Toelichting op de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen op de automaat
Lees de gebruiksaanwijzing.
Lees de aanwijzingen, bijvoor beeld een installatie-instructie.
Waarschuwing! Hete oppervlakken.
Waarschuwing! Spanning tot 1000
Volt.
Aarde
Desinfectieprogramma’s mogen niet worden
onderbroken, want dat kan het desinfectieresultaat ongunstig beïnvloeden.
Gebruik nooit chemische middelen in
deze wasautomaat! Bij de meeste reinigingsmiddelen, bijv. benzine, bestaat gevaar
voor brand en/of explosies!
Bewaar en gebruik in de buurt van de
wasautomaat geen benzine, petroleum of
andere licht ontvlambare stoffen. Gebruik het
machinedeksel niet als werkblad.
Er bestaat gevaar voor brand en explosies!
Wordt de automaat professioneel ge-
bruikt, dan mag alleen geïnstrueerd/geschoold personeel de automaat bedienen.Als
de automaat in een vrij toegankelijke ruimte
staat opgesteld, moet de exploitant veiligstellen dat de automaat zonder risico kan worden
gebruikt.
Elektrische veiligheid
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de
wasautomaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige
schade aan de wasautomaat.
Efficiënt gebruik van de wasautomaat
Deze wasautomaat is alleen bestemd
voor wasgoed dat niet met gevaarlijke of
ontvlambare middelen is vervuild.
Was in deze automaat uitsluitend was-
goed dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het etiket geschikt is voor machinaal wassen.
De gebruiker moet de desinfectiestan-
daard van thermische en chemo-thermische procédés (overeenkomstig §18 IfSG) bewaken. De procédés dienen regelmatig
meettechnisch of met behulp van chemo-indicatoren te worden gecontroleerd.
Bij thermische desinfectie moet aan de temperatuur-/fabrieksparameters worden voldaan,
bij chemo-thermische desinfectie ook aan de
concentratieparameters.
De elektrische veiligheid van deze machi-
ne is alleen gewaarborgd als deze wordt
aangesloten op een aardingssysteem. Het is
zeer belangrijk dat deze veiligheidsvoorziening aanwezig is. Laat de huisinstallatie in geval van twijfel door een vakman controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door
een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De veiligheidsvoorzieningen en de bedie-
ningselementen van de wasautomaat mogen niet worden verwijderd of beschadigd.
Wanneer de bedieningselementen of de
isolering van leidingen is beschadigd,
mag de wasautomaat niet meer worden gebruikt voordat alles is gerepareerd.
Gebruik de wasautomaat alleen als alle af-
neembare afdekkingen zijn gemonteerd
en het daardoor niet mogelijk is om in aanraking te komen met onderdelen die onder
stroom staan of die in beweging zijn.
Er staat alleen dan geen spanning op de
wasautomaat als de hoofdschakelaar of
de zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
4M.-Nr. 04 506 764
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Reparaties aan machines die elektrisch,
met gas of met stoom worden gestookt,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
vakmensen van Miele. Ondeskundige reparaties leveren een groot gevaar op voor de gebruiker.
Probeer de vuldeur van de wasautomaat
nooit met geweld te openen. Om de veiligheidsfunctie van het deurslot te waarborgen,
heeft de deurgreep een speciale afbreekbeveiliging.
Defecte onderdelen mogen uitsluitend
worden vervangen door originele Mieleonderdelen. Alleen dan is gewaarborgd dat
de machine volledig voldoet aan alle veiligheidseisen die wij aan onze machines stellen.
Het feit dat er gebruik is gemaakt van het
beste materiaal en dat er zeer zorgvuldig
te werk is gegaan, beschermt de toevoerslangen niet tegen schade door ouderdom.
Door scheurtjes, knikken, deuken e.d. kan
een lek in de slangen ontstaan, waardoor water wegloopt.
Controleer de toevoerslangen daarom regelmatig. U kunt ze dan op tijd vervangen,
waardoor u waterschade voorkomt.
Veiligheidsmaatregelen bij gaslucht
- gelden alleen voor gasverwarmde was-
automaten -
Doof onmiddellijk alle vlammen!
Open onmiddellijk alle ramen en deuren!
Sluit onmiddellijk de gaskranen bij de gasmeter of de hoofdkraan!
Betreed ruimten waar een gaslucht is
waar te nemen nooit met open vuur!
Steek geen lucifers of aanstekers aan!
Niet roken!
Veroorzaak geen elektrische vonken, bijv.
door stekkers uit het stopcontact te trekken of het gebruik van elektrische schakelaars of bellen.
Sluit de gaskraan die ter plaatse voor de
wasautomaat is aangebracht.
Wanneer u de oorzaak van de gaslucht
niet kunt vaststellen terwijl alle gaskranen
zijn gesloten, moet u het plaatselijke gasbedrijf waarschuwen.
Let op! Vóór beëindiging van de werkzaamheden voor de ingebruikneming, bij onderhoud, ombouw of reparaties moeten alle gasleidingen en onderdelen waar gas door
stroomt, van de gaskraan tot de inspuiter, op
lekkage worden gecontroleerd.
Let met name op de meetaansluitingen bij de
gasklep, de netdrukwachter en de brander.
Controleer als de brander is uitgeschakeld èn
als de brander is ingeschakeld.
Gebruik van het apparaat
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt
door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Zorg ervoor dat kinderen nooit in, op of in
de buurt van de wasautomaat spelen of
deze zelfs bedienen.
Als er op hoge temperaturen wordt gewas-
sen, bedenk dan dat het kijkglas heet
wordt. Zorg er daarom voor dat kinderen het
kijkglas niet kunnen aanraken als de wasautomaat aan staat.
Sluit de deur nadat u de automaat heeft
gebruikt. Zo voorkomt u dat:
- kinderen zich in de automaat opsluiten of
voorwerpen erin verstoppen.
- kleine dieren in de automaat opgesloten raken.
Overtuig uzelf ervan dat de trommel hele-
maal stilstaat voordat u de was uit de automaat haalt. Wanneer u in een draaiende
trommel grijpt, bestaat er een groot gevaar
voor verwondingen.
Het water in de wasautomaat is sop en
dus geen drinkwater!
Laat het sop in een afvoersysteem weglopen
dat speciaal daarvoor is aangelegd.
Wanneer de wasautomaat zonder toe-
zicht aan staat, moet zich in de directe
omgeving van de automaat een afvoer in de
vloer (gully) bevinden.
M.-Nr. 04 506 7645
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Desinfectie- en reinigingsmiddelen bevat-
ten vaak chloorhoudende verbindingen.
Wanneer dergelijke middelen op een roestvrijstalen oppervlak opdrogen, tasten de chloriden die daarbij ontstaan het roestvrije staal
aan en veroorzaken roest.
U beschermt het roestvrije staal het best als u
voor het wassen/desinfecteren en voor het reinigen van de roestvrijstalen oppervlakken alleen middelen gebruikt die geen chloor bevatten.
Informeer in geval van twijfel bij de fabrikant
van het middel.
Wanneer chloorhoudende middelen per ongeluk toch op roestvrij staal terechtkomen, verwijder ze dan met water. Wrijf het oppervlak
daarna met een doek droog.
Kleur- en ontkleurmiddelen en ontkalkings-
middelen moeten geschikt zijn voor gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant van het middel.
Gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen alleen worden inge-
bouwd als ze uitdrukkelijk door Miele zijn
vrijgegeven. Wanneer andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, vervallen de garantie
en de productaansprakelijkheid.
Let bij gebruik van speciale reinigingsmid-
delen en speciale producten op de aanwijzingen van de desbetreffende fabrikant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die
door de fabrikant zijn aangegeven.
Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties. Vraag
in geval van twijfel de fabrikant van het middel of het geschikt is voor gebruik in wasautomaten.
Wanneer voor een bepaalde toepassing
een chemisch hulpmiddel wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van het
apparaat ook aansprakelijk is voor het effect
van het middel op het wasgoed en de machine. Houd er rekening mee dat veranderingen
in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het wasresultaat kunnen beïnvloeden.
Controleer het wasresultaat bij wasgoed
dat met biologische oliën of vetten vervuild is. Als het wasgoed niet schoon genoeg
is, kan tijdens het droogproces zelfontbranding optreden. Gebruik voor dergelijk wasgoed speciale wasmiddelen of speciale wasprogramma’s.
Voor het reinigen van de wasautomaat
mag geen hogedrukspuit en geen waterstraal worden gebruikt.
6M.-Nr. 04 506 764
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met
chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de kans op schade aan
onderdelen van de automaat.
Het gebruik van chloorhoudende middelen,
zoals natriumhypochloride en poedervormige
chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de
chloorconcentratie, de inwerktijd en de temperatuur - de beschermlaag van het roestvrije
staal aantasten en corrosie veroorzaken op
onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het gebruik van dergelijke middelen. In plaats daarvan adviseren
wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen
chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt,
dient u altijd een antichloorbehandeling uit te
voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de
wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
Het afgedankte apparaat
Wanneer u de oude wasautomaat afdankt
(laat afvoeren), maak dan eerst het deurslot onbruikbaar. Daarmee voorkomt u dat
spelende kinderen zich opsluiten en in levensgevaar komen.
Wanneer andere personen worden geïnstrueerd om de wasautomaat te bedienen,
moeten zij op de hoogte worden gesteld
van deze belangrijke veiligheidsinstructies.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleekmiddel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor
bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of
bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het
water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water,
gipsvorming optreden waardoor verontreinigingen op het wasgoed en afzettingen in de
wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een
behandeling met waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt, dient
daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de
behandelingstemperaturen dienen ter plaatse
volgens de doseeradviezen van de was- en
hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld
en gecontroleerd. Ook moet worden getest of
er resten actieve chloor in de was zijn achtergebleven.
M.-Nr. 04 506 7647
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen
transportschade. Het verpakkingsmateriaal is
uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die
kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten
bevatten vaak nog waardevolle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die
voor het functioneren en de veiligheid van het
apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij
het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn
voor de gezondheid en het milieu. Verwijder
het afgedankte apparaat dan ook nooit met
het gewone afval.
Het apparaat moet volgens de daarvoor geldende voorschriften worden verwijderd.
Neem zo nodig contact op met Miele Professional of met de vakhandelaar.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen. Hierover vindt u meer informatie in het
hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
8M.-Nr. 04 506 764
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
12345 6
1Onstoringstoets4Kontrolelampjes programmaverloop
(alleen bij automaten met gasverwarming)
2Druktoetsen6Noodschakelaar
3Temperatuur- en resttijddisplay
5Programma- en temperatuurschakelaar
De constructie van het apparaat voldoet aan IEC 60204-1:2005.
waterkranen
wasmiddelvakje
bedieningspaneel
deur
sokkel
(optie)
hoofdschakelaar
waterafvoer
afvoerputje in de vloer
WS 5080/5100/5140
M.-Nr. 04 506 7649
Beschrijving van het apparaat
9
10
12345
1 = Toets "Aan-Uit"
2 = Toets "Met voorwas"
Voor sterk vervuild wasgoed.
Alleen mogelijk bij de programma’s
en
en
E
A, B
3 = Toets "Stijven"
Moet de was worden gesteven, dan moet
deze toets worden ingedrukt. De toets
funktioneert alleen bij de programma’s
A
4 = Toets "Zonder centrifugeren"
Wanneer het wasgoed na het spoelen
niet moet worden gecentrifugeerd, moet
deze toets worden ingedrukt.
5 = Toets "Start"
Druk deze toets in wanneer u een programma wilt starten.
.
C
.
67 8
6 = Display voor de tijd in uren
7 = Display voor de tijd in minuten
Hierin kunt u aflezen hoe lang het programma nog duurt, resp. bij voorkeuze
hoelang het duurt voordat het programma start.
Of voor de temperatuur in oC
De temperatuur wordt bij 20 oC en hoger
per 5 oC weergegeven.
8 = Toets "Voorkeuze"
U kunt de gewenste begintijd van een
programma tot max. 9,5 uur van te voren
instellen.
Voor een uitvoerige beschrijving zie
p. 18.
9 = Kontrolelampje "Tijd"
Geeft aan dat in display 6 en 7 de tijd
kan worden afgelezen.
10 = Kontrolelampje "Temperatuur oC"
Geeft aan dat in display 7 de temperatuur kan worden afgelezen.
10M.-Nr. 04 506 764
Beschrijving van het apparaat
11
11= Kontrolelampjes programmaverloop
Aan
Voorwas
Hoofdwas
Spoelen
Stijven
Spoelen
Zonder centrif.
Centrifugeren
Einde/Deur
Storing
WatertoevoerWaterafvoer
Deze betekenen:
"Niveau"
Fout in het niveausysteem (waterstand).
"Verwarming"
Fout in het verwarmingssysteem.
"Aandrijving"
Fout in het aandrijvingssysteem.
"Deur"
Fout in het vergrendelingssysteem.
Handmatig ontgrendelen (beschreven onder
"Stroomuitval tijdens een wasprogramma").
Deze bovenstaande fouten resp. storingen
mogen alleen worden verholpen door de
Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
"Watertoevoer"
Toen de automaat in gebruik is genomen zijn
de waterkranen (ter plaatse) niet geopend,
resp. de zeven in de waterdrukslangen of watertoevoerkranen zijn vervuild.
"Waterafvoer"
De afvoer van de hoogcentrifugerende wasautomaat is verstopt, resp. de afvoerklep* is defekt.
Nadat de fouten of storingen zijn verholpen,
moet het wasprogramma opnieuw worden gestart.
*) Een defekte afvoerklep mag alleen door de Technische Dienst van
Miele Nederland worden gerepareerd.
Foutmeldingen
Fouten resp. storingen worden aangegeven
door knipperende kontrolelampjes.
niveau
verwarming
aandrijving
deur
watertoevoerwaterafvoer
Geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasverwarming
Foutmelding "verwarming"
Het controlelampje "verwarming" knippert als
bijvoorbeeld de gastoevoer naar de wasautomaat is geblokkeerd door een ventiel dat nog
afgesloten is.
Er kunnen nog meer lampjes gaan knipperen,
maar dat kunt u verwaarlozen.
Zet het ventiel open en druk daarna tweemaal
op de "aan-uit" toets. De wasautomaat wordt
nu opnieuw gestart.
Als het controlelampje na deze handeling nog
blijft knipperen, schakel dan de Technische
Dienst van Miele in.
M.-Nr. 04 506 76411
Beschrijving van het apparaat
12
12 =Programma- en temperatuurkeuzeknop
Met de programmakeuzeknop wordt het
wasprogramma gekozen.
Witte/Bonte was
A
Kreukherstellend
B
Fijn/Synthetisch
C
Wol
D
Miniwasprogramma
E
Extra spoelen en centrifugeren
F
Extra centrifugeren
G
Extra afvoer
H
14
14 = Noodschakelaar
Alleen gebruiken in noodgevallen.
Als er geen gevaar meer is, kunt u de
schakelaar ontgrendelen door de gekartelde schijf naar rechts te draaien.
Na de ontgrendeling knippert in het display "Tijd" of "Temperatuur". Om het onderbroken programma voort te zetten
moet u de "Start"-toets opnieuw indrukken.
r
13 = Onstoringstoets
12M.-Nr. 04 506 764
Einde
13
(alleen bij WS5100/WS5140 met gasverwarming)
Bij een storing in de ontsteking moet u
deze ontstoringstoets niet eerder dan na
1 minuut indrukken.
Gebruik
INGEBRUIKNEMING
De hoogcentrifugerende wasautomaat mag alleen door de Technische Dienst van Miele Nederland of een erkend installateur in gebruik
worden genomen.
Waterkraan (ter plaatse) openen.
Hoofdschakelaar (ter plaatse) inschakelen.
Maak alle zakken leeg.
Voorwerpen als munten, paperclips e.d.
kunnen wasgoed en onderdelen van de
automaat beschadigen.
Trommel vullen.
Programma en temperatuur kiezen
(bijv. programma
95 oC).
Witte / Bonte was
A
Vulgewicht (droog wasgoed)
WS 5080WS 5100WS 5140
Programma A, E, F,
max. 8 kgmax. 10 kgmax. 14 kg
Programma
max. 2,5 kgmax. 3,5 kgmax. 5 kg
Programma C,
max. 1,5 kgmax. 2 kgmax. 3 kg
Deur sluiten.
B
G
D
*
Voorwas is alleen mogelijk bij de program-
ma’s A,B,C.
Druk hiervoor de toets "Met voorwas" in.
Doseer het wasmiddel voor de hoofdwas
*
"Aan-Uit" -toets indrukken.
Het kontrolelampje "Aan" gaat branden en
het kontrolelampje "Tijd" knippert.
M.-Nr. 04 506 76413
in vakje II - en indien gewenst - wasmiddel
voor de voorwas in vakje I, doseer was-
verzachter in vakje
het vakje zonder symbool.
en bleekmiddel in
§
Gebruik
Wasmiddeldosering
U moet in principe voorkomen dat er teveel
wasmiddel wordt gedoseerd, omdat dit tot verhoogde schuimvorming leidt.
Gebruik geen sterk schuimende wasmiddelen.
Belangrijk! Gebruik alleen wasmiddelen van
een goede kwaliteit. Zo voorkomt u dat bij
wasautomaten met gasverwarming de verwarmingsbuizen worden aangetast.
Doseerhoeveelheid:
U dient de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant beslist in acht te nemen.
Als de toets "Zonder centrifugeren" is ingedrukt, wordt het wasprogramma in de laatste
spoelgang onderbroken. Het kontrolelampje
"Zonder centrifugeren" gaat branden.
Het wasgoed blijft in het water liggen.
Druk opnieuw de toets "Zonder centrifugeren" in. Het wasgoed wordt dan gecentrifugeerd en het water wordt afgevoerd!
Moet het programma worden beëindigd
zonder centrifugeren, zet dan de programmaschakelaar op:
(extra afvoer).
H
Geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasverwarming
Let op:
Doseer de wasverzachter resp. het bleekmiddel niet hoger dan de markering.
Wanneer u een bleekmiddel gebruikt moet u
minstens 4 spoelgangen programmeren (zie
"herprogrammering van het wasprogramma"
en de tabel voor het wijzingen van een programma).
*
Druk de "Start"-toets in.
Het kontrolelampje "Tijd" gaat uit en
het kontrolelampje "Temperatuur" gaat
branden.
Het wasprogramma begint.
Foutmelding "ontsteking"
Als op het display "tijd h" het symbool " y "
verschijnt is er een storing in de ontsteking.
Schakel opnieuw het gas in door - niet
eerder dan na 1 minuut - de ontstoringstoets in te drukken.
Als dit geen resultaat heeft, schakel dan
de Technische Dienst van Miele in.
Foutmelding "pluizenfilter verstopt".
Als u gedurende een programma een
doorlopend geluidssignaal hoort, moet
het pluizenfilter worden schoongemaakt
(zie Reiniging en Onderhoud, "pluizenfilter reinigen").
14M.-Nr. 04 506 764
GebruikInstrukties
Open de deur als het programma is afgelopen.
*
Nadat het kontrolelampje "Einde" is gaan
branden kunt u de deur openen door aan
de handgreep te trekken.
Let op:
Als de deur niet geopend kan worden,
dan moet u tegen de deurgreep duwen
en vervolgens nog eens aan de deurgreep
trekken.
- Open de deur nooit met geweld! -
Haal de was uit de automaat.
- Laat geen wasgoed in de trommel achter.
Het achtergebleven wasgoed kan bij een
volgend programma krimpen of ander
textiel doen verkleuren. -
Met voorwas
*
Bij sterk vervuild wasgoed kan "Met voorwas"
worden gekozen.
De toets funktioneert alleen wanneer het programma Witte/Bonte was, Kreukherstellend of
Fijn/Synthetisch is gekozen.
Als er al een programma is gestart werkt de
toets "Met voorwas" niet meer.
Zonder centrifugeren
Wanneer er op korte termijn geen gebruik
meer wordt gemaakt van de wasautomaat
Schakel dan de hoofdschakelaar (ter plaatse) uit.
Draai de waterkranen (ter plaatse) dicht.
Instrukties
Bleekmiddel
U kunt textiel alleen bleken als dat in het wasetiket is aangegeven met het symbool y .
Giet het vloeibare bleekmiddel uitsluitend in
het daarvoor bestemde vakje (zonder sym-
bool). Het bleekmiddel wordt dan automatisch
tijdens de tweede spoelbeurt in de trommel
gespoeld (koud bleken). U kunt bont wasgoed
alleen met bleekmiddel behandelen als de fabrikant uitdrukkelijk op het wasetiket vermeldt
dat het textiel kleurecht is en gebleekt mag
worden.
*
"Zonder centrifugeren" kan bij alle programma’s worden gekozen.
Nadat het programma is gekozen moet de
toets "Zonder centrifugeren" worden ingedrukt.
Wanneer het programma het onderdeel "Zonder centrifugeren" heeft bereikt, gaat het kontrolelampje "Zonder centrifugeren" branden
en geeft daarmee aan dat het programma
moet worden voortgezet.
U kunt het programma met centrifugeren
voortzetten door de toets "Zonder centrifugeren" in te drukken en zo terug te laten springen.
Als er in een programma niet moet worden gecentrifugeerd, dan moet het programma "H"
(Extra afvoer) worden gekozen. De afvoerklep wordt 1 minuut geopend zonder dat op
de toets "Start" hoeft te worden gedrukt.
M.-Nr. 04 506 76415
Instrukties
Centrifugeertijden
- Na de laatste spoelgang en wanneer de
toets "Zonder centrifugeren" niet is ingedrukt.
- Programma:
A
en
F
en
D
B, C
E
Wanneer de toelaatbare onbalans wordt overschreden, wordt het centrifugeren onderbroken. De wasautomaat begint automatisch
weer te centrifugeren wanneer de automaat
de toelaatbare onbalans niet meer overschrijdt.
Miniwasprogramma
Dit programma is alleen voor licht vervuild
wasgoed bestemd. Gebruik een navenante
hoeveelheid wasmiddel.
Het programma bestaat uit een hoofdwas
(wastemperatuur 40 oC; dit kunt u herprogrammeren naar koud, 50 oC of 60 oC),
2 spoelgangen en eindcentrifugeren.
Stijven
=7 minuten
=1 minuut
=7 minuten
Giet het volgens de aanwijzingen van de fabrikant aangemaakte stijfsel bij het inspoelwater
in vakje I.
Programmadelen overslaan
Moeten er programma-onderdelen worden
overgeslagen, dan moet de programmakeuzeknop op "Einde" worden gezet. De kontrolelampjes voor het programmaverloop geven
knipperend het verkorte programma aan.
Door opnieuw het programma te kiezen, kunt
u het programma voortzetten.
Programma-afbreking
*
"Stijven" kan worden gekozen bij het programma Witte/Bonte was en het miniwasprogramma.
Nadat het programma is gekozen moet de
toets "Stijven" worden ingedrukt.
Wanneer het programma het onderdeel
"Stijven" heeft bereikt, dan gaat het kontrolelampje "Stijven" branden. U kunt het programma voortzetten door de toets "Stijven" nog
een keer in te drukken en zo terug te laten
springen.
16M.-Nr. 04 506 764
bij aktieve maximale piekbelasting
Het wasprogramma wordt afgebroken als de
verwarming in de thermostopfase langer dan
45 minuten is uitgeschakeld.
Met de foutmelding "Verwarming" wordt aangegeven dat het programma is afgebroken
(het kontrolelampje "Hoofdwas" knippert).
Toets "Aan-Uit" naar buiten laten springen en
weer indrukken.
Het kontrolelampje "Hoofdwas" gaat uit.
Druk de "Start"-toets in.
Dan start het programma opnieuw.
Instrukties
Stroomuitval tijdens een wasprogramma /
Sop handmatig weg laten lopen en deur
ontgrendelen
Als de stroom gedurende korte tijd uitvalt:
Het programma blijft steken op de stand waarop het op het moment van de stroomuitval
staat. Als de stroomstoring is verholpen knippert het display voor de tijd of de temperatuur
en geeft daarmee aan dat het programma is
onderbroken.
*
Druk de "Start"-toets in; het programma
wordt voortgezet.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Hoofdschakelaar (ter plaatse) uitschakelen.
Programmakeuzeknop op "Einde" zetten.
Om de was uit de trommel te kunnen halen
moet u eerst de afvoerklep en daarna de deur
handmatig openen.
Sluit de waterkranen ter plaatse.
Draai de ontluchtingsschroef daarna weer
vast en controleer of deze waterdicht is.
Open de deur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Let op:
1. Steek de schroevendraaier eerst in de opening (zie afbeelding), druk hem naar
binnen en houd hem vast.
2. Duw met de rechter hand tegen de deurgreep en open vervolgens de deur door aan
de deurgreep te trekken.
- Open de deur nooit met gewedt! -
Programma-afbreking
Open de afvoerklep door de ontluchtingsschroef (met sleutel 17) los te draaien - nooit
helemaal eruit draaien -. Laat het sop weglopen. Let op! Uit de schroefopening kan ongeveer 100 ccm water lekken.
Vang dit op in een teil.
M.-Nr. 04 506 76417
Wanneer het programma moet worden afgebroken, dan moet de programmakeuzeknop
op "Einde" worden gezet en de toets "Start" ingedrukt.
Instrukties
De deur kan niet worden geopend
Druk op de deurgreep. Schakel de machine
uit en in en trek vervolgens opnieuw aan de
deurgreep.
Als de deur niet opengaat, is de afbreekbeveiliging losgeklikt.
De deurgreep functioneert nu niet meer. De
deur kan niet worden geopend of gesloten.
De afbreekbeveiliging voorkomt dat de
deurgreep en het slot beschadigd raken als
men probeert de deur met geweld te openen.
Voorkeuze
*
Nadat de deur is gesloten en de "Aan-Uit"toets ingedrukt begint het kontrolelampje
"Tijd" te knipperen. Dit wijst erop dat het mogelijk is de start van het door u gewenste programma van te voren in te stellen.
Met de toets "Voorkeuze" kunt u vóórdat u
een programma kiest of ook nadat u een programma heeft gekozen de gewenste begintijd
tot max. 9,5 uur van te voren instellen en wel
per 30 minuten. Wanneer er in het display 9 h
30 min wordt aangegeven en u dan nog eens
op de toets "Voorkeuze" drukt, verdwijnen de
cijfers. Als u daarna weer een keer de toets
"Voorkeuze" indrukt, dan verschijnt in het display weer 30 minuten.
Druk met kracht op de deurgreep totdat de beveiliging weer hoorbaar vastklikt.
- De deur kan daarna weer worden geopend
en gesloten.
U bent klaar met het instellen van de voorkeuze als u op de "Start"-toets drukt. De tijd in
het tijdsdisplay wordt afgeteld en het display
geeft aan hoe lang het nog duurt voordat het
programma automatisch start.
Als het programma is gestart kunnen de voorkeuze en het daarvóór gekozen programma
alleen worden gewist als de programmakeuzeknop op "Einde" wordt gedraaid en de Starttoets wordt ingedrukt.
Na afloop van de ingestelde voorkeuze start
het programma; het kontrolelampje "Tijd" gaat
uit. Het display voor de tijd in minuten of de
temperatuur in oC geeft de watertemperatuur
aan totdat de afvoerklep aan het einde van de
hoofdwas open gaat. Daarna wordt de resterende tijd aangegeven tot het einde van het
programma.
18M.-Nr. 04 506 764
Instrukties
Herprogrammering van het wasprogramma
Ieder wasprogramma kan apart worden veranderd en op deze wijze aan verschillende wasgewoonten en -methoden worden aangepast.
Voorbeeld van een herprogrammering
Vereisten:
De hoogcentrifugerende wasautomaat moet
uitgeschakeld en de deur moet gesloten zijn.
Alle overige toetsen moeten op "Uit" staan,
d.w.z. niet ingedrukt zijn.
*
Toets "Aan-Uit" indrukken.
Het kontrolelampje "Aan" brandt en het
kontrolelampje "Tijd" knippert.
*
Toets "Met voorwas" binnen 4 sekonden
2x indrukken en 2 x weer naar buiten laten
springen.
De programmakeuzeknop moet op "Einde"
staan.
Na enige sekonden brandt in het linker tijdsdisplay de hoofdletter "P".
De kontrolelampjes "Voorwas" en "Hoofdwas" in het programmaverloop knipperen.
Het programma kan worden veranderd. Voor
voorbeeld zie volgende bladzijde.
M.-Nr. 04 506 76419
Instrukties
Voorbeeld:
Verandering van de temperatuurstop in de
voorwas
van 4 minuten in 2 resp. 8 of 20 minuten.
*
4 Minutes2 Minutes
8 Minutes20 Minutes
Gekozen wordt 8 minuten.
De programmakeuzeknop op het program-
Laat de "Aan-Uit" toets naar buiten springen door deze in te drukken.
De verandering van de temperatuurstoptijd in
de voorwas is opgeslagen; de herprogrammering is voltooid.
Noteer de herprogrammering op de lijst op de
volgende bladzijde.
ma
De "Start"-toets net zo lang indrukken totdat
in het display "P3" verschijnt.
/ 95 oC" zetten
A
Zet de programmakeuzeknop op "Einde".
Verdere mogelijkheden voor programmaverandering zie de volgende bladzijde.
*
20M.-Nr. 04 506 764
Instrukties
Programma-
veranderingen
Temperatuurstoptijd
in de voorwas
Temperatuurstoptijd
in de extra voorwas
Temperatuur in de
Voorwas
Intervalcentrifugeren na de laatste
Temperatuurstoptijd in de
Hoofdwas
(Stapsgewijs afkoelen van het sop)
Spoelen
Laatste spoelgang met warm water
Duur van de watertoevoer
Temperatuurstop in het mini-
Extra funkties
voorwas
Temperatuur in de
extra voorwas
Niveau in de
voorwas
Niveau in de
extra voorwas
voorwas
hoofdwas
Niveau in de
hoofdwas
Reaktiveren
(afkoelen van het sop)
Cool Down
Spoeltijd
Aantal spoelgangen
Niveau in de
spoelgangen 1 - 5
1 minuut wassen
met waterafvoer
programma
Temperatuur in het
mini-programma
3)
4)
4)
Positie van de
programma-
keuzeknop
Witte /bonte
was 95 °C
Witte /bonte
was 80 °C
Witte /bonte
was 70 °C
Witte /bonte
was 60 °C
Witte /bonte
A
was 50 °C
Witte/bonte
was 40 °C
Witte/bonte
was 30 °C
Kreukherstellend
Kreukherstellend
Kreukherstellend
B
Kreukherstellend
Kreukherstellend
Fijn/synthetisch
Fijn/synthetisch
Fijn/synthetisch
C
Fijn/synthetisch
Wol 40 °C
Wol 30 °C
D
Wol 20 °C40 °C
95 °C
60 °C
50 °C
40 °C
30 °C
60 °C
40 °C
30 °C
20 °C
Standaard
*
1 *234
4 min2 min8 min 20 min
0 min4 min6 min 10 min
40 °C
40 °C
4)
I
IIII
janee
6 min4 min 12 min 20 min
2)
I
janee
janee
3 min 3,5 min 4 min 4,5 min
34 5 2
IIIIII
neeja
neeja
030 sek 45 sek 90 sek
6 min4 min2 min1 min
Opties
koud
koud
koud
50 °C60 °C
50 °C60 °C
IIIIII
2)
IIIIII
50 °C60 °C
III
OpmerkingenGeprogram-
met "0" geen extra voorwas
alleen voor witte- / bonte was
en kreukherstellend
alleen voor witte- /bonte was
en kreukherstellend
alleen voor witte- / bonte was
≥60 °C
alleen voor witte- /bonte was,
kreukherstellend en
fijn/synthetisch
alleen voor witte-/bonte was,
mini en kreukherstellend
alleen voor witte-/bonte was
≥60 °C
alleen voor spoelgang 2 - 5
alleen voor witte-/bonte was,
kreukherstellend,
fijn/synthetisch en wol
alleen voor witte-/bonte was,
mini en kreukherstellend
alleen voor spoelgang 3 - 5
warmwaterkraan l,
warmwaterkraan II en
koudwaterkraan III
alleen voor de 1ste
watertoevoer
1)
meerde
opties
noteren
Spoelgangen in het
mini-programma
Tijd van het
eindcentrifugeren
Tijd van het
eindcentrifugeren
Tijd van het
eindcentrifugeren
1) De duur van de watertoevoer wordt altijd alleen voor de eerste watertoevoer ingesteld. Daarbij moet niveau I in de voorwas, extra-voorwas en
de hoofdwas geprogrammeerd zijn. De duur van de watertoevoer wordt beperkt tot niveau III.
2) Speciale watertoevoer in de voorwas, resp. hoofdwas (slechts 1 watertoevoer). Tot niveau I is er geen wasbeweging. Van niveau I tot niveau
II een behoedzaam wasritme. Vanaf niveau II een normaal wasritme en er wordt alleen nagevuld tot het terugschakelpunt niveau I op niveau I.
3) Deze funktie wordt alleen uitgevoerd zonder voorwas. Met een voorwas beperkt men zich in de hoofdwas altijd tot niveau I.)
4) Een verandering van de standaardoptie mag alleen aangebracht worden na een van te voren gemaakte afspraak met de Technische Dienst,
in het bijzonder, wanneer de standaardopties van de drie met
4)
E
F
G
H
23 4 5
alleen witte-/ bonte was en
7 min5 min3 min 11 min
7 min5 min3 min 14 min
7 min5 min3 min1 min
4)
aangegeven funkties tegelijkertijd moeten worden veranderd.
mini
alleen voor extra
centrifugeren
alleen voor extra spoelen en
centrifugeren
M.-Nr. 04 506 76421
Instrukties
Extra programma’s
De programmering van deze programma’s
mag alleen door de Technische Dienst worden uitgevoerd.
Programma "Sluice" (geldt alleen voor Groot-
Brittannië)
[2 x voorspoelen, voorwas,
hoofdwas, 3 spoelgangen,
eindcentrifugeren]
Programma "Thermische desinfektie zonder
voorwas"
[laatste spoelgang met 70 oC]
Programma "Chemothermische desinfektie
zonder voorwas"
[Hoofdwas 60 oC (+2, -1 oC),
Temperatuurstoptijd 10 minuten
en laatste spoelgang met 70 oC]
Programma "Faecalisch"
[3 x voorspoelen, voorwas,
voorspoelen, hoofdwas,
3/4/5 spoelgangen, eindcentrifugeren]
Programma "Thermische desinfektie met
voorwas"
[voorwas met 95 oC (+2, -1 oC)
en temperatuurstoptijd 10 minuten]
Gebruik wasmiddelen voor professionele
wasautomaten. Gebruik geen huishoudwasmiddelen.
–Overdosering
Volg de dosering van de wasmiddelenfabrikant. Let ook op de waterhardheid* in
uw regio.
–Sterk schuimend wasmiddel
Gebruik een minder schuimend wasmiddel of neem contact op met een deskundige.
–Zeer zacht water
Bij waterhardheidsgraad 1 dient u minder
wasmiddel te gebruiken. Volg de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Doseer tot 30% minder wasmiddel (niet bij
desinfectie).
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Izacht0 - 1,30 - 7
IIgemiddeld1,3 - 2,57 - 14
IIIhard2,5 - 3,814 - 21
IVzeer
*) Als u de waterhardheid in uw regio niet
kent, neem dan contact op met uw waterbedrijf.
Aandui-
ding
hard
Hardheid
in mmol/l
boven
3,8
°dH
boven
21
–De vervuilingsgraad van het wasgoed
Bij licht verontreinigd wasgoed kunt u minder wasmiddel doseren. Volg de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
–Restanten reinigingsmiddelen in de was
Spoel het wasgoed eerst. Doe dat met
koud water en gebruik geen wasmiddel.
Spoel wasgoed dat met inweekmiddel is
behandeld goed uit.
–Geringe washoeveelheid
Verlaag de wasmiddeldosering dienovereenkomstig.
–Gasverwarmde machines
Bij gasverwarmde automaten wordt het sop
langs het verwarmingsregister gepompt. Door
deze extra beweging van het sop wordt het
wasmiddel optimaal benut, maar neemt ook
de schuimvorming toe.
Houd rekening met de voorgaande punten.
Gebruik een schuimreducerend wasmiddel.
M.-Nr. 04 506 76423
Reiniging en onderhoud
De wasautomaat zoveel mogelijk na gebruik
reinigen en onderhouden.
Voor de reiniging van de wasautomaat mag
geen hogedrukspuit en geen waterslang worden gebruikt.
Roestvorming
De trommel en de kuip zijn van zijn van roestvrij staal. IJzerhoudend water of metalen voorwerpen (zoals paperclips, metalen knopen en
metaalslijpsel) die in de machine terechtkomen, kunnen roest veroorzaken. Reinig de
trommel en de kuip dan ook meteen na het
ontstaan van roest met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Controleer
ook de deurdichting op metalen voorwerpen
en ijzerhoudende verontreinigingen en verwijder deze grondig.
alleen uit als het wasprogramma is afgelopen
en u het sop heeft laten weglopen.
Als het pluizenfilter verstopt zit, hoort u dit
aan een doorlopend geluidssignaal gedurende een wasprogramma.
Reinig het pluizenfilter als volgt:
1.zet de programmaschakelaar op
"extra afvoer".
2.als het opvangbakje voor het sop leeg is,
zet u de programmaschakelaar op "einde".
Zet een teil o.i.d. onder het pluizenfilter (inhoud voor ongeveer 2 liter sop).
De wasmiddelbak moet na gebruik grondig
met warm water worden gereinigd om resten
wasmiddel en klonters te verwijderen.
Reinig ook de zuighevels van de vakjes voor
hulpmiddelen.
Trek de zuighevel eruit, reinig deze met warm
water en monteer deze weer in omgekeerde
volgorde (de zuighevel moet erin worden gehangen).
Pluizenfilter reinigen
- geldt alleen voor WS 5100/5140 met gasverwarming -.
Controleer regelmatig of de zeef in het filter
nog vrij is van pluizen. Als dit wel het geval is,
maakt u de zeef schoon. Voer deze controle
Open het pluizenfilter door het deksel linksom
te draaien (180° - 360°).
Hierdoor loopt het sop naar buiten. Pas op bij
heet sop! Maak de teil eventueel meerdere
malen leeg.
Als al het sop is afgevoerd schroeft u het
deksel van het pluizenfilter eraf. Hiermee verwijdert u ook meteen de zeef en het filter.
Maak de zeef en de binnenkant van het filter
schoon.
Zet de zeef weer terug en draai het deksel
rechtsom weer stevig vast.
24M.-Nr. 04 506 764
Reiniging en onderhoud
Waarschuw bij storingen de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het
noodzakelijk dat de Technische Dienst weet
welk model wasautomaat u heeft en welk serienummer (SN) en onderdeelnummer (M.Nr.) deze heeft.
Deze gegevens vindt u op de typeplaatjes:
Kontroleer van tijd tot tijd of de zeefjes (1) en
(2) vuil zijn. Als het nodig is moeten ze worden gereinigd.
De ommanteling van de wasautomaat, het bedieningspaneel en de kunststof delen alleen
reinigen met een mild reinigingsmiddel of met
een zachte vochtige doek reinigen en droogwrijven.
Voor de reiniging van roestvrijstalen onderdelen van de ommanteling een normaal
reinigingsmiddel voor roestvrij staal gebruiken.
Schuurmiddelen maken krassen op de oppervlakte.
Om ervoor te zorgen dat de wasautomaat na
gebruik kan drogen, de deur niet helemaal
sluiten maar op een kier laten staan.
bij geopende deur, of boven aan de achterkant van de automaat.
Als er onderdelen moeten worden vervangen,
mogen alleen originele Miele-onderdelen worden gebruikt. Vermeld ook hierbij model, serienummer (SN) en onderdeelnummer (M.Nr.) aan de Technische Dienst.
Als de machine gedurende lange tijd niet
wordt gebruikt (vanaf 4 weken), moet de trommel enkele keren worden gedraaid. Draai de
trommel vervolgens eens per 4 weken enkele
keren om beschadiging van de lagers te voorkomen.
M.-Nr. 04 506 76425
Betekenis van de symbolen op het typeplaatje
1 Model
2 Serienummer
3 Artikelnummer
4 Materiaalnummer
5 Spanning/frequentie
6 Besturingszekering
7 Aandrijfmotor
8 Trommelgegevens
9 Diameter/diepte trommel
10 Centrifugetoerental
11 Trommelinhoud/gewicht droog wasgoed
12 Kinetische energie
13 Centrifugeertijd (aanlooptijd vanaf 0)
14 Remtijd
15 Verwarming
16 Aanduiding/bouwjaar
17 Datum ingebruikneming
18 Elektrische verwarming
19 Zekering (huisinstallatie)
20 Stoomverwarming, indirect
21 Stoomverwarming, direct
22 Gasverwarming
23 Ruimte voor keurmerken/kenmerken
Geluidsemissie
Volgens A-norm gemeten
wassencentrifugeren
WS508065,6 dB80,7 dB
WS510063,0 dB77,7 dB
WS514069,3 dB73,5 dB
gemeten volgens EN ISO 9614-2
26M.-Nr. 04 506 764
Instrukties voor de installateur
Deze wasautomaat mag alleen worden gebruikt voor wasgoed dat niet met gevaarlijke
of licht ontvlambare stoffen behandeld is.
Om eventuele vorstschade te vermijden,
moet de wasautomaat in geen geval in een
vorstgevaarlijke ruimte worden geplaatst.
De met rood gemerkte transportbeveiligingen
"A" en "B"
Plaats de wasautomaat loodrecht d.m.v. de
stelvoeten. De automaat mag niet op het
frame rusten.
Als de wasautomaat op een sokkel wordt geplaatst moet hij in principe aan de sokkel worden vastgemaakt (zie meegeleverde
installatietekening). Worden elektrisch verwarmde wasautomaten direkt op de vloer geplaatst, dan is dat niet nodig.
Plaats de wasautomaat niet op vaste vloerbedekking. Dit kan namelijk de ventilatie-openingen aan de onderkant van de ommanteling afsluiten.
"A" (2 stuks),
"B" (2 stuks)
A
B
moeten pas op de plaats van opstelling worden verwijderd.
Hiertoe moeten de voorwand en de achterwand worden verwijderd.
M.-Nr. 04 506 76427
Instrukties voor de installateur
Wateraansluiting
Koud waterWarm waterKoud water
Hardwater
Om een storingsvrij programmaverloop te
waarborgen is een waterdruk van minstens 1
bar en hoogstens 10 bar vereist.
De temperatuur van het instromende warme
water mag de 70 oC niet overschrijden.
De wasautomaat alleen op koud water aansluiten
Zie bijgevoegde installatie-instructies.
De wasautomaat moet met een waterkraan
worden aangesloten op een volgens DIN
1988 aangelegde waterleiding. Dit mag uitsluitend door een erkend installateur worden gedaan, met inachtneming van de landelijke
voorschriften, de voorschriften van het plaatselijke waterbedrijf en de bouwverordeningen.
Let op het bijgeleverde installatieschema en
de installatieaanwijzingen. Deze zijn van
groot belang voor de wateraansluiting.
Voor de wateraansluiting moeten in principe
de meegeleverde toevoerslangen worden gebruikt.
Om ervoor te zorgen dat de met 90 oC gemerkte warmwaterslang nog vele jaren tegen
druk bestand blijft, mag deze alleen op een
warmwaterleiding van maximaal 70 oC worden aangesloten.
Gebruik als er een slang moet worden vervangen alleen slangen die bestand zijn tegen
minstens 70 bar overdruk en tegen een watertemperatuur van minstens 90 oC. Dit geldt
ook voor de aangesloten inlaatventielen.
Originele onderdelen voldoen aan deze eis.
28M.-Nr. 04 506 764
Instrukties voor de installateur
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op de op het typeplaatje aangegeven spanning en frequentie.
Dit mag alleen worden gedaan door een
erkend elektricien met inachtneming van de
volgens NEN 1010 geldende voorschriften
m.b.t. de elektrische aansluiting en met inachtneming van de speciale bepalingen van het
plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
De elektrische onderdelen van de machine
voldoen aan IEC 335-1, IEC 335-2-4,
IEC 335-2-7.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat
via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De
contactopening in uitgeschakelde toestand
moet minimaal 3 mm bedragen. Geschikt zijn
zelf-uitschakelaars, zekeringen en relais (EN
60335).
Het minimale waterniveau voor het activeren
van het verwarmingssysteem bedraagt
30 mm waterkolom.
Varianten
variantenstandaard afgesteld op:
elek-
trisch
stoom3 AC 220-230 V 50 Hz/
3 AC 220-230 V 50 Hz /
3 N AC 380-400 V 50 Hz
3 N AC 380-400 V 50 Hz
3 AC 220-230 V 50 Hz
3 N AC 380-400 V 50 Hz
Deze waarden mogen alleen door de Technische Dienst worden ingesteld en het ingestelde verwarmingsvermogen of de spanning
moet duurzaam met een D typeplaatje worden gemerkt.
De stekkerverbinding of de schakelaar voor
het loskoppelen van de netspanning moet altijd toegankelijk zijn.
Als de automaat van de netspanning wordt
losgekoppeld, moet het betreffende systeem
afsluitbaar zijn. Hierop moet op elk moment
controle kunnen worden uitgeoefend.
Let op!
Let op de juiste draairichting van de trommel
bij het centrifugeren - van voren gezien links
om -. Bij een verkeerde draairichting moeten
2 fasen verwisseld worden.
De motoren zijn door een wikkelingsbeveiliging tegen overbelasting beschermd.
De elektrische verwarming is standaard ingesteld op:
- 9 kW (WS 5080) -
- 12 kW (WS 5100) -
- 15 kW (WS 5140) De wasautomaat kan op
- 6 kW (WS 5080) -
- 9 kW (WS 5100) -
- 10 kW (WS 5140) - worden ingesteld als u
een verwarmingselement afklemt.
M.-Nr. 04 506 76429
Instrukties voor de installateur
Gasaansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend door een
erkend gasfitter of installateur op het gas worden aangesloten, en wel met inachtneming
van
–de voorschriften zoals die gelden in het
land waar uw wasautomaat wordt geplaatst; in Nederland zijn dat NEN 1078
en Gavo 1987;
–de voorschriften van het plaatselijke gasbe-
drijf;
–de regionale bouwverordeningen;
–de voorschriften voor verwarmingsinstalla-
ties.
Let op de bijgeleverde opstellingstekening en
de installatie-instructies, deze zijn belangrijk
voor de gasaansluiting.
De gasverwarming is standaard ingesteld met
de gastechnische waarden die op de sticker
aan de achterkant van de wasautomaat worden vermeld.
Vraag als u de wasautomaat geschikt wilt
maken voor een andere gasfamilie een ombouwset aan bij de Technische Dienst. Vermeld daarbij het type en het nummer van het
apparaat, alsmede de gasfamilie, de gasgroep, de gasaansluitdruk en het land waar
de wasautomaat staat opgesteld.
Nadat u de automaat aan de gasleiding heeft
aangesloten, dient u de gedemonteerde panelen weer te monteren.
Voer reparaties aan gasapparaten nooit zelf
uit! Storingen kunt u het beste door vakmensen laten verhelpen.
Waarschuw dan direct de Technische Dienst
of een erkend installateur.
Stoomaansluiting
De stoom mag uitsluitend door een erkend
stoominstallateur worden aangesloten.
Let op de bijgevoegde installatietekening en
de installatie-instrukties, want deze zijn belangrijk voor de stoomaansluiting.
Nadat de stoom is aangesloten dienen alle gedemonteerde panelen in ieder geval opnieuw
te worden gemonteerd.
30M.-Nr. 04 506 764
Loading...
+ 80 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.