HP LaserJet 2550 User's Guide [nl]

Page 1
Page 2
Page 3
hp color LaserJet 2550 serie printer
Gebruikershandleiding
Page 4
Auteursrecht en licentiebepalingen
© 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring.
Onderdeelnummer Q3702-90951
Edition 1, 6/2004
Handelsmerken
Adobe Photoshop® en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
CorelDRAW
is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation of Corel Corporation Limited.
Microsoft®, Windows®, MS-DOS® en Windows NT® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten van Amerika.
Netscape™ en Netscape Navigator™ zijn handelsmerken van Netscape Communications Corporation in de V.S.
TrueType™ is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de V.S.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
ENERGY STAR® en het logo van ENERGY STAR® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde merken van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency). Informatie over het juiste gebruik van de tekens vindt u in de richtlijnen voor het juiste gebruik van de naam en het internationale logo van ENERGY STAR®.
Page 5
HP online klantenondersteuning
Online Services
24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding
World Wide Web: bijgewerkte HP-printersoftware, productinformatie en ondersteunende informatie en printerdrivers in diverse talen kunt u vinden op http://www.hp.com/support/
clj2550. (De site is Engelstalig.)
Hulpprogramma's bij het online oplossen van problemen
HP Instant Support Professional Edition (ISPE) is een serie op het web gebaseerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen bij desktopcomputers en afdrukapparatuur. Met ISPE kunt u snel problemen met computerapparatuur en afdrukproblemen identificeren, diagnosticeren en oplossen. De ISPE-hulpprogramma's kunt u vinden op http://instantsupport.hp.com.
Telefonische ondersteuning
Hewlett-Packard biedt gedurende de garantieperiode gratis telefonische ondersteuning. Als u belt, wordt u doorverbonden met een team van medewerkers die klaar staan om u te helpen. Raadpleeg de brochure in de productverpakking voor het telefoonnummer voor uw land/regio. U kunt ook terecht op http://www.hp.com/support/callcenters. Zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt als u HP belt: productnaam en serienummer, aankoopdatum en beschrijving van het probleem.
U kunt voor ondersteuning ook terecht op http://www.hp.com. Klik op het vak
ondersteuning & drivers.
Softwarehulpprogramma's, drivers en elektronische informatie
Ga naar http://www.hp.com/go/clj2550_software. (De website is Engelstalig, maar u kunt de printerdrivers in verschillende talen downloaden.)
Zie de brochure die bij uw printer is geleverd voor telefonische informatie.
Rechtstreeks bestellen van accessoires of benodigdheden van HP
Bestel benodigdheden via de volgende websites:
Verenigde Staten: http://www.hp.com/sbso/product/supplies
Canada: http://www.hp.ca/catalog/supplies
Europa: http://www.hp.com/supplies
Azië/Oceanië: http://www.hp.com/paper/
Bestel accessoires via http://www.hp.com/accessories. Zie voor meer informatie
Accessoires en bestelinformatie.
Bel de volgende telefoonnummers voor het telefonisch bestellen van benodigdheden en accessoires:
Verenigde Staten: (1) (800) 538-8787
Canada: (1) (800) 387-3154
NLWW
Zie de brochure die bij de printer is geleverd voor de telefoonnumers van de overige landen/ regio's.
HP service-informatie
iii
Page 6
Bel (1) (800) 243-9816 (Verenigde Staten) of (1) (800) 387-3867 (Canada) voor geautoriseerde dealers in de Verenigde Staten of Canada. Of ga naar http://www.hp.com/
go/cposupportguide.
Neem voor service voor uw HP-product in de overige landen/regio's contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio. Zie de brochure die bij uw printer is geleverd.
Serviceovereenkomsten van HP
Bel: 1-800-HPINVENT [(1) (800) 474-6836 (V.S.)] of (1) (800) 268-1221 (Canada).
Service buiten de garantieperiode: (1) (800) 633-3600.
Uitgebreide service: bel 1-800-HPINVENT [(1) (800) 474-6836 (V.S.)] of (1) (800) 268-1221 (Canada). Of ga naar de website HP Supportpack and Carepaq™ Services op
http://www.hpexpress-services.com/10467a.
HP werkset
Gebruik de software van de HP werkset om de printerstatus te controleren en informatie met betrekking tot oplossingen van problemen en online documentatie te bekijken. U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of als deze op een netwerk is aangesloten. Om de HP werkset te kunnen gebruiken, moet u alle softwareonderdelen geïnstalleerd hebben. Zie
Printerbeheer.
iv
NLWW
Page 7
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot printerinformatie ......................................................................................... 2
Snelkoppelingen in de handleiding ....................................................................................2
Als u meer informatie wilt ...................................................................................................2
Printerconfiguraties ...................................................................................................................4
HP color LaserJet 2550L ....................................................................................................4
HP color LaserJet 2550Ln ..................................................................................................4
HP color LaserJet 2550n ....................................................................................................5
Printerfuncties ...........................................................................................................................6
Printeronderdelen ................................................................................................................... 10
Interfacepoorten ...............................................................................................................10
Software ..................................................................................................................................12
Software en ondersteunde besturingssystemen .............................................................12
Softwaretips ......................................................................................................................13
Software voor Windows ................................................................................................... 14
Software voor Macintosh ..................................................................................................15
De printersoftware verwijderen ........................................................................................16
Specificaties voor het afdrukmateriaal ...................................................................................18
Algemene richtlijnen .........................................................................................................18
Papier en afdrukmateriaal ................................................................................................18
Omgeving voor afdrukken en opslag ...............................................................................19
Enveloppen .......................................................................................................................20
Etiketten ............................................................................................................................21
Transparanten ..................................................................................................................21
Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal ..................................................22
NLWW
2 Bedieningspaneel
Functies van bedieningspaneel ..............................................................................................25
Status benodigdheden begrijpen .....................................................................................26
Printerstatus begrijpen ..................................................................................................... 26
3 Afdruktaken
Laden vullen ............................................................................................................................30
Lade 1 vullen ....................................................................................................................30
Optionele lade 2 vullen .....................................................................................................31
Optionele lade 3 vullen .....................................................................................................33
Afdruktaken beheren ..............................................................................................................35
Afdrukken via bron in vergelijking met afdrukken via type of formaat ............................36
Afdruksnelheid voor papier van Letter-formaat maximaliseren .......................................38
Toegang tot de instellingen in de printerdriver ................................................................38
Functies in de printerdriver ...............................................................................................40
Een uitvoerlade selecteren .....................................................................................................45
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ..................................................................................46
Afdrukken op enveloppen ................................................................................................46
v
Page 8
Afdrukken op etiketten ..................................................................................................... 47
Afdrukken op transparanten .............................................................................................48
Afdrukken op glanzend papier .........................................................................................50
Afdrukken op HP LaserJet Tough papier ........................................................................50
Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat of kaarten ..................................51
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren ...........................................52
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) .................................................53
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ...................................................................................53
Een afdruktaak annuleren ...................................................................................................... 55
4 Printerbeheer
Speciale pagina's ....................................................................................................................58
Demopagina .....................................................................................................................58
Configuratiepagina ...........................................................................................................58
Pagina Status benodigdheden .........................................................................................59
HP werkset ..............................................................................................................................61
Ondersteunde besturingssystemen .................................................................................61
Ondersteunde browsers ...................................................................................................61
De HP werkset bekijken ...................................................................................................62
Tabblad Status ................................................................................................................. 62
Tabblad Probleemoplossing ............................................................................................62
Tabblad Waarschuwingen ............................................................................................... 63
Tabblad Documentatie .....................................................................................................64
Venster Apparaatinstellingen ........................................................................................... 64
Overige links .....................................................................................................................66
5 Kleur
Kleur gebruiken .......................................................................................................................68
HP ImageREt 2400 ..........................................................................................................68
Keuze van afdrukmateriaal .............................................................................................. 68
Kleurenopties ....................................................................................................................68
sRGB (standard Red-Green-Blue) ...................................................................................69
Kleuropties beheren ................................................................................................................70
Afdrukken in grijsschaal ................................................................................................... 70
Kleuren automatisch of handmatig aanpassen ...............................................................70
Handmatige kleuropties ...................................................................................................70
Kleuren afstemmen .................................................................................................................72
6 Onderhoud
Benodigdheden beheren ........................................................................................................74
Levensduur van benodigdheden ..................................................................................... 74
Benodigdheden controleren en bestellen ........................................................................74
Benodigdheden bewaren .................................................................................................75
Benodigdheden vervangen en hergebruiken ..................................................................76
Beleid van HP t.a.v. benodigdheden van derden ............................................................76
HP fraudelijn .....................................................................................................................76
De printer reinigen .................................................................................................................. 78
Het mechanisme reinigen ................................................................................................78
De printer kalibreren ...............................................................................................................79
De printer op de printer zelf kalibreren .............................................................................79
De printer via de HP werkset kalibreren ..........................................................................79
vi
NLWW
Page 9
7 Problemen oplossen
Problemen oplossen die geen berichten genereren ..............................................................82
Controlelijst voor het oplossen van problemen ............................................................... 82
Het netwerk controleren ..........................................................................................................84
Algemene afdrukproblemen oplossen ....................................................................................85
PostScript-fouten oplossen .....................................................................................................90
Veelvoorkomende Macintosh-problemen oplossen ...............................................................91
Problemen oplossen die berichten genereren .......................................................................97
Berichten voor zowel Windows als Macintosh .................................................................97
Berichten alleen voor Windows ....................................................................................... 97
Berichten op het bedieningspaneel oplossen ........................................................................99
Statuslampjes verbruiksartikelen ...................................................................................100
Statuslampjes printer ..................................................................................................... 104
Secundaire patronen voor statuslampjes voor de printer .............................................106
Storingen verhelpen ..............................................................................................................108
Waar moet u kijken bij papierstoringen? .......................................................................108
Vastgelopen papier in de printer verwijderen ................................................................108
Vastgelopen papier uit invoergedeelten verwijderen ....................................................109
Vastgelopen papier uit uitvoergedeelten verwijderen ...................................................111
Problemen met het afdrukmateriaal oplossen .....................................................................113
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ........................................................................115
Controlelijst voor afdrukkwaliteit ....................................................................................115
Problemen met alle afgedrukte documenten oplossen .................................................115
Problemen met kleurendocumenten oplossen ..............................................................125
Bijlage A Accessoires en bestelinformatie
Benodigdheden .....................................................................................................................130
Geheugen .............................................................................................................................131
Kabels en interface-accessoires ...........................................................................................132
Accessoires voor papierverwerking ......................................................................................133
Papier en overige afdrukmaterialen .....................................................................................134
Vervangbare onderdelen ......................................................................................................136
Aanvullende documentatie ...................................................................................................137
Bijlage B Service en ondersteuning
Beperkte garantie van Hewlett-Packard ...............................................................................139
Printcartridge Verklaring van beperkte garantie ...................................................................141
Informatie over service en ondersteuning ............................................................................142
Onderhoudsovereenkomsten van HP ..................................................................................142
Overeenkomsten voor service op locatie ......................................................................142
HP Express Exchange (alleen V.S. en Canada) ..................................................................143
HP Express Exchange gebruiken ..................................................................................143
De printer verzendklaar maken ............................................................................................144
De printer opnieuw inpakken .........................................................................................144
Serviceformulier ....................................................................................................................146
Bijlage C Specificaties
NLWW
Printerspecificaties ................................................................................................................149
Bijlage D Informatie over wettelijke voorschriften
Inleiding .................................................................................................................................151
FCC-voorschriften .................................................................................................................152
vii
Page 10
Milieuvriendelijk productiebeleid ...........................................................................................153
Bescherming van het milieu ...........................................................................................153
Ozon-productie ...............................................................................................................153
Energieverbruik ..............................................................................................................153
HP LaserJet afdrukbenodigdheden ...............................................................................153
Chemiekaart (MSDS) ............................................................................................................155
Conformiteitsverklaring .........................................................................................................156
Land-/regiospecifieke veiligheidsvoorschriften .....................................................................157
Verklaring ten aanzien van laserveiligheid ....................................................................157
Canadian DOC statement ..............................................................................................157
Korean EMI statement ................................................................................................... 157
Finnish laser statement ..................................................................................................158
Bijlage E Werken met geheugen
Printergeheugen ................................................................................................................... 160
Geheugen- en lettertype-DIMM's installeren ........................................................................161
Geheugen- en lettertype-DIMM's installeren .................................................................161
Installatie van een DIMM controleren ...................................................................................164
Ga als volgt te werk om installatie van een DIMM te controleren .................................164
Geheugen activeren .............................................................................................................165
Ga als volgt te werk om in Windows geheugen te activeren ........................................165
Geheugen voor Mac OS inschakelen ............................................................................165
De taallettertype-DIMM inschakelen .....................................................................................166
Lettertypen voor Windows inschakelen .........................................................................166
Index
viii
NLWW
Page 11
1

Basisinformatie over de printer

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Snelle toegang tot printerinformatie
Printerconfiguraties
Printerfuncties
Printeronderdelen
Software
Specificaties voor het afdrukmateriaal
NLWW
1
Page 12

Snelle toegang tot printerinformatie

Snelkoppelingen in de handleiding

Printeronderdelen
Functies van bedieningspaneel
Problemen oplossen

Als u meer informatie wilt

Er zijn diverse naslagwerken voor deze printer beschikbaar. Zie http://www.hp.com/support/
clj2550.
De printer gereedmaken
Starthandleiding—Hierin vindt u stapsgewijze voor het installeren en het gereedmaken van de printer.
hpcolor LaserJet
1550•2550 series
HP Jetdirect Handleiding voor beheerders—Instructies voor het configureren van de HP Jetdirect printserver en het oplossen van problemen. Deze handleiding wordt bijgevoegd bij printers die met een HP Jetdirect printserver worden geleverd.
Handleidingen voor accessoires en benodigdheden—Deze handleidingen bieden stapsgewijze instructies bij het installeren van printeraccessoires en benodigdheden.
c9704a
2
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 13
De printer gebruiken
Gebruikershandleiding—Bevat uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die bij de printer is geleverd. Deze is ook beschikbaar via de software van de HP werkset.
Online Help—Bevat informatie over de printeropties die via de printerdrivers beschikbaar zijn. U kunt een Help-onderwerp raadplegen via het menu Help van de printerdriver.
HTML (online) gebruikershandleiding—Bevat uitgebreide informatie over het gebruik van de printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Ga naar http://www.hp.com/support/
clj2550. Na het tot stand brengen van de verbinding, selecteert u Handleidingen.
NLWW Snelle toegang tot printerinformatie
3
Page 14

Printerconfiguraties

Gefeliciteerd met de aankoop van uw HP color LaserJet 2550 serie printer. De printer is verkrijgbaar in de volgende configuraties:

HP color LaserJet 2550L

De HP color LaserJet 2550L printer is een vierkleurenlaserprinter met een afdruksnelheid van max. 20 pagina's van Letter-formaat per minuut (ppm) in zwart-wit, 19 ppm van A4­formaat en 4 ppm van Letter/A4-formaat in kleur. De HP color LaserJet 2550L bevat onder meer een PCL 6-printerdriver en biedt PostScript
Laden. De printer is uitgerust met een multifunctionele lade (lade 1) voor maximaal 125
vel papier of ander afdrukmateriaal, of 10 enveloppen. De printer is ook compatibel met
een optionele lade voor 250 vel (lade 2) voor standaardformaten en met een optionele
lade voor 500 vel (lade 3) voor A4 en Letter. (De optionele lade 2 moet zijn
geïnstalleerd om optionele lade 3 te kunnen plaatsen.) Zie
gewichten afdrukmateriaal voor meer informatie.
®
level 3-emulatie.
Ondersteunde formaten en
Inktpatronen. Dit model wordt standaard met kleureninktpatronen (cyaan, geel en
magenta) geleverd waarmee max. 2.000 pagina's met 5 procent dekking kunnen
worden afgedrukt. Het model wordt met een zwarte inktpatroon geleverd waarmee
max. 5.000 pagina's met 5 procent dekking kan worden afgedrukt. (Bij een normale
zakenbrief is gemiddeld 5% van de pagina bedrukt.)
Connectiviteit. De printer heeft een parallelle poort en USB-poort voor aansluitingen.
De printer is ook compatibel met een optionele HP Jetdirect externe printserver voor
aansluiting op een netwerk.
Geheugen. De printer wordt standaard met 64 MB RAM-geheugen geleverd.
Mogelijkheden tot uitbreiding. De printer heeft een beschikbare DIMM-sleuf voor
geheugenuitbreiding en extra ondersteuning van lettertypen. Het geheugen is tot
192 MB uitbreidbaar door een 128 MB DIMM-geheugen toe te voegen.

HP color LaserJet 2550Ln

De HP color LaserJet 2550n printer beschikt over dezelfde functies als de HP color LaserJet 2550L printer, maar beschikt daarnaast over een HP Jetdirect interne printserver voor aansluiting op een 10/100Base-T netwerk. Dit model ondersteunt tevens een optionele lade 2 en optionele lade 3. (De optionele lade 2 moet zijn geïnstalleerd om optionele lade 3 te kunnen plaatsen.)
4
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 15

HP color LaserJet 2550n

De HP color LaserJet 2550n beschikt over dezelfde functies als de HP color LaserJet 2550Ln printer en is inclusief lade 2. Dit model is ook compatibel met de optionele lade 3. Dit model wordt standaard met kleureninktpatronen geleverd voor hoge capaciteit waarmee max. 4.000 pagina's kunnen worden afgedrukt.
NLWW Printerconfiguraties
5
Page 16

Printerfuncties

Functie HP color LaserJet 2550 serie printer
Afdrukken in kleur
Hoge afdruksnelheid
Uitstekende afdrukkwaliteit
Eenvoudig in gebruik
Biedt laserafdrukken in kleur met vier
basiskleuren: cyaan, magenta, geel en zwart (CMYK).
Drukt in zwart-wit max. 20 ppm af op Letter-
formaat en max. 19 ppm op A4-formaat. Drukt af in kleur op A4/Letter met 4 ppm.
ImageREt 2400 zorgt voor 2400 dpi
laserkwaliteit in kleur door middel van een multilevel afdrukproces.
Tekst en illustraties op 600 bij 600 dots per
inch (dpi).
Aanpasbare instellingen voor het
optimaliseren van de afdrukkwaliteit.
De HP UltraPrecise inktpatroon bevat toner
van een fijnere samenstelling, zodat tekst en afbeeldingen scherper worden afgedrukt.
Weinig benodigdheden nodig.
Benodigdheden zijn eenvoudig te installeren.
Eenvoudige toegang tot printerinformatie en
-instellingen met behulp van de software van de HP werkset.
Mogelijkheden tot uitbreiding
Eenvoudige toegang tot alle
benodigdheden en de papierbaan via de voorste klep.
Optionele lade 2. (Inclusief bij het model
2550n; compatibel met alle overige modellen). Met deze lade voor 250 vel voor standaardformaten heeft de printer een grotere hoeveelheid papier ter beschikking. Er kan slechts één lade voor 250 vellen op de printer worden geïnstalleerd.
Optionele lade 3. Met deze lade voor
500 vel voor Letter- en A4-formaat hoeft u minder vaak het papier in de printer bij te vullen. Er kan slechts één lade voor 500 vellen op de printer worden geïnstalleerd. De optionele lade 2 moet zijn geïnstalleerd om optionele lade 3 te kunnen plaatsen.
Optionele HP Jetdirect externe printserver
voor aansluiting op een netwerk (HP color LaserJet 2550L printer).
Eén DIMM-sleuf voor het toevoegen van
geheugen en lettertypen.
6
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 17
Functie HP color LaserJet 2550 serie printer
Flexibele papierverwerking
Instelbare lade 1 (multifunctionele lade)
voor briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten, transparanten, speciaal formaat afdrukmateriaal, briefkaarten, glanzend papier, HP LaserJet Tough paper en zwaar papier.
Optionele instelbare lade 2 (lade voor
250 vel) voor papier van standaardformaat.
Optionele lade 3 (lade voor 500 vel) voor
papier met Letter- en A4-formaat. (De optionele lade 2 moet zijn geïnstalleerd om optionele lade 3 te kunnen plaatsen.)
Eén uitvoerbak voor 125 vellen en één
uitvoerklep. Selecteer de bovenste uitvoerbak (afdrukzijde omlaag) voor de meeste taken, inclusief transparanten. Gebruik de achterste uitvoerklep (afdrukzijde boven) voor taken op zwaar papier, licht papier of speciale afdrukmaterialen.
Een rechte papierbaan vanuit lade 1 naar
de achterste uitvoerklep.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (duplex
afdrukken). Zie
(handmatig dubbelzijdig afdrukken).
Dubbelzijdig afdrukken
Functies van de printerdriver
PostScript® (PS) 3-emulatietaal en ­lettertypen
Automatisch schakelen tussen printertalen
Interfaceaansluitingen
De printertaal PCL 6 biedt snellere
afdrukprestaties, ingebouwde schalingstechnieken van Intellifont en TrueType™, ingebouwde HP-GL/2­vectorafbeeldingen en geavanceerde weergavecapaciteiten. De PCL 6 biedt tevens 45 schaalbare TrueType-lettertypen en één Line Printer bitmap-lettertype. De PCL 6-printertaal wordt ook meegeleverd.
Inclusief 35 geïntegreerde PS-lettertypen.
De printer schakelt automatisch over op de
juiste printertaal voor de afdruktaak (zoals PS of PCL 6).
Bidirectionele ECP-poort, type-B parallelle
poort (IEEE-1284 compatibel).
USB-poort voor hoge snelheid.
Compatibel met een optionele HP Jetdirect
externe printserver (HP color LaserJet 2550L printer). De HP color LaserJet 2550Ln en 2550n printers worden met een HP Jetdirect interne printserver geleverd.
NLWW Printerfuncties
7
Page 18
Functie HP color LaserJet 2550 serie printer
Netwerkfunctie
Verbeterd geheugen en geheugenuitbreiding
Compatibel met een optionele HP Jetdirect
externe printserver (HP color LaserJet 2550L printer). De HP color LaserJet 2550Ln en 2550n printers worden met een HP Jetdirect interne printserver geleverd.
Alle gebruikelijke netwerkprotocollen zoals
Ethernet, Token Ring en LocalTalk zijn beschikbaar bij het gebruik van een optionele externe HP Jetdirect printserver. (De modellen 2550Ln en 2550n zijn inclusief een HP Jetdirect interne printserver.)
De printer wordt geleverd met 64 MB
geheugen en kan worden uitgebreid tot 192 MB met behulp van de DIMM-sleuven. De meeste documenten kunnen met behulp van de Memory Enhancement technology (MEt) met de standaard hoeveelheid geheugen worden afgedrukt. Via MEt worden gegevens automatisch gecomprimeerd, zodat de capaciteit van het geheugen nagenoeg wordt verdubbeld en meer complexe pagina's met het beschikbare geheugen kunnen worden afgedrukt.
Energiebesparing
Economisch afdrukken
Benodigdheden
De printer bespaart automatisch elektriciteit
door het energieverbruik aanmerkelijk terug te brengen wanneer er niet wordt afgedrukt.
Als partner van ENERGY STAR® heeft
Hewlett-Packard Company bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR® voor efficiënt energieverbruik. ENERGY STAR® is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA).
Met N-per-vel afdrukken (meerdere
pagina's op één vel afdrukken) en dubbelzijdig afdrukken met handmatige duplex bespaart u papier. Zie
pagina’s afdrukken op één vel afdrukken (N­per-vel) en Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken).
Een pagina Status benodigdheden met
weergave van de inktpatronen en imaging drum waarbij de resterende hoeveelheden worden weergegeven. Alleen beschikbaar voor onderdelen van HP.
Inktpatronen hoeven niet te worden
geschud.
Meerdere
Echtheidscontrole van HP-inktpatronen.
Mogelijkheid tot het bestellen van
benodigdheden.
8
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 19
Functie HP color LaserJet 2550 serie printer
Toegankelijkheid
Online gebruikershandleiding die
compatibel is met reader-programma's.
Inktpatronen en de imaging drum kunnen
met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd.
Alle kleppen en deksels kunnen met één
hand worden geopend.
NLWW Printerfuncties
9
Page 20

Printeronderdelen

Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen van de printer voordat u de printer gebruikt.
1
2
1 bovenste uitvoerbak (afdrukzijde omlaag) 2 aan/uit-schakelaar 3 optionele lade 3. 4 optionele lade 2 (bij het model HP color LaserJet 2550n geleverd) 5 lade 1 6 bovenklep 7 bedieningspaneel
7
6
5
4 3
7
12
8
11
9
10
7 bedieningspaneel 8 interfacepoorten 9 optionele lade 2 10 optionele lade 3 11 voedingsaansluiting 12 achterste uitvoerklep (afdrukzijde omhoog)

Interfacepoorten

De printer heeft twee interfacepoorten: een IEEE-1284B-parallelle poort en een USB-poort met hoge snelheid.
10
De modellen HP color LaserJet 2550Ln en 2550n worden geleverd met een HP Jetdirect interne printserver met een 10/100Base-T (RJ-45) poort.
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 21
Opmerking
Aangezien de HP Jetdirect printserverkaart niet met alle modellen wordt meegeleverd, wordt in deze documentatie van de optionele HP Jetdirect printserverkaart gesproken.
1
2
1 parallelle poort (IEEE-1284B) 2 USB-poort voor hoge snelheid 3 10/100Base-T poort (alleen HP color LaserJet 2550Ln en 2550n printers)
3
NLWW Printeronderdelen
11
Page 22

Software

Software en ondersteunde besturingssystemen

HP adviseert de geleverde software te installeren zodat u de printer gemakkelijk kunt instellen en de volledige functionaliteit van het apparaat kunt gebruiken. Niet alle software is in alle talen beschikbaar. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de starthandleiding en recente software-informatie in het leesmij-bestand.
Via internet en andere bronnen zijn de meest recente versies van drivers, extra drivers en andere software beschikbaar. Wanneer u geen toegang hebt tot internet, raadpleegt u
online klantenondersteuning.
De printersoftware ondersteunt de volgende besturingssystemen:
Microsoft
®
Windows®98, Windows 2000, Windows Millennium Edition (Me) en
Windows XP
Windows NT 4.0 (alleen driver, overige printersoftware is niet beschikbaar)
Macintosh OS 9.1 en OS X v.10.1 en later
®
, Linux en OS/2 (beperkte functionaliteit)
UNIX
De volgende tabellen geven de software weer die beschikbaar is voor uw besturingssysteem.
HP
HP color LaserJet 2550 serie printersoftware
Functie Windows
98, ME
Installatiepr ogramma voor Windows
PCL 6 printerdriver
PS­printerdriver
HP Web Jetadmin­software
HP werkset software
Installatiepr ogramma voor Macintosh
Windows 2000 en XP
1
Macintosh OS 9.1
Macintosh OS X
UNIX®, Linux
OS/2
12
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 23
HP color LaserJet 2550 serie printersoftware (vervolg)
Functie Windows
98, ME
PostScript­printerbesch rijvingsbest anden (PPD) en printerdialoo gextensies (PDE) voor Macintosh
Windows 2000 en XP
Macintosh OS 9.1
Macintosh OS X
UNIX®, Linux
OS/2
IBM-drivers
Modelscript s
1
Beschikbaar op de website van HP.
2
Beschikbaar op de website van HP. Niet specifiek voor deze printer.
2
1

Softwaretips

Hieronder volgt een aantal tips voor het gebruik van de printersoftware.
Hoe krijg ik toegang tot printerfuncties?
De printerfuncties zijn toegankelijk via de printerdriver. Sommige functies, zoals speciale papierformaten en afdrukrichting, kunnen ook beschikbaar zijn in de toepassing waarmee u een bestand maakt. Wijzig de instellingen indien mogelijk in de toepassing, aangezien wijzigingen in de toepassing voorrang hebben boven wijzigingen in de printerdriver.
Via de printerdriver (of het dialoogvenster Print voor Macintosh-besturingssystemen) hebt u toegang tot geavanceerde printerfuncties. Raadpleeg
printerdriver voor hulp bij specifieke functies van de printerdriver.
Toegang tot de instellingen in de
Hoe kan ik de laatste printersoftware verkrijgen?
Als u upgrades voor de printersoftware wilt bekijken en installeren, kunt u drivers downloaden van het World Wide Web of van de FTP-servers (File Transfer Protocol) van HP.
Drivers downloaden
1.
Ga naar http://www.hp.com. Klik op het vak drivers.
2.
Typ color laserjet 2550 in als productnaam. De webpagina voor de drivers is mogelijk in het Engels, maar u kunt de drivers zelf in diverse talen downloaden.
Als u geen toegang hebt tot internet, neemt u contact op met de klantenondersteuning van HP. (Zie
HP online klantenondersteuning of de brochure in de verpakking van de printer.)
Raadpleeg het leesmij-bestand voor aanvullende release-informatie.
Welke software is er nog meer beschikbaar?
Zie het leesmij-bestand op de cd-rom van de HP color LaserJet 2550 voor meer informatie over extra software en talen die worden ondersteund.
NLWW Software
13
Page 24

Software voor Windows

Wanneer u de software voor Windows installeert, kan de printer rechtstreeks op een computer worden aangesloten door middel van een parallelle kabel of een USB-kabel, of op een netwerk door middel van een HP Jetdirect printserverkaart. Instructies voor het installeren van deze software vindt u in de starthandleiding en recente software-informatie in het leesmij-bestand.
De volgende software is beschikbaar voor alle gebruikers van de printer, of de printer nu rechtstreeks op een computer is aangesloten door middel van een parallelle kabel of een USB-kabel, of op een netwerk door middel van een HP Jetdirect printserverkaart.
Printerdrivers
Printerdrivers zijn softwarecomponenten die toegang geven tot printerfuncties en zorgen dat de computer met de printer kan communiceren. Raadpleeg voor hulp bij het gebruik van uw printerdriver
Selecteer een printerdriver op basis van de manier waarop u uw printer gebruikt.
Gebruik de PCL 6-printerdriver om alle mogelijkheden van uw printer volledig te kunnen
benutten. Tenzij volledige compatibiliteit met oudere PCL-drivers of oudere printers nodig is, verdient gebruik van de PCL 6-driver aanbeveling.
Gebruik de PostScript-driver (PS) als compatibiliteit met PostScript gewenst is. In deze
printerdriver zijn bepaalde functies niet beschikbaar.
Toegang tot de instellingen in de printerdriver.
De printer schakelt automatisch heen en weer tussen PostScript Level 3-emulatie en PCL­printertalen, afhankelijk van de geselecteerde driver.
Help gebruiken
De printerdriver bevat Help-dialoogvensters die met de knop Help in de driver, de toets F1 op het toetsenbord van de computer of het vraagtekensymbool (?) rechtsboven in de printerdriver kunnen worden geactiveerd. Deze Help-dialoogvensters bevatten gedetailleerde informatie over de specifieke driver. De Help voor de printerdriver staat los van de Help-schermen van uw programma.
HP werkset
U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
De HP werkset bevat snelkoppelingen naar printerstatusinformatie en Help-informatie, zoals deze gebruikershandleiding, en hulpmiddelen voor het diagnosticeren en oplossen van problemen. U kunt ook uitleg en animaties van de waarschuwingslampjes op het bedieningspaneel bekijken. Zie
Onderhoud voor meer informatie.
Software alleen voor netwerkinstallaties
Deze software is alleen beschikbaar als de printer op een netwerk is aangesloten.
14
HP Web Jetadmin
HP Web Jetadmin is bestemd voor printerbeheer in commerciële netwerken en bedrijfsnetwerken. De HP werkset wordt gebruikt voor het beheren van een enkele printer, HP Web Jetadmin voor het beheren van groepen printers en andere apparaten. U kunt deze software downloaden van de website van HP op http://www.hp.com/go/webjetadmin. De HP Web Jetadmin-website biedt HP Web Jetadmin-software in vele talen.
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 25
HP Web Jetadmin is alleen beschikbaar als de printer op een internetprotocol (IP) gebaseerd netwerk is aangesloten. Deze browsergestuurde software kan worden geïnstalleerd op een van de volgende ondersteunde platforms:
Microsoft Windows 2000 of XP
Red Hat Linux
SuSE Linux
HP Web Jetadmin starten
Na installatie van de HP Web Jetadmin-software kunt u het programma in een ondersteunde webbrowser op een willekeurige computer openen door een van de volgende URL's in te voeren:
http://server.domein:poort/
waarbij "server.domein" de hostnaam van uw server is en "poort" het poortnummer dat u tijdens de installatie hebt ingevoerd. (De standaardpoort is 8000.) Deze informatie vindt u in het bestand url.txt, dat is opgenomen in de map waarin HP Web Jetadmin is geïnstalleerd.
http://ipadres:poort/
waarbij "ipadres" het IP-adres is van de computer waarop HP Web Jetadmin is geïnstalleerd.
Voor instellingen die zowel in de printerdriver als HP Web Jetadmin verschijnen, worden wijzigingen die in de printerdriver zijn gemaakt, overschreven door wijzigingen die in HP Web Jetadmin zijn gemaakt.

Software voor Macintosh

Voor Mac 9.1 moet de Apple LaserWriter 8-driver zijn geïnstalleerd als u het PPD-bestand wilt gebruiken. Gebruik de Apple LaserWriter 8 driver die bij de Macintosh is geleverd. Voor Mac OS X gebruikt u Afdrukbeheer als u wilt afdrukken.
De printer bevat de volgende software voor Macintosh-computers.
PPD's (Mac OS 9.1 en Mac OS X classic)
PPD's en de LaserWriter-driver bieden in combinatie toegang tot de printerfuncties en zorgen ervoor dat de computer kan communiceren met de printer. Op de cd-rom van de HP color LaserJet 2550 vindt u een installatieprogramma voor de PPD's.
PDE's (Mac OS X)
PDE's zijn code plug-ins die toegang bieden tot printerfuncties, zoals informatie over het aantal kopieën, dubbelzijdig afdrukken en de kwaliteitsinstellingen. Op de cd-rom van de HP color LaserJet 2500 vindt u een installatieprogramma voor de PDE's en andere software.
NLWW Software
15
Page 26
HP werkset
De HP werkset wordt ondersteund voor Mac OS 10.1 en later. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd. De HP werkset bevat snelkoppelingen naar printerstatusinformatie en Help-informatie, zoals deze gebruikershandleiding, en hulpmiddelen voor het diagnosticeren en oplossen van problemen. U kunt ook uitleg en animaties van de waarschuwingslampjes op het bedieningspaneel bekijken. Zie
HP werkset voor meer informatie.

De printersoftware verwijderen

U verwijdert de software door de volgende instructies voor uw besturingssysteem uit te voeren.
Software voor Windows verwijderen
Met het hulpprogramma voor verwijderen kunt u één of meer van de onderdelen van het HP-afdruksysteem voor Windows selecteren en van uw computer verwijderen.
Software voor Windows 98 en later verwijderen
Opmerking
Meld u in Windows 2000 of XP aan als beheerder voordat u de installatie ongedaan gaat maken.
1. Sluit alle geopende programma's.
Voor Windows 98 en Me
a.
Druk op Ctrl+Alt+Delete. Het dialoogvenster Programma afsluiten wordt geopend.
b.
Selecteer een programma met uitzondering van Explorer of Systray en klik op Taak beëindigen.
c. Herhaal stap b tot alle programma's behalve Explorer en Systray zijn afgesloten.
Voor Windows 2000 en XP
a.
Druk op Ctrl+Alt+Delete. Het dialoogvenster Windows-beveiliging wordt geopend.
b.
Klik op Taakbeheer en klik vervolgens op het tabblad Toepassingen.
c.
Selecteer een programma en klik vervolgens op Taak beëindigen.
d. Herhaal stap c tot alle programma's zijn afgesloten.
2.
Wijs in het menu Start, Programma's aan, dan Hewlett-Packard, en vervolgens HP color LaserJet 2550 series, en klik daarna op Verwijderen.
3.
Klik in het welkomstvenster op Volgende.
Opmerking
16
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
4.
Om bepaalde software-onderdelen te verwijderen, klikt u op De bestaande installatie wijzigen. Klik op Alles verwijderen om alle printersoftware te verwijderen.
Als u klikt op Alles verwijderen, moet u de cd-rom met de software bij de hand hebben om de installatie te voltooien.
5. Klik op het vervolgkeuzepictogram naast elke functie die u wilt verwijderen. In de vervolgkeuzelijst klikt u op Deze functie is niet beschikbaar.
Page 27
6.
Klik op Volgende en volg verder de instructies op het scherm. Klik bij het bericht waarin u wordt gevraagd gedeelde bestanden te verwijderen, op Ja op alles. De bestanden worden verwijderd.
7.
Klik op OK als u wordt gevraagd de computer opnieuw te starten.
Software voor Windows verwijderen met behulp van de optie Software
Een alternatieve methode voor het verwijderen van de printersoftware is het gebruik van de functie Software (toevoegen of verwijderen van programma's). Met deze methode hoeft u niet over de cd-rom met de software te beschikken.
1.
Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Configuratiescherm.
2.
Klik op Software.
3.
Blader door de lijst met softwareprogramma's en klik op hp color LaserJet 2550 serie printer.
4.
Klik op Verwijderen.
Software verwijderen voor Macintosh
U verwijdert de printersoftware van de Macintosh door de map HP LaserJet en de PPD's naar de Prullenmand te slepen. Wanneer u gebruikmaakt van Mac OS X, moet u ook de PDE’s naar de Prullenbak slepen.
Voor Mac OS 9.1: de PPD's kunt u vinden in Macintosh HD\Systeemmap\Extensies \Printerbeschrijvingen.
Voor Mac OS X: de PPD's kunt u vinden in Macintosh HD\Library\Printers\PPDs
\Contents\Resources\<lang>.lproj. De PDE's kunt u vinden in Macintosh HD \Library\Printers\PPD Plugins\HP*.
Het gedeelte <lang> staat voor de taal van de gekozen printersoftware.
NLWW Software
17
Page 28

Specificaties voor het afdrukmateriaal

Dit gedeelte bevat informatie over specificaties van de kwaliteit van het afdrukmateriaal, richtlijnen voor het gebruik en de opslag van afdrukmateriaal.

Algemene richtlijnen

Het is mogelijk dat het afdrukmateriaal aan alle richtlijnen in deze handleiding voldoet en toch geen bevredigend resultaat geeft. Dit probleem kan worden veroorzaakt door onjuist gebruik, een onaanvaardbare temperatuur en vochtigheidsgraad of andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft.
Test, voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft, altijd een exemplaar op kwaliteit en controleer of het afdrukmateriaal voldoet aan de vereisten in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide. Zie
Accessoires en bestelinformatie voor bestelinformatie.
VOORZICHTIG
Het gebruik van afdrukmateriaal dat niet aan de specificaties van HP voldoet, kan problemen voor de printer veroorzaken, waardoor deze gerepareerd moet worden. Deze reparatie wordt niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst die u hebt afgesloten met Hewlett-Packard.
Deze printer kan diverse afdrukmaterialen verwerken, zoals losse vellen papier (met inbegrip van 100% kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten en speciaal papier. Eigenschappen zoals gewicht, samenstelling, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die de kwaliteit van de uitvoer en de prestaties van de printer beïnvloeden. Afdrukmateriaal dat niet aan de in deze handleiding beschreven richtlijnen voldoet, kan de volgende problemen veroorzaken:
Slechte afdrukkwaliteit
Meer papierstoringen
Voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn

Papier en afdrukmateriaal

Categorie Specificaties
Zuurgraad 5,5 pH tot 8,0 pH
18
Dikte 0,094 tot 0,18 mm
Omkrullen in riem Vlak binnen 5 mm
Type snijrand Scherp afgesneden papier zonder ruwe randen
Compatibiliteit met fuser Mag niet schroeien, smelten, geen inktvegen
vertonen en geen gevaarlijke dampen afgeven wanneer het gedurende 0,1 seconde tot 210 °C wordt verhit.
Vezel Lange vezels
Vochtgehalte 4 procent tot 6 procent per gewichtseenheid
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 29
Categorie Specificaties
Gladheid 100 tot 250 Sheffield
Zie voor volledige specificaties voor afdrukmateriaal voor alle HP LaserJet printers de HP LaserJet Printer Family Print Media Guide. Ga naar http://www.hp.com/support/
ljpaperguide om de handleiding in PDF-indeling te downloaden.

Omgeving voor afdrukken en opslag

De beste omgeving voor afdrukken en het opslaan van afdrukmateriaal is op of omstreeks kamertemperatuur, en niet te droog of te vochtig. Papier is hygroscopisch: het neemt vocht snel op en geeft het ook weer snel af.
Een combinatie van warmte en vocht beschadigt papier. Door de warmte verdampt het vocht in het papier, terwijl dit door de koude op de vellen condenseert. Verwarmingssystemen en airconditioners verwijderen het meeste vocht uit een vertrek. Wanneer een pak papier wordt geopend en gebruikt, verliest het papier vocht, waardoor strepen en vlekken ontstaan. Vochtig weer en drinkfonteinen kunnen de vochtigheid in een vertrek doen toenemen. Wanneer een pak papier wordt geopend en gebruikt, neemt het papier vocht op en ontstaan lichte afdrukken en weggevallen gedeelten. Ook kan het papier vervormen wanneer het vocht verliest en opneemt. Dit kan tot papierstoringen leiden.
Daarom zijn de opslag en het hanteren van papier even belangrijk als het papierfabricageproces zelf. De omgevingscondities bij papieropslag kunnen een rechtstreeks effect op de papiertoevoer hebben.
Zorg ervoor dat u niet meer papier aanschaft dan gemakkelijk in korte tijd (ongeveer drie maanden) kan worden opgebruikt. Papier dat lange tijd opgeslagen blijft, kan aan extreme warmte en vochtigheid worden blootgesteld, waardoor het beschadigd kan raken. Planning is belangrijk om beschadiging van een grote voorraad papier te voorkomen.
Ongeopende riemen papier in verzegelde verpakking kunnen enkele maanden lang stabiel blijven voordat het papier wordt gebruikt. Geopende pakken papier kunnen eerder door de omgeving worden beschadigd, vooral als ze niet in een vochtafstotende omslag zijn gewikkeld.
De omgeving voor papieropslag moet goed worden onderhouden om de optimale prestaties van de printer te verzekeren. De vereiste conditie is 20 tot 24 °C, met een relatieve vochtigheid van 45 tot 55 procent. De volgende richtlijnen zijn nuttig bij het evalueren van de omgeving waar het papier wordt opgeslagen:
Het afdrukmateriaal moet op of omstreeks kamertemperatuur worden opgeslagen.
De lucht mag niet te droog of te vochtig zijn (vanwege de hygroscopische
eigenschappen van het papier).
De beste manier om een geopende riem papier op te slaan is deze weer strak in de
vochtbestendige omslag te wikkelen. Als de omgeving van de printer bloot staat aan extreme condities, dient u alleen de hoeveelheid papier uit te pakken die gedurende één dag wordt gebruikt om ongewenste veranderingen vanwege vochtigheid te voorkomen.
Bewaar papier en afdrukmaterialen nooit dicht bij een verwarming of airconditioning of
nabij ramen en deuren die vaak open staan.
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal
19
Page 30

Enveloppen

Gebruik alleen lade 1 om enveloppen af te drukken. Selecteer de soort envelop die u gebruikt in het dialoogvenster Afdrukken of de printerdriver.
Stel in uw programma de marges voor de enveloppen in. De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor DL-enveloppen en zakelijke enveloppen nr. 10.
Soort adres Bovenmarge Linkermarge
Afzender 15 mm (0,6 inch) 15 mm (0,6 inch)
Bestemmingsadres 51 mm (2 inch) 89 mm (3,5 inch)
Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de
envelop niet kleiner dan 15 mm zijn.
Zorg dat u niet afdrukt op het punt waar de naden van de envelop bij elkaar komen.
Enveloppen bewaren
Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten plat bewaard worden. Als er lucht in een envelop blijft zitten en er zich een luchtbel vormt, kan dit tijdens het afdrukken tot kreukelen leiden.
Afdrukken op enveloppen voor meer informatie.
Zie
Constructie van de envelop
De constructie van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van enveloppen variëren aanzienlijk, niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. De kwaliteit van de envelop is bepalend voor het succes waarmee u enveloppen afdrukt. Let bij het aanschaffen van uw enveloppen op de volgende punten:
Gewicht: de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
Constructie: de enveloppen moeten plat liggen en mogen niet meer dan 6 mm (0,25 inch) krullen. De enveloppen mogen geen lucht bevatten.
Staat: enveloppen mogen niet gekreukeld zijn, inkepingen hebben of anderszins beschadigd zijn.
Temperatuur: gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de warmte en de druk van de printer. De fusertemperatuur van deze printer is 210° C (410° F).
Formaat: gebruik alleen enveloppen met de volgende formaten.
Lade Minimaal Maximaal
Lade 1 76 bij 127 mm (3 x 5 inch) 216 bij 356 mm (8,5 x 14 inch)
Enveloppen met dubbele lasnaden
20
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 31
Bij een afwerking met dubbele naden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale naden en niet met diagonale naden. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de lasnaad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
1
2
1 goed 2 niet goed
Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met flappen
Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met meer dan één flap die gevouwen moet worden om de envelop te sluiten, moeten van een kleefmiddel voorzien zijn dat de hitte en de druk van de fuser-rollen in de printer kan weerstaan. De extra flappen en stroken kunnen kreukelen of vouwen, papierstoringen veroorzaken en zelfs de fuser beschadigen.
VOORZICHTIG

Etiketten

Selecteer de soort etiket die u gebruikt in het dialoogvenster Afdrukken of de printerdriver.
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Om ernstige papierstoringen te voorkomen, moet u bij het afdrukken van etiketten altijd lade 1 en de rechte papierbaan gebruiken. Gebruik een vel etiketten slechts eenmaal en druk nooit af op een slechts gedeeltelijk met etiketten gevuld vel.
Let bij het kiezen van etiketten op de kwaliteit van de diverse bestanddelen:
Kleefmiddel: het kleefmiddel moet een temperatuur van 210 °C kunnen verdragen, wat de maximumtemperatuur van de printer is.
Indeling van etiketvel: gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht. Etiketten kunnen van het grondpapier loslaten als er tussenruimte tussen de etiketten bestaat, wat ernstige papierstoringen veroorzaakt.
Omkrullen: zorg dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
Staat: gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere kenmerken die erop wijzen dat het etiket niet goed is bevestigd.
Afdrukken op etiketten voor meer informatie.
Zie

Transparanten

Gebruik alleen lade 1 om transparanten af te drukken. Selecteer Transparanten in het dialoogvenster Afdrukken of de printerdriver.
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal
21
Page 32
De printer ondersteunt afdrukken op transparanten in kleur. Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters.
Transparanten die in de printer worden gebruik, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 210 °C, oftewel de fusertemperatuur van de printer.
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Zie
Afdrukken op transparanten voor meer informatie.
Zie

Ondersteunde formaten en gewichten afdrukmateriaal

Dit gedeelte bevat informatie over het formaat, gewicht en de capaciteit van papier en andere afdrukmaterialen die door elke lade worden ondersteund.
Specificaties lade 1
Lade 1
Afmetingen
Papier Minimaal: 76 bij 127 mm (3
x 5 inch)
Maximaal: 216 bij 356 mm (8,5 x 14 inch)
Glanzend papier Dezelfde afmetingen als
bovenstaande minimum-
HP Omslagpapier
4
en maximumformaten.
1
Gewicht
60 tot 177 g/m
75 tot 90 g/m
203 g/m
2
Accessoires en bestelinformatie.
Capaciteit
2
Maximaal 125 vel papier van 75 g/m
2
Maximale stapelhoogte: 12 mm (0,47 inch)
50 (meestal)
2
2
Transparanten en
Dikte: 0,10 tot 0,13 mm 50 (meestal)
ondoorzichtige film
Etiketten
3
Enveloppen
1
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan standaardformaten en aangepaste
Dikte: max. 0,23 mm 50 (meestal)
Max. 90 g/m
2
Max. 10
formaten. Zie de printerdriver voor ondersteunde formaten.
2
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de
omgevingsomstandigheden.
3
Gladheid: 100 tot 250 (Sheffield).
4
Hewlett-Packard garandeert het resultaat niet als u afdrukt op overige soorten zwaar papier.
22
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 33
Specificaties optionele lade 2
Optionele lade 2 (lade
Afmetingen
1
Gewicht
Capaciteit
2
voor 250 vel)
Letter 216 bij 279 mm (8,5 bij 11
60 tot 105 g/m
2
250 vel van 75 g/m2papier
inch)
A4 210 bij 297 mm (8,3 bij 11,7
inch)
A5 148 bij 210 mm (5,8 bij 8,3
inch)
B5 ISO 176 bij 250 mm (6,9 bij 9,9
inch)
B5 JIS 182 bij 257 mm (7,2 bij 10
inch)
Executive 191 bij 267 mm (7,3 bij 10,5
inch)
Legal 216 bij 356 mm (8,5 x 14
inch)
216 x 356 mm (8,5 x 13 inch)
1
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan standaardformaten en aangepaste
216 bij 330 mm (8,5 bij 13 inch)
formaten. Zie de printerdriver voor ondersteunde formaten.
2
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de
omgevingsomstandigheden.
Specificaties optionele lade 3
Optionele lade 3 (lade
Afmetingen
1
Gewicht
Capaciteit
voor 500 vel)
Letter 216 bij 279 mm (8,5 bij 11
60 tot 105 g/m
2
500 vel van 75 g/m
inch)
A4 210 bij 297 mm (8,3 bij 11,7
inch)
1
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan standaardformaten en aangepaste
2
2
formaten. Zie de printerdriver voor ondersteunde formaten.
2
De capaciteit kan verschillen afhankelijk van het materiaalgewicht, de dikte van het materiaal en de
omgevingsomstandigheden.
NLWW Specificaties voor het afdrukmateriaal
23
Page 34
24
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer NLWW
Page 35

Bedieningspaneel

2
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de functies van het bedieningspaneel.

Functies van bedieningspaneel

De printer bevat de volgende lampjes en knoppen op het bedieningspaneel:
2
3 4 5 6 7
9
10 11 12
Statuslampjes en -knoppen voor benodigdheden
1 2 Lampje van de zwarte inktpatroon 3 Lampje van de cyaan inktpatroon 4 Lampje van de magenta inktpatroon 5 Lampje van de gele inktpatroon 6 Knop C 7 Lampje van de imaging drum
Lampjes en knoppen voor printerstatus
8 9 Knop T 10 Waarschuwingslampje (oranje) 11 Klaar-lampje (groen) 12 Start-lampje en de knop S
ARROUSEL DRAAIEN
AAK ANNULEREN
TART
(beide groen)
1
8
De lampjes en knoppen zijn in twee hoofdgroepen gerangschikt: Status benodigdheden (boven) en Status printer (onder). Zie interpretatie en oplossen van problemen bij brandende lampjes op het bedieningspaneel.
NLWW Functies van bedieningspaneel
Berichten op het bedieningspaneel oplossen voor de
25
Page 36

Status benodigdheden begrijpen

De printer heeft vijf lampjes en één knop om de status van de inktpatronen en imaging drum weer te geven en te regelen. Zie voor de interpretatie en oplossen van problemen bij brandende lampjes op het bedieningspaneel
Statuslampjes benodigdheden zwart, cyaan, magenta en geel
Deze lampjes geven aan wanneer een inktpatroon bijna leeg is (het lampje brandt), leeg is of ontbreekt (het lampje knippert). De lampjes geven ook aan wanneer een inktpatroon hebt geïnstalleerd die niet van HP is (het lampje knippert en het waarschuwingslampje brandt).
Carrousel draaien (knop)
Berichten op het bedieningspaneel oplossen.
Als de bovenklep is gesloten en u op de knop (C
ARROUSEL DRAAIEN
) drukt, draait de carrousel door zodat de volgende patroon in de bovenste positie komt. Het lampje voor de inktpatroon die bovenin komt, knippert snel drie of vier keer.
Lampje van de imaging drum
Dit lampje geeft aan wanneer de imaging drum bijna leeg is (het lampje brandt), leeg is of ontbreekt (het lampje knippert) Het lampje geeft ook aan wanneer een imaging drum is geïnstalleerd die niet van HP is (het lampje knippert en het waarschuwingslampje brandt).

Printerstatus begrijpen

De printer heeft twee knoppen en drie lampjes om de printerstatus weer te geven en te regelen. Zie oplossen van problemen bij lampjes die branden op het bedieningspaneel.
Taak annuleren (knop)
Als het Klaar-lampje knippert, kunt u op taak te annuleren.
Als de printer geen fout herkent, drukt u gelijktijdig op
ANNULEREN
afdrukt. (Als een HP Jetdirect printserver is geïnstalleerd, wordt tevens een HP Jetdirect-pagina afgedrukt.)
Berichten op het bedieningspaneel oplossen voor de interpretatie en het
(T
AAK ANNULEREN
) drukken om de huidige
(S
TART
)en (T
AAK
) waardoor u een Configuratiepagina en een pagina Status benodigdheden
VOORZICHTIG
26
Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Als een lampje voor de status van benodigdheden knippert en het
waarschuwingslampje brandt (aanduiding dat een ander dan HP-onderdeel is geplaatst), kunt u doorgaan met afdrukken door te drukken op
AAK ANNULEREN
).
(T
U krijgt wellicht geen aanwijzing wanneer een onderdeel op of leeg is dat niet van HP is. Als u doorgaat met afdrukken nadat het onderdeel verbruikt is, kan de printer beschadigd raken. Zie
Beperkte garantie van Hewlett-Packard.
Page 37
Waarschuwingslampje
In het algemeen knippert het waarschuwingslampje wanneer het papier op is, vast zit of wanneer andere problemen de aandacht vragen.
Het waarschuwingslampje brandt en een van de statuslampjes benodigdheden brandt als een onderdeel dat niet van HP is voor het eerst wordt geplaatst.
Klaar-lampje
Het Klaar-lampje brandt wanneer de printer gereed is om af te drukken (er geen fouten zijn die het afdrukken tegenhouden) en knippert wanneer de printer gegevens ontvangt om af te drukken.
Start-lampje en Start-knop
Wanneer het Start-lampje brandt en het waarschuwingslampje knippert, kunt u het
afdrukken voortzetten na het laden van papier voor een handmatige toevoer of enkele
(S
TART
fouten herstellen door te drukken op
Wanneer het Start-lampje knippert, is de bovenklep geopend en weer gesloten of u
hebt gedrukt op
ARROUSEL DRAAIEN
). Druk op (S
(C
te maken voor afdrukken. Als u niet op de gereedstatus terugkeren.
).
TART
) om de printer weer gereed
(S
TART
) drukt, zal de printer uit zichzelf naar
Als het Start-lampje uit is en u op
(S
TART
) drukt, zal een demopagina worden
afgedrukt. U kunt een Configuratiepagina en een pagina Status benodigdheden afdrukken door gelijktijdig te drukken op
)en (T
AAK ANNULEREN
(S
TART
HP Jetdirect printserver is geïnstalleerd, wordt tevens een HP Jetdirect-pagina afgedrukt.)
). (Als een
NLWW Functies van bedieningspaneel
27
Page 38
28
Hoofdstuk 2 Bedieningspaneel NLWW
Page 39
3

Afdruktaken

In dit hoofdstuk vindt u informatie over veelvoorkomende afdruktaken:
Laden vullen
Afdruktaken beheren
Een uitvoerlade selecteren
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken)
Een afdruktaak annuleren
Voor informatie over het beheer van de printer en het gebruik van de instellingen via de HP werkset, raadpleegt u
Onderhoud.
NLWW
29
Page 40

Laden vullen

Plaats speciaal afdrukmateriaal zoals enveloppen, etiketten en transparanten alleen in lade 1. Plaats alleen papier in optionele lade 2 of optionele lade 3.
Opmerking
VOORZICHTIG
Aangezien lade 2 en lade 3 niet met alle modellen worden meegeleverd, wordt in deze documentatie van optionele laden gesproken.

Lade 1 vullen

Lade 1 (de multifunctionele lade) kan maximaal 125 vel papier of ander afdrukmateriaal bevatten, of maximaal 10 enveloppen.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal voor informatie over het laden van speciaal
Zie afdrukmateriaal zoals etiketten en transparanten.
Vul nooit afdrukmateriaal in lade 1 bij terwijl de printer aan het afdrukken is, anders kunnen storingen ontstaan. Waaier het papier niet uit voordat u het papier in de laden plaatst en maak de stapel niet te groot.
Lade 1 vullen
1. Open lade 1.
2. Schuif het uitschuifstuk naar buiten. Als het te plaatsen afdrukmateriaal langer is dan
229 mm, draait u tevens het verlengstuk van de lade naar buiten.
3. Schuif de papiergeleiders voor de breedte iets verder uit elkaar dan de breedte van het
afdrukmateriaal.
30
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 41
4. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven en met de bovenste, korte
zijde als eerste in de lade.
Opmerking
VOORZICHTIG
Zie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) voor instructies over het plaatsen van papier bij handmatig dubbelzijdig afdrukken.
5. Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel
afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het afdrukmateriaal moet onder de lipjes op de breedtegeleiders passen.
Wacht totdat de printer gereed is met afdrukken voordat u lade 1 sluit. Anders kunnen papierstoringen ontstaan.
6. Maak aan de achterkant van de printer de uitvoerklep open als u op speciaal
afdrukmateriaal afdrukt, zoals etiketten, enveloppen of zwaar of licht papier, om omkrullen te voorkomen.

Optionele lade 2 vullen

Het gaat daarbij om briefhoofdpapier en geperforeerd papier met een gemiddeld gewicht.
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor meer informatie over
Zie briefhoofdpapier en geperforeerd papier.
VOORZICHTIG
NLWW Laden vullen
Druk speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten en transparanten alleen af via lade 1. Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal via optionele lade 2 of optionele lade 3 kan storingen veroorzaken. Waaier het papier niet uit voordat u het papier in de laden plaatst en maak de stapel niet te groot.
31
Page 42
Optionele lade 2 vullen
1. Trek de optionele lade 2 uit de printer en verwijder eventueel aanwezig papier.
2. Verschuif de breedtegeleiders zodat het gewenste papierformaat in de lade past.
Lade 2 accepteert meerdere standaard papierformaten.
3. Verleng het achterstuk van de lade tot de pijl op de markeringen het gewenste formaat
aanwijst.
Opmerking
4. Plaats het papier. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het
papier met de afdrukzijde omlaag en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) voor instructies voor het plaatsen van papier bij het handmatig dubbelzijdig afdrukken.
32
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 43
5. Zorg dat de stapel papier in alle vier de hoeken plat in de lade ligt en onder de
hoogtelipjes op de lengtegeleiders achter in de lade blijft. Druk de metalen drukplaat voor afdrukmateriaal omlaag tot deze vastklikt.
6. Schuif de lade terug in de printer. Als u de achterzijde van de lade instelt op een lang
formaat, steekt de achterkant van de lade naar achteren uit.

Optionele lade 3 vullen

VOORZICHTIG
De optionele lade 3 ondersteunt papier van Letter- en A4-formaat. Deze lade ondersteunt alleen papier, waaronder ook briefhoofdpapier met gemiddeld gewicht en geperforeerd papier.
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor meer informatie over
Zie briefhoofdpapier en geperforeerd papier.
Druk speciaal afdrukmateriaal zoals etiketten en transparanten alleen af via lade 1. Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal via optionele lade 2 of optionele lade 3 kan storingen veroorzaken. Waaier het papier niet uit voordat u het papier in de laden plaatst en maak de stapel niet te groot.
Optionele lade 3 vullen
1. Trek de lade uit de printer en verwijder het aanwezige papier.
NLWW Laden vullen
33
Page 44
2. Trek voor papier van Letter-formaat de achterte papierstop omhoog. Duw voor papier
van A4-formaat de achterste papierstop omlaag.
A4
3. Voor papier van Letter-formaat schuift u de breedtegeleiders zo ver mogelijk uit elkaar.
Bij A4-papier schuift u de breedtegeleiders zo dicht mogelijk naar elkaar toe.
4. Laad het papier. Als dit speciaal papier is, bijvoorbeeld briefhoofdpapier, plaatst u het
papier met de afdrukzijde omlaag en de bovenrand richting de voorkant van de lade.
Opmerking
Raadpleeg Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor instructies voor het plaatsen van papier bij het handmatig dubbelzijdig afdrukken.
5. Zorg dat de stapel papier in alle vier de hoeken plat in de lade ligt en onder de
hoogtelipjes op de lengtegeleiders achter in de lade blijft.
6. Schuif de lade terug in de printer.
34
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 45

Afdruktaken beheren

Deze sectie bevat basisafdrukinstructies. Bij wijzigingen in de printerinstellingen dient u een specifieke volgorde aan te houden, omdat sommige instellingen voorrang hebben boven andere. (De namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen per softwareprogramma verschillen.)
Dialoogvenster "Pagina-instelling". Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u klikt op Pagina-instelling of een dergelijke opdracht in het menu Bestand in uw
softwareprogramma. Dit dialoogvenster is onderdeel van het programma waarin u werkt. De instellingen die u hier wijzigt, hebben voorrang boven alle andere instellingen.
Dialoogvenster "Afdrukken". Dit dialoogvenster verschijnt wanneer u klikt op Afdrukken, Printerinstellingen of een dergelijke opdracht in het menu Bestand in uw
softwareprogramma. Dit dialoogvenster hoort eveneens bij het programma, maar heeft een lagere prioriteit dan het dialoogvenster Pagina-instelling. Wijzigingen in het dialoogvenster Afdrukken hebben geen voorrang boven wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling. De instellingen die u hier wijzigt, hebben wel voorrang boven de instellingen die u in de printerdriver wijzigt.
Printerdriver. De printerdriver wordt geopend wanneer u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. De instellingen die u hier wijzigt, hebben geen voorrang boven alle andere instellingen. (Bij Macintosh zijn de instellingen van de printerdriver geïntegreerd in het dialoogvenster Print.)
NLWW Afdruktaken beheren
35
Page 46

Afdrukken via bron in vergelijking met afdrukken via type of formaat

Drie instellingen zijn van invloed op hoe de printerdriver probeert afdrukmateriaal in te voeren bij een afdruktaak. Deze instellingen, Bron, Type en Formaat, verschijnen in het dialoogvenster Pagina-instelling of Afdrukken van uw programma, of in de printerdriver. De printer kiest automatisch een lade als u deze instellingen niet wijzigt. Als u deze instellingen wilt wijzigen, kunt u afdrukken via Bron, via Type, via Formaat of via Type en Formaat. (Voor Macintosh OS 9.x zijn soorten en formaten beide beschikbaar op het tabblad Algemeen in het pop-upmenu Papierbron. Voor Macintosh OS X zijn soorten en formaten beide beschikbaar op het tabblad Papierinvoer).
Bron. Afdrukken volgens Bron houdt in dat u een specifieke lade kiest waaruit de printer het papier moet invoeren. De printer zal proberen om vanuit de opgegeven lade af te drukken, ongeacht de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Als u echter een lade kiest die via de HP werkset is geconfigureerd voor een soort of formaat dat niet geschikt is voor de afdruktaak, wordt er niet automatisch afgedrukt. In plaats daarvan wordt gewacht tot u de geselecteerde lade vult met de juiste soort of het juiste formaat afdrukmateriaal voor de afdruktaak. Als u de lade hebt gevuld, begint de printer met afdrukken. (Als de printer niet begint, moet u de lade configureren zodat
deze overeenkomt met het formaat en type papier voor de afdruktaak). Of druk op (S
TART
) om de printer vanuit een andere lade te laten afdrukken.
Soort of formaat. Afdrukken via Type of Formaat wil zeggen dat voor het afdrukken de eerste lade wordt gebruikt met de gewenste papiersoort of het gewenste papierformaat. Druk altijd af via Type bij speciale afdrukmaterialen zoals etiketten of transparanten.
Als u via Type of Formaat wilt afdrukken en de laden niet via de HP werkset zijn
geconfigureerd voor een bepaald type of bepaald formaat, vult u lade 1 met het papier of afdrukmateriaal en selecteert u het type of het formaat in het dialoogvenster Pagina-instelling of Afdrukken, of in de printerdriver.
Als u vaak afdrukt op een bepaald type of formaat afdrukmateriaal, kan de
printerbeheerder (bij een netwerkprinter) of uzelf (bij een rechtstreeks aangesloten printer) met de HP werkset een lade voor deze soort of dit formaat configureren.
HP werkset.) Wanneer u vervolgens deze soort of dit formaat kiest voor een
(Zie afdruktaak, wordt de lade gebruikt die daarvoor is geconfigureerd.
Afdrukken vanuit Windows
1. Controleer of de printer papier bevat.
2.
In het menu Bestand klikt u op Pagina-instelling of op een gelijkwaardige opdracht. Controleer of de printerinstellingen juist zijn voor het document.
3.
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken, Afdrukinstellingen of een gelijkwaardige opdracht. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
4. Selecteer deze printer en wijzig indien noodzakelijk de instellingen. Wijzig geen instellingen (zoals het paginaformaat of de afdrukrichting) die u instelt in het dialoogvenster Pagina-instelling.
5. Als bij deze afdruktaak papier van een standaardformaat en -gewicht wordt gebruikt, hoeft u de instellingen voor Bron is (lade), Type is,ofFormaat is waarschijnlijk niet te wijzigen en kunt u naar stap 7 gaan. Anders gaat u verder met stap 6.
36
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 47
6. Als bij deze afdruktaak geen papier van een standaardformaat of -gewicht wordt gebruikt, kiest u hoe de printer papier selecteert.
Voor afdrukken via Bron (lade) selecteert u, indien mogelijk, de lade in het
dialoogvenster Afdrukken.
Voor afdrukken op bron (lade) wanneer deze instelling niet beschikbaar is in het
dialoogvenster Afdrukken, klikt u op Eigenschappen en selecteert u op het tabblad Papier de lade in het veld voor Bron is.
Klik voor afdrukken op soort of formaat op Eigenschappen en selecteer op het tabblad Papier de soort of het formaat in het veld Type is of Formaat is. (Bij sommige soorten papier zoals briefhoofdpapier, stelt u zowel Type als Formaat in.) Druk altijd af via Type bij speciale afdrukmaterialen zoals etiketten of transparanten.
7.
Klik op Eigenschappen als u dit nog niet had gedaan. De printerdriver verschijnt.
8. Wijzig de gewenste instellingen op de verschillende tabbladen die niet in het dialoogvenster Pagina-instelling of Afdrukken voorkwamen. Zie
printerdriver voor meer informatie over de instellingen van de printerdriver.
9. De printer drukt standaard af naar de bovenste uitvoerbak, wat voor de meeste afdruktaken, inclusief transparanten, de beste optie is. Voor etiketten, zwaar papier of andere speciale afdrukmaterialen doet u de achterste uitvoerklep op de printer omlaag.
10.
Selecteer de opdracht Afdrukken om de taak af te drukken.
Functies in de
Afdrukken vanuit Macintosh OS
1. Zorg dat er papier in de printer is geplaatst.
2.
In het menu Archief klikt u op Pagina-instelling.
3.
Let erop dat deze printer in het pop-upmenu Stel in voor is geselecteerd.
4. Selecteer het papierformaat waarop u gaat afdrukken.
5.
Selecteer de instellingen voor Richting en Vergroot/verklein, indien noodzakelijk, en klik op OK.
6.
In het menu Archief klikt u op Print.
7. Gebruik een van de volgende methoden om de Bron (lade) te selecteren van waaruit u wilt afdrukken of selecteer de soort afdrukmateriaal waarop u wilt gaan afdrukken. Druk altijd af via Type bij speciale afdrukmaterialen zoals etiketten of transparanten.
Mac OS 9.1: Selecteer in het pop-upmenu Algemeen de lade of de soort afdrukmateriaal in het pop-upmenu Papierbron.
Mac OS X: Selecteer in het pop-upmenu Papierinover de lade of het soort afdrukmateriaal.
8. Wijzig de overige gewenste instellingen, zoals watermerken. (Zie
instellingen in de printerdriver voor meer informatie.
9. De printer drukt standaard af naar de bovenste uitvoerbak, wat voor de meeste afdruktaken, inclusief transparanten, de beste optie is. Voor etiketten, zwaar papier of overige taken waarvoor een rechte papierbaan is benodigd, moet u de achterste uitvoerklep op de printer omlaag doen.
Toegang tot de
10.
Selecteer de opdracht Print om de taak af te drukken.
NLWW Afdruktaken beheren
37
Page 48

Afdruksnelheid voor papier van Letter-formaat maximaliseren

De printer kan max. 20 ppm in zwart-wit afdrukken op papier in Letter-formaat. Dit gebeurt automatisch bij het afdrukken op Letter-formaat vanuit lade 2.
Voor lade 1 is de fabrieksinstelling van de printer voor het afdrukken ingesteld op 19 ppm in zwart-wit op papier in Letter-formaat. Om een afdruksnelheid van 20 ppm te bereiken in lade 1, stelt u lade 1 in op Letter. Om het formaat in lade 1 in te stellen, opent u de HP werkset, klikt u op het tabblad Instellingen, Apparaat configureren, en klikt u vervolgens op Papierverwerking. Stel het formaat van lade 1 in op Letter.
Wanneer lade 1 is geconfigureerd voor Letter en een afdruktaak is op een ander formaat afdrukmateriaal ingesteld, zoals bijvoorbeeld enveloppen, zal het waarschuwingslampje gaan knipperen totdat de juiste soort afdrukmateriaal in lade 1 is geplaatst.

Toegang tot de instellingen in de printerdriver

In dit gedeelte worden de veelvoorkomende afdruktaken beschreven die via de printerdriver geregeld worden. (De printerdriver is het softwareonderdeel waarmee afdruktaken naar de printer worden gestuurd.) U kunt instellingen tijdelijk wijzigen voor de afdruktaken die u afdrukt terwijl het programma nog geopend is. U kunt ook permanent wijzigingen aanbrengen in de standaardinstellingen en de nieuwe instellingen die nu en later van kracht zijn.
BesturingssysteemInstellingen tijdelijk wijzigen
voor actuele afdruktaken
Windows 98, Me, en NT 4.0
Windows 2000 en XP
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken, selecteert u deze printer, en klikt u vervolgens op Eigenschappen.(De daadwerkelijke stappen kunnen variëren, dit is echter de meestvoorkomende manier.)
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken, selecteert u deze printer en klikt u vervolgens op
Eigenschappen of Voorkeuren.(De
daadwerkelijke stappen kunnen variëren, dit is echter de meestvoorkomende manier.)
Standaardinstellingen definitief wijzigen
Klik op de knop Start, ga naar Instellingen en klik dan op Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen (Windows 98 en Me) of Standaardwaarden document (NT 4.0).
Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik vervolgens op
Printers of Printers en faxapparaten. Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Afdrukvoorkeuren.
1
Configuratie-instellingen wijzigen
(Bijvoorbeeld om een optionele lade toe te voegen of om een driverfunctie in- of uit te schakelen zoals bijvoorbeeld "Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan")
Klik op de knop Start, ga naar Instellingen en klik dan op Printers. Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op het tabblad Configureren.
Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
38
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 49
BesturingssysteemInstellingen tijdelijk wijzigen
voor actuele afdruktaken
Standaardinstellingen definitief wijzigen
1
Configuratie-instellingen wijzigen
(Bijvoorbeeld om een optionele lade toe te voegen of om een driverfunctie in- of uit te schakelen zoals bijvoorbeeld "Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan")
Mac OS 9.1
In het menu Archief klikt u op Print. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
In het menu Archief klikt u op Print. Klik na het wijzigen van instellingen in een pop­upmenu op Instellingen
Klik op het printerpictogram op het bureaublad. In het menu Print klikt uopWijzig instellingen.
opslaan.
Mac OS X v. 10.1
In het menu Archief klikt u op Print. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
In het menu Archief klikt u op Print. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik
Verwijder de printerdriver en installeer de printer opnieuw. De driver configureert automatisch de
nieuwe opties. vervolgens in het hoofdpop­upmenu op Bewaar speciale instellingen. Deze instellingen worden opgeslagen als de optie Speciaal. Om de nieuwe instellingen te gebruiken moet u de optie Speciaal telkens selecteren wanneer u een programma opent en gaat afdrukken.
Mac OS X v. 10.2
In het menu Archief klikt u op Print. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's.
In het menu Archief klikt u op Print. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende pop-upmenu's en klik vervolgens in het pop-upmenu
Voorinstellingen op Bewaar als en typ een naam in voor
Open Afdrukbeheer. (Klik op de
harde schijf op Programma's,
Hulpprogramma's en dubbelklik
vervolgens op Afdrukbeheer.) Klik
op de print-wachtrij. In het menu
Printers klikt u op Toon info. Klik
op het menu Installeerbare opties. de voorinstelling. Deze instellingen worden in het menu Voorinstellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen vooringestelde optie selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
1
Toegang tot standaardprinterinstellingen kunnen beperkt zijn en daarom niet beschikbaar.
NLWW Afdruktaken beheren
39
Page 50
De Help van het PCL-printerstuurprogramma gebruiken (alleen Windows)
De Help-functie voor de printerdriver staat los van de Help-schermen in een programma. U kunt de Help voor de printerdriver op twee manieren activeren.
Klik op de knop Help waar het in de printerdriver verschijnt. De Help-vensters bevatten gedetailleerde informatie over de gebruikte specifieke driver.
Als u een veld, de desbetreffende optie of knop te bekijken.
(ballonnetje) ziet, klikt u hierop om de informatie over het desbetreffende

Functies in de printerdriver

Sommige printerdrivers en sommige besturingssystemen ondersteunen niet al deze printerfuncties.
Een bron selecteren
Een soort of formaat selecteren
Een aangepast papierformaat instellen
Afdrukken in grijsschaal
De kleurinstellingen wijzigen
Watermerken maken en gebruiken
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel afdrukken (N-per-vel)
Snelinstellingen maken en gebruiken
Verkleinen of vergroten
De eerste pagina op ander papier afdrukken
De afdrukkwaliteit wijzigen
De standaardinstellingen van de printerdriver herstellen
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken) voor handmatig dubbelzijdig
Zie afdrukken.
Een bron selecteren
U kunt afdrukken via Bron (lade) of via Type of Formaat. Voer de volgende stappen uit om via Bron af te drukken. Zie besturingssystemen van Macintosh zijn soorten en formaten samen te vinden via het pop­upmenu Papierbron.
Windows: selecteer indien mogelijk de Bron (lade) in het dialoogvenster Print in uw softwareprogramma. Kies anders een lade via het veld Bron is op het tabblad Papier in de printerdriver.
Mac OS 9.x: selecteer in het dialoogvenster Print een lade via het pop-upmenu Papierbron in het pop-upmenu Algemeen.
Mac OS X: selecteer in het dialoogvenster Print de lade of de soort afdrukmateriaal in het pop-upmenu Papierinvoer.
Afdruktaken beheren voor meer informatie. Bij
40
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 51
Een Soort of Formaat selecteren
U kunt afdrukken via Bron (lade) of via Type of Formaat. Als u op speciale afdrukmaterialen afdrukt, zoals zwaar papier, is het belangrijk via Type (of formaat voor enveloppen) af te drukken voor het beste resultaat. Voer de volgende stappen uit om via Type of Formaat af te drukken. Zie Macintosh zijn soorten en formaten samen te vinden via het pop-upmenu Papierbron.
Windows: selecteer een papiersoort in het veld Type is op het tabblad Papier in de printerdriver. Of kies een formaat via het veld Formaat is. Bij sommige soorten papier zoals briefhoofdpapier of enveloppen, kiest u zowel soort als formaat.
Mac OS 9.x: selecteer in het dialoogvenster Print een soort via het pop-upmenu Papierbron in het pop-upmenu Algemeen.
Mac OS X: selecteer in het dialoogvenster Print de lade of de soort afdrukmateriaal in het pop-upmenu Papierinvoer.
Afdruktaken beheren voor meer informatie. Bij besturingssystemen van
Een aangepast papierformaat instellen
Gebruik de functie voor aangepast papierformaat voor het afdrukken op papier dat afwijkt van de standaardformaten.
Windows: probeer deze instelling via één van de volgende locaties te wijzigen (in de aangegeven volgorde): het dialoogvenster Pagina-instelling in het programma, het dialoogvenster Afdrukken in het programma, of het tabblad Papier in de printerdriver.
Mac OS 9.x: ga naar de functies voor aangepast papier via het dialoogvenster Pagina-
instelling. Kies in het pop-upmenu Paginakenmerken de optie Aangepast papierformaat.
Mac OS X: klik op Archief, en klik vervolgens op Pagina-instelling om een aangepast papierformaat in te stellen. Klik in het menu op Paginakenmerken en selecteer Aangepast papierformaat. (Mac OS X v. 10.1 ondersteunt geen instellingen voor aangepaste papierformaten.)
Afdrukken in grijsschaal
Een document met kleuren wordt automatisch in kleur afgedrukt. U kunt de printer echter ook zo instellen dat een document met kleuren alleen in grijsschaal (zwart-wit) wordt afgedrukt.
Windows: Selecteer de optie Afdrukken in grijsschaal op het tabblad Kleur van het printerstuurprogramma.
Mac OS: in het dialoogvenster Print selecteert u het tabblad Kleurenopties,en vervolgens selecteert u het keuzeveld Kleuren als grijs afdrukken.
NLWW Afdruktaken beheren
41
Page 52
De kleurinstellingen wijzigen
Wanneer u in kleur afdrukt, stelt de printerdriver de optimale kleurinstellingen automatisch in. U kunt echter handmatig aanpassen hoe tekst, afbeeldingen en foto's in kleur worden afgedrukt. Zie
Windows: Klik op het tabblad Kleur van de printerdriver op Opties.
Mac OS 9.x: selecteer in het dialoogvenster Print het tabblad Kleurenopties of het tabblad Kleurafstemming.
Mac OS X: klik in het dialoogvenster Print op het tabblad Kleurenopties en vervolgens op de knop Geavanceerde opties weergeven.
Kleur gebruiken voor meer informatie.
Watermerken maken en gebruiken
Gebruik de optie Watermerk om de tekst aan te geven die "onder" (op de achtergrond van) een bestaand document moet worden aangebracht. Zo kunt u bijvoorbeeld in grote letters "concept" of "vertrouwelijk" diagonaal afdrukken op de eerste pagina of op alle pagina's van het document. U kunt de kleur, positie en tekst van het watermerk wijzigen.
Opmerking
Als u werkt met Windows 2000 of XP, dient u te beschikken over beheerdersrechten om watermerken te kunnen maken. U hoeft geen beheerdersrechten te hebben om bestaande watermerken aan documenten toe te voegen.
Windows: ga naar de opties voor Watermerk via het tabblad Effecten van uw printerdriver.
Mac OS: ga naar de opties voor Watermerk van het vervolgkeuzemenu voor
watermerken/sjablonen in het dialoogvenster Print. (In OS X worden watermerken wellicht niet ondersteund.)
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel afdrukken (N-per-vel)
Met N-per-vel afdrukken kunt u meerdere pagina's op één vel papier afdrukken. De pagina's worden verkleind afgedrukt. U kunt maximaal negen pagina's per vel opgeven, die standaard als volgt op het vel worden gerangschikt. U kunt tevens opgeven of om elke pagina een kader moet verschijnen.
Windows: ga naar de instelling Pagina's per vel op het tabblad Afwerking van de printerdriver.
Mac OS: ga naar de opties voor Pagina's per vel via het pop-upmenu Layout in het dialoogvenster Print.
42
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 53
Snelinstellingen maken en gebruiken
Gebruik Snelinstellingen om de huidige driverinstellingen zoals afdrukrichting, N-per-vel afdrukken of papierbron op te slaan voor later gebruik. U kunt maximaal 30 sets met instellingen opslaan. De Snelinstellingen kunnen voor het gemak via de meeste tabbladen van de printerdriver worden opgeslagen en geselecteerd.
Opmerking
Als u werkt met Windows 2000, dient u te beschikken over beheerdersrechten om Snelinstellingen te kunnen opslaan.
Windows: u kunt Snelinstellingen maken via de meeste tabbladen van de printerdriver.
Daarna kunt u de Snelinstellingen openen via het tabblad Afwerking in de printerdriver.
Mac OS: deze functie wordt niet ondersteund.
Verkleinen of vergroten
Gebruik de optie Aanpassen aan pagina om het document volgens een bepaald percentage van de normale grootte af te drukken. Tevens hebt u de mogelijkheid de schaal van het document zodanig te veranderen dat het op papier van elk ondersteund formaat past.
Windows: ga naar de instellingen voor Aanpassen aan pagina op het tabblad Effecten van de printerdriver.
Mac OS: ga naar de instellingen voor Verkleinen en vergroten (Schalen) via het dialoogvenster Pagina-instelling.
De eerste pagina op ander papier afdrukken
De eerste pagina afdrukken op ander papier is handig als u bijvoorbeeld een brief afdrukt waarbij op de eerste pagina briefhoofdpapier wordt gebruikt en voor de volgende pagina's blanco papier. Het formaat voor alle pagina's van de afdruktaak moet in de printerdriver hetzelfde zijn.
Windows: probeer deze instelling via één van de volgende locaties te wijzigen (in de aangegeven volgorde): het dialoogvenster Pagina-instelling in het programma, het dialoogvenster Afdrukken in het programma, of het tabblad Papier in de printerdriver.
Mac OS 9.x: selecteer in het pop-upmenu Algemeen in het dialoogvenster Print de optie Eerste pagina uit. Selecteer vervolgens de bron voor de eerste pagina.
Mac OS X: selecteer in het vervolgmenu Papierinvoer in het dialoogvenster Print de optie Eerste pagina uit. Selecteer vervolgens de bron voor de eerste pagina.
De afdrukkwaliteit wijzigen
De printerdriver kiest automatisch instellingen voor het document om de kwaliteit van de uitvoer te optimaliseren. U kunt deze geavanceerde instellingen echter wijzigen, zoals rastercompressie of schaalpatronen (WYSIWIG).
Windows: voor toegang tot de instellingen voor de afdrukkwaliteit klikt u op Details op het tabblad Afwerking.
Mac OS: deze functie wordt niet ondersteund.
NLWW Afdruktaken beheren
43
Page 54
De standaardinstellingen van de printerdriver herstellen
U kunt alle instellingen in de printerdriver terugzetten naar de standaardwaarden. Deze maatregel kan handig zijn bij problemen met de afdrukkwaliteit of wanneer geen papier uit de juiste lade wordt gekozen.
Windows: selecteer Standaardinstellingen in het dialoogvenster Snelinstellingen op het tabblad Afwerking in de printerdriver.
Mac OS 9.x: sleep het printerpictogram op het bureaublad naar de Prullenbak en stel de printer vervolgens in.
Mac OS X: de optie Standaard bevat de standaardinstellingen en wordt automatisch
geselecteerd telkens wanneer u een programma opent.
44
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 55

Een uitvoerlade selecteren

De printer heeft een bovenste uitvoerbak en achterste uitvoerklep voor afdrukken via een rechte papierbaan. De bovenste uitvoerbak wordt gebruikt wanneer de achterste uitvoerklep gesloten is. De achterkant van de printer wordt gebruikt wanneer de achterste uitvoerklep open is.
Gebruik de bovenste uitvoerbak voor de meeste afdruktaken, inclusief afdrukken op
papier met gemiddeld gewicht en briefhoofdpapier, alsmede transparanten. De bovenste uitvoerbak maximaal 125 vel papier bevatten. Opstapeling van meer dan 125 vellen kan papierstoringen veroorzaken.
Gebruik de achterste uitvoerklep (rechte papierbaan) bij problemen tijdens het
afdrukken naar de bovenste uitvoerbak. Verwijder elk vel zodra het uit de printer komt.
1
2
1 bovenste uitvoerbak 2 achterste uitvoerklep
NLWW Een uitvoerlade selecteren
45
Page 56

Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal

De afdruksnelheid kan automatisch worden verlaagd bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal.

Afdrukken op enveloppen

Plaats enveloppen alleen in lade 1.
Plaats niet meer dan 10 enveloppen tegelijk in lade 1.
Het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
Controleer of de enveloppen niet beschadigd zijn en of ze niet aan elkaar kleven.
Gebruik nooit enveloppen met klemmetjes, drukkers, vensters, gecoate voeringen,
zelfplakkende strips of ander synthetisch materiaal.
Wanneer u een envelop gebruikt met een afwijkend formaat, selecteert u de juiste
envelop als Type.
2
.
VOORZICHTIG
Wanneer u bovenstaande richtlijnen niet volgt, kunnen papierstoringen ontstaan.
Zie
Specificaties voor het afdrukmateriaal voor meer informatie.
Afdrukken op enveloppen
1. Open lade 1 en schuif het verlengstuk volledig naar buiten. Als lade 1 al open is, verwijdert u eventueel aanwezig papier of ander afdrukmateriaal.
2. Duw aan de achterkant van de printer de achterste uitvoerklep omlaag om omkrullen van de enveloppen te voorkomen.
46
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 57
3. Schuif de breedtegeleiders in lade 1 iets verder dan de breedte van de enveloppen naar buiten.
4. Plaats de stapel met enveloppen in de lade met de afdrukzijde omhoog en de korte zijde in de printer. De frankeerzijde moet als eerste in de printer worden ingevoerd.
Opmerking
Als de envelop aan de korte zijde van een flap is voorzien, moet die zijde als eerste in de printer worden ingevoerd.
5. Schuif de breedtegeleiders lichtjes tegen de stapel zonder dat deze gaan opbollen. De stapel moet in het midden tussen de geleiders en onder de lipjes van de geleiders worden geplaatst.
6. Kies de gebruikte envelop als Formaat (Windows) of Papierbron (Macintosh) in het dialoogvenster Afdrukken (Windows) of Print (Macintosh) of in de printerdriver.

Afdrukken op etiketten

Volg deze richtlijnen voor het gebruik van etiketten. Zie Specificaties voor het
afdrukmateriaal voor meer details.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
47
Page 58
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Om ernstige papierstoringen te voorkomen, moet u bij het afdrukken van etiketten altijd lade 1 en de rechte papierbaan gebruiken. Gebruik een vel etiketten slechts eenmaal en druk nooit af op een gedeeltelijk met etiketten gevuld vel.
Gebruik geen etiketten die van het ondervel loskomen en die gekreukt of op een
andere manier beschadigd zijn.
Plaats etiketten alleen in lade 1 met de afdrukzijde omhoog en de korte zijde eerst in de
printer.
Selecteer Etiketten als Type (Windows) of Papierbron (Macintosh) in het dialoogvenster Afdrukken (Windows) of Print (Macintosh) of in de printerdriver.
Verwijder na het afdrukken het vel met de etiketten uit de rechte uitvoerbaan om aan
elkaar plakken van de vellen te voorkomen.
Zie
Storingen verhelpen als een vel met etiketten in de printer is vastgelopen.

Afdrukken op transparanten

De printer ondersteunt afdrukken op transparanten in kleur. Zie Transparanten voor meer details.
48
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 59
VOORZICHTIG
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Om ernstige papierstoringen te voorkomen, moet u bij het afdrukken van transparanten altijd lade 1 gebruiken.
Plaats transparanten alleen in lade 1.
Selecteer Transparanten als Type (Windows) of Papierbron (Macintosh) in het dialoogvenster Afdrukken (Windows) of Print (Macintosh) of in de printerdriver.
Gebruik de bovenste uitvoerbak om het krullen tegen te gaan. (Dit geldt alleen voor
transparanten. Voor ander speciale afdrukmaterialen gebruikt u de rechte papierbaan om krulling te verminderen.)
U kunt samenplakken van transparanten voorkomen door deze na het afdrukken uit de
bovenste uitvoerbak te verwijderen voor u de volgende afdrukt.
Leg de transparanten op een vlakke ondergrond nadat u ze uit de printer hebt
verwijderd.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
49
Page 60

Afdrukken op glanzend papier

Deze printer ondersteunt afdrukken op glanzend papier. Volg deze richtlijnen bij het afdrukken op glanzend papier. Zie informatie.
Plaats glanzend papier alleen in lade 1.
Selecteer Glanzend of Zwaarglanzend als Type (Windows) of Papierbron (Macintosh) in het dialoogvenster Afdrukken (Windows) of Print (Macintosh) of in de printerdriver. Selecteer Glanzend voor afdrukmateriaal met een gewicht van max. 120 g/m bankpost). Selecteer Zwaarglanzend voor afdrukmateriaal met een gewicht van max. 163 g/m
2
(43 lb bankpost).
Specificaties voor het afdrukmateriaal voor meer
2
(32 lb
VOORZICHTIG

Afdrukken op HP LaserJet Tough papier

Volg onderstaande richtlijnen wanneer u op HP LaserJet Tough papier afdrukt:
Pak het HP LaserJet Tough papier altijd bij de randen vast. Vettige vingerafdrukken op
het papier kunnen de afdrukkwaliteit aantasten.
Gebruik alleen HP LaserJet Tough papier voor deze printer. HP-producten zijn zo
ontwikkeld dat deze in combinatie met elkaar de best mogelijke resultaten garanderen.
In het softwareprogramma of de printerdriver, selecteert u Tough Paper als de soort afdrukmateriaal, of drukt u af uit een lade die geconfigureerd is voor HP LaserJet Tough papier.
Transparant afdrukmateriaal dat niet voor Laserjet-afdrukken is bedoeld, kan de printer beschadigen.
50
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 61

Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat of kaarten

Briefkaarten, indexkaarten (3 x 5 inch) en ander afdrukmateriaal van speciale afmetingen kunnen vanuit lade 1 afgedrukt worden. Het minimumformaat voor afdrukmateriaal is 76 x 127 mm (3 x 5 inch), het maximumformaat is 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Plaats altijd de korte zijde het eerst in lade 1. Als u de kaarten in liggende stand wilt
afdrukken, stelt u dit via uw programma in. Als papier met de lange zijde eerst in de printer wordt gevoerd, kan dit een papierstoring veroorzaken.
Stel de marges in uw programma in op ten minste 6,4 mm van de randen van het
afdrukmateriaal.
Selecteer het aangepaste afdrukmateriaal dat u gebruikt als Type in de printerdriver en stel het huidige Formaat in.
Duw de achterste uitvoerklep omlaag om de rechte papierbaan te gebruiken en
omkrullen te verminderen.
Zie Specificaties voor het afdrukmateriaal voor meer informatie.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
51
Page 62

Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de afdrukrichting van briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor enkelzijdig afdrukken instelt. Zie
(handmatig dubbelzijdig afdrukken) voor de afdrukrichting bij dubbelzijdig afdrukken.
Plaats het papier zoals in de volgende afbeeldingen is weergegeven.
Dubbelzijdig afdrukken
52
Als het afdrukmateriaal zwaar is, moet u de achterste uitvoerklep omlaag klappen om
omkrullen te verminderen.
Gebruik geen briefhoofdpapier met reliëfdruk.
Gebruik geen briefhoofdpapier dat is bedrukt met inkt voor lage temperaturen, zoals
bijvoorbeeld wordt gebruikt in bepaalde thermografische toepassingen.
De printer gebruikt hitte en druk om de toner op het afdrukmateriaal aan te brengen.
Controleer of gekleurd papier of voorbedrukte formulieren gebruikmaken van inkt die voor deze fusertemperatuur (210 °C) gedurende 0,1 seconde) geschikt is.
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 63

Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken)

Voor dubbelzijdig afdrukken op papier moet u het papier handmatig na het afdrukken van de eerste zijde opnieuw in de printer plaatsen.
VOORZICHTIG
Opmerking
Etiketten of transparanten niet aan beide zijden bedrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen.
De PS-printerdriver ondersteunt geen handmatig dubbelzijdig afdrukken. Voor Mac OS 9.x moet u een aangepaste installatie van de driver uitvoeren en de plug-in voor handmatig dubbelzijdig afdrukken selecteren. Mac OS X ondersteunt geen handmatig dubbelzijdig afdrukken.

Handmatig dubbelzijdig afdrukken

1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier gebruikt, zoals briefhoofdpapier, plaatst u dit op een van de volgende manieren.
Voor lade 1 plaatst u het briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag en de
onderzijde eerst in de printer.
Voor optionele lade 2 en optionele lade 3 plaatst u het briefhoofdpapier met de
afdrukzijde omhoog en de bovenzijde in de richting van de achterzijde van de printer.
1
2
1 lade 1 2 optionele lade 2 of optionele lade 3
2.
In de printerdriver selecteert u de optie Dubbelzijdig afdrukken en verstuurt u de afdruktaak om af te drukken.
NLWW Dubbelzijdig afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken)
53
Page 64
3. Zodra de taak klaar is met afdrukken, verwijdert u het blanco papier uit lade 1. Plaats de afgedrukte stapel met de blanco zijde omhoog en de bovenrand in de richting van de printer. Druk de tweede zijde af vanuit lade 1.
123
4. Druk op
(S
TART
) om verder te gaan met afdrukken.
54
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 65

Een afdruktaak annuleren

Een afdruktaak kan worden gestopt vanuit een programma, een wachtrij of door op de knop
(T
AAK ANNULEREN
Als de afdruktaak nog niet door de printer wordt afgedrukt, probeert u eerst de taak te
stoppen vanuit de toepassing die de afdruktaak naar de printer heeft verzonden.
Als de afdruktaak in een afdrukwachtrij of de printspooler is opgeslagen, zoals de map
Printers in Windows (Printers of faxapparaten in Windows 2000 of Windows XP) of Print Monitor of Print Center Queue in Mac OS, gaat u vervolgens daarheen om de
taak proberen te verwijderen.
Als de taak reeds wordt afgedrukt, drukt u op pagina’s die al in de printer zijn, worden verder afgedrukt, waarna de rest van de afdruktaak wordt verwijderd.
) op de printer te drukken.
(T
AAK ANNULEREN
) op de printer. De
Als u drukt op
(T
AAK ANNULEREN
), annuleert u alleen de huidige taak in de printer.
Wanneer meer dan één afdruktaak zich in het printergeheugen bevindt, moet u op (T
AAK ANNULEREN
) drukken zodra de taak wordt afgedrukt.
Als de printerstatuslampjes om beurten blijven branden nadat de afdruktaak is geannuleerd, is de computer nog steeds bezig met het versturen van de taak naar de printer. Verwijder de afdruktaak uit de afdrukwachtrij of wacht totdat de computer de gegevens heeft verzonden.
NLWW Een afdruktaak annuleren
55
Page 66
56
Hoofdstuk 3 Afdruktaken NLWW
Page 67
4

Printerbeheer

Deze printer wordt geleverd met diverse hulpprogramma's waarmee u de printer kunt bewaken en onderhouden en printerproblemen kunt oplossen. U vindt in de volgende gedeelten informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's:
Speciale pagina's
HP werkset
NLWW
57
Page 68

Speciale pagina's

Speciale pagina's bevinden zich in het geheugen van de printer. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met de printer diagnosticeren en oplossen.
Opmerking
Als de printertaal tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de pagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt. Wijzig de taal bij het gebruik van de HP werkset (
HP werkset) of HP Web Jetadmin.

Demopagina

Om de demopagina af te drukken, drukt u op (S lampje brandt) en niet bezig is met afdrukken. U kunt deze pagina tevens weergeven via de HP werkset.
TART
) als de printer klaar is (Klaar-

Configuratiepagina

De Configuratiepagina bevat de huidige instellingen en eigenschappen van de printer. U kunt een Configuratiepagina afdrukken vanuit de printer of de HP werkset. U drukt de
Configuratiepagina af via de printer door gelijktijdig kort te drukken op (T
AAK ANNULEREN
). (De pagina Status benodigdheden wordt eveneens afgedrukt. Als een HP Jetdirect printserverkaart is geïnstalleerd, wordt de HP Jetdirect-pagina met de HP Jetdirect-informatie eveneens afgedrukt.)
hp Color LaserJet
2550 se ries
(S
TART
)en
1
2 3
4
1.
Productinformatie. Dit gedeelte bevat basisinformatie over de printer, zoals de naam
5
6 7
8
van het product en het serienummer.
2.
Geheugen. Dit gedeelte bevat informatie over het geheugen, zoals het totale geïnstalleerde geheugen.
58
Hoofdstuk 4 Printerbeheer NLWW
Page 69
3.
Papierinstellingen. In dit gedeelte vindt u informatie over de soort afdrukmateriaal voor elke lade en over de soort instellingen voor al het afdrukmateriaal dat door de printer wordt ondersteund.
4.
Aantal pagina's. In dit gedeelte vindt u informatie over het aantal afgedrukte pagina's, het aantal afgedrukte kleurenpagina's en opgetreden papierstoringen.
5.
Productinstellingen. In dit gedeelte vindt u informatie die tijdens de software-installatie is verzameld, inclusief de taal en de bedrijfsnaam.
6.
Geïnstalleerde personality's en opties. Dit gedeelte bevat informatie over optionele items die mogelijk zijn geïnstalleerd, zoals DIMM's of een HP Jetdirect printserverkaart.
7.
Afdrukinstellingen. Dit gedeelte bevat informatie over de printerinstellingen die in de printerdriver of in de HP werkset zijn geconfigureerd.
8.
Statuslogboek. Dit gedeelte bevat informatie over printerfouten.

Pagina Status benodigdheden

Op de pagina Status benodigdheden kunt u zien hoe lang de HP-inktpatronen en HP­imaging drums nog mee zullen gaan. De statuspagina vermeldt ook de geschatte resterende pagina's, aantal afgedrukte pagina's en andere informatie. U kunt een pagina Status benodigdheden afdrukken vanuit de printer of de HP werkset. U drukt af via de
(S
TART
printer door gelijktijdig te drukken op
)en (T Configuratiepagina wordt eveneens afgedrukt. Als een HP Jetdirect printserverkaart is geïnstalleerd, wordt de HP Jetdirect-pagina met de HP Jetdirect-informatie eveneens afgedrukt.)
AAK ANNULEREN
). (De
NLWW Speciale pagina's
59
Page 70
Opmerking
Informatie over de benodigdheden is ook beschikbaar via de HP werkset.
hp color LaserJet
Supplies Status Page 1
1
1.
Inktpatroongebied. Dit gebied bevat een veld voor elke inktpatroon en bevat
2550 seri es
1%
50%
1%
94%
2
3
4
5
informatie over HP-inktpatronen, zoals het artikelnummer voor alle inktpatronen, of een inktpatroon bijna leeg is en de resterende levensduur van de inktpatronen uitgedrukt als percentage, in een grafiek en als een geschat aantal resterende pagina's. Deze informatie wordt mogelijk niet gegeven voor benodigdheden die niet van HP zijn. Als een onderdeel is geïnstalleerd dat niet van HP is, verschijnt er in sommige gevallen een waarschuwingsbericht.
2.
Imaging drum gebied. Dit gebied bevat dezelfde informatie voor de imaging drum die het inktpatroongebied geeft voor de inktpatronen.
3.
Opmerking over de garantie. Dit gedeelte bevat informatie over de invloed van het gebruik van andere dan HP-benodigdheden op de printergarantie. Volgens deze garantie bent u ook verplicht de fraudelijn van HP te bellen als een onderdeel is aangetroffen dat niet van HP is, terwijl het als HP-onderdeel aan u is verkocht. (Zie
fraudelijn.)
4.
Bestelinformatie. Dit gedeelte bevat basisinformatie over het bestellen van nieuwe HP­benodigdheden.
5.
Recyclinginformatie. Dit gedeelte bevat een snelkoppeling naar de website die u kunt bezoeken voor informatie over recycling.
HP
60
Hoofdstuk 4 Printerbeheer NLWW
Page 71

HP werkset

De HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
De printerstatus controleren.
De printerinstellingen configureren.
Informatie over probleemoplossingen bekijken.
Online documentatie bekijken.
U kunt de HP werkset bekijken als de printer rechtstreeks op uw computer of op het netwerk is aangesloten. U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
Opmerking
U hebt geen toegang tot internet nodig om de HP werkset te openen en te gebruiken. Als u echter op een snelkoppeling klikt in het gedeelte Overige links, hebt u een internetaansluiting nodig om de desbetreffende snelkoppeling te kunnen openen. Zie
Overige links voor meer informatie.

Ondersteunde besturingssystemen

De volgende besturingssystemen ondersteunen het gebruik van de HP werkset:
Windows 98, 2000, Me en XP
Mac OS X v. 10.1 of later

Ondersteunde browsers

Om de HP werkset te kunnen gebruiken, hebt u één van de volgende browsers nodig:
Windows
Microsoft Internet Explorer 5.5 of later
Netscape Navigator 6.2 of later
Opera Software ASA Opera 7 of later
Macintosh (alleen OS X)
Microsoft Internet Explorer 5.1 of later
Netscape Navigator 6.23 of later
Safari 1.0
Alle pagina’s kunnen vanuit de browser worden afgedrukt.
NLWW HP werkset
61
Page 72

De HP werkset bekijken

1. Open de HP werkset op één van de volgende manieren:
Op het bureaublad in Windows dubbelklikt u op het pictogram van de HP werkset.
In het Windows-menu Start gaat u naar Programma's en klikt u op de HP werkset.
Voor Macintosh OS X op de harde schijf, klikt u op Programma's en vervolgens op de map Hulpprogramma's. Dubbelklik op het pictogram van de HP werkset.
Opmerking
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u hieraan een bladwijzer toekennen zodat u hier sneller naar terug kunt keren in de toekomst.
2. De HP werkset wordt in een webbrowser geopend. De software van de HP werkset
bevat de volgende onderdelen:

Tabblad Status

Tabblad Probleemoplossing

Tabblad Waarschuwingen
Tabblad Documentatie
Venster Apparaatinstellingen
Snelkoppelingen in de HP werkset
Overige links
Tabblad Status
Het tabblad Status bevat links naar de volgende pagina’s:
Status apparaat. Hiermee kunt u statusinformatie over de printer bekijken. Op deze pagina worden de printercondities, zoals een papierstoring of een lege lade, weergegeven. Nadat u een printerprobleem hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken.
62
Status benodigdheden. Op deze pagina worden gedetailleerde gegevens getoond, zoals het percentage overgebleven toner in de inktpatroon en het aantal pagina's dat is afgedrukt met de huidige inktpatroon. De pagina bevat ook koppelingen voor het bestellen van benodigdheden en informatie over het recyclen van afval.
Afdrukinformatie. Hiermee kunt u de Configuratiepagina en diverse andere informatiepagina's afdrukken die beschikbaar zijn op de printer, zoals de pagina Status benodigdheden en de demopagina.
Tabblad Probleemoplossing
Het tabblad Probleemoplossing bevat snelkoppelingen naar de volgende hoofdpagina's:
Printerlampjes. Klik op de lampjes op het bedieningspaneel op deze simulator voor een bepaalde lampjespatroon van het bedieningspaneel. In meerdere situaties zijn geanimeerde videoclips beschikbaar waarbij de aanbevolen handeling om het probleem op te lossen, wordt weergegeven.
Hulpmiddelen afdrukkwaliteit. Hiermee drukt u een pagina af, die u kan helpen bij het verhelpen van afdrukkwaliteitsproblemen. U kunt de informatie over de afdrukkwaliteitsproblemen bekijken, een reinigingspagina afdrukken, de printer reinigen en de printer kalibreren om de afdrukkleurkwaliteit te behouden.
Hoofdstuk 4 Printerbeheer NLWW
Page 73
Onderhoud. Hiermee drukt u een reinigingspagina af en kunt u de printer reinigen, informatie over de printerbenodigdheden bekijken, en de geanimeerde demo's over het vervangen van de inktpatronen en de imaging drum bekijken.
Papierstoringen. Hiermee kunt u informatie over het lokaliseren en het verhelpen van storingen, en een geanimeerde demo over het verhelpen van storingen bekijken.
Ondersteunde afdrukmaterialen. Hiermee kunt u informatie over de afdrukmaterialen die door de printer worden ondersteunt, en informatie over het oplossen van problemen die betrekking hebben op het afdrukmateriaal bekijken.
Demopagina. Hiermee kunt u voor deze printer een demopagina afdrukken.

Tabblad Waarschuwingen

Op het tabblad Waarschuwingen kunt u instellen welke printerwaarschuwingen moeten worden weergegeven. Het tabblad Waarschuwingen bevat snelkoppelingen naar de volgende pagina’s:
Statuswaarschuwingen instellen
E-mailwaarschuwingen instellen
Beheerdersinstellingen
Pagina Statuswaarschuwingen instellen
Op de pagina Statuswaarschuwingen instellen kunt u waarschuwingen in- of uitschakelen en kiezen uit twee typen waarschuwingen:
Een pop-upbericht
Een pictogram in de taakbalk
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Pagina Instellingen voor e-mailwaarschuwingen
Op de pagina Instellingen voor e-mailwaarschuwingen kunt u het e-mailadres instellen waarnaar de waarschuwingen moeten worden verzonden en opgeven welk type waarschuwing naar welke e-mailadressen moet worden gestuurd. U kunt maximaal twee e­mailadressen instellen voor de volgende waarschuwingen:
Benodigdheden
Service
Papierbaan
Advies
U moet een SMTP-server instellen om e-mailwaarschuwingen te kunnen verzenden.
NLWW HP werkset
63
Page 74
Pagina Beheerdersinstellingen
Op de pagina Beheerdersinstellingen kunt u instellen hoe vaak de HP werkset op printerwaarschuwingen moet controleren. De drie instellingen zijn:
Minder vaak: de HP werkset controleert elke minuut op waarschuwingen (elke 60 seconden).
Normaal: de HP werkset controleert twee keer per minuut op waarschuwingen (elke 30 seconden).
Vaker: De HP werkset controleert twintig keer per minuut op waarschuwingen (elke 3 seconden).
Als u het I/O-verkeer wilt verminderen, moet u de frequentie waarop de printer op waarschuwingen wordt gecontroleerd, verlagen.

Tabblad Documentatie

Op het tabblad Documentatie worden de volgende informatiebronnen weergegeven:
Gebruikershandleiding. Bevat informatie over het gebruik, de garantie, de specificaties en de ondersteuning van de printer die u aan het lezen bent. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-indeling.
Leesmij. Bevat belangrijke informatie over de printer die niet in de gebruikershandleiding is opgenomen. Het meest recente Leesmij-bestand bevat de meest recente informatie over de printer (alleen Engelstalig).

Venster Apparaatinstellingen

Wanneer u op de knop Apparaatinstellingen klikt, wordt een nieuw venster geopend. Het venster Apparaatinstellingen bevat de volgende onderdelen:
Tabblad Informatie
Tabblad Instellingen
Snelkoppeling Netwerk
Tabblad Informatie
Op het tabblad Informatie staan twee snelkoppelingen voor de volgende onderwerpen:
Status apparaat. Hiermee kunt u informatie over de huidige status van de printer bekijken.
Status benodigdheden. Hiermee kunt u informatie over de geïnstalleerde benodigdheden in de printer bekijken. Er wordt een snelkoppeling naar de website van HP gegeven voor het bestellen van benodigdheden.
Gebeurtenislogboek. Hiermee kunt u de geschiedenis van printerfouten bekijken. De meest recente fout staat boven aan de lijst.
64
Hoofdstuk 4 Printerbeheer NLWW
Page 75
Instellingen Opslaan / Herstellen. Hiermee kunt u de huidige instellingen voor de printer in een bestand op uw computer opslaan. Gebruik dit bestand om dezelfde instellingen voor een andere printer te laden of herstel deze instellingen naar deze printer op een later tijdstip.
Apparaatconfiguratie. Hiermee kunt u een gedetailleerde omschrijving bekijken van de huidige configuratie van de printer, inclusief de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en of er optionele laden zijn geïnstalleerd.
Tabblad Instellingen
Het tabblad Instellingen bevat snelkoppelingen naar meerdere pagina's waar u de configuratie van de printer kunt bekijken en wijzigen.
Opmerking
Software-instellingen kunnen de instellingen die in de HP werkset overschrijven.
Apparaatinformatie. Hiermee kunt u de basisinformatie over de printer bekijken.
Papierverwerking. Hiermee kunt u de instellingen voor de printerladen bekijken en wijzigen.
Afdrukken. Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor afdruktaken bekijken en wijzigen.
PCL. Hiermee kunt u de informatie over de PCL-lettertypen bekijken en wijzigen.
PostScript. Hiermee kunt u de instellingen voor PS-fouten en time-out bekijken en wijzigen.
Afdrukkwaliteit. Hiermee kunt u de afdrukkwaliteitsinstellingen bekijken en wijzigen.
Afdrukmodi. Hiermee kunt u de afdrukmodi voor verschillende soorten afdrukmaterialen bekijken en wijzigen.
Systeeminstellingen. Hiermee kunt u de systeeminformatie bekijken en wijzigen.
I/O. Hiermee kunt u de I/O-time-outinstelling bekijken en wijzigen.
Service. Hiermee verkrijgt u toegang tot de verschillende procedures die vereist zijn voor het onderhoud van de printer.
Venster Netwerk
In het venster Netwerk kan de netwerkbeheerder de netwerkinstellingen voor de printer controleren als deze is aangesloten op een IP-netwerk. Dit tabblad wordt niet weergegeven als de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten of als de printer is aangesloten op een netwerk met een andere verbinding dan een HP Jetdirect printserver.
NLWW HP werkset
65
Page 76
Snelkoppelingen in de HP werkset
De snelkoppelingen in de HP werkset aan de linkerzijde van het scherm verwijzen naar de volgende opties:
Een apparaat selecteren. Hiermee kunt u een apparaat uit alle apparaten selecteren die zijn ingeschakeld voor HP werkset.
De huidige waarschuwingen bekijken. Hiermee kunt u de huidige waarschuwingen bekijken voor alle printers die zijn ingesteld. (Er moet een taak worden afgedrukt als u de waarschuwingen wilt weergegeven.)
Pagina met alleen tekst. Hiermee kunt u de HP werkset weergeven als een overzicht met snelkoppelingen naar pagina's met alleen tekst.

Overige links

Dit gedeelte bevat snelkoppelingen waarmee u verbinding maakt met het Internet. Als u deze snelkoppelingen wilt kunnen gebruiken, moet u toegang tot internet hebben. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen verbinding kreeg toen u de HP werkset opende, moet u eerst verbinding maken alvorens u deze websites kunt bezoeken. Het kan nodig zijn om de HP werkset te sluiten en opnieuw te openen.
Productregistratie Hiermee maakt u verbinding met de website voor productregistratie van HP.
Productondersteuning. Hiermee gaat u naar de ondersteuningssite voor de HP color LaserJet 2550 serie printer. Vervolgens kunt u naar hulp zoeken voor een specifiek probleem.
66
Hoofdstuk 4 Printerbeheer NLWW
Page 77
5

Kleur

In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe de printer prachtige afdrukken in kleur levert. Tevens wordt hier omschreven hoe u de best mogelijke kleurafdrukken kunt maken. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Kleur gebruiken
Kleuropties beheren
Kleuren afstemmen
NLWW
67
Page 78

Kleur gebruiken

Deze printer zorgt voor prachtige afdrukken in kleur. De printer biedt een combinatie van automatische kleurenfuncties waarmee uitstekende resultaten worden bereikt voor algemene gebruikers, plus geavanceerde hulpmiddelen voor ervaren kleurgebruikers.
De printer kent zorgvuldig ontworpen en geteste kleurentabellen voor een zuivere, accurate weergave van alle afdrukbare kleuren.

HP ImageREt 2400

ImageREt 2400 zorgt voor 2400 dpi laserkwaliteit in kleur door middel van een multilevel afdrukproces. Dit proces regelt de kleuren nauwkeurig door maximaal vier kleuren binnen één pixel te combineren en de hoeveelheid toner in een bepaald gebied te variëren. ImageREt 2400 is voor deze printer verbeterd. De verbeteringen bieden technologieën voor trapping, een verbeterde controle over het plaatsen van stippen en een nauwkeurigere controle over de tonerkwaliteit van een stip. Deze nieuwe technologieën samen met het afdrukproces van HP dat verscheidene niveaus omvat, resulteren in een printer met een resolutie van 600 x 600 dpi die laserkwaliteit van 2400 dpi met miljoenen gelijkmatige kleuren levert.
In tegenstelling hiermee worden in het single-level afdrukproces in de standaardmodus van andere kleurenlaserprinters geen kleuren binnen één pixel gemengd. Dit proces, rasteren genaamd, maakt het onmogelijk een grote verscheidenheid aan kleuren te creëren zonder concessies te doen aan de scherpte of zichtbare pixelstructuur.

Keuze van afdrukmateriaal

Voor de beste kleuren en beeldkwaliteit is het belangrijk om in het printermenu of via het bedieningspaneel van de printer de juiste papiersoort te selecteren. Zie
het afdrukmateriaal voor meer informatie.
Specificaties voor

Kleurenopties

De kleuropties maken automatisch optimale kleurafdrukken mogelijk voor diverse soorten documenten.
De kleuropties maken gebruik van het zogenaamde "object tagging"; dit is een methode om voor de verschillende objecten op een pagina (tekst, illustraties en foto’s) de best mogelijke kleur- en halftooninstellingen te gebruiken. De printerdriver onderzoekt welke objecten de pagina bevat en bepaalt vervolgens de halftoon- en kleurinstellingen die voor elk object op de pagina de beste afdrukkwaliteit geven. "Object tagging", gecombineerd met de geoptimaliseerde standaardinstellingen, levert uitstekende kleuren op met de printer zonder dat hiervoor speciale instellingen hoeven te worden vastgelegd.
Onder Windows zijn de kleuropties Automatisch en Handmatig op het tabblad Kleur van de printerdriver ondergebracht.
68
Hoofdstuk 5 Kleur NLWW
Page 79

sRGB (standard Red-Green-Blue)

sRGB (standard Red-Green-Blue) is een wereldwijde kleurstandaard die oorspronkelijk is ontwikkeld door HP en Microsoft als gemeenschappelijk kleursysteem voor monitoren, invoerapparaten (scanners, digitale camera's) en uitvoerapparaten (printers, plotters). sRGB is de standaardkleurruimte die wordt gebruikt voor HP-producten, besturingssystemen van Microsoft, het web en de meeste kantoorsoftware die tegenwoordig wordt verkocht. sRGB is het meestgebruikte kleursysteem voor monitoren van Windows-computers en voor de nieuwe zogenaamde 'high-definition television'.
Opmerking
Factoren, zoals het type monitor dat u gebruikt of de lichtval in de kamer, beïnvloeden de weergave van de kleuren op het scherm. Zie
Voor de laatste versies van Adobe® PhotoShop®, CorelDRAW™, Microsoft Office en veel andere toepassingen wordt sRGB gebruikt voor het weergeven van kleuren. sRGB is als standaardkleurruimte in besturingssystemen van Microsoft nu wijd verbreid als middel voor het uitwisselen van kleurgegevens tussen softwareprogramma's en apparaten door een gemeenschappelijke definitie die zorgt voor meer consistentie in het gebruik van kleuren. sRGB verruimt de mogelijkheden van gebruikers om de kleuren van printer, computer, monitor en andere invoerapparaten (scanners, digitale camera's) beter op elkaar af te stemmen, ook als zij geen expert zijn op het gebied van kleur.
Kleuren afstemmen voor meer informatie.
NLWW Kleur gebruiken
69
Page 80

Kleuropties beheren

Wanneer u de kleuropties op Automatisch instelt, krijgt u over het algemeen de beste afdrukkwaliteit voor documenten in kleur. Echter, in sommige gevallen wilt u misschien een kleurendocument afdrukken in grijsschaal (zwart en grijstinten) of één van de kleurenopties van de printers wijzigen.
In Windows, kunt u afdrukken in grijstinten of de kleurenopties wijzigen door de
instellingen te gebruiken op het tabblad Kleur in de printerdriver.
Bij een Macintosh-computer kunt u afdrukken in grijstinten of de kleurenopties wijzigen
door het menu Kleurafstemming in het dialoogvenster Print te gebruiken.

Afdrukken in grijsschaal

Als u de optie Afdrukken in grijsschaal in de printerdriver kiest, wordt uw document in zwart en grijstinten afgedrukt. Deze optie is handig voor het afdrukken van kleurendocumenten die u wilt kopiëren of faxen.
Wanneer Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd, schakelt de printer over naar de modus voor afdrukken in zwart-wit. Met deze optie wordt de slijtage van de kleureninktpatronen verminderd.
Opmerking
Opmerking

Kleuren automatisch of handmatig aanpassen

De kleuraanpassingsoptie Automatisch dient voor het optimaliseren van neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen in de verschillende elementen van een document. Meer informatie vindt u in de Help-informatie van de printerdriver.
Automatisch is de standaardinstelling en wordt aanbevolen voor het afdrukken van alle kleurendocumenten.
Met de kleuraanpassingsoptie Handmatig kunt u zelf neutrale grijstinten, halftonen en randverbeteringen voor tekst, illustraties en foto’s aanpassen. Voor toegang tot de handmatige kleurenopties op het tabblad Kleur, selecteert u Handmatig en klikt u vervolgens op Instellingen.

Handmatige kleuropties

Gebruik de handmatige kleuraanpassing voor het individueel aanpassen van Kleur (of Kleurafstemming)enHalftoon-opties.
Door sommige softwareprogramma's worden tekst en illustraties in rasterafbeeldingen omgezet. In die gevallen zal de instelling Foto’s ook tekst en illustraties beheren.
70
Hoofdstuk 5 Kleur NLWW
Page 81
Halftoonopties
Halftoon is de methode waarbij de printer de vier primaire kleuren (cyaan, magenta, geel en zwart) mengt in gevarieerde proporties om vervolgens miljoenen kleuren te creëren. Halftoonopties beïnvloeden de resolutie en helderheid van uw kleurenuitvoer. U kunt instellingen voor halftonen onafhankelijk van elkaar aanpassen voor tekst, afbeeldingen en foto's. Er zijn twee halftoonopties, namelijk Gelijkmatig en Gedetailleerd.
De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken. Ook foto’s worden verbeterd door het geleidelijke overgaan van fijne kleurnuances. Kies deze optie wanneer effen en gelijkmatige vlakken de belangrijkste attributen zijn.
De optie Gedetailleerd is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Kies deze optie wanneer scherpe randen en details het belangrijkst zijn.
Neutrale grijstinten
De instelling Neutrale grijstinten stelt de methode vast die gebruikt wordt voor het creëren van grijze kleuren die in tekst, illustraties en foto’s worden gebruikt.
Alleen zwart genereert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met alleen zwarte toner. Deze optie garandeert dat neutrale kleuren geen kleurencontrast hebben.
Vier kleuren genereert neutrale kleuren door de vier kleuren toner te combineren. Deze optie produceert gelijkmatige verlooptinten en veranderingen naar niet-neutrale kleuren. Hiermee wordt tevens het donkerste zwart geproduceerd.
Randenbeheer
De instelling Randenbeheer stelt vast hoe de randen worden weergegeven. De instelling Randenbeheer bestaat uit twee onderdelen: Adaptieve halftonen en Overlapping. Adaptieve halftonen vergroot de scherpte van de randen. Overlapping vermindert het effect van kleurvlakken die verspringen door de randen van aangrenzende objecten licht te overlappen. De volgende niveaus van scherpteregeling zijn beschikbaar:
Maximaal zorgt voor de meeste overlapping. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
Normaal levert de standaard overlappingsinstellingen. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
Licht levert minimale overlapping. Adaptieve halftonen is ingeschakeld.
Uit schakelt de instellingen voor overlapping en adaptieve halftonen uit.
RGB-kleur
De optie RGB-kleur bepaalt hoe de kleuren worden weergegeven.
Standaard interpreteert RGB-kleuren als sRGB, wat door de meeste softwarebedrijven en organisaties als standaard wordt beschouwd zoals Microsoft en het World Wide Web Consortium. (Zie http://www.w3.org.)
Levendig zorgt ervoor dat de printer de kleurverzadiging in de middentonen verhoogt. Objecten met vale kleuren worden met vollere kleuren afgedrukt. Deze waarde wordt aanbevolen voor het afdrukken van zakelijke afbeeldingen.
Apparaat stelt de printer in op het afdrukken van RGB-gegevens in onbewerkte apparaatmodus. Om foto’s juist weer te geven als deze optie is geselecteerd, dient u de kleuren te beheren in het programma waarin u werkt of in het besturingssysteem.
NLWW Kleuropties beheren
71
Page 82

Kleuren afstemmen

Het afstemmen van de kleuren van de afdruk op de kleuren op het beeldscherm is een heel ingewikkeld proces, omdat printers en computermonitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren. Monitoren geven kleuren weer door middel van lichtpixels met gebruikmaking van een RGB-kleurenproces (rood, groen, blauw); printers drukken kleuren af door gebruik te maken van een CMYK-proces (cyaan, magenta, geel en zwart).
Het afstemmen van de afgedrukte kleuren op de kleuren op het scherm wordt beïnvloed door de volgende factoren:
afdrukmateriaal
printerkleurstoffen (bijvoorbeeld inkten of toners)
afdrukproces (bijvoorbeeld inktjet-, kleurendrukpers- of lasertechnologie)
licht van boven
programma’s
printerdrivers
besturingssysteem van de computer
monitoren
videokaarten en drivers
bedrijfsomgeving (zeer vochtig of zeer droog)
persoonlijke verschillen in de kleurenperceptie
Houd deze factoren in gedachten als de kleuren op uw scherm niet volmaakt overeenkomen met de afgedrukte kleuren. De beste methode om de kleuren op uw scherm te laten overeenkomen met die van uw printer, is uw documenten af te drukken in sRGB­kleuren. De printer gebruikt sRGB en optimaliseert de uitvoer van kleuren automatisch.
Voor meer informatie over het oplossen van problemen met het afdrukken van kleuren, raadpleegt u
Problemen met kleurendocumenten oplossen.
72
Hoofdstuk 5 Kleur NLWW
Page 83
6

Onderhoud

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderhoudstaken:
Benodigdheden beheren
De printer reinigen
De printer kalibreren
NLWW
73
Page 84

Benodigdheden beheren

Voor informatie over de garantie van deze benodigdheden, raadpleegt u Printcartridge
Verklaring van beperkte garantie

Levensduur van benodigdheden

De levensduur van de imaging drum hangt af van het aantal zwarte pagina's of pagina's in kleur dat voor uw afdruktaken nodig is. Een imaging drum van de HP color LaserJet 2550 serie printer gaat gemiddeld 20.000 pagina's mee bij alleen zwarte pagina's en
5.000 pagina's bij afdrukken in kleur. De werkelijke levensduur ligt ergens tussen deze twee getallen in en is afhankelijk van het aantal afdrukken in zwart en in kleur. De gemiddelde levensduur is zo'n 6.000 en 8.000 pagina's.
De levensduur van de imaging drum wordt ook beïnvloed telkens als de printer wordt gekalibreerd, omdat de kalibratie ervoor zorgt dat de imaging drum wordt gedraaid. De levensduur van de imaging drum wordt gemeten volgens het aantal draaiingen in plaats het aantal afgedrukte pagina's.
De soort en lengte van de afdruktaken beïnvloeden ook de levensduur van de drum. Een reeks korte afdruktaken verbruikt meer van de levensduur van de drum dan het gelijke aantal afgedrukte pagina's van één afzonderlijke afdruktaak. Om de levensduur van de drum te verlengen, kunt u beter meerdere exemplaren van een afdruktaak in één keer afdrukken in plaats van dezelfde afdruktaak meerdere keren te verzenden.
Opmerking
De levensduur van een inktpatroon hangt af van de hoeveelheid toner die voor uw afdruktaken nodig is. Bij afdrukken met 5% dekking gaat een HP color LaserJet 2550L inktpatroon cyaan, magenta of geel gemiddeld 2.000 pagina's mee en een zwarte inktpatroon gemiddeld 5.000 pagina's. Bij afdrukken met 5% dekking gaat een HP color LaserJet 2550Ln of 2550n printer inktpatroon cyaan, magenta of geel gemiddeld 4.000 pagina's mee en een zwarte inktpatroon gemiddeld 5.000 pagina's. Bij een gemiddelde zakenbrief is gemiddeld 5% van de pagina bedrukt.
De imaging drum en inktpatronen voor deze printer zijn niet compatibel met oudere printermodellen zoals de HP color LaserJet 1500 serie printer of de HP color LaserJet 2500 serie printer.
Voor een langere levensduur, kunt u vervangende cyaan, magenta en gele inktpatronen bestellen voor de HP color LaserJet 2550L printer die gemiddeld 4.000 pagina's meegaan bij een 5% dekking. Zie
Accessoires en bestelinformatie voor bestelinformatie.

Benodigdheden controleren en bestellen

U kunt de status van benodigdheden controleren via het bedieningspaneel van de printer, het afdrukken van een pagina Status benodigdheden, de HP werkset bekijken of de HP Web Jetadmin bekijken. HP raadt u aan een nieuwe inktpatroon te bestellen zodra het bericht dat de inktpatroon bijna leeg is voor het eerst verschijnt. Dit bericht geeft aan dat de inktpatroon nog ongeveer twee weken meegaat. Wanneer u nieuwe, authentieke HP inktpatronen of imaging drums gebruikt, kunt u de volgende productinformatie ontvangen:
74
resterende levensduur van inktpatroon of drum
geschatte aantal resterende pagina's
aantal afgedrukte pagina's
overige informatie voor benodigdheden
Hoofdstuk 6 Onderhoud NLWW
Page 85
Opmerking
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de HP werkset u laten waarschuwen via e-mail als een inktpatroon bijna leeg is of als de imaging drum bijna versleten is. Als de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten, kunt u via de HP werkset vernemen wanneer benodigdheden bijna leeg zijn.
De status controleren en bestellingen plaatsen via het bedieningspaneel
Voer een van de volgende handelingen uit:
Controleer de status van de lampjes voor benodigdheden op het bedieningspaneel van
de printer. Deze lampjes geven aan wanneer een inktpatroon of de imaging drum leeg of bijna leeg is. De lampjes geven ook aan wanneer een inktpatroon van een ander merk dan HP voor het eerst wordt geïnstalleerd. Zie voor de interpretatie van de lampjespatronen.
Statuslampjes verbruiksartikelen
Druk gelijktijdig op benodigdheden (en tevens de Configuratiepagina en mogelijk een HP Jetdirect-pagina) afgedrukt. Controleer de status van de benodigdheden op de statuspagina. Zie
Status benodigdheden voor meer informatie.
Als de benodigdheden bijna leeg zijn, kunt u deze bij uw plaatselijke HP dealer, per telefoon of online bestellen. Zie
http://www.hp.com/go/ljsupplies voor online bestellingen.
(S
TART
)en (T
Accessoires en bestelinformatie voor onderdeelnummers. Zie
AAK ANNULEREN
). Er wordt een pagina Status
Pagina
Controleren en bestellen via HP werkset
U kunt de HP werkset controleren om te waarschuwen als de benodigdheden bijna leeg zijn. U kunt kiezen om waarschuwingen via e-mail te ontvangen of als pop-upbericht of als pictogram in de taakbalk. Voor het bestellen van benodigdheden met behulp van de HP werkset, klikt u in het gedeelte Overige links op Benodigdheden bestellen. U dient toegang te hebben tot Internet om de website te kunnen openen.
HP werkset voor meer informatie.
Zie
Controleren en bestellen via HP Web Jetadmin
Selecteer de printer in HP Web Jetadmin. In de statuspagina van het apparaat vindt u informatie over benodigdheden. Om te bestellen gebruikt u de HP werkset. Of zie
Accessoires en bestelinformatie.

Benodigdheden bewaren

Volg de volgende richtlijnen voor het bewaren van printpatronen en de imaging drum:
Verwijder de inktpatroon of de imaging drum pas uit de verpakking wanneer u klaar
bent om deze te gebruiken.
VOORZICHTIG
NLWW Benodigdheden beheren
Stel de inktpatroon of imaging drum niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. U voorkomt zo beschadigingen.
Zie
Bewaar de artikelen in horizontale positie.
Bewaar de artikelen op een donkere, droge plaats uit de buurt van warmtebronnen en
Omgevingsspecificaties voor het temperatuurbereik bij gebruik en opslag.
magnetische bronnen.
75
Page 86

Benodigdheden vervangen en hergebruiken

Volg voor het installeren van een nieuwe inktpatroon of imaging drum van HP en het recyclen van gebruikte exemplaren de instructies die zijn bijgesloten in de verpakking van het nieuwe onderdeel, of zie de starthandleiding.
Voor de recycling van benodigdheden, plaatst u het verbruikte onderdeel in de verpakking waarin het nieuwe onderdeel is geleverd. Gebruik het meegeleverde retouretiket om het verbruikte onderdeel terug te zenden naar HP voor recycling. Voor informatie over recyclen raadpleegt u de recyclinggids die bij elk nieuw onderdeel van HP wordt geleverd. Zie
LaserJet afdrukbenodigdheden voor meer informatie over het recyclingprogramma van HP.
HP

Beleid van HP t.a.v. benodigdheden van derden

Hewlett-Packard Company kan het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Omdat dit geen HP producten zijn, heeft HP ook geen invloed op hun ontwerp en kwaliteit. Onderhoud of reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik van een onderdeel van een ander merk dan HP worden niet gedekt door de garantie op de printer.
Wanneer u een onderdeel in de printer plaatst, wordt u gewaarschuwd wanneer het geen authentiek HP artikel betreft. Als u een authentiek HP-onderdeel in de printer plaatst dat in een andere HP-printer is gebruikt en bijna leeg is, wordt dit onderdeel als ander merk dan HP aangemerkt. Plaats het artikel terug in de oorspronkelijke printer om de HP functies opnieuw te activeren.
VOORZICHTIG
De printer herstellen voor onderdelen van derden
Wanneer u een inktpatroon of imaging drum van een ander merk dan HP installeert, knippert het lampje naast de inktpatroon of imaging drum die u vervangt en brandt het
(T
waarschuwingslampje. Om toch met dit onderdeel af te drukken, moet u op
ANNULEREN
De statuslampjes geven niet aan wanneer deze soort benodigdheden leeg of bijna leeg is.
De printer stopt niet met afdrukken wanneer deze soort benodigdheden leeg of bijna leeg is. Als u doorgaat met afdrukken nadat een inktpatroon of imaging drum leeg is, kan de printer beschadigd raken. Zie
Verklaring van beperkte garantie.
) drukken, als u voor de eerste keer afdrukt met dit onderdeel dat niet van HP is.
Beperkte garantie van Hewlett-Packard en Printcartridge
AAK

HP fraudelijn

Bel de HP fraudelijn als de statuslampjes voor benodigdheden of de HP werkset aangeven dat de inktpatroon of imaging drum niet van HP is terwijl u denkt van wel. HP helpt u te bepalen of het betreffende product een echt HP product is en onderneemt stappen om het probleem op te lossen.
In de volgende gevallen heeft u mogelijk te maken met een inktpatroon of imaging drum van een ander merk dan HP:
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de inktpatroon of imaging
drum.
76
De inktpatroon of imaging drum ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het
treklipje en de doos zijn anders).
In de Verenigde Staten kunt u gratis het volgende nummer bellen: (1) (877) 219-3183.
Hoofdstuk 6 Onderhoud NLWW
Page 87
Buiten de Verenigde Staten kunt u op onze kosten bellen. Vraag de operator naar een 'collect call' naar dit telefoonnummer: (1) (770) 263-4745. Als u geen Engels spreekt, wordt u in uw taal te woord gestaan door een medewerker van de HP fraudelijn. Of, als niemand uw taal spreekt, wordt ongeveer een minuut na het begin van uw telefoontje een telefonische tolk ingeschakeld. Via deze service kunt u met de medewerker van de HP fraudelijn in uw eigen taal communiceren.
NLWW Benodigdheden beheren
77
Page 88

De printer reinigen

Tijdens het afdrukproces kunnen zich in de printer papier-, toner- en stofdeeltjes verzamelen. Dit kan na verloop van tijd afdrukproblemen veroorzaken, zoals tonerspikkels of vegen. Deze printer beschikt over een reinigingsstand waarmee dergelijke problemen kunnen worden opgelost en voorkomen.
Opmerking

Het mechanisme reinigen

De volgende procedure moet met behulp van de HP werkset worden uitgevoerd. Voor het reinigen van de engine terwijl de computer een besturingssysteem gebruikt die geen HP werkset ondersteunt, moet u het meest recente leesmij-bestand op de cd-rom raadplegen of gaat u naar http://www.hp.com/support/clj2550.
1. Controleer of de printer ingeschakeld en gereed is.
2. Open de HP werkset.
3.
Op het tabblad Probleemoplossing klikt u op Onderhoud, Reinigingspagina en vervolgens op Afdrukken. Er wordt een pagina met patronen afgedrukt.
4. Verwijder eventueel papier uit lade 1.
5. Verwijder de afgedrukte pagina en laad deze met de afdrukzijde omlaag in lade 1.
6.
Op de computer drukt u op Reinigen.
78
Hoofdstuk 6 Onderhoud NLWW
Page 89

De printer kalibreren

De printer wordt op verschillende verschillende momenten automatisch gekalibreerd: U kunt de instellingen voor kalibratie aanpassen met behulp van de HP werkset.
Omgevingsverschillen, verouderde inktpatronen, verouderde toner en een verouderde imaging drum kunnen fluctuaties in de beelddichtheid veroorzaken. De printer houdt hiermee rekening met behulp van beeldstabilisatieregeling. De printer kalibreert automatisch op verschillende tijdstippen om het hoogste niveau afdrukkwaliteit te behouden. U kunt de instellingen voor kalibratie aanpassen met behulp van de HP werkset.
De printer onderbreekt geen afdruktaak tijdens het kalibreren. De printer wacht totdat de taak is voltooid voordat deze begint met kalibreren of reinigen. Terwijl de printer bezig is met kalibreren, wacht de printer met afdrukken totdat de kalibratie voltooid is.

De printer op de printer zelf kalibreren

Opmerking
Druk gelijktijdig op (S
TART
)en (C
ARROUSEL DRAAIEN
) om een kalibratie te starten.

De printer via de HP werkset kalibreren

Deze procedure is alleen van toepassing op de besturingssystemen van Windows. Macintosh-gebruikers moeten de printer handmatig kalibreren met behulp van bovenstaande procedure.
1. Open de HP werkset met behulp van één van de volgende methodes:
Op het bureaublad in Windows dubbelklikt u op het pictogram van de HP werkset.
In het menu Start gaat u naar Programma's, HP color LaserJet 2550, en klikt u vervolgens op HP werkset.
2.
Op het tabblad Probleemoplossing klikt u op Diagnostische hulpmiddelen (links op het scherm).
3.
Klik op Kleurenkalibratie.
NLWW De printer kalibreren
79
Page 90
80
Hoofdstuk 6 Onderhoud NLWW
Page 91
7

Problemen oplossen

Deze informatie over het oplossen van problemen kan u helpen wanneer u problemen met de printer ondervindt. Kies het algemene soort probleem in het volgende overzicht.
Problemen oplossen die geen berichten genereren
Het netwerk controleren
Algemene afdrukproblemen oplossen
PostScript-fouten oplossen
Veelvoorkomende Macintosh-problemen oplossen
Problemen oplossen die berichten genereren
Berichten op het bedieningspaneel oplossen
Storingen verhelpen
Problemen met het afdrukmateriaal oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
NLWW
81
Page 92

Problemen oplossen die geen berichten genereren

Als de printer niet op de juiste wijze reageert, loopt u de punten in de volgende controlelijst een voor een na. Als de printer niet naar de volgende stap gaat, volg dan de overeenkomstige suggesties voor het oplossen van het probleem. Als het probleem na een bepaalde stap is opgelost, hoeft u de resterende stappen in de controlelijst niet meer uit te voeren.

Controlelijst voor het oplossen van problemen

1. Controleer of het Klaar-lampje op de printer brandt. Voer de volgende stappen uit als er
geen lampjes branden:
a. Controleer alle kabels en netsnoeren.
b. Controleer of de printer is ingeschakeld.
c. Controleer de voedingsbron door de printer rechtstreeks op een stopcontact of
ander contactpunt aan te sluiten.
d. Neem contact op met de klantenondersteuning van HP als de printer nog geen
stroom krijgt. (Zie van de printer.)
2. Controleer de bekabeling
HP online klantenondersteuning of de brochure in de verpakking
a. Controleer de kabelaansluitingen tussen de printer en de computer of de
netwerkpoort. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten.
b. Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te
gebruiken.
c. Controleer de netwerkaansluiting. Zie
3. Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet. Zie
Specificaties voor het afdrukmateriaal.
4. Druk een Configuratiepagina en pagina Status benodigdheden af door gelijktijdig te
(S
TART
drukken op aangesloten, wordt ook een HP Jetdirect-pagina afgedrukt.
a. Als de pagina's niet worden afgedrukt, moet u controleren of ten minste één lade
afdrukmateriaal bevat.
b. Ga naar
5. Als de Configuratiepagina en pagina Status benodigdheden worden afgedrukt,
controleer dan de volgende items.
a. Als de pagina's nu goed worden afgedrukt, werkt de printerhardware goed. Het
probleem ligt bij de computer die u gebruikt of bij de printerdriver of het programma.
b. Als de pagina's niet correct worden afgedrukt, moet u de printer kalibreren. Zie
printer kalibreren. Druk de pagina's opnieuw af. Als de pagina's nog steeds niet
correct worden afgedrukt, ligt het probleem bij de printerhardware. Neem contact op met de klantenondersteuning van HP. (Zie de brochure in de verpakking van de printer.)
Storingen verhelpen als een papierstoring in de printer optreedt.
)en (T
AAK ANNULEREN
Het netwerk controleren.
). Als de printer op een netwerk is
HP online klantenondersteuning of
De
82
6. Controleer vanaf de computer de afdrukwachtrij of de spooler (Print Monitor of Print
Center Queue voor Mac OS) om te zien of de printer gepauzeerd is of op offline afdrukken is ingesteld.
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen NLWW
Page 93
7. Controleer of u de HP color LaserJet 2550 serie printerdriver hebt geïnstalleerd.
Controleer in het programma of u een HP color LaserJet 2550 serie printerdriver gebruikt.
8. Druk een pagina vanuit de HP werkset af.
a. Als deze pagina wordt afgedrukt, ligt het probleem bij de printerdriver. Voor
Windows kunt u het proberen met een andere printerdriver. Of verwijder voor Windows of Macintosh de printerdriver (zie
De printersoftware verwijderen)en
installeer deze opnieuw (zie de starthandleiding).
b. Als de pagina niet wordt afgedrukt, ligt het probleem bij het programma of de
computer.
9. Druk een kort document af via een ander programma dat een vorige keer goed is
afgedrukt. Als deze oplossing werkt, ligt het probleem bij het gebruikte programma. Als deze oplossing niet werkt (het document wordt niet afgedrukt), gaat u verder met de volgende stappen:
a. Probeer de afdruktaak vanaf een andere computer met de printersoftware uit te
voeren.
b. Als de printer op het netwerk is aangesloten, sluit u de printer rechtstreeks aan op
een computer met een parallelle kabel of USB-kabel. Leid de printer om naar de juiste poort of installeer de software opnieuw, waarbij u de nieuwe aansluitmethode kiest.
10. Zie
Algemene afdrukproblemen oplossen als het probleem dan nog niet is opgelost.
NLWW Problemen oplossen die geen berichten genereren
83
Page 94

Het netwerk controleren

U kunt het beste de cd-rom van de HP color LaserJet 2550 gebruiken voor de installatie en configuratie van de printer op een netwerk. Voer de volgende stappen uit om te controleren of het probleem door het netwerk wordt veroorzaakt.
Als de Configuratiepagina wordt afgedrukt, moet een HP Jetdirect Configuratiepagina
worden afgedrukt indien de printer zich op een netwerk bevindt. (Raadpleeg
pagina's als deze pagina's niet in uw taal worden afgedrukt.) Controleer of alle
netwerkinstellingen goed zijn geconfigureerd. Zie de HP Jetdirect Handleiding voor de beheerder voor meer informatie over de HP Jetdirect-pagina. Deze handleiding kan worden geïnstalleerd via de gedeelten Documentatie bekijken of Gebruikersdocumentatie bekijken op de cd-rom van de HP color LaserJet 2550.
Zie de HP Jetdirect Handleiding voor de beheerder, die kan worden geïnstalleerd via de gedeelten Documentatie bekijken of Gebruikersdocumentatie bekijken op de cd­rom van de HP color LaserJet 2550.
Vraag de netwerkbeheerder om hulp.
Speciale
84
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen NLWW
Page 95

Algemene afdrukproblemen oplossen

Als aanvulling op de onderstaande problemen kunt u Veelvoorkomende Macintosh-
problemen oplossen raadplegen als u een Macintosh-computer gebruikt en PostScript­fouten oplossen raadplegen als u de PostScript-driver gebruikt.
De afdruktaak wordt extreem langzaam uitgevoerd.
Oorzaak
De taak kan bijvoorbeeld zeer complex zijn of illustraties bevatten.
De maximum afdruksnelheid is 19 ppm in zwart voor papier in A4-formaat, 20 ppm in zwart voor papier in Letter­formaat, en 4 ppm in kleur (voor A4 of Letter). Deze snelheid kan niet worden opgevoerd, zelfs al wordt meer geheugen toegevoegd.
De afdruksnelheid kan automatisch worden verlaagd bij het afdrukken op speciale afdrukmaterialen.
In de printerdriver wordt het soort of formaat ingesteld voor kaarten of ander zwaar papier.
Oplossing
Wacht tot de taak wordt afgedrukt.
Maak de pagina minder complex of probeer de
instellingen voor afdrukkwaliteit aan te passen. Als dit probleem zich vaak voordoet, kunt u geheugen aan de printer toevoegen.
Wacht tot de afdruktaak is voltooid.
Wacht tot de afdruktaak is voltooid.
Als u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken,
moeten de soort en het formaat met het afdrukmateriaal overeenkomen. De printer drukt voor sommige soorten afdrukmaterialen langzamer af voor een beter resultaat. Wacht tot de taak wordt afgedrukt.
Stel bij afdrukken op ander papier het soort en formaat
in de printerdriver in op normaal papier.
In de standaardinstellingen voor deze printer klikt u op
het tabblad Papier en controleert u of Type is ingesteld op gewoon papier. U kunt deze instelling in de printerdriver overschrijven als u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal.
Er kan een probleem zijn met de printer. Als u met behulp van een van de PCL-drivers hebt
afgedrukt, probeert u de PS-driver, of andersom.
De printer kan heet zijn. Als de printer gedurende enige tijd heeft afgedrukt, zal deze
heet zijn. Hierdoor verloopt het afdrukken automatisch langzamer om storingen met de afdrukkwaliteit te helpen voorkomen. Als u wilt dat de printer weer op normale snelheid verdergaat met afdrukken, moet u even wachten totdat de printer is afgekoeld.
NLWW Algemene afdrukproblemen oplossen
85
Page 96
De printer voert papier in vanuit de verkeerde lade.
Oorzaak
De geselecteerde bron (lade) is mogelijk onjuist. Zorg bij Windows dat de bron zo mogelijk wordt
De instelling Type of Formaat komt niet overeen met het formaat papier of afdrukmateriaal dat in de lade is geplaatst.
Afdrukmateriaal is in lade 1 geplaatst. Verwijder het papier uit lade 1. De printer haalt papier uit
Oplossing
geselecteerd via het dialoogvenster Afdrukken (onderdeel van het programma) of via de printerdriver. Als u de bron selecteert in de printerdriver en vervolgens een andere bron selecteert in het dialoogvenster Afdrukken, wordt de broninstelling in het dialoogvenster Afdrukken overgenomen door de printerdriver.
Bij Macintosh stelt u de bron in via het dialoogvenster
Print.
Verwijder eventuele afdrukmaterialen uit de andere
laden om ervoor te zorgen dat de printer papier uit de gewenste lade neemt.
Wijzig de instelling Type of Formaat met behulp van de HP werkset voor elke lade zodat deze overeenkomt met het formaat afdrukmateriaal dat is geplaatst.
lade 1 als u geen lade heeft gespecificeerd met een compatibel formaat of soort papier geplaatst en lade 1 niet is geconfigureerd.
Printer neemt papier niet uit lade 2 of optionele lade 3.
Oorzaak
De achterste papierlengtegeleider (optionele lade 2) of achterste papierstop (optionele lade 3) is niet goed ingesteld.
De lade wordt niet in de printerdriver herkend. Stel de printerdriver als volgt in om de lade te herkennen:
Als geen papier uit beide laden wordt gebruikt, is er mogelijk een probleem met het papier.
Oplossing
Zie Optionele lade 2 vullen of Optionele lade 3 vullen om de achterste papiergeleiders goed in te stellen.
Windows: klik op de knop Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen. Klik op het tabblad Configureren of op het tabblad Apparaatinstellingen. Selecteer de juiste lade als geïnstalleerde optie.
Mac OS X: (OS 9.x instelling kan verschillen): Open Afdrukbheer en klik op de wachtrij van de HP color LaserJet. Klik op Printers en klik vervolgens op Toon info. Klik op Installeerbare opties en selecteer de juiste lade. Klik op Pas wijzigingen toe
Probeer een ander soort of merk papier.
Gebruik papier van hoge kwaliteit voor laserprinters.
Gecoat en fotopapier worden niet ondersteund. Zie
Specificaties voor het afdrukmateriaal.ZieAccessoires en bestelinformatie om te bestellen.
De printer herkent de lade niet. Zet de printer uit en vervolgens weer aan.
86
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen NLWW
Page 97
Printer neemt papier niet uit lade 2 of optionele lade 3.
Oorzaak
Het scheidingskussen en de papierrollen zijn mogelijk versleten.
Oplossing
Vervang het scheidingskussen en de papierrollen. Neem contact op met de klantenondersteuning van HP om onderdelen te bestellen. Zie
HP online klantenondersteuning of de brochure in de verpakking van
de printer.
De printer herkent een geïnstalleerde DIMM niet.
Oorzaak
Oplossing
De DIMM wordt niet in de printerdriver herkend. Stel de printerdriver zo in dat de DIMM wordt herkend. Zie
Geheugen activeren.
De DIMM is niet goed geïnstalleerd. Verwijder de DIMM en installeer deze opnieuw.
De printer reageert niet als de opdracht Afdrukken wordt geselecteerd in de software.
Oorzaak
Oplossing
Er is een probleem met de printer. Controleer de lampjes van het bedieningspaneel op de
printer om vast te stellen of er sprake is van een fout.
De printer ontvangt geen stroom als er geen lampjes branden.
Controleer de aansluiting van het netsnoer tussen de
printer en de voedingsbron.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Controleer of de voedingsbron (stopcontact of
overspanningsbeveiliging) stroom krijgt.
Neem contact op met de klantenondersteuning van HP
als de printer nog geen stroom krijgt. Zie
klantenondersteuning of de ondersteuningsbrochure in
de verpakking van de printer.
De printer is mogelijk op handmatige invoer ingesteld (waarschuwingslampje knippert en Start-lampje brandt).
In de software is de verkeerde printer gekozen.
Voeg papier aan lade 1 toe als deze leeg is. Druk op (S
TART
) als deze lade het gewenste papier al bevat.
In het dialoogvenster Afdrukken of Printerinstelling controleert u of de HP color LaserJet 2550 is geselecteerd.
Er is een storing opgetreden. Verhelp de storingen. Zie Storingen verhelpen.
De printer is aangesloten op een netwerk en ontvangt geen signaal.
Koppel de printer los van het netwerk en sluit deze
rechtstreeks op een computer met een parallelle kabel of USB-kabel aan.
Verwijder alle onderbroken taken uit de afdrukwachtrij.
Druk een taak af, waarvan u weet dat deze goed wordt
uitgevoerd.
HP online
Installeer de afdruksoftware opnieuw.
De interfacekabel tussen de computer (of het netwerk) en
Maak de interfacekabel los en sluit deze weer aan.
de printer is niet goed aangesloten.
NLWW Algemene afdrukproblemen oplossen
87
Page 98
De printer reageert niet als de opdracht Afdrukken wordt geselecteerd in de software.
Oorzaak
De interfacekabel is defect. Sluit, indien mogelijk, de interfacekabel op een andere
Als de printer op een computer is aangesloten, is de printersoftware niet voor de printerpoort geconfigureerd.
Pagina's worden afgedrukt, maar niet alle kleuren worden afgedrukt of de pagina's zijn leeg.
Oorzaak
Als één kleur ontbreekt, is wellicht de beschermende tape niet van de inktpatroon verwijderd.
Als lege pagina's worden afgedrukt, bevat het bestand mogelijk lege pagina's.
Als u inktpatronen van een ander merk dan HP gebruikt, is een of meer van de inktpatronen leeg of bijna leeg. De lampjes van het bedieningspaneel geven niet aan wanneer andere dan HP inktpatronen leeg of bijna leeg zijn.
Oplossing
computer (of netwerkpoort) aan en druk een taak af waarvan u weet dat deze goed wordt uitgevoerd.
Probeer een andere kabel.
Controleer in het printerselectiemenu van de software of de juiste poort wordt benaderd. Controleer, als de computer meer dan één poort heeft, of de printer aan de juiste poort is gekoppeld.
Oplossing
Verwijder de inktpatroon voor de ontbrekende kleur en controleer of de beschermende tape volledig is verwijderd.
Controleer of het bestand lege pagina's bevat. Verwijder deze pagina's als ze niet noodzakelijk zijn.
Vervang een of meer inktpatronen.
Het selectievakje Lettertype-DIMM is mogelijk ingeschakeld, maar er is geen lettertype-DIMM in de printer geïnstalleerd. (Dit probleem geldt alleen voor printers met een lettertype-DIMM voor Aziatische talen.)
Het afdrukmateriaal krult om bij het verlaten van de bovenste uitvoerbak.
Oorzaak
Het afdrukmateriaal moet via de rechte papierbaan worden afgedrukt.
De stapel was iets gekruld toen het papier in de lade werd geplaatst.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties van HP.
De instelling voor soort is bij het afdrukken op licht afdrukmateriaal mogelijk niet juist.
In de instellingen voor deze printer klikt u op het keuzevak Lettertype-DIMM op het tabblad Configureren om dit vakje uit te schakelen als er geen lettertype-DIMM in de printer is geïnstalleerd in de printer. Selecteer het selectievakje Lettertype-DIMM alleen als er een lettertype-DIMM in de printer is geïnstalleerd. Als er volgens u wel een lettertype­DIMM is geïnstalleerd, controleer dan of dat correct is gebeurd.
Oplossing
Open de achterste uitvoerklep om af te drukken via de rechte papierbaan. Verwijder elk vel zodra het uit de printer komt.
Draai de stapel met afdrukmateriaal om in de invoerlade.
Zie Specificaties voor het afdrukmateriaal.
Selecteer Licht in het veld voor Type is in de printerdriver.
88
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen NLWW
Page 99
De printer drukt wel af, maar de tekst is fout, staat door elkaar of is onvolledig.
Oorzaak
Oplossing
De interfacekabel zit los of is defect. Koppel de printerkabel los en sluit deze weer aan. Probeer
een taak af te drukken waarvan u weet dat deze wordt afgedrukt. Sluit, indien mogelijk, de kabel en de printer op een andere computer aan en probeer een afdruktaak waarvan u weet dat deze goed wordt uitgevoerd. Probeer het ten slotte met een nieuwe kabel.
De printer is op een netwerk of een switchbox aangesloten en ontvangt geen duidelijk signaal.
Koppel de printer los van het netwerk en sluit deze rechtstreeks op een computer met een parallelle kabel of USB-kabel aan. Druk een taak af, waarvan u weet dat deze goed wordt uitgevoerd.
In de software is de verkeerde driver gekozen.
In het dialoogvenster Afdrukken of Printerinstelling moet u er op letten dat de HP color LaserJet 2550 is geselecteerd.
De printerdriver werkt niet goed. Druk een pagina vanuit de HP werkset af. Als de pagina
wordt afgedrukt, ligt het probleem bij de printerdriver. Verwijder de printerdriver en installeer deze opnieuw.
Het programma werkt niet goed. Probeer een afdruktaak via een andere toepassing uit te
voeren.
Als de printer is aangesloten op een computer, werkt het besturingssysteem niet goed.
Controleer het besturingssysteem. Als u niet weet hoe u de volgende methode moet gebruiken, raadpleegt u de documentatie bij de computer.
Het selectievakje voor lettertype-DIMM is mogelijk gemarkeerd maar er is mogelijk geen lettertype-DIMM in de printer geïnstalleerd. (Dit probleem geldt alleen voor printers met een lettertype-DIMM voor Aziatische talen geïnstalleerd.)
Start de computer opnieuw op. Druk bij een pieptoon tijdens het opstarten op F5 en selecteer Alleen MS-DOS- prompt. Typ op de opdrachtregel Dir> LPT1 en druk vervolgens op Enter. (Hierbij wordt aangenomen dat de printer op LPT1 is aangesloten.) Als het Start-lampje op de
printer gaat branden, drukt u op
(S
TART
)omdepagina af te drukken en uit te werpen. Als de pagina nu goed wordt afgedrukt, werkt het besturingssysteem niet.
Schakel de optie Lettertype-DIMM uit in de driver voor
deze printer op het tabblad Configureren als geen Lettertype-DIMM in de printer is geïnstalleerd.
Laat het selectievakje ingeschakeld als wel een
lettertype-DIMM is geïnstalleerd, maar controleer dan of dit correct is gebeurd.
NLWW Algemene afdrukproblemen oplossen
89
Page 100

PostScript-fouten oplossen

De volgende situaties zijn specifiek voor de PS-taal en kunnen zich voordoen als er verschillende printertalen worden gebruikt.
Opmerking
Kies de desbetreffende optie in de PS-printerdriver of de HP werkset voor het ontvangen van een afgedrukt of op het scherm weergegeven bericht wanneer een PS-fout optreedt.
De taak wordt afgedrukt in Courier (het standaardlettertype van de printer) in plaats van in het verzochte lettertype.
Oorzaak
Het verzochte lettertype is niet gedownload. Er kan een personality-wisseling hebben plaatsgevonden om een PCL­taak af te drukken, vlak voordat de PS-afdruktaak is ontvangen.
Er wordt een pagina met PS-fouten afgedrukt.
Oorzaak
De afdruktaak is mogelijk geen PS. Controleer of de afdruktaak een PS-taak is. Controleer of
Er is een fout met het virtuele geheugen opgetreden.
Oplossing
Download het gewenste lettertype en verzend de afdruktaak nog eens. Controleer het type en de locatie van het lettertype. Download het lettertype naar de printer, indien van toepassing. Zie de softwaredocumentatie voor meer informatie.
Oplossing
het programma verwacht dat een configuratie- of PS­headerbestand naar de printer wordt gestuurd.
Oorzaak
Deze PS-lettertypefout treedt op bij het gebruik van verschillende lettertypen.
Er is een fout in de bereikcontrole opgetreden.
Oorzaak
Deze PS-lettertypefout treedt op bij het gebruik van verschillende lettertypen.
Oplossing
Selecteer Onbeperkt aantal "downloadable lettertypen" in de printerdriver.
Vereenvoudig het document door het aantal illustraties
of lettertypen te verminderen.
Oplossing
Probeer af te drukken vanuit een andere lade.
Selecteer Onbeperkt aantal "downloadable lettertypen" in de printerdriver.
90
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen NLWW
Loading...