Miele H 4112 BP, H 4212 BP Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing

Oven
H 4112 BP, H 4212 BP

Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor
u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.

nl-BE

M.-Nr. 07 217 840

2

Inhoud

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ..........................11

Beschrijving van het toestel ........................................12

H 4112 BP, H 4212 BP..............................................12

Uitrusting ........................................................13

Ovenelektronica ................................................13

Beveiliging ....................................................13

Koelventilator ..................................................13

Zelfreinigende functie voor de ovenruimte (pyrolyse) ...................13

Met PerfectClean veredelde oppervlakken ...........................14

Verzinkbare bedieningselementen ..................................14

Deurcontactschakelaar...........................................14

Geventileerde deur ..............................................14

Toebehoren ......................................................15

Universele plaat en rooster........................................15

De vetfilter.....................................................15

Bedieningselementen .............................................16

Functiekiezer .....................................................16

Temperatuurkiezer.................................................16

Controlelampje temperatuur y ....................................16

Functies ........................................................17

Schakelklok .....................................................18

Bedieningselementen ..............................................18

Toetsen Q, p en O .............................................18

Display en symbool V ...........................................18

Dagtijd instellen ...................................................19

Kookwekker ......................................................20

Kookwekker instellen ...............................................20

Kookwekkertijd wissen..............................................20

Toestel in gebruik nemen ..........................................21

Bediening van de oven ............................................22

Eenvoudig gebruik.................................................22

Voorverwarmen van de oven .........................................22

Bereidingstijd invoeren .............................................23

Bereidingsproces automatisch uitschakelen ..........................23

Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen .....................24

Na afloop van een bereidingsproces ................................25

3

Inhoud

Ingevoerde tijden controleren en wijzigen ............................25

Tijden wissen ..................................................25

Instellingen % ...................................................26

Dagtijd (PI)......................................................26

Geluidssignaal (P2) ...............................................27

Tips voor het bakken ..............................................28

Temperatuur, baktijd ...............................................28

Bakvorm.........................................................28

Bakpapier .....................................................28

Universele plaat ................................................29

Langwerpige bakvorm ...........................................29

Inschuifniveau ....................................................29

Diepvriesproducten ................................................29

Baktabellen......................................................30

Hetelucht plus ....................................................30

Boven-onderwarmte ...............................................31

Intensief bakken...................................................32

Tips voor het braden ..............................................33

Instellingen.......................................................33

Tips ............................................................34

Bruinering .....................................................34

Even laten staan ................................................34

Gevogelte braden...............................................34

Diepgevroren vlees bakken .......................................34

Braadtabel ......................................................35

Tips voor het grillen...............................................36

Instellingen.......................................................36

Voedsel voorbereiden ..............................................37

Grillen op het rooster ...............................................37

Tips ............................................................37

Grilltabel ........................................................38

Inmaken ........................................................39

Ontdooien .......................................................40

Koken ..........................................................41

Het bereiden van kant-en-klaargerechten...............................41

Bruinering .......................................................42

4

Inhoud

Gegevens voor testinstellingen .....................................43

Gerechten getest volgens EN 60350...................................43

Energierendementsklasse volgens EN 50304............................43

Reiniging en onderhoud ...........................................44

Voorzijde ........................................................44

Toebehoren ......................................................45

de universele plaat ..............................................45

Rooster, steunroosters ...........................................45

De vetfilter.....................................................45

Met PerfectClean veredeld email .....................................46

Ovenruimte ......................................................48

Manuele reiniging van de ovenruimte ...............................48

Pyrolytische reiniging van de ovenruimte.............................49

De deur verwijderen ...............................................52

De deur uit elkaar halen ..........................................53

De deur terugplaatsen..............................................56

De steunroosters verwijderen ........................................57

Storingen en problemen ...........................................58

Service-afdeling ..................................................61

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................62

Elektrische aansluiting ............................................65

Oven inbouwen ..................................................66

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Personen die door hun fysieke,
Deze oven voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan de
oven.

Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
deze oven in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, de installatie,
het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt schade aan het toe­stel.

Bewaar de gebruiks- en montage­aanwijzing en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.

-

Juist gebruik

Gebruik de oven uitsluitend in het

~

huishouden om levensmiddelen te bak
ken, braden, grillen, koken, ontdooien,
inmaken en het drogen van etenswa
ren.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa
brikant is niet verantwoordelijk voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
meld of door foutieve bediening.

~

zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om de oven vei
lig te bedienen, mogen dit toestel al
leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.

-

Kinderen in het huishouden

Let op kinderen die in de buurt van

~

de oven komen. Laat kinderen nooit
met het toestel spelen.

Kinderen mogen de oven alleen

~

maar gebruiken wanneer hen de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze de
wasemkap veilig kunnen bedienen. Kin­deren moeten de eventuele risico's van
een foutieve bediening kunnen besef­fen.

Voorkom dat kinderen tijdens de

~

werking het fornuis/de oven aanraken.
Vooral tijdens de pyrolysereiniging,
want dan bereikt het toestel hogere
temperaturen dan normaal.
De glasplaat van de deur, het bedie

­ningspaneel en de openingen voor de
uitvoer van de lucht van de ovenruimte

­worden warm. De huid van kinderen re
ageert gevoeliger op hoge temperatu
ren dan de huid van volwassenen. Ge

­vaar voor brandwonden!

-

-

-

-

-

-

-

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Installatiewerken, onderhouds

~

werken en reparaties mogen alleen
worden uitgevoerd door vakmensen die
door de fabrikant erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de ge
bruiker aanzienlijke risico's ontstaan
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.

Controleer vóórdat de oven wordt

~

geplaatst, of de koffieautomaat zicht
baar beschadigd is. Is dat het geval,
neem het dan in geen geval in gebruik.
Een oven die beschadigd is kan uw vei­ligheid in gevaar brengen.

De elektrische veiligheid van deze

~

oven wordt enkel gewaarborgd als het
toestel op een aardsysteem aangeslo­ten is dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang­rijk dat aan deze fundamentele veilig­heidsvoorwaarde is voldaan. Laat de
elektrische installatie in uw woning bij
twijfel door een elektricien controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er zijn elektrische schok
ken mogelijk.

-

-

Vergelijk zeker eerst de aansluitge

~

gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van uw huisinstalla
tie. Sluit daarna pas de oven aan.
Deze gegevens dienen absoluut over
een te stemmen. Anders treedt er scha
de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw elektricien.

­Gebruik uit veiligheidsoverwegingen

~

geen stopcontactenblokken of verleng
snoeren om de oven aan te sluiten. Die
bieden niet voldoende veiligheidsga
ranties. Er bestaat onder meer gevaar
voor oververhitting.

Gebruik de oven enkel in inge-

~

bouwde toestand. Enkel dan is een vei­lige werking gewaarborgd.

Open in geen geval de ommanteling

~

van de oven.
Wanneer u aansluitingen onder span­ning aanraakt of de elektrische en me­chanische constructie wijzigt, kan dat
voor u gevaar opleveren. Het kan ook
tot storingen in de werking van het toe­stel leiden.

Laat u de oven tijdens de garantie

~

periode herstellen, dan mag dat enkel
gebeuren door een technicus die door

-

de fabrikant erkend is. Anders is er bij

­schade achteraf geen aanspraak meer

op waarborg.

-

-

-

-

-

-

-

7

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Tijdens installatie-, onderhouds- en

~

reparatiewerken moet de oven van het
stroomnet losgekoppeld zijn. Het toe
stel is pas stroomloos als aan een van
deze voorwaarden is voldaan:

De zekeringen op uw elektrische in

–

stallatie zijn uitgeschakeld.

De schroefzekeringen op uw elek

–

trische installatie zijn helemaal uitge
draaid.

De stekker is uit het stopcontact ge

–

trokken.
Trek bij toestellen met stekker niet
aan het snoer maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van
het stroomnet.

Laat defecte onderdelen enkel ver-

~

vangen door originele
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de
eisen die Miele qua veiligheid stelt.

Als het aansluitsnoer beschadigd is,

~

moet een door de fabrikant erkende
vakman een speciaal aansluitsnoer in
stalleren.

Als u deze oven niet op een vaste

~

plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.

-

-

Efficiënt gebruik

Opgepast! Gevaar voor brand

,

wonden!
Rond de kookzones en de oven

-

-

treden zeer hoge temperaturen op!

Gebruik keukenhandschoenen om

~

heet voedsel in te schuiven of uit te ne
men en als u met uw handen in de hete

­ovenruimte moet komen. Pas vooral op
met het bovenwarmte-/grillelement. Ge

­vaar voor brandwonden!

Hou de oven in de gaten als u olie of

~

vet gebruikt. Olie en vet kunnen door
oververhitting ontvlammen.
Brandgevaar!

Volg de aanbevolen bereidings-

~

tijden wanneer u de functies "Grill Y"/
"Circulatiegrill \" gebruikt.
Bij te lange bereidingstijden kunnen de
gerechten uitdrogen en zelfs ontvlam­men. Brandgevaar!

Gebruik de functies "Grill Y"/

~

"Circulatiegrill \" niet om broodjes of
brood op te warmen. Gebruik deze
functies ook niet om bloemen of kruiden
te drogen. Brandgevaar!
Gebruik "Hetelucht plus U"of
"Boven-onderwarmte V".

m levensmiddelen in de oven te be

~

reiden, wordt vaak gebruik gemaakt
van alcoholhoudende dranken.
Door de hoge temperaturen verdampt
de alcohol.
Merk op dat de damp in ongunstige
omstandigheden kan ontvlammen op
de hete verwarmingselementen.
Brandgevaar!

-

-

-

-

8

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Dek gerechten altijd af als u ze in de

~

oven bewaart. Het vocht van de ge
rechten kan corrosie in het toestel ver
oorzaken. Bovendien vermijdt u zo dat
het voedsel uitdroogt.

Schakel de oven niet uit als u de

~

resterende warmte wenst te gebruiken
om gerechten warm te houden.
Laat de gekozen functie ingeschakeld
en stel de laagste temperatuur in.
Schakel het toestel in geen geval uit.
De luchtvochtigheid in de ovenruimte
neemt toe. Door condenswater kan er
corrosie optreden in de ovenruimte en
kunnen het bedieningspaneel, het
werkblad of de inbouwkast beschadigd
raken.

Leg nooit aluminiumfolie op de bo-

~

dem van de ovenruimte wanneer u de
functies "Boven-onderruimte V" / "In­tensief bakken O" / "Bruinering K"/
"Snel opwarmen S" gebruikt.
Door de warmteophoping zou het email
kunnen barsten of afspringen.
Plaats geen pannen, potten en bakpla
ten op de bodem van de ovenruimte.
Als u een bakplaat van een ander merk
inschuift, dient u erop te letten dat de
afstand tussen de onderzijde van de
bakplaat en de bodem van de oven
ruimte minstens 6 cm bedraagt.

-

-

-

Giet nooit rechtstreeks koud water

~

op de bakplaat of in de ovenruimte zo
lang de oppervlakken nog heet zijn. De
daardoor veroorzaakte waterdamp kan
ernstige brandwonden veroorzaken.
Door de temperatuurschok kan het
email ook beschadigd raken.

Zorg ervoor dat voedsel altijd vol

~

doende wordt opgewarmd.
Eventuele kiemen in het voedsel wor
den slechts bij voldoende hoge tempe
ratuur (ü 70 °C) en bij een voldoende
lange tijd (ü 10 min.) gedood. Als u
twijfelt of het voedsel voldoende werd
opgewarmd, kiest u een iets langere
tijd.
Het is bovendien belangrijk dat de tem­peratuur zich gelijkmatig heeft verdeeld
in het voedsel. Draai het voedsel of roer
het om.

Gebruik geen kookgerei uit kunst-

~

stof. Dat smelt bij hogere temperaturen.
De oven kan beschadigd raken.

Gebruik bij het inmaken geen blik-

~

­ken en gebruik de oven niet om blikken

met voedsel te verwarmen. Er ontstaat
namelijk overdruk. De blikken kunnen
ontploffen. U kunt zich verwonden en er
kan schade ontstaan.

Schuif voorwerpen, zoals potten en

~

pannen, niet heen en weer op de bo
dem van de ovenruimte. Het
ovenoppervlak zou beschadigd kunnen
raken.

-

-

-

-

-

9

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Ga niet op de geopende deur staan

~

of zitten en plaats er geen zware voor
werpen op. Zorg ervoor dat er niets
vastgeklemd raakt tussen de deur en
de ovenruimte. De oven kan bescha
digd raken.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.

-

-

De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.

Gebruik het toestel niet om het ver

~

trek te verwarmen. Door hoge tempera
turen in de ovenruimte kunnen licht ont
vlambare voorwerpen in de omgeving
in brand schieten.

Toebehoren

Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-

~

kelijk heeft goedgekeurd, mag worden
gemonteerd of ingebouwd. Worden er
andere onderdelen gemonteerd of in­gebouwd, dan vervalt het recht op
waarborg en/of productaansprakelijk­heid.

Haal al het toebehoren uit de oven-

~

ruimte, voordat u de pyrolysereiniging
start. Dit geldt ook voor de steunroos­ters en voor mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren zoals de telescopische sle
de of de apart uitschuifbare rails.
Door de hoge temperaturen tijdens de
pyrolysereiniging wordt het toebehoren
beschadigd en gaan de telescopische
slede en de apart uitschuifbare rails
zelfs kapot.

-

-

-

-

10

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.

Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.

-

Het afdanken van het apparaat

Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.

-

-

Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige

­recyclage van dat toestel. Dat bevat

­trouwens nog waardevol materiaal.

Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met

de handelaar bij wie u het kocht

–

-

of

de firma Recupel,

–

telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be

of

– uw gemeentebestuur als u uw toestel

naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Op-

­merkingen omtrent uw veiligheid".

-

11

Beschrijving van het toestel

H 4112 BP, H 4212 BP

a Functiekiezer
b Schakelklok met toetsen O, Q en P
c Temperatuurkiezer
d Controlelampje temperatuur y
e Deurcontactschakelaar, deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging
f Verwarmingselement bovenwarmte/grill
g Achterwand met aanzuigopening voor de ventilator
h Steunroosters met vier inschuifniveaus
i Deur

12

Beschrijving van het toestel

Uitrusting

Ovenelektronica

Met de ovenelektronica kunt u de ver
schillende functies gebruiken voor bak
ken, braden en grillen.

Bij toestellen met een schakelklok kunt
u de ovenelektronica ook gebruiken

als klok,

–

als kookwekker,

–

voor het automatisch uitschakelen

–

van bereidingsprocessen,

– voor het maken van individuele in-

stellingen.

Beveiliging

Het toestel beschikt over een deurver­grendeling voor de pyrolysereini­ging. Om veiligheidsredenen wordt de

deur automatisch vergrendeld vanaf de
start van de pyrolysereiniging.

Deze deurvergrendeling wordt na de
pyrolysereiniging ontgrendeld wanneer
de temperatuur in de ovenruimte onder
280 °C gedaald is.

Als men per vergissing de pyrolyserei
niging start, of als de reiniging wordt
geannuleerd, gaat de deurvergrende
ling
–

bij temperaturen onder 280 °C on
middellijk open.
De deur kann na ca. 30 seconden
weer worden geopend.

–

bij temperaturen boven 280 °C pas
open als de temperatuur in de oven
ruimte onder 280 °C gedaald is.

-

-

-

Koelventilator

Bij elk bereidingsproces wordt automa
tisch de koelventilator ingeschakeld.
Hierdoor wordt de hete lucht uit de
ovenruimte gemengd met koude ka

­merlucht en afgekoeld, voor de damp
tussen de toesteldeur en het bedie
ningspaneel ontsnapt.

Na een bereidingsproces blijft de koel
ventilator nog een tijdje ingeschakeld,
zodat er geen resterende vochtigheid
in de ovenruimte, op het bedieningspa
neel of op de inbouwkast kan
neerslaan.
De koelventilator wordt automatisch uit­geschakeld wanneer de temperatuur in
de ovenruimte tot onder een bepaald
niveau gedaald is.

Zelfreinigende functie voor de
ovenruimte (pyrolyse)

De ovenruimte van uw toestel kan wor­den gereinigd met de functie "Pyrolyse
^".

Daarbij wordt het toestel opgewarmd
tot ca. 460 °C. De aanwezige verontrei
niging wordt door de hoge temperatu
ren afgebroken en vervalt tot as.

­Afhankelijk van de mate van vervuiling
kunt u kiezen uit twee reinigingsfuncties
(elk met een bepaalde duur):

–

PY I (duur van ca. 2 uur)

–

PY 2 (duur van ca. 2 uur en 30
minuten)

Houd rekening met de aanwijzingen in

­de rubriek "Reiniging en onderhoud".

-

-

-

-

-

-

-

13

Beschrijving van het toestel

Met PerfectClean veredelde
oppervlakken

Het oppervlak van de universele plaat
is met PerfectClean veredeld.

De antiaanbakeigenschappen van
deze oppervlakteveredeling vermijden
dat het voedsel aankoekt, zodat de
oven gemakkelijker te reinigen is.

Houd rekening met de aanwijzingen in
de rubriek "Reiniging en onderhoud".

Verzinkbare bedieningselementen

De bedieningselementen zijn
verzinkbaar.
Druk op een bedieningselement om het
te verzinken of tevoorschijn te laten
komen.

Verzink de bedieningselementen al­leen in de nulstand. Ze kunnen an­ders beschadigd raken.

Deurcontactschakelaar

De deurcontactschakelaar bevindt zich
in het midden aan de onderkant van het
bedieningspaneel.
Als de deur tijdens een bereidingspro
ces wordt geopend, worden de verwar
mingselementen automatisch uitge
schakeld.

Daardoor wordt het warmteverlies in de
ovenruimte verminderd als een ge
braad bijv. wordt overgoten.

Geventileerde deur

De deur bestaat uit vier glasplaten en
heeft bovenaan en onderaan ope­ningen.

Tijdens de werking wordt koellucht door
de deur gevoerd, zodat de buitenruit
koel blijft en zonder gevaar kan worden
aangeraakt.

De deur kan worden gedemonteerd.

-

-

-

-

14

Beschrijving van het toestel

Toebehoren

Het volgende toebehoren wordt bij het
toestel meegeleverd.

Voor ander toebehoren kunt u terecht
bij uw Miele-handelaar of bij de Tech
nische Dienst van Miele. Informatie over
dit mits toeslag verkrijgbare toebehoren
vindt u in de gelijknamige rubriek.

Universele plaat en rooster

De universele plaat en het rooster zijn
voorzien van uittrekbeveiligingen, die
voorkomen dat deze onderdelen uit de
steunroosters glijden als ze slechts ge­deeltelijk moeten worden uitgetrokken.

-

De vetfilter

De vetfilter moet vóór de aanzuigope
ning van de ventilator worden aange
bracht bij:

"Hetelucht plus U" om te braden op

–

het rooster en in een open pot of
braadpan.

"Circulatiegrill \".

–

De vetfilter vangt de door de lucht­stroom meegevoerde vetdruppeltjes
op. De ovenruimte en de ruimte achter
de achterwand blijven daardoor netter.

-

-

Let er bij het inschuiven op dat de
uittrekbeveiliging zich achteraan be
vindt.

U kunt de universele plaat en het roos
ter enkel uit de ovenruimte nemen door
ze op te tillen.

Breng de vetfilter niet aan, wanneer
u bakt. Daardoor wordt de baktijd
langer.

-

-

15

Bedieningselementen

Functiekiezer

Met de functiekiezer kiest u de ge
wenste functie.
U kunt hem naar rechts of naar links
draaien.

V Boven-onderwarmte

Y Grill

K Bruinering

P Ontdooien

S Snel opwarmen

U Hetelucht plus

\ Circulatiegrill

-

Temperatuurkiezer

Met de temperatuurkiezer kunt u de be
reidingstemperatuur traploos instellen.

Draai de temperatuurkiezer alleen
naar rechts (niet verder dan tot de
aanslag) en weer terug.
Anders raakt de kiezer defect.

Controlelampje temperatuur y

Zodra u een temperatuur hebt inge­steld, wordt de verwarming ingescha­keld. Het controlelampje voor de tem-
peratuur y brandt altijd als de verwar-
ming is ingeschakeld.

-

O Intensief bakken

^ Pyrolyse

T/% Verlichting/Instellingen:

Met deze functie kan de verlichting van
de ovenruimte afzonderlijk worden in
geschakeld, bijv. om de ovenruimte te
reinigen.
In deze stand kunnen ook bepaalde in
stellingen van het toestel worden gewij
zigd.

16

-

Als de ingestelde temperatuur is be
reikt, wordt de verwarming uitgescha
keld. Zodra de temperatuur onder de
ingestelde waarde daalt, wordt de ver
warming weer ingeschakeld.

-

-

-

-

-

Functies

Voor de bereiding van de meest uiteenlopende recepten kunt u kiezen uit de ver
schillende functies.

Functie Opmerkingen

U Hetelucht plus

O Intensief bakken

V Boven-onderwar

mte

K Bruinering – Om ovenschotels en gratins van een korstje te voor-

Y Grill – Om platte gerechten te grillen (bijv. biefstuk) en om te

\ Circulatiegrill

P Ontdooien

S Snel opwarmen

^ Pyrolyse

Om te bakken en te braden.

–

Er kan op meerdere inschuifniveaus tegelijk een ge

–

recht worden bereid.
De ingestelde temperatuur is lager dan bij

–

"Boven-onderwarmte V". Via de luchtstroom komt de
warmte onmiddellijk bij de gerechten.

Om taarten met een vochtige garnering te bakken.

–

Niet geschikt om plat gebak te bakken. Ook niet om te

–

braden, want de gebraadfond wordt te donker.

Om klassieke recepten te bakken of te braden.

–
– Om soufflés te bereiden.
– Bij de bereiding van oudere recepten stelt u voor een

optimaal gebruik van uw toestel de temperatuur bij
voorkeur 10 °C lager in dan de in het recept vermelde
temperatuur.
De bereidingstijd hoeft niet te worden gewijzigd.

zien.

gratineren.

–

Om dikke gerechten te grillen, bijv. rollades en kip.

–

De ingestelde temperatuur is lager dan bij "Grill Y".
Via de luchtstroom komt de warmte onmiddellijk bij de
gerechten.

–

Om diepgevroren producten behoedzaam te ontdooi
en.

–

Om de ovenruimte voor te verwarmen.
Vervolgens moet u een gewenste functie instellen.

–

Om de ovenruimte automatisch te reinigen.

-

-

-

17

Schakelklok

De schakelklok kan

de dagtijd weergeven.

–

als kookwekker worden gebruikt.

–

bereidingsprocessen automatisch

–

uitschakelen, of in- en uitschakelen.

Bedieningselementen

Voor de bediening van de klok gebruikt
u

de toetsen Q, P en O, alsook

–

het display.

–

Toetsen Q, p en O

Met de toets Q selecteert u de symbo­len van de tijdinstellingen die gewijzigd
of ingevoerd kunnen worden.

l Kookwekker
m Dagtijd

g Bereidingstijd (duur)

Display en symbool V

i3:23

lmg)

V

Als u op de toets Q drukt, lichten in het
display de symbolen van de tijden op
die u kunt invoeren.

Druk zo vaak op de toets Q totdat het
driehoekje V op het display onder het
gewenste symbool staat.

Afhankelijk van onder welk symbool het
driehoekje V staat, ziet u op het dis­play:

– de dagtijd m,
– een ingevoerde kookwekkertijd l,

– de bereidingstijd (duur) g,

– de eindtijd ).

) Eindtijd
Met de toets O verkort u tijden.
Met de toets O verlengt u tijden.

De ingevoerde waarden verschijnen op
het display.

18

Als het driehoekje V onder een sym­bool

–

knippert, kunt u een tijd invoeren of
wijzigen.

continu brandt, wordt een tijd wel
weergegeven, maar kunt u geen wijzi
gingen uitvoeren.

-

Schakelklok

Zolang het driehoekje V knippert,

kunt u met de toets O of P de gekozen
instelling wijzigen:

Met de toets P verhoogt u de waar

–

de.
Met de toets O verlaagt u de waar

–

de.

Het driehoekje V knippert ca. 5 se
conden.
Alleen als het knippert, kunt u de in
stelling met de toetsen O of P wijzi
gen.
Is de invoertijd verstreken, dan moet
u het gewenste symbool opnieuw
kiezen met de toets Q.

U wijzigt de tijden in stappen van een
minuut door op de toets O of P te
drukken.

Als u de toetsen langer ingedrukt
houdt, veranderen de waarden op het
display sneller.

-

-

-

-

Dagtijd instellen

Na het aansluiten van het toestel en
na een stroomstoring knippert in het

-

display de waarde "I2:00".

U kunt de dagtijd alleen instellen als
de functiekiezer op "0" staat.

Zet de functiekiezer op "0".

^

i3:23

lm

V

^ Druk zo vaak op de toets Q totdat

het driehoekje V onder het symbool

m staat.

^ Zolang het driehoekje V knippert,

kunt u met de toets O of P de uren
invoeren. Bevestig de instelling met
de toets Q.

De minuten en het driehoekje V begin
nen te knipperen.

^

Voer met de toets O of P de minuten
in. Bevestig de instelling met de toets
Q.

Zodra het symbool m dooft, is de tijd
opgeslagen en begint de dubbele punt
te knipperen.

-

19

Schakelklok

Kookwekker

De kookwekker kunt u onder meer ge
bruiken als u iets buiten de oven be
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.

U kunt een kookwekkertijd van maxi
maal 12 uur instellen.

U kunt de kookwekker los van inge
stelde bereidingsprocessen gebruiken,
bijvoorbeeld om u eraan te herinneren
dat u na een bepaalde bereidingstijd
kruiden moet toevoegen of het vlees
moet besprenkelen.

-

-

-

-

Kookwekker instellen

0:00

lm

V

^ Kies met de toets Q het symbool l

(kookwekker).

Na afloop van de kookwekkertijd

knippert gedurende 1 minuut het

–

symbool l.

wordt gedurende 1 minuut "0:00"

–

weergegeven.

hoort u vijf keer een geluidssignaal,

–

als deze functie actief is (zie "Instel
lingen wijzigen %").

-

Kookwekkertijd wissen

Kies met de toets Q het symbool l.

^

Het driehoekje V onder het symbool
moet knipperen.

Zet met de toets O de ingestelde kook­wekkertijd op "0:00".

Op het display verschijnt "0:00".

^

Zolang het driehoekje V knippert,
kunt u de gewenste tijd met de toets
P in uren en minuten invoeren.

De kookwekkertijd loopt in minuten af.
De laatste minuut in seconden.

Het symbool l brandt en herinnert u
aan de ingevoerde kookwekkertijd.

Als het driehoekje V onder het sym
bool l staat, kunt u de aflopende kook
wekkertijd in het display volgen.

20

-

-

Als de bedieningselementen bij le
vering verzonken zijn, moet u ze
eerst tevoorschijn laten komen.

Bij toestellen met een schakelklok
dient u eerst de dagtijd in te geven
voor u de oven kunt gebruiken.

Toestel in gebruik nemen

Duw de functiekiezer en de tempera

^

-

tuurkiezer uit.

Kies de werkwijze "Heißluft plus U".

^

Stel de maximumtemperatuur in.

^

Warm de lege ovenruimte gedurende

^

minstens één uur op.

-

Verwijder

- eventuele stickers van het toe­behoren/de ovenruimtebodem.

- eventuele afstands­houders uit kurk boven uit
de ovenruimte.

- eventuele bescherm­folie van de voorzijde van het
toestel.

Houd rekening met de aanwijzingen in
de rubriek "Reiniging en onderhoud".

Voordat u de oven gebruikt, dient u

– het toebehoren uit de ovenruimte te

halen en af te spoelen.

–

het toestel één keer leeg op te war
men, zodat onaangename geuren
die tijdens de eerste opwarming kun
nen ontstaan, sneller verdwijnen.

^

Voor u het toestel opwarmt, dient u
met een vochtige doek stof en
verpakkingsresten uit de ovenruimte
te verwijderen.

Zorg gedurende die tijd voor een
goede ventilatie van de keuken.
Zorg ervoor dat de geuren niet naar
andere kamers trekken.

Wacht tot de ovenruimte is afge

^

koeld.

^ Reinig de ovenruimte daarna met

warm water waaraan u een niet-

-agressief reinigingsproduct hebt
toegevoegd, en maak de ovenruimte
droog.

Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.

Bij toestellen met een schakelklok

-

kunt u het opwarmproces ook automa
tisch laten uitschakelen; raadpleeg de

­rubriek "Bereidingstijd invoeren".

-

-

21

Bediening van de oven

Eenvoudig gebruik

Plaats het gerecht in de oven.

^

Kies met de functiekiezer een functie.

^

De verlichting van de ovenruimte gaat
aan.

Stel met de temperatuurkiezer de

^

temperatuur in.

De verwarming en de koelventilator
worden ingeschakeld.

Neem na het bereidingsproces het

^

gerecht uit de ovenruimte.
Zet de functiekiezer en de tempera
tuurkiezer op "0".

Na een bereidingsproces blijft de koel-
ventilator nog enige tijd ingeschakeld,
zodat er geen resterende vochtigheid
in de ovenruimte, op het bedieningspa­neel of op de inbouwkast kan
neerslaan.

De ventilator wordt automatisch uitge­schakeld wanneer de temperatuur in de
ovenruimte tot onder een bepaald ni
veau gedaald is.

-

-

Voorverwarmen van de oven

De meeste gerechten kunt u
rechtstreeks in de koude ovenruimte
plaatsen om ook de warmte tijdens de
opwarmfase te gebruiken.

Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig

U
V

V

Gebruik bij pizza en gevoelige
deegsoorten (zoals biscuit en koek­jes) voor de opwarmfase niet de
ovenfunctie "Snel opwarmen S".
Anders worden deze producten aan
de bovenkant te snel bruin.

Voorverwarmen:

^

Kies de functie "Snel opwarmen S".

voor het bakken van donker

–

brooddeeg.
voor het braden van rosbief

–

en filet.

voor taart/gebak met een kor

–

te baktijd (tot ca. 30 minuten).

– voor het bakken van fijne

deegsoorten (biscuit).

-

22

^

Stel de temperatuur in.

De opwarming van de ovenruimte start.

^

Wanneer het controlelampje voor de
temperatuur y dooft, kiest u de ge
wenste functie en plaatst u het ge
recht in de oven.

-

-

Bediening van de oven

Bereidingstijd invoeren

Naast het eenvoudige gebruik van het
toestel kunt u bij toestellen met scha
kelklok ook bereidingstijden invoeren.
Hiermee kunt u bereidingsprocessen
automatisch laten uitschakelen, of laten
in- en uitschakelen.

Door het juiste symbool te kiezen en
een tijd in te stellen, kunt u een berei
dingsproces programmeren.

Vooral voor braden is automatisch in­en uitschakelen ideaal.

Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet te lang
van tevoren programmeren. Het deeg
kan uitdrogen en de werking van het
rijsmiddel kan afnemen.

-

Bereidingsproces automatisch
uitschakelen

-

U kunt een bereidingstijd van maximaal
12 uur invoeren.

Als u een bereidingstijd instelt, wordt
de oven automatisch na afloop van de
ingestelde tijd uitgeschakeld.

Ga als volgt te werk:

Plaats het gerecht in de ovenruimte.

^

Kies een functie en temperatuur.

^

De verlichting en verwarming worden
ingeschakeld.

0:00

lmg)

V

Druk zo vaak op de toets Q totdat het
driehoekje V onder het symbool g
(duur) staat.

Op het display verschijnt "0:00".

^

Zolang het driehoekje V knippert,
kunt u de gewenste tijd met de toets
P in uren en minuten invoeren.

Als u geen ander symbool kiest, kunt u
het aflopen van de tijd volgen.

23

Bediening van de oven

Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen

Om een bereidingsproces automatisch
te laten in- en uitschakelen, moet u een
bereidingstijd en een eindtijd instellen.

Een voorbeeld:
Het is 10.45 uur.
Een stuk vlees kan in 90 minuten wor
den bereid. Het vlees moet om 13.30
uur klaar zijn.

Plaats het gerecht in de ovenruimte.

^

Kies een functie en temperatuur.

^

De verlichting en verwarming worden
ingeschakeld.

Voer nu eerst de bereidingstijd (duur)
in:

-

0:00

lmg)

V

Druk zo vaak op de toets Q totdat het
driehoekje V onder het symbool g
(bereidingstijd/duur) staat.

Op het display verschijnt "0:00".

Verschuif nu de eindtijd:

I2:I5

lmg)

V

Druk zo vaak op de toets Q totdat

^

het driehoekje V onder het symbool
) (eindtijd) staat.

Op het display verschijnt de dagtijd
vermeerderd met de ingevoerde berei
dingstijd (10:45 + 1:30 = 12.15 uur).

I3:30

lmg)

V

^ Verschuif met de toets P de eindtijd

naar het gewenste tijdstip
(13.30 uur).

Zodra het driehoekje V dooft, worden
de verlichting en de verwarming uitge
schakeld.
In het display wordt de eindtijd weerge
geven, zolang u het driehoekje niet on
der een ander symbool zet.

-

-

-

-

I:30

lmg)

V

^

Zolang het driehoekje V knippert,
kunt u de bereidingstijd met de toets
P in uren en minuten (1:30) invoeren.

24

Zodra de begintijd (13:30 - 1:30 =

12.00 uur) bereikt is, worden de ver
lichting en de verwarming ingescha
keld.

-

-

Bediening van de oven

Na afloop van een bereidingsproces

Na afloop van de bereiding

wordt de verwarming automatisch

–

uitgeschakeld.

blijft de ventilator draaien.

–

knippert het symbool g.

–

hoort u vijf keer een geluidssignaal,

–

als deze functie ingeschakeld is (zie
"Instellingen wijzigen %").

Zet de functiekiezer en de tempera

^

tuurkiezer op "0".

Het geluidssignaal en het optische sig­naal worden uitgeschakeld.

^ Haal het gerecht uit de ovenruimte.

Als u de functiekiezer niet wijzigt, weer­klinkt om de vijf minuten een
geluidssignaal (als die functie inge­schakeld is) om u eraan te herinneren
dat de bereiding is voltooid.
Dit herinneringsprogramma duurt
maximaal 30 minuten.

-

Ingevoerde tijden controleren en
wijzigen

De tijden die voor een bepaalde berei
ding zijn ingevoerd, kunt u op elk mo
ment controleren of wijzigen.

Controleren

Kies het symbool van de betreffende

^

tijd.

l

De resterende kookwekkertijd wordt
weergegeven.

m

De dagtijd wordt weergegeven.

g

De ingevoerde bereidingstijd (duur) of
de resterende tijd van een actief berei­dingsproces wordt weergegeven.

)

De eindtijd van een bereiding wordt
weergegeven.

Wijzigen

-

-

^

Kies het symbool van de betreffende
tijd.

^

Wijzig de tijd met de toets P of O.

Tijden wissen

^

Zet de functiekiezer op "0".

In geval van een stroomonderbreking
worden alle ingevoerde waarden ge
wist.

-

25

Instellingen %

Bij toestellen met een schakelklok kunt
u twee instellingen individueel wijzigen:

de dagtijdweergave,

–

het geluidssignaal.

–

De instellingen blijven na een
stroompanne behouden.

Dagtijd (PI)

PI

Op het display verschijnt "PI".

Druk op de toets Q.

^

U kunt de weergave van de dagtijd in­of uitschakelen.

Als de weergave is uitgeschakeld, is
het display donker wanneer de functie­kiezer op "0" staat. De dagtijd loopt op
de achtergrond door.

Als u een functie kiest met de functie­kiezer, wordt de dagtijd weergegeven.

Om de instelling te wijzigen:
^ Zet de functiekizer op de stand "Ver-

lichting H /v" en druk op de toets Q.

S0

Op het display verschijnt

–"S0" wanneer de dagtijdweergave

uitgeschakeld is.

–"SI" wanneer de dagtijdweergave

ingeschakeld is.

^ Met de toets P of O kunt u kiezen

tussen de instellingen "I"en"0".

^

Druk op de toets Q.

De invoer wordt bevestigd.

Afhankelijk van de instelling wordt de
dagtijd weergegeven of blijft het dis
play donker wanneer de functiekiezer
op "0" wordt gezet.

-

26

Geluidssignaal (P2)

U kunt uit drie geluidssignalen kiezen of
het geluidssignaal volledig uitscha
kelen.

Om de instelling te wijzigen:

Zet de functiekizer op de stand "Ver

^

lichting H /v" en druk op de toets Q.

Op het display verschijnt "PI".

Druk op de toets P of O.

^

-

P2

Op het display verschijnt "P2".
^ Druk op de toets Q.

Instellingen %

S0

­Op het display verschijnt

"S0" wanneer het geluidssignaal

–

uitgeschakeld is.

"SI", "S2"of"S3", wanneer een

–

geluidssignaal ingeschakeld is.

Met de toets P of O kunt u tussen de

^

instellingen kiezen.

Daarbij hoort u telkens de verschillende
geluidssignalen.

^ Druk op de toets Q.

De invoer wordt bevestigd.

Afhankelijk van de instelling weerklinkt
na het einde van een ingevoerde berei­dingstijd of kookwekkertijd mogelijk
geen geluidssignaal of niet het gekozen
geluidssignaal.

27

Tips voor het bakken

Houd rekening met de
temperatuurbereiken, de inschuifni
veaus en de tijdsduur vermeld in de
baktabellen.

-

Bakvorm

materiaal

UOelk hittebestendig materiaal

Een voorzichtige behandeling van
levensmiddelen is belangrijk voor uw
gezondheid.

Taart, pizza, frieten en dergelijke
mogen slechts goudgeel worden
gebruind en niet donkerbruin wor
den gebakken.

Let erop dat de vetfilter zich niet
voor de aanzuigopening van de ven­tilator bevindt. Daardoor wordt de
baktijd langer.

-

Temperatuur, baktijd

Een voorzichtige bereiding en een ge­lijkmatige bruinering van taart en gebak
is mogelijk als u

–

de laagste temperatuur in de tabel
kiest.
Stel de temperatuur niet hoger in dan
aangegeven is. Kies geen hogere
temperatuur dan staat aangegeven.
Een hoge temperatuur verkort welis
waar de baktijd, maar het gebak
wordt vaak niet gelijkmatig bruin en
onder ongunstige omstandigheden
ook niet gaar.

–

Controleer na afloop van de kortste
baktijd of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje
(bijvoorbeeld een satéstokje) in het
deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven,
is het gebak gaar.

-

V Gebruik hiervoor matte, donker

gekleurde bakvormen, bijvoor
beeld vormen van donker blik,
donker email, mat aluminium,
hittebestendig glas of vormen
met een antiaanbaklaag.

Gebruik geen lichtgekleurde of
blanke bakvormen. Deze reflec
teren de stralingswarmte van de
oven. Daardoor kan de warmte
het gerecht minder goed be­reiken en wordt het gerecht in
de vorm ongelijkmatig of nau­welijks bruin. Onder ongunstige
omstandigheden wordt het ge­recht ook niet gaar.

Bakpapier

De universele plaat is met PerfectClean
veredeld. Deze coating heeft uitstekende
antiaanbakeigenschappen. Hierdoor hoeft
u de plaat voor het bakken niet in te vet
ten of met bakpapier te bedekken.
U kunt het bereide product altijd zonder
moeite losmaken.

Gebruik alleen bakpapier voor

–

zout gebak (bijv. krakelingen e.d.),
omdat de natronloog die tijdens de
deegbereiding wordt gebruikt, het
met PerfectClean veredelde opper
vlak kan beschadigen.

–

deegsoorten die wegens hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkle
ven, zoals deeg voor biscuit,

schuimgebak of makarons.

-

-

-

-

-

28

Tips voor het bakken

Universele plaat

Bak fruittaarten en hoge taarten op de
universele plaat; daardoor blijft de
ovenruimte schoner.

Langwerpige bakvorm

Als u cakes en dergelijke in langwer
pige vormen bakt, moet u deze dwars
in de ovenruimte plaatsen. Zo is de
warmteverdeling in de vorm optimaal
en bereikt u een gelijkmatig bakresul
taat.

-

-

Inschuifniveau

De inschuifniveaus worden van onde­ren af geteld.

Bakplaten Inschuifniveau *

U 11

2 1+3

3 1,2+4**

O 1 1 of 2

V 1 1 of 2

Diepvriesproducten

Stel voor het bakken van

diepvriestaarten, -pizza's en

-stokbroden de laagste temperatuur in

die op de verpakking vermeld staat.
Bak dergelijke producten op het rooster
waarop u bakpapier heeft gelegd. Ge
bruik niet de universele plaat. Die kan
bij diepvriesproducten zo kromtrekken
dat u ze niet meer uit de oven kunt ha
len als ze heet is. Bij elk volgend ge
bruik trekt ze weer krom.

Voor diepvriesproducten zoals frieten,
kroketten en dergelijke kunt u de uni
versele plaat wel gebruiken. Leg deze
producten op bakpapier en stel de
laagste temperatuur in die op de ver­pakking vermeld staat. Keer de produc­ten regelmatig om.

-

-

-

-

* Plaats taarten in een vorm altijd op

het rooster op inschuifniveau 1.

** Gebruik niet meer dan 2 bakplaten

tegelijk, als u vochtig gebak, taart of
brood bakt.

29

Baktabellen

Hetelucht plus

Taart/gebak Temperatuur

in °C

Roerdeeg

Zandtaart
Tulband
Cake (bakplaat)
Gemarmerde cake, notentaart (bakvorm)
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat)
Fruittaart (bakplaat)
Fruittaart (bakvorm)
Taartbodem
Klein gebak3)(koekjes)

Biscuitdeeg

Taart (3 tot 6 eieren)
Taartbodem (2 eieren)

2)

Rol

3)

3)

3)

3)

150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170

160 - 180
160 - 180
160 - 180

Kneeddeeg

Taartbodem
Kruimeltaart
Klein gebak

3)

(koekjes)
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur
Zwitserse Wähe

2)

150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
150 - 170
190 - 210

Gistdeeg/kwark-oliedeeg

Gistdeeg laten rijzen
Gugelhupf
Kruimeltaart
Fruittaart (bakplaat)
Witbrood
Volkorenbrood
Pizza (bakplaat)

2)

3)

Uientaart
Appelflappen

50
150 - 170
150 - 170
160 - 180
160 - 180
170 - 190
170 - 190
170 - 190
150 - 170

Soezendeeg3), soezen 160 - 180 1, 3
Bladerdeeg 170 - 190 1, 3
Merengue, makarons 120 - 140 1, 3

1) De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.

2) Ovenruimte voorverwarmen.

3) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmenS" uit.

4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gerecht
voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet verstreken is.

5) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats het recipiënt op het rooster.

Aanbevolen

inschuifniveau

1
1
1
1
1
1
1
1

4)

1, 3

1
1
1

1
1

4)

1, 3

1
1
1
1

Ovenruimtebodem

1
1
1
1
1
1
1

4)

1, 3

4)

4)

4)

1)

Tijd

in min.

60-70
65-80
25-40
60-80
45-50
35-45
55-65
25-30
20-25

25-35
20-25
20-25

20-25
45-55
15-25
70-90
50-70
55-75
25-35

5)

15-30
50-60
35-45
40-50
40-50
50-60
35-45
35-45
25-30

30-40
20-25
25-50

De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.

30

Baktabellen

Boven-onderwarmte

Taart/gebak Temperatuur

in °C

Roerdeeg

Zandtaart
Tulband
Cake (bakplaat)

1)

Gemarmerde cake, notentaart (bakvorm)
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat)
Fruittaart (bakplaat)
Fruittaart (bakvorm)
Taartbodem
Klein gebak

Biscuitdeeg

Taart (3 tot 6 eieren)
Taartbodem (2 eieren)

2) 3)

Rol

2) 3)

2) 3)

2) 3)

(koekjes)

2) 3)

2) 3)

150 - 170
170 - 190
170 - 190
150 - 170
170 - 190
170 - 190
160 - 180
170 - 190
170 - 190

170 - 190
170 - 190
180 - 200

Kneeddeeg

Taartbodem
Kruimeltaart
Klein gebak
Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur
Zwitserse Wähe

2) 3)

(koekjes)

2)

2)

2)

170 - 190
170 - 190
170 - 190
170 - 190
170 - 190
170 - 190
220 - 240

Gistdeeg/kwark-oliedeeg

Gistdeeg laten rijzen
Gugelhupf
Kruimeltaart
Fruittaart (bakplaat)
Witbrood
Volkorenbrood
Pizza (bakplaat)
Uientaart
Appelflappen

Soezendeeg
Bladerdeeg

2)

2) 3)

2)

2) 3)

, soezen 180 - 200 2 25 - 35

2)

50
160 - 180
170 - 190
180 - 200
180 - 200
190 - 210
190 - 210
180 - 200
160 - 180

190 - 210 2 15 - 25

Merengue2), makarons 120 - 140 2 25 - 50

1) De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.

2) Ovenruimte voorverwarmen.

3) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmenS" uit.

4) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats het recipiënt op het rooster.

Aanbevolen

inschuifniveau

1
1
2
1
2
2
1
1
2

1
1
2

2
2
2
1
1
1
1

Ovenruimtebodem

1
2
2
1
2
1
1
2

Tijd

in min.

60-70
65-80
25-40
60-80
45-50
35-45
55-65
20-25
12-20

20-35
15-20
12-16

15-20
45-55
10-20
70-90
45-65
55-75
25-35

4)

15-30
50-60
35-45
40-50
40-50
50-60
30-40
25-35
25-30

1)

De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.

31

Baktabellen

Intensief bakken

Ideaal voor

Taarten met een vochtige garnering (bijv. pruimentaarten), Quiche Lorraine.

–

Taarten met glazuur of niet-voorgebakken bodem (bijv. eierstruif).

–

Taart/gebak Temperatuur

Roerdeeg

Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) 150 - 170 1 30 - 35

Kneeddeeg

Kwarktaart
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur
Zwitserse Wähe

Gistdeeg/kwark-oliedeeg

Pizza (bakplaat)
Uientaart

1) De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld.
Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.

2) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmenS" uit.

De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.

2)

in °C

150 - 170
150 - 170
150 - 170
190 - 210

170 - 190
170 - 190

Aanbevolen

inschuifniveau

1
1
1
1

1
1

Tijd

in min.

65-75
50-60
50-60
25-30

40-50
25-35

1)

32

Tips voor het braden

Instellingen

Opmerkingen

Functie

Hetelucht plus U

Kookgerei

elk hittebestendig
kookgerei:
braadplan,
braadpot, vuurvaste
glazen vorm, braad
zakken, römertopf,
rooster op de univer
sele plaat

Inschuifniveau

1 van onderen af Gebruik bij "Boven-onderwarmte V" inschuifniveau 2 voor

Voorverwarmen

niet nodig Het kookgerei wordt in de koude ovenruimte op het rooster

Temperatuur

Zie braadtabel

Bereidingstijd

Zie braadtabel

Plaats de vetfilter wanneer u "Hetelucht plus U" gebruikt.
U kunt ook "Boven-onderwarmte V" gebruiken.

Het is aan te raden in een pot te braden omdat

er dan voldoende braadfond overblijft om een saus te

–

bereiden.
de ovenruimte schoner blijft dan als u op het rooster

–

­braadt.

-

gevogelte tot 1 kg, rosbief, filet, vis.

geplaatst.
Voorverwarmen is alleen bij rosbief en filet nodig.

– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het

vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.

–

Stel bij Hetelucht plus U de temperatuur ca. 20 °C la
ger in dan bij Boven-onderwarmte.

–

Stel bij gebraad vanaf 3 kg een temperatuur van ca.
10 °C lager in dan vermeld in de braadtabel.
Daardoor duurt het braadproces weliswaar langer, maar
het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke
korst.

–

Om te braden op het rooster, stelt u een temperatuur in
die 20 °C lager ligt dan wanneer u braadt in een pot.

Bereidingstijd berekenen: De bereidingstijd kunt u bere
kenen door de dikte van het vlees te vermenigvuldigen met
de tijd per cm die in hieronder is aangegeven:

–

rund/wild: 15 - 18 min./cm

–

varken/kalf/lam: 12 - 15 min./cm

–

rosbief/filet:8-10min./cm

-

-

33

Tips voor het braden

Tips

Bruinering

Het vlees wordt pas aan het einde van
de bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u halverwege de bereidings
tijd het deksel van de schaal haalt.

Even laten staan

Na afloop van de bereiding haalt u het
vlees uit de ovenruimte, wikkelt u het in
aluminiumfolie en laat u het ca.
10 minuten staan.

Op deze manier loopt bij het aansnij
den van het vlees minder vocht weg.

Gevogelte braden

Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd met licht gezou­ten water bestrijkt.

-

-

Diepgevroren vlees bakken

Diepgevroren vlees met een gewicht tot
ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het
eerst te ontdooien.
De bereidingstijd neemt per kilo met
ca. 20 minuten toe.

34

Braadtabel

Tijd

in min.

1)

Boven-onderwarmte V

Temperatuur

in °C

3)

Tijd

in min.

Gerechten Aanbevolen

inschuif-

niveau

Hetelucht plus U

Tempera

tuur in °C

-

3)

Rundsgebraad, ca. 1 kg 1 170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120

Runderfilet of
rosbief, ca. 1 kg

4)

Gebraden wild, ca. 1 kg 1

Varkensgebraad of

1 190 - 210 45 - 55 200 - 220 45 - 55

5)

180 - 200 90 - 120 190 - 210 90 - 120

1 170 - 190 100 - 120 200 - 220 100 - 120

Varkensnek, ca. 1 kg

Varkensgebraad met

1 150 - 170 160 - 180 180 - 200 120 - 150

zwoerd, ca. 2 kg

Casselerrib, ca. 1 kg 1 170 - 190 60 - 70 200 - 220 60 - 70

Gebraden gehakt, ca. 1 kg 1 160 - 180 70 - 80 190 - 210 70 - 80

Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 1

5)

170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120

Lamsbout, ca. 1,5 kg 1 170 - 190 90 - 120 200 - 220 90 - 120

Lamsrug, ca. 1,5 kg

Gevogelte, 0,8-1kg 1

4)

1 170 - 190 50 - 60 190 - 210 50 - 60

5)

170 - 190 60 - 70 190 - 210 60 - 70

Gevogelte, ca. 2 kg 1 170 - 190 90 - 110 190 - 210 90 - 110

Gevogelte, gevuld, ca.

1 170 - 190 110 - 130 190 - 210 110 - 130

2kg

Gevogelte, ca. 4 kg 1 160 - 180 150 - 180 180 - 200 150 - 180

Vis, stuk, ca. 1,5 kg 1

5)

160 - 180 35 - 55 190 - 210 35 - 55

De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte, tenzij anders vermeld.

2)

1) Vetfilter plaatsen

2) Om te braden adviseren wij de functie "Hetelucht plus U".
U kunt echter ook de functie "Boven-onderwarmte V" gebruiken.

3) Temperatuuraanduiding voor de bereiding in een gesloten braadpot.
Verminder de temperatuur met 20 °C als u braadt op het rooster.

4) Ovenruimte voorverwarmen.

5) Inschuifniveau 2 bij "Boven-onderwarmte V".

De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.*

35

Tips voor het grillen

Sluit de deur om te grillen.

,

Als de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automa
tisch via de koelventilator en wordt die dus niet afgekoeld. De bedieningsele
menten worden heet. Gevaar voor brandwonden.

Instellingen

Opmerkingen

Functie

Grill Y:
Circulatiegrill \:

Kookgerei Rooster op universele plaat

Inschuifniveau
(van onderen af)

Zie grilltabel

Voorverwarmen Verwarm het grillelement voor gedurende ca. 5 minuten ter-

Temperatuur

Zie grilltabel

Bereidingstijd

Zie grilltabel

Om platte gerechten te grillen en om te gratineren.
Om dikke gerechten te grillen, bijv. gevogelte, rollade.
Plaats de vetfilter als u "Circulatiegrill \" gebruikt.

Platte gerechten op 3 of 4
Dikke gerechten op 1 of 2

wijl de deur gesloten is.
– Platte gerechten (bijv. kotelet, steak): maximaal (Y)

– Dikke gerechten (bijv. gevogelte, rollade): 240 °C
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het

vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.

–

Platte stukken vlees of vis, per kant ca.6-8minuten. Ho
gere stukken hebben per kant iets meer tijd nodig.

–

Rollade per cm diameter ca. 10 minuten.

–

Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.

-

-

-

36

Tips voor het grillen

Voedsel voorbereiden

Spoel het vlees snel af onder koud,
stromend water en droog het goed af.
Stukken vlees niet zouten voor het gril
len, anders loopt het sap uit het vlees.

Mager vlees kunt u insmeren met olie.
Andere soorten vet worden snel donker
of produceren rook.

Platte stukken vis schoonmaken, zouten
en besprenkelen met citroen.

-

Grillen op het rooster

Tips

U kunt het beste stukken vlees grillen
die ongeveer even groot zijn, zodat de
bereidingstijden niet teveel uiteenlopen.

Als tijdens het grillen blijkt dat het vlees
aan de buitenkant al een korstje krijgt,
terwijl het van binnen nog niet gaar is,
dan kunt u op een lagere temperatuur
verder grillen.

Als u wilt controleren of het vlees al vol
doende gaar is, druk dan met een lepel
op het vlees.

Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is

–

het vlees van binnen nog rood.

– Als het een beetje meegeeft, is het

vlees van binnen roze ("medium").

– Als het bijna niet meegeeft, is het

door en door gaar ("doorbakken").

-

^

Plaats het rooster op de universele
plaat.

^

Leg het voedsel erop.

^

Kies een functie en temperatuur.

^

Verwarm het grillelement voor gedu
rende ca. 5 minuten terwijl de deur
gesloten is.

^

Plaats het voedsel in de oven en sluit
de deur.

^

Draai het voedsel halverwege de be
reidingstijd om.

-

-

37

Grilltabel

Verwarm het grillelement voor gedurende ca. 5 minuten terwijl de deur geslo
ten is.

Grillgerechten Grill Y Circulatiegrill \

Aanbevolen

inschuif-

niveau

Temperatuur-

instelling

Totale

bereidingstijd

in min.

2)

Temperatuur

in °C

Platte gerechten

Runderbiefstukken 3 of 4

3)

maximaal (Y) 10-16 220 20-25

Sjasliek 3 240 °C 25 - 30 220 16 - 20

Gevogeltebrochet

-

3 240 °C 20 - 25 200 23 - 27

ten

3)

Schnitzel 3 of 4

Lever 3 of 4

Frikadellen 3 of 4

Braadworst 3 of 4

Visfilet 3 of 4

Forellen 3 of 4

Toast 3 of 4

Toast Hawaï 3 of 4

Tomaten 3 of 4

maximaal (Y) 12-18 220 23-27

3)

maximaal (Y) 8-12 220 12-15

3)

maximaal (Y) 14-20 220 18-22

3)

maximaal (Y) 10-15 220 9-13

3)

maximaal (Y) 12-16 220 13-18

3)

maximaal (Y) 16-20 220 20-25

3)

maximaal (Y) 2-4 220 3-6

3)

maximaal (Y) 7-9 220 5-8

3)

maximaal (Y) 6-8 220 8-10

Perziken 2 maximaal (Y) 6-8 220 15-20

Dikke gerechten

Kip

4)

1

240 °C 50 - 60 190 60 - 65

(ca. 1 kg)

Rollade,

1 240 °C 75 - 85 200 100 - 110

C 7 cm, (ca. 1 kg)

Varkensschenkel

1 240 °C 100 - 120 200 95 - 100

(ca. 1 kg)

Rosbief, runderfi

-

1 - - 250 25 - 35

let, ca. 1 kg

1) Plaats de vetfilter.

2) Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.

3) Houd bij de keuze van het inschuifniveau rekening met de dikte van het gerecht.

4) Inschuifniveau 2 voor "Circulatiegrill \".

1)

Totale

bereidingstijd

in min.

-

2)

De waarden in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.

38

Inmaken

Voor inmaken bevelen wij de functie "Hetelucht plus U" aan.

Weckpotten

Inmaakbokalen

–

Bokalen met schroefsluiting. Gebruik enkel speciale bokalen, die in de vakhan

–

del verkrijgbaar zijn.

Gebruik geen blikken!

-

5 bokalen

Fruit, augurken 150 - 170 °C totdat de in-

1)

Temperatuur Inmaaktijd van-

af het borrelen

2)3)

in min.

Resterende

warmte:

tijd

in min.

geen 25 - 30

houd gelijkmatig gaat borre

-

len. Zet de functiekiezer op
"Verlichting T".

Asperges, wor
tels

Erwten, bonen 90-120 25 - 30

-

150 - 170 °C totdat de in
houd gelijkmatig gaat borre
len. Daarna bij 100 °C laten

-

60-90 25 - 30

-

doorkoken.

1) Universele plaat op inschuifniveau 1 (van onderen af).

2) Borrelen = het gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes

3) De temperatuur tijdig verlagen om overkoken te vermijden.

Na het inmaken

Neem de bokalen uit de ovenruimte en laat ze met een doek afgedekt ca. 24 uur
op een tochtvrije plaats staan.
Controleer of alle glazen goed dicht zijn.

39

Ontdooien

Met de functie "Ontdooien P" circu
leert de ventilatorlucht bij
kampertemperatuur in de ovenruimte
rond.

Let op het volgende:

Haal het diepgevroren product uit de

–

verpakking en leg het op de univer
sele plaat of in een schaal.

Gebruik voor het ontdooien van ge

–

vogelte het rooster met de universele
plaat. Zo komt het gevogelte niet in
het vocht te liggen.

Let bij het ontdooien van gevo-

,

gelte extra op de hygiëne. Gebruik
het vocht dat bij het ontdooien vrij­komt niet. De kans op bacteriën is
groot (bijvoorbeeld salmonella).

– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet

volledig ontdooid te zijn voor verdere
bereiding.
Het is voldoende als de buitenlaag
zo zacht is geworden dat de kruiden
goed worden opgenomen.

-

Tijden voor het ontdooien

De tijden hangen af van het gewicht en
het soort voedsel dat wordt ontdooid:

kip,800g.............90-120min.

vlees, 500 g ............60-90min.

vlees, 1000 g ..........90-120min.

-

braadworst, 500 g .......30-50min.

-

vis, 1000 g .............60-90min.

aardbeien, 300 g ........30-40min.

botercake, 500 g ........20-30min.

brood, 500 g ............30-40min.

40

Koken

Het bereiden van kant-en-klaargerechten

Wij raden de functie "Hetelucht plus U" aan.

Bak diepgevroren gebaktaarten of pizza op het rooster waarop u bakpapier
heeft gelegd. Gebruik niet de universele plaat. Die kan bij diepvriesproducten
zo kromtrekken dat u ze niet meer uit de oven kunt halen als ze heet is. Bij elk
volgend gebruik trekt ze weer krom.
Diepgevroren producten zoals frieten, kroketten en dergelijke kunnen op de
universele plaat worden bereid.

Voorbeelden van kant-en-klaargerechten

Gerechten Temperatuur

Aardappel-, pasta- of
groentegratin

Lasagna, cannelloni 190 1 of 2 35 - 40 Verpakking geopend

Stokbrood, gevuld,
panino 200 1 of 2 12 - 15

Pizza, voorgebakken 200 1 of 2 12 - 20 open op het rooster met

Minipizza, voorgebakken 220 1 of 2 8 - 10 open op het rooster met

Aardappelkoekjes,
rösti, kroketten

Zoute krakelingen 220 1 of 2 12 - 15 open op het rooster met

in °C *

250 1 of 2 20 - 25 Gerecht in ovenschotel

220 1 of 2 12 - 20 open op het rooster met

Inschuifniveau

(van onderen af)

*

Tijd

in min.*

Opmerking

open op het rooster met

bakpapier

bakpapier

bakpapier

bakpapier

bakpapier

* Houd rekening met de instructies van de fabrikant op de verpakking.

41

Koken

Bruinering

Deze functie is interessant om ovenschotels en gratins te bereiden die een knap
perig oppervlak moeten hebben.

Gerechten Temperatuur in °C Tijd in min. Inschuifniveau (van onderen

Lasagne 200 45 - 60 1

Aardappelgratin 190 55 - 65 1

Ratatouille 190 55 - 65 1

Gegratineerde pasta
schotel

-

190 40 - 50 1

af)

Als u andere recepten bereidt, kunt u uitgaan van de temperaturen en tijden voor
"Boven-onderwarmte V".

-

42

Gegevens voor testinstellingen

Gerechten getest volgens EN 60350

Gerecht Bakvorm Functie Inschuifni

Sprits­gebak
(8.4.1)

Kleine
cakes
(8.4.2)

Water
biscuittaart
(8.5.1)

bedekte
appeltaart
(8.5.2)

Toast brui­neren (9.1)

Grillen van
steaks (9.2)

1) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gerecht
voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet verstreken is.

2) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen S" uit.

1 bakplaat Hetelucht plus 1 140

2 bakplaten1)Hetelucht plus 1, 3 140

1 bakplaat Boven-onderwar

1 bakplaat Hetelucht plus 1 160

2 bakplaten1)Hetelucht plus 1, 3 160

1 bakplaat Boven-onderwar

Springvorm
C 26 cm

Springvorm
C 26 cm

Springvorm
C 20 cm

Springvorm
C 20 cm

Rooster Grill 3 Maximaal 5-8 nee

Rooster op uni­versele plaat

mte

mte

Hetelucht plus 1 170

Boven-onderwar
mte

Hetelucht plus 1 160

Boven-onderwar
mte

Grill 4 Maximaal 1. kant:

veau (van
onderen af)

Tempe-

­ratuur
in °C

2 160

2 160

1 180

1 180

2)

2)

2)

2)

2)

2)

2)

2)

2)

2)

-

Toestel
voorver
warmen

ja, 5 minuten

Berei
dingstijd
in min.

25-45 nee

25-45 nee

15-30 ja

25-35 nee

25-35 nee

25-35 ja

30-40 nee

20-35 ja

105-125 nee

90-120 nee

10-15

2. kant:
5-10

-

Energierendementsklasse volgens EN 50304

Voor de toestellen werd overeenkomstig EN 50304 de energie-efficiëntieklasse A
vastgesteld.
Dit is gebaseerd op de meetgegevens bij de functie "Bruinering" K".

43

Reiniging en onderhoud

Gebruik in geen geval een

,

stoomreiniger om de oven te reini
gen.
De stoom kan op stroomvoerende
onderdelen terechtkomen en een
kortsluiting veroorzaken.

-

Voorzijde

Vuil op de voorzijde van het toestel
verwijdert u het best zo vlug moge
lijk.
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden ver­wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen onder­gaan.

Reinig de voorzijde van het toestel met
een schone sponsdoek, handafwas­middel en warm water. Wrijf daarna al­les droog met een zachte doek.
U kunt om te reinigen ook een schone,
vochtige microvezeldoek zonder reini
gingsmiddel gebruiken.

-

Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen. Krassen in oppervlakken uit
glas kunnen soms ertoe leiden dat
het breekt.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
ren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze met niet-geschikte reini
gingsmiddelen in contact komen.

Voorkom schade aan de oppervlak
ken! Gebruik bij het reinigen geen

reinigingsmiddelen die soda, ammo

–

niak, zuur of chloor bevatten,

– kalkoplossende reinigingsmiddelen,

– schurende reinigingsproducten, zo-

als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,

– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,

– reinigingsmiddelen voor roestvrij

staal,

– afwasmiddelen voor de afwasauto-

maat,

­–

ovensprays,

–

glasreinigers,

-

-

-

-

-

44

–

schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),

–

scherpe metaalschrapers!

-

Reiniging en onderhoud

Toebehoren

Haal al het toebehoren uit de oven
ruimte, voordat u de
pyrolysereiniging start. Dit geldt ook
voor de steunroosters en voor mits
toeslag verkrijgbaar toebehoren zo
als de telescopische slede of de
apart uitschuifbare rails.
Door de hoge temperaturen tijdens
de pyrolysereiniging wordt het toe
behoren beschadigd en gaan de te
lescopische slede en de apart uit
schuifbare rails zelfs kapot.

de universele plaat

Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.

Neem de reinigings- en onderhoudsin­structies in de rubriek "Met
PerfectClean veredeld email" in acht.

Rooster, steunroosters

-

-

-

-

De vetfilter

Reinig de vetfilter in warm water met
handafwasmiddel, of in de afwasauto
maat.

Wanneer u de vetfilter in de vaatwasser
reinigt, verkrijgt u een beter resultaat
wanneer u er hem rechtop in plaatst.
Afhankelijk van het product dat u in de
vaatwasser gebruikt, kunnen er blij
vende verkleuringen van de vetfilter
voorkomen. Die hebben echter geen in

­vloed op de werking ervan.

In tegenstelling tot het andere toebeho
ren, kan de vetfilter ook via de pyrolyse­reiniging worden gereinigd.
Het is mogelijk dat de vetfilter door de
pyrolysereiniging van kleur verandert.
Dit heeft echter geen invloed op zijn
goede werking.

-

-

-

-

Gebruik warm water en handafwasmid­del of een niet-agressief reinigingsmid
del voor roestvrij staal.

-

45

Reiniging en onderhoud

Met PerfectClean veredeld
email

Het geëmailleerde oppervlak van de
universele plaat is dankzij een nieuw
procédé veredeld met PerfectClean.

Oppervlakken die met PerfectClean
veredeld zijn, vertonen een uitstekend

antiaanbakeffect en kunnen uiterst
eenvoudig worden gereinigd in verge

lijking met het email dat normaal in
ovens wordt gebruikt.

Bereid voedsel kan nog gemakkelijker
worden losgemaakt, vuil dat achterblijft
na bak- of braadprocessen kan nog ge­makkelijker worden verwijderd.

Om gedurende vele jaren te kunnen
genieten van de voordelen van de anti­kleeflaag en de eenvoudige reiniging,
dient u de volgende onderhoudsin-
structies op te volgen.

Oppervlakken die met PerfectClean
veredeld zijn kunnen ongeveer zoals
glas worden gereinigd.
U kunt uw voedsel op PerfectClean
snijden en verdelen, zoals u dat ge
woon bent met de klassieke geëmail
leerde bakplaten.

Laat de ovenruimte afkoelen voor u
die reinigt.
Gevaar voor brandwonden!

-

-

Bij normale vervuiling reinigt u
PerfectClean-oppervlakken best met
een bestekspons, heet water en afwas
middel.
Indien nodig kunt u ook de harde zijde
van de afwasspons gebruiken.
Het reinigen van de plaat verloopt een
voudiger als u de resten enkele minu
ten laat weken in een sopje met afwas
middel.

-

Spoel de onderdelen daarna goed af
met schoon water. Het water moet vlot
van het oppervlak afdruipen. Als dit niet
het geval is, betekent dit dat er nog res
ten van het afwasmiddel aanwezig zijn.

Als de oppervlakken erg vuil zijn, kan
meer werk vereist zijn.

Laat de te reinigen oppervlakken afkoe­len tot kamertemperatuur. Breng daar­na ovenspray aan en laat het product
enkele minuten (ca. 10 minuten) inwer­ken. Indien nodig kunt u na deze
inwerkingstijd, terwijl de ovenspray dus
nog aangebracht is, de harde zijde van
een bestekspons gebruiken.
Indien nodig herhaalt u deze procedu
re.
Als u ovenspray hebt gebruikt, dient u
de oppervlakken daarna met water te
reinigen en af te drogen.

-

-

-

-

-

-

46

Reiniging en onderhoud

Voor aangekoekte resten kunt u ook
een glasschraper of een roestvrijstalen
spiraal (bijv. Spontex Spirinette) ge
bruiken.

Met de beschreven hulpmiddelen kan
het oppervlak altijd grondig en zonder
schade worden gereinigd.

Voor een optimaal resultaat is het be
langrijk dat de oppervlakken na elk ge
bruik worden gereinigd, zodat de voor
delen van de antikleeflaag behouden
blijven.
Het effect neemt af als het
PerfectClean-oppervlak bedekt is door
resten van een vorig gebruik.
Als u de oven verschillende keren ge­bruikt zonder hem tussendoor te reini­gen, kan het zeer moeilijk zijn om de
oven schoon te krijgen.

Om met PerfectClean veredelde op­pervlakken niet onherstelbaar te be­schadigen, dient u het volgende te
vermijden:

-

Zelfs als het met PerfectClean
behandelde oppervlak toch bescha
digd zou raken door verkeerd gebruik,
dan blijven het antikleefeffect en de
eenvoudige reiniging behouden, in elk
geval minstens zo goed als bij onder
houdsvriendelijk email.

-

Let ook op het volgende:

-

-

Vuil zoals fruitsap en taartdeeg van

–

slecht sluitende bakvormen verwij
dert u het best terwijl de ovenruimte
nog iets warm is.

Door gemorst fruitsap kunnen per

–

manente kleurveranderingen ont­staan. Na een braadproces kunnen
er ook blijvende matte plekken op de
universele plaat ontstaan. Deze heb­ben echter geen invloed op de ei­genschappen van de veredeling.
Probeer dergelijke vlekken niet koste
wat het wil te verwijderen.
Gebruik enkel de beschreven hulp­middelen.

-

-

-

-

–

schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurcrème,
poetsstenen,

–

reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek,

–

staalwol,

–

schuursponzen, zoals
pannensponzen of gebruikte spon
zen waarin nog resten van schuur
middelen zitten,

–

ovenspray op met PerfectClean vere
delde oppervlakken bij een hoge
temperatuur of met een lange
inwerkingstijd,

–

reiniging in de afwasautomaat.

-

-

-

-

47

Reiniging en onderhoud

Ovenruimte

De ovenruimte is voorzien van een laag
donker pyrolyse-email.

Dit is een sterk gehard email met een
erg glad oppervlak dat een antiaanbak
effect heeft.

Manuele reiniging van de ovenruimte

Laat de oven voor de manuele reini
ging afkoelen.
U kunt zich anders verbranden!

Reinig de ovenruimte en de binnen­kant van de deur bij voorkeur na elk
gebruik. Wacht niet te lang, want
elke keer als u de oven daarna ge­bruikt, brandt het vuil verder in en
wordt het moeilijker de oven manu­eel schoon te krijgen. In extreme ge­vallen kan ernstige vervuiling de op­pervlakken beschadigen.

Rond de ovenruimte is een
glaszijdedichting aangebracht als
afdichting voor de glasplaat van de
deur.
Reinig deze dichting zo weinig mo
gelijk, want ze is gevoelig. Door wrij
ven of schuren kan ze beschadigd
raken.

-

-

-

De meeste verontreinigingen kunnen
probleemloos worden verwijderd met
een sponsdoek, niet-agressief handaf
wasmiddel en warm water.

Behandel de coating niet met harde

­borstels en sponzen, staalwol* of an
dere schuurmiddelen. Het email zou
beschadigd raken!

Lees bij gebruik van ovenspray ab
soluut de richtlijnen van de fabrikant.

* Roestvrijstalen schuurspiralen, zoals

Spontex Spirinett, kunnen echter wel
worden gebruikt.

Om het reinigen te vergemakkelijken,
kunt u

– de deur verwijderen.

– de deur uit elkaar halen.

– de steunroosters verwijderen.

Meer informatie hierover vindt in de ge
lijknamige rubrieken op de volgende
pagina's.

-

-

-

-

48

Reiniging en onderhoud

Pyrolytische reiniging van de
ovenruimte

Voor u het reinigingsproces start, dient
u rekening te houden met het volgende:

Grote hoeveelheden vuil verwijdert u
het best uit de ovenruimte, voordat u
de pyrolysereiniging start.

Rond de ovenruimte is een
glaszijdedichting aangebracht als
afdichting voor de glasplaat van de
deur.
Reinig deze dichting zo weinig mo
gelijk, want ze is gevoelig. Door wrij­ven of schuren kan ze beschadigd
raken.

Haal al het toebehoren uit de oven­ruimte, voordat u de
pyrolysereiniging start. Dit geldt ook
voor de steunroosters en voor mits
toeslag verkrijgbaar toebehoren zo­als de telescopische slede of de
apart uitschuifbare rails.
Door de hoge temperaturen tijdens
de pyrolysereiniging wordt het toe
behoren beschadigd en gaan de te
lescopische slede en de apart uit
schuifbare rails zelfs kapot.

-

-

-

-

Tijdens de pyrolysereiniging wordt de
ovenruimte opgewarmd tot ca. 460 °C.
Het aanwezige vuil wordt door de hoge
temperaturen afgebroken tot as.

Zodra de pyrolysereiniging wordt ge
start, wordt de deur kort daarna auto
matisch vergrendeld.

Afhankelijk van de mate van vervuiling
kunt u kiezen uit twee reinigingsfuncties
(elk met een bepaalde duur):

PY I (duur van ca. 2 uur)

–

PY 2 (duur van ca. 2 uur en 30

–

minuten)

Om veiligheidsredenen blijft de deur
vergrendeld tot de temperatuur in de
ovenruimte onder 280 °C gedaald is.

Pyrolysereiniging starten

^ Haal het toebehoren uit de ovenruim-

te.

^ Zet de functiekiezer op "Pyroly -

se ^".

-

-

PY I

h

Tijdens de pyrolysereiniging warmt
de voorzijde van het toestel meer op
dan bij normaal gebruik van de
oven.
Vermijd dat kinderen tijdens de py
rolysereiniging het toestel aanraken.
Ze kunnen zich verbranden!

-

Op het display verschijnt PY.
Het cijfer en het symbool h (start) knip
peren.

^

Met de toets P of O kunt u tussen de
instellingen "I"en"2" kiezen.

-

49

Reiniging en onderhoud

Nadat u PY I of PY 2 hebt gekozen,

^

start u de pyroloysereiniging met de
toets Q.

De deur wordt vergrendeld en de op
warming van de ovenruimte start.

U kunt de resterende duur van de
pyroloysereiniging op het display con
troleren door het symbool g te kiezen.

Tijdens de eerste vijf minuten na de
start kunt u de eindtijd van de pyroly
sereiniging verschuiven, bijv. wan
neer u van het nachttarief wilt
gebruikmaken. Ga als volgt te werk:

^ Kies het symbool ) en verschuif de

eindtijd met de toets P.

U kunt de eindtijd tot aan het starttijd­stip nog altijd wijzigen.

Na afloop van de pyrolysereiniging

– knippert het symbool ).

– hoort u een geluidssignaal, als deze

functie actief is (zie "Instellingen wij
zigen %").

^

Zet de functiekiezer op "0".

Het geluidssignaal en het optische sig
naal worden uitgeschakeld.

Als u de functiekiezer niet wijzigt,
weerklinkt om de vijf minuten een
geluidssignaal (als die functie
ingeschakeld is) om u eraan te
herinneren dat de reiniging is voltooid.
Dit herinneringsprogramma duurt
maximaal 30 minuten.

-

-

-

-

Na de pyrolysereiniging kunt u ge
makkelijk de eventuele pyrolyseresten
(bijv. as) in de oven verwijderen (af
hankelijk van de mate van vervuilding
van de oven).

Eventuele resten mag u pas verwij
deren als de ovenruimte is afge
koeld. U kunt zich anders verbran
den!

Reinig de glaszijdedichting zo wei

-

nig mogelijk, want ze is gevoelig.
Door wrijven of schuren kan ze be
schadigd raken.

De meeste resten kunt u met een voch­tige doek opnemen.
Afhankelijk van de mate van vervuiling
vormt er zich een zichtbare laag op de
toesteldeur en de lijst aan de onderkant
van de ovenruimte. Deze laag kunt u
verwijderen met een afwasspons of
roestvrijstalen spiraal (bijv. Spontex
Spirinett) en afwasmiddel, of een pro­duct zoals Stahlfix.

Aanslag op de binnenzijde van de ruit
kunt u ook verwijderen met een glas
schraper.

-

Door gemorst fruitsap kunnen per
manente kleurveranderingen ont
staan. Deze hebben echter geen in
vloed op de eigenschappen van het
email. Probeer dergelijke vlekken
niet koste wat het wil te verwijderen.

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

50

Reiniging en onderhoud

De pyrolysereiniging wordt afgebro
ken,

wanneer de functiekiezer op "0"

–

wordt gezet.

wanneer tijdens de pyrolysereiniging

–

een andere functie wordt gekozen.
"PY" knippert en ) wordt weergege
ven.

bij een stroomonderbreking.

–

"PY" knippert en ) wordt weergege
ven.

In de laatste twee gevallen zet u de
functiekiezer op "0".

Bij een ovenruimtetemperatuur van min­der dan 280 °C wordt de deurvergren­deling na ca. 30 s ontgrendeld en kan
de deur weer worden geopend.
Start de pyrolysereiniging daarna in­dien gewenst opnieuw.

-

-

-

51

Reiniging en onderhoud

De deur verwijderen

De ovendeur is via speciale houders
met de deurscharnieren verbonden.

Voordat u de deur van deze houders
kunt verwijderen, moet u eerst de ver­grendelingsbeugels van de beide
scharnieren ontgrendelen.

^ Zet de deur volledig open.

Sluit de deur tot tegen de aanslag.

^

Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders. De houders
klappen dan terug en kunnen het
toestel beschadigen.
Gevaar voor verwondingen.

^

Ontgrendel de vergrendelingsbeu
gels van de deurscharnieren met een
draaibeweging. Draai de vergrende
lingsbeugels tot aan de aanslag. Ze
staan dan schuin.

52

^

Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur naar boven toe van de
houders.

-

Trek de deur niet aan de deurgreep
omhoog. De greep zou kunnen af
breken en de glasplaten van de

­deur zouden beschadigd kunnen ra

ken.

Pas op dat de deur bij het uitnemen
niet kantelt.

-

-

De deur uit elkaar halen

Mocht er onverhoopt toch iets tussen
de glasplaten komen, dan kunt u de
ovendeur demonteren en de binnen
kanten van de glasplaten reinigen.

Gebruik voor het reinigen van de
glazen oppervlakken geen schuur
middelen, harde sponzen of bor
stels. Gebruik ook geen scherpe
metalen schrapers. Al deze mid
delen kunnen krassen op het opper
vlak veroorzaken. Krassen kunnen
ertoe leiden dat het glas breekt.

Gebruik geen ovenspray. Deze tas­ten het oppervlak van de aluminium­profielen aan.

Let u erop dat u de glasplaten na
het reinigen weer op de juiste ma­nier terugzet. De beide kanten van
de glasplaten hebben namelijk een
verschillende coating. Aan de kant
van de ovenruimte is een warmtere­flecterende laag aangebracht.

-

-

Reiniging en onderhoud

Verwijder in elk geval eerst de oven
deur voordat u deze uit elkaar haalt.

-

-

-

Leg de deur op een zachte onder

^

grond (bijvoorbeeld een
keukenhanddoek). Zo verkomt u
krassen. Leg de deur zo dat de
greep over de rand van de tafel ligt.
De glasplaat ligt dan plat op de on
dergrond en zal tijdens het reinigen
niet breken.

De deur bestaat uit vier glasplaten.

Naast de geleiders voor de deurschar
nieren bevinden zich afstandshouders.
Ze houden de glasplaten in positie.

-

-

-

-

Bewaar de gedemonteerde glaspla
ten op een geschikte plek, zodat ze
niet kunnen breken.

-

^

Verschuif de beide afstandshouders
naar het midden van de deur en ver
wijder ze.
Als de afstandshouders moeilijk los
te maken zijn, plaatst u de deur eens
verticaal op de ondergrond, met de
afstandshouders naar boven toe.
Wanneer u de deur weer het neerge
legd, kunt u de afstandshouders ge
makkelijk verwijderen.

-

-

-

53

Reiniging en onderhoud

Til de binnenste glasplaat iets om

^

hoog en trek deze eruit.

Reinig de glasplaten.

^

Gebruik hiervoor een schone, voch
tige microvezeldoek zonder reini
gingsmiddel, of een schone spons
doek, handafwasmiddel en warm wa
ter. Wrijf daarna alles droog met een
zachte doek.

Wanneer u alles weer in elkaar zet,
plaatst u eerst de middelste glasplaten.
Deze glasplaten zijn identiek. Er ont
breekt telkens een hoek.
Deze ontbrekende hoek moet zich bij
het plaatsen van de eerste glasplaat
rechts bevinden en bij het plaatsen van

-

de tweede glasplaat links.

-

-

-

-

-

^

Til de middelste glasplaten één voor
één iets omhoog en trek deze eruit.

54

^

Plaats de eerste van de middelste
glasplaten. Zorg ervoor dat de ont

brekende hoek zich bovenaan
rechts bevindt.

-

Plaats de tweede glasplaat. Zorg er

^

voor dat de ontbrekende hoek zich
bovenaan links bevindt.

Reiniging en onderhoud

-

^ Til de bovenste van de twee middel-

ste glasplaten iets omhoog, plaats de
afstandshouders tussen de glaspla­ten en plaats deze weer naast de ge­leiders voor de deurscharnieren.

Controleer voordat u de deur terug­plaatst of de binnenglasplaten goed
vast zitten in de houders en niet kun­nen loskomen. Daardoor zouden ze
immers beschadigd raken.

^

Plaats ten slotte de binnenglasplaat
met de opdruk in de deur. De opdruk
moet daarbij naar de middelste glas
platen gericht zijn.

-

55

Reiniging en onderhoud

De deur terugplaatsen

^ Pak de deur bij de zijkanten vast en

plaats de deur op de houders van de
scharnieren.

Zet de deur volledig open.

^

Draai de beide vergrendelingsbeu

^

gels weer terug. Ze staan dan hori
zontaal.
De nok op de vergrendelingsbeugel
moet daarbij in het oogje van de deur
grijpen.

De vergrendlingsbeugels moeten na
het reinigen altijd weer worden ver­grendeld. De deur kan anders
loskomen en beschadigd raken.

-

-

Pas op dat de deur niet kantelt!

56

De steunroosters verwijderen

De verwarmingselementen moeten
uitgeschakeld en afgekoeld zijn.
U kunt zich anders verbranden!

^ Trek de bevestigingsknop uit.

Reiniging en onderhoud

^

Haal de steunroosters uit de oven.

Het terugplaatsen van de onderdelen
gebeurt in omgekeerde volgorde. Mon
teer de onderdelen zorgvuldig. Monteer
de onderdelen zorgvuldig.

-

57

Storingen en problemen

De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen. Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een pro
bleem te vinden en weg te nemen.

Alleen gekwalificeerde elektriciens mogen installatie- en onderhouds

,

werken en reparaties uitvoeren.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden gesteld.

Probleem Oorzaak en oplossing

De oven wordt niet
heet.

De ovenverwarming
werkt, maar de ver­lichting niet.

Controleer of een ovenfunctie en een temperatuur zijn inge
steld.

Controleer of de zekering van uw elektrische installatie niet
gesprongen is. Neem contact op met een elektricien of de
Technische Dienst van Miele.

De gloeilamp is defect.

^ Maak het toestel stroomloos. Trek de stekker uit het stop-

contact of schakel de zekering op uw elektrische installa­tie uit.

^ Schroef de lampafdekking en de dichtingsring af.
^ Vervang de gloeilamp.

Als u een nieuwe lamp aankoopt, neemt u het best de de­fecte lamp mee, zodat u in elk geval de juiste lamp
(230 V, 25 W, E 14, thermisch belastbaar tot 300 °C) met
de juiste vorm koopt.

-

-

-

-

-

Na een bereidings
proces is een
werkingsgeluid te
horen.

58

^

Schroef de lampafdekking en de dichtingsring weer vast.

-

Dit is geen storing!
Om te voorkomen dat er, na het uitschakelen van de oven,
luchtvochtigheid neerslaat in de ovenruimte, op het bedie
ningspaneel of op de ombouwkast, blijft de koelventilator
nog enige tijd draaien. Wanneer de oventemperatuur onder
een bepaalde waarde gedaald is, wordt de koelventilator
automatisch uitgeschakeld.
De temperatuur daalt sneller als de toesteldeur geopend is.

-

Probleem Oorzaak en oplossing

De taart/het gebak
is na de in de tabel
aangegeven baktijd
nog niet gaar.

De taart/het gebak
is niet overal even
bruin.

Op het display knip­peren de waarde
"I2:00" en het drie­hoekje V onder het
symbool m.

Bij het uitschakelen
van het akoestische
signaal met de toets
Q verschijnt "0:00"
op het display.

Controleer of u de juiste temperatuur hebt ingesteld.

–

of u het recept hebt veranderd. Als het deeg vochtiger is

–

door bijvoorbeeld het toevoegen van eieren, is een
langere baktijd nodig.

Controleer of de vetfilter zich bevindt voor de aanzuigo

–

pening van de ventilator. In dat geval moet de baktijd on
geveer 10 tot 15 minuten langer zijn.

Kleine verschillen zijn normaal. Als het verschil erg groot is,
controleer dan controleert u

bij Hetelucht plus U:

of u de temperatuur te hoog hebt ingesteld.

–

of u het juiste inschuifniveau hebt gekozen.

–
– of de vetfilter zich voor de aanzuigopening van de venti-

lator bevindt.

bij Boven-onderwarmte V:
– van welk materiaal de bakvorm is en welke kleur deze

heeft. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn
minder geschikt.

– of het juiste inschuifniveau is gekozen.

Alle ingestelde tijden zijn door een stroomonderbreking ge­wist.

Stel de dagtijd en de eventueel ingestelde bereidingstijden
opnieuw in.

Dit is geen storing!
Na enige tijd verschijnt de dagtijd op het display.

Storingen en problemen

-

-

59

Storingen en problemen

Probleem Oorzaak en oplossing

Op het display ver
schijnt een foutmel
ding: F + cijfers

F23: De pyrolysetemperatuur van ca. 460 °C is niet be

-

–

reikt.

­Een reden hiervoor kan een te intensieve vervuiling van
de ovenruimte zijn.
Grote hoeveelheden vuil verwijdert u het best uit de
ovenruimte, voordat u de pyrolysereiniging opnieuw start.
Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neemt u contact
op met de Technische Dienst van Miele.

F32: De deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging

–

vergrendelt niet.
Breek de pyrolyreiniging af door de functiekiezer op "0"
te zetten en de reiniging opnieuw te starten.
Als de foutmelding opnieuw verschijnt, neemt u contact
op met de Technische Dienst van Miele.

– F33: De deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging

ontgrendelt niet.
Breek de pyrolyreiniging af door de functiekiezer op "0" te
zetten. Als de deurvergrendeling niet ontgrendelt, neemt
u contact op met de Technische Dienst van Miele.

Als andere foutmeldingen verschijnen, neemt u contact op
met de Technische Dienst van Miele.

-

60

Service-afdeling

Neem bij storingen die u zelf niet kunt
verhelpen, contact op met:

uw Miele-handelaar

–

of

de Technische Dienst van Miele

–

Het telefoonnummer van de Tech
nische Dienst van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.

-

-

Wanneer u een beroep doet op de
Technische Dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op.

De vereiste aansluitgegevens staan
vermeld op het typeplaatje. Het type
plaatje bevindt zich achter de deur, on
deraan bij de ovenruimte.

-

-

61

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren

Het Miele-assortiment is afgestemd op uw toestel en omvat een waaier aan han
dig toebehoren en reinigings- en onderhoudsmiddelen.
U kunt deze producten via het internet of de Technische Dienst van Miele (zie
omslag) bestellen. Ze zijn verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar.

Telescopische slede

De telescopische slede met 4 inschuif­niveaus kan volledig uit de ovenruimte
worden getrokken.
Zo hebt u een goed zicht op de ge­rechten.

Lekblad

Het lekblad wordt op de universele
plaat gelegd.
Tijdens het grillen of braden op het
rooster voorkomt dit element dat de af­druipende vleesjus verbrandt, waar­door het rooster niet verder zou kunnen
worden gebruikt.

Handgreep

-

Apart uitschuifbare comfortrails

Met de apart uitschuifbare rails be
schikt u over drie inschuifniveaus.
Elk inschuifniveau kan volledig uit de
ovenruimte worden getrokken, zodat u
een goed zicht hebt op de gerechten.

62

-

Dankzij de handgreep kunt u de plaat
en het rooster gemakkelijker uitnemen.

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren

Pizzavorm

De ronde vorm is uitstekend geschikt
om pizza's, platte taarten uit gist- of
roerdeeg, gebakjes en taartjes, gegrati
neerde desserts of vla's te bereiden, of
om diepgevroren taart of pizza op te
bakken.

Ovensteen

Met de ovensteen verkrijgt u een opti­maal bakresultaat bij gerechten die een
krokant gebakken onderzijde moeten
hebben, zoals pizza's, quiches, brood,
broodjes, kruidige gebakjes en derge­lijke.

Braadpan

De braadpan kan, in tegenstelling tot
andere braadpannen, direct in de
steunroosters worden geschoven. Net
zoals de universele plaat is de braad
pan voorzien van een uittrekbeveiliging.
Het oppervlak van de braadpan is
bekleed met een antiaanbaklaag.

-

De braadpan is verkrijgbaar in twee
diepten.
Vermeld bij het bestellen de correcte
modelaanduiding:

HUB 61-22 (diepte: 22 cm)

–

– HUB 61-35 (diepte: 35 cm)

-

De ovensteen is een vuurvaste steen
die warmte opslaat en met glazuur
bekleed is.
De ovensteen wordt op het rooster ge
legd.

Om bakgoed op de steen te leggen en
weer weg te nemen, is er een ovenpaal
in onbehandeld hout bijgevoegd.

Braadpandeksel

-

Er zijn deksels verkrijgbaar voor de
braadpannen.

Vermeld bij het bestellen de diepte van
uw braadpan.

63

Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren

Vergrendeling (kinderslot)

De vergrendeling wordt op het frame
van het toestel bevestigd. De deur ope­nen

Microvezeldoek

De microvezeldoek is ideaal om nor
maal vuil en vingerafdrukken te verwij
deren.

Ovenreinigingsmiddel

Het ovenreinigingsmiddel is geschikt
om zeer hardnekkig vuil te verwijderen.
De ovenruimte hoeft niet te worden op
gewarmd.

-

-

-

64

De aansluiting van uw toestel op het
stroomnet kunt u het best aan een
gekwalificeerd elektricien toevertrou
wen. Die dient de plaatselijke regle
mentering te kennen en nauwgezet
te volgen.

Door ondeskundig uitgevoerde
installatie-, onderhouds- of
reparatiewerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ont
staan waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld.

De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde elektrische installatie
(VDE 0100).

Voer de aansluiting bij voorkeur via
een stopcontact uit (conform
VDE 0701). Dit vergemakkelijkt immers
eventuele tussenkomsten van de Tech­nische Dienst.

Als het stopcontact niet meer toeganke
lijk is voor de gebruiker, of als een vas
te aansluiting is voorzien, moet de in
stallatie met een stroomonderbreker uit
gerust zijn.

Om de veiligheid te verhogen, raadt
VDE in richtlijn DIN VDE 0100 deel 739
aan een verliesstroomschakelaar van
30 mA (DIN VDE 0664) voor het toestel
te plaatsen.

-

-

Elektrische aansluiting

De vereiste aansluitgegevens staan
vermeld op het typeplaatje. Het type
plaatje bevindt zich achter de deur, on

-

deraan bij de ovenruimte.
De informatie moet overeenkomen met
de gegevens van het net.

Wanneer u een beroep doet op de
Technische Dienst van Miele, geef dan
altijd de spanning en het toesteltype en

-nummer op.

Wanneer de aansluiting wordt gewij
zigd of het aansluitsnoer wordt ver
vangen, moet een aansluitsnoer
worden gebruikt van het type
H 05 VV-F of H 05 RR-F. Let op de
juiste draaddiameter.

Oven

De oven is voorzien van een 3-aderige
kabel van ca. 1,5 m, met stekker, en is

­geschikt voor aansluiting op wissel

-

stroom 50 Hz, 230 V.

-

-

De beveiliging moet met 16 A zijn be
veiligd.
De oven moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact dat volgens de
voorschriften is geïnstalleerd.

Maximale aansluitwaarde: zie type
plaatje.

-

-

-

-

-

-

-

65

Oven inbouwen

Het toestel mag alleen worden

,

gebruikt als het is ingebouwd.

De koeling van het toestel mag niet
worden belemmerd.
Zorg ervoor dat bij het inbouwen

- in de inbouwkast geen
achterwand is ingebouwd.

- de tussenbodem waarop
het toestel wordt geplaatst, niet
tegen de wand komt.

- geen warmtewerende lijsten op
de zijwanden van de toestel­nis in de ombouwkast worden
gemonteerd.

Neemt het apparaat niet bij de
handgreep van de deur bij het in­bouwen. Aldus zou U ze kunnen be­schadigen.

Haal de spanning van het aansluit
punt.

Sluit de oven aan op het elektriciteits

^

net.

Schuif de oven in de inbouwkast en

^

plaats het toestel waterpas.

-

-

66

^

Open de ovendeur en schroef de
oven met 2 schroeven vast aan de
zijwanden van de kast.

67

Wijzigingen voorbehouden / 22 / 0308

(H 4112 BP; H 4212 BP)

M.-Nr. 07 217 840 / 00