De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 14). Geen enkel ander
apparaat moet zich op dezelfde groep
bevinden.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2)
snoer van 1,5 m of korter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de
elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de
loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 23 als
de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test de procedure voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT
AAN TE ZETTEN op pagina 16).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
9. De loopband kan alleen door mensen die 136
kg of minder wegen worden gebruikt.
10. Laat nooit meer dan één persoon de loopband gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die
19. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
uw oefeningen.
3
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de
schakelaar in de uit-stand (zie de tekening op
pagina 5 voor de locatie van de schakelaar en
haal de stekker van de loopband uit het stopcontact wanneer deze niet wordt gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
pagina 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op pagina 22.) U moet op
veilige wijze in staat zijn om de loopband (20
kg) te verplaatsen.
22. Bij het vouwen of verschuiven van de
loopband dient u erop te letten dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in
de opslagstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. GEVAAR: trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van
onderhoud en voor het afstellen zoals staat
beschreven in deze handleiding. Verwijder
nooit de motorkap tenzij een technicus dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
26. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de nieuwe NordicTrack® T7.2 loopband
gekozen heeft. De T7.2 loopband biedt een reeks
indrukwekkende mogelijkheden die ontwikkeld zijn om
het oefenen thuis doeltreffender en prettiger te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Lengte: 185 cm
Breedte: 91 cm
Gewicht: 81 kg
Handleuning
Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Ruststandrol
Afstelschroeven
Motorkap
Schakelaar
Wiel
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
10" Sterring
(11)–4
#8 x 3/4" Schroef
(6)–10
5/16" x 1" Schroef met
Platte Kop (10)–4
3/8" x 2 1/4" Bout (61)–1
#10 x 3/4" Schroef
5/16" Sterring (8)–2
(13)–4
5/16" x 1" Bout (7)–2
3/8" Sterring (5)–6
#8 x 1" Schroef (94)–4
3/8" x 2" Bout (12)–1
3/8" x 2 1/2" Bout (2)–2
3/8" Moer (3)–4
1/4" x 1" Schroef (9)–4
3/8" x 4" Schroef (4)–6
6
MONTAGE
• De montage moet door twee mensen gebeuren.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
• Er kan een vettige substantie op de buitenkant
van de loopband zitten na verzending. Dit is
normaal. Mocht er wat vettige substantie op de
loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte
lap en wat niet-schurend reinigingsmiddel weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Zoek de Draad van de Staander (70) dat gebun-
deld rond de voorkant van de Basis (80) en
onder de Onderpan (68). Snij de plastic draadband van de Draad van de Staander los. Steek
de draad van de Staander in de Basis en trek
het uit het aangegeven gat.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbusleutels
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
schaar
punttang
Om schade aan de onderdelen te vermijden, dient
u nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1
Druk een Basiskapje (77) in elke kant van het
Onderstel (80).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plas-
tic draadband van de Draad van de Staander
(70) los. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander niet bekneld raakt.
80
Snijden
68
77
Gat
70
Bandje
Snijden
70
7
2. Zoek naar de Linker Staander (75). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis (80) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (75) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (70)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Linker Staander terwijl
u het andere uiteinde van het binddraad door de
Linker Staander trekt.
2
70
Bind-
draad
75
80
75
Bind-
draad
70
3. Houd de Linker Staander (75) tegen de
Basis (80) vast. Zorg dat u de bedrading niet beklemt. Draai nog eens twee 3/8" x
4" Schroeven (4) gedeeltelijk met twee 3/8"
Sterringen (5) in de Linker Staander en de Basis;
draai de Schroeven nog niet volledig vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
3
75
5
4
Draden
80
8
4. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het Basis
(73, 74). Schuif de Linker en Rechter kapjes van
de Basis op de Linker en Rechter Staanders (75,
76) zoals afgebeeld.
Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het
Standeer (99, 93). Schuif de Linker en Rechter
Kapjes van de Staander op de Linker en Rechter
Staanders (75, 76) zoals afgebeeld.
4
93
99
76
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (70).
5. Zoek naar de Linker Handleuning (71). Verwijder
de draadband uit de 5/16" Kooibeugel (90).
Indien nodig drukt u de Kooibeugel terug op zijn
plaats.
Houd de Linker Handleuning (71) bij de Linker
Staander (75) vast. Bind de binddraad in de
Linker Handleuning stevig vast rond het uiteinde
van de Draad van de Staander (70). Trek de
Draad van de Staander er dan uit door de beugel aan de onderkant van de Linker Handleuning
en uit het uiteinde van de Handleuning.
75
73
5
Bind-
draad
70
80
70
Binddraad
90
7
8
74
10
71
Beugel
Maak de Linker Handleuning (71) aan de Linker
Staander (75) vast met een 5/16" x 1" Bout
(7), een 5/16" Sterring (8), en twee 5/16" x 1"
Schroeven met Platte Kop (10) zoals afgebeeld.
Draai de Bout en de Schroeven met Platte
Kop aan, maar nog niet helemaal vast.
75
9
6. Verwijder de draadband uit de 5/16" Kooibeugel
(90). Indien nodig drukt u de Kooibeugel terug
op zijn plaats.
6
Maak de Rechter Handleuning (72) aan de
Rechter Staander (76) vast met een 5/16" x 1"
Bout (7), een 5/16" Sterring (8), en twee 5/16" x
1" Schroeven met Platte Kop (10) zoals afgebeeld. Draai de Bout en de Schroeven met
Platte Kop aan, maar nog niet helemaal vast.
7. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (83)
naar beneden gericht op een zacht ondervlak om
krassen op de Basis van het Bedieningspaneel
te voorkomen.
Verwijder de twee schroeven (C) uit de
Hartslagdwarsstang (31). Verwijder de
Hartslagdwarsstang. Gooi de Schroeven weg.
90
7
8
10
4
7
C
72
76
83
C
31
10
8. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereedschap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (13)
niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (31)
niet te beschadigen.
Draai de Hartslagdwarsstang (31) zoals afge-
beeld. Draai een #10 x 3/4" Schroef (13)
vast met een #10 Sterring (11) in elk uiteinde
van de Hartslagdwarsstang en elk van de
Handleuningen (71, 72). Draai dan een andere
#10 x 3/4" Schroef en een #10 Sterring in elk
uiteinde van de Hartslagdwarsstang. Draai alle
vier de schroeven en draai ze vast.
Steek het Onderstel van het Bedieningspaneel
(87) in de Handleuningen (71, 72). Maak het
Onderstel van het Bedieningspaneel vast met
vier 1/4" x 1" Schroeven (9). Draai alle vier de schroeven en draai ze vast. Zorg ervoor dat de
Draad van de Staander (70) niet bekneld raakt.
8
70
87
9
31
13
11
9
71
13
11
72
9. Draai de twee 5/16" x 1" Bouten (7) en de vier
5/16" x 1" Schroeven met Platte Kop (10) (alleen
één kant wordt getoond) goed vast.
Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Linker Handleuning (71)
en de Rechter Handleuning (niet getoond) vast.
Sluit de aardingsdraad van het bedienings-
paneel aan op de Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel (89).
Verbind de Draad van de Staander (70) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats
moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u een
van de verbindingsstukken te draaien en het nog
eens te proberen. ALS U DE VERBINDINGS-
STUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET
BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN
ALS DE STROOM WORDT AANGEZET.
Verwijder het binddraad uit de Draad van de
Staander.
9
Aardingsdraad
89
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
70
71
Bedienings-
paneelmodule
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
70
7
10
Binddraad
11
10. Zet het bedieningspaneel op de Linker en
Rechter Handleuningen (71, 72). Zorg ervoor dat de draden niet gekneld raken. Steek
het overmatige Draad van de Staander (niet
afgebeeld) in de Linker handleuning en
de aardingsdraden (niet afgebeeld) in het
Bedieningspaneel.
10
Bedieningspaneelmodule
Maak het bedieningspaneel aan de
Hartslagdwarsstang (31) vast met zes #8 x 3/4"
Schroeven (6). Draai alle zes de schroeven en
draai ze vast.
Maak de twee Klemmen van het
Bedieningspaneel (96) aan het
Bedieningspaneel vast met vier #8 x 1"
Schroeven (94).
11. Houd de Kap van de Rechter Staander (93)
tegen het bedieningspaneel vast. Stel de gaten
in de Rechter Staanderkap gelijk met de gaten
in de Rechter Staander (76). Maak de Rechter
Staanderkap vast met twee #8 x 3/4" Schroeven
(6).
Maak de Linker Staanderkap (99) op dezelfde
manier aan de Linker Staander (75) vast.
Zie stap 3. Draai dan alle zes de 3/8" x 4"
Schroeven (4) vast.
11
72
93
96
94
31
6
6
Bedieningspaneelmodule
6
71
6
99
12. Druk, mocht het nodig zijn, het Linker
Lade (97) en het Rechter Lade (98) in het
bedieningspaneel.
6
76
12
Bedieningspaneel-
module
6
75
97
98
12
13. Breng daarna het Onderstel (49) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (80) met
een 3/8" x 2 1/4" Bout (61) en een 3/8" Moer (3).
13
3
49
12
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Onderstel (49)
met een 3/8" x 2" Bout (12) en een 3/8" Moer (3).
Breng het Onderstel (49) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op pagina 22).
14. Maak een Wiel (81) vast aan de Basis (80) met
een 3/8" x 2 1/2" Bout (2), en een 3/8" Moer (3).
Draai de Moer niet te vast. Het Wiel moet vrij
kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (81) op dezelfde manier
aan de andere kant van de Basis (80) vast.
51
Vergrendelknop
Grote loop
61
80
3
14
Breng het Onderstel (niet afgebeeld) omlaag (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op pagina 22).
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de inbussleutel
goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 24 en 25).
2
3
81
80
3
2
81
13
UK
UK
DUGRRUHU
AUS
TYPE F
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR:een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
Stopcontact
14
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen
op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse
waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende keuze uit functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken.
U kunt wanneer de handmatige instelling is geselecteerd de snelheid en de hellingstand van de loopband
veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe feedback over uw
oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door de
handgreep met hartslagmonitor te gebruiken.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel twintig voorangestelde oefeningen—tien oefeningen om snel calorieën
te kunnen verbranden en tien sneltijd oefeningen. Elke
oefening regelt automatisch de snelheid en de helling
van de loopband wanneer het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de
loopband op uw draadloos netwerk aangesloten kan
worden door middel van een optionele iFit module. U
kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen, resultaten
van uw oefening bijhouden, tegen andere iFit-hardlopers
racen en vele andere keuzes raadplegen. Voor aan-
koop van de iFit-module gaat u naar www.iFit.com
of belt u met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding.
U kunt terwijl u oefent naar uw favoriete workoutmuziek
of audioboeken luisteren op de premium geluidsinstallation van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 16.
Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
pagina 16. Voor gebruik van een het stereogeluidsysteem kijkt u op pagina 18. Voor gebruik van een
vooraf ingstelde oefening, kijkt u op pagina 19. Voor
gebruik van een iFit oefening, kijkt u op pagina 20.
Voor gebruik van de onderhoudsmodus kijkt u op
pagina 21.
BELANGRIJK: als er een laagje plastic op het bedieningspaneel ligt, moet u dat verwijderen. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band
wanneer de loopband voor het eerst wordt gebruikt.
Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 25).
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Raadpleeg
DE INFORMATIE-MODUS op pagina 21 om te zien
welke meeteenheid gekozen is. Om het eenvoudig te
houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar
kilometers.
15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
14). Zoek vervolgens naar
de schakelaar op het onderstel van de loopband bij
het stroomsnoer. Zorg dat
de schakelaar in de reset
stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt ingestoken en de schakelaar in de resetstand is gezet,
gaat de demostand aan. Om de demostand uit te
schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden
ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op
pagina 21 om de demostand uit te schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetleuning
van de loopband
staan. Zoek naar de
clip die aan de sleutel
vastzit en schuif de
clip aan de tailleband van uw kleding.
Plaats de sleutel in
het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de
display oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsitu-
atie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel
trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar
stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het
bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel
niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de
lengte van de clip bij. Aandacht: de helling zal, wan-
ner u voor het eerst de sleutel in het bedieningspaneel
steekt, automatisch in de maximuminstelling worden
ingesteld om dat naar de minimuminstelling terug te
keren.
Resetten
Sleutel
Clip
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige
modus geselecteerd. Als u een vooraf ingestelde
oefening hebt gekozen, trek dan de sleutel uit en
steek het opnieuw weer in.
3.Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de toets Start,
Speed (Snelheid) of een van de genummerde
Quick Speed (Snel) toetsen.
Als de toets Start of Speed wordt ingedrukt dan
zal de loopband beginnen te bewegen met een
snelheid van 2 Km/u. U kunt tijdens de oefening
de snelheid van de loopband naar wens veranderen door te drukken op de toetsen Snelheid
verhogen en verlagen. Steeds als u een van de
toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1
Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt
verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u.
Aandacht: na het drukken op de toetsen kan het
even duren voordat de loopband de geselecteerde
snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de Quick Speed snel-
heidstoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Speed (snelheidstoename).
16
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te verande-
ren, op de toets Incline (helling) verhogen/verlagen
of op een van de genummerde Quick Incline
(Snelhelling) toetsen. Elke keer als u op een van
de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk veranderen tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
Het My Trail (mijn route)-tabblad zal een route van
400 m (1/4 mijl) aangeven. De knipperende rechthoek geeft uw vordering aan tijdens uw oefening.
Het My Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u voltooit.
Het tabblad Calorie zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De
hoogte van ieder segment geeft het aantal verbrande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is. Aandacht: wanneer u het calorietabblad gebruikt, toont de calorieweergave het
geschatte aantal verbrande calorieën per uur.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
• Dehellingstandvandeloopband
• Hetaantalverticaalgeklommenmeters
• Desnelheidvandeloopband
• Uwhartslag(ziestap6oppagina18)
• Dematrix
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toets verhogen en verlagen naast de Entertoets totdat het gewenste tabblad wordt
weergegeven.
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen.
HettabbladSpeed(Snelheid)zaleenproel
van de snelheidsinstellingen van de oefening
aangeven.
Druk op de thuis toets om naar het standaard-
menu terug te keren (raadpleeg de INFORMATIE
INSTELLING op bladzijde 21 om het standaardmenu te bepalen). Druk, indien nodig, nogmaals op
de thuis toets.
Het symbool “draadloos”
aan de bovenkant van
de display zal, wanneer de iFit Live module
aangesloten is, de sterkte van het draadloos
signaal aangeven. Vier
staafjes geeft volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
17
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep hartslagmonitor gebruikt, verwijdert
u, indien nodig
het plastic laagje
van de metalen
contactpunten.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op het loopvlak
staan en houdt u de metalen contactpunten op de
handleuningen ongeveer tien seconden vast – be-weeg uw handen niet. Het hartsymbooltje in het
calorieënscherm zal met elke hartslag knipperen,
een of twee streepjes zullen verschijnen en uw
hartslag wordt aangegeven. Voor de meest nauw-
keurige hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de Stop-toets
en stel de hellingstand van de loopband in de
laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan
de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar
deze op een veilige plek.
Contactpunten
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de schakelaar in de off (uit)stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de stereoluidsprekers van het bedieningspaneel, moet u uw
MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audiospeler op het bedieningspaneel aansluiten via de
MP3-aansluiting.
Voor gebruik van de MP3-aansluiting, steekt u de
audiokabel in de MP3-aansluiting. Steek dan de audiokabel in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler
of andere persoonlijke audiospeler. Zorg dat het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets Afspelen op uw MP3-speler,
CD-speler of andere persoonlijke audio-speler. Pas het
volume aan op uw persoonlijke audio-speler, of druk
op de toetsen volume verhogen en verlagen op het
bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedieningspaneel.
18
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
instelling voor het volgende segment geprogrammeerd is, automatisch de nieuwe snelheids- en/of
hellingsinstelling instellen.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 16.
2. Kies een ingestelde oefening.
Ofkieseenvoorangesteldeoefeningendrukop
een van de toetsen van de Quick Calorie Burn
Workout om (Snel Calorieën te Verbranden) of
op een van de Quick Timed Workouts (Sneltijd
Oefening) toetsen.
As u een toesteloefening selecteert, zal de display
de naam, de totale tijd, de afstand, de maximale
hellinginstelling en de maximale snelheidsinstelling
van de oefening weergeven. Bovendien zal er een
proelvandesnelheidsinstellingenvandeoefening op het scherm verschijnen. Wanneer u voor
een calorieënoefening kiest, dan zal bij benadering
het aantal calorieën dat u zult verbranden in de
naam van de oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Speed
(Snelheidstoename) om met de oefening te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is
één hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht: dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
proelopde
snelheid en
de helling
keuze aangegeven zodat
u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk
vanhetproelstelthethuidigeoefeningsegment
voor. De hoogte van het knipperende segment
geeft de weerstandsinstellingen van het huidige
segment aan. Aan het einde van elk segment, is
een serie geluiden te horen en begint het volgende
segmentvanhetproelteknipperen.Deloopband
zal, als er een andere snelheids- en/of hellings-
Huidig segment
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelknippertindedisplayen
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening verbranden zult. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast heeft een handmatige wijziging van
de snelheid of de helling van de loopband tijdens de oefening effect op het aantal calorieën
dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Speed (Snelheid) en Incline
(Helling), als het volgende segment van de oefe-
ning begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knipperen. Druk op de toets Start of op Speed om de oe-Speed om de oe- om de oefening te hervatten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te draaien. Echter, als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17. De display toont de reste-
rende tijd in de oefening weergeven in plaats van
de verlopen tijd.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 18.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 18.
19
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT OEFENING
Aandacht: voor gebruik van een iFit oefening heeft u
een optionele iFit module nodig. Voor het aanschaf-
fen van een iFit module gaat u naar www.it.com
of belt u met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding. U dient toegang te hebben
tot een computer met een internetverbinding en een
USB-poort. Daarnaast dient u ook toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b
router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen
netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.comlidmaatschap is ook vereist.
Aandacht: u moet, voordat oefeningen worden ge-
download, ze aan uw lijst toevoegen op iFit.com.
Voor meer informatie over de iFit oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit -oefening kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u zult
wandelen of lopen, en het bij benadering aantal
calorieën dat u zult verbranden aangeven. De display kan ook de naam van de workout aangeven.
De display zal, als u een competitie oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op pagina 16.
2. Plaats de iFitmodule in het bedieningspaneel.
To insert the iFit module, see the instructions inclu-
ded with the iFit module.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij of aangesloten zijn op een andere
antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
If more than one user is registered, you can switch
users in the iFit main screen. Druk op de toetsen
verhogen en verlagen naast de Enter-toets om een
gebruiker te kiezen
.
4. Kies een iFit-oefening.
Aandacht: elke iFit -toets kan ook twee demo-oefe-
ningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen te gebruiken, haalt u de iFit module van het bedieningspaneel af en drukt u op een van de iFit toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 19.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van een
persoonlijke trainer u begeleiden.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knipperen. Druk op de toets Start of op Speed increase
b om de oefening te hervatten. De loopband begint
segment of the workout. Echter, als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 17.
Tof selecteer een iFit oefening door op een van de
iFit toetsen te drukken. U moet, voordat oefeningen
worden gedownload, ze aan uw lijst op
www.iFit.com toevoegen.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart),
Train, Video of Lose Weight (Afvallen) om de
volgende oefening van dat type in uw schema
te downloaden. Druk op de toets Compete
(Competitie) om aan een race deel te nemen die u
al eerder gekozen heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema op-
nieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track
(Route). Gebruik de toetsen verhogen en verlagen
om de gewenste oefening te selecteren. Druk op
de Entertoets om de oefening te laten beginnen.
Het tabblad Compete (Competitie), zal tijdens een
competitie-oefening, uw vordering tijdens de race
aangeven. De bovenste lijn van het scherm zal
laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft
tijdens de race. De andere lijnen zullen uw top vier
concurrenten aangeven. Het einde van het scherm
geeft het einde van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 18.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 18.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit modus.
20
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terugplaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel
eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel
de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal
op het scherm verschijnen wanneer de demostand
aan is. Om de demostand aan of uit te zetten, kunt
u op de Enter-toets drukken.
CONTRAST LVL—Druk op de toetsen Incline (hel-
ling) verhogen en verlagen om het contrastniveau
van de display aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het
volgende scherm selecteren:
De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid
heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit
module wordt aangesloten, toont de display de
woorden WIFI MODULE. De display zal, als een
USB-module aangesloten is, de woorden USB/
SD MODULE aangeven. Als er geen module is
aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT
MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen
weergeven. Druk op de toets verlagen naast de
Enter-toets om elk van de volgende schermen te
selecteren:
UNITS—Druk op de Enter-toets om de meet-
eenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen te
bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in
kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO—Het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl
de demostand is aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in
het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in
de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het
TRAINER VOICE (Trainerstem)—Druk op de
Enter-toets om de stem van de persoonlijke trainer
aan of uit te zetten.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
DEFAULT MENU (standaard menu)—Het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u
de Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de
Enter-toets om het handmatige hoofdscherm of de
iFit-scherm als standaardmenu te kiezen.
CHECK WIFI STATUS—Druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het
onderste scherm toont het softwareversienummer,
de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/
ontvangen)—Druk om oefeningen, de oefeninglogboeken en de updates te verzenden en te
ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS
DONE (overdrachten uitgevoerd) op het scherm
verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
loopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u
moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendelknop
Leg een matje onder de loopband om uw vloer-
bedekking te beschermen. Houd de loopband uit
direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van de
loopband vast met uw rechterhand zoals afgebeeld. Trek de Vergrendelknop naar links en houd
deze vast. BELANGRIJK: draai de vergrendel-knop niet. Druk, indien nodig het onderstel iets
naar voren. Draai het onderstel naar onderen en
laat de vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Vind het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten
in een geaard stopcontact (zie pagina 14 ). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een
3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van 1,5 m of
korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in
te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld.
Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de
demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop
enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog
steeds verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIEMODUS op pagina 21 om de demostand uit te
zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Plaats de loopband in de opbergpositie (raadpleeg
DE LOOPBAND INKLAPPEN op pagina 22).
Verwijder vervolgens de twee aangegeven #8 x
3/4" Schroeven (6).
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek
het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
Resetten
a
6
Laat de loopband zakken (zie DE LOOPBAND
OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina
22). Verwijder de drie aangegeven #8 x 3/4"
Schroeven (6). Schuif dan voorzichtig de Motorkap
(57) eraf.
57
6
6
6
23
Zoek de Snelheidssensor (95) en de Magneet
(44) aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer
3mm is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (19)
indien nodig los, verplaats de Snelheidssensor
lichtjes en maak de Schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
Voorkant
Weergave
43
44
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid) verho-
gen in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed verhogen dan
los. Druk op de toets Stop en druk dan op de toets
Incline (helling) verhogen of verlagen. De loopband
stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau.
Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op
de toets Stop en druk opnieuw op de toets Incline
vergroten of verkleinen. Als de helling is gekalibreerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel
te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
19
95
3 mm
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: behandel de band of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm2) snoer van
1,5 meter of korter.
24
SYMPTOOM: de loopband is niet gecentreerd
tussen de voetleuningen. BELANGRIJK: als de
loopband tegen de voetleuningen schuurt, dan kan
de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linker schroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg ervoor dat u de band
niet te strak aandraait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed in het midden zit.
a
Voetleuningen
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op gelopen wordt
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag
naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband
goed vastzit moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
26
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 10 #8 x 1/2" Aardingsschroef
2 2 3/8" x 2 1/2" Bout
3 4 3/8" Moer
4 6 3/8" x 4" Schroef
5 6 3/8" Sterring
6 36 #8 x 3/4" Schroef
7 2 5/16" x 1" Bout
8 2 5/16" Sterring
9 4 1/4" x 1" Schroef
10 4 5/16" x 1" Schroef met Platte Kop
11 4 10" Sterring
12 1 3/8" x 2" Bout
13 4 #10 x 3/4" Schroef
14 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
15 2 3/8" x 1 3/8" Bout
16 2 1/2" x 2 1/4" Bout
17 2 1/2" Moer
18 3 Kapklem
19 21 #8 x 3/4" Schroef met Trusskop
20 2 3/8" x 1 1/2" Bout
21 4 3/8" Slotmoer
22 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
23 2 1/4" x 3/8" Schroef
24 4 Schroef van Loopband Geleider
25 2 5/16" x 1 1/4" Bout
26 2 5/16" Flensmoer
27 2 5/16" x 1 3/4" Bout
28 2 5/16" Tussenring
29 2 5/16" Moer
30 1 1/4" Tussenring
31 1 Hartslagdwarsstang
32 1 1/4" x 1 3/4" Schroef
33 8 #8 x 1" Tekschroef
34 5 #8 Sterring
35 1 Filter
36 4 Kussen van het Oppervlak
37 1 Linker Voetleuning
38 1 Waarschuwingssticker van de
Vergrendeling
39 1 Loopoppervlak
40 1 Loopband
41 2 Loopband Geleider
42 2 Rubber Tussenstuk
43 1 Aandrijfrol/Katrol
44 1 Magneet
45 1 Klem van de Snelheidsensor
46 1 Riem van de Aandrijfmotor
47 1 Aandrijfmotor
48 2 Tussenstuk van het Onderstel
49 1 Onderstel
50 1 Rechter Voetleuning
51 1 Opbergvergrendeling
52 1 Rechter Achtervoet
53 1 Linker Achtervoet
54 6 #8 x 1/2" Schroef
55 1 Filterbeugel
56 1 Ruststandrol
57 1 Motorkap
58 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
59 1 Hellingonderstel
60 1 Hellingmotor
61 1 3/8" x 2 1/4" Bout
62 1 Controller
63 3 Binddraad
64 1 Plaat van de Onderpan
65 1 Schakelaar
66 1 Stroomsnoer
67 1 Doorvoerhuls
68 1 Onderpan
69 2 Kap van de Staander
70 1 Draad van de Staander
71 1 Linker Handleuning
72 1 Rechter Handleuning
73 1 Kap van de Linkerbasis
74 1 Kap van de Rechterbasis
75 1 Linker Staander
76 1 Rechter Staander
77 4 Kap van de Basis
78 2 Waarschuwingssticker
79 4 Kussen van de Basis
80 1 Basis
81 2 Wiel
82 1 Sleutel/Klem
83 1 Basis van het Bedieningspaneel
84 1 Modulebehuizing
85 2 Motorbus
86 1 Bedieningspaneel
87 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
88 1 Toegangsdeur
89 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
90 2 5/16" Kooibeugel
91 2 Binddraad van het Bedieningspaneel
92 1 Motorisolator
93 1 Kap van de Rechter Staander
94 4 #8 x 1" Schroef
95 1 Snelheidsensor
96 2 Klem van het Bedieningspaneel
97 1 Linkerlade
98 1 Rechterlade
99 1 Kap van de Linker Staander
100 2 Inzetstuk van het Basiskussen
101 1 Aardingsbeugel
102 1 Contactpunt
103 1 Engels Stroomsnoer
* – Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
27
GEDETAILLEERDE TEKENING A
34
1
16
1
49
32
47
35
55
48
30
27
42
28
29
19
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
61
3
41
46
19
45
1
95
16
44
48
27
37
42
28
92
29
85
43
19
41
23
24
19
19
36
40
19
36
24
19
25
50
19
19
19
19
51
12
3
26
19
19
36
19
36
38
19
19
28
25
39
19
14
52
19
56
26
53
19
14
GEDETAILLEERDE TEKENING B
58
21
59
57
21
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
6
6
6
1
34
58
18
62
63
6
64
17
20
21
17
60
20
22
34
6
6
21
1
18
6
101
18
102
65
6
6
103
68
6
6
6
6
66
29
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
69
70
71
9
90
99
6
7
8
10
75
69
72
13
11
31
6
6
1
6
9
6
90
89
13
11
6
6
6
93
7
8
77
10
4
15
5
73
78
1
67
2
33
81
3
79
33
80
81
3
79
100
77
78
33
76
15
74
77
5
4
79
100
5
77
79
33
2
4
30
GEDETAILLEERDE TEKENING D
82
91
54
87
Modelnr. NETL79811.0 R0812A
86
84
54
54
96
97
83
88
6
6
6
6
6
6
94
6
96
94
6
98
31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.