Miele WS 5073 MOP-PROFI User manual

Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
W 5073 MOP-PROFI
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
nl - NL
M.-Nr. 05 150 312
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Wasgoed voorbereiden en in de trommel doen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Deur openen nadat het programma is afgelopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Wasmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programma’s wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Deur openen bij stroomuitval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Mogelijke oorzaken overmatige schuimvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Betekenis van de symbolen op de typeplaatjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Aanwijzingen voor de installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Transportbeveiliging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Wateraansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Muntautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
EG-conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Garantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Deze wasautomaat mag uitsluitend door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. worden geïnstalleerd.
M.-Nr. 05 150 312 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de wasautomaat in gebruik neemt. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan de wasautomaat.
Efficiënt gebruik van de wasautomaat
Deze wasautomaat is alleen bestemd voor wasgoed dat niet met gevaarlijke of
ontvlambare middelen is vervuild.
Was in deze automaat uitsluitend was
goed dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het etiket geschikt is voor machinaal wassen.
De gebruiker moet de desinfectiestan
daard van thermische en chemo­thermische procédés (overeenkomstig §18 IfSG) bewaken. De procédés dienen regel matig meettechnisch of met behulp van che mo-indicatoren te worden gecontroleerd. Bij thermische desinfectie moet aan de tem­peratuur-/fabrieksparameters worden vol­daan, bij chemo-thermische desinfectie ook aan de concentratieparameters. Desinfectieprogramma’s mogen niet worden onderbroken, want dat kan het desinfectiere­sultaat ongunstig beïnvloeden.
Gebruik nooit chemische middelen in
deze wasautomaat! Bij de meeste reini­gingsmiddelen, bijv. benzine, bestaat ge­vaar voor brand en/of explosies!
Bewaar en gebruik in de buurt van de
wasautomaat geen benzine, petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Gebruik het machinedeksel niet als werkblad.
Er bestaat gevaar voor brand en explo sies!
Elektrische veiligheid
De elektrische veiligheid van dit appa
raat is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat deze veiligheids voorziening aanwezig is. Laat de huisinstal latie in geval van twijfel door een vakman controleren. De fabrikant kan niet aanspra kelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of be schadigde aarddraad.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
De veiligheidsvoorzieningen en de be
dieningselementen van de wasautomaat mogen niet worden verwijderd of bescha digd.
Bij schade aan de bedieningselementen
of aan de isolatie van leidingen mag de wasautomaat niet worden gebruikt, totdat deze is gerepareerd.
Gebruik de wasautomaat alleen als alle
afneembare afdekkingen zijn gemon teerd en het daardoor niet mogelijk is om in aanraking te komen met onderdelen die on der stroom staan of die in beweging zijn.
Er staat alleen dan geen spanning op de
wasautomaat als de hoofdschakelaar of de zekering van de huisinstallatie is uitge schakeld.
Reparaties aan apparaten die elektrisch,
-
met gas of met stoom worden gestookt, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakmensen van Miele. Ondeskundige repa­raties leveren een groot gevaar op voor de gebruiker.
Defecte onderdelen mogen uitsluitend
worden vervangen door originele Miele­onderdelen. Alleen dan is gewaarborgd dat het apparaat volledig voldoet aan alle veilig­heidseisen die wij aan onze apparaten stel­len.
Het feit dat er gebruik is gemaakt van
het beste materiaal en dat er zeer zorg vuldig te werk is gegaan, beschermt de toe voerslangen niet tegen schade door ouder dom. Door scheurtjes, knikken, deuken e.d. kan er een lek in de slangen ontstaan, waardoor water wegloopt. Controleer de toevoerslangen daarom regel matig. U kunt ze dan op tijd vervangen, waardoor u waterschade voorkomt.
Hoogcentrifugerende wasautomaten met
een kinetische energie van meer dan 1500 Nm dienen minimaal eens per jaar door de Technische Dienst van Miele Neder land B.V. op hun veiligheid te worden gecon troleerd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4 M.-Nr. 05 150 312
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt
door personen die in staat zijn het appa raat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiks aanwijzing!
Zorg ervoor dat kinderen nooit in de
buurt van de wasautomaat spelen zodat zij er niet op of in kunnen kruipen en de was automaat niet kunnen bedienen.
Als er op hoge temperaturen wordt ge
wassen wordt het kijkglas heet. Zorg er daarom voor dat kinderen het kijkglas niet aan kunnen raken als de wasautomaat aan staat.
Als er op hoge temperaturen wordt ge
wassen, kan er hete damp uit de ont luchtingstuit komen.
Steek tijdens het centrifugeren nooit uw
hand tussen het aggregaat en het front­paneel.
Controleer of de trommel helemaal stil-
staat als u de was uit de automaat haalt. Wanneer u in een draaiende trommel grijpt, bestaat er een groot gevaar voor verwondin­gen.
Het water in de wasautomaat is sop en
dus geen drinkwater! Laat het sop in een afvoersysteem weglopen dat speciaal daarvoor is aangelegd.
Wordt de wasautomaat gebruikt zonder
dat er iemand in de buurt is, dan moet zich in de directe omgeving van de auto maat een afvoer in de vloer (putje) bevinden.
Desinfectie- en reinigingsmiddelen be
vatten vaak chloorhoudende verbin dingen. Wanneer dergelijke middelen op een roestvrijstalen oppervlak opdrogen, tas ten de chloriden die daarbij ontstaan het roestvrije staal aan en veroorzaken roest. U beschermt het roestvrije staal het best als u voor het wassen/desinfecteren en voor het reinigen van de roestvrijstalen oppervlakken alleen middelen gebruikt die geen chloor bevatten. Informeer in geval van twijfel bij de fabrikant van het middel. Wanneer chloorhoudende middelen per on geluk toch op roestvrij staal terechtkomen,
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
verwijder ze dan met water. Wrijf het opper vlak daarna met een doek droog.
-
-
Kleur-/ontkleuringsmiddelen en ontkal
kingsmiddelen moeten geschikt zijn voor gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant van het mid del.
Controleer het wasresultaat bij wasgoed
dat met biologische oliën of vetten ver vuild is. Als het wasgoed niet schoon ge noeg is, kan tijdens het droogproces zelfont branding optreden. Gebruik voor dergelijk wasgoed speciale wasmiddelen of speciale wasprogramma's.
Let bij gebruik van speciale reinigings
middelen en speciale producten op de aanwijzingen van de desbetreffende fabri kant. Gebruik het middel alleen voor toepas singen die door de fabrikant zijn aangege ven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties. Vraag in geval van twijfel de fabrikant van het mid­del of het geschikt is voor gebruik in wasau­tomaten.
Wanneer voor een bepaalde toepassing
een chemisch hulpmiddel wordt aanbe­volen, betekent dit niet dat de fabrikant van het apparaat ook aansprakelijk is voor het effect van het middel op het wasgoed en de machine. Houd er rekening mee dat veran deringen in formules en opslagvoorschriften die niet afkomstig zijn van de fabrikant van de chemische middelen het wasresultaat kunnen beïnvloeden.
Voor het reinigen van de wasautomaat
mag geen hogedrukspuit en geen water straal worden gebruikt.
Gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen alleen worden inge
bouwd als ze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Wanneer andere onderdelen worden aan- of ingebouwd, vervallen de ga rantie en de productaansprakelijkheid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
M.-Nr. 05 150 312 5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethy leen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveel heden, des te groter de kans op schade
aan onderdelen van de automaat. Het gebruik van chloorhoudende middelen,
zoals natriumhypochloride en poedervor mige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de temperatuur - de beschermlaag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroor zaken op onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het ge bruik van dergelijke middelen. In plaats daarvan adviseren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleekmiddelen gebruikt, dient u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de wasautomaat en de was onherstel­baar beschadigd raken.
-
-
-
-
Het afgedankte apparaat
Wanneer u de oude wasautomaat af
dankt, maak dan eerst het deurslot on bruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelen de kinderen zich opsluiten en in levensge vaar komen.
Wanneer andere personen deze wasauto maat bedienen, moeten zij op de hoogte worden gebracht van deze belangrijke veiligheidsinstructies.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvul dig!
-
-
-
-
-
-
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aan­sluitend op het gebruik van het chloorbleek­middel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreini gingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een behandeling met waterstofperoxide het neu tralisatieproces van chloor ondersteunt, dient daaraan de voorkeur te worden gege ven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaat se volgens de doseeradviezen van de was­en hulpmiddelenfabrikanten te worden inge steld en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn achtergebleven.
-
-
-
-
-
6 M.-Nr. 05 150 312
Het verpakkingsmateriaal
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
De verpakking beschermt het apparaat te gen transportschade. Het verpakkingsmate riaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigings dienst van uw gemeente waar u die kunt af geven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische appara ten bevatten vaak nog waardevolle materia len. Ze bevatten echter ook schadelijke stof fen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stof­fen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa­raat dan ook nooit met het gewone afval.
-
-
-
-
-
-
-
Het apparaat moet volgens de daarvoor gel dende voorschriften worden verwijderd. Neem zo nodig contact op met Miele Profes sional of met de vakhandelaar.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen worden opge slagen. Hierover vindt u meer informatie in
het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
M.-Nr. 05 150 312 7
-
-
-
Beschrijving van het apparaat
Wasautomaat WS 5073
1 -Wasmiddelvak 9 -Kabeldoorvoer voor netaansluiting 2 -Bedieningspaneel 10 -Ontluchtingstuit 3 -Deur 11 -Koudwateraansluiting 4 -Frontpaneel 12 -Warmwateraansluiting 5 -Klepje noodontgrendeling 13 -Ontluchtingsschroef 6 -4 in hoogte verstelbare machinevoeten 14 -Openingen voor doseerslangen 7 -Kabeldoorvoer voor hulpapparaten 15 -Achterpaneel 8 -Kabeldoorvoer voor doseerpompen 16 -Afvoer
De constructie van het apparaat voldoet aan IEC 60204-1:2005.
Bedieningspaneel
12 3 4
1 -Temperatuur-/resttijdweergave 2 -Druktoetsen 3 -Controlelampjes programmaverloop 4 -Programma- en temperatuurkeuzeschakelaar
Beschrijving van het apparaat
Druktoetsen
a Deur
Deur openen. Met deze toets kan ook de toets "Met voor spoelen" worden ontgrendeld.
+n Met voorspoelen
Instelbaar voor de programma’s: A, B, D
h Start
Deze toets start het gekozen programma.
Programma- en temperatuurkeuzeschake laar
-
Programma
A Thermische desinfectie 90°C met vaste
koude voorwas
-
Extra display voor resttijd/temperatuur
h min /°C
Tijdweergave h / min
U kunt in het display zien hoe lang het geko zen wasprogramma nog duurt. Het controle lampje m min brandt.
Temperatuur °C
De temperatuur wordt vanaf 20°C in stappen van 5°C weergegeven. Het controlelampje %°C brandt.
B Chemothermische desinfectie 60°C met
vaste koude voorwas
C Kort programma 60°C zonder voorwas
(voor het wassen van nieuwe mops)
D Pads 40°C met vaste koude voorwas E Extra spoelen F Extra centrifugeren G Extra afvoer
Maximaal centrifugetoerental bij de pro gramma’s
-
-
A Thermische desinfectie B Chemothermische
desinfectie
C Kort programma D Pads F Extra centrifugeren
E Extra spoelen 900 o/min.
1200 o/min.
-
m min Resttijd
%°C Temperatuur
M.-Nr. 05 150 312 9
Beschrijving van het apparaat
Programmaverloop Wasmiddelvak
Aan/Start
Voorwas
Hoofdwas
Spoelen Spoelen
Spoelen/Stijven
Waterafvoer
Centrifugeren
Einde
Watertoevoer/-afvoer
Vakje j - Hoofdwas
Verwijder na gebruik eventuele wasmid delresten en korstjes uit het wasmiddel vak, omdat het wasgoed anders opnieuw besmet kan raken na het desinfectiepro­ces. Gebruik voor het reinigen warm wa­ter.
-
-
10 M.-Nr. 05 150 312
Wassen
Vóór de eerste wasbeurt
De eerste ingebruikneming mag uitslui tend door de Technische Dienst worden gedaan.
Belangrijk! De automaat moet volgens de geldende richtlijnen worden geplaatst en aangesloten! Zie het hoofdstuk "Aanwij zingen voor de installateur".
Testwater afvoeren
Was de eerste keer zonder wasgoed.
^
Doe een beetje wasmiddel in vakje j.
^
Draai de programmaschakelaar op
^
"C Kort programma 60°C".
^ Druk op de toets "h Start".
Wasgoed voorbereiden en in de trommel doen
­Klop de mops uit, zodat er geen grove ver
^
ontreinigingen in de machine terecht komen.
Voorwerpen zoals munten en paperclips kunnen het wasgoed en onderdelen van de automaat beschadigen.
-
Wasgoed sorteren
Kies voor mops en doekjes voor nat reinigen het programma: A Thermische desinfectie of B Chemothermische desinfectie
Kies voor nieuwe mops of nieuwe doekjes voor nat reinigen de instelling: C Kort programma
Kies voor pads en poetsschijven het pro­gramma: D Pads
-
-
Was in deze automaat uitsluitend was­goed dat geschikt is voor de wasauto­maat.
^
Doe het wasgoed in de trommel.
Let op de maximale beladingscapaciteit (droog wasgoed):
max. 7,5 kg
Afmeting en gewicht
reinigingsmateriaal
40 cm / 190 g 38 stuks 50 cm / 220 g 33 stuks 60 cm / 280 g 26 stuks
80 cm / 360 g 20 stuks 110 cm / 510 g 14 stuks 130 cm / 610 g 12 stuks
Maximaal aantal
160 cm / 720 g 10 stuks
M.-Nr. 05 150 312 11
Wassen
Sluit de deur.
^
Gooi de deur dicht, zonder deze los te la ten. De deur zal in het begin vrij moeilijk sluiten. Na verloop van tijd gaat dit gemak­kelijker.
Programma kiezen
Kies een programma
^
(bijvoorbeeld programma A Thermische desinfectie 90°C).
-
Let erop dat er geen wasgoed tussen deur en manchet beklemd raakt, anders beschadigt het wasgoed.
^ Open de waterkraan. ^
Schakel de hoofdschakelaar in.
?
^ Bij sterk vervuild wasgoed kunt u, indien
gewenst, bij de programma’s A,B en D voor voorspoelen kiezen. Druk in dat geval op de toets "+n Met voorspoelen".
^
Vul voor de hoofdwas wasmiddel in vakje j.
?
^
Druk op de toets "h Start".
- Het controlelampje "m min" gaat uit en het controlelampje "%°C" gaat branden.
- Het wasprogramma loopt nu.
12 M.-Nr. 05 150 312
Temperatuur
Als een programma is gestart, ziet u in het display de temperatuur van het water stijgen in stappen van 5°C. De temperatuur loopt op totdat de ingestelde temperatuur van de hoofdwas is bereikt. Het controlelampje "%°C Temperatuur" brandt dan.
Resttijd
Zodra de ingestelde temperatuur van de hoofdwas is bereikt, wordt de resterende programmaduur in uren en minuten weerge geven. Het controlelampje "m min Tijd" brandt nu.
-
Wassen
De resttijd wordt in stappen van 1 minuut af geteld.
Deur openen nadat het programma is afgelopen
Nadat het controlelampje "r Einde " is gaan branden, kunt u:
-
^
met de toets "a" de deur openen
^
en het wasgoed uit de trommel halen.
Als er daarna niet meer wordt gewassen
^
Laat de deur open.
^
Schakel de hoofdschakelaar uit.
^
Draai de waterkraan dicht.
M.-Nr. 05 150 312 13
Wasmiddel doseren
Waterhardheid
Hard heids­graad
I zacht 0 - 1,3 0 - 7
II gemid
III hard 2,5 - 3,8 14 - 21 IV zeer
Als u de waterhardheid in uw regio niet kent, neem dan contact op met uw waterbedrijf.
-
Aandui-
ding
deld
hard
Hardheid
in mmol/l
1,3 - 2,5 7 - 14
-
boven
3,8
°dH
boven
21
Wasmiddel doseren
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. Gebruik niet teveel wasmiddel, anders ontstaat er teveel schuim. Gebruik geen wasmiddelen die overmatig schuimen.
Voor de programma’s
A Thermische desinfectie en B Chemothermische desinfectie
dient de tijd gedurende welke de tempera tuur moet worden aangehouden te worden geprogrammeerd volgens de specificaties van de fabrikant van het desinfectiemiddel. Zie de tabel aan het eind van de rubriek "Programma’s wijzigen", de punten 8 en 12.
-
De dosering is afhankelijk van:
– de hoeveelheid wasgoed, – de waterhardheid en – de mate van vervuiling.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat:
– het wasgoed niet schoon en na vaker was-
sen hard en grauw wordt;
er vetbolletjes in de was gaan zitten;
er kalkafzetting kan ontstaan op de ver warmingselementen.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat:
er een sterke schuimvorming optreedt;
de waswerking gering is;
het reinigings-, spoel- en centrifugeresul taat niet optimaal is.
-
-
14 M.-Nr. 05 150 312
Extra functies
Programmaverloop wijzigen
U kunt altijd het programma veranderen, wanneer dat nodig is.
Draai de programmaschakelaar op het ge
^
wenste programma. Het nieuwe program ma gaat dan verder bij de fase waar het oude gebleven was.
Dit gebeurt niet als u de programmaschake laar via "r Einde" op een ander programma zet.
Voor
E Extra spoelen
F Extra centrifugeren
G Extra afvoer
– geldt: als u vanuit een ander programma
overschakelt naar één van deze program ma’s of als u vanuit één van deze program­ma’s naar een ander programma overscha­kelt, dan wordt het programma afgebroken. Druk op de toets "h Start" en het gekozen programma begint opnieuw.
Bij een automaat met muntkast wordt het programma na 3 minuten vergrendeld en kunt u dus niets meer veranderen.
Programma afbreken
^
Draai de programmaschakelaar op "r Einde".
-
-
Fasen van een programma herhalen
Let op! De fase die herhaald moet worden, moet zijn afgelopen.
-
-
Draai de programmaschakelaar op
^
"r Einde".
Zodra het controlelampje voor "r Einde" gaat branden,
kiest u een willekeurig programma
^
en druk u op toets "h Start".
^
Na ongeveer 5 seconden draait u de pro
^
grammaschakelaar weer op "r Einde".
Zodra het controlelampje voor de fase gaat branden die u wilt herhalen,
draait u de programmaschakelaar binnen
^
3 seconden op het gewenste programma.
Geprogrammeerde functies
U kunt extra functies of wasprogramma’s met een afwijkend verloop programmeren. Zie het hoofdstuk "Programma’s wijzigen".
Deze speciaal geprogrammeerde functies moeten altijd in de lijst met programmawijzi­gingen worden genoteerd, zodat ze opnieuw kunnen worden ingevoerd als de elektroni­sche besturing defect is geraakt en ver vangen moet worden.
-
-
De controlelampjes van de fasen die nog zouden moeten komen, lichten na elkaar op, inclusief "r Einde".
Fasen van een programma weglaten
^
Draai de programmaschakelaar op "r Einde".
^
Zodra in het display de fase gaat knippe ren, waarmee u het programma wilt voort zetten, draait u de programmaschakelaar binnen 3 seconden weer op het desbetref fende programma.
M.-Nr. 05 150 312 15
-
-
-
Programma’s wijzigen
Een programma herprogrammeren
De verschillende wasprogramma’s kunnen individueel aan speciale wensen, gewoontes of processen worden aangepast.
Voor de 20 programmeerfuncties zijn er tel kens maximaal 4 opties.
Voorwaarden om te kunnen programme ren:
De hoofdschakelaar moet ingeschakeld
zijn. Een voorafgaand programma moet afge
sloten zijn. De deur moet geopend zijn.
-
-
-
Programmeerfunctie activeren
?
Sluit de deur en druk binnen 4 seconden
^
de toets "+n Met voorspoelen" 4 keer in, dat wil zeggen u drukt de toets 2x in en laat hem 2x naar buiten springen.
– Alle overige druktoetsen moeten "uit"
staan. Dat wil zeggen dat ze niet ingedrukt mogen zijn.
- In het display verschijnt er na 4 seconden een "
P
" (van programmeren).
- De controlelampjes voor "Voorwas" en "Hoofdwas" knipperen.
- U kunt nu gaan herprogrammeren; zie hier­voor het voorbeeld op de volgende pagina.
De programmaschakelaar moet op "r Einde" staan.
16 M.-Nr. 05 150 312
Programma’s wijzigen
Voorbeeld:
De tijd gedurende welke de bereikte tempe ratuur in de hoofdwas van de programma’s A en D wordt vastgehouden, wijzigen van 10 minuten in resp. 5, 15 of 20 minuten.
U kiest bijvoorbeeld een tijd van 15 minuten. Dit betekent dat u optie 3 moet kiezen, zie
de tabel voor de programmawijzigingen punt 8 / A Tijd temp. aanhouden in minuten.
Stand programmaschakelaar
In het extra display verschijnen na elkaar
-
P 1
(10 minuten),
P 3
(15 minuten).
P 2
(5 minuten),
^ Zet de programmaschakelaar op program-
P
ma 8. In het extra display knippert "
".
?
^
Druk 3x op de toets "h Start".
?
^ Druk op de toets "a Deur".
- De nieuwe tijd gedurende welke de be­reikte temperatuur wordt vastgehouden, wordt met de toets "a Deur" opgeslagen. Het herprogrammeren is beëindigd.
^
Vul de nieuwe programmering op de vol gende pagina in.
^
Zet de programmaschakelaar op "r Einde".
Op de volgende pagina vindt u nog diverse andere mogelijkheden voor het wijzigen van programma’s.
-
M.-Nr. 05 150 312 17
Programma’s wijzigen
Stand van de programmaschakelaar Opties Vul hier
Nr. Programmafunctie 1 2 3 4
Voorspoelen
de ge-
program-
meerde
opties in
1 A Wastijd ABD: (min.) geen
voorsp.
2 A Waterniveau ABD laag* hoog
Voorwas
3 A Instellen voorspoelen ABD via toets* altijd 4 A 90 Wastijd voorwas ABD: (min.) 5* 0 13 3 5 A Temperatuur voorwas ABD: (°C) koud* 40 60 35 6 A Waterniveau voorwas ABD laag hoog*
Hoofdwas
7 A Thermostop + verwarming aan ja* nee 8 A Tijd temp. aanhouden AD: (min.) 10* 5 15 20 9 A Waterniveau ABCD laag* hoog
10 B Temperatuur A: (°C) 90* 85 80 11 B Temperatuur BC: (°C) 75 70 65 60* 12 B 60 Tijd temp. aanhouden BC: (min.) 15 10 20*
Spoelen
13 B Waterniveau verhogen ABCD nee gering gemidd.* hoog
5* 9
14 C Spoelstop nee* ja
Centrifugeren
15 C 60 Vooraf afpompen nee* ja
Extra functies Te programmeren door de Technische Dienst. 16 C Omschakelen 17 C Watertoevoer voorwas
ABCD hoofdwas 18 D Temperatuur D: (°C) 60 50 40* 30 19 D 40 Extra centrifugeren gratis ja* nee 20 D Extern 3 doseerpompen Comb. 1* Comb. 2 Comb. 3
*) Standaardinstelling KW = koud water WW = warm water HW = heet water
KW*
KW+WW*
KW KW
KW-hard
KW-zacht
KW+HW
HW
Reiniging en onderhoud
Wasautomaat reinigen
Reinig de buitenkant van de automaat met een mild reinigingsmiddel of sopje en wrijf alles schoon met een zachte doek. Wrijf het bedieningspaneel schoon met een vochtige doek en daarna droog, eveneens met een doek. De trommel en andere delen van roestvrij staal maakt u schoon met een spe ciaal middel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen!
Houd ook de deurdichting (manchet) schoon. Verwijder eventuele verontreini gingen met een vochtige doek.
Verwijder na gebruik eventuele wasmiddel resten en korstjes uit het wasmiddelvak, om dat het wasgoed anders opnieuw besmet kan raken na het desinfectieproces. Gebruik voor het reinigen warm water.
-
-
-
Zeef toevoerslang reinigen:
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Roestvorming
De trommel en de kuip zijn van zijn van roestvrij staal. IJzerhoudend water of metalen voorwerpen (zoals paperclips, metalen knopen en me­taalslijpsel) die in de machine terechtkomen, kunnen roest veroorzaken. Reinig de trommel en de kuip dan ook met­een na het ontstaan van roest met een ge­schikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Controleer ook de deurdichting op metalen voorwerpen en ijzerhoudende verontreini gingen en verwijder deze grondig.
Watertoevoerzeefjes reinigen
De automaat is voorzien van zeefjes ter be scherming van de watertoevoerkleppen:
de zeefjes bevinden zich aan de vrije uit einden van de toevoerslangen en
in de tuiten bij de koppelstukken tussen automaat en toevoerslang.
-
-
-
^ Schroef de toevoerslang van de water-
kraan.
^ Trek het rubberen dichtingsringetje uit de
groef.
^ Pak het zeefje met een combinatie- of
punttang aan de opstaande rand in het midden vast, trek het eruit en reinig het.
^ Monteer alles weer in omgekeerde volgor-
de.
De zeefjes in de toevoerslangen moeten on geveer eens in de 6 maanden worden schoongemaakt.
Controleer de toevoerslang regelmatig, om dat die tijdens het wassen onder hoge druk staat. Als u scheurtjes of andere bescha digingen constateert, moet u een nieuwe toevoerslang aanschaffen.
Gebruik alleen slangen die bestand zijn te gen een overdruk van minstens 70 bar. De originele Miele-toevoerslangen voldoen aan deze eis.
-
-
-
-
M.-Nr. 05 150 312 19
Reiniging en onderhoud
Zeefjes in de koppelstukken reinigen
Draai het geribbelde kunststof moertje
^
voorzichtig met een tang van het koppel stuk en schroef het er af.
Als de machine gedurende lange tijd niet
-
is gebruikt (vanaf 4 weken), moet de trom mel enkele keren worden gedraaid. Draai de trommel vervolgens eens per 4 weken enkele keren om beschadiging van de la gers te voorkomen.
-
-
^ Pak het zeefje aan de rand in het midden
vast met een tang (zie afb.), trek het er uit en maak het schoon.
^ Monteer de onderdelen weer in omge-
keerde volgorde.
De twee zeefjes moeten na het reinigen beslist weer worden gemonteerd.
20 M.-Nr. 05 150 312
Nuttige tips
Reparaties mogen uitsluitend worden uit gevoerd door vakmensen van Miele. On deskundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaar opleveren voor de gebruiker.
Een aantal storingen kunt u echter zelf ver helpen.
-
-
-
Deur openen bij stroomuitval
Zet de programmaschakelaar op
^
"r Einde". Draai de waterkraan dicht.
^
Om het wasgoed eruit te kunnen halen, moet u eerst de afvoerklep openen. Daarna moet de deur worden ontgrendeld.
Maak het klepje open.
^
?
^ Open de afvoerklep door de ontluchtings-
schroef achter op de machine met sleutel 17 los te draaien. Draai de schroef er niet helemaal uit. Laat het water er uit lopen.
Let op! Uit de schroefopening komt een klein beetje water (ca. 100 cc). Gebruik een geschikt bakje om dit water op te vangen.
^
Draai de ontluchtingsschroef daarna weer vast en controleer deze op dichtheid.
^
Duw tegen de deur en trek aan het lusje. De deur gaat nu open.
Let er steeds op dat de trommel stilstaat voordat u het wasgoed uit de automaat haalt. Als u uw hand in de trommel steekt terwijl deze nog draait, kunt u zich ver wonden.
^
Sluit het klepje.
-
M.-Nr. 05 150 312 21
Nuttige tips
Het programma start niet, het controle lampje "I Aan/ Start" brandt niet.
Controleer of de deur goed dicht zit, de
^
stekker goed in de contactdoos zit en de zekering in orde is.
Het controlelampje "p" knippert, maar het programma is normaal verlopen.
De watertoevoer is geblokkeerd:
de kranen staan niet goed open;
er zit een knik in de toevoerslang;
de waterdruk is te laag;
de zeefjes in de toevoerslangen zijn ver
stopt (voor reinigen zie hoofdstuk "Reini ging en onderhoud").
Het controlelampje gaat uit als u de pro grammaschakelaar op "r Einde" zet.
Het controlelampje "p" knippert, het lampje "r Einde" brandt, maar het was­goed is niet gewassen.
De watertoevoer is geblokkeerd. ^ Zet de programmaschakelaar op
"r Einde".
^ Zet de waterkranen open. ^ Kies een programma. ^
Druk op toets "h Start".
Als er tijdens de volgende wasbeurt toch nog te weinig of geen water de automaat in stroomt, kan het zijn dat de druk te laag is.
Als de druk voldoende is, is er sprake van een technische storing. Neem in dat geval contact op met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
-
-
-
In het programmaverloop knippert het lampje "i Voorwas".
Start het programma opnieuw.
^
Als het lampje dan weer knippert, is er spra ke van een storing.
Waarschuw de Technische Dienst.
^
In het programmaverloop knippert het lampje "j Hoofdwas" tijdens of na een programma.
Als het lampje bij een volgend programma weer knippert, is er sprake van een storing.
Waarschuw de Technische Dienst.
-
-
^
Ondanks voldoende waterdruk stroomt het water te langzaam de automaat in.
De zeefjes in de watertoevoer kunnen ver stopt zijn.
^ Maak deze schoon volgens de aanwij-
zingen in het hoofdstuk "Reiniging en on­derhoud".
Er zitten stukjes wasmiddel in het was­middelvak
De waterdruk is te laag. ^ Reinig de zeefjes (zie "Reiniging en onder-
houd").
^
Controleer of er binnen 15 seconden 5 liter water uit de kraan komt.
Als poedervormige wasmiddelen in con tact komen met onthardingsmiddel, kun nen ze gaan plakken.
^
Doe eerst wasmiddel in het vakje en dan pas het onthardingsmiddel.
-
-
-
-
Het controlelampje "q" knippert.
^
Controleer of de afvoer verstopt is.
22 M.-Nr. 05 150 312
Nuttige tips
Mogelijke oorzaken overmatige schuimvorming
Wasmiddelsoort
Gebruik wasmiddelen voor professionele
^
wasautomaten. Gebruik geen huishoud wasmiddelen.
Overdosering
Volg de dosering van de wasmiddelenfa
^
brikant. Let ook op de waterhardheid in uw regio.
Sterk schuimend wasmiddel
Gebruik een minder schuimend wasmiddel
^
of neem contact op met een deskundige.
Zeer zacht water
Bij waterhardheidsgraad 1 dient u minder
^
wasmiddel te gebruiken. Volg de aanwij zingen van de wasmiddelenfabrikant.
– De vervuilingsgraad van het wasgoed
Het wasgoed wordt niet of nauwelijks ge centrifugeerd
Het wasgoed wordt niet goed verdeeld in
de trommel. Daarom wordt er voor de vei
-
-
-
ligheid met een gereduceerd toerental of helemaal niet gecentrifugeerd.
De afvoer kan verstopt zijn. Maak de af
voer schoon volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
Het controlelampje "n" brandt.
De automaat is vanwege extreme onbalans uitgeschakeld.
Schakel de hoofdschakelaar uit en daarna
^
weer in of open de deur via de noodontgrendeling, zie hoofdstuk "Deur openen bij stroomuit val".
-
-
-
-
^ Bij licht verontreinigd wasgoed kunt u min-
der wasmiddel doseren. Volg de aanwij­zingen van de wasmiddelenfabrikant.
– Restanten reinigingsmiddelen in de was
^ Spoel het wasgoed eerst. Doe dat met
koud water en gebruik geen wasmiddel. Spoel wasgoed dat met inweekmiddel is behandeld goed uit.
Geringe washoeveelheid
^
Verlaag de wasmiddeldosering dienover eenkomstig.
-
De wasautomaat trilt tijdens het centrifu­geren.
De stelvoeten staan niet gelijk. ^ Zorg dat de automaat stevig en waterpas
staat, zoals beschreven in het hoofdstuk "Aanwijzingen voor de installateur".
M.-Nr. 05 150 312 23
Nuttige tips
Technische Dienst
Neem bij storingen contact op met de Tech nische Dienst van Miele. Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type wasauto maat u heeft en welk machinenummer (Fabr.-Nr.) en onderdeelnummer (M.-Nr.) deze heeft. Beide gegevens vindt u op de typeplaatjes:
bij geopende deur boven in de deurring, of:
-
-
boven aan de achterkant van de machine.
Als er onderdelen moeten worden ver­vangen, mogen alleen originele Miele-on­derdelen worden gebruikt. Geef ook hierbij
type, machinenummer (Fabr.-Nr.) en onder deelnummer (M.-Nr.) door aan de Tech nische Dienst.
-
-
24 M.-Nr. 05 150 312
Betekenis van de symbolen op de typeplaatjes
1 Typenummer 2 Machinenummer / bouwjaar* 3 Spanning / frequentie 4 Besturingszekering 5 Aandrijfmotor 6 Diameter* / aantal borden* 7 Trommelgegevens 8 Diameter / diepte trommel 9 Centrifugetoerental
10 Trommelinhoud / gewicht droog
wasgoed
11 Kinetische energie 12 Centrifugeertijd 13 Remtijd 14 Verwarming 15 Elektrische verwarming 16 Zekering (huisinstallatie) 17 Stoomverwarming, indirect* 18 Stoomverwarming, direct* 19 Gasverwarming* 20 Datum ingebruikneming 21 Waterregistratie* 22 Keurmerk/
CE-... (product-ID-nummer/gas)*
*) geldt niet voor de W 5073
Geluidsemissie
wassen centrifugeren 58,5 dB 74,3 dB
gemeten volgens DIN (IEC) 45 635, ken merken volgens Duitse Machine Geluidsver ordening 3. GSGV § 1 1.a
-
-
M.-Nr. 05 150 312 25
Aanwijzingen voor de installateur
Deze wasautomaat mag uitsluitend door de Technische Dienst van Miele Neder land B.V. worden geïnstalleerd.
Plaats van opstelling
Een betonnen vloer is het meest geschikt als ondergrond voor de automaat, omdat de au tomaat hierop minder snel gaat schudden tij dens het centrifugeren. Let op het volgende:
Stel de automaat waterpas en stabiel op.
^
Plaats de automaat niet op een zachte
^
vloerbedekking, anders gaat hij schudden tijdens het centrifugeren.
Bij sokkelopstelling moeten de bijge
^
voegde spanstrips worden gebruikt om er voor te zorgen dat het apparaat niet kan wegglijden tijdens het centrifugeren.
Betonnen sokkel, ter plaatse te bouwen. Wanneer deze niet aanwezig is, kunt u een stalen onderbouw bij Miele Nederland B.V. bestellen (let op een goede aansluiting met de vloer). Volg de aanwijzingen in de bijbe­horende montagehandleiding.
-
-
-
-
-
Transportbeveiliging voorkant
"A" (1 st.)
Demonteer het voorpaneel (2 torx-schroeven T20 aan de onderkant) en verwijder de voor ste transportbeveiliging (3 schroeven SW
13).
Transportbeveiligingen achterkant
-
Plaats de wasautomaat in een vorstvrije ruimte.
Plaats de wasautomaat niet op een vloerbe dekking die de ventilatie-openingen aan de onderkant van de ommanteling zou kunnen afsluiten.
Transportbeveiliging
De rood gemarkeerde transportbeveili gingen "A", "B" en "C" mogen pas op de plaats van opstelling worden verwijderd.
Het apparaat mag nooit zonder transport beveiliging worden vervoerd.
Bewaar de transportbeveiligingen. Als de automaat moet worden getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) moeten de bevei ligingen weer worden gemonteerd.
-
-
-
"B C
-
Demonteer het achterpaneel (15 torx-schroe ven T20, aan de onderkant alleen maar los draaien) en verwijder de achterste transport beveiligingen (elk 3 schroeven SW 13).
Verplaats de machine alleen wanneer alle panelen van de ommanteling gemonteerd zijn.
-
-
-
26 M.-Nr. 05 150 312
Aanwijzingen voor de installateur
Stellen
Voor een optimale werking moet de wasau tomaat waterpas staan.
Met de machinevoeten kunt u het apparaat waterpas stellen.
^ Draai de machinevoeten totdat de auto-
maat waterpas staat.
^ Houd de machinevoeten vast met een wa-
terpomptang.
^ Draai de contramoer vast met een schroe-
vendraaier.
-
Wateraansluiting
De wasautomaat moet met een waterkraan worden aangesloten op een volgens de voorschriften aangelegde waterleiding. Dit mag uitsluitend door een erkend installateur worden gedaan, met inachtneming van de landelijke voorschriften, de voorschriften van het plaatselijke waterbedrijf en de bouwver ordeningen. Let op het bijgeleverde installa tieschema en de installatieaanwijzingen. Deze zijn van groot belang voor de water aansluiting.
Sluit de watertoevoer en -afvoer aan (zie het bijgevoegde installatieschema).
Voor de wateraansluiting moeten in principe de meegeleverde toevoerslangen worden gebruikt. Opdat de warmwaterslang (met 90°C-aan duiding) vele jaren meegaat, mag deze al leen op een warmwaterleiding met een wa­tertemperatuur tot 70°C worden aangesloten. Gebruik bij vervanging alleen slangen die bestand zijn tegen een overdruk van 70 bar en temperaturen tot 90°C. Dit geldt ook voor de bijbehorende aansluitarmaturen. Originele Miele-onderdelen voldoen aan deze eisen.
-
-
-
-
-
Om een storingsvrij programmaverloop te garanderen, is een waterdruk van minstens 1 bar en maximaal 10 bar nodig.
De temperatuur van het aangevoerde water mag niet hoger zijn dan 70°C.
Koudwateraansluiting
Wanneer u de automaat alleen op koud wa ter aansluit:
zie tabel "Programma’s wijzigen", punt 17.
zie het bijgevoegde installatieschema.
-
M.-Nr. 05 150 312 27
Aanwijzingen voor de installateur
Waterafvoer
Met een haakse tuit DN 70 kunt u de slang
^
aansluiten op een ontwateringssysteem (zinken kastje met stankafsluiter) dat bij de automaat moet worden geïnstalleerd.
Muntautomaat
De wasautomaat kan worden voorzien van een muntkast.
U kunt de wasautomaat ook aansluiten op een reeds geplaatste muntkast. Voor de C 4030/31, C 4065 en de C 4050/51, C 4070 moet een adapter (AD 3) worden gebruikt. Voor de C 4050 ook een speciale aansluitka bel.
Wanneer de wasautomaat op een muntkast wordt aangesloten, moet de wasautomaat worden geherprogrammeerd. Dit kan alleen worden gedaan door de Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Muntautomaten en aansluitkabels zijn ver­krijgbaar bij Miele Nederland B.V.
3N AC 380-415 V 50 Hz De motor is beveiligd tegen overbelasting. Wij adviseren u, ter verhoging van de veilig
heid, de groep van de huisinstallatie waarop het apparaat wordt aangesloten te voorzien van een aardlekschakelaar (30 mA).
Het typeplaatje bevat informatie over de no minale aansluitwaarde en de zekering. Ver gelijk deze gegevens met de waarden van het elektriciteitsnet.
Voor de vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. Dit dient een goed toegankelijke hoofdscha
-
kelaar te zijn met nooduitschakeling (geel-rood).
Aansluiting, wijziging van de huisinstallatie of controle van het aardingssysteem inclu sief afstemming van de zekering mag uitslui­tend worden uitgevoerd door een erkend vakman die op de hoogte is van de lande­lijke bepalingen en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
-
-
-
-
-
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag uitsluitend op een vol gens de voorschriften geïnstalleerde huisin stallatie worden aangesloten. Dit mag alleen door een erkend elektricien worden gedaan, met inachtneming van de landelijke voor schriften en de voorschriften van het plaat selijke energiebedrijf.
De elektrische onderdelen van de machine voldoen aan IEC 335.
Het minimale waterniveau voor het activeren van het verwarmingssysteem bedraagt 45 mm waterkolom.
Let op het bijgeleverde schakelschema en het installatieschema. Deze zijn van groot belang voor de elektrische aansluiting.
Vergelijk de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de waar den van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
-
-
-
-
Nadat de wasautomaat is geplaatst en aangesloten, moeten alle gedemonteerde
-
panelen weer worden teruggeplaatst.
28 M.-Nr. 05 150 312
Document-nr.: 07138710 Maand.jaar: 07.2007 Fabrikant: Miele & Cie. KG Adres: Industriestrasse 3
D - 31275 Lehrte
Productaanduiding: Wasautomaat Type-aanduiding: W 5073 Handelsmerk: Miele
EG-conformiteitsverklaring
Het genoemde product voldoet aan de voorschriften die in de volgende Europese richtlij nen zijn vastgelegd:
Nummer: - Beschrijving 2006/42/EG: Machinerichtlijn met wijzigingen
89/336/EEG: Elektromagnetische compatibiliteit
met wijzigingen
Geharmoniseerde Europese norm: EN ISO 10472-1 :1997
EN ISO 10472-2 :1997 EN 60204-1 :2006 EN 61770 :1999 + Corrigendum December 2005 +
A1 :2004 + A2 :2006 EN 55014–1 :2006 EN 55014–2 :1997 + A1:2001 EN 61000–3–2 :2006 EN 61000–3–3 :2006
Jaar waarin het CE-kenmerk is aangebracht: 2007
-
Plaats, datum: Lehrte, 2007-07-10
Handtekeningen:
Hoofd constructie en ontwikkeling Hoofd productie
Dhr. Dr. Köckerling Dhr. Krimpmann
M.-Nr. 05 150 312 29
Garantie
In verband met de garantiebepalingen dient u zich tot de MIELE-verkoopmaat schappij te wenden die voor uw land ver antwoordelijk is. Het adres vindt u op de achterkant.
-
-
M.-Nr. 05 150 312 31
Wijzigingen voorbehouden/2208
M.-Nr. 05 150 312 / 00
Loading...