Gebruiksaanwijzing
C130 / C130B / C130T / C130F
C131 / C131B / C131T / C131F
Korte aanwijzingen voor direct gebruik .................................................. |
2 |
Oven....................................................................................................... |
2 |
Bedieningspaneel .................................................................................. |
3 |
Accessoires ............................................................................................ |
3 |
Over deze gebruiksaanwijzing ............................................................... |
4 |
Veiligheidsinformatie .............................................................................. |
5 |
Installatie ................................................................................................ |
6 |
Klok gelijkzetten ..................................................................................... |
7 |
De werking van een magnetron ............................................................. |
7 |
Controleren of uw combi magnetron goed werkt ................................... |
8 |
Bij twijfel of problemen ........................................................................... |
8 |
Koken en opwarmen .............................................................................. |
9 |
Vermogensstanden en tijdseenheden.................................................... |
9 |
Stoppen met verhitten .......................................................................... |
10 |
Bereidingstijd wijzigen .......................................................................... |
10 |
Automatisch opwarmen en koken ........................................................ |
10 |
Het bruineerbord gebruiken ................................................................. |
12 |
Automatisch ontdooien......................................................................... |
13 |
De vierkante bakplaat en het rooster gebruiken |
|
(alleen bij de C131 / C131B / C131T / C131F) .................................... |
14 |
Gerechten bereiden in verschillende fasen.......................................... |
16 |
De nagaartijd instellen.......................................................................... |
17 |
De juiste hulpmiddelen kiezen ............................................................. |
17 |
De oven voorverwarmen ...................................................................... |
17 |
Bakken met de oven............................................................................. |
18 |
Grillen ................................................................................................... |
18 |
Het verwarmingselement in de juiste stand zetten .............................. |
19 |
Het braadspit gebruiken ....................................................................... |
19 |
Het verticale multispit gebruiken .......................................................... |
20 |
Magnetron en grill tegelijk gebruiken ................................................... |
20 |
Magnetron en oven tegelijk gebruiken ................................................. |
21 |
Veiligheidsvergrendeling ...................................................................... |
22 |
Waarschuwingssignaal uitschakelen ................................................... |
22 |
Draaiplateau handmatig uitschakelen .................................................. |
22 |
Tips voor gebruik van keukengerei en serviesgoed in de magnetron .23 |
|
Kooktips................................................................................................ |
24 |
Reinigen ............................................................................................... |
35 |
Onderhoud en opslag van uw magnetron............................................ |
36 |
Technische gegevens .......................................................................... |
36 |
Codenr.: DE68-02402A
Voedsel bereiden
NL
1. Plaats het gerecht in de magnetron..
Druk op de toets voor het instellen van het VERMOGEN ( ).
2. Druk zo vaak als nodig op de toets voor het instellen van het VERMOGEN ( ) tot het gewenste vermogen wordt getoond.
Met de draaiknop kunt u de gewenste bereidingstijd instellen.
3. Druk op de toets Start ( 1min+). Gevolg:
De magnetron begint te werken.
Als de bereidingstijd om is, laat de magnetron vier keer een waarschuwingssignaal horen en knippert er vier keer een “0”. Daarna geeft de magnetron een keer per minuut een waarschuwingssignaal.
Voedsel ontdooien
1. Kies met de toets voor AUTOMATISCH ONTDOOIEN
( ) het soort gerecht dat u wilt ontdooien door deze toets zo vaak als nodig in te drukken.
2.Stel met de draaiknop het gewenste gewicht in.
3.Druk op de toets Start ( 1min+).
VENTILATIE-
OPENINGEN |
|
VERWARMINGSELEMENT |
|
||
|
|
|
DEUR |
|
VENTILATIEOPENINGEN |
|
|
|
|
|
BEDIENINGSPANEEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
GRILL- |
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
DRAAIPLATEAU |
|
|
|
|||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
ROOSTER |
|
|
|
|
||||||||||
DEUR |
|
|
|
KOPPELING |
|
|
|
|
|
|
OPENINGEN |
|||||||||||
VERGRENDELING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VERGRENDELING/ |
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
GELEIDINGSRING BEVEILIGING |
De bereidingstijd met een minuut verlengen
Laat het gerecht in de magnetron staan.
Druk voor elke minuut extra bereidingstijd op de toets Start ( 1min+).
2
1
2 |
10 |
3 |
|
4 |
11 |
5 |
|
6 |
12 |
7 |
|
8 |
13 |
14 9
15
1. |
Display |
11. |
Nagaartijd instellen |
2. |
Automatisch ontdooien |
12. |
Magnetron / vermogen instellen |
3. |
Automatisch opwarmen/koken |
13. |
Combinatiestand (magnetron+grill) |
4. |
Bereidingstijd wijzigen |
14. |
Draaiplateau ann/uit |
5. |
Ovenstand / temperatuurkeuze |
15. |
Klok gelijkzetten |
6.Grillen
7.Combinatiestand (magnetron+oven)
8.Voorverwarmen
9.Stop / Annuleren
10.Start / bereidingstijd met een minuut verlengen (Instellen bereidingstijd, gewicht en recept)
Afhankelijk van het type magnetron dat u heeft aangeschaft, heeft u
NL
een aantal accessoires ontvangen die u op verschillende manieren kunt gebruiken.
1. Koppeling, deze zit al op de aandrijfas van de magnetron. Doel: De koppeling drijft het draaiplateau aan.
2. Geleidingsring, deze plaatst u in het midden van de magnetron.
Doel: Het draaiplateau rust op de geleidingsring.
3. Draaiplateau, dit plaatst u op de geleidingsring. Het midden van het draaiplateau past precies op de koppeling. Doel: Het draaiplateau is het belangrijkste
kookoppervlak. U kunt het er gemakkelijk uithalen om het schoon te maken.
4. Roosters (Hoog rooster, laag rooster), deze plaatst u op het draaiplateau.
Doel: De roosters kunt u gebruiken om twee gerechten tegelijk te bereiden. Het kleinste bord zet u op het draaiplateau en het andere bord op het rooster. De roosters kunt u toepassen bij gebruik van de grill, de oven en de combinatiestand.
5.Vierkant rooster, dit kunt u op de roostersteunen plaatsen (alleen bij de C131 / C131B / C131T / C131F).
Doel : Het vierkante rooster kunt u in de ovenstand gebruiken. (zie pagina 14)
6.Vierkante bakplaat, dit kunt u op de roostersteunen plaatsen (alleen bij de C131 / C131B / C131T / C131F). Doel : De vierkante bakplaat kunt u in de ovenstand
gebruiken (zie pagina 14)
7. Roostersteunen, deze kunt u rechts en links in de magnetron plaatsen (alleen bij de C131 / C131B / C131T / C131F) (zie pagina 14).
Doel : De roostersteunen kunt u in de ovenstand gebruiken.
3
Accessoires (vervolg) |
|
Over deze gebruiksaanwijzing |
NL
8. Braadspit, aansluiting voor barbecueen vleespen.
Deze plaatst u in de glazen kom (alleen bij de C130B/
C130F/C131B/C131F).
Doel: Het braadspit is uitstekend geschikt voor het braden van kip, omdat u het vlees niet hoeft te keren. Het kan ook gebruikt worden in een combinatiestand waarbij de grill wordt gebruikt.
9.Glazen kom. Deze plaatst u op het draaiplateau (alleen bij de C130B/C130F/C131B/C131F).
Doel: Hierin plaatst u het braadspit..
10.Bruineerbord. Deze plaatst u op het draaiplateau (alleen bij de C130T/C130F/C131T/C131F).
Doel: Het bruineerbord wordt gebruikt om gerechten die in de magnetron of in combinatie met de grillstand worden bereid, beter te laten bruinen. Pizza’s behouden hiermee bijvoorbeeld hun knapperige bodem.
U heeft zojuist een nieuwe SAMSUNG magnetron aangeschaft. Deze gebruiksaanwijzing bevat allerlei belangrijke informatie over het koken met uw magnetron:
•Veiligheidsinformatie
•Geschikte accessoires en serviesgoed
•Handige kooktips
In de omslag vindt u handige korte aanwijzingen voor direct gebruik, waarin de drie belangrijkste functies worden uitgelegd:
•Opwarmen/koken (magnetron)
•Ontdooien
•De bereidingstijd met een minuut verlengen, wanneer het gerecht nog niet gaar of warm is.
Achterin deze gebruiksaanwijzing vindt u een overzicht van de onderdelen van de combi-magnetron en, nog belangrijker, van het bedieningspaneel. In dit overzicht ziet u direct de functies van de verschillende toetsen van de magnetron.
In de stap-voor-stap uitleg worden de volgende twee symbolen gebruikt:
Belangrijk Opmerking
VOORZORGSMAATREGELEN OM BLOOTSTELLING AAN MICROGOLVEN TE VOORKOMEN
Wanneer de volgende veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen, kunnen personen en voorwerpen worden blootgesteld aan schadelijke microgolven.
(a)Probeer beslist niet om de magnetron te laten werken zonder dat de deur is gesloten. Zorg dat de veiligheidssluitingen intact blijven en houd sluitingen en openingen vrij van verontreinigingen en vreemde voorwerpen.
(b)Zorg dat er geen voorwerpen tussen de deur van de magnetron kunnen komen en houd de sluitingsoppervlakken vrij van verontreinigingen, voedselresten en achtergebleven schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en droog na met een zachte, droge doek.
(c)Gebruik de magnetron niet als hij is beschadigd en laat hem repareren door een door de fabrikant opgeleide magnetrontechnicus. Het is vooral belangrijk dat de deur van de magnetron goed sluit en dat de volgende onderdelen onbeschadigd zijn:
(1)Deur, sluitingen en sluitoppervlakken
(2)Scharnieren (los of defect)
(3)Netsnoer
(d)De oven mag uitsluitend worden afgeregeld of gerepareerd door een deskundige magnetrontechnicus die is opgeleid door de fabrikant.
4
Belangrijks veiligheidsinstructies.
Lees deze zorgvuldig door en bewaar ze voor later gebruik.
Let bij het bereiden van voedsel of drank in de magnetron op het volgende:
1.DOE GEEN metalen voorwerpen of materialen in de magnetron, zoals:
•Metaalhoudende verpakkingsmaterialen of bakvormen
•Borden of schalen met metaalhoudende sierranden
•Metalen vleespennen, vorken, etc.
Reden: Er kunnen elektrische ontladingen en vonken optreden die de magnetron kunnen beschadigen.
2.WARM het volgende NIET OP in de magnetron:
•Gesloten, luchtdichte of vacuüm verpakkingen, flessen of potten, bijvoorbeeld afgesloten potjes babyvoedsel
•Luchtdicht voedsel, bijvoorbeeld eieren, noten in de schil, tomaten Reden: Door de toenemende druk binnenin spat dit voedsel uit elkaar. Tip: Verwijder doppen van flessen en potjes, en prik schillen en zakjes
etc. door.
3.Laat de magnetron NIET WERKEN als hij leeg is. Reden: De binnenwand kan beschadigd raken.
Tip: Zet een glas water in de magnetron wanneer u hem niet gebruikt. Als de magnetron per ongeluk wordt aangezet, absorbeert het water de microgolven.
4.De ventilatieopeningen in de achterwand NIET BEDEKKEN met papier of ander materiaal.
Reden: Dit materiaal kan in brand vliegen door de hete lucht uit de magnetron.
5.Gebruik ALTIJD ovenwanten als u iets uit de magnetron haalt.
Reden: Sommige schalen e.d. nemen zelf microgolven op. Verder gaat een gedeelte van de warmte uit het voedsel naar de schaal of het bord, die dus altijd heet worden.
6.RAAK NOOIT een verwarmingselement of de binnenwand van de magnetron aan.
Reden: Het grillelement en de binnenwanden blijven ook nadat de magnetron is uitgeschakeld geruime tijd zo heet dat u zich er hevig aan kunt branden, ook al zien ze er koel uit. Voorkom dat brandbaar materiaal in aanraking komt met het inwendige van de magnetron. Wacht tot de magnetron is afgekoeld.
7.Zo verkleint u het risico op brand in het inwendige van de combi-magnetron:
•Doe nooit brandbare materialen in de magnetron, ook niet als hij uit staat
•Verwijder sluitingen van papieren of plastic zakjes
•Gebruik uw magnetron niet voor het drogen van kranten e.d.
•Als u rook ziet, moet u de deur van de magnetron dicht laten en het toestel uitzetten en zo mogelijk loskoppelen van het lichtnet, bijvoorbeeld door de stekker uit het stopcontact te halen
8. Wees bijzonder voorzichtig met het opwarmen van vloeistoffen en |
NL |
|
babyvoedsel. |
||
|
•LAAT deze ALTIJD minstens 20 seconden staan nadat de magnetron is uitgeschakeld, zodat de warmte zich kan verdelen.
•Roer zo nodig tussendoor af en toe. Roer ALTIJD na het opwarmen.
•Om te voorkomen dat voedsel of vloeistoffen buiten de magnetron alsnog plotseling aan de kook raken en naar buiten spatten, moet u het gerecht voor, tijdens en na het verhitten doorroeren.
•Volg bij verbranding eerst deze EERSTE HULP instructies:
*Houd het verbrande lichaamsdeel minstens 10 minuten onder koud stromend water. Zet de kraan niet zo hard dat het water spettert.
*Dek de wond af met schoon, droog verband.
*Breng geen zalf, olie of lotion aan op de brandwond.
•Om overkoken te voorkomen moet u flessen e.d. NOOIT tot de rand vullen. Gebruik bij voorkeur potjes e.d. die van boven wijder zijn dan van onderen. Flessen met een smalle hals kunnen bovendien uit elkaar springen als ze oververhit raken.
•Controleer ALTIJD de temperatuur van babyvoedsel of melk voordat u het de baby geeft.
•Warm een babyfles NIET op met de speen of dop erop, omdat de fles anders uit elkaar kan springen.
•Omdat voedsel of vloeistoffen die u met de magnetron hebt verwarmd buiten de magnetron alsnog plotseling aan de kook kunnen raken en naar buiten spatten, moet u bijzonder voorzichtig zijn als u ze uit de magnetron haalt.
9.Zorg dat u het netsnoer niet beschadigt.
•Houd de kabel en de stekker uit de buurt van water en warmtebronnen.
•Gebruik dit toestel niet wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is.
10.Houd altijd een armlengte afstand wanneer u de deur van de magnetron opent.
Reden: Er kan hete lucht of stoom uit de magnetron komen, waaraan u zich kunt branden.
11.Houd de binnenkant van de magnetron schoon.
•Laat de magnetron na gebruik eerst afkoelen, en maak hem dan schoon met een vochtige doek.
Reden: Stukjes voedsel of vet die aan de binnenwanden van de magnetron kleven kunnen de lak beschadigen en ervoor zorgen dat de magnetron minder efficiënt werkt.
5
Veiligheidsinformatie (vervolg)
NL |
12. Soms hoort u klikgeluiden wanneer de magnetron in bedrijf is (vooral tijdens |
|
ontdooien). |
||
|
||
|
Reden: Dit geluid is normaal wanneer de magnetron op een ander |
|
|
vermogen overschakelt. |
|
|
13. Als de magnetron wordt gebruikt terwijl hij leeg is, wordt hij voor de veiligheid |
|
|
automatisch uitgeschakeld. Wanneer dit is gebeurd, kunt u de magnetron na |
|
|
30 minuten weer normaal gebruiken. |
|
|
• Als de bereidingstijd om is, blijft de ventilator werken. Dit is heel normaal. |
|
|
Reden: Nadat op de Stop toets is gedrukt en na het openen van de deur |
|
|
blijft de ventilator nog enkele minuten draaien om de diverse |
|
|
onderdelen in de magnetron af te koelen. Als de bereidingstijd om is, |
|
|
laat de magnetron vier keer een waarschuwingssignaal horen en |
|
|
knippert er een “0”. Daarna geeft de magnetron een keer per minuut |
|
|
een waarschuwingssignaal. |
|
|
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES |
|
|
Kijk tijdens het bereiden van voedsel regelmatig in de magnetron of alles goed |
|
|
gaat. Dit is vooral belangrijk wanneer het voedsel in plastic, papier of ander |
|
|
brandbaar materiaal zit. |
|
|
WAARSCHUWING: |
|
|
Gebruik de magnetron niet als de deur of de deursluiting/vergrendeling |
|
|
beschadigd is. Laat de magnetron in dat geval eerst door een vakman repareren. |
|
|
WAARSCHUWING: |
|
|
Laat de magnetron alleen onderhouden of repareren door een vakman. Zelf |
|
|
reparaties uitvoeren waarbij de behuizing verwijderd moet worden die |
|
|
bescherming biedt tegen blootstelling aan microgolven, kan gevaar opleveren. |
|
|
WAARSCHUWING: |
|
|
Dranken en andere gerechten mogen niet opgewarmd worden in afgesloten |
|
|
flessen of bakjes. Deze kunnen ontploffen. |
|
|
WAARSCHUWING: |
|
|
Laat een kind de magnetron alleen zonder toezicht gebruiken wanneer het goed |
|
|
met de magnetron om kan gaan en deze op een veilige manier kan gebruiken en |
|
|
weet wat de gevolgen kunnen zijn van onjuist gebruik. |
|
|
WAARSCHUWING: |
De buitenkant en de deur van de magnetron kunnen heet worden wanneer u deze in de ovenof combinatiestand gebruikt.
Gebruik de magnetron NOOIT zonder de koppeling, de geleidingsring en het draaiplateau.
Deze magnetron kunt u vrijwel overal plaatsen (op het aanrechtblad, een plank, een verrijdbare trolley, op tafel, enz.).
20cm |
10cm |
|
erboven |
erachter |
|
85 cm |
10cm links |
|
rechts |
||
onder |
||
|
1.Let er tijdens de installatie op dat er voldoende ventilatieruimte rond de magnetron vrij blijft. Achter, links en rechts moet minstens 10 cm vrij zijn, boven de magnetron minstens 20 cm en tenminste 85 cm vanaf de vloer.
2.Verwijder al het verpakkingsmateriaal uit de magnetron. Plaats de geleidingsring en het draaiplateau in de magnetron.
Controleer of het draaiplateau vrij kan ronddraaien.
3.Zorg ervoor dat de stekker van de magnetron ook na plaatsing goed toegankelijk is.
Blokkeer nooit de ventilatieopeningen omdat de magnetron anders oververhit kan raken. Het toestel wordt in dat geval automatisch uitgeschakeld en kan pas weer worden gebruikt wanneer het voldoende is afgekoeld.
Voor uw eigen veiligheid, adviseren wij u de magnetron aan te sluiten op een 3-pins 230 Volt, 50Hz geaard stopcontact. Is het snoer beschadigd, dan moet u dit laten vervangen door de fabrikant of een van de service-centers of een vakman. Daarmee voorkomt u dat een gevaarlijke situatie ontstaat.
Installeer de magnetron niet in een hete en/of vochtige omgeving, bijvoorbeeld naast een oven of naast de radiator van de verwarming. Houd u aan de elektrische aansluitwaarden van de magnetron en eventuele verlengsnoeren moeten aan dezelfde eisen voldoen als het meegeleverde netsnoer. Reinig voordat u de magnetron in gebruik neemt eerst de binnenzijde van de magnetron en de sluitoppervlakken van deur en magnetron met een vochtige doek.
6
Uw magnetron heeft een ingebouwde klok. U kunt kiezen uit de 24uurs of de 12-uurs tijdsaanduiding. U moet de klok gelijkzetten:
•Wanneer u de magnetron in gebruik neemt
•Na stroomuitval
Vergeet niet om de klok goed te zetten bij de overgang van zomernaar wintertijd en andersom.
1.Om de tijd weer te geven Druk u de Klok ( ) toets...
in de...
24-uurs aanduiding |
Eenmaal in |
12-uurs aanduiding |
Tweemaal in |
2.Stel met de draaiknop de uren in.
3.Druk op de Klok ( ) toets.
4.Stel met de draaiknop de minuten in.
5.Als de juiste tijd wordt weergegeven, drukt u op de toets
Klok ( ) om de klok te starten.
Gevolg: Als u de magnetron niet gebruikt, wordt de tijd weergegeven.
De werking van een magnetron
Microgolven zijn elektromagnetische golven met een hoge frequentie.
NL
De energie wordt door deze golven zo overgebracht dat het voedsel wordt verwarmd zonder dat het van vorm of kleur verandert.
U kunt voedsel en dranken met uw magnetron:
•Ontdooien
•Opwarmen
•Koken
Zo werkt uw magnetron:
1.De magnetron produceert microgolven die door de beweging van het draaiplateau gelijkmatig op het voedsel kunnen inwerken
2.Het voedsel neemt de microgolven op. De golven dringen ongeveer 2,5 centimeter in het voedsel
door. De warmte verspreidt zich vanzelf verder door het voedsel.
3. De bereidingstijd hangt af van de gebruikte schaal, bord, etc. en van de eigenschappen van het voedsel:
•Hoeveelheid en dichtheid
•Vochtgehalte
•Begintemperatuur (ingevroren, gekoeld, kamertemperatuur)
Aangezien dieper gelegen gedeelten van het voedsel alleen door het verspreiden van de warmte gaar worden, gaat het garen door nadat het voedsel uit de magnetron is gehaald (“nagaren”). Laat uw gerechten dan ook enige tijd staan, zoals aangegeven in recepten en in dit boekje, zodat:
•Het voedsel tot in het midden gelijkmatig gaar wordt.
•Het voedsel door en door dezelfde temperatuur heeft
7
Controleren of uw combi magnetron goed werkt |
|
Bij twijfel of problemen |
NL
Hieronder vindt u een eenvoudige manier om te kijken of uw magnetron goed werkt. Twijfelt u of dit het geval is, raadpleeg dan eerst het hoofdstuk “Bij twijfel of problemen” op de volgende bladzijde.
De magnetron moet op een geschikt stopcontact worden aangesloten. Het draaiplateau moet op zijn plaats zitten. Als u niet de hoogste vermogensstand (100% - 900 W) gebruikt, duurt het langer voor het water kookt.
Maak de magnetron open door aan de handgreep rechts op de deur te trekken. Zet een glas water op het draaiplateau. Doe de deur weer dicht.
Druk op de toets Start ( 1min+) en stel de tijd in op 4 of
5 minuten door de toets Start ( 1min+) zo vaak als nodig in te drukken.
Gevolg: De magnetron verwarmt het water gedurende 4-5 minuten. Het water hoort nu te koken.
Het kost altijd wat tijd om een nieuw apparaat volledig te leren kennen. Komt u een van de onderstaande problemen tegen, probeer dan eerst de daarbij vermelde oplossing. Daarmee kunt u de tijd en het ongemak van een onnodig gesprek met het service-center uitsparen.
Dit is normaal:
•Condensvocht in de magnetron
•Luchtstromingen rond de deur en de behuizing
•Licht weerkaatst rond de deur en de behuizing
•Stoom ontsnapt rond de deur of uit de ventilatieopeningen
Het voedsel blijft koud
•Hebt u de bereidingstijd goed ingesteld en/of op de toets Start ( 1min+) gedrukt?
•Is de deur goed gesloten?
•Hebt u kortsluiting gehad waardoor in de meterkast een stop is doorgeslagen of een automatische stop is geactiveerd?
Het gerecht heeft te lang gekookt of het is nog niet gaar
•Hebt u de juiste bereidingstijd voor dit soort voedsel ingesteld?
•Hebt u het juiste vermogen gekozen?
In de magnetron hoort en ziet u vonken en elektrische ontladingen
•Staat er een bord of schaal met metalen sierranden in de magnetron?
•Is er na het roeren een vork of ander metalen voorwerp achtergebleven?
•Bevindt zich aluminiumfolie te dicht bij een binnenwand van de magnetron?
De magnetron stoort radioof tv-programma’s
•Een werkende magnetron kan enige invloed hebben op radioen tvtoestellen. Dit is normaal.
*U kunt het probleem oplossen door de magnetron niet te dicht bij radioof tv-toestellen of antennes te plaatsen
•Als de microprocessor van de magnetron een storing registreert, kan het display worden gereset.
*U kunt dit probleem oplossen door de stekker uit het stopcontact te halen en hem er opnieuw in te doen. U moet daarna de klok van de magnetron opnieuw instellen.
U krijgt de melding “Ë3”
•Dit is een in de magnetron aangebrachte beveiliging tegen oververhitting en brand. Wanneer de binnenkant oververhit is geraakt, moet de magnetron eerst voldoende afkoelen. Gebruik hiervoor de initialisatiestand door op de toets “ ” te drukken.
Kunt u het probleem niet oplossen, zorg dan voor de volgende informatie:
•Type en serienummer van de magnetron (meestal afgedrukt op de achterzijde van de magnetron)
•Uw garantiebewijs
•Een duidelijke beschrijving van het probleem en neem vervolgens contact op met het SAMSUNG service-center.
8
Koken en opwarmen |
|
Vermogensstanden en tijdseenheden |
Hieronder leest u hoe u voedsel kunt bereiden of opwarmen.
Controleer ALTIJD of u de magnetron goed hebt ingesteld voordat u iets anders gaat doen. Kijk tussendoor regelmatig of alles goed gaat.
Open de magnetrondeur. Zet het gerecht in het midden van het draaiplateau. Doe de deur dicht. Zet de magnetron nooit aan terwijl hij leeg is.
1. |
Druk op de toets voor het instellen van het VERMOGEN |
|||
|
( ). |
|
|
|
|
Gevolg: U ziet de volgende symbolen: |
|||
|
|
|
|
(een fase koken) |
|
|
|
||
2. |
|
|
|
(magnetronstand) |
Kies het juiste vermogen, door zo vaak als nodig op de |
||||
|
toets voor het instellen van het VERMOGEN ( ) te |
|||
|
drukken. Op de volgende bladzijde ziet u een overzicht |
|||
|
met de vermogenstanden. |
|||
3. |
Stel met de draaiknop de bereidingstijd in. |
|||
|
• Voorbeeld: Voor een bereidingstijd van 3 minuten en |
30 seconden, draait u de draaiknop naar rechts om 3:30 in te stellen.
• De bereidingstijd wordt in het display weergegeven.
4.Druk op de toets Start ( 1min+).
Gevolg: De verlichting gaat aan, het plateau begint te
draaien en de magnetron begint te werken.
Als de bereidingstijd om is, laat de magnetron vier keer een waarschuwingssignaal horen en knippert er vier keer een “0”. Daarna geeft de magnetron een keer per minuut een waarschuwingssignaal.
Wilt u weten wat het huidige vermogen van de magnetron is, druk dan een keer op de toets voor het instellen van het Vermogen ( ). Wilt u het vermogen tijdens de bereiding verhogen, of verlagen, druk dan zo vaak als nodig op de toets voor het instellen van het Vermogen ( ) om het gewenste vermogen te kiezen.
Wanneer u een gerecht korte tijd op de hoogste vermogensstand (900W) wilt verwarmen, drukt u voor elke minuut bereidingstijd op de toets Start( 1min+). De magnetron start direct. U kunt de magnetron desgewenst zo programmeren dat hij twee verschillende standen na elkaar kiest.
U kunt het vermogen van de magnetron op basis van soort en
NL
hoeveelheid aanpassen aan het gerecht dat u bereidt. U kunt kiezen uit zes standen:
Stand |
Percentage |
Vermogen |
|
|
|
HOOG |
100% |
900W |
MIDDEL/HOOG |
67% |
600W |
MIDDEL |
50% |
450W |
MIDDEL/LAAG |
33% |
300W |
ONTDOOIEN |
20% |
180W |
LAAG |
11% |
100W |
|
|
|
Bij het bereiden van gerechten moet u het in het recept of de bereidingsinstructie vermelde vermogen aanhouden.
Kiest u een... |
Dan moet u de bereidingstijd... |
|
|
Hoger vermogen |
verkorten |
Hoger vermogen |
verlengen |
|
|
9
Stoppen met verhitten
NL |
U kunt de magnetron op ieder moment stoppen om: |
|
• te controleren of het al warm of gaar is |
||
|
||
|
• het gerecht te keren of erin te roeren |
|
|
• het te laten nagaren |
Wilt u... |
Dan... |
|
|
|
|
|
|
tijdelijk stoppen |
Opent u de deur. |
|
|
|
Gevolg: |
De magnetron stopt. |
|
|
Om verder te gaan, sluit u de deur en drukt u op de |
||
|
toets Start( |
1min+). |
|
|
|
|
|
definitief stoppen |
Drukt u op de toets Stop( |
). |
|
|
Gevolg: |
De magnetron stopt. |
|
|
Wilt u de huidige instellingen annuleren, druk dan |
||
|
nogmaals op de toets Stop( |
). |
|
|
|
|
|
Net als bij de traditionele bereiding van gerechten kan het voorkomen dat u de bereidingstijd wilt verlengen of verkorten. U kunt:
•Controleren of het gerecht al warm of gaar genoeg is door de deur van de magnetron te openen.
•De resterende bereidingstijd verkorten of verlengen.
1. Om de bereidingstijd te verlengen, drukt u voor iedere
extra minuut op de toets Start( 1min+).
• Voorbeeld: Om de bereidingstijd met 3 minuten te verlengen, drukt u drie keer op de toets Start
( 1min+).
2. Terwijl de magnetron werkt, kunt u de bereidingstijd ook langer of korter maken door de draaiknop naar rechts of links te draaien.
De stand voor automatisch opwarmen en koken () beschikt over tien programma’s. U hoeft daarbij alleen de grootte van de portie in te geven. De bereidingstijd en het vermogen worden automatisch ingesteld.
Gebruik alleen magnetronen ovenbestendig serviesgoed.
Maak de magnetron open. Plaats het voedsel in het midden van het draaiplateau. Sluit de deur.
1.Kies het soort voedsel dat u wilt bereiden door
herhaaldelijk op de toets voor Automatisch opwarmen en koken () te drukken en kies met de draaiknop het gewenste programma Op de volgende bladzijde vindt u een beschrijving van de tien beschikbare programma’s.
2. Kies de grootte van de portie door een of meer keer op de toets voor Automatisch opwarmen en koken() te drukken.
3. Desgewenst kunt u de bereidingstijd korter of langer maken door op de Meer/minder ( ) toetsen te drukken.
4. Druk op de toets Start ( 1min+).
Gevolg: Het gerecht wordt volgens het gekozen programma bereid.
Als de bereidingstijd om is, laat de magnetron vier keer een waarschuwingssignaal horen en knippert er vier keer een “0”. Daarna geeft de magnetron een keer per minuut een waarschuwingssignaal.
10
Automatisch opwarmen en koken (vervolg)
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de diverse programma’s voor opwarmen en koken, de hoeveelheden, nagaartijden en aanbevelingen. De programma’s 1, 2 en 3 worden in de stand magnetron bereid. Bij de programma’s 4, 6, 8 en 9 worden de magnetron en oven gecombineerd gebruikt.
De programma’s 5 en 7 maken gebruik van zowel de grill als de magnetron.
Code |
Gerecht |
Portie |
Nagaar- |
Aanbevelingen |
|
|
|
tijd |
|
|
|
|
|
|
A - 1 |
Dranken: |
150 ml |
1-2 min. Schenk de drank in een |
|
|
koffie, melk, |
(1 kop) |
|
ovenvaste kop. Niet afdekken. |
|
thee, water |
300 ml |
|
Plaats 1 kop in het midden, 2 |
|
op kamer- |
(2 koppen) |
|
koppen tegenover elkaar en 3 of |
|
temperatuur |
450 ml |
|
4 koppen in een cirkel. In de |
|
|
(3 koppen) |
|
magnetron laten nagaren. Voor |
|
|
600 ml |
|
en na het nagaren goed |
|
|
(4 koppen) |
|
doorroeren. Wees voorzichtig |
|
|
|
|
wanneer u de koppen uit de |
|
|
|
|
magnetron haalt (zie de |
|
|
|
|
veiligheidsinstructies). |
|
|
|
|
|
A - 2 |
Soep/saus |
200-250 ml |
2-3 min |
Schenk de soep of saus in een |
|
(gekoeld) |
300-350 ml |
|
diepe soepterrine of sauskom. |
|
|
400-450 ml |
|
Tijdens het verwarmen en |
|
|
500-550 ml |
|
nagaren afdekken. Voor en na |
|
|
600-650 ml |
|
het nagaren goed doorroeren. |
|
|
700-750 ml |
|
|
|
|
|
|
|
A - 3 Kant-en- |
300-350 g |
3 min |
Leg de maaltijd op een ovenvast |
|
|
klaar |
400-450 g |
|
bord en dek het al met |
|
maaltijd |
500-550 g |
|
magnetronfolie. Dit programma is |
|
(gekoeld) |
|
|
geschikt voor maaltijden die uit 3 |
|
|
|
|
delen bestaan (bijvoorbeeld vlees |
|
|
|
|
met saus, groenten en |
|
|
|
|
aardappelen, rijst of pasta). |
|
|
|
|
|
A - 4 |
Bevroren |
300 g |
- |
Leg de bevroren pizza op het |
|
pizza |
400 g |
|
bovenste rooster. |
|
|
500 g |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A - 5 |
Aardappels |
2 x 200 g |
4-5 min |
Neem aardappels van dezelfde |
NL |
|
|
in de schil |
4 x 200 g |
|
grootte en een gewicht van ca. |
|
|
|
|
6 x 200 g |
|
200 g per aardappel. Was ze en |
|
|
|
|
|
|
prik de schil met een vork in. Leg |
|
|
|
|
|
|
2 aardappels tegenover elkaar en |
|
|
|
|
|
|
4 of 6 aardappels in een cirkel op |
|
|
|
|
|
|
het bovenste rooster. Als de |
|
|
|
|
|
|
magnetron een waarschuwings- |
|
|
|
|
|
|
signaal geeft, keert u de |
|
|
|
|
|
|
aardappelen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A - 6 |
Gegrilde kip |
700 g |
5-10 min |
De kip bestrijken met olie en |
|
|
|
|
900 g |
|
kruiden met peper, zout en |
|
|
|
|
1100 g |
|
paprika. Leg de kip op het |
|
|
|
|
1300 g |
|
onderste rooster met het |
|
|
|
|
1500 g |
|
borststuk omlaag. Als de oven |
|
|
|
|
1700 g |
|
een waarschuwingssignaal geeft, |
|
|
|
|
1900 g |
|
keert u de kip om. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A - 7 |
Kipdelen |
200-300 g |
3 min |
De kipdelen bestrijken met olie en |
|
|
|
|
400-500 g |
|
kruiden met peper, zout en |
|
|
|
|
600-700 g |
|
paprika. Leg de kipdelen op het |
|
|
|
|
800-900 g |
|
bovenste rooster met het vel naar |
|
|
|
|
|
|
beneden. Als de oven een |
|
|
|
|
|
|
waarschuwingssignaal geeft, de |
|
|
|
|
|
|
kipdelen omkeren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A - 8 |
Rundvlees/ |
900-1000 g |
10-15 |
Het rundof lamsvlees bestrijken |
|
|
|
lamsvlees |
1200-1300 g |
min |
met olie en specerijen (alleen |
|
|
|
|
1400-1500 g |
|
peper. Zout pas na het braden |
|
|
|
|
|
|
toevoegen). Leg het vlees op het |
|
|
|
|
|
|
onderste rooster met het dikste |
|
|
|
|
|
|
deel omlaag. Als de oven een |
|
|
|
|
|
|
waarschuwingssignaal geeft, |
|
|
|
|
|
|
keert u het vlees. Na het braden |
|
|
|
|
|
|
(vóór het nagaren) wikkelt u het |
|
|
|
|
|
|
vlees in aluminiumfolie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A - 9 |
Broodjes |
100-150 g |
3-5 min |
Leg 2 tot 6 bevroren broodjes |
|
|
|
(ingevroren) |
(2 stuks) |
|
n een cirkel op het onderste |
|
|
|
|
200-250 g |
|
rooster. Verdeel 8 broodjes over |
|
|
|
|
(4 stuks) |
|
het onderste en bovenste rooster. |
|
|
|
|
300-350 g |
|
Dit programma is geschikt voor |
|
|
|
|
(6 stuks) |
|
kleine voorgebakken brood- |
|
|
|
|
400-450 g |
|
producten, zoals broodjes, |
|
|
|
|
(8 stuks) |
|
ciabatta broodjes en kleine |
|
|
|
|
|
|
stokbroden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11