De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de omslag van
deze handleiding en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Opmerking: de sticker(s)
worden niet op ware grootte weergegeven.
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: om het risico op ernstig letsel te verminderen, dient u alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen over
uw trainingsfiets te lezen voordat u uw trainingsfiet gaat gebruiken. ICON draagt geen verantwo-
rdelijkheid voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen die zijn ontstaat door of vanwege
o
gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
3. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de trainingsfiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingsfiets op een vlakke ondergrond met een matje onder de fiets om uw
vloer (bedekking) te beschermen. Zorg dat er
tenminste 0,6 meter ruimte is rond de trainingsfiets.
6. Controleer en draai alle delen regelmatig
aan. Vervang versleten onderdelen direct.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de fiets bekneld kunnen raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
9. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
minder dan 113 kg wegen worden gebruikt.
10. Houd tijdens het gebruik van de trainingsfiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
11. Met de trainingsfiets kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat
het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid
op een gecontroleerde manier.
12. Om het vliegwiel snel te stoppen drukt u de
remhendel omlaag.
13. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
3
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe
NordicTrack®GX2 SPORT-trainingsfiets. Fietsen is een
effectieve oefening voor het verbeteren van hart en
vaten, het opbouwen van uithoudingsvermogen en het
vormgeven aan het gehele lichaam. De GX2 SPORT
trainingsfiets biedt een reeks functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en
leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw eigen profijt aandachtig door voordat u de trainingsfiets gaat
Weerstandsknop
Remhendel
Zadel
Afstelknop
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact
opneemt, schrijf het productnummer en serienummer
even op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden
wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Handleuning
Afstelknop
Waterfleshouder
Pedaal/Beugel
Stelvoet
Wiel
Bijstelvoet
4
MONTAGE
De montage moet door twee mensen gebeuren. Plaats de trainingsfiets op een open plek en verwijder de
verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde hulpmiddelen, vereist de montage een Philips schroevendraaieren
een verstelbare moersleutel.
Opmerking: als een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is
gemonteerd.
1. Verwijder de twee aangegeven schroeven en de
transporthouder (niet afgebeeld) van de
achterkant van het Onderstel (1). Gooi de
schroeven, borgringen en de transporthouder
weg.
Neem de Achterste Stabilisator (7) zonder
wielen.
Draai dan de twee M10 Hexagonale Moeren
(49) meer dan twee Bijstelvoeten (16).
Volgende de Bijstelvoeten in de onderzijde van
de Achterste Stabilisator (7) aan.
Bevestig de Achterste Stabilisator (7) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 25mm Schroeven
(34) en twee M10 Tussenringen (33).
2. Verwijder de twee aangegeven schroeven, borgringen en de transporthouder (niet afgebeeld)
van de voorkant van het Onderstel (1). Gooi de
schroeven, borgringen en de transporthouder
weg.
1
34
33
33
1
7
49
16
49
16
2
Richt de Voorste Stabilisator (8) zo, dat de
Wielen (21) zijn geplaatst zoals is afgebeeld.
Bevestig de Voorste Stabilisator (8) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 25mm Schroeven
(34) en twee M10 Tussenringen (33).
34
33
1
8
21
21
5
3. Neem het Rechter Pedaal (35), aangegeven
door een “R” (L of Left geeft links aan; R of
Right geeft rechts aan).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
echter Pedaal (35) naar rechts goed vast in de
R
Rechter Crankarm (31).
Draai het Linker Pedaal (61) naar links in de
Linker Crankarm (niet getoond).
BELANGRIJK: draai beide Pedalen (35, 61)
zo stevig mogelijk vast. Draai de Pedalen
nog eens vast nadat u de trainingsfiets een
week gebruikt heeft.
3
1
3
61
35
4. Richt de Buis van de Armhendel (4) zoals
getoond.
Zoek de Afstelknop (23) aan de voorkant van
het Onderstel (1). Maak de Afstelknop los en
trek deze naar buiten. Steek de Buis van het
Armhendel (4) in het Onderstel.
Verplaats de Buis van de Armhendel (4) naar
boven of naar beneden in de gewenste positie
en laat de Afstelknop (23) los in een van de
afstelgaten van de Buis van de Armhendel en
draai de knop vast.
Beweeg de buis van de Armhendel (4) iets
naar boven of naar beneden om te controleren of de Afstelknop (23) stevig in een van
de afstelgaten van de buis van de
Armhendel vastzit.
4
4
1
23
5. Bevestig de Armhendel (5) aan de Buis van de
Armhendel (4) met twee M10 x 25mm
Schroeven (34) en twee M10 Tussenringen
(33).
5
34
5
33
4
6
6. Oriënteer de Buis van de Zadel (2) zoals
getoond.
oek de Afstelknop (23) aan de achterkant van
Z
het Onderstel (1). Maak de Afstelknop los en
rek deze naar buiten. Steek dan de Buis van
t
de Zadel (2) in het Onderstel.
Verplaats de Buis van de Zadel (2) naar boven
of naar beneden in de gewenste positie en laat
de Afstelknop (23) los in een van de afstelgaten
van de Buis van de Zadel en draii de Afstelknop
vast.
Beweeg de Buis van de Zadel (2) iets naar
boven of naar beneden om te controleren of
de Afstelknop (23) stevig in een van de
afstelgaten van de buis van de Zadel vastzit.
6
2
23
1
7. Oriënteer het Fietszitje (22) en de Drager van
de Zadel (3) zoals getoond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak het Zadel
(22) aan het Onderstel van het Zadel (3) vast
met twee M8 Hexagonale Moeren (66). Zorg
dat de neus van de Zadel recht naar voren is
gericht voordat u de Hexagonale Moeren
vastdraait.
Zoek de Afstelknop (23) op de Buis van de
Zadel (2). Maak de Afstelknop los en trek deze
naar beneden. Steek dan de Drager van de
Zadel (3) in de Buis van de Zadel.
Schuif de Drager van de Zadel (3) naar de
gewenste positie en laat de Afstelknop (23) dan
los in een van de afstelgaten van de Drager van
de Zadel en draai de Afstelknop.
Zorg ervoor dat de Afstelknop (23) goed
vastzit in een van de afstelgaten in de
Drager van de Zadel (3).
7
22
2
3
23
1
22
3
66
8. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Opmerking: het kan
zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer niet
te beschadigen.
7
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
Bekijk de onderdelen van de trainingsfiets regelmatig
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
eep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
z
houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
HOE HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Om de positie van
de zadel af te
stellen, draait u de
afstelknop van de
zadel eerst met een
paar slagen los en
duwt u het omlaag.
Beweeg de zadel
naar voren of naar
achteren in de
gewenste positie, laat de afstelknop in een van de
afstelgaten in de drager van de zadel los en draai de
afstelknop opnieuw vast. Zorg ervoor dat de
Afstelknop goed vastzit in het afstelgat.
DE BUIS VAN HET ZADEL AFSTELLEN
Voor een effectieve oefening moet de zadel op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om de hoogte van
de zadel af te
stellen, draait u de
afstelknop van de
zadel eerst met een
paar slagen los en
duwt u het naar
buiten. Beweeg de
zadel naar omhoog
of omlaag in de
gewenste positie, laat de afstelknop in een van de
afstelgaten in de buis van de zadel los en draai de
afstelknop opnieuw vast. Zorg ervoor dat de
Afstelknop goed vastzit in het afstelgat.
Zadel
Afstelknop
Afstelknop
Buis
van de
Zadel
DE BUIS VAN DE ARMHENDEL AFSTELLEN
Om de hoogte van
e buis van de
d
armhendel af te
tellen, draait u de
s
afstelknop eerst met
een paar slagen los
en duwt u het naar
buiten. Beweeg de
buis van de armhendel naar omhoog of
omlaag in de gewenste positie, laat de afstelknop in
een van de afstelgaten in de buis van de armhendel
los en draai de afstelknop opnieuw vast. Zorg ervoor
dat de Afstelknop goed vastzit in het afstelgat.
HOE DE PEDAALGESPEN BIJ TE STELLEN
Om de pedaalgespen (zie de tekening op pagina 4) af
te stellen moet u eerst de uiteinden van de pedaalgespen trekken. Om de pedaalgespen los te maken,
druk op de lipjes aan de zijkant van de pedalen en
stelt u de pedaalgespen in de gewenste positie af,
waarna u de lipjes loslaat.
HOE DE PEDAALWEERSTAND IN TE STELLEN
Om de weerstand
van de pedalen te
verhogen moet u de
weerstandsknop met
de klok mee draaien.
Om de weerstand te
verlagen moet u de
weerstandknop naar
links draaien. Om
het vliegwiel snel te
stoppen drukt u de remhendel omlaag. Het vliegwiel moet geheel stil gebracht worden.
HOE DE TRAININGSFIETS GOED VLAK TE
STELLEN
Indien de trainingsfiets enigszins schommelt op de
vloer tijdens gebruik, dient u één of beide bijstelvoeten
onder de voorste of achterste stabilisator te draaien
tot de speling weg is (zie de tekening op pagina 4).
Weerstands-
Rem-
hendel
Buis van de
Armhendel
Afstelknop
knop
8
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
et verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
V
WAARSCHUWING: voor-
at u begint met dit of een ander
d
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd
uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
9
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NTEVEX75010.0 R
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
0510A
1
21Buis van de Zadel
31Drager van de Zadel
41Buis van de Armhendel
51Armhendel
62M12 Dopmoer
71Achterste Stabilisator
81Voorste Stabilisator
91Remhendel
101Vilten Tussenstuk
111Weerstandsknop
121Linker Crankarm
137Tapschroef
141Rechterscherm
151Linkerscherm
164Bijstelvoet
172Huls van de Staander van de Zadel
184Stabilisatorkap
193Buiskap
201Deksel van het Scherm
212Wiel
221Fietszitje
233Afstelknop
241Remkap
251Onderstelkap
2626,5mm Plastic Tussenstuk
275T1 Moer
281Ketting
292Tussenring van de Houder
301Crankas
311Rechter Crankarm/Crankwiel
322Crankkap
336M10 Tussenring
346M10 x 25mm Schroef
351Rechter Pedaal/-Beugel
1Onderstel
61Vliegwiel
3
371Vliegwielas
382Vliegwielbeugel
391Huls
402M8 Slotmoer
412Remkussen
421Remklem
431Kleine knop Tussenring
442Lager van het Vliegwiel
452Cranklager
464Wiellager
471Vliegwieltand
482Borgring
494M10 Inbusmoer
503Wielboutset
511M6 x 40mm Bout
524M5 Tussenring
532Crankmoer
542M5 x 25mm Schroef
553M12 Dunne Inbusmoer
561M6 Flensmoer
572Spanmoer
581M10 Slotmoer
592M5 x 12mm Schroef
601Waterfleshouder
611Linker Pedaal/-Beugel
622M5 x 12mm Schroef
632Remkabel
641Caliperrem
652Remkussenmodule
662M8 Hexagonale Moer
671Bus van de Buis van de Armhendel
*–Montagehulpstuk
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
10
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NTEVEX75010.0 R
19
1
7
2
22
3
2
3
19
34
3
3
33
4
19
5
67
50
11
43
10
9
50
42
62
23
60
52
63
58
17
23
12
53
32
61
61
56
24
25
64
51
41
65
34
33
34
33
1
18
50
50
46
21
46
49
16
46
50
21
46
50
49
16
18
8
49
16
18
7
6
29
40
38
55
39
44
44
36
31
47
28
57
37
55
38
40
29
6
20
27
13
52
59
13
14
13
13
35
35
35
32
53
48
30
45
27
26
15
54
27
18
49
16
45
52
48
6
6
6
6
0510A
11
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE