Miele DA 3566, DA 3596, DA 3566 EXT, DA 3596 EXT Operating instructions [nl]

0 (0)

Gebruiksen montagehandleiding

Dampkap

Lees absoluut de gebruiksen montagehandleiding voordat u uw toestel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.

nl-BE

M.-Nr. 10 112 940

Inhoud

 

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................

4

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................

13

Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................

14

Con@ctivity 2.0-functie .........................................................................................

15

De dampkap in één oogopslag ..........................................................................

16

Bediening (automatische werking) ....................................................................

18

Koken met de Con@ctivity 2.0-functie (Automatische bediening) ........................

18

De automatische functie tijdelijk uitschakelen ......................................................

20

Terugkeer naar de automatische functie ...............................................................

20

Bediening (handmatige werking) .......................................................................

21

Koken zonder Con@ctivity 2.0-functie (handmatige werking)...............................

21

Afzuiging inschakelen............................................................................................

21

Een vermogensstand kiezen .................................................................................

21

Luchtafzuiging achteraf .........................................................................................

22

Afzuiging uitschakelen...........................................................................................

22

Kookplaatverlichting inen uitschakelen...............................................................

22

Powermanagement ...............................................................................................

23

Bediening (automatische en handmatige werking)..........................................

24

Bedrijfsurenteller....................................................................................................

24

De bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen................................................

24

Uren voor de actievekoolstoffilters instellen / wijzigen.....................................

25

De bedrijfsurenteller opvragen .........................................................................

25

Tips om energie te besparen..............................................................................

26

Reiniging en onderhoud......................................................................................

27

Behuizing...............................................................................................................

27

Vetfilters.................................................................................................................

28

Actievekoolstoffilter ...............................................................................................

30

De bedrijfsurenteller voor de actievekoolstoffilter terug in zijn beginstand

 

brengen ............................................................................................................

31

Actievekoolstoffilters weggooien......................................................................

31

Montage ...............................................................................................................

32

Afmetingen van het toestel....................................................................................

32

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ...........................................................

34

Montagetips ..........................................................................................................

35

Voor de montage...................................................................................................

35

Montagemateriaal..................................................................................................

36

2

 

Inhoud

Luchtafvoeraansluiting ..........................................................................................

45

Circulatieaansluiting ..............................................................................................

46

Elektrische aansluiting...........................................................................................

47

Elektrische aansluiting........................................................................................

48

Luchtafvoerleiding...............................................................................................

49

Anti-condensvoorziening.......................................................................................

50

Geluidsdemper......................................................................................................

50

Con@ctivity 2.0-functie activeren ......................................................................

52

De Con@ctivity 2.0-stick installeren......................................................................

52

Con@ctivity 2.0-functie activeren..........................................................................

52

Functie bij de dampkap activeren ....................................................................

52

Functie aan het kookvlak activeren ..................................................................

53

Activering mislukt .............................................................................................

53

Con@ctivity 2.0 deactiveren..................................................................................

53

Technische Dienst van Miele en garantie..........................................................

54

Positionering van het typeplaatje ..........................................................................

54

Technische gegevens .........................................................................................

55

Verklaring van overeenstemming ..........................................................................

56

Aanwijzingen voor controlebureaus ......................................................................

56

3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.

Lees daarom de gebruiksen montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veiligheid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiksen montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen.

Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.

Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van gerechten.

Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.

Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruimte worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.

4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de dampkap niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, mogen de dampkap alleen onder toezicht gebruiken.

Deze personen mogen de dampkap alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.

Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.

Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de dampkap bevinden. Laat kinderen nooit met de dampkap spelen.

De kookvlakverlichting is heel sterk.

Zorg dat vooral baby's niet direct in de lampen kijken.

Risico op verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhoudsof herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.

Schade aan de dampkap kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de dampkap op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde dampkap.

De elektrische veiligheid van de dampkap is uitsluitend gegarandeerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.

De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje van de dampkap moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de dampkap.

Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangesloten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.

Bij dampkappen met een externe ventilator (type ...EXT) sluit u beide elementen via de verbindingsleiding op elkaar aan.

Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator van Miele.

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.

Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.

Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het kader van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen geval overige delen van de ommanteling.

Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.

Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een technische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.

Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.

Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman/vakvrouw worden vervangen.

Bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden mag er geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of

de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel uitgedraaid of

de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.

7

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De dampkap gelijktijdig gebruiken met verwarmingstoestellen die lucht uit

het vertrek nodig hebben

Risico op vergiftiging door uitlaatgassen

Wees voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verwarmingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en - ovens. Zo ontstaat er een gevaarlijke situatie.

De dampkap onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de kamers ernaast. Dat geldt voor dampkappen

-met luchtafvoer

-met een externe ventilator

-met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de verbranding zal daar nadeel van ondervinden.

Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgassen van het verwarmingstoestel uit de schouw terugstromen in de woning.

Dit is levensgevaarlijk!

8

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.

U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voeren via niet afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de luchttoevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoeren afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen afdoende luchttoevoer.

Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een erkende schoorsteenveger.

Gebruikt u de dampkap met luchtcirculatie, dan kunt u de dampkap gerust tegelijk met verwarmingstoestellen gebruiken die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.

9

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Door open vuur bestaat brandgevaar!

Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.

Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap beschadigen.

Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in gebruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.

Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.

Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan omhoog komt.

Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het wokken snel gebeurt.

Condenswater kan zorgen voor corrosieschade aan de dampkap. Schakel de dampkap altijd in als u een kookzone gebruikt om ophoging van condenswater te voorkomen.

Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de dampkap vlam doen vatten.

Als u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of friteuse voortdurend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillapparaten.

10

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat zich vuil en vet in de dampkap afzetten,

waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.

Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstijgende hitte erg warm kan worden.

Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.

Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden verwarmd, mag u geen dampkap monteren.

Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebraden, gegrilleerd of gefrituurd wordt moet een minimumafstand worden aangehouden.

Houd die afstanden aan die in het hoofdstuk "Montage" worden genoemd, tenzij de fabrikant van het kooktoestel een grotere afstand aangeeft.

Worden er onder de dampkap verschillende soorten kookapparatuur gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.

Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het hoofdstuk "Montage" in acht.

Metalen platen kunnen scherpe randen hebben waaraan u zich kunt verwonden.

Draag voor de montage handschoenen die u tegen snijwonden beschermen.

Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.

11

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.

Als de luchtafvoer naar een niet meer gebruikte afvoerschoorsteen moet worden geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.

Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat garantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.

12

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.

Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

de handelaar bij wie u het kocht of

de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of

uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

13

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende manieren worden gebruikt:

Werking met luchtafvoer

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters gereinigd en naar buiten afgevoerd.

Terugslagklep

Deze dampkap werkt met een terugslagklep.

Wanneer het toestel is uitgeschakeld, kan er lucht stromen tussen het vertrek en daarbuiten. Met een terugslagklep kan dat worden voorkomen. De klep gaat dicht, wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.

Nadat het toestel is ingeschakeld gaat de terugslagklep open, zodat de kookluchtjes ongehinderd naar buiten kunnen worden afgevoerd.

Bij uw dampkap is een terugslagklep gevoegd voor het geval uw luchtafvoersysteem daar niet over beschikt. Deze klep wordt in de uitblaastuit van de motoreenheid geplaatst.

Werking met luchtcirculatie

(enkel met ombouwset en actievekoolstoffilter als mits toeslag verkrijgbare accessoires; zie "Technische gegevens")

De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en bovendien door actievekoolstoffilters gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.

Werking met een externe venti-

lator

(Dampkappen uit de reeks ...EXT)

Bij dampkappen die geschikt zijn om te werken met een externe ventilator, wordt de Miele afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd. De externe ventilator wordt door een besturingsleiding met de dampkap verbonden. U kan hem via Con@ctivity 2.0 of via het bedieningspaneeltje of de afstandsbediening van de dampkap bedienen.

14

Hoe werkt uw toestel?

Con@ctivity 2.0-functie

Automatische besturing

Deze dampkap beschikt over een communicatiefunctie. Hiermee is het mogelijk om de besturing van de dampkap af te stemmen op de werking van een Miele-kookvlak.

Voorwaarde hiervoor is dat het kookvlak met de bijbehorende Con@ctivity 2.0- stick is uitgerust.

Ga in de montage-aanwijzing van de Con@ctivity 2.0-stick na, of aansluiting op uw kookvlak mogelijk is.

Om de Con@ctivity 2.0-functie te kunnen gebruiken moet u een elektrische verbinding tussen kookvlak en dampkap tot stand brengen. Zie hoofdstuk: "Con@ctivity 2.0-functie activeren".

Informatie over de werking van het kookvlak wordt draadloos naar de dampkap verzonden.

De kookvlakverlichting wordt automatisch ingeschakeld.

Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch een afzuigvermogen dat past bij het aantal ingeschakelde kookzones en bij de ingeschakelde kookstand.

Wanneer u klaar bent met koken, gaan de afzuiging en het kookvlakverlichting automatisch uit en schuift het wasemscherm automatisch naar binnen.

Gedetailleerde informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk: "Bediening".

15

Miele DA 3566, DA 3596, DA 3566 EXT, DA 3596 EXT Operating instructions

De dampkap in één oogopslag

16

De dampkap in één oogopslag

a Uittrekbare luifel

bBedieningselementen

cVetfilter

dKookvlakverlichting

eLuchtafvoertuit

De luchtafvoertuit kan ook naar achteren worden verplaatst.

fOpeningen voor de actievekoolstoffilter

gOpeningen voor de vetfilters

hActievekoolstoffilter

Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie

iToets van de kookvlakverlichting

jAan/uit-toets voor de afzuiging

kToetsen voor het instellen van het afzuigvermogen

lToets van de uitlooptijdfunctie

mToets van de urenteller

17

Bediening (automatische werking)

Wanneer Con@ctivity 2.0 geactiveerd is, werkt de dampkap altijd in de automatische functie (zie "Con@ctivity 2.0- functie activeren").

Voor het manueel bedienen van de dampkap zie paragraaf "Koken zonder Con@ctivity 2.0-functie".

Koken met de Con@ctivity 2.0-

functie (Automatische bedie-

ning)

Schakel een kookvlak in op een willekeurige stand.

De verlichting van de dampkap gaat aan.

Trek de luifel uit.

De afzuiging start op stand 2.

Tijdens het kookproces kiest de dampkap automatisch het juiste afzuigvermogen.

Dit is gebaseerd op het totale vermogen dat op dat moment voor het kookvlak is ingeschakeld, te weten het aantal ingeschakelde kookzones en de ingeschakelde kookstanden.

Wanneer u bij het kookvlak een hogere kookstand inschakelt of wanneer u verschillende kookzones inschakelt, kiest de dampkap een hogere vermogensstand.

Wanneer u bij het kookvlak een lagere kookstand inschakelt of wanneer u één of meer kookzones uitschakelt, kiest de dampkap een lagere vermogensstand.

Voorbeelden voor de vermogensstanden 1

tot en met 4

Reactietijd

De dampkap reageert met vertraging. Een wijziging in de vermogensstand van het kookvlak hoeft namelijk niet meteen tot meer of minder dampontwikkeling te leiden.

De vertraging is ook toe te schrijven aan het feit dat het kookvlak de informatie met tussenpozen naar de dampkap verzendt.

De reactie van de dampkap volgt na enkele seconden of enkele minuten.

18

Bediening (automatische werking)

Braadproces

Wanneer u, bijv. voor het verhitten van een pan, een kookvlak op de hoogste stand inschakelt en na ca. 60 tot 90 seconden* op een lagere stand zet, gaat de dampkap ervan uit dat u aan het braden bent (*60 seconden tot 5 minuten bij een Highlight-kook- vlak).

De dampkap gaat aan. Nadat het kookvlak op een lagere stand is gezet, wordt de dampkap naar stand 3 teruggeschakeld en blijft ca. 5 minuten op deze stand staan.

Daarna wordt het ventilatiestanden van de dampkap weer door de Con@ctivityfunctie gestuurd.

Indien gewenst kunt u de ventilator handmatig eerder op een andere ventilatiestand zetten.

Uitschakelen

Schakel alle kookzones uit.

De afzuiging van de dampkap wordt in de minuten daarna stap voor stap op een lagere stand gezet en tenslotte helemaal uitgeschakeld.

In die tijd wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.

Van de intensiefstand wordt de afzuiging direct teruggeschakeld naar stand 3.

Van stand 3 wordt de afzuiging na ca. 1 minuut teruggeschakeld naar stand 2.

Van stand 2 wordt de afzuiging na 2 minuten teruggeschakeld naar stand 1.

Van stand 1 wordt het afzuigvermogen na 2 minuten uitgeschakeld.

30 seconden daarna wordt de kookplaatverlichting uitgeschakeld.

We zijn klaar met koken.

Als de luifel uitgetrokken blijft, wordt de dampkap automatisch weer ingeschakeld, nadat het kookvlak wordt ingeschakeld:

enkele seconden nadat het kookvlak is ingeschakeld, schakelt de afzuiging in, eerst kort in stand 2, vervolgens direct in stand 1. Daarna begint de automatische bediening.

19

Bediening (automatische werking)

De automatische functie tijde-

lijk uitschakelen

U kunt de automatische functie tijdens het koken tijdelijk uitschakelen, en wel als volgt:

Kies manueel een andere ventilatiestand, of

schakel de dampkap manueel uit, of

schakel de uitlooptijdfunctie van de dampkap in. De afzuiging gaat na de gekozen uitlooptijd uit. De verlichting blijft ingeschakeld.

De functies van de dampkap kunnen nu manueel worden bediend. Zie paragraaf "Koken zonder Con@ctivity 2.0-func- tie".

Terugkeer naar de automa-

tische functie

U kunt weer terug naar de automatische functie en wel als volgt.

Kies manueel een ventilatiestand en wacht ca. 5 minuten voordat u de dampkap weer gaat bedienen, of

kies manueel een ventilatiestand die overeenkomt met de automatische vermogensstand, of

zorg ervoor dat de ventilator van de dampkap en het kookvlak minstens 30 seconden uitgeschakeld zijn geweest.

De eerstvolgende keer dat u het kookvlak weer inschakelt, start deze weer in de automatische functie.

Wilt u de dampkap tijdens het koken geheel manueel bedienen, schakel de ventilator van de dampkap dan in voordat u het kookvlak inschakelt. Indien de dampkap en het kookvlak na het kookproces minstens 30 seconden uitgeschakeld zijn geweest, start het kookvlak de eerstvolgende keer dat u deze inschakelt weer in de automatische functie.

20

Loading...
+ 44 hidden pages