Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u dit toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 437 700
Lees uw gebruiksaanwijzing voor u
uw wasautomaat in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke tips omtrent
uw veiligheid, het gebruik en het
onderhoud van uw toestel. Zo
beschermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze wasautomaat mag u enkel
gebruiken om wasgoed te wassen
waarvan de fabrikant verklaart dat het
machinaal wasbaar is.
Alle andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die werd veroorzaakt doordat
het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening
voorhanden is. Laat uw installatie bij
twijfel door een vakman nakijken.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de gel-
dende veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundige reparaties kunnen
er onvoorziene risico’s opduiken voor
wie het toestel gebruikt. Daar is de
fabrikant niet aansprakelijk voor.
Herstellingen mag u uitsluitend laten
uitvoeren door vaklui die door de firma
Miele erkend zijn.
Het toestel is enkel stroomloos in-
dien:
Technisch veilig
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit
opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting van uw toestel (smeltstoppen, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van de elektrische installatie bij u ter plaatse voor u
het toestel aansluit. Vraag eventueel
uitleg aan een elektricien indien u niet
zeker bent.
– de stekker van het toestel uit het
stopcontact is getrokken of
– de smeltstoppen uitgeschakeld zijn.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Bij de fabricage werd het beste
materiaal en de grootste zorgvuldigheid aangewend. Toch kunnen toevoerslangen niet ontsnappen aan de
‘tand des tijds’. Door scheuren, knikken, deuken e.d. beginnen slangen te
lekken. Controleer ze dus regelmatig.
Zo kunt u ze tijdig vervangen en meteen waterschade verhinderen.
Laat defecte onderdelen enkel ver-
vangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker
dat ze ten violle voldoen aan de eisen
die Miele qua veiligheid stelt.
Bij het gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder
druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door temperaturen onder het
vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging
op de achterzijde voor u uw toestel
in gebruik neemt. Zie rubriek ‘Opstellen
en aansluiten’. Zo de transportbeveiliging niet is verwijderd, kan die tijdens
het centrifugeren schade teweegbrengen aan het toestel en eventueel ook
aan meubelen of apparaten daarnaast.
Laat de roestvrijstalen vlakken
(voorzijde, deksel, ommanteling)
niet in contact komen met vloeibaar
reinigings- en desinfectiemiddel dat
chloor of natriumhypochloriet bevat. De
inwerking van dit middel kan op roestvrij staal corrosie teweegbrengen.
Agressieve dampen afkomstig van
bleekmiddel kunnen eveneens corrosie
veroorzaken. Bewaar open recipiënten
die deze middelen bevatten, dus niet
vlakbij het toestel.
Doe de waterkranen dicht bij lan-
gere afwezigheid (bv. vakantie).
Vooral wanneer er zich vlak bij het toestel geen afvoer in de vloer bevindt.
Er is gevaar voor overstroming!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u na te kijken of het
water vlot genoeg wegvloeit.
Zorg ervoor dat die slang niet wegglijdt. Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan die slang anders
uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen
als spijkers, naalden, geldstukken,
bureauklemmen worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade
teweegbrengen aan onderdelen van
de machine. Bv. aan kuip of trommel.
Deze beschadigde onderdelen kunnen
op hun beurt uw was beschadigen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Zo u het wasmiddel juist doseert,
hoeft u uw toestel niet te ontkalken.
Is uw toestel zo erg verkalkt dat het
moet worden ontkalkt, gebruik dan
speciaal ontkalkingsmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kan u bij
uw Miele-handelaar of in de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg
strikt de handleiding.
Wellicht hebt u textiel met reini-
gingsmiddel behandeld, dat oplosmiddel bevat. Spoel dit wasgoed in helder water uit voordat u het in deze
wasautomaat wast.
Gebruik in deze machine in geen
geval reinigingsmiddel dat oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Sommige onderdelen van de machine dreigen namelijk schade op te lopen. Er
kunnen ook giftige dampen ontstaan.
Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontploffingsgevaar.
Kleuringsmiddel moet geschikt zijn
voor gebruik in wasautomaten.
Hou de gebruikstips van de fabrikant in
acht.
Gebruik van toebehoren
Er mag enkel toebehoren worden
gemonteerd of ingebouwd indien
Miele dat uitdrukkelijk toelaat.
Indien u andere onderdelen monteert
of inbouwt, vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Uw oud toestel afdanken
Trek de stekker uit het stopcon-
tact. Maak vervolgens snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
het toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
Gebruik in geen geval ontkleurings-
middel. Door de zwavelhoudende
verbindingen ervan kan uw toestel corrosieschade oplopen.
In deze automaat mag u in geen
geval wasgoed chemisch reinigen.
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt als u met hoge
temperaturen wast.
Verbied dus kleine kinderen het glas
tijdens de wasbeurt aan te raken.
7
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Stroom sparen
De belangrijkste bijdrage tot bescherming van ons milieu kan u zelf leveren.
Hou daartoe volgende tips in acht:
– Benut zoveel mogelijk de maximum-
lading die voor een bepaald programma is toegestaan. Dan is het
stroomverbruik voor heel de lading
het gunstigst.
– Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als wat op de verpakking staat
aangegeven.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige
rubriek in de ‘Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
– Was linnen zonder moeilijk te verwij-
deren vlekken bij een lagere temperatuur dan die op het onderhoudslabel.
Gebruik voor textiel dat maar lichtjes
vuil is, het programma Mini.
8
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
Beschrijving van het toestel
Bestemming van het toestel
Deze wasautomaat is vooral geschikt
voor gemeenschappelijk waskelders,
wassalons e.d. waar redelijk wat wasgoed te wassen valt.
1 Deksel
2 Bedieningspaneel en wasmiddellade
3 Toesteldeur
4 Luik waarachter het afvoersysteem
en de noodontgrendeling zitten
5 In de hoogte regelbare voetjes
9
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
b Toets Deura
laat de toesteldeur opengaan en ontgrendelt eventueel toetsen van gekozen bijkomende functies.
Na de programmastart wordt de soptemperatuur telkens in stappen van
5 °C aangeduid. Dat gebeurt tot de
voor de hoofdwas ingestelde temperatuur is bereikt.
Het controlelampje ‘
– Resterende tijd
Zodra de ingestelde temperatuur
voor de hoofdwas is bereikt, wordt
de nog resterende programmaduur
in uren en minuten getoond.
Het controlelampje ‘
De resterende duur wordt in stappen
van 1 minuut afgeteld.
p°C
p°C’ brandt.
j min
j min’ brandt.
11
Voor de eerste wasbeurt
Voor de eerste wasbeurt
Heel belangrijk: laat het toestel voor
de eerste wasbeurt degelijk opstellen en aansluiten. Hou daarbij rekening met de rubriek ’Opstellen en
aansluiten’.
De kuip uitspoelen
1 Eerste wasbeurt zonder wasgoed.
2 Giet wat wasmiddel in vakje j.
3 Draai de programmakiezer op
A Bont 60 °C’.
‘
4 Druk op de toets ‘h Start’.
Getal waterhardheid instellen
De te doseren hoeveelheid wasmiddel
hangt onder meer ook af van de waterhardheid. De instelschijf in het inspoelvakje dient als markering voor de waterhardheid.
12
Neem de opener die wordt bijgeleverd om het luik van de filter te openen.
Draai de instelschijf met behulp van
de opener op het toepasselijke hardheidsniveau.
De plaatselijke waterhardheid kan u bij
uw waterbedelingsmaatschappij aan
de weet komen.
Zo wast u juist
Zo wast u juist
Korte handleiding
De zinnen die voorafgegaan worden
door deze getallen (
gebruiken als korte handleiding.
Voordat u gaat wassen
1,2,3,...) kan u
1 De was voorbereiden.
De zakken leegmaken
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kunnen schade teweegbrengen aan
het wasgoed en aan onderdelen
van de machine.
Het wasgoed sorteren.
In de meeste textielsoorten vindt u in
kraag of zoom een onderhoudsetiket.
Sorteer uw was volgens deze symbolen. Hun betekenis vindt u in de rubriek
‘Onderhoudssymbolen’.
Donker textiel vertoont de neiging bij
de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om wasgoed met lichte tinten niet
te laten verkleuren, wast u nieuw donker wasgoed liever een paar keer apart.
Delicaat textiel wast u beter apart en in
een erg behoedzaam programma.
Bij wol of mengsels met wol dient in het
onderhoudslabel vermeld te staan dat
ze in de machine wasbaar zijn.
De vlekken op voorhand behandelen
Vlekken of erg vuile kragen op voorhand met vloeibaar wasmiddel of waspasta behandelen.
Bij bijzonder hardnekkige vlekken kan
u uw drogist om advies vragen.
Gebruik in geen geval synthetische
reinigingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
– Bij gordijnen:
neem de gordijnrolletjes en de loden
band af. U kan de gordijnen ook in
een zak steken.
– Bij bh’s:
Geloste bh-beugels vastnaaien of
verwijderen.
– Keer breigoed, jeans, broeken,
t-shirts en sweaters binnenstebuiten
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
– Doe ritsen, haakjes en ogen voor het
wassen dicht.
Was in deze machine enkel textiel dat
voor de wasautomaat geschikt is.
13
Zo wast u juist
2 De toesteldeur openen.
3 De was in de trommel stoppen.
Ontvouw de was en stop hem losjes in
de trommel. Door textiel van verschillend formaat in de trommel te doen,
verbetert het waseffect en raakt de was
tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Als u te veel wasgoed in de trommel
stopt, verslecht het wasresultaat en verhoogt de kans op kreuken.
Let erop dat er niets klem zit tussen
deur en dichtingsring.
Een programma starten
7 De programmakiezer op
gewenste programma draaien.
Zie rubriek ‘Programma’s’, alinea
‘Overzicht’.
8 Zo u dat wenst, bijkomende
functies kiezen.
Druk op de toets(en) van de gewenste bijkomende functie(s). Zie rubriek
‘Programma’s’, alinea ‘Overzicht’.
Elke gekozen bijkomende functie kan u
weer uitschakelen door nog eens op
die toets te drukken.
5 Wasmiddel en evt. wasverzachter
of vloeibaar stijfsel toevoegen.
Daarover vindt u tips in de rubriek
‘Wasmiddel toevoegen’.
6 De waterkranen opendraaien.
14
Zo wast u juist
Muntapparaat / Programmateller
9 Het muntapparaat / de programma
teller bedienen (indien voorhanden)
Bedient u het apparaat in een andere volgorde dan hier beschreven,
dan gaan de munten of penningen
verloren.
Gooi het geld of de penningen in het
apparaat.
Druk op de toets ‘h Start’.
Er gaat geld verloren zo u na de geldinworp en voor het indrukken van de
toets ‘
h Start’
– de toesteldeur opent,
– de programmakiezer via ‘
op een ander programma draait,
– een programma bij gebruik van de
programmateller langer dan 20 seconden onderbreekt.
t einde’
0 Op de toets ‘h Start’ drukken
Het programma gaat nu van start.
Neem de munten of penningen
geregeld uit het muntapparaat.
Anders worden er verstoppingen
veroorzaakt.
15
Zo wast u juist
Einde van het programma
! De programmakiezer op
t Einde’ draaien.
‘
§ De waterkranen dichtdraaien.
~ De toets ‘a deur’ indrukken.
$ Het wasgoed uitnemen.
Laat geen stukken wasgoed in de
trommel achter! Die kunnen bij de
daaropvolgende wasbeurt krimpen
of ander linnen doen verkleuren.
% Zijn er geen voorwerpen in de
dichtingsring achtergebleven?
16
Zo wast u juist
Van programma veranderen
Tussen de programma’s A, B, C, D
en E kan u om het even wanneer omschakelen voor zover dat qua programmaverloop zinvol is.
Draai de programmakiezer op het
gewenste programma. Het nieuwe
programma wordt in dezelfde programmastap voortgezet.
Let op:
Draai de programmakiezer niet voorbij
de stand ‘
programma afgebroken.
Bij werking met het muntapparaat of
met de programmateller wordt het
programma na 3 minuten vergrendeld. Daarna kan u niet meer van
programma veranderen.
t Einde’. Anders wordt het
Een programma afbreken
Draai de programmakiezer in de
stand ‘
t Einde’.
De controlelampjes van de overgeslagen programmastappen gaan het
ene na het andere knipperen tot de
stand ‘
t Einde’ is bereikt.
Een programmadeel overslaan
Draai de programmakiezer in de
stand ‘
t Einde’.
Zodra u in het display van het programmaverloop het programmadeel ziet
knipperen, waarmee het programma
moet worden voortgezet:
draait u de programmakiezer binnende 3 seconden weer op het gewenste programma.
Een programmadeel herhalen
Voorwaarde:
Het programmadeel dat u wenst te herhalen, dient wel afgelopen te zijn.
Draai de programmakiezer in de
stand ‘
t Einde’.
Zodra in het display van het programmaverloop ‘
kiest u een willekeurig programma,
drukt u op de toets ‘h Start’ en
draait u de programmakiezer na ca.
5 seconden weer op ‘
Knippert in het display van het programmaverloop het lampje bij het deel
dat moet worden herhaald:
t Einde’ aangaat,
t Einde’.
draai de programmakiezer dan binnen de 3 seconden op het gewens-
te programma.
17
Onderhoudssymbolen
Onderhoudssymbolen
Wassen
9 Wit en Bont 95 °C
8 Bont 60 °C
7 Bont 40 °C
5 Kreukherstellend 95 °C
4 Kreukherstellend 60 °C
2 Kreukherstellend 40 °C
@ Fijn /synthetisch 30 °C
/ met de hand wassen
h niet wassen
ABC chemisch reinigen
Dniet chemisch reinigen
ybleken mogelijk
zniet bleken
Drogen
qop normale temperatuur
rop lagere temperatuur
sniet in de machine drogen
Strijken
I heet strijken
H matig heet strijken
G niet heet strijken
18
J niet strijken
Wasmiddel
U kan alle moderne wasmiddelen gebruiken, die voor machinaal wassen
geschikt zijn. Zowel in de vorm van
poeder als van tabletten, vloeibaar, al
dan niet geconcentreerd.
Maak gebruik van de bijgeleverde
doseerkorfjes en andere recipiënten.
Wollen breigoed en wolmengsels dient
u met een wolwasmiddel te wassen.
Hoe u het wasmiddel doseert, vindt u
terug op de verpakking. Hou die aanwijzingen in acht.
De dosering hangt af van
– de hoeveelheid wasgoed
– de mate waarin het wasgoed vuil is
lichtjes vuil
Geen vuil of vlekken te bespeuren.
Misschien ruiken de kleren niet meer
zo fris.
normaal vuil
Er is vuil zichtbaar en/of enkele lichte
vlekken.
erg vuil
Het vuil en/of de vlekken zijn duidelijk waar te nemen.
– vormen er zich vetluizen op de was,
– gaat er zich kalk afzetten op de weer-
standen.
...als u te veel wasmiddel toevoegt,
– wordt er te veel schuim gevormd,
– vermindert het effect van de was-
bewegingen,
– is het reinigings-, centrifugeer- en
spoelresultaat slecht,
– wordt het milieu erger belast.
°f of
Franse
hard-
heid
– de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent,
kan u inlichtingen inwinnen bij uw
waterbedelingsmaatschappij..
Voor textiel dat erg met vet bevuild is,
raadpleegt u de tips in de rubriek ‘Wat
gedaan als ...?’.
19
Wasmiddel
Wasmiddel toevoegen
Trek de wasmiddellade uit en doe
het wasmiddel in de vakjes
i= voor de voorwas (indien u deze
bijkomende functie hebt gekozen)
j = voor de hoofdwas
p= voor wasverzachter, vorm-
spoeler of vloeibaar stijfsel.
Waterontharding
In de waterhardheidscategorieën van II
tot IV kan u een onthardingsmiddel toevoegen. De juiste dosering vindt u op
de verpakking terug. Voeg eerst het
wasmiddel toe, daarna pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kan u dan doseren als
voor categorie I.
Aanbeveling
Indien u verschillende middelen gebruikt, voeg die dan in deze volgorde
toe in vakje j.
1. wasmiddel
2. onthardingsmiddel
3. vlekkenmiddel.
Zo worden de middelen beter inge-
spoeld.
20
Wasmiddel
Wasverzachter, vormspoeler,
poedervormig of vloeibaar
stijfsel
Wasverzachter zorgt ervoor dat de was
zacht aanvoelt. De elektrostatische oplading tijdens het machinale drogen
wordt ook verzwakt.
Vormspoeler is vloeibaar synthetisch
stijfsel. Het zorgt ervoor dat bv. hemden, tafel- en beddenlakens wat steviger aanvoelen.
Stijfsel geeft het wasgoed een stijver
en voller effect.
Doseer het middel zoals de fabrikant
het voorschrijft.
De wasverzachter, de vormspoeler of
het vloeibaar stijfsel wordt met de laatste spoelbeurt ingespoeld. Op het einde van het wasprogramma blijft er nog
wat water in het vakje
Maak na een aantal stijfselbeurten
het inspoelvakje schoon. Reinig
vooral de zuighevel en het buisje.
Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud’, alinea ‘De wasmiddellade
schoonmaken’.
Poedervormig of vloeibaar stijfsel
manueel doseren
Hou bij de voorbereiding en dose-
ring de richtlijnen op de verpakking
in acht.
Druk bij het kiezen van een program-
ma de toets ‘Stijven m’ in. Het pro-
grammaverloop en de resterende
programmaduur blijven voor de laat-
ste spoelbeurt staan. Het controle-
lampje ‘Stijven m’ brandt.
p staan.
Giet wasverzachter, vormspoeler of
vloeibaar stijfsel in het vakje p. Hou
de maximumaanduiding in acht.
Doe het deksel weer dicht.
Voeg het stijfsel toe in vakje i.
Druk de toets ‘Stijven m’ in en laat
hem uitspringen. Het programma
wordt voortgezet.
‘w zonder centrifugeren’ kan u kie-
zen om kreuken te voorkomen. Het
water wordt weggepompt. U kan de
was druipnat uit de trommel halen.
21
Programma’s
Programma’s
Overzicht
ProgrammaSoort wasgoedTemperaturenMax. toerental
A WIT / BONT
B KREUK-
HERSTELLEND
C FIJN /
SYNTHETISCH
D WOL
E MINI
F Extra spoelen
Wasgoed van katoen of linnen. bv.
beddengoed, tafellakens, molton, jeans,
t-shirts, ondergoed, babywasgoed.
Textiel van synthetische vezels, gemengd
weefsel of katoen met kreukherstellende
eigenschappen. Bv. overhemden, bloezen, jasschorten, tafellakens.
Wasgoed van synthetische vezels of
kunstzijde. Bv. kousen, bloezen, overhemden, fijn wasgoed.
Volgens de fabrikant wasbare gordijnen.30 °C600 t.p.m.
Wolgoed of gemengd wollen weefsel dat
in de machine wasbaar is en voorzien van
het wolmerk en de vermelding ‘in de
machine wasbaar’.
Lichtjes vuil textiel dat u in het programma
’Bont’ kan wassen.
Met de hand gewassen wasgoed dat
enkel te spoelen is.
95 °C tot 40 °C1200 t.p.m.
95 °C tot 40 °C900 t.p.m.
60 °C tot 30 °C600 t.p.m.
30 °C1200 t.p.m.
40 °C1200 t.p.m.
centrifugeren
1200 t.p.m.
G Extra
centrifugeren
H Extra
waterafvoer
Wasgoed dat centrifugeren verdraagt; bv.
wat tevoren met de hand werd gewassen.
Voor wasgoed dat u druipnat uit de
trommel wil halen voordat het programma
is afgelopen.
1200 t.p.m.
Bijkomende functies
Door een of meer toetsen in te drukken kan u elk basisprogramma nog beter op
het wasgoed afstemmen.
+
i ‘met voorwas’
Voor erg vuil en met vlekken besmeurd textiel.
22
Programma’s
MaximumladingMogelijke bijko-
5 kg– met voorwas
2,5 kg– met voorwas
1 kg– met voorwas
Vul de trommel losjes
(tot 1/3)
1,5 kg– zonder
2,5 kg– met voorwas
5 kgAls er aan het spoeleffect bijzondere eisen worden
5 kg
mende functies
– stijven
– zonder
centrifugeren
– stijven
– zonder
centrifugeren
– zonder
centrifugeren
– met voorwas
– zonder
centrifugeren
centrifugeren
– stijven
– zonder
centrifugeren
Opmerkingen
Druk bij erg vuil wasgoed de toets ‘met voorwas’ in.
Was donker textiel met vloeibaar wasmiddel.
Druk bij erg vuil wasgoed de toets ’met voorwas’ in.
Was textiel dat wol bevat, in het wolprogramma.
Door fijn stof dat zich vaak in gordijnen nestelt, is er
gewoonlijk een programma met voorwas vereist.
Gebruik vloeibaar wolwasmiddel.
Doseer minder waspoeder (halve lading).
gesteld. Als bijkomende spoelbeurt (draai de
programmakiezer na de laatste spoelbeurt van het
gekozen programma op ‘
F Extra spoelen’.
m ‘Stijven’
Voor vers gewassen textiel als tafellakens, servetten, beroepskleding e.d.
w ‘zonder centrifugeren’
Wasgoed dat niet mag worden gecentrifugeerd, maar na het wegpompen van het
water druipnat uit de trommel moet worden gehaald.
23
Programma’s
Naverkoopdienst
Programmaverloop
Hieronder wordt telkens verwezen naar
het basisprogramma bij maximumlading. Er werd geen rekening gehouden
met extra functies.
In het display van het programmaverloop van uw toestel kan u nagaan hoever het wasprogramma gevorderd is.
D WOL
Hoofdwas
Waterstand: laag
Spoelen
Waterstand: laag
Spoelbeurten: 2
Centrifugeren: max. 1200 t.p.m.;
beperkte wasbeweging.
A WIT en BONT
Hoofdwas
Waterstand: laag
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelbeurten:
– 3 bij maximumlading
– 2 bij gedeeltelijke lading
Centrifugeren: max. 1200 t.p.m.
B KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas
Waterstand: laag
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelbeurten: 3
Centrifugeren: max. 900 t.p.m.
C FIJN / SYNTHETISCH
Hoofdwas
Waterstand: hoog
Spoelen
Waterstand: hoog
Spoelbeurten: 3
Centrifugeren: max. 600 t.p.m.
E Mini 40 °C
Hoofdwas
Waterstand: laag
Spoelen
Waterstand: gemiddeld
Spoelbeurten: 2
Centrifugeren: max. 1200 t.p.m.
Terwijl u een programma kiest, wordt in
het display de wastemperatuur aangeduid, die in dat programma moet worden bereikt. Intussen branden de
controlelampjes ‘Temperatuur
‘aan/start g/
h’.
p°C’ en
24
Naverkoopdienst
Programmeerfuncties
U kan bijkomende functies en/of gewijzigde programma’s laten programmeren. Doe daarvoor een beroep op de
Technische Dienst van Miele of op uw
handelaar.
Noteer in elk geval deze afwijkingen
van de standaardinstelling op een
kaart. Zo vindt u bij een eventuele vervanging van een defecte elektronische
besturingde gewenste programmeergegevens terug.
Programma’s
25
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Maak het toestel stroomloos.
Het toestel schoonmaken
Was de buitenzijde van het toestel
met een zacht reinigingsmiddel of
sopje af. Wrijf die daarna met een
zachte doek droog.
Neem het bedieningspaneel met een
vochtig doek op. Droog het met een
zacht doek af.
Maak de trommel en de overige
roestvrijstalen onderdelen met een
geschikt onderhoudsmiddel voor
roestvrij staal schoon.
Gebruik geen schuur-, desinfectienoch oplosmiddelen! Door hun chemische samenstelling kunnen deze
middelen ernstige schade aan het
toestel veroorzaken.
26
Reiniging en onderhoud van het toestel
Het afvoersysteem reinigen
Bij de uitvoering met afvoerpomp:
Controleer de filter aan de afvoerpomp
in het begin om de 3 à 4 wasbeurten.
Zo merkt u hoe vaak u die moet reinigen.
Bij een normale reiniging loopt er zowat
2 liter water uit het toestel.
Indien de afvoer verstopt is, staat er
meer water in het toestel (max. 25 l).
Voorzichtig: zo er een wasprogramma met een hoge temperatuur is afgelopen, kan u zich verbranden!
Schakel het toestel uit: maak de toesteldeur open of trek de stekker uit
het stopcontact.
Zet een schaal onder het slangetje.
Draai de filter 2 à 3 keer rond. Draai
hem er niet helemaal uit. Er loopt ca.
2 liter water uit.
Loopt er meer water uit de machine,
doe dan verder tot er geen water meer
uitloopt.
Maak het luikje open.
Waterafvoer onderbreken:
Draai de filter weer dicht.
27
Reiniging en onderhoud van het toestel
Zodra er geen water meer uitloopt,
draait u de filter helemaal los.
Maak de filter grondig schoon.Voorwerpen als knopen, munten e.d.
dient u te verwijderen.
Kijk na of de pompvleugel vlot rond-
draait. Er kunnen eventueel voorwer-
pen in geklemd zitten. Die moet u
verwijderen.
Maak de ruimte binnenin schoon.
In de schroefdraad van het filterhuis
mogen er geen kalk- en wasmiddelresten of voorwerpen achterblijven.
Zet de filter weer op zijn plaats en
draai hem vast.
Zo u de filter niet terugplaats en
vastdraait, lekt er water uit het toestel.
Bij toestellen met een afvoerklep vallen deze karweien weg.
28
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
De wasmiddellade schoonmaken
Verwijder geregeld eventuele wasmiddelresten.
Trek de lade tot aan de aanslag uit.
Druk de rode ontgrendelknop in en
trek tegelijkertijd de lade volledig uit.
Trek de zuighevel uit het vakje p en
maak die onder stromend warm wa-
ter schoon.
Maak ook het buisje schoon, waar-
over u de zuighevel steekt.
Maak de inspoelvakjes en het kanaal
voor de wasverzachter schoon.
29
Reiniging en onderhoud van het toestel
Watertoevoerzeefjes reinigen
Ter bescherming van de watertoevoerventielen heeft uw machine de volgende zeefjes:
– telkens een in de dopmoer aan het
uiteinde van de toevoerslang,
– telkens een in de toevoeraansluiting
tussen slang en machine.
De zeefjes in de toevoerslangen reinigen:
raai de waterkraan dicht.
De zeefjes in de toevoerslangen dient
u zowat om de 6 maand te reinigen.
Kijk zo nu en dan de toevoerslang na.
Die staat tijdens de werking van de machine immers onder hoge druk. Vertoont het oppervlak kleine scheurtjes of
andere schade, vervang dan de slang.
Gebruik enkel degelijke slangen die
een springdruk van minstens 70 bar
verdragen. Originele Miele-slangen voldoen aan deze eis.
Schroef de toevoerslang van de
waterkraan los.
Trek de rubber dichting uit de dopmoer.
Neem het handvat van de kunststof
zeef met een combinatie- of punttang vast. Trek het zeefje eruit en
maak het schoon.
Monteer alles terug in omgekeerde
volgorde.
30
Reiniging en onderhoud van het toestel
De zeefjes in de toevoeraansluiting
van de watertoevoerventielen reinigen
Draai de geribbelde kunststof moer
voorzichtig met een tang van de toevoertuit los en schroef ze af.
Neem het handvatje van de kunststof zeef bv. met een punttang vast.
Trek de zeef eruit en maak ze
schoon.
Plaats alles terug in omgekeerde
volgorde.
Na het reinigen dient u beide zeefjes beslist weer te monteren.
31
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Aan de meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd
en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde
storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door vaklui laten
uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje ‘I/h’
(aan / start) brandt niet.
Het programma start
niet.
Het wasprogramma is
als gewoonlijk afgelopen, maar het controlelampje ‘p’ (toevoer)
knippert.
Het toestel krijgt geen
stroom.
De watertoevoer is gestremd.
De zeefjes in de toevoerslangen zijn verstopt.
– Doe de deur goed
dicht.
– Steek de stekker goed
in het stopcontact.
– Zijn de smeltstoppen
in orde?
– Draai de waterkranen
ver genoeg open.
– Verwijder de knik uit
de toevoerslangen.
– De waterdruk is te laag.
– Maak de zeefjes
schoon. Zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘Watertoevoerzeefjes reinigen’.
Het lampje gaat uit zodra
u de programmakiezer in
de stand ‘t einde’
draait.
32
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De was werd niet gewassen. Het controlelampje
‘p’ (toevoer) knippert.
In het display van het
programmaverloop
wordt ‘t einde’ verlicht.
Het controlelampje ‘q’
(afvoer) knippert .
In het display van het
programmaverloop knippert het controlelampje
i voorwas’.
‘
Wat gedaan als . . . ?
De watertoevoer is geblokkeerd.
De waterafvoer is geblokkeerd.
Het gaat om een defect.– Start het programma
– Draai de programma-
kiezer op ‘t einde’.
– Draai de waterkranen
open.
– Kies een programma.
– Druk op ‘h / start’.
Loopt er in de volgende
wasbeurt toch weinig of
geen water binnen, dan
kan de waterdruk te laag
zijn. Is die in orde, dan
gaat het om een defect.
Doe dan een beroep op
de Technische Dienst.
Kijk eens na of
– het afvoersysteem niet
verstopt is. Om dat te
reinigen: zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘Het afvoersysteem reinigen’.
opnieuw. Knippert het
lampje weer, doe dan
een beroep op de
Technische Dienst.
In het display van het
programmaverloop knippert het controlelampje
j hoofdwas’ tijdens of
‘
na het programma.
In het display van het
programmaverloop knippert het controlelampje
‘n Spoelen 1’ of ‘n
Spoelen 2’.
Het gaat om een defect.– Knippert het lampje
ook in het daaropvolgende programma,
verwittig dan de
Technische Dienst.
Het gaat om een defect.– Start het programma
opnieuw. Knippert het
lampje weer, doe dan
een beroep op de
Technische Dienst.
33
Wat gedaan als . . . ?
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Hoewel de waterdruk
hoog genoeg is,
loopt het water maar
traagjes naar binnen.
In de wasmiddellade
zijn vrij veel wasmiddelresten achtergebleven.
De wasverzachter
wordt niet volledig ingespoeld en/of er
blijft te veel water in
p staan.
vakje
Met vloeibaar wasmiddel wordt de was
niet proper.
De zeefjes in de watertoevoerslangen kunnen
verstopt zijn.
De waterdruk is te zwak.– Maak de zeefjes
Waspoeder heeft de
neiging in combinatie met
onthardingsmiddel te
klonteren.
Tijdens het inspoelen van
de wasverzachter werd de
lade opengetrokken.
De zuighevel zit niet juist
of is verstopt.
Vloeibaar wasmiddel bevat
geen bleekmiddel. Fruit-,
koffie- of theevlekken zijn
niet weg te krijgen.
– Reinig de zeefjes. Zie
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘Watertoevoerzeefjes reinigen’.
schoon. Zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘Watertoevoerzeefjes reinigen’.
– Zie na of er in 15
seconden tijd 5 liter
water uit de kraan vloeit.
– Voeg eerst was- en dan
onthardingsmiddel toe.
– Maak de zuighevel
schoon. Zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘De wasmiddellade schoonmaken’.
– Gebruik waspoeder dat
bleekmiddel bevat.
– Doseer vlekkenmiddel
j en vloeibaar
in vak
wasmiddel in een
doseerbol.
– Giet nooit vloeibaar
wasmiddel en vlekkenmiddel samen in het
inspoelvak.
34
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Op gewassen donker
textiel zitten witte, wasmiddelachtige resten.
Op gewassen textiel kleven grijze elastische
resten (vetluizen) .
Het textiel is erg met vet
besmeurd.
Wat gedaan als . . . ?
Het wasmiddel bevat in
water onoplosbare
bestanddelen (zeolieten)
om het water te ontharden. Die hebben zich
op het textiel vastgezet.
Het wasgoed vertoonde
veel vetvlekken, bv. door
zalf en olie. De wasmiddeldosering was echter
niet voldoende om dit vet
op te lossen.
– Probeer de restjes na
het drogen met een
borstel te verwijderen.
– Was het wasgoed
voortaan met vloeibaar
wasmiddel. Dit bevat
meestal geen zeolieten.
– Doseer bij dergelijk
vuil wasgoed een 1/2
maatbeker meer waspoeder bij de
hoofdwas.
– Laat voor de volgende
was een programma
‘Wit en Bont, 60 °C’
met vloeibaar middel
en zonder wasgoed
aflopen. Dit om de
kuip te reinigen.
– Kies een programma
met voorwas. Gebruik
bij de voorwas vloeibaar wasmiddel.
– Gebruik in de hoofd-
was een courant
waspoeder.
Gebruik voor erg vuile
beroepskleding voor de
hoofdwas bij voorkeur
een specifiek wasmiddel.
Neem inlichtingen in uw
speciaalzaak.
35
Wat gedaan als . . . ?
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het wasgoed wordt niet
als gewoonlijk of helemaal niet gecentrifugeerd.
De machine staat tijdens het centrifugeren
te trillen.
De toets ‘
fugeren’ werd ingedrukt.
Het wasgoed kon zich
onvoldoende in de trommel verdelen. Om de
machine te beschermen,
werd het tegen een lager
toerental ofwel helemaal
niet gecentrifugeerd.
Grote stukken wasgoed
die in elkaar gerold zijn,
bv. badkamermatjes,
veroorzaken te veel
onbalans.
De machine rust niet
meer gelijkmatig op de 4
voetjes.
Doorbuigende plankenvloer veroorzaakt niet
alleen meer lawaai bij het
centrifugeren. Daardoor
wordt ook de stabiliteit
van het toestel verzwakt.
w zonder centri-
– Doe voortaan grote en
kleine stukken was
tegelijk in de trommel.
Om veiligheidsredenen
wordt er niet gecentrifugeerd. De aanzet tot
centrifugeren wordt
telkens opnieuw herhaald
tot de centrifugeertijd
afgelopen is.
Kijk eens na of
– het afvoersysteem niet
verstopt is. Om dat te
reinigen: zie rubriek
‘Reiniging en onderhoud van het toestel’,
alinea ‘Het afvoersysteem reinigen’.
Zorg ervoor dat de trommel stilstaat
voor u het wasgoed uitneemt. Grijp
nooit in een draaiende trommel.
Anders is het risico groot dat u zich
kwetst.
Maak het luikje van het afvoersysteem open en laat het water af. Zie
rubriek ‘Reiniging en onderhoud van
het toestel’, alinea ’Het afvoersysteem reinigen’.
Wat gedaan als . . . ?
Trek de noodontgrendeling met
een lepelsteel omlaag. Nu gaat de
toesteldeur open.
37
Wat gedaan als . . . ?
Bij uitvoeringen met een afvoerklep:
Draai de programmakiezer in de
stand ‘
t einde’.
Maak het luikje van het afvoersysteem open. Zie rubriek ‘Reiniging en
onderhoud van het toestel’, alinea
’Het afvoersysteem reinigen’.
Duw de hendel voor de noodafvoer
omlaag. Zie afb. Hou die hendel vast
tot er geen water meer uitloopt.
Zorg ervoor dat de trommel stilstaat
voor u de was uitneemt. Grijp nooit
in een draaiende trommel. Anders
is het risico groot dat u zich kwetst.
Trek de noodontgrendeling met
een lepelsteel omlaag. Nu gaat de
toesteldeur open.
38
Technische dienst
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide
gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u, als de deur openstaat, bovenaan in de rand van de deur.
6 Afvoerslang (bij afvoerpomp)
7 Afvoerslang (bij afvoerklep)
8 In de hoogte regelbare voetjes
40
Opstellen en aansluiten
Het toestel opstellen
Plaats van opstelling
Het best geschikt is een betonnen
vloer. Bij zo’n vloer duiken er tijdens het
centrifugeren zelden trillingen op. Op
houten vloerbekleding of vloeren met
‘weke’ eigenschappen is dat wel het
geval.
Let op het volgende:
Stel het toestel waterpas en stevig
op.
Stel het toestel niet op vlakbij of
rechtstreeks boven een vloerputje
of een open afvoergeul. Indringend
vocht kan namelijk schade toebrengen aan elektrische onderdelen.
Vermijd het apparaat op een weke
vloer op te stellen, daar het anders
tijdens het centrifugeren kan gaan
trillen.
Installeer de wasautomaat in de hoek
van het vertrek. Daar is elke vloer namelijk het stevigst.
Bij opstelling op een voorhanden
(betonnen of gemetste) sokkel
moet u het toestel tegen wegglijden
beveiligen. Gebruik daartoe de bijgeleverde spanstrips. Hou de mon-
tagehandleiding in bijlage in acht.
Het toestel opstellen
Til het toestel van zijn verpakkings-
sokkel en transporteer het naar zijn
definitieve plaats.
Let daarbij op het volgende:
Til de machine niet bij de deur op.
De voeten en de plaats van opstelling moeten droog blijven. Anders
kan de machine bij het centrifugeren verschuiven.
Bij opstelling op een vloer met houten
balken:
Stel de machine op een minstens
3 cm dikke en 70 bij 60 cm grote
multiplex-plank op. Deze plank dient
op zoveel mogelijk balken te dragen
en daarmee met behulp van schroeven verbonden te zijn.
41
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
De transportbeveiliging verwijderen
Draai de linkse transportstang 90°.
Trek de stangen en de steunplaat uit.
Draai de rechtse transportstang 90°.
42
Sluit de gaatjes met de bijgeleverde
dopjes af.
Zonder transportbeveiliging mag de
machine niet worden vervoerd.
Bewaar de transportbeveiliging. Als
u de machine vervoert (bv. bij een
verhuizing) dient u die weer te monteren.
Opstellen en aansluiten
Opstellen
De machine stellen
De machine moet loodrecht staan en
gelijkmatig op de vier voetjes steunen
om perfect te werken.
Werk oneffenheden in de vloer weg
door de voetjes te regelen. In de fabriek werden de voetjes helemaal ingedraaid.
Het voetje uitdraaien en met de contramoer borgen
Kantel het toestel ietwat opzij en
zorg ervoor dat het niet omvalt.
Steek er bv. een blok hout onder.
Let erop dat het toestel niet wegglijdt. Er is risico op kwetsuren.
Draai het voetje 1 samen met de con-
tramoer 2 met behulp van een
schroevendraaier los. Draai naar
links. Zie afbeelding hieronder.
Schroef het voetje uit.
Zet het toestel weer op zijn voetjes.
Controleer met een waterpas of het
toestel loodrecht staat.
Hou het voetje 1 met een gastang
vast. Draai de contramoer 2 met een
schroevendraaier vast tegen de om-
manteling van het toestel. Draai naar
rechts.
Alle vier de contramoeren moeten
vast tegen de ommanteling zitten.
Controleer ook de voetjes die bij het
waterpas zetten niet hoefden uitgedraaid te worden. Anders bestaat
het risico dat het toestel verschuift.
43
Opstellen en aansluiten
Opstelling op een sokkel
44
Opstellen en aansluiten
1 Toevoerslang voor koud water
- blauwe streep zie ‘Wateraansluiting’
2 Toevoerslang voor warm water
- rode streep zie ‘Wateraansluiting’
3 Elektrische aansluiting - zie
volgende bladzijde
4 Muntapparaat - op verzoek
5 Paneel met uitleg over programma’s
6 Afvoerslang bij afvoerpomp - zie
‘Wateraansluiting’
7 Afvoerslang bij afvoerklep - zie
‘Wateraansluiting’
8 Betonnen sokkel, ter plaatse te
gieten. Is die niet voorhanden, dan
kan u bij de Technische Dienst van
Miele een stalen sokkel verkrijgen.
Zorg voor een goede verbinding
met de vloer.
9 Moer met zeskantkop M 10
Was- en droogzuil
U kan deze wasautomaat met een
Miele-droogautomaat tot een was- en
droogzuil combineren. Daartoe is een
tussenset* vereist.
Muntapparaat / Programmateller
Deze wasautomaat kan worden uitgerust met een muntapparaat*.
Bij een was- en droogzuil is er een
wandconsole vereist. Bij het muntapparaat vindt u een installatie- en bedradingshandleiding.
Het is ook mogelijk deze machine aan
te sluiten op een reeds voorhanden programmateller. Daartoe is een overeenstemmend aansluitsnoer* vereist.
De machine dient ook anders te worden geprogrammeerd. Dit karwei mag
u enkel door de Technische Dienst van
Miele of door uw Miele-handelaar laten
uitvoeren.
10 Spanstrip
11 Schroef, moerplaatje, plug 8x40
Bij opstelling op een niet-verbonden
dekvloer dient het vereiste bevestigingsmateriaal te worden gebruikt:
plugs en schroeven.
Systemen die het toestel automatisch uitschakelen (bv. timers),
mogen niet worden geïnstalleerd.
Al de onderdelen met een * kan u bij
uw Miele-handelaar en in de Technische Dienst van Miele verkrijgen.
45
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Uw toestel wordt met de volgende aansluiting geleverd:
– tweefasig 2N AC, 400 V, 50 Hz.
Het is omschakelbaar naar:
– driefasig, 3 AC 230 V, 50 Hz,
– eenfasig, AC 230 V, 50 Hz.
De aansluiting moet via een stopcontact met aarding gebeuren.
Het verdient aanbeveling een verliesstroomschakelaar met 30 mA uitschakelstroom voor het toestel te schakelen.
Dit verhoogt de veiligheid.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
smeltveiligheden vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de
gegevens van uw elektrische installatie.
Voorziet u een vaste aansluiting, dan
moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars
worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Daarbij
horen automatische uitschakelaars,
smeltveiligheden en contactsluiters.
Raadpleeg de omschakeltekening om
de machine op een andere spanning
om te schakelen. Die vindt u vlakbij de
aansluitklem op de rugzijde van de
machine.
De omschakeling mag enkel worden
uitgevoerd door een erkend vakman of
door de Technische Dienst van Miele.
De installatie of wijziging van de aansluiting, alsook de controle van aarding
en smeltveiligheden mogen enkel door
een erkend elektricien worden uitgevoerd. Die dient de plaatselijk geldende voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij in acht te nemen.
46
Opstellen en aansluiten
Watertoevoer
De koud-watertoevoer aansluiten
Deze machine mag u zonder terugstroombeveiliging op een drinkwaterleiding aansluiten.
Voor de aansluiting is een waterkraan
met 3/4" schroefkoppeling vereist. Is er
een nieuwe afsluitkraan te plaatsen,
laat die dan door een erkend installateur op de drinkwaterleiding monteren.
Op de afsluitkraan wordt de ca. 1,5 m
lange 3/8"-drukslang (met blauwe
streep) met 3/4"-schroefkoppeling aangesloten.
Deze slang is niet geschikt voor aansluiting op warm water.
Let erop dat het dichtingsringetje juist
in de schroefkoppeling zit.
Waar de machine aangesloten is, staat
ze onder druk. Controleer dus of er nergens een lek is. Draai daartoe de waterkraan zachtjes open.
Als extra toebehoren zijn er bij uw
Miele-handelaar en in de Technische
Dienst van Miele slangen verkrijgbaar
van 2,5 of 4 m lang.
De waterdruk moet tussen 1 en 10 bar
liggen. Bij hogere waterdruk dient er
een reduceerventiel in de waterleiding
te worden ingebouwd.
Bij een minimumdruk van 1 bar loopt er
in 15 seconden tijd 5 liter water in een
emmer. De waterkraan moet dan wel
volledig openstaan.
Zo u de slang vervangt, gebruik dan
enkel een degelijke uitvoering. Die
moet een springdruk van minstens
70 bar kunnen verdragen. Dat geldt
ook voor de aansluitingen. Originele
Miele-slangen voldoen aan deze eis.
47
Opstellen en aansluiten
Watertoevoer
De warm-watertoevoer aansluiten
Sluit de machine aan op een warm-
waterkringloopleiding. Zo houdt u het
stroomverbruik laag. De temperatuur
van het water aan de afsluitkraan mag
de 70 °C niet overschrijden.
In aftakleidingen (bv. aparte leidingen
naar een waterverwarmer) koelt het
water af zo er niet voortdurend water
verbruikt wordt. Om het sop op te warmen, is er dan meer stroom vereist.
Om functionele redenen is het niet
mogelijk de machine enkel op een
warm-waterleiding aan te sluiten.
Voor de warm-wateraansluiting gelden
dezelfde voorwaarden als voor aansluiting op koud water.
Wordt het toestel niet aangesloten op
warm water?
1 het toestel wordt
grammeerd
Sluit beide toevoerslangen aan op
koud water.
2 het toestel wordt
grammeerd
Laat de vereiste nieuwe programme-
ring door uw Miele-handelaar of door
de Technische Dienst van Miele uitvoeren.
Schroef de toevoerslang (met rode
streep) af.
Schroef de bijgeleverde dop erop.
48
niet anders gepro-
wel anders gepro-
Opstellen en aansluiten
Waterafvoer
Bij uitvoering met afvoerpomp
Het water wordt via een ingebouwde
afvoerpomp met een opvoerhoogte van
1 m weggepompt. De afvoerslang is
1,50 m lang. Opdat de afvoer degelijk
verloopt, mag die slang in geen geval
knikken vertonen. Het bochtstuk aan
het uiteinde van de afvoerslang kan u
draaien en er ook aftrekken.
De afvoerslang kan u zo plaatsen:
– U kan hem in een spoelbak of goot-
steen hangen (bij uitvoering met afvoerpomp). Maak de slang vast opdat ze niet wegglijdt. Is de slang niet
vastgemaakt, dan kan die door de
terugstoot van het weglopende
water uit de bak worden geslingerd.
Zo het water in een spoelbak wordt
afgevoerd, dient het vlot genoeg te
kunnen wegvloeien. Anders is er
risico dat het overloopt of een deel
van het weggepompte water in de
machine wordt teruggezogen.
Voor afvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,80 m) is er bij uw Miele-handelaar of in de Technische Dienst van
Miele een tweede afvoerpomp verkrijgbaar. Deze pomp moet wel tegelijk met
de originele pomp werken. Ze wordt
met de nodige ombouwset geleverd.
Bij uitvoering met afvoerklep
De machine wordt geleegd via een
elektromagnetische afvoerklep. Met
behulp van een bijgeleverde hoekaansluiting met 70 mm binnenwerks kan u
het water via een ter plaatse aangebracht zinkputje met reukafsluiter laten
afvoeren.
– U kan de slang op een kunststof
afvoerpijp met rubbernippel aansluiten. Er is niet absoluut een sifon nodig.
– U kan de machine ook direct via een
afvoeropening in de vloer laten leeglopen.
Zo dat nodig is, kan u de afvoerslang
tot 5 m verlengen. Het vereiste toebehoren vindt u bij uw Miele-handelaar of in
de Technische Dienst van Miele.
49
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte85 cm
Breedte59,5 cm
Diepte71,5 cm
Diepte bij openstaande deur107 cm
Gewicht112,5 kg
Maximumbelasting op de vloer2714 newton (272 kg)
Capaciteit5 kg droog wasgoed
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Smeltveilighedenzie typeplaatje
Waterdruk (toevoer)1 - 10 bar
Opvoerhoogte (met afvoerpomp), max.1 m
Geluidsdrukniveau tijdens het
centrifugeren< 70 dB(A)
Verkregen labelsradio- en tv-ontstoring
50
51
Wijzigingen voorbehouden/0001100
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.