Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit
product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven
plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier
getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de
sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACKis een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
elliptische trainer voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar te waarborgen dat alle gebruikers van
de elliptische trainer voldoende op de hoogte
zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
4. De elliptische trainer is alleen voor thuisgebruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer
niet commercieel, voor verhuur of institutionele situatie.
5. Gebruik de elliptische trainer enkel binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de elliptische trainer niet in een garage, op
een overdekt terras of bij water.
6. Zorg ervoor dat er minstens 0,9 m vrije
ruimte voor en achter en 0,6 m vrije ruimte
aan zijkanten van de elliptische trainer is. Leg
een matje onder de elliptische trainer om uw
vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig aan.
Vervang versleten onderdelen direct.
8. Houd kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren uit de buurt van de elliptische trainer.
9. Pas de stroomadapter niet aan en gebruik
geen adapter om de stroomadapter op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buur van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
10. Gebruik de elliptische trainer niet wanneer
het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de elliptische trainer niet als
hij niet goed werkt.
11. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit
het stopcontact u de elliptische trainer niet
gebruikt.
12. GEVAARLIJK: haal de stek-
ker altijd uit het stopcontact en zet de aan/
uitschakelaar in de uitstand wanneer als de
elliptische trainer niet wordt gebruikt of voor
aanvang van het reinigen van de elliptische
trainer. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding moeten uitsluitend
worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
13. De elliptische trainer is niet geschikt voor
gebruik door personen die meer dan 159 kg
wegen.
14. Draag geschikte kleding wanneer u de elliptische trainer gebruikt; draag geen losse kleding
die vast kan komen te zitten in de elliptische
trainer. Draag altijd gymschoenen om uw voeten te beschermen tijdens het trainen.
15. Houd de handgrepen of de armen van het
bovendeel vast bij het monteren, demonteren
of gebruiken van de elliptische trainer.
16. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Diverse factoren kunnen invloed
hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De hartslagmonitor dients slechts
om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
17. Met de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien
totdat het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid op een gecontroleerde manier.
18. Houd tijdens het gebruik van de elliptische
trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
19. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
3
Page 4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK® E
12.5 elliptische trainer gekozen heeft. De E 12.5 elliptische trainer biedt een aantal indrukwekkende functies
die zijn ontwikkeld om uw trainingen thuis effectiever
en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de elliptische trainer.
Raadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
Bedieningsknop voor de Hellingplatform
Hartslagmonitor
Handleuning
Accessoireshouder
vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Arm van het Bovendeel
Bedieningspaneel
Bedieningsknop
voor de Weerstand
Ventilator
Hellingsplatform
Pedaal
Hendel
Stelpoot
Wiel
Roller
Pedaalknop
Lengte: 196 cm
Breedte: 71 cm
Gewicht: 95 kg
4
Page 5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
M6
Tussenring
(90)–10
M8 Slotmoer
(102)–6
M8 x 22mm
Tussenring
(97)–10
M4 x 12mm
Schroef
(148)–4
M8 x 43mm Bout
M10 Gespleten
M4 x 16mm
(101)–10
(96)–6
tussenring
(105)–20
Schroef
M10 x 25mm
Tussenring
(134)–2
M6 x 16mm Schroef
(103)–10
M10 x 20mm Schroef
(91)–22
16 mm
Gegolfde
tussenring
(54)–2
M8 x 16mm
Schroef
(82)–10
5
Page 6
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal pas weg als u helemaal klaar
bent met de montage.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aangegeven en rechter onderdelen zijn met een “R”
of “Right” aangegeven.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 5.
• Naast het inbegrepen gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een Philips schroevendraaier
een rubber hamer
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels.
Om schade aan de onderdelen te vermijden, dient
u nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de KLANTENSERVICE (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te
registreren.
6
Page 7
2. Verwijder de verzendbeugels en gooi deze weg
(niet weergegeven) aan de voor- en achterkant
van het Onderstel (1).
Zoek naar de Voorste Rechter Stabilisatorstang
(145), welke is voorzien van een Wiel (34) op de
aangegeven locatie.
Steek, terwijl een tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt, wat verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder het Onderstel. Laat
de tweede persoon het onderstel vasthouden
om te voorkomen dat deze omvalt.
Bevestig de Voorste Rechter Stabilisatorstang
(145) aan het Onderstel (1) met drie M10 x
20mm Schroeven (91) en drie M10 Gespleten
Tussenringen (105).
2
1
145
34
105
105
Maak het Stabilisatorstang Links voor (niet
getoond) op dezelfde manier vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
3. Zoek de twee Achterste Stabilisatorstangen (2).
Steek, terwijl een tweede persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt, wat verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder het Onderstel. Laat
de tweede persoon het Onderstel vasthouden
om te voorkomen dat deze omvalt.
Bevestig de Achterste Stabilisatorstang (2)
aan het Onderstel (1) met drie M10 x 20mm
Schroeven (91) en drie M10 Gespleten
Tussenringen (105).
Bevestig de andere Achterste Stabilisator-
stang (2) op dezelfde wijze.
Draai vervolgens de Kleine Stelpoot (136) in het
Onderstel (1) vast op de aangegeven locatie.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van
onder het Onderstel (1).
91
3
136
22
1
105
105
91
7
Page 8
4. Zoek naar de Kap van de Staander (81). Richt
de Kap van de Staander zoals afgebeeld en
schuif het omhoog op de Staander (4).
Laat een tweede persoon de Staander (4) en de
Kap van de Staander (81) bij het Onderstel (1)
vasthouden.
Verbind de Bovenste Draad (152) met de
Onderste Draad (111).
4
4
81
111
5. Tip: vermijd het afklemmen van de draden.
Schuif de Staander (4) op het Onderstel (1).
Bevestig de Staander (4) met acht M10 x
20mm Schroeven (91) en acht M10 Gespleten
Tussenringen (105). Maak de Schroeven nog
niet vast.
Schuif de Kap van de Staander (81) omlaag.
Druk de Kap van de Staander nog niet in de
Linker en Rechter Voorste Schermen (73, 74).
1
5
Vermijd het
afklemmen van
de draden
81
105
152
91
105
105
4
91
73, 74
1
8
Page 9
6. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (61) en
het Rechterbeen van het Bovendeel (60) en richt
ze zoals is afgebeeld.
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel (61)
aan het Rechterbeen van het Bovendeel (60)
met drie M8 x 43mm Bouten (96) en drie M8
Gespleten Slotmoeren (102). Zorg dat de zich
bevinden in de zeskantige gaten. Draai de
Bouten nog niet vast.
Schuif de Linkerarm van het Bovendeel (47)
op dezelfde manier op het Linkerbeen van
het Bovendeel (46).
6
47
61
46
102
96
7. Gebruik een klein stukje van een plastic tas om
uw vingers schoon te houden en breng een laag
van het meegeleverde vet aan op de Lange As
(35) en de twee 16mm Gegolfde Tussenringen
(54) (slechts één is afgebeeld).
Steek de Lange As (35) door de Staander (4) en
centreer.
Schuif een 16mm Gegolfde Tussenring (54) en
de Rechterarm van het Bovendeel (61) op de
rechterkant van de Lange As (35).
Herhaal deze acties om de Linkerarm van het
Bovendeel (47) te bevestigen.
Zeshoekige
Gaten
7
47
4
82
35
Smeervet
54
60
61
97
82
Draai een M8 x 16mm Schroef (82) en een M8
x 22mmTussenring (97) tegelijkertijd in iedere
uiteinde van de Lange As (35) vast.
9
Page 10
8. Steek, terwijl een tweede persoon de Rechter
Pedaalplaat (14) optilt, de Rechter Pedaalbeugel
(133) in de rechter Pedaalarm (44).
Bevestig de Rechter Pedaalbeugel (133) met
een M10 x 20mm Schroef (91) en een M10 x
25mm Tussenring (134). Draai de Schroef niet
te vast; de Rechter Pedaalbeugel moet vrij
kunnen draaien.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
8
91
44
134
14
133
9. Zoek de Rechter Pedaal (49) en richt deze zoals
is afgebeeld.
Bevestig, terwijl een tweede persoon de Rechter
Pedaalplaat (14) optilt, de Rechter Pedaal
(49) aan de Rechter Pedaalplaat met vijf M6 x
16mm Schroeven (103) en vijf M6 Tussenringen
(90). Tip: het kan handig zijn om de rechter
Pedaalarm (44) op te tillen.
Bevestig het Linker Pedaal (12) op dezelfde
manier op de Linker Pedaalplaat (niet
weergegeven).
10. Breng wat vet aan op de Middelste As (119) en
op twee M8 x 22mm Tussenringen (97).
Zoek de Rechter Verbindingsarm (59) en draai
deze zoals afgebeeld.
9
10
12
44
14
103
90
49
90
103
Steek de Middelste As (119) in de Rechter
Verbindingsarm (59) en de Rechter Pedaalarm
(44).
Draai een M8 x 16mm Schroef (82), een Kap
van de As (55) en een M8 x 22mm Tussenring
(97) tegelijkertijd in iedere uiteinde van de
Middelste As (119) vast. Draai de Schroeven
niet te vast zodat het plastic niet beschadigt.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
10
82
55
97
Smeervet
11944
59
97
55
82
Page 11
11. Breng wat vet aan op de Korte As (149) en op
twee M8 x 22mm Tussenringen (97).
Draai vervolgens een M8 x 16mm Schroef (82)
en een M8 x 22mm Tussenring (97) een paar
draaien in de Korte As (149) vast.
Plaats, terwijl een andere persoon het voor-
ste uiteinde van de Rechter Verbindingsarm
(59) in de beugel op het Rechter been van het
Bovendeel (60) vasthoudt, een Korte As (149)
door beide delen.
Draai nog een M8 x 16mm Schroef (82) en een
M8 x 22mm Tussenring (97) een paar draaien
in de Korte As (149) vast. Draai dan beide
Schroeven tegelijkertijd vast.
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
elliptische trainer.
11
82
97
59
149
60
Smeervet
97
82
12. Vind de Rechter Binnen en Buiten Beenkapjes
(83, 69) en richt deze zoals afgebeeld.
Druk de Rechter binnen en buiten beenkapjes
(83, 69) samen rond het Rechterbeen van het
Bovendeel (60).
Bevestig de Rechter Binnen en Buiten
Beenkapjes (83, 69) aan het Rechterbeen van
het Bovendeel (60) met een M4 x 16mm Schroef
(101). Draai de Schroef niet te vast zodat het
plastic niet beschadigt.
Maak het Linker Binnen en Buiten
Beenkapjes (70, 72) op dezelfde manier vast.
12
70
72
101
83
60
69
11
Page 12
13. Richt de Achterste kap van het
Bedieningspaneel (80) zoals is afgebeeld.
Bevestig de Achterste Kap van het
Bedieningspaneel (80) aan de Staander (4) met
vier M4 x 16mm Schroeven (101).
13
101
101
4
80
14. Terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (7) bij de Staander (4)
vasthoudt, sluit u de draden van het bedieningspaneel aan op de Bovenste Draad (152) en op
de Rechter en Linker Sensordraden (108, 110).
Stop het draadoverschot in de Staander (4).
Tip: vermijd het afklemmen van de dra-
den. Bevestig het Bedieningspaneel (7) op de
Staander (4) met vier M4 x 12mm Schroeven
(148).
14
7
108,
110
152
Vermijd het
afklemmen van
de draden
4
148
12
Page 13
15. Bevestig de Kap van het Voorste
Bedieningspaneel (79) rond de Staander (4)
door de lipjes aan de Voorste kap van het
Bedieningspaneel in de kap van het Achterste
Bedieningspaneel (80) te drukken.
15
79
80
4
16. Zie stap 6. Draai de zes M8 x 43mm Bouten
(96) vast.
Zie stap 5. Draai de acht M10 x 20mm
Schroeven (91) vast.
Zoek de Rechter Voorste en Achterste
Armkapjes (65, 66).
Bevestig de Rechter Voorste Armkap (65) aan
de Rechterarm van het Bovendeel (61) met twee
M4 x 16mm Schroeven (101).
Bevestig de Rechterachter armkap (66) rond de
Rechterarm van het Bovendeel (61) door deze in
de Rechter Voorste Armkap (65) te drukken.
Maak de Linker voorste en achterste armkap-
jes (68, 67) op dezelfde manier vast.
Schuif vervolgens de Kap van de Staander (81)
omlaag en duw deze op de Linker- en Rechter
Voorschermen (73, 74).
16
68
67
101
66
81
61
65
73, 74
17. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Aandacht: er
kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
13
Page 14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkasband en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afgebeeld in de tekening.
Druk dan het uiteinde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag monitor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borstkas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uiteinde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkasband met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de hartslag monitor niet goed werkt.
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR:een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de onderstel.
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen. Het stopcontact moet op een nominale
120-volt circuit.
Stopcontact
15
Page 16
DE ELLIPTISCHE TRAINER VERPLAATSEN
DE STAND VAN DE PEDALEN AFSTELLEN
Gezien de afmetingen en de zwaarte van de elliptische trainer, moet deze door twee personen
verplaatst worden. Ga aan de voorkant van de
elliptische trainer staan, houd de staander vast en
plaats een voet tegen een van de wielen. Trek aan de
staander en laat de tweede persoon het handvat van
de hellingsplatform optillen totdat de elliptische trainer
op de wielen kan rollen. Verplaats de elliptische trainer
voorzichtig tot de gewenste plaats en laat hem dan
tegen de vloer zakken.
Trek
aan de
verticale
stang
Plaats
hier uw
voet
Elk pedaal kan
in verschillende
standen worden
afgesteld. Om elk
pedaal bij te stellen moet u eerst
de pedaalknop
onder het pedaal
losdraaien. Zorg
dat u de beide
pedalen afstelt
op dezelfde
stand.
DE ELLIPTISCHE TRAINER WATERPAS STELLEN
Als de elliptische
trainer enigszins
schommelt tijdens
het gebruik, draai
aan één van de of
beide stelvoeten
onder de achterste stabilisator tot
het toestel niet
meer schommelt.
Pedaal
Pedaalknop
Stelpoot
Stelvoeten
Hier
optillen
Indien het onderstel van de elliptische trainer buigt tijdens het gebruik, dient u de stelvoet onder het midden
van het onderstel te draaien tot het apparaat niet meer
buigt.
16
Page 17
DE ELLIPTISCHE TRAINER GEBRUIKEN
Om op de elliptische trainer te gaan staan, neemt u
de armen van het bovendeel of de handgrepen vast
en stapt u op de trapper die zich in de laagste positie bevindt. Vervolgens stapt u op de andere trapper.
Duw op de pedalen tot u een vloeiende beweging
bereikt. Aandacht: de pedaalarmen kunnen in beide
richtingen draaien. Het is aan te raden dat u de
pedaalarmen in de met de pijl aangegeven richting
draait. Voor variatie kunt u de pedaalarmen in de
tegengestelde richting draaien.
Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt voor
u van de elliptische trainer afstapt. Aandacht: met de
elliptische trainer kan men niet freewheelen; de
pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel
stopt. Wanneer de trappers tot stilstand zijn gekomen,
stapt u eerst van de hoogste trapper. Stap vervolgens
van de laagste trapper.
Armen van het Bovendeel
Handvaten
Pedalen
Pedaalarm
17
Page 18
BEDIENINGSPANEELDIAGRAMFUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de trappers en de hellingsgraad van het platform met een druk op de knop
wijzigen in de handmatige instelling van het bedieningspaneel. Het bedieningspaneel zal tijdens uw
oefening doorlopend trainingsinformatie weergeven.
U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken
van de ingebouwde handgreep met hartslagmonitor of
door middel van de meegeleverde optionele borstkas
hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel dertig vooraf
ingestelde oefeningen- vijftien calorie-oefeningen
en vijftien prestatie-oefeningen. Elke training wijzigt
automatisch de weerstand van de trappers en de
hellingsgraad van het platform en vraagt u om de
pedaalsnelheid te variëren naargelang u de doeltreffende training doorloopt.
Het bedieningspaneel heeft een revolutionaire iFit
technologie zodat het bedieningspaneel op uw draadloze netwerk aangesloten kan worden door middel van
een optionele iFit module. U kunt, met de iFit-modus,
persoonlijke oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen, resultaten van uw oefening
bijhouden, tegen andere iFit-hardlopers racen en
vele andere keuzes raadplegen. Voor aankoop van
de iFit module gaat u naar www.it.com of belt u
met het telefoonnummer op de voorkant van deze
handleiding.
U kunt zelfs uw MP3-speler of CD-speler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en luisteren naar uw favoriete muziek of audioboeken terwijl u
oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op page 19.
Om de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op page 19. Om een vooraf ingestelde oefening
te gebruiken, kijk u op page 22. Voor gebruik van
een iFit-oefening, zie page 24. Om het geluidssysteem te gebruiken, kijkt u op page 25. Voor het
wijzigen van de bedieningspaneelinstellingen, kijkt
u op page 26.
Aandacht: als er een laagje plastic op het display ligt,
moet u dat verwijderen.
18
Page 19
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de elliptische trainer
aan koude temperaturen blootgesteld is geweest,
deze tot kamertemperatuur komen voordat u de
elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer
in (zie HOE DE SNOER
IN STOPCONTACT TE
STEKEN op page 15). Zoek
vervolgens naar de stroomschakelaar op het onderstel
bij het stroomsnoer. Duw
de stroomschakelaar in de
reset-stand.
De display zal dan aan gaan en het bedieningspaneel
is klaar voor gebruik.
Aandacht: Wanneer u het apparaat voor de eerste
keer aanzet, wordt het platform automatisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren, beweegt het platform
omhoog en omlaag. Wanneer het platform stopt met
bewegen, is het gekalibreerd.
BELANGRIJK: Als het platform niet automatisch
gekalibreerd wordt, raadpleeg dan HET PLATFORM
KALIBREREN op page 27 en kalibreer het platform handmatig.
Reset-
stand
HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual Control (handmatige
bediening) op het bedieningspaneel om de handmatige modus te kiezen.
Als een draadloze iFit-module niet in het bedie-
ningspaneel is geplaatst en aangesloten op
iFit, wordt de handmatige modus automatisch
geselecteerd.
3. Wijzig naar wens de weerstand van de trappers
en de hellingsgraad van het platform.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van de
pedalen veranderen door herhaaldelijk op de toetsen Resistance (weerstand verhogen en verlagen)
te drukken die zich op het bedieningspaneel of op
de rechterhandleuning bevinden.
Aandacht: als u op een toets drukt, zal het eventjes
duren voordat de pedalen de gewenste weerstand
bereikt hebben.
U kunt om de gang van de trappers af te wisselen
de helling van het platform wijzigen. Druk om de
hellingsgraad te wijzigen op een van de genummerde toetsen voor de 1 Step Power Ramp (1 stap
Hellingplatform) of op de toetsen 1 Step Power
Ramp verhogen/verlagen op het bedieningspaneel
of op de linkerhandleuning.
Aandacht: als u op een toets drukt, dan zal het een
eventjes duren voordat het platform het gewenste
hellingniveau bereikt.
19
Page 20
4. Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
Calorieën: Deze weergave toont bij benadering
het aantal calorieën dat u verbrand hebt.
Stride: Deze weergave toont het totale aantal stap-
pen dat u getrapt hebt.
Time: In de manuele instelling toont deze weer-
gave de verlopen tijd. Deze display-instelling zal,
wanneer een oefening gekozen wordt, de resterende tijd van de oefening aangeven.
Dmatrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets Display (Weergeven) tot de
gewenste aangepaste oefening wordt weergegeven. U kunt ook drukken op de toetsen increase/
decrase (verhogen en verlagen) naast de toets
Enter.
Incline: Dittabbladzaleenproelvandehel-
lingsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen.
Calories per hour (Cals./Hr): Deze weergave
bevat bij benadering het aantal calorieën dat u
verbrandt per uur.
Distance: Deze display instelling zal de getrapte
afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Incline: Deze weergave toont de hellingsgraad van
het platform gedurende enkele seconden telkens
wanneer de hellingsgraad verandert.
Pulse: Deze weergave toont uw hartslag wan-
neer u gebruik maakt van de handgreep met
hartslagsensor of de meegeleverde borstkas hartslagmonitor (zie stap 5 op page 21).
Resistance (Res.): Deze display zal, telkens wan-
neer het weerstandsniveau verandert, een paar
seconden lang de weerstandsinstelling van de
pedalen aangeven.
RPM: Deze weergave toont uw trapsnelheid in
toeren per minuut (tpm).
Speed: Dittabbladzaleenproelvandesnel-
heidsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen.
My Trail: Dit tabblad zal een route van 400 m (1/4 mijl) aangeven. De knipperende rechthoek
geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My
Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u
voltooit.
Calorie: Dittabblad zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De
hoogte van ieder segment geeft het aantal verbrande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het stan-
daardmenu terug te keren (raadpleeg HOE DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
TE VERANDEREN op page 26 om het
standaardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de toets Home.
20
Page 21
Wanneer een draad-
loze iFit module is
aangesloten, zal het
symbool draadloos
aan de boenkant van
het scherm de sterkte
van het draadloze signaal aangeven. Vier staafjes
geven volle sterkte aan.
Om de handmatige modus of een oefening te
verlaten, drukt u op de toets Home. Druk, indien
nodig, nogmaals op de toets Home.
hartslagmeting, houd u de contactpunten ongeveer
15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren
hebt geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt
en houd de contactpunten ook niet te strak vast.
Voor de beste werking, maakt u de contactpunten schoon met een zacht doek; gebruik nooit
alcohol, schuur- of chemische middelen om de
contactpunten schoon te maken.
Om het volume van
het bedieningspaneel
te wijzigen, drukt u
op toetsen Volume
verhogen/verlagen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Voor het gebruik van de meegeleverde borstkas
hartslagmonitor, zie page 14. Volg de instructies
hieronder om de hartslagmonitor met handgreep te
gebruiken. BELANGRIJK: wanneer u beide hart-
slagmonitoren tegelijkertijd gebruikt dan zal het
bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeuring
aangeven.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contactpunten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, verwijder deze dan.
Om uw hartslag te
meten, houd uw
handen op de hartslagmonitor met de palmen van uw hand leunend
tegen de contactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de handsensoren stevig vast.
Als uw hartslag is gevonden zal het hartsymbool-
tje in het scherm met elke hartslag knipperen,
een of twee streepjes zullen verschijnen en uw
hartslag wordt aangegeven. Voor een correcte
Contact-
punten
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft
hoge, lage en
automatische snelheidsinstellingen. De
snelheid van de ventilator zal, wanneer de
auto-instelling gekozen is, automatisch toenemen
of afnemen wanneer u uw trapsnelheid verhoogt
of verlaagt. Druk herhaaldelijk op de toetsen Fan
ventilator verhogen of (verlagen) om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator aan of uit te
zetten.
Aandacht: Als de pedalen gedurende 30 seconden
niet bewegen, gaat de ventilator automatisch uit.
7. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en het bedieningspaneel zal blijven stilstaan.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en
de displays worden gereset.
Wanneer u klaar bent met trainen, zet u de schake-
laar op de stand Off (uit) en trekt u de stekker uit.
BELANGRIJK: zo niet, kunnen de elektrische
onderdelen van de elliptische trainer voortijdig
verslijten.
21
Page 22
HOE EEN VOORAF INGESTELD
OEFENPROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te etsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AANTEZETTEN op
page 19.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Druk herhaaldelijk op de toets 15 Calorie (15
calorie-oefening), of 15 Performance Workouts (15
prestatie-oefening) tot de gewenste oefening op
het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, de tijdsduur van de oefening en de
naam van de oefening aangeven. Een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening verschijnt
in de matrix.
De display toont ook de maximale pedaalsnelheid
(tpm), het maximale weerstandsniveau en het
maximale platformniveau.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Voor elk segment wordt één weerstandsniveau,
één graad voor het hellingplatform en één na te
streven opm (trapsnelheid) geprogrammeerd.
Aandacht: Voor opeenvolgende segmenten kan
eenzelfde weerstandsniveau, hellingsgraad en/of
doel-tpm geprogrammeerd worden.
Het weerstandsniveau, de hellingsgraad en de
doel-tpm voor het eerste segment verschijnen in de
matrix.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op
de snelheid
en de helling keuze
aangegeven zodat u
uw vordering kunt volgen. De knipperende balk van
het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor.
De hoogte van het knipperende segment geeft de
doelsnelheid of de hellingsgraad van het huidige
segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefening,
zult u een aantal tonen horen en het volgende segment zal beginnen te knipperen. Als er een andere
weerstand-, hellingsgraad en/of doelsnelheid zijn
geprogrammeerd voor het volgende segment, dan
zullen het weerstandsniveau, de hellingsgraad en
de doel-tpm een paar seconden lang in de display
verschijnen om u te waarschuwen. De weerstand
van de pedalen en de hellingsgraad van het platform zullen dan wijzigen.
Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw loopsnel-
heid zo dicht mogelijk bij uw doelomwentelingen
voor het huidige segment te houden. Als er een
opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u
uw ritme verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er geen
pijl verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
BELANGRIJK: de doel-tpm is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke snelheid kan langzamer zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een tempo fietst
dat aangenaam voor u is.
Profiel
22
Page 23
Indien het weerstandsniveau en/of het hellingni-
veau van het huidige segment te hoog of te laag
staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door op de toets Resistance (weerstand) of
op de 1 Step Power Ramp (1 stap Hellingplatform)
te drukken. BELANGRIJK:wanneer het hui-
dige segment van de training eindigt, worden
de pedalen automatisch aangepast aan het
geprogrammeerde weerstandsniveau en de hellingsgraad van het volgende segment.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om de oefening te stoppen,
moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal op
de display knipperen. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met
trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op page 20.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 21.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op page 21.
7. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Zie stap 7 op page 21.
23
Page 24
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
U heeft een iFit-module nodig om een iFit-oefening te
kunnen doen.
Voor aankoop van de iFit module gaat u naar iFit.
com, of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding.
Aandacht: Voor gebruik van een iFit module dient u
toegang te hebben tot een computer met een internetverbinding en een USB-poort. Bovendien moet u
lid zijn van iFit.com. Om een iFit-module te gebruiken, dient u ook uw eigen draadloos netwerk met een
802.11b/g/n router met ingeschakeld SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund) te
hebben.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstellingsvereisten, dienen de antenne en de zender in de
iFit-module minstens 20 cm afstand te hebben van
alle personen en mogen ze niet vlakbij of aangesloten zijn op een andere antenne of zender.
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Zie HOE HET APPARAAT AANTEZETTEN op
page 19.
2. Zorg dat de iFit-module in het bedieningspaneel
is geplaatst.
geregistreerd is bij uw iFit.com-lidmaatschap, overschakelen op andere gebruikers in het
iFit-hoofdscherm. Druk op de toetsen verhogen en
verlagen naast de toets Enter om een gebruiker te
kiezen.
5. Kies een iFit oefening.
Om een iFit-oefening te selecteren, drukt u op een
van de iFit-toetsen. Aandacht: Voordat u sommige
oefeningen kunt downloaden dient u naar iFit.com
gaan en ze aan uw planning toe te voegen.
Druk op de iFit-toets om de volgende oefening
in uw planning te downloaden. Druk op de My
Trainer-toets, de My Maps-toets, de World Tourtoets, of de Event Training-toets om de volgende
oefening van dat type op uw lijst te downloaden.
Druk op de Compete (competitie) toets om aan een
race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Voor meer informatie over de iFit-oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en het geschatte aantal calorieën dat u zult verbranden, aangeven. De
display kan ook de naam van de workout aangeven. De display zal, als u een competitie oefening
kiest, aftellen totdat de race begint.
6. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op page 22.
Om gebruik te kunnen maken van een iFit-oefening
moet de iFit-module in het bedieningspaneel zijn
geplaatst.
3. Kies de iFit modus.
Om de iFit-modus te kiezen druk op de iFit toets.
4. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker is
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt
een audio-instelling voor uw persoonlijke trainer
kiezen (zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op page
26).
Om de oefening te stoppen, moet u gewoon
stoppen met trappen. De tijd zal op de display knipperen. Om verder te gaan met de oefening, dient u
eenvoudigweg verder te gaan met trappen.
24
Page 25
7. Volg uw vorderingen op de display.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Zie stap 4 op page 20.
Het tabblad My Trail (Mijn route) zal een kaart
van het pad waarop u loopt of rent weergeven, of
het toont een route met het aantal rondes dat u
voltooit.
Tijdens een competitieoefening zal het competi-
tietabblad de vordering tijdens de race aangeven.
De bovenste lijn in de matrix zal laten zien hoeveel
u van de race voltooid heeft tijdens de race. De
andere lijnen zullen andere concurrenten aangeven. Het einde van de matrix geeft het einde van
de race aan.
8. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op page 21.
9. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op page 21.
10. Wanneer u klaar bent met trainen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Om muziek of audioboeken via de geluidsinstallatie
van het bedieningspaneel af te spelen, moet u via de
audioaansluiting uw MP3-speler, CD-speler, of andere
persoonlijke audio-speler op het bedieningspaneel
aansluiten; zorg ervoor dat de audiokabel volledig is ingestoken.
Druk dan op de playtoets van uw MP3- of
CD-speler. Pas het
volumeniveau aan met de
toetsen volume verhogen
of verlagen op het bedieningspaneel of de volumeregeltoets op uw MP3-speler
of CD-speler.
Zie stap 7 op page 21.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-instelling.
25
Page 26
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Power Ramp (1 Stap Helling) verhogen en verlagen om het contrast aan te passen.
Het bedieningspaneel beschikt over een gebruikersmodus waarmee u gebruiksinformatie kunt bekijken, een
meeteenheid kunt selecteren en het contrastniveau
van de display kunt instellen.
Als een iFit-module is aangesloten op het bedieningspaneel, kunt u ook de informatiemodus gebruiken om
een audio-instelling te kiezen voor de stem van de
personal trainer, een standaard menu instellen, de
status van de iFit-module controleren en controleren
op downloads.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatie-instelling te selecteren, houdt u
de Display (Weergave)-toets een paar seconden
ingedrukt tot de informatie-instelling op de weergave verschijnt.
2. Gebruiksinformatie bekijken.
De weergave toont bovendien het totale aantal
uren die de elliptische trainer is gebruikt. De display toont de totale afstand (in mijlen of kilometers)
die u op de elliptische trainer hebt getrapt.
3. Kies, als u dat wilt, een meeteenheid.
De woorden ENGLISH voor Engelse mijlen of
METRIC voor metrische kilometers zal op de
display verschijnen om aan te geven welke maateenheid momenteel is geselecteerd.
Om de meeteenheid te wijzigen, drukt u herhaalde-
lijk op de toets Enter om de gewenste meeteenheid
te kiezen.
6. Selecteer desgewenst een audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer.
Druk op de toets verlagen om de audio-instelling
voor de stem van de personal trainer te zien. De
momenteel geselecteerde audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer verschijnt in de
display.
Druk dan herhaaldelijk op de toets Enter om de
stem van de persoonlijke trainer ON (aan) of OFF
(uit) te zetten.
7. Stel het standaard menu indien gewenst in.
Druk op de toets verlagen om de standaard
menu-instelling te zien. Het standaard menu is het
menu dat verschijnt als u het bedieningspaneel
aanzet. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om
het handmatige hoofdscherm of het iFit-menu als
standaardmenu te kiezen.
8 Controleer desgewenst de status van de
iFit-module.
Druk op de toets verlagen om de iFit-statusweer-
gave te zien. De woorden CHECK WIFI STATUS
(Controleer WIFI-status) of CHECK USB STATUS
verschijnen op de display.
Druk dan op de Enter-toets. Na een paar secon-
den verschijnt de status van de iFit-module op
het display. Om de display te verlaten houdt u de
Display-toets enkele seconden ingedrukt.
9. Controleer desgewenst op downloads.
4. Bepaal of een iFit module is aangesloten op het
bedieningspaneel.
Als een iFit module is aangesloten op het bedie-
ningspaneel, toont de display de woorden WIFI
MODULE, of USB MODULE.
Als er geen module is aangesloten, toont de
display de woorden NO IFIT MODULE (Geen iFitmodule). Als er geen module is aangesloten, zijn
stappen 6 tot 9 niet van toepassing.
5. Pas het contrastniveau van de display indien
gewenst aan.
Druk op de toets verlagen om het contrastniveau
te zien. Het huidig geselecteerde contrastniveau
verschijnt op de display. Druk op de toetsen 1 Step
Druk op de toets verlagen om de downloadweer-
gave te zien. De woorden SEND/RECEIVE DATA
(gegevens versturen/ontvangen) zullen op de
display verschijnen.
Druk dan op de Enter-toets. Het bedieningspa-
neel controleert dan op iFit-oefeningen en firmware
downloads.
10. Verlaat de informatiemodus.
Druk op de toets Display (Weergave) om de
informatie-instelling te verlaten.
26
Page 27
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Controleer alle onderdelen van de elliptische trainer en
draai ze regelmatig vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de elliptische trainer te reinigen.
BELANGRIJK: houd vloeistoffen uit de buurt van
het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
Zie stap 5 op page 21 als het bedieningspaneel uw
hartslag niet aangeeft wanneer u de hartslagmonitor
met handgreep vasthoudt, of als de aangegeven hartslag te hoog of te laag blijkt te zijn.
HET PLATFORM KALIBREREN
Als het platform niet goed werkt, moet het gekalibreerd
worden. Om het platform te kalibreren, houdt u de
knop 15 Calorie Workouts (15 calorie-oefeningen)
enkele seconden ingedrukt tot de testmodus op de
weergave verschijnt.
DE SNELHEIDSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Om de snelheidsensor af te stellen, dient u de kap van
het scherm, het middelste scherm en van de katrol eraf
te halen (zie de instructies hieronder).
Verwijder eerst de M4 x 16mm Schroeven (101) van
het Middelste Scherm (76). Gebruik vervolgens een
platte schroevendraaier om de lipjes op de zijkanten
en achterkant van de Kap van het Scherm (75) los te
maken. Schuif dan het middelste Scherm en de Kap
van het Scherm naar voren.
75
Druk opnieuw op de toets 15 Calorie Workouts (15
calorie-oefening). Druk dan op de toets 1 Step Power
Ramp (1 stap Hellingplatform) verhogen/verlagen
om het platform te kalibreren. Tijdens het kalibreren,
beweegt het platform omhoog en omlaag.
Wanneer het platform stopt met bewegen, is het gekalibreerd. Druk dan herhaaldelijk op de knop 15 Calorie
Workouts (15 calorie-oefening) om de testmodus te
verlaten.
DE PEDAALARMROLLERS INSMEREN
Bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan
het eind van deze gebruikershandleiding. Als de
Pedaalarmrollers (51) piepen bij het bewegen op
de Linker en Rechtersporen (16, 146) dient u een
klein beetje wit vet gelijkmatig te verdelen over elke
Pedaalarmroller. Verspreid het vet gelijkmatig rond
de Pedaalarmrollers. Trap op de elliptische trainer
tot een dun laagje vet is verdeeld over de Linker en
Rechtersporen; veeg dan overmatig vet af.
76
101
Zie vervolgens de GEDETAILLEERDE TEKENING A
op pagina 33. Verwijder de vier M4 x 16mm Schroeven
(101) uit de Katrolkap (15), en haal de kap van de
Katrol af. Het is wellicht nodig om de draden (niet
afgebeeld) los te koppelen aan de bovenkant van de
Katrolkap.
27
Page 28
Vind de Snelheidfsensor (38). Draai de twee M4 x
12,7mm Schroeven met Rand (161) los maar verwijder
deze niet.
19
38
75
161
Draai vervolgens aan de Grote Katrol (19) totdat
een Magneet (43) op gelijke hoogte komt met de
Snelheidsensor (38). Schuif de Snelheidssensor wat
dichter naar of verder van de Magneet. Maak dan de
M4 x 12,7mm Schroeven met Rand (161) weer vast.
Draai even aan de Grote Katrol (19). Herhaal deze
procedure tot het bedieningspaneel goede informatie
weergeeft.
Wanneer de snelheidsensor op de juiste manier
is afgesteld, dient u de kap van de katrol terug te
plaatsen, de draden indien nodig weer aan te sluiten,
en de schermkap en schermkapmodule weer te
bevestigen; zorg ervoor dat de schermkap is
uitgelijnd met de schermondersteuning op het
onderstel.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de grote drijfriem moet worden
afgesteld wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs
wanneer de weerstand in de hoogste instelling staat.
43
76
101
Maak de M6 x 35mm Schroef (164) een paar draaien
los. Draai de M8 Moer (122) op de J-bout (139) een halve draai. Draai dan de M6 x 35mm Schroef weer
vast.
164
122
139
Om de grote drijfriem af te stellen, dient u de Kap van
het Scherm (75) en het Middelste Scherm (76) eraf te
halen (zie de instructies hieronder).
Verwijder de twee aangegeven M4 x 16mm Schroeven
(101) van het Middelste Scherm (76). Gebruik vervolgens een platte schroevendraaier om de lipjes op de
zijkanten en achterkant van de Kap van het Scherm
(75) los te maken. Schuif dan het Middelste Scherm en
de Kap van het Scherm naar voren.
Maak de schermkap en het middelste scherm weer
vast; zorg ervoor dat de schermkap is uitgelijnd met de schermondersteuning op het onderstel. Als
de pedalen nog steeds slippen als u trapt, dient u deze
stappen te herhalen.
Indien u vragen hebt over het afstellen van de
aandrijfriem, kijkt u op de voorkant van deze
handleiding.
28
Page 29
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
29
Page 30
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
30
Page 31
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
1 1 Onderstel
2 2 Achterste stabilisatorstang
3 1 Platform
4 1 Staander
5 26 M4 x 19mm Schroef
6 1 Voorste linker Stabilisatorstang
7 1 Bedieningspaneel
8 1 Kleine Katrol
9 2 Kleine Katrolbeugel
10 1 Platformkap
11 2 Grote Katrolbeugel
12 1 Linker Pedaal
13 1 Linker Pedaalplaat
14 1 Rechter Pedaalplaat
15 1 Katrolkap
16 1 Linker spoor
17 1 Linker Hellingkap
18 1 Crank
19 1 Grote katrol
20 2 Crankarm
21 6 M4 x 10mm Schroef
22 1 Ruststand
23 1 C-magneet
24 2 Platformbus
25 1 Weerstandmotor
26 1 Weerstandstang
27 1 Weerstandschijf
28 1 Vliegwiel
29 1 Rechter Greep
30 2 Achterste bovenkap
31 1 Hellingmotor
32 1 Voorste rechter Bovenkap
33 2 Grote Stelvoet
34 2 Wiel
35 1 Lange as
36 2 Bus van de Staander
37 1 Accessoireshouder
38 1 Snelheidsensor/Draad
39 1 Klem van de snelheidsensor
40 1 Motor Controller
41 6 Kleine lager
42 8 Borgring van het vliegwiel
43 2 Magneet
44 2 Pedaalarm
45 1 Linker Verbindingsarm
46 1 Linker Been van het Bovendeel
47 1 Linker Arm van het Bovendeel
48 2 Pedaalveer
49 1 Rechter Pedaal
50 2 Voorste Onderkap
51 2 Rol van de Pedaalarm
52 2 Armroller van het Hellingplatform
53 1 Arm van het Hellingplatform
54 2 16mm Gegolfde Tussenring
55 4 Kap van de As
56 12 Bus van de Grote Arm
57 4 Grote lager
58 1 Schermondersteuning
59 1 Rechter Verbindingsarm
60 1 Rechter Been van het Bovendeel
61 1 Rechter Arm van het Bovendeel
62 1 Linker Greep
63 1 Linker Achterscherm
64 2 As van de Pedaalarmroller
65 1 Rechter Voorste Armkap
66 1 Rechter Achterste Armkap
67 1 Linker Voorste Armkap
68 1 Linker Achterste Armkap
69 1 Rechter Buitenste Beenkap
70 1 Linker Buitenste Beenkap
71 1 Rechter Achterscherm
72 1 Linker Binnenste Beenkap
73 1 Linker Voorscherm
74 1 Rechter Voorscherm
75 1 Kap van het Scherm
76 1 Middelste scherm
77 4 M8 x 92mm Bout
78 2 Sleutel
79 1 Kap van het Voorste
Bedieningspaneel
80 1 Kap van het Achterste
Bedieningspaneel
81 1 Kap van de Staander
82 18 M8 x 16mm Schroef
83 1 Rechter Binnenste Beenkap
84 2 M10 x 70mm Schroef
85 2 M5 x 16mm Schroef
86 2 M10 x 58mm Bout
87 4 M10 x 94mm Bout
88 1 Kleine Katrolas
89 1 Ruststandschroef
90 14 M6 Tussenring
91 22 M10 x 20mm Schroef
92 1 M10 x 56mm Bout
93 4 M4 x 12mm Flensschroef
94 3 M6 Slotmoer
95 8 M8 x 18mm Schroef
96 6 M8 x 43mm Bout
97 18 M8 x 22mm Tussenring
98 2 Borgring van de Hellingplatformrol
99 1 Borgring van de C-magneet
100 4 Bus van de kleine Arm
31
Page 32
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 39 M4 x 16mm Schroef
102 6 M8 Slotmoer
103 14 M6 x 16mm Schroef
104 1 Aan/uit-schakelaar
105 20 M10 Gespleten Tussenring
106 2 Schermmontagemodule
107 6 M4 x 12mm TZP-schroef
108 1 Rechter Sensordraad
109 2 M8 x 45mm Bout
110 1 Linker Sensordraad
111 1 Onderste Draad
112 5 M8 x 18mm Tussenring
113 1 Grote Aandrijfriem
114 1 Linker Polsgreep/Controller
115 1 Voorste linker Bovenkap
116 1 Rechter Polsgreep/Controller
117 1 Borstriem
118 1 Zender van de Hartslagmonitor
119 2 Medium As
120 1 Platformas
121 4 Bus van het Onderstel
122 11 M8 Moer
123 2 Pedaalknop
124 1 Beugel van de linker Pedaal
125 1 Linker Beugelkap
126 1 M3,5 x 12mm Schroef met platte
kop
127 2 Afstelmoer
128 1 M5 x 7mm Schroef
129 1 Weerstandbeugel
130 1 M5 Tussenring
131 1 Rechter Beugelkap
132 2 Pedalas
133 1 Rechter Pedaalbeugel
134 2 M10 x 25mm Tussenring
135 6 M10 Slotmoer
136 1 Kleine Stelvoet
137 1 Stroomsnoer
138 2 Borgring van de kleine Katrol
139 1 J-bout
140 2 Bus van de Hellingplatformarm
141 2 Klem van de Hellingplatformarm
142 1 M10 x 45mm Bout
143 1 M10 x 35mm Bout
144 2 M10 vierkante Moer
145 1 Voorste rechter Stabilisatorstang
146 1 Rechter Spoor
147 1 Rechter Hellingkap
148 4 M4 x 12mm Schroef
149 2 Korte As
150 1 Kleine Aandrijfriem
151 2 Pedaalknopschroef
152 1 Bovenste draad
153 4 M10 x 22mm Tussenring
154 2 Tussenstuk van de Veer
155 1 Stopcontact
156 4 Stand-off
157 1 Klem van het Draad
158 2 Doorvoerhuls
159 2 M4 x 25mm Schroef
160 2 Schermklem
161 2 M4 x 12,7mm Flensschroef
162 8 M8 Gespleten Tussenring
163 1 M6 x 23mm Tussenring
164 1 M6 x 35mm Schroef
165 2 M8 x 35mm Bout
* – Kussentje van het linker Spoor
* – Kussentje van het rechter Spoor
* – Kussentje van de
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
Page 33
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
107
107
111
115
146
34
109
16
40
10
5
144
94
95
6
156
156
31
50
162
141
5
107
20
158
135
93
121
34
94
145
105
143
140
140
5
24
121
25
5
43
5
26
92
97
82
18
27
23
95
121
126
128
130
127
99
105
11
94
42
43
109
91
142
155
1
129
95
50
91
84
5
137
121
87
153
89
113
120
161
165
39
22
5
136
122
150
101
42
122
135
30
15
112
20
38
158
153
164
33
101
144
85
30
163
112
138
2
5
122
101
78
86
33
91
91
105
139
9
157
32
52
101
52
3
97
107
104
98
135
107
24
147
19
17
162
5
5
53
98
82
78
86
85
87
42
11
122
41
33
41
28
122
162
58
122
112
88
77
8
9
77
138
77
Page 34
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
56
96
96
101
101
102
56
82
55
29
62
47
102
97
45
61
65
101
56
101
97
82
46
12
67
57
70
56
90
57
82
97
57
72
101
57
101
103
102
101
119
97
82
90
96
68
101
102
103
13
82
90
149
82
90
49
97
97
66
64
103
60
51
154
103
151
125
123
48
103
101
90
83
90
14
97
132
56
21
82
103
82
124
69
90
56
97
103
90
103
82
103
149
82
97
97
90
55
55
100
21
97
51
97
48
56
91
82
64
103
134
82
134
100
97
97
91
41
132
100
44
82
82
90
154
56
103
21
100
59
56
41
44
56
56
82
55
97
56
151
123
119
131
133
21
82
97
41
41
34
Page 35
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NTEVEL81212.1 R1212A
91
54
79
116
108
101
110
114
148
7
101
118
101
54
35
117
36
36
37
4
101
105
80
159
105
101
101
105
91
73
159
81
101
101
74
75
152
101
101
101
101
160
160
76
101
101
101
101
71
106
63
35
Page 36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.