Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruikt neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr.
M
05 682 080
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten meest
al nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het appa
raat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
-
-
-
-
-
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
a Elektrische aansluiting
b Watertoevoerslang
c Deksel met bedieningspaneel
d Klepje van het pluizenfilter, het
filterhuis en de noodontgrendeling
6
e Hendel voor verrijdbaar onderstel
f Machinevoeten
g Flexibele waterafvoerslang met
draaibaar bochtstuk
Bedieningspaneel
Algemeen
a Toets "I-Aan/0-Uit"
Met deze toets kunt u
de wasautomaat in- en uitschakelen
en het programma onderbreken.
b Toets "Deksel"
Met deze toets kunt u het deksel van
de wasautomaat openen.
c Toets "Voorkeuze"
Met deze toets kunt u het tijdstip dat
het door u gekozen programma start
minimaal 30 min. en maximaal 24 h
00 min. van te voren instellen.
d Toets "START"
Met deze toets kunt u een waspro
gramma starten.
e Display
Dit kan verschillende dingen aangeven.
–
Het geeft de tijd aan die een geko
zen programma nog gaat duren.
–
Het geeft, wanneer u gebruik maakt
van de voorkeuze, aan hoe lang het
nog gaat duren voordat het program
ma begint.
–
Het geeft de aanvullende functies
aan, nadat u die hebt opgeroepen.
-
-
f Toetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie inscha
kelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
g Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u het centrifugetoerental, de spoelstop of "Zonder
centrifugeren" instellen.
h Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental
i Programmakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom of
linksom worden gedraaid.
De ringverlichting gaat uit:
–
wanneer u binnen enkele minuten na
het inschakelen geen programma
heeft gekozen of heeft gestart;
–
enkele minuten na het einde van het
programma.
-
j Controlelampjes voor het program
maverloop
k Andere controlelampjes
-
-
7
Algemeen
Verrijdbaar onderstel
Deze wasautomaat is voorzien van een
verrijdbaar onderstel. Daarmee kan het
apparaat zonder problemen op een an
dere plaats worden gezet.
-
Wanneer de wasautomaat in gebruik
is zit de hendel links.
De hendel van het verrijdbaar
onderstel moet zich in de linker positie bevinden als de wasautomaat in
gebruik is. Alleen dan is de stabiliteit
van het apparaat gewaarborgd.
Wanneer aan deze voorwaarde niet is
voldaan bestaat het risico dat het appa
raat bij het wassen en centrifugeren
gaat schuiven en grote schade aanricht.
Wanneer de wasautomaat moet wor
den verplaatst zit de hendel rechts.
Rol het apparaat niet met forse krachtsinspanning over opstaande randen of
drempels die hoger zijn dan 8 mm,
want dan blokkeert de hendel en kan
deze beschadigd raken.
Overzicht
-
A Binnenste deksel
-
B Slot van het binnenste deksel
C Wasmiddellade
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de wasauto
maat.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
-
-
-
-
-
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden ge
steld. Reparaties mogen alleen door er
kende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Er staat alleen dan geen elek
trische spanning op de wasauto
maat, als aan één van de volgende
voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
De watertoevoerslang is aan slijta
ge onderhevig, hoewel er veel zorg
is besteed aan de productie ervan en
er gebruik is gemaakt van het beste
materiaal. Door scheuren, knikken,
bobbels enz. kan de slang poreus wor
den en gaan lekken.
Controleer de slang daarom regelmatig,
zodat u ze tijdig kunt vervangen en zo
waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervangen.
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels/apparaten die
ernaast staan.
-
Sluit de kraan af wanneer u langere
tijd afwezig bent (bijv. tijdens va
kanties), zeker wanneer er zich in de
buurt van de wasautomaat geen afvoer
in de vloer (bijv. een putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
-
-
-
-
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
10
-
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
goed veroorzaken.
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het is absoluut noodzakelijk de
hendel van het verrijdbaar
onderstel naar links te draaien, voordat
u gaat wassen. Alleen dan staat uw
wasautomaat stabiel.
Wanneer u het wasmiddel op de
juiste manier doseert is het niet no
dig dat u de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
rosiemiddel bevatten. Deze middelen
zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhan
delaar of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in helder water worden uitgespoeld.
-
-
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling cor
rosie veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
-
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
-
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan-
sluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
-
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplos
middel bevatten, zoals wasbenzine.
Doet u dat toch, kunnen onderdelen
van het apparaat beschadigen en kun
nen er giftige dampen ontstaan. Het
gevaar bestaat dan dat er brand uit
breekt of zich een explosie voordoet.
Wanneer u textielverf in de wasau
tomaat wilt gebruiken, kies dan tex
tielverf die daar geschikt voor is. Ge
bruik deze verf alleen voor huishoudelij
ke doeleinden, neem niet meer verf dan
strikt nodig is en neem de aanwijzingen
van de textielverffabrikant precies in
acht.
-
-
-
-
-
-
-
11
Tips om energie te besparen
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
gerelateerd aan de totale hoeveel
heid wasgoed, het laagst.
Was normaal en licht vervuild WIT en
–
BONT WASGOED met een lagere
temperatuur (75°C of 60°C).
Gebruik de programma's COMBINA
–
TIEWAS of MINIWAS voor kleinere
hoeveelheden wasgoed.
Voor de reiniging van normaal ver
–
vuild wasgoed is de hoofdwas voldoende.
– Gebruik de extra functie
Inweken
Dan kunt u voor de hoofdwas een lagere temperatuur instellen.
– Bij sterk vervuilde was kunt u in
plaats van de extra functie
de extra functie
Inweken
Voorwas
gebruiken.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Was licht vervuild wasgoed met de
–
-
extra functie
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
Kort
.
-
del als op de wasmiddelverpakking
-
staat aangegeven.
Reduceer bij kleinere beladingshoe
–
veelheden de hoeveelheid wasmid
del. Bij halve belading kan ca.
-
-
1
/
3
minder wasmiddel worden gebruikt.
Kies een hoger centrifugetoerental
-
–
wanneer u het wasgoed na het was
-
sen in de droger wilt drogen.
-
Door de beladingsautomaat en de
–
spoelautomaat kunnen de wastijden
variëren.
.
Afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed in de trommel kan de hoofdwas
korter zijn en kan één spoelgang vervallen.
12
Vóór de eerste wasbeurt
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst in gebruik neemt
of het apparaat volgens de regels is
opgesteld en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aanslui
ten".
Om veiligheidsredenen is het niet mo
gelijk om vóór de eerste wasbeurt te
centrifugeren.
Voor het activeren van het kogelventiel
moet u een wasprogramma laten draai
en zonder wasgoed
del.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat het
wasmiddel voortaan volledig wordt gebruikt.
Wanneer er bij het activeren van het kogelventiel wasmiddel wordt gebruikt
kan er sprake zijn van extreme schuimvorming!
^ Draai de kraan open.
^ Druk de I-Aan/0-Uit - toets in.
en zonder wasmid
-
-
-
-
-
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op "WITTE / BONTE WAS 40°C".
^
Druk op de START - toets.
Na afloop van het programma is het ap
paraat klaar voor gebruik.
-
-
13
Zo wast u goed
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
duide stappen (A, B, C,...) aanhou
den.
-
-
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
^
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
Verwijder bij vitrage haakjes en lood
^
band of wikkel ze in een doek.
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
^
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daarom apart.
-
-
-
-
-
^
Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
14
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont
-
-
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
B Schakel het apparaat in
door op de I-Aan/0-Uit - toets te druk
^
ken.
C Open het buitenste deksel
door op de Deksel - toets te drukken
^
en het buitenste deksel tot de aan
^
slag open te klappen.
Zo wast u goed
-
-
Druk op het veiligheidsslot (zie
^
zwarte pijl) en druk tegelijkertijd met
de andere hand de voorste helft van
de opening naar binnen totdat de
opening ontgrendeld is (zie pijl).
^ Laat beide helften vervolgens lang-
zaam naar boven komen.
E Vul de wastrommel
^ Open het binnenste deksel.
D Open de wastrommel
De twee helften van de trommelope
ning staan onder druk.
^
Houd met de ene hand de achterste
helft van de opening licht tegen.
^ Leg het wasgoed ontvouwd en losjes
in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van ver
schillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Let op de maximale beladingscapaci
teit voor de verschillende soorten was:
Wordt deze overschreden vallen de
wasresultaten tegen en gaat het was
goed sneller kreuken.
-
-
-
15
Zo wast u goed
F Sluit de wastrommel
^ Druk eerst de voorste en daarna de
achterste helft van de opening naar
beneden, totdat de haken van de
voorste helft in de gaten van de achterste helft grijpen en de helften duidelijk zichtbaar vastklikken.
G Sluit het binnenste deksel
Doet u dat niet, dan kunnen apparaat en wasgoed beschadigd raken.
Reinig regelmatig het rolletje aan de
linker haak, zodat dit altijd soepel
loopt.
Let er op dat er geen wasgoed tus
sen de helften van de trommelope
ning vast komt te zitten.
16
^
door de de sluiting open te trekken D
en ervoor te zorgen dat deze goed
-
-
vastklikt E.
Wanneer u het binnenste deksel niet
goed sluit dan kunt u geen program
ma starten en gaat het controle
lampje van de START - toets knippe
ren.
-
-
-
H Trek de wasmiddellade naar buiten
I Doseer het wasmiddel
Neem de doseeraanwijzingen op de
wasmiddelverpakking in acht.
– Wat u precies moet doen kunt u le-
zen in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
Zo wast u goed
Wanneer u het programma
start
Wanneer de programmakeuzescha
–
kelaar op "Einde" staat, dan brandt in
het programmaverloop het controle
lampje "Einde".
Wanneer de programmakeuzescha
–
kelaar op een programma is ge
draaid, dan staat in het display de
programmaduur aangegeven en
brandt het controlelampje van de
START - toets.
-
-
-
-
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen. Doet u dat niet, dan kan het
buitenste deksel niet dicht.
J Sluit het buitenste deksel
K Open de kraan
A Kies het programma
^
door de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste wasprogramma te
draaien.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", para
graaf: "Programma-overzicht".
-
17
Zo wast u goed
B Kies eventueel (een) extra
functie(s)
^ door op de toets(en) van de ge-
wenste extra functie(s) te drukken.
Wanneer u een extra functie inschakelt
gaat het daarbij behorende controlelampje aan.
Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de
desbetreffende toets te drukken.
Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
Een uitzondering vormt daarop de extra
functie "Inweken".
Iedere keer dat u op de toets "Inweken"
drukt verlengt u de inweektijd tot maxi
maal 6 h.
Wanneer u daarna nog een keer op
deze toets drukt schakelt u de extra
functie "Inweken" uit.
Zie hoofdstuk: "Extra functies", para
graaf "Inweken".
-
C Kies het centrifugetoerental
^ door zo vaak op de toets "Centrifuge-
ren" te drukken, totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental.
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma verschillen. Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is accepteert de automaat dat niet.
Zie hoofdstuk: "Programma’s", paragraaf: "Programma-overzicht".
Memory-functie
Wanneer bij een programma een extra
functie wordt gekozen en/of het centri
-
fugetoerental wordt gewijzigd, slaat de
wasautomaat deze instellingen op.
Wanneer dit programma opnieuw wordt
gekozen biedt het apparaat de opge
slagen extra functies en/of het opgesla
gen centrifugetoerental aan.
Dat gebeurt niet bij "Inweken" en "Voor
keuze".
-
-
-
-
18
Zo wast u goed
Voorkeuze
D Stel eventueel een voorkeuze in
Nadat u een programma hebt geko
zen, kunt u met de Voorkeuze - toets
het tijdstip dat het door u gekozen
programma start minimaal 30 min. en
maximaal 24 h 00 min. voorprogram
meren.
Met iedere druk op de Voorkeuze toets kunt u het tijdstip dat het programma start:
E Start het programma
door op de START - toets te drukken.
^
-
Aan het begin van het wasprogram
ma hoort u een kort krakend geluid.
Dat betekent dat de trommel wordt
ontgrendeld.
-
-
–
tot 10 uur per 30 minuten
–
en vanaf 10 uur per 1 uur voorpro
grammeren.
^
Druk zo vaak op de Voorkeuze - toets
totdat de tijd in het display verschijnt
die u wilt voorprogrammeren.
Het wissen van de voorkeuze
^
Druk op de Voorkeuze - toets wan
neer het display 24 h 00 min. aangeeft.
-
-
19
Zo wast u goed
Nadat u heeft gewassen
A Open het buitenste deksel
door op de Deksel - toets te drukken
^
en het buitenste deksel tot de aan
^
slag open te klappen.
Open het binnenste deksel.
^
B Open de wastrommel
C Haal het wasgoed uit de trommel
Kijk goed of er geen stukken was
goed in de trommel zijn blijven lig
gen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
D Sluit de wastrommel
Anders bestaat het gevaar dat er
voorwerpen per vergissing in de
trommel terechtkomen, worden meegewassen en het wasgoed beschadigen.
-
-
De wasautomaat kan na het wassen
indien noodzakelijk naar een andere
plek worden gereden.
Draai de hendel van het verrijdbaar
^
-
onderstel naar rechts.
Let hierbij op de aansluitkabel, de
watertoevoer- en waterafvoerslang.
E Sluit het binnenste deksel
F Sluit het buitenste deksel
G Schakel het apparaat uit
^
door op de I-Aan/0-Uit - toets te druk
ken.
20
-
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
U kunt bij alle programma’s nog was
goed in de trommel leggen of wasgoed
uit de trommel halen, nadat u het pro
gramma heeft gestart.
Druk 1 x op de Deksel - toets.
^
Nu draait de trommel in de positie
waarin hij kan worden geopend.
Daarbij knipperen afwisselend het con
trolelampje "Spoelstop" en het controle
lampje "Zonder centrifugeren".
Wanneer deze controlelampjes niet
meer knipperen en de trommel vergrendeld is kunt u het deksel openen. De
vergrendeling gaat gepaard met een
krakend geluid.
^ Druk opnieuw op de Deksel - toets.
^ Open het buitenste deksel tot de
aanslag.
-
-
In een paar gevallen kan het apparaat
niet meer worden geopend, en wel
wanneer
de temperatuur van het sop boven
–
de 55°C komt;
de programmavergrendeling is in-
–
geschakeld;
de programmafase "Centrifugeren" is
–
bereikt.
-
-
^
Open het binnenste deksel.
^
Open de wastrommel.
^
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^
Sluit de wastrommel.
^
Sluit het binnenste deksel goed.
^
Sluit het buitenste deksel.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
21
Zo wast u goed
Het wijzigen van het programmaverloop
Het onderbreken van een programma
Druk op de I-Aan/0-Uit - toets.
^
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
druk dan nog een keer op de
^
I-Aan/0-Uit - toets.
Het wijzigen van extra functies, de
temperatuur, het centrifugetoerental
en het basisprogramma
Nadat u op de START - toets heeft gedrukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen.
– Tot 6 minuten nadat u op de START -
toets heeft gedrukt kunt u de extra
functies "Extra water" of "Kort" in- of
uitschakelen of een andere temperatuur kiezen.
– U kunt het centrifugetoerental wij-
zigen, voor zover dat het maximum
toerental van het gekozen program
ma niet overschrijdt.
Nadat u op de START - toets heeft ge
drukt, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
–
Draait u de programmakeuzeschake
laar op een ander programma, nádat
u de START - toets heeft ingedrukt
-
-
dan heeft dat geen invloed op het pro
grammaverloop. Het controlelampje
"Einde" begint te knipperen.
Het controlelampje gaat uit wanneer de
programmakeuzeschakelaar weer op
het programma of de temperatuur
wordt gedraaid dat resp. die eerst was
ingesteld.
Om een ander programma te kunnen
kiezen, gaat u als volgt te werk:
Schakel het apparaat met de I-Aan/
^
O-Uit - toets uit.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Einde".
^ Schakel het apparaat met de I-Aan/
O-Uit - toets in.
^ Kies een ander programma.
^ Druk op de START - toets.
Het overslaan van een programmafase
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op "Einde".
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro
grammafase waarmee het programma
moet worden voortgezet,
^
draai dan de programmakeuzescha
kelaar binnen 4 seconden weer op
de gewenste programmafase.
-
-
-
-
-
of
–
draait u de programmakeuzeschake
laar op een andere temperatuur,
méér dan 6 minuten nádat u op de
START - toets heeft gedrukt.
22
Wanneer de programmavergrende
ling is ingeschakeld kan het pro
gramma niet worden afgebroken of
gewijzigd.
-
-
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare, compacte (geconcentreerde) wasmiddelen
en wasmiddelen met verschillende
componenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes ge
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en de dosering
van de wasmiddelen kunt u vinden op
de wasmiddelverpakking.
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingsstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Waterhardheid
-
Hardheids
graad
Izacht0 - 10
IIgemiddeld10 - 16
IIIhard> 16
Eigenschap
van het water
Duitse hard
De hoeveelheid wasmiddel
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
– er vetbolletjes in het wasgoed blijven
zitten;
– er zich kalk in de kuip afzet (verwar-
mingselementen, trommel).
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt;
– de waswerking gering is;
–
het reinigings- en spoelresultaat niet
optimaal is;
–
er door de extra spoelgang meer wa
ter wordt verbruikt;
–
het milieu extra wordt belast.
-
heid
°dH
-
-
Vrij sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
23
Wasmiddelen
Wasmiddelvakjes
i = Vakje voor de voorwas
j = Vakje voor inweken en
hoofdwas
p = Vakje voor wasverzachter
en stijfsel
Via vakje i wordt het wasmiddel voor
de voorwas in de trommel gespoeld.
Via vakje j wordt het wasmiddel voor
de hoofdwas in de trommel gespoeld.
Is de capaciteit van vakje j niet vol
doende (dat is mogelijk in gebieden
met zeer hard water), kan ook vakje i
voor de dosering van het wasmiddel
worden geactiveerd.
Zie hoofdstuk: "Het programmeren van
aanvullende functies", paragraaf: "Het
activeren van vakje i ".
-
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan 10°
d.H. kunt u een wateronthardingsmid
del gebruiken om wasmiddel te bespa
ren.
De juiste dosering vindt u op de ver
pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht of
gemiddeld water tot 10° dH.
Wanneer u met verscheidene componenten wast, adviseren wij u deze middelen altijd bij elkaar in vakje j te doseren, en wel in de onderstaande volgorde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge-
spoeld.
-
-
-
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
-
24
^
Doseer de middelen volgens de aan
wijzingen van de fabrikant.
-
Wasmiddelen
Automatisch spoelen met
wasverzachter of stijfsel
^ Doseer de wasverzachter of het
(synthetische) stijfsel.
Doseer niet hoger dan de pijl.
^ Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
De wasverzachter of het (synthetische)
stijfsel wordt automatisch met het
laatste spoelwater in de trommel gespoeld. Aan het einde van het waspro
gramma blijft er een klein beetje water
in vakje p staan.
Apart spoelen met wasverzachter of
synthetisch stijfsel
Doseer de wasverzachter of het
^
synthetische stijfsel in vakje p .
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Stijven".
Kies een centrifugetoerental.
^
Druk op de START - toets.
^
Apart spoelen met stijfsel
Doseer het stijfsel en bereid het voor
^
zoals op de verpakking beschreven
staat.
^ Doseer het stijfsel in vakje i.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Stijven".
^ Kies een centrifugetoerental.
^ Druk op de START - toets.
-
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig vooral de zuighevel en het
kanaal voor de wasverzachter.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder
houd", paragraaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
-
-
25
Programma's
Programma-overzicht
ProgrammaTextielsoortTemperatuurMax.
WITTE WAS /
BONTE WAS
BONTE WASWasgoed volgens wasetiket60°C1400
Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed,
tafellakens en servetten, badstof handdoeken,
spijkerbroeken, T-shirts, ondergoed en babykleer
tjes
95°C tot 30°C1400
-
omw/min
KREUKHERSTELLEND
FIJNE WASWasgoed van synthetische vezels of kunstzijde,
Zijde
/
WOL
/
MINIWASLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor
StijvenTafellakens, servetten, schorten en beroepskledingkoud1400
Pompen/Centri-
fugeren
Extra spoelenWasgoed dat alleen maar moet worden uitge
CombinatiewasEen combinatie van bont en kreukherstellend was
Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels
of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. over
hemden, blouses, werkkleding, tafellakens en ser
vetten
bijv. kousen, blouses, overhemden en fijne was
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen
Wasgoed van met de hand wasbaar textiel waar
geen wol in zit.
Wasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de
hand of in de wasautomaat mag worden gewassen
de bonte was mag worden gewassen
spoeld en gecentrifugeerd
goed dat naar kleur is gesorteerd
60°C tot 30°C900
-
-
40°C tot koud600
30°C tot koud600
30°C400
40°C tot koud1200
40°C1400
-
koud900
-
40°C900
1400
Koud:
Bij de temperatuuraanduiding "Koud" wordt het water tot 24°C verwarmd. Zo worden de schommelingen gecompenseerd waaraan de temperatuur van het drinkwater onderhevig is en wordt de wer
king van het wasmiddel versterkt.
26
-
Programma's
Max. beladingMogelijke extra
5 kg- Inweken
5 kgVoor testbureaus:
2,5 kg- Inweken
1 kg- Inweken
Trommel voor 1/
2 tot 3/4 losjes
vullen
1 kg- Kort
2 kgGebruik een vloeibaar wolwasmiddel.
2,5 kg- Extra water
5 kgHet wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met
5 kgWanneer u alleen wilt pompen, kies dan met de Centrifuge-
5 kg
functies
- Voorwas
- Kort
- Extra water
(Optie 1,2,3,4)
- Voorwas
- Kort
- Extra water
(Optie 1,2,4)
- Voorwas
- Kort
- Inweken
- Voorwas
- Kort
- Extra water
(Optie 2,4)
(Optie 1,2,4)
Kies bij bijzonder sterk vervuild wasgoed de extra functie
"Inweken" of "Voorwas".
Was donkerkleurig wasgoed met een vloeibaar wasmiddel.
Programma-instelling voor de test volgens norm EN 60456.
Kies bij bijzonder sterk vervuild wasgoed de extra functie
"Inweken" of "Voorwas".
Kies bij minder vervuild wasgoed de extra functie "Kort".
In dit programma kreukt het wasgoed minder (licht strijken).
Was wasgoed waar wol in zit in het programma "WOL".
Omdat vitrage veel stof aantrekt is het meestal nodig deze
met een programma met voorwas te wassen.
In dit programma kreukt het wasgoed minder (licht strijken).
Was panty's en bh's in een waszak.
Gebruik een fijnwasmiddel.
Reduceer bij handwas die uit een ander soort vezels bestaat het centrifugetoerental of centrifugeer helemaal niet.
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft namelijk
een halve belading.
wasverzachter nabehandeld zijn.
ren - toets "Zonder centrifugeren".
Tips
3 kg- Inweken
- Voorwas
- Kort
- Extra water
(Optie 1,2,4*)
De extra functies worden in het hoofdstuk: "Extra functies" nader uiteengezet.
Afhankelijk van de samenstelling van het wasgoed worden
waterstand, aantal spoelgangen en de duur van het programma automatisch ingesteld. Zie hoofdstuk: "Programma's", paragraaf: "Programmaverloop".
* Alleen wanneer het wasgoed voor een groot gedeelte uit
katoenen materiaal bestaat, wordt er een keer extra gespoeld.
27
Programma's
Programmaverloop
WITTE WAS/
BONTE
1)
WAS
Inwekeninstelbaarinstelbaarinstelbaar-Voorwasinstelbaarinstelbaarinstelbaar-HoofdwasЯЯЯЯЯ
Afkoeling van het sop vanaf
In deze programma's kan de elektronica de tijd meten waarin het wasgoed het water opneemt. Aan de
hand daarvan kan de elektronica de belading meten en het programmaverloop aanpassen.
2)
De vierde spoelgang wordt automatisch ingeschakeld, wanneer er veel schuim in de trommel zit of
er een lager centrifugetoerental is gekozen dan 700 omw/min.
Zijde:
Voor een optimaal wasresultaat is de wasmechaniek in dit programma minder sterk dan in het pro
gramma FIJNE WAS, maar sterker dan in het programma WOL, d.w.z. de trommel is korter in bewe
ging en draait langzamer dan bij FIJNE WAS, maar is langer in beweging en draait sneller dan bij
WOL.
WOL:
Wanneer wollen wasgoed nat is, is het zeer gevoelig voor draaiende bewegingen.
De trommel is tijdens het programmaverloop kort in beweging en draait langzaam.
Aan het einde van de hoofdwas stroomt er extra water in de trommel. Het sop koelt iets af. Heet sop
kan waterafvoerbuizen van kunststof beschadigen.
Pendelspoelen:
Aan het einde van de hoofdwas koelt het sop in fases af door in- en wegstromend water.
Dat vermindert het risico dat het wasgoed gaat kreuken.
Centrifugeren tussen de spoelgangen:
Het wasgoed wordt tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Centrifugeren na de laatste spoelgang:
Het maximale centrifugetoerental van het gekozen wasprogramma wordt ingesteld met behulp van de
Centrifugeren - toets.
Het toerental wordt door het apparaat bij de programma ‘s KREUKHERSTELLEND, FIJNE WAS, WOL,
Extra spoelen en COMBINATIEWAS automatisch tot de hierboven aangegeven maximale
centrifugetoerentallen gereduceerd.
StijvenPompen /
laag
-
Centrifugeren
-
-hoog
Extra spoelenCOMBINATIEWAS
Groot aandeel
katoenen
wasgoed
2)
laag
laag
1)
Groot aandeel
kreukherstel-
lend wasgoed
3
laag
gemiddeld
29
Programma's
Waskaart
30
Extra functies
Het inschakelen van extra
functies
U kunt als aanvulling op een waspro
gramma extra functies inschakelen.
Dat kunt u doen door op de toetsen
voor de extra functies te drukken.
Wanneer u een extra functie inschakelt
gaat het daarbij behorende controle
lampje branden.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet mogelijk zijn, kunt
u niet inschakelen. Wanneer u een toets
van zo’n functie indrukt gaat het daarbij
behorende controlelampje uit zodra u
de toets loslaat.
Zie hoofdstuk: Programma’s", paragraaf: "Programma-overzicht".
-
-
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao)
Inweektijd: min. 30 minuten en max.
6 uur. Deze tijd kunt u zelf instellen in
stappen van 30 minuten.
N.B.: De gekozen inweektijd wordt in
het display opgeteld bij de tijd die het
gekozen basisprogramma duurt.
C Druk op de START - toets, wanneer u
geen voorkeuze wilt kiezen.
Het controlelampje van de toets "Inwe
ken" brandt constant.
Het wissen van de inweektijd
Druk zo vaak op de toets "Inweken"
^
totdat het controlelampje uitgaat.
Het doseren van wasmiddel bij ge
bruik van de extra functie "Inweken"
Bij programma’s zonder voorwas:
^ Doseer de totale hoeveelheid was-
middel in vakje j of direct op het
wasgoed in de trommel.
Bij programma’s met voorwas:
^ Doseer 1/4 van het wasmiddel in vak-
je i voor het inweken en de voor-
was en 3/4 van het wasmiddel in vak-
je j voor de hoofdwas.
-
-
Voorwas
U gaat als volgt te werk:
A Kies een programma.
B Kies de inweektijd en stel deze in.
Met iedere druk op de toets "Inweken"
verlengt u de inweektijd met 30 min.
Druk zo vaak op deze toets tot de door
u gewenste inweektijd is bereikt.
Het controlelampje naast de toets "In
weken" knippert.
-
Voor sterk vervuild wasgoed
Kort
In de programma’s WITTE WAS /
BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND
en COMBINATIEWAS wordt er
slechts twee keer met een verhoogde
waterstand gespoeld.
Verkort de programmaduur.
Voor licht vervuild wasgoed
31
Extra functies
Extra water
Verhoogt de waterstand in de hoofd
was en/of bij het spoelen en/of er
wordt een keer extra gespoeld.
Bij bijzonder fijne textielsoorten
–
Bij moeilijk in te spoelen wasmidde
–
len
Wanneer aan het spoelresultaat bij
–
zondere eisen worden gesteld.
U kunt bij de toets "Extra water" kiezen
tussen vier opties.
Deze opties worden uiteengezet in het
hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies", paragraaf: "Systeem
extra water".
-
-
-
Zoemer
Wanneer het einde van een programma of de spoelstop is bereikt, klinkt
er met regelmatige tussenpozen een
akoestisch signaal.
De zoemer klinkt max. 1 uur.
Centrifugeren
Het wasgoed wordt na ieder basis
programma gecentrifugeerd, wan
neer er een centrifugetoerental is ingesteld.
"Zonder centrifugeren"
Het wasgoed wordt wel tussen de ver
schillende spoelgangen gecentrifu
geerd, maar niet meer na de laatste
spoelgang.
"Spoelstop"
Het wasgoed wordt wel tussen de verschillende spoelgangen gecentrifugeerd, maar blijft na de laatste spoelgang in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wanneer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
U kunt het programma na de spoelstop
op 2 manieren voortzetten.
Met eindcentrifugeren:
Stel met de Centrifugeren - toets het
gewenste centrifugetoerental in.
-
-
-
-
Het uitschakelen van de extra
functies
Wanneer u een extra functie heeft ingeschakeld en het daarbij behorende
controlelampje brandt, kunt deze extra
functie weer uitschakelen door de des
betreffende toets weer in te drukken.
Het daarbij behorende controlelampje
gaat dan weer uit.
32
Zonder centrifugeren:
Druk nog één keer op de Centrifugeren
- toets zodat het controlelampje "Zon
der centrifugeren" gaat branden.
Het apparaat pompt het water weg.
Een centrifugetoerental dat het maxi
mum centrifugetoerental van het geko
zen programma overschrijdt, kunt u niet
instellen. Wanneer u zo’n toerental met
de toets "Centrifugeren" instelt, reageert
de automaat daar niet op.
Zie: "Programma-overzicht".
-
-
-
Extra functies
Elektronische
programmavergrendeling
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens het wassen
wordt geopend. Tevens voorkomt u
daarmee dat een wasprogramma dat
nog bezig is, wordt afgebroken.
Het inschakelen van de programma
vergrendeling
A Kies een programma zoals beschre
ven in het hoofdstuk: "Zo wast u
goed".
B Druk zo lang op de START - toets
(minstens 4 seconden), totdat het
controlelampje "Vergrendeling"
brandt. Dit lampje bevindt zich
rechts onder op het bedieningspaneel.
De programmavergrendeling is nu ingesteld.
Het uitschakelen van de programma
vergrendeling
A Druk zo lang op de START - toets
-
-
-
(minstens 4 seconden), totdat het
controlelampje "Vergrendeling" uit
gaat.
Uitzondering:
In het programmaverloop knippert het
controlelampje "Einde".
A Draai de programmakeuzeschake
laar op het programma dat u eerder
heeft ingesteld.
Het controlelampje "Einde" gaat uit.
B Druk zo lang op de START - toets
(minstens 4 seconden), totdat het
controlelampje "Vergrendeling" uit-
gaat.
-
-
-
Het apparaat accepteert nu geen wij
zigingen meer en maakt het waspro
gramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling op
geheven, zodat een nieuw waspro
gramma kan worden gekozen.
-
-
-
-
33
Extra functies
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is ingeschakeld kan:
het apparaat niet worden geopend;
–
er geen programma worden geko
–
zen;
er geen programma worden gestart.
–
Het inschakelen van de afsluitfunctie
A Sluit het apparaat.
Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde".
B Schakel het apparaat in.
C Druk de toets "Voorwas" in en houd
deze tijdens de volgende stappen D
tot en met F ingedrukt.
-
Het uitschakelen van de afsluitfunc
tie
Herhaal de stappen A tot en met G.
Het controlelampje "Vergrendeld" gaat
uit.
-
D Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en met
de klok mee op "WITTE WAS / BON
TE WAS 40°C".
E Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
gen de klok in op "Einde".
F Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
gen de klok in op "Zijde 30°C".
–
Het controlelampje "Vergrendeld"
knippert.
G Laat de toets "Voorwas" los.
H Schakel het apparaat uit.
34
-
-
-
-
-
-
Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven.
Wanneer u een programma kiest
–
geeft het de tijd aan die een gekozen
programma nog gaat duren, de zgn.
resttijd.
Wanneer u een inweektijd kiest geeft
–
het een tijd aan die een optelsom is
van de ingestelde inweektijd en de
resttijd.
Wanneer u gebruik maakt van de
–
voorkeuze geeft het de tijd aan die
het nog duurt voordat het gekozen
programma begint, de zgn.
voorgeprogrammeerde tijd.
– Het geeft de aanvullende functies
aan, nadat u die hebt opgeroepen.
Voorkeuze
Wanneer u gebruik maakt van de voorkeuze, verschijnt de tijd in het display
die u voorprogrammeert.
Resttijd
Wanneer u een programma start zonder
gebruik te maken van de voorkeuze,
geeft het display in uren en minuten
aan hoe lang dit programma maximaal
gaat duren.
Bij de programma's
was
,
KreukherstellendenCombinatie
was
wordt tijdens de bevochtigingsfase
de hoeveelheid wasgoed bepaald.
Wanneer de automaat maar gedeeltelijk
beladen is wordt de tijd in het display
tot maximaal 60 minuten verkort.
Witte was/Bonte
-
Inweken
Wanneer u een inweektijd kiest geeft
het display een tijd aan die een optelsom is van de ingestelde inweektijd en
de resttijd.
Voorbeeld:
U kiest het programma
was
60°C:
Witte was/Bonte
Hoe u de voorkeuze moet instellen kunt
u lezen in het hoofdstuk: "Zo wast u
goed", paragraaf: "Wanneer u het pro
gramma start".
Nadat u op de START - toets hebt ge
drukt, wordt de voorgeprogrammeerde
tijd in het display afgeteld, en wel
- van 24^ tot 10 h per uur
- vanaf 9 h 59 min per minuut.
Na afloop van de
voorgeprogrammeerde tijd start het
programma automatisch.
Het display geeft aan hoe lang het ge
kozen programma gaat duren.
-
-
–
Het display geeft een programma
duur aan van 1 h 58 min.
–
U stelt een inweektijd in van 1 uur.
–
Het display geeft een totale tijd aan
van 2 h 58 min.
Hoe u de inweektijd moet instellen kunt
u lezen in het hoofdstuk: "Extra Functies", paragraaf: "Inweken".
-
-
35
Het programmeren van aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het wasprogramma
nog beter af te stemmen op het soort
wasgoed en de manier waarop u dit wilt
wassen.
Een aanvullende functie blijft zo lang
geprogrammeerd totdat ze weer wordt
gewist.
U kunt kiezen uit de volgende
aanvullende functies:
P1 = Maximale waterstand
Verhoogt de waterstand bij het
spoelen automatisch tot het maximum en wel bij de programma’s
WITTE WAS / BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND,
MINIWAS EN COMBINATIEWAS.
Wanneer aan het spoelresultaat bijzondere eisen worden gesteld.
P2 = Systeem extra water
De toets "Extra water" bezit vier op
ties, die de waterstand verhogen en/
of een keer extra spoelen.
Optie 1
Verhoogt de waterstand bij het spoelen
en wel bij de programma’s WITTE WAS
/ BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND,
MINIWAS en COMBINATIEWAS.
Wanneer aan het spoelresultaat bijzon
dere eisen worden gesteld.
Optie 2
Verhoogt de waterstand in alle programmafases van de programma’s
WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, MINIWAS, Zijde en
COMBINATIEWAS.
Deze optie is standaard ingesteld.
Bij bijzonder fijne textielsoorten
-
-
36
Bij moeilijk in te spoelen wasmiddelen
Optie 3
In WITTE WAS / BONTE WAS wordt een
keer extra gespoeld.
Wanneer aan het spoelresultaat bijzon
dere eisen worden gesteld.
Optie 4
Is een combinatie van optie 2 en 3.
Wanneer uw huid allergisch is voor
wasmiddelen.
-
Het programmeren van aanvullende functies
P4 = Het activeren van vakjei
In de hoofdwas van het programma
WITTE WAS / BONTE WAS stroomt
het water in de eerste 10 seconden
via vakje i in de trommel.
Soms is de capaciteit van vakje j niet
voldoende voor de hoeveelheid was
middel dat voor de hoofdwas moet wor
den gedoseerd en wel wanneer:
het water zeer hard is (hardheids
–
graad III) en
het wasgoed sterk vervuild is.
–
In deze gevallen kan ook vakje i voor
de dosering van het wasmiddel worden
geactiveerd.
-
-
P9 = Behoedzaam wassen
Licht vervuild wasgoed wordt behoedzaam gewassen en wel bij de
programma’s: WITTE WAS / BONTE
WAS, KREUKHERSTELLEND, MINIWAS, Stijven en COMBINATIEWAS.
Het aantal trommelbewegingen wordt
dan gereduceerd.
Bij iedere wasbeurt wordt met het be
hoedzame ritme gewassen.
p10 = Afkoeling van het sop
Aan het einde van de hoofdwas
stroomt er ter afkoeling van het sop
extra water in de trommel.
Deze functie kunt u programmeren bij
het programma WITTE WAS/BONTE
WAS en wel bij een temperatuur van
95° C of 75° C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te programmeren
wanneer de wasautomaat in een ge
–
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u verbrandingsof verschroeiingsgevaar voorkomen.
De functie "Afkoeling van het sop" is
standaard uitgeschakeld.
p11 = Memory-functie
Wanneer bij een programma een ex
tra functie wordt gekozen en/of het
centrifugetoerental wordt gewijzigd,
slaat de wasautomaat deze instel
ling(en) op zodra het programma
start.
-
-
-
De Memory-functie is standaard ingeschakeld en kan weer worden uitge
schakeld.
Hoe u de aanvullende functies moet
programmeren is op de volgende
bladzijden beschreven.
-
37
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van
aanvullende functies
De aanvullende functies worden ge
programmeerd met behulp van de
toetsen voor de extra functies en met
behulp van de programmakeuze
schakelaar. De toetsen van de extra
functies en de programmakeuze
schakelaar hebben dus een tweede
functie die niet op het paneel te zien
is.
Het programmeren gebeurt in vier stap
pen:
1. Het kiezen van de
programmeermodus
2. Het kiezen van een aanvullende
functie
3. Het activeren of deactiveren van
deze aanvullende functie
4. Het opslaan van deze aanvullende
functie
1. Het kiezen van de programmeermodus
A De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand "Einde" staan.
B Druk de toetsen van de extra func-
ties "Inweken" en "Voorwas" tegelijk in
en houd ze ingedrukt.
C Schakel het apparaat met behulp
van de I-Aan/O-Uit - toets in.
D Laat alle toetsen los.
-
-
-
2. Het kiezen van een aanvullende
functie
E Draai de programmakeuzeschake
laar op één van de volgende posi
ties:
voor de aanvullende functie:
–
PI Maximale waterstand
op "FIJNE WAS 40°C"
voor de aanvullende functie:
–
P2 Systeem extra water
op "FIJNE WAS 30°C"
voor de aanvullende functie:
–
-
P4 Het activeren van vakje i
op "Zijde 30°C"
– voor de aanvullende functie:
P9 Behoedzaam wassen
op "COMBINATIEWAS 40°C"
– voor de aanvullende functie:
PI0 Afkoeling van het sop
op "Stijven"
– voor de aanvullende functie:
PII Memory-functie
op "Extra spoelen"
F In het display knipperen afwisselend
P en het nummer van de gekozen
aanvullende functie, bijv.: P...1...P...1
Bovendien verschijnt rechts in het dis
play:
PO= wanneer de aanvullende functie
niet is geprogrammeerd;
PI=wanneer de aanvullende functie
wel is geprogrammeerd.
Wanneer bij P 2 rechts een 2 verschijnt,
is optie 2 actief.
-
-
-
In het display verschijnt : P 0
38
Het programmeren van aanvullende functies
3. Het activeren of deactiveren van
de gekozen aanvullende functie
Voor de aanvullende functies PI, P4,
P9, PI0, PII
G Door één keer op de START - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
"0" op "I", waarmee u de aanvullende
–
functie activeert;
of van "I" op "0", waarmee u de aan
–
vullende functie deactiveert.
Voor de aanvullende functie P2
G Door op de START - toets te drukken
kunt u de verschillende opties activeren:
Verschijnt rechts een I= optie 1
Verschijnt rechts een 2= optie 2
Verschijnt rechts een 3= optie 3
Verschijnt rechts een 4= optie 4
-
4. Het opslaan van de gekozen
aanvullende functie
H Schakel het apparaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
U kunt nu het gewenste wasprogramma
starten.
De geactiveerde aanvullende functie is
nu opgeslagen en blijft dat totdat ze
weer wordt gedeactiveerd.
39
Reiniging en onderhoud
Trek vóór onderhoud en reiniging de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen schuurmiddelen en
geen glas- of allesreinigers. Deze
kunnen namelijk door hun chemi
sche samenstelling enorme bescha
digingen aan het kunststof opper
vlakte veroorzaken.
Het reinigen van de wasautomaat
^ Reinig de ommanteling, het buitenste
en het binnenste deksel met een mild
reinigingsmiddel of sopje.
Wrijf deze daarna met een zachte
doek droog.
^ Neem het bedieningspaneel met een
vochtige doek af en maak het daarna
droog.
-
-
-
Het reinigen van de wasmiddellade
^ Trek het bakje voor de wasverzachter
en de zuighevel uit de wasmiddellade en reinig ze met warm water.
^ Reinig ook het het kanaal waar de
zuighevel overheen wordt geschoven.
^ Reinig de wastrommel met een reini-
gingsmiddel voor roestvrij staal.
40
^
Trek de wasmiddellade naar buiten.
^
Reinig de lade met warm water.
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het
pluizenfilter en het filterhuis
Controleer het pluizenfilter in het begin
na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan
hoe vaak u het filter moet reinigen.
Bij een gewone reinigingsbeurt stroomt
er 2 liter water weg.
Wanneer de afvoer verstopt is, bevindt
er zich een vrij grote hoeveelheid water
in het apparaat (max. 25 l).
Wees voorzichtig! Het water is heet,
wanneer kort daarvoor op een hoge
temperatuur is gewassen. u kunt
zich aan het water branden!
Zet een bak of schaal onder het klep
^
je.
^ Draai het pluizenfilter los door de
greep van het filterdeksel 2 à 3 keer
om te draaien.
Draai het filter er echter niet uit.
Maak de schaal of bak net zo vaak leeg
totdat er geen water meer uit de automaat loopt. Draai, wanneer u daarbij de
waterstroom wilt onderbreken, het deksel van het pluizenfilter weer vast.
-
^
Open het klepje met de bijgevoegde
gele spatel.
41
Reiniging en onderhoud
Wanneer er geen water meer uit de
^
automaat loopt, draai het pluizenfilter
er dan helemaal uit.
^ Reinig het pluizenfilter.
^ Verwijder eventuele voorwerpen zo-
als knoopjes en munten.
Controleer of de pompschoepvleugel
^
gemakkelijk rond te draaien is.
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^ Reinig het filterhuis.
In het schroefdraad van het pluizenfilter
en het filterhuis mogen zich geen kalkaanslag en wasmiddelresten bevinden.
42
^ Zet het pluizenfilter weer in het filter-
huis en draai het goed vast.
,
Wordt het pluizenfilter niet terug
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Attentie:
Om te voorkomen dat er onnodig veel
wasmiddel wordt verbruikt moet u na
de reiniging
^
ca. 2 l water door de wasmiddellade
spoelen.
Het kogelventiel is op deze manier
weer actief.
-
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het watertoe
voerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter
bescherming van de watertoevoerklep
pen.
Het zeefje aan het vrije uiteinde van de
watertoevoerslang moet u ongeveer 1
keer in het half jaar controleren. Als de
watertoevoer vaak wordt onderbroken
moet u misschien vaker controleren.
Draai de waterkraan dicht.
^
-
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek het rubberen dichtingsringetje a
uit de groef.
^ Pak het kunststof zeefje b met een
combinatie- of punttang aan de opstaande kam vast en trek het eruit.
^ Reinig het zeefje.
-
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan
vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat
vaster aan als er nog water uitloopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei
nigd weer worden teruggeplaatst.
-
43
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen
worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico’s lopen.
Probleem . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
Het programma begint nietEr staat geen stroom op het
Het controlelampje "START"
knippert snel
Het controlelampje "Overdosering" brandt
Het controlelampje "Waterafvoer" knippert tijdens het
programmaverloop, maar het
wasprogramma verloopt normaal
Het controlelampje "Waterafvoer" knippert, de zoemer
klinkt constant en het wasprogramma is niet normaal verlopen
Wanneer u het programma
"Pompen / Centrifugeren"
heeft gekozen en op de START
- toets heeft gedrukt start het
programma niet
apparaat.
Het controlelampje "Einde"
brandt niet of de START - toets
knippert niet.
Het binnenste deksel is niet ge
sloten.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma te veel schuim gevormd.
De waterafvoer is belemmerd.
De waterafvoer is geblokkeerd.
De wasautomaat is niet klaar
voor gebruik.
Controleer of:
de deksels goed gesloten
–
zijn;
de stekker goed in de con-
–
tactdoos zit;
de zekering in orde is.
–
Open het buitenste deksel en
sluit het binnenste deksel goed.
De sluiting van het binnenste
deksel moet goed vastklikken.
Gebruik de volgende keer
–
minder wasmiddel en neem
de doseeraanwijzingen op
de wasmiddelverpakking in
acht.
–
Houd bij de dosering rekening met de waterhardheid.
–
Gebruik een ander wasmiddel dat minder schuimt.
–
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis.
–
Controleer of de waterafvoerslang te hoog ligt.
De maximale opvoerhoogte
is 1 m.
–
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis.
–
Controleer of de waterafvoerslang te hoog ligt.
De maximale opvoerhoogte
is 1 m.
–
Maak de wasautomaat klaar
voor gebruik zoals beschreven in het hoofdstuk: "Vóór de
eerste wasbeurt".
44
Nuttige tips
Probleem . . .Oorzaak . . .Oplossing . .
Het controlelampje "Watertoevoer" knippert tijdens het
programmaverloop, maar het
wasprogramma verloopt normaal
Het controlelampje "Watertoevoer" knippert, de zoemer
klinkt constant en het wasprogramma is niet normaal verlopen
Eén van de volgende controlelampjes knippert:
- "Inw./Voorwassen"
+ zoemer
- "Wassen"
- "Spoelen" + zoemer
- "Spoelstop"
Het wasprogramma is te vroeg
beëindigd, in het display verschijnen drie horizontale streepjes "- - -" en de zoe
mer klinkt constant
De watertoevoer is belemmerd.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Er is sprake van een defect.
Er is sprake van een defect.
-
De waterkraan is niet ver
–
genoeg opengedraaid.
Er zitten knikken in de toe-
–
voerslang.
De waterdruk is te laag.
–
Het zeefje in de watertoevoer-
–
slang is verstopt.
Reinig het zeefje.
Draai de waterkraan open.
–
Start het programma op-
–
nieuw.
Laat de I-Aan/O-Uit - toets
–
naar buiten springen.
Draai de programmakeuze-
–
schakelaar op "Einde".
Druk de I-Aan/O-Uit toets in.
–
Start het programma op-
–
nieuw.
–
Knippert het controlelampje
opnieuw, neem dan contact
op met de Technische Dienst.
–
Laat de I-Aan/O-Uit toets
naar buiten springen.
–
Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde".
–
Druk de I-Aan/O-Uit toets in.
–
Start het programma opnieuw.
–
Verschijnen de drie streepjes
weer, neem dan contact op
met de Technische Dienst.
45
Nuttige tips
Probleem . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
Het controlelampje "Vergrendeld" brandt
Het controlelampje "Vergrendeld" knippert
Het controlelampje "Centrifugeren" knippert
Het controlelampje "Einde"
knippert
Nadat u een programma heeft
gestart of wanneer u later nog
wasgoed in de trommel wilt
leggen hoort u een krakend
geluid
Het deksel kan niet worden
geopend, u hoort ineens een
krakend geluid en de controlelampjes "Spoelstop" en "Zonder centrifugeren" knipperen
afwisselend
Het deksel kan niet worden
geopend
De programmavergrendeling is
ingeschakeld.
Die afsluitfunctie is ingeschakeld.
Er is na de laatste spoelgang
niet gecentrifugeerd.
De wasautomaat is gehinderd
geweest door een te grote on
balans.
Nadat het gekozen programma
is gestart is de programmakeuzeschakelaar op een ander programma gedraaid.
De trommel wordt automatisch
ontgrendeld of vergrendeld.
U hebt 1 x op de Deksel - toets
gedrukt. Nu draait de trommel in
de positie waarin hij kan worden geopend.
Het apparaat is niet elektrisch
aangesloten.
De stroom is uitgevallen.Open het deksel zoals beschre-
Het deksel is niet goed dichtgedaan.
De temperatuur van het sop is
hoger dan 55°C.
Schakel de programmavergrendeling uit.
Schakel de afsluitfunctie uit.
Haal het gepropte wasgoed
–
uit elkaar.
Draai de programmakeuze-
–
-
schakelaar op "Centrifugeren".
Let op het juiste centrifuge-
–
toerental van het gekozen
programma.
Dit heeft geen invloed op het
programmaverloop.
Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschakelaar weer op het programma
wordt gedraaid dat eerst was ingesteld.
Dit krakende geluid hoort erbij
en is geen storing.
Wanneer de controlelampjes
"Spoelstop" en "Zonder centrifugeren" niet meer knipperen moet
u de Deksel - toets opnieuw in
drukken en het deksel openen.
Stop de stekker in het stopcontact.
ven aan het einde van dit hoofdstuk.
Doe het deksel goed dicht.
-
46
Nuttige tips
Probleem . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
De ringverlichting brandt nietDat is geen storing.Zie hoofdstuk: "Algemeen".
De wasautomaat trilt tijdens
het centrifugeren
Het wasgoed is niet normaal
gecentrifugeerd
De trommelopening staat niet
in de bovenste positie
Het verrijdbaar onderstel is niet
vastgezet.
Het ingestelde centrifugetoerental was te laag.
Het wasgoed heeft zich in de
trommel niet goed genoeg kunnen verdelen.
Daarom is er veiligheidshalve
met een gereduceerd toerental
gecentrifugeerd.
Door grote onbalans is de trom
mel niet automatisch in de juiste
positie gedraaid.
De hendel van het verrijdbaar
onderstel moet zich in de linker
positie bevinden.
Kies bij de volgende wasbeurt
een hoger centrifugetoerental.
Stop daarom altijd én grote én
kleine stukken wasgoed in de
trommel.
-
Draai de trommel met de
–
hand in de juiste positie tot
dat u een klik hoort.
Stop voortaan altijd én grote
–
én kleine stukken wasgoed in
de trommel. Wanneer er stukken wasgoed van verschillende grootte in de trommel
liggen is dat beter voor de
waswerking en de verdeling
van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
-
47
Nuttige tips
Probleem . . .Oorzaak . . .Oplossing . . .
In de wasmiddellade blijft vrij
veel wasmiddel achter
De wasverzachter wordt niet
volledig ingespoeld of er blijft
teveel water in vakje p staan
Op het gewassen wasgoed
zijn grijze elastische bolletjes
achtergebleven (vetbolletjes)
Op het gewassen wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige
bestanddelen
Het wasgoed wordt met een
vloeibaar wasmiddel niet
schoon
Er staat onvoldoende druk op
het water.
Poedervormige wasmiddelen in
combinatie met onthardingsmid
delen hebben de neiging te
gaan plakken.
De zuighevel zit niet goed of is
verstopt.
Het wasverzachterkanaal is ver
stopt.
Er is te weinig wasmiddel gedo
seerd. Het wasgoed is sterk met
vet, bijv. crème of olie vervuild
geweest.
Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen bestanddelen
ter ontharding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen hebben zich
op het textiel vastgezet.
In vloeibare wasmiddelen zitten
geen bleekmiddelen.
Fruit-, koffie- of theevlekken zijn
er moeilijk uit te krijgen.
Reinig het zeefje in de water
–
toevoer.
Druk eventueel toets "Extra
–
water" in.
Doseer voortaan eerst het was
middel en dan pas het ont
hardingsmiddel in de wasmid
dellade.
Reinig de zuighevel.
Reinig het wasverzachterkanaal.
-
-
Wanneer wasgoed zo ver
–
vuild is moet u óf meer was
middel doseren òf een vloei
baar wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende was-
–
beurt het WITTE WAS / BONTE WAS - programma op
60°C met een vloeibaar wasmiddel en zonder wasgoed.
–
Was het wasgoed nog een
keer en voortaan altijd met
een vloeibaar wasmiddel.
Deze wasmiddelen bevatten
meestal geen zeolieten.
–
Probeer de resten met een
borstel te verwijderen.
–
Gebruik poedervormige was
middelen met een bleekmid
del.
–
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
–
Doseer vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
48
Het openen van het deksel bij
stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
^
^ Open het klepje van het pluizenfilter
en laat het water eruitlopen zoals beschreven in hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: " Het reinigen
van het pluizenfilter en het filterhuis".
Nuttige tips
Open het binnenste deksel.
^
Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de
automaat wilt halen. Wanneer u uw
hand in een nog draaiende trommel
steekt, loopt u het risico zich te verwonden.
Het controleren van de
waterdruk
^
Trek aan de noodontgrendeling totdat
het buitenste deksel opengaat.
^
Zet een emmer met markerings
streepjes onder de waterkraan.
^
Draai de waterkraan helemaal open.
Stroomt er binnen 15 seconden 5 l wa
ter in de emmer, dan is de waterdruk in
orde.
-
-
49
Technische dienst
Reparaties
Voor reparaties dient u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje
aan de achterkant van het apparaat.
Voorbeeld:
-
-
Miele Service Verzekering
Certificaat
Miele Service VerzekeringVoor informa
tie over het Miele Service VerzekeringCertificaat kunt u zich wenden tot uw
Miele-vakhandelaar of de bijgaande fol
der raadplegen.
Programma-actualisering
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toekomst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheugen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
-
-
-
50
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali
seerd.
-
Plaatsen en aansluiten
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
nen vloer het meest geschikt. In tegen
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat centrifugeert.
Let bij het plaatsen van uw apparaat op
het volgende:
Plaats de automaat waterpas en sta
^
biel.
Plaats de automaat niet op een
^
zachte vloerbedekking omdat hij an
ders tijdens het centrifugeren gaat
trillen.
^ Wanneer u de automaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats hem
dan op een multiplex plaat van tenminste 3 cm dik. U dient de plaat niet
alleen maar aan de planken van de
vloer, maar aan zoveel mogelijk - in
ieder geval aan 2 - balken vast te
schroeven.
-
Het plaatsen van de
wasautomaat
-
Neem het apparaat van de verpak
^
kingsbodem en zet het op de plaats
waar het moet staan. Let op:
De machinevoeten en de vloer onder
^
het apparaat moeten droog zijn, an
ders loopt u het risico dat de auto
-
-
maat gaat glijden tijdens het centrifu
geren.
De stelvoeten van de wasautomaat
mogen niet naar buiten worden ge
draaid. Het wordt anders erg moeilijk om de automaat naar een andere
plaats te rollen.
^ Verwijder de transportbeveiliging.
Zie volgende bladzijde.
-
-
-
-
-
^
Plaats de automaat als het enigszins
kan in de hoek van het vertrek. Daar
is iedere vloer het meest stabiel.
51
Plaatsen en aansluiten
Het verwijderen van de transportbeveiliging
^ Sluit de 4 grote gaten met de bijge-
voegde dopjes af.
^ Draai de 4 buitenste schroeven A he-
lemaal los.
^ Draai de 4 schroeven B helemaal los.
Deze schroeven blijven aan de transportstangen zitten.
^
Verwijder de transportstangen.
Bewaar de transportstangen en de
schroeven.
Wanneer de automaat moet worden
getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) dan moeten de transportstangen weer worden gemonteerd.
Het hermonteren van de
transportbeveiliging
^
Houd bij het terugplaatsen van de
transportbeveiliging de omgekeerde
volgorde aan.
52
Plaatsen en aansluiten
Het aansluiten van de
watertoevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
Voor de aansluiting op de waterleiding
is een kraan met 3/4" schroefkoppeling
vereist. Is zo'n kraan niet aanwezig,
dan mag de automaat uitsluitend door
een erkend installateur op de waterlei
ding worden aangesloten.
De ca. 2,5 m lange slang 3/8" met 3/4"
schroefkoppeling wordt op de kraan
aangesloten.
Een slang van 4 m lengte is als extra
toebehoren leverbaar.
Deze slang is niet geschikt om op warm
water te worden aangesloten.
Let erop dat het dichtingsringetje goed
in de schroefkoppeling zit.
Het aansluitpunt staat onder druk. Controleer daarom of de aansluiting niet lek
is. Dit kunt u doen door de kraan lang
zaam open te draaien.
-
-
De waterdruk moet tussen de 1 en 10
bar overdruk liggen. Is de druk hoger
dan 10 bar overdruk dan moet er een
drukreduceerventiel in de waterleiding
worden ingebouwd.
Van een minimale waterdruk van 1 bar
overdruk is sprake, als er met volledig
opengedraaide kraan binnen 15 secon
den 5 liter water in een emmer met mar
keringsstreepjes stroomt.
Het zeefje dat zich in het vrije uiteinde
van de toevoerslang bevindt en dient
ter bescherming van de watertoevoer
kleppen mag niet worden verwijderd.
-
-
-
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend slangen die bestand zijn
tegen een plotselinge drukverhoging
van minstens 70 bar. Dit geldt ook voor
de daaraan bevestigde aansluitingsar
maturen. Originele Miele-onderdelen
voldoen aan deze eis.
-
53
Plaatsen en aansluiten
Het aansluiten van de waterafvoer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m.
De waterafvoerslang is 1,5 m lang.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
Het water kan op de volgende manie
ren worden afgevoerd
^ Hang de slang in een wasbak, wasta-
fel of gootsteen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet
weg kan glijden. Wanneer de slang
niet goed vastzit kan hij door de
krachtvan het wegstromende water
uit de wasbak of wastafel worden gedrukt.
-
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
-
Miele-vakhandel of bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
-
-
Als het water in een wasbak of wasta
fel wordt afgepompt moet het snel
genoeg weg kunnen stromen. Anders
loopt u het risico dat er water over
stroomt of dat een deel van het afge
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
^
Sluit de slang aan op een kunststof
afvoerbuis met een rubberen nippel
(een sifon is niet beslist noodzakelijk).
^
Voer het water af via een putje in de
vloer.
54
-
-
-
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte
2-polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voorkomen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
Plaatsen en aansluiten
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
55
Verbruiksgegevens
ProgrammaBeladingVerbruiksgegevens
(Zonder gebruik van extra functies en
aanvullende functies)
WITTE WAS / BONTE WAS
95°C5,01,70491 56
60°C*5,00,95492 00
40°C5,00,55492 00
KREUKHERSTELLEND
40°C2,50,45581 20
FIJNE WAS
30°C1,00,40750 58
WOL
30°C2,00,23350 39
Zijde
30°C1,00,25390 36
* Volgens EN 60456
kgkWhlh min
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de netspanning en gekozen extra functies.
EnergieWaterDuur
56
Technische gegevens
Hoogte90 cm
Hoogte bij geopend deksel139 cm
Breedte45 cm
Diepte60 cm
Gewicht zonder belading97 kg
Beladingscapaciteit5 kg droog wasgoed
AansluitspanningZie typeplaatje
AansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Lengte van de aansluitkabel2,40 m
Lengte van de toevoerslang2,50 m
Lengte van de afvoerslang1,50 m
Waterdruk1 bar - 10 bar
Maximale opvoerhoogte1 m
Maximale afpomplengte5 m
KeurmerkKEMA
575859
Wijzigingen voorbehouden/ 4602
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
M.-Nr. 05 682 080 / V
00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.