Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw dit
product inbegrepen. Plak de sticker op de aangegeven
plaats over de Engelse waarschuwing heen. De hier
getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de
aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste
pagina van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar om zich ervan te vergewissen dat alle gebruikers van de oefenfiets
voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met enig
(ander) oefenprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen van boven de 35
jaar, of voor personen met reeds bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de oefenfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
4. Deze oefenfiets is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de oefenfiets niet commercieel, niet voor verhuur, of in een instelling.
5. Gebruik de oefenfiets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de oefenfiets niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de oefenfiets op een vlakke ondergrond met minstens 0,6 m ruimte rondom de
oefenfiets. Leg een matje onder de oefenfiets om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de oefenfiets vandaan.
9. Draag juiste kleding bij gebruik van de
oefenfiets. Draag geen losse kleding die in
de oefenfiets verstrikt kan raken. Draag altijd
gymschoenen om uw voeten te beschermen.
10. De oefenfiets mag alleen door personen die
minder dan 125 kg wegen gebruikt worden.
11. Wees voorzichtig bij het opstappen en het
afstappen van de oefenfiets.
12. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Verschillende factoren, waaronder
de beweging van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
13. Houd tijdens het gebruik van de oefenfiets
uw rug altijd recht. Krom uw rug niet.
14. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of tot
de dood leiden. Als u tijdens het oefenen
uitgeput raakt of pijn voelt, stop dan onmiddellijk en begin af te koelen.
7. Inspecteer regelmatig alle (onder)delen en
draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
3
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK®
COMMERCIAL U100 oefenfiets gekozen heeft.
Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren
van hart- en vaatstelsel, voor het opbouwen van het
uithoudingsvermogen en voor het vormgeven aan het
lichaam. De COMMERCIAL U100 oefenfiets biedt
een indrukwekkende reeks mogelijkheden die ontwikkeld zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te
maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
Lengte: 104 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 42 kg
Hartslagmonitor
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Hendel
Knop van het Bedieningspaneel
Zadel
Zadelknop
Knop van de Buis van het Zadel
Accessoirehouder
Pedaal/Riem
Wiel
Stelpoot
4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
M4 x 12mm
Schroef (75)–6
M4 x 15mm
Schroef (80)–5
M8 x 13mm
Schroef (72)–10
M10 x 105mm
Schroef (76)–4
M10 x 16mm
Schroef (74)–4
5
MONTAGE
• Montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
• Leg alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg voor u volledig met
de montage klaar bent.
• Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aangegeven en rechter onderdelen worden met “R” of
“Right” aangegeven.
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
• Raadpleeg bladzijde 5 om kleine onderdelen te
kunnen herkennen.
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
Montage kan makkelijker met een set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1
2. Schuif een flink stuk van het verpakkingsmateriaal onder de achterkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel vasthouden om te zorgen dat deze niet omvalt
terwijl u deze stap voltooit.
Zoek naar de Achterste Stabilisator (3), met
een Stelpoot (29) aan ieder uiteinde. Draai de
Achterste Stabilisator zoals op de sticker aangegeven zodat de gelaste buizen op de afgebeelde
plaats staan.
Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 105mm
Shroeven (76).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
2
3
29
1
29
Gelaste
buizen
76
6
3. Schuif een flink stuk van het verpakkingsmateriaal onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel vasthouden om te zorgen dat deze niet omvalt
terwijl u deze stap voltooit.
Draai de Voorste Stabilisator (2) zoals afgebeeld.
Maak de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 105mm
Schroeven (76).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
3
Wiel
76
2
1
4. Draai de Buis van het Zadel (6) zoals afgebeeld.
Draai, vervolgens de Knop van de Buis van het
Zadel (49) een paar slagen los, trek de Knop van
de Buis van het Zadel naar buiten, en steek de
Buis van het Zadel (6) in het Onderstel (1).
Schuif de Buis van het Zadel (6) naar boven of
naar beneden in de gewenste stand en steek
dan de Knop van de Buis van het Zadel (49) in
een van de bijstelgaten in de Buis van het Zadel.
Schuif de Buis van het Zadel wat naar boven
of naar beneden om zeker te zijn dat de Knop
van de Buis van het Zadel in een van de
bijstelgaten zit. Draai dan de Knop van de Buis
van het Zadel vast.
4
6
Bijstelgaten
1
49
5. Aandacht: het kan zijn dat de Bijstelknop (niet
afgebeeld) uit de Blokkering van de Zadeldrager
(30) verwijderd moet worden.
Maak het Zadel (23) aan de Zadeldrager (24)
vast met vier M8 x 13mm Schroeven (72). Zorg
ervoor dat de Blokkering van de Zadeldrager
(30) aan de binnenkant van de Zadeldrager
zit.
5
23
30
24
72
7
6. Plaats de Zadeldrager (24) op de Buis van het
Zadel (6) en houd deze op zijn plaats.
Steek de Bijstelknop (27) naar boven in de Buis
van het Zadel (6), en draai de Bijstelknop in de
Blokkering van de Zadeldrager (30) aan de binnenkant van de Zadeldrager (24).
6
24
30
6
27
7. Draai de Kap van het Voorste Scherm (7) en de
Staander (4) zoals afgebeeld. Schuif de Kap van
het Voorste Scherm op de Staander.
Maak het onderste uiteinde van de draadband
in de Staander (4) aan de Hoofddraad (58) vast
terwijl een tweede persoon de Staander bij het
Onderstel (1) houdt. Trek dan aan het bovenste
uiteinde van de draadband totdat de Hoofddraad
door de Staander ligt.
Tip: Maak de Hoofddraad (58) met een draad-
band vast zodat deze niet in de Staander (4)
kan vallen.
Tip: Zorg dat de Hoofddraad (58) niet bekneld
raakt. Schuif de Staander (4) op het Onderstel
(1). Maak de Staander vast met vier M10 x
16mm Schroeven (74).
Schuif dan de Kap van het Voorste Scherm (7)
naar beneden en duw deze op het Linker en het
Rechter Scherm (10, 11).
7
Draadband
74
58
Zorg dat de
Hoofddraad (58)
niet bekneld raakt
4
7
74
Draadband
1
10, 11
8
8. Maak de Accessoirehouder (46) aan de
Staander (4) vast met vier M4 x 15mm
Schroeven (80).
8
9. Draai de Handgreep (5) zoals afgebeeld.
Tip: Zorg dan dat de Draad voor de Hartslag
(17) en de Hoofddraad (58) niet bekneld
raken. Maak de Handgreep (5) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met zes M8 x 13mm
Schroeven (72).
80
9
4
80
Zorg dat de
draden niet
bekneld raken
5
46
72
17
72
35
58
9
10. Maak de draadband (niet afgebeeld) van de
Hoofddraad (58) los en gooi hem weg.
Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(13) bij de Zwenkbeugel (35) houden.
Steek alle draden van het Bedieningspaneel (13)
naarbeneden door het gat in het midden van de
Zwenkbeugel (35).
Sluit de Hoofddraad (58) en de Draad voor de
Hartslag (17) aan op de bij elkaar passende
draden van het Bedieningspaneel (13).
Steek de resterende draad (A) naar beneden in
de Staander (4) en trek deze uit het gat aan de
linkerkant van de Staander.
10
58
Draden
17
4
A
35
13
11. Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Het kan nodig zijn dat de Bijstelknop (27)
gedraaid moet worden en de hoek van de
Zwenkbeugel (35) bijgesteld moet worden.
Maak het Bedieningspaneel (13) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met vier M4 x 12mm
Schroeven (75).
11
13
35
75
27
Zorg dat de
draden niet
bekneld raken
10
12. Tip: Het kan nodig zijn dat de Bijstelknop (27)
gedraaid moet worden en de hoek van de
Zwenkbeugel (35) bijgesteld moet worden.
Maak de Onderste Zwenkkap (12) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met twee M4 x 12mm
Schroeven (75).
12
75
Zorg dat de aangegeven draad (A) niet ver-
scholen gaat achter de Onderste Zwenkkap
(12) (zie de tekening in stap 13).
13. Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Draai de Bovenste Zwenkkap (9) zoals afge-
beeld. Druk de Bovenste Zwenkkap op de
Onderste Zwenkkap (12).
Maak de Bovenste Zwenkkap (9) aan het
Bedieningspaneel (13) vast met een M4 x 15mm
Schroef (80).
13
80
35
9
A
27
12
Zorg dat de
draden niet
bekneld raken
13
14. Zoek naar de Linker en de Rechter Kap van de
Staander (14, 15) en draai ze zoals afgebeeld.
Laat een tweede persoon de Rechter Kap
van de Staander (15) bij de rechterkant van
de Staander (4) houden. Sluit de draad van
de Ontvanger (59) aan op de draad (A) in de
Staander.
Stop het overschot aan draad in de Staander (4).
Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Druk de Linker en de Rechter Kap van de
Staander (14, 15) te samen rond de Staander (4)
vast.
14
14
12
A
15
4
A
bekneld raken
59
Zorg dat de
draden niet
11
15. Zoek naar het Linker Pedaal (21).
Draai met de meegeleverde sleutel het Linker
Pedaal (21) tegen de klok ingoed vast in de
Linker Arm van de Krukas (19).
Draai het Rechter Pedaal (niet afgebeeld) met
de klok meegoed vast in de Rechter Arm van
de Krukas (niet afgebeeld).
15
Riem
Stel de riem van het Linker Pedaal (21) in de
gewenste stand en druk het uiteinde van de riem
in de lipjes op het Linker Pedaal. Stel de riem
van het Rechter Pedaal (niet afgebeeld) op
dezelfde manier bij.
16. Steek de Stroomadapter (67) in de contactdoos
aan de voorkant van de oefenfiets.
Steek, indien nodig, de Stroomadapter (67) in de
Stekkeradapter (A).
Aandacht: zie HOE DE STROOMADAPTER
IN TE STEKEN op bladzijde 14 om de
Stroomadapter (67) in een stopcontact te steken.
21
19
Lipje
16
67
17. Inspecteer de oefenfiets na montage om er zeker van te zijn dat deze goed gemonteerd is en dat deze
goed werkt. Zorg dat alle onderdelen van de oefenfiets goed vastgedraaid zijn voordat u de oefenfiets
gaat gebruiken. Aandacht: Er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de oefenfiets
om de vloer of de vloerbedekking te beschermen.
12
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkasband en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afgebeeld in de tekening.
Druk dan het uiteinde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag monitor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borstkas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uiteinde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkasband met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de hartslag monitor niet goed werkt.
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
BELANGRIJK: laat de oefenfiets, wanneer deze
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
op kamertemperatuur komen voordat u de stroomadapter insteekt. Als u dit niet doet kunt u de
displays van het bedieningspaneel of andere elektrische onderdelen beschadigen.
Steek de stroomadapter in de
contactdoos op
het onderstel van
de oefenfiets.
Steek dan de
stekkeradapter
in een geschikt
stopcontact dat
goed volgens de
plaatselijke voor-
schriftenenverordeningengeïnstalleerdis.
HOE DE OEFENFIETS WATERPAS TE STELLEN
Draai, indien de
oefenfiets tijdens
gebruik enigszins op de vloer
wiebelt, aan één
of aan beide
stelpoten onder
de achterste
stabilisator tot de
speling weg is.
Stelpoten
HOE DE HOOGTE VAN HET ZADEL BIJ TE
STELLEN
Het zadel moet om effectief te oefenen op de juiste
hoogte staan. Uw knieën moeten tijdens het trappen
wat gebogen zijn wanneer de pedalen in de laagste
stand staan.
Draai de aangegeven bijstelknop
eerst een paar
slagen los om de
hoogte van het
zadel bij te stellen.
Trek vervolgens
de knop naar buiten, schuif de buis
van het zadel naar
boven of naar
beneden in de
gewenste stand,
en laat dan de
knop in een van
de bijstelgaten in
de buis van het
zadel los. Schuif
de buis van het zadel wat naar boven of naar beneden om er zeker van te zijn dat de knop in een van
de bijstelgaten in de buis van het zadel zit. Draai
dan de knop vast.
HOE DE STAND VAN HET ZADEL HORIZONTAAL
BIJ TE STELLEN
Draai de aangegeven bijstelknop
van het zadel
eerst met een
paar slagen los
om de stand van
het zadel horizontaal bij te stellen.
Schuif dan het
zadel naar voren
of naar achteren
in de gewenste
stand en draai de
knop goed vast.
Knop
Knop
14
HOE DE HOEK VAN HET BEDIENINGSPANEEL EN
DE HANDGREEP BIJ TE STELLEN
Draai gewoon
de aangegeven
bijstelknop met de
klok mee of tegen
de klok in om de
hoek van hetbedieningspaneel en
dehandgreep bij te
stellen.
Knop
HOE DE PEDAALRIEMEN BIJ TE STELLEN
Trek eerst aan
de uiteinden van
de riemen van
de lipjes op de
pedalen om de
pedaalriemen bij
te stellen. Stel dan
de riemen in de
gewenste stand
en steek de uiteinden van de riemen
op de lipjes.
Riem
Lipje
15
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
UW FITNESSDOELEN VERWEZENLIJKEN MET
IFIT.COM
Met uw nieuwe iFit compatibele fitness apparaat kunt u
een reeks mogelijkheden op iFit.com gebruiken om uw
fitnessdoelen te verwezenlijken:
Oefen waar in de wereld dan ook met uw
eigen Google Kaarten (maps).
Download training workouts die ontworpen
zijn om u te helpen uw persoonlijke doelen
te bereiken.
Meet uw vordering door tegen andere iFit
gebruikers te racen.
Upload uw workout resultaten op de iFit
cloud en houd uw prestaties bij.
Stel calorie-, tijds- of afstandsdoelen voor
uw workouts in.
Kies en download sets afslank workouts.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
16
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE STELLEN
Het geavanceerde bedieningspaneel kent een reeks
mogelijkheden die ontworpen zijn om uw workouts
thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft revolutionaire iFit-technologie die het mogelijk maakt om het bedieningspaneel
in verbinding te brengen met uw draadloze netwerk.
Met iFit-technologie, kunt u uw eigen workouts downloaden, uw eigen workouts samenstellen, uw workout
resultaten bijhouden en vele andere mogelijkheden gebruiken. Zie www.iFit.com voor volledige
informatie.
Het bedieningspaneel heeft ook een selectie van
vooraf ingestelde workouts. Iedere vooraf ingestelde
workout verandert automatisch de weerstand van de
pedalen en zal u aansporen om uw trapsnelheid te
veranderen, terwijl u door een effectieve oefensessie
geleid wordt. U kunt ook een tijds-, afstands- of caloriedoel instellen.
Het bedieningspaneel heeft ook workouts die door
de gebruiker bepaald kunnen worden waarmee u uw
eigen workouts kunt samenstellen en ze in het geheugen kunt opslaan voor gebruik later.
Stel het bedieningspaneel in voordat u de oefenfiets
voor de eerste keer gebruikt.
1. Maak een iFit account aan.
Ga naar www.iFit.com voor het aanmaken van
een iFit account of voor meer informatie over
het account.
Volg dan de instructies op de website om uw iFit
lidmaatschap aan te gaan. Kies de optie code activeren als u een activeringscode heeft.
2. Sluit op uw draadloze netwerk aan.
Aandacht: u moet met een draadloos netwerk
in verbinding staan om iFit-workouts te downloaden en om andere mogelijkheden van het
bedieningspaneel te gebruiken. Zie HOE DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
TE VERANDEREN op bladzijde 24 om het bedieningspaneel op uw draadloze netwerk aan te
sluiten.
3. Controleer op firmware updates.
Wanneer u de handmatige instelling van het bedieningspaneel gebruikt kunt u de weerstand van de
pedalen door de druk op een toets bijstellen.
Het bedieningspaneel zal tijdens het oefenen voortdurend oefenfeedback aangeven. U kunt ook uw hartslag
meten door de hartslagmonitor met handgreep of de
borstkas hartslagmonitor te gebruiken.
U kunt zelfs terwijl u oefent door middel van het
geluidssysteem van het bedieningspaneel naar uw
favoriete workout-muziek of audioboeken luisteren.
Zie deze bladzijde om het bedieningspaneel in te
stellen.
Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op bladzijde 24 en controleer op firmware updates.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met oefenen
kunt beginnen. De volgende pagina’s leggen de verschillende workouts en andere mogelijkheden, die het
bedieningspaneel biedt, uit.
Zie bladzijde 18 om de handmatige instelling te
gebruiken. Ziebladzijde 20 om een vooraf ingestelde workout te gebruiken. Zie bladzijde 21 om
een stel-een-doel-in workout te gebruiken. Zieblad-zijde 21 om een workout samen te stellen die door
de gebruiker bepaald is. Ziebladzijde 22 om een
door de gebruiker bepaald workout te gebruiken.
Zie bladzijde 23 om een iFit workout te gebruiken.
Zie bladzijde 24 om de instellingen van het bedie-
ningspaneel te veranderen. Ziebladzijde 27 om het
geluidssysteem te gebruiken.
Aandacht: als er een velletje plastic op de display zit,
verwijder die dan.
Aandacht: het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in óf kilometers óf mijlen aangeven. Zie HOE
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
TE VERANDEREN op bladzijde 24 om aan te weet te
komen welke meeteenheid gekozen is.
17
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
Distance (Afstand): deze display instelling zal de
afstand die u op de oefenfiets afgelegd heeft in
mijlen of kilometers aangeven.
Laps (Rondjes): deze display instelling zal een
piste die een afstand van 400 meter voorstelt aangeven. Terwijl u oefent, zullen indicatoren rond de
piste na elkaar verschijnen om uw vordering aan te
geven. De Laps display instelling zal ook het aantal
rondjes die u voltooit aangeven.
2. Kies de handmatige instelling.
Telkens wanneer u het bedieningspaneel inscha-
kelt zal de handmatige instelling automatisch
gekozen worden.
Aandacht: wanneer het bedieningspaneel door
middel van uw draadloos netwerk op iFit aangesloten is zal de display switchen tussen de
welkomboodschap van de handmatige instelling en
iFit. Druk herhaaldelijk op de Home (Thuis) toets
om de handmatige instelling te kiezen.
U kunt ook herhaaldelijk op welke workout toetsen
dan ook drukken om de handmatige instelling te
kiezen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
trappen aanpassen. Druk op de toename- en de
afnametoetsen van de Digital Resistance (Digitale
Weerstand) of druk op een van de genummerde
Digital Resistance toetsen om de weerstand te
veranderen.
Aandacht: na het drukken op een toets kan het
eventjes duren voordat de pedalen de gekozen
weerstand bereiken. De weerstand van de peda-len zal toenemen wanneer de pedalen een paar
minuten lang niet bewegen en wanneer niet op de
toetsen gedrukt wordt.
4. Volg uw vordering.
De display kan de volgende workout informatie
aangeven:
Calories (Calorieën): deze display instelling zal
bij benadering het aantal calorieën die u verbrand
heeft aangeven.
Calories/Hr. (Calorieën per Uur): deze display
instelling zal bij benadering het aantal calorieën dat
u per uur verbrandt aangeven.
Pulse (Hartslag): deze display instelling zal uw
hartslag aangeven wanneer u de hartslagmonitor
met handgreep of de borstkas hartslagmonitor
gebruikt (zie stap 5).
Resistance (Weerstand): deze display instelling
zal telkens wanneer het weerstandsniveau van de
pedalen verandert, de weerstandinstelling een paar
seconden lang aangeven.
RPM (opm): deze display instelling zal uw trap-
snelheid in omwentelingen per minuut (opm)
aangeven.
Speed (Snelheid): deze display instelling zal
de trapsnelheid in mijlen of in kilometers per uur
aangeven.
Time (Tijd): deze display instelling zal de verstre-
ken tijd aangeven.
Het scherm heeft verschillende display instellingen.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast de
Enter-toets totdat de gewenste display instelling
aangegeven wordt.
Speed (Snelheid): deze display instelling zal de
geschiedenis van de snelheidsinstellingen van uw
workout aangeven. Een nieuw segment zal aan het
einde van elke minuut verschijnen.
Calorie (Calorieën): deze display instelling zal
bij benadering het aantal calorieën die u verbrand
heeft aangeven. De hoogte van elk segment stelt
het aantal verbrande calorieën tijdens dat segment
voor. Een nieuw segment zal aan het einde van
elke minuut verschijnen.
Stop met trappen om de handmatige instelling
of een workout stil te laten vallen. De tijd op de
display zal stilstaan. Ga gewoon weer met trappen
verder om de handmatige instelling of de workout
te hervatten.
Druk op de Home toets om de handmatige instel-
ling of een workout te verlaten. Druk, indien nodig,
nogmaals op de Home toets.
18
Wanneer het bedieningspaneel op
een draadloos netwerk aangesloten
is zal het draadloos symbool in de
display de sterkte van het draadloos
signaal aangeven. Vier bogen geven
volle sterkte aan. Als het draadloos symbool opflikkert is het bedieningspaneel niet op een draadloos
netwerk aangesloten.
Stel desgewenst het volumeniveau
bij door op de volume toename- en
afnametoetsen van het bedieningspaneel te drukken.
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer
uw hartslag gemeten kan worden. Houd voor de
meest nauwkeurige hartslagwaarde de contactpunten minstens 15 seconden lang vast.
Als uw hartslag niet op de display aangegeven
wordt zorg er dan voor dat uw handen geplaatst
zijn zoals hierboven beschreven. Zorg ervoor dat u
uw handen niet te veel beweegt of de contactpunten niet te stevig vasthoudt. Maak voor optimale
werking de contactpunten schoon met een zachte
doek; gebruik nooit alcohol, schuur- of chemi-
sche middelen om de contactpunten schoon te
maken.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie bladzijde 13 om de borstkas hartslagmonitor
te gebruiken. Volg de instructies hieronder om
de hartslagmonitor met handgreep te gebruiken.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel zal uw
hartslag niet nauwkeurig aangeven wanneer u
beide hartslagmonitoren tegelijkertijd gebruikt.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contactpunten van de
hartslagmonitor
met handgreep
zitten, verwijder
die dan. Houd de
hartslagmonitor
met handgreep
vast met uw
handpalmen tegen
de contactpunten
om uw hartslag te
meten. Beweeg
uw handen niet of houd de contactpunten niet
te stevig vast.
Contact-
punten
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator kent hoge en lage snel-
heidsinstellingen. Druk herhaaldelijk
op de toename- en de afnametoetsen
van de ventilator om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator
uit te zetten.
Aandacht: de ventilator zal automatisch uitgaan als
de pedalen een tijdje niet bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een geluid te horen zijn, zal het bedieningspaneel stilvallen en zal de tijd op de display
opflikkeren. Begin gewoon weer te trappen om de
workout te hervatten.
De weerstand van de pedalen zal toenemen, het
bedieningspaneel zal uitschakelen en de display
zal gereset worden wanneer de pedalen een paar
minuten lang niet bewegen en niet op de toetsen
gedrukt wordt.
19
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk herhaaldelijk op de Calorie toets of op de
Performance (prestatie) toets totdat de naam van
de gewenste workout in de display verschijnt om
een vooraf ingestelde workout te kiezen.
De display zal de naam, de duur, en de afstand
van de workout aangeven wanneer u een vooraf
ingestelde workout kiest. De display zal ook bij
benadering het aantal calorieën dat u tijdens de
workout zult verbranden en een profiel van de
weerstandinstellingen van de workout aangeven.
U kunt de instelling handmatig veranderen door
op de Digital Resistance (digitale weerstand)
toetsen te drukken als het weerstandsniveau
voor het huidige segment te hoog of te laag ligt.
BELANGRIJK: de pedalen zullen automatisch
aan de geprogrammeerde weerstandinstelling
van het volgende segment aangepast worden
wanneer het huidige segment van de workout
eindigt.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van de weerstand van
de pedalen tijdens de workout, invloed hebben
op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
De workout gaat zo door totdat het laatste seg-
ment eindigt. Stop met trappen om de workout
tot stilstand te brengen. De tijd op de display zal
stilstaan. Ga gewoon verder met trappen om de
workout te hervatten.
3. Begin te trappen om de workout te starten.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Eén
weerstand en één na te streven opm (snelheid) zijn
voor ieder segment geprogrammeerd. Aandacht:
hetzelfde weerstandsniveau en/of na te streven
opm kunnen voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Het profiel zal uw vordering tijdens de workout aan-
geven. Het opflikkerende segment van het profiel
stelt het huidige segment van de workout voor.
De hoogte van het profiel geeft bij benadering het
weerstandsniveau van het huidige segment aan.
De weerstand van de pedalen zal aan het eind van
iedere segment van de workout veranderen.
Houd uw trapsnelheid tijdens het oefenen bij de
na te streven opm (omwentelingen per minuut)
van het huidige segment. BELANGRIJK: Het na
te streven opm is uitsluitend bedoeld om u te
motiveren. Uw werkelijke snelheid kan langzamer zijn dan de na te streven opm. Zorg ervoor
dat u met een snelheid trapt die aangenaam
voor u is.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
Het scherm zal ook een profiel van de weerstandin-
stellingen van de workout of een kaart aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
20
HOE EEN STEL-EEN-DOEL-IN WORKOUT TE
GEBRUIKEN
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Stel een calorie-, afstands- of tijdsdoel in.
Druk herhaaldelijk op de Set A Goal (Een Doel
Instellen) toets tot de naam van het gewenste doel
in de display verschijnt.
Druk dan op de toename- of de afnametoetsen
naast de Enter-toets om het gewenste na te streven doel in te stellen.
3. Begin te trappen om de workout te starten.
Tijdens het oefenen kan een na te streven opm
(snelheid) op de display verschijnen om te helpen uw doel te bereiken. Houd uw trapsnelheid
tijdens het stappen bij de na te streven opm.
BELANGRIJK: de na te streven opm is uitsluitend bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke
snelheid kan langzamer zijn dan de na te streven opm. Zorg ervoor dat u met een snelheid
trapt die aangenaam voor u is.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van de weerstand van
de pedalen tijdens de workout, invloed hebben
op het aantal calorieën dat u verbrandt.
De workout gaat zo door totdat het calorie-, het
afstands-, of het tijdsdoel bereikt is. Stop met trappen om de workout tot stilstand te brengen. De tijd
op de display zal stilstaan. Begin weer te trappen
om de workout te hervatten.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
HOE EEN WORKOUT SAMEN TE STELLEN DIE
DOOR DE GEBRUIKER BEPAALD WORDT
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies een workout die door de gebruiker
bepaald wordt.
Druk herhaaldelijk op de User Defined (Bepaald
door Gebruiker) toets totdat de naam van de
gewenste workout op de display verschijnt. Een
profiel zal dan op de display verschijnen.
3. Begin te trappen en stel de gewenste
instellingen in.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. U kunt
een weerstandsniveau en een na te streven opm
(snelheid) voor elk segment programmeren.
Stel gewoon de weerstand van de pedalen bij door
op de Digital Resistance (Digitale Weerstand) toetsen te drukken om een weerstandsniveau voor het
eerste segment te programmeren.
Trap met de gewenste snelheid om een na te stre-
ven opm (snelheid) te programmeren.
De workout zal aan het eind van het eerste
segment het huidige weerstandsniveau en de trapsnelheid in het geheugen opslaan.
Programmeer een weerstandsniveau en een na te
streven opm voor het tweede segment zoals hierboven beschreven.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
U kunt tot honderd minuten blijven oefenen. Drup
op de Home (Thuis) toets wanneer u met uw
workout klaar bent. Druk dan op de Enter-toets.
De door u samengestelde workout zal dan in het
geheugen worden opgeslagen.
4. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
21
HOE EEN WORKOUT DIE DOOR DE GEBRUIKER
BEPAALD IS TE GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies een workout die door de gebruiker
bepaald is.
Druk herhaaldelijk op de User Defined (Bepaald
door Gebruiker) toets totdat de naam van de
gewenste workout op de display verschijnt. Het
scherm zal ook een profiel van de weerstandinstellingen van de workout aangeven.
Aandacht: zie HOE EEN WORKOUT SAMEN TE
STELLEN DIE DOOR DE GEBRUIKER BEPAALD
WORDT op bladzijde 21 om zo'n workout samen te
stellen.
3. Begin met de workout.
van het volgende segment aangepast worden
wanneer het huidige segment van de workout
eindigt.
De workout gaat zo door totdat het laatste seg-
ment eindigt. Stop met trappen om de workout
tot stilstand te brengen. De tijd op de display zal
stilstaan. Begin weer te trappen om de workout te
hervatten.
4. Verander desgewenst de workout.
U kunt tijdens de workout desgewenst de workout
veranderen.
Druk gewoon op de Digital Resistance toetsen om
het weerstandsniveau van het huidige segment
te veranderen. Het nieuwe weerstandsniveau zal
aan het eind van het huidige segment in het geheugen worden opgeslagen.
Verander eenvoudig uw trapsnelheid om de na
te streven opm van het huidige segment te
veranderen. Uw trapsnelheid zal aan het eind
van het huidige segment in het geheugen worden
opgeslagen.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Een
weerstandsniveau en een na te streven opm (snelheid) zijn voor ieder segment geprogrammeerd.
Aandacht: hetzelfde weerstandsniveau en/of na te
streven opm kunnen voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
Het profiel zal uw vordering tijdens de workout aan-
geven. Het opflikkerende segment van het profiel
stelt het huidige segment van de workout voor. De
hoogte van het opflikkerende segment geeft het
weerstandsniveau van het huidige segment aan.
De weerstand van de pedalen zal aan het eind van
iedere segment van de workout veranderen.
Houd uw trapsnelheid tijdens het oefenen bij de
na te streven opm (omwentelingen per minuut)
van het huidige segment. BELANGRIJK: de na
te streven opm is uitsluitend bedoeld om u
te motiveren. Uw feitelijke trapsnelheid kan
langzamer zijn dan de na te streven opm. Zorg
ervoor dat u met een snelheid trapt die aangenaam voor u is.
U kunt desgewenst u workout inkorten. Druk,
om een workout in te korten, op welke workout
toets op het bedieningspaneel dan ook en druk dan
op de Enter-toets om de workout in te korten.
U kunt desgewenst uw workout langer maken
wanneer u het einde van de workout bereikt.
Volg de instructies op het scherm om de workout
langer te maken.
U kunt tot honderd minuten blijven oefenen. Drup
de Home (Thuis) toets wanneer u met uw workout
klaar bent. Druk dan op de Enter-toets. Uw workout
zal dan in het geheugen worden opgeslagen.
5. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
U kunt de instelling handmatig veranderen door op
de Digital Resistance (Digitale Weerstand) toetsen
te drukken als het weerstandsniveau voor het huidige segment te hoog of te laag ligt.
BELANGRIJK: de pedalen zullen automatisch
aan het geprogrammeerde weerstandsniveau
Zie stap 6 op bladzijde 19.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
22
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: u heeft toegang tot een draadloos netwerk nodig (zie bladzijde 24) om een iFit workout te
gebruiken. Een iFit account is ook nodig (zie stap 1 op
bladzijde 17).
1. Begin te trappen of druk op welke toets
van het bedieningspaneel dan ook om het
bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies de iFit instelling.
Druk herhaaldelijk op de Home (Thuis) toets om de
iFit instelling te kiezen. De iFit welkomboodschap
zal op de display verschijnen.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie
over de iFit workouts.
De display zal de naam, de duur, en de afstand van
de workout aangeven wanneer u een iFit workout
kiest. De display zal ook bij benadering het aantal
calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden
en een profiel van de weerstandinstellingen van de
workout aangeven.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een
handmatige aanpassing van de weerstand van
de pedalen tijdens de workout, invloed hebben
op het aantal calorieën dat u verbrandt.
5. Begin te trappen om de workout te starten.
3. Kies een gebruiker.
U kunt in het iFit hoofdscherm van gebruiker
wisselen wanneer er meer dan een gebruiker met
uw iFit.com lidmaatschap geregistreerd is. Druk op
de toename- en de afnametoetsen naast de Entertoets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit workout.
Druk, om een iFit workout op uw lijst te downloa-
den, op de Map (Kaart), de Train (Trainen), of de
Lose Wt. (Afslanken) toets om de volgende workout van dat type op uw lijst te downloaden.
Druk op de Compete (Competitie) toets om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft.
Druk, om een recent uitgevoerde iFit workout op
uw lijst nogmaals uit te voeren, op de Track (Piste)
toets, druk op de toename- en afnametoetsen om
de gewenste workout te kiezen en druk dan op de
Enter-toets om de workout te starten.
Zie stap 3 op bladzijde 20.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u door uw workout leiden.
Stop met trappen om de workout wanneer dan ook
te stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren.
Begin gewoon weer te trappen om de workout te
hervatten.
6. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
Tijdens een competitie workout zal de display uw
vordering tijdens de race aangeven. Tijdens het
racen zal de bovenste lijn van het scherm aangeven welk deel van de race u voltooid heeft. De
andere lijnen geven uw vier belangrijkste tegenstanders aan. Het einde van het scherm geeft het
einde van de race aan.
Druk op de Set A Goal (Stel-Een-Doel-In) toets om
een stel-een-doel-in workout (zie bladzijde 21) te
gebruiken.
U moet sommige workouts aan uw lijst op iFit.com
toevoegen voor ze gedownload kunnen worden.
23
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel kent instellingen waarmee u de
gebruiksinformatie kunt bekijken, uw eigen instellingen
van het bedieningspaneel kunt instellen, en een draadloos netwerkverbinding kunt instellen en bijhouden.
9. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over
iFit workouts.
BELANGRIJK: om aan de blootstellingsvereisten
te voldoen, dienen de antenne en de zender in het
bedieningspaneel minstens 20 cm afstand te hebben tot alle personen en mogen ze niet vlakbij enig
andere antenne of zender staan of erop aangesloten zijn.
1. Kies de instellingen.
Houd de Calorietoets ingedrukt totdat de instellin-
gen op de display verschijnen om de instellingen te
kiezen.
De display zal het totaal aantal uren dat de oefen-
fiets gebruikt is aangeven.
De display zal het totaal aantal mijlen (of kilome-
ters) die op de oefenfiets afgelegd zijn aangeven.
2. Bestuur het menu van de instellingen.
Het scherm zal een menu met de opties voor de
instellingen aangeven.
Druk op de toename- of de afnametoetsen naast
de Enter-toets om de gewenste optie op te lichten.
Het onderste gedeelte van het scherm zal instruc-
ties voor de opgelichte instelling aangeven. Zorg
dat u de instructies die in het onderste gedeelte
van het scherm aangegeven worden volgt.
3. Verander desgewenst van instellingen.
Demo: het bedieningspaneel kent een demo instel-
ling, die ontworpen is voor als de oefenfiets in een
winkel geëtaleerd wordt. De display zal, als de
demo instelling aan staat, de slaap instelling niet
inschakelen wanneer de oefenfiets niet gebruikt
wordt. Het woord Aan (on) zal op het scherm
verschijnen als de demo instelling ingeschakeld is.
Drup op Enter-toets om de demo instelling aan of
uit te zetten.
Units (Eenheden): de gekozen meeteenheid zal
op het scherm verschijnen. Druk op de Enter-toets
om van meeteenheid te switchen. Kies ENGLISH
(engels) om afstand in mijlen te bekijken. Kies
METRIC (metrisch) om afstand in kilometers te
bekijken.
24
Contrast: het contrastniveau zal op het scherm
verschijnen. Druk op de Digital Resistance (Digitale
Weerstand) toename- en de afnametoetsen om het
contrastniveau bij te stellen.
Firmware Update: controleer voor de beste resul-
taten regelmatig op firmware updates.
Aandacht: het bedieningspaneel zal NOT
CONNECTED (niet aangesloten) aangeven als het
bedieningspaneel niet op een draadloos netwerk
aangesloten is.
Druk op de Enter-toets om door middel van uw
draadloos netwerk te controleren op firmware
updates. De update begint automatisch wanneer
een update beschikbaar is.
BELANGRIJK: trek de stroomadapter niet uit
terwijl de firmware geupdate wordt om schade
aan de oefenfiets te voorkomen. De update kan
een paar minuten duren.
Aandacht: een firmware update kan er soms toe
leiden dat het bedieningspaneel iets anders gaat
werken. Deze updates zijn altijd ontworpen om het
oefenen te verbeteren.
Standaardinstellingen: drup de Enter-toets
om het bedieningspaneel opnieuw op de fabriek
standaardinstelling in te stellen. Aandacht: het
bedieningspaneel zal welke informatie dan ook die
in het geheugen opgeslagen is uitwissen.
IP-Adress: een IP-adres zal op het scherm
verschijnen. Aandacht: Dit IP-adres dient als
referentie.
Met de WiFi-Normal (WiFi–Normaal) optie kunt
u met het bedieningspaneel een draadloos netwerkverbinding instellen. Zie bladzijde 4 voor
instructies.
Met de WiFi–WPS optie kunt u met uw WPS router
een draadloos netwerkverbinding instellen. Zie stap
5 voor instructies.
Met de WiFi-Advanced (WiFi–Geavanceerde)
optie kunt u met uw computer, smart phone, tablet
of ander Wi-Fi toestel een draadloos netwerkverbinding instellen. Zie bladzijde 6 voor instructies.
iFit User Setup (iFit Gebruiker Instelling): volg
de instructies op het scherm om met behoud
van de huidige verbinding een ander iFit account
aan te maken. Aandacht: deze optie zal zelden
gebruikt worden.
Clear WiFi (WiFi Wissen): volg de instructies op
het scherm om de instellingen van het draadloos
netwerk van het bedieningspaneel uit te wissen en
het huidige gekozen draadloos netwerk te negeren.
4. Gebruik WiFi-Normal (WiFi-Normal) om een
draadloze verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met het bedieningspaneel
een draadloos netwerkverbinding instellen.
Aandacht: u zult de naam van uw netwerk nodig
hebben (SSID). U zult ook het wachtwoord nodig
hebben als uw netwerk een wachtwoord heeft.
Druk eerst op de Enter-toets om met het bedie-
ningspaneel een draadloos netwerkverbinding in te
stellen.
BELANGRIJK: zet
de meegeleverde
Wifi set-up kaart
op het bedieningspaneel. De
toetsen op de
Wifi set-up kaart
worden in de volgende instructies
vermeld.
Een lijst met netwerken zal op het scherm verschij-
nen. Druk op de omhoog of de omlaag toets om
het gewenste netwerk op te lichten. Druk dan op de
Enter-toets. Aandacht: kies niet IFIT_SETUP.
Aandacht: de tijd display zal het aantal toegangs-
punten, die momenteel gekozen zijn, aangeven.
De afstand display zal het totaal aantal gevonden
toegangspunten aangeven.
Voer het wachtwoord in als het netwerk een wacht-
woord heeft.
Een toetsenbord zal op het scherm verschijnen.
Druk, indien nodig, op de toetsen van de WiFi setup kaart om de optie van hoofdletters, de optie van
cijfers of de optie van symbolen te kiezen.
Kaart
25
Druk op de omhoog, de omlaag, de links, en de
rechts toetsen om de gewenste letter of cijfer
op te lichten. Druk dan op de Enter-toets om de
gewenste letter, cijfer of symbool te kiezen. Druk
op de Klaar (done) toets wanneer u met het invoeren van het wachtwoord klaar bent.
Een numerieke code en een webadres zullen dan
op het scherm verschijnen.
Log in op uw iFit account op de webpagina. Voer
dan de numerieke code in op het aangeven veld
op de webpagina. Volg iedere instructie op de
webpagina.
Trek dan de stroomadapter uit, wacht een paar
seconden, en steek dan de stroomadapter weer in.
Aandacht: Het kan een paar minuten duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Open een web browser op uw computer, smart
phone, tablet of ander internet compatibel toestel
en ga naar het webadres.
Log in op uw iFit account op de webpagina. Voer
dan de numerieke code in op het aangeven veld
op de webpagina. Volg iedere instructie op de
webpagina.
Trek dan de stroomadapter uit, wacht een paar
seconden, en steek de stroomadapter weer in.
Aandacht: Het kan een paar minuten duren voordat
het bedieningspaneel voor gebruik klaar is.
Het draadloos symbool op de display zal met
opflikkeren stoppen en blijven branden wanneer
het bedieningspaneel op een draadloos netwerk aangesloten is. Het draadloos symbool zal
de sterkte van uw draadloos signaal weergeven;
vier bogen geven volle sterkte aan.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet
kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
5. Gebruik WiFi-WPS om een draadloze
verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met uw WPS router een
draadloos netwerkverbinding instellen.
Druk eerst op de Enter-toets en volg de instructies
op het scherm om een draadloos netwerkverbinding door middel van uw WPS router in te stellen .
Het draadloos symbool in de display zal met opflik-
keren stoppen en blijven branden wanneer het
bedieningspaneel op een draadloos netwerk
aangesloten is. Het draadloos symbool zal de
sterkte van uw draadloos signaal weergeven; vier
bogen geven volle sterkte aan.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet
kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
6. Gebruik WiFi-Geavanceerd (wifi advanced) om
een draadloze verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met uw computer, smart
phone, tablet of ander Wi-Fi toestel een draadloze
netwerkverbinding instellen.
Open op uw computer, smart phone, tablet, of
ander WiFi toestel, de lijst met beschikbare netwerken waarop uw apparaat aangesloten kan worden.
IFIT_SETUP zal een van de opties zijn; kies dit
netwerk. Zorg dat uw WiFi toestel binnen bereik
van het bedieningspaneel is, sluit dan uw lijst met
netwerken en heropen deze als dit netwerk niet
verschijnt. Zie ook WIFI WISSEN (clear wifi) op
bladzijde 25 wis alle vorige netwerk instellingen op
het bedieningspaneel.
Aandacht: Het IFIT_SETUP netwerk zal niet ver-
schijnen als het bedieningspaneel al ingesteld
is om op een draadloos netwerk aangesloten te
worden. Bovendien kunnen AndroidTM toestellen mogelijker wijze IFIT_SETUP niet vinden.
Een numerieke code en een webadres zullen op
het scherm verschijnen. Open een web browser op
uw computer, smart phone, tablet of ander internet
compatibel toestel en ga naar het webadres.
26
Het bedieningspaneel zal een IP-adres zoals
192.168.0.1:8080 aangeven. Open een web browser op uw computer, smart phone, tablet of ander
Wi-Fi toestel. Typ vervolgens het IP-adres in het
URL veld van uw browser op het bedieningspaneel.
Bijvoorbeeld: http://192.168.0.1:8080.
Uw browser zal een webpagina laden. Kijk het
IP-adres en de vorige instructies van deze stap
nogmaals na als de webpagina niet verschijnt. Volg
de instructies op de webpagina om uw oefenfiets
op uw draadloos netwerk aan te sluiten.
Aandacht: er kan een waarschuwing verschijnen
dat de server niet herkend kan worden. Zorg dat u
het IP-adres goed heeft ingevoerd als dit gebeurt.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet
kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
7. Verlaat de informatie instelling.
Drup de Calorietoets aan om de informatie instel-
ling te verlaten.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel (niet meegeleverd) met een 3,5
mm mannelijke aansluiting aan beide uiteinden van de
kabel in de aansluiting op zowel het bedieningspaneel
als op uw MP3-, CD-, of andere eigen audio-speler
om via het geluidssysteem van het bedieningspaneel
muziek of audioboeken af te spelen. Zorg ervoor
dat de audiokabel goed ingestoken is. Aandacht:
ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een
audiokabel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de play-toets van
uw eigen audio-speler. Pas het volumeniveau aan met de volume toename- of
afnametoetsen op het bedieningspaneel
of met de volumeregelaar van uw eigen
audio-speler.
Zet de CD-speler op de vloer of op een andere vlakke
ondergrond in plaats van op het bedieningspaneel als
u een eigen CD-speler gebruikt en de CD overslaat.
27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Inspecteer de onderdelen van de oefenfiets regelmatig
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
zachte zeep om de oefenfiets schoon te maken.
BELANGRIJK: houd vloeistoffen uit de buurt
van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Houd het bedieningspaneel weg uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op bladzijde
24 als er lijnen op de display van het bedieningspaneel
verschijnen en stel het contrastniveau van de display
bij.
Zie stap 5 op bladzijde 19 als het bedieningspaneel uw
hartslag niet aangeeft, wanneer u de hartslagmonitor
met handgreep gebruikt.
Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 13 als het
bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft wanneer u
de borstkas hartslagmonitor gebruikt.
Bel met het nummer op de kaft van deze handleiding wanneer een nieuwe stroomadapter nodig is.
BELANGRIJK: gebruik alleen een door de fabrikant
geleverde stroomadapter om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen.
Zoek naar de Bladveerschakelaar (57). Maak de M4 x
16mm Schroef (78) los, maar verwijder deze niet.
38
55
57
78
Draai vervolgens aan de Katrol (38) totdat een
Magneet (55) op gelijke lijn met de Bladveerschakelaar
(57) ligt. Schuif de Bladveerschakelaar wat dichter
naar of verder van de Magneet. Draai dan de M4 x
16mm Schroef (78) weer vast.
Steek de stroomadapter weer in. Draai even aan de
Katrol (38). Herhaal deze procedure tot de displays van
het bedieningspaneel de juiste feedback weergeven.
Maak de kap van het bovenste scherm weer vast wanneer de bladveerschakelaar goed bijgesteld is.
HOE DE BLADVEERSCHAKELAAR BIJ TE
STELLEN
De bladveerschakelaar moet bijgesteld worden wanneer het bedieningspaneel geen juiste feedback
aangeeft.
Trek de stroomadapter uit. Maak
de lipjes aan
het Kap van het
Bovenste Scherm
(8) met een
schroevendraaier
los en verwijder
de Kap van het
Bovenste Scherm.
8
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX78913.0 R0813A
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Handgreep
6 1 Buis van het Zadel
7 1 Kap van het Voorste Scherm
8 1 Kap van het Bovenste Scherm
9 1 Bovenste Zwenkkap
10 1 Linker Scherm
11 1 Rechter Scherm
12 1 Onderste Zwenkkap
13 1 Bedieningspaneel
14 1 Linker Kap van de Staander
15 1 Rechter Kap van de Staander
16 1 Polssensor
17 1 Draad voor de Hartslag
18 2 Beschermkap van de Kap van de
Krukas
19 1 Arm van de Linker Krukas
20 1 Arm van de Rechter Krukas
21 1 Linker Pedaal/Riem
22 1 Rechter Pedaal/Riem
23 1 Zadel
24 1 Zadeldrager
25 2 M8 x 15mm Schroef
26 2 Kap van de Knop
27 2 Bijstelknop
28 1 Huls van de Buis van het Zadel
29 2 Stelpoot
30 1 Blokkering van de Zadeldrager
31 2 Kap van de Krukas
32 2 Kap van de Achterste Stabilisator
33 1 Linker Kap van de Stabilisator
34 1 Rechter Kap van de Stabilisator
35 1 Zwenkbeugel
36 2 M6 x 12mm Schroef
37 1 Dunne Kap
38 1 Katrol
39 1 Krukas
40 2 Lager van de Krukas
41 2 Borgring
42 1 Weerstandmechanisme
43 4 Beugel van de Beschermkap van de
Krukas
44 1 Kap van de Drager
45 1 Rad
46 1 Accessoirehouder
47 1 Weerstandmotor
48 1 Middelgrote Schacht
49 1 Knop van de Buis van het Zadel
50 1 Bovenste Blokje
51 1 Onderste Blokje
52 1 Lange Schacht
53 1 Hartslagmonitor/Riem
54 1 Aandrijfriem
55 2 Magneet
56 1 Klem
57 1 Bladveerschakelaar/Draad
58 1 Hoofddraad
59 1 Ontvanger
60 2 Zwenkhuls van de Handgreep
61 1 Zwenkas
62 2 M8 Flensschroef
63 2 Zwenkhuls van de Staander
64 5 M8 Borgmoer
65 1 Contactdoos/Draad
66 2 Kap van de Handgreep
67 1 Stroomadapter
68 2 M8 Tussenring
69 1 M4 x 12mm Aardschroef
70 4 M8 x 15mm Draagschroef
71 4 M8 x 18mm Bout
72 10 M8 x 13mm Schroef
73 2 M10 Klemmoer
74 4 M10 x 16mm Schroef
75 6 M4 x 12mm Schroef
76 4 M10 x 105mm Schroef
77 8 M4 x 15mm Schroef
78 1 M4 x 16mm Schroef
79 4 M4,5 x 12mm Schroef
80 9 M4 x 15mm Schroef
81 1 M4 x 20mm Schroef met Platte Kop
82 1 Veer van het Rad
83 1 M4 x 25mm Schroef
84 3 M8 Moer
85 8 M4,2 x 18mm Schroef
* – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
30
GEDETAILLEERDE TEKENING
80
Modelnr. NTEVEX78913.0 R0813A
14
33
60
74
76
31
43
71
8
77
30
72
24
54
43
23
85
62
85
22
18
20
45
78
66
85
57
56
81
13
85
5
16
64
40
9
17
61
70
70
63
50
46
51
4
80
74
53
2
80
63
52
36
72
34
26
60
75
84
25
68
16
80
70
27
59
80
82
75
73
7
15
75
35
25
68
70
12
66
42
73
69
28
11
41
72
37
83
27
10
36
6
39
85
38
64
85
85
85
48
44
26
55
71
55
80
21
18
62
31
43
77
19
43
77
47
41
40
79
32
31
58
64
49
32
1
3
29
76
29
65
67
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.