Reproductie, aanpassing of vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, tenzij dit onder
de bepalingen van het auteursrecht is
toegestaan.
Onderdeelnummer: Q5927-90919
Edition 1, 09/2004
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor HP producten en
diensten worden uiteengezet in de
uitdrukkelijke garantievoorwaarden die bij
dergelijke producten en diensten worden
geleverd. Niets in dit document moet
worden opgevat als zijnde een aanvullende
garantie. HP is niet aansprakelijk voor
technische fouten of zetfouten of
weglatingen in dit document.
Handelsmerken
Microsoft
®
, Windows® en Windows NT® zijn
in de VS gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Energy Star
®
en het logo van Energy Star
zijn in de VS gedeponeerde merken van de
Environmental Protection Agency in de
Verenigde Staten.
PostScript
®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Adobe Systems
Incorporated.
®
Bluetooth
is een gedeponeerd
handelsmerk en eigendom van de eigenaar
en onder licentie gebruikt door HewlettPackard Company.
Java™ is een handelsmerk in de VS van
Sun Microsystems Inc.
®
UNIX
is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
®
Linux
is een in de VS gedeponeerd
handelsmerk van Linus Torvalds.
®
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot meer informatie ...........................................................................................2
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning ............................................2
Koppelingen naar gebruikershandleiding ...........................................................................2
Meer informatie ...................................................................................................................2
Parallelle poort (HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 printers)
6Interne HP Jetdirect netwerkpoort (alleen HP LaserJet 1320n, HP LaserJet 1320tn en
HP LaserJet 1320nw printers)
7
Automatische dubbele papierbaanklep aan de achterzijde
8Hendels voor opheffen van papierstoringen
NLWWUitleg over de printer5
Bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit vier lichtjes en twee knoppen. De
HP LaserJet 1320nw printer heeft een extra lichtje aan de bovenzijde van het
bedieningspaneel. Deze lichtjes vormen patronen waaraan u de status van de printer kunt
aflezen.
1Draadloos-lichtje: (alleen HP LaserJet 1320nw printer) Wanneer het Draadloos-lichtje brandt, is
er een draadloze verbinding gemaakt. Wanneer het Draadloos-lichtje uit is, is er geen draadloze
verbinding. Wanneer het Draadloos-lichtje knippert, probeert de printer een draadloze verbinding
tot stand te brengen.
2Printcartridgelichtje: wanneer de toner bijna op is, brandt het Tonerlichtje. Wanneer de
printcartridge uit de printer is gehaald, knippert het Printcartridgelichtje.
3Attentielichtje: geeft aan dat de papierinvoerlade leeg is, de printcartridgeklep open is, de
printcartridge ontbreekt of dat er een andere fout is opgetreden. Zie
voor meer informatie.
4Klaar-lichtje: geeft aan dat de printer klaar is om af te drukken.
5S
TART
-knop en -lichtje: druk op de knop S
afdrukken of wilt doorgaan met afdrukken in de handinvoermodus. Druk de knop S
5 seconden in als u een configuratiepagina wilt afdrukken.
6KnopA
NNULEREN
: druk op de knop A
NNULEREN
Pagina’s met printerinformatie
TART
en laat deze weer los als u een demopagina wilt
TART
om de huidige afdruktaak te annuleren.
Opmerking
Zie Patronen statuslichtjes voor een beschrijving van de lichtjespatronen.
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Papierbanen
In de volgende gedeelten worden de invoerladen, uitvoerladen en papierbanen beschreven.
Voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1)
Gebruik de voorrangsinvoersleuf voor één vel voor het invoeren van één vel papier, een
envelop, briefkaart, etiket of transparant. U kunt de voorrangsinvoerlade ook gebruiken om
de eerste pagina op ander afdrukmateriaal af te drukken dan de rest van het document.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. Als u papier in de lade plaatst, moet u de
papiergeleiders aanpassen aan de breedte van het papier.
Opmerking
De printer drukt automatisch eerst af vanuit de voorrangsinvoersleuf en pas daarna vanuit
de hoofdinvoerlade.
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor meer informatie over soorten
Zie
afdrukmateriaal.
Hoofdinvoerlade (Lade 2)
De interne hoofdinvoerlade bevindt zich aan de voorkant van de printer en kan maximaal
250 vel van 75 g/m2 of ander afdrukmateriaal bevatten.
In de hoofdinvoerlade kan papier met de volgende specificaties worden geplaatst:
!
Gewicht: max. 60 tot 105 g/m
!Formaat: van 147 x 211 mm tot 216 x 356 mm.
2
.
NLWWPapierbanen7
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. De hoofdinvoerlade heeft papiergeleiders aan de
zijkanten en de achterzijde. Als u papier in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders
aanpassen aan de lengte en breedte van het papier.
Rechte papierbaan
De rechte papierbaan is handig bij het afdrukken van enveloppen, transparanten, zwaar
afdrukmateriaal of materiaal dat tijdens het afdrukken de neiging heeft om te krullen.
Afgedrukt materiaal wordt in omgekeerde volgorde uitgevoerd als de vlakke uitvoerklep
open is.
Opmerking
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Afgedrukt materiaal stapelt zich niet op als u de rechte papierbaan gebruikt. Als u het vel dat
uit de printer komt niet direct verwijdert, valt het op de grond.
Uitvoerbak
De uitvoerbak bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Afgedrukt papier wordt hier in
de juiste volgorde verzameld als de vlakke uitvoerklep is gesloten. Door de papiersteun kan
papier voor omvangrijke afdruktaken beter worden gestapeld. Gebruik de uitvoerbak voor
het afdrukken van normale en grote, geordende documenten.
NLWWPapierbanen9
Toegang tot printcartridge
De klep voor de printcartridge bevindt zich aan de voorzijde van de printer. U moet de klep
openen om toegang te krijgen tot de printcartridge en om storingen te verhelpen en de
printer schoon te maken. U opent de printcartridgeklep door het midden vast te pakken en
de klep naar u toe te trekken.
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printersoftware
In de volgende gedeelten wordt de software beschreven die wordt geleverd bij de
HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers.
Ondersteunde besturingssystemen
U kunt het beste de geleverde software installeren zodat u de printer gemakkelijk kunt
instellen en de volledige functionaliteit van het apparaat kunt gebruiken. Niet alle software is
beschikbaar in alle talen. Installeer de software voordat u de printer instelt. Raadpleeg het
Leesmij-bestand voor de nieuwste informatie over de software.
Via Internet en andere bronnen zijn de meest recente versies van drivers, extra drivers en
andere software verkrijgbaar.
De printer wordt geleverd met printersoftware voor de volgende besturingssystemen:
!Windows 98
!Windows ME
!Windows NT (alleen printerdriver)
!Windows 2000
!Windows Server 2003 (alleen printerdriver)
Opmerking
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over het upgraden van
Windows 2000 Server naar Windows Server 2003.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Point and Print.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Terminal Services en afdrukken.
!Windows XP (32-bits)
!Windows XP (64-bits) (alleen printerdriver)
!Mac OS 9.x (alleen printerdriver)
!Mac OS X v10.1 (alleen printerdriver), v10.2 en hoger
Apple raadt gebruikers van OS X v10.0 aan om hun systeem bij te werken naar v10.1 of
hoger.
Printersoftware installeren
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor het installeren van de
printersoftware op verschillende besturingssystemen.
Een printerdriver voor Windows NT 4.0 installeren
Als u de printersoftware voor Windows NT 4.0 wilt installeren, moet u de wizard Printer
toevoegen gebruiken.
1. Klik op Start en kies Instellingen.
2. Klik op Printers.
NLWWPrintersoftware11
3. Dubbelklik op Printer toevoegen.
4. Selecteer de poort waarop de printer is aangesloten en klik op Volgende.
5. Klik op Diskette. Klik op Bladeren.
6. Op de cd-rom kunt u als volgt bladeren naar de driver die u wilt installeren:
a. Selecteer de gewenste taal in de bestandslijst en dubbelklik op de taal.
b. Selecteer drivers in de bestandslijst en dubbelklik hierop.
c.Selecteer het gewenste besturingssysteem in de bestandslijst en dubbelklik hierop.
d. Selecteer de driver in de bestandslijst en dubbelklik hierop.
e. Klik op OK om het INF-bestand te selecteren.
f.Klik op de HP LaserJet 1160 of de HP LaserJet 1320 serie printer en vervolgens
op OK om de installatie te starten.
7. Volg de instructies op het scherm om de installatie van de software te voltooien.
Printersoftware voor Windows XP (64-bits) en Windows Server 2003
installeren
Raadpleeg de documentatie van het besturingssysteem voor instructies over het installeren
van een printerdriver.
Opmerking
Opmerking
Printersoftware voor alle andere besturingssystemen installeren
Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station. Volg de
installatie-instructies op het scherm.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, klikt u op Start in de taakbalk van Windows en
kiest u Uitvoeren. Typ Z:\setup (met Z wordt de letter van het cd-rom-station bedoeld) en
klik op OK.
Printereigenschappen (driver)
De printer werkt volgens de ingestelde eigenschappen. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen, zoals het formaat van het materiaal en de soort, meerdere pagina's afdrukken op
één vel materiaal (N-per-vel), de resolutie en de watermerken. U hebt op de volgende
manieren toegang tot de printereigenschappen:
!Vanuit de toepassing waarmee u afdrukt. Hiermee verandert u alleen de instellingen
voor de huidige toepassing.
!Vanuit het besturingssysteem Windows. Hiermee verandert u de standaardinstellingen
voor alle toekomstige afdruktaken.
Omdat veel programma’s een eigen methode hebben om de printereigenschappen te
openen, worden in het volgende gedeelte de meest gebruikte methoden beschreven voor
Windows 98, 2000, ME en Windows XP.
Alleen de instellingen van de huidige toepassing wijzigen
Opmerking
12Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Hoewel de stappen per toepassing kunnen verschillen, wordt de volgende methode het
meest gebruikt.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
3. Wijzig de instellingen en klik op OK.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows 98, 2000 en ME
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1160 of
HP LaserJet 1320 serie printer.
3. Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
Opmerking
In Windows 2000 zijn veel van deze functies beschikbaar in het menu
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows XP
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start en klik op Printers en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1160 of
HP LaserJet 1320 serie printer.
3. Klik op Eigenschappen of op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
Prioriteitsinstellingen tijdens het afdrukken
Er zijn drie manieren waarop de afdrukinstellingen van deze printer kunnen worden
gewijzigd: in de toepassing, in de printerdriver en in de HP werkset. U kunt de
afdrukinstellingen van de HP LaserJet 1320 serie printer ook wijzigen in de geïntegreerde
webserver. Er wordt prioriteit verleend aan wijzigingen in de afdrukinstellingen op basis van
de plaats waar de verandering heeft plaatsgevonden. Deze volgorde is:
!Wijzigingen die zijn gemaakt in de toepassing krijgen voorrang boven instellingen die
ergens anders zijn gewijzigd. Binnen een toepassing krijgen wijzigingen die zijn gemaakt
in het dialoogvenster Pagina-instelling voorrang boven wijzigingen die zijn gemaakt in
het dialoogvenster Afdrukken.
!Wijzigingen die in de printerdriver zijn gemaakt (dialoogvenster Printereigenschappen),
krijgen voorrang op de instellingen in HP werkset. Wijzigingen die zijn gemaakt in de
printerdriver krijgen geen voorrang boven de instellingen in de toepassing.
!Wijzigingen die zijn aangebracht in HP werkset en de geïntegreerde webserver hebben
de laagste prioriteit.
U moet de methode met de hoogste prioriteit kiezen, als een bepaalde afdrukinstelling op
meerdere van de hierboven beschreven manieren kan worden gewijzigd.
NLWWPrintersoftware13
On line Help voor de printereigenschappen
De on line Help voor de printereigenschappen (driver) bevat gedetailleerde informatie over
de functies van de printereigenschappen. Met deze on line Help kunt u de
standaardinstellingen van de printer wijzigen. De on line Help geeft instructies over het
gebruik van de contextafhankelijke Help voor bepaalde drivers. Een contextafhankelijke
Help beschrijft de opties voor de driverfunctie die momenteel is geopend.
De on line Help voor printereigenschappen openen
1. Klik op Bestand in de toepassing en kies Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen en op Help.
14Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Software voor Windows
De volgende software is beschikbaar voor alle gebruikers van de printer.
Printerdrivers
Een printerdriver is het onderdeel van de software dat zorgt voor de toegang tot de
printereigenschappen en voor het contact tussen de printer en de computer. Kies een
printerdriver op basis van de manier waarop u de printer gebruikt.
!Gebruik de PCL 5e printerdriver als de afdrukresultaten consistent moeten zijn met die
van oudere HP LaserJet printers. In deze printerdriver zijn bepaalde printerfuncties niet
beschikbaar. (Gebruik de PCL 5e driver van deze printer niet in combinatie met oudere
printers.)
!Gebruik de PCL 6 printerdriver om optimaal te kunnen profiteren van alle mogelijkheden
van de printer (alleen HP LaserJet 1320 serie printer). Tenzij volledige compatibiliteit
met oudere PCL-drivers of oudere printers nodig is, verdient gebruik van de PCL 6
driver aanbeveling.
!Gebruik een PS-printerdriver voor compatibiliteit met PostScript (alleen
HP LaserJet 1320 serie printer). In deze printerdriver zijn bepaalde printerfuncties niet
beschikbaar.
De printer schakelt automatisch tussen PS- en PCL-printertalen, afhankelijk van de
geselecteerde driver.
Beschikbare printerdrivers
De volgende printerdrivers worden bij de printer geleverd.
Beschikbare printerdrivers
HP LaserJet 1160 printerHP LaserJet 1320 serie printer
!via hostcomputer
!PCL 5e
!PCL 5e
!PCL 6
!PS
HP werkset
U kunt HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten of
als deze op een netwerk is aangesloten. U kunt HP werkset alleen gebruiken als u de
volledige software hebt geïnstalleerd.
HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
!De printerstatus controleren.
!De printerinstellingen configureren.
!Informatie over probleemoplossing bekijken.
!On line documentatie bekijken.
NLWWSoftware voor Windows15
Zie HP werkset gebruiken voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver
Opmerking
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar op de HP LaserJet 1320n, HP LaserJet 1320tn en
HP LaserJet 1320nw printers.
De geïntegreerde webserver is beschikbaar voor de HP LaserJet 1320 serie printer via de
interne HP Jetdirect netwerkverbinding.
Met de geïntegreerde webserver kunt u via elke computer toegang krijgen tot de
printerinstellingen door een IP-adres of een hostnaam in een webbrowser (zoals Netscape
Navigator of Microsoft
de printer configureren, statusinformatie bekijken en informatie over probleemoplossing
verkrijgen.
Deze instellingen kunnen ook worden gewijzigd via HP werkset.
De geïntegreerde webserver werkt met de volgende ondersteunde webbrowsers:
!Internet Explorer 5.5 (en hoger)
!Netscape Navigator 4.75 (en hoger)
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Zie
®
Internet Explorer) te typen. Met de geïntegreerde webserver kunt u
16Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Software voor Macintosh-computers
In de volgende gedeelten wordt de software voor Macintosh-computers beschreven die
wordt geleverd bij de HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers.
HP LaserJet 1160 printer
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe toegang kan worden verkregen tot de
Macintosh-software voor de HP LaserJet 1160 printer.
De printerdriver openen (Mac OS 9.1 en hoger)
1. Open de Kiezer vanuit het Apple-menu.
2. Klik op HP LaserJet in de linkerbovenhoek van het dialoogvenster Kiezer.
3. Afhankelijk van de verbinding tussen de computer en de printer kiest u een van de
volgende opties:
!TCP/IP: kies ja in het pop-upvenster om te zoeken naar TCP/IP-netwerkprinters.
!USB: ga verder met stap 4.
4. Klik op HP LaserJet 1160 printer aan de rechterkant van het dialoogvenster Kiezer.
5. Sluit de Kiezer.
De printerdriver openen (Mac OS X v10.1 en hoger)
1. Afdrukbeheer wordt automatisch gestart. Gebeurt dit niet, volg dan onderstaande
stappen:
a. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
b. Open de map Toepassingen en vervolgens de map Hulpprogramma's.
c.Dubbelklik, afhankelijk van het besturingssysteem, op Afdrukbeheer of Printer
Setup Utility (Hulpprogramma voor het instellen van de printer).
2. Klik op Voeg toe. Het dialoogvenster Voeg printer toe wordt weergegeven.
3. Afhankelijk van de verbinding tussen de computer en de printer kiest u een van de
volgende opties in het hoofdmenu:
!USB
!TCP/IP: selecteer HP ip afdrukken om verbinding te maken met de TCP/IP-printer
in OS X v10.1.
Selecteer Rendezvous voor OS X v10.2 en hoger.
4. Selecteer de printernaam in de lijst met printers.
5. Klik op Voeg toe.
HP LaserJet 1320 serie printer
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe toegang kan worden verkregen tot de
Macintosh-software voor de HP LaserJet 1320 serie printer.
NLWWSoftware voor Macintosh-computers17
De printerdriver openen (Mac OS 9.x)
1. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
2. Open de map Toepassingen en vervolgens de map Hulpprogramma's.
3. Start het hulpprogramma Desktop Printer.
4. Dubbelklik op Printer (USB).
5. Klik op Wijzig in het gedeelte Printer USB van het dialoogvenster.
6. Selecteer de HP LaserJet 1320 printer.
7. Klik op Automatische configuratie.
8. Klik op Maak aan onder aan het venster.
9. Klik op Bewaar.
De printerdriver openen (Mac OS X v10.1 en hoger)
1. Afdrukbeheer wordt automatisch gestart. Gebeurt dit niet, volg dan onderstaande
procedure:
a. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
b. Open de map Toepassingen en vervolgens de map Hulpprogramma's.
c.Dubbelklik, afhankelijk van het besturingssysteem, op Afdrukbeheer of Printer
Setup Utility (Hulpprogramma voor het instellen van de printer).
2. Klik op Voeg toe. Het dialoogvenster Voeg printer toe wordt weergegeven.
3. Afhankelijk van de verbinding tussen de computer en de printer kiest u een van de
volgende opties in het hoofdmenu:
!USB
!TCP/IP: selecteer HP ip afdrukken om verbinding te maken met de TCP/IP-printer
in OS X v10.1.
Selecteer Rendezvous voor OS X v10.2 en hoger.
4. Selecteer de printernaam in de lijst met printers.
5. Klik op Voeg toe.
PPD-bestanden (PostScript Printer Description)
PPD's hebben samen met de printerdriver van Apple, toegang tot de printerfuncties en
stellen de computer in staat met de printer te communiceren. Op de cd-rom van de
HP LaserJet 1320 serie printer staat een installatieprogramma voor de PPD's.
18Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Specificaties voor afdrukmateriaal
HP LaserJet printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt in de printer
uiteenlopende afdrukmaterialen gebruiken, zoals losse vellen (ook kringlooppapier)
enveloppen, etiketten, transparanten, velijnpapier en papier van speciaal formaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, vezels en vochtgehalte, zijn belangrijke factoren die van
invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal.
De printer kan afdrukken maken op een grote verscheidenheid aan papier en ander
afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Het gebruik van
afdrukmateriaal dat niet in overeenstemming is met deze richtlijnen, kan de volgende
problemen veroorzaken:
!Slechte afdrukkwaliteit
!Papierstoringen
!Voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP. HewlettPackard Company kan geen aanbevelingen doen over het gebruik van andere merken.
Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de kwaliteit
van deze producten instaan.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch
niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik
van het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- of vochtigheidsniveau of van andere
omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft.
VOORZICHTIG
Controleer voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft of het voldoet aan de
vereisten die in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet printer family media guide
zijn vermeld. De richtlijnen kunnen worden gedownload van http://www.hp.com/support/
ljpaperguide/ of zie
bestellen van de richtlijnen. Test altijd eerst een kleine hoeveelheid van een afdrukmateriaal
voordat u er een grote hoeveelheid van aanschaft.
Het gebruik van afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van Hewlett-Packard
kan problemen met de printer veroorzaken zodat reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie
valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
Benodigdheden en accessoires bestellen voor meer informatie over het
Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal
De volgende formaten worden ondersteund:
!Minimum: 76 x 127 mm
!Maximum: 216 x 356 mm
NLWWSpecificaties voor afdrukmateriaal19
20Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
2
Printerverbindingen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
!
USB-aansluitingen
!
Parallelle aansluitingen
!
Netwerkverbindingen
!
Draadloze verbindingen
NLWW21
USB-aansluitingen
Alle HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printermodellen ondersteunen USBverbindingen.
De USB-kabel aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer wanneer dit wordt
gevraagd tijdens het installeren van de software.
22Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
Parallelle aansluitingen
Alle HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 printermodellen ondersteunen parallelle
verbindingen.
De parallelle kabel aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de parallelle kabel aan op de printer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de computer.
NLWWParallelle aansluitingen23
Netwerkverbindingen
De HP LaserJet 1320n, HP LaserJet 1320tn en HP LaserJet 1320nw printers kunnen
worden aangesloten op netwerken via de interne HP Jetdirect netwerkpoort. De
HP LaserJet 1320nw printer kan ook worden aangesloten op 802.11b/g draadloze
netwerken. Voor de HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers zijn externe
netwerkprinterservers beschikbaar. De volgende tabel geeft aan wat er nodig is om
netwerken toe te voegen aan een HP LaserJet 1160 of HP LaserJet 1320 serie printer.
Netwerkopties
HP LaserJet10Base-T10/100Base-TX802.11b/g
1160HP Jetdirect 170xHP Jetdirect 175x
(HP Jetdirect
300x,
HP Jetdirect 500x)
HP Jetdirect
en3700
1320HP Jetdirect 170xHP Jetdirect 175x
(HP Jetdirect
300x,
HP Jetdirect 500x)
HP Jetdirect
en3700
1320nBijgeleverdBijgeleverdHP Jetdirect
1320tnBijgeleverdBijgeleverdHP Jetdirect
HP Jetdirect
ew2400
HP Jetdirect
ew2400
ew2400
HP Jetdirect 380x
(alleen 802.11b)
ew2400
HP Jetdirect 380x
(alleen 802.11b)
Bluetooth
HP bt1300
HP bt1300
HP bt1300
HP bt1300
®
1320nwBijgeleverdBijgeleverdBijgeleverdHP bt1300
Zie 10/100-netwerkafdrukservers en draadloze afdrukservers voor informatie over het
bestellen van de afdrukserver.
24Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
Aansluiten op het netwerk
Sluit het ene uiteinde van de netwerkkabel aan op de netwerkaansluiting aan de achterzijde
van het apparaat en het andere uiteinde op het netwerk. Zorg ervoor dat de printerdriver
wordt geïnstalleerd op alle computers die in verbinding staan met het netwerk.
Opmerking
Opmerking
De volgende procedures hebben alleen betrekking op de HP LaserJet 1320n,
HP LaserJet 1320tn en HP LaserJet 1320nw printer.
Het Ethernet-netwerk moet functioneel zijn voordat u met de volgende instructies verdergaat.
Sluit de printer aan op het netwerk
Voor het aansluiten van de HP LaserJet 1320n, HP LaserJet 1320tn of HP LaserJet 1320nw
printer op een bedraad netwerk hebt u het volgende nodig:
!Functioneel, bedraad netwerk
!CAT-5 Ethernet-kabel
Voer de onderstaande procedure uit om de printer aan te sluiten op het netwerk:
1. Sluit de CAT-5 Ethernet-kabel aan op een vrije poort op de Ethernet-hub of -router.
2. Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort aan de achterzijde van de printer.
3. Controleer of een van de netwerklichtjes (10 of 100) op de netwerkpoort aan de
achterzijde van de printer aan gaat.
Het kan een paar seconden duren voordat de instellingen van het printernetwerk actief
worden en klaar zijn voor gebruik. Zie
netwerk wanneer een van de netwerklichtjes niet aan gaat.
4. Druk een netwerkconfiguratiepagina af. Zie
informatie.
Problemen oplossen met instellingen traditioneel
Netwerkconfiguratiepagina voor meer
Installeer de printersoftware
1. Sluit alle toepassingen.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station van de computer. Het Welkomstscherm
wordt geopend.
NLWWNetwerkverbindingen25
3. Klik op Volgende, volg de instructies van het installatieprogramma voor het controleren
en voorbereiden van het systeem en installeer drivers, invoegtoepassingen en software.
Dit kan een paar minuten duren.
Druk een netwerkconfiguratiepagina af
Opmerking
Wanneer de printer de status Klaar heeft, drukt u 5 seconden op de knop S
TART
. De
netwerkconfiguratiepagina wordt automatisch afgedrukt samen met de
printerconfiguratiepagina.
De netwerkkaart kan, wanneer de printer is uitgeschakeld, opnieuw worden ingesteld door
de Reset-knop aan de achterzijde van de printer in te drukken en deze ingedrukt te houden.
Schakel, terwijl u de Reset-knop nog steeds ingedrukt houdt, de printer in en houd de Resetknop ingedrukt totdat de printer de status Klaar heeft.
26Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
Draadloze verbindingen
De HP LaserJet 1320nw is voorzien van de IEEE 802.11b/g standaard voor draadloze
netwerken.
De HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printermodellen ondersteunen tevens de
IEEE 802.11b/g standaard voor draadloze netwerken alsmede opties voor draadloze
verbindingen van Bluetooth via optionele externe accessoires.
Zie
10/100-netwerkafdrukservers en draadloze afdrukservers voor een volledige lijst van
beschikbare interne HP Jetdirect draadloze afdrukservers en HP bt1300 draadloze
printeradapters (Bluetooth).
Draadloos afdrukken voor meer informatie over draadloos afdrukken.
Zie
NLWWDraadloze verbindingen27
28Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
3
De printer beheren
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
!
Pagina’s met printerinformatie
!
HP werkset gebruiken
!
Geïntegreerde webserver
!
Draadloos afdrukken
NLWW29
Pagina’s met printerinformatie
In het geheugen van de printer bevinden zich speciale pagina’s. Op deze pagina’s staat
informatie over het signaleren en oplossen van printerproblemen.
Demopagina
De demopagina bevat voorbeelden van tekst en illustraties. Om de demopagina af te
TART
drukken, drukt u op S
met afdrukken.
Configuratiepagina
De configuratiepagina geeft de huidige instellingen en printereigenschappen weer en bevat
daarnaast een statusrapport. U kunt een configuratierapport afdrukken vanaf de printer, de
ingebouwde webserver of de HP werkset.
Druk als de printer gereed is 5 seconden op S
af te drukken.
wanneer de printer gereed is (Klaar-lichtje brandt) en niet bezig is
TART
om de configuratiepagina van de printer
Opmerking
Opmerking
Met behulp van de HP werkset kunt u de informatie in het gebeurtenissenlogboek en op de
configuratiepagina ook weergeven zonder de pagina’s af te drukken. Zie
gebruiken voor meer informatie.
HP werkset
Statuspagina benodigdheden
De statuspagina benodigdheden levert informatie over de printcartridge die in de printer is
geplaatst, de hoeveelheid resterende toner in de printcartridge en het aantal verwerkte
pagina's en afdruktaken. De statuspagina benodigdheden biedt ook informatie over
bestellen en recyclen. De statuspagina benodigdheden wordt automatisch afgedrukt
wanneer er vanaf het bedieningspaneel een configuratiepagina wordt afgedrukt.
Netwerkconfiguratiepagina
De netwerkconfiguratiepagina is alleen beschikbaar op de HP LaserJet 1320n,
HP LaserJet 1320tn en HP LaserJet 1320nw printers.
De netwerkconfiguratiepagina biedt informatie over de netwerkconfiguratie van de printer,
waaronder het IP-adres, de versie van de firmware, netwerkstatistieken, protocolgegevens,
enzovoort. De netwerkconfiguratiepagina wordt automatisch afgedrukt wanneer er vanaf het
bedieningspaneel een configuratiepagina wordt afgedrukt.
30Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
HP werkset gebruiken
De HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
!De printerstatus controleren.
!De printerinstellingen configureren.
!Informatie over probleemoplossing bekijken.
!On line documentatie bekijken.
U kunt de HP werkset weergeven als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten
of wanneer u een ondersteunde netwerkverbinding gebruikt. U kunt de HP werkset alleen
gebruiken als u de volledige software hebt geïnstalleerd.
Opmerking
U hebt geen toegang tot Internet nodig om de HP werkset te openen en te gebruiken. Als u
echter op een koppeling in het gedeelte Other Links (Overige koppelingen) klikt, hebt u
toegang tot Internet nodig om naar de corresponderende website te gaan. Zie
koppelingen voor meer informatie.
Voor het installeren van HP werkset dient u het TCP/IP-protocol en de meest recente versie
van Java™ Virtual Machine op de computer te installeren. U moet ook het DOT4-protocol
voor alle USB-verbindingen, LPT-verbindingen voor Windows 2000 en XP en LPT1verbindingen voor Windows 98, ME en NT 4.0 installeren. Neem contact op met de
systeembeheerder of de fabrikant van de computerdocumentatie voor meer informatie over
het installeren van het TCP/IP-protocol en het DOT4-protocol. Ga voor het downloaden van
de meest recente versie van Java Virtual Machine van Sun Microsystems naar
http://www.sun.com/.
Overige
Ondersteunde besturingssystemen
HP werkset wordt ondersteund voor de volgende besturingssystemen:
!Windows 98, 2000, ME en XP
!Mac OS X v10.2 en hoger
Ondersteunde browsers
U kunt de HP werkset gebruiken met de volgende browsers:
!Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger
!Netscape Navigator 6 of hoger
Bekijken van HP werkset in Windows
1. Klik op Start en kies Programma’s, HP LaserJet 1160 of HP LaserJet 1320 en
vervolgens op HP werkset.
2. HP werkset wordt in de webbrowser geopend.
Opmerking
NLWWHP werkset gebruiken31
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u een bladwijzer toevoegen zodat u later snel naar
deze URL kunt terugkeren.
Bekijken van de HP werkset op een Mac
1. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
2. Klik op Toepassingen en klik vervolgens op Hulpprogramma’s.
3. Dubbelklik op de HP werkset.
Onderdelen van de HP werkset
HP werkset bevat de volgende onderdelen:
Status, tabblad
!
Problemen oplossen, tabblad
!
Tabblad Waarschuwingen
!
Tabblad Documentatie
!
Geavanceerde printerinstellingen (venster)
!
Het venster Network (Netwerk) (alleen beschikbaar voor de HP LaserJet 1320n,
!
HP LaserJet 1320tn en HP LaserJet 1320nw printers)
Overige koppelingen
Elke pagina in de HP werkset bevat koppelingen naar de HP website voor productregistratie,
productondersteuning en het bestellen van benodigdheden. U hebt toegang tot Internet
nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen
verbinding hebt gemaakt voor u de HP werkset opende, moet u eerst verbinding maken
alvorens u deze websites kunt bezoeken.
Status, tabblad
Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s:
!Apparaatstatus. De printerstatusinformatie bekijken. Op deze pagina worden de
printeromstandigheden, zoals een papierstoring of een lege lade, weergegeven. Nadat u
een printerprobleem hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de apparaatstatus bij te
werken.
!Status benodigdheden. Op deze pagina worden gedetailleerde gegevens getoond,
zoals het percentage overgebleven toner in de cartridge en het aantal pagina’s dat is
afgedrukt met de huidige cartridge. De pagina bevat ook koppelingen voor het bestellen
van benodigdheden en informatie over het recyclen van afval.
!Infopagina’s afdrukken. Hiermee kunt u de configuratiepagina en diverse andere
infopagina’s die op de printer beschikbaar zijn afdrukken.
Problemen oplossen, tabblad
Het tabblad Problemen oplossen bevat koppelingen voor het oplossen van diverse
printerproblemen. De pagina’s bieden bijvoorbeeld informatie over het verhelpen van
papierstoringen, het verbeteren van de afdrukkwaliteit, de betekenis van de lichtjes op het
bedieningspaneel en over het oplossen van andere printerproblemen.
32Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
Tabblad Waarschuwingen
Op het tabblad Waarschuwingen kunt u instellen welke printerwaarschuwingen moeten
worden weergegeven. Vanaf het tabblad Waarschuwingen kunt u naar de volgende
hoofdpagina’s gaan:
!Statuswaarschuwingen instellen
!Instellingen voor e-mailwaarschuwingen
!Beheerdersinstellingen
Statuswaarschuwingen instellen
Op de pagina Statuswaarschuwingen instellen kunt u waarschuwingen in- of uitschakelen en
kiezen tussen twee typen waarschuwingen:
!een pop-upbericht
!een pictogram in de taakbalk
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Instellingen voor e-mailwaarschuwingen
Op deze pagina kunt u maximaal twee e-mailadressen instellen waarnaar de
printerwaarschuwingen moeten worden verzonden. Volg de instructies op het scherm om de
e-mailwaarschuwingen in te stellen.
Beheerdersinstellingen
Op deze pagina kunt u instellen hoe vaak de HP werkset op printerwaarschuwingen moet
controleren. Er zijn drie beschikbare instellingen:
!Minder vaak
!Normaal
!Vaker
Als u het I/O-netwerk minder wilt belasten, vermindert u het aantal keren dat naar
waarschuwingen wordt gekeken.
Tabblad Documentatie
Op het tabblad Documentatie wordt de volgende informatie weergegeven:
!Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik
van de printer, de garantieverklaring, de specificaties en de ondersteuning. Deze
gebruikershandleiding is zowel in HTML- als in PDF-indeling beschikbaar.
!Leesmij. Bevat extra informatie die niet in deze gebruikershandleiding is opgenomen.
NLWWHP werkset gebruiken33
Geavanceerde printerinstellingen (venster)
Wanneer u op de koppeling Geavanceerde printerinstellingen klikt, wordt een nieuw
venster geopend. Het venster Geavanceerde printerinstellingen bevat twee tabbladen:
!Het tabblad Informatie
!Het tabblad Instellingen
Het tabblad Informatie
Op het tabblad Informatie staan snelkoppelingen voor de volgende onderwerpen:
!Apparaatstatus
!Apparaatconfiguratie
!Status benodigdheden
!Gebeurtenislogboek
!Infopagina’s afdrukken
Het tabblad Instellingen
Het tabblad Instellingen bevat koppelingen naar diverse pagina’s waar u de configuratie van
de printer kunt bekijken en wijzigen.
Opmerking
Opmerking
Instellingen in de driver hebben voorrang boven de instellingen in de HP werkset.
!Apparaatgegevens. Weergeven van de basisgegevens van de printer.
!Papierverwerking. Weergeven en wijzigen van instellingen voor de invoerlade van de
printer.
!Afdrukken. Weergeven en wijzigen van de standaardinstellingen voor afdrukopdrachten.
!PCL. Weergeven en wijzigen van informatie over het PCL-lettertype.
!PostScript. Deze pagina is alleen beschikbaar voor de HP LaserJet 1320 serie printer.
Weergeven en wijzigen van instellingen voor PS-fouten en time-out.
!Afdrukkwaliteit. Weergeven en wijzigen van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
!Afdrukmodi. Weergeven en wijzigen van de afdrukmodi voor diverse afdrukmaterialen.
!Systeeminstellingen. Weergeven en wijzigen van systeeminstellingen.
!I/O. Weergeven en wijzigen van de instelling voor de I/O-time-out.
!Herstel. Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen.
Het venster Network (Netwerk)
Deze optie is alleen beschikbaar op de HP LaserJet 1320n, HP LaserJet 1320tn en
HP LaserJet 1320nw printer.
Wanneer u op de koppeling Network (Netwerk) klikt, wordt het venster Geavanceerde
printerinstellingen geopend. Hier kunt u netwerkinstellingen opgeven.
34Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
Geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver kan direct worden geopend vanaf deHP LaserJet 1320n,
HP LaserJet 1320tn en HP LaserJet 1320nw printers. De geïntegreerde webserver biedt
dezelfde functies als het venster Geavanceerde printerinstellingen in de HP werkset. De
belangrijkste verschillen tussen het gebruik van de geïntegreerde webserver en de
HP werkset zijn de volgende:
!U hoeft geen software op de computer te installeren. U hebt alleen een ondersteunde
webbrowser nodig. Als u de geïntegreerde webserver wilt gebruiken, moet u Microsoft
Internet Explorer 5.5 of hoger of Netscape Navigator 4.75 of hoger hebben.
!De geïntegreerde webserver is alleen beschikbaar in het Engels.
!De geïntegreerde webserver biedt geen e-mail- of statusmeldingen.
Met de geïntegreerde webserver kunt u via de computer de printer- en netwerkstatus
bekijken en afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van de printer.
Hieronder ziet u enkele voorbeelden van wat u zoal met de ingebouwde webserver kunt
doen.
!Printerstatusinformatie bekijken
!Interne pagina’s bekijken en afdrukken
!De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en nieuwe benodigdheden
bestellen
Opmerking
Opmerking
!Het papierformaat en -soort voor elke lade instellen
!De configuratie van laden bekijken en wijzigen
!De standaardinstellingen voor printerconfiguratie bekijken en wijzigen
!De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
De geïntegreerde webserver werkt alleen als de printer is aangesloten op een IP-netwerk.
De geïntegreerde webserver biedt geen ondersteuning voor printerverbindingen via IPX.
U hebt geen toegang tot Internet nodig om de geïntegreerde webserver te openen en te
gebruiken. Als u echter op een koppeling in het gedeelte Other Links (Overigekoppelingen) klikt, hebt u toegang tot Internet nodig om naar de corresponderende website
te gaan.
De geïntegreerde webserver openen
1. Geef het IP-adres of de hostnaam voor de printer op in een ondersteunde webbrowser.
Om het IP-adres te bepalen drukt u een Configuratiepagina af op de printer door de
TART
knop S
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u een bladwijzer toevoegen zodat u later snel naar
deze URL kunt terugkeren.
2. De geïntegreerde webserver heeft drie tabbladen met instellingen en informatie over de
printer: de tabbladen Information (Informatie), Settings (Instellingen) en Networking
(Netwerk). Klik op de gewenste tab.
5 seconden ingedrukt te houden.
NLWWGeïntegreerde webserver35
Tabblad Information (Informatie)
De paginagroep Information (Informatie) bevat de volgende pagina’s.
!Device Status (Apparaatstatus). Deze pagina geeft de printerstatus en de resterende
levensduur van HP benodigdheden weer. Deze pagina bevat ook productinformatie,
zoals de netwerknaam, het netwerkadres en de modelgegevens.
!Configuration (Configuratie). Deze pagina geeft de informatie weer die u kunt vinden
op de configuratiepagina van de printer.
!Supplies Status (Benodigdhedenstatus). Deze pagina geeft de resterende levensduur
van HP benodigdheden en de onderdeelnummers voor de benodigdheden weer.
!Als u nieuwe benodigdheden wilt bestellen, klikt u op Order Supplies
(Benodigdheden bestellen) in het gedeelte Other Links (Overige koppelingen) aan
de linkerkant van het venster.
!U hebt toegang tot Internet nodig om een website te bezoeken.
!Event log (Logbestand). Deze pagina geeft een overzicht weer van alle
printergebeurtenissen en -fouten.
!Print Info Pages (Informatiepagina’s afdrukken). Deze pagina bevat koppelingen
waarmee u de verschillende informatiepagina’s die zich in het geheugen van de printer
bevinden kunt afdrukken.
Het tabblad Settings (Instellingen)
Met behulp van dit tabblad kunt u de printer configureren vanaf de computer. Als u een
netwerkprinter gebruikt, moet u altijd contact opnemen met de printerbeheerder voordat u de
instellingen op dit tabblad wijzigt.
Het tabblad Settings (Instellingen) bevat de volgende pagina’s.
!Device Information (Apparaatinformatie). Algemene gegevens over de printer bekijken
en wijzigen.
!Paper Handling (Papierverwerking). Weergeven en wijzigen van instellingen voor de
invoerlade van de printer.
!Printing (Afdrukken). Weergeven en wijzigen van de standaardinstellingen voor
afdrukopdrachten.
!PCL. Weergeven en wijzigen van informatie over het PCL-lettertype.
!PostScript. Weergeven en wijzigen van instellingen voor PS-fouten en time-out.
!Print Quality (Afdrukkwaliteit). Weergeven en wijzigen van de instellingen voor
afdrukkwaliteit.
!Print Modes (Afdrukmodi). Weergeven en wijzigen van de afdrukmodi voor diverse
afdrukmaterialen.
!System Setup (Systeeminstellingen). Weergeven en wijzigen van systeeminstellingen.
!I/O. Weergeven en wijzigen van de instelling voor de I/O-time-out.
!Service. Servicetaken op de printer uitvoeren, zoals de standaardinstellingen van alle
printerinstellingen herstellen.
36Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
Het tabblad Networking (Netwerk)
Op dit tabblad kan de netwerkbeheerder de netwerkinstellingen voor de printer controleren
als deze is aangesloten op een IP-netwerk.
Other Links (Overige koppelingen)
Dit gedeelte bevat koppelingen die u verbinden met het Internet. U hebt toegang tot Internet
nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen
verbinding hebt gemaakt voor u de geïntegreerde webserver opende, moet u eerst
verbinding maken alvorens u deze websites kunt bezoeken. Als u verbinding wilt maken,
moet u wellicht eerst de geïntegreerde webserver sluiten en deze opnieuw openen.
!Product Registration (Productregistratie). Hiermee gaat u naar de pagina voor
productregistratie op de HP website.
!Order Supplies (Benodigdheden bestellen). Klik op deze koppeling om verbinding te
maken met de website van Sure Supply voor het bestellen van originele
HP benodigdheden bij HP of bij een wederverkoper naar keuze.
!Product Support (Productondersteuning). Hiermee gaat u naar de ondersteuningssite
voor de HP LaserJet 1320 serie printer. U kunt zoeken naar ondersteuning voor
algemene onderwerpen.
NLWWGeïntegreerde webserver37
Draadloos afdrukken
Draadloze netwerken bieden een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele
netwerkverbindingen. De HP LaserJet 1320nw heeft een ingebouwde draadloze verbinding.
Zie voor de andere printermodellen
afdrukservers voor een lijst van beschikbare draadloze afdrukservers.
Standaard IEEE 802.11b/g
Met de draadloze verbinding, compatibel met IEEE 802.11b/g, kunnen de printers op
kantoor of thuis worden geplaatst en worden aangesloten op een draadloos netwerk waarop
de netwerkbesturingssystemen van Microsoft, Apple, Netware, UNIX
uitgevoerd. Deze draadloze technologie biedt een afdrukoplossing van hoge kwaliteit zonder
de fysieke beperkingen van kabels. Randapparaten kunnen op een geschikte locatie in een
kantoor of thuis worden geplaatst en gemakkelijk worden verplaatst zonder de
netwerkbekabeling te wijzigen.
Optionele externe HP Jetdirect 802.11b/g afdrukservers zijn beschikbaar voor USBaansluitingen.
Raadpleeg de bij de HP LaserJet 1320nw printer geleverde documentatie voor meer
informatie.
10/100-netwerkafdrukservers en draadloze
®
of Linux® worden
Bluetooth
Draadloze technologie van Bluetooth is een energiezuinige radiotechnologie met een klein
bereik die u kunt gebruiken om computers, printers, PDA's, mobiele telefoons en andere
apparaten draadloos met elkaar te verbinden.
In tegenstelling tot infraroodtechnologie, gebruikt Bluetooth radiosignalen waardoor
apparaten zich niet zonder tussenliggende obstakels in dezelfde kamer, hetzelfde kantoor of
dezelfde ruimte hoeven te bevinden om te kunnen communiceren. Met deze draadloze
technologie wordt de portabiliteit en efficiëntie van zakelijke netwerktoepassingen vergroot.
Bluetooth-adapters zijn beschikbaar voor USB-verbindingen en parallelle verbindingen.
38Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
4
Afdruktaken
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
!
Handinvoer
!
Afdruktaak annuleren
!
Instellingen afdrukkwaliteit
!
EconoMode (toner besparen) gebruiken
!
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
!
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
!
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
!
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
!
Een envelop afdrukken
!
Afdrukken op transparanten of etiketten
!
Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
!
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
!
Brochures afdrukken
!
Watermerken afdrukken
NLWW39
Handinvoer
Met de handinvoer kunt u gemengd afdrukmateriaal afdrukken, bijvoorbeeld een envelop,
dan een brief, dan weer een envelop, enzovoort. Voer een envelop in in de
voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1) en plaats een vel briefhoofdpapier in de
hoofdinvoerlade (Lade 2).
Als u wilt afdrukken met handinvoer, opent u de printereigenschappen of de
printerinstellingen in het programma en kiest u Handinvoer (Lade 1) in de keuzelijstBronlade. Zie
ingeschakeld, plaatst u één vel materiaal en drukt u telkens op de S
drukken.
Printereigenschappen (driver) voor instructies. Nadat u de instelling hebt
TART
-knop om af te
40Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren en op die manier verwijderen uit een programma of een
afdrukwachtrij.
Als u de printer onmiddellijk wilt stoppen, moet u het overgebleven papier uit de printer
halen. Nadat de printer is gestopt, hebt u de volgende opties.
!Bedieningspaneel printer: wanneer u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop
NNULEREN
A
!Programma: er verschijnt kort een dialoogvenster. Hiermee kunt u de afdruktaak
annuleren.
!Windows-afdrukwachtrij: als de afdruktaak in de afdrukwachtrij (computergeheugen)
of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar. Ga naar het venster Printer in
Windows 98, ME, 2000 of XP en klik op Start, Instellingen en Printers. Dubbelklik op
het pictogram HP LaserJet 1160 of HP LaserJet 1320 om het printervenster te openen.
Selecteer vervolgens de afdruktaak en klik op Verwijderen.
!Afdrukwachtrij bureaublad (Mac OS): open in Mac OS 9 de afdrukwachtrij door te
dubbelklikken op het printerpictogram in de Finder, markeer de afdruktaak en klik op
Prullenmand. Open in Mac OS X Afdrukbeheer (of het Printer Setup Utility
(Hulpprogramma voor het instellen van de printer) in v10.3), dubbelklik op de
printernaam, selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
!HP werkset: open HP werkset, blader naar de pagina Apparaatstatus en klik op Taak
annuleren. Zie
op het bedieningspaneel van de printer.
HP werkset gebruiken voor meer informatie.
!Geïntegreerde webserver: open de pagina van de geïntegreerde webserver en klik op
Cancel Job (Taak annuleren). Zie
Als de statuslichtjes op het bedieningspaneel blijven knipperen nadat u de afdruktaak hebt
geannuleerd, is de computer nog bezig de taak naar de printer te verzenden. Verwijder de
afdruktaak uit de afdrukwachtrij of wacht totdat de computer de gegevens heeft verzonden.
De printer keert dan terug naar de modus Klaar.
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
NLWWAfdruktaak annuleren41
Instellingen afdrukkwaliteit
De instellingen voor afdrukkwaliteit bepalen hoe licht of hoe donker de afdruk is en de stijl
waarin de illustraties worden afgedrukt. U kunt met deze instellingen ook de afdrukkwaliteit
voor een specifieke soort afdrukmateriaal optimaliseren. Zie
afdrukmateriaal optimaliseren voor meer informatie.
U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdruktaken die u
wilt uitvoeren. Hieronder volgen de instellingen:
!1200 dpi: (alleen HP LaserJet 1320 printer) Deze instelling maakt gebruik van
ProRes 1200 voor het afdrukken van fijne details op 1200 x 1200 dpi.
!1200 dpi effectieve afdrukkwaliteit: Deze instelling biedt een effectieve afdrukkwaliteit
van 1200 dpi door gebruik van FastRes 1200.
!600 dpi: Deze instelling levert 600 x 600 dpi kwaliteit met Resolution
Enhancementtechnologie (REt) voor verbeterde tekstkwaliteit.
!EconoMode (toner besparen): tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling
is handig als u een kladversie wilt afdrukken. U kunt deze optie onafhankelijk van
andere instellingen voor afdrukkwaliteit inschakelen. Zie
gebruiken voor meer informatie.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
Afdrukkwaliteit van
EconoMode (toner besparen)
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Opmerking
Opmerking
2. Selecteer de gewenste instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Papier/Kwaliteit of
het tabblad Afwerking (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
Als u de afdrukkwaliteitsinstellingen voor alle toekomstige afdruktaken wilt veranderen,
opent u de eigenschappen via het menu Start in de taakbalk van Windows. Als u de
instellingen voor afdrukkwaliteit alleen voor de huidige toepassing wilt wijzigen, opent u de
eigenschappen via het menu Printerinstelling in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Zie
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
42Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
EconoMode (toner besparen) gebruiken
EconoMode is een functie waarmee de printer minder toner per pagina gebruikt. Door deze
optie te selecteren verlengt u de levensduur van de toner en verlaagt u de kosten per
pagina. De afdrukkwaliteit wordt echter ook lager. De afdruk is lichter, maar deze modus is
geschikt voor het afdrukken van klad- of proefversies.
HP raadt het continu gebruik van EconoMode niet aan. Wanneer EconoMode constant
wordt gebruikt bij een gemiddelde tonerdekking van veel minder dan 5 procent, is het
mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische delen in de printcartridge.
Wanneer de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden begint af te nemen, moet u een
nieuwe printcartridge plaatsen, zelfs al is er nog toner in de cartridge aanwezig.
1. Als u EconoMode wilt inschakelen, opent u de printereigenschappen (of de
voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 en XP). Zie
voor instructies.
2. Schakel het selectievakje EconoMode in op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad
Afwerking (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Grafische kwaliteit
Opmerking
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
Zie Grafische kwaliteit voor instructies over het activeren van EconoMode voor alle
toekomstige afdruktaken.
NLWWEconoMode (toner besparen) gebruiken43
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
De instellingen voor het afdrukmateriaal bepalen de temperatuur van de fuser in de printer.
U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren door de instellingen aan te passen aan het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
U kunt de optimaliseerfunctie openen vanaf het tabblad Papier in de printerdriver, via
HP werkset of via de geïntegreerde webserver.
De HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers bieden een aantal afdrukmodi
waarmee de eenheid specifieker kan worden aangepast aan de bedrijfsomgeving van de
printer. In de volgende tabellen wordt een overzicht gegeven van de printmodi van de driver.
Opmerking
In de modi KAARTEN ENVELOP, ETIKET en RUW, pauzeert de printer tussen de pagina's
en neemt het aantal pagina's per minuut af.
In de volgende gedeelten worden richtlijnen en instructies gegeven voor het afdrukken op
transparanten enveloppen en ander speciaal materiaal. De richtlijnen en specificaties zijn
bedoeld om u te helpen bij het kiezen van materiaal waardoor de afdrukkwaliteit wordt
geoptimaliseerd. Verder kunt u hierdoor materiaal dat papierstoringen of schade aan de
printer kan veroorzaken, vermijden.
Papier
Gebruik voor optimale resultaten standaardpapier van 75 g/m2. Zorg ervoor dat het papier
van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
kreukels, gaten en gekrulde of verbogen randen.
Informatie over de soort papier die u gebruikt (bijvoorbeeld bankpost- of kringlooppapier)
vindt u op de verpakking.
Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen of
schade aan de printer.
Papiergebruik
AfdrukprobleemProbleem met papierOplossing
Afdrukkwaliteit is slecht of toner
hecht niet.
Problemen met papierinvoer.
Weggevallen plekken,
papierstoringen of omkrullend
papier.
Toenemende arcering met
grijze achtergrond.
Papier krult te veel.
Problemen met papierinvoer.
Papierstoring of schade aan
printer.
Te vochtig, te ruw, te glad of
voorzien van reliëfopdruk.
Partij papier voldoet niet aan
specificaties.
Onjuist opgeslagen.Bewaar het papier in de
Papier mogelijk te zwaar.Gebruik lichter papier.
Te vochtig, verkeerde
vezelrichting of te korte vezel.
Gaten in het papier of
perforaties.
Probeer een andere
papiersoort: tussen
100-250 Sheffield en een
vochtgehalte van 4-6 procent.
Controleer de printer en zorg
dat het juiste materiaaltype is
geselecteerd.
vochtwerende verpakking en
zorg dat het plat ligt.
Gebruik papier met een lange
vezel.
Gebruik de rechte papierbaan.
Controleer de printer en zorg
dat het juiste materiaaltype is
geselecteerd.
Gebruik geen papier met
perforaties of papier waarin is
geknipt.
Problemen met papierinvoer.Ruw gesneden randen.Gebruik papier van goede
kwaliteit.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal45
Opmerking
De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Gebruik alleen
gekleurd papier of voorgedrukte formulieren met inkt die geschikt is voor de temperatuur van
de printer (200° C gedurende 0,1 seconde).
Gebruik geen papier met een briefhoofd dat is gedrukt met inkt voor lage temperaturen,
zoals wordt gebruikt in bepaalde thermografische toepassingen.
Gebruik geen briefhoofd met reliëf.
Transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lage-temperatuurprinters.
Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP LaserJet printers.
Etiketten
HP raadt u aan etiketten af te drukken vanuit de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1)
via de rechte papierbaan. Zie
Rechte papierbaan voor meer informatie.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Voer een vel etiketten niet meer dan één keer door de printer. Dit tast de lijm aan en kan
schade aan de printer veroorzaken.
Onderdelen
Let bij het selecteren van etiketten op de kwaliteit van de diverse onderdelen:
!Kleefmiddel: de lijm moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200° C, de
maximumtemperatuur van de printer.
!Schikking: gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is
tussen de etiketten. Als u etiketbladen gebruikt met ruimte tussen de etiketten, kunnen
de etiketten tijdens het afdrukken loslaten. Dit veroorzaakt ernstige storingen.
!Krullen: zorg ervoor dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
!Staat van het materiaal: gebruik geen etiketten met kreukels, luchtbellen of andere
verschijnselen waaruit blijkt dat het etiket van het ondervel is losgelaten of los kan raken.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200° C, de
maximumtemperatuur van de printer.
U kunt transparanten afdrukken vanuit de hoofdinvoerlade (Lade 2). Plaats echter niet meer
dan 75 transparanten tegelijk.
Enveloppen
HP raadt u aan enveloppen af te drukken vanuit de voorrangsinvoersleuf voor één vel
(Lade 1) via de rechte papierbaan. Zie
46Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Rechte papierbaan voor meer informatie.
Samenstelling
De samenstelling van enveloppen is uiterst belangrijk. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen
de vouwlijnen van enveloppen, niet alleen bij enveloppen van verschillende fabrikanten,
maar ook bij enveloppen uit dezelfde doos. Of u enveloppen goed kunt bedrukken, hangt
voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. Let bij het selecteren van enveloppen
op het volgende:
!
Gewicht: het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
papier gebruikt, kunnen er papierstoringen optreden.
!Samenstelling: Zorg dat de enveloppen plat liggen en niet meer dan 6 mm omkrullen.
Let erop dat zich geen lucht in de enveloppen bevindt. Als enveloppen lucht bevatten,
kunnen er problemen optreden. Gebruik geen enveloppen met klemmen, binddraad,
transparante vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen, synthetisch materiaal, stempels
of reliëfopdruk. Gebruik geen enveloppen met kleefmiddelen die niet bevochtigd hoeven
worden maar die door druk worden verzegeld.
!Staat van het materiaal: controleer of de enveloppen niet gekreukeld of anderszins
beschadigd zijn. Zorg dat er geen lijm zichtbaar is op de enveloppen.
!Formaten: van 90 x 160 mm tot 178 x 254 mm.
2
. Als u zwaarder
Enveloppen met dubbele naad
Bij een envelop met een dubbele naad bevinden zich aan beide zijden van de envelop
verticale naden in plaats van diagonale naden. Dergelijke enveloppen kunnen meer
omkrullen. Controleer of de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop (zie de
volgende afbeelding):
Enveloppen met een plakstrip of meer dan één flap die gevouwen moet worden om de
envelop te sluiten, moeten zijn voorzien van een kleefmiddel dat bestand is tegen de hitte en
druk van de printer: 200° C. De extra flappen en strips kunnen tot kreukels of vouwen leiden
of storingen veroorzaken.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal47
Enveloppen bewaren
Als u de enveloppen goed bewaart, komt dit de afdrukkwaliteit ten goede. Bewaar de
enveloppen plat. Als zich lucht in de envelop bevindt waardoor een luchtbel wordt gevormd,
kan de envelop tijdens het afdrukken gaan kreukelen.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt vanuit de papierinvoerlade afdrukken maken op een groot aantal verschillende
kaarten, bijvoorbeeld op indexkaarten en briefkaarten. Sommige kaarten zijn beter geschikt
voor gebruik in een laserprinter dan andere.
Het beste resultaat krijgt u met papier dat niet zwaarder is dan 157 g/m
kan zorgen voor problemen met de papierinvoer, stapelproblemen, papierstoringen, slechte
hechting van de toner, slechte afdrukkwaliteit of uitzonderlijke mechanische slijtage.
2
. Te zwaar papier
Opmerking
U kunt proberen een afdruk te maken op zwaarder papier zolang u de invoerlade niet
helemaal vult en papier gebruikt met een gladheid van 100-180 Sheffield.
Samenstelling van de kaarten
!
Gladheid: kaarten van 135-157 g/m
100-180 Sheffield. Kaarten van 60-135 g/m
100-250 Sheffield.
!Samenstelling: zorg dat de kaarten plat liggen en niet meer dan 5 mm omkrullen.
!Staat van het materiaal: controleer of de kaarten niet gekreukeld of anderszins
beschadigd zijn.
!Formaten: gebruik alleen kaarten van de volgende afmetingen:
!Minimum: 76 x 127 mm
!Maximum: 216 x 356 mm
2
moeten een gladheid hebben van
2
moeten een gladheid hebben van
Richtlijnen voor kaarten
Stel de marges in op ten minste 2 mm vanaf de zijkanten.
Briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren
Briefhoofdpapier is kwaliteitspapier, vaak met een watermerk, soms met katoenen vezels en
is beschikbaar in vele kleuren en afwerkingen met bijpassende enveloppen. Voorbedrukte
formulieren worden gemaakt van vele verschillende papiersoorten, van kringlooppapier tot
kwaliteitspapier.
Veel fabrikanten produceren dit papier tegenwoordig met eigenschappen die zijn
geoptimaliseerd voor laserprinters en prijzen het papier aan als laser-compatibel of
gegarandeerd voor laser. Voor sommige ruwe oppervlakken, zoals geribbeld of geschept
papier of linnen, is wellicht een van de speciale fusermodi nodig, die op sommige
printermodellen beschikbaar zijn voor het verkrijgen van voldoende tonerhechting.
48Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Opmerking
Elke pagina kan afwijkend zijn. Dit is normaal bij het afdrukken op een laserprinter. Deze
afwijking is niet zichtbaar bij het afdrukken op gewoon papier. De afwijking is echter duidelijk
zichtbaar tijdens het afdrukken op voorbedrukte formulieren, omdat de lijnen en kaders al op
het papier zijn aangebracht.
Volg onderstaande richtlijnen om problemen bij het gebruik van voorbedrukte formulieren,
reliëfpapier en briefhoofdpapier te voorkomen:
!Gebruik geen inkt voor lage temperaturen (het type inkt dat wordt gebruikt in bepaalde
thermografische toepassingen).
!Gebruik voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier dat is gedrukt door middel van
offset-lithografie of graveerdruk.
!Gebruik formulieren die zijn gemaakt met warmtebestendige inkt die niet smelt,
verdampt of ongewenste uitstoot veroorzaakt wanneer deze wordt verwarmd tot 205° C
gedurende 0,1 seconde. Doorgaans voldoen inkten die zijn aangebracht door oxidatie,
of op olie gebaseerde inkten aan deze voorwaarde.
!Gebruikt u voorbedrukte formulieren, pas dan op dat de vochtigheidsgraad van het
papier niet wijzigt en gebruik geen materiaal dat de elektrische eigenschappen of
verwerkingseigenschappen van het papier wijzigt. Bewaar de formulieren in een
vochtwerende verpakking zodat er tijdens de opslag geen wijzigingen in de
vochtigheidsgraad kunnen optreden.
!Gebruik geen voorbedrukte formulieren met een afwerklaag of coating.
!Gebruik geen papier met veel reliëf of een briefhoofd met reliëf.
!Gebruik geen papier met veel structuur.
!Gebruik geen offset-poeder of andere materiaal waarmee wordt voorkomen dat
bedrukte formulieren aan elkaar kleven.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal49
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
HP LaserJet printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt op verschillende
materialen afdrukken, zoals papier (zelfs tot 100% kringlooppapier) enveloppen, etiketten,
transparanten en materialen met een afwijkend formaat. De volgende formaten worden
ondersteund:
!Minimum: 76 bij 127 mm
!Maximum: 216 bij 356 mm
Eigenschappen, zoals gewicht, vezelrichting en vochtigheid, zijn belangrijke factoren die
invloed hebben op de prestaties en de kwaliteit van de printer. Gebruik voor de beste
afdrukkwaliteit alleen kwalitatief hoogwaardig afdrukmateriaal dat speciaal voor laserprinters
is gemaakt. Zie
afdrukmateriaalspecificaties.
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer papier- en
Opmerking
Probeer altijd eerst een kleine hoeveelheid afdrukmateriaal uit, voordat u grote
hoeveelheden aanschaft. De leverancier van afdrukmateriaal wordt verondersteld de
vereisten te begrijpen die worden uiteengezet in de HP LaserJet printer family print mediaguide (handleiding voor afdrukmateriaal van de HP LaserJet printerfamilie;
HP onderdeelnummer 5963-7863). Zie
informatie.
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
HP afdrukmateriaal
HP beveelt de volgende HP afdrukmaterialen aan:
!HP multifunctioneel papier
!HP kantoorpapier
!HP Alles-in-een printerpapier
!HP LaserJet papier
!HP Premium Choice LaserJet papier
Afdrukmaterialen die u moet vermijden
HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers kunnen vele soorten materiaal
verwerken. Als u afdrukt op materiaal dat niet voldoet aan de printerspecificaties, neemt de
afdrukkwaliteit af. Tevens is de kans op papierstoringen dan groter.
!Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
!Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor
standaardringbanden.
!Gebruik geen meerdelige formulieren.
!Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
50Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukmateriaal waardoor de printer kan worden beschadigd
In zeldzame gevallen kan de printer worden beschadigd door afdrukmateriaal. Vermijd de
volgende soorten afdrukmateriaal om mogelijke schade te voorkomen:
!Materiaal met nietjes.
!Transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lage-temperatuurprinters.
Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP LaserJet
printers.
!Gebruik geen fotopapier dat is bestemd voor inkjetprinters.
!Papier met reliëf of coating dat niet is ontwikkeld voor de temperaturen van de
afbeeldingsfuser van de printer. Gebruik afdrukmateriaal dat bestand is tegen een
temperatuur van 200° C gedurende 0,1 seconde. HP levert afdrukmateriaal dat is
ontwikkeld voor de HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers.
!Briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is afgedrukt.
Voorbedrukte formulieren moeten zijn gedrukt met inkt die bestand is tegen een
temperatuur van 200° C gedurende 0,1 seconde.
!Afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten, vervormen of
verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 200° C gedurende 0,1 seconde.
Ga voor het bestellen van HP LaserJet afdrukbenodigdheden naar http://www.hp.com/go/
ljsupplies/ in de VS of naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html/ wereldwijd.
NLWWPapier en ander afdrukmateriaal kiezen51
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u afdrukmateriaal in de verschillende
invoerladen plaatst.
VOORZICHTIG
Opmerking
Als u probeert af te drukken op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd, kan
het afdrukmateriaal vastlopen in de printer. Zie
informatie.
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
Voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1)
De voorrangsinvoersleuf voor één vel kan één vel materiaal bevatten tot maximaal 163 g/m
of één envelop, transparant of kaart. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de
afdrukzijde naar boven. Stel altijd eerst de materiaalgeleiders in om storingen en
scheeftrekken te voorkomen.
Wanneer u materiaal invoert in de voorrangsinvoersleuf voor één vel, trekt de printer het
TART
materiaal gedeeltelijk in het apparaat en wacht dan tot u op de knop S
lichtje). Wacht tot de printer gestopt is voordat u een volgend vel invoert. U kunt slechts één
vel per keer invoeren.
drukt (knipperend
Invoerlade voor 250 vel (Lade 2 of optionele Lade 3)
De invoerlade kan maximaal 250 pagina's 75 g/m2 papier bevatten of een kleiner aantal
pagina's zwaarder materiaal (25 mm of minder stapelen). Voer het papier in met de
bovenzijde naar voren en de afdrukzijde naar beneden. Stel altijd alle papiergeleiders in om
storingen en scheeftrekken te voorkomen.
2
Opmerking
Als u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u al het materiaal uit de invoerlade verwijderen
en de stapel met nieuw materiaal recht plaatsen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier
tegelijkertijd in de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
52Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Een envelop afdrukken
Gebruik alleen enveloppen die speciaal bestemd zijn voor laserprinters. Zie Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking
Plaats enveloppen één voor één in de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1).
1. Open de vlakke uitvoerklep om te voorkomen dat de enveloppen omkrullen tijdens het
afdrukken.
2. Open, voordat u de envelop plaatst, de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1) en
stel de papiergeleiders in op de breedte van de envelop.
NLWWEen envelop afdrukken53
3. Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven en met de bovenrand tegen de
linkerpapiergeleider. Plaats de envelop in de sleuf. De envelop wordt gedeeltelijk in de
printer ingevoerd en de printer wacht.
Opmerking
Opmerking
Bij enveloppen met de opening aan de korte kant, moet deze zijde het eerst worden
ingevoerd.
4. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
5. Selecteer Envelop als materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad
Papier (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
6. Druk het document af.
Handinvoer om af te drukken via de handinvoer.
Zie
54Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukken op transparanten of etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die speciaal bestemd zijn voor gebruik in
laserprinters, zoals HP transparanten en HP LaserJet etiketten. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Specificaties voor
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Opmerking
Zorg ervoor dat u de correcte materiaalsoort in de printerinstellingen opgeeft zoals hieronder
beschreven staat. De temperatuur van de fuser wordt aangepast aan de ingestelde
materiaalsoort. Deze aanpassing voorkomt beschadiging van het materiaal door de fuser in
de printer, wanneer afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten of etiketten,
worden gemaakt.
Controleer het afdrukmateriaal op kreukels, vouwen en gescheurde randen of ontbrekende
etiketten.
1. Open de vlakke uitvoerklep.
2. Open, voordat u het materiaal plaatst, de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1) en
stel de papiergeleiders in op de breedte van het materiaal.
3. Plaats één pagina in de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1). Zorg ervoor dat de
bovenkant van het afdrukmateriaal naar voren ligt en de afdrukzijde (ruwe zijde) naar
boven. Het materiaal wordt gedeeltelijk in de printer ingevoerd en de printer wacht.
U kunt meerdere transparanten afdrukken vanuit de hoofdinvoerlade (Lade 2). Plaats echter
niet meer dan 75 transparanten tegelijk.
4. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
5. Selecteer de gewenste materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad
Papier (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
6. Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit de
achterkant van de printer, om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en leg de
afgedrukte pagina's op een glad oppervlak.
NLWWAfdrukken op transparanten of etiketten55
Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
De HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers kunnen afdrukken op
briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren die bestand zijn tegen temperaturen van
205° C.
1. Open, voordat u het materiaal plaatst, de voorrangsinvoersleuf voor één vel en stel de
papiergeleiders in op de breedte van het materiaal.
Opmerking
2. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Het
materiaal wordt gedeeltelijk in de printer ingevoerd en de printer wacht.
3. Druk het document af.
Handinvoer om af te drukken via de handinvoer.
Zie
Als u eerst één vel briefhoofdpapier wilt afdrukken, gevolgd door een document van
meerdere pagina’s, moet u het briefhoofdpapier in de voorrangsinvoersleuf (Lade 1) en het
gewone papier in de hoofdinvoerlade (Lade 2) invoeren. De printer drukt automatisch eerst
af vanuit de voorrangsinvoersleuf voor één vel.
56Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
De HP LaserJet 1160 en HP LaserJet 1320 serie printers kunnen afdrukken op materiaal
met aangepast formaat of kaarten van 76 bij 127 mm en 216 bij 356 mm.
VOORZICHTIG
Gebruik de hoofdinvoerlade voor meerdere vellen. Zie
ondersteunde materiaalformaten.
Voordat u de vellen plaatst, moet u controleren of de vellen niet aan elkaar kleven.
1. Open de vlakke uitvoerklep.
2. Open, voordat u het materiaal plaatst, de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1) en
stel de papiergeleiders in op de breedte van het materiaal.
Hoofdinvoerlade (Lade 2) voor
Opmerking
3. Plaats het materiaal in de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1) met de smalle
zijde naar voren en de afdrukzijde naar boven. Het materiaal wordt gedeeltelijk in de
printer ingevoerd en de printer wacht.
4. Selecteer het juiste formaat in de printerinstellingen. (Softwareinstellingen kunnen
voorrang krijgen op printereigenschappen.)
5. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
6. Selecteer de optie voor aangepast formaat op het tabblad Papier/Kwaliteit of het
tabblad Papier (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers). Geef de
afmetingen van het aangepaste papierformaat op.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
NLWWAfdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten57
7. Druk het document af.
Handinvoer om af te drukken via de handinvoer.
Zie
58Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Automatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is standaard ingesteld op de HP LaserJet 1320 printer.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken ondersteunt A4, Letter en Executive.
Opmerking
Afhankelijk van het formaat van het materiaal moet u mogelijk de automatische
formaatselectie dubbelzijdig afdrukmateriaal op het juiste formaat instellen. Duw de
formaatselectie voor materiaal van het formaat Letter/Executive naar binnen. Trek de
formaatselectie voor materiaal van A4-formaat naar buiten.
LTR
LGL
A4
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor de verschillende
besturingssystemen.
Windows
Voer onderstaande procedure uit om automatisch dubbelzijdig af te drukken (alleen
HP LaserJet 1320 serie printer):
1. Zorg dat de vlakke uitvoerklep is gesloten.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP).
3. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking.
4. Druk het document af.
Mac OS 9
1. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Layout en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
NLWWAutomatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken59
2. Voer onderstaande procedure uit als het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken niet
verschijnt:
a. Klik op het bureaublad op Afdrukwachtrij.
b. Selecteer in de menubalk de optie Printing Change Setup.
c.Selecteer in het menu Installeerbare opties-Wijzigen de optie Duplex Unit.
d. Selecteer in het menu To de optie Installed.
e. Klik op OK.
Mac OS X
1. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Duplex en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
2. Voer onderstaande procedure uit als het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken niet
verschijnt:
a. Klik in Afdrukbeheer (Printer Setup Utility (Hulpprogramma voor het instellen van
de printer) bij Mac OS X 10.3) op Afdrukwachtrij.
b. Selecteer in de menubalk de optie Printers-Info tonen.
c.Selecteer in het menu Installeerbare opties de optie Duplex Unit.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken (handmatige duplex), moet u het papier twee keer door de
printer voeren. U kunt de papieruitvoerlade of de vlakke uitvoerklep gebruiken. U kunt het
beste de bovenste uitvoerlade gebruiken voor licht papier en de rechte papierbaan voor
zwaar afdrukmateriaal of materiaal dat omkrult als erop wordt afgedrukt.
Opmerking
Opmerking
Deze functie wordt niet ondersteund in Mac OS X.
Handmatige duplex kan de printer verontreinigen, waardoor de afdrukkwaliteit minder wordt.
Printer reinigen voor instructies over wat te doen als de printer vuil wordt.
Zie
Handmatig dubbelzijdig afdrukken via de bovenste uitvoerlade
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor de verschillende
besturingssystemen.
Windows
1. Zorg dat de vlakke uitvoerklep is gesloten.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de optie voor handmatige duplex op het tabblad Apparaatinstellingen.
4. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking. Zorg dat het
selectievakje Juiste volgorde voor rechte papierbaan of Rechte papierbaanniet is
ingeschakeld.
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
5. Druk het document af.
6. Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade
en legt u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
7. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt.
Opmerking
De asterisk (*) in de illustratie duidt de hoek van de pagina aan.
62Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
8. Leg de stapel terug in de invoerlade. Leg het papier met de bedrukte zijde naar boven
en de onderrand richting de printer.
Opmerking
Opmerking
9. Druk op de knop S
TART
op het bedieningspaneel om zijde twee af te drukken.
Mac OS 9 (HP LaserJet 1160 printer)
Voor de HP LaserJet 1160 printer wordt dubbelzijdig afdrukken niet ondersteund in
Mac OS X.
1. Zorg dat de vlakke uitvoerklep is gesloten.
2. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Layout en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
3. Druk het document af.
4. Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade
en legt u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
5. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt.
6. Leg de stapel terug in de invoerlade. Leg het papier eerst met de bedrukte zijde naar
boven en de onderrand richting de printer.
TART
7. Druk op de knop S
op het bedieningspaneel om zijde twee af te drukken.
Mac OS 9 (HP LaserJet 1320 printer)
Voor de HP LaserJet 1320 printer wordt dubbelzijdig afdrukken niet ondersteund in
Mac OS X.
1. Zorg dat de vlakke uitvoerklep is gesloten.
2. Voer onderstaande procedure uit wanneer de printeroptie Handmatige duplex niet
verschijnt:
a. Controleer of HP Manual Duplex&Booklet (Classic) is geselecteerd tijdens de
installatie van de softwaredriver met de optie Aangepaste installatie.
b. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Plug-In Preferences en klik op het pijltje naar
rechts. Het pijltje naar rechts verandert in een pijltje naar beneden en de optie HP
Manual Duplex&Booklet wordt weergegeven.
c.Selecteer Print Time Filters, selecteer HP Manual Duplex&Booklet en klik op
Instellingen opslaan.
d. Selecteer Handmatige duplex en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
4. Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade
en legt u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
5. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt.
6. Leg de stapel terug in de invoerlade. Leg het papier eerst met de bedrukte zijde naar
boven en de onderrand richting de printer.
TART
7. Druk op de knop S
op het bedieningspaneel om zijde twee af te drukken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken via de vlakke uitvoerklep
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor de verschillende
besturingssystemen.
Windows
1. Open de vlakke uitvoerklep.
Opmerking
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de optie voor handmatige duplex op het tabblad Apparaatinstellingen.
4. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking. Zorg dat het
selectievakje Rechte papierbaan is ingeschakeld.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
64Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
5. Druk het document af via de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1). Voer de
pagina's één voor één in.
6. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt. Draai de bedrukte zijde naar
beneden, met de bovenrand richting de printer.
Opmerking
7. Voer de pagina's één voor één in de voorrangsinvoersleuf voor één vel in (Lade 1), te
beginnen bij het eerste bedrukte vel. Leg het papier met de bedrukte zijde naar beneden
en de bovenrand naar voren.
Mac OS 9 (HP LaserJet 1160 printer)
Voor de HP LaserJet 1160 printer wordt dubbelzijdig afdrukken niet ondersteund in
Mac OS X.
2. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Layout en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
3. Selecteer Juiste volgorde voor rechte papierbaan.
4. Druk het document af via de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1). Voer de
pagina's één voor één in.
5. Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade
en legt u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
6. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt. Draai de bedrukte zijde naar
beneden, met de bovenrand richting de printer.
7. Voer de pagina's één voor één in de voorrangsinvoersleuf voor één vel in (Lade 1), te
beginnen bij het eerste bedrukte vel.
Mac OS 9 (HP LaserJet 1320 printer)
Opmerking
Voor de HP LaserJet 1320 printer wordt dubbelzijdig afdrukken niet ondersteund in
Mac OS X.
1. Open de vlakke uitvoerklep.
2. Volg onderstaande stappen wanneer de printeroptie Handmatige duplex niet verschijnt:
a. Controleer of HP Manual Duplex&Booklet (Classic) is geselecteerd tijdens de
installatie van de softwaredriver met de optie Aangepaste installatie.
b. Kies Bestand-Afdrukken, selecteer Plug-In Preferences en klik op het pijltje naar
rechts. Het pijltje naar rechts verandert in een pijltje naar beneden en de functie HP
Manual Duplex&Booklet wordt weergegeven.
c.Selecteer Print Time Filters, selecteer HP Manual Duplex&Booklet en klik op
Instellingen opslaan.
d. Selecteer Handmatige duplex en vervolgens Dubbelzijdig afdrukken.
e. Selecteer Alternate output bin is open (straight through paper path) (Andere
uitvoerlade is open (rechte papierbaan)).
3. Druk het document af via de voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1). Voer de
pagina's één voor één in.
4. Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade
en legt u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
5. Pak de afgedrukte pagina’s en zorg dat de stapel recht ligt. Draai de bedrukte zijde naar
beneden, met de bovenrand richting de printer.
6. Voer de pagina's één voor één in de voorrangsinvoersleuf voor één vel in (Lade 1), te
beginnen bij het eerste bedrukte vel.
66Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
U kunt kiezen hoeveel pagina’s u op één vel papier wilt afdrukken. Als u meer dan één
pagina per vel wilt afdrukken, worden de pagina’s kleiner afgedrukt en worden deze
ingedeeld in de volgorde waarin ze normaal zouden worden afgedrukt.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP) in de toepassing. Zie
instructies.
2. Selecteer het gewenste aantal pagina’s per vel op het tabblad Afwerking (het tabblad
Layout in bepaalde Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver) voor
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
3. Er is ook een selectievakje voor kantlijnen en een menu om de volgorde aan te geven
waarin de pagina’s op het vel worden afgedrukt.
NLWWMeerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel)67
Brochures afdrukken
U kunt brochures afdrukken op papier van het formaat Letter, Executive en A4.
1. Plaats het papier en zorg dat de vlakke uitvoerklep is gesloten.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de optie voor handmatige duplex op het tabblad Apparaatinstellingen.
4. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers). Zorg dat het selectievakje Rechte
papierbaan niet is ingeschakeld.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Opmerking
5. Stel het aantal pagina’s per vel in op 2. Selecteer de gewenste optie voor inbinden en
klik op OK. Druk het document af.
6. Zie
7. Vouw de pagina’s en niet deze aan elkaar.
Deze functie is niet beschikbaar in Mac OS X v10.1 en hoger op de HP LaserJet 1320 serie
printer.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken via de vlakke uitvoerklep voor instructies over het
afdrukken op kaarten of zware materialen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken via de bovenste uitvoerlade voor instructies voor
Zie
alle andere soorten materiaal.
68Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Watermerken afdrukken
Met de optie voor watermerken kunt u tekst "onder" (op de achtergrond van) een bestaand
document afdrukken. U wilt bijvoorbeeld in grote grijze letters Klad of .Vertrouwelijk>
diagonaal afdrukken over de eerste pagina of alle pagina’s van een document.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP) in de toepassing. Zie
instructies.
2. Selecteer het gewenste watermerk op het tabblad Effecten (het tabblad Watermerk/
Sjabloon in sommige Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver) voor
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
on line Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare
functies voor die driver.
NLWWWatermerken afdrukken69
70Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
5
Onderhoud
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
!
Printer reinigen
!
Transportrol vervangen
!
Transportrol reinigen
!
Scheidingskussen vervangen
NLWW71
Printer reinigen
Reinig de buitenkant van de printer met een schone, licht bevochtigde doek.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rondom de printer.
Tijdens het afdrukken kunnen zich papier-, toner- en stofdeeltjes in de printer verzamelen.
Dit kan na verloop van tijd afdrukproblemen veroorzaken, zoals tonerspatten of vegen en
papierstoringen. U kunt het gebied rondom de printcartridge en de papierbaan reinigen om
dergelijke problemen op te lossen en te voorkomen.
Het gebied rondom de printcartridge reinigen
U hoeft het gebied rondom de printcartridge niet vaak te reinigen. Het reinigen van deze
ruimte kan de afdrukkwaliteit echter wel verbeteren.
Voordat u de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
en wachten tot de printer is afgekoeld.
1. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
VOORZICHTIG
72Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging van de cartridge te
voorkomen. Dek de printcartridge indien nodig af. U mag de zwarte sponsrol binnen in de
printer niet aanraken. Hierdoor kunt u de printer namelijk beschadigen.
2. Veeg eventuele achtergebleven materiaal met een droge, pluisvrije doek van de
papierbaan en de ruimte voor de printcartridge.
3. Plaats de printcartridge terug en sluit de printcartridgeklep.
4. Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
NLWWPrinter reinigen73
Papierbaan reinigen
Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, reinigt u de papierbaan van de printer. U kunt
stof en toner met behulp van een transparant van de papierbaan verwijderen. Gebruik geen
bankpostpapier of ruw papier.
Opmerking
Opmerking
Voor optimale resultaten kunt u het beste een transparant gebruiken. Als u geen
transparanten hebt, kunt u afdrukmateriaal voor kopieerapparaten (70 tot 900 g/m
2
) met een
glad oppervlak gebruiken.
1. Zorg ervoor dat de printer niet actief is en dat het Klaar-lichtje brandt.
2. Plaats het afdrukmateriaal in de invoerlade.
3. Druk een reinigingspagina af op een van de volgende manieren:
!Open de HP werkset. Zie
HP werkset gebruiken voor instructies. Klik op de tab
Problemen oplossen en klik op Hulpmiddelen afdrukkwaliteit. Selecteer de
reinigingspagina. Of
TART
!Houd de knop S
de drie lichtjes gaan branden. Als alle drie de lichtjes branden, laat u de knop S
op het bedieningspaneel ingedrukt (ongeveer 10 seconden) tot
TART
los.
Het reinigingsproces duurt ongeveer 2 minuten. De reinigingspagina wordt regelmatig
gestopt tijdens het reinigen. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. U moet
het reinigingsproces wellicht een aantal keren herhalen om de printer grondig te reinigen.
74Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Transportrol vervangen
Er treedt slijtage op als u goed afdrukmateriaal op normale gebruikt. Wanneer u kwalitatief
slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet de transportrol wellicht vaker worden vervangen.
Als er zich regelmatig transportstoringen voordoen (er wordt geen papier ingevoerd), kan het
zijn dat de transportrol moet worden vervangen of gereinigd. Zie
accessoires bestellen voor informatie over het bestellen van een nieuwe transportrol.
Benodigdheden en
VOORZICHTIG
Als u deze procedure niet uitvoert, kan de printer beschadigd raken.
1. Maak het netsnoer los van de printer en laat het apparaat afkoelen.
2. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
NLWWTransportrol vervangen75
3. Verwijder de hoofdinvoerlade (Lade 2).
4. Open de klep van de papierbaan voor automatisch dubbelzijdig afdrukken aan de
voorzijde (alleen HP LaserJet 1320 serie printer).
5. Plaats de printer op het werkblad met de voorzijde van de printer naar boven.
76Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
6. Trek de witte lipjes naar buiten en draai ze omhoog.
7. Schuif het rechterlipje naar rechts en laat het tijdens deze procedure in die stand staan.
NLWWTransportrol vervangen77
8. Schuif de transportrol naar rechts en verwijder de afdekdop aan de linkerzijde.
9. Verwijder de transportrol.
78Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
10. Plaats de linkerzijde van de nieuwe transportrol in de linker sleuf (1) en plaats de
rechterzijde (met inkepingen in de schacht) in de rechtersleuf (2).
11. Draai de schacht tot de inkepingen op hun plaats vallen en de schacht vastklikt.
12. Plaats de afdekdop over de schacht aan de linkerzijde, duw de afdekdop naar rechts en
draai het lipje weer naar beneden.
13. Duw het rechterlipje naar links en draai het weer naar beneden.
14. Plaats de printer op het werkblad met de bovenzijde van de printer naar boven.
NLWWTransportrol vervangen79
15. Sluit de klep van de papierbaan voor automatisch dubbelzijdig afdrukken aan de
voorzijde.
16. Plaats de printcartridge terug en sluit de printcartridgeklep.
17. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer weer aan.
80Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Transportrol reinigen
Voer de volgende instructies uit als u de transportrol wilt reinigen in plaats van vervangen:
1. Verwijder de transportrol zoals beschreven in stap 1 tot en met 9 van
vervangen.
2. Bevochtig een pluisvrije doek met water en wrijf de rol schoon.
3. Veeg met een droge, pluisvrije doek losgeweekt vuil van de transportrol.
4. Laat de transportrol helemaal opdrogen, voordat u deze in de printer terugplaatst (zie
stap 10 tot en met 17 van
Transportrol vervangen).
Transportrol
NLWWTransportrol reinigen81
Scheidingskussen vervangen
Er treedt slijtage op als u goed afdrukmateriaal op normale gebruikt. Wanneer u kwalitatief
slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet het scheidingskussen wellicht vaker worden
vervangen. Als de printer regelmatig meerdere vellen papier tegelijk invoert, kan het zijn dat
u het scheidingskussen moet vervangen.
1. Verwijder de hoofdinvoerlade (Lade 2).
2. Bepaal de locatie van het scheidingskussen.
82Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
3. Verwijder de schroeven.
4. Verwijder het scheidingskussen.
NLWWScheidingskussen vervangen83
5. Plaats een nieuw scheidingskussen.
6. Plaats de schroeven terug.
84Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
6
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
!
Oplossing vinden
!
Patronen statuslichtjes
!
Veelvoorkomende Macintosh-problemen
!
Problemen met PostScript (PS) oplossen
!
Problemen met de papierverwerking
!
Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
!
Problemen met de printersoftware
!
Afdrukkwaliteit verbeteren
!
Storingen verhelpen
!
Problemen oplossen met instellingen traditioneel netwerk
NLWW85
Oplossing vinden
In dit hoofdstuk worden oplossingen voor veelvoorkomende printerproblemen beschreven.
Stap 1: Is de printer goed ingesteld?
!Is de printer aangesloten op een werkend stopcontact?
!Staat de aan/uit-knop in de stand 'aan'?
!Is de printcartridge goed geïnstalleerd? Zie
!Is het papier op de juiste manier in de invoerlade geplaatst? Zie
plaatsen in de invoerlade.
JaGa naar Stap 2: Brandt het Klaar-lichtje? als u
NeeAls de printer niet kan worden ingeschakeld,
Printcartridge vervangen.
Afdrukmateriaal
bevestigend hebt geantwoord op de
bovenstaande vragen.
kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
Stap 2: Brandt het Klaar-lichtje?
Komen de lichtjes op het bedieningspaneel overeen met deze afbeelding?
Opmerking
86Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Zie Bedieningspaneel van de printer voor een beschrijving van de lichtjes en knoppen op het
bedieningspaneel.
JaZie Stap 3: Kunt u een demopagina afdrukken?
NeeZie Patronen statuslichtjes als de lichtjes op het
bedieningspaneel niet overeenkomen met de
bovenstaande afbeelding.
Als u het probleem niet kunt oplossen, kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
Stap 3: Kunt u een demopagina afdrukken?
Druk op S
JaGa naar Stap 4: Is de afdrukkwaliteit
NeeZie Problemen met de papierverwerking als er
TART
om een demopagina af te drukken.
aanvaardbaar? als de demopagina is afgedrukt.
geen papier is uitgevoerd.
Als u het probleem niet kunt oplossen, kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
Stap 4: Is de afdrukkwaliteit aanvaardbaar?
JaGa naar Stap 5: Communiceert de printer met de
computer? als de afdrukkwaliteit aanvaardbaar is.
NeeZie Afdrukkwaliteit verbeteren als de
afdrukkwaliteit laag is.
Controleer of de printerinstellingen correct zijn
voor de gebruikte soort afdrukmateriaal. Zie
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor
informatie over het aanpassen van de
instellingen voor verschillende soorten
afdrukmateriaal.
Als u het probleem niet kunt oplossen, kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
Stap 5: Communiceert de printer met de computer?
Probeer een document af te drukken vanuit een toepassing.
JaGa naar Stap 6: Ziet de afgedrukte pagina eruit
zoals u had verwacht? als het document is
afgedrukt.
NeeZie Problemen met de printersoftware als het
document niet wordt afgedrukt.
Zie
Veelvoorkomende Macintosh-problemen als
u met een Macintosh werkt.
Problemen met PostScript (PS) oplossen als
Zie
u met een PS-driver werkt.
Als u het probleem niet kunt oplossen, kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
NLWWOplossing vinden87
Stap 6: Ziet de afgedrukte pagina eruit zoals u had verwacht?
JaHet probleem is waarschijnlijk opgelost. Als het
probleem niet is opgelost, kunt u
opnemen met HP ondersteuning.
NeeZie Afgedrukte pagina verschilt van pagina op
het scherm.
Als u het probleem niet kunt oplossen, kunt u
Contact opnemen met HP ondersteuning.
Contact
Contact opnemen met HP ondersteuning
!Ga naar http://www.hp.com/support/lj1160/ voor ondersteuning in de Verenigde Staten
voor de HP LaserJet 1160 printer, of ga naar http://www.hp.com/support/lj1320/ voor de
HP LaserJet 1320 serie printer.
!Ga naar http://www.hp.com/ voor ondersteuning in andere landen/regio's.
88Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Patronen statuslichtjes
Verklaring van de lichtjes
Symbool voor "lichtje uit"
Symbool voor "lichtje aan"
Symbool voor "lichtje knippert"
Statusmeldingen door de lichtjes op het bedieningspaneel
Status van lichtjeToestand van de printerHandeling
Initialisatie/opstarten
Tijdens de opstartfase wisselen
de Start-, Klaar- en
Attentielichtjes elkaar af (met
een snelheid van 500 ms).
Tijdens de initialisatiefase
gebeurt er niets wanneer u op
een knop drukt.
NLWWPatronen statuslichtjes89
Statusmeldingen door de lichtjes op het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lichtjeToestand van de printerHandeling
Initialisatie herconfiguratie
Tijdens de opstartfase van de
printer kunt u speciale
initialisatiereeksen opvragen
waarmee de printer opnieuw
wordt geconfigureerd. Wanneer
een van deze reeksen wordt
opgevraagd, zoals een koude
reset, branden de lichtjes om
en om als in de initialisatie/
opstartfase.
Klaar
De printer is klaar en is niet
bezig met een taak.
Tijdens de herconfiguratiefase
gebeurt er niets wanneer u op
een knop drukt.
Druk de knop S
TART
5 seconden in als u een
configuratiepagina wilt
afdrukken.
Druk op de S
TART
-knop en laat
deze los als u een demopagina
wilt afdrukken.
Gegevens verwerken
De printer ontvangt of verwerkt
momenteel gegevens.
Druk op de knop A
NNULEREN
de huidige taak te annuleren.
om
90Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.