Texas instruments TI-83 PLUS, TI-83 PLUS SILVER EDITION User Manual [nl]


7,3OXV 7,3OXV6LOYHU(GLWLRQ
Grafische Rekenmachine
Eerste kennismaking
Aan/Uit Een grafiek tekenen Menu’s Modi Haakjes gebruiken Lijsten
Creëren
Tabellen Gegevens en lijsten Matrices Het gesplitste scherm
Voor gevorderden
Inductieve statistieken Archiveren Programmeren Overzicht van de menu's
Meer informatie
Zenden en ontvangen Problemen oplossen Formules Ondersteuning en
service
Handleiding
10/25/02© 2001, 2002 Texas Instruments

Belangrijk

Texas Instruments biedt geen enkele garantie, hetzij impliciet hetzij uitdrukkelijk, met inbegrip van en niet uitsluitend beperkt tot welke impliciete garanties dan ook wat betreft de geschiktheid voor verkoop en een specifiek gebruik, voor de programma's of documentatie en stelt deze documentatie slechts ter beschikking "as-is”.
Texas Instruments kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor speciale, indirecte, toevallige of resulterende schade die in verband zou staan met of het gevolg is van de aankoop of het gebruik van deze produkten; de enige en uitsluitende aansprakelijkheid, ongeacht de wijze van de juridische procedure, die door Texas Instruments wordt gedragen, zal beperkt blijven tot het bedrag van de aankoopprijs van deze apparatuur. Bovendien kan Texas Instruments niet aansprakelijk worden gesteld indien een eis tot schadevergoeding wordt ingediend, ongeacht de aard ervan, tegen het gebruik van deze produkten door een andere persoon.
Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
TI-83 Plus © 2001, 2002 Texas Instruments
.

Hoofdstuk 1: De werking van de TI-83 Plus Silver Edition

Conventies gebruikt in de documentatie

In de tekst van deze handleiding verwijst TI-83 Plus (in zilvergrijs) naar de TI-83 Plus Silver Edition. Soms, zoals bijvoorbeeld in Hoofdstuk 19, wordt de volledige naam TI-83 Plus Silver Edition gebruikt om onderscheid te maken met de TI-83 Plus.
Alle aanwijzingen en voorbeelden die in deze handleiding worden gegeven zijn ook van toepassing op de TI-83 Plus. Alle functies van de
TI-83 Plus Silver Edition en de TI-83 Plus zijn identiek. De twee
rekenmachines verschillen alleen wat betreft het beschikbare RAM geheugen en het ROM geheugen voor Flash applicaties.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 1

Het toetsenbord van de TI-83 Plus

In het algemeen wordt het toetsenbord verdeeld in de volgende zones: de grafiektoetsen, bewerktoetsen, geavanceerde functietoetsen en wetenschappelijke berekeningstoetsen.

Toetsenbord zones

Deze toetsen gebruikt u meestal voor de interactieve grafische functies van de TI-83 Plus.
U gebruikt deze toetsen wanneer u uitdrukkingen en waarden wijzigt of bewerkt.
Met deze toetsen kunt u gebruik maken van de geavanceerde functies van de TI-83 Plus.
Met deze toetsen kunt u de standaardfuncties van de rekenmachine voor wetenschappelijke berekeningen gebruiken.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 2

TI-83 Plus

n
Grafiektoetse
Bewerktoetsen Geavanceerde
functietoetsen
Wetenschappelijke berekeningstoetsen
Kleuren kunnen bij het werkelijke product afwijken.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 3

De kleurencodes op het toetsenbord gebruiken

De toetsen van de TI-83 Plus zijn voorzien van een kleurencode zodat u de gewenste toets snel en makkelijk kunt terugvinden.
De lichtgrijze toetsen zijn de numerieke toetsen. De blauwe toetsen rechts op het toetsenbord zijn de algemeen gebruikte wiskundige functies. Met de blauwe toetsen bovenaan het toetsenbord kunt u grafieken definiëren en afbeelden. De blauwe toets
Œ
geeft toegang tot toepassingen zoals
bijvoorbeeld de toepassing Finance. De eerste functie van iedere toets is op de toets zelf gedrukt. Als u
bijvoorbeeld drukt op de toets
, verschijnt het menu
MATH
.
De toetsen
y
en
ƒ
gebruiken
De tweede functie van de toets staat telkens in het geel boven de toets. Als u de gele toets y indrukt, activeert u het teken, de afkorting of het woord dat in het geel boven de andere toetsen staat gedrukt voor de volgende druk op een toets. Als u bijvoorbeeld y en vervolgens
TEST
drukt, verschijnt het menu deze toetsencombinatie verder aangeduid als y
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 4
op het scherm. In deze handleiding wordt
:
.
De alfabetische functie van elke toets staat in het groen boven de
g
overeenkomstige toets gedrukt. Als u op de groene toets
ƒ
drukt, activeert u het alfabetische teken dat in het groen boven de andere toetsen staat gedrukt voor de volgende druk op een toets. Als u bijvoorbeeld
ƒ
en vervolgens
drukt, voert u de letter
A
in. In
deze handleiding wordt deze toetsencombinatie verder aangeduid als
ƒ
A
] .
[
Met de toets y activeert u de tweede functie van de toetsen, die telkens in het geel boven de overeenkomstige toets. staat gedrukt.
Met de toets activeert u de alfabetische functie van de toetsen, die telkens in het groen boven de overeenkomstige toets staat
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 5
ƒ
edrukt.

Het in- en uitschakelen van de TI-83 Plus

De TI-83 Plus inschakelen

Druk É om de TI-83 Plus in te schakelen.
Indien u de TI-83 Plus hebt uitgeschakeld door y M in te drukken, toont de
TI-83 Plus het basisscherm steeds in de
toestand waarin dit zich bevond bij het uitschakelen en worden alle fouttoestanden gewist.
Indien de TI-83 Plus werd uitgeschakeld door Automatic Power Down™ (APD™), bevindt de TI-83 Plus, inclusief het uitleesscherm, de cursor en eventuele fouttoestanden, zich exact in die toestand waarin u deze hebt laten staan.
Indien de TI-83 Plus uitgeschakeld is en u het apparaat aansluit op een andere rekenmachine of op een personal computer, zal de
TI-83 Plus “wakker worden” wanneer u de aansluiting tot stand heeft
gebracht.
Indien de TI-83 Plus uitgeschakeld is en wordt aangesloten op een andere rekenmachine of op een personal computer, zal willekeurig wat voor communicatie-activiteit de TI-83 Plus “wekken”.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 6
Om de levensduur van de batterijen te verlengen, schakelt APD de
TI-83 Plus automatisch uit wanneer u ongeveer vijf minuten niets meer
heeft ingevoerd.

De TI-83 Plus uitschakelen

Om de TI-83 Plus handmatig uit te schakelen, drukt u y M.
Alle instellingen en de geheugeninhoud worden in het Constant
TM
Memory
Alle fouttoestanden worden gewist.
opgeslagen.

Batterijen

De TI-83 Plus gebruikt vier AAA alkaline batterijen en heeft bovendien een vervangbare lithium-reservebatterij (CR1616 of CR1620). Als u de batterijen wilt vervangen zonder de informatie in het geheugen te verliezen, moet u de procedure beschreven in Appendix B volgen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 7

Het instellen van het contrast van het uitleesscherm

Aanpassen van de contrast-instelling

U kunt de contrastinstelling van het uitleesscherm aanpassen aan de invalshoek waaronder het scherm wordt afgelezen en de belichting van de omgeving. Wanneer u de contrastinstelling verandert, verschijnt
0
rechts bovenaan het scherm een cijfer tussen
(lichtste) en (donkerste) ter aanduiding van het contrastniveau. Indien de contrastinstelling te hoog of te laag is, zal dit cijfer misschien niet duidelijk meer worden weergegeven.
Opmerking: de TI-83 Plus heeft 40 verschillende contrastniveaus, zodat elk getal van 0 tot 9 staat voor vier niveaus.
De TI-83 Plus zal de contrastinstelling in het geheugen opslaan wanneer deze wordt uitgeschakeld.
Als u het contrast wilt aanpassen, gaat u als volgt te werk.
1. Druk y en laat de toets los.
9
2. Houd † of } ingedrukt; deze bevinden zich boven en onder het
contrastsymbool, de gele cirkel met een halve schaduwzijde.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 8
om het uitleesscherm lichter te maken.
}
als u het uitleesscherm donkerder wilt maken.
Opmerking:
uitleesscherm volledig leeg lijkt te zijn. Zo kunt u het uitleesscherm terug leesbaar maken: druk y, laat de toets los en houd vervolgens de toets ingedrukt tot de tekst opnieuw leesbaar wordt.
als u de contrastinstelling op 0 zet, kan het voorkomen dat het
}

Wanneer moet u de batterijen vervangen?

Wanneer de batterijen weinig energie leveren, verschijnt een overeenkomstige melding op het uitleesscherm wanneer u
de rekenmachine inschakelt
een nieuwe toepassing gaat downloaden
een upgrading naar nieuwe software probeert uit te voeren
Als u de batterijen wilt vervangen zonder de informatie in het geheugen te verliezen, moet u de procedure beschreven in Appendix B volgen.
Over het algemeen zal de rekenmachine voldoende energie hebben, zodat u deze nog gedurende één of twee weken kunt gebruiken nadat de eerste melding van de bijna lege batterij op het scherm is verschenen. Na deze periode zal de TI-83 Plus zichzelf automatisch uitschakelen. U kunt de rekenmachine dan niet meer gebruiken totdat u de batterijen hebt vervangen. Alle geheugeninhoud blijft behouden.
Opmerking:
langer dan twee weken zijn indien u de rekenmachine slechts nu en dan gebruikt.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 9
de periode na de eerste melding dat de batterij bijna leeg is, kan

Het uitleesscherm

Soorten schermen

De TI-83 Plus kan zowel tekst als grafieken op het uitleesscherm weergeven. In hoofdstuk 3 vindt u een beschrijving van de grafieken. In hoofdstuk 9 wordt beschreven hoe u op het uitleesscherm van de
TI-83 Plus een horizontaal of verticaal gesplitst scherm kunt weergeven,
zodat u gelijktijdig tekst en grafiek kunt bekijken.

Het basisscherm

Het basisscherm is het belangrijkste scherm van de TI-83 Plus. Hierin kunt u de instructies en uitdrukkingen invoeren die respectievelijk moeten worden uitgevoerd en geëvalueerd. Ook de resultaten verschijnen in dit scherm.

Opgaven en antwoorden tonen

Wanneer er tekst wordt getoond, kan het scherm van de TI-83 Plus tot 8 regels van elk maximaal 16 tekens weergeven. Wanneer alle regels op het uitleesscherm gevuld zijn, zal de tekst automatisch naar boven
Y=
opschuiven. Als een uitdrukking op het basisscherm, het (hoofdstuk 3) of het programmascherm (hoofdstuk 16) langer is dan een regel, dan loopt deze regel verder op de volgende lijn. Op een numeriek
scherm
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 10
scherm als het WINDOW scherm (hoofdstuk 3), zal een lange uitdrukking op dezelfde regel naar links en rechts opschuiven.
Wanneer u op het basisscherm iets invoert, wordt het resultaat aan de rechterkant van de volgende lijn weergegeven.
invoer resultaat
De mode -instellingen bepalen de wijze waarop de TI-83 Plus de uitdrukkingen zal interpreteren en de resultaten op het uitleesscherm zal weergeven.
Als een antwoord, bijvoorbeeld een lijst of een matrix, te groot is om volledig op één regel weer te geven, verschijnt er rechts of links een
...
weglatingsteken (
). Druk op ~ en | om het antwoord weer te geven.
invoer resultaat

Terugkeren naar het basisscherm

U kunt steeds vanuit om het even welk ander scherm terugkeren naar het basisscherm: druk y
5
.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 11

Het bezig-symbool

Wanneer de TI-83 Plus berekeningen aan het uitvoeren is of een grafiek aan het plotten is, verschijnt er in de rechter bovenhoek van het scherm een verticaal, bewegend streepje. Wanneer u een programma of een grafiekopbouw onderbreekt, wordt deze aanduiding een verticaal, bewegend stippellijntje.

De cursors op het scherm

Meestal geeft de cursor aan wat er zal gebeuren wanneer u de volgende toets indrukt of de volgende optie in een menu kiest om als een teken in te voegen.
Cursor Weergave Resultaat van de volgende toetsaanslag
Invoer Volle knipperende
rechthoek
$
INS (
invoegen
2nd Knipperende
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 12
Knipperend
)
onderstrepings­teken
__
negatieve pijl
Þ
Op de plaats van de cursor wordt het teken van de toets ingevoerd; het onderliggende teken wordt gewist.
Het teken van de toets wordt op de plaats voor de cursor tussengevoegd.
De tweede functie van de toets (geel op het toetsenbord) wordt ingevoerd of een tweede bewerking wordt uitgevoerd.
Cursor Weergave Resultaat van de volgende toetsaanslag
ALPHA Knipperende
negatieve A
Ø
"vol" Schaakbord-
rechthoek
#
Indien u tijdens het invoegen op
A
onderstreepte
(A). Als u tijdens het invoegen y drukt, verandert het
onderstrepingsteken in een onderstreepte # (
Het alfanumeriek teken van de toets (groen op het toetsenbord) wordt ingevoerd of de
SOLVE
-bewerking wordt uitgevoerd.
Er wordt niet ingevoerd; u hebt het maximum aantal tekens op de plaats van de cursor ingevoerd ofwel is het geheugen vol.
ƒ
drukt, verandert de cursor in een
#
).
Wanneer u met grafieken of in bepaalde schermen werkt, kan de cursor andere vormen aannemen. Deze worden in de overeenkomstige hoofdstukken behandeld.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 13

Het invoeren van uitdrukkingen en instructies

Uitdrukkingen

Een uitdrukking is een opeenvolging van getallen, variabelen, functies en hun argumenten, waarvan het resultaat na berekening één enkele waarde is. U kunt een uitdrukking in de TI-83 Plus invoeren op de manier
2
p
R
waarop u deze gewoon op papier zou schrijven. van een uitdrukking.
In het basisscherm worden uitdrukkingen gebruikt om berekeningen uit te voeren. Waar u een waarde moet invoeren, kunt u een uitdrukking gebruiken om deze waarde eerst te laten berekenen.

Een uitdrukking invoeren

Wanneer u een uitdrukking samenstelt, moet u getallen, variabelen en functies invoeren met behulp van het toetsenbord en de keuzen uit de menu's. U beëindigt de uitdrukking steeds door ongeacht de positie van de cursor in de regel. De volledige uitdrukking wordt uitgewerkt volgens de regels van het Equation Operating System (EOSé) en het resultaat
verschijnt
op het scherm.
is een voorbeeld
Í
te drukken,
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 14
De meeste functies en bewerkingen van de TI-83 Plus worden voorgesteld door symbolen uit verscheidene tekens. U moet het symbool invoeren door op het toetsenbord of in een menu de overeenkomstige keuze te maken en niet door het de instructie of het symbool met de alfanumerieke toetsen te vormen. Wanneer u bijvoorbeeld de logaritme van 45 wilt berekenen, moet u
L, O
lettertoetsen
en G. Wanneer u wel
«
drukken. Druk dus niet op de
LOG
zou typen, zal de TI-83 Plus
45
deze invoer interpreteren als de impliciete vermenigvuldiging van de
L, O
waarde in de variabelen
Bereken 3.76 ÷ (L7.9 + ‡5) + 2 log 45.
en G.
Ë 76 ¥ £ Ì 7 Ë 9 Ã y C 5 ¤
3
«
45
¤
Ã
2
Í
¤

Verscheidene opdrachten op een regel

Wanneer u op één regel twee of meer uitdrukkingen of instructies wilt invoeren, moet u deze van elkaar scheiden door middel van dubbele punten ( opgeslagen in de variabele (
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 15
ƒ
[:]). Op die manier worden de instructies als één geheel
ENTRY
).

Een getal in wetenschappelijke notatie invoeren

Wanneer u een getal in wetenschappelijke notatie wilt invoeren, moet u als volgt te werk gaan.
1. Typ de mantisse (het gedeelte dat de exponent voorafgaat). U kunt
voor deze waarde ook een uitdrukking invoeren.
å
2. Druk y D. In het scherm verschijnt er een
op de positie van de
cursor.
3. Is de exponent negatief, druk dan Ì. Typ vervolgens de exponent,
die uit één of twee cijfers kan bestaan.
Wanneer u een getal in wetenschappelijke notatie invoert, zal de
TI-83 Plus de resultaten niet automatisch in wetenschappelijke of
technische notatie op het scherm weergeven. De
mode -instellingen
en
de grootte van het getal bepalen het weergave formaat.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 16

Functies

Een functie geeft een waarde terug. Bijvoorbeeld,
÷
, L, +,
(
, en
log(
zijn de functies uit het voorbeeld op de vorige bladzijde. Meestal beginnen de namen van functies op de TI-83 Plus met een kleine letter. Voor de meeste functies moet u tenminste één argument opgeven, wat wordt
(
aangegeven door de open haakjes ( functie. Zo moet u bijvoorbeeld voor de functie invoeren:
sin(
waarde
)
.
) onmiddellijk na de naam van de
sin(
een argument

Instructies

Met een instructie kunt u een actie starten.
ClrDraw
is bijvoorbeeld een instructie waarmee u alle objecten die op een grafiek werden getekend, kunt wissen. In uitdrukkingen kunt u echter geen instructies gebruiken. Meestal staat de eerste letter van de naam van een instructie in hoofdlettervorm. Voor bepaalde instructies moet u meer dan één
(
argument opgeven, wat wordt aangegeven door de open haakjes (
) onmiddellijk na de naam van de instructie. Zo moet u bijvoorbeeld voor de instructie
Circle(
drie argumenten invoeren:
Circle(X,Y,
straal
)
.

Een berekening onderbreken

Wanneer u een lopende berekening of het tekenen van een grafiek wilt onderbreken, drukt u op É.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 17
Wanneer u een berekening onderbreekt, verschijnt er een menu op het scherm.
1:Quit
of een
Als u naar het basisscherm wilt terugkeren, kiest u de optie
Wanneer u naar de plaats van onderbreking wilt overschakelen, kiest u de optie
Als u naar het basisscherm wilt terugkeren, drukt u op
2:Goto
.
op willekeurige toets (niet de grafiektoetsen).
.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 18

De bewerkingstoetsen van de TI-83 Plus

Toets(en) Resultaat
of
~
of
}
y |
y ~
Í
|
Verplaatst de cursor naar links of naar rechts in een uitdrukking. Deze toetsen zijn repeterende toetsen.
Verplaatst de cursor van de ene regel naar de andere in een uitdrukking die meer dan één regel omvat. Deze toetsen zijn repeterende toetsen.
Op de eerste regel van een uitdrukking in het basisscherm verplaatst } de cursor naar het begin van de uitdrukking.
Op de laatste regel van een uitdrukking in het basisscherm verplaatst † de cursor naar het einde van de uitdrukking.
Verplaatst de cursor naar het begin van de uitdrukking Verplaatst de cursor naar het einde van de uitdrukking. Berekent een uitdrukking of voert een instructie uit. Wist, op een regel met tekst in het basisscherm, de actuele
regel. Wist, op een lege regel in het basisscherm, het gehele
basisscherm. In een specifiek scherm zal de uitdrukking of de waarde waarop
de cursor staat, gewist worden; de waarde nul wordt echter niet toegekend.
{
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 19
Wist het teken op de positie van de cursor; deze toets is een repeterende toets.
Toets(en) Resultaat
y 6
Verandert de cursor in een onderstreping (__); voegt tekens in vóór de onderstrepings- cursor; om het invoegen te beëindigen, drukt u op y 6 of op |, }, ~ of †.
y
ƒ
y 7
Verandert de cursor in Þ; de volgende toetsaanslag is de tweede functie van de toets (de bewerking staat in het geel aangeduid links boven de overeenkomstige toets); om de keuze van de tweede functie van de toets uit te schakelen, drukt u gewoon opnieuw y.
Verandert de cursor in Ø; de volgende toets die u indrukt, zal een alfanumeriek teken (aangeduid in het groen rechts boven de overeenkomstige toets) invoegen of de (zie hoofdstukken 10 en 11); als u de status uitschakelen, drukt u
ƒ, |, }, ~
of †.
-bewerking starten
SOLVE
ƒ
wilt
Verandert de cursor in Ø; schakelt vergrendeling van de alfanumerieke toetsen in; bij volgende toetsaanslagen (op een alfanumerieke toets) worden alfanumerieke -tekens ingevoegd; om de vergrendeling op te heffen, drukt u op
ƒ
. Indien u gevraagd wordt een naam in te voeren, bijvoorbeeld voor een groep of een programma, wordt de vergrendeling van de alfanumerieke toetsen automatisch ingesteld.
Druk op deze toets als u in de
T,
in de
Pol
-modus q of in de
Func
-modus X, in de
Seq
-modus n wilt invoegen.
Par
-modus
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 20

Instellen van de modi

De modus-instellingen controleren

De modusinstellingen bepalen hoe de TI-83 Plus getallen en grafieken moet tonen en interpreteren. De instellingen van de modus worden in het permanente geheugen (Constant Memory) opgeslagen wanneer u de
TI-83 Plus uitschakelt. Alle getallen, de items en elementen van matrices
en lijsten inbegrepen, worden getoond op de wijze die wordt bepaald door de op dat ogenblik ingestelde modusinstellingen.
Als u de modusinstellingen wilt bekijken, drukt u
z
. In het scherm staan de actuele instellingen geselecteerd, zodat u ze duidelijk kunt onderscheiden. In het onderstaande overzicht staan de standaardinstellingen gemarkeerd. Op de volgende pagina's vindt u een gedetailleerde beschrijving van de modusinstellingen.
Normal Sci Eng
Float 0123456789
Radian Degree
Func Par Pol Seq
Connected Dot
Sequential Simul
Real a+bi re^qi
Full Horiz G-T
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 21
De numerieke notatie Het aantal cijfers na het decimale teken De hoekeenheden Het type van de grafiekweergave Of punten al dan niet worden verbonden Of grafieken terzelfder tijd moetenworden geplot Hoe complexe getallen moetenworden weergegeven Volledig scherm of hoe het gesplitstescherm moet worden getoond

De modus-instellingen veranderen

Wanneer u de modusinstellingen wilt wijzigen, moet u als volgt te werk gaan.
1. Druk † of } om de cursor te verplaatsen naar de regel met de
instelling die u wilt wijzigen.
2. Druk ~ of | om de cursor te verplaatsen naar de gewenste
instelling.
3. Druk
Í
.

Een modus-instelling kiezen vanuit een programma

U kunt de instellingen voor de modi wijzigen of kiezen vanuit een programma door de naam van de modus als een instructie in te voeren, bijvoorbeeld
Func
of
Float
. Plaats de cursor op een lege regel in het programmascherm en kies de naam van de modus in het interactieve scherm voor modusselectie; de naam van de modus wordt op de positie van de cursor ingevoegd.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 22

Normal, Sci, Eng

De modi voor de notatie van de getallen beïnvloeden alleen de manier waarop een resultaat op het basisscherm wordt getoond. Getallen kunnen worden weergegeven met maximum 10 cijfers en een exponent van twee cijfers. U kunt een getal in elke notatie invoeren.
De notatiemodus
Normal
is het formaat dat we gewoonlijk voor getallen gebruiken: een aantal cijfers links en rechts van het decimale teken, bijvoorbeeld
12345.67
De (wetenschappelijke) notatiemodus
.
Sci
geeft getallen in twee delen weer: de beduidende cijfers (mantisse) worden steeds geschreven als een getal met één cijfer voor het decimale teken. Het tweede gedeelte is
E
de bijbehorende exponent van 10 en staat rechts van het teken bijvoorbeeld
1.234567E4
De (technische) notatiemodus
.
Eng
lijkt op de wetenschappelijke notatie,
,
maar hier kan het getal één, twee of drie cijfers voor het decimale teken hebben en is de exponent steeds een veelvoud van drie, bijvoorbeeld
12.34567E3
Opmerking: wanneer u de weergave Normal hebt gekozen en het resultaat
langer is dan 10 cijfers (of de absolute waarde kleiner is dan 0,001), schakelt de TI-83 Plus automatisch over op de wetenschappelijke notatie.
.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 23

Float, 0123456789

Float
Met de instelling
(vlottend decimaal teken) kunt u, met inbegrip van het teken en het decimale teken zelf, maximum 10 cijfers op het scherm weergeven.
Fix
Met de instelling steeds het gekozen aantal cijfers (
(vast aantal cijfers na het decimale teken) wordt
0
tot 9) rechts van het decimale teken
getoond. Plaats de cursor op het gewenste aantal decimale cijfers en
Í
druk
.
Deze instellingen voor decimale cijfers wordt toegepast voor alle notatiemodi.
De instelling voor het aantal decimale cijfers wordt voor de volgende getallen gebruikt:
resultaten die in het basisscherm worden weergegeven.
coördinaten op grafieken (zie hoofdstuk 3, 4, 5 en 6).
x
de vergelijking van de lijn en de waarden
DRAW
raaklijnfunctie in het menu
(zie hoofdstuk 8).
en
dy/dx
voor de
resultaten van
CALCULATE
-bewerkingen (zie hoofdstukken 3, 4, 5
en 6).
de elementen van een regressievergelijking die worden opgeslagen nadat het regressiemodel is uitgevoerd (zie hoofdstuk 12).
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 24

Radian, Degree

Met de hoekmodi bepaalt u hoe de TI-83 Plus hoekwaarden in trigonometrische functies en voor de conversie tussen poolcoördinaten en carthesische hoekeenheden interpreteert.
In de modus
Radian
worden de hoekwaarden als radialen
geïnterpreteerd. Ook de resultaten worden in radialen weergegeven. In de modus
Degree
worden de hoekwaarden als graden geïnterpreteerd.
De resultaten worden bijgevolg in graden uitgedrukt.

Func, Par, Pol, Seq

Met de grafische modi geeft u aan welke grafische parameters de
TI-83 Plus moet toepassen. In de hoofdstukken 3, 4, 5 en 6 vindt u een
gedetailleerde beschrijving van deze modi.
Func
In de grafische modus
Y
geplot, waarbij
uitgedrukt wordt als een functie van X (zie hoofdstuk 3).
In de grafische modus
X
geplot, waarbij
en Y functies van T zijn (zie hoofdstuk 4).
In de grafische modus
r
functies waarbij
wordt bepaald in functie van q (zie hoofdstuk 5).
(functie) wordt de grafiek van functies
Par
(parameters) wordt de grafiek van relaties
Pol
(poolcoördinaten) wordt de grafiek geplot van
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 25
In de grafische modus geplot (zie hoofdstuk 6).

Connected, Dot

Seq
(getallenrij) wordt de grafiek van getallenrijen
Met de plotmodus
Connected
(verbonden) geeft u aan dat een lijnstuk moet worden getekend tussen alle punten die voor de geselecteerde functies worden berekend.
Dot
Met de plotmodus
(beeldpunten) kunt u ervoor zorgen dat alleen die punten worden getekend, die voor de geselecteerde functies worden berekend.

Sequential, Simul

Met de grafische volgordemodus
Sequential
(opeenvolgend) laat u elke functie eerst volledig berekenen en in een grafiek weergeven vooraleer de volgende functie wordt berekend en de grafiek wordt getoond.
Simul
Met de grafische volgordemodus
X
een bepaalde waarde van
alle geselecteerde functies moeten worden
(simultaan) geeft u aan dat voor
berekend en de grafiek tegelijk moet worden geplot, en dat vervolgens
X
voor de volgende waarde in
de berekening en het plotten van de
grafiek moeten worden uitgevoerd.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 26
Opmerking:
TI-83 Plus zal alle statistische grafieken opeenvolgend plotten vooraleer de
grafieken van functies worden weergegeven.
Real, a+b
In de modus
ongeacht welke grafische modus u hebt geselecteerd, de
i
,
i
q
re^
Real
worden resultaten niet als complexe getallen weergegeven tenzij u de waarden in de vorm van complexe getallen hebt ingevoerd.
In de twee modi voor complexe getallen worden de resultaten wel als complexe getallen weergegeven:
in de modus
i
a+b
(modus voor complexe getallen in carthesische weergave) worden complexe getallen uitgedrukt en weergegeven als a+bi.
q
in de modus worden complexe getallen uitgedrukt en weergegeven als re^
i
re^
(modus voor complexe getallen in poolcoördinaten)
i
q
.

Full, Horiz, G-T

Full
Met de schermmodus
wordt het volledige scherm gebruikt om een
grafiek of een ander venster te tonen. In de modi voor een gesplitst scherm worden tegelijk twee vensters op
het scherm getoond:
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 27
in de modus
Horiz
(horizontaal) wordt de actuele grafiek in het bovenste deelvenster weergegeven; in het onderste deelvenster verschijnt het basisscherm of een ander venster (zie hoofdstuk 9).
in de modus
G-T
(grafiek/tabel) wordt de actuele grafiek in het linkerdeelvenster van het scherm weergegeven; in het deelvenster aan de rechterzijde verschijnt het tabelscherm (zie hoofdstuk 9).
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 28
Namen van variabelen gebruiken op de TI­83 Plus

Variabelen en gedefinieerde elementen

U kunt op de TI-83 Plus verscheidene typen van gegevens invoeren en gebruiken, waaronder reële en complexe getallen, matrices, lijsten, functies, statistische grafieken, grafische gegevensbestanden, grafiekbeelden en tekenreeksen.
De TI-83 Plus maakt gebruik van vooraf bepaalde en toegekende namen om variabelen en andere elementen in het geheugen op te slaan. Voor lijsten kunt u zelf ook bijkomende namen (maximum vijf tekens) opgeven.
Type variabele Namen
Reële getallen Complexe getallen Matrices Lijsten
Functies Parametervergelijkingen Functies in poolcoördinaten r Functies voor getallenrijen
, . . .,
A, B A, B
ãAä, ãBä, ãCä
L1, L2, L3, L4, L5, L6
gebruiker werden gedefinieerd
Y1, Y2
en
X1T
, r2, r3, r4, r5, r
1
u, v, w
Z
, . . .,
Z
, . . . ,
, . . . , Y9,
, . . . ,
Y1T
ãJä
en namen die door de
Y0
en
X6T
6
Y6T
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 29
Type variabele Namen
Statistische afbeeldingen Grafische gegevensbestanden Grafische beelden Tekenreeksen Apps Toepassingen
AppVars Toepassingsvariabelen Groepen Gegroepeerde variabelen Systeemvariabelen
Plot1, Plot2, Plot3 GDB1, GDB2 Pic1, Pic2 Str1, Str2
Xmin, Xmax
, . . . ,
, . . . ,
, . . . ,
en andere
Pic9, Pic0
Str9, Str0
GDB9, GDB0

Opmerkingen over variabelen

U kunt zoveel lijstnamen definiëren als er geheugen beschikbaar is (zie hoofdstuk 11).
Programma's krijgen een naam toegewezen die door de gebruiker wordt gedefinieerd en worden samen met de variabelen (zie hoofdstuk 16) in het geheugen opgeslagen.
Vanuit het basisscherm of een programma kunt u gegevens in een matrix (zie hoofdstuk 10), lijsten (zie hoofdstuk 11), tekenreeksen (zie hoofdstuk 15), systeemvariabelen zoals
TblStart
(zie hoofdstuk 7) en alle Y= functies (zie hoofdstuks 3, 4, 5 en
Xmax
(zie hoofdstuk 1),
6) opslaan.
Vanuit een bewerkingsscherm kunt u ook gegevens in matrices,
Y=
lijsten en
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 30
functies (zie hoofdstuk 3) bewaren.
Vanuit het basisscherm, een programma of een bewerkingsscherm kunt u een waarde opslaan in een element van een matrix of in een item van een lijst.
U kunt de instructies in het menu
DRAW STO
gebruiken om de tekeningen en gegevensbestanden van grafieken op te slaan en op te roepen (zie hoofdstuk 8).
Alhoewel de meeste variabelen gearchiveerd kunnen worden,
q
kunnen systeemvariabelen, met inbegrip van r, t, x, y en
niet
gearchiveerd worden (hoofdstuk 18)
Apps
zijn onafhankelijke toepassingen die zijn opgeslagen in Flash
ROM.
AppVars
is een opbergplaats voor variabelen, die gebruikt wordt voor het opslaan van variabelen die gecreëerd zijn door onafhankelijke toepassingen. Het is niet mogelijk variabelen te bewerken of te wijzigen in
AppVars
tenzij u dit doet via de toepassing
waarmee ze gecreëerd werden.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 31

Waarden in variabelen opslaan

Waarden in een variabele opslaan

De waarden in variabelen worden opgeslagen in het geheugen en opgeroepen aan de hand van de namen van de variabele. Wanneer een uitdrukking wordt berekend waarin de naam van een variabele voorkomt, dan zal de waarde worden gebruikt, die op dat ogenblik in de variabele werd opgeslagen.
Als u in het basisscherm of vanuit een programma een waarde in een variabele wilt opslaan met behulp van de toets regel beginnen en als volgt te werk gaan.
1. Voer de waarde in die u wilt opslaan. Voor deze waarde kunt u ook een uitdrukking invoeren.
¿
, moet u op een lege
2. Druk
3. Druk
4. Druk
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 32
¿
. Op de huidige positie van de cursor verschijnt !.
ƒ
deze waarde wilt opslaan.
Í
berekend. De waarde wordt nu in de variabele opgeslagen.
en vervolgens op de letter van de variabele waarin u
. Als u een uitdrukking hebt ingevoerd, wordt deze eerst

De waarde in de variabele tonen

Wanneer u de waarde in een variabele op het scherm wilt weergeven, moet u in het basisscherm op een lege regel de naam van de variabele invoeren en
Í
drukken.

Variabelen archiveren

U kunt gegevens, programma’s of andere variabelen archiveren in een gedeelte van het geheugen dat het gegevensarchief van de gebruiker wordt genoemd. Hier kunnen de variabelen niet per ongeluk bewerkt of gewist worden. In het archief opgeslagen variabelen zijn te herkennen aan een sterretje (*) links van de variabelenaam. Gearchiveerde variabelen kunnen niet bewerkt of uitgevoerd worden. Het is alleen mogelijk ze te bekijken of ze uit het archief te halen.
Indien u bijvoorbeeld lijst L1 archiveert, zult u zien dat L1 in het geheugen aanwezig is, maar indien u de lijst selecteert en de naam L1 in het basisscherm plakt, zal het niet mogelijk zijn de inhoud ervan te zien of de lijst te bewerken; hiervoor dient u hem eerst uit het archief te halen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 33

Waarden in variabelen oproepen

Met behulp van de instructie Recall (RCL)

Als u de inhoud van een variabele wilt oproepen en op de huidige positie van de cursor wilt invoegen, moet u als volgt te werk gaan. (Als u de instructie
Rcl
niet meer wilt gebruiken, drukt u
.)
1.Druk y
ã
RCLä
. Op de onderste regel van het scherm verschijnen
Rcl
en de bewerkingscursor.
2.Voer de naam van de variabele op één van de volgende manieren in:
ƒ
druk druk y
y
en de toets voor het nummer voor de lijstvariabele
druk op y
druk menu
gevolg door de eerste letter van de variabele;
LISTä
ã
en kies vervolgens de naam van de lijst (of druk
>
om het menu
VARS Y-VARS
en kies vervolgens de naam van de matrix;
VARS
op te roepen of
wilt oproepen; kies dan het type variabele en
 ~
L
L
1
6
-
);
als u het
vervolgens de naam van de variabele of de functie; druk
 |
en kies vervolgens de naam van het programma (dit
kunt u alleen in het programmascherm).
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 34
De naam van de variabele die u hebt gekozen wordt op de onderste regel ingevoegd en de cursor wordt weergegeven.
3. Druk
Í
. De inhoud van de variabele wordt ingevoegd op de positie waar de cursor zich bevond voor u aan deze procedure begon. U kunt de tekens in de uitdrukking veranderen zonder de waarde in het geheugen te wijzigen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 35

De geheugencel ENTRY (laatste invoer)

De laatste invoer (ENTRY) gebruiken

Wanneer u in het basisscherm
Í
drukt om een uitdrukking te berekenen of een instructie uit te voeren, wordt de uitdrukking of instructie opgeslagen in een specifieke ruimte in het geheugen dat
ENTRY
(laatste invoer) wordt genoemd. Wanneer u de TI-83 Plus uitschakelt, blijft de waarde in
Als u de waarde in
ENTRY
in het geheugen bewaard.
ENTRY
wilt oproepen, drukt u y
[
. De laatste invoer wordt dan ingevoegd op de huidige positie van de cursor, zodat u deze kunt bewerken en laten uitvoeren. Wanneer u zich in het basisscherm of een ander bewerkingsscherm bevindt, wordt de actuele lijn leeggemaakt en zal de laatste invoer op deze lijn worden ingevoegd.
Omdat de TI-83 Plus de geheugencel
Í
hebt gedrukt, kunt u de vorige invoer steeds oproepen zelfs
ENTRY
slechts aanpast nadat u
wanneer u reeds met de invoer van de volgende uitdrukking bent begonnen. Als u de inhoud van de geheugencel
ENTRY
oproept, vervangt
deze alles wat u reeds hebt ingevoerd.
Ã
5
7
Í y [
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 36

Een vorige invoer (ENTRY) oproepen

De TI-83 Plus bewaart zoveel mogelijk de eerder ingevoerde instructies en waarden in de geheugencel
ENTRY
. Deze heeft een maximale capaciteit van 128 bytes. Als u deze ingevoerde gegevens één voor één wilt doorlopen, drukt u telkens y
[
. Wanneer één enkel invoergegeven groter is dan 128 bytes, wordt deze gereserveerd voor de geheugencel
ENTRY
, maar niet echt in
ENTRY
bewaard.
¿ ƒ
1
Í
¿ ƒ
2
Í y [
Wanneer u y actuele regel vervangen. Als u y
A
B
[
drukt, zal de opgeroepen invoer de inhoud van de
[
drukt nadat de laatst opgeslagen invoer werd getoond, verschijnt de voordien opgeslagen invoer opnieuw, vervolgens de daarvoor opgeslagen invoer, enzovoort.
y [
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 37

De vorige invoer opnieuw uitvoeren

Nadat u de laatste invoer in het basisscherm hebt ingevoegd en deze (indien nodig) hebt gewijzigd, kunt u de invoer laten uitvoeren. Als u de laatste invoer wilt uitvoeren, drukt u
Í
.
Als u de getoonde invoer opnieuw wilt laten uitvoeren, drukt u opnieuw
Í
. Telkens u deze uitdrukking laat uitvoeren, verschijnt er een resultaat rechts op de desbetreffende lijn; de invoer zelf wordt niet opnieuw getoond.
¿ ƒ
0
Í ƒ Í Í Í
N
à 1
¿ ƒ
N
N
ƒ
ã:ä
ƒ
¡
N

Verscheidene ENTRY-opdrachten op één regel

Als u twee of meer uitdrukkingen of instructies op één regel wilt opslaan in de geheugencel
ENTRY
, moet u de uitdrukkingen of instructies telkens
van elkaar scheiden door middel van een dubbele punt en vervolgens
Í
gescheiden door dubbele punten, worden in
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 38
drukken. Alle uitdrukkingen en instructies die van elkaar worden
ENTRY
opgeslagen.
Wanneer u y
[
drukt, worden alle uitdrukkingen en instructies die van elkaar worden gescheiden door dubbele punten, op de huidige positie van de cursor ingevoegd. U kunt elk onderdeel van de invoer, indien nodig, bewerken en alle instructies of uitdrukkingen ervan laten uitvoeren door
Zoek voor de vergelijking A=pr2 de straal van een cirkel met een oppervlakte van 200 vierkante centimeter door telkens een andere waarde in te voeren en te testen. Begin met de waarde 8 als beginpunt.
Í
te drukken.
¿ ƒ
8
y [
y | Í
Ga zo verder totdat het resultaat de gewenste nauwkeurigheid bereikt.
7
R
ƒ
y 6 Ë
[:] y B
95
ƒ
R ¡
Í

De laatst invoer (ENTRY) wissen

Met de instructie
Clear Entries
wissen die de TI-83 Plus op dat ogenblik in de geheugencel
(zie hoofdstuk 18) kunt u alle gegevens
ENTRY
heeft
opgeslagen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 39

De geheugencel Ans (laatste resultaat)

Het laatste resultaat (Ans) in een uitdrukking gebruiken

Wanneer een uitdrukking vanuit het basisscherm of een programma met succes is berekend, bewaart de TI-83 Plus het resultaat in een
Ans
specifieke ruimte in het geheugen dat
Ans
genoemd. In de geheugencel
kan een reëel of complex getal, een lijst, een matrix of een tekenreeks worden bewaard. Wanneer u de
TI-83 Plus uitschakelt, blijft de waarde in
opgeslagen.
Ans
U kunt de variabele laatste resultaat. Druk y
bijna overal gebruiken als verwijzing naar het
Z
als u de naam van de variabele invoegen op de huidige positie van de cursor. Wanneer de uitdrukking dan wordt berekend, zal de TI-83 Plus de waarde opgeslagen in voor deze berekening gebruiken.
Bereken de oppervlakte van een aanplanting in de tuin van 1,7 meter op 4,2 meter. Bereken vervolgens de opbrengst per vierkante meter als de aanplanting totaal 147 tomaten oplevert.
(laatste resultaat) wordt
Ans
in het geheugen
Ans
Ans
wilt
Ë 7 ¯ 4 Ë
1
Í
¥ y
147
Í
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 40
2
Z

Een uitdrukking voortzetten

Ans
U kunt de waarde in volgende uitdrukking zonder de waarde of zelfs y
opnieuw gebruiken als eerste gegeven in de
Z
opnieuw te
moeten intypen. Voer op een lege regel in het basisscherm de functie in.
Ans
De TI-83 Plus zal de naam van de variabele
in het scherm invoegen,
gevolgd door de functie.
¥
5
2
Í
Ë
¯
9
9
Í

Resultaten opslaan

Ans
Wanneer u een resultaat wilt bewaren, moet u
opslaan in een a
variabele alvorens u een andere uitdrukking gaat berekenen.
Bereken de oppervlakte van een cirkel met een straal van 5 meter. Bereken vervolgens het volume van een cilinder met een straal van 5 meter en een hoogte van 3,3 meter, en bewaar het resultaat in de variabele V.
5
y Í ¯ Í ¿ ƒ Í
3
B
Ë
¡
3
V
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 41

De menu's van de TI-83 Plus

Een menu van de TI-83 Plus gebruiken

U kunt de meeste bewerkingen, die op de TI-83 Plus beschikbaar zijn, via menu's gebruiken. Wanneer u op een toets of een combinatie van toetsen drukt om een menu op te roepen, verschijnen op de bovenste regel van het scherm één of meer namen van menu's.
De menunaam links op de bovenste regel staat zichtbaar geselecteerd. In dit menu worden maximum zeven opties getoond,
1
beginnend met optie nummer
Een getal of een letter zal steeds overeenstemmen met de positie die elke optie in het menu inneemt. De volgorde is: van
0
vervolgens
PRGM EXEC
, gevolgd door A, B, C, enzovoort. In de menu's
PRGM EDIT
en
verschijnen alleen de opties 1 tot en met
gevolgd door 0.
Indien er meer opties in het menu beschikbaar zijn dan op het scherm kunnen worden getoond, staat er een pijl omlaag ( $ ) in plaats van de dubbele punt naast de optie die als laatste op het scherm wordt weergegeven.
, dat eveneens geselecteerd staat.
1
tot en met 9,
LIST NAMES
9
,
Wanneer er links van een menuoptie een sterretje (*) staat, betekent dit dat de betreffende optie is opgeslagen in het gegevensarchief van de gebruiker (hoofdstuk 18).
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 42
Als u een ander menu wilt kiezen dat op de bovenste regel in het scherm staat weergegeven, drukt u ~ of | totdat de naam van het gewenste menu geselecteerd staat. Waar de cursor zich precies in het eerste menu bevindt, is niet van belang. Als u het andere menu kiest, zal de cursor op de eerste optie staan.
Opmerking:
elke optie (bewerking) in elk menu en de toets of toetsencombinatie die u moet gebruiken om het overeenkomstige menu op te roepen.
Een menu tonen
in het overzicht van de menu's in appendix A vindt u elk menu,
De TI-83 Plus maakt gebruik van menu's die een volledig scherm vullen zodat u hierin vele instructies en functies kunt gebruiken. Het specifieke gebruik van de menu's wordt in de desbetreffende hoofdstukken uitgebreid behandeld.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 43
Wanneer u een menutoets indrukt, wordt het menu opgeroepen en vervangt dit tijdelijk het scherm waarmee u werkte. Als u bijvoorbeeld
MATH
verschijnt het menu
en vult dit het volledige
drukt,
scherm. Nadat u een optie in een menu hebt gekozen, keert
u meestal terug naar het scherm waarmee u werkte.
Van het ene menu overschakelen naar het andere
Een menutoets kan toegang geven tot meer dan één menu. Als u op een dergelijke toets drukt, worden de namen van alle beschikbare menu's op de bovenste regel in het scherm getoond. Als u een menunaam selecteert, verschijnen de opties in dat menu op het scherm. Druk ~ en | als u met de cursor de naam van een ander menu wilt selecteren.

Een menu doorlopen

Wanneer u de verschillende opties in een menu omlaag wilt doorlopen, moet u † drukken. Als u de vorige opties in het menu omhoog wilt doorlopen, drukt u }.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 44
Wanneer u telkens zes menu-opties omlaag wilt springen, drukt u
. Als u telkens zes menu-opties omhoog wilt springen, drukt u
ƒ
ƒ }
De groene pijlen tussen † en } zijn de symbolen PAGINA-OMHOOG en PAGINA-OMLAAG.
Als u rechtstreeks van de eerste optie in een menu wilt overschakelen naar de laatste optie, drukt u }. Wanneer u rechtstreeks van de laatste optie in het menu wilt overschakelen naar de eerste optie, drukt u †. In sommige menu's zal deze functie niet beschikbaar zijn.

Een optie in een menu kiezen

U kunt een optie in een menu op de volgende twee manieren kiezen:
druk op de toets voor het nummer of het letterteken van de optie die u wilt kiezen. Het is niet van belang waar de cursor zich op dat ogenblik in het menu bevindt en of de gekozen optie in het menu al dan niet op het scherm zichtbaar is;
druk † of } om de cursor te verplaatsen naar de optie die u wilt kiezen en druk vervolgens
Í
.
.
Nadat u een optie in een menu hebt gekozen, keert u op de TI-83 Plus gewoonlijk terug naar het vorige scherm.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 45
Opmerking:
alleen één van de eerste tien opties kiezen door de toets voor een getal van 1 tot en met 9 of 0 in te drukken. Druk op een alfabetisch letterteken of q als u de cursor wilt verplaatsen naar de eerste optie die met deze letter begint. Als er geen opties in het menu staan die met de ingedrukte letter beginnen, zal de cursor worden verplaatst naar de eerstvolgende optie in het menu.
Bereken
 † † † Í
¤
Í
27
in de menu's LIST NAMES, PRGM EXEC en PRGM EDIT kunt u
3
27.

Een menu verlaten zonder een keuze te maken

Wanneer u geen keuze in een menu wilt maken, kunt u dit menu steeds verlaten op één van de volgende vier manieren:
druk y
druk
druk op een toets of een toetsencombinatie voor een ander menu, bijvoorbeeld
druk op een toets of toetsencombinatie voor een ander scherm, bijvoorbeeld o of y
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 46
5
om terug te keren naar het basisscherm;
om terug te keren naar het vorige scherm;
of y
9
0
;
.

De menu's VARS en VARS Y-VARS

Het menu VARS

U kunt de namen van functies en systeemvariabelen in een uitdrukking invoeren of hierin rechtstreeks bepaalde waarden opslaan.
Druk menu
om het menu
VARS
kiest, zal een vervolgmenu verschijnen, waarin de namen
van de systeemvariabelen worden weergegeven. De opties
2:Zoom
VARS Y-VARS 1:Window...
2:Zoom...
3:GDB...
4:Picture...
5:Statistics..
.
6:Table...
7:String...
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 47
5:Statistics
en
De variabelen De variabelen De variabelen van de grafische gegevensbestanden De beeldvariabelen De variabelen XY, G, EQ,
De tabelvariabelen De tekenreeksvariabelen
VARS
op te roepen. Wanneer u een optie in het
bieden verscheidene vervolgmenu's.
X/Y, T/ ZX/ZY, ZT/Z
en
q
U/V/W
en
q
TEST
ZU
en
PTS
1:Window
,

Het menu VARS Y-VARS

 ~
Druk
1:Function, 2:Parametric
de namen van de
VARS Y-VARS 1:Function
2:Parametric
3:Polar
4:On/Off
...
om het menu
...
...
...
Y=
functies.
Geeft de namen van de Toont de namen van de Geeft de namen van de Met deze optie kunt u functies selecteren/deselecteren
VARS Y-VARS
3:Polar
of
op te roepen. Kiest u de optie
, dan verschijnt een vervolgmenu met
functies weer
Y
n
- en
X
T
n
functies weer
r
n
Y
n
functies
T
Opmerking: de variabelen voor getallenrijen (u, v, w) kunt u op het
toetsenbord terugvinden als de tweede functie van de toetsen ¬, − en ®.

Een naam uit het menu VARS of Y-VARS kiezen

Als u de naam van een variabele of functie uit het menu
VARS
of
Y-VARS
wilt kiezen, moet u als volgt te werk gaan.
1. Kies het menu
Druk Druk
 ~
VARS
om het menu
om het menu
of
Y-VARS
.
VARS
op te roepen.
VARS Y-VARS
op te roepen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 48
2. Kies de naam van het type variabele, bijvoorbeeld
menu
VARS
of
3:Polar
in het menu
VARS Y-VARS
. Er verschijnt een
vervolgmenu.
2:Zoom
in het
3. Als u de optie
1:Window, 2:Zoom
5:Statistics
of
in het menu
VARS
hebt gekozen, kunt u ~ of | drukken om andere vervolgmenu's op te roepen.
4. Kies de naam van de variabele uit het menu. Deze naam wordt op de huidige positie van de cursor ingevoegd.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 49

Het Equation Operating System (EOS)

De volgorde van de berekeningen

Het Equation Operating System (EOS) bepaalt de volgorde waarin de functies in uitdrukkingen op de TI-83 Plus worden ingevoerd en verwerkt. Dankzij het EOS kunt u getallen en functies op een eenvoudige en duidelijke manier invoeren.
Het EOS verwerkt de functies in een uitdrukking in deze volgorde.
1 Functies die aan het argument voorafgaan, zoals 2 Functies die na het argument worden ingevoerd, bijvoorbeeld 2,
,
(
sin(
of
log(
M
1
, !, ¡,
r
en conversies. 3 Machten en wortels, zoals 4 Permutaties (
) en combinaties (
nPr
2^5
of
5
x
nCr
32
.
). 5 Vermenigvuldiging, impliciete vermenigvuldiging en deling. 6 Optelling en aftrekking. 7 Vergelijkingsfuncties, zoals > of . 8 De logische operator 9 De logische operatoren or en
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 50
and
.
.
xor
Functies en bewerkingen die op hetzelfde prioriteitsniveau staan, worden door het EOS van links naar rechts verwerkt.
Berekeningen binnen haken worden eerst uitgewerkt.

Impliciete vermenig-vuldiging

De TI-83 Plus herkent impliciete vermenigvuldigingen, zodat u niet
¯
moet drukken om telkens de vermenigvuldiging aan te geven. Zo zal de
TI-83 Plus bijvoorbeeld
4 sin(46), 5(1+2)
,
, en
(2ä5)7
interpreteren als
p
2
impliciete vermenigvuldigingen.
Opmerking: de regels voor impliciete vermenigvuldiging van de TI-83 Plus zijn weliswaar gelijk aan die van de TI.83, maar verschillen van de regels van de TI.82. Voorbeeld: de TI-83 Plus berekent
berekent als
1à2X
1/(2äX)
(hoofdstuk 2).
1à2X
als
(1à2)äX
, terwijl de TI.82

Het gebruik van haakjes

Alle berekeningen tussen twee haakjes worden eerst uitgevoerd. Zo zal
4(1+2)
EOS bijvoorbeeld voor de uitdrukking
1+2
haakjes berekenen,
, en vervolgens het resultaat, 3, met
eerst het gedeelte tussen
4
vermenigvuldigen.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 51
U kunt op het einde van een uitdrukking de sluitende haakjes ( ) ) weglaten. Alle items na een open haakje worden automatisch gesloten aan het einde van de uitdrukking. Dit geldt eveneens vooraleer de instructies voor het opslaan en weergaveconversie worden uitgevoerd.
Opmerking: wanneer een lijstnaam, de naam van een matrix of een functienaam wordt gevolgd door een open haakje, is dit geen impliciete vermenigvuldiging. Hiermee wordt aangegeven dat de volgende waarden respectievelijk items in een lijst (zie hoofdstuk 11) of een matrix (zie hoofdstuk 10) zijn, of waarden zijn waarvoor de Y= functie wordt berekend.
Y=

Negatieve getallen invoeren

Als u een negatief getal wilt invoeren, moet u de negatieftoets gebruiken. Druk Ì en voer vervolgens het getal in. Op de TI-83 Plus bevindt de negatie (omkeren van het teken) zich op het derde prioriteitsniveau in de hiërarchie van het EOS. De functies van het eerste niveau, een machtsverheffing bijvoorbeeld, zullen dus voor het omkeren van het teken worden verwerkt.
2
X
M
Voorbeeld: de functie
geeft een negatief getal (of 0) als resultaat.
Gebruik haakjes als u een negatief getal wilt kwadrateren.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 52
Opmerking:
gebruik de toets ¹ als u getallen van elkaar wilt aftrekken en de
toets Ì als u een negatief getal wilt invoeren of het teken wilt omkeren. Als u
drukt om een negatief getal in te voeren, zoals 9 ¯ ¹ 7 of wanneer u
¹
Ì
drukt om de aftrekking aan te geven, zoals 9 Ì 7, zal er fout optreden. Als u
ƒ
A Ì
ƒ
vermenigvuldiging (
B indrukt, wordt dit geïnterpreteerd als een impliciete
M
).
A
B
ä
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 53

Elektronisch updaten met Flash technologie

De TI-83 Plus maakt gebruik van Flash technologie, voor
Zie voor details:
hoofdstuk 19
aanpassing aan toekomstige softwareversies, zonder dat u een nieuwe calculator hoeft te kopen.
Op het moment dat er nieuwe functies beschikbaar zijn, kunt u uw
TI-83 Plus aanpassen via het Internet. Toekomstige softwareversies
omvatten onder meer onderhouds-updates, die gratis ter beschikking zullen worden gesteld, en nieuwe toepassingen en belangrijke software­updates, die kunnen worden aangeschaft via de TI web site:
education.ti.com
1,56 Megabytes (MB) geheugenruimte beschikbaar
De TI-83 Plus beschikt over 1,56 MB geheugenruimte. Er is ongeveer 24 kilobytes
Zie voor details:
hoofdstuk 18
(KB) RAM (random access memory) beschikbaar voor het maken van berekeningen en om functies, programma’s en gegevens op te slaan.
Dankzij het gebruikersarchief van ongeveer 1,54 MB kunt gegevens, programma’s, toepassingen of andere variabelen opslaan op een veilige plek, waar ze niet per ongeluk bewerkt of gewist kunnen worden. Het is
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 54
ook mogelijk RAM vrij te maken door variabelen in het gebruikersarchief op te slaan.

Applicaties

U kunt applicaties installeren om de TI-83 Plus aan uw behoeften in de klas aan te passen. In
Zie voor details:
hoofdstuk 18
de grote geheugenruimte van 1,54 MB kunt u maximaal 94 applicaties tegelijk opslaan. Applicaties kunnen ook op een computer worden opgeslagen om later te worden gebruikt of om van eenheid naar eenheid over te zenden.

Archiveren

U kunt variabelen opslaan in het gebruikersarchief van de TI-83 Plus, een
Zie voor details:
hoofdstuk 18
beschermd geheugengebied, dat van het RAM gescheiden is. Met het gegevensarchief van de gebruiker kunt u:
gegevens, programma’s, toepassingen of willekeurige andere variabelen opslaan op een veilige lokatie, waar ze niet per ongeluk bewerkt of gewist kunnen worden.
extra vrij RAM creëren door variabelen in het archief op te slaan.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 55
Door variabelen, die niet vaak bewerkt hoeven te worden, in het archief op te slaan, kunt u RAM vrij maken voor toepassingen die extra geheugenruimte vereisen.

Calculator-Based Laboratory™ (CBL 2™, CBL™) en Calculator-Based Ranger™ (CBR™)

In de TI-83 Plus is de toepassing CBL/CBR reeds geïnstalleerd. Wanneer de TI-83 Plus
Zie voor details:
hoofdstuk 14
wordt gekoppeld met de (als optie verkrijgbare) CBL 2/CBL of CBR accessoires, kunt u hem gebruiken voor het analyseren van gegevens uit de realiteit.
Met CBL 2/CBL en CBR kunt u wiskundige en wetenschappelijke relaties tussen afstand, snelheid, versnelling en tijd onderzoeken aan de hand van gegevens die u heeft verzameld tijdens bepaalde activiteiten.
Het vers c h i l t u s s e n CBL 2/CBL en C BR is da t u m e t CBL 2/CBL gegevens verzamelt met behulp van verschillende “meters” die gegevens met betrekking tot temperatuur, licht, spanning en geluid (beweging) analyseren, terwijl de CBR voor het verzamelen van gegevens een ingebouwde geluidssonde gebruikt. De CBL 2/CBL en CBR accessoires kunnen gekoppeld worden om meer dan één type gegevens tegelijk te verzamelen. Meer informatie over
CBL 2/CBL en CBR
vindt u in de
betreffende gebruikershandboeken.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 56

Andere functies van de TI-83 Plus

In de Eerste Kennismaking heeft u kennis gemaakt met de eenvoudigste functies van de TI-83 Plus. Deze gids bespreekt de andere functies en mogelijkheden van de TI-83 Plus gedetailleerder.

Grafieken

U kunt maximaal 10 functies, zes parametervergelijkingen, zes functies in poolcoördinaten en drie getallenrijen opslaan, afbeelden en analyseren. Verder kunt u de
DRAW
opties in het menu
gebruiken om
Om details in grafieken weer te geven, raadpleeg
hoofdstuken 3, 4, 5, 6, 8
bijkomende informatie aan grafieken toe te kennen.
De hoofdstukken over het grafisch weergeven van gegevens staan in deze volgorde: Functie, Parametrisch, Polair, Serie, en DRAW.

Getallenrijen

U kunt getallenrijen genereren en deze in functie van de tijd in grafieken weergeven. U
Zie voor details:
hoofdstuk 6
kunt ze ook als webgrafieken of fasegrafieken afbeelden.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 57

Tabellen

U kunt waardentabellen creëren om functies te berekenen en zo verschillende functies
Zie voor details:
hoofdstuk 7
tegelijkertijd analyseren.

Gesplitst scherm

U kunt het scherm horizontaal splitsen zodat u naast een grafiek ook het overeenkomstige
Y=
scherm (bijvoorbeeld het het
STAT LIST
scherm of het basisscherm kunt
scherm), de tabel,
Zie voor details:
hoofdstuk 9
weergeven. Verder kunt u het scherm verticaal splitsen als u een grafiek samen met een tabel op het scherm wilt weergeven.

Matrices

U kunt maximaal 10 matrices invoeren en opslaan. Op deze matrices kunnen alle
Zie voor details:
hoofdstuk 10
standaardbewerkingen worden uitgevoerd.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 58

Lijsten

U kunt zoveel lijsten invoeren en opslaan als het geheugen toelaat, zodat u deze kunt gebruiken
Zie voor details:
hoofdstuk 11
voor statistische analyses. U kunt ook formules aan de lijsten koppelen als u automatische berekeningen wilt uitvoeren. U kunt lijsten gebruiken om tegelijkertijd voor verschillende waarden bepaalde uitdrukkingen te berekenen en een familie van krommen af te beelden.

Statistieken

U kunt één- en tweedimensionale statistische analyses uitvoeren op basis van lijsten, met
Zie voor details:
hoofdstuk 12
inbegrip van logistieke en regressieanalyses. U kunt de gegevens in een histogram, een lijndiagram, spreidingsdiagram, aangepast of normale staafdiagram met sprieten of een gewone kansverdelingsdiagram afbeelden. U kunt maximaal drie statistische plots definiëren en opslaan.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 59

Inductieve statistieken

U kunt 16 hypothesetests en betrouwbaarheidsintervallen en 15
Zie voor details:
hoofdstuk 13
verdelingsfuncties gebruiken. U kunt de resultaten van de hypothesetests zowel grafisch als in numerieke waarden weergeven.

Toepassingen

U kunt toepassingen als bijvoorbeeld Finance, CBL 2/CBL, of CBR gebruiken. Met de
Zie voor details:
hoofdstuk 14
toepassing Finance kunt u TVM-functies (tijd­geldwaarde) gebruiken om financiële bewerkingen zoals annuïteiten, leningen, hypotheken, leasing en spaarschema’s te analyseren. U kunt de waarde van geld over gelijke periodes analyseren met behulp van cash flow functies. U kunt leningen aflossen met de aflosfuncties. Met de CBL/CBR toepassingen en de CBL 2/CBL of CBR accessoires (als optie verkrijgbaar) kunt u verschillende instrumenten gebruiken om meetgegevens te verzamelen.
Uw TI-83 Plus wordt niet alleen geleverd met bovenstaande applicaties, maar ook met Flash applicaties. Druk op
Œ
om de volledige lijst
applicaties die bij uw rekenmachine zijn geleverd te zien.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 60
U kunt de documentatie van de TI Flash applicaties op de TI Hulpmiddelen CD vinden. Bezoek
education.ti.com/guides
voor
additionele handleidingen van Flash applicaties.

CATALOG

De
CATALOG
is een handige alfabetische lijst van alle functies en instructies van de
TI-83 Plus. Elke functie of instructie uit de
CATALOG
kunt u op de huidige positie van de
cursor invoegen.

Programmeren

U kunt programma's invoeren en opslaan die uitgebreide instructies voor besturing en in- en uitvoer bevatten.

Archiveren

Hiermee kunt u gegevens, programma’s of andere variabelen opslaan in een gegevensarchief van de gebruiker, waar ze niet per ongeluk bewerkt of gewist kunnen worden.
Zie voor details:
hoofdstuk 15
Zie voor details:
hoofdstuk 16
Zie voor details:
hoofdstuk 16
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 61
Door gegevens te archiveren kunt u ook RAM vrijmaken voor variabelen die extra geheugenruimte vereisen. In het archief opgeslagen variabelen zijn te herkennen aan een sterretje (*) links van de variabelenaam.
In het archief opgeslagen variabelen zijn te herkennen aan een sterretje (*) links van
(hoofdstuk 16)
de
.

Communicatiepoort

De TI-83 Plus beschikt over een poort voor aansluiting op en communicatie met een andere
-
TI-83 Plus, een TI.83, een TI
82, een TI-73, een
Zie voor details:
hoofdstuk 19
CBL 2/CBL, of een CBR. Voor dit doel wordt bij de TI-83 Plus een verbindingskabel geleverd waarmee de apparaten aan elkaar gekoppeld kunnen worden (hoofdstuk 19).
TI-GRAPH LINK
Met
(bijgeleverd) kunt u de TI-83 Plus ook met een PC verbinden. Op h e t m o m e n t d a t t o e k o m s t i g e s o f t w a r e upgrades beschikbaar zul l e n z i j n o p d e TI web site, kun t u d e s o f t w a r e d o w n l oaden op uw PC en vervolgens
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 62
TI-GRAPH LINK
gebruiken om uw TI-83 Plus te upgraden.

Foutmeldingen

Een diagnose voor een fout stellen

De TI-83 Plus kan fouten ontdekken wanneer:
een uitdrukking wordt berekend;
een instructie wordt uitgevoerd;
een grafiek wordt geplot, en
een waarde wordt opgeslagen.
Wanneer de TI-83 Plus een fout ontdekt, verschijnt een foutmelding in de vorm van een menutitel, bijvoorbeeld
ERR:SYNTAX
appendix B vindt u een beschrijving van elk fouttype en de mogelijke oorzaken van de fout.
ERR:DOMAIN
. of
. In
Als u de optie
1:Quit
kiest (of y
5
of
drukt), keert u terug
naar het basisscherm.
Als u de optie
2:Goto
kiest, keert u terug naar het vorige scherm en
zal de cursor zich op of nabij de foutieve instructie bevinden.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 63
Opmerking
wordt gevonden in een Y= functie, keert u met de optie scherm, niet naar het programma.
: als er tijdens de uitvoering van het programma een syntaxisfout
terug naar het Y=
Goto

Een fout verbeteren

Als u een fout wilt verbeteren, moet u als volgt te werk gaan.
fouttype
1. Noteer het fouttype (
ERR:
).
2. Kies de optie
2:Goto
indien deze beschikbaar is. U keert terug naar het vorige scherm en de cursor bevindt zich nu op of nabij de positie van de foutieve instructie.
3. Zoek de oorzaak van de fout. Als de fout niet onmiddellijk duidelijk is, moet u appendix B raadplegen.
4. Verbeter de foutieve uitdrukking.
TI-83 Plus De werking van de TI-83 Plus Silver Edition 64

Hoofdstuk 2: Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen

Kennismaking: een muntstuk opgooien

Deze kennismaking is een beknopte inleiding. Lees het vervolg van dit hoofdstuk voor meer gedetailleerde informatie.
Veronderstel dat u een kansmodel wilt opstellen voor het 10 maal opgooien van een muntstuk. U wilt weten hoeveel van deze 10 beurten resulteren in kruis. U wilt deze simulatie 40 maal laten uitvoeren. Tenzij u een vals muntstuk gebruikt, is de kans dat het muntstuk kruis oplevert 0,5 en de kans op munt 0,5.
1. Begin in het basisscherm. Druk menu optie
MATH PRB
7:randBin(
op te roepen. Druk 7 om de
(willekeurige tweeterm) te
 |
om het
kiezen. In het basisscherm wordt de opdracht
randBin(
beurten in te voeren. Druk ¢. Druk kans op kruis in te voeren. Druk ¢. Druk
ingevoegd. Druk 10 om het aantal
5
Ë
om de
40
om
het aantal simulaties in te voeren. Druk nu ¤.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 65
2. Druk op
Í
om de uitdrukking te berekenen. Er wordt een lijst van 40 elementen gegenereerd, waarvan de eerste 7 worden weergegeven. De lijst bevat het aantal resultaten "kruis" voor elke reeks van 10 muntworpen. Deze lijst bevat 40 items omdat de simulatie 40 maal werd uitgevoerd. In dit voorbeeld gaf het opwerpen van het muntstuk dit resultaat: vijfmaal kruis in de eerste reeks van 10 beurten, vijfmaal in de tweede reeks van 10 beurten, enzovoort.
3. Druk op ~ of op | om de volgende aantallen 'kruis' in de lijst te bekijken. Een
...
weglatingsteken (
) geeft aan dat de lijst meer elementen bevat dan op het scherm kunnen worden getoond.
4. Druk op
¿ y
op te slaan onder de lijstnaam
Í
ã
L1ä
om de gegevens
L1
. U kunt de gegevens vervolgens gebruiken voor een andere activiteit, bijvoorbeeld het tekenen van een histogram (hoofdstuk 12).
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 66
Opmerking:
omdat met de instructie
randBin
(
willekeurige getallen worden gegenereerd, kunnen de items in uw lijst verschillend zijn van de items in het voorbeeld.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 67

Wiskundige bewerkingen op het toetsenbord

Wiskundige bewerkingen met lijsten gebruiken

Wiskundige bewerkingen die u kunt toepassen op lijsten, zullen ook een resultaat opleveren in de vorm van een lijst waarvan de items werden berekend op basis van een één-voor-één-relatie. Wanneer u twee lijsten in dezelfde uitdrukking gebruikt, moeten deze een gelijk aantal items bevatten.
+ (optelling), N (aftrekking), ä (vermenig-, vuldiging), à (deling)
N
U kunt + (optelling, Ã),
à
(deling, ¥) toepassen op reële en complexe getallen, uitdrukkingen,
lijsten en matrices. Voor matrices kunt u
waardeA+waardeB waardeANwaardeB
ä
waardeA
waardeB waardeAàwaardeB
(aftrekking, ¹), ä (vermenigvuldiging, ¯) en
à
echter niet gebruiken.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 68

Trigono-metrische functies

Trigonometrische functies (sinus,
˜
; cosinus,
; tangens,
š
) kunt u toepassen op reële getallen, uitdrukkingen en lijsten. De actuele instelling voor de hoekmodus zal bepalend zijn voor de manier waarop de waarden worden geïnterpreteerd. Zo zal bijvoorbeeld de uitdrukking
sin(30) Degree
sin(
waarde
in de modus
zal het resultaat .5 zijn.
) cos(
Radian
waarde
resulteren in
) tan(
.9880316241
L
waarde
; in de modus
)
U kunt de inverse trigonometrische functies (boogsinus, y ?; boogcosinus, y
; en boogtangens, y A) toepassen op reële
@
getallen, uitdrukkingen en lijsten. De actuele instelling van de hoekmodus zal bepalend zijn voor de manier waarop de waarden worden geïnterpreteerd.
L
1
sin
(
waarde
) cos
Opmerking: u kunt de trigonometrische functies niet gebruiken voor complexe
getallen.
L
1
(
waarde
) tan
L
1
(
waarde
)
^ (macht), 2 (kwadraat), ‡( (vierkants-wortel)
U kunt de functies ^ (macht, ›),
y C
) gebruiken voor reële en complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten
en matrices. Voor matrices kunt u
waarde^macht waarde
2
2
(kwadraat, ¡) en
(
echter niet gebruiken.
(
waarde
(
(vierkantswortel,
)
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 69
1
L

(inverse functie)

1
L
U kunt de functie
(inverse functie, œ) toepassen op reële en
complexe getallen, uitdrukkingen, lijsten en matrices. De inverse functie
à
x
van de vermenigvuldiging is hetzelfde als 1
1
waarde
L
.

log(, 10^(, ln(

log(
U kunt de functies
ln(
(natuurlijke logaritme, µ) toepassen op reële of complexe getallen,
(logaritme,
«
^(
10
),
(macht van 10,
y
G) en
uitdrukkingen of lijsten.
log(
waarde
)
10
^(
) ln(
macht
waarde
)

e^( (exponentiële functie)

e^(
De functie bepaalde macht. U kunt
(exponentiële, y J) resulteert in de constante e tot een
e^(
toepassen op reële of complexe getallen,
uitdrukkingen en lijsten.
e^(
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 70
macht
)

e (constante)

e
(constante, y [e]) is in het geheugen van de TI-83 Plus opgeslagen
e
als een constante waarde. Druk y [
] als u e wilt invoegen op de
huidige positie van de cursor. In de berekeningen zal de TI-83 Plus de
e
waarde 2,718281828459 voor
(teken-omkering)
L
L
De functie
waarde
L
waarde
(tekenomkering, Ì) resulteert in de negatieve waarde van
en kan een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix zijn.
gebruiken.
De EOS-regels (zie hoofdstuk 1) bepalen wanneer de tekenomkering
2
L
A
wordt berekend. Zo zal bijvoorbeeld
een negatief getal als resultaat opleveren, omdat het kwadraat voor de tekenomkering wordt berekend. Gebruik dus haakjes wanneer u een negatief getal wilt kwadrateren,
2
(LA)
bijvoorbeeld
.
Opmerking: op de TI-83 Plus is het symbool voor de tekenomkering (M) korter en hoger geplaatst ten opzichte van het symbool voor de aftrekking (N).
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 71

(Pi)

p
p
(Pi) is als een constante opgeslagen in het geheugen van de
p
TI-83 Plus. Druk y B als u het symbool
wilt invoegen op de huidige
positie van de cursor. In berekeningen gebruikt de TI-83 Plus de waarde
p
3,1415926535898 voor
.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 72

Wiskundige bewerkingen in het menu MATH

Het menu MATH

MATH
Om het menu
MATH NUM CPX PRB
4
Frac
1:
2:4Dec
3
3:
3
(
4:
x
5:
6:fMin(
7:fMax(
8:nDeriv(
9:fnInt(
0:Solver
Frac, 4Dec
4
Frac
4
waarde
...
(breuk tonen) toont een resultaat als het rationele equivalent.
kan hierbij een reëel of complex getal, een uitdrukking, lijst of
op te roepen, drukt u
Toont resultaat in breukvorm Toont resultaat in decimale vorm Berekent de derde macht Berekent de derdemachtswortel Berekent de Het minimum van een functie Het maximum van een functie Berekent de numerieke afgeleide Berekent de integraal van de functie Toont de vergelijkingsoplosser
de
-machtswortel
x
.
matrix zijn. Wanneer het resultaat niet kan worden herleid tot een eenvoudige vorm of de resulterende noemer uit meer dan drie cijfers bestaat, wordt de waarde in decimale vorm weergegeven. U kunt de
Frac
functie
4
alleen na
waarde
plaatsen.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 73
Frac
waarde
4
4
Dec
(decimale weergave) toont een resultaat in decimale vorm. Deze
waarde kan een reëel of complex getal, een uitdrukking, lijst of matrix
4
zijn. U kunt de functie
4
waarde
Dec
Dec
alleen na
waarde
plaatsen.
3
(derde macht),
3
(derde macht) berekent de derde macht van een reëel of complex
3
( (derdemachts-wortel)
getal, een uitdrukking, lijst of vierkante matrix.
waarde
3
3
(
(derdemachtswortel) berekent de derdemachtswortel van een reëel
of complex getal, een uitdrukking of een lijst.
3
(
waarde
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 74
)
x

(machtswortel)

x
(machtswortel) berekent de xde
getal, een uitdrukking of een lijst.
de
machtswortel
x
x
waarde

fMin(, fMax(

machtswortel
van een reëel of complex
fMin(
(minimum) en waarde waarvoor functie van
fMax(
mogen niet voorkomen in
variabele
berekening wordt bepaald door opgegeven, is de standaardinstelling 1
fMin(
uitdrukking,variabele,ondergrens,bovengrens
fMax(
uitdrukking,variabele,ondergrens,bovengrens
Opmerking: in deze handleiding worden optionele argumenten en de komma's als scheidingstekens weergegeven tussen vierkante haakjes ([ ]).
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 75
fMax(
(maximum) berekenen respectievelijk de
uitdrukking
de minimum- of maximumwaarde bereikt in
, die varieert tussen
uitdrukking tolerantie
ondergrens
bovengrens
en
. De nauwkeurigheid van de
(wanneer deze niet wordt
â
N
5).
,
tolerantie
[
,
tolerantie
[
)
]
)
]
fMin(
.
en

nDeriv(

nDeriv(
afgeleide van
waarde
(indien deze niet werd opgegeven, is de standaardinstelling 1
nDeriv(
nDeriv(
(numerieke afgeleide) berekent een benaderde waarde van de
uitdrukking
in functie van
variabele
, voor de opgegeven
waarvoor de afgeleide moet worden berekend en een bepaalde
N
â
3).
,
)
uitdrukking,variabele,waarde
H
[
]
gebruikt bij deze berekening de methode van het symmetrische differentiequotiënt, waarbij de waarde van de numerieke afgeleide zo dicht mogelijk wordt benaderd aan de hand van de richtingscoëfficiënt van de snijlijn door deze punten.
)(()(
εε
+
=
)('
xf
xfxf
2
ε
Hoe kleiner H, hoe nauwkeuriger de benadering wordt.
H
U kunt de functie
nDeriv(
slechts eenmaal gebruiken in
Wegens de toegepaste methode bij het berekenen van
uitdrukking
nDeriv(
, is het
.
mogelijk dat de TI-83 Plus een incorrecte waarde voor de afgeleide als resultaat zal hebben in een niet-differentieerbaar punt.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 76

fnInt(

fnInt(
(integraalfunctie) berekent de numerieke integraal (volgens de
Gauss-Kronrodmethode) van
ondergrens
tot de
bovengrens
en voor een gegeven
uitdrukking
in functie van
niet werd opgegeven, is de standaardinstelling 1
variabele
tolerantie
fnInt(
â
N
5).
(wanneer deze
geldig voor reële getallen.
, van de
is alleen
fnInt(
uitdrukking,variabele,ondergrens,bovengrens
Tip: om het plotten van integraalgrafieken te versnellen (wanneer de functie fnInt( wordt gebruikt in een Y=-vergelijking), moet u de waarde van de
venstervariabele Xres verhogen vooraleer u
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 77
,
tolerantie
[
s
drukt.
)
]

De vergelijkingsoplosser gebruiken

Solver

Met de optie
Solver
kunt u de vergelijkingsoplosser op het scherm oproepen, waarin u een vergelijking kunt oplossen voor elke variabele. Hierbij wordt verondersteld dat de vergelijking gelijk is aan nul.
Wanneer u de optie
Solver
kiest, verschijnt één van deze twee
schermen:
het vergelijkingsscherm (zie stap 1 in de onderstaande illustratie)
eqn
wordt getoond wanneer de vergelijkingsvariabele
het interactieve vergelijkingsscherm verschijnt wanneer u een
eqn
vergelijking in de variabele
hebt opgeslagen.
leeg is;

Een uitdrukking invoeren in de vergelijkings-oplosser

Wanneer u een uitdrukking in de vergelijkingsoplosser wilt invoeren,
eqn
vanuit de veronderstelling dat de variabele
leeg is, moet u als volgt
te werk gaan.
1. Kies in het menu
MATH
de optie
0:Solver
om het vergelijkingsscherm
op te roepen.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 78
2. Voer de uitdrukking op één van de volgende manieren in:
voer de uitdrukking rechtstreeks in de vergelijkingsoplosser in;
voeg in de vergelijkingsoplosser een naam van een in door deze te kiezen in het menu
druk y kiezen in het menu
K
, voeg de naam van een
VARS Y-VARS
VARS Y-VARS
Y=
-variabele in door deze te
en druk vervolgens
uitdrukking wordt dan in de vergelijkingsoplosser ingevoegd.
De uitdrukking zal worden opgeslagen in de variabele deze invoert.
3. Druk
Í
of †. Het interactieve vergelijkingsscherm wordt
weergegeven.
De vergelijking die werd opgeslagen in
eqn
bovenste regel en is gelijk aan nul.
Y=
-variabele
;
Í
eqn
. De
zoals u
verschijnt nu op de
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 79
De variabelen in de vergelijking worden weergegeven in de volgorde waarin deze in de vergelijking voorkomen. De waarden die in de getoonde variabelen werden opgeslagen, worden eveneens weergegeven.
De standaardwaarden voor de onder- en bovengrens verschijnen op de laatste regel in het scherm (
Het symbool $ wordt op de onderste regel in de eerste kolom
bound={L1å99,1å99}
).
weergegeven wanneer het vergelijkingsscherm meer regels bevat dan op het scherm kunnen worden getoond.
Tip: als u de vergelijkingsoplosser wilt gebruiken om een vergelijking als
2
bijvoorbeeld K=.5MV vergelijkingsscherm.
te bereken, moet u eqn:0=KN.5MV2 invoeren in het

Waarden voor variabelen invoeren en bewerken

Wanneer u een waarde voor een variabele invoert in het interactieve oplosserscherm, wordt de nieuwe waarde in deze variabele in het geheugen opgeslagen.
U kunt ook een uitdrukking invoeren als de waarde voor deze variabele. Deze wordt dan berekend wanneer u overschakelt naar de volgende variabele. Uitdrukkingen moeten steeds reële getallen als resultaat opleveren in elke fase van de iteratie.
U kunt vergelijkingen steeds opslaan in de functievariabelen
Y1
bijvoorbeeld
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 80
of r6, om naar deze Y=-variabelen in de vergelijking
VARS Y-VARS
,
eventueel te verwijzen. In het interactieve oplosserscherm verschijnen
Y=
alle variabelen van alle
functies waarnaar in de vergelijking wordt
verwezen.

Een variabele berekenen in de vergelijkings-oplosser

Wanneer u met behulp van de vergelijkingsoplosser een variabele wilt
eqn
berekenen nadat een vergelijking in
werd opgeslagen, moet u als
volgt te werk gaan.
1. Kies in het menu
MATH
de optie
0:Solver
om het interactieve
oplosserscherm op te roepen indien dit nog niet wordt getoond.
2. Voer nu de waarde van elke gekende variabele in of breng de nodige
wijzigingen aan. U moet aan alle variabelen, met uitzondering van de
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 81
ongekende variabele, een waarde toekennen. Om de cursor te verplaatsen naar de volgende variabele, moet u
Í
of † drukken.
3. Voer een eerste testwaarde in voor de ongekende variabele die u wilt
oplossen. U bent niet verplicht deze beginwaarde in te voeren, maar het kan de oplossingsprocedure versnellen. Voor vergelijkingen met meer dan één oplossing zal de TI-83 Plus trachten de oplossing te tonen die het dichtst uw testwaarde benadert.
upper+lower
De standaardtestwaarde wordt berekend als
(
2
)
.
4. Wijzig
bound={
ondergrens,bovengrens
}
ondergrens
.
bovengrens
en
zijn de grenzen waartussen de TI-83 Plus naar een oplossing zoekt. Ook deze grenzen bent u niet verplicht in te voeren, maar kunnen er eveneens toe leiden dat de oplossing sneller wordt gevonden. De standaardwaarde is
bound={L1å99,1å99}
.
5. Verplaats de cursor naar de ongekende variabele waarvoor u de oplossing zoekt en druk vervolgens
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 82
ƒ \
.
De oplossing wordt weergegeven naast de variabele die u zoekt. Een vol vierkantje in de eerste kolom duidt de ongekende variabele aan waarvoor u de oplossingsprocedure hebt uitgevoerd en geeft aan dat de vergelijking in evenwicht is. Indien er een weglatingsteken verschijnt, betekent dit dat de waarde langer is dan op het scherm kan worden weergegeven.
De waarden van de variabelen worden in het geheugen bijgewerkt.
Op de laatste regel van het scherm verschijnt
leftNrt=
versch. versch
is het verschil tussen de linker- en rechterlid van de vergelijking. Een vol vierkantje in de eerste kolom naast de functie
leftNrt=
geeft aan dat de vergelijking werd berekend voor de nieuwe waarde van de ongekende variabele die u met deze oplossingsprocedure zoekt.

Vergelijkingen bewerken die in eqn werden opgeslagen

eqn
Wanneer u een vergelijking, die werd opgeslagen in
, wilt bewerken terwijl u in de interactieve vergelijkingsoplosser aan het werken bent, moet u } drukken totdat het vergelijkingsscherm wordt weergegeven. U kunt dan de vergelijking bewerken.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 83

Vergelijkingen met meer dan één oplossing

Sommige vergelijkingen hebben meer dan één oplossing. U kunt opnieuw een eerste testwaarde of een andere grenswaarde invoeren als u bijkomende oplossingen wilt vinden.

Andere oplossingen

Nadat u de oplossing voor een variabele hebt gevonden, kunt u in het interactieve oplosserscherm verder blijven zoeken naar oplossingen. Wijzig de waarden van één of meer variabelen. Wanneer u de waarde van een variabele bewerkt, verdwijnen de volle vierkantjes naast de vorige oplossing en de functie
leftNrt=
variabele waarvoor u nu een oplossing wilt zoeken en druk
versch
. Verplaats de cursor naar de
ƒ \

Het zoekproces van solve( besturen

De TI-83 Plus zoekt naar de oplossing van vergelijkingen door middel van een iteratief proces. Als u dit proces wilt besturen, moet u grenzen invoeren die de oplossing zo dicht mogelijk benaderen en een eerste testwaarde opgeven die in het interval tussen deze grenzen ligt. Op deze manier wordt de oplossing sneller gevonden. Zo geeft u ook aan welke oplossing u wilt vinden voor vergelijkingen waarvoor meer dan één oplossing bestaat.
.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 84

solve( gebruiken in het basisscherm of een programma

U kunt
solve(
programma.
uitdrukking
bovengrens
en standaardwaarde voor
bovengrens
solve(
uitdrukking,variabele,testwaarde
alleen oproepen vanuit de
solve(
berekent een oplossing (wortel) voor
, op basis van een eerste
waartussen de oplossing wordt gezocht. De
ondergrens
is 1â99.
Er wordt verondersteld dat
variabele
zal niet in het geheugen worden aangepast.
is L1â99. De standaardwaarde voor
,{
[
uitdrukking
CATALOG
testwaarde
ondergrens,bovengrens
of vanuit een
variabele
, en de grenzen
}])
ondergrens
gelijk is aan nul. De waarde in
testwaarde
kan een
in
waarde of een lijst van twee waarden zijn. De waarden moeten voor elke variabele in ongekende
ondergrens
en
uitdrukking
variabele
bovengrens
worden opgeslagen, met uitzondering van de
, vooraleer
uitdrukking
wordt berekend. U moet
opgeven in de vorm van een lijst.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 85

Bewerkingen in het menu MATH NUM (getallen)

Het menu MATH NUM

Om het menu
MATH NUM CPX PRB 1:abs(
2:round(
3:iPart(
4:fPart(
5:int(
6:min(
7:max(
8:lcm(
9:gcd(
MATH NUM
op te roepen, drukt u
De absolute waarde Getal afronden Geheel deel van het getal Decimaal deel van het getal Grootste geheel getal Minimumwaarde Maximumwaarde Kleinste gemene veelvoud Grootste gemene deler
 ~
.

abs(

abs(
De functie
(absolute waarde) resulteert in de absolute waarde van een reëel getal, de modulus van een complex getal, van een uitdrukking, lijst of matrix.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 86
abs(
waarde
Opmerking: abs( is een functie die u ook in het menu MATH CPX kunt kiezen.
)

round(

De functie
round(
wordt afgerond tot wordt
waarde
resulteert in een getal, uitdrukking, lijst of matrix die
#decimalen
(9). Wanneer u
#decimalen
niet opgeeft,
afgerond tot het aantal cijfers dat wordt getoond met een
maximum van 10 cijfers.
round(
waarde
,
#decimalen
[
)
]

iPart(, fPart(

iPart(
De functie
(geheel deel) resulteert in het gehele deel of de gehele
delen van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 87
iPart(
waarde
fPart(
(decimaal deel) geeft het decimale gedeelte of de decimale
)
gedeelten van een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix als resultaat.
fPart(
waarde
)

int(

int(
De functie
(grootste geheel getal) resulteert in het grootste geheel
getal  een reëel of complex getal, uitdrukking, lijst of matrix.
int(
waarde
Opmerking: int( levert hetzelfde resultaat als iPart( voor niet-negatieve getallen en voor negatieve gehele getallen, maar voor negatieve getallen die niet geheel zijn, is het resultaat een eenheid kleiner dan het resultaat van
iPart(.
)

min(, max(

min(
De functie
waardeA
en
(minimumwaarde) resulteert in de kleinste waarde van
waardeB
of het kleinste element in
lijst
. Indien
lijstA
en
lijstB
met
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 88
elkaar worden vergeleken, geeft voor elk paar van lijstelementen als resultaat. Wanneer met elkaar worden vergeleken, zal de functie vergelijken met
De functie
waardeA
en
waarde
max(
(maximumwaarde) resulteert in de grootste waarde van
waardeB
.
of het grootste element in
met elkaar worden vergeleken, geeft
min(
een lijst van de kleinste waarden
lijst
en
min(
elk element in
lijst
. Indien
max(
een lijst van de grootste
lijstA
waarde
en
waarden voor elk paar van lijstelementen als resultaat. Wanneer
waarde lijst
met elkaar worden vergeleken, zal de functie
vergelijken met
waarde
.
max(
elk element in
lijst
lijstB
lijst
en
min(
waardeA,waardeB
min( min( min(
) max(
lijst lijstA,lijstB lijst,waarde
) max(
) max(
) max(
waardeA,waardeB
)
lijst lijstA,lijstB lijst,waarde
)
)
)

lcm(, gcd(

De functie
waardeB
en zijn. Indien
lcm(
resulteert in het kleinste gemene veelvoud van
, waarbij deze allebei niet-negatieve, gehele getallen moeten
lijstA
wordt vergeleken met
lijstB
, zal de functie
waardeA
lcm(
resulteren
in een lijst van de kleinste gemene veelvouden voor elk paar
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 89
lijstelementen. Wanneer
lijst
element in
vergelijken met
lijst
wordt vergeleken met
waarde
.
waarde
, zal
lcm(
elk
De functie
waardeB
Indien
, waarbij deze allebei niet-negatieve, gehele getallen moeten zijn.
lijstA
gcd(
resulteert in de grootste gemene deler van
wordt vergeleken met
lijstB
, zal de functie
waardeA
gcd(
resulteren in
en
een lijst van de grootste gemene delers voor elk paar lijstelementen.
lijst
Wanneer
wordt vergeleken met
vergelijken met
lcm(
waardeA,waardeB
lcm(
lijstA,lijstB
lcm(
lijst,waarde
) gcd(
) gcd(
waarde
.
) gcd(
waarde
waardeA,waardeB lijstA,lijstB lijst,waarde
)
)
, zal
gcd(
elk element in
)
lijst
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 90

Complexe getallen invoeren en gebruiken

Complexe getallenmodi

De TI-83 Plus geeft complexe getallen weer in een vorm met poolcoördinaten of rechthoekige coördinaten. Om een complexe
Real
z
geeft
en kies vervolgens één van de
ln(L1)
een foutmelding; in de modus
getalmodus te selecteren, druk twee modi.
a+b
i
(complexe modus met rechthoekige coördinaten)
q
re^
i
(complexe modus met poolcoördinaten)
Complexe getallen kunnen op de TI-83 Plus toegekend worden aan variabelen. Complexe getallen zijn ook geldige elementen van een lijst.
Real
In de modus
geven resultaten met een complex getal een foutmelding, tenzij u een complex getal invoerde aan het begin. Bijvoorbeeld, in de modus
a+b
i
geeft
ln(L1)
een oplossing.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 91
Modus
Real
$$
Modus
a+b
i

Complexe getallen invoeren

Complexe getallen worden bewaard in een vorm met rechthoekige coördinaten maar u kunt een complex getal echter invoeren in een vorm met rechthoekige of met poolcoördinaten, ongeacht de modusinstelling. De componenten van complexe getallen kunnen reële getallen zijn of uitdrukkingen die reële getallen uitwerken; uitdrukkingen worden uitgewerkt wanneer de opdracht is uitgevoerd.

Opmerking over de modus Radian ten opzichte van de modus Degree

De modus Radian wordt aanbevolen voor berekeningen met complexe getallen. De TI-83 Plus converteert alle ingevoerde goniometrische waarden intern in radialen, maar converteert geen waarden voor exponentiële, logaritmische of hyperbolische functies.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 92
i
In de modus Degree, zijn complexe identiteiten zoals e^(
q
) = cos(q) + sin(q) niet altijd waar omdat de waarden van cos en sin geconverteerd zijn in radialen, terwijl de waarden van e^( ) dat niet zijn. Bijvoorbeeld,
e
^(i45) = cos(45) + i sin(45) wordt intern behandeld als
e
^(i45) = cos(p/4) + i sin(p/4). Complexe identiteiten zijn altijd waar in de
modus Radian.

Resultaten in de vorm van complexe getallen interpreteren

Complexe getallen, met inbegrip van elementen in een lijst, worden als resultaat weergegeven in ofwel carthesische ofwel poolcoördinaten, afhankelijk van de instelling van de opmaakmodus of de instructie voor de conversie van de weergave. In het onderstaande voorbeeld werden
q
re^
i
)
de modi voor poolcoördinaten, complexe getallen (
Radian
gekozen.
en de modus

De opmaakmodus voor carthesische coördinaten

i
In de opmaakmodus voor carthesische (rechthoekige) coördinaten wordt
i
een complex getal herkend en weergegeven in de opmaak a+b
a
het reële deel, b het imaginaire deel en i een constante gelijk aan
, waarbij
-1
is.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 93
Wanneer u een complex getal in carthesische coördinaten wilt invoeren,
a
reëel deel
moet u de waarde voor
(
vervolgens de waarde voor b (
) invoeren, Ã of ¹ drukken,
imaginair deel
) invoeren en tenslotte y
V
(constante) drukken.
reëel deel
(+ of N)
imaginair deel i

De opmaakmodus voor pool-coördinaten

In de opmaakmodus voor poolcoördinaten wordt een complex getal
q
i
herkend en weergegeven in de opmaak re^
q
de basis van de natuurlijke logaritme,
-1
is.
aan
de hoek en i een constante gelijk
, waarbij r de grootheid, e
Wanneer u een complex getal in poolcoördinaten wilt invoeren, moet u de waarde voor r (
modulus
drukken, vervolgens de waarde voor
y V
e^(i)
(constante) drukken.
) invoeren, y J (exponentiële functie)
q
argument
(
) invoeren en tenslotte
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 94

Bewerkingen in het menu MATH CPX (complexe getallen)

Het menu MATH CPX

Om het menu
MATH NUM CPX PRB 1:conj(
2:real(
3:imag(
4;angle(
5:abs(
6:4Rect
7:4Polar
MATH CPX
op te roepen, drukt u
Berekent het complex toegevoegd getal Berekent het reëel deel Berekent het imaginair deel Berekent de hoek in poolcoördinaten Berekent de grootheid (modulus) Toont het resultaat in carthesische coördinaten Toont het resultaat in poolcoördinaten
 ~ ~

conj(

conj(
De functie
(geconjugeerd) berekent het complex toegevoegd getal
van een complex getal of een lijst van complexe getallen.
conj( conj(re^(
)
i
a+b
resulteert in een waarde voor
))
q
i
resulteert in een waarde voor
i
aNb
in de modus
^
e
Mq
r
(
i
)
in de modus
.
a+b
i
.
re^
i
.
q
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 95

real(

real(
De functie
(reëel deel) berekent het reëel deel van een complex
getal of van een lijst van complexe getallen.
real(a+ real(re^(
)
i
b
resulteert in een waarde voor a.
))
q
i
resulteert in een waarde voor
räcos(q)
.

imag(

imag(
De functie
(imaginair deel) berekent het imaginair (niet-reëel) deel
van een complex getal of van een lijst van complexe getallen.
imag(a+ imag(re^(
)
i
b
resulteert in een waarde voor b.
))
q
i
resulteert in een waarde voor
räsin(q)
.

angle(

De functie
angle(
getal of van een lijst van complexe getallen, door tan
berekent de hoek in poolcoördinaten van een complex
L
1
(b/a) te berekenen, waarbij b het imaginair deel en a het reëel deel is. De berekening wordt aangepast door +p in het tweede kwadrant of Np in het derde kwadrant.
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 96
angle(a+ angle(re^(
i
b

abs(

De functie
reëel
(
2+imag2)
getallen.
L
)
resulteert in een waarde voor tan
))
i
resulteert in een waarde voor q, waarbij Lp<q<p.
q
abs(
(absolute waarde) berekent de grootheid (modulus),
1
(b/a)
.
, van een complex getal of van een lijst van complexe
abs(a+ abs(re^(
Rect
4
De functie
i
b
) resulteert in een waarde voor
))
i
resulteert in een waarde voor r (modulus).
q
4
Rect
(weergeven in carthesische coördinaten) toont een
(a2+b2)
.
complex getal als resultaat in carthesische coördinaten. Deze functie kunt u alleen op het einde van een uitdrukking gebruiken en is niet van toepassing als het resultaat een reëel getal is.
8
complex getal
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 97
Rect
resulteert in een waarde voor a+
i
b
Polar
8
8
De functie
Polar
(weergeven in poolcoördinaten) toont een complex getal als resultaat in poolcoördinaten. Deze functie kunt u alleen op het einde van een uitdrukking gebruiken en is niet van toepassing als het resultaat een reëel getal is.
8
complex getal
TI-83 Plus Wiskundige, hoek- en vergelijkende bewerkingen 98
Polar
resulteert in een waarde voor
r
e^(
q
)
i
Loading...