•probleemloos afdrukken van en naar uw printer(s)?
•e-formulieren of andere webdocumenten afdrukken?
•oplossingen voor afdrukken of digitale
beeldbewerking?
Wilt u:
Ga naar de HP Global Solutions
Catalog (GSC) voor oplossingen
van Hewlett-Packard en andere
bedrijven, die geheel tegemoet
komen aan uw specifieke
zakelijke eisen.
De GSC is de eenvoudigste en
snelste manier voor het vinden
van oplossingen op het gebied
van afdrukken en digitale
beeldbewerking.
Er zijn talloze oplossingen
beschikbaar voor HPproducten voor afdrukken
en digitale beeldbewerking.
Van papierladen en
beveiligingsfirmware tot
software voor printerbeheer.
geen paniek.
wij hebben de
oplossingen
voor uw
zakelijke
behoeften
HP Color LaserJet 5550, 5550n, 5550dn,
5550dtn, 5550hdn
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Onderdeelnummer: Q3713-90919
Edition 1, 9/2004
Handelsmerken
Adobe® en Adobe Postscript® 3™ zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Bluetooth® is een handelsmerk van de
eigenaar en wordt onder licentie gebruikt
door Hewlett-Packard Company.
Energy Star® en het logo Energy Star®
zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde
handelsmerken van de Amerikaanse EPA
(Environmental Protection Agency).
Microsoft® is een in de Verenigde Staten
gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Windows®, MS Windows® en Windows
NT® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
hp klantenondersteuning
On line Services
24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding:
World Wide Web-adres: Ga naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor informatie over de
HP Color LaserJet 5550 series printers en het ophalen van bijgewerkte printersoftware
van HP, product- en ondersteuningsinformatie en printerstuurprogramma's in verschillende
talen. (Deze websites zijn Engelstalig.)
HP Instant Support Professional Edition (ISPE) is een suite met webhulpprogramma's voor
probleemoplossing voor computers en printers. Via ISPE kunt u snel computer- en
printerproblemen vaststellen en oplossen. U kunt de ISPE-hulpprogramma's openen via
http://instantsupport.hp.com.
Telefonische ondersteuning
HP biedt gedurende de garantieperiode kosteloze telefonische ondersteuning. Als u belt,
wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen.
Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/
regio. U kunt ook naar http://www.hp.com/support/callcenters gaan. Zorg dat u de volgende
gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam, serienummer, datum van aankoop
en een beschrijving van het probleem.
U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak support &
drivers.
Toepassingen, stuurprogramma's en elektronische informatie
Ga naar: http://www.hp.com/go/clj5550_software voor de HP Color LaserJet 5550 series
printer. De webpagina voor de stuurprogramma's kan Engelstalig zijn, maar u kunt de
stuurprogramma's in verschillende talen downloaden.
Bel: (zie de brochure in de productverpakking).
Rechtstreeks bestellen van HP accessoires en benodigdheden
In de Verenigde Staten kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/sbso/product/
supplies. In Canada kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.ca/catalog/supplies.
In Europa kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/supplies. In Zuidoost-Azië
en Australië kunt u benodigdheden bestellen op http://www.hp.com/paper/.
Accessoires kunnen worden besteld op http://www.hp.com/go/accessories.
Bel: 1-800-538-8787 (Verenigde Staten) of 1-800-387-3154 (Canada).
HP service-informatie
Voor de gegevens van geautoriseerde HP dealers kunt u bellen met 1-800-243-9816
(Verenigde Staten) of 1-800-387-3867 (Canada). Neem voor service voor uw product
contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio (zie de brochure in de
productverpakking).
Serviceovereenkomsten van HP
Bel: 1-800-835-4747 (Verenigde Staten) of 1-800-268-1221 (Canada).
Verlengde service: 1-800-446-0522
HP werkset
NLWWiii
Met de HP werkset kunt u de printerstatus en -instellingen controleren en
probleemoplossingsinformatie en online documentatie bekijken. U kunt de HP werkset
weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een
netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig
hebt geïnstalleerd. Zie
De HP werkset gebruiken.
Ondersteuning en informatie van HP voor Macintosh-computers
Ga naar: http://www.hp.com/go/macosx voor ondersteuningsinformatie voor Macintosh OS X
en de service voor updates voor stuurprogramma's van HP.
Ga naar: http://www.hp.com/go/mac-connect voor producten die speciaal voor de Macintoshgebruiker zijn ontworpen.
ivNLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie .........................................................................................2
World Wide Web-koppelingen ...........................................................................................2
Koppelingen naar gebruikershandleiding ..........................................................................2
Als u meer informatie wilt ..................................................................................................2
●Rest van de wereld: http://www.hp.com/ghp/buyonline.html
Ga als volgt te werk om accessoires te bestellen:
●http://www.hp.com/go/accessories
Koppelingen naar gebruikershandleiding
●Overzicht
Printerbenodigdheden vervangen
●
Als u meer informatie wilt
Voor deze printer zijn verschillende handleidingen beschikbaar. Zie http://www.hp.com/
support/clj5550.
De printer gereedmaken
Aan de slag... Stapsgewijze instructies voor het installeren en instellen van de printer. Deze
handleiding staat op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers. Instructies voor het configureren
van de HP Jetdirect-printserver en het oplossen van problemen. Deze handleiding staat op
de cd-rom die bij de printer is geleverd.
Handleidingen voor accessoires en benodigdheden. Stapsgewijze instructies bij de
optionele accessoires en benodigdheden van de printer voor het installeren van de
accessoires en benodigdheden van de printer.
De printer gebruiken
Gebruikershandleiding. Uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het
verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die u bij de printer
hebt gekregen.
Online Help. Informatie over de printeropties die vanuit de printerstuurprogramma's
beschikbaar zijn. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van het
printerstuurprogramma.
NLWWSnelle toegang tot printerinformatie3
Online gebruikershandleiding in HTML. Uitgebreide informatie over het gebruik van de
printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Beschikbaar op http://www.hp.com/
support/clj5550. Als u verbinding hebt, selecteert u Manuals (Handleidingen).
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printerconfiguraties
Dank u voor de aanschaf van de HP Color LaserJet 5550 series printer. Deze printer is
verkrijgbaar in de hieronder beschreven configuraties.
HP Color LaserJet 5550
De HP Color LaserJet 5550 is een vier-kleurenlaserprinter met een maximumsnelheid van
28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27 ppm voor Letter-formaat. Hieronder
wordt een lijst met de printerfuncties weergegeven. Zie
over de functies.
Printerfuncties voor meer informatie
●Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20
enveloppen kan bevatten.
●Lade 2 is een papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal. Deze lade kan ook
afdrukmateriaal van speciaal formaat verwerken.
●De mogelijkheid om aansluitingen te maken met parallelle poorten, netwerkpoorten en
Jetlink-poorten. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output), een
Jetlink-poort, een USB 1.1-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard
bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C).
●160 MB SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic Random Access Memory). 128 MB
DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf (Dual
Inline Memory Module).
NLWWPrinterconfiguraties5
HP Color LaserJet 5550n
De HP Color LaserJet 5550n is een vier-kleurenlaserprinter met een maximumsnelheid van
28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27 ppm voor Letter-formaat. Hieronder
wordt een lijst met de printerfuncties weergegeven. Zie
over de functies.
●Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20
enveloppen kan bevatten.
●Lade 2 is een papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal. Deze lade kan ook
afdrukmateriaal van speciaal formaat verwerken.
Printerfuncties voor meer informatie
●De mogelijkheid om aansluitingen te maken met parallelle poorten, netwerkpoorten en
Jetlink-poorten. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output), een
Jetlink-poort, een USB 1.1-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard
bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C). De printer bevat ook
een EIO-netwerkkaart voor een HP Jetdirect 620N-printserver.
●160 MB SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic Random Access Memory). 128 MB
DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf (Dual
Inline Memory Module).
HP Color LaserJet 5550dn
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
De HP Color LaserJet 5550dn is een vier-kleurenlaserprinter met een maximumsnelheid van
28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27 ppm voor Letter-formaat. Hieronder
wordt een lijst met de printerfuncties weergegeven. Zie
over de functies.
●Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20
enveloppen kan bevatten.
●Lade 2 is een papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal. Deze lade kan ook
afdrukmateriaal van speciaal formaat verwerken.
●Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex).
●De mogelijkheid om aansluitingen te maken met parallelle poorten, netwerkpoorten en
Jetlink-poorten. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output), een
Jetlink-poort, een USB 1.1-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard
bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C). De printer bevat ook
een EIO-netwerkkaart voor een HP Jetdirect 620N-printserver.
●160 MB SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic Random Access Memory). 128 MB
DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf (Dual
Inline Memory Module).
Printerfuncties voor meer informatie
HP Color LaserJet 5550dtn
De HP Color LaserJet 5550dtn is een vier-kleurenlaserprinter met een maximumsnelheid
van 28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27 ppm voor Letter-formaat.
Hieronder wordt een lijst met de printerfuncties weergegeven. Zie
informatie over de functies.
●Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20
enveloppen kan bevatten.
●Lade 2 is een papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal. Lade 3 kan 500 vel met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal bevatten. Beide laden kunnen
ook afdrukmateriaal van speciaal formaat verwerken.
NLWWPrinterconfiguraties7
Printerfuncties voor meer
●Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex).
●De mogelijkheid om aansluitingen te maken met parallelle poorten, netwerkpoorten en
Jetlink-poorten. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output), een
Jetlink-poort, een USB 1.1-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard
bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C). De printer bevat ook
een EIO-netwerkkaart voor een HP Jetdirect 620N-printserver.
●288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en
een extra DIMM-sleuf. De printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline
Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen
worden geïnstalleerd. Tevens is een optioneel verkrijgbare vaste schijf beschikbaar.
●Printerstandaard.
HP Color LaserJet 5550hdn
De HP Color LaserJet 5550hdn is een vier-kleurenlaserprinter met een maximumsnelheid
van 28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27 ppm voor Letter-formaat.
Hieronder wordt een lijst met de printerfuncties weergegeven. Zie
informatie over de functies.
●Lade 1 is een multifunctionele lade die 100 vel verschillende afdrukmaterialen of 20
enveloppen kan bevatten.
●Lade 2 is een papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor afdrukmateriaal met het
formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated, Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS),
11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13 en Legal. Deze lade kan afdrukmateriaal
van speciaal formaat verwerken.
●Lade 3, 4 en 5 kunnen 500 vel met het formaat Letter, Letter-Rotated, A4, A4-Rotated,
Executive, A5 (JIS), B4 (JIS), B5 (JIS), 11 x 17, A3, 16K, 8K, Executive (JIS), 8,5 x 13
en Legal bevatten. Deze laden kunnen ook afdrukmateriaal van speciaal formaat
verwerken.
●Printerstandaard.
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printerfuncties voor meer
●Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex).
●De mogelijkheid om aansluitingen te maken met parallelle poorten, netwerkpoorten en
Jetlink-poorten. De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output), een
Jetlink-poort, een USB 1.1-verbinding (Universal Serial Bus) en een standaard
bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan IEEE-1284-C). De printer bevat ook
een EIO-netwerkkaart voor een HP Jetdirect 620N-printserver.
●288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB extra geheugen op de formatter-kaart en
een extra DIMM-sleuf. De printer heeft twee 200-pins SODIMM-sleuven (Small Outline
Dual Inline Memory Module) waarin geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen
worden geïnstalleerd. Deze printer bevat ook een vaste schijf.
Opmerking
Als u lade 5 toevoegt aan de printer nadat u de printer hebt gekocht, kan de aanduiding voor
de ladepositie het verkeerde nummer aangeven. Wilt u het nummer wijzigen, dan schuift u
de positieschakelaar naar nummer 5.
NLWWPrinterconfiguraties9
Printerfuncties
In deze printer wordt de kwaliteit en betrouwbaarheid van Hewlett-Packard gecombineerd
met de onderstaande functies. Voor verdere informatie over functies van de printer gaat u
naar de website van Hewlett-Packard op http://www.hp.com/support/clj5550.
Functies
Prestaties●
Geheugen
Gebruikersinterface●
Maximaal 28 pagina's per minuut (ppm) voor A4-formaat en 27
ppm voor Letter-formaat.
●
Drukt ook af op transparanten en glanspapier. Zie
papiergewichten en -formaten voor meer informatie.
●
De modellen HP Color LaserJet 5550, HP Color LaserJet 5550n
en HP Color LaserJet 5550dn bevatten 128 MB SDRAM, 32 MB
extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf.
Geheugenspecificatie: HP Color LaserJet 5550 series printers
maken gebruik van 200-pins SODIMM's waarin
geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden
geïnstalleerd.
●
De modellen HP Color LaserJet 5550dtn en HP Color LaserJet
5550hdn bevatten 288 MB SDRAM: 256 MB DDR plus 32 MB
extra geheugen op de formatter-kaart en een extra DIMM-sleuf.
Deze printers hebben twee 200-pins SODIMM-sleuven waarin
geheugenmodules van 128 of 256 MB RAM kunnen worden
geïnstalleerd.
●
Er kan een optionele vaste schijf worden toegevoegd via een EIOsleuf (die beschikbaar is op de HP Color LaserJet 5550hdn).
Grafisch display op het bedieningspaneel.
●
Verbeterde Help met animaties.
●
Geïntegreerde webserver voor toegang tot ondersteuning en
bestelmogelijkheden voor printerbenodigdheden (printers die op
een netwerk zijn aangesloten).
●
De software van HP werkset voor het weergeven van
printerstatus en waarschuwingen, het configureren van de
printerinstellingen, het bekijken van de documentatie en
informatie over het oplossen van problemen en het afdrukken van
interne printerinformatiepagina's.
Ondersteunde
Ondersteunde
printerpersonality's
Opslagfuncties●
●
HP PCL 6.
●
HP PCL 5c.
●
PostScript 3-emulatie.
●
Automatisch schakelen tussen printertalen.
●
Directe ondersteuning voor PDF.
●
Ondersteuning voor XHTML.
Taakopslag. Ga naar
●
Afdrukken met een PIN-nummer (Personal Identification Number)
(voor printers met een vaste schijf).
●
Lettertypen en formulieren.
Taakopslaglimiet voor meer informatie.
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Functies (vervolg)
Lettertypen●
80 interne lettertypen beschikbaar voor de PCL-printertaal en
voor PostScript-emulatie.
●
80 schermlettertypen in TrueType™-formaat geleverd bij de
software.
●
Ondersteunt formulieren en lettertypen op de vaste schijf bij
gebruik van HP Web Jetadmin.
Papierverwerking●
Accessoires●
Drukt af op papier van 76 x 127 mm tot maximaal 306 x 470 mm.
●
Drukt af op papier met een gewicht van 60 g/m
●
Drukt af op een verscheidenheid aan afdrukmateriaal waaronder
2
tot 200 g/m2.
glanspapier, etiketten, transparanten en enveloppen.
●
Meerdere glansniveaus.
●
Een papierinvoer voor 500 vel (lade 2) die papierformaten
ondersteunt van 148 x 210 mm tot maximaal 297 x 432 mm.
●
Een optionele papierinvoer voor 500 vel met ondersteuning voor
papierformaten van 148 x 210 mm tot maximaal 297 x 432 mm.
Deze invoer wordt standaard geleverd bij de HP Color LaserJet
5550dtn (lade 3) en HP Color LaserJet 5550hdn (lade 3, 4 en 5).
Ondersteunde papiergewichten en -formaten voor meer
Zie
informatie.
●
Automatisch dubbelzijdig afdrukken bij de printers HP Color
LaserJet 5550dn, HP Color LaserJet 5550dtn en HP Color
LaserJet 5550hdn.
●
Uitvoerbak voor 250 vel met afdrukkant naar beneden.
Vaste schijf van de printer voor opslag van lettertypen, macro's en
taken. De vaste schijf wordt standaard geleverd bij de HP Color
LaserJet 5550hdn.
Printerstandaard (aanbevolen voor extra optionele laden).
●
Optionele laden 3, 4 en 5 met ondersteuning voor papierformaten
van 148 x 210 mm tot maximaal 297 x 432 mm. Deze laden
worden standaard geleverd bij de HP Color LaserJet 5550dtn
(lade 3) en HP Color LaserJet 5550hdn (lade 3, 4 en 5).
Connectiviteit
Benodigdheden●
●
Optionele EIO-netwerkkaart (Enhanced Input/Output). Deze
netwerkkaart wordt standaard geleverd bij de HP Color LaserJet
5550n, HP Color LaserJet 5550dn, HP Color LaserJet 5550dtn en
HP Color LaserJet 5550hdn.
●
USB 1.1-verbinding.
●
HP Web Jetadmin-software.
●
Standaard bidirectionele parallelle kabelinterface (voldoet aan
IEEE-1284-C).
●
Deze printer heeft een Jetlink-aansluiting voor invoerapparaten
voor papierverwerking.
●
USB-verbindingen en parallelle verbindingen worden
ondersteund, maar kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
De statuspagina biedt informatie over het niveau van de toner, het
aantal afgedrukte pagina's en het geschatte aantal resterende
pagina's.
●
Printcartridges hoeven niet te worden geschud.
●
Printer controleert of nieuw geïnstalleerde printcartridges van HP
zijn.
●
Bestellen van printerbenodigdheden via internet (via de
ingebouwde webserver of statusberichten van de printer).
NLWWPrinterfuncties11
Overzicht
De volgende afbeeldingen geven een overzicht van de naam en de plaats van de
belangrijkste onderdelen van de printer.
6
Vooraanzicht
1uitvoerbak
2printerbedieningspaneel
3bovenklep
4Lade 1 (open voor gebruik)
5Lade 2 (500 vel normaal papier)
6Lade 3 (optioneel; 500 vel normaal papier)
7Lade 4 (optioneel; 500 vel normaal papier)
8Lade 5 (optioneel; 500 vel normaal papier)
9toegang tot printcartridges, transfer- en fusereenheid
10 aan/uit-schakelaar
11 standaard
Bij de printer hebt u een cd-rom gekregen met de afdruksysteemsoftware. De
softwareonderdelen en printerstuurprogramma's op deze cd-rom maken het mogelijk ten
volle gebruik te maken van de mogelijkheden van de printer. Instructies voor het installeren
van deze software vindt u in de handleiding Aan de slag.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
De meest recente informatie over de verschillende componenten van de
afdruksysteemsoftware vindt u in het Leesmij-bestand op het web op http://www.hp.com/
support/clj5550. Informatie over het installeren van de printersoftware vindt u in de
installatieopmerkingen op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd.
Hieronder volgt een beknopt overzicht van de software op de cd-rom. Het afdruksysteem
omvat software voor eindgebruikers en netwerkbeheerders van de volgende
besturingssystemen:
●Microsoft Windows 98, ME
●Microsoft Windows NT 4.0, 2000, XP en Server 2003
●Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x en Apple Mac OS versie 10.1 en later
Zie Netwerkconfiguratie voor een overzicht van alle netwerkomgevingen die door de
netwerkbeheersoftware worden ondersteund.
Ga naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor een lijst van printerstuurprogramma's,
bijgewerkte HP-printersoftware en informatie over productondersteuning.
Softwarefuncties
Er zijn functies voor automatisch configureren, nu bijwerken en vooraf configureren
beschikbaar op de HP Color LaserJet 5550 series printer.
Opmerking
Stuurprogramma automatisch configureren
Met de HP LaserJet PCL 6- en PCL 5c-stuurprogramma's voor Windows en de PSstuurprogramma's voor Windows 2000 en Windows XP worden printeraccessoires
automatisch herkend en worden stuurprogramma's automatisch geconfigureerd tijdens de
installatie. Voorbeelden van accessoires die door de automatische
stuurprogrammaconfiguratie worden ondersteund, zijn de duplexeenheid, de optionele
papierladen en DIMM's.
Nu bijwerken
Als u de configuratie van de HP Color LaserJet 5550 hebt gewijzigd na de installatie, kan het
stuurprogramma automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie in omgevingen
die bidirectionele communicatie ondersteunen. Klik op de knop Nu bijwerken om de nieuwe
configuratie in het stuurprogramma automatisch weer te geven.
De functie Nu bijwerken wordt niet ondersteund in omgevingen waarbij gedeelde clients met
Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows Server 2003 of Windows XP zijn verbonden met
hostcomputers met Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP.
NLWWPrintersoftware13
HP-stuurprogramma's vooraf configureren
Met de functie voor het vooraf configureren van HP-stuurprogramma's beschikt u over een
softwarearchitectuur en een set hulpprogramma's waarmee HP-software kan worden
aangepast en gedistribueerd in beheerde bedrijfsafdrukomgevingen. Met de functie voor het
vooraf configureren van HP-stuurprogramma's kunnen IT-beheerders de
standaardafdrukinstellingen en de standaardapparaatinstellingen voor HPprinterstuurprogramma's vooraf configureren voordat ze de stuurprogramma's in de
netwerkomgeving installeren. Raadpleeg de HP Driver Preconfiguration Support Guide die
beschikbaar is op http://www.hp.com/support/clj5550.
Printerstuurprogramma's
Via de printerstuurprogramma's hebt u toegang tot de printerfuncties en kan de computer
communiceren met de printer (via een printertaal). Controleer de installatieopmerkingen,
Leesmij-bestanden en de laatste Leesmij-bestanden op de cd-rom van de printer voor extra
software en talen.
De volgende printerstuurprogramma's worden bij de printer geleverd. De meest recente
stuurprogramma's zijn verkrijgbaar op http://www.hp.com/support/clj5550. Afhankelijk van de
configuratie van Windows-computers, wordt de computer automatisch via het
installatieprogramma voor de printersoftware gecontroleerd op internettoegang om de meest
recente stuurprogramma's op te halen.
Opmerking
Besturingssys
1
teem
Windows 98,
ME
Windows NT
4.0
Windows 2000
Windows XP
Windows
Server 2003
Macintosh OS
1
Niet alle functies van de printer zijn beschikbaar vanuit alle stuurprogramma's of
PCL 6PCL 5cPS
PPD
2
besturingssystemen. Raadpleeg de contextafhankelijke Help bij het stuurprogramma voor de
beschikbare functies.
2
PPD-bestanden (PostScript Printer Description).
Als het systeem tijdens het installeren van de software niet automatisch op internet heeft
gezocht naar de meest recente stuurprogramma's, kunt u deze downloaden vanaf
http://www.hp.com/support/clj5550. Klik als u hier bent op Downloads and Drivers om het
gewenste stuurprogramma op te zoeken.
U kunt modelscripts voor UNIX® en Linux krijgen door deze te downloaden van internet of
door deze aan te vragen bij een HP-erkende servicevertegenwoordiger of
klantenondersteuning. Raadpleeg de ondersteuningsbrochure in de productverpakking.
14Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Opmerking
Als het gewenste printerstuurprogramma zich niet op de cd-rom bij de printer bevindt of hier
niet wordt genoemd, controleert u de installatieopmerkingen, Leesmij-bestanden en de
laatste Leesmij-bestanden om te zien of het printerstuurprogramma wordt ondersteund. Als
dit niet wordt ondersteund, neemt u contact op met de fabrikant of distributeur van het
programma dat u gebruikt en vraagt u een stuurprogramma aan voor de printer.
Extra stuurprogramma's
De volgende stuurprogramma's staan niet op de cd-rom, maar zijn wel beschikbaar op
internet of te bestellen bij de HP Klantenondersteuning.
●PCL 5c-printerstuurprogramma's voor Windows 98, ME, NT 4.0, 2000, XP en Server
2003.
●OS/2 PCL 5c/6-printerstuurprogramma.
●OS/2 PS-printerstuurprogramma.
●UNIX-modelscripts.
●Linux-stuurprogramma's.
●HP OpenVMS-stuurprogramma's.
Opmerking
Opmerking
De OS/2-stuurprogramma's zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze
stuurprogramma's zijn niet beschikbaar voor de talen Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd
Chinees, Koreaans en Japans.
Het gewenste printerstuurprogramma selecteren
Selecteer een printerstuurprogramma op basis van het gebruik van de printer. Bepaalde
printerfuncties zijn alleen beschikbaar in de PCL 6-stuurprogramma's. Raadpleeg de Help bij
het printerstuurprogramma voor de beschikbare functies.
●Gebruik het PCL 6-stuurprogramma om volledig gebruik te maken van de
printerfuncties. Voor algemeen gebruik op kantoor wordt het PCL 6-stuurprogramma
aanbevolen voor optimale prestaties en afdrukkwaliteit.
●Gebruik het PCL 5c-stuurprogramma als neerwaartse compatibiliteit met de vorige PCL-
printerstuurprogramma's of oudere printers nodig is.
●Gebruik het PS-stuurprogramma als u hoofdzakelijk afdrukt vanuit PostScript-specifieke
programma's, zoals Adobe en Corel, voor compatibiliteit met PostScript 3-gebruik of
voor DIMM-ondersteuning van PS-lettertypen.
De printer schakelt automatisch tussen PS- en PCL-printertalen.
Help bij het printerstuurprogramma
Elk printerstuurprogramma heeft Help-schermen die kunnen worden geactiveerd met de
knop Help, F1 op het toetsenbord van de computer of een vraagteken rechtsboven in het
printerstuurprogramma (afhankelijk van het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze
Help-schermen bevatten gedetailleerde informatie over het specifieke stuurprogramma. De
Help bij het printerstuurprogramma maakt geen onderdeel uit van de programma-Help.
De printerstuurprogramma's openen
Gebruik een van de volgende methoden om de printerstuurprogramma's te openen vanaf de
computer:
NLWWPrintersoftware15
BesturingssysteemInstellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratieinstellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogrammafunctie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Windows 98, NT 4.0
en ME
Windows 2000 en XPKlik op Afdrukken in
Macintosh OS 9.1Kies Print in het menu
Klik op Afdrukken in
het menu Bestand
van de toepassing.
Selecteer de printer en
klik op
Eigenschappen. (De
werkelijke procedure
kan verschillen; dit is
de meestvoorkomende
procedure.)
het menu Bestand
van de toepassing.
Selecteer de printer en
klik op
Eigenschappen of
Voorkeuren. (De
werkelijke procedure
kan verschillen; dit is
de meestvoorkomende
procedure.)
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen
(Windows 98 en ME)
of Standaardwaardendocument (NT 4.0).
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers of Printers
en faxapparaten. Klik
met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Voorkeursinstellinge
n voor afdrukken.
Kies Print in het menu
Archief. Als u de
instellingen hebt
gewijzigd in het popupmenu, klikt u op
Bewaar instellingen.
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers. Klik met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen.
Selecteer het tabblad
Configureren.
Klik op Start en kies
Instellingen en
Printers of Printers
en faxapparaten. Klik
met de
rechtermuisknop op
het printerpictogram
en kies
Eigenschappen.
Selecteer het tabblad
Apparaatinstellingen.
Klik op het
printerpictogram op
het bureaublad. Klik
op Instellingen
wijzigen in het menu
Print.
16Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
BesturingssysteemInstellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratieinstellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogrammafunctie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Macintosh OS X 10.1Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Macintosh OS X.2Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's en klik
op Bewaar specialeinstellingen in het
hoofdpop-upmenu.
Deze instellingen
worden opgeslagen
als de optie Speciaal.
Als u de nieuwe
instellingen wilt
gebruiken, moet u de
optie Speciaal
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's en klik
in het pop-upmenu
Instellingen op
Bewaar als en voer
een naam in voor de
standaardinstelling.
Deze instellingen
worden opgeslagen in
het menu
Instellingen. Als u de
nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen instelling
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Verwijder de printer en
installeer deze
opnieuw. Het
stuurprogramma wordt
automatisch
geconfigureerd met de
nieuwe opties
wanneer de printer
opnieuw is
geïnstalleerd. (Alleen
AppleTalkverbindingen)
Opmerking
Configuratieinstellingen zijn
mogelijk niet
beschikbaar in de
Classic-omgeving.
Open Afdrukbeheer.
(Selecteer de vaste
schijf, klik op
Programma's, klik op
Hulpprogramma's en
dubbelklik op
Afdrukbeheer.) Klik
op de afdrukwachtrij.
Klik op Toon info in
het menu Printers.
Selecteer het menu
Installatiemogelijkheden.
Opmerking
Configuratieinstellingen zijn
mogelijk niet
beschikbaar in de
Classic-omgeving.
NLWWPrintersoftware17
BesturingssysteemInstellingen wijzigen
voor alle directe
afdruktaken (totdat
de toepassing wordt
afgesloten)
Standaardinstellingen
voor afdruktaken
wijzigen
(Schakel
bijvoorbeeld
Afdrukken op beide
zijden standaard in.)
Configuratieinstellingen wijzigen
(Voeg bijvoorbeeld
een fysieke optie,
zoals een lade, toe of
schakel een
stuurprogrammafunctie, zoals
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken toestaan,
in of uit.)
Macintosh OS X.3Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's.
Kies Print in het menu
Archief. Wijzig de
gewenste instellingen
in de verschillende
pop-upmenu's en klik
in het pop-upmenu
Instellingen op
Bewaar als en voer
een naam in voor de
standaardinstelling.
Deze instellingen
worden opgeslagen in
het menu
Instellingen. Als u de
nieuwe instellingen wilt
gebruiken, moet u de
opgeslagen instelling
selecteren wanneer u
een programma opent
en wilt afdrukken.
Open
Installatieprogramma
voor printer.
(Selecteer de vaste
schijf, klik op
Programma's, klik op
Hulpprogramma's en
dubbelklik op
Installatieprogramma
voor printer.) Klik op
de afdrukwachtrij. Klik
op Toon info in het
menu Printers.
Selecteer het menu
Installatiemogelijkheden.
Software voor Macintosh-computers
Het HP-installatieprogramma bestaat uit PPD-bestanden (PostScript Printer Description),
PDE's (Printer Dialog Extensions) en het HP LaserJet-hulpprogramma voor gebruik op
Macintosh-computers.
De geïntegreerde webserver kan worden gebruikt op Macintosh-computers als de printer is
aangesloten op een netwerk.
PPD's
Met PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-stuurprogramma's, kunt u de
printerfuncties gebruiken en kan de computer met de printer communiceren. Er is een
installatieprogramma voor de PPD's, PDE's en andere software beschikbaar op de cd-rom.
Gebruik het juiste PS-stuurprogramma dat bij het besturingssysteem is geleverd.
18Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
HP LaserJet-hulpprogramma
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om functies uit te voeren die niet beschikbaar zijn
in het stuurprogramma. Met de afbeeldingen is het selecteren van printerfuncties
eenvoudiger dan ooit. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma voor de volgende taken:
●de naam van de printer opgeven, deze toewijzen aan een zone op het netwerk en
bestanden en lettertypen downloaden.
●de printer configureren en instellen voor het afdrukken via IP (Internet Protocol).
Opmerking
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt
wel ondersteund voor de Classic-omgeving.
De afdruksysteemsoftware installeren
De volgende gedeelten bevatten instructies voor het installeren van de
afdruksysteemsoftware.
De printer wordt geleverd met de afdruksysteemsoftware en printerstuurprogramma's op een
cd-rom. De afdruksysteemsoftware op de cd-rom moet worden geïnstalleerd om optimaal
gebruik te kunnen maken van de printerfuncties.
Als u geen toegang hebt tot een cd-rom-station, kunt u de afdruksysteemsoftware
downloaden van internet op http://www.hp.com/support/clj5550.
Voorbeeldmodelscripts voor netwerken met UNIX® (HP-UX®, Sun Solaris) en Linux kunnen
worden gedownload op http://www.hp.com/support.
U kunt de meest recente software gratis downloaden op http://www.hp.com/support/clj5550.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse
verbindingen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de afdruksysteemsoftware voor Microsoft Windows
98, Windows ME, Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows Server 2003 en Windows XP
kunt installeren.
Wanneer u de afdruksoftware installeert in een omgeving met rechtstreekse verbindingen,
moet u de software altijd installeren voordat u de parallelle kabel of USB-kabel aansluit. Zie
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten als u de
parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten voordat u de software hebt geïnstalleerd.
Voor de directe verbinding kunt u een parallelle kabel of USB-kabel gebruiken. U kunt
parallelle kabels en USB-kabels echter niet tegelijk aansluiten. Gebruik een kabel die
voldoet aan IEEE 1284 of een standaard-USB-kabel van 2 meter.
Opmerking
NLWWPrintersoftware19
NT 4.0 ondersteunt geen USB-kabelverbindingen.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
2. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station. Als het welkomstvenster niet wordt
geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen:
●Kies Uitvoeren in het menu Start.
●Typ het volgende: X:/setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
●Klik op OK.
3. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
4. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
5. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
6. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u de
installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in de
productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor hulp of meer
informatie.
De Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
De software op de printer-cd-rom ondersteunt netwerkinstallaties met een Microsoft-netwerk.
Ga naar http://www.hp.com/support/clj5550 of raadpleeg de Handleiding voornetwerkinstallaties die bij de printer wordt geleverd voor netwerkinstallatie op andere
besturingssystemen.
De HP Jetdirect-printserver die bij de printer HP LaserJet 5550n, HP LaserJet 5550dn of
HP LaserJet 5550dtn wordt geleverd, heeft een 10/100Base-TX-netwerkpoort. Als u een
HP Jetdirect-printserver met een ander type netwerkpoort nodig hebt, raadpleegt u
Benodigdheden en accessoires of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550.
Het installatieprogramma biedt geen ondersteuning voor printerinstallaties of het maken van
printerobjecten op Novell-servers. Alleen netwerkinstallaties met directmodus tussen
Windows-computers en een printer worden ondersteund. Als u de printer wilt installeren en
objecten wilt maken op een Novell-server, kunt u een HP-hulpprogramma (zoals HP Web
Jetadmin of de wizard HP-netwerkprinter) installeren of een Novell-hulpprogramma (zoals
NWadmin) gebruiken.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Als u de software installeert op Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows Server 2003
of Windows XP, moet u controleren of u over beheerdersrechten beschikt.
2. Controleer of de HP Jetdirect-printserver juist is geconfigureerd voor het netwerk door
een configuratiepagina af te drukken (zie
tweede pagina het IP-adres van de printer op. Mogelijk hebt u dit adres nodig voor de
voltooiing van de netwerkinstallatie. Als de printer een IP-configuratie voor DHCP
gebruikt, gebruikt u de naam op de tweede pagina. Doet u dit niet en wordt de printer
voor langere tijd uitgeschakeld, dan kan het zijn dat met DHCP niet hetzelfde IP-adres
wordt gebruikt.
3. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
Pagina’s met printerinformatie). Zoek op de
20Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
4. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station. Als het welkomstvenster niet wordt
geopend, voert u de volgende procedure uit om het venster te openen:
●Kies Uitvoeren in het menu Start.
●Typ het volgende: X:/setup (waarbij X de letter van het cd-rom-station is).
●Klik op OK.
5. Klik op Printer installeren wanneer u hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid.
7. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
8. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor hulp of
meer informatie.
Een Windows-computer instellen voor gebruik van de netwerkprinter
via Windows-printerdeling
Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer via een parallelle kabel, kunt u
de printer delen op het netwerk, zodat andere netwerkgebruikers de printer ook kunnen
gebruiken. U kunt ook een printer delen die rechtstreeks is aangesloten met USB.
Raadpleeg de Windows-documentatie als u Windows-printerdeling wilt inschakelen.
Wanneer de printer is gedeeld, installeert u de printersoftware op alle computers waardoor
de printer wordt gedeeld.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Macintosh-afdruksysteemsoftware kunt
installeren. De afdruksysteemsoftware ondersteunt Apple Mac OS versie 8.6 tot en met 9.2.x
en Apple Mac OS versie 10.1 en later.
De afdruksysteemsoftware bestaat uit de volgende onderdelen:
●PPD-bestanden (PostScript® Printer Description)
Met de PPD's, in combinatie met de Apple PostScript-printerstuurprogramma's, kunt u
de printerfuncties gebruiken. Er is een installatieprogramma voor de PPD's en andere
software beschikbaar op de cd-rom die bij de printer wordt geleverd. Gebruik het Apple
LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat bij de computer is geleverd.
●HP LaserJet-hulpprogramma
Met het HP LaserJet-hulpprogramma kunt u functies uitvoeren die niet beschikbaar zijn
in het printerstuurprogramma. Gebruik de afbeeldingen om de printerfuncties te
selecteren en voer de volgende taken uit voor de printer:
●Geef de naam van de printer op.
●Wijs de printer toe aan een zone op het netwerk.
●Wijs een IP toe aan de printer.
●Download de bestanden en lettertypen.
●Configureer de printer en stel deze in voor het afdrukken via IP of AppleTalk.
NLWWPrintersoftware21
Opmerking
Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt momenteel niet ondersteund voor OS X, maar wordt
wel ondersteund voor de Classic-omgeving.
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 8.6 tot en met 9.2
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd.
Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rompictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het
installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de
installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat
bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse
printersoftware.)
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters. Dit programma bevindt zich in
{opstartschijf}: Programma's: Hulpprogramma's.
5. Dubbelklik op Printer (AppleTalk).
6. Klik naast de AppleTalk-printerselectie op Wijzig.
7. Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
8. Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Opmerking
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden
weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
Printerstuurprogramma's installeren voor Mac OS 10.1 en later
1. Sluit de netwerkkabel aan op de HP Jetdirect-printserver en een netwerkpoort.
2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd.
Als het cd-rom-menu niet automatisch wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rompictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het
installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich in de map Installer/<taal> van de
installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is). (De map Installer/English bevat
bijvoorbeeld het pictogram van het installatieprogramma voor de Engelse
printersoftware.)
3. Dubbelklik op de map HP LaserJet-installatieprogramma.
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Dubbelklik op het installatieprogrammapictogram voor de gewenste taal.
6. Dubbelklik op de vaste schijf van de computer op Programma's, Hulpprogramma's en
dubbelklik op Afdrukbeheer.
7. Klik op Voeg printer toe.
8. Selecteer het verbindingstype AppleTalk voor OS X 10.1 en selecteer het
verbindingstype Rendezvous voor OS X 10.2.
9. Selecteer de naam van de printer.
10. Klik op Voeg printer toe.
11. Sluit Afdrukbeheer door te klikken op de sluitknop in de linkerbovenhoek.
Opmerking
22Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Macintosh-computers kunnen niet rechtstreeks op de printer worden aangesloten via een
parallelle poort.
De Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor rechtstreekse
verbindingen (USB)
Opmerking
Macintosh-computers ondersteunen geen verbindingen via de parallelle poort.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de afdruksysteemsoftware voor Mac OS 8.6 tot en met
9.x en Mac OS X en later kan worden geïnstalleerd.
Het Apple LaserWriter-stuurprogramma moet worden geïnstalleerd om de PPD-bestanden
te kunnen gebruiken. Gebruik het Apple LaserWriter 8-stuurprogramma dat bij de Macintoshcomputer is geleverd.
De afdruksysteemsoftware installeren
1. Sluit een USB-kabel aan op de USB-poort van de printer en de USB-poort van de
computer. Gebruik een standaard-USB-kabel van twee meter.
2. Sluit alle geopende of actieve programma's af.
3. Plaats de printer-cd-rom in het cd-rom-station en voer het installatieprogramma uit.
Het cd-rom-menu wordt automatisch uitgevoerd. Als het cd-rom-menu niet automatisch
wordt uitgevoerd, dubbelklikt u op het cd-rom-pictogram op het bureaublad en
dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. Dit pictogram bevindt zich
in de map Installer/<taal> van de installatie-cd-rom (waarbij <taal> de voorkeurstaal is).
4. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
5. Start de computer opnieuw op.
NLWWPrintersoftware23
6. Voor Mac OS 8.6
●Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters vanuit HD/Programma's/
Hulpprogramma's.
●Dubbelklik op Printer (USB).
●Klik naast de Selectie USB-printer op Wijzig.
●Selecteer de printer, klik op Autoconfig en klik op Maak aan.
●Klik op het printerpictogram dat zojuist is gemaakt.
●Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Voor Mac OS 9.x
●Open het Apple-hulpprogramma voor bureaubladprinters vanuit HD/Programma's/
Hulpprogramma's.
●Dubbelklik op Printer (USB) en vervolgens op OK.
●Klik naast de Selectie USB-printer op Wijzig.
●Selecteer de printer en klik op OK.
●Klik op Automatische configuratie naast PPD-bestanden (PostScript® Printer
Description) en selecteer Maak aan.
●Sla de instelling van de printer op.
●Klik op het printerpictogram dat zojuist is gemaakt.
Opmerking
Opmerking
●Klik op Maak standaard in het menu Afdrukken.
Voor Mac OS X
Als OS X en 9x (Classic) worden geïnstalleerd op dezelfde computer, worden in het
installatieprogramma de installatieopties van Classic en OS X weergegeven.
●Start Afdrukbeheer via HD/Programma's/Hulpprogramma's/Afdrukbeheer.
●Als de printer wordt weergegeven in de printerlijst, verwijdert u de printer.
●Klik op Voeg toe.
●Selecteer USB in de vervolgkeuzelijst bovenaan.
●Selecteer HP in de lijst met printermodellen.
●Selecteer HP Color Laserjet 5550 bij Modelnaam en klik op Voeg toe.
7. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor hulp of
meer informatie.
Het pictogram op het bureaublad wordt generiek weergegeven. Alle afdrukvensters worden
weergegeven in het dialoogvenster voor afdrukken van het desbetreffende programma.
De software installeren wanneer de parallelle kabel of de USB-kabel is
aangesloten
Als u al een parallelle kabel of USB-kabel hebt aangesloten op een Windows-computer,
wordt de Wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven wanneer u de computer opstart.
24Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
De wizard gebruiken om op de cd-rom te zoeken en de printersoftware automatisch te
installeren
1. Klik in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden op Cd-rom-station doorzoeken.
2. Klik op Volgende.
3. Volg de aanwijzingen op het computerscherm.
4. Druk een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de
software juist is geïnstalleerd.
Als de installatie mislukt, installeert u de software opnieuw. Als dit mislukt, controleert u
de installatieopmerkingen en Leesmij-bestanden op de printer-cd-rom of de brochure in
de productverpakking of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550 voor hulp of
meer informatie.
De installatie van de software ongedaan maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de installatie van de afdruksysteemsoftware
ongedaan kunt maken.
Software verwijderen uit Windows-besturingssystemen
Gebruik de uninstaller in de programmagroep HP LaserJet 5550/Tools om een of alle
componenten van het Windows HP-afdruksysteem te selecteren en te verwijderen.
1. Klik op Start en kies Programma's.
2. Klik op HP LaserJet 5550 en klik op Tools.
3. Klik op Uninstaller.
4. Klik op Volgende.
5. Selecteer de componenten van het HP-afdruksysteem die u wilt verwijderen.
6. Klik op OK.
7. Volg de instructies op het computerscherm om het verwijderen van de componenten te
voltooien.
Software verwijderen uit Macintosh-besturingssystemen
Sleep de map HP LaserJet en de PPD's naar de prullenbak.
Software voor netwerken
Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor een overzicht
van verkrijgbare HP-software voor netwerkinstallatie en configuratie. Deze handleiding kunt
u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
NLWWPrintersoftware25
HP Web Jetadmin
Met HP Web Jetadmin kunt u printers die zijn verbonden met HP Jetdirect, binnen uw
intranet beheren met een browser. HP Web Jetadmin is een beheerhulpmiddel op basis van
browsertechnologie en moet alleen worden geïnstalleerd op één server voor netwerkbeheer.
Dit programma kan worden geïnstalleerd en uitgevoerd op de systemen Red Hat Linux,
Suse Linux, Windows NT 4.0 Server en Workstation, Windows 2000 Professional, Server en
Advanced Server en Windows XP met Service Pack 1.
Ga naar de HP Online Klantenondersteuning op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de
meest recente versie van HP Web Jetadmin of een recente lijst met ondersteunde
hostsystemen.
Wanneer HP Web Jetadmin is geïnstalleerd op een hostserver, kan dit programma worden
geopend op alle clients via een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer
5.5 en 6.0 of Netscape Navigator 7.0).
HP Web Jetadmin bevat de volgende functies:
●De taakgeoriënteerde gebruikersinterface biedt configureerbare weergaven, waardoor
netwerkbeheerders veel tijd kunnen besparen.
●Met de aanpasbare gebruikersprofielen kunnen netwerkbeheerders ervoor zorgen dat
alleen de bekeken of gebruikte functie wordt opgenomen.
●Onmiddellijke waarschuwingen per e-mail voor apparatuurdefecten, benodigdheden die
bijna op zijn en overige printerproblemen worden nu naar verschillende personen
verzonden.
●Installatie-op-afstand en beheer-vanaf-waar-dan-ook met behulp van een standaard
webbrowser.
●Geavanceerde auto-detectie zoekt naar randapparatuur in het netwerk zonder dat elke
printer handmatig in de database ingevoerd moet worden.
●Eenvoudige integratie in beheertoepassingen voor de onderneming.
●Snel zoeken naar randapparatuur gebaseerd op parameters, zoals het IP-adres, de
kleurcapaciteit of de naam van het model.
●Eenvoudig organiseren van randapparatuur in logische groepen, met virtuele
kantoorplattegronden voor gemakkelijke navigatie.
●Meerdere printers tegelijk beheren en configureren.
Ga naar http://www.hp.com/go/webjetadmin voor de meest recente informatie over HP Web
Jetadmin.
UNIX
Het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX is een eenvoudig hulpprogramma
voor het installeren van printers op HP-UX- en Solaris-netwerken. U kunt deze software
downloaden via de HP Online Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/
net_printing.
Hulpprogramma's
De HP Color LaserJet 5550 series printer is voorzien van verschillende hulpprogramma's,
waarmee een netwerkprinter eenvoudig kan worden beheerd.
26Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Geïntegreerde webserver
Deze printer is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie
over de printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin
webtoepassingen kunnen worden uitgevoerd op dezelfde manier als waarop een
besturingssysteem, zoals Windows, een omgeving biedt waarin programma's op de
computer kunnen worden uitgevoerd. De resultaten van deze toepassingen kunnen
vervolgens worden weergegeven door een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer of
Netscape Navigator.
Wanneer een webserver "geïntegreerd" is, wil dit zeggen dat deze zich op een
hardwareapparaat (zoals een printer) of in de firmware bevindt en niet uit software bestaat
die op een netwerkserver is geladen.
Het voordeel van een geïntegreerde webserver is dat deze een interface voor de printer
biedt die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk
aangesloten computer. Er is geen speciale software die geïnstalleerd en geconfigureerd
moet worden. Meer informatie over de geïntegreerde webserver van HP vindt u in de
Embedded Web Server User Guide (Gebruikershandleiding voor geïntegreerde webservers
van HP). Deze handleiding kunt u vinden op de cd-rom die bij de printer is geleverd.
Functies
De geïntegreerde webserver van HP dient voor het bekijken van de status van de printer en
de netwerkkaart en voor het beheren van de afdrukfuncties via uw computer. U kunt met de
geïntegreerde webserver van HP het volgende doen:
●informatie over de printerstatus bekijken
●de resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe bestellen
●de configuratie van laden bekijken en wijzigen
●de configuratie van het bedieningspaneel van de printer bekijken en wijzigen
●interne pagina's bekijken en afdrukken
●berichten van printergebeurtenissen en benodigdheden ontvangen
●koppelingen naar andere websites maken en aanpassen
●de taal selecteren waarin de pagina's van de geïntegreerde webserver moeten worden
weergegeven
●de netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
De geïntegreerde webserver gebruiken voor een volledig overzicht van de functies van
Zie
de geïntegreerde webserver.
hp werkset
De HP werkset is een toepassing die alleen beschikbaar is voor Windows en die u kunt
gebruiken voor de volgende taken:
●de printerstatus controleren
●informatie over het oplossen van problemen bekijken
●on line documentatie bekijken
●interne printerpagina's afdrukken
●pop-upstatusberichten ontvangen
●de geïntegreerde webserver openen
NLWWPrintersoftware27
U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten
of als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de
software volledig hebt geïnstalleerd.
Overige componenten en hulpprogramma's
Voor gebruikers van Windows en Macintosh-computers en voor netwerkbeheerders zijn
diverse programma's beschikbaar. Een kort overzicht van deze programma's volgt hieronder.
WindowsMacintosh OS
●Een programma voor het
automatisch installeren
van het afdruksysteem
●On line webregistratie
●HP werkset
●PPD-bestanden
(PostScript Printer
Description): voor gebruik
met de Apple PostScriptstuurprogramma's die
worden geleverd met het
besturingssysteem van de
Macintosh (Mac OS)
●HP LaserJet-
hulpprogramma
(beschikbaar op internet):
een hulpprogramma voor
printerbeheer voor Mac
OS-gebruikers
●HP werkset (voor Mac OS
X v10.2 en later)
Netwerkbeheerder
●HP Web Jetadmin: een op
browsertechnologie
gebaseerd hulpmiddel
voor systeembeheer. Ga
naar http://www.hp.com/go/
webjetadmin voor de
meest recente software
voor HP Web Jetadmin
●HP Jetdirect Printer
Installer voor UNIX:
beschikbaar voor
downloaden op
http://www.hp.com /
support /net_printing
28Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Specificaties voor het afdrukmateriaal
Voor optimale resultaten gebruikt u fotokopieerpapier van 75 g/m2 tot en met 90 g/m2.
Controleer of het papier van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken,
losse deeltjes, stof, kreukels, knikken, vouwen of omkrullende randen.
●Ga naar http://www.hp.com/go/ljsupplies voor het bestellen van benodigdheden in de
Verenigde Staten.
●Ga naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html voor het bestellen van benodigdheden in
de rest van de wereld.
●Ga naar http://www.hp.com/go/accessories als u accessoires wilt bestellen.
●Ga naar http://www.hp.com/support/ljpaperguide voor meer informatie over
ondersteunde gewichten en formaten van het afdrukmateriaal.
Ondersteunde papiergewichten en -formaten
De formaten Letter en A4 kunt u met de lange of korte zijde in de printer plaatsen. De
afdrukstand met de lange zijde eerst heeft de voorkeur. Als u papier met de lange zijde
invoert, wordt het papier beter verwerkt en worden minder benodigdheden gebruikt. Invoer
met de korte zijde wordt de geroteerde afdrukstand genoemd en wordt in de laden
aangegeven als LTR-R en A4-R. Invoer met de korte zijde is handig als u op materiaal met
speciale kenmerken, zoals perforaties of uitgesneden gedeelten, afdrukt.
Papierformaten en -soorten voor lade 1
Lade 1AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumformaat
(tenzij anders
aangegeven)
Maximumformaat
(tenzij anders
aangegeven)
Niet-herkenbare
standaardformaten:
Letter, Letter-Rotated,
A4, A4-Rotated, Legal,
Executive, A5, A3,
RA3, 11 x 17, B4
(JIS), B5 (JIS), Double
post card (JIS), 16K,
8K, Executive (JIS), 12
x 18, 8,5 x 13, A6, JISB6, Statement,
Envelop nr 10, DLenvelop, C5-envelop,
B5-envelop, Monarchenvelop. (Lade 1 heeft
geen
standaardformaten die
automatisch worden
gevonden.)
1
76 bij 127 mm
306 bij 470 mm
NLWWSpecificaties voor het afdrukmateriaal29
Papierformaten en -soorten voor lade 1 (vervolg)
Lade 1AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Gewoon papier
75 tot 89 g/m
2
100 vellen
(75 g/m
Licht papier
Middelzwaar papier
60 tot 74 g/m
90 tot 104 g/m
2
2
100 vellen
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Zwaar papier
105 tot 119 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Extra zwaar papier
120 tot 164 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Kaarten
163 tot 200 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Glanspapier
75 tot 105 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Zwaarglanzend
106 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Hoogglanzende
afbeeldingen
120 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
Transparant0,12 tot 0,13 mm dikMaximale
stapelhoogte: 10 mm
2
)
Opmerking
Tough-papier0,10 tot 0,13 mm dikMaximale
stapelhoogte: 10 mm
Enveloppen
75 tot 105 g/m
2
20 enveloppen
EtikettenMaximale
stapelhoogte: 10 mm
1
Papier met een breedte van maximaal 312 mm kan door de papierbaan worden gevoerd,
maar de meeste stuurprogramma's ondersteunen alleen papier met een breedte van
maximaal 306 mm.
De volgende tabel bevat de standaardpapierformaten die de printer automatisch herkent als
deze in lade 2 en de optionele laden 3, 4 en 5 worden geplaatst. Zie
Invoerladen
configureren voor meer informatie over het plaatsen van niet-herkenbare standaardformaten.
Papierformaten en -soorten voor lade 2 en de optionele laden 3, 4 en 5
Lade 2 en de
optionele laden 3, 4
en 5
Standaardformaten die
automatisch worden
herkend: Letter, LetterRotated, A4, A4Rotated, A3, 11 x 17,
Legal, B4 (JIS), B5
(JIS), A5, Executive
AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
30Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Papierformaten en -soorten voor lade 2 en de optionele laden 3, 4 en 5 (vervolg)
Lade 2 en de
optionele laden 3, 4
en 5
Niet-herkenbare
standaardformaten:
16K, 8K, Executive
(JIS), 8,5 x 13
AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
Minimumformaat
76 bij 127 mm
(tenzij anders
aangegeven)
Maximumformaat
297 bij 431 mm
(tenzij anders
aangegeven)
Gewoon papier
75 tot 89 g/m
2
500 vellen
(75 g/m
Licht papier
Middelzwaar papier
60 tot 74 g/m
90 tot 104 g/m
2
2
500 vellen
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Zwaar papier
105 tot 119 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Extra zwaar papier
1
120 tot 163 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 50 mm
Glanspapier
Hoogglanzende
afbeeldingen
75 tot 105 g/m
120 tot 120 g/m
2
2
200 vellen
Maximale
stapelhoogte: 10 mm
EtikettenMaximale
stapelhoogte: 50 mm
2
)
Transparant0,12 tot 0,13 mm dik100 vellen
Tough-papier0,10 tot 0,13 mm dik100 vellen
1
U kunt extra zwaar papier in lade 2, 3, 4 en 5 gebruiken, maar de prestaties kunnen niet
worden gegarandeerd door de verschillen in deze papiersoorten.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Papier met
standaardformaten en
Letter, Letter-Rotated,
A4, A4-Rotated, Legal,
Executive, A3, 11 x
17, B4 (JIS), B5 (JIS)
1
De printer drukt automatisch af op papier met een gewicht tot 163 g/m2. Automatisch
AfmetingenGewicht of dikteCapaciteit
1
60 tot 120 g/m
2
dubbelzijdig afdrukken op papier dat zwaarder is, kan echter leiden tot onverwachte
resultaten.
NLWWSpecificaties voor het afdrukmateriaal31
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex). Op alle ondersteunde papierformaten die
vanuit lade 1 worden afgedrukt, kan handmatig dubbelzijdig worden afgedrukt. Zie
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) voor meer informatie.
32Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Bedieningspaneel
Dit hoofdstuk bevat informatie over het bedieningspaneel van de printer, waaronder de
printerfuncties en gegevens over de printer en de afdruktaken. De volgende onderwerpen
komen aan bod:
●
Overzicht van het bedieningspaneel
●
Knoppen op het bedieningspaneel
●
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
●
Menu's van het bedieningspaneel
●
Menuoverzicht
●
Menu Taak ophalen (voor printers met een vaste schijf)
●
Menu Informatie
●
Menu Papierverwerking
●
Menu Apparaat configureren
●
Menu Diagnostiek
●
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
●
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
NLWW33
Overzicht van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel biedt functies voor de bediening van de printer en geeft informatie
weer over de printer en over afdruktaken. Het display biedt grafische informatie over de
printer en de status van de printerbenodigdheden zodat u gemakkelijker problemen kunt
opsporen en oplossen.
Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel
1M
ENU
(knop)
TOP
2S
3K
4G
5A
6
7
8O
9S
10 O
11 Display
(knop)
LAAR
(lampje)
EGEVENS
TTENTIE
(lampje)
ELP
( ) (knop)
H
T
ERUG/SLUITEN
MLAAG
( ) (knop)
ELECTEREN
MHOOG
( ) (knop)
(lampje)
() (knop)
( ) (knop)
De printer biedt informatie via het display en de lampjes links onder het bedieningspaneel.
De lampjes Klaar, Gegevens en Attentie bieden overzichtelijke informatie over de staat van
de printer en waarschuwen u voor afdrukproblemen. Het display biedt verdere
statusinformatie samen met menu's, Help-informatie, animaties en foutberichten.
Display
Het display van de printer biedt snel volledige informatie over de printer en de afdruktaken.
Het niveau van de printerbenodigdheden, locaties van eventuele papierstoringen en de
status van de afdruktaken worden aan de hand van symbolen en afbeeldingen
weergegeven. De menu's bieden toegang tot de printerfuncties en tot gedetailleerde
informatie.
34Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Het hoofdscherm van het display heeft drie gebieden: bericht, prompt en meter voor
benodigdheden.
Display van de printer
1Berichtengebied
2Berichtengebied
3Promptgebied
Display van de printer
1Berichtengebied
2Meter voor de benodigdheden
3De kleur van de printcartridges van links naar rechts: zwart, magenta, geel en cyaan
Het bericht- en het promptgebied bieden informatie over de staat van de printer en laten u
weten hoe u verder moet handelen.
De meter voor de benodigdheden toont het niveau in de printcartridges (zwart, magenta,
geel en cyaan). Wanneer het inktniveau niet bekend is, wordt in plaats van het niveau een
vraagteken (?) weergegeven. Dit voorkomen als:
●cartridges ontbreken;
●cartridges onjuist zijn geplaatst;
●cartridges fouten bevatten;
●cartridges van een ander merk dan HP zijn geplaatst.
De meter voor benodigdheden wordt weergegeven wanneer op de printer de status Gereed
wordt weergegeven zonder waarschuwingen. De meter wordt ook weergegeven wanneer er
een waarschuwing of foutbericht over een printcartridge of meerdere benodigdheden wordt
weergegeven.
Toegang tot het bedieningspaneel via een computer
U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer wanneer u
de instellingspagina van de ingebouwde webserver gebruikt.
NLWWOverzicht van het bedieningspaneel35
De computer toont dezelfde informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Verder kunt u via de computer een aantal functies van het bedieningspaneel uitvoeren,
zoals het controleren van de printerbenodigdheden, bekijken van berichten en het
veranderen van de configuratie van de laden. Ga naar
gebruiken voor meer informatie.
De geïntegreerde webserver
36Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Knoppen op het bedieningspaneel
U kunt de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken om printerfuncties uit te voeren of
om de menu's en berichten in het display te doorlopen.
KnopFunctie
S
ELECTEREN
P
IJL OMHOOG
P
IJL OMLAAG
Hiermee kunt u selecteren en het afdrukken
hervatten nadat een storing is opgelost.
Hiermee doorloopt u de menu's en tekst en
wijzigt u de numerieke opties in het display.
T
M
ENU
S
TOP
H
ELP
ERUG/SLUITEN
Hiermee gaat u terug in de menu's of beëindigt u
het menu of de Help.
Hiermee opent en sluit u de menu's.
Hiermee onderbreekt u de huidige taak en geeft
u opties voor het doorgaan met afdrukken of het
annuleren van de huidige taak.
Biedt geanimeerde afbeeldingen en
gedetailleerde informatie over printerberichten of
menu's.
NLWWKnoppen op het bedieningspaneel37
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel
Lampjes op het bedieningspaneel
1K
LAAR
2G
EGEVENS
3A
TTENTIE
LampjeAanUitKnippert
K
LAAR
(groen)
Printer is on line (klaar
om gegevens te
ontvangen en af te
drukken).
Printer is off line of is
uitgeschakeld.
Printer probeert het
afdrukken te
beëindigen en off line
te gaan.
G
EGEVENS
(groen)
A
TTENTIE
(geel)
Er zijn verwerkte
gegevens in de printer
aanwezig, maar er zijn
nog meer gegevens
nodig om de
afdruktaak te kunnen
voltooien.
Er heeft zich een
kritieke fout
voorgedaan. De
printer heeft aandacht
nodig.
Printer kan geen
gegevens verwerken
of ontvangen.
Er zijn geen
omstandigheden meer
aanwezig die
aandacht vragen.
Printer verwerkt of
ontvangt gegevens.
Er heeft zich een fout
voorgedaan. De
printer heeft aandacht
nodig.
38Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu's van het bedieningspaneel
U kunt de meeste gangbare afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het
stuurprogramma of de software van de printer. Dit is de eenvoudigste manier om de printer
te bedienen. Op deze manier worden de instellingen van het bedieningspaneel genegeerd.
Zie de bijbehorende Help-bestanden van de software of raadpleeg
meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma.
U kunt de printer ook bedienen door instellingen te wijzigen in het bedieningspaneel van de
printer. Via het bedieningspaneel kunt u toegang krijgen tot printerfuncties die niet worden
ondersteund door het stuurprogramma en de software. U gebruikt het bedieningspaneel
voor het configureren van de laden voor bepaalde soorten afdrukmateriaal en formaten.
Om te beginnen...
●Ga naar de menu's en activeer de gewenste selectie door op de knop ( ) te drukken.
●Gebruik de pijl Omhoog en Omlaag om de menu's te doorlopen. U kunt de pijl Omhoog
en Omlaag (
de pijl Omhoog of Omlaag ingedrukt om de opties sneller te doorlopen.
) ook gebruiken om numerieke opties te verhogen of te verlagen. Houd
Printersoftware voor
●
Met de knop Terug (
selecteren tijdens het configureren van de printer.
●U kunt alle menu's afsluiten door op M
●Als er gedurende 30 seconden geen toets wordt ingedrukt, verspringt de printer naar de
status Gereed.
●Als er naast een menuoptie een vergrendelingssymbool wordt weergegeven, wil dit
zeggen dat er voor de betreffende optie een PIN-code nodig is. Over het algemeen is
deze code verkrijgbaar bij de netwerkbeheerder.
) kunt u teruggaan in de menuopties en numerieke waarden
ENU
te drukken.
NLWWMenu's van het bedieningspaneel39
Menuoverzicht
In de volgende tabellen vindt u een overzicht van ieder menu.
De menu's openen
1. Druk één keer op M
2. Druk op
3. Druk op
4.
Druk op
5. Druk op M
MENU'STAAK OPHALEN
of om naar het overzicht te gaan.
om de gewenste optie te selecteren.
om naar het vorige niveau terug te gaan.
ENU
ENU
om MENU'S te openen.
om de menu's te sluiten.
INFORMATIE
PAPIERVERWERKING
APPARAAT CONFIGUREREN
DIAGNOSTIEK
SERVICE
Menu Taak ophalen (voor printers met een vaste schijf)
Zie Menu Taak ophalen (voor printers met een vaste schijf) voor meer informatie.
TAAK OPHALENEr verschijnt een lijst met opgeslagen taken
GEEN OPGESL. TAKEN
Menu Informatie
Zie Menu Informatie voor meer informatie.
40Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
INFORMATIEMENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKEN
RGB-MONSTERS AFDRUKKEN
CMYK-MONSTERS AFDRUKKEN
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKEN
PCL-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.
PS-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.
Menu Papierverwerking
Zie Menu Papierverwerking voor meer informatie.
PAPIERVERWERKINGLADE 1 FORMAAT
LADE 1 TYPE
LADE <N> FORMAAT
N = 2, 3, 4 of 5
LADE <N> TYPE
N = 2, 3, 4 of 5
Menu Apparaat configureren
Zie Menu Apparaat configureren en Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel
wijzigen voor meer informatie.
NLWWMenuoverzicht41
APPARAAT CONFIGURERENAFDRUKKENEXEMPLAREN
STANDAARD
PAPIERFORMAAT
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIG
DUPLEX BINDEN
A4/LETTER VERVANGEN
HANDMATIG INVOEREN
LETTERTYPE COURIER
BREDE A4
PS-FOUTEN AFDRUKKEN
PCL
AFDRUKKWALITEITKLEUR AANPASSEN
KALIBRATIE INSTELLEN
AFDRUKMODI
OPTIMALISEREN
NU SNEL KALIBREREN
NU VOLLEDIG KALIBREREN
KLEUR RET
SYSTEEMINSTELLINGENMAX. AANTAL
OPGESLAGEN TAKEN
(voor printers met een vaste
schijf)
TIME-OUT TAAKOPSLAG
(voor printers met een vaste
schijf)
ADRES WEERGEVEN
OPTIMALE SNELHEID/
KOSTEN
GEDRAG VAN LADE
POWERSAVE-TIJD
PERSONALITY
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
AUTOM. DOORGAAN
BENDIGDH. BIJNA OP
KLEURBENODIGDH. OP
HERSTEL PAPIERSTORING
RAMDISK
TAAL
42Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
I/OI/O TIME-OUT
PARALLELLE INVOER
EIO X
(waarbij X= 1, 2 of 3.)
HERSTELFABRIEKSINST.
HERSTELLEN
POWERSAVE
RESET BENODIGDHDN
Menu Diagnostiek
Zie Menu Diagnostiek voor meer informatie.
DIAGNOSTIEKGEBEURTENISLOGBOEK AFDRUKKEN
GEBEURTENISLOGBOEK WEERGEVEN
PQ PROBLEEMOPLOSSING
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELEN
SENSOREN PAPIERBAAN
PAPIERBAANTEST
HANDMATIGE SENSORTEST
ONDERDELENTEST
TEST AFDRUKKEN/STOPPEN
NLWWMenuoverzicht43
Menu Taak ophalen (voor printers met een vaste schijf)
Het menu Taak ophalen geeft u een overzicht van alle opgeslagen afdruktaken.
MenuoptieOmschrijving
Er verschijnt een lijst met opgeslagen taken.Doorzoek de lijst om een bepaalde opgeslagen
taak te vinden.
GEEN OPGESL. TAKENAls er geen taken opgeslagen zijn, wordt in
plaats van de lijst dit bericht weergegeven.
44Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Informatie
U kunt het menu Informatie gebruiken voor toegang tot bepaalde printerinformatie en het
afdrukken ervan.
MenuoptieOmschrijving
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
CONFIGURATIE AFDRUKKENHiermee drukt u de configuratiepagina van de
STATUSPAGINA BENODIGDH. AFDR.Maakt een afdruk van de resterende levensduur
STAT. BENODIGDHDN
GEBRUIKSGEGEVENS AFDRUKKEN
DEMO AFDRUKKENDrukt een voorbeeldpagina af.
RGB-MONSTERS AFDRUKKENDrukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
Drukt een overzicht af van het menu van het
bedieningspaneel waarop u de lay-out en de
instelling van de diverse opties van het menu
van het bedieningspaneel kunt zien. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
printer af.
van de benodigdheden en rapporteert gegevens
over het totaal aantal afgedrukte pagina's en de
verwerkte taken, de vervaardigingsdatum van de
printcartridges, het serienummer, het aantal
afgedrukte pagina's en onderhoudsinformatie.
Toont de status van de benodigdheden in een
lijst.
Maakt een afdruk van alle papierformaten die
door de printer gevoerd zijn; toont of de
afdrukken enkelzijdig, dubbelzijdig, zwart-wit of
in kleur waren en rapporteert het aantal pagina's.
RGB-waarden. De voorbeelden dienen als
richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color
LaserJet 5550.
CMYK-MONSTERS AFDRUKKENDrukt kleurvoorbeelden af voor verschillende
CMYK-waarden. De voorbeelden dienen als
richtlijn voor kleuraanpassing op de HP Color
LaserJet 5550.
BESTANDSDIRECTORY AFDRUKKENMaakt een afdruk van de naam en de directory
van de bestanden die op de vaste schijf in de
printer zijn opgeslagen.
PCL-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.Maakt een afdruk van de beschikbare PCL-
lettertypen.
PS-LETTERTYPENOVERZICHT AFDRUK.Maakt een afdruk van de beschikbare PS-
lettertypen (PostScript-emulatie).
NLWWMenu Informatie45
Menu Papierverwerking
Via het menu Papierverwerking kunt u de invoerladen configureren volgens soort en formaat
afdrukmateriaal. Het is belangrijk om door middel van dit menu de laden juist te configureren
alvorens u voor het eerst afdrukt.
Opmerking
Als u eerder HP Color LaserJet-printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te
configureren in de eerste modus of de cassettemodus. Als u de instellingen voor de eerste
modus wilt nabootsen, configureert u lade 1 met formaat = ELK FORMAAT en soort = ELKSOORT. Als u de instellingen van de Cassettemodus wilt nabootsen, stelt u de soort of het
formaat voor lade 1 in op een andere instelling dan ELK.
Menuoptie
LADE 1 FORMAATEen lijst van de beschikbare
LADE 1 TYPEEr wordt een lijst met de
WaardeOmschrijving
Dient voor het configureren van
formaten wordt weergegeven.
beschikbare soorten
weergegeven.
het formaat afdrukmateriaal
voor lade 1. De
standaardinstelling is ELKFORMAAT. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare formaten.
Dient voor het configureren van
de materiaalsoort voor lade 1.
De standaardinstelling is ELKSOORT. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare soorten.
Ondersteunde
Ondersteunde
LADE <N> FORMAAT
N = 2, 3, 4 of 5
LADE <N> TYPE
N = 2, 3, 4 of 5
Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
Er wordt een lijst met de
beschikbare soorten
weergegeven.
Dient voor het configureren van
het formaat afdrukmateriaal
voor lade 2, 3, 4 en 5. De
standaardinstelling is het
formaat dat wordt gedetecteerd
door de ladegeleiders. Als u
een speciaal formaat wilt
gebruiken, verplaatst u de
schakelaar in de lade naar
AANGEPAST. Zie
Ondersteunde papiergewichten
en -formaten voor een volledig
overzicht van de beschikbare
formaten.
Dient voor het configureren van
de materiaalsoort voor lade 2,
3, 4 en 5. De
standaardinstelling is
GEWOON. Zie
papiergewichten en -formaten
voor een volledig overzicht van
de beschikbare soorten.
Ondersteunde
46Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Apparaat configureren
Met het menu Apparaat configureren kunt u de standaardafdrukinstellingen wijzigen of
opnieuw instellen, de afdrukkwaliteit aanpassen en de systeemconfiguratie en de I/O-opties
wijzigen.
Afdrukmenu
Deze instellingen zijn alleen van toepassing op taken zonder specifieke eigenschappen.
Voor de meeste taken worden alle eigenschappen specifiek opgegeven en worden de
instellingen in dit menu tenietgedaan. Met dit menu kunt u ook de standaardinstellingen voor
het papierformaat en de papiersoort opgeven.
MenuoptieWaardenOmschrijving
EXEMPLAREN1 - 32000Dient voor instelling van het
standaard aantal exemplaren.
STANDAARD
PAPIERFORMAAT
STAND. AANGEPAST
PAPIERFORMAAT
DUBBELZIJDIGUIT
DUPLEX BINDENLANGE RAND
Een lijst van de beschikbare
formaten wordt weergegeven.
MAATEENHEID
X-GROOTTE
Y-GROOTTE
AAN
KORTE RAND
Dient voor het instellen van het
standaardpapierformaat.
Dient voor instelling van de
standaard afmetingen voor
taken zonder formaat.
Dient voor in- en uitschakelen
van de functie voor het
dubbelzijdig afdrukken voor
printers met de betreffende
functie.
Dit item wordt alleen
weergegeven als de printer is
voorzien van een
duplexmodule en als
DUBBELZIJDIG is ingesteld
op AAN. Hiermee kunt u de
rand van het papier kiezen dat
wordt gebruikt voor het binden
van dubbelzijdige afdruktaken.
NLWWMenu Apparaat configureren47
MenuoptieWaardenOmschrijving
A4/LETTER VERVANGENNEE
JA
HANDMATIG INVOERENAAN
UIT
LETTERTYPE COURIERNORMAAL
DONKER
BREDE A4NEE
JA
Hiermee kunt u instellen dat A4formaat op Letter-formaat
wordt afgedrukt wanneer er
geen papier van A4-formaat is
geplaatst; dat Letter-formaat op
A4-formaat wordt afgedrukt
wanneer er geen papier van
Letter-formaat is geplaatst; dat
A3-formaat op 11 x 17-formaat
wordt afgedrukt wanneer er
geen papier van A3-formaat is
geplaatst; en dat 11 x 17formaat op A3-formaat wordt
afgedrukt wanneer er geen
papier van 11 x 17-formaat is
geplaatst.
Dient voor het handmatig
invoeren van papier.
Dient voor het selecteren van
een van de beschikbare
versies van het lettertype
Courier.
Dient voor het veranderen van
het afdrukgebied van het A4formaat zodat 80 tekens met
een corpsgrootte van 10 op
een enkele regel passen.
PS-FOUTEN AFDRUKKENUIT
AAN
PDF-FOUTEN AFDRUKKENUIT
AAN
PCLPAGINALENGTE
AFDRUKSTAND
LETTERTYPEBRON
GROOTTE LETTERTYPE
PITCH LETTERTYPE
PUNTGROOTTE
LETTERTYPE
SYMBOLENSET
CR AAN LF TOEVOEGEN
BLANCO PAGINA'S
ONDERDRUKKEN
Dient voor het in- of
uitschakelen van pagina's met
PS-fouten.
Dient voor het in- of
uitschakelen van pagina's met
PDF-fouten. De
standaardwaarde is UIT.
Submenu voor toegang tot de
menu-items van PCL.
48Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Afdrukkwaliteitmenu
Dit menu dient voor het aanpassen van alle aspecten van de afdrukkwaliteit, waaronder
instellingen voor de kalibratie, registratie en de kleurhalftonen.
MenuoptieWaardenOmschrijving
KLEUR AANPASSENLICHTE DELEN
HALFTONEN
DONKERE DELEN
FABRIEKSINST.
HERSTELLEN
KALIBRATIE INSTELLENTESTPAGINA AFDRUKKEN
BRON
*<N>
LADE 1
LADE 2
LADE 3
LADE 4
AFDRUKMODIEr wordt een lijst met de
beschikbare modi weergegeven.
OPTIMALISERENACHTERGR.
OVERDRACHT
TRANSPAR.
Dient voor het aanpassen van
de halftooninstellingen voor
iedere kleur apart. De
standaardwaarde voor elke
kleur is 0.
Dient voor het uitlijnen van de
afbeelding voor enkelzijdig en
dubbelzijdig afdrukken. De
standaardwaarde voor de
BRON is LADE 2. De
standaardwaarde voor de
subitems LADE <N> TYPE,
LADE 1 TYPE, LADE 2 TYPE,
LADE 3 TYPE en LADE 4
TYPE is 0.
Dient voor het associëren van
een bepaalde materiaalsoort
met een specifieke
afdrukmodus.
Wijzig de standaardinstellingen
niet, tenzij u dit moet doen van
de klantenondersteuning.
FUSER OPW
MEDIATYPE
OPTIMALISATIE OPNIEUW
INSTELLEN
NU SNEL KALIBRERENHiermee worden gedeeltelijke
printerkalibraties uitgevoerd.
Ga naar
voor meer informatie.
NU VOLLEDIG KALIBRERENHiermee worden alle
printerkalibraties uitgevoerd.
Ga naar
voor meer informatie.
KLEUR RETUIT
AAN
Met de menuoptie KLEUR RET
kan de gebruiker de instelling
RET (Resolution Enhancement
Technology) van een
kleurenprinter in- of
uitschakelen. De
standaardinstelling is AAN.
De printer kalibreren
De printer kalibreren
NLWWMenu Apparaat configureren49
Menu Systeeminstellingen
Het menu voor de systeeminstelling dient voor het aanbrengen van verandering in de
standaard instellingen voor de algemene printerconfiguratie, zoals de PowerSave-tijd, de
printerpersonality (printertaal) en het herstel na een storing. Zie
het bedieningspaneel wijzigen voor meer informatie.
MenuoptieWaardenOmschrijving
Configuratie-instellingen van
MAX. AANTAL
OPGESLAGEN TAKEN
TIME-OUT TAAKOPSLAGUIT
ADRES WEERGEVENAUTO
1-100Dient voor het instellen van het
1 UUR
4 UUR
1 DAG
1 WEEK
UIT
maximale aantal taken dat op
de vaste schijf van de printer
kan worden opgeslagen.
Taakopslaglimiet voor meer
Zie
informatie.
Dient voor het instellen van de
periode dat bestanden in de
taakopslag worden bewaard
voordat deze uit de wachtrij
worden verwijderd (voor
printers met een vaste schijf).
Time-out taak vasthouden
Zie
voor meer informatie.
Met dit item wordt bepaald of
het IP-adres van de printer op
het display wordt weergegeven
met het bericht Gereed. Als er
meer dan één EIO-kaart is
geïnstalleerd, wordt het IPadres van de kaart in de eerste
sleuf weergegeven. De
standaardwaarde is UIT.
OPTIMALE SNELHEID/
KOSTEN
AUTO
MEESTAL KLEURENPAG
MEESTAL ZWARTE PAG
Met AUTO worden de
standaardinstellingen van de
printer hersteld.
Met MEESTAL KLEURENPAG
wordt NOOIT SCHAKELEN
geactiveerd voor een optimaal
resultaat.
Met MEESTAL ZWARTE PAG
wordt EERST KIJKEN
geactiveerd om de kosten per
pagina te beperken, terwijl het
resultaat zo weinig mogelijk
wordt beïnvloed.
50Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
MenuoptieWaardenOmschrijving
GEDRAG VAN LADEGEBRUIK GEWENSTE LADE
PROMPT HANDINVOER
PS OF AFDRUKMATERIAAL
POWERSAVE-TIJD1 MINUUT
15 MINUTEN
30 MINUTEN
60 MINUTEN
90 MINUTEN
Submenu voor toegang tot de
opties voor ladegedrag. (Met
deze instelling kunt u laden
configureren als laden van
bepaalde oudere printers
van HP.)
Opties voor ladegedrag:
Zie
gewenste lade gebruiken en
handmatige invoer voor meer
informatie.
PS OF AFDRUKMATERIAAL
bepaalt hoe papier wordt
verwerkt wanneer u afdrukt
vanuit een Adobe PSprinterstuurprogramma. Bij
INGESCHAKELD wordt de
papierverwerking van HP
gebruikt. Bij
UITGESCHAKELD wordt de
papierverwerking van Adobe
PS gebruikt. De
standaardwaarde is
INGESCHAKELD.
Vermindert het stroomverbruik
wanneer de printer een
bepaalde tijd niet gebruikt is.
Configuratie-instellingen
Zie
van het bedieningspaneel
wijzigen.
2 UREN
4 UREN
PERSONALITYAUTO
PCL
PDF
MIME
PS
VERWIJDERBARE
WAARSCHUWINGEN
TAAK
AAN
Dient voor het instellen van de
standaard-personality op PCL,
PostScript-emulatie of op
automatisch heen en weer
schakelen.
Personality voor meer
Zie
informatie.
Dient voor instelling van het al
dan niet wissen van
waarschuwingen op het
bedieningspaneel of wanneer
een volgende taak verzonden
wordt.
Wisbare waarschuwingen
Zie
voor meer informatie.
NLWWMenu Apparaat configureren51
MenuoptieWaardenOmschrijving
AUTOM. DOORGAANUIT
AAN
BENDIGDH. BIJNA OPSTOP
VERDER
KLEURBENODIGDH. OPautoContinueBlack
STOP
HERSTEL PAPIERSTORINGUIT
AAN
AUTO
Bepaalt wat de printer doet
wanneer er een fout optreedt
waarna automatisch doorgaan
mogelijk is.
Zie
Automatisch doorgaan voor
meer informatie.
Dient voor instelling van de
opties die gevolgd kunnen
worden wanneer de
benodigdheden bijna op zijn.
Printerbenodigdheden bijna
Zie
op voor meer informatie.
Stelt het printergedrag voor
KLEURBENODIGDH. OP in.
Wanneer een kleurencartridge
leeg is en de printer is
ingesteld op
autoContinueBlack, wordt er
verder afgedrukt met alleen
zwarte toner.
Bepaalt of de printer na een
papierstoring zal proberen om
overgeslagen pagina's opnieuw
af te drukken.
Storingsherstel voor meer
Zie
informatie.
RAMDISKAUTO
UIT
TAALEen lijst van de beschikbare
talen wordt weergegeven.
Menu I/O
Met dit menu kunt u de I/O-opties van de printer configureren.
Netwerkconfiguratie.
Zie
Dient voor het opgeven van de
configuratie van de RAM-schijf.
Wanneer deze is ingesteld op
AUTO, wordt de optimale
grootte van de RAM-schijf
bepaald op basis van de
hoeveelheid beschikbaar
geheugen. De
standaardwaarde is AUTO. Dit
bericht wordt weergegeven op
modellen waarin een vaste
schijf is geïnstalleerd.
Dient voor het instellen van de
standaardtaal voor het
bedieningspaneel.
Taal voor meer informatie.
Zie
52Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
MenuoptieWaardenOmschrijving
I/O TIME-OUT5 - 300Dient voor het selecteren van
de I/O-time-out in seconden.
PARALLELLE INVOERHOGE SNELHEID
GEAVANCEERDE FUNCTIES
EIO X
(waarbij X = 1, 2 of 3)
Mogelijke waarden zijn:
TCP/IP
IPX/SPX
APPLETALK
DLC/LLC
VERB.SNELHEID
Submenu voor toegang tot de
opties voor parallelle invoer.
Gebruik deze opties voor het
selecteren van de snelheid
waarmee de parallelle poort
communiceert met de host en
voor het in- en uitschakelen
van de bidirectionele parallelle
communicatie.
De standaardwaarde voor
HOGE SNELHEID is JA. De
standaardwaarde voor
GEAVANCEERDE FUNCTIES
is AAN.
Dient voor het configureren van
de EIO-apparaten die in sleuf
1, 2 of 3 zijn geïnstalleerd.
Menu Reset
Het menu Reset dient voor het herstellen van de fabrieksinstellingen, het in- en uitschakelen
van de PowerSave-functie en het bijwerken van de printer na installatie van nieuwe
printerbenodigdheden.
MenuoptieWaardenOmschrijving
FABRIEKSINST.
HERSTELLEN
POWERSAVEUIT
AAN
Dient voor het wissen van de
paginabuffer, verwijderen van
alle veranderbare
personalitygegevens, het
activeren van de herstelfunctie
voor de afdrukomgeving en het
herstellen van alle
fabriekswaarden. Met dit menu
worden de netwerkinstellingen
van HP Jetdirect echter niet
teruggezet naar de
standaardwaarden.
Dient voor het in- en
uitschakelen van de
PowerSave-functie. De
standaardwaarde is AAN.
NLWWMenu Apparaat configureren53
MenuoptieWaardenOmschrijving
RESET BENODIGDHDNNWE. TRANSFERKIT
NIEUWE FUSERKIT
Hiermee geeft u aan de printer
door dat er een nieuwe
transferkit of fuserkit is
geïnstalleerd.
54Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Menu Diagnostiek
Met behulp van het menu Diagnostiek kunt u tests uitvoeren voor het vaststellen en
oplossen van problemen met de printer.
MenuoptieOmschrijving
GEBEURTENISLOGBOEK AFDRUKKENMet deze optie kunt u een lijst
GEBEURTENISLOGBOEK WEERGEVENDeze optie toont de laatste 50
PQ PROBLEEMOPLOSSINGMet deze optie worden een
met de laatste 50 vermeldingen
in het printerlogboek afdrukken,
te beginnen met het meest
recente bericht.
gebeurtenissen van het
bedieningspaneel, te beginnen
met de meest recente
gebeurtenis.
aantal pagina's afgedrukt die u
kunt gebruiken om problemen
met de afdrukkwaliteit op te
lossen.
CARTRIDGECONTR. UITSCHAKELENMet deze optie kunt u een
printcartridge verwijderen om te
bepalen welke printcartridge de
oorzaak van het probleem is.
PAPIERBAANTESTDeze optie komt van pas voor
het testen van de functies voor
de papierverwerking zoals de
configuratie van de laden.
SENSOREN PAPIERBAANMet dit item wordt een test
uitgevoerd op alle sensoren om
te bepalen of deze correct
functioneren en wordt de status
van elke sensor weergegeven.
HANDMATIGE SENSORTESTMet dit item wordt een test
uitgevoerd om te bepalen of de
papierbaansensoren correct
functioneren.
ONDERDELENTESTMet deze optie kunt u aparte
onderdelen onafhankelijk
activeren om geluiden,
lekkages en andere problemen
te isoleren.
NLWWMenu Diagnostiek55
MenuoptieOmschrijving
TEST AFDRUKKEN/STOPPENMet dit item worden problemen
met de afdrukkwaliteit
nauwkeuriger geïsoleerd door
de printer tijdens het afdrukken
te onderbreken. Als u de printer
midden in de afdrukcyclus
uitschakelt, kunt u controleren
waar de afdrukkwaliteit van
afbeelding begint te
verslechteren. Als u de printer
tijdens het afdrukken
onderbreekt, heeft dit wellicht
een papierstoring tot gevolg die
handmatig moet worden
opgelost. Een
servicemedewerker moet deze
test uitvoeren.
56Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Configuratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de algemene standaardinstellingen van de
printerconfiguratie wijzigen, zoals het formaat en de soort afdrukmateriaal van een lade, de
tijd voor de PowerSave-functie, de personality van de printer (de printertaal) en de methode
van storingsherstel.
U hebt tevens toegang tot het bedieningspaneel van de printer via een computer als u de
instellingspagina van de ingebouwde webserver gebruikt. De computer toont dezelfde
informatie als op het bedieningspaneel wordt weergegeven. Ga naar
webserver gebruiken voor meer informatie.
De geïntegreerde
VOORZICHTIG
Opmerking
De configuratie-instellingen hoeven maar zelden te worden gewijzigd. Hewlett-Packard raadt
u aan de configuratie-instellingen uitsluitend door de systeembeheerder te laten wijzigen.
Taakopslaglimiet
Deze optie dient voor het instellen van het maximaal aantal taken dat op de vaste schijf van
de printer opgeslagen kan worden. Het maximaal toegestane aantal is 100 en de standaard
instelling is 32.
Deze optie is alleen beschikbaar als er een vaste schijf is geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk om de limiet voor het aantal opgeslagen taken in te
stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN te selecteren.
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op M
of om de waarde te wijzigen.
om de waarde op te slaan.
ENU
.
Time-out taak vasthouden
Deze optie dient voor instelling van de periode dat bestanden in de taakopslag worden
bewaard alvorens ze uit de wachtrij worden verwijderd. De standaardinstelling voor deze
optie is UIT. De andere beschikbare instellingen zijn 1 UUR, 4 UUR, 1 DAG en 1 WEEK.
Opmerking
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen57
Deze optie is alleen beschikbaar als er een vaste schijf is geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk om de functie Time-out taak vasthouden in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
3. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te markeren.
om TIME-OUT TAAKOPSLAG te selecteren.
of om de gewenste tijd te selecteren.
om de tijd in te stellen.
ENU
.
Adres weergeven
Met dit item wordt bepaald of het IP-adres van de printer op het display wordt weergegeven
met het bericht Gereed. Als er meer dan één EIO-kaart is geïnstalleerd, wordt het IP-adres
van de kaart in de eerste sleuf weergegeven.
Het IP-adres weergeven
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om ADRES WEERGEVEN te markeren.
om ADRES WEERGEVEN te selecteren.
of om de gewenste optie te selecteren.
om de optie te selecteren.
ENU
.
Kleur/zwart
Met dit item kunt u de printerinstellingen configureren om de prestaties van de printer en
cartridges te optimaliseren voor de afdrukomgeving. Als de printer voornamelijk wordt
gebruikt voor afdrukken in zwart (meer dan tweederde van de pagina's is zwart), wijzigt u de
instellingen in MEESTAL ZWARTE PAG. Als de printer voornamelijk wordt gebruikt voor
afdrukken in kleur, wijzigt u de printerinstellingen in MEESTAL KLEURENPAG. Als de
printer wordt gebruikt voor het afdrukken in kleur en zwart, kunt u het beste de
standaardinstelling AUTO gebruiken. Als u het percentage kleurenpagina's wilt bepalen,
drukt u een configuratiepagina af. Zie
over het afdrukken van een configuratiepagina. Op de configuratiepagina wordt het totale
aantal pagina's en het aantal kleurenpagina's weergegeven. Als u het percentage van de
afgedrukte kleurenpagina's wilt bepalen, deelt u het aantal kleurenpagina's door het totale
aantal pagina's.
Pagina’s met printerinformatie voor meer informatie
Kleur/zwart instellen
1. Druk op M
58Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om OPTIMALE SNELHEID/KOSTEN te markeren.
om OPTIMALE SNELHEID/KOSTEN te selecteren.
of om de gewenste optie te selecteren.
om de optie te selecteren.
ENU
.
Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en
handmatige invoer
De acties die door laden uitgevoerd worden, omvatten drie opties die door de gebruiker
ingesteld kunnen worden:
●GEBRUIK GEWENSTE LADE: als u EXCLUSIEF selecteert, wordt niet automatisch
een andere lade geselecteerd wanneer u aangeeft dat een bepaalde lade moet worden
gebruikt. Als u EERSTE selecteert, kan de printer papier opnemen uit een tweede lade
als de opgegeven lade leeg is. EXCLUSIEF is de standaardinstelling.
●Handmatig laden: als u ALTIJD (de standaardinstelling) selecteert, geeft het systeem
altijd eerst een melding voordat papier uit de multifunctionele lade wordt opgenomen.
Als u TENZIJ GELADEN selecteert, geeft het systeem alleen een melding als de
multifunctionele lade leeg is.
●PS OF AFDRUKMATERIAAL: deze instelling is van invloed op de werking van niet-
HP PostScript-stuurprogramma's met het apparaat. U hoeft deze instelling niet te
wijzigen als u de stuurprogramma's gebruikt die door HP zijn geleverd. Als deze is
ingesteld op INGESCHAKELD, wordt voor de niet-HP PostScript-stuurprogramma's de
HP-ladeselectiemethode gebruikt, net als voor de stuurprogramma's van HP. Als deze is
ingesteld op UITGESCHAKELD, wordt voor een aantal niet-HP PostScriptstuurprogramma's de PostScript-ladeselectiemethode gebruikt in plaats van de HPmethode.
Gebruik gewenste lade instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om GEBRUIK GEWENSTE LADE te selecteren.
of om EXCLUSIEF of EERSTE te selecteren.
10. Druk op
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen59
om het gedrag van de lade in te stellen.
11. Druk op M
ENU
.
Ga als volgt te werk om de prompt voor handinvoer in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om PROMPT HANDINVOER te markeren.
om PROMPT HANDINVOER te selecteren.
of om ALTIJD of TENZIJ GELADEN te selecteren.
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.
De standaardinstelling van de printer instellen voor PS OF
AFDRUKMATERIAAL
1. Druk op M
2. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
Opmerking
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om GEDRAG VAN LADE te markeren.
om GEDRAG VAN LADE te selecteren.
om PS OF AFDRUKMATERIAAL te selecteren.
9. Druk op of selecteer INGESCHAKELD of UITGESCHAKELD.
10. Druk op
11. Druk op M
om het gedrag van de lade in te stellen.
ENU
.
PowerSave-tijd
Met de instelbare PowerSave-functie kunt u het energieverbruik beperken wanneer de
printer enige tijd niet actief is geweest. De tijdsduur die verstrijkt voordat de PowerSavestand van de printer wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld op 1 MINUUT, 15 MINUTEN,
30 MINUTEN of op 60 MINUTEN, 90 MINUTEN, 2 UREN of 4 UREN. De standaardinstelling
is 30 MINUTEN.
Het display van de printer wordt gedempt wanneer de printer naar de PowerSave-stand
schakelt. De PowerSave-stand heeft geen invloed op de opwarmtijd van de printer, tenzij
deze meer dan 8 uur in de PowerSave-stand heeft gestaan.
60Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Ga als volgt te werk om de tijd voor de PowerSave-stand in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om POWERSAVE-TIJD te markeren.
om POWERSAVE-TIJD te selecteren.
of om de gewenste tijd te selecteren.
om de tijd in te stellen.
ENU
.
Ga als volgt te werk om PowerSave in of uit te schakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om HERSTEL te markeren.
om HERSTEL te selecteren.
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om POWERSAVE te markeren.
om POWERSAVE te selecteren.
of om AAN of UIT te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Personality
Deze printer schakelt automatisch over naar de juiste personality (printertaal).
●AUTO stelt de printer in staat om automatisch de aard van de afdruktaak te detecteren
en de personality voor de betreffende taak in te stellen.
●PCL stelt de printer in voor gebruik van de printertaal PCL (Printer Control Language).
●PDF stelt de printer in op het afdrukken van PDF-bestanden.
●MIME stelt de printer in voor gebruik met draagbare apparaten, zoals mobiele telefoons
en PDA's (Personal Digital Assistants).
●
PS stelt de printer in voor gebruik van de PostScript-emulatiemodus.
Ga als volgt te werk om de personality in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen61
4. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om PERSONALITY te markeren.
om PERSONALITY te selecteren.
of om de juiste personality te selecteren (AUTO, PS, PCL of PDF).
om de personality in te stellen.
ENU
.
Wisbare waarschuwingen
Met deze optie bepaalt u de tijd dat wisbare waarschuwingen worden weergegeven door
AAN of TAAK te selecteren. De standaardwaarde is TAAK.
●AAN geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat u op
●TAAK geeft de wisbare waarschuwingen weer totdat de taak waardoor het bericht is
veroorzaakt, is beëindigd.
Ga als volgt te werk om de wisbare waarschuwingen in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
drukt.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te markeren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te markeren.
om VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Automatisch doorgaan
U bepaalt wat de printer doet wanneer er een fout optreedt waarna automatisch doorgaan
mogelijk is. AAN is de standaardinstelling.
●AAN toont gedurende tien seconden een foutbericht alvorens automatisch door te gaan
met afdrukken.
●UIT zet het afdrukken tijdelijk stil wanneer er een fout is opgetreden tot u op
Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan
drukt.
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
62Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
5. Druk op om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om AUTOM. DOORGAAN te markeren.
om AUTOM. DOORGAAN te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Printerbenodigdheden bijna op
De printer biedt twee opties voor het rapporteren dat de benodigdheden bijna op zijn;
VERDER is de standaardwaarde.
●VERDER stelt de printer in staat om verder af te drukken terwijl een waarschuwing
wordt weergegeven tot de benodigdheden zijn vervangen.
●Met STOP houdt de printer op met afdrukken totdat de benodigdheden zijn vervangen of
totdat u op
blijft.
Ga als volgt te werk om de waarschuwing voor de
printerbenodigdheden in te stellen
1. Druk op M
drukt waardoor de printer verder afdrukt terwijl de waarschuwing zichtbaar
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om BENDIGDH. BIJNA OP te markeren.
om BENDIGDH. BIJNA OP te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Kleurentoner is op
Er zijn twee opties voor deze menuoptie.
●autoContinueBlack stelt de printer in staat om verder af te drukken met alleen zwarte
toner wanneer de kleurencartridge leeg is. Op het bedieningspaneel wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven wanneer deze printermodus is geactiveerd. In deze
modus kunt u alleen een specifiek aantal pagina's afdrukken. Hierna wordt het
afdrukken onderbroken totdat u de lege kleurencartridge hebt vervangen.
●Met STOP wordt het afdrukken gestopt totdat de lege kleurencartridge is vervangen.
Reactie instellen voor lege kleurencartridge
1. Druk op M
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen63
ENU
om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om KLEURBENODIGDH. OP te markeren.
om KLEURBENODIGDH. OP te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Storingsherstel
Met deze optie bepaalt u de reactie van de printer na een papierstoring, waaronder de
manier waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde.
●AUTO: wanneer er voldoende geheugen beschikbaar is wordt de functie voor
storingsherstel automatisch door de printer ingeschakeld.
●AAN: de pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden opnieuw afgedrukt. Er
wordt extra geheugen toegewezen voor het opslaan van de laatste paar afgedrukte
pagina's waardoor de algemene afdrukprestaties iets worden verminderd.
●UIT: pagina's die bij de papierstoring zijn betrokken, worden niet opnieuw afgedrukt.
Aangezien er geen geheugen wordt gebruikt voor het opslaan van de laatst afgedrukte
pagina's, is het mogelijk dat de prestaties optimaal zijn.
Ga als volgt te werk om de reactie van de printer op een papierstoring
in te stellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om SYSTEEMINSTELLINGEN te selecteren.
om HERSTEL PAPIERSTORING te markeren.
om HERSTEL PAPIERSTORING te selecteren.
of om de gewenste instelling te selecteren.
om de waarde in te stellen.
ENU
.
Taal
Als op het bedieningspaneel LANGUAGE in het Engels wordt weergegeven, voert u de
onderstaande procedure uit. Is dit niet het geval, dan schakelt u de printer uit en vervolgens
weer in. Als XXXMB wordt weergegeven, houdt u
bedieningspaneel branden, laat u
in te stellen.
los en voert u de onderstaande procedure uit om de taal
ingedrukt. Als de drie lampjes op het
64Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
Ga als volgt te werk om de taal te selecteren
1. Als Select A Language in het Engels wordt weergegeven, drukt u op en wacht u
totdat LANGUAGE in het Engels op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2. Druk op
3. Druk op
totdat de gewenste taal wordt weergegeven.
om de gewenste taal op te slaan.
NLWWConfiguratie-instellingen van het bedieningspaneel wijzigen65
Het bedieningspaneel gebruiken als de printer wordt gedeeld
Als gebruik van de printer met anderen gedeeld wordt, volgt u de onderstaande richtlijnen:
●Raadpleeg altijd uw systeembeheerder voordat u de instellingen op het
bedieningspaneel wijzigt. Het wijzigen van de instellingen op het bedieningspaneel kan
gevolgen hebben voor andere afdruktaken.
●Overleg altijd met de andere gebruikers voordat u het standaardlettertype van de printer
wijzigt of software-lettertypen downloadt. Een goede coördinatie bespaart
printergeheugen en voorkomt onverwachte afdrukresultaten.
●Houd er rekening mee dat overschakeling op een andere printerpersonality, zoals
geëmuleerde PostScript of PCL, van invloed is op de afdrukresultaten van andere
gebruikers.
Opmerking
Het is mogelijk dat het netwerkbesturingssysteem dat u gebruikt, automatisch de afdruktaak
van iedere gebruiker beschermt tegen consequenties van andere afdruktaken. Raadpleeg
uw systeembeheerder voor meer informatie.
66Hoofdstuk 2 BedieningspaneelNLWW
I/O-configuratie
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bepaalde netwerkparameters configureert op de
printer. De volgende onderwerpen komen aan bod:
●
Netwerkconfiguratie
●
Parallelle configuratie
●
USB-configuratie
●
Configuratie van Jetlink-aansluiting
●
Enhanced I/O (EIO) configureren
●
Draadloos afdrukken
NLWW67
Netwerkconfiguratie
Het is mogelijk dat u bepaalde netwerkparameters op de printer moet configureren. U kunt
deze parameters configureren via het printerbedieningspaneel, de ingebouwde webserver
en voor de meeste netwerken ook vanuit HP Web Jetadmin (of het HP LaserJet programma
voor de Macintosh).
Opmerking
Zie De geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de
geïntegreerde webserver. Zie
gebruik van de HP-werkset.
Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers voor een volledig
overzicht van ondersteunde netwerken en instructies voor het configureren van
netwerkparameters vanuit software. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een
HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd.
Dit gedeelte bevat de volgende instructies voor het configureren van netwerkparameters
vanaf het bedieningspaneel van de printer:
●TCP/IP-parameters configureren
●ongebruikte netwerkparameters uitschakelen
●parameters van Novell NetWare-frametype configureren
De HP werkset gebruiken voor meer informatie over het
Parameters van Novell NetWare-frametype configureren
De HP Jetdirect-printserver selecteert automatisch een NetWare-frametype. Selecteer een
frametype alleen handmatig als de printserver een onjuist frametype selecteert. Als u wilt
weten welke frametypen de HP Jetdirect-printserver heeft gekozen, kunt u een
configuratiepagina van de printer afdrukken. Zie
Pagina’s met printerinformatie.
Novell NetWare-parameters configureren via het bedieningspaneel van
de printer
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om IPX/SPX te markeren.
om IPX/SPX te selecteren.
om FRAME TYPE te markeren.
om het gewenste frametype te markeren.
om het frametype te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
68Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
TCP/IP-parameters configureren
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende TCP/IP-parameters configureren:
●gebruik het bestand BOOTP voor configuratieparameters (het bestand BOOTP wordt
standaard gebruikt)
●IP-adres (4 bytes)
●subnetmasker (4 bytes)
●standaardgateway (4 bytes)
●time-out voor niet-actieve TCP-verbinding (in seconden)
Automatisch TCP/IP-parameters via het bedieningspaneel van de
printer configureren
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op M
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om CONFIG.METHODE te selecteren.
om AUTOM. IP te markeren.
om AUTOM. IP te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Handmatig TCP/IP-parameters configureren via het bedieningspaneel
van de printer
Gebruik de handmatige configuratie voor het instellen van een IP-adres, het subnetmasker
en de lokale en de standaardgateway.
Een IP-adres instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
NLWWNetwerkconfiguratie69
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
8. Druk op om TCP/IP te selecteren.
Opmerking
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
om HANDM. INSTELL. te markeren.
om HANDM. INSTELL. te selecteren.
om HANDMATIG te markeren.
om IP-ADRES te markeren.
om IP-ADRES te selecteren.
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd. Als er geen getal gemarkeerd is,
wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
14. Druk op
15. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het IP-adres te configureren.
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste IP-adres is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
Het subnetmasker instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
Opmerking
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om HANDM. INSTELL. te markeren.
om HANDM. INSTELL. te selecteren.
om SUBNET MASK te markeren.
om SUBNET MASK te selecteren.
De eerste serie van drie series getallen is gemarkeerd.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en het subnetmasker te
configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
16. Herhaal stap 14 en 15 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
De syslog server instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
70Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
4. Druk op om I/O te markeren.
Opmerking
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om HANDM. INSTELL. te markeren.
om HANDM. INSTELL. te selecteren.
om SYSLOG SERVER te markeren.
om SYSLOG SERVER te selecteren.
De eerste serie van vier series getallen vormt de standaardinstellingen. Elke serie getallen
geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
13. Druk op
of op om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
14.
Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan. Druk op om naar de vorige
serie getallen te gaan.
15. Herhaal stap 13 en 14 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
16. Druk op
17. Druk op M
om de syslog server op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
Opmerking
De lokale en de standaardgateway instellen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
De eerste serie van drie series getallen vormt de standaardinstellingen. Als er geen getal
gemarkeerd is, wordt een gemarkeerde onderstreping weergegeven.
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om HANDM. INSTELL. te markeren.
om HANDM. INSTELL. te selecteren.
tot LOCAL GATEWAY of DEFAULT GATEWAY verschijnt.
om LOCAL GATEWAY of DEFAULT GATEWAY te selecteren.
14. Druk op
of om een hoger of lager getal op te geven en LOCAL of DEFAULT
GATEWAY te configureren.
15. Druk op
om naar de volgende serie getallen te gaan.
NLWWNetwerkconfiguratie71
16. Herhaal stap 15 en 16 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
ENU
17. Druk op M
om terug te keren naar de status Gereed.
Netwerkprotocollen uitschakelen (optioneel)
Alle ondersteunde netwerkprotocollen zijn standaard ingeschakeld. Het uitschakelen van de
ongebruikte protocollen heeft het voordeel dat:
●de printer minder netwerkverkeer genereert;
●onbevoegde gebruikers niet kunnen afdrukken op de printer;
●er alleen toepasselijke informatie op de configuratiepagina wordt weergegeven;
●het bedieningspaneel van de printer protocolspecifieke foutberichten en
waarschuwingen kan weergeven.
Opmerking
Opmerking
De TCP/IP-configuratie van de HP Color LaserJet 5550 series printer kan niet worden
uitgeschakeld.
IPX/SPX uitschakelen
Schakel dit protocol niet uit als Windows 95/98, Windows NT, ME, 2000 en Windows XP
wordt gebruikt om op de printer af te drukken.
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
om IPX/SPX te markeren.
om IPX/SPX te selecteren.
om INSCHAKELEN te markeren.
om INSCHAKELEN te selecteren.
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op M
tot AAN of UIT verschijnt.
om AAN of UIT te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
DLC/LLC uitschakelen
1. Druk op M
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
72Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
ENU
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
6. Druk op EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op M
om EIO X te selecteren.
om DLC/LLC te markeren.
om DLC/LLC te selecteren.
om INSCHAKELEN te markeren.
om INSCHAKELEN te selecteren.
tot AAN of UIT verschijnt.
om AAN of UIT te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De time-out bij inactiviteit instellen
1. Druk op om naar MENU'S te gaan.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
om TCP/IP te markeren.
om HANDM. INSTELL. te markeren.
om HANDM. INSTELL. te selecteren.
om TIME-OUT INACT. te markeren.
om TIME-OUT INACT. te selecteren.
of op om het aantal seconden te verhogen of te verlagen voor de time-out
bij inactiviteit.
14. Druk op
15. Druk op M
om de time-out bij inactiviteit op te slaan.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
De verbindingssnelheid instellen
De verbindingssnelheid is standaard ingesteld op AUTO. Voer de volgende procedure uit
om een bepaalde snelheid in te stellen:
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
om naar MENU'S te gaan.
om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren.
om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren.
om I/O te markeren.
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
om I/O te selecteren.
EIO X te markeren (waarbij X = 1, 2 of 3).
om EIO X te selecteren.
NLWWNetwerkconfiguratie73
8. Druk op om VERB.SNELHEID te markeren.
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op M
om VERB.SNELHEID te selecteren.
om de gewenste verbindingssnelheid te markeren.
om de gewenste verbindingssnelheid te selecteren.
ENU
om terug te keren naar de status Gereed.
74Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
Parallelle configuratie
De HP Color LaserJet 5550 series printer biedt ondersteuning voor een parallelle en
netwerkverbinding tegelijk. Een parallelle verbinding kunt u aanbrengen door de printer op
een computer aan te sluiten via een bidirectionele parallelle kabel (die voldoet aan
IEEE-1284) waarbij u de c-connector in de parallelle poort van de printer steekt. De kabel
mag maximaal 10 m lang zijn.
Wanneer een parallelle interface wordt beschreven, duidt de term bidirectioneel erop dat de
printer via de parallelle poort zowel gegevens van de computer kan ontvangen als gegevens
naar de computer kan verzenden.
Opmerking
Opmerking
Verbinding voor de parallelle poort
1c-connector
2parallelle poort
Voor gebruik van de geavanceerde mogelijkheden van de bidirectionele parallelle interface,
zoals de bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer, snellere
gegevensoverdracht en automatische configuratie van printerstuurprogramma's, dient u te
zorgen dat de meest recente printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Ga naar
Printerstuurprogramma's voor meer informatie.
De fabrieksinstellingen bieden ondersteuning voor automatisch schakelen tussen de
parallelle poort en een of meer netwerkverbindingen van de printer. Als zich problemen
voordoen, raadpleegt u
Netwerkconfiguratie.
NLWWParallelle configuratie75
USB-configuratie
Deze printer ondersteunt een USB 1.1-verbinding. De poort bevindt zich aan de achterkant
van de printer, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding. U moet een USB-kabel
gebruiken van het type A-naar-B.
Opmerking
USB-ondersteuning is niet beschikbaar voor computers met Windows 95 of Windows NT 4.0.
USB-verbinding
1USB-aansluiting
2USB-poort
76Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
Configuratie van Jetlink-aansluiting
Deze printer heeft een Jetlink-aansluiting voor invoerapparaten voor papierverwerking. De
poort bevindt zich aan de achterkant van de printer, zoals wordt weergegeven in de
volgende afbeelding.
Jetlink-aansluiting
1Jetlink-verbindingspoort
NLWWConfiguratie van Jetlink-aansluiting77
Enhanced I/O (EIO) configureren
De printer beschikt over drie EIO-sleuven (Enhanced Input/Output). De drie sleuven dienen
voor het installeren van compatibele, apart verkrijgbare apparaten, zoals een HP Jetdirectprintserver, een vaste EIO-schijf van HP of andere apparaten. Door een EIO-netwerkkaart in
een van de sleuven te installeren, verhoogt u het aantal netwerkinterfaces dat voor de
printer beschikbaar is.
EIO-netwerkkaarten kunnen de prestaties van de printer optimaliseren, wanneer u afdrukt
via een netwerk. Daarnaast beschikt u op deze manier over de mogelijkheid om de printer
overal in het netwerk te plaatsen. Hierdoor is het niet nodig om de printer rechtstreeks op
een server of een werkstation aan te sluiten en kunt u de printer dichter bij de gebruikers
van het netwerk plaatsen.
Als de printer is voorzien van een EIO-netwerkkaart, kunt u deze kaart configureren via het
menu Configureren op het bedieningspaneel.
HP Jetdirect-printservers
HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) kunnen worden geïnstalleerd in een van de EIOsleuven van de printer. Deze kaarten ondersteunen diverse netwerkprotocollen en
besturingssystemen. HP Jetdirect-printservers vergemakkelijken het netwerkbeheer doordat
u de mogelijkheid hebt een printer op iedere locatie rechtstreeks aan te sluiten op uw
netwerk. HP Jetdirect-printservers ondersteunen ook SNMP (Simple Network Management
Protocol), waarmee netwerkbeheerders printers op afstand kunnen beheren en problemen
via de HP Web Jetadmin-software kunnen oplossen.
Opmerking
Opmerking
Installatie van deze kaarten en de netwerkconfiguratie moet worden uitgevoerd door een
netwerkbeheerder. U kunt de kaart configureren via het bedieningspaneel, via de
installatiesoftware voor de printer of met de HP Web Jetadmin-software.
Raadpleeg de documentatie bij de HP Jetdirect-printserver voor informatie over welke
externe apparaten of EIO-netwerkkaarten worden ondersteund.
Beschikbare interfaces voor Enhanced I/O
HP Jetdirect-printservers (netwerkkaarten) bieden oplossingen voor:
●Novell NetWare Network
●Microsoft Windows- en Windows NT-netwerken
●Apple Mac OS (AppleTalk)
●UNIX (HP-UX en Solaris)
●Linux (Red Hat en SuSE)
●Afdrukken via internet
Voor een samenvatting van een overzicht van beschikbare netwerkoplossingen raadpleegt u
de Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers of bezoekt u HP Online
Klantenondersteuning op http://www.hp.com/support/net_printing.
78Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
NetWare-netwerken
Als u Novell NetWare samen met een HP Jetdirect-printserver gebruikt, biedt de
wachtrijserver-modus betere afdrukprestaties dan de afstandsprinter-modus. De
HP Jetdirect-printserver biedt ondersteuning voor NDS (Novell Directory Services) en de
bindery-modus. Raadpleeg voor verdere informatie de Beheerdershandleiding voorHP Jetdirect-printservers voor.
Als u werkt met een computer met Windows 95, 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP, gebruikt u het
hulpprogramma voor printerinstallatie om de printer voor een NetWare-netwerk in te stellen.
Windows- en Windows NT-netwerken
Gebruik voor computers met Windows 98, ME, NT 4.0, 2000 of XP het hulpprogramma voor
het installeren van een nieuwe printer om de printer voor een Microsoft Windows-netwerk in
te stellen. Het hulpprogramma kan worden gebruikt om printers in te stellen voor een peer-topeernetwerk of voor een client-servernetwerk.
AppleTalk-netwerken
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de printer in te stellen voor een EtherTalk- of
een LocalTalk-netwerk. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers
voor meer informatie. Deze handleiding wordt geleverd bij printers waarin een HP Jetdirectprintserver is geïnstalleerd.
UNIX/Linux-netwerken
Gebruik het HP Jetdirect-printerinstallatieprogramma voor UNIX om de printer voor een HPUX- of Sun Solaris-netwerk in te stellen.
Gebruik HP Web Jetadmin om printers voor een UNIX- of Linux-netwerk in te stellen en te
beheren.
Als u software van HP wilt aanschaffen voor UNIX/Linux-netwerken, bezoekt u de HP Online
Klantenondersteuning op: http://www.hp.com/support/net_printing. Raadpleeg deBeheerdershandleiding voor HP Jetdirect-printservers voor overige installatieopties die door
de HP Jetdirect-printserver worden ondersteund. Deze handleiding wordt geleverd bij
printers met een HP Jetdirect-printserver.
NLWWEnhanced I/O (EIO) configureren79
Draadloos afdrukken
Draadloze netwerken zijn een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele
bekabelde netwerkverbindingen. Zie
beschikbare draadloze printservers.
IEEE 802.11b-standaard
Met de draadloze HP Jetdirect 802.11b externe printserver kan HP-randapparatuur overal
op kantoor of thuis worden geplaatst en worden verbonden met een draadloos netwerk dat
wordt uitgevoerd onder de netwerkbesturingssystemen Microsoft, Apple, Netware, UNIX of
Linux. Via de draadloze technologie kunt u materiaal afdrukken van hoge kwaliteit, zonder
de beperkingen van bedrading. Randapparatuur kan overal in een kantoor of thuis
eenvoudig worden geplaatst en kan eenvoudig worden verplaatst zonder dat netwerkkabels
hoeft te verleggen.
De wizard HP-netwerkprinter maakt de installatie eenvoudig.
Er zijn HP Jetdirect 802.11b-printservers beschikbaar voor het draadloos afdrukken met
USB-verbindingen en parallelle verbindingen.
Bluetooth
Benodigdheden en accessoires voor een lijst met
De draadloze technologie van Bluetooth is een kortegolf-radiotechnologie waarmee
computers, printers, PDA's (Personal Digital Assistants), mobiele telefoons en andere
apparaten draadloos kunnen worden verbonden.
In tegenstelling tot de infraroodtechnologie, worden bij Bluetooth radiosignalen gebruikt voor
de communicatie, waardoor apparaten zich niet in dezelfde kamer of hetzelfde kantoor
hoeven te bevinden, omdat de verbonden apparaten niet worden gehinderd door obstakels.
Door de draadloze technologie neemt de mobiliteit en efficiëntie met betrekking tot
bedrijfsnetwerktoepassingen toe.
Voor de HP Color LaserJet 5550 series printer is een Bluetooth-adapter (hp bt1300) nodig
om gebruik te kunnen maken van de draadloze technologie van Bluetooth. De adapter is
beschikbaar voor USB-verbindingen of parallelle verbindingen. De adapter heeft een
ontvangstbereik van 10 meter op de 2,5 GHz ISM-band en een gegevensoverdrachtsnelheid
tot 723 Kbps. Het apparaat ondersteunt de volgende Bluetooth-profielen:
●HCRP (Hardcopy Cable Replacement Profile)
●SPP (Serial Port Profile)
●OPP (Object Push Profile)
●BIP (Basic Imaging Profile)
●BPP (Basic Printing Profile) met XHTML-afdruk
80Hoofdstuk 3 I/O-configuratieNLWW
Afdruktaken
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u eenvoudige afdruktaken uitvoert. De volgende
onderwerpen komen aan bod:
●
Afdruktaken beheren
●
Afdrukmateriaal selecteren
●
Invoerladen configureren
●
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
●
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
●
Bijzondere afdruksituaties
●
Taakopslagfuncties
●
Geheugenbeheer
NLWW81
Afdruktaken beheren
Drie instellingen beïnvloeden de mogelijkheid om in het printerstuurprogramma op te geven
hoe het papier uit de printer moet worden gevoerd. De instellingen voor Bron, Soort en
Formaat worden in de meeste programma's weergegeven in het dialoogvenster Paginainstelling, Afdrukken of Afdrukeigenschappen. Als u deze instellingen niet verandert,
selecteert de printer automatisch een lade op basis van de standaardinstellingen.
Bron
Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het
papier moet opnemen. De printer zal proberen om uit de opgegeven lade af te drukken,
ongeacht de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u een lade kiest die
is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet met de afdruktaak overeenkomt, drukt
de printer niet automatisch af. In plaats daarvan wacht de printer totdat u in de opgegeven
lade papier van de juiste soort en het juiste formaat voor de afdruktaak plaatst. Als u het
papier juist in de lade hebt geplaatst, begint de printer met afdrukken. Als u op
u via het display andere geplaatste laden kiezen.
drukt, kunt
Opmerking
Zie Opties voor ladegedrag: gewenste lade gebruiken en handmatige invoer als u
problemen hebt met het afdrukken volgens Bron en wilt dat de printer automatisch
overschakelt naar de opgegeven lade.
Soort en Formaat
Afdrukken volgens Soort of Formaat houdt in dat de printer papier ophaalt of afdrukt vanuit
de eerste lade die papier van de gewenste soort of het gewenste formaat bevat. Selectie
van papier volgens Soort in plaats van Bron is vergelijkbaar met het vergrendelen van
laden en zorgt ervoor dat speciaal papier niet per ongeluk wordt gebruikt. Wanneer u echter
de instelling Elk hebt geselecteerd, wordt de functie voor het vergrendelen van laden niet
geactiveerd. Als een lade bijvoorbeeld voor briefhoofdpapier is geconfigureerd en u in het
printerstuurprogramma opgeeft dat u op normaal papier wilt afdrukken, wordt door de printer
geen papier uit de lade briefhoofdpapier opgenomen. In plaats daarvan wordt papier
opgenomen uit een lade die normaal papier bevat en die via het bedieningspaneel voor
normaal papier geconfigureerd is. Selectie van papier volgens Soort en Formaat leidt tot
aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanspapier en
transparanten. Gebruik van de verkeerde instelling kan leiden tot verminderde
afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten of
transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
●Als u wilt afdrukken volgens Soort of Formaat en de laden zijn niet geconfigureerd voor
een bepaalde soort of een bepaald formaat in het printerstuurprogramma, selecteert u
de opties Soort en Formaat in de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken of
Afdrukeigenschappen. U wordt gevraagd de betreffende soort en het betreffende
formaat te plaatsen.
●Als u vaak op een bepaalde soort of een bepaald formaat papier afdrukt, kunt u (voor
een lokale printer) of kan de netwerkbeheerder (voor een netwerkprinter) een lade voor
de betreffende soort of het betreffende formaat papier configureren (zie
geïntegreerde webserver gebruiken of Invoerladen configureren voor informatie over de
soort en het formaat). Als u daarna deze soort of dat formaat kiest als afdruktaak, zal de
printer papier opnemen uit de lade die voor de betreffende soort of het betreffende
formaat is geconfigureerd.
82Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
De
Prioriteiten van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, krijgen voorrang (of hebben prioriteit)
afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht:
Opmerking
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het programma
dat u gebruikt.
●Het dialoogvenster Pagina-instelling. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt
op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het
programma waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde
instellingen ergens anders tenietgedaan.
●Het dialoogvenster Afdrukken. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van
het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden
gewijzigd, hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
●Het dialoogvenster Printereigenschappen (printerstuurprogramma). Het
printerstuurprogramma wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die veranderd worden in het dialoogvenster
Printereigenschappen kunnen geen instellingen tenietdoen die elders gekozen zijn.
●Menu-instellingen van de printer. Laagste prioriteit en wordt vaak gebruikt als
stuurprogramma's deze optie niet hebben.
●Standaard printerinstellingen. De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma
zijn de instellingen die voor alle afdruktaken gebruikt worden, tenzij de instellingen
veranderd worden in het dialoogvenster Pagina-instelling, Afdrukken of
Printereigenschappen, zoals hierboven omschreven. Er zijn, afhankelijk van het
besturingssysteem, verschillende manieren om de standaardprinterinstellingen te
wijzigen: 1) klik op Start, Instellingen, Printers en klik vervolgens met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op Eigenschappen; 2) klik op Start,Configuratiescherm en selecteer de map Printers, klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en klik op Eigenschappen.
VOORZICHTIG
NLWWAfdruktaken beheren83
Als u afdruktaken van andere gebruikers onveranderd wilt laten, is het verstandig om
veranderingen in de instelling aan te brengen via het programma of het
printerstuurprogramma. Wijzigingen van de printerinstellingen via het bedieningspaneel van
de printer worden de standaardinstellingen voor alle volgende afdruktaken. Wijzigingen die
via een toepassing of het printerstuurprogramma worden aangebracht, hebben alleen
gevolgen voor de betreffende afdruktaak.
Afdrukmateriaal selecteren
Met deze printer kunt u op verschillende soorten papier en andere afdrukmaterialen
afdrukken. In dit gedeelte worden richtlijnen en specificaties voor de keuze en het gebruik
van verschillende afdrukmaterialen gegeven.
Ga voordat u papier of speciale formulieren in grotere hoeveelheden aanschaft eerst na of
uw leverancier weet welke eisen worden gesteld aan afdrukmaterialen die op uw printer
mogen worden gebruikt. Deze eisen worden beschreven in de HP LaserJet Family PaperSpecification Guide.
Zie
Benodigdheden en accessoires voor informatie over het bestellen van de HP LaserJet
Printer Family Media Guide. Als u een exemplaar van de HP LaserJet Family Printer Media
Guide wilt downloaden, gaat u naar http://www.hp.com/support/clj5550 en selecteert u
Manuals (Handleidingen).
Het is mogelijk dat papier voldoet aan alle in dit hoofdstuk genoemde richtlijnen en toch niet
tot voldoende afdrukresultaten leidt. Dit kan te wijten zijn aan abnormale omstandigheden in
de ruimte waar wordt afgedrukt of aan andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen
controle heeft (bijvoorbeeld een extreem hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid).
Hewlett-Packard raadt aan papier eerst uit te proberen voordat u grote hoeveelheden
aanschaft.
VOORZICHTIG
Het gebruik van papier dat niet voldoet aan de hier of in de handleiding voor afdrukmateriaal
beschreven specificaties, kan problemen veroorzaken waar reparaties voor nodig zijn die
niet door de garantie- of serviceovereenkomst van Hewlett-Packard worden gedekt.
Afdrukmaterialen die u moet vermijden
De HP Color LaserJet 5550 kan veel verschillende papiersoorten verwerken. Gebruik van
papier dat niet aan de specificaties van de printer voldoet, leidt tot verslechtering van de
afdrukkwaliteit en een verhoogde kans op papierstoringen.
●Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
●Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor
standaardringbanden.
●Gebruik geen meerdelige formulieren.
●Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt of gekopieerd.
●Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
Afdrukmateriaal dat de printer kan beschadigen
In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de printer door het papier wordt beschadigd.
Als u schade aan de printer wilt voorkomen, moet u gebruik van het volgende papier
vermijden:
●Gebruik geen papier met nietjes.
●Gebruik geen transparanten die bestemd zijn voor Inkjet printers of voor andere printers
met lage interne temperaturen. Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd
voor gebruik met HP Color LaserJet-printers.
●Gebruik geen fotopapier bestemd voor Inkjet-printers.
84Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
●Gebruik geen gebosseleerd papier of gecoat papier dat niet bestemd is voor de
temperatuur van de fusereenheid van de HP Color LaserJet 5550. Kies papier dat
gedurende 0,1 seconde bestand is tegen een temperatuur van 190°C. HP levert
verschillende soorten papier die speciaal zijn ontwikkeld voor gebruik in de HP Color
LaserJet 5550 series printer.
●Gebruik geen briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is bedrukt.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier moeten zijn gedrukt met inkt die bestand
is tegen een temperatuur van 190°C gedurende 0,1 seconde.
●Gebruik geen afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten,
vervormen of verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 190°C gedurende 0,1
seconde.
Als u benodigdheden voor HP Color LaserJet-printers wilt bestellen, gaat u naar
http://www.hp.com/go/ljsupplies in de V.S. of naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html in
de overige delen van de wereld.
NLWWAfdrukmateriaal selecteren85
Invoerladen configureren
U kunt met de HP Color LaserJet 5550 series printer invoerladen configureren per soort en
formaat. U kunt verschillende soorten papier in de invoerladen van de printer plaatsen en
vervolgens papier opvragen per soort of formaat.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Als u eerder HP Color LaserJet-printers hebt gebruikt, bent u wellicht gewend om lade 1 te
configureren in de eerste modus of de cassettemodus. Als u de instellingen voor de Eerste
modus wilt nabootsen, configureert u lade 1 als Formaat = ELK en Soort = ELK. Het papier
wordt eerst uit lade 1 gehaald wanneer er voor de afdruktaak geen andere lade is
opgegeven. Deze instelling wordt aanbevolen wanneer u verschillende papiersoorten of formaten gebruikt. Als u de instellingen van de Cassettemodus wilt nabootsen, stelt u de
soort of het formaat voor lade 1 in op een andere instelling dan ELK. Deze instelling wordt
aanbevolen wanneer u hetzelfde papierformaat en dezelfde papiersoort gebruikt in lade 1.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, controleert u of het geplaatste papier voldoet aan de
specificaties voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie
De onderstaande instructies dienen voor het configureren van de laden met behulp van het
bedieningspaneel. Het is tevens mogelijk om de laden via de computer te configureren met
behulp van de geïntegreerde webserver. Zie
De formaten Letter en A4 kunt u met de lange of de korte zijde in de printer plaatsen. De
afdrukstand met de lange zijde eerst heeft de voorkeur. Als u papier met de lange zijde
invoert, wordt het papier beter verwerkt en worden minder benodigdheden gebruikt. Invoer
met de korte zijde wordt de geroteerde afdrukstand genoemd en wordt in de laden
aangegeven als LTR-R en A4-R. Invoer met de korte zijde is handig als u op materiaal met
speciale kenmerken, zoals perforaties of uitgesneden gedeelten, afdrukt.
Ondersteunde papiergewichten en -formaten.)
De geïntegreerde webserver gebruiken.
Laden configureren wanneer u hierom wordt gevraagd
Opmerking
In de volgende situaties wordt u automatisch gevraagd de lade te configureren voor soort en
formaat:
●als u papier in de lade plaatst en de lade sluit, wordt het bericht Lade X <SOORT>
<FORMAAT> weergegeven. Als u de soort of het formaat wilt veranderen, drukt u op
●wanneer u een bepaalde lade of een bepaald afdrukmateriaal opgeeft voor een
afdruktaak, terwijl de instellingen van het printerstuurprogramma of een programma en
de lade niet overeenkomen met de instellingen voor de afdruktaak. Het bericht VULLADE X <SOORT> <FORMAAT> wordt weergegeven.
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: VUL LADE X <SOORT><FORMAAT>: als u het formaat of de soort wilt wijzigen, drukt u op
hierna wordt beschreven hoe u de lade kunt configureren wanneer u hierom wordt gevraagd.
De prompt wordt niet weergegeven als u afdrukt vanuit lade 1 en als lade 1 is
geconfigureerd volgens ELK FORMAAT en ELK SOORT.
. In de instructies
Papier plaatsen in lade 1 als u deze één keer wilt gebruiken
Voer de volgende procedure uit als de lade normaal leeg is en wordt gebruikt voor papier
met verschillende formaten of soorten.
.
86Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.