Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat
plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Deze wasautomaat mag uitsluitend door de Technische
Dienst van Miele Nederland B.V. worden geïnstalleerd.
M.-Nr. 05 150 3123
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de
wasautomaat in gebruik neemt. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt onnodige
schade aan de wasautomaat.
Efficiënt gebruik van de wasautomaat
Deze wasautomaat is alleen bestemd
voor wasgoed dat niet met gevaarlijke of
ontvlambare middelen is vervuild.
Was in deze automaat uitsluitend was
goed dat volgens de aanwijzingen van
de fabrikant op het etiket geschikt is voor
machinaal wassen.
De gebruiker moet de desinfectiestan
daard van thermische en chemothermische procédés (overeenkomstig §18
IfSG) bewaken. De procédés dienen regel
matig meettechnisch of met behulp van che
mo-indicatoren te worden gecontroleerd.
Bij thermische desinfectie moet aan de temperatuur-/fabrieksparameters worden voldaan, bij chemo-thermische desinfectie ook
aan de concentratieparameters.
Desinfectieprogramma’s mogen niet worden
onderbroken, want dat kan het desinfectieresultaat ongunstig beïnvloeden.
Gebruik nooit chemische middelen in
deze wasautomaat! Bij de meeste reinigingsmiddelen, bijv. benzine, bestaat gevaar voor brand en/of explosies!
Bewaar en gebruik in de buurt van de
wasautomaat geen benzine, petroleum
of andere licht ontvlambare stoffen. Gebruik
het machinedeksel niet als werkblad.
Er bestaat gevaar voor brand en explo
sies!
Elektrische veiligheid
De elektrische veiligheid van dit appa
raat is alleen gewaarborgd als het wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de voorschriften is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat deze veiligheids
voorziening aanwezig is. Laat de huisinstal
latie in geval van twijfel door een vakman
controleren. De fabrikant kan niet aanspra
kelijk worden gesteld voor schade die wordt
veroorzaakt door een ontbrekende of be
schadigde aarddraad.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
De veiligheidsvoorzieningen en de be
dieningselementen van de wasautomaat
mogen niet worden verwijderd of bescha
digd.
Bij schade aan de bedieningselementen
of aan de isolatie van leidingen mag de
wasautomaat niet worden gebruikt, totdat
deze is gerepareerd.
Gebruik de wasautomaat alleen als alle
afneembare afdekkingen zijn gemon
teerd en het daardoor niet mogelijk is om in
aanraking te komen met onderdelen die on
der stroom staan of die in beweging zijn.
Er staat alleen dan geen spanning op de
wasautomaat als de hoofdschakelaar of
de zekering van de huisinstallatie is uitge
schakeld.
Reparaties aan apparaten die elektrisch,
-
met gas of met stoom worden gestookt,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
vakmensen van Miele. Ondeskundige reparaties leveren een groot gevaar op voor de
gebruiker.
Defecte onderdelen mogen uitsluitend
worden vervangen door originele Mieleonderdelen. Alleen dan is gewaarborgd dat
het apparaat volledig voldoet aan alle veiligheidseisen die wij aan onze apparaten stellen.
Het feit dat er gebruik is gemaakt van
het beste materiaal en dat er zeer zorg
vuldig te werk is gegaan, beschermt de toe
voerslangen niet tegen schade door ouder
dom.
Door scheurtjes, knikken, deuken e.d. kan er
een lek in de slangen ontstaan, waardoor
water wegloopt.
Controleer de toevoerslangen daarom regel
matig. U kunt ze dan op tijd vervangen,
waardoor u waterschade voorkomt.
Hoogcentrifugerende wasautomaten met
een kinetische energie van meer dan
1500 Nm dienen minimaal eens per jaar
door de Technische Dienst van Miele Neder
land B.V. op hun veiligheid te worden gecon
troleerd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4M.-Nr. 05 150 312
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt
door personen die in staat zijn het appa
raat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiks
aanwijzing!
Zorg ervoor dat kinderen nooit in de
buurt van de wasautomaat spelen zodat
zij er niet op of in kunnen kruipen en de was
automaat niet kunnen bedienen.
Als er op hoge temperaturen wordt ge
wassen wordt het kijkglas heet. Zorg er
daarom voor dat kinderen het kijkglas niet
aan kunnen raken als de wasautomaat aan
staat.
Als er op hoge temperaturen wordt ge
wassen, kan er hete damp uit de ont
luchtingstuit komen.
Steek tijdens het centrifugeren nooit uw
hand tussen het aggregaat en het frontpaneel.
Controleer of de trommel helemaal stil-
staat als u de was uit de automaat haalt.
Wanneer u in een draaiende trommel grijpt,
bestaat er een groot gevaar voor verwondingen.
Het water in de wasautomaat is sop en
dus geen drinkwater!
Laat het sop in een afvoersysteem weglopen
dat speciaal daarvoor is aangelegd.
Wordt de wasautomaat gebruikt zonder
dat er iemand in de buurt is, dan moet
zich in de directe omgeving van de auto
maat een afvoer in de vloer (putje) bevinden.
Desinfectie- en reinigingsmiddelen be
vatten vaak chloorhoudende verbin
dingen. Wanneer dergelijke middelen op
een roestvrijstalen oppervlak opdrogen, tas
ten de chloriden die daarbij ontstaan het
roestvrije staal aan en veroorzaken roest.
U beschermt het roestvrije staal het best als
u voor het wassen/desinfecteren en voor het
reinigen van de roestvrijstalen oppervlakken
alleen middelen gebruikt die geen chloor
bevatten.
Informeer in geval van twijfel bij de fabrikant
van het middel.
Wanneer chloorhoudende middelen per on
geluk toch op roestvrij staal terechtkomen,
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
verwijder ze dan met water. Wrijf het opper
vlak daarna met een doek droog.
-
-
Kleur-/ontkleuringsmiddelen en ontkal
kingsmiddelen moeten geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de
aanwijzingen van de fabrikant van het mid
del.
Controleer het wasresultaat bij wasgoed
dat met biologische oliën of vetten ver
vuild is. Als het wasgoed niet schoon ge
noeg is, kan tijdens het droogproces zelfont
branding optreden. Gebruik voor dergelijk
wasgoed speciale wasmiddelen of speciale
wasprogramma's.
Let bij gebruik van speciale reinigings
middelen en speciale producten op de
aanwijzingen van de desbetreffende fabri
kant. Gebruik het middel alleen voor toepas
singen die door de fabrikant zijn aangege
ven.
Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties. Vraag
in geval van twijfel de fabrikant van het middel of het geschikt is voor gebruik in wasautomaten.
Wanneer voor een bepaalde toepassing
een chemisch hulpmiddel wordt aanbevolen, betekent dit niet dat de fabrikant van
het apparaat ook aansprakelijk is voor het
effect van het middel op het wasgoed en de
machine. Houd er rekening mee dat veran
deringen in formules en opslagvoorschriften
die niet afkomstig zijn van de fabrikant van
de chemische middelen het wasresultaat
kunnen beïnvloeden.
Voor het reinigen van de wasautomaat
mag geen hogedrukspuit en geen water
straal worden gebruikt.
Gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen alleen worden inge
bouwd als ze uitdrukkelijk door Miele zijn
vrijgegeven. Wanneer andere onderdelen
worden aan- of ingebouwd, vervallen de ga
rantie en de productaansprakelijkheid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
M.-Nr. 05 150 3125
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met
chloorbleekmiddelen en perchloorethy
leen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveel
heden, des te groter de kans op schade
aan onderdelen van de automaat.
Het gebruik van chloorhoudende middelen,
zoals natriumhypochloride en poedervor
mige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk
van de chloorconcentratie, de inwerktijd en
de temperatuur - de beschermlaag van het
roestvrije staal aantasten en corrosie veroor
zaken op onderdelen van de automaat. Om
deze redenen dient u af te zien van het ge
bruik van dergelijke middelen. In plaats
daarvan adviseren wij bleekmiddelen op
zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen
chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt,
dient u altijd een antichloorbehandeling uit
te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen
van de wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat
Wanneer u de oude wasautomaat af
dankt, maak dan eerst het deurslot on
bruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelen
de kinderen zich opsluiten en in levensge
vaar komen.
Wanneer andere personen deze wasauto
maat bedienen, moeten zij op de hoogte
worden gebracht van deze belangrijke
veiligheidsinstructies.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvul
dig!
-
-
-
-
-
-
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleekmiddel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor
bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of
bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het
water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water,
gipsvorming optreden waardoor verontreini
gingen op het wasgoed en afzettingen in de
wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een
behandeling met waterstofperoxide het neu
tralisatieproces van chloor ondersteunt,
dient daaraan de voorkeur te worden gege
ven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de
behandelingstemperaturen dienen ter plaat
se volgens de doseeradviezen van de wasen hulpmiddelenfabrikanten te worden inge
steld en gecontroleerd. Ook moet worden
getest of er resten actieve chloor in de was
zijn achtergebleven.
-
-
-
-
-
6M.-Nr. 05 150 312
Het verpakkingsmateriaal
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
De verpakking beschermt het apparaat te
gen transportschade. Het verpakkingsmate
riaal is uitgekozen met het oog op een zo
gering mogelijke belasting van het milieu en
de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal
remt de afvalproductie en het gebruik van
grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de
verpakking terug. Als u de verpakking zelf
wegdoet, informeer dan bij de reinigings
dienst van uw gemeente waar u die kunt af
geven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische appara
ten bevatten vaak nog waardevolle materia
len. Ze bevatten echter ook schadelijke stof
fen die voor het functioneren en de
veiligheid van het apparaat nodig waren. Als
u het apparaat bij het gewone afval doet of
bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
-
-
-
-
-
-
-
Het apparaat moet volgens de daarvoor gel
dende voorschriften worden verwijderd.
Neem zo nodig contact op met Miele Profes
sional of met de vakhandelaar.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd
buiten het bereik van kinderen worden opge
slagen. Hierover vindt u meer informatie in
het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
M.-Nr. 05 150 3127
-
-
-
Beschrijving van het apparaat
Wasautomaat WS 5073
1 -Wasmiddelvak9 -Kabeldoorvoer voor netaansluiting
2 -Bedieningspaneel10 -Ontluchtingstuit
3 -Deur11 -Koudwateraansluiting
4 -Frontpaneel12 -Warmwateraansluiting
5 -Klepje noodontgrendeling13 -Ontluchtingsschroef
6 -4 in hoogte verstelbare machinevoeten14 -Openingen voor doseerslangen
7 -Kabeldoorvoer voor hulpapparaten15 -Achterpaneel
8 -Kabeldoorvoer voor doseerpompen16 -Afvoer
De constructie van het apparaat voldoet aan IEC 60204-1:2005.
Deur openen.
Met deze toets kan ook de toets "Met voor
spoelen" worden ontgrendeld.
+n Met voorspoelen
Instelbaar voor de programma’s:
A, B, D
h Start
Deze toets start het gekozen programma.
Programma- en temperatuurkeuzeschake
laar
-
Programma
A Thermische desinfectie 90°C met vaste
koude voorwas
-
Extra display voor resttijd/temperatuur
hmin /°C
Tijdweergave h / min
U kunt in het display zien hoe lang het geko
zen wasprogramma nog duurt. Het controle
lampje m min brandt.
Temperatuur °C
De temperatuur wordt vanaf 20°C in stappen
van 5°C weergegeven. Het controlelampje
%°C brandt.
B Chemothermische desinfectie 60°C met
vaste koude voorwas
C Kort programma 60°C zonder voorwas
(voor het wassen van nieuwe mops)
D Pads 40°C met vaste koude voorwas
E Extra spoelen
F Extra centrifugeren
G Extra afvoer
Maximaal centrifugetoerental bij de pro
gramma’s
-
-
AThermische desinfectie
BChemothermische
desinfectie
CKort programma
DPads
FExtra centrifugeren
EExtra spoelen900 o/min.
1200 o/min.
-
m min Resttijd
%°C Temperatuur
M.-Nr. 05 150 3129
Beschrijving van het apparaat
ProgrammaverloopWasmiddelvak
Aan/Start
Voorwas
Hoofdwas
Spoelen
Spoelen
Spoelen/Stijven
Waterafvoer
Centrifugeren
Einde
Watertoevoer/-afvoer
Vakje j- Hoofdwas
Verwijder na gebruik eventuele wasmid
delresten en korstjes uit het wasmiddel
vak, omdat het wasgoed anders opnieuw
besmet kan raken na het desinfectieproces. Gebruik voor het reinigen warm water.
-
-
10M.-Nr. 05 150 312
Wassen
Vóór de eerste wasbeurt
De eerste ingebruikneming mag uitslui
tend door de Technische Dienst worden
gedaan.
Belangrijk! De automaat moet volgens de
geldende richtlijnen worden geplaatst en
aangesloten! Zie het hoofdstuk "Aanwij
zingen voor de installateur".
Testwater afvoeren
Was de eerste keer zonder wasgoed.
^
Doe een beetje wasmiddel in vakje j.
^
Draai de programmaschakelaar op
^
"C Kort programma 60°C".
^ Druk op de toets "h Start".
Wasgoed voorbereiden en in de
trommel doen
Klop de mops uit, zodat er geen grove ver
^
ontreinigingen in de machine terecht
komen.
Voorwerpen zoals munten en paperclips
kunnen het wasgoed en onderdelen van
de automaat beschadigen.
-
Wasgoed sorteren
Kies voor mops en doekjes voor nat reinigen
het programma:
A Thermische desinfectie
of
B Chemothermische desinfectie
Kies voor nieuwe mops of nieuwe doekjes
voor nat reinigen de instelling:
C Kort programma
Kies voor pads en poetsschijven het programma:
D Pads
-
-
Was in deze automaat uitsluitend wasgoed dat geschikt is voor de wasautomaat.
^
Doe het wasgoed in de trommel.
Let op de maximale beladingscapaciteit
(droog wasgoed):
max. 7,5 kg
Afmeting en gewicht
reinigingsmateriaal
40 cm / 190 g38 stuks
50 cm / 220 g33 stuks
60 cm / 280 g26 stuks
80 cm / 360 g20 stuks
110 cm / 510 g14 stuks
130 cm / 610 g12 stuks
Maximaal aantal
160 cm / 720 g10 stuks
M.-Nr. 05 150 31211
Wassen
Sluit de deur.
^
Gooi de deur dicht, zonder deze los te la
ten. De deur zal in het begin vrij moeilijk
sluiten. Na verloop van tijd gaat dit gemakkelijker.
Programma kiezen
Kies een programma
^
(bijvoorbeeld programma A Thermische
desinfectie 90°C).
-
Let erop dat er geen wasgoed tussen
deur en manchet beklemd raakt, anders
beschadigt het wasgoed.
^ Open de waterkraan.
^
Schakel de hoofdschakelaar in.
?
^ Bij sterk vervuild wasgoed kunt u, indien
gewenst, bij de programma’s A,B en D
voor voorspoelen kiezen. Druk in dat geval
op de toets "+n Met voorspoelen".
^
Vul voor de hoofdwas wasmiddel in vakje
j.
?
^
Druk op de toets "h Start".
- Het controlelampje "m min" gaat uit en
het controlelampje "%°C" gaat branden.
- Het wasprogramma loopt nu.
12M.-Nr. 05 150 312
Temperatuur
Als een programma is gestart, ziet u in het
display de temperatuur van het water stijgen
in stappen van 5°C. De temperatuur loopt op
totdat de ingestelde temperatuur van de
hoofdwas is bereikt. Het controlelampje
"%°C Temperatuur" brandt dan.
Resttijd
Zodra de ingestelde temperatuur van de
hoofdwas is bereikt, wordt de resterende
programmaduur in uren en minuten weerge
geven. Het controlelampje "m min Tijd"
brandt nu.
-
Wassen
De resttijd wordt in stappen van 1 minuut af
geteld.
Deur openen nadat het programma
is afgelopen
Nadat het controlelampje "r Einde " is gaan
branden, kunt u:
-
^
met de toets "a" de deur openen
^
en het wasgoed uit de trommel halen.
Als er daarna niet meer wordt gewassen
^
Laat de deur open.
^
Schakel de hoofdschakelaar uit.
^
Draai de waterkraan dicht.
M.-Nr. 05 150 31213
Wasmiddel doseren
Waterhardheid
Hard
heidsgraad
Izacht0 - 1,30 - 7
IIgemid
IIIhard2,5 - 3,814 - 21
IVzeer
Als u de waterhardheid in uw regio niet kent,
neem dan contact op met uw waterbedrijf.
-
Aandui-
ding
deld
hard
Hardheid
in mmol/l
1,3 - 2,57 - 14
-
boven
3,8
°dH
boven
21
Wasmiddel doseren
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op de
verpakking. Gebruik niet teveel wasmiddel,
anders ontstaat er teveel schuim. Gebruik
geen wasmiddelen die overmatig schuimen.
Voor de programma’s
A Thermische desinfectie en
B Chemothermische desinfectie
dient de tijd gedurende welke de tempera
tuur moet worden aangehouden te worden
geprogrammeerd volgens de specificaties
van de fabrikant van het desinfectiemiddel.
Zie de tabel aan het eind van de rubriek
"Programma’s wijzigen", de punten 8 en 12.
-
De dosering is afhankelijk van:
– de hoeveelheid wasgoed,
– de waterhardheid en
– de mate van vervuiling.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat:
– het wasgoed niet schoon en na vaker was-
sen hard en grauw wordt;
–
er vetbolletjes in de was gaan zitten;
–
er kalkafzetting kan ontstaan op de ver
warmingselementen.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat:
–
er een sterke schuimvorming optreedt;
–
de waswerking gering is;
–
het reinigings-, spoel- en centrifugeresul
taat niet optimaal is.
-
-
14M.-Nr. 05 150 312
Extra functies
Programmaverloop wijzigen
U kunt altijd het programma veranderen,
wanneer dat nodig is.
Draai de programmaschakelaar op het ge
^
wenste programma. Het nieuwe program
ma gaat dan verder bij de fase waar het
oude gebleven was.
Dit gebeurt niet als u de programmaschake
laar via "r Einde" op een ander programma
zet.
Voor
E Extra spoelen
–
F Extra centrifugeren
–
G Extra afvoer
–
geldt: als u vanuit een ander programma
overschakelt naar één van deze program
ma’s of als u vanuit één van deze programma’s naar een ander programma overschakelt, dan wordt het programma afgebroken.
Druk op de toets "h Start" en het gekozen
programma begint opnieuw.
Bij een automaat met muntkast wordt het
programma na 3 minuten vergrendeld en
kunt u dus niets meer veranderen.
Programma afbreken
^
Draai de programmaschakelaar op
"r Einde".
-
-
Fasen van een programma herhalen
Let op! De fase die herhaald moet worden,
moet zijn afgelopen.
-
-
Draai de programmaschakelaar op
^
"r Einde".
Zodra het controlelampje voor "r Einde"
gaat branden,
kiest u een willekeurig programma
^
en druk u op toets "h Start".
^
Na ongeveer 5 seconden draait u de pro
^
grammaschakelaar weer op "r Einde".
Zodra het controlelampje voor de fase gaat
branden die u wilt herhalen,
draait u de programmaschakelaar binnen
^
3 seconden op het gewenste programma.
Geprogrammeerde functies
U kunt extra functies of wasprogramma’s
met een afwijkend verloop programmeren.
Zie het hoofdstuk "Programma’s wijzigen".
Deze speciaal geprogrammeerde functies
moeten altijd in de lijst met programmawijzigingen worden genoteerd, zodat ze opnieuw
kunnen worden ingevoerd als de elektronische besturing defect is geraakt en ver
vangen moet worden.
-
-
De controlelampjes van de fasen die nog
zouden moeten komen, lichten na elkaar op,
inclusief "r Einde".
Fasen van een programma weglaten
^
Draai de programmaschakelaar op
"r Einde".
^
Zodra in het display de fase gaat knippe
ren, waarmee u het programma wilt voort
zetten, draait u de programmaschakelaar
binnen 3 seconden weer op het desbetref
fende programma.
M.-Nr. 05 150 31215
-
-
-
Programma’s wijzigen
Een programma herprogrammeren
De verschillende wasprogramma’s kunnen
individueel aan speciale wensen, gewoontes
of processen worden aangepast.
Voor de 20 programmeerfuncties zijn er tel
kens maximaal 4 opties.
Voorwaarden om te kunnen programme
ren:
De hoofdschakelaar moet ingeschakeld
–
zijn.
Een voorafgaand programma moet afge
–
sloten zijn.
De deur moet geopend zijn.
–
-
-
-
Programmeerfunctie activeren
?
Sluit de deur en druk binnen 4 seconden
^
de toets "+n Met voorspoelen" 4 keer in,
dat wil zeggen u drukt de toets 2x in en
laat hem 2x naar buiten springen.
– Alle overige druktoetsen moeten "uit"
staan. Dat wil zeggen dat ze niet ingedrukt
mogen zijn.
- In het display verschijnt er na 4 seconden
een "
P
" (van programmeren).
- De controlelampjes voor "Voorwas" en
"Hoofdwas" knipperen.
- U kunt nu gaan herprogrammeren; zie hiervoor het voorbeeld op de volgende pagina.
–
De programmaschakelaar moet op
"r Einde" staan.
16M.-Nr. 05 150 312
Programma’s wijzigen
Voorbeeld:
De tijd gedurende welke de bereikte tempe
ratuur in de hoofdwas van de programma’s
A en D wordt vastgehouden, wijzigen van
10 minuten in resp. 5, 15 of 20 minuten.
U kiest bijvoorbeeld een tijd van 15 minuten.
Dit betekent dat u optie 3 moet kiezen, zie
de tabel voor de programmawijzigingen
punt 8 / A Tijd temp. aanhouden in minuten.
Stand programmaschakelaar
In het extra display verschijnen na elkaar
-
P 1
(10 minuten),
P 3
(15 minuten).
P 2
(5 minuten),
^ Zet de programmaschakelaar op program-
P
ma 8. In het extra display knippert "
".
?
^
Druk 3x op de toets "h Start".
?
^ Druk op de toets "a Deur".
- De nieuwe tijd gedurende welke de bereikte temperatuur wordt vastgehouden,
wordt met de toets "a Deur" opgeslagen.
Het herprogrammeren is beëindigd.
^
Vul de nieuwe programmering op de vol
gende pagina in.
^
Zet de programmaschakelaar op
"r Einde".
Op de volgende pagina vindt u nog diverse
andere mogelijkheden voor het wijzigen van
programma’s.
Extra functiesTe programmeren door de Technische Dienst.
16 COmschakelen
17 CWatertoevoervoorwas
ABCDhoofdwas
18 DTemperatuur D: (°C)605040*30
19 D 40 Extra centrifugeren gratisja*nee
20 DExtern 3 doseerpompenComb. 1* Comb. 2 Comb. 3
*) Standaardinstelling
KW = koud water
WW = warm water
HW = heet water
KW*
KW+WW*
KW
KW
KW-hard
KW-zacht
KW+HW
HW
18M.-Nr. 05 150 312
Reiniging en onderhoud
Wasautomaat reinigen
Reinig de buitenkant van de automaat met
een mild reinigingsmiddel of sopje en wrijf
alles schoon met een zachte doek. Wrijf het
bedieningspaneel schoon met een vochtige
doek en daarna droog, eveneens met een
doek. De trommel en andere delen van
roestvrij staal maakt u schoon met een spe
ciaal middel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen!
Houd ook de deurdichting (manchet)
schoon. Verwijder eventuele verontreini
gingen met een vochtige doek.
Verwijder na gebruik eventuele wasmiddel
resten en korstjes uit het wasmiddelvak, om
dat het wasgoed anders opnieuw besmet
kan raken na het desinfectieproces. Gebruik
voor het reinigen warm water.
-
-
-
Zeef toevoerslang reinigen:
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Roestvorming
De trommel en de kuip zijn van zijn van
roestvrij staal.
IJzerhoudend water of metalen voorwerpen
(zoals paperclips, metalen knopen en metaalslijpsel) die in de machine terechtkomen,
kunnen roest veroorzaken.
Reinig de trommel en de kuip dan ook meteen na het ontstaan van roest met een geschikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Controleer ook de deurdichting op metalen
voorwerpen en ijzerhoudende verontreini
gingen en verwijder deze grondig.
Watertoevoerzeefjes reinigen
De automaat is voorzien van zeefjes ter be
scherming van de watertoevoerkleppen:
–
de zeefjes bevinden zich aan de vrije uit
einden van de toevoerslangen en
–
in de tuiten bij de koppelstukken tussen
automaat en toevoerslang.
-
-
-
^ Schroef de toevoerslang van de water-
kraan.
^ Trek het rubberen dichtingsringetje uit de
groef.
^ Pak het zeefje met een combinatie- of
punttang aan de opstaande rand in het
midden vast, trek het eruit en reinig het.
^ Monteer alles weer in omgekeerde volgor-
de.
De zeefjes in de toevoerslangen moeten on
geveer eens in de 6 maanden worden
schoongemaakt.
Controleer de toevoerslang regelmatig, om
dat die tijdens het wassen onder hoge druk
staat. Als u scheurtjes of andere bescha
digingen constateert, moet u een nieuwe
toevoerslang aanschaffen.
Gebruik alleen slangen die bestand zijn te
gen een overdruk van minstens 70 bar. De
originele Miele-toevoerslangen voldoen aan
deze eis.
-
-
-
-
M.-Nr. 05 150 31219
Reiniging en onderhoud
Zeefjes in de koppelstukken reinigen
Draai het geribbelde kunststof moertje
^
voorzichtig met een tang van het koppel
stuk en schroef het er af.
Als de machine gedurende lange tijd niet
-
is gebruikt (vanaf 4 weken), moet de trom
mel enkele keren worden gedraaid. Draai
de trommel vervolgens eens per 4 weken
enkele keren om beschadiging van de la
gers te voorkomen.
-
-
^ Pak het zeefje aan de rand in het midden
vast met een tang (zie afb.), trek het er uit
en maak het schoon.
^ Monteer de onderdelen weer in omge-
keerde volgorde.
De twee zeefjes moeten na het reinigen
beslist weer worden gemonteerd.
20M.-Nr. 05 150 312
Nuttige tips
Reparaties mogen uitsluitend worden uit
gevoerd door vakmensen van Miele. On
deskundig uitgevoerde reparaties kunnen
gevaar opleveren voor de gebruiker.
Een aantal storingen kunt u echter zelf ver
helpen.
-
-
-
Deur openen bij stroomuitval
Zet de programmaschakelaar op
^
"r Einde".
Draai de waterkraan dicht.
^
Om het wasgoed eruit te kunnen halen, moet
u eerst de afvoerklep openen. Daarna moet
de deur worden ontgrendeld.
Maak het klepje open.
^
?
^ Open de afvoerklep door de ontluchtings-
schroef achter op de machine met sleutel
17 los te draaien. Draai de schroef er niet
helemaal uit. Laat het water er uit lopen.
Let op! Uit de schroefopening komt een
klein beetje water (ca. 100 cc). Gebruik een
geschikt bakje om dit water op te vangen.
^
Draai de ontluchtingsschroef daarna weer
vast en controleer deze op dichtheid.
^
Duw tegen de deur en trek aan het lusje.
De deur gaat nu open.
Let er steeds op dat de trommel stilstaat
voordat u het wasgoed uit de automaat
haalt. Als u uw hand in de trommel steekt
terwijl deze nog draait, kunt u zich ver
wonden.
^
Sluit het klepje.
-
M.-Nr. 05 150 31221
Nuttige tips
Het programma start niet, het controle
lampje "I Aan/ Start" brandt niet.
Controleer of de deur goed dicht zit, de
^
stekker goed in de contactdoos zit en de
zekering in orde is.
Het controlelampje "p" knippert, maar
het programma is normaal verlopen.
De watertoevoer is geblokkeerd:
de kranen staan niet goed open;
–
er zit een knik in de toevoerslang;
–
de waterdruk is te laag;
–
de zeefjes in de toevoerslangen zijn ver
–
stopt (voor reinigen zie hoofdstuk "Reini
ging en onderhoud").
Het controlelampje gaat uit als u de pro
grammaschakelaar op "r Einde" zet.
Het controlelampje "p" knippert, het
lampje "r Einde" brandt, maar het wasgoed is niet gewassen.
De watertoevoer is geblokkeerd.
^ Zet de programmaschakelaar op
"r Einde".
^ Zet de waterkranen open.
^ Kies een programma.
^
Druk op toets "h Start".
Als er tijdens de volgende wasbeurt toch
nog te weinig of geen water de automaat in
stroomt, kan het zijn dat de druk te laag is.
Als de druk voldoende is, is er sprake van
een technische storing. Neem in dat geval
contact op met de Technische Dienst van
Miele Nederland B.V.
-
-
-
In het programmaverloop knippert het
lampje "i Voorwas".
Start het programma opnieuw.
^
Als het lampje dan weer knippert, is er spra
ke van een storing.
Waarschuw de Technische Dienst.
^
In het programmaverloop knippert het
lampje "j Hoofdwas" tijdens of na een
programma.
Als het lampje bij een volgend programma
weer knippert, is er sprake van een storing.
Waarschuw de Technische Dienst.
-
-
^
Ondanks voldoende waterdruk stroomt
het water te langzaam de automaat in.
De zeefjes in de watertoevoer kunnen ver
stopt zijn.
^ Maak deze schoon volgens de aanwij-
zingen in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
Er zitten stukjes wasmiddel in het wasmiddelvak
De waterdruk is te laag.
^ Reinig de zeefjes (zie "Reiniging en onder-
houd").
^
Controleer of er binnen 15 seconden 5 liter
water uit de kraan komt.
Als poedervormige wasmiddelen in con
tact komen met onthardingsmiddel, kun
nen ze gaan plakken.
^
Doe eerst wasmiddel in het vakje en dan
pas het onthardingsmiddel.
-
-
-
-
Het controlelampje "q" knippert.
^
Controleer of de afvoer verstopt is.
22M.-Nr. 05 150 312
Nuttige tips
Mogelijke oorzaken overmatige
schuimvorming
Wasmiddelsoort
–
Gebruik wasmiddelen voor professionele
^
wasautomaten. Gebruik geen huishoud
wasmiddelen.
Overdosering
–
Volg de dosering van de wasmiddelenfa
^
brikant. Let ook op de waterhardheid in uw
regio.
Sterk schuimend wasmiddel
–
Gebruik een minder schuimend wasmiddel
^
of neem contact op met een deskundige.
Zeer zacht water
–
Bij waterhardheidsgraad 1 dient u minder
^
wasmiddel te gebruiken. Volg de aanwij
zingen van de wasmiddelenfabrikant.
– De vervuilingsgraad van het wasgoed
Het wasgoed wordt niet of nauwelijks ge
centrifugeerd
Het wasgoed wordt niet goed verdeeld in
–
de trommel. Daarom wordt er voor de vei
-
-
-
ligheid met een gereduceerd toerental of
helemaal niet gecentrifugeerd.
De afvoer kan verstopt zijn. Maak de af
–
voer schoon volgens de aanwijzingen in
het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
Het controlelampje "n" brandt.
De automaat is vanwege extreme onbalans
uitgeschakeld.
Schakel de hoofdschakelaar uit en daarna
^
weer in
of
open de deur via de noodontgrendeling,
zie hoofdstuk "Deur openen bij stroomuit
val".
-
-
-
-
^ Bij licht verontreinigd wasgoed kunt u min-
der wasmiddel doseren. Volg de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
– Restanten reinigingsmiddelen in de was
^ Spoel het wasgoed eerst. Doe dat met
koud water en gebruik geen wasmiddel.
Spoel wasgoed dat met inweekmiddel is
behandeld goed uit.
–
Geringe washoeveelheid
^
Verlaag de wasmiddeldosering dienover
eenkomstig.
-
De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren.
De stelvoeten staan niet gelijk.
^ Zorg dat de automaat stevig en waterpas
staat, zoals beschreven in het hoofdstuk
"Aanwijzingen voor de installateur".
M.-Nr. 05 150 31223
Nuttige tips
Technische Dienst
Neem bij storingen contact op met de Tech
nische Dienst van Miele. Voor een goede en
vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de
Technische Dienst weet welk type wasauto
maat u heeft en welk machinenummer
(Fabr.-Nr.) en onderdeelnummer (M.-Nr.)
deze heeft.
Beide gegevens vindt u op de typeplaatjes:
bij geopende deur boven in de deurring, of:
-
-
boven aan de achterkant van de machine.
Als er onderdelen moeten worden vervangen, mogen alleen originele Miele-onderdelen worden gebruikt. Geef ook hierbij
type, machinenummer (Fabr.-Nr.) en onder
deelnummer (M.-Nr.) door aan de Tech
nische Dienst.
gemeten volgens DIN (IEC) 45 635, ken
merken volgens Duitse Machine Geluidsver
ordening 3. GSGV § 1 1.a
-
-
M.-Nr. 05 150 31225
Aanwijzingen voor de installateur
Deze wasautomaat mag uitsluitend door
de Technische Dienst van Miele Neder
land B.V. worden geïnstalleerd.
Plaats van opstelling
Een betonnen vloer is het meest geschikt als
ondergrond voor de automaat, omdat de au
tomaat hierop minder snel gaat schudden tij
dens het centrifugeren.
Let op het volgende:
Stel de automaat waterpas en stabiel op.
^
Plaats de automaat niet op een zachte
^
vloerbedekking, anders gaat hij schudden
tijdens het centrifugeren.
Bij sokkelopstelling moeten de bijge
^
voegde spanstrips worden gebruikt om er
voor te zorgen dat het apparaat niet kan
wegglijden tijdens het centrifugeren.
Betonnen sokkel, ter plaatse te bouwen.
Wanneer deze niet aanwezig is, kunt u een
stalen onderbouw bij Miele Nederland B.V.
bestellen (let op een goede aansluiting met
de vloer). Volg de aanwijzingen in de bijbehorende montagehandleiding.
-
-
-
-
-
Transportbeveiliging voorkant
"A" (1 st.)
Demonteer het voorpaneel (2 torx-schroeven
T20 aan de onderkant) en verwijder de voor
ste transportbeveiliging (3 schroeven SW
13).
Transportbeveiligingen achterkant
-
Plaats de wasautomaat in een vorstvrije
ruimte.
Plaats de wasautomaat niet op een vloerbe
dekking die de ventilatie-openingen aan de
onderkant van de ommanteling zou kunnen
afsluiten.
Transportbeveiliging
De rood gemarkeerde transportbeveili
gingen "A", "B" en "C" mogen pas op de
plaats van opstelling worden verwijderd.
Het apparaat mag nooit zonder transport
beveiliging worden vervoerd.
Bewaar de transportbeveiligingen. Als de
automaat moet worden getransporteerd
(bijv. bij een verhuizing) moeten de bevei
ligingen weer worden gemonteerd.
-
-
-
"BC
-
Demonteer het achterpaneel (15 torx-schroe
ven T20, aan de onderkant alleen maar los
draaien) en verwijder de achterste transport
beveiligingen (elk 3 schroeven SW 13).
Verplaats de machine alleen wanneer alle
panelen van de ommanteling gemonteerd
zijn.
-
-
-
26M.-Nr. 05 150 312
Aanwijzingen voor de installateur
Stellen
Voor een optimale werking moet de wasau
tomaat waterpas staan.
Met de machinevoeten kunt u het apparaat
waterpas stellen.
^ Draai de machinevoeten totdat de auto-
maat waterpas staat.
^ Houd de machinevoeten vast met een wa-
terpomptang.
^ Draai de contramoer vast met een schroe-
vendraaier.
-
Wateraansluiting
De wasautomaat moet met een waterkraan
worden aangesloten op een volgens de
voorschriften aangelegde waterleiding. Dit
mag uitsluitend door een erkend installateur
worden gedaan, met inachtneming van de
landelijke voorschriften, de voorschriften van
het plaatselijke waterbedrijf en de bouwver
ordeningen. Let op het bijgeleverde installa
tieschema en de installatieaanwijzingen.
Deze zijn van groot belang voor de water
aansluiting.
Sluit de watertoevoer en -afvoer aan (zie het
bijgevoegde installatieschema).
Voor de wateraansluiting moeten in principe
de meegeleverde toevoerslangen worden
gebruikt.
Opdat de warmwaterslang (met 90°C-aan
duiding) vele jaren meegaat, mag deze al
leen op een warmwaterleiding met een watertemperatuur tot 70°C worden
aangesloten.
Gebruik bij vervanging alleen slangen die
bestand zijn tegen een overdruk van
70 bar en temperaturen tot 90°C. Dit geldt
ook voor de bijbehorende aansluitarmaturen.
Originele Miele-onderdelen voldoen aan
deze eisen.
-
-
-
-
-
Om een storingsvrij programmaverloop te
garanderen, is een waterdruk van minstens
1 bar en maximaal 10 bar nodig.
De temperatuur van het aangevoerde water
mag niet hoger zijn dan 70°C.
Koudwateraansluiting
Wanneer u de automaat alleen op koud wa
ter aansluit:
–
zie tabel "Programma’s wijzigen", punt 17.
–
zie het bijgevoegde installatieschema.
-
M.-Nr. 05 150 31227
Aanwijzingen voor de installateur
Waterafvoer
Met een haakse tuit DN 70 kunt u de slang
^
aansluiten op een ontwateringssysteem
(zinken kastje met stankafsluiter) dat bij de
automaat moet worden geïnstalleerd.
Muntautomaat
De wasautomaat kan worden voorzien van
een muntkast.
U kunt de wasautomaat ook aansluiten op
een reeds geplaatste muntkast. Voor de
C 4030/31, C 4065 en de C 4050/51, C 4070
moet een adapter (AD 3) worden gebruikt.
Voor de C 4050 ook een speciale aansluitka
bel.
Wanneer de wasautomaat op een muntkast
wordt aangesloten, moet de wasautomaat
worden geherprogrammeerd. Dit kan alleen
worden gedaan door de Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.
Muntautomaten en aansluitkabels zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V.
3N AC 380-415 V 50 Hz
De motor is beveiligd tegen overbelasting.
Wij adviseren u, ter verhoging van de veilig
heid, de groep van de huisinstallatie waarop
het apparaat wordt aangesloten te voorzien
van een aardlekschakelaar (30 mA).
Het typeplaatje bevat informatie over de no
minale aansluitwaarde en de zekering. Ver
gelijk deze gegevens met de waarden van
het elektriciteitsnet.
Voor de vaste aansluiting moet het apparaat
via een schakelaar met alle polen van de
netspanning kunnen worden losgekoppeld.
Dit dient een goed toegankelijke hoofdscha
-
kelaar te zijn met nooduitschakeling
(geel-rood).
Aansluiting, wijziging van de huisinstallatie
of controle van het aardingssysteem inclu
sief afstemming van de zekering mag uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend
vakman die op de hoogte is van de landelijke bepalingen en de voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf.
-
-
-
-
-
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend op een vol
gens de voorschriften geïnstalleerde huisin
stallatie worden aangesloten. Dit mag alleen
door een erkend elektricien worden gedaan,
met inachtneming van de landelijke voor
schriften en de voorschriften van het plaat
selijke energiebedrijf.
De elektrische onderdelen van de machine
voldoen aan IEC 335.
Het minimale waterniveau voor het activeren
van het verwarmingssysteem bedraagt
45 mm waterkolom.
Let op het bijgeleverde schakelschema en
het installatieschema. Deze zijn van groot
belang voor de elektrische aansluiting.
Vergelijk de aansluitgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de waar
den van het elektriciteitsnet. Deze gegevens
moeten beslist overeenkomen.
-
-
-
-
Nadat de wasautomaat is geplaatst en
aangesloten, moeten alle gedemonteerde
-
panelen weer worden teruggeplaatst.
28M.-Nr. 05 150 312
Document-nr.:07138710
Maand.jaar:07.2007
Fabrikant:Miele & Cie. KG
Adres:Industriestrasse 3
Het genoemde product voldoet aan de voorschriften die in de volgende Europese richtlij
nen zijn vastgelegd:
Nummer: - Beschrijving2006/42/EG:Machinerichtlijn met wijzigingen
89/336/EEG: Elektromagnetische compatibiliteit
met wijzigingen
Geharmoniseerde Europese norm: EN ISO 10472-1 :1997
EN ISO 10472-2 :1997
EN 60204-1 :2006
EN 61770 :1999 + Corrigendum December 2005 +
A1 :2004 + A2 :2006
EN 55014–1 :2006
EN 55014–2 :1997 + A1:2001
EN 61000–3–2 :2006
EN 61000–3–3 :2006
Jaar waarin het CE-kenmerk is aangebracht: 2007
-
Plaats, datum:Lehrte, 2007-07-10
Handtekeningen:
Hoofd constructie en ontwikkelingHoofd productie
Dhr. Dr. KöckerlingDhr. Krimpmann
M.-Nr. 05 150 31229
30M.-Nr. 05 150 312
Garantie
In verband met de garantiebepalingen
dient u zich tot de MIELE-verkoopmaat
schappij te wenden die voor uw land ver
antwoordelijk is. Het adres vindt u op de
achterkant.
-
-
M.-Nr. 05 150 31231
Wijzigingen voorbehouden/2208
M.-Nr. 05 150 312 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.