
OPM.
User Stijl data wordt opgenomen door voice R1 via het toetsen­bord te bespelen. Voice R2, voice L en de automatische begeleiding kunnen niet worden gebruikt.
96
94
Page 97
Over User Stijlen Opnemen
Bij het opnemen van een User song, neemt de PSR-550 uw toetsenbordspel als MIDI data op. Het opnemen van User stijlen, wordt echter op een andere manier gedaan. Hier zijn enkele van de aspecten waarin stijlen opnemen afwijkt van songs opnemen:
Loop Opnemen
De automatische begeleiding herhaalt de begeleidingspatterns van verscheidene maten in een “loop (lus)” en stijl opnemen wordt ook gedaan met gebruikmaking van loops. Als u bijvoorbeeld start met opnemen met een twee-maten main sectie, worden de twee maten herhaaldelijk opgenomen. Noten die u opneemt zullen worden teruggespeeld bij de volgende herhaling (loop), waardoor u opneemt terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Overdub Opnemen
Deze methode neemt nieuw materiaal op op een track die reeds data bevat, zonder dat de originele data wordt gewist. Bij stijl opname, wordt de opgenomen data niet gewist, behalve als u functies zoals Wissen (Clear blz. 104) en Drum Annuleer ( cancel blz. 99) gebruikt. Als u bijvoorbeeld start met opnemen van een twee-maten main sectie, worden de twee maten vele malen herhaald. Noten die u opneemt zullen worden teruggespeeld bij de volgende herhaling, waardoor u tijdens de loop nieuw materiaal overdubt, terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Stijl Opnemen
Preset Stijlen gebruiken
Als u de interne preset stijl selecteert die het type stijl dat
Preset stijl data
Kopiëren
Intern geheugen voor
User stijl opname
De volgende opmerkingen en waarschuwingen zijn belangrijke punten om in gedachte te houden, terwijl u uw User stijlen opneemt.
Zorg ervoor dat u minstens één van de drie User stijlen wist, voordat u een nieuwe User stijl opneemt. U kunt niet beginnen met het opnemen van een nieuwe User stijl als alle drie de User stijlen opgenomen data bevatten.
Let erop dat het instrument niet wordt uitgezet en dat de netadapter niet uit het stopcontact wordt gehaald tijdens het opnemen, aangezien dit zal resulteren in het verloren gaan van de opgenomen data.
De Registration Memory gebruiken (blz. 54) kan uw opnamesessies veel efficiënter maken, aangezien verscheidene instellingen (zoals voices, enz.) kunnen worden opgeroepen met het drukken op één knop. Als de record mode is geactiveerd, wordt de Registration Memory Freeze functie aangezet (deze kan niet worden uitgezet terwijl de record mode actief is).
u wilt creëren het dichtst benadert, wordt, zoals in het overzicht links is te zien, de preset stijl data gekopieerd naar een speciale geheugenlocatie voor opname. U creëert (neemt op) uw nieuwe, originele stijl door toevoegen of wissen van data van de geheugen locatie.
Alle tracks (met uitzondering van de ritme track) moeten voor het opnemen worden gewist (blz.
104).
De metronoom functie gebruiken (blz. 118) kan uw opnamesessies veel efficiënter maken.
In de Record ready (klaar voor opname) mode, kunt u de voice data uitwisselen of bewerken op de opgenomen tracks door de Mixer op blz. 76 te gebruiken.
Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er een waarschuwingsboodschap in de display en stopt het opnemen.
Aangezien het opnemen in delen van hele maten gebeurt, zou u eerst een stijl kunnen selecteren die hetzelfde aantal maten heeft als de stijl die u van plan bent te gaan opnemen..
Als geen van de preset stijlen geschikt is, selecteer er dan één die dezelfde maatsoort en aantal maten heeft als degene die u wilt gaan creëren, gebruik vervolgens de Clear (wis) functie (blz. 104) om alle preset data te wissen, voordat u uw eigen data invoert.
97
95
Page 98
Stijl Opnemen
Stijl Opnemen — Ritme Track
Met deze handeling kunt u uw eigen originele ritme patterns creëren door bestaande ritme track (percussie) data van een preset stijl te bewerken.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
1
Selecteer Style.
2
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
RecMenu:Style
Druk op de [NEXT] knop.
3
001 8Beat 1
Selecteer een stijl om mee te beginnen.
4
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
5
op te roepen.
Selecteer Record.
6
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Style Rec:Record
Druk op de [NEXT] knop om het Sectie selectie scherm weer
7
te geven.
98
Selecteer de sectie die moet worden opgenomen.
8
Section =Main A
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer
9
te geven.
OPM.
Er kunnen niet meerdere secties tegelijk worden opgenomen.
96
Page 99
Stijl Opnemen
10
11
12
13
Selecteer een Ritme track om op te nemen.
Selecteer “RHYTHM MAIN” of “RHYTHM SUB” met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Record Track=RhM
Druk op [NEXT] om het Reharsal scherm weer te geven.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo, om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
Rehearsal
Selecteer één van de Drum Kits.
Selecteer de gewenste kit door op de [VOICE R1] knop (blz. 26) te drukken.
Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [EXIT] knop (blz. 17).
Start het opnemen.
U kunt dit op één van de volgende manieren doen:
• Druk op de [START/STOP] knop. Het volgende zal beginnen met afspelen: de stijl geselecteerd in stap 4, de sectie geselecteerd in stap 8 en de ritme track geselecteerd in stap 10.
• Druk op de [SYNC START] knop om de synchronized standby (blz. 25) aan te zetten, en bespeel vervolgens een toets op het toetsenbord. Het afspelen begint zoals beschreven in de eerst methode hiervoor.
OPM.
Er kan slechts één track per keer worden opgenomen.
OPM.
Voor het opnemen van de RHYTHM tracks zijn de instrument symbolen op de rand van het bedieningspaneel gedrukt om u de instrument toewijzing aan elk toets te laten zien. Zie Toetsenbord Percussie op blz. 31 voor het spelen van elk drum/percussie geluid.
14 15
Style Recording
Aangezien het ritme pattern herhaaldelijk afspeelt, kunt u opnemen door overdubben — luisterend naar het Pattern en de gewenst toetsen bespelend. Kijk naar de iconen die onder de toetsen zijn gedrukt om aan te geven welke percussiegeluiden aan welke toetsen zijn toegwezen.
U kunt ook bepaalde percussie geluiden op de volgende manier wissen:
1) Druk op de [NEXT] knop.
Drum Cancel
2) Druk op de toets van het toetsenbord die overeenkomt met het instrument dat u wilt annuleren.
3) Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [BACK] knop.
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Het is verstandig de opgenomen data op te slaan voordat u de opname mode verlaat. (Zie blz. 100 voor details.)
99
97
Page 100
Stijl Opnemen
De Stijl Record mode verlaten
Volg de instructies hierna om de stijl opname mode te verlaten.
Druk op de [RECORD] knop.
Druk op de [-/NO] knop om de Stijl record
SaveToUserStyle?
Druk op de [+/YES] knop.
Sv?:UserStyle1
Druk op de [NEXT] knop.
mode te verlaten zonder de speeldata in het interne geheugen op te slaan.
Selecteer een stijl­nummer (bestemming).
Are You Sure?
Druk op de [+/YES] knop om de Stijl record mode te verlaten na het opslaan van de speeldata in het interne geheugen.
Stijl Opname — Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks
OPM.
Na het verlaten van de Stijl Opname mode, schakelt desectie automatisch naar Main B. Als u een andere sectie selecteert dan Main B, selecteerdan nogmaals de sectie en speel de begeleiding.
Dit gedeelte legt uit hoe u alle track (behalve de ritme track) op kunt nemen met gebruikmaking van de preset stijlen. In tegenstelling tot bij het opnemen van de ritme track, moet u bij deze methode de track data van de originele stijl wissen voor het opnemen.
-
1
10
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Stijl Opnemen
9
Ritme Track (blz. 98).
Selecteer een Track om op op te nemen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop. Selecteer uit de volgende track: “BASS,” “CHORD1,” “CHORD2,” “PAD,” “PHRASE1,” en “PHRASE2”.
Record Track=Bas
11
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready (klaar voor opname) scherm op te roepen.
Song Rec Ready
OPM.
Er kan slechts één track per keer worden opgenomen.
PAS OP
Weest u ervan bewust dat dit proces automatisch de data in de track wist, die in stap 10 is geselecteerd.
100
98
Loading...