Miele WS 5080, WS 5100, WS 5140 User manual [no]

Gebruiksaanwijzing Hoogcentrifugerende wasautomaat
Brugsanvisning Vaskemaskine
Bruksanvisning Tvättmaskin
Bruksanvisning Høytsentrifugerende vaskemaskin
WS 5080 / WS 5100 / WS 5140
M.-Nr. 04 506 764
2 M.-Nr. 04 506 764
Inhoudsopgave Indholdsfortegnelse Innhold
Veiligheidsinstrukties en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
- Verklaring van de bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
- Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
- Vulgewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
- Programma en temperatuur kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
- Wasmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
- Wasmiddeldosering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
- Foutmelding "ontsteking" en "pluizenfilter verstopt" . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
- Deur openen; was eruit halen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Instrukties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
- Bleekmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
- Met voorwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
- Zonder centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Centrifugeertijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Miniwasprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Stijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Programmadelen overslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Programma afbreken bij piek belasting net . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
- Stroomuitval tijdens een wasprogramma / Sop handmatig
weg laten lopen en deur ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
- Programma afbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
- Voorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
- Herprogrammering van het wasprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
- Extra programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
- Mogelijke oorzaken overmatige schuimvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Bladzijde / Side / Sida
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Betekenis van de symbolen op het typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Instrukties voor de installateur
Transportbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Stelvoeten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Watertoevoer / -afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrische verwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Stoomaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
EG-conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
De hoogcentrifugerende wasautomaat mag alleen door de Technische Dienst van Miele Nederland of door een erkend installateur opgesteld worden.
Indholdsfortegnelse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Innehållsförteckning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Innhold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
61
3
M.-Nr. 04 506 764 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Toelichting op de veiligheidsinstructies en waarschuwingen op de automaat
Lees de gebruiksaanwijzing.
Lees de aanwijzingen, bijvoor­ beeld een installatie-instructie.
Waarschuwing! Hete oppervlakken.
Waarschuwing! Spanning tot 1000 Volt.
Aarde
Desinfectieprogramma’s mogen niet worden onderbroken, want dat kan het desinfectiere­sultaat ongunstig beïnvloeden.
Gebruik nooit chemische middelen in
deze wasautomaat! Bij de meeste reini­gingsmiddelen, bijv. benzine, bestaat gevaar voor brand en/of explosies!
Bewaar en gebruik in de buurt van de
wasautomaat geen benzine, petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Gebruik het machinedeksel niet als werkblad.
Er bestaat gevaar voor brand en explosies!
Wordt de automaat professioneel ge-
bruikt, dan mag alleen geïnstrueerd/ge­schoold personeel de automaat bedienen.Als de automaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opgesteld, moet de exploitant veiligstel­len dat de automaat zonder risico kan worden gebruikt.
Elektrische veiligheid
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de wasautomaat in gebruik neemt. Dat is veili­ger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan de wasautomaat.
Efficiënt gebruik van de wasautomaat
Deze wasautomaat is alleen bestemd voor wasgoed dat niet met gevaarlijke of
ontvlambare middelen is vervuild.
Was in deze automaat uitsluitend was-
goed dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het etiket geschikt is voor machi­naal wassen.
De gebruiker moet de desinfectiestan-
daard van thermische en chemo-thermi­sche procédés (overeenkomstig §18 IfSG) be­waken. De procédés dienen regelmatig meettechnisch of met behulp van chemo-indi­catoren te worden gecontroleerd. Bij thermische desinfectie moet aan de tempe­ratuur-/fabrieksparameters worden voldaan, bij chemo-thermische desinfectie ook aan de concentratieparameters.
De elektrische veiligheid van deze machi-
ne is alleen gewaarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem. Het is zeer belangrijk dat deze veiligheidsvoorzie­ning aanwezig is. Laat de huisinstallatie in ge­val van twijfel door een vakman controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge­steld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De veiligheidsvoorzieningen en de bedie-
ningselementen van de wasautomaat mo­gen niet worden verwijderd of beschadigd.
Wanneer de bedieningselementen of de
isolering van leidingen is beschadigd, mag de wasautomaat niet meer worden ge­bruikt voordat alles is gerepareerd.
Gebruik de wasautomaat alleen als alle af-
neembare afdekkingen zijn gemonteerd en het daardoor niet mogelijk is om in aanra­king te komen met onderdelen die onder stroom staan of die in beweging zijn.
Er staat alleen dan geen spanning op de
wasautomaat als de hoofdschakelaar of de zekering van de huisinstallatie is uitgescha­keld.
4 M.-Nr. 04 506 764
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan machines die elektrisch,
met gas of met stoom worden gestookt, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakmensen van Miele. Ondeskundige repara­ties leveren een groot gevaar op voor de ge­bruiker.
Probeer de vuldeur van de wasautomaat
nooit met geweld te openen. Om de veilig­heidsfunctie van het deurslot te waarborgen, heeft de deurgreep een speciale afbreekbe­veiliging.
Defecte onderdelen mogen uitsluitend
worden vervangen door originele Miele­onderdelen. Alleen dan is gewaarborgd dat de machine volledig voldoet aan alle veilig­heidseisen die wij aan onze machines stellen.
Het feit dat er gebruik is gemaakt van het
beste materiaal en dat er zeer zorgvuldig te werk is gegaan, beschermt de toevoerslan­gen niet tegen schade door ouderdom. Door scheurtjes, knikken, deuken e.d. kan een lek in de slangen ontstaan, waardoor wa­ter wegloopt. Controleer de toevoerslangen daarom regel­matig. U kunt ze dan op tijd vervangen, waardoor u waterschade voorkomt.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
- gelden alleen voor gasverwarmde was-
automaten -
Doof onmiddellijk alle vlammen!
Open onmiddellijk alle ramen en deuren!
Sluit onmiddellijk de gaskranen bij de gas­meter of de hoofdkraan!
Betreed ruimten waar een gaslucht is waar te nemen nooit met open vuur!
Steek geen lucifers of aanstekers aan!
Niet roken!
Veroorzaak geen elektrische vonken, bijv. door stekkers uit het stopcontact te trek­ken of het gebruik van elektrische schake­laars of bellen.
Sluit de gaskraan die ter plaatse voor de wasautomaat is aangebracht.
Wanneer u de oorzaak van de gaslucht niet kunt vaststellen terwijl alle gaskranen zijn gesloten, moet u het plaatselijke gas­bedrijf waarschuwen.
Let op! Vóór beëindiging van de werkzaam­heden voor de ingebruikneming, bij onder­houd, ombouw of reparaties moeten alle gas­leidingen en onderdelen waar gas door stroomt, van de gaskraan tot de inspuiter, op lekkage worden gecontroleerd. Let met name op de meetaansluitingen bij de gasklep, de netdrukwachter en de brander. Controleer als de brander is uitgeschakeld èn als de brander is ingeschakeld.
Gebruik van het apparaat
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt
door personen die in staat zijn het appa­raat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiks­aanwijzing!
Zorg ervoor dat kinderen nooit in, op of in
de buurt van de wasautomaat spelen of deze zelfs bedienen.
Als er op hoge temperaturen wordt gewas-
sen, bedenk dan dat het kijkglas heet wordt. Zorg er daarom voor dat kinderen het kijkglas niet kunnen aanraken als de wasauto­maat aan staat.
Sluit de deur nadat u de automaat heeft
gebruikt. Zo voorkomt u dat:
- kinderen zich in de automaat opsluiten of voorwerpen erin verstoppen.
- kleine dieren in de automaat opgesloten ra­ken.
Overtuig uzelf ervan dat de trommel hele-
maal stilstaat voordat u de was uit de au­tomaat haalt. Wanneer u in een draaiende trommel grijpt, bestaat er een groot gevaar voor verwondingen.
Het water in de wasautomaat is sop en
dus geen drinkwater! Laat het sop in een afvoersysteem weglopen dat speciaal daarvoor is aangelegd.
Wanneer de wasautomaat zonder toe-
zicht aan staat, moet zich in de directe omgeving van de automaat een afvoer in de vloer (gully) bevinden.
M.-Nr. 04 506 764 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Desinfectie- en reinigingsmiddelen bevat-
ten vaak chloorhoudende verbindingen. Wanneer dergelijke middelen op een roest­vrijstalen oppervlak opdrogen, tasten de chlo­riden die daarbij ontstaan het roestvrije staal aan en veroorzaken roest. U beschermt het roestvrije staal het best als u voor het wassen/desinfecteren en voor het rei­nigen van de roestvrijstalen oppervlakken al­leen middelen gebruikt die geen chloor bevat­ten. Informeer in geval van twijfel bij de fabrikant van het middel. Wanneer chloorhoudende middelen per onge­luk toch op roestvrij staal terechtkomen, ver­wijder ze dan met water. Wrijf het oppervlak daarna met een doek droog.
Kleur- en ontkleurmiddelen en ontkalkings-
middelen moeten geschikt zijn voor ge­bruik in de wasautomaat. Let altijd op de aan­wijzingen van de fabrikant van het middel.
Gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen alleen worden inge-
bouwd als ze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Wanneer andere onderdelen wor­den aan- of ingebouwd, vervallen de garantie en de productaansprakelijkheid.
Let bij gebruik van speciale reinigingsmid-
delen en speciale producten op de aanwij­zingen van de desbetreffende fabrikant. Ge­bruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabrikant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties. Vraag in geval van twijfel de fabrikant van het mid­del of het geschikt is voor gebruik in wasauto­maten.
Wanneer voor een bepaalde toepassing
een chemisch hulpmiddel wordt aanbevo­len, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het middel op het wasgoed en de machi­ne. Houd er rekening mee dat veranderingen in formules en opslagvoorschriften die niet af­komstig zijn van de fabrikant van de chemi­sche middelen het wasresultaat kunnen beïn­vloeden.
Controleer het wasresultaat bij wasgoed
dat met biologische oliën of vetten ver­vuild is. Als het wasgoed niet schoon genoeg is, kan tijdens het droogproces zelfontbran­ding optreden. Gebruik voor dergelijk was­goed speciale wasmiddelen of speciale was­programma’s.
Voor het reinigen van de wasautomaat
mag geen hogedrukspuit en geen water­straal worden gebruikt.
6 M.-Nr. 04 506 764
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelhe­den, des te groter de kans op schade aan
onderdelen van de automaat.
Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochloride en poedervormige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de tempe­ratuur - de beschermlaag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op onderdelen van de automaat. Om deze rede­nen dient u af te zien van het gebruik van der­gelijke middelen. In plaats daarvan adviseren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt, dient u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de wasautomaat en de was onherstelbaar be­schadigd raken.
Het afgedankte apparaat
Wanneer u de oude wasautomaat afdankt
(laat afvoeren), maak dan eerst het deur­slot onbruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelende kinderen zich opsluiten en in levens­gevaar komen.
Wanneer andere personen worden geïn­strueerd om de wasautomaat te bedienen, moeten zij op de hoogte worden gesteld van deze belangrijke veiligheidsinstructies.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvul­dig!
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aan­sluitend op het gebruik van het chloorbleek­middel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreini­gingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een behandeling met waterstofperoxide het neu­tralisatieproces van chloor ondersteunt, dient daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaatse volgens de doseeradviezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn achter­gebleven.
M.-Nr. 04 506 764 7
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mo­gelijke belasting van het milieu en de mogelijk­heden voor recycling. Hergebruik van het ver­pakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de ver­pakking zelf wegdoet, informeer dan bij de rei­nigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behan­deling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Het apparaat moet volgens de daarvoor gel­dende voorschriften worden verwijderd. Neem zo nodig contact op met Miele Profes­sional of met de vakhandelaar.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd bui­ten het bereik van kinderen worden opgesla­gen. Hierover vindt u meer informatie in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschu­wingen".
8 M.-Nr. 04 506 764
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
12345 6
1 Onstoringstoets 4 Kontrolelampjes programmaverloop
(alleen bij automaten met gasverwarming)
2 Druktoetsen 6 Noodschakelaar 3 Temperatuur- en resttijddisplay
5 Programma- en temperatuurschakelaar
De constructie van het apparaat voldoet aan IEC 60204-1:2005.
waterkranen
wasmiddelvakje
bedieningspaneel
deur
sokkel (optie)
hoofdschakelaar
waterafvoer
afvoerputje in de vloer
WS 5080/5100/5140
M.-Nr. 04 506 764 9
Beschrijving van het apparaat
9 10
12345
1 = Toets "Aan-Uit"
2 = Toets "Met voorwas"
Voor sterk vervuild wasgoed.
Alleen mogelijk bij de programma’s
en
en
E
A, B
3 = Toets "Stijven"
Moet de was worden gesteven, dan moet deze toets worden ingedrukt. De toets funktioneert alleen bij de programma’s
A
4 = Toets "Zonder centrifugeren"
Wanneer het wasgoed na het spoelen niet moet worden gecentrifugeerd, moet deze toets worden ingedrukt.
5 = Toets "Start"
Druk deze toets in wanneer u een pro­gramma wilt starten.
.
C
.
67 8
6 = Display voor de tijd in uren
7 = Display voor de tijd in minuten
Hierin kunt u aflezen hoe lang het pro­gramma nog duurt, resp. bij voorkeuze hoelang het duurt voordat het program­ma start. Of voor de temperatuur in oC De temperatuur wordt bij 20 oC en hoger per 5 oC weergegeven.
8 = Toets "Voorkeuze"
U kunt de gewenste begintijd van een programma tot max. 9,5 uur van te voren instellen. Voor een uitvoerige beschrijving zie p. 18.
9 = Kontrolelampje "Tijd"
Geeft aan dat in display 6 en 7 de tijd kan worden afgelezen.
10 = Kontrolelampje "Temperatuur oC"
Geeft aan dat in display 7 de tempera­tuur kan worden afgelezen.
10 M.-Nr. 04 506 764
Beschrijving van het apparaat
11
11= Kontrolelampjes programmaverloop
Aan Voorwas Hoofdwas Spoelen Stijven Spoelen Zonder centrif. Centrifugeren Einde/Deur Storing
Watertoevoer Waterafvoer
Deze betekenen: "Niveau" Fout in het niveausysteem (waterstand). "Verwarming" Fout in het verwarmingssysteem. "Aandrijving" Fout in het aandrijvingssysteem. "Deur" Fout in het vergrendelingssysteem. Handmatig ontgrendelen (beschreven onder "Stroomuitval tijdens een wasprogramma"). Deze bovenstaande fouten resp. storingen mogen alleen worden verholpen door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. "Watertoevoer" Toen de automaat in gebruik is genomen zijn de waterkranen (ter plaatse) niet geopend, resp. de zeven in de waterdrukslangen of wa­tertoevoerkranen zijn vervuild. "Waterafvoer" De afvoer van de hoogcentrifugerende wasau­tomaat is verstopt, resp. de afvoerklep* is de­fekt. Nadat de fouten of storingen zijn verholpen, moet het wasprogramma opnieuw worden ge­start.
*) Een defekte afvoerklep mag alleen door de Technische Dienst van Miele Nederland worden gerepareerd.
Foutmeldingen
Fouten resp. storingen worden aangegeven door knipperende kontrolelampjes.
niveau verwarming aandrijving
deur
watertoevoer waterafvoer
Geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasver­warming Foutmelding "verwarming" Het controlelampje "verwarming" knippert als bijvoorbeeld de gastoevoer naar de wasauto­maat is geblokkeerd door een ventiel dat nog afgesloten is. Er kunnen nog meer lampjes gaan knipperen, maar dat kunt u verwaarlozen.
Zet het ventiel open en druk daarna tweemaal op de "aan-uit" toets. De wasautomaat wordt nu opnieuw gestart.
Als het controlelampje na deze handeling nog blijft knipperen, schakel dan de Technische Dienst van Miele in.
M.-Nr. 04 506 764 11
Beschrijving van het apparaat
12
12 =Programma- en temperatuurkeuzeknop
Met de programmakeuzeknop wordt het wasprogramma gekozen.
Witte/Bonte was
A
Kreukherstellend
B
Fijn/Synthetisch
C
Wol
D
Miniwasprogramma
E
Extra spoelen en centrifugeren
F
Extra centrifugeren
G
Extra afvoer
H
14
14 = Noodschakelaar
Alleen gebruiken in noodgevallen. Als er geen gevaar meer is, kunt u de schakelaar ontgrendelen door de gekar­telde schijf naar rechts te draaien.
Na de ontgrendeling knippert in het dis­play "Tijd" of "Temperatuur". Om het on­derbroken programma voort te zetten moet u de "Start"-toets opnieuw indruk­ken.
r
13 = Onstoringstoets
12 M.-Nr. 04 506 764
Einde
13
(alleen bij WS5100/WS5140 met gasverwarming)
Bij een storing in de ontsteking moet u deze ontstoringstoets niet eerder dan na 1 minuut indrukken.
Gebruik
INGEBRUIKNEMING
De hoogcentrifugerende wasautomaat mag al­leen door de Technische Dienst van Miele Ne­derland of een erkend installateur in gebruik worden genomen.
Waterkraan (ter plaatse) openen.
Hoofdschakelaar (ter plaatse) inschakelen.
Maak alle zakken leeg.
Voorwerpen als munten, paperclips e.d. kunnen wasgoed en onderdelen van de automaat beschadigen.
Trommel vullen.
Programma en temperatuur kiezen
(bijv. programma 95 oC).
Witte / Bonte was
A
Vulgewicht (droog wasgoed)
WS 5080 WS 5100 WS 5140
Programma A, E, F,
max. 8 kg max. 10 kg max. 14 kg
Programma
max. 2,5 kg max. 3,5 kg max. 5 kg
Programma C,
max. 1,5 kg max. 2 kg max. 3 kg
Deur sluiten.
B
G
D
*
Voorwas is alleen mogelijk bij de program-
ma’s A,B,C. Druk hiervoor de toets "Met voorwas" in.
Doseer het wasmiddel voor de hoofdwas
*
"Aan-Uit" -toets indrukken.
Het kontrolelampje "Aan" gaat branden en het kontrolelampje "Tijd" knippert.
M.-Nr. 04 506 764 13
in vakje II - en indien gewenst - wasmiddel voor de voorwas in vakje I, doseer was-
verzachter in vakje het vakje zonder symbool.
en bleekmiddel in
§
Gebruik
Wasmiddeldosering U moet in principe voorkomen dat er teveel wasmiddel wordt gedoseerd, omdat dit tot ver­hoogde schuimvorming leidt. Gebruik geen sterk schuimende wasmiddelen.
Belangrijk! Gebruik alleen wasmiddelen van een goede kwaliteit. Zo voorkomt u dat bij wasautomaten met gasverwarming de verwar­mingsbuizen worden aangetast.
Doseerhoeveelheid: U dient de aanwijzingen van de wasmiddelen­fabrikant beslist in acht te nemen.
Als de toets "Zonder centrifugeren" is inge­drukt, wordt het wasprogramma in de laatste spoelgang onderbroken. Het kontrolelampje "Zonder centrifugeren" gaat branden. Het wasgoed blijft in het water liggen.
Druk opnieuw de toets "Zonder centrifuge­ren" in. Het wasgoed wordt dan gecentrifu­geerd en het water wordt afgevoerd!
Moet het programma worden beëindigd zonder centrifugeren, zet dan de program­maschakelaar op:
(extra afvoer).
H
Geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasver­warming
Let op: Doseer de wasverzachter resp. het bleek­middel niet hoger dan de markering.
Wanneer u een bleekmiddel gebruikt moet u minstens 4 spoelgangen programmeren (zie "herprogrammering van het wasprogramma" en de tabel voor het wijzingen van een pro­gramma).
*
Druk de "Start"-toets in. Het kontrolelampje "Tijd" gaat uit en het kontrolelampje "Temperatuur" gaat branden. Het wasprogramma begint.
Foutmelding "ontsteking" Als op het display "tijd h" het symbool " y " verschijnt is er een storing in de ontste­king.
Schakel opnieuw het gas in door - niet eerder dan na 1 minuut - de ontstorings­toets in te drukken.
Als dit geen resultaat heeft, schakel dan de Technische Dienst van Miele in.
Foutmelding "pluizenfilter verstopt". Als u gedurende een programma een doorlopend geluidssignaal hoort, moet het pluizenfilter worden schoongemaakt (zie Reiniging en Onderhoud, "pluizen­filter reinigen").
14 M.-Nr. 04 506 764
Gebruik Instrukties
Open de deur als het programma is afgelo­pen.
*
Nadat het kontrolelampje "Einde" is gaan branden kunt u de deur openen door aan de handgreep te trekken. Let op: Als de deur niet geopend kan worden, dan moet u tegen de deurgreep duwen en vervolgens nog eens aan de deurgreep trekken.
- Open de deur nooit met geweld! -
Haal de was uit de automaat.
- Laat geen wasgoed in de trommel achter. Het achtergebleven wasgoed kan bij een volgend programma krimpen of ander textiel doen verkleuren. -
Met voorwas
*
Bij sterk vervuild wasgoed kan "Met voorwas" worden gekozen. De toets funktioneert alleen wanneer het pro­gramma Witte/Bonte was, Kreukherstellend of Fijn/Synthetisch is gekozen.
Als er al een programma is gestart werkt de toets "Met voorwas" niet meer.
Zonder centrifugeren
Wanneer er op korte termijn geen gebruik meer wordt gemaakt van de wasautomaat
Schakel dan de hoofdschakelaar (ter plaat­se) uit.
Draai de waterkranen (ter plaatse) dicht.
Instrukties
Bleekmiddel
U kunt textiel alleen bleken als dat in het wa­setiket is aangegeven met het symbool y . Giet het vloeibare bleekmiddel uitsluitend in het daarvoor bestemde vakje (zonder sym-
bool). Het bleekmiddel wordt dan automatisch tijdens de tweede spoelbeurt in de trommel gespoeld (koud bleken). U kunt bont wasgoed alleen met bleekmiddel behandelen als de fa­brikant uitdrukkelijk op het wasetiket vermeldt dat het textiel kleurecht is en gebleekt mag worden.
*
"Zonder centrifugeren" kan bij alle program­ma’s worden gekozen. Nadat het programma is gekozen moet de toets "Zonder centrifugeren" worden inge­drukt. Wanneer het programma het onderdeel "Zon­der centrifugeren" heeft bereikt, gaat het kon­trolelampje "Zonder centrifugeren" branden en geeft daarmee aan dat het programma moet worden voortgezet. U kunt het programma met centrifugeren voortzetten door de toets "Zonder centrifuge­ren" in te drukken en zo terug te laten sprin­gen. Als er in een programma niet moet worden ge­centrifugeerd, dan moet het programma "H" (Extra afvoer) worden gekozen. De afvoer­klep wordt 1 minuut geopend zonder dat op de toets "Start" hoeft te worden gedrukt.
M.-Nr. 04 506 764 15
Instrukties
Centrifugeertijden
- Na de laatste spoelgang en wanneer de toets "Zonder centrifugeren" niet is ingedrukt.
- Programma:
A
en
F
en
D
B, C E
Wanneer de toelaatbare onbalans wordt over­schreden, wordt het centrifugeren onderbro­ken. De wasautomaat begint automatisch weer te centrifugeren wanneer de automaat de toelaatbare onbalans niet meer over­schrijdt.
Miniwasprogramma
Dit programma is alleen voor licht vervuild wasgoed bestemd. Gebruik een navenante hoeveelheid wasmiddel. Het programma bestaat uit een hoofdwas (wastemperatuur 40 oC; dit kunt u herpro­grammeren naar koud, 50 oC of 60 oC), 2 spoelgangen en eindcentrifugeren.
Stijven
= 7 minuten
=1 minuut
= 7 minuten
Giet het volgens de aanwijzingen van de fabri­kant aangemaakte stijfsel bij het inspoelwater in vakje I.
Programmadelen overslaan
Moeten er programma-onderdelen worden overgeslagen, dan moet de programmakeuze­knop op "Einde" worden gezet. De kontrole­lampjes voor het programmaverloop geven knipperend het verkorte programma aan. Door opnieuw het programma te kiezen, kunt u het programma voortzetten.
Programma-afbreking
*
"Stijven" kan worden gekozen bij het program­ma Witte/Bonte was en het miniwasprogram­ma. Nadat het programma is gekozen moet de toets "Stijven" worden ingedrukt. Wanneer het programma het onderdeel "Stijven" heeft bereikt, dan gaat het kontrole­lampje "Stijven" branden. U kunt het program­ma voortzetten door de toets "Stijven" nog een keer in te drukken en zo terug te laten springen.
16 M.-Nr. 04 506 764
bij aktieve maximale piekbelasting
Het wasprogramma wordt afgebroken als de verwarming in de thermostopfase langer dan 45 minuten is uitgeschakeld. Met de foutmelding "Verwarming" wordt aan­gegeven dat het programma is afgebroken (het kontrolelampje "Hoofdwas" knippert). Toets "Aan-Uit" naar buiten laten springen en weer indrukken. Het kontrolelampje "Hoofdwas" gaat uit. Druk de "Start"-toets in. Dan start het programma opnieuw.
Instrukties
Stroomuitval tijdens een wasprogramma / Sop handmatig weg laten lopen en deur ontgrendelen
Als de stroom gedurende korte tijd uitvalt: Het programma blijft steken op de stand waar­op het op het moment van de stroomuitval staat. Als de stroomstoring is verholpen knip­pert het display voor de tijd of de temperatuur en geeft daarmee aan dat het programma is onderbroken.
*
Druk de "Start"-toets in; het programma wordt voortgezet.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt: Hoofdschakelaar (ter plaatse) uitschakelen. Programmakeuzeknop op "Einde" zetten.
Om de was uit de trommel te kunnen halen moet u eerst de afvoerklep en daarna de deur handmatig openen. Sluit de waterkranen ter plaatse.
Draai de ontluchtingsschroef daarna weer vast en controleer of deze waterdicht is.
Open de deur en neem het wasgoed uit de trommel.
Let op:
1. Steek de schroevendraaier eerst in de ope­ning (zie afbeelding), druk hem naar binnen en houd hem vast.
2. Duw met de rechter hand tegen de deur­greep en open vervolgens de deur door aan de deurgreep te trekken.
- Open de deur nooit met gewedt! -
Programma-afbreking
Open de afvoerklep door de ontluchtings­schroef (met sleutel 17) los te draaien - nooit helemaal eruit draaien -. Laat het sop weglo­pen. Let op! Uit de schroefopening kan onge­veer 100 ccm water lekken. Vang dit op in een teil.
M.-Nr. 04 506 764 17
Wanneer het programma moet worden afge­broken, dan moet de programmakeuzeknop op "Einde" worden gezet en de toets "Start" in­gedrukt.
Instrukties
De deur kan niet worden geopend
Druk op de deurgreep. Schakel de machine uit en in en trek vervolgens opnieuw aan de deurgreep.
Als de deur niet opengaat, is de afbreekbe­veiliging losgeklikt.
De deurgreep functioneert nu niet meer. De deur kan niet worden geopend of gesloten.
De afbreekbeveiliging voorkomt dat de deurgreep en het slot beschadigd raken als men probeert de deur met geweld te ope­nen.
Voorkeuze
*
Nadat de deur is gesloten en de "Aan-Uit"­toets ingedrukt begint het kontrolelampje "Tijd" te knipperen. Dit wijst erop dat het mo­gelijk is de start van het door u gewenste pro­gramma van te voren in te stellen.
Met de toets "Voorkeuze" kunt u vóórdat u een programma kiest of ook nadat u een pro­gramma heeft gekozen de gewenste begintijd tot max. 9,5 uur van te voren instellen en wel per 30 minuten. Wanneer er in het display 9 h 30 min wordt aangegeven en u dan nog eens op de toets "Voorkeuze" drukt, verdwijnen de cijfers. Als u daarna weer een keer de toets "Voorkeuze" indrukt, dan verschijnt in het dis­play weer 30 minuten.
Druk met kracht op de deurgreep totdat de be­veiliging weer hoorbaar vastklikt.
- De deur kan daarna weer worden geopend en gesloten.
U bent klaar met het instellen van de voorkeu­ze als u op de "Start"-toets drukt. De tijd in het tijdsdisplay wordt afgeteld en het display geeft aan hoe lang het nog duurt voordat het programma automatisch start.
Als het programma is gestart kunnen de voor­keuze en het daarvóór gekozen programma alleen worden gewist als de programmakeu­zeknop op "Einde" wordt gedraaid en de Start­toets wordt ingedrukt.
Na afloop van de ingestelde voorkeuze start het programma; het kontrolelampje "Tijd" gaat uit. Het display voor de tijd in minuten of de temperatuur in oC geeft de watertemperatuur aan totdat de afvoerklep aan het einde van de hoofdwas open gaat. Daarna wordt de reste­rende tijd aangegeven tot het einde van het programma.
18 M.-Nr. 04 506 764
Instrukties
Herprogrammering van het wasprogramma
Ieder wasprogramma kan apart worden veran­derd en op deze wijze aan verschillende was­gewoonten en -methoden worden aangepast.
Voorbeeld van een herprogrammering
Vereisten:
De hoogcentrifugerende wasautomaat moet uitgeschakeld en de deur moet gesloten zijn.
Alle overige toetsen moeten op "Uit" staan, d.w.z. niet ingedrukt zijn.
*
Toets "Aan-Uit" indrukken. Het kontrolelampje "Aan" brandt en het kontrolelampje "Tijd" knippert.
*
Toets "Met voorwas" binnen 4 sekonden 2x indrukken en 2 x weer naar buiten laten springen.
De programmakeuzeknop moet op "Einde" staan.
Na enige sekonden brandt in het linker tijds­display de hoofdletter "P".
De kontrolelampjes "Voorwas" en "Hoofd­was" in het programmaverloop knipperen.
Het programma kan worden veranderd. Voor voorbeeld zie volgende bladzijde.
M.-Nr. 04 506 764 19
Instrukties
Voorbeeld:
Verandering van de temperatuurstop in de voorwas van 4 minuten in 2 resp. 8 of 20 minuten.
*
4 Minutes 2 Minutes
8 Minutes 20 Minutes
Gekozen wordt 8 minuten.
De programmakeuzeknop op het program-
Laat de "Aan-Uit" toets naar buiten sprin­gen door deze in te drukken.
De verandering van de temperatuurstoptijd in de voorwas is opgeslagen; de herprogramme­ring is voltooid.
Noteer de herprogrammering op de lijst op de volgende bladzijde.
ma
De "Start"-toets net zo lang indrukken tot­dat
in het display "P3" verschijnt.
/ 95 oC" zetten
A
Zet de programmakeuzeknop op "Einde".
Verdere mogelijkheden voor programma­verandering zie de volgende bladzijde.
*
20 M.-Nr. 04 506 764
Instrukties
Programma-
veranderingen
Temperatuurstoptijd
in de voorwas
Temperatuurstoptijd
in de extra voorwas
Temperatuur in de
Voorwas
Intervalcentrifugeren na de laatste
Temperatuurstoptijd in de
Hoofdwas
(Stapsgewijs afkoelen van het sop)
Spoelen
Laatste spoelgang met warm water
Duur van de watertoevoer
Temperatuurstop in het mini-
Extra funkties
voorwas
Temperatuur in de
extra voorwas
Niveau in de
voorwas
Niveau in de
extra voorwas
voorwas
hoofdwas
Niveau in de
hoofdwas
Reaktiveren
(afkoelen van het sop)
Cool Down
Spoeltijd
Aantal spoelgangen
Niveau in de
spoelgangen 1 - 5
1 minuut wassen
met waterafvoer
programma
Temperatuur in het
mini-programma
3)
4)
4)
Positie van de
programma-
keuzeknop
Witte /bonte
was 95 °C
Witte /bonte
was 80 °C
Witte /bonte
was 70 °C
Witte /bonte
was 60 °C
Witte /bonte
A
was 50 °C
Witte/bonte
was 40 °C
Witte/bonte
was 30 °C
Kreukherstellend
Kreukherstellend
Kreukherstellend
B
Kreukherstellend
Kreukherstellend
Fijn/synthetisch
Fijn/synthetisch
Fijn/synthetisch
C
Fijn/synthetisch
Wol 40 °C
Wol 30 °C
D
Wol 20 °C 40 °C
95 °C
60 °C
50 °C
40 °C
30 °C
60 °C
40 °C
30 °C
20 °C
Standaard
*
1 * 2 3 4
4 min 2 min 8 min 20 min
0 min 4 min 6 min 10 min
40 °C
40 °C
4)
I
IIII
ja nee
6 min 4 min 12 min 20 min
2)
I
ja nee
ja nee
3 min 3,5 min 4 min 4,5 min
34 5 2
II III I
nee ja
nee ja
0 30 sek 45 sek 90 sek
6 min 4 min 2 min 1 min
Opties
koud
koud
koud
50 °C 60 °C
50 °C 60 °C
II I III
2)
II I III
50 °C 60 °C
III
Opmerkingen Geprogram-
met "0" geen extra voorwas
alleen voor witte- / bonte was en kreukherstellend
alleen voor witte- /bonte was en kreukherstellend
alleen voor witte- / bonte was 60 °C
alleen voor witte- /bonte was, kreukherstellend en fijn/synthetisch
alleen voor witte-/bonte was, mini en kreukherstellend
alleen voor witte-/bonte was 60 °C
alleen voor spoelgang 2 - 5
alleen voor witte-/bonte was, kreukherstellend, fijn/synthetisch en wol
alleen voor witte-/bonte was, mini en kreukherstellend
alleen voor spoelgang 3 - 5
warmwaterkraan l, warmwaterkraan II en koudwaterkraan III
alleen voor de 1ste watertoevoer
1)
meerde
opties
noteren
Spoelgangen in het
mini-programma
Tijd van het
eindcentrifugeren
Tijd van het
eindcentrifugeren
Tijd van het
eindcentrifugeren
1) De duur van de watertoevoer wordt altijd alleen voor de eerste watertoevoer ingesteld. Daarbij moet niveau I in de voorwas, extra-voorwas en de hoofdwas geprogrammeerd zijn. De duur van de watertoevoer wordt beperkt tot niveau III.
2) Speciale watertoevoer in de voorwas, resp. hoofdwas (slechts 1 watertoevoer). Tot niveau I is er geen wasbeweging. Van niveau I tot niveau II een behoedzaam wasritme. Vanaf niveau II een normaal wasritme en er wordt alleen nagevuld tot het terugschakelpunt niveau I op niveau I.
3) Deze funktie wordt alleen uitgevoerd zonder voorwas. Met een voorwas beperkt men zich in de hoofdwas altijd tot niveau I.)
4) Een verandering van de standaardoptie mag alleen aangebracht worden na een van te voren gemaakte afspraak met de Technische Dienst, in het bijzonder, wanneer de standaardopties van de drie met
4)
E F G H
23 4 5
alleen witte-/ bonte was en
7 min 5 min 3 min 11 min
7 min 5 min 3 min 14 min
7 min 5 min 3 min 1 min
4)
aangegeven funkties tegelijkertijd moeten worden veranderd.
mini
alleen voor extra centrifugeren
alleen voor extra spoelen en centrifugeren
M.-Nr. 04 506 764 21
Instrukties
Extra programma’s De programmering van deze programma’s mag alleen door de Technische Dienst wor­den uitgevoerd.
Programma "Sluice" (geldt alleen voor Groot-
Brittannië) [2 x voorspoelen, voorwas, hoofdwas, 3 spoelgangen, eindcentrifugeren]
Programma "Thermische desinfektie zonder
voorwas" [laatste spoelgang met 70 oC]
Programma "Chemothermische desinfektie
zonder voorwas" [Hoofdwas 60 oC (+2, -1 oC), Temperatuurstoptijd 10 minuten en laatste spoelgang met 70 oC]
Programma "Faecalisch"
[3 x voorspoelen, voorwas, voorspoelen, hoofdwas, 3/4/5 spoelgangen, eindcentri­fugeren]
Programma "Thermische desinfektie met
voorwas" [voorwas met 95 oC (+2, -1 oC) en temperatuurstoptijd 10 minuten]
Programma "Sanfor methode"
[hoofdwas, temperatuurstop 40 minuten, 2 spoelgangen
1. spoelgang 60 oC, temperatuur­stop 6 min.
2. spoelgang 60 oC, temperatuur­stop 9 minuten, eindcentrifugeren]
22 M.-Nr. 04 506 764
Instrukties
Mogelijke oorzaken overmatige schuimvor­ming:
Wasmiddelsoort
Gebruik wasmiddelen voor professionele wasautomaten. Gebruik geen huishoud­wasmiddelen.
Overdosering
Volg de dosering van de wasmiddelenfa­brikant. Let ook op de waterhardheid* in uw regio.
Sterk schuimend wasmiddel
Gebruik een minder schuimend wasmid­del of neem contact op met een deskundi­ge.
Zeer zacht water
Bij waterhardheidsgraad 1 dient u minder wasmiddel te gebruiken. Volg de aanwij­zingen van de wasmiddelenfabrikant.
Doseer tot 30% minder wasmiddel (niet bij desinfectie).
Waterhardheid
Hardheids-
graad
I zacht 0 - 1,3 0 - 7
II gemiddeld 1,3 - 2,5 7 - 14
III hard 2,5 - 3,8 14 - 21
IV zeer
*) Als u de waterhardheid in uw regio niet kent, neem dan contact op met uw waterbe­drijf.
Aandui-
ding
hard
Hardheid in mmol/l
boven
3,8
°dH
boven
21
De vervuilingsgraad van het wasgoed
Bij licht verontreinigd wasgoed kunt u min­der wasmiddel doseren. Volg de aanwijzin­gen van de wasmiddelenfabrikant.
Restanten reinigingsmiddelen in de was
Spoel het wasgoed eerst. Doe dat met koud water en gebruik geen wasmiddel. Spoel wasgoed dat met inweekmiddel is behandeld goed uit.
Geringe washoeveelheid
Verlaag de wasmiddeldosering dienover­eenkomstig.
Gasverwarmde machines
Bij gasverwarmde automaten wordt het sop langs het verwarmingsregister gepompt. Door deze extra beweging van het sop wordt het wasmiddel optimaal benut, maar neemt ook de schuimvorming toe.
Houd rekening met de voorgaande punten.
Gebruik een schuimreducerend wasmid­del.
M.-Nr. 04 506 764 23
Reiniging en onderhoud
De wasautomaat zoveel mogelijk na gebruik reinigen en onderhouden. Voor de reiniging van de wasautomaat mag geen hogedrukspuit en geen waterslang wor­den gebruikt.
Roestvorming
De trommel en de kuip zijn van zijn van roest­vrij staal. IJzerhoudend water of metalen voor­werpen (zoals paperclips, metalen knopen en metaalslijpsel) die in de machine terechtko­men, kunnen roest veroorzaken. Reinig de trommel en de kuip dan ook meteen na het ontstaan van roest met een geschikt reini­gingsmiddel voor roestvrij staal. Controleer ook de deurdichting op metalen voorwerpen en ijzerhoudende verontreinigingen en verwij­der deze grondig.
alleen uit als het wasprogramma is afgelopen en u het sop heeft laten weglopen.
Als het pluizenfilter verstopt zit, hoort u dit aan een doorlopend geluidssignaal geduren­de een wasprogramma.
Reinig het pluizenfilter als volgt:
1.zet de programmaschakelaar op "extra afvoer".
2.als het opvangbakje voor het sop leeg is, zet u de programmaschakelaar op "einde".
Zet een teil o.i.d. onder het pluizenfilter (in­houd voor ongeveer 2 liter sop).
De wasmiddelbak moet na gebruik grondig met warm water worden gereinigd om resten wasmiddel en klonters te verwijderen. Reinig ook de zuighevels van de vakjes voor hulpmiddelen.
Trek de zuighevel eruit, reinig deze met warm water en monteer deze weer in omgekeerde volgorde (de zuighevel moet erin worden ge­hangen).
Pluizenfilter reinigen
- geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasver­warming -. Controleer regelmatig of de zeef in het filter nog vrij is van pluizen. Als dit wel het geval is, maakt u de zeef schoon. Voer deze controle
Open het pluizenfilter door het deksel linksom te draaien (180° - 360°). Hierdoor loopt het sop naar buiten. Pas op bij heet sop! Maak de teil eventueel meerdere malen leeg.
Als al het sop is afgevoerd schroeft u het deksel van het pluizenfilter eraf. Hiermee ver­wijdert u ook meteen de zeef en het filter. Maak de zeef en de binnenkant van het filter schoon. Zet de zeef weer terug en draai het deksel rechtsom weer stevig vast.
24 M.-Nr. 04 506 764
Reiniging en onderhoud
Waarschuw bij storingen de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk model wasautomaat u heeft en welk se­rienummer (SN) en onderdeelnummer (M.­Nr.) deze heeft. Deze gegevens vindt u op de typeplaatjes:
Kontroleer van tijd tot tijd of de zeefjes (1) en (2) vuil zijn. Als het nodig is moeten ze wor­den gereinigd.
De ommanteling van de wasautomaat, het be­dieningspaneel en de kunststof delen alleen reinigen met een mild reinigingsmiddel of met een zachte vochtige doek reinigen en droog­wrijven. Voor de reiniging van roestvrijstalen onderde­len van de ommanteling een normaal reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken. Schuurmiddelen maken krassen op de opper­vlakte.
Om ervoor te zorgen dat de wasautomaat na gebruik kan drogen, de deur niet helemaal sluiten maar op een kier laten staan.
bij geopende deur, of boven aan de achter­kant van de automaat.
Als er onderdelen moeten worden vervangen, mogen alleen originele Miele-onderdelen wor­den gebruikt. Vermeld ook hierbij model, se­rienummer (SN) en onderdeelnummer (M.­Nr.) aan de Technische Dienst.
Als de machine gedurende lange tijd niet wordt gebruikt (vanaf 4 weken), moet de trom­mel enkele keren worden gedraaid. Draai de trommel vervolgens eens per 4 weken enkele keren om beschadiging van de lagers te voor­komen.
M.-Nr. 04 506 764 25
Betekenis van de symbolen op het typeplaatje
1 Model 2 Serienummer 3 Artikelnummer 4 Materiaalnummer 5 Spanning/frequentie 6 Besturingszekering 7 Aandrijfmotor 8 Trommelgegevens 9 Diameter/diepte trommel 10 Centrifugetoerental 11 Trommelinhoud/gewicht droog wasgoed 12 Kinetische energie 13 Centrifugeertijd (aanlooptijd vanaf 0) 14 Remtijd 15 Verwarming 16 Aanduiding/bouwjaar 17 Datum ingebruikneming 18 Elektrische verwarming 19 Zekering (huisinstallatie) 20 Stoomverwarming, indirect 21 Stoomverwarming, direct 22 Gasverwarming 23 Ruimte voor keurmerken/kenmerken
Geluidsemissie Volgens A-norm gemeten
wassen centrifugeren WS5080 65,6 dB 80,7 dB WS5100 63,0 dB 77,7 dB WS5140 69,3 dB 73,5 dB
gemeten volgens EN ISO 9614-2
26 M.-Nr. 04 506 764
Instrukties voor de installateur
Deze wasautomaat mag alleen worden ge­bruikt voor wasgoed dat niet met gevaarlijke of licht ontvlambare stoffen behandeld is.
Om eventuele vorstschade te vermijden, moet de wasautomaat in geen geval in een vorstgevaarlijke ruimte worden geplaatst.
De met rood gemerkte transportbeveiligingen "A" en "B"
Plaats de wasautomaat loodrecht d.m.v. de stelvoeten. De automaat mag niet op het frame rusten. Als de wasautomaat op een sokkel wordt ge­plaatst moet hij in principe aan de sokkel wor­den vastgemaakt (zie meegeleverde installatietekening). Worden elektrisch ver­warmde wasautomaten direkt op de vloer ge­plaatst, dan is dat niet nodig.
Plaats de wasautomaat niet op vaste vloerbe­dekking. Dit kan namelijk de ventilatie-openin­gen aan de onderkant van de ommanteling af­sluiten.
"A" (2 stuks),
"B" (2 stuks)
A
B
moeten pas op de plaats van opstelling wor­den verwijderd. Hiertoe moeten de voorwand en de achter­wand worden verwijderd.
M.-Nr. 04 506 764 27
Instrukties voor de installateur
Wateraansluiting
Koud water Warm water Koud water
Hardwater
Om een storingsvrij programmaverloop te waarborgen is een waterdruk van minstens 1 bar en hoogstens 10 bar vereist.
De temperatuur van het instromende warme water mag de 70 oC niet overschrijden.
De wasautomaat alleen op koud water aan­sluiten
Zie bijgevoegde installatie-instructies.
De wasautomaat moet met een waterkraan worden aangesloten op een volgens DIN 1988 aangelegde waterleiding. Dit mag uitslui­tend door een erkend installateur worden ge­daan, met inachtneming van de landelijke voorschriften, de voorschriften van het plaat­selijke waterbedrijf en de bouwverordeningen. Let op het bijgeleverde installatieschema en de installatieaanwijzingen. Deze zijn van groot belang voor de wateraansluiting.
Watertoevoer / -afvoer aansluiten (zie meege­leverde installatietekening).
Voor de wateraansluiting moeten in principe de meegeleverde toevoerslangen worden ge­bruikt. Om ervoor te zorgen dat de met 90 oC ge­merkte warmwaterslang nog vele jaren tegen druk bestand blijft, mag deze alleen op een warmwaterleiding van maximaal 70 oC wor­den aangesloten. Gebruik als er een slang moet worden vervan­gen alleen slangen die bestand zijn tegen minstens 70 bar overdruk en tegen een water­temperatuur van minstens 90 oC. Dit geldt ook voor de aangesloten inlaatventielen. Originele onderdelen voldoen aan deze eis.
28 M.-Nr. 04 506 764
Instrukties voor de installateur
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend worden aan­gesloten op de op het typeplaatje aangege­ven spanning en frequentie. Dit mag alleen worden gedaan door een erkend elektricien met inachtneming van de volgens NEN 1010 geldende voorschriften m.b.t. de elektrische aansluiting en met inacht­neming van de speciale bepalingen van het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
De elektrische onderdelen van de machine voldoen aan IEC 335-1, IEC 335-2-4, IEC 335-2-7.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de net­spanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3 mm bedragen. Geschikt zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN
60335).
Het minimale waterniveau voor het activeren van het verwarmingssysteem bedraagt 30 mm waterkolom.
Varianten
varianten standaard afgesteld op:
elek-
trisch
stoom 3 AC 220-230 V 50 Hz/
3 AC 220-230 V 50 Hz /
3 N AC 380-400 V 50 Hz
3 N AC 380-400 V 50 Hz
3 AC 220-230 V 50 Hz
3 N AC 380-400 V 50 Hz
Deze waarden mogen alleen door de Techni­sche Dienst worden ingesteld en het ingestel­de verwarmingsvermogen of de spanning
moet duurzaam met een D typeplaatje wor­den gemerkt.
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de netspanning moet al­tijd toegankelijk zijn.
Als de automaat van de netspanning wordt losgekoppeld, moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn. Hierop moet op elk moment controle kunnen worden uitgeoefend.
Let op! Let op de juiste draairichting van de trommel bij het centrifugeren - van voren gezien links om -. Bij een verkeerde draairichting moeten 2 fasen verwisseld worden.
De motoren zijn door een wikkelingsbeveili­ging tegen overbelasting beschermd.
De elektrische verwarming is standaard inge­steld op:
- 9 kW (WS 5080) -
- 12 kW (WS 5100) -
- 15 kW (WS 5140) ­De wasautomaat kan op
- 6 kW (WS 5080) -
- 9 kW (WS 5100) -
- 10 kW (WS 5140) - worden ingesteld als u een verwarmingselement afklemt.
M.-Nr. 04 506 764 29
Instrukties voor de installateur
Gasaansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend door een erkend gasfitter of installateur op het gas wor­den aangesloten, en wel met inachtneming van
de voorschriften zoals die gelden in het
land waar uw wasautomaat wordt ge­plaatst; in Nederland zijn dat NEN 1078 en Gavo 1987;
de voorschriften van het plaatselijke gasbe-
drijf; – de regionale bouwverordeningen; – de voorschriften voor verwarmingsinstalla-
ties. Let op de bijgeleverde opstellingstekening en
de installatie-instructies, deze zijn belangrijk voor de gasaansluiting.
De gasverwarming is standaard ingesteld met de gastechnische waarden die op de sticker aan de achterkant van de wasautomaat wor­den vermeld.
Vraag als u de wasautomaat geschikt wilt maken voor een andere gasfamilie een om­bouwset aan bij de Technische Dienst. Ver­meld daarbij het type en het nummer van het apparaat, alsmede de gasfamilie, de gas­groep, de gasaansluitdruk en het land waar de wasautomaat staat opgesteld.
Nadat u de automaat aan de gasleiding heeft aangesloten, dient u de gedemonteerde pane­len weer te monteren.
Voer reparaties aan gasapparaten nooit zelf uit! Storingen kunt u het beste door vakmen­sen laten verhelpen. Waarschuw dan direct de Technische Dienst of een erkend installateur.
Stoomaansluiting
De stoom mag uitsluitend door een erkend stoominstallateur worden aangesloten.
Let op de bijgevoegde installatietekening en de installatie-instrukties, want deze zijn be­langrijk voor de stoomaansluiting.
Nadat de stoom is aangesloten dienen alle ge­demonteerde panelen in ieder geval opnieuw te worden gemonteerd.
30 M.-Nr. 04 506 764
Loading...
+ 80 hidden pages