NordicTrack NTEVEL812121 Owner's Manual

Page 1
Modelnr. NTEVEL81212.1 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Page 2
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................15
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aange­geven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de
sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar te waarborgen dat alle gebruikers van de elliptische trainer voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals beschreven in deze handleiding.
4. De elliptische trainer is alleen voor thuisge­bruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer niet commercieel, voor verhuur of institutio­nele situatie.
5. Gebruik de elliptische trainer enkel binnens­huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de elliptische trainer niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Zorg ervoor dat er minstens 0,9 m vrije ruimte voor en achter en 0,6 m vrije ruimte aan zijkanten van de elliptische trainer is. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig aan. Vervang versleten onderdelen direct.
8. Houd kinderen jonger dan 12 jaar en huisdie­ren uit de buurt van de elliptische trainer.
9. Pas de stroomadapter niet aan en gebruik geen adapter om de stroomadapter op een onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het stroomsnoer uit de buur van verwarmde oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
10. Gebruik de elliptische trainer niet wanneer het elektrische snoer of de stekker bescha­digd is. Gebruik de elliptische trainer niet als hij niet goed werkt.
11. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact u de elliptische trainer niet gebruikt.
12. GEVAARLIJK: haal de stek-
ker altijd uit het stopcontact en zet de aan/ uitschakelaar in de uitstand wanneer als de elliptische trainer niet wordt gebruikt of voor aanvang van het reinigen van de elliptische trainer. Onderhoud, anders dan de procedu­res in deze handleiding moeten uitsluitend worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
13. De elliptische trainer is niet geschikt voor gebruik door personen die meer dan 159 kg wegen.
14. Draag geschikte kleding wanneer u de ellipti­sche trainer gebruikt; draag geen losse kleding die vast kan komen te zitten in de elliptische trainer. Draag altijd gymschoenen om uw voe­ten te beschermen tijdens het trainen.
15. Houd de handgrepen of de armen van het bovendeel vast bij het monteren, demonteren of gebruiken van de elliptische trainer.
16. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslag­waarden. De hartslagmonitor dients slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmid­del bij uw oefeningen.
17. Met de elliptische trainer kan men niet free­wheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt. Verlaag uw fiets­snelheid op een gecontroleerde manier.
18. Houd tijdens het gebruik van de elliptische trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
19. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK® E
12.5 elliptische trainer gekozen heeft. De E 12.5 ellipti­sche trainer biedt een aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvul­dig door voor gebruik van de elliptische trainer.
Raadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
Bedieningsknop voor de Hellingplatform
Hartslagmonitor
Handleuning
Accessoireshouder
vragen hebt. Noteer het productnummer en het serien­ummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Arm van het Bovendeel
Bedieningspaneel
Bedieningsknop
voor de Weerstand
Ventilator
Hellingsplatform
Pedaal
Hendel
Stelpoot
Wiel
Roller
Pedaalknop
Lengte: 196 cm Breedte: 71 cm Gewicht: 95 kg
4
Page 5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
M6
Tussenring
(90)–10
M8 Slotmoer
(102)–6
M8 x 22mm
Tussenring
(97)–10
M4 x 12mm
Schroef
(148)–4
M8 x 43mm Bout
M10 Gespleten
M4 x 16mm
(101)–10
(96)–6
tussenring
(105)–20
Schroef
M10 x 25mm
Tussenring
(134)–2
M6 x 16mm Schroef
(103)–10
M10 x 20mm Schroef
(91)–22
16 mm
Gegolfde
tussenring
(54)–2
M8 x 16mm
Schroef
(82)–10
5
Page 6
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het ver­pakkingsmateriaal pas weg als u helemaal klaar bent met de montage.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aan­gegeven en rechter onderdelen zijn met een “R” of “Right” aangegeven.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen, kijkt u op pagina 5.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopne-
men met de Klantenservice
•hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
• Naast het inbegrepen gereedschap heeft u het volgende gereedschap nodig:
een Philips schroevendraaier
een rubber hamer
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels. Om schade aan de onderdelen te vermijden, dient u nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de KLANTENSERVICE (zie de voor­kant van deze handleiding) om uw product te registreren.
6
Page 7
2. Verwijder de verzendbeugels en gooi deze weg (niet weergegeven) aan de voor- en achterkant van het Onderstel (1).
Zoek naar de Voorste Rechter Stabilisatorstang
(145), welke is voorzien van een Wiel (34) op de aangegeven locatie.
Steek, terwijl een tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt, wat verpakkingsma­teriaal (niet afgebeeld) onder het Onderstel. Laat
de tweede persoon het onderstel vasthouden om te voorkomen dat deze omvalt.
Bevestig de Voorste Rechter Stabilisatorstang
(145) aan het Onderstel (1) met drie M10 x 20mm Schroeven (91) en drie M10 Gespleten Tussenringen (105).
2
1
145
34
105
105
Maak het Stabilisatorstang Links voor (niet
getoond) op dezelfde manier vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
3. Zoek de twee Achterste Stabilisatorstangen (2).
Steek, terwijl een tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt, wat verpakkingsma­teriaal (niet afgebeeld) onder het Onderstel. Laat
de tweede persoon het Onderstel vasthouden om te voorkomen dat deze omvalt.
Bevestig de Achterste Stabilisatorstang (2)
aan het Onderstel (1) met drie M10 x 20mm Schroeven (91) en drie M10 Gespleten Tussenringen (105).
Bevestig de andere Achterste Stabilisator-
stang (2) op dezelfde wijze.
Draai vervolgens de Kleine Stelpoot (136) in het
Onderstel (1) vast op de aangegeven locatie.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
91
3
136
22
1
105
105
91
7
Page 8
4. Zoek naar de Kap van de Staander (81). Richt de Kap van de Staander zoals afgebeeld en schuif het omhoog op de Staander (4).
Laat een tweede persoon de Staander (4) en de
Kap van de Staander (81) bij het Onderstel (1) vasthouden.
Verbind de Bovenste Draad (152) met de
Onderste Draad (111).
4
4
81
111
5. Tip: vermijd het afklemmen van de draden. Schuif de Staander (4) op het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (4) met acht M10 x
20mm Schroeven (91) en acht M10 Gespleten Tussenringen (105). Maak de Schroeven nog
niet vast.
Schuif de Kap van de Staander (81) omlaag.
Druk de Kap van de Staander nog niet in de Linker en Rechter Voorste Schermen (73, 74).
1
5
Vermijd het
afklemmen van
de draden
81
105
152
91
105
105
4
91
73, 74
1
8
Page 9
6. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (61) en het Rechterbeen van het Bovendeel (60) en richt ze zoals is afgebeeld.
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel (61)
aan het Rechterbeen van het Bovendeel (60) met drie M8 x 43mm Bouten (96) en drie M8 Gespleten Slotmoeren (102). Zorg dat de zich
bevinden in de zeskantige gaten. Draai de Bouten nog niet vast.
Schuif de Linkerarm van het Bovendeel (47)
op dezelfde manier op het Linkerbeen van het Bovendeel (46).
6
47
61
46
102
96
7. Gebruik een klein stukje van een plastic tas om uw vingers schoon te houden en breng een laag van het meegeleverde vet aan op de Lange As (35) en de twee 16mm Gegolfde Tussenringen (54) (slechts één is afgebeeld).
Steek de Lange As (35) door de Staander (4) en
centreer.
Schuif een 16mm Gegolfde Tussenring (54) en
de Rechterarm van het Bovendeel (61) op de rechterkant van de Lange As (35).
Herhaal deze acties om de Linkerarm van het
Bovendeel (47) te bevestigen.
Zeshoekige
Gaten
7
47
4
82
35
Smeervet
54
60
61
97
82
Draai een M8 x 16mm Schroef (82) en een M8
x 22mmTussenring (97) tegelijkertijd in iedere uiteinde van de Lange As (35) vast.
9
Page 10
8. Steek, terwijl een tweede persoon de Rechter Pedaalplaat (14) optilt, de Rechter Pedaalbeugel (133) in de rechter Pedaalarm (44).
Bevestig de Rechter Pedaalbeugel (133) met
een M10 x 20mm Schroef (91) en een M10 x 25mm Tussenring (134). Draai de Schroef niet
te vast; de Rechter Pedaalbeugel moet vrij kunnen draaien.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
8
91
44
134
14
133
9. Zoek de Rechter Pedaal (49) en richt deze zoals is afgebeeld.
Bevestig, terwijl een tweede persoon de Rechter
Pedaalplaat (14) optilt, de Rechter Pedaal (49) aan de Rechter Pedaalplaat met vijf M6 x 16mm Schroeven (103) en vijf M6 Tussenringen (90). Tip: het kan handig zijn om de rechter
Pedaalarm (44) op te tillen.
Bevestig het Linker Pedaal (12) op dezelfde
manier op de Linker Pedaalplaat (niet weergegeven).
10. Breng wat vet aan op de Middelste As (119) en op twee M8 x 22mm Tussenringen (97).
Zoek de Rechter Verbindingsarm (59) en draai
deze zoals afgebeeld.
9
10
12
44
14
103
90
49
90
103
Steek de Middelste As (119) in de Rechter
Verbindingsarm (59) en de Rechter Pedaalarm (44).
Draai een M8 x 16mm Schroef (82), een Kap
van de As (55) en een M8 x 22mm Tussenring (97) tegelijkertijd in iedere uiteinde van de Middelste As (119) vast. Draai de Schroeven
niet te vast zodat het plastic niet beschadigt.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
10
82
55
97
Smeervet
11944
59
97
55
82
Page 11
11. Breng wat vet aan op de Korte As (149) en op twee M8 x 22mm Tussenringen (97).
Draai vervolgens een M8 x 16mm Schroef (82)
en een M8 x 22mm Tussenring (97) een paar draaien in de Korte As (149) vast.
Plaats, terwijl een andere persoon het voor-
ste uiteinde van de Rechter Verbindingsarm (59) in de beugel op het Rechter been van het Bovendeel (60) vasthoudt, een Korte As (149) door beide delen.
Draai nog een M8 x 16mm Schroef (82) en een
M8 x 22mm Tussenring (97) een paar draaien in de Korte As (149) vast. Draai dan beide
Schroeven tegelijkertijd vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
11
82
97
59
149
60
Smeervet
97
82
12. Vind de Rechter Binnen en Buiten Beenkapjes (83, 69) en richt deze zoals afgebeeld.
Druk de Rechter binnen en buiten beenkapjes
(83, 69) samen rond het Rechterbeen van het Bovendeel (60).
Bevestig de Rechter Binnen en Buiten
Beenkapjes (83, 69) aan het Rechterbeen van het Bovendeel (60) met een M4 x 16mm Schroef (101). Draai de Schroef niet te vast zodat het
plastic niet beschadigt.
Maak het Linker Binnen en Buiten
Beenkapjes (70, 72) op dezelfde manier vast.
12
70
72
101
83
60
69
11
Page 12
13. Richt de Achterste kap van het Bedieningspaneel (80) zoals is afgebeeld.
Bevestig de Achterste Kap van het
Bedieningspaneel (80) aan de Staander (4) met vier M4 x 16mm Schroeven (101).
13
101
101
4
80
14. Terwijl een tweede persoon het Bedieningspaneel (7) bij de Staander (4) vasthoudt, sluit u de draden van het bedienings­paneel aan op de Bovenste Draad (152) en op de Rechter en Linker Sensordraden (108, 110).
Stop het draadoverschot in de Staander (4).
Tip: vermijd het afklemmen van de dra-
den. Bevestig het Bedieningspaneel (7) op de Staander (4) met vier M4 x 12mm Schroeven (148).
14
7
108,
110
152
Vermijd het
afklemmen van
de draden
4
148
12
Page 13
15. Bevestig de Kap van het Voorste Bedieningspaneel (79) rond de Staander (4) door de lipjes aan de Voorste kap van het Bedieningspaneel in de kap van het Achterste Bedieningspaneel (80) te drukken.
15
79
80
4
16. Zie stap 6. Draai de zes M8 x 43mm Bouten (96) vast.
Zie stap 5. Draai de acht M10 x 20mm
Schroeven (91) vast.
Zoek de Rechter Voorste en Achterste
Armkapjes (65, 66).
Bevestig de Rechter Voorste Armkap (65) aan
de Rechterarm van het Bovendeel (61) met twee M4 x 16mm Schroeven (101).
Bevestig de Rechterachter armkap (66) rond de
Rechterarm van het Bovendeel (61) door deze in de Rechter Voorste Armkap (65) te drukken.
Maak de Linker voorste en achterste armkap-
jes (68, 67) op dezelfde manier vast.
Schuif vervolgens de Kap van de Staander (81)
omlaag en duw deze op de Linker- en Rechter Voorschermen (73, 74).
16
68
67
101
66
81
61
65
73, 74
17. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Aandacht: er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
13
Page 14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
14
Page 15
UK
UK
DU GR RU HU
AUS
TYPE F
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de onderstel.
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. Het stopcontact moet op een nominale 120-volt circuit.
Stopcontact
15
Page 16
DE ELLIPTISCHE TRAINER VERPLAATSEN
DE STAND VAN DE PEDALEN AFSTELLEN
Gezien de afmetingen en de zwaarte van de ellip­tische trainer, moet deze door twee personen verplaatst worden. Ga aan de voorkant van de
elliptische trainer staan, houd de staander vast en plaats een voet tegen een van de wielen. Trek aan de staander en laat de tweede persoon het handvat van de hellingsplatform optillen totdat de elliptische trainer op de wielen kan rollen. Verplaats de elliptische trainer voorzichtig tot de gewenste plaats en laat hem dan tegen de vloer zakken.
Trek
aan de
verticale
stang
Plaats
hier uw
voet
Elk pedaal kan in verschillende standen worden afgesteld. Om elk pedaal bij te stel­len moet u eerst de pedaalknop onder het pedaal losdraaien. Zorg
dat u de beide pedalen afstelt op dezelfde stand.
DE ELLIPTISCHE TRAINER WATERPAS STELLEN
Als de elliptische trainer enigszins schommelt tijdens het gebruik, draai aan één van de of beide stelvoeten onder de achter­ste stabilisator tot het toestel niet meer schommelt.
Pedaal
Pedaalknop
Stelpoot
Stelvoeten
Hier
optillen
Indien het onderstel van de elliptische trainer buigt tij­dens het gebruik, dient u de stelvoet onder het midden van het onderstel te draaien tot het apparaat niet meer buigt.
16
Page 17
DE ELLIPTISCHE TRAINER GEBRUIKEN
Om op de elliptische trainer te gaan staan, neemt u de armen van het bovendeel of de handgrepen vast en stapt u op de trapper die zich in de laagste posi­tie bevindt. Vervolgens stapt u op de andere trapper. Duw op de pedalen tot u een vloeiende beweging bereikt. Aandacht: de pedaalarmen kunnen in beide
richtingen draaien. Het is aan te raden dat u de pedaalarmen in de met de pijl aangegeven richting draait. Voor variatie kunt u de pedaalarmen in de tegengestelde richting draaien.
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt voor u van de elliptische trainer afstapt. Aandacht: met de
elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt. Wanneer de trappers tot stilstand zijn gekomen,
stapt u eerst van de hoogste trapper. Stap vervolgens van de laagste trapper.
Armen van het Bovendeel
Handvaten
Pedalen
Pedaalarm
17
Page 18
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de trappers en de hel­lingsgraad van het platform met een druk op de knop wijzigen in de handmatige instelling van het bedie­ningspaneel. Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend trainingsinformatie weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de ingebouwde handgreep met hartslagmonitor of door middel van de meegeleverde optionele borstkas hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel dertig vooraf ingestelde oefeningen- vijftien calorie-oefeningen en vijftien prestatie-oefeningen. Elke training wijzigt automatisch de weerstand van de trappers en de hellingsgraad van het platform en vraagt u om de pedaalsnelheid te variëren naargelang u de doeltref­fende training doorloopt.
Het bedieningspaneel heeft een revolutionaire iFit technologie zodat het bedieningspaneel op uw draad­loze netwerk aangesloten kan worden door middel van een optionele iFit module. U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen downloaden, uw eigen oefe­ningen samenstellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes raadplegen. Voor aankoop van
de iFit module gaat u naar www.it.com of belt u
met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt zelfs uw MP3-speler of CD-speler aansluiten op het geluidssysteem van het bedieningspaneel en luis­teren naar uw favoriete muziek of audioboeken terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op page 19. Om de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op page 19. Om een vooraf ingestelde oefening te gebruiken, kijk u op page 22. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie page 24. Om het geluids­systeem te gebruiken, kijkt u op page 25. Voor het wijzigen van de bedieningspaneelinstellingen, kijkt
u op page 26.
Aandacht: als er een laagje plastic op het display ligt, moet u dat verwijderen.
18
Page 19
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN BELANGRIJK: laat, wanneer de elliptische trainer aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, deze tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische componen­ten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in (zie HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN op page 15). Zoek vervolgens naar de stroom­schakelaar op het onderstel bij het stroomsnoer. Duw de stroomschakelaar in de reset-stand.
De display zal dan aan gaan en het bedieningspaneel is klaar voor gebruik.
Aandacht: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer aanzet, wordt het platform automatisch geka­libreerd. Tijdens het kalibreren, beweegt het platform
omhoog en omlaag. Wanneer het platform stopt met bewegen, is het gekalibreerd.
BELANGRIJK: Als het platform niet automatisch gekalibreerd wordt, raadpleeg dan HET PLATFORM KALIBREREN op page 27 en kalibreer het plat­form handmatig.
Reset-
stand
HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual Control (handmatige
bediening) op het bedieningspaneel om de hand­matige modus te kiezen.
Als een draadloze iFit-module niet in het bedie-
ningspaneel is geplaatst en aangesloten op iFit, wordt de handmatige modus automatisch geselecteerd.
3. Wijzig naar wens de weerstand van de trappers
en de hellingsgraad van het platform.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door herhaaldelijk op de toet­sen Resistance (weerstand verhogen en verlagen) te drukken die zich op het bedieningspaneel of op de rechterhandleuning bevinden.
Aandacht: als u op een toets drukt, zal het eventjes
duren voordat de pedalen de gewenste weerstand bereikt hebben.
U kunt om de gang van de trappers af te wisselen
de helling van het platform wijzigen. Druk om de hellingsgraad te wijzigen op een van de genum­merde toetsen voor de 1 Step Power Ramp (1 stap Hellingplatform) of op de toetsen 1 Step Power Ramp verhogen/verlagen op het bedieningspaneel of op de linkerhandleuning.
Aandacht: als u op een toets drukt, dan zal het een
eventjes duren voordat het platform het gewenste hellingniveau bereikt.
19
Page 20
4. Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
Calorieën: Deze weergave toont bij benadering
het aantal calorieën dat u verbrand hebt.
Stride: Deze weergave toont het totale aantal stap-
pen dat u getrapt hebt.
Time: In de manuele instelling toont deze weer-
gave de verlopen tijd. Deze display-instelling zal, wanneer een oefening gekozen wordt, de reste­rende tijd van de oefening aangeven.
Dmatrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets Display (Weergeven) tot de gewenste aangepaste oefening wordt weergege­ven. U kunt ook drukken op de toetsen increase/ decrase (verhogen en verlagen) naast de toets Enter.
Incline: Dittabbladzaleenproelvandehel-
lingsinstellingen van de oefening aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut verschijnen.
Calories per hour (Cals./Hr): Deze weergave
bevat bij benadering het aantal calorieën dat u verbrandt per uur.
Distance: Deze display instelling zal de getrapte
afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Incline: Deze weergave toont de hellingsgraad van
het platform gedurende enkele seconden telkens wanneer de hellingsgraad verandert.
Pulse: Deze weergave toont uw hartslag wan-
neer u gebruik maakt van de handgreep met hartslagsensor of de meegeleverde borstkas hart­slagmonitor (zie stap 5 op page 21).
Resistance (Res.): Deze display zal, telkens wan-
neer het weerstandsniveau verandert, een paar seconden lang de weerstandsinstelling van de pedalen aangeven.
RPM: Deze weergave toont uw trapsnelheid in
toeren per minuut (tpm).
Speed: Dittabbladzaleenproelvandesnel-
heidsinstellingen van de oefening aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut verschijnen.
My Trail: Dit tabblad zal een route van 400 m (1/4 mijl) aangeven. De knipperende rechthoek
geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u voltooit.
Calorie: Dittabblad zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De hoogte van ieder segment geeft het aantal ver­brande calorieën aan dat tijdens dat segment verbrand is.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw oefening aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het stan-
daardmenu terug te keren (raadpleeg HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op page 26 om het
standaardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de toets Home.
20
Page 21
Wanneer een draad-
loze iFit module is aangesloten, zal het symbool draadloos aan de boenkant van het scherm de sterkte van het draadloze signaal aangeven. Vier staafjes geven volle sterkte aan.
Om de handmatige modus of een oefening te
verlaten, drukt u op de toets Home. Druk, indien nodig, nogmaals op de toets Home.
hartslagmeting, houd u de contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven. Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt en houd de contactpunten ook niet te strak vast. Voor de beste werking, maakt u de contactpun­ten schoon met een zacht doek; gebruik nooit
alcohol, schuur- of chemische middelen om de contactpunten schoon te maken.
Om het volume van
het bedieningspaneel te wijzigen, drukt u op toetsen Volume verhogen/verlagen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Voor het gebruik van de meegeleverde borstkas
hartslagmonitor, zie page 14. Volg de instructies hieronder om de hartslagmonitor met handgreep te gebruiken. BELANGRIJK: wanneer u beide hart-
slagmonitoren tegelijkertijd gebruikt dan zal het bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeuring aangeven.
Als er velletjes
plastic op de metalen contact­punten van de handgreep met hartslagmonitor bevinden, ver­wijder deze dan.
Om uw hartslag te meten, houd uw handen op de hart­slagmonitor met de palmen van uw hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de handsensoren stevig vast.
Als uw hartslag is gevonden zal het hartsymbool-
tje in het scherm met elke hartslag knipperen, een of twee streepjes zullen verschijnen en uw hartslag wordt aangegeven. Voor een correcte
Contact-
punten
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft
hoge, lage en automatische snel­heidsinstellingen. De snelheid van de venti­lator zal, wanneer de auto-instelling gekozen is, automatisch toenemen of afnemen wanneer u uw trapsnelheid verhoogt of verlaagt. Druk herhaaldelijk op de toetsen Fan ventilator verhogen of (verlagen) om een ventilator­snelheid te kiezen of om de ventilator aan of uit te zetten.
Aandacht: Als de pedalen gedurende 30 seconden
niet bewegen, gaat de ventilator automatisch uit.
7. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en het bedienings­paneel zal blijven stilstaan.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en de displays worden gereset.
Wanneer u klaar bent met trainen, zet u de schake-
laar op de stand Off (uit) en trekt u de stekker uit.
BELANGRIJK: zo niet, kunnen de elektrische onderdelen van de elliptische trainer voortijdig verslijten.
21
Page 22
HOE EEN VOORAF INGESTELD OEFENPROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te etsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AANTEZETTEN op
page 19.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de toets 15 Calorie (15
calorie-oefening), of 15 Performance Workouts (15 prestatie-oefening) tot de gewenste oefening op het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, de tijdsduur van de oefening en de naam van de oefening aangeven. Een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnt in de matrix.
De display toont ook de maximale pedaalsnelheid
(tpm), het maximale weerstandsniveau en het maximale platformniveau.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Voor elk segment wordt één weerstandsniveau, één graad voor het hellingplatform en één na te streven opm (trapsnelheid) geprogrammeerd. Aandacht: Voor opeenvolgende segmenten kan eenzelfde weerstandsniveau, hellingsgraad en/of doel-tpm geprogrammeerd worden.
Het weerstandsniveau, de hellingsgraad en de
doel-tpm voor het eerste segment verschijnen in de matrix.
Tijdens de
oefening wordt uw profiel op de snelheid en de hel­ling keuze aangege­ven zodat u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het knipperende segment geeft de doelsnelheid of de hellingsgraad van het huidige segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefening,
zult u een aantal tonen horen en het volgende seg­ment zal beginnen te knipperen. Als er een andere weerstand-, hellingsgraad en/of doelsnelheid zijn geprogrammeerd voor het volgende segment, dan zullen het weerstandsniveau, de hellingsgraad en de doel-tpm een paar seconden lang in de display verschijnen om u te waarschuwen. De weerstand van de pedalen en de hellingsgraad van het plat­form zullen dan wijzigen.
Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw loopsnel-
heid zo dicht mogelijk bij uw doelomwentelingen voor het huidige segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl ver­schijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: de doel-tpm is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snel­heid kan langzamer zijn dan de na te streven snelheid. Zorg ervoor dat u op een tempo fietst dat aangenaam voor u is.
Profiel
22
Page 23
Indien het weerstandsniveau en/of het hellingni-
veau van het huidige segment te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrij­ven door op de toets Resistance (weerstand) of op de 1 Step Power Ramp (1 stap Hellingplatform) te drukken. BELANGRIJK: wanneer het hui-
dige segment van de training eindigt, worden de pedalen automatisch aangepast aan het geprogrammeerde weerstandsniveau en de hel­lingsgraad van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om de oefening te stoppen, moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal op de display knipperen. Om verder te gaan met de oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op page 20.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 21.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op page 21.
7. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Zie stap 7 op page 21.
23
Page 24
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
U heeft een iFit-module nodig om een iFit-oefening te kunnen doen.
Voor aankoop van de iFit module gaat u naar iFit. com, of belt u met het telefoonnummer op de voor­kant van deze handleiding.
Aandacht: Voor gebruik van een iFit module dient u toegang te hebben tot een computer met een inter­netverbinding en een USB-poort. Bovendien moet u lid zijn van iFit.com. Om een iFit-module te gebrui­ken, dient u ook uw eigen draadloos netwerk met een
802.11b/g/n router met ingeschakeld SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund) te hebben.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstellings­vereisten, dienen de antenne en de zender in de iFit-module minstens 20 cm afstand te hebben van alle personen en mogen ze niet vlakbij of aangeslo­ten zijn op een andere antenne of zender.
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AANTEZETTEN op
page 19.
2. Zorg dat de iFit-module in het bedieningspaneel is geplaatst.
geregistreerd is bij uw iFit.com-lidmaatschap, over­schakelen op andere gebruikers in het iFit-hoofdscherm. Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de toets Enter om een gebruiker te kiezen.
5. Kies een iFit oefening.
Om een iFit-oefening te selecteren, drukt u op een
van de iFit-toetsen. Aandacht: Voordat u sommige oefeningen kunt downloaden dient u naar iFit.com gaan en ze aan uw planning toe te voegen.
Druk op de iFit-toets om de volgende oefening
in uw planning te downloaden. Druk op de My Trainer-toets, de My Maps-toets, de World Tour­toets, of de Event Training-toets om de volgende oefening van dat type op uw lijst te downloaden. Druk op de Compete (competitie) toets om aan een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Voor meer informatie over de iFit-oefeningen kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en het geschatte aan­tal calorieën dat u zult verbranden, aangeven. De display kan ook de naam van de workout aange­ven. De display zal, als u een competitie oefening kiest, aftellen totdat de race begint.
6. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op page 22.
Om gebruik te kunnen maken van een iFit-oefening
moet de iFit-module in het bedieningspaneel zijn geplaatst.
3. Kies de iFit modus.
Om de iFit-modus te kiezen druk op de iFit toets.
4. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker is
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een audio-instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen (zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op page
26).
Om de oefening te stoppen, moet u gewoon
stoppen met trappen. De tijd zal op de display knip­peren. Om verder te gaan met de oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met trappen.
24
Page 25
7. Volg uw vorderingen op de display.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Zie stap 4 op page 20.
Het tabblad My Trail (Mijn route) zal een kaart
van het pad waarop u loopt of rent weergeven, of het toont een route met het aantal rondes dat u voltooit.
Tijdens een competitieoefening zal het competi-
tietabblad de vordering tijdens de race aangeven. De bovenste lijn in de matrix zal laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft tijdens de race. De andere lijnen zullen andere concurrenten aange­ven. Het einde van de matrix geeft het einde van de race aan.
8. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 21.
9. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op page 21.
10. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de stekker uit het stopcontact.
Om muziek of audioboeken via de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel af te spelen, moet u via de audioaansluiting uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio-speler op het bedieningspaneel aansluiten; zorg ervoor dat de audiokabel volledig is ingestoken.
Druk dan op de play­toets van uw MP3- of CD-speler. Pas het volumeniveau aan met de toetsen volume verhogen of verlagen op het bedie­ningspaneel of de volumeregeltoets op uw MP3-speler of CD-speler.
Zie stap 7 op page 21.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit-instelling.
25
Page 26
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Power Ramp (1 Stap Helling) verhogen en verla­gen om het contrast aan te passen.
Het bedieningspaneel beschikt over een gebruikersmo­dus waarmee u gebruiksinformatie kunt bekijken, een meeteenheid kunt selecteren en het contrastniveau van de display kunt instellen.
Als een iFit-module is aangesloten op het bedienings­paneel, kunt u ook de informatiemodus gebruiken om een audio-instelling te kiezen voor de stem van de personal trainer, een standaard menu instellen, de status van de iFit-module controleren en controleren op downloads.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatie-instelling te selecteren, houdt u
de Display (Weergave)-toets een paar seconden ingedrukt tot de informatie-instelling op de weer­gave verschijnt.
2. Gebruiksinformatie bekijken.
De weergave toont bovendien het totale aantal
uren die de elliptische trainer is gebruikt. De dis­play toont de totale afstand (in mijlen of kilometers) die u op de elliptische trainer hebt getrapt.
3. Kies, als u dat wilt, een meeteenheid.
De woorden ENGLISH voor Engelse mijlen of
METRIC voor metrische kilometers zal op de display verschijnen om aan te geven welke maat­eenheid momenteel is geselecteerd.
Om de meeteenheid te wijzigen, drukt u herhaalde-
lijk op de toets Enter om de gewenste meeteenheid te kiezen.
6. Selecteer desgewenst een audio-instelling voor de stem van uw personal trainer.
Druk op de toets verlagen om de audio-instelling
voor de stem van de personal trainer te zien. De momenteel geselecteerde audio-instelling voor de stem van uw personal trainer verschijnt in de display.
Druk dan herhaaldelijk op de toets Enter om de
stem van de persoonlijke trainer ON (aan) of OFF (uit) te zetten.
7. Stel het standaard menu indien gewenst in.
Druk op de toets verlagen om de standaard
menu-instelling te zien. Het standaard menu is het menu dat verschijnt als u het bedieningspaneel aanzet. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om het handmatige hoofdscherm of het iFit-menu als standaardmenu te kiezen.
8 Controleer desgewenst de status van de
iFit-module.
Druk op de toets verlagen om de iFit-statusweer-
gave te zien. De woorden CHECK WIFI STATUS (Controleer WIFI-status) of CHECK USB STATUS verschijnen op de display.
Druk dan op de Enter-toets. Na een paar secon-
den verschijnt de status van de iFit-module op het display. Om de display te verlaten houdt u de Display-toets enkele seconden ingedrukt.
9. Controleer desgewenst op downloads.
4. Bepaal of een iFit module is aangesloten op het bedieningspaneel.
Als een iFit module is aangesloten op het bedie-
ningspaneel, toont de display de woorden WIFI MODULE, of USB MODULE.
Als er geen module is aangesloten, toont de
display de woorden NO IFIT MODULE (Geen iFit­module). Als er geen module is aangesloten, zijn stappen 6 tot 9 niet van toepassing.
5. Pas het contrastniveau van de display indien gewenst aan.
Druk op de toets verlagen om het contrastniveau
te zien. Het huidig geselecteerde contrastniveau verschijnt op de display. Druk op de toetsen 1 Step
Druk op de toets verlagen om de downloadweer-
gave te zien. De woorden SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/ontvangen) zullen op de display verschijnen.
Druk dan op de Enter-toets. Het bedieningspa-
neel controleert dan op iFit-oefeningen en firmware downloads.
10. Verlaat de informatiemodus.
Druk op de toets Display (Weergave) om de
informatie-instelling te verlaten.
26
Page 27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Controleer alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze regelmatig vast. Vervang versleten onderdelen direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde zeep om de elliptische trainer te reinigen.
BELANGRIJK: houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Zie stap 5 op page 21 als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft wanneer u de hartslagmonitor met handgreep vasthoudt, of als de aangegeven hart­slag te hoog of te laag blijkt te zijn.
HET PLATFORM KALIBREREN
Als het platform niet goed werkt, moet het gekalibreerd worden. Om het platform te kalibreren, houdt u de knop 15 Calorie Workouts (15 calorie-oefeningen) enkele seconden ingedrukt tot de testmodus op de weergave verschijnt.
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Om de snelheidsensor af te stellen, dient u de kap van het scherm, het middelste scherm en van de katrol eraf te halen (zie de instructies hieronder).
Verwijder eerst de M4 x 16mm Schroeven (101) van het Middelste Scherm (76). Gebruik vervolgens een platte schroevendraaier om de lipjes op de zijkanten en achterkant van de Kap van het Scherm (75) los te maken. Schuif dan het middelste Scherm en de Kap van het Scherm naar voren.
75
Druk opnieuw op de toets 15 Calorie Workouts (15 calorie-oefening). Druk dan op de toets 1 Step Power Ramp (1 stap Hellingplatform) verhogen/verlagen om het platform te kalibreren. Tijdens het kalibreren, beweegt het platform omhoog en omlaag.
Wanneer het platform stopt met bewegen, is het geka­libreerd. Druk dan herhaaldelijk op de knop 15 Calorie Workouts (15 calorie-oefening) om de testmodus te verlaten.
DE PEDAALARMROLLERS INSMEREN
Bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze gebruikershandleiding. Als de Pedaalarmrollers (51) piepen bij het bewegen op de Linker en Rechtersporen (16, 146) dient u een klein beetje wit vet gelijkmatig te verdelen over elke Pedaalarmroller. Verspreid het vet gelijkmatig rond de Pedaalarmrollers. Trap op de elliptische trainer tot een dun laagje vet is verdeeld over de Linker en Rechtersporen; veeg dan overmatig vet af.
76
101
Zie vervolgens de GEDETAILLEERDE TEKENING A op pagina 33. Verwijder de vier M4 x 16mm Schroeven (101) uit de Katrolkap (15), en haal de kap van de Katrol af. Het is wellicht nodig om de draden (niet afgebeeld) los te koppelen aan de bovenkant van de Katrolkap.
27
Page 28
Vind de Snelheidfsensor (38). Draai de twee M4 x 12,7mm Schroeven met Rand (161) los maar verwijder deze niet.
19
38
75
161
Draai vervolgens aan de Grote Katrol (19) totdat een Magneet (43) op gelijke hoogte komt met de Snelheidsensor (38). Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of verder van de Magneet. Maak dan de M4 x 12,7mm Schroeven met Rand (161) weer vast.
Draai even aan de Grote Katrol (19). Herhaal deze procedure tot het bedieningspaneel goede informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidsensor op de juiste manier is afgesteld, dient u de kap van de katrol terug te plaatsen, de draden indien nodig weer aan te sluiten, en de schermkap en schermkapmodule weer te bevestigen; zorg ervoor dat de schermkap is
uitgelijnd met de schermondersteuning op het onderstel.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de grote drijfriem moet worden afgesteld wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de weerstand in de hoogste instelling staat.
43
76
101
Maak de M6 x 35mm Schroef (164) een paar draaien los. Draai de M8 Moer (122) op de J-bout (139) een halve draai. Draai dan de M6 x 35mm Schroef weer vast.
164
122
139
Om de grote drijfriem af te stellen, dient u de Kap van het Scherm (75) en het Middelste Scherm (76) eraf te halen (zie de instructies hieronder).
Verwijder de twee aangegeven M4 x 16mm Schroeven (101) van het Middelste Scherm (76). Gebruik vervol­gens een platte schroevendraaier om de lipjes op de zijkanten en achterkant van de Kap van het Scherm (75) los te maken. Schuif dan het Middelste Scherm en de Kap van het Scherm naar voren.
Maak de schermkap en het middelste scherm weer vast; zorg ervoor dat de schermkap is uitgelijnd met de schermondersteuning op het onderstel. Als de pedalen nog steeds slippen als u trapt, dient u deze stappen te herhalen.
Indien u vragen hebt over het afstellen van de aandrijfriem, kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
28
Page 29
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
29
Page 30
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek­ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil­lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter­voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
30
Page 31
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
1 1 Onderstel 2 2 Achterste stabilisatorstang 3 1 Platform 4 1 Staander 5 26 M4 x 19mm Schroef 6 1 Voorste linker Stabilisatorstang 7 1 Bedieningspaneel 8 1 Kleine Katrol 9 2 Kleine Katrolbeugel 10 1 Platformkap 11 2 Grote Katrolbeugel 12 1 Linker Pedaal 13 1 Linker Pedaalplaat 14 1 Rechter Pedaalplaat 15 1 Katrolkap 16 1 Linker spoor 17 1 Linker Hellingkap 18 1 Crank 19 1 Grote katrol 20 2 Crankarm 21 6 M4 x 10mm Schroef 22 1 Ruststand 23 1 C-magneet 24 2 Platformbus 25 1 Weerstandmotor 26 1 Weerstandstang 27 1 Weerstandschijf 28 1 Vliegwiel 29 1 Rechter Greep 30 2 Achterste bovenkap 31 1 Hellingmotor 32 1 Voorste rechter Bovenkap 33 2 Grote Stelvoet 34 2 Wiel 35 1 Lange as 36 2 Bus van de Staander 37 1 Accessoireshouder 38 1 Snelheidsensor/Draad 39 1 Klem van de snelheidsensor 40 1 Motor Controller 41 6 Kleine lager 42 8 Borgring van het vliegwiel 43 2 Magneet 44 2 Pedaalarm 45 1 Linker Verbindingsarm 46 1 Linker Been van het Bovendeel 47 1 Linker Arm van het Bovendeel 48 2 Pedaalveer 49 1 Rechter Pedaal 50 2 Voorste Onderkap 51 2 Rol van de Pedaalarm
52 2 Armroller van het Hellingplatform 53 1 Arm van het Hellingplatform 54 2 16mm Gegolfde Tussenring 55 4 Kap van de As 56 12 Bus van de Grote Arm 57 4 Grote lager 58 1 Schermondersteuning 59 1 Rechter Verbindingsarm 60 1 Rechter Been van het Bovendeel 61 1 Rechter Arm van het Bovendeel 62 1 Linker Greep 63 1 Linker Achterscherm 64 2 As van de Pedaalarmroller 65 1 Rechter Voorste Armkap 66 1 Rechter Achterste Armkap 67 1 Linker Voorste Armkap 68 1 Linker Achterste Armkap 69 1 Rechter Buitenste Beenkap 70 1 Linker Buitenste Beenkap 71 1 Rechter Achterscherm 72 1 Linker Binnenste Beenkap 73 1 Linker Voorscherm 74 1 Rechter Voorscherm 75 1 Kap van het Scherm 76 1 Middelste scherm 77 4 M8 x 92mm Bout 78 2 Sleutel 79 1 Kap van het Voorste
Bedieningspaneel
80 1 Kap van het Achterste
Bedieningspaneel 81 1 Kap van de Staander 82 18 M8 x 16mm Schroef 83 1 Rechter Binnenste Beenkap 84 2 M10 x 70mm Schroef 85 2 M5 x 16mm Schroef 86 2 M10 x 58mm Bout 87 4 M10 x 94mm Bout 88 1 Kleine Katrolas 89 1 Ruststandschroef 90 14 M6 Tussenring 91 22 M10 x 20mm Schroef 92 1 M10 x 56mm Bout 93 4 M4 x 12mm Flensschroef 94 3 M6 Slotmoer 95 8 M8 x 18mm Schroef 96 6 M8 x 43mm Bout 97 18 M8 x 22mm Tussenring 98 2 Borgring van de Hellingplatformrol 99 1 Borgring van de C-magneet 100 4 Bus van de kleine Arm
31
Page 32
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 39 M4 x 16mm Schroef 102 6 M8 Slotmoer 103 14 M6 x 16mm Schroef 104 1 Aan/uit-schakelaar 105 20 M10 Gespleten Tussenring 106 2 Schermmontagemodule 107 6 M4 x 12mm TZP-schroef 108 1 Rechter Sensordraad 109 2 M8 x 45mm Bout 110 1 Linker Sensordraad 111 1 Onderste Draad 112 5 M8 x 18mm Tussenring 113 1 Grote Aandrijfriem 114 1 Linker Polsgreep/Controller 115 1 Voorste linker Bovenkap 116 1 Rechter Polsgreep/Controller 117 1 Borstriem 118 1 Zender van de Hartslagmonitor 119 2 Medium As 120 1 Platformas 121 4 Bus van het Onderstel 122 11 M8 Moer 123 2 Pedaalknop 124 1 Beugel van de linker Pedaal 125 1 Linker Beugelkap 126 1 M3,5 x 12mm Schroef met platte
kop 127 2 Afstelmoer 128 1 M5 x 7mm Schroef 129 1 Weerstandbeugel 130 1 M5 Tussenring 131 1 Rechter Beugelkap 132 2 Pedalas 133 1 Rechter Pedaalbeugel 134 2 M10 x 25mm Tussenring 135 6 M10 Slotmoer 136 1 Kleine Stelvoet 137 1 Stroomsnoer 138 2 Borgring van de kleine Katrol 139 1 J-bout 140 2 Bus van de Hellingplatformarm 141 2 Klem van de Hellingplatformarm
142 1 M10 x 45mm Bout 143 1 M10 x 35mm Bout 144 2 M10 vierkante Moer 145 1 Voorste rechter Stabilisatorstang 146 1 Rechter Spoor 147 1 Rechter Hellingkap 148 4 M4 x 12mm Schroef 149 2 Korte As 150 1 Kleine Aandrijfriem 151 2 Pedaalknopschroef 152 1 Bovenste draad 153 4 M10 x 22mm Tussenring 154 2 Tussenstuk van de Veer 155 1 Stopcontact 156 4 Stand-off 157 1 Klem van het Draad 158 2 Doorvoerhuls 159 2 M4 x 25mm Schroef 160 2 Schermklem 161 2 M4 x 12,7mm Flensschroef 162 8 M8 Gespleten Tussenring 163 1 M6 x 23mm Tussenring 164 1 M6 x 35mm Schroef 165 2 M8 x 35mm Bout * Kussentje van het linker Spoor * Kussentje van het rechter Spoor * Kussentje van de
Schermondersteuning * Kussentje van de Weerstandmotor * – Motordraad * Kort Jumperdraad * Lang Jumperdraad * – Aardingsdraad * 30" Draadharnas * 25" Draadharnas * 80" Draadharnas * 90" Draadharnas * Verlengsnoer Snelheidssensor * – Montagegereedschap * – Smeerpakket * – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
32
Page 33
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
107
107
111
115
146
34
109
16
40
10
5
144
94
95
6
156
156
31
50
162
141
5
107
20
158
135
93
121
34
94
145
105
143
140
140
5
24
121
25
5
43
5
26
92
97
82
18
27
23
95
121
126
128
130
127
99
105
11
94
42
43
109
91
142
155
1
129
95
50
91
84
5
137
121
87
153
89
113
120
161
165
39
22
5
136
122
150
101
42
122
135
30
15
112
20
38
158
153
164
33
101
144
85
30
163
112
138
2
5
122
101
78
86
33
91
91
105
139
9
157
32
52
101
52
3
97
107
104
98
135
107
24
147
19
17
162
5
5
53
98
82
78
86
85
87
42
11
122
41
33
41
28
122
162
58
122
112
88
77
8
9
77
138
77
Page 34
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
56
96
96
101
101
102
56
82
55
29
62
47
102
97
45
61
65
101
56
101
97
82
46
12
67
57
70
56
90
57
82
97
57
72
101
57
101
103
102
101
119
97
82
90
96
68
101
102
103
13
82
90
149
82
90
49
97
97
66
64
103
60
51
154
103
151
125
123
48
103
101
90
83
90
14
97
132
56
21
82
103
82
124
69
90
56
97
103
90
103
82
103
149
82
97
97
90
55
55
100
21
97
51
97
48
56
91
82
64
103
134
82
134
100
97
97
91
41
132
100
44
82
82
90
154
56
103
21
100
59
56
41
44
56
56
82
55
97
56
151
123
119
131
133
21
82
97
41
41
34
Page 35
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
91
54
79
116
108
101
110
114
148
7
101
118
101
54
35
117
36
36
37
4
101
105
80
159
105
101
101
105
91
73
159
81
101
101
74
75
152
101
101
101
101
160
160
76
101
101
101
101
71
106
63
35
Page 36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 341175 R1212A Gedrukt in China © 2012 ICON IP, Inc.
Loading...