Vdo dayton CD 2202, CD 2502, CD 2302, CR 2202, CR 2302, CR 2502, CD 2252 User Manual [nl]
Specifications and Main Features
Frequently Asked Questions
User Manual
CD 2202
CR 2202
CD 2252
CD 2302
CD 2502
User manual
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni d’uso
Instrucciones de manejo
Modo de emprego
Bruksanvisning
Betjeningsvejledning
Käyttöohje
CR 2252
CR 2302
CR 2502
www.vdodayton.com
A
2415514
13136711 12168910
B
D
1
2
C
E
F
3
1
SAM (Software Access Mode)
SAM
TEL OFF
CLOCKSET
REG ON
SCANTIME
* Depending on version
4
TAVOL 2TAVOL 1
...
START 2START 1
...
MUTE 1MUTE 0
...
NAV LOW*NAV HIGH*NAV OFF*
......
BEEP 1BEEP 2BEEP OFF
......
SDVC 1*SDVC 2*SDVC OFF*
......
MUTE HIMUTE LO
......
CLK OFFCLK ON
...
MANCLOCKRDSCLOCK
...
24HCLOCK12HCLOCK
...
BRIGHT 2*BRIGHT 1*
...
BRIGHT 2*BRIGHT 1*
...
ANGLE 0ANGLE +1ANGLE -1
......
GRAPH 1*GRAPHOFF*
...
LOGICOFFLOGICON
...
LED OFFLED ON
...
AMERICAASIAEUROPE
......
AF OFFAF ON
...
AUTOTUNEMANUTUNE
...
REG AUTOREG OFF
......
PRE SCANFM SCAN
...
5 SEC10 SEC
......
MWLW OFFMWLW ON
...
NEWS OFF*NEWS ON*
...
...
...
...
BRIGHT 3*
...
GRAPH 2*
...
TAVOL 3TAVOL 31
START 3START 31
MUTE 2MUTE 16
...............................
...............................
...............................
...............................
...
HFREE LO*
...
...............................
RDS OFF
...
20 SEC
...
BEEP 5
SDVC 4*SDVC 3*
...
HFREE HI*
...
BRIGHT 6*
VOORDAT U BEGINT
Wij danken u voor de aankoop van dit VDO
Dayton-product, dat volgens de hoogste normen
is ontworpen en vervaardigd en aan strenge tests
is onderworpen.
Maakt u zich met het product vertrouwd door
deze gebruikershandleiding te lezen. Houd de
handleiding in uw auto binnen handbereik voor
toekomstige naslag.
MILIEU
Deze handleiding is gedrukt op chloorvrij papier
dat geschikt is voor recycling.
BELANGRIJK
Dit apparaat is ontworpen en geproduceerd
volgens de van toepassing zijnde
veiligheidsvoorschriften. Lees de handleiding
aandachtig door en gebruik het apparaat alleen
waarvoor het bedoeld is.
INBOUW
Als uw auto is uitgerust met ISO-connectors, kunt
u ze gewoon in de connectors van de autoradio
steken. Is dit niet het geval, dan kunt u een
verloopkabel gebruiken (zie de tabel op de aparte
inbouwhandleiding). Sluit de kabels zodanig aan
dat ze niet kunnen worden beschadigd door
scherpe randen of bewegende onderdelen.
VOORBEREIDING
Spanning en polariteit: Het apparaat moet
worden aangesloten op een auto-accu van 12 V
met de min aan massa (autochassis). Montage in
auto’s die niet aan deze eisen voldoen, kan leiden
tot storing, beschadiging of brand.
Waarschuwing: Om kortsluiting te
voorkomen, moet u de negatieve accuklem
losmaken totdat het apparaat is gemonteerd
en aangesloten (fig. 1 Zie aparte
inbouwkaart).
SAM (Software Access Mode) ...................... 52
VERHELPEN VAN STORINGEN................... 54
CONNECTOR A (fig. 2)
Voedingsaansluitingen
• RodedraadA7: Aansluiten op een permanente
12 V-voeding. Dit is de hoofdvoeding. Deze
verbinding moet geschikt zijn voor een stroom
van 10 A.
• Geel/rode draad A4: Aansluiten op een
geschakelde 12 V-voeding (in-/uitgeschakeld
door het contactslot).
• Bruine draad A8: Aansluiten op massa
(autochassis).
Optionele aansluitingen (fig. 2)
• Snelheidsafhankelijke volumeregeling
(SDVC)*:
SDVC zorgt ervoor dat het volume automatisch
wordt verhoogd of verlaagd naarmate men
sneller of langzamer rijdt.
• Sluit pen A1 aan op een signaal van de
snelheidsmeter van de auto. Sommige auto’s
zijn hiertoe al voorbereid (zoals bepaalde VWen Vauxhall/Opel-modellen). Raadpleeg uw
dealer.
Is dit niet het geval, dan hebt u wellicht
gedetailleerde inbouwgegevens en extra
materiaal nodig om uw auto hiervoor geschikt
te maken.
Dit kan alleen worden uitgevoerd door
personen die bekend zijn met elektrische
en mechanische autosystemen.
Zie na het aansluiten ‘SPECIALE FUNCTIES’
(pagina 51) voor kalibratieprocedure.
* Afhankelijk van model
Voldoet aan 21 CFR 1040.10
43
• (Elektronische/Gemotoriseerde antenne)
:
Sluit pen A5 aan op de voeding voor een
elektronische antenne of de stuurdraad voor
het relais van een automatische
gemotoriseerde antenne. Gebruik hiervoor de
bijgeleverde kleine connector.
Gebruik deze aansluiting niet voor de
voedingsdraad van de antennemotor!
• Nachtverlichting :
Bij ingeschakelde koplampen blijft de
achtergrondverlichting van de aan/uit-toets
verlicht (ook als de radio uitgeschakeld is).
Sluit pen A6 aan op de bedrading van de
dashboardverlichting. Gebruik hiervoor de
bijgeleverde kleine connector.
CONNECTOR B (fig. 3)
Luidsprekers (gebruik alleen luidsprekers met
een impedantie van 4 ohm)
• Sluit geen van de luidsprekerdraden aan op
massa of rechtstreeks op een booster/
versterker zonder hoogniveau-ingang of via
een externe fader! U kunt de luidsprekerdraden
rechtstreeks aansluiten op een versterker met
hoogniveau-ingang.
luidsprekers) op dit apparaat aan met de RCAkabel.
– Sluit de rode bus aan op het rechter kanaal en
de witte bus op het linker kanaal.
– Sluit de blauwe draad aan op ‘Amplifier Remote
on/off’.
Groene connector C2 (fig. 5)
Afstandsbediening van stuurwiel
U kunt een op het stuurwiel gemonteerde
afstandsbediening op dit apparaat aansluiten via
een interface. Raadpleeg uw dealer voor de juiste
interface.
Roze draad (Stilschakeling (‘mute’)
bij gebruik van de telefoon)
• Als uw autotelefoon of ‘car kit’ van uw mobiele
telefoon een ‘mute’ signaal levert, kan dit worden
gebruikt om de weergave van de autoradio
automatisch te onderbreken.
– Sluit de ‘mute’ draad van de telefoon aan op de
roze draad.
– Zie ‘SAM’ (pagina 52); kies optie ‘TEL’ en stel
‘MUTE LO’ of ‘MUTE HI’ in (afhankelijk van het
type telefoon) om de weergave van de
autoradio automatisch te onderbreken bij het
gebruik van de autotelefoon.
Groene draad (Stilschakeling (‘mute’) bij
gebruik van navigatiesysteem)*
• Als uw autonavigatiecomputer een ‘mute’
signaal levert, kan dit worden gebruikt om de
weergave van de autoradio automatisch te
onderbreken tijdens gesproken
begeleidingadvies.
– Sluit de ‘mute’ draad van het navigatiesysteem
aan op de groene draad.
– Zie ‘SAM’ (pagina 52); kies optie ‘NAV’ en stel
‘LOW’ of ‘HIGH’ in (afhankelijk van het ‘mute’
signaal van de navigatiecomputer.
Blauwe connector C3 voor aan analoge
compatibele cd-wisselaar (apart verkrijgbaar)
(fig. 6)
• U kunt alleen een analoge compatibele cdwisselaar op dit apparaat aansluiten (zie
montage-instructies voor de cd-wisselaar).
ANDERE AANSLUITINGEN
Telefooningang * (fig. 7)
• U kunt een ‘hands-free car kit’ van VDO Dayton
(apart verkrijgbaar) aansluiten via connector
D. Zie montage- en aansluitinstructies voor de
‘hands-free car kit’.
– Zie ‘SAM’ (pagina 52); kies optie ‘HFREE’ en
stel ‘HFREE LO’ of ‘HFREE HI’ in (afhankelijk
van het type telefoon) om de weergave van de
autoradio automatisch te onderbreken bij het
gebruik van de autotelefoon.
Infrarood-afstandsbediening
U kunt bij deze autoradio een infraroodafstandsbediening gebruiken. Raadpleeg uw
dealer voor de juiste infrarood-afstandsbediening.
* Afhankelijk van model
44
1
C connectors behoren tot accessoires die apart
worden verkocht. Raadpleeg uw dealer voor
meer informatie.
MONTAGE
METALEN HOUDER (fig. 9)
• Monteer de metalen houder (afm. 182 x 53 mm)
in het dashboard. Voor een optimale werking
van de cd-speler* dient de metalen houder in
horizontale stand geplaatst te worden (tussen
-10° en + 30°).
• Bevestig de houder door de metalen lippen met
een schroevendraaier naar buiten te drukken.
AANSLUITEN VAN DE RADIO (fig. 8)
• Zorg ervoor dat de accu is losgekoppeld.
• Sluit antenneconnector E aan op de antennebus
(goede radio-ontvangst is alleen mogelijk met
een goede antenne). Bevestig zo nodig een
antenne-adapter. Gebruik de haak (J) aan de
achterkant van het apparaat voor een goede
bevestiging.
• Sluit voedingsconnector A aan op bus A’.
• Sluit luidsprekerconnector B aan op bus B’.
• (als optie) Verwijder de beschermhoes van busC’.
• (als optie) Sluit de gele lijnuitgangsconnectorC1 aan op bus C1’.
• (als optie) Sluit de blauwe connector C3 voorde cd-wisselaar op aan bus C3’.
• (als optie) Sluit de groene connector C2 aan
op bus C2’.
De groene connector wordt tussen de gele
connector C1 en de blauwe connector C3
bevestigd. Ten minste één van deze
aansluitingen is nodig om C2 op z’n plaats te
houden.
VERWIJDEREN VAN DE RADIO (met behulp
van de bijgeleverde U-vormige beugels)
• Verwijder de sierplaat om het frontpaneel.
• Steek beide U-vormige beugels in de gaten
aan de voorzijde van het apparaat totdat ze
vastklikken. Trek de radio uit de metalen houder
(fig. 12).
MONTAGE AAN DE ACHTERKANT (fig. 13)
• Verwijder de sierplaat om het frontpaneel en de
veren aan de zijkant.
• Kies een plaats waar de schroefgaten van de
montagebeugel en de schroefgaten van de
radio samenvallen en draai de schroeven aan
beide zijden op twee plaatsen vast.
• Gebruik alleen schroeven M5 die niet langer
zijn dan 6 mm.
VERVANGEN VAN DE ZEKERING (fig. 8)
• Vervang de zekering door een steekzekering
van 10A. Gebruik geen zekering van een ander
type of waarde omdat het apparaat dan niet
goed beschermd is. Als u deze richtlijn niet in
acht neemt, kan het apparaat beschadigd raken
en komt de garantie te vervallen.
ONTSTORING
• De meeste moderne auto’s zijn voldoende
ontstoord. Veroorzaakt uw auto toch storing,
raadpleeg dan uw garage.
MONTEREN VAN DE RADIO
Deze radio kan goed geïnstalleerd worden via
montage aan de voorkant (meest gebruikelijk)
en montage aan de achterkant.
MONTAGE AAN DE VOORKANT
• Schuif de radio zó ver in de metalen houder dat
de veren aan weerszijden van het apparaat in
de openingen van de houder klikken (fig. 10).
• Sluit daarna de minpool van de accu weer aan
(fig. 11).
* Afhankelijk van model
45
Loading...
+ 11 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.