NordicTrack NETL798110 Owner's Manual

Modelnr. NETL79811.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
252913
256837
Dutch
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................14
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschre­ven is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedek­king te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbus­sen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch ondersteunende kleding wordt aanbevolen voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 14). Geen enkel ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 m of korter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 23 als de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 16).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende versnellingen te voorkomen.
9. De loopband kan alleen door mensen die 136 kg of minder wegen worden gebruikt.
10. Laat nooit meer dan één persoon de loop­band gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren, waaronder bewegingen van de gebruiker, kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe­den. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
3
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de schakelaar in de uit-stand (zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de schakelaar en haal de stekker van de loopband uit het stop­contact wanneer deze niet wordt gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 22.) U moet op veilige wijze in staat zijn om de loopband (20 kg) te verplaatsen.
22. Bij het vouwen of verschuiven van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in een opening van de loopband.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. GEVAAR: trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonma­ken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het afstellen zoals staat beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce­dures in deze handleiding, dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
26. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de nieuwe NordicTrack® T7.2 loopband gekozen heeft. De T7.2 loopband biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden die ontwikkeld zijn om het oefenen thuis doeltreffender en prettiger te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Lengte: 185 cm Breedte: 91 cm Gewicht: 81 kg
Handleuning
Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Ruststandrol Afstelschroeven
Motorkap
Schakelaar
Wiel
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
10" Sterring
(11)–4
#8 x 3/4" Schroef
(6)–10
5/16" x 1" Schroef met
Platte Kop (10)–4
3/8" x 2 1/4" Bout (61)–1
#10 x 3/4" Schroef
5/16" Sterring (8)–2
(13)–4
5/16" x 1" Bout (7)–2
3/8" Sterring (5)–6
#8 x 1" Schroef (94)–4
3/8" x 2" Bout (12)–1
3/8" x 2 1/2" Bout (2)–2
3/8" Moer (3)–4
1/4" x 1" Schroef (9)–4
3/8" x 4" Schroef (4)–6
6
MONTAGE
• De montage moet door twee mensen gebeuren.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar bent met de montage.
• Er kan een vettige substantie op de buitenkant van de loopband zitten na verzending. Dit is normaal. Mocht er wat vettige substantie op de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap en wat niet-schurend reinigingsmiddel weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of “Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven met “R” of “Right.”
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Zoek de Draad van de Staander (70) dat gebun-
deld rond de voorkant van de Basis (80) en onder de Onderpan (68). Snij de plastic draad­band van de Draad van de Staander los. Steek de draad van de Staander in de Basis en trek het uit het aangegeven gat.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen, kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap nodig:
de meegeleverde inbusleutels
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
schaar
punttang
Om schade aan de onderdelen te vermijden, dient u nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
Druk een Basiskapje (77) in elke kant van het
Onderstel (80).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plas-
tic draadband van de Draad van de Staander (70) los. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander niet bekneld raakt.
80
Snijden
68
77
Gat
70
Bandje
Snijden
70
7
2. Zoek naar de Linker Staander (75). Laat een tweede persoon de Linker Staander naast de Basis (80) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (75) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (70) vast. Steek dan de Draad van de Staander in het onderste uiteinde van de Linker Staander terwijl u het andere uiteinde van het binddraad door de Linker Staander trekt.
2
70
Bind-
draad
75
80
75
Bind-
draad
70
3. Houd de Linker Staander (75) tegen de Basis (80) vast. Zorg dat u de bedrading niet beklemt. Draai nog eens twee 3/8" x 4" Schroeven (4) gedeeltelijk met twee 3/8" Sterringen (5) in de Linker Staander en de Basis;
draai de Schroeven nog niet volledig vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
3
75
5
4
Draden
80
8
4. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het Basis (73, 74). Schuif de Linker en Rechter kapjes van de Basis op de Linker en Rechter Staanders (75,
76) zoals afgebeeld.
Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het
Standeer (99, 93). Schuif de Linker en Rechter Kapjes van de Staander op de Linker en Rechter Staanders (75, 76) zoals afgebeeld.
4
93
99
76
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (70).
5. Zoek naar de Linker Handleuning (71). Verwijder de draadband uit de 5/16" Kooibeugel (90). Indien nodig drukt u de Kooibeugel terug op zijn plaats.
Houd de Linker Handleuning (71) bij de Linker
Staander (75) vast. Bind de binddraad in de Linker Handleuning stevig vast rond het uiteinde van de Draad van de Staander (70). Trek de Draad van de Staander er dan uit door de beu­gel aan de onderkant van de Linker Handleuning en uit het uiteinde van de Handleuning.
75
73
5
Bind-
draad
70
80
70
Binddraad
90
7
8
74
10
71
Beugel
Maak de Linker Handleuning (71) aan de Linker
Staander (75) vast met een 5/16" x 1" Bout (7), een 5/16" Sterring (8), en twee 5/16" x 1" Schroeven met Platte Kop (10) zoals afgebeeld.
Draai de Bout en de Schroeven met Platte Kop aan, maar nog niet helemaal vast.
75
9
6. Verwijder de draadband uit de 5/16" Kooibeugel (90). Indien nodig drukt u de Kooibeugel terug op zijn plaats.
6
Maak de Rechter Handleuning (72) aan de
Rechter Staander (76) vast met een 5/16" x 1" Bout (7), een 5/16" Sterring (8), en twee 5/16" x 1" Schroeven met Platte Kop (10) zoals afge­beeld. Draai de Bout en de Schroeven met
Platte Kop aan, maar nog niet helemaal vast.
7. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (83) naar beneden gericht op een zacht ondervlak om krassen op de Basis van het Bedieningspaneel te voorkomen.
Verwijder de twee schroeven (C) uit de
Hartslagdwarsstang (31). Verwijder de Hartslagdwarsstang. Gooi de Schroeven weg.
90
7
8
10
4
7
C
72
76
83
C
31
10
8. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed­schap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (13) niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (31) niet te beschadigen.
Draai de Hartslagdwarsstang (31) zoals afge-
beeld. Draai een #10 x 3/4" Schroef (13) vast met een #10 Sterring (11) in elk uiteinde van de Hartslagdwarsstang en elk van de Handleuningen (71, 72). Draai dan een andere #10 x 3/4" Schroef en een #10 Sterring in elk uiteinde van de Hartslagdwarsstang. Draai alle
vier de schroeven en draai ze vast.
Steek het Onderstel van het Bedieningspaneel
(87) in de Handleuningen (71, 72). Maak het Onderstel van het Bedieningspaneel vast met vier 1/4" x 1" Schroeven (9). Draai alle vier de schroeven en draai ze vast. Zorg ervoor dat de Draad van de Staander (70) niet bekneld raakt.
8
70
87
9
31
13
11
9
71
13
11
72
9. Draai de twee 5/16" x 1" Bouten (7) en de vier 5/16" x 1" Schroeven met Platte Kop (10) (alleen één kant wordt getoond) goed vast.
Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Linker Handleuning (71) en de Rechter Handleuning (niet getoond) vast.
Sluit de aardingsdraad van het bedienings-
paneel aan op de Aardingsdraad van het Bedieningspaneel (89).
Verbind de Draad van de Staander (70) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden mak­kelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u een
van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE VERBINDINGS-
STUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET.
Verwijder het binddraad uit de Draad van de Staander.
9
Aardingsdraad
89
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
70
71
Bedienings-
paneelmodule
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
70
7
10
Bind­draad
11
10. Zet het bedieningspaneel op de Linker en Rechter Handleuningen (71, 72). Zorg ervoor dat de draden niet gekneld raken. Steek het overmatige Draad van de Staander (niet afgebeeld) in de Linker handleuning en de aardingsdraden (niet afgebeeld) in het Bedieningspaneel.
10
Bedieningspaneelmodule
Maak het bedieningspaneel aan de
Hartslagdwarsstang (31) vast met zes #8 x 3/4" Schroeven (6). Draai alle zes de schroeven en
draai ze vast.
Maak de twee Klemmen van het
Bedieningspaneel (96) aan het Bedieningspaneel vast met vier #8 x 1" Schroeven (94).
11. Houd de Kap van de Rechter Staander (93) tegen het bedieningspaneel vast. Stel de gaten in de Rechter Staanderkap gelijk met de gaten in de Rechter Staander (76). Maak de Rechter Staanderkap vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (6).
Maak de Linker Staanderkap (99) op dezelfde
manier aan de Linker Staander (75) vast.
Zie stap 3. Draai dan alle zes de 3/8" x 4"
Schroeven (4) vast.
11
72
93
96
94
31
6
6
Bedieningspaneelmodule
6
71
6
99
12. Druk, mocht het nodig zijn, het Linker Lade (97) en het Rechter Lade (98) in het bedieningspaneel.
6
76
12
Bedieningspaneel-
module
6
75
97
98
12
13. Breng daarna het Onderstel (49) omhoog, tot de positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (80) met een 3/8" x 2 1/4" Bout (61) en een 3/8" Moer (3).
13
3
49
12
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Onderstel (49) met een 3/8" x 2" Bout (12) en een 3/8" Moer (3).
Breng het Onderstel (49) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 22).
14. Maak een Wiel (81) vast aan de Basis (80) met een 3/8" x 2 1/2" Bout (2), en een 3/8" Moer (3).
Draai de Moer niet te vast. Het Wiel moet vrij kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (81) op dezelfde manier
aan de andere kant van de Basis (80) vast.
51
Vergrendelknop
Grote loop
61
80
3
14
Breng het Onderstel (niet afgebeeld) omlaag (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 22).
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop- bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de inbussleutel goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 24 en 25).
2
3
81
80
3
2
81
13
UK
UK
DU GR RU HU
AUS
TYPE F
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspa­neel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een indrukwekkende keuze uit functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken.
U kunt wanneer de handmatige instelling is geselec­teerd de snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefe­ning zal het bedieningspaneel directe feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door de handgreep met hartslagmonitor te gebruiken.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel twintig vooran­gestelde oefeningen—tien oefeningen om snel calorieën te kunnen verbranden en tien sneltijd oefeningen. Elke oefening regelt automatisch de snelheid en de helling van de loopband wanneer het u door een effectieve oe­feningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten kan worden door middel van een optionele iFit module. U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen down­loaden, uw eigen oefeningen samenstellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere iFit-hardlopers
racen en vele andere keuzes raadplegen. Voor aan-
koop van de iFit-module gaat u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt terwijl u oefent naar uw favoriete workoutmuziek of audioboeken luisteren op de premium geluidsinstal­lation van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 16. Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op pagina 16. Voor gebruik van een het stereogeluid­systeem kijkt u op pagina 18. Voor gebruik van een vooraf ingstelde oefening, kijkt u op pagina 19. Voor gebruik van een iFit oefening, kijkt u op pagina 20. Voor gebruik van de onderhoudsmodus kijkt u op
pagina 21.
BELANGRIJK: als er een laagje plastic op het bedie­ningspaneel ligt, moet u dat verwijderen. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor­komen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 25).
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Raadpleeg DE INFORMATIE-MODUS op pagina 21 om te zien welke meeteenheid gekozen is. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar kilometers.
15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische compo­nenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in het stopcontact (zie pagina
14). Zoek vervolgens naar de schakelaar op het onder­stel van de loopband bij het stroomsnoer. Zorg dat de schakelaar in de reset stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de displays oplichten als het stroomsnoer wordt inge­stoken en de schakelaar in de resetstand is gezet, gaat de demostand aan. Om de demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op pagina 21 om de demostand uit te schakelen wan­neer de displays blijven branden.
Ga op de voetleuning van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de sleutel vastzit en schuif de clip aan de taille­band van uw kleding. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsitu-
atie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stil­stand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij. Aandacht: de helling zal, wan-
ner u voor het eerst de sleutel in het bedieningspaneel steekt, automatisch in de maximuminstelling worden ingesteld om dat naar de minimuminstelling terug te keren.
Resetten
Sleutel
Clip
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige
modus geselecteerd. Als u een vooraf ingestelde oefening hebt gekozen, trek dan de sleutel uit en steek het opnieuw weer in.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de toets Start,
Speed (Snelheid) of een van de genummerde Quick Speed (Snel) toetsen.
Als de toets Start of Speed wordt ingedrukt dan
zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u. U kunt tijdens de oefening de snelheid van de loopband naar wens veran­deren door te drukken op de toetsen Snelheid verhogen en verlagen. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u. Aandacht: na het drukken op de toetsen kan het even duren voordat de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de Quick Speed snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop­band opnieuw te starten, drukt u op de toets Start of op de toets Speed (snelheidstoename).
16
4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te verande-
ren, op de toets Incline (helling) verhogen/verlagen of op een van de genummerde Quick Incline (Snelhelling) toetsen. Elke keer als u op een van de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk verande­ren tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
• Deverstrekentijd
• Deafstanddieuhebtgewandeldofhardgelopen
• Deintensiteitsbalkvandeoefening
• Hetgeschatteaantalcalorieëndatuheeft
verbrand
Het My Trail (mijn route)-tabblad zal een route van
400 m (1/4 mijl) aangeven. De knipperende recht­hoek geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My Trail-tabblad zal het aantal rondjes aange­ven dat u voltooit.
Het tabblad Calorie zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De hoogte van ieder segment geeft het aantal ver­brande calorieën aan dat tijdens dat segment verbrand is. Aandacht: wanneer u het calorietab­blad gebruikt, toont de calorieweergave het geschatte aantal verbrande calorieën per uur.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw oefening aangeven.
• Dehellingstandvandeloopband
• Hetaantalverticaalgeklommenmeters
• Desnelheidvandeloopband
• Uwhartslag(ziestap6oppagina18)
• Dematrix
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toets verhogen en verlagen naast de Enter­toets totdat het gewenste tabblad wordt weergegeven.
HettabbladIncline(Helling)zaleenproelvande
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut verschijnen.
HettabbladSpeed(Snelheid)zaleenproel
van de snelheidsinstellingen van de oefening aangeven.
Druk op de thuis toets om naar het standaard-
menu terug te keren (raadpleeg de INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 21 om het standaard­menu te bepalen). Druk, indien nodig, nogmaals op de thuis toets.
Het symbool “draadloos”
aan de bovenkant van de display zal, wan­neer de iFit Live module aangesloten is, de ster­kte van het draadloos signaal aangeven. Vier staafjes geeft volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer in.
17
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep hart­slagmonitor ge­bruikt, verwijdert u, indien nodig het plastic laagje van de metalen contactpunten. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op het loopvlak
staan en houdt u de metalen contactpunten op de handleuningen ongeveer tien seconden vast – be- weeg uw handen niet. Het hartsymbooltje in het calorieënscherm zal met elke hartslag knipperen, een of twee streepjes zullen verschijnen en uw hartslag wordt aangegeven. Voor de meest nauw-
keurige hartslagwaarde, dient u de contactpun­ten gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de Stop-toets
en stel de hellingstand van de loopband in de laagste positie. De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wan­neer u de loopband wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Contactpunten
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de schakelaar in de off (uit)­stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortij­dig slijten.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de stere­oluidsprekers van het bedieningspaneel, moet u uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio­speler op het bedieningspaneel aansluiten via de MP3-aansluiting.
Voor gebruik van de MP3-aansluiting, steekt u de audiokabel in de MP3-aansluiting. Steek dan de audio­kabel in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg dat het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets Afspelen op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-speler. Pas het volume aan op uw persoonlijke audio-speler, of druk op de toetsen volume verhogen en verlagen op het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak in plaats van op het bedienings­paneel.
18
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
instelling voor het volgende segment geprogram­meerd is, automatisch de nieuwe snelheids- en/of hellingsinstelling instellen.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 16.
2. Kies een ingestelde oefening.
Ofkieseenvoorangesteldeoefeningendrukop
een van de toetsen van de Quick Calorie Burn Workout om (Snel Calorieën te Verbranden) of op een van de Quick Timed Workouts (Sneltijd Oefening) toetsen.
As u een toesteloefening selecteert, zal de display
de naam, de totale tijd, de afstand, de maximale hellinginstelling en de maximale snelheidsinstelling van de oefening weergeven. Bovendien zal er een proelvandesnelheidsinstellingenvandeoefe­ning op het scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorieënoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal calorieën dat u zult verbranden in de naam van de oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Speed
(Snelheidstoename) om met de oefening te begin­nen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefe­ning. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is
één hellinginstelling en één tempo-instelling gepro­grammeerd voor elk segment. Aandacht: dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro­grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening wordt uw
proelopde
snelheid en de helling keuze aange­geven zodat u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk
vanhetproelstelthethuidigeoefeningsegment
voor. De hoogte van het knipperende segment geeft de weerstandsinstellingen van het huidige segment aan. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en begint het volgende
segmentvanhetproelteknipperen.Deloopband
zal, als er een andere snelheids- en/of hellings-
Huidig segment
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelknippertindedisplayen
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra­gen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening verbranden zult. Het feite­lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van verschillende factoren zoals uw gewicht. Daarnaast heeft een handmatige wijziging van de snelheid of de helling van de loopband tij­dens de oefening effect op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te druk­ken op de toetsen Speed (Snelheid) en Incline (Helling), als het volgende segment van de oefe-
ning begint, dan zal de loopband zich automa­tisch aanpassen aan de snelheid en hellingin­stellingen voor het volgende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knippe­ren. Druk op de toets Start of op Speed om de oe-Speed om de oe- om de oe­fening te hervatten. De loopband zal met een snel­heid van 2 km/u beginnen te draaien. Echter, als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17. De display toont de reste-
rende tijd in de oefening weergeven in plaats van de verlopen tijd.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 18.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 18.
19
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT OEFENING
Aandacht: voor gebruik van een iFit oefening heeft u een optionele iFit module nodig. Voor het aanschaf-
fen van een iFit module gaat u naar www.it.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. U dient toegang te hebben
tot een computer met een internetverbinding en een USB-poort. Daarnaast dient u ook toegang te heb­ben tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.com­lidmaatschap is ook vereist.
Aandacht: u moet, voordat oefeningen worden ge-
download, ze aan uw lijst toevoegen op iFit.com.
Voor meer informatie over de iFit oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit -oefening kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u zult wandelen of lopen, en het bij benadering aantal calorieën dat u zult verbranden aangeven. De dis­play kan ook de naam van de workout aangeven. De display zal, als u een competitie oefening kiest, aftellen totdat de race begint.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 16.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
To insert the iFit module, see the instructions inclu-
ded with the iFit module.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender in de iFit module minstens 20 cm afstand te hebben van alle personen en mogen ze niet vlakbij of aangesloten zijn op een andere antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
If more than one user is registered, you can switch
users in the iFit main screen. Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de Enter-toets om een gebruiker te kiezen
.
4. Kies een iFit -oefening.
Aandacht: elke iFit -toets kan ook twee demo-oefe-
ningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen te ge­bruiken, haalt u de iFit module van het bedienings­paneel af en drukt u op een van de iFit toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 19.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van een
persoonlijke trainer u begeleiden.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knip­peren. Druk op de toets Start of op Speed increase b om de oefening te hervatten. De loopband begint
langzaamtebewegenthespeedsettingfortherst
segment of the workout. Echter, als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17.
Tof selecteer een iFit oefening door op een van de
iFit toetsen te drukken. U moet, voordat oefeningen worden gedownload, ze aan uw lijst op www.iFit.com toevoegen.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart), Train, Video of Lose Weight (Afvallen) om de volgende oefening van dat type in uw schema te downloaden. Druk op de toets Compete (Competitie) om aan een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema op-
nieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track (Route). Gebruik de toetsen verhogen en verlagen om de gewenste oefening te selecteren. Druk op de Entertoets om de oefening te laten beginnen.
Het tabblad Compete (Competitie), zal tijdens een
competitie-oefening, uw vordering tijdens de race aangeven. De bovenste lijn van het scherm zal laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft tijdens de race. De andere lijnen zullen uw top vier concurrenten aangeven. Het einde van het scherm geeft het einde van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 18.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 18.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit modus.
20
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug­plaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld:
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm verschijnen wanneer de demostand aan is. Om de demostand aan of uit te zetten, kunt u op de Enter-toets drukken.
CONTRAST LVL—Druk op de toetsen Incline (hel-
ling) verhogen en verlagen om het contrastniveau van de display aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het
volgende scherm selecteren:
De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit module wordt aangesloten, toont de display de woorden WIFI MODULE. De display zal, als een USB-module aangesloten is, de woorden USB/ SD MODULE aangeven. Als er geen module is aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen weergeven. Druk op de toets verlagen naast de Enter-toets om elk van de volgende schermen te selecteren:
UNITS—Druk op de Enter-toets om de meet-
eenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO—Het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demostand is aangezet, kunt u het bedienings­paneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het
TRAINER VOICE (Trainerstem)—Druk op de
Enter-toets om de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te zetten.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
DEFAULT MENU (standaard menu)—Het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets om het handmatige hoofdscherm of de iFit-scherm als standaardmenu te kiezen.
CHECK WIFI STATUS—Druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het onderste scherm toont het softwareversienummer, de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het IP-adres van de module, het aantal geregistreerde gebruikers en hun namen, de resultaten van de DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/
ontvangen)—Druk om oefeningen, de oefe­ninglogboeken en de updates te verzenden en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het pro­ces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE (overdrachten uitgevoerd) op het scherm verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loopband opbergt om schade aan de loopband te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kun­nen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschre­ven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men­sen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een wiel.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendelknop
Leg een matje onder de loopband om uw vloer-
bedekking te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van de loopband vast met uw rechterhand zoals afge­beeld. Trek de Vergrendelknop naar links en houd deze vast. BELANGRIJK: draai de vergrendel- knop niet. Druk, indien nodig het onderstel iets naar voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder- stel stevig met beide handen vast en laat zakken op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen worden opgelost. Vind het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten
in een geaard stopcontact (zie pagina 14 ). Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de scha­kelaar weer in.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspa­neel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel ver­wijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIE­MODUS op pagina 21 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Plaats de loopband in de opbergpositie (raadpleeg DE LOOPBAND INKLAPPEN op pagina 22).
Verwijder vervolgens de twee aangegeven #8 x
3/4" Schroeven (6).
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
Resetten
a
6
Laat de loopband zakken (zie DE LOOPBAND
OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina
22). Verwijder de drie aangegeven #8 x 3/4" Schroeven (6). Schuif dan voorzichtig de Motorkap (57) eraf.
57
6
6
6
23
Zoek de Snelheidssensor (95) en de Magneet
(44) aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (19)
indien nodig los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes en maak de Schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop­band in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
Voorkant
Weergave
43
44
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid) verho-
gen in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel en laat de toetsen Stop en Speed verhogen dan los. Druk op de toets Stop en druk dan op de toets Incline (helling) verhogen of verlagen. De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsni­veau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw geka­libreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de toets Incline vergroten of verkleinen. Als de helling is gekali­breerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
19
95
3 mm
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan­deld. BELANGRIJK: behandel de band of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander middel tenzij dit is opgegeven door een bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en leiden tot over­matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 meter of korter.
24
SYMPTOOM: de loopband is niet gecentreerd tussen de voetleuningen. BELANGRIJK: als de loopband tegen de voetleuningen schuurt, dan kan de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker schroef van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker schroef van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
a
Voetleuningen
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op gelo­pen wordt
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
26
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 10 #8 x 1/2" Aardingsschroef 2 2 3/8" x 2 1/2" Bout 3 4 3/8" Moer 4 6 3/8" x 4" Schroef 5 6 3/8" Sterring 6 36 #8 x 3/4" Schroef 7 2 5/16" x 1" Bout 8 2 5/16" Sterring 9 4 1/4" x 1" Schroef 10 4 5/16" x 1" Schroef met Platte Kop 11 4 10" Sterring 12 1 3/8" x 2" Bout 13 4 #10 x 3/4" Schroef 14 2 1/4" x 2 1/2" Schroef 15 2 3/8" x 1 3/8" Bout 16 2 1/2" x 2 1/4" Bout 17 2 1/2" Moer 18 3 Kapklem 19 21 #8 x 3/4" Schroef met Trusskop 20 2 3/8" x 1 1/2" Bout 21 4 3/8" Slotmoer 22 2 Inzetstuk van de Hellingmotor 23 2 1/4" x 3/8" Schroef 24 4 Schroef van Loopband Geleider 25 2 5/16" x 1 1/4" Bout 26 2 5/16" Flensmoer 27 2 5/16" x 1 3/4" Bout 28 2 5/16" Tussenring 29 2 5/16" Moer 30 1 1/4" Tussenring 31 1 Hartslagdwarsstang 32 1 1/4" x 1 3/4" Schroef 33 8 #8 x 1" Tekschroef 34 5 #8 Sterring 35 1 Filter 36 4 Kussen van het Oppervlak 37 1 Linker Voetleuning 38 1 Waarschuwingssticker van de
Vergrendeling 39 1 Loopoppervlak 40 1 Loopband 41 2 Loopband Geleider 42 2 Rubber Tussenstuk 43 1 Aandrijfrol/Katrol 44 1 Magneet 45 1 Klem van de Snelheidsensor 46 1 Riem van de Aandrijfmotor 47 1 Aandrijfmotor 48 2 Tussenstuk van het Onderstel 49 1 Onderstel 50 1 Rechter Voetleuning 51 1 Opbergvergrendeling 52 1 Rechter Achtervoet
53 1 Linker Achtervoet 54 6 #8 x 1/2" Schroef 55 1 Filterbeugel 56 1 Ruststandrol 57 1 Motorkap 58 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel 59 1 Hellingonderstel 60 1 Hellingmotor 61 1 3/8" x 2 1/4" Bout 62 1 Controller 63 3 Binddraad 64 1 Plaat van de Onderpan 65 1 Schakelaar 66 1 Stroomsnoer 67 1 Doorvoerhuls 68 1 Onderpan 69 2 Kap van de Staander 70 1 Draad van de Staander 71 1 Linker Handleuning 72 1 Rechter Handleuning 73 1 Kap van de Linkerbasis 74 1 Kap van de Rechterbasis 75 1 Linker Staander 76 1 Rechter Staander 77 4 Kap van de Basis 78 2 Waarschuwingssticker 79 4 Kussen van de Basis 80 1 Basis 81 2 Wiel 82 1 Sleutel/Klem 83 1 Basis van het Bedieningspaneel 84 1 Modulebehuizing 85 2 Motorbus 86 1 Bedieningspaneel 87 1 Onderstel van het Bedieningspaneel 88 1 Toegangsdeur 89 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel 90 2 5/16" Kooibeugel 91 2 Binddraad van het Bedieningspaneel 92 1 Motorisolator 93 1 Kap van de Rechter Staander 94 4 #8 x 1" Schroef 95 1 Snelheidsensor 96 2 Klem van het Bedieningspaneel 97 1 Linkerlade 98 1 Rechterlade 99 1 Kap van de Linker Staander 100 2 Inzetstuk van het Basiskussen 101 1 Aardingsbeugel 102 1 Contactpunt 103 1 Engels Stroomsnoer * – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
27
GEDETAILLEERDE TEKENING A
34
1
16
1
49
32
47
35
55
48
30
27
42
28
29
19
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
61
3
41
46
19
45
1
95
16
44
48
27
37
42
28
92
29
85
43
19
41
23
24
19
19
36
40
19
36
24
19
25
50
19
19
19
19
51
12
3
26
19
19
36
19
36
38
19
19
28
25
39
19
14
52
19
56
26
53
19
14
GEDETAILLEERDE TEKENING B
58
21
59
57
21
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
6
6
6
1
34
58
18
62
63
6
64
17
20
21
17
60
20
22
34
6
6
21
1
18
6
101
18
102
65
6
6
103
68
6
6
6
6
66
29
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
69
70
71
9
90
99
6
7
8
10
75
69
72
13
11
31
6
6
1
6
9
6
90
89
13
11
6
6
6
93
7
8
77
10
4
15
5
73
78
1
67
2
33
81
3
79
33
80
81
3
79
100
77
78
33
76
15
74
77
5
4
79
100
5
77
79
33
2
4
30
GEDETAILLEERDE TEKENING D
82
91
54
87
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
86
84
54
54
96
97
83
88
6
6
6
6
6
6
94
6
96
94
6
98
31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 331863 R0812A Gedrukt in China © 2012 ICON IP, Inc.
Loading...