NordicTrack NTEVEX789130 Owner's Manual

Modelnr. NTEVEX78913.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN ....................................................14
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw dit product inbegrepen. Plak de sticker op de aangegeven plaats over de Engelse waarschuwing heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste
pagina van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aange­geven plaats. Aandacht: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om zich ervan te vergewis­sen dat alle gebruikers van de oefenfiets voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met enig (ander) oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen van boven de 35 jaar, of voor personen met reeds bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de oefenfiets alleen zoals in deze handleiding beschreven.
4. Deze oefenfiets is alleen voor gebruik in huis bedoeld. Gebruik de oefenfiets niet commer­cieel, niet voor verhuur, of in een instelling.
5. Gebruik de oefenfiets uitsluitend binnens­huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de oefenfiets niet in een garage, op een over­dekt terras of bij water.
6. Plaats de oefenfiets op een vlakke onder­grond met minstens 0,6 m ruimte rondom de oefenfiets. Leg een matje onder de oefen­fiets om de vloer of de vloerbedekking te beschermen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de oefenfiets vandaan.
9. Draag juiste kleding bij gebruik van de oefenfiets. Draag geen losse kleding die in de oefenfiets verstrikt kan raken. Draag altijd gymschoenen om uw voeten te beschermen.
10. De oefenfiets mag alleen door personen die minder dan 125 kg wegen gebruikt worden.
11. Wees voorzichtig bij het opstappen en het afstappen van de oefenfiets.
12. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren, waaronder de beweging van de gebruiker, kunnen de nauwkeurigheid van de hartslagmetingen beïnvloeden. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij het oefenen.
13. Houd tijdens het gebruik van de oefenfiets uw rug altijd recht. Krom uw rug niet.
14. Te veel oefenen kan tot ernstig letsel of tot de dood leiden. Als u tijdens het oefenen uitgeput raakt of pijn voelt, stop dan onmid­dellijk en begin af te koelen.
7. Inspecteer regelmatig alle (onder)delen en draai ze goed vast. Vervang versleten onder­delen meteen.
3
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK® COMMERCIAL U100 oefenfiets gekozen heeft. Fietsen is een effectieve oefening voor het verbeteren van hart- en vaatstelsel, voor het opbouwen van het uithoudingsvermogen en voor het vormgeven aan het lichaam. De COMMERCIAL U100 oefenfiets biedt een indrukwekkende reeks mogelijkheden die ontwik­keld zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
Lengte: 104 cm Breedte: 64 cm Gewicht: 42 kg
Hartslagmonitor
de omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienum­mer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Hendel
Knop van het Bedieningspaneel
Zadel
Zadelknop
Knop van de Buis van het Zadel
Accessoirehouder
Pedaal/Riem
Wiel
Stelpoot
4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
M4 x 12mm
Schroef (75)–6
M4 x 15mm
Schroef (80)–5
M8 x 13mm
Schroef (72)–10
M10 x 105mm
Schroef (76)–4
M10 x 16mm
Schroef (74)–4
5
MONTAGE
• Montage moet door twee personen uitgevoerd worden.
• Leg alle onderdelen op een open plek en ver­wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg voor u volledig met de montage klaar bent.
• Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aange­geven en rechter onderdelen worden met “R” of “Right” aangegeven.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
• activeertuwgarantie
• bespaartutijdalsuooitcontactmoet
opnemen met de Klantendienst
• hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te registreren.
• Raadpleeg bladzijde 5 om kleine onderdelen te kunnen herkennen.
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
Montage kan makkelijker met een set sleutels. Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te voorkomen.
1
2. Schuif een flink stuk van het verpakkingsmate­riaal onder de achterkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel vast­houden om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u deze stap voltooit.
Zoek naar de Achterste Stabilisator (3), met
een Stelpoot (29) aan ieder uiteinde. Draai de Achterste Stabilisator zoals op de sticker aange­geven zodat de gelaste buizen op de afgebeelde plaats staan.
Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 105mm Shroeven (76).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
2
3
29
1
29
Gelaste
buizen
76
6
3. Schuif een flink stuk van het verpakkingsmate­riaal onder de voorkant van het Onderstel (1).
Laat een tweede persoon het Onderstel vast­houden om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u deze stap voltooit.
Draai de Voorste Stabilisator (2) zoals afgebeeld.
Maak de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 105mm Schroeven (76).
Verwijder het verpakkingsmateriaal.
3
Wiel
76
2
1
4. Draai de Buis van het Zadel (6) zoals afgebeeld.
Draai, vervolgens de Knop van de Buis van het
Zadel (49) een paar slagen los, trek de Knop van de Buis van het Zadel naar buiten, en steek de Buis van het Zadel (6) in het Onderstel (1).
Schuif de Buis van het Zadel (6) naar boven of
naar beneden in de gewenste stand en steek dan de Knop van de Buis van het Zadel (49) in een van de bijstelgaten in de Buis van het Zadel.
Schuif de Buis van het Zadel wat naar boven of naar beneden om zeker te zijn dat de Knop van de Buis van het Zadel in een van de bijstelgaten zit. Draai dan de Knop van de Buis
van het Zadel vast.
4
6
Bijstelgaten
1
49
5. Aandacht: het kan zijn dat de Bijstelknop (niet afgebeeld) uit de Blokkering van de Zadeldrager (30) verwijderd moet worden.
Maak het Zadel (23) aan de Zadeldrager (24)
vast met vier M8 x 13mm Schroeven (72). Zorg
ervoor dat de Blokkering van de Zadeldrager (30) aan de binnenkant van de Zadeldrager zit.
5
23
30
24
72
7
6. Plaats de Zadeldrager (24) op de Buis van het Zadel (6) en houd deze op zijn plaats.
Steek de Bijstelknop (27) naar boven in de Buis
van het Zadel (6), en draai de Bijstelknop in de Blokkering van de Zadeldrager (30) aan de bin­nenkant van de Zadeldrager (24).
6
24
30
6
27
7. Draai de Kap van het Voorste Scherm (7) en de Staander (4) zoals afgebeeld. Schuif de Kap van het Voorste Scherm op de Staander.
Maak het onderste uiteinde van de draadband
in de Staander (4) aan de Hoofddraad (58) vast terwijl een tweede persoon de Staander bij het Onderstel (1) houdt. Trek dan aan het bovenste uiteinde van de draadband totdat de Hoofddraad door de Staander ligt.
Tip: Maak de Hoofddraad (58) met een draad-
band vast zodat deze niet in de Staander (4) kan vallen.
Tip: Zorg dat de Hoofddraad (58) niet bekneld
raakt. Schuif de Staander (4) op het Onderstel
(1). Maak de Staander vast met vier M10 x 16mm Schroeven (74).
Schuif dan de Kap van het Voorste Scherm (7)
naar beneden en duw deze op het Linker en het Rechter Scherm (10, 11).
7
Draadband
74
58
Zorg dat de
Hoofddraad (58)
niet bekneld raakt
4
7
74
Draadband
1
10, 11
8
8. Maak de Accessoirehouder (46) aan de Staander (4) vast met vier M4 x 15mm Schroeven (80).
8
9. Draai de Handgreep (5) zoals afgebeeld.
Tip: Zorg dan dat de Draad voor de Hartslag
(17) en de Hoofddraad (58) niet bekneld raken. Maak de Handgreep (5) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met zes M8 x 13mm Schroeven (72).
80
9
4
80
Zorg dat de draden niet
bekneld raken
5
46
72
17
72
35
58
9
10. Maak de draadband (niet afgebeeld) van de Hoofddraad (58) los en gooi hem weg.
Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(13) bij de Zwenkbeugel (35) houden.
Steek alle draden van het Bedieningspaneel (13)
naar beneden door het gat in het midden van de Zwenkbeugel (35).
Sluit de Hoofddraad (58) en de Draad voor de
Hartslag (17) aan op de bij elkaar passende draden van het Bedieningspaneel (13).
Steek de resterende draad (A) naar beneden in
de Staander (4) en trek deze uit het gat aan de linkerkant van de Staander.
10
58
Draden
17
4
A
35
13
11. Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Het kan nodig zijn dat de Bijstelknop (27) gedraaid moet worden en de hoek van de Zwenkbeugel (35) bijgesteld moet worden.
Maak het Bedieningspaneel (13) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met vier M4 x 12mm Schroeven (75).
11
13
35
75
27
Zorg dat de draden niet
bekneld raken
10
12. Tip: Het kan nodig zijn dat de Bijstelknop (27) gedraaid moet worden en de hoek van de Zwenkbeugel (35) bijgesteld moet worden.
Maak de Onderste Zwenkkap (12) aan de
Zwenkbeugel (35) vast met twee M4 x 12mm Schroeven (75).
12
75
Zorg dat de aangegeven draad (A) niet ver-
scholen gaat achter de Onderste Zwenkkap (12) (zie de tekening in stap 13).
13. Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Draai de Bovenste Zwenkkap (9) zoals afge-
beeld. Druk de Bovenste Zwenkkap op de Onderste Zwenkkap (12).
Maak de Bovenste Zwenkkap (9) aan het
Bedieningspaneel (13) vast met een M4 x 15mm Schroef (80).
13
80
35
9
A
27
12
Zorg dat de draden niet
bekneld raken
13
14. Zoek naar de Linker en de Rechter Kap van de Staander (14, 15) en draai ze zoals afgebeeld.
Laat een tweede persoon de Rechter Kap
van de Staander (15) bij de rechterkant van de Staander (4) houden. Sluit de draad van de Ontvanger (59) aan op de draad (A) in de Staander.
Stop het overschot aan draad in de Staander (4).
Tip: Zorg dat de draden niet bekneld raken.
Druk de Linker en de Rechter Kap van de Staander (14, 15) te samen rond de Staander (4) vast.
14
14
12
A
15
4
A
bekneld raken
59
Zorg dat de draden niet
11
15. Zoek naar het Linker Pedaal (21).
Draai met de meegeleverde sleutel het Linker
Pedaal (21) tegen de klok in goed vast in de Linker Arm van de Krukas (19).
Draai het Rechter Pedaal (niet afgebeeld) met
de klok mee goed vast in de Rechter Arm van de Krukas (niet afgebeeld).
15
Riem
Stel de riem van het Linker Pedaal (21) in de
gewenste stand en druk het uiteinde van de riem in de lipjes op het Linker Pedaal. Stel de riem
van het Rechter Pedaal (niet afgebeeld) op dezelfde manier bij.
16. Steek de Stroomadapter (67) in de contactdoos aan de voorkant van de oefenfiets.
Steek, indien nodig, de Stroomadapter (67) in de
Stekkeradapter (A).
Aandacht: zie HOE DE STROOMADAPTER
IN TE STEKEN op bladzijde 14 om de Stroomadapter (67) in een stopcontact te steken.
21
19
Lipje
16
67
17. Inspecteer de oefenfiets na montage om er zeker van te zijn dat deze goed gemonteerd is en dat deze
goed werkt. Zorg dat alle onderdelen van de oefenfiets goed vastgedraaid zijn voordat u de oefenfiets gaat gebruiken. Aandacht: Er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de oefenfiets
om de vloer of de vloerbedekking te beschermen.
12
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
13
HOE DE TRAININGSFIETS TE GEBRUIKEN
HOE DE STROOMADAPTER IN TE STEKEN
BELANGRIJK: laat de oefenfiets, wanneer deze aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, op kamertemperatuur komen voordat u de stroom­adapter insteekt. Als u dit niet doet kunt u de displays van het bedieningspaneel of andere elek­trische onderdelen beschadigen.
Steek de stroom­adapter in de contactdoos op het onderstel van de oefenfiets. Steek dan de stekkeradapter in een geschikt stopcontact dat goed volgens de plaatselijke voor-
schriftenenverordeningengeïnstalleerdis.
HOE DE OEFENFIETS WATERPAS TE STELLEN
Draai, indien de oefenfiets tijdens gebruik enigs­zins op de vloer wiebelt, aan één of aan beide stelpoten onder de achterste stabilisator tot de speling weg is.
Stelpoten
HOE DE HOOGTE VAN HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Het zadel moet om effectief te oefenen op de juiste hoogte staan. Uw knieën moeten tijdens het trappen wat gebogen zijn wanneer de pedalen in de laagste stand staan.
Draai de aange­geven bijstelknop eerst een paar slagen los om de hoogte van het zadel bij te stellen. Trek vervolgens de knop naar bui­ten, schuif de buis van het zadel naar boven of naar beneden in de gewenste stand, en laat dan de knop in een van de bijstelgaten in de buis van het zadel los. Schuif
de buis van het zadel wat naar boven of naar bene­den om er zeker van te zijn dat de knop in een van de bijstelgaten in de buis van het zadel zit. Draai
dan de knop vast.
HOE DE STAND VAN HET ZADEL HORIZONTAAL BIJ TE STELLEN
Draai de aange­geven bijstelknop van het zadel eerst met een paar slagen los om de stand van het zadel horizon­taal bij te stellen. Schuif dan het zadel naar voren of naar achteren in de gewenste stand en draai de knop goed vast.
Knop
Knop
14
HOE DE HOEK VAN HET BEDIENINGSPANEEL EN DE HANDGREEP BIJ TE STELLEN
Draai gewoon de aangegeven bijstelknop met de klok mee of tegen de klok in om de hoek van hetbe­dieningspaneel en dehandgreep bij te stellen.
Knop
HOE DE PEDAALRIEMEN BIJ TE STELLEN
Trek eerst aan de uiteinden van de riemen van de lipjes op de pedalen om de pedaalriemen bij te stellen. Stel dan de riemen in de gewenste stand en steek de uitein­den van de riemen op de lipjes.
Riem
Lipje
15
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
UW FITNESSDOELEN VERWEZENLIJKEN MET IFIT.COM
Met uw nieuwe iFit compatibele fitness apparaat kunt u een reeks mogelijkheden op iFit.com gebruiken om uw fitnessdoelen te verwezenlijken:
Oefen waar in de wereld dan ook met uw eigen Google Kaarten (maps).
Download training workouts die ontworpen zijn om u te helpen uw persoonlijke doelen te bereiken.
Meet uw vordering door tegen andere iFit gebruikers te racen.
Upload uw workout resultaten op de iFit cloud en houd uw prestaties bij.
Stel calorie-, tijds- of afstandsdoelen voor uw workouts in.
Kies en download sets afslank workouts.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
16
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE STELLEN
Het geavanceerde bedieningspaneel kent een reeks mogelijkheden die ontworpen zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft revolutionaire iFit-techno­logie die het mogelijk maakt om het bedieningspaneel in verbinding te brengen met uw draadloze netwerk. Met iFit-technologie, kunt u uw eigen workouts down­loaden, uw eigen workouts samenstellen, uw workout resultaten bijhouden en vele andere mogelijkhe­den gebruiken. Zie www.iFit.com voor volledige
informatie.
Het bedieningspaneel heeft ook een selectie van vooraf ingestelde workouts. Iedere vooraf ingestelde workout verandert automatisch de weerstand van de pedalen en zal u aansporen om uw trapsnelheid te veranderen, terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt. U kunt ook een tijds-, afstands- of calorie­doel instellen.
Het bedieningspaneel heeft ook workouts die door de gebruiker bepaald kunnen worden waarmee u uw eigen workouts kunt samenstellen en ze in het geheu­gen kunt opslaan voor gebruik later.
Stel het bedieningspaneel in voordat u de oefenfiets voor de eerste keer gebruikt.
1. Maak een iFit account aan.
Ga naar www.iFit.com voor het aanmaken van
een iFit account of voor meer informatie over het account.
Volg dan de instructies op de website om uw iFit
lidmaatschap aan te gaan. Kies de optie code acti­veren als u een activeringscode heeft.
2. Sluit op uw draadloze netwerk aan.
Aandacht: u moet met een draadloos netwerk
in verbinding staan om iFit-workouts te down­loaden en om andere mogelijkheden van het bedieningspaneel te gebruiken. Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op bladzijde 24 om het bedie­ningspaneel op uw draadloze netwerk aan te sluiten.
3. Controleer op firmware updates.
Wanneer u de handmatige instelling van het bedie­ningspaneel gebruikt kunt u de weerstand van de pedalen door de druk op een toets bijstellen.
Het bedieningspaneel zal tijdens het oefenen voortdu­rend oefenfeedback aangeven. U kunt ook uw hartslag meten door de hartslagmonitor met handgreep of de borstkas hartslagmonitor te gebruiken.
U kunt zelfs terwijl u oefent door middel van het geluidssysteem van het bedieningspaneel naar uw favoriete workout-muziek of audioboeken luisteren.
Zie deze bladzijde om het bedieningspaneel in te
stellen.
Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op blad­zijde 24 en controleer op firmware updates.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met oefenen kunt beginnen. De volgende pagina’s leggen de ver­schillende workouts en andere mogelijkheden, die het bedieningspaneel biedt, uit.
Zie bladzijde 18 om de handmatige instelling te
gebruiken. Zie bladzijde 20 om een vooraf inge­stelde workout te gebruiken. Zie bladzijde 21 om een stel-een-doel-in workout te gebruiken. Zie blad- zijde 21 om een workout samen te stellen die door de gebruiker bepaald is. Zie bladzijde 22 om een door de gebruiker bepaald workout te gebruiken.
Zie bladzijde 23 om een iFit workout te gebruiken. Zie bladzijde 24 om de instellingen van het bedie-
ningspaneel te veranderen. Zie bladzijde 27 om het geluidssysteem te gebruiken.
Aandacht: als er een velletje plastic op de display zit, verwijder die dan.
Aandacht: het bedieningspaneel kan snelheid en afstand in óf kilometers óf mijlen aangeven. Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op bladzijde 24 om aan te weet te komen welke meeteenheid gekozen is.
17
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
Distance (Afstand): deze display instelling zal de
afstand die u op de oefenfiets afgelegd heeft in mijlen of kilometers aangeven.
Laps (Rondjes): deze display instelling zal een
piste die een afstand van 400 meter voorstelt aan­geven. Terwijl u oefent, zullen indicatoren rond de piste na elkaar verschijnen om uw vordering aan te geven. De Laps display instelling zal ook het aantal rondjes die u voltooit aangeven.
2. Kies de handmatige instelling.
Telkens wanneer u het bedieningspaneel inscha-
kelt zal de handmatige instelling automatisch gekozen worden.
Aandacht: wanneer het bedieningspaneel door
middel van uw draadloos netwerk op iFit aan­gesloten is zal de display switchen tussen de welkomboodschap van de handmatige instelling en iFit. Druk herhaaldelijk op de Home (Thuis) toets om de handmatige instelling te kiezen.
U kunt ook herhaaldelijk op welke workout toetsen
dan ook drukken om de handmatige instelling te kiezen.
3. Verander desgewenst de weerstand van de pedalen.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
trappen aanpassen. Druk op de toename- en de afnametoetsen van de Digital Resistance (Digitale Weerstand) of druk op een van de genummerde Digital Resistance toetsen om de weerstand te veranderen.
Aandacht: na het drukken op een toets kan het
eventjes duren voordat de pedalen de gekozen weerstand bereiken. De weerstand van de peda- len zal toenemen wanneer de pedalen een paar minuten lang niet bewegen en wanneer niet op de toetsen gedrukt wordt.
4. Volg uw vordering.
De display kan de volgende workout informatie
aangeven:
Calories (Calorieën): deze display instelling zal
bij benadering het aantal calorieën die u verbrand heeft aangeven.
Calories/Hr. (Calorieën per Uur): deze display
instelling zal bij benadering het aantal calorieën dat u per uur verbrandt aangeven.
Pulse (Hartslag): deze display instelling zal uw
hartslag aangeven wanneer u de hartslagmonitor met handgreep of de borstkas hartslagmonitor gebruikt (zie stap 5).
Resistance (Weerstand): deze display instelling
zal telkens wanneer het weerstandsniveau van de pedalen verandert, de weerstandinstelling een paar seconden lang aangeven.
RPM (opm): deze display instelling zal uw trap-
snelheid in omwentelingen per minuut (opm) aangeven.
Speed (Snelheid): deze display instelling zal
de trapsnelheid in mijlen of in kilometers per uur aangeven.
Time (Tijd): deze display instelling zal de verstre-
ken tijd aangeven.
Het scherm heeft verschillende display instellingen.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast de Enter-toets totdat de gewenste display instelling aangegeven wordt.
Speed (Snelheid): deze display instelling zal de
geschiedenis van de snelheidsinstellingen van uw workout aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van elke minuut verschijnen.
Calorie (Calorieën): deze display instelling zal
bij benadering het aantal calorieën die u verbrand heeft aangeven. De hoogte van elk segment stelt het aantal verbrande calorieën tijdens dat segment voor. Een nieuw segment zal aan het einde van elke minuut verschijnen.
Stop met trappen om de handmatige instelling
of een workout stil te laten vallen. De tijd op de display zal stilstaan. Ga gewoon weer met trappen verder om de handmatige instelling of de workout te hervatten.
Druk op de Home toets om de handmatige instel-
ling of een workout te verlaten. Druk, indien nodig, nogmaals op de Home toets.
18
Wanneer het bedieningspaneel op
een draadloos netwerk aangesloten is zal het draadloos symbool in de display de sterkte van het draadloos signaal aangeven. Vier bogen geven volle sterkte aan. Als het draadloos symbool opflik­kert is het bedieningspaneel niet op een draadloos netwerk aangesloten.
Stel desgewenst het volumeniveau
bij door op de volume toename- en afnametoetsen van het bedienings­paneel te drukken.
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer
uw hartslag gemeten kan worden. Houd voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde de contact­punten minstens 15 seconden lang vast.
Als uw hartslag niet op de display aangegeven
wordt zorg er dan voor dat uw handen geplaatst zijn zoals hierboven beschreven. Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt of de contactpun­ten niet te stevig vasthoudt. Maak voor optimale werking de contactpunten schoon met een zachte doek; gebruik nooit alcohol, schuur- of chemi-
sche middelen om de contactpunten schoon te maken.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie bladzijde 13 om de borstkas hartslagmonitor
te gebruiken. Volg de instructies hieronder om de hartslagmonitor met handgreep te gebruiken.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel zal uw hartslag niet nauwkeurig aangeven wanneer u beide hartslagmonitoren tegelijkertijd gebruikt.
Als er velletjes
plastic op de metalen contact­punten van de hartslagmonitor met handgreep zitten, verwijder die dan. Houd de
hartslagmonitor met handgreep vast met uw handpalmen tegen de contactpunten om uw hartslag te meten. Beweeg
uw handen niet of houd de contactpunten niet te stevig vast.
Contact-
punten
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator kent hoge en lage snel-
heidsinstellingen. Druk herhaaldelijk op de toename- en de afnametoetsen van de ventilator om een ventilator­snelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Aandacht: de ventilator zal automatisch uitgaan als
de pedalen een tijdje niet bewegen.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen zal een geluid te horen zijn, zal het bedie­ningspaneel stilvallen en zal de tijd op de display opflikkeren. Begin gewoon weer te trappen om de workout te hervatten.
De weerstand van de pedalen zal toenemen, het
bedieningspaneel zal uitschakelen en de display zal gereset worden wanneer de pedalen een paar minuten lang niet bewegen en niet op de toetsen gedrukt wordt.
19
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk herhaaldelijk op de Calorie toets of op de
Performance (prestatie) toets totdat de naam van de gewenste workout in de display verschijnt om een vooraf ingestelde workout te kiezen.
De display zal de naam, de duur, en de afstand
van de workout aangeven wanneer u een vooraf ingestelde workout kiest. De display zal ook bij benadering het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden en een profiel van de weerstandinstellingen van de workout aangeven.
U kunt de instelling handmatig veranderen door
op de Digital Resistance (digitale weerstand) toetsen te drukken als het weerstandsniveau voor het huidige segment te hoog of te laag ligt.
BELANGRIJK: de pedalen zullen automatisch aan de geprogrammeerde weerstandinstelling van het volgende segment aangepast worden wanneer het huidige segment van de workout eindigt.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van de weerstand van de pedalen tijdens de workout, invloed hebben op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
De workout gaat zo door totdat het laatste seg-
ment eindigt. Stop met trappen om de workout tot stilstand te brengen. De tijd op de display zal stilstaan. Ga gewoon verder met trappen om de workout te hervatten.
3. Begin te trappen om de workout te starten.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Eén
weerstand en één na te streven opm (snelheid) zijn voor ieder segment geprogrammeerd. Aandacht: hetzelfde weerstandsniveau en/of na te streven opm kunnen voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
Het profiel zal uw vordering tijdens de workout aan-
geven. Het opflikkerende segment van het profiel stelt het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het profiel geeft bij benadering het weerstandsniveau van het huidige segment aan.
De weerstand van de pedalen zal aan het eind van
iedere segment van de workout veranderen.
Houd uw trapsnelheid tijdens het oefenen bij de
na te streven opm (omwentelingen per minuut) van het huidige segment. BELANGRIJK: Het na
te streven opm is uitsluitend bedoeld om u te motiveren. Uw werkelijke snelheid kan langza­mer zijn dan de na te streven opm. Zorg ervoor dat u met een snelheid trapt die aangenaam voor u is.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
Het scherm zal ook een profiel van de weerstandin-
stellingen van de workout of een kaart aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
20
HOE EEN STEL-EEN-DOEL-IN WORKOUT TE GEBRUIKEN
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Stel een calorie-, afstands- of tijdsdoel in.
Druk herhaaldelijk op de Set A Goal (Een Doel
Instellen) toets tot de naam van het gewenste doel in de display verschijnt.
Druk dan op de toename- of de afnametoetsen
naast de Enter-toets om het gewenste na te stre­ven doel in te stellen.
3. Begin te trappen om de workout te starten.
Tijdens het oefenen kan een na te streven opm
(snelheid) op de display verschijnen om te hel­pen uw doel te bereiken. Houd uw trapsnelheid tijdens het stappen bij de na te streven opm.
BELANGRIJK: de na te streven opm is uitslui­tend bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan langzamer zijn dan de na te stre­ven opm. Zorg ervoor dat u met een snelheid trapt die aangenaam voor u is.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van de weerstand van de pedalen tijdens de workout, invloed hebben op het aantal calorieën dat u verbrandt.
De workout gaat zo door totdat het calorie-, het
afstands-, of het tijdsdoel bereikt is. Stop met trap­pen om de workout tot stilstand te brengen. De tijd op de display zal stilstaan. Begin weer te trappen om de workout te hervatten.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
HOE EEN WORKOUT SAMEN TE STELLEN DIE DOOR DE GEBRUIKER BEPAALD WORDT
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Kies een workout die door de gebruiker bepaald wordt.
Druk herhaaldelijk op de User Defined (Bepaald
door Gebruiker) toets totdat de naam van de gewenste workout op de display verschijnt. Een profiel zal dan op de display verschijnen.
3. Begin te trappen en stel de gewenste instellingen in.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. U kunt
een weerstandsniveau en een na te streven opm (snelheid) voor elk segment programmeren.
Stel gewoon de weerstand van de pedalen bij door
op de Digital Resistance (Digitale Weerstand) toet­sen te drukken om een weerstandsniveau voor het eerste segment te programmeren.
Trap met de gewenste snelheid om een na te stre-
ven opm (snelheid) te programmeren.
De workout zal aan het eind van het eerste
segment het huidige weerstandsniveau en de trap­snelheid in het geheugen opslaan.
Programmeer een weerstandsniveau en een na te
streven opm voor het tweede segment zoals hier­boven beschreven.
4. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
U kunt tot honderd minuten blijven oefenen. Drup
op de Home (Thuis) toets wanneer u met uw workout klaar bent. Druk dan op de Enter-toets. De door u samengestelde workout zal dan in het geheugen worden opgeslagen.
4. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
21
HOE EEN WORKOUT DIE DOOR DE GEBRUIKER BEPAALD IS TE GEBRUIKEN
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Kies een workout die door de gebruiker bepaald is.
Druk herhaaldelijk op de User Defined (Bepaald
door Gebruiker) toets totdat de naam van de gewenste workout op de display verschijnt. Het scherm zal ook een profiel van de weerstandinstel­lingen van de workout aangeven.
Aandacht: zie HOE EEN WORKOUT SAMEN TE
STELLEN DIE DOOR DE GEBRUIKER BEPAALD WORDT op bladzijde 21 om zo'n workout samen te stellen.
3. Begin met de workout.
van het volgende segment aangepast worden wanneer het huidige segment van de workout eindigt.
De workout gaat zo door totdat het laatste seg-
ment eindigt. Stop met trappen om de workout tot stilstand te brengen. De tijd op de display zal stilstaan. Begin weer te trappen om de workout te hervatten.
4. Verander desgewenst de workout.
U kunt tijdens de workout desgewenst de workout
veranderen.
Druk gewoon op de Digital Resistance toetsen om
het weerstandsniveau van het huidige segment te veranderen. Het nieuwe weerstandsniveau zal
aan het eind van het huidige segment in het geheu­gen worden opgeslagen.
Verander eenvoudig uw trapsnelheid om de na
te streven opm van het huidige segment te veranderen. Uw trapsnelheid zal aan het eind
van het huidige segment in het geheugen worden opgeslagen.
Iedere workout is in segmenten verdeeld. Een
weerstandsniveau en een na te streven opm (snel­heid) zijn voor ieder segment geprogrammeerd. Aandacht: hetzelfde weerstandsniveau en/of na te streven opm kunnen voor opeenvolgende segmen­ten geprogrammeerd worden.
Het profiel zal uw vordering tijdens de workout aan-
geven. Het opflikkerende segment van het profiel stelt het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het opflikkerende segment geeft het weerstandsniveau van het huidige segment aan.
De weerstand van de pedalen zal aan het eind van
iedere segment van de workout veranderen.
Houd uw trapsnelheid tijdens het oefenen bij de
na te streven opm (omwentelingen per minuut) van het huidige segment. BELANGRIJK: de na
te streven opm is uitsluitend bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke trapsnelheid kan langzamer zijn dan de na te streven opm. Zorg ervoor dat u met een snelheid trapt die aange­naam voor u is.
U kunt desgewenst u workout inkorten. Druk,
om een workout in te korten, op welke workout toets op het bedieningspaneel dan ook en druk dan op de Enter-toets om de workout in te korten.
U kunt desgewenst uw workout langer maken
wanneer u het einde van de workout bereikt. Volg de instructies op het scherm om de workout langer te maken.
U kunt tot honderd minuten blijven oefenen. Drup
de Home (Thuis) toets wanneer u met uw workout klaar bent. Druk dan op de Enter-toets. Uw workout zal dan in het geheugen worden opgeslagen.
5. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
U kunt de instelling handmatig veranderen door op
de Digital Resistance (Digitale Weerstand) toetsen te drukken als het weerstandsniveau voor het hui­dige segment te hoog of te laag ligt.
BELANGRIJK: de pedalen zullen automatisch
aan het geprogrammeerde weerstandsniveau
Zie stap 6 op bladzijde 19.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
22
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: u heeft toegang tot een draadloos net­werk nodig (zie bladzijde 24) om een iFit workout te gebruiken. Een iFit account is ook nodig (zie stap 1 op bladzijde 17).
1. Begin te trappen of druk op welke toets van het bedieningspaneel dan ook om het bedieningspaneel in te schakelen.
De display zal aangaan wanneer u het bedienings-
paneel inschakelt. Het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Kies de iFit instelling.
Druk herhaaldelijk op de Home (Thuis) toets om de
iFit instelling te kiezen. De iFit welkomboodschap zal op de display verschijnen.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie
over de iFit workouts.
De display zal de naam, de duur, en de afstand van
de workout aangeven wanneer u een iFit workout kiest. De display zal ook bij benadering het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden en een profiel van de weerstandinstellingen van de workout aangeven.
Aandacht: het caloriedoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van de weerstand van de pedalen tijdens de workout, invloed hebben op het aantal calorieën dat u verbrandt.
5. Begin te trappen om de workout te starten.
3. Kies een gebruiker.
U kunt in het iFit hoofdscherm van gebruiker
wisselen wanneer er meer dan een gebruiker met uw iFit.com lidmaatschap geregistreerd is. Druk op de toename- en de afnametoetsen naast de Enter­toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit workout.
Druk, om een iFit workout op uw lijst te downloa-
den, op de Map (Kaart), de Train (Trainen), of de Lose Wt. (Afslanken) toets om de volgende wor­kout van dat type op uw lijst te downloaden.
Druk op de Compete (Competitie) toets om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Druk, om een recent uitgevoerde iFit workout op
uw lijst nogmaals uit te voeren, op de Track (Piste) toets, druk op de toename- en afnametoetsen om de gewenste workout te kiezen en druk dan op de Enter-toets om de workout te starten.
Zie stap 3 op bladzijde 20.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u door uw workout leiden.
Stop met trappen om de workout wanneer dan ook
te stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren. Begin gewoon weer te trappen om de workout te hervatten.
6. Volg uw vordering.
Zie stap 4 op bladzijde 18.
Tijdens een competitie workout zal de display uw
vordering tijdens de race aangeven. Tijdens het racen zal de bovenste lijn van het scherm aan­geven welk deel van de race u voltooid heeft. De andere lijnen geven uw vier belangrijkste tegen­standers aan. Het einde van het scherm geeft het einde van de race aan.
Druk op de Set A Goal (Stel-Een-Doel-In) toets om
een stel-een-doel-in workout (zie bladzijde 21) te gebruiken.
U moet sommige workouts aan uw lijst op iFit.com
toevoegen voor ze gedownload kunnen worden.
23
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel kent instellingen waarmee u de gebruiksinformatie kunt bekijken, uw eigen instellingen van het bedieningspaneel kunt instellen, en een draad­loos netwerkverbinding kunt instellen en bijhouden.
9. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over iFit workouts.
BELANGRIJK: om aan de blootstellingsvereisten te voldoen, dienen de antenne en de zender in het bedieningspaneel minstens 20 cm afstand te heb­ben tot alle personen en mogen ze niet vlakbij enig andere antenne of zender staan of erop aangeslo­ten zijn.
1. Kies de instellingen.
Houd de Calorietoets ingedrukt totdat de instellin-
gen op de display verschijnen om de instellingen te kiezen.
De display zal het totaal aantal uren dat de oefen-
fiets gebruikt is aangeven.
De display zal het totaal aantal mijlen (of kilome-
ters) die op de oefenfiets afgelegd zijn aangeven.
2. Bestuur het menu van de instellingen.
Het scherm zal een menu met de opties voor de
instellingen aangeven.
Druk op de toename- of de afnametoetsen naast
de Enter-toets om de gewenste optie op te lichten.
Het onderste gedeelte van het scherm zal instruc-
ties voor de opgelichte instelling aangeven. Zorg
dat u de instructies die in het onderste gedeelte van het scherm aangegeven worden volgt.
3. Verander desgewenst van instellingen.
Demo: het bedieningspaneel kent een demo instel-
ling, die ontworpen is voor als de oefenfiets in een winkel geëtaleerd wordt. De display zal, als de demo instelling aan staat, de slaap instelling niet inschakelen wanneer de oefenfiets niet gebruikt wordt. Het woord Aan (on) zal op het scherm verschijnen als de demo instelling ingeschakeld is. Drup op Enter-toets om de demo instelling aan of uit te zetten.
Units (Eenheden): de gekozen meeteenheid zal
op het scherm verschijnen. Druk op de Enter-toets om van meeteenheid te switchen. Kies ENGLISH (engels) om afstand in mijlen te bekijken. Kies METRIC (metrisch) om afstand in kilometers te bekijken.
24
Contrast: het contrastniveau zal op het scherm
verschijnen. Druk op de Digital Resistance (Digitale Weerstand) toename- en de afnametoetsen om het contrastniveau bij te stellen.
Firmware Update: controleer voor de beste resul-
taten regelmatig op firmware updates.
Aandacht: het bedieningspaneel zal NOT
CONNECTED (niet aangesloten) aangeven als het bedieningspaneel niet op een draadloos netwerk aangesloten is.
Druk op de Enter-toets om door middel van uw
draadloos netwerk te controleren op firmware updates. De update begint automatisch wanneer een update beschikbaar is.
BELANGRIJK: trek de stroomadapter niet uit
terwijl de firmware geupdate wordt om schade aan de oefenfiets te voorkomen. De update kan een paar minuten duren.
Aandacht: een firmware update kan er soms toe
leiden dat het bedieningspaneel iets anders gaat werken. Deze updates zijn altijd ontworpen om het oefenen te verbeteren.
Standaardinstellingen: drup de Enter-toets
om het bedieningspaneel opnieuw op de fabriek standaardinstelling in te stellen. Aandacht: het bedieningspaneel zal welke informatie dan ook die in het geheugen opgeslagen is uitwissen.
IP-Adress: een IP-adres zal op het scherm
verschijnen. Aandacht: Dit IP-adres dient als referentie.
Met de WiFi-Normal (WiFi–Normaal) optie kunt
u met het bedieningspaneel een draadloos net­werkverbinding instellen. Zie bladzijde 4 voor instructies.
Met de WiFi–WPS optie kunt u met uw WPS router
een draadloos netwerkverbinding instellen. Zie stap 5 voor instructies.
Met de WiFi-Advanced (WiFi–Geavanceerde)
optie kunt u met uw computer, smart phone, tablet of ander Wi-Fi toestel een draadloos netwerkver­binding instellen. Zie bladzijde 6 voor instructies.
iFit User Setup (iFit Gebruiker Instelling): volg
de instructies op het scherm om met behoud van de huidige verbinding een ander iFit account aan te maken. Aandacht: deze optie zal zelden
gebruikt worden.
Clear WiFi (WiFi Wissen): volg de instructies op
het scherm om de instellingen van het draadloos netwerk van het bedieningspaneel uit te wissen en het huidige gekozen draadloos netwerk te negeren.
4. Gebruik WiFi-Normal (WiFi-Normal) om een draadloze verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met het bedieningspaneel
een draadloos netwerkverbinding instellen.
Aandacht: u zult de naam van uw netwerk nodig
hebben (SSID). U zult ook het wachtwoord nodig hebben als uw netwerk een wachtwoord heeft.
Druk eerst op de Enter-toets om met het bedie-
ningspaneel een draadloos netwerkverbinding in te stellen.
BELANGRIJK: zet
de meegeleverde Wifi set-up kaart op het bedie­ningspaneel. De toetsen op de Wifi set-up kaart worden in de vol­gende instructies vermeld.
Een lijst met netwerken zal op het scherm verschij-
nen. Druk op de omhoog of de omlaag toets om het gewenste netwerk op te lichten. Druk dan op de Enter-toets. Aandacht: kies niet IFIT_SETUP.
Aandacht: de tijd display zal het aantal toegangs-
punten, die momenteel gekozen zijn, aangeven. De afstand display zal het totaal aantal gevonden toegangspunten aangeven.
Voer het wachtwoord in als het netwerk een wacht-
woord heeft.
Een toetsenbord zal op het scherm verschijnen.
Druk, indien nodig, op de toetsen van de WiFi set­up kaart om de optie van hoofdletters, de optie van cijfers of de optie van symbolen te kiezen.
Kaart
25
Druk op de omhoog, de omlaag, de links, en de
rechts toetsen om de gewenste letter of cijfer op te lichten. Druk dan op de Enter-toets om de gewenste letter, cijfer of symbool te kiezen. Druk op de Klaar (done) toets wanneer u met het invoe­ren van het wachtwoord klaar bent.
Een numerieke code en een webadres zullen dan
op het scherm verschijnen.
Log in op uw iFit account op de webpagina. Voer
dan de numerieke code in op het aangeven veld op de webpagina. Volg iedere instructie op de webpagina.
Trek dan de stroomadapter uit, wacht een paar
seconden, en steek dan de stroomadapter weer in. Aandacht: Het kan een paar minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Open een web browser op uw computer, smart
phone, tablet of ander internet compatibel toestel en ga naar het webadres.
Log in op uw iFit account op de webpagina. Voer
dan de numerieke code in op het aangeven veld op de webpagina. Volg iedere instructie op de webpagina.
Trek dan de stroomadapter uit, wacht een paar
seconden, en steek de stroomadapter weer in. Aandacht: Het kan een paar minuten duren voordat het bedieningspaneel voor gebruik klaar is.
Het draadloos symbool op de display zal met
opflikkeren stoppen en blijven branden wanneer
het bedieningspaneel op een draadloos net­werk aangesloten is. Het draadloos symbool zal
de sterkte van uw draadloos signaal weergeven; vier bogen geven volle sterkte aan.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
5. Gebruik WiFi-WPS om een draadloze verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met uw WPS router een
draadloos netwerkverbinding instellen.
Druk eerst op de Enter-toets en volg de instructies
op het scherm om een draadloos netwerkverbin­ding door middel van uw WPS router in te stellen .
Het draadloos symbool in de display zal met opflik-
keren stoppen en blijven branden wanneer het
bedieningspaneel op een draadloos netwerk aangesloten is. Het draadloos symbool zal de
sterkte van uw draadloos signaal weergeven; vier bogen geven volle sterkte aan.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
6. Gebruik WiFi-Geavanceerd (wifi advanced) om een draadloze verbinding tot stand te brengen.
Met deze optie kunt u met uw computer, smart
phone, tablet of ander Wi-Fi toestel een draadloze netwerkverbinding instellen.
Open op uw computer, smart phone, tablet, of
ander WiFi toestel, de lijst met beschikbare netwer­ken waarop uw apparaat aangesloten kan worden. IFIT_SETUP zal een van de opties zijn; kies dit netwerk. Zorg dat uw WiFi toestel binnen bereik van het bedieningspaneel is, sluit dan uw lijst met netwerken en heropen deze als dit netwerk niet verschijnt. Zie ook WIFI WISSEN (clear wifi) op bladzijde 25 wis alle vorige netwerk instellingen op het bedieningspaneel.
Aandacht: Het IFIT_SETUP netwerk zal niet ver-
schijnen als het bedieningspaneel al ingesteld is om op een draadloos netwerk aangesloten te worden. Bovendien kunnen AndroidTM toestel­len mogelijker wijze IFIT_SETUP niet vinden.
Een numerieke code en een webadres zullen op
het scherm verschijnen. Open een web browser op uw computer, smart phone, tablet of ander internet compatibel toestel en ga naar het webadres.
26
Het bedieningspaneel zal een IP-adres zoals
192.168.0.1:8080 aangeven. Open een web brow­ser op uw computer, smart phone, tablet of ander Wi-Fi toestel. Typ vervolgens het IP-adres in het URL veld van uw browser op het bedieningspaneel. Bijvoorbeeld: http://192.168.0.1:8080.
Uw browser zal een webpagina laden. Kijk het
IP-adres en de vorige instructies van deze stap nogmaals na als de webpagina niet verschijnt. Volg de instructies op de webpagina om uw oefenfiets op uw draadloos netwerk aan te sluiten.
Aandacht: er kan een waarschuwing verschijnen
dat de server niet herkend kan worden. Zorg dat u het IP-adres goed heeft ingevoerd als dit gebeurt.
Ga naar http://support.ifit.com voor hulp als u
welk gedeelte van deze procedure dan ook niet kunt voltooien of welke vraag dan ook heeft.
7. Verlaat de informatie instelling.
Drup de Calorietoets aan om de informatie instel-
ling te verlaten.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel (niet meegeleverd) met een 3,5 mm mannelijke aansluiting aan beide uiteinden van de kabel in de aansluiting op zowel het bedieningspaneel als op uw MP3-, CD-, of andere eigen audio-speler om via het geluidssysteem van het bedieningspaneel muziek of audioboeken af te spelen. Zorg ervoor
dat de audiokabel goed ingestoken is. Aandacht: ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de play-toets van uw eigen audio-speler. Pas het volume­niveau aan met de volume toename- of afnametoetsen op het bedieningspaneel of met de volumeregelaar van uw eigen audio-speler.
Zet de CD-speler op de vloer of op een andere vlakke ondergrond in plaats van op het bedieningspaneel als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD overslaat.
27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Inspecteer de onderdelen van de oefenfiets regelmatig en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje zachte zeep om de oefenfiets schoon te maken.
BELANGRIJK: houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade aan het bedieningspaneel te voorkomen. Houd het bedie­ningspaneel weg uit direct zonlicht.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL OPLOSSEN
Zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op bladzijde 24 als er lijnen op de display van het bedieningspaneel verschijnen en stel het contrastniveau van de display bij.
Zie stap 5 op bladzijde 19 als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft, wanneer u de hartslagmonitor met handgreep gebruikt.
Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 13 als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft wanneer u de borstkas hartslagmonitor gebruikt.
Bel met het nummer op de kaft van deze handlei­ding wanneer een nieuwe stroomadapter nodig is. BELANGRIJK: gebruik alleen een door de fabrikant geleverde stroomadapter om schade aan het bedie­ningspaneel te voorkomen.
Zoek naar de Bladveerschakelaar (57). Maak de M4 x 16mm Schroef (78) los, maar verwijder deze niet.
38
55
57
78
Draai vervolgens aan de Katrol (38) totdat een Magneet (55) op gelijke lijn met de Bladveerschakelaar (57) ligt. Schuif de Bladveerschakelaar wat dichter naar of verder van de Magneet. Draai dan de M4 x 16mm Schroef (78) weer vast.
Steek de stroomadapter weer in. Draai even aan de Katrol (38). Herhaal deze procedure tot de displays van het bedieningspaneel de juiste feedback weergeven.
Maak de kap van het bovenste scherm weer vast wan­neer de bladveerschakelaar goed bijgesteld is.
HOE DE BLADVEERSCHAKELAAR BIJ TE STELLEN
De bladveerschakelaar moet bijgesteld worden wan­neer het bedieningspaneel geen juiste feedback aangeeft.
Trek de stroom­adapter uit. Maak
de lipjes aan het Kap van het Bovenste Scherm (8) met een schroevendraaier los en verwijder de Kap van het Bovenste Scherm.
8
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEX78913.0 R0813A
1 1 Onderstel 2 1 Voorste Stabilisator 3 1 Achterste Stabilisator 4 1 Staander 5 1 Handgreep 6 1 Buis van het Zadel 7 1 Kap van het Voorste Scherm 8 1 Kap van het Bovenste Scherm 9 1 Bovenste Zwenkkap 10 1 Linker Scherm 11 1 Rechter Scherm 12 1 Onderste Zwenkkap 13 1 Bedieningspaneel 14 1 Linker Kap van de Staander 15 1 Rechter Kap van de Staander 16 1 Polssensor 17 1 Draad voor de Hartslag 18 2 Beschermkap van de Kap van de
Krukas 19 1 Arm van de Linker Krukas 20 1 Arm van de Rechter Krukas 21 1 Linker Pedaal/Riem 22 1 Rechter Pedaal/Riem 23 1 Zadel 24 1 Zadeldrager 25 2 M8 x 15mm Schroef 26 2 Kap van de Knop 27 2 Bijstelknop 28 1 Huls van de Buis van het Zadel 29 2 Stelpoot 30 1 Blokkering van de Zadeldrager 31 2 Kap van de Krukas 32 2 Kap van de Achterste Stabilisator 33 1 Linker Kap van de Stabilisator 34 1 Rechter Kap van de Stabilisator 35 1 Zwenkbeugel 36 2 M6 x 12mm Schroef 37 1 Dunne Kap 38 1 Katrol 39 1 Krukas 40 2 Lager van de Krukas 41 2 Borgring 42 1 Weerstandmechanisme 43 4 Beugel van de Beschermkap van de
Krukas
44 1 Kap van de Drager 45 1 Rad 46 1 Accessoirehouder 47 1 Weerstandmotor 48 1 Middelgrote Schacht 49 1 Knop van de Buis van het Zadel 50 1 Bovenste Blokje 51 1 Onderste Blokje 52 1 Lange Schacht 53 1 Hartslagmonitor/Riem 54 1 Aandrijfriem 55 2 Magneet 56 1 Klem 57 1 Bladveerschakelaar/Draad 58 1 Hoofddraad 59 1 Ontvanger 60 2 Zwenkhuls van de Handgreep 61 1 Zwenkas 62 2 M8 Flensschroef 63 2 Zwenkhuls van de Staander 64 5 M8 Borgmoer 65 1 Contactdoos/Draad 66 2 Kap van de Handgreep 67 1 Stroomadapter 68 2 M8 Tussenring 69 1 M4 x 12mm Aardschroef 70 4 M8 x 15mm Draagschroef 71 4 M8 x 18mm Bout 72 10 M8 x 13mm Schroef 73 2 M10 Klemmoer 74 4 M10 x 16mm Schroef 75 6 M4 x 12mm Schroef 76 4 M10 x 105mm Schroef 77 8 M4 x 15mm Schroef 78 1 M4 x 16mm Schroef 79 4 M4,5 x 12mm Schroef 80 9 M4 x 15mm Schroef 81 1 M4 x 20mm Schroef met Platte Kop 82 1 Veer van het Rad 83 1 M4 x 25mm Schroef 84 3 M8 Moer 85 8 M4,2 x 18mm Schroef * – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
30
GEDETAILLEERDE TEKENING
80
Modelnr. NTEVEX78913.0 R0813A
14
33
60
74
76
31
43
71
8
77
30
72
24
54
43
23
85
62
85
22
18
20
45
78
66
85
57
56
81
13
85
5
16
64
40
9
17
61
70
70
63
50
46
51
4
80
74
53
2
80
63
52
36
72
34
26
60
75
84
25
68
16
80
70
27
59
80
82
75
73
7
15
75
35
25
68
70
12
66
42
73
69
28
11
41
72
37
83
27
10
36
6
39
85
38
64
85
85
85
48
44
26
55
71
55
80
21
18
62
31
43
77
19
43
77
47
41
40
79
32
31
58
64
49
32
1
3
29
76
29
65
67
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere­cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 348273 R0813A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Loading...