Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan het apparaat.M.-Nr. 05 390 770
automatische kookproces
Symbool ‘klaar voor gebruik’
u
Symbool voor de aparte kookwekker
v
Tijdsaanduiding
w
Zijvak
Om 2 bakplaten ofwel 1 afdruipschaal
en 1 bakplaat te bewaren.
Om de deur van het vakje open en
dicht te doen, drukt u ze zachtjes tegen de sluiting
Typeplaatje
y
x
.
5
Page 6
Beschrijving van het toestel
Uitrusting
Uw toestel is voorzien van het volgende toebehoren. Zo dat nodig blijkt, kan u elk
stuk aan de hand van het overeenstemmende materiaalnummer bestellen.
Bakplaat (2 stuks)
Voor koekjes en dunne plaatkoek
M.-Nr. 5 182 740
Rooster
Om te bakken, te braden en te grillen;
omkeerbaar, om in de hoogte te regelen
M.-Nr. 8 415 900
Afdruipschaal
Om vleesjus op te vangen. Voor plaatkoek met dik beleg, bv. pruimentaart
M.-Nr. 8 415 890
Vetfilter
Voor onafgedekt gebraad
M.-Nr. 3 939 160
6
Page 7
Beschrijving van het toestel
Steunroosters
Met kantelbeveiliging voor roosters en
platen
linksrechts
M.-Nr. M.-Nr.
8 415 9208 415 910
Handgreep
Om roosters en platen uit de oven te
halen en in te schuiven (dit toebehoren
is mits toeslag verkrijgbaar)
M.-Nr. 3 985 271
Katalytische bovenste plaat
Zelfreinigend door katalytisch email
M.-Nr. 8 073 943
Katalytische rugwand
Zelfreinigend door katalytisch email
M.-Nr. 8 076 925
Spijzenthermometer
Om tot op de graad precies te braden
M.-Nr. 3 939 630
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De oven inbouwen en aansluiten
Laat uw oven uitsluitend door een
vakman inbouwen en aansluiten.
Die kent en volgt de landelijke en plaatselijke voorschriften. Als er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat
fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op
een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk
dat u dit controleert en in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman
laat controleren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad. Er
zijn elektrische schokken mogelijk.
Sluit het apparaat niet met een ver-
lengsnoer op het stroomnet aan.
Verlengsnoeren zijn geen voldoende
waarborg voor de veiligheid van het
toestel.
Efficiënt gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing aan-
dachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige
schade aan het apparaat.
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Alleen dan kunt
u er zeker van zijn dat u niet met delen
in aanraking komt, die onder stroom
staan.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om gerechten te bereiden. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Gebruik uw toestel niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen in de oven of aan het
kookvlak kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten. Bovendien verkort dit de levensduur van het toestel.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel tegen schade
beschermen
Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Als u hem onver-
hoeds inschakelt, is er brandgevaar.
Het oppervlak van de oven en van
het toebehoren is deels veredeld
met PerfectClean. Hou bij de schoonmaak de opmerkingen in de rubriek
‘PerfectClean’ in acht. Dan blijft het antikleefeffect van dit oppervlak behouden.
Leg nooit aluminiumfolie op de
ovenbodem. Zet er evenmin rechtstreeks kookpannen op. Schuif er geen
bakplaat of afdruipschaal over. Door
de hevige hitte kan het Perfect CleanEmail schade oplopen.
Gebruik om diepvrieswaar als bv.
pizza te verwarmen of te bereiden
het rooster. Gebruik daar nooit de bakplaat noch de afdruipschaal voor. Die
kunnen namelijk vervormen.
Maak geen blikjes in de oven in.
Er ontstaat overdruk. De blikjes ontploffen. U kunt zich kwetsen of verbranden en de oven kan schade oplopen.
Bewaar geen klaargemaakte spij-
zen in de oven. Die kunnen het toestel doen roesten.
Fruitsap dat van de bakplaat
druipt, kan vlekken teweegbrengen. Zelfs als u die keurig verwijdert,
kunnen er nog sporen achterblijven.
Gebruik geen stoomreiniger om de
oven schoon te maken. De stoomdruk kan oppervlakken of onderdelen
van het toestel beschadigen. Daar kan
de fabrikant niet aansprakelijk voor worden gesteld.
Ga niet op de open ovendeur
staan of zitten. Vermijd ook dat uw
kinderen dat doen. De ovendeur kan
een gewicht dragen van max. 10 kg.
Gebruik enkel de spijzenthermome-
ter die bij uw toestel past. Andere
soorten kunnen de elektronische bediening vernietigen.
Sluit na elk gebruik beslist de con-
tactopening voor de spijzenthermometer. Zo kan er geen vocht in de opening binnendringen.
Laat het toestel wel eerst afkoelen. Anders kan u zich daaraan verbranden.
Laat de spijzenthermometer niet in
de oven liggen. Als u hem bij het
volgende verwarmingsproces vergeet
uit te nemen, kan hij schade oplopen.
Gebruik de spijzenthermometer
niet om te grillen. Zorg ook voor
voldoende afstand tot de bovenste verwarmingsweerstand. De kunststof ommanteling van de spijzenthermometer
kan door hoge temperaturen smelten.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm u tegen verbrandingen
De oven, de binnenzijde van de
deur en de bovenkant van de deur
(aan de buitenzijde) worden tijdens de
werking heet. Dat blijft ook nog enige
tijd zo na het uitschakelen.
Let vooral op kleine kinderen!
Gebruik ovenwanten of pannenlap-
pen als u met het hete toestel
werkt. Let erop dat de pannenlappen
niet nat of vochtig zijn. Dan wordt de
hitte immers beter geleid, zodat het risico om u te verbranden vergroot. Vermijd vooral weerstanden aan te raken.
Giet nooit water rechtstreeks op de
bakplaat, in de afdruipschaal of in
de oven zolang hun oppervlak nog
heet is. De damp die dan ontstaat, kan
ernstige brandletsels teweegbrengen.
Ook het email kan dan door temperatuurwisseling schade oplopen.
Hou het toestel onder toezicht als
u vet of olie gebruikt. Vet of olie
kan door oververhitting vlam vatten. Er
bestaat dan ook brandgevaar!
In geval van defect
Indien u een defect aan het toestel
vaststelt, schakel dan eerst het toestel uit en daarna ook de smeltstoppen.
Verwijder ook de stekker uit het stopcontact indien het toestel niet van een
vaste aansluiting is voorzien. Trek in
dat geval niet aan het snoer, wel aan
de stekker. Verwittig ten slotte de Technische Dienst van Miele.
Zorg ervoor dat het toestel niet kan worden ingeschakeld zolang de reparatie
niet is afgelopen.
Laat reparaties enkel door een
elektricien uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te
onderschatten risico’s voor de gebruiker opduiken. Het toestel kan ook schade oplopen. Maak de ommanteling van
het toestel in geen geval open.
Laat uw toestel tijdens de garantie-
periode enkel door een technicus
herstellen, die door de fabrikant is erkend. Bij schade die achteraf zou opduiken, vervalt anders de aanspraak
op garantie.
Indien heet vet of olie toch zou ont-
vlammen, tracht het dan in geen
geval met water te blussen! Doof het
vuur bv. met een deken of met schuim
uit een blusapparaat.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherming tegen andere
risico’s
Let erop dat snoeren van elektri-
sche toestellen die u in de omgeving van dit toestel gebruikt, niet tussen de ovendeur geklemd raken. De
draadisolatie kan schade oplopen.
U riskeert elektrische schokken!
Rond de scharnier van de toestel-
deur kan u zich kwetsen. Hou vooral kinderen daarvan weg.
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden verwarmd. In
de spijzen zijn er eventueel kiemen aanwezig. Die worden enkel vernietigd zo
de temperatuur hoog genoeg en de tijd
lang genoeg is.
Gebruik geen vaatwerk van kunststof. Dat smelt bij hoge temperatu-
ren. Bovendien bestaat er brandgevaar!
Let vooral op kleine kinderen. Hou
ze van een ingeschakeld toestel
weg.
Maak niet meer gebruikte toestel-
len stroomloos. Verwijder alle
stroomtoevoerleidingen. Zo vermijdt u
dat het toestel risico’s inhoudt, bv. voor
spelende kinderen.
11
Page 12
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Om het toestel in gebruik te kunnen nemen, dient u beslist de kloktijd in te stellen. Zie de gelijknamige rubriek ietwat
verder in deze handleiding.
Kleef het typeplaatje van uw toestel in
het daartoe voorziene vakje in de rubriek ‘Technische dienst’. Dat plaatje
vindt u bij het bijgeleverd toebehoren.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
12
Page 13
Voor het eerste gebruik
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Maak niet meer gebruikte toestellen
stroomloos. Verwijder alle stroomtoevoerleidingen. Zo vermijdt u dat
het toestel risico’s inhoudt, bv. voor
spelende kinderen.
13
Page 14
Voor het eerste gebruik
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voor het eerste gebruik dient u als
volgt te werk te gaan:
Verwijder eventueel aangebrachte
zelfklevers van het toebehoren of
van de ovenbodem.
Maak toestel en toebehoren met een
afwasmiddelsopje schoon en wrijf
daarna alles droog.
Laat de lege oven minstens 1 uur
lang verwarmen. Zet de functiekiezer
op ‘Boven- en onderwarmte
verhoog de voorgestelde temperatuur (190 °C) tot 275 °C. Zie rubriek
‘De voorgestelde temperatuur wijzigen’.
A’ en
Zorg voor een degelijke ventilatie van
de keuken. Het verdient aanbeveling
intussen de keuken te verlaten.
De onderdelen van staalplaat zijn beschermd door een onderhoudsmiddel.
Daarom wordt er tijdelijk wat reuk
gevormd als het toestel voor het eerst
opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen
wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel.
14
Page 15
Voor het eerste gebruik
De kloktijd voor het eerst
instellen
Bij de eerste aansluiting van het toestel of na een stroomonderbreking
dient u de kloktijd in te stellen. Dan
pas kan u het toestel gebruiken.
In het display van de schakelklok ziet u
vier nullen en een knipperende ‘A’.
A
00 00
g
w
)
Ga als volgt te werk:
Druk tegelijk op de toetsen g en
) terwijl de ‘A’ in het display knip-
pert.
Stel de kloktijd in, bv. 12 uur 10’,
door op de toets
g
w
In het display van de schakelklok merkt
u aan de punt tussen de uren en de
minuten dat de kloktijd ingesteld is. Het
symbool 4 is verlicht. Dat betekent
dat de oven klaar is voor gebruik.
- of + te drukken.
)
Wenst u een ingestelde kloktijd aan te
passen? Ga dan te werk als beschreven in de rubriek ‘Schakelklok’, para-
graaf ‘De kloktijd instellen of wijzigen’.
15
Page 16
Bediening
Bediening
De functie instellen
D
N
F
G
m
0
A
B
C
Ga als volgt te werk:
Draai de functiekiezer op de gewenste functie.
De verlichting rond deze knop wordt
ingeschakeld.
Bij alle functies verschijnt in het temperatuurdisplay de voorgestelde temperatuur. Meer details vindt u in de rubriek
‘De voorgestelde temperatuur aanpassen’.
Kiest u een van de functies
A, C,
F,N of D, dan verschijnt er ook
een horizontale streep _ tot de (vooraf)
ingestelde temperatuur, bv. 190 °C, bereikt is.
90
Kiest u ‘Ontdooien
warming uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay wordt niet verlicht. Enkel de
ovenverlichting en de ventialtor worden
ingeschakeld.
G’, dan blijft de ver-
16
Page 17
Overzicht van de functies
Bediening
Sym-
bool
A
B
C
n
m
F
N
D
G
FunctieVoorgestelde
temperatuur
in ° C
Boven- en
onderwarmte
Onderwarmte190 °COm de onderzijde, bv. van taart
Bovenwarmte190 °COm de bovenzijde wat na te
Grote grill275 °COm toost te bakken, om te
Kleine grill275 °COm toost te bakken, om te
Pizza160 °CVoor pizza, gebak met
Grillen met
luchtcirculatie
Hete lucht160 °CVoor soufflés, eiwitgebak,
Ontdooienzonder
190 °CVoor fijn gebak als biscuit-,
165 °CVoor gebraad en gevogelte.
verwarming
Aanbevelingen
amandel-, zand-, noten- en
fruitgebak.
met vochtig beleg, nog wat na te
bakken.
bakken, om te gratineren, om
soufflés te bereiden, om hoog
gebak te bakken.
gratineren, om platte
grillgerechten van een korstje te
voorzien en te grillen. Het hele
grilloppervlak wordt gebruikt.
gratineren, om platte
grillgerechten van een korstje te
voorzien en te grillen. Plaats de
gerechten in het midden.
bladerdeeg.
koekjes. Om te verwarmen,
spijzen op voorhand te koken en
te bakken, om in te maken,
volledige gerechten ineens te
koken, om eetwaar te drogen.
Om te ontdooien.
17
Page 18
Bediening
De voorgestelde temperatuur
aanpassen
De voorgestelde temperatuur is die welke in onze testkeuken de beste bleek
te zijn.
Bij alle functies - niet bij ‘Ontdooien’ -
kan u de voorgestelde temperatuur om
het even wanneer veranderen. Dat gebeurt in stappen van 5 °C en tussen 30
en 275 °C.
Ga als volgt te werk:
Draai de functiekiezer zachtjes naar
rechts (de temperatuur wordt verhoogd) of naar links (de temperatuur
wordt verlaagd) tot de gewenste temperatuur wordt aangeduid.
18
Page 19
Bediening
Niveaus
Koken op 1 niveau
bij de volgende functies:
ABoven- en onderwarmte
DHete lucht
nGrote grill
mKleine grill
N Grillen met luchtcirculatie
c
Koken op 1 niveau
bij de volgende functies:
CBovenwarmte
nGrote grill
Koken op 1 niveau
bij de volgende functies:
BOnderwarmte
F Pizza
b
Koken op 2 niveaus
Denkel bij Hete lucht
d
b
mKleine grill
Koken op alle niveaus
Denkel bij Hete lucht
d
c
b
19
Page 20
Bediening
Het toebehoren inschuiven
Het rooster kan u gebruiken bij bakken,
braden en grillen. U kan het omkeren.
Zo is het in de hoogte verstelbaar en
kan u het gerecht op de gepaste afstand tot de verwarming plaatsen.
Rooster, bakplaat en afdruipschaal zijn
aan de rand voorzien van een dieper
liggend gedeelte. Let erop, als u deze
onderdelen in de steunroosters van de
oven schuift, dat deze inkepingen zich
achteraan bevinden. Zie pijlen. Enkel
zo vermijdt u dat het toebehoren volledig uit de oven schuift terwijl u het
maar gedeeltelijk wilde uittrekken.
20
Page 21
Bediening
Handgreep
U kan de afdruipschaal, de bakplaat of
het rooster met behulp van de handgreep uitnemen en inschuiven.
Schuif het voorste deel van de handgreep onder het toebehoren en steek
de daartoe voorziene haak in de rand
van het toebehoren.
Deurcontactschakelaar
De deurcontactschakelaar - zie pijl schakelt automatisch de ovenverwarming uit zodra u de toesteldeur opent.
Er kan evenwel nog steeds geruis van
de ventilator waarneembaar zijn.
Bij een oventemperatuur tot 50 °C blijft
de ovenverlichting na het openen van
de deur nog 10 minuten lang aan. Bij
een oventemperatuur van meer dan
50 °C nog 2 minuten. Daarna wordt die
automatisch uitgeschakeld.
21
Page 22
Praktische toepassingen
Praktische toepassingen
Bakken
Soorten gebakA Boven- en onderwarmteD Hete lucht
Temperatuur
in °C
Gistdeeg
suikergebak, snipperkoek
kerststol
fruittaart op plaat
pizza op plaat
volkorenbrood
Roerdeeg
tulband
fruitgebak met deklaag
fruitgebak zonder deklaag
zandgebak
Biscuitdeeg
taartbodem, dik
taartbodem, dun
rolletje
Zandtaartdeeg
taartbodem
koekjes
fruittaart met deklaag
appeltaart
kaastaart
175-190 °C
175-190 °C
175-190 °C
175-190 °C
150-170 °C
130-150 °C
100-110 °C
175-190 °C
175-190 °C
175-190 °C
175-190 °C
Baktijd
in minuten
30-40’
60-70’
40-60’
50-70’
60-80’
60-80’
40-60’
50-60’
50-70’
35-45’
25-35’
15-20’
20-30’
20-30’
50-70’
50-70’
55-65’
30-50’
110-120’
55-65’
55-60’
50-60’
50-60’
Temperatuur
in °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
130-150 °C
120-140 °C
90-110 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
Baktijd
in minuten
30-40’
60-70’
50-60’
50-70’
60-80’
60-80’
50-70’
50-70’
50-70’
35-45’
25-35’
15-20’
20-30’
20-30’
50-70’
50-70’
55-65’
30-50’
100-120’
50-65’
50-60’
50-60’
50-60’
22
Page 23
Temperatuur
in °C
-
-
-
150-170 °C
-
-
-
-
-
F Pizza
Baktijd
in minuten
-
-
-
40-60’
-
-
-
-
-
Praktische toepassingen
Omtrent de tabel:
– De aanbevolen functie is in het vet
gedrukt.
– Alle gegevens zijn te rekenen vanaf
het ogenblik dat u het gerecht in de
koude oven schuift. Zo de oven nog
warm is of werd voorgewarmd, kan u
de baktijd met 10 minuten verkorten.
– De temperaturen en baktijden zijn en-
kel richtwaarden. Daarom werd een
bepaalde speelruimte opgegeven.
– Bakt u op verschillende niveaus tege-
lijk (met Hete lucht), dan kan de baktijd 5 à10 minuten langer uitvallen.
-
-
-
-
-
150-170 °C
150-170 °C
130-150 °C
-
-
150-170 °C15-20’
--
-
150-170 °C
150-170 °C
-
-
-
-
-
-
40-50’
40-50’
50-60’
-
-
-
45-55’
45-55’
-
Bakt u met Hete lucht, neem dan de
vetfilter weg. Anders wordt de baktijd verlengd. Het gebak bruint dan
minder gelijkmatig.
23
Page 24
Praktische toepassingen
Baktips
– De functie ‘
te bevelen
voor hoog gebak:
190 °C, 100 à 120 minuten,
om schuimgebakjes van een
korstje te voorzien:
170-190 °C, 10 à15 minuten.
– Gebruik de afdruipschaal om fruitge-
bak, bv. pruimentaart, te bakken. Zo
loopt er geen fruitsap over en wordt
de ovenschoonmaak verlicht.
Fruitsap dat van de bakplaat druipt,
kan vlekken teweegbrengen. Zelfs
als u die keurig verwijdert, kunnen
er nog sporen achterblijven.
– Gebruik bij voorkeur donker bakvor-
men. Die nemen de hitte beter op en
geven die vlugger door aan het
deeg. Witte metalen bakvormen
weerkaatsen de hitte. Gebak in zo’n
vormen moet langer bakken en
wordt niet zo mooi bruin.
C Bovenwarmte’ is aan
Tips om stroom te besparen
– Warm de oven enkel bij ‘Boven en
onderwarmte
tijd korter is dan 30 minuten. Dat bevelen wij ook aan voor delicaat gebak, bv. biscuit.
– Benut bij ‘Hete lucht
op verschillende niveaus te bakken.
– Schakel de oven ca. 5 minuten voor
het einde van de baktijd uit. Laat het
gebak 5 à 10 minuten lang in de gesloten oven staan. Zo profiteert het
van de resterende warmte.
A’ voor indien de bak-
D’ de kans om
– U kan ook gistdeeg in de oven laten
rijzen. Zet de functiekiezer op
‘
D Hete lucht’ en verlaag de voorge-
stelde temperatuur tot 30 °C. Zet een
deksel op de recipiënt met het deeg!
Breng bij braadprocessen zonder
deksel de vetfilter aan voor u het
braden start.
Na een braadproces kunnen er zich
in de afdruipschaal blijvende matte
vlekken vormen.
– Kies bij voorkeur ‘Grilleren met lucht-
circulatie N’. Dan werken de grote
grill en en de ventilator tegelijk. Die
zorgen voor sappig en knapperig gebraad. U hoeft het vlees ook niet om
te draaien. Bovendien wordt in ruime
mate vermeden dat er vet rondspat.
De ovenwanden blijven bijna proper.
– Het verdient aanbeveling bij dikkere
stukken gebraad de spijzenthermometer samen met ‘Grilleren met luchtcirculatie N’ te gebruiken. Lees de
rubriek over de spijzenthermometer.
– Braden kan ook met de functies ‘Bo-
ven- en onderwarmte
lucht
D’. Stel de temperatuur 20 à
30 °C hoger in dan in de vorige tabel. Verlaag de temperatuur bij ‘Hete
lucht
D’ na 15 à 20 minuten tot
165 °C. Denk erom dat het in de
oven dan meer spat dan bij ‘Grille-
ren met luchtcirculatie N’.
Het spreekt vanzelf dat u daarvoor
ook de spijzenthermometer kan gebruiken.
A’ of ‘Hete
– Zout het vlees pas juist voor het bra-
den. Dan blijft het malser.
– Bij ‘Grilleren met luchtcirculatie N
hoeft gebraad niet te worden overgoten. Daarom kan u zout en kruiden in
het vlees inwrijven. Anders blijft dat
aan het oppervlak hangen. Als u aan
droge kruiden wat olie toevoegt, komen die beter tot hun recht.
– Met vet doortrokken vlees en ge-
braad met een korst alsook gevogelte of stukken gevogelte legt u rechtstreeks op het rooster. Schuif daar de
afdruipschaal onder. Zo wordt het
vlees rondom bruin en vangt u meteen ook het vleesjus op.
– Stoofvlees legt u beter in een braad-
pan of direct in de afdruipschaal.
– Schuif de stukken gebraad in het
midden van de oven. Zeer dik gebraad of groot gevogelte schuift u
het best op het laagste niveau.
– U kan de braadduur ook naar de dik-
te van het stuk gebraad berekenen.
Reken per centimeter vleesdikte ca.
10 à 12 minuten.
– Voor vlees dat heel koel werd be-
waard, is een ietwat langere braadtijd vereist dan wat opgegeven wordt.
– Braad vlees nooit in bevroren toe-
stand. Dan kan het uitdrogen. Laat
het eerst ontdooien.
26
Page 27
Praktische toepassingen
– Wenst u aan het gebraad uien, toma-
ten, worteltjes e.d. toe te voegen?
Voeg die dan bij een lange braadduur pas na de helft van de verstreken tijd toe. Anders worden deze
ingrediënten te donker en geven ze
een bittere smaak af aan de saus.
– Dient u aan het vlees volgens het re-
cept bouillon, braadjus of water toe
te voegen, bv. na de helft van de
braadduur, voeg dat er altijd heet bij.
– Laat gebraad dat klaar is, zowat
10 minuten ‘rusten’ voor u het aansnijdt. Dan kan het vleesjus zich
gelijkmatig verdelen.
Tips om stroom te besparen
– Om te braden hoeft u de oven niet
voor te verwarmen.
– Braad nooit verschillende stukken
gebraad tegelijkertijd naast elkaar.
– Schakel de oven ca. 5 minuten voor
het einde van de braadduur uit. Laat
het gebraad 5 à 10 minuten lang in
de resterende warmte van de gesloten oven staan.
27
Page 28
Praktische toepassingen
Braden met de spijzenthermometer
Hoe werkt dat?
Met de spijzenthermometer kan u uw
gebraad tot op de graad nauwkeurig
braden. U kan dus de gewenste temperatuur die te bereiken is, tot op 1 °C
precies programmeren. Dat is bv. van
belang bij rosbief en filet. De braadduur en het braadeinde hangt af de
temperatuur in het vlees.
Pas wanneer de temperatuur in het gerecht de geprogrammeerde uiteindelijke temperatuur heeft bereikt, wordt de
oven automatisch uitgeschakeld.
U kan de spijzenthermometer bij alle
functies gebruiken, behalve bij Ontdooien en Grilleren.
Zorg ervoor dat u de vetfilter plaatst
bij het begin van het braden indien
u zonder deksel werkt.
Ga als volgt te werk:
Steek de punt van de spijzenthermometer van rechts in de kern van het
stuk vlees. Zorg ervoor dat er geen
been wordt geraakt en dat de spits
niet in een laag vet steekt.
Schuif het gebraad in het midden
van de oven.
Maak de aansluitopening voor de
spijzenthermometer open. Duw die
tot aan de aanslag in de aansluiting.
Indien u de spijzenthermometer niet
meer gebruikt, trek hem dan uit de aansluitopening en sluit de opening af.
Wees voorzichtig, de spijzenthermometer kan nog heet zijn.
Laat de spijzenthermometer niet in de
oven liggen. Hij is pas tegen oververhitting beschermd als hij aangesloten is.
28
Het soepele snoer van de spijzenthermometer mag niet te dicht bij
het grillelement geraken.
Page 29
Praktische toepassingen
Draai de functiekiezer in een stand,
bv. op het symbool ‘Grilleren met
luchtcirculatie N’.
In het temperatuurdisplay verschijnt
eerst enkele seconden lang de voorgestelde oventemperatuur voor de gekozen functie (bv. 165 °C).
Daarna verandert de temperatuuraanduiding:
Links van de dubbele punt ziet u de
kerntemperatuur van het gebraad op
dit ogenblik, bv. 30 °C. De aangedui-
de temperatuur klopt enkel vanaf 25 °C.Rechts van de dubbele punt wordt de
vooraf ingestelde, te bereiken kern-temperatuur verlicht, nl. 80 °C.
:
Indien u niets invoert, start het braden
na enkele seconden automatisch bij
deze vooraf ingestelde temperaturen.
U kan links in het temperatuurdisplay
volgen hoe de kerntemperatuur stijgt.
U kan de vooraf ingestelde gegevens
ook wijzigen en/of het braadbegin uitstellen.
29
Page 30
Praktische toepassingen
De vooraf ingestelde, te bereiken
kerntemperatuur veranderen
U kan de kerntemperatuur enkel wijzigen indien beide temperaturen (bv.
30:80) in het display zichtbaar zijn.
Zo dat niet het geval is,
– wacht dan tot de temperatuuraandui-
ding na korte tijd verandert,
– zie dan na of de spijzenthermometer
juist ingestoken is.
Ga als volgt te werk:
Zodra u de twee temperaturen in het
display ziet, draait u de functiekiezer
zachtjes naar rechts of links. Naar
rechts verhoogt u en naar links verlaagt u de vooraf ingestelde, te bereiken kerntemperatuur. Dat gebeurt
rechts van de dubbele punt in stappen van 1 °C. Bv. 76 °C.
De voorgestelde oventemperatuur
veranderen
Dit kan enkel zolang die in het display
wordt verlicht.
Is het display al omgeschakeld van
voorgestelde oven- naar kerntemperatuur, dan kan u terug naar de voorgestelde oventemperatuur overschakelen.
Trek daartoe de functiekiezer ietwat
naar voren.
Ga als volgt te werk:
Terwijl de voorgestelde oventemperatuur verlicht is, kan u die door
zachtjes aan de functiekiezer te
draaien, wijzigen: naar rechts om te
verhogen, naar links om te verlagen.
:
6
U kan de te bereiken kerntemperatuur
tussen 40 °C en 99 °C veranderen.
30
Page 31
Praktische toepassingen
Nadat de te bereiken kerntemperatuur bereikt is
Zijn de temperatuuraanduidingen links
en rechts van de dubbele punt dezelfde (bv. 65 °C), dan is de te bereiken
kerntemperatuur gehaald. Het gebraad
is nu gaar zoals gewenst.
De ovenverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld. In het temperatuurdisplay worden de temperaturen gedoofd.
Het woord ‘Auto’ knippert.
Zet de functiekiezer niet meteen op ‘0’.
Laat het gebraad nog 10 minuten in de
warme oven. Dan loopt er bij het aansnijden minder braadjus uit. Na deze
rusttijd neemt u het gebraad eruit en
zet u de functiekiezer weer op ‘0’.
Het toestel maakt u, met signalen, op
de afzonderlijke stappen van het braadproces attent:
– nadat de kerntemperatuur is bereikt
en de rustfase afgelopen is: een signaal van ca. 1 minuut,
– tijdens de rust- en warmhoudfasen:
een kort signaal om de minuut.
U kan deze signalen om het even wanneer stilzetten. Trek daartoe de functiekiezer ietwat naar voren. Indien u het
signaal dat 1 minuut duurt, stilzet, worden ook die van de rust- en warmhoudfasen uitgeschakeld.
Denk erom bij het instellen van de te
bereiken kerntemperatuur dat die tijdens de rustfase nog kan stijgen:
– bij dik gebraad ca. 3 °C,
– bij plat gebraad ca. 6 °C.
Zo u het gebraad na deze rusttijd niet
uitneemt en de knop niet op ‘0’ zet, dan
houdt de oven het gebraad nog ca.
50 minuten lang warm.
31
Page 32
Praktische toepassingen
De braadstart uitstellen
Werkt u met de spijzenthermometer,
dan u de oven later laten starten. De
oven wordt dan automatisch in- en uitgeschakeld. Daartoe dient u de duur
en het einde in te stellen.
De ingestelde bedrijfsduur is voor de
oven enkel een richtgegeven. Zo de te
bereiken kerntemperatuur vroeger bereikt is, dan wordt de oven voor het gekozen einde uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
Steek de spijzenthermometer in, kies
een functie en wijzig eventueel de te
bereiken kerntemperatuur of de voorgestelde oventemperatuur. Zie vorige bladzijden.
Druk op de toets g en stel met de
toetsen
Stel de bedrijfsduur gerust 1 uur langer
in dan wordt opgegeven. Dan wordt de
kerntemperatuur zeker binnen de ingestelde duur bereikt.
- of + de duur in, bv. 3 uur.
In de tijdsaanduiding verschijnen een
‘A’ en het symbool 4.
A
w
3
g
w
Druk daarna op de toets ) en stel
met de toetsen
het proces in, bv. 12.40 uur.
A
)
- of + het einde van
4
g
w
)
32
Nadat u de braadtijd hebt ingebracht,
ziet u weer de kloktijd. De ‘A’ blijft zichtbaar, het symbool 4 wordt gedoofd.
Zodra het elektronisch berekende kookbegin is bereikt, bv. 9.40 uur, wordt de
oven automatisch ingeschakeld. In het
tijdsdisplay ziet u weer het symbool 4.
Page 33
Praktische toepassingen
Nakijken en evt. aanpassen:
U kan steeds, dus ook tijdens het braden, de vooraf ingestelde tijden nakijken en desgevallend aanpassen. Druk
voor de braadduur op de toets g,
voor het einde van het braadproces op
de toets ). Eventueel verandert u de
tijden met de toetsen
- of +.
Het automatisch proces stopzetten
Indien u de functiekiezer op ‘0’ hebt
gezet, moet u de automatische werking
van de klok nog stilzetten.
Ga als volgt te werk:
Druk tegelijk op de toetsen g en
).
Nu kan u de oven weer aanzetten.
33
Page 34
Nog meer praktische toepassigen
Nog meer praktische toepassigen
Grilleren
n Grote grill
m Kleine grill
GrillgerechtenTemperatuur
in °C
Rundersteak275 °C18-22 min.
Brochetten220 °C18-22 min.
Halskoteletten
Lever275 °C 8-10 min.
Gehakt
Braadworst220 °C16-20 min.
Visfilet
Forellen
Toostbrood275 °C 4-6 min.
Tomaten220 °C 6-10 min.
Halve perziken275 °C 6-8 min.
1) Kan ook goed met de functie ‘Grilleren met luchtcirculatie N’ worden
1)
1)
gegrilleerd. In dat geval duurt het proces ca. 5 à 10 minuten langer.
1)
1)
275 °C16-20 min.
275 °C14-18 min.
275 °C16-20 min.
220 °C 10-14 min.
Grilltijd
in minuten
Tips om te grilleren
– Laat de grill
nuten voorverwarmen.
– Kies Grote grill
ter vol legt, Kleine grill
het midden van het rooster benut.
– Schuif het rooster bij dikke grillstuk-
ken, als bv. een halve kip, op niveau 2, bij vlakke stukken, als bv.
biefstuk, op niveau 3.
34
n, m steeds 5 à 10 mi-
n zo u heel het roos-
m als u enkel
– Schuif het rooster steeds tot aan de
achterste aanslag.
– U kan het rooster omdraaien en zo
de afstand tot de verwarming nog
beter aanpassen. Zie ook de rubriek
‘Het toebehoren inschuiven’.
– Schuif de afdruipschaal onder het
rooster om de jus op te vangen.
– De grillstukken dient u tijdens het gril-
leren om te draaien.
Laat de toesteldeur tijdens het grilleren dicht.
Page 35
Nog meer praktische toepassigen
Ontdooien
G Ontdooien
DiepvrieswaarOntdooien
in minuten
Kip, 1000 g150-180 min.
Vlees, ca. 6-7 cm dik150-180 min.
Braadworst50-60
Vis90-120 min.
Fruit40-50 min.
Slagroomtaart100-120 min.
Botercake30-40 min.
Brood, ca. 1000 g80-100 min.
Deze functie werd speciaal ontwikkeld
om delicate diepvrieswaar (bv. slagroom- en crèmetaarten) te ontdooien.
Daar de lucht in de oven in circulatie
wordt gebracht, verloopt het ontdooien
veel vlotter dan in de kamerlucht.
min.
Tips om te ontdooien
– Schuif de afdruipschaal onder het
rooster zo er van de levensmiddelen
bij het ontdooien druppels afdruipen,
bv. bij gevogelte. Dan ligt het gerecht niet in de dooivloeistof.
De vloeistof die van gevogelte afdruipt, giet u bij voorkeur achteraf
weg. Gebruik die niet verder! Er is
risico op salmonellabesmetting!
– Levensmiddelen waarvan niets af-
druipt, kan u uitgepakt op een bakplaat of in een schotel leggen.
– Om vis te bereiden hoeft u die niet
volledig te laten ontdooien. Het volstaat als het oppervlak zacht genoeg
is om kruiden op te nemen.
– Vries levensmiddelen die ontdooid
zijn, niet terug in.
– Ontdooi ingevroren kant-en-klaarge-
rechten als op de verpakking vermeld.
Bij Ontdooien
uitgeschakeld. U hoort enkel het geruis
van de ventilator. U kan geen temperatuur instellen.
G blijft de verwarming
Zet tijdens het ontdooien de toesteldeur open. Zo komt er een temperatuursverwisseling tot stand. Hoe verder u de deur openzet, hoe beter.
35
Page 36
Nog meer praktische toepassigen
Drogen
D Hete lucht
LevensmiddelenTemperatuur in °CDroogtijd in uren
Appels in schijven50-70 °C6 à 8 uur
Peren, half of kwart70-80 °C10 à12 uur
Pruimen50-70 °C8 à 12 uur
Kruiden40-60 °C2 à 4 uur
Champignons50-80 °C5 à 7 uur
Ga als volgt te werk:
Leg op het rooster perkamentpapier.
Spreid daar het klaargemaakt fruit,
de champignons of kruiden op uit.
Schuif de afdruipschaal daaronder,
zodat eventueel afdruipend sap
wordt opgevangen.
Schakel de functie ‘Hete lucht D’ in.
Verminder de voorgestelde tempera-
tuur tot 40 à 80 °C, zie tabel.
Droog alles in een gesloten oven.
36
Page 37
Nog meer praktische toepassigen
Inmaken
D Hete lucht
In te maken
gerecht
Fruit
Augurken
Bonen
Erwten90 min.25-30 min.
Worteltjes60 min.30 min.
Asperges90 min.30 min.
Rode kool80 min.30 min.
Vleestot het borrelen: 160
Kies om in te maken de functie ‘Hete
D’. Door de zachte warmte gaan
lucht
de vruchten in de bokalen niet zo omhoog.
Temperatuur in °CTijd in minuten
vanaf het
borrelen
tot het borrelen: 160
daarna:--20-30 min.
80 min.30 min.
tot het borrelen: 160
daarna:100
daarna:12060 min.25-30 min.
Resterende
warmte
in minuten
Ga als volgt te werk:
Schuif de afdruipschaal in niveau 1.
Zet de voorbereide bokalen - van de-
zelfde afmetingen - zo in de oven
dat ze elkaar niet raken.
Zo kan de hete lucht ongehinderd tussen de bokalen circuleren.
Zet de bokalen bij voorkeur als op de
afbeelding:
3 achteraan
2 in het midden
3 vooraan
37
Page 38
Nog meer praktische toepassigen
Giet de afdruipschaal tot ca. 1 cm
vol met water.
Zet de functiekiezer op ‘Hete lucht
D’; de voorgestelde oventempera-
tuur, nl. 160 °C, is precies geschikt
om in te maken.
Wacht tot er in alle bokalen gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen. Denk
erom dat die wachttijd kan verschillen. Die hangt af van het formaat van
de bokalen. Het speelt ook een rol
hoeveel bokalen u tegelijk gebruikt,
hoe hoog u de levensmiddelen vult
en hoeveel vloeistof u erover giet.
Bij de meeste levensmiddelen volgt nu
een tweede fase bij lagere temperatuur.
Zie tabel.
Nadat u de oven hebt uitgeschakeld,
benut u de restwarmte en neemt u er
de bokalen pas 30 minuten later uit.
Laat de bokalen, met een doek erover, ca. 24 uur langzaam afkoelen.
Yoghurt bereiden
Ga als volgt te werk:
Meng 100 g yoghurt (met levende
culturen) met 1 liter ongekoelde volle
melk.
Giet dit melkmengsel in 6 à 7 bokaaltjes en dek die met vershoudfolie af.
U kan ook speciale yoghurtbokalen
gebruiken.
Zet de gesloten recipiënten op het
rooster en schuif dat op het tweede
niveau in de oven.
Kies de functie ‘Hete lucht D’ en
verlaag de voorgestelde oventemperatuur tot 40-60 °C.
De yoghurt ist na ca. 5 uur klaar.
Laat de yoghurt afkoelen en bewaar
hem daarna in de koelkast.
De yoghurt is ca. 1 week houdbaar.
Met de yoghurt die u zo bereid hebt,
kan u opnieuw yoghurt bereiden.
38
Wordt hij niet meer vast genoeg, gebruik dan weer een portie gekochte
yoghurt.
Page 39
Nog meer praktische toepassigen
Volledige gerechten klaarmaken
TipGerechtA
vleesbrood
I
1 kg gekookte
aardappelen
bonengratin
vis op een
II
groentebed
1 kg gekookte
aardappelen
gebakken appels
750 g casseler
III
Boven- /
onderwarmte
Temp. in °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
D
Hete lucht
Temp. in
°C
150-170 °C
150-170 °C
150-170
°C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
Tijd
in
minuten
50-70 min.
50-70 min.
50-70 min.
50-70
50-70 min.
50-70 min.
50-70 min.
Plaats in de oven
... in een soufflévorm
rechts op het rooster.
... in een recipiënt met
deksel, met 250 ml
(1/4 l) water en zout,
vooraan op het rooster.
... achteraan links op
het rooster.
... in een soufflévorm
rechts op het rooster.
... in een recipiënt met
deksel, met 250 ml
(1/4 l) water en zout,
vooraan op het rooster.
... in een soufflévorm
achteraan links op het
rooster.
... in een soufflévorm
rechts op het rooster.
IV
Groenterisotto
kwark-kersensoufflé
Gevulde uien
1 kg gekookte
aardappelen
Rijstsoufflé
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
180-200 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
150-170 °C
50-70 min.
50-70 min.
50-70 min.
50-70 min.
50-70 min.
... vooraan op het
rooster.
... achteraan links op
het rooster.
... in een soufflévorm
rechts op het rooster.
... in een recipiënt met
deksel, met 250 ml
(1/4 l) water en zout,
vooraan op het rooster.
... achteraan links op
het rooster.
39
Page 40
Nog meer praktische toepassigen
U spaart heel wat stroom en moeite
indien u uw oven voor het klaarmaken
van volledige gerechten kan benutten.
Ga als volgt te werk:
Zet de verschillende spijzen naast of
boven elkaar op het rooster dat u in
het onderste niveau schuift.
d
b
Soep
b
Groente
c
c
e
Gebraad
d
Aardappelen
e
Vaatwerk warmen
In uw oven kan u ook vaatwerk voorverwarmen. Dan koelen de spijzen niet zo
gauw af.
Ga als volgt te werk:
Zet de vaat op het rooster of op de
ovenbodem. Kies de functie ‘Hete
lucht
D’ en verlaag de voorgestelde
temperatuur tot 60-70 °C.
Aparte stukken vaatwerk verwarmt u
ca. 10, stapels vaat ca. 20 minuten.
40
Page 41
Schakelklok
Keus bij het instellen
U kan de schakelklok met een of twee
handen bedienen. Met één hand verloopt het sneller. De instellingen van de
schakelklok, die hier volgen, zijn telkens die met één hand.
Met één hand:
Druk op de gepaste toets(en) en laat
die los. Meteen daarna stelt u de gewenste tijd in door op toets
drukken.
Met twee handen:
Druk met de linkerhand op de gepaste
toetse(n) en hou die ingedrukt. Stel met
de rechterhand intussen met behulp
van toets
- of + de gewenste tijd in.
- of + te
Schakelklok
De kloktijd instellen of aanpassen
Soms dient u de klok gelijk te zetten.
Bv. van winter- op zomeruur.
Ga als volgt te werk:
Druk tegelijk op de toetsen g en
).
Stel met toets - of + de juiste tijd in,
bv. 12.10 uur.
In het display ziet u een punt tussen de
uren en de minuten. Het symbool 4is
verlicht: de oven is klaar om te werken.
g
w
)
41
Page 42
Schakelklok
De aparte kookwekker instellen
De aparte kookwekker functioneert als
een manuele keukenwekker, bv. om de
tijd te meten bij het koken van eieren.
Die dient dus niet om het toestel in- en
uitschakelen.
Ga als volgt te werk:
Druk op toets w.
De kloktijd verdwijnt; in het display verschijnen 3 nullen en het symbool w.
Stel met toets + de gewenste tijd in,
bv. 6 minuten.
U kan een tijd instellen tussen 1 minuut
en 24 uur.
w
6
g
w
)
Aanpassen:
Druk op toets w en verander met toets
- of + de ingestelde aparte tijd.
Nazien:
Druk op toets w. De resterende aparte
tijd verschijnt in het display.
Wissen:
Druk op toets w en stel met toets
aparte tijd op 0.00.
- de
Even later ziet u weer de kloktijd. De
symbolen w en 4 zijn verlicht.
De aparte tijd verloopt onaangeduid.
Na afloop van de ingestelde tijd hoort u
een signaal, het symbool w gaat uit.
Dat signaal duurt maximum 7 minuten.
U kan het uitzetten door op een van de
toetsen w, g of ) te drukken.
42
Page 43
Schakelklok
Automatisch uitschakelen
U stelt enkel de kookduur in. De oven
wordt meteen ingeschakeld en na de
ingevoerde tijd vanzelf uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
Draai de functiekiezer op de gewenste functie, bv. ‘Hete lucht
Wijzig eventueel de voorgestelde
oventemperatuur.
Druk op toets g.
Stel met toets - of + de gewenste
kookduur in, bv. 30 minuten.
U kan een duur instellen tussen 1 minuut en 10 uur.
A
D’.
3
g
w
)
Na het instellen:
Meteen na het invoeren van de kookduur ziet u op het display weer de kloktijd. De oven werd meteen gestart.
Dat er een automatisch proces aan de
gang is, ziet u aan de ‘A’ en aan het
symbool 4 in het display.
Na afloop van de ingevoerde kookduur
wordt de oven vanzelf uitgeschakeld.
Er weerklinkt een signaal. Het symbool
4 wordt gedoofd en de ‘A’ knippert.
Dat signaal duurt maximum 7 minuten.
U kan het uitzetten door op een van de
toetsen w, g of ) te drukken.
De ‘A’ blijft knipperen tot u de functiekiezer op ‘0’ draait en tegelijk op de
toetsen g en ) drukt. Pas dan kan u
de oven weer gebruiken.
Aanpassen:
Druk op toets g en verander met toets
- of + de ingestelde kookduur.
Nazien:
Druk op toets g. De resterende kookduur verschijnt in het display.
Wissen:
Druk tegelijk op de toetsen g en ) .
43
Page 44
Schakelklok
Automatisch in- en uitschakelen
U stelt zowel de kookduur als het
kookeinde in. De start van het kookpro-
ces wordt dus naar een later tijdstip
verschoven. De oven wordt automatisch in- en uitgeschakeld.
Zo stelt u de kookduur in:
Draai de functiekiezer op de gewenste ovenfunctie, bv. ‘Hete lucht
Wijzig eventueel de voorgestelde
oventemperatuur.
Druk op toets g.
Stel met toets - of + de gewenste
kookduur in, bv. 30 minuten.
U kan een duur instellen tussen 1 minuut en 10 uur.
In het display verschijnen een ‘A’ en
het symbool 4.
D’.
Zo stelt u het kookeinde in:
Druk op toets ).
Stel met toets - of + het gewenste
kookeinde in, bv. 12.40 uur.
A
4
g
w
)
44
w
A
3
g
)
Page 45
Schakelklok
Na het instellen:
Meteen na het invoeren van kookduur
en -einde ziet u op het display weer de
kloktijd.
De oven blijft uitgeschakeld tot het tijdstip van de elektronisch berekende
kookstart (bv. 12.10 uur) bereikt is.
Dat er een automatisch proces aan de
gang is, ziet u aan de ‘A’ in het display.
Het symbool 4 gaat uit en verschijnt
pas terug zodra de oven automatisch
wordt ingeschakeld.
Na afloop van de ingevoerde kookduur
wordt de oven vanzelf uitgeschakeld.
Er weerklinkt een signaal. Het symbool
4 wordt gedoofd en de ‘A’ knippert.
Dat signaal duurt maximum 7 minuten.
U kan het uitzetten door op een van de
toetsen w, g of ) te drukken.
De ‘A’ blijft knipperen tot u de functiekiezer op ‘0’ draait en tegelijk op de
toetsen g en ) drukt. Pas dan kan u
de oven weer gebruiken.
Aanpassen:
Druk op toets g en verander met toets
- of + de ingestelde kookduur.
Druk op toets ) en verander met
toets
- of + het ingestelde kookeinde.
Nazien:
Druk op toets g. De resterende kookduur verschijnt in het display.
Druk op toets ). Het ingestelde kookeinde verschijnt in het display.
Wissen:
Druk tegelijk op de toetsen g en ).
45
Page 46
Schakelklok
Het akoestisch signaal wijzigen
Het akoestisch signaal, dat u na afloop
van een proces met de aparte kookwekker of van een kookduur hoort, kan
u zowel qua frequentie als geluidssterkte wijzigen. Dat kan zowel bij een uitals bij een ingeschakeld toestel. U mag
intussen uiteraard niets anders met de
klok aan het instellen zijn.
Ga als volgt te werk:
Druk op de toets -.
Er weerklinkt een enkele keer een signaal in de frequentie die het laatst werd
opgeslagen. In de fabriek werd de frequentie met de grootste geluidssterkte
ingesteld.
Druk nog eens op toets -.
Telkens als u op toets
de frequentie resp. de geluidssterkte
van het akoestisch signaal van luid
naar stil en dan naar een gemiddelde
instelling. De laatst gekozen frequentie
resp. geluidssterkte wordt automatische opgeslagen.
- drukt, wijzigt u
46
Page 47
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval stoomreinigers. De stoomdruk kan oppervlakken of onderdelen van het toestel
beschadigen. Daar kan de fabrikant
niet aansprakelijk voor zijn.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda, zuur of chloor bevat.
Gebruik evenmin schuurpapier,
staalwol noch ruwe sponsjes! Die
tasten het oppervlak aan.
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel
De voorzijde alsook het bedieningspaneel maakt u gewoon met een zeemleer, wat afwasmiddel en warm water
schoon. Wrijf de delen daarna met een
zachte doek droog.
Roestvrijstalen oppervlakken behandelt
u bij voorkeur met reinigings- en onderhoudsmiddel voor roestvrij staal. Wrijf
het middel uitsluitend in de richting
waarin het metaal werd geslepen (richting van de groeven). Dit middel is bij
uw vakhandelaar verkrijgbaar.
47
Page 48
Reiniging en onderhoud
Uitneembare toesteldeur
Om de oven vlotter schoon te maken,
kan u de ovendeur afnemen.
Ga als volgt te werk om de ovendeur
af te nemen:
Zet de deur helemaal open.
Klap de blokkeerhendels voor de
deurscharnieren omhoog.
Doe de deur zachtjes dicht tot de opgeklapte blokkeerhendels de ovenrand raken.
Til de deur met beide handen gelijkmatig uit de scharnieren.
Ga als volgt te werk om de ovendeur
terug te plaatsen:
Dat gebeurt in omgekeerde volgorde:
Zet de deur op de scharnieren.
Doe de deur helemaal open.
Duw de blokkeerhendels naar achte-
ren.
Sluit de toesteldeur.
48
Page 49
De ovenverlichting inschakelen
De oven wordt automatisch verlicht zodra u de toesteldeur openmaakt. Na
een tijdje valt het licht weer uit.
Hebt u de ovenverlichting, zoals bij de
reiniging, langer nodig, dan schakelt u
die via de deurcontactschakelaar telkens weer in.
Ga als volgt te werk:
Druk de deurcontactschakelaar - zie
pijl - naar binnen toe.
Reiniging en onderhoud
49
Page 50
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
Speciaal geëmailleerde oppervlakken
maken u de schoonmaak van de ovenruimte makkelijker:
De bodem en de zijwanden zijn met
PerfectClean veredeld. Dat zorgt voor
een uitstekend anti-kleefeffect. De bovenste ovenplaat en de rugwand kan u
uitnemen. Die zijn met zelfreinigend
katalytisch email bekleed.
Maak de oven schoon telkens nadat hij
in gebruik was of vuil werd. Wacht u er
te lang mee, dan wordt de schoonmaak nodeloos bemoeilijkt. In extreme
gevallen wordt dat zelfs onmogelijk.
Het anti-kleefeffect van de PerfectClean-oppervlakken kan ook afnemen.
Ga te werk als beschreven in de rubrieken ‘PerfectClean’ en ‘Katalytisch beklede bovenste ovenplaat en rugwand’.
Hou er rekening mee dat overgelopen
fruitsap matte vlekken in de ovenruimte
kan teweegbrengen, die niet meer te
verwijderen zijn.
Bakplaat, rooster, afdruipschaal en steunroosters
Dit toebehoren is net als de ovenwanden met PerfectClean veredeld. Die
dient u na elk gebruik of elke keer dat
ze vuil worden, schoon te maken. Dan
blijft het anti-kleefeffect van PerfectClean behouden. Ga te werk als beschreven in de rubriek ‘PerfectClean’.
De steunroosters kan u uit de oven nemen om ze schoon te maken.
Zo neemt u de steunroosters uit:
Trek de steunroosters eerst opzij b,
dan achteraan
den.
uit de ovenwan-
c
b
c
50
Om de steunroosters terug te plaatsen
gaat u in omgekeerde volgorde te
werk: eerst achteraan insteken, daarna
opzij induwen.
Hou er rekening mee dat er zich in de
afdruipschaal na een braadproces blijvende matte vlekken kunnen vormen.
Die kan u niet meer verwijderen.
Page 51
Reiniging en onderhoud
PerfectClean
De bodem en de zijwanden van de
oven alsook de bakplaat, het rooster,
de afdruipschaal en de steunroosters
zijn met PerfectClean veredeld. Dat is
makkelijk schoon te maken. Het zorgt
ook voor een voortreffelijk anti-kleefeffect.
Voor de schoonmaak van PerfectCleanoppervlakken geldt als algemene regel:
reinig ze zo behoedzaam als u dat bij
vensters zou doen. Om het anti-kleefeffect te bewaren, dient u beslist de volgende tips in acht te nemen:
Gebruik in geen geval schurende
producten noch reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal of voor glaskeramiek. Ook geen harde borstels,
schuursponsjes of met zeep doortrokken staalwol. Gebruik evenmin
sponsjes of andere middelen die
nog restjes schuurmiddel bevatten.
Erg hardnekkig vuil dat u niet kan verwijderen als hiervoor beschreven, kan
u eventueel ook met ovenspray behandelen. Hou beslist deze tips in acht:
Laat de te behandelen PerfectClean-oppervlakken tot kamertemperatuur afkoelen voor u de ovenspray toepast. Laat die spray maar
even (ca. 10 min.) inwerken. Hou
ook de richtlijnen van de sprayfabrikant in acht.
Verwijder het vuil nadat het ingeweekt
is. Gebruik daartoe eventueel de harde
zijde van een vaatspons. Herhaal eventueel de hierboven vermelde stappen.
Neem de PerfectClean-oppervlakken
na elke schoonmaakbeurt grondig met
helder water op. Zo vermijdt u restjes
reinigingsmiddel. Daarna moet het water vlot van het oppervlak kunnen afdruipen. Wrijf het oppervlak ten slotte
met een zachte doek droog.
Laat de bakplaat, het rooster, de afdruipschaal en de steunroosters
niet in de vaatwasser mee afwassen.
Wat lichtjes vuil is, kan u vlot met een
zacht zeemleer of met de zachte zijde
van een vaatsponsje en een heet
afwasmiddelsopje verwijderen.
Vuil dat vaster hecht, weekt u beter wat
in. Na een voldoende inweektijd verwijdert u dat met een zachte borstel of
met de harde zijde van een vaatspons.
U kan het ook losmaken met een glaskrabber. Wees daar voorzichtig mee!
Bij ondeskundig gebruik kunnen er
krassen opduiken.
51
Page 52
Reiniging en onderhoud
Katalytisch beklede bovenste
ovenplaat en rugwand
Om de schoonmaak van de bovenste
ovenplaat en van de rugwand, die
moeilijk bereikbaar zijn, te vergemakkelijken, zijn deze onderdelen bekleed
met zelfreinigend katalytisch email.
Deze emailsoort kan olie- en vetspatten
opnemen en die tijdens bak- en braadprocessen bij temperaturen boven de
200 °C ontbinden. Hoe hoger de oventemperatuur, hoe groter het effect.
De rugwand wordt in de loop van de
tijd vuiler dan de bovenste ovenplaat
wegens de luchtcirculatie bij ovenfuncties met hete lucht. Maak het katalytisch email eventueel verder manueel
schoon met warm water, wat afwasmiddel en een zachte borstel.
Behandel de katalytische ovenplaat
en rugwand niet met ovensprays,
schurende producten, harde borstels of met zeep doortrokken staalwol. Anders gaat het zelfreinigend
effect verloren.
De opwarmduur hangt af van de mate
waarin de onderdelen vuil zijn.
Het verdient aanbeveling de oven automatisch te laten uitschakelen. Zie rubriek ‘Automatisch uitschakelen’.
Bij kruidenrestjes, suikerspatten e.d.
heeft het katalytisch email geen effect.
Om deze restjes niet te laten inbranden, verwijdert u ze het best manueel
als hierboven beschreven.
Na lange tijd en intensief gebruik van
de oven kan het voorkomen dat het
matte oppervlak van het katalytisch
email van uitzicht verandert en zijn effect verliest. Laat dat onderdeel dan
vervangen. De bovenste ovenplaat en
de rugwand zijn bij de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar. Zie rubriek ‘Uitrusting’. Om die delen te vervangen, gaat u als volgt te werk:
Zijn er heel wat hardnekkige olie- en
vetresten te verwijderen, ga dan als
volgt te werk:
Verwarm de lege ovenruimte ca.
1 uur lang. Schakel de ovenfunctie
Hete lucht
mogelijke temperatuur in.
52
D in en stel de hoogst
Page 53
Reiniging en onderhoud
De katalytisch beklede bovenste
ovenplaat vervangen:
Draai eerst de beide bevestigingsschroeven uit de bovenste ovenplaat. Het grillelement en de plaat
zakken naar voren toe.
Nu kan u de plaat eruit trekken, de
nieuwe erin schuiven en weer vastschroeven.
De katalytische rugwand vervangen:
Verwijder eventueel de vetfilter. Zie
rubriek ‘Vetfilter’.
Neem de zijdelingse steunroosters
uit. Zie rubriek ‘Bakplaat, rooster, afdruipschaal en steunroosters’.
Draai de schroeven in de rugwand
met een 7 mm inbussleutel uit en
neem de rugwand weg.
Monteer nu de nieuwe rugwand en
draai de schroeven weer in. Zet daarna de steunroosters en eventueel
ook de vetfilter weer op hun plaats.
Gebruik de oven nooit zonder dat
de katalytische rugwand is ingebouwd. Er bestaat aanzienlijk risico
op kwetsuren!
53
Page 54
Reiniging en onderhoud
Vetfilter
Maak de vetfilter schoon telkens nadat
hij in gebruik was of vuil werd.
U kan hem heel vlot langs voren uittrekken. Laat hem in de vaatwasser mee afwassen of was hem in een sopje uit.
Zodra hij goed droog is, kan u hem
weer op zijn plaats duwen.
Spijzenthermometer
Maak die bij voorkeur na elk gebruik
schoon. U hoeft hem niet af te wassen,
enkel vochtig af te wissen.
De ovenlamp vervangen
De ovenlamp (25 W, 230-240 V,
300 °C, fitting E 14) kan u zelf vervangen:
Maak het toestel stroomloos door de
smeltstoppen uit te schakelen.
Beweeg het lampenglas voorzichtig
opzij. Zie afb. Gebruik daartoe een
vlak, breed voorwerp, bv. een stevige taartschep of spatel. Beweeg het
glas over de hele breedte, anders
kan het in splinters vallen. U kan zich
daaraan kwetsen!
54
Schroef de lamp uit en vervang ze.
Zet het lampenglas terug en duw het
met de vlakke hand op zijn plaats.
Zet het toestel weer onder stroom.
Page 55
Wat gedaan als ...?
Laat reparaties aan elektrische toestellen enkel door een erkend vakman uitvoeren. Door ondeskundige
herstellingen kunnen er voor de gebruiker grote risico’s opduiken.
Wat gedaan als ...
... er zelfs na het uitschakelen van de
oven nog geluid van de ventilator te
horen is?
Uw oven is uitgerust met een systeem
dat het toestel rondom afkoelt. Daarmee raakt de oven tijdens de werking
niet oververhit en brengt hij geen schade teweeg aan de meubelen ernaast.
De koelventilator draait ook nog voort
nadat de oven is uitgeschakeld. Pas zodra de oven tot ca. 70 °C is afgekoeld,
valt de ventilator stil. U kan die vroeger
doen stoppen door de ovendeur na gebruik te laten openstaan.
Wat gedaan als ...?
... uw gebak schakeringen van bruin
vertoont?
– Een zeker verschil in bruining is nor-
maal. Daarom vindt u in folders over
ovens en fornuizen ook gegevens
over het verschil in bruinkleuring, uit-
gedrukt in een percentage.
Zijn de verschillen te groot, kijk dan na
– bij bakken met ‘
of de temperatuur niet te hoog werd
ingesteld,
of de vetfilter wel verwijderd werd.
– bij bakken met ‘
onderwarmte’
van welk materiaal en welke kleur de
bakvorm is. Heldere, spiegelblanke
vormen met dunne wand zijn niet zo
goed geschikt.
D Hete lucht’:
A Boven- en
... uw gebak na de in de baktabel
opgegeven tijd nog niet gaar is?
Kijk eens na of
– de baktemperatuur de juiste is,
– de vetfilter bij bakken met ‘
lucht’ niet voor de turbine is aangebracht. Dat verlengt de baktijd.
– u niet van het recept bent afgewe-
ken. Door meer vloeistof of eieren te
gebruiken verlengt u de baktijd.
D Hete
55
Page 56
Wat gedaan als ...?
... de oven na het inschakelen niet
heet wordt?
Kijk eens na of
– u de kloktijd hebt ingesteld.
– u de schakelklok hebt gebruikt.
– de smeltveiligheden van uw installa-
tie niet zijn uitgesprongen.
Is het probleem dan nog niet opgelost,
maak het toestel dan ca. 1 minuut lang
stroomloos: schakel de smeltstoppen
of de verliesstroomschakelaar uit.
Zo u het toestel achteraf nog niet kan
inschakelen, doe dan een beroep op
een elektricien of op de Technische
Dienst van Miele.
56
Page 57
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen, die de plaatselijke reglementering kent en nauwgezet volgt.
Sluit het toestel bij voorkeur aan op een
vlot bereikbaar stopcontact. Dat vergemakkelijkt eventuele tussenkomsten
van de technische dienst.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of voorziet u een
vaste aansluiting, dan moet die voor
elke fase met een stroomonderbreker
uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers
kan u schakelaars gebruiken met een
contactafstand van meer dan 3 mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
Techniek
Technische gevens
Uw inbouwoven is uitgerust met een
3-polige kabel van ca. 1,50 m lang en
een stekker. De oven is klaar om te worden aangesloten op eenfasige stroom
230 V, 50 Hz.
De smeltveiligheden bedragen 16 A.
Er mag enkel worden aangesloten op
een degelijk geïnstalleerd stopcontact
met aarding.
De aansluitwaarde vindt u op het typeplaatje.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Om de veiligheid te verhogen, kan u
een verliesstroomschakelaar met een
uitschakelstroom van 30 mA voor het
toestel schakelen.
De aansluitgegevens vindt u op het
typeplaatje. Ga na of deze gegevens
met die van het net overeenstemmen.
Ook als u ons later inlichtingen vraagt,
geef dan a.u.b. de spanning (voltage)
en het type- en fabricagenummer op.
57
Page 58
Techniek
Technische dienst
Neem bij storingen die u zelf niet kan oplossen, contact op met
– uw Miele-handelaar
of
– de Technische Dienst van Miele.
Het adres en telefoonnummer van onze technisch dienst vindt u op de rugzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
Geef bij een eventuele aanvraag voor een herstelling a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het bijgeleverde typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat het typenummer overeenstemt
met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
58
Page 59
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden01/3600
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100% chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.