Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
Onderdeelnummer: Q5912-90955
Edition 2, 03/2006
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Handelsmerken
Microsoft® en Windows® zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Energy Star® en het logo van Energy
Star® zijn in de VS gedeponeerde merken
van de Environmental Protection Agency in
de Verenigde Staten.
Bluetooth® is een handelsmerk en
eigendom van de eigenaar en onder
licentie gebruikt door Hewlett-Packard
Company.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Linux® is een in de VS gedeponeerd
handelsmerk van Linus Torvalds.
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot meer informatie ...........................................................................................2
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning ............................................2
Koppelingen naar gebruikershandleiding ...........................................................................2
Meer informatie ...................................................................................................................2
Informatie over service en ondersteuning .............................................................................116
Services en serviceovereenkomsten van HP Care Pack™ ...........................................116
Richtlijnen voor het opnieuw inpakken van de printer ..........................................................117
Contact opnemen met HP .....................................................................................................118
Index
viNLWW
1
Basisinformatie over de printer
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Snelle toegang tot meer informatie
●
Printerconfiguraties
●
Overzicht
●
Bedieningspaneel van de printer
●
Papierbanen
●
Printersoftware
●
Specificaties voor afdrukmateriaal
NLWW1
Snelle toegang tot meer informatie
In de volgende gedeelten vindt u bronnen met aanvullende informatie over de printers uit de
HP LaserJet 1020-serie.
Opmerking
De HP LaserJet 1020-serie bestaat uit de printermodellen HP LaserJet 1022, 1022n en
1022nw.
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning
Als u contact wilt opnemen met HP voor service of ondersteuning, klikt u op een van de
volgende koppelingen.
HP LaserJet 1022-printer
●Ga naar http://www.hp.com/support/lj1022/ voor ondersteuning in de Verenigde Staten.
●Ga naar http://www.hp.com/ voor ondersteuning in andere landen/regio's.
Koppelingen naar gebruikershandleiding
●Overzicht (locatie van printeronderdelen)
Printcartridge vervangen
●
Problemen oplossen
●
Benodigdheden bestellen
●
Meer informatie
●De gebruikershandleiding op de cd: uitgebreide informatie over het gebruik van de
printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze gebruikershandleiding staat op
de cd-rom die bij de printer is geleverd.
●Help: informatie over de printeropties die vanuit de printerdrivers beschikbaar zijn. U
kunt de Help openen vanuit de printerdriver als u een Help-bestand wilt bekijken.
●Online gebruikershandleiding (HTML): uitgebreide informatie over het gebruik van de
printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze gebruikershandleiding is
beschikbaar op http://www.hp.com/support/lj1022/. Selecteer Manuals (Handleidingen)
als u op de website bent.
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printerconfiguraties
De onderstaande configuraties zijn de standaardconfiguraties voor de printers
HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw.
HP LaserJet 1022-printer
●18 pagina's per minuut (pag./min.) voor A4 en 19 pag./min. voor Letter
●Eerste pagina klaar in slechts 8 seconden
●De instelling ProRes 1200 voor het afdrukken van fijne details met 1200 x 1200 dpi (dots
per inch)
●Hoofdinvoerlade voor 250 vellen
●Voorrangsinvoersleuf
●Uitvoerlade voor 100 vellen
●EconoMode (toner besparen)
●Afdrukken van watermerken, brochures, meerdere pagina's per vel (N-per-vel) en een
eerste pagina op ander materiaal dan de rest van het document
●8 MB RAM
Opmerking
Opmerking
●Printcartridge voor 2000 pagina's
●Host-printerdrivers
●USB 2.0 voor hoge snelheid
●Aan/uit-schakelaar
●26 PCL-lettertypen
HP LaserJet 1022n-printer
De HP LaserJet 1022n-printer bevat een interne netwerkpoort.
Zie http://www.hp.com/support/lj1022/ voor meer informatie over printerdrivers.
HP LaserJet 1022nw-printer
De HP LaserJet 1022nw-printer bevat alle functies van de HP LaserJet 1022n-printer en
daarnaast nog een geïntegreerde draadloze 802.11b/g-verbinding.
Raadpleeg de HP LaserJet 1022nw Wireless User Guide (gebruikershandleiding voor
draadloze apparaten van de HP LaserJet 1022nw) voor meer informatie over dit product.
NLWWPrinterconfiguraties3
Overzicht
In de volgende afbeeldingen worden de onderdelen van de printers HP LaserJet 1022,
1022n en 1022nw aangegeven.
1
Uitvoerbak
2Klep van invoerlade
3
Invoerlade voor 250 vellen
4
Voorrangsinvoersleuf
5
Papiersteun
6
Printcartridgeklep
7
Knop A
NNULEREN
8
Knop S
TART
9Start-lampje
10
Klaar-lampje
11
Attentielampje
12
Lampje voor draadloze verbindingen (alleen voor de HP LaserJet 1022nw-printer)
1
Interne netwerkpoort (alleen voor de printers HP LaserJet 1022n en HP LaserJet 1022nw)
2
USB-poort
3
Netsnoeraansluiting
4
Aan/uit-knop
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit drie lampjes en twee knoppen. De
HP LaserJet 1022nw-printer bevat een extra lampje boven aan het bedieningspaneel. Deze
lampjes vormen patronen waaraan u de status van de printer kunt aflezen.
Opmerking
1Knop A
2Knop S
NNULEREN
TART
: druk op de knop A
: druk op de knop S
NNULEREN
TART
en laat deze weer los als u een demopagina wilt afdrukken of
om de huidige afdruktaak te annuleren.
wilt doorgaan met afdrukken in de handinvoermodus. Houd de knop S
TART
5 seconden ingedrukt
als u een configuratiepagina wilt afdrukken.
3Start-lampje: als het lampje knippert, ontvangt de printer gegevens.
4Klaar-lampje: geeft aan dat de printer klaar is om af te drukken.
5Attentielampje: geeft aan dat de papierinvoerladen leeg zijn, de printcartridgeklep open is, de
printcartridge ontbreekt of dat er een andere fout is opgetreden. Zie
Pagina's met printerinformatie
voor meer informatie.
6Lampje voor draadloze verbindingen (alleen voor de HP LaserJet 1022nw-printer): als het lampje
voor draadloze verbindingen brandt, is er een draadloze verbinding gemaakt. Wanneer het lampje
voor draadloze verbindingen uit is, is er geen draadloze verbinding. Wanneer het lampje voor
draadloze verbindingen knippert, probeert de printer een draadloze verbinding tot stand te brengen.
Zie Patronen voor statuslampjes voor een beschrijving van de lampjespatronen.
NLWWBedieningspaneel van de printer5
Papierbanen
In de volgende gedeelten worden de invoerladen en de uitvoerlade beschreven.
Voorrangsinvoersleuf
Gebruik de voorrangsinvoersleuf voor het invoeren van één vel papier, een envelop,
briefkaart, etiket of transparant. U kunt de voorrangsinvoersleuf ook gebruiken om de eerste
pagina op ander afdrukmateriaal af te drukken dan de rest van het document.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. Als u papier in de lade plaatst, moet u de
papiergeleiders aanpassen aan de breedte van het papier.
Zie Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor meer informatie over soorten
afdrukmateriaal.
Hoofdinvoerlade
De hoofdinvoerlade bevindt zich aan de voorkant van de printer en kan maximaal 250 vellen
van 75 g/m
meer informatie over de afdrukmateriaalspecificaties.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. De hoofdinvoerlade heeft papiergeleiders aan de zijen voorkant. Als u papier in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen aan de
lengte en breedte van het papier.
2
of ander afdrukmateriaal bevatten. Ga naar Printercapaciteit en -prestaties voor
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Uitvoerbak
De uitvoerbak bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Afgedrukt papier wordt hier in
de juiste volgorde verzameld. Door de papiersteun kan papier voor omvangrijke afdruktaken
beter worden gestapeld.
NLWWPapierbanen7
Printersoftware
In de volgende gedeelten worden de ondersteunde besturingssystemen en de software die
wordt geleverd bij de printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw beschreven.
Opmerking
Niet alle software is beschikbaar in alle talen.
Ondersteunde besturingssystemen
De printer wordt geleverd met printersoftware voor de volgende besturingssystemen:
●Windows XP
●Windows 2000
●Windows ME
●Windows 98 SE (Second Edition)
●Windows Server 2003
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over het upgraden van
Windows 2000 Server naar Windows Server 2003.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Point and Print.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Terminal Services and Printing.
●Mac OS X v10.2 en hoger
Opmerking
Printersoftware voor Windows-computers
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor het installeren van de
printersoftware op verschillende Windows-besturingssystemen en de software die
beschikbaar is voor alle gebruikers van de printer.
Printersoftware installeren
Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station. Volg de
installatie-instructies op het scherm.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, klikt u op Start in de taakbalk van Windows en
kiest u Uitvoeren. Typ Z:\setup (met Z wordt de letter van het cd-rom-station bedoeld) en
klikt u op OK.
Printerdrivers
Een printerdriver is het onderdeel van de software dat zorgt voor de toegang tot de
printereigenschappen en voor het contact tussen de printer en de computer.
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printereigenschappen (driver)
De printer werkt volgens de ingestelde eigenschappen. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen, zoals materiaalformaat en -soort, meerdere pagina's afdrukken op één vel
materiaal (N-per-vel), de resolutie en de watermerken. U hebt op de volgende manieren
toegang tot de printereigenschappen:
●Vanuit de toepassing waarmee u afdrukt. Hiermee wijzigt u alleen de instellingen voor
de huidige toepassing.
●Vanuit het besturingssysteem Windows. Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor
alle toekomstige afdruktaken.
Opmerking
Opmerking
Aangezien veel programma's een eigen methode hebben voor het openen van de
printereigenschappen, worden in het volgende gedeelte de meest gebruikte methoden
beschreven voor Windows 98 SE, 2000, ME en Windows XP.
Alleen de instellingen van de huidige toepassing wijzigen
Hoewel de stappen per toepassing kunnen verschillen, wordt de volgende methode het
meest gebruikt.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
3. Wijzig de instellingen en klik op OK.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows 98 SE, 2000 en ME
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1020-printers.
3. Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
Opmerking
In Windows 2000 zijn veel van deze functies beschikbaar in het menu
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows XP
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers en
faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1020-printers.
3. Klik op Eigenschappen of op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
NLWWPrintersoftware9
Help voor de printereigenschappen
De Help voor de printereigenschappen (driver) bevat gedetailleerde informatie over de
functies van de printereigenschappen. Met deze Help kunt u de standaardinstellingen van
de printer wijzigen. De Help geeft instructies over het gebruik van de contextafhankelijke
Help voor bepaalde drivers. In een contextafhankelijke Help worden de opties voor de
driverfunctie die momenteel is geopend, beschreven.
De Help voor printereigenschappen openen
1. Klik op Bestand in de toepassing en kies Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen en op Help.
Prioriteitsinstellingen tijdens het afdrukken
Er zijn twee manieren waarop u de afdrukinstellingen van deze printer kunt wijzigen: in de
software of in de printerdriver. Voor de printers HP LaserJet 1022n en HP LaserJet 1022nw
kunt u de afdrukinstellingen ook via de geïntegreerde webserver wijzigen. Er wordt prioriteit
verleend aan wijzigingen in de afdrukinstellingen op basis van de plaats waar de wijziging is
aangebracht. Deze volgorde is:
●Wijzigingen die zijn aangebracht in de toepassing krijgen voorrang boven instellingen
die ergens anders zijn gewijzigd. Binnen een toepassing krijgen wijzigingen die zijn
aangebracht in het dialoogvenster Pagina-instelling voorrang boven wijzigingen die zijn
gemaakt in het dialoogvenster Afdrukken.
●Wijzigingen die zijn aangebracht in de printerdriver krijgen geen voorrang boven de
instellingen die zijn gewijzigd in de toepassing.
●Wijzigingen die zijn aangebracht in de geïntegreerde webserver hebben de laagste
prioriteit.
U moet de methode met de hoogste prioriteit kiezen, als een bepaalde afdrukinstelling op
meerdere van de hierboven beschreven manieren kan worden gewijzigd.
Printersoftware voor Mac-computers
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u toegang hebt tot de Macintosh-software
voor de printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw.
De printerdriver openen (Mac OS X 10.2 en hoger)
1. Afdrukbeheer of Printer Setup Utility (Hulpprogramma voor het instellen van de
printer) wordt automatisch gestart. Gebeurt dit niet, dan voert u de onderstaande
procedure uit:
a. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
b. Open de map Toepassingen en vervolgens de map Hulpprogramma's.
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
c. Dubbelklik, afhankelijk van het besturingssysteem, op Afdrukbeheer of Printer
Setup Utility (Hulpprogramma voor het instellen van de printer).
2. Klik op Voeg toe. Het dialoogvenster Voeg printer toe wordt weergegeven.
3. Afhankelijk van de verbinding tussen de computer en de printer kiest u een van de
volgende opties in het hoofdmenu:
●USB
●Rendezvous (alleen voor de printers HP LaserJet 1022n en 1022nw)
4. Selecteer de printernaam in de lijst met printers.
5. Klik op Voeg toe.
Geïntegreerde webserver
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar op de printers HP LaserJet 1022n en HP LaserJet 1022nw.
Met de geïntegreerde webserver kunt u via elke computer toegang krijgen tot de
printerinstellingen door een IP-adres of een hostnaam van de printer in een webbrowser
(zoals Netscape Navigator of Microsoft® Internet Explorer) te typen. Met de geïntegreerde
webserver kunt u de printer configureren, statusinformatie bekijken, benodigdheden
aanschaffen en informatie over probleemoplossing verkrijgen.
De geïntegreerde webserver wordt door de volgende webbrowsers ondersteund:
●Internet Explorer 5.5 (en hoger)
●Netscape Navigator 4.75 (en hoger)
●Apple Safari
Geïntegreerde webserver gebruiken voor meer informatie.
Zie
NLWWPrintersoftware11
Specificaties voor afdrukmateriaal
HP LaserJet-printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt in de printer
verschillende afdrukmaterialen gebruiken, zoals losse vellen (ook kringlooppapier),
enveloppen, etiketten, transparanten, velijnpapier en papier van speciaal formaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, vezels en vochtgehalte, zijn belangrijke factoren die van
invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal.
De printer kan afdrukken op een grote verscheidenheid aan papier en ander
afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Het gebruik van
afdrukmateriaal dat niet in overeenstemming is met deze richtlijnen, kan de volgende
problemen veroorzaken:
●Slechte afdrukkwaliteit
●Papierstoringen
●Voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP. HewlettPackard Company kan geen aanbevelingen doen over het gebruik van andere merken.
Aangezien dit geen HP-producten zijn, heeft HP geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch
niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van onjuist gebruik van
het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- of vochtigheidsniveau of van andere
omstandigheden waarop HP geen invloed heeft.
VOORZICHTIG
Controleer voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft of het voldoet aan de
vereisten die in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet printer family media guide
(handleiding voor afdrukmateriaal van HP LaserJet-printers) zijn vermeld. De richtlijnen
kunnen worden gedownload van http://www.hp.com/support/ljpaperguide/ of zie
Benodigdheden bestellen voor meer informatie over het bestellen van de richtlijnen. Test
altijd eerst een kleine hoeveelheid van een afdrukmateriaal voordat u er een grote
hoeveelheid van aanschaft.
Het gebruik van afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van HP kan problemen
met de printer veroorzaken zodat reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de
garantie- of serviceovereenkomsten van HP.
Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal
Ga naar Printercapaciteit en -prestaties voor meer informatie over de ondersteunde
materiaalformaten.
12Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
2
Printerverbindingen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
USB-aansluitingen
●
Netwerkverbindingen
●
Draadloze verbindingen
●
Draadloos afdrukken
NLWW13
USB-aansluitingen
Op de printermodellen HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw worden snelle USB 2.0verbindingen ondersteund.
De USB-kabel aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer wanneer dit wordt
gevraagd tijdens het installeren van de software.
14Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
Netwerkverbindingen
De printers HP LaserJet 1022n en HP LaserJet 1022nw kunnen worden aangesloten op
netwerken via de interne netwerkpoort. De HP LaserJet 1022nw-printer kan ook worden
aangesloten op 802.11b/g draadloze netwerken. Voor de printers HP LaserJet 1022n en
1022nw zijn externe netwerkprinterservers beschikbaar. In de volgende tabel wordt
aangegeven wat nodig is om netwerken toe te voegen aan de printers.
Netwerkopties
Model HP LaserJet10/100Base-TX802.11b/gBluetooth®
1022nBijgeleverdHP Jetdirect 380x
(alleen 802.11b)
1022nwBijgeleverdBijgeleverdHP bt1300
Zie 10/100-netwerkafdrukservers en draadloze afdrukservers voor informatie over het
bestellen van de afdrukserver.
HP bt1300
Aansluiten op het netwerk
Sluit het ene uiteinde van de netwerkkabel aan op de netwerkaansluiting aan de achterzijde
van het apparaat en het andere uiteinde op het netwerk. Zorg ervoor dat de printerdriver
wordt geïnstalleerd op alle computers die zijn verbonden met het netwerk en waarvoor de
printerfunctie nodig is.
Opmerking
NLWWNetwerkverbindingen15
De volgende procedures zijn alleen bedoeld voor de printers HP LaserJet 1022n en
HP LaserJet 1022nw.
Het Ethernet-netwerk moet functioneel zijn voordat u met de volgende instructies verdergaat.
De printer op een traditioneel netwerk aansluiten
Voer de volgende procedure uit als u de printers HP LaserJet 1022n of HP LaserJet 1022nw
wilt aansluiten op een traditioneel netwerk.
●Functioneel, traditioneel netwerk
●CAT-5 Ethernet-kabel
Voer de onderstaande procedure uit om de printer aan te sluiten op het netwerk:
1. Sluit de CAT-5 Ethernet-kabel aan op een vrije poort op de Ethernet-hubpoort of -router.
2. Sluit de CAT-5 Ethernet-kabel aan op de interne netwerkpoort aan de achterzijde van de
printer.
3. Controleer of een van de netwerklampjes (10 of 100) op de netwerkpoort aan de
achterzijde van de printer gaat branden.
Opmerking
Opmerking
Het kan een paar seconden duren voordat de instellingen van het printernetwerk actief
worden en klaar zijn voor gebruik. Zie
Problemen oplossen met instellingen voor traditioneel
netwerk wanneer een van de netwerklampjes niet gaat branden.
4. Druk een configuratiepagina af. Wanneer de printer de status Klaar heeft, drukt u
TART
5 seconden op de knop S
.
Als u de standaardinstellingen van de printerconfiguratie wilt herstellen, schakelt u de printer
uit. Houd de knop A
TART
knop S
en de knop A
NNULEREN
en de knop S
NNULEREN
TART
ingedrukt en schakel de printer in. Houd de
ingedrukt totdat de printer de status Klaar heeft (dit duurt
5 tot 30 seconden).
De printersoftware installeren
1. Sluit alle toepassingen.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station van de computer. Het welkomstscherm
wordt geopend.
3. Klik op Volgende, volg de installatie-instructies voor het controleren en voorbereiden
van het systeem en installeer drivers, invoegtoepassingen en software.
Dit kan een paar minuten duren.
16Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
Draadloze verbindingen
De HP LaserJet 1022nw-printer is voorzien van de standaard IEEE 802.11b/g voor
draadloze netwerken.
Opmerking
De HP LaserJet 1022n-printer ondersteunt de standaard IEEE 802.11b/g voor draadloze
netwerken en Bluetooth-opties voor draadloze verbindingen via optionele externe
accessoires.
10/100-netwerkafdrukservers en draadloze afdrukservers voor een volledige lijst van
Zie
beschikbare interne draadloze afdrukservers van HP Jetdirect en draadloze printeradapters
van HP bt1300 (Bluetooth).
Draadloos afdrukken voor meer informatie over draadloos afdrukken.
Zie
NLWWDraadloze verbindingen17
Draadloos afdrukken
Draadloze netwerken bieden een veilig en kostenbesparend alternatief voor traditionele
netwerkverbindingen. De HP LaserJet 1022nw-printer heeft een geïntegreerde draadloze
verbinding. Zie voor de andere printermodellen
afdrukservers voor een lijst van beschikbare draadloze afdrukservers.
Standaard IEEE 802.11b/g
Met de draadloze verbinding, compatibel met IEEE 802.11b/g, kunnen de printers op
kantoor of thuis worden geplaatst en worden aangesloten op een draadloos netwerk waarop
de netwerkbesturingssystemen van Microsoft, Apple, Netware, UNIX® of Linux® worden
uitgevoerd. Deze draadloze technologie biedt een afdrukoplossing van hoge kwaliteit zonder
de fysieke beperkingen van kabels. Randapparaten kunnen op een geschikte locatie in een
kantoor of thuis worden geplaatst en gemakkelijk worden verplaatst zonder de
netwerkbekabeling te wijzigen.
Er zijn optionele externe 802.11b/g-afdrukservers van HP Jetdirect voor USB-aansluitingen.
Raadpleeg de documentatie die bij de HP LaserJet 1022nw-printer is geleverd voor meer
informatie.
Bluetooth
10/100-netwerkafdrukservers en draadloze
Draadloze technologie van Bluetooth is een energiezuinige radiotechnologie met een klein
bereik die u kunt gebruiken om computers, printers, PDA's, mobiele telefoons en andere
apparaten draadloos met elkaar te verbinden.
In tegenstelling tot infraroodtechnologie, gebruikt Bluetooth radiosignalen waardoor
apparaten zich niet zonder tussenliggende obstakels in dezelfde kamer, hetzelfde kantoor of
dezelfde ruimte hoeven te bevinden om te kunnen communiceren. Met deze draadloze
technologie wordt de portabiliteit en efficiëntie van zakelijke netwerktoepassingen vergroot.
18Hoofdstuk 2 PrinterverbindingenNLWW
3
De printer beheren
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Pagina's met printerinformatie
●
Geïntegreerde webserver gebruiken
NLWW19
Pagina's met printerinformatie
In het geheugen van de printer bevinden zich speciale pagina's. Op deze pagina's staat
informatie over het signaleren en oplossen van printerproblemen.
Demopagina
De demopagina bevat voorbeelden van tekst en afbeeldingen. Als u de demopagina vanaf
de printer wilt afdrukken, drukt u op de knop S
brandt).
Configuratiepagina
De configuratiepagina geeft de huidige instellingen en printereigenschappen weer en bevat
daarnaast een statusrapport. U kunt een configuratiepagina afdrukken vanaf de printer of de
geïntegreerde webserver.
Als u de configuratiepagina vanaf de printer wilt afdrukken, drukt u 5 seconden op de knop
TART
als de printer klaar is (het Klaar-lampje brandt).
S
Testpagina voor de printer
TART
als de printer klaar is (het Klaar-lampje
De testpagina voor de printer bevat informatie over de printerdriver en de poortinstellingen.
De pagina bevat ook informatie over printernaam en -model, computernaam, enzovoort. U
kunt de testpagina voor de printer afdrukken vanuit de printerdriver.
20Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
Geïntegreerde webserver gebruiken
Op de printers HP LaserJet 1022n en HP LaserJet 1022nw hebt u direct toegang tot de
geïntegreerde webserver. U hoeft geen software op de computer te installeren. U hebt
alleen een ondersteunde webbrowser nodig. Als u de geïntegreerde webserver wilt
gebruiken, moet u Apple Safari, Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger of Netscape
Navigator 4.75 of hoger hebben.
Opmerking
Opmerking
De geïntegreerde webserver biedt geen e-mail- of statusmeldingen.
De geïntegreerde webserver is alleen beschikbaar in het Engels.
Met de geïntegreerde webserver kunt u via de computer de printer- en netwerkstatus
bekijken en afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van de printer.
Hieronder ziet u enkele voorbeelden van wat u zoal met de geïntegreerde webserver kunt
doen.
●De printerstatusinformatie bekijken
●Interne pagina's bekijken en afdrukken
●Nieuwe benodigdheden bestellen
●De papiersoort in elke lade instellen
●De standaardinstellingen voor printerconfiguratie bekijken en wijzigen
●De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
De geïntegreerde webserver werkt alleen als de printer is aangesloten op een IP-netwerk.
De geïntegreerde webserver biedt geen ondersteuning voor printerverbindingen via IPX.
U hebt geen toegang tot internet nodig om de geïntegreerde webserver te openen en te
gebruiken. Als u echter op een koppeling in het gedeelte Other Links (Overige koppelingen)
klikt, hebt u toegang tot internet nodig om naar de betreffende website te gaan.
Opmerking
De geïntegreerde webserver openen
1. Geef het IP-adres of de hostnaam voor de printer op in een ondersteunde webbrowser.
Als u het IP-adres wilt bepalen, drukt u een configuratiepagina op de printer af. Houd
TART
hiervoor de knop S
Nadat u de URL hebt geopend, kunt u een bladwijzer toevoegen zodat u later snel naar
deze URL kunt terugkeren.
2. De geïntegreerde webserver heeft drie tabbladen met instellingen en informatie over de
printer: de tabbladen Information (Informatie), Settings (Instellingen) en Networking
(Netwerk). Klik op de gewenste tab.
5 seconden ingedrukt.
Tabblad Information (Informatie)
Het tabblad Information (Informatie) bevat de volgende pagina's:
●Device Status (Apparaatstatus): deze pagina bevat ook productinformatie, zoals de
netwerknaam, het netwerkadres en de modelgegevens.
●Configuration (Configuratie): op deze pagina wordt de informatie weergegeven die u
kunt vinden op de configuratiepagina van de printer.
NLWWGeïntegreerde webserver gebruiken21
Tabblad Settings (Instellingen)
Met dit tabblad kunt u de printerinstellingen configureren vanaf de computer, bijvoorbeeld
het standaardpapierformaat en de EconoMode. Als u een netwerkprinter gebruikt, moet u
altijd contact opnemen met de printerbeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad
wijzigt.
Tabblad Networking (Netwerk)
Op dit tabblad kan de netwerkbeheerder de netwerkinstellingen voor de printer controleren
als deze is aangesloten op een IP-netwerk.
Other Links (Overige koppelingen)
Dit gedeelte bevat koppelingen die u verbinden met internet. U hebt toegang tot internet
nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen
verbinding hebt gemaakt voor u de geïntegreerde webserver opende, moet u eerst
verbinding maken voordat u deze websites kunt bezoeken. Als u verbinding wilt maken,
moet u wellicht eerst de geïntegreerde webserver sluiten en deze opnieuw openen.
●HP Instant Support: met deze koppeling gaat u naar een aantal dynamische
webpagina's om bepaalde problemen op te lossen en om te bepalen welke extra
diensten beschikbaar zijn voor de printer.
Opmerking
●Product Registration (Productregistratie): met deze koppeling gaat u naar de pagina
voor productregistratie op de HP-website.
●Order Supplies (Benodigdheden bestellen): met deze koppeling kunt u verbinding
maken met de website van Sure Supply voor het bestellen van originele HPbenodigdheden bij HP of bij een wederverkoper naar keuze.
●Product Support (Productondersteuning): hiermee gaat u naar de ondersteuningssite
voor de HP LaserJet 1020-printers. U kunt zoeken naar ondersteuning voor algemene
onderwerpen.
De HP LaserJet 1020-serie bestaat uit de printermodellen HP LaserJet 1022, 1022n en
1022nw.
22Hoofdstuk 3 De printer beherenNLWW
4
Afdruktaken
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Handinvoer
●
Afdruktaak annuleren
●
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
●
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
●
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
●
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
●
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
●
Een envelop afdrukken
●
Meerdere enveloppen afdrukken
●
Afdrukken op transparanten of etiketten
●
Briefpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
●
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
●
Brochures afdrukken
●
Watermerken afdrukken
NLWW23
Handinvoer
Met de handinvoer kunt u gemengd afdrukmateriaal afdrukken, bijvoorbeeld een envelop,
dan een brief, dan weer een envelop, enzovoort. Plaats een envelop in de
voorrangsinvoersleuf en plaats briefpapier in de hoofdinvoerlade.
Afdrukken met de handinvoer
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
2. Selecteer Handinvoer in de keuzelijst Source is (Bron is) op het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Plaats afdrukmateriaal in de voorrangsinvoersleuf en druk telkens op de knop S
af te drukken.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
TART
om
24Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren en op die manier uit een programma of een afdrukwachtrij
verwijderen.
Als u de printer onmiddellijk wilt stoppen, moet u het overgebleven papier uit de printer
verwijderen. Nadat de printer is gestopt, hebt u de volgende opties.
●Bedieningspaneel printer: als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de knop
NNULEREN
A
●Programma: er verschijnt kort een dialoogvenster. Hiermee kunt u de afdruktaak
annuleren.
●Windows-afdrukwachtrij: als de afdruktaak in de afdrukwachtrij (computergeheugen)
of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar. Klik op Start en Instellingen en kies
Printers of Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram HP LaserJet 1022
om het venster te openen. Selecteer vervolgens de afdruktaak en klik op Verwijderen of
Annuleren.
●Afdrukwachtrij bureaublad (Mac OS X): open Afdrukbeheer, dubbelklik op de
printernaam, selecteer de afdruktaak en klik op Verwijder.
●Geïntegreerde webserver: open de pagina van de geïntegreerde webserver en klik op
Cancel Job (Taak annuleren). Zie
informatie.
op het bedieningspaneel van de printer.
Geïntegreerde webserver gebruiken voor meer
Als de statuslampjes op het bedieningspaneel blijven knipperen nadat u de afdruktaak hebt
geannuleerd, is de computer nog bezig de taak naar de printer te verzenden. Verwijder de
afdruktaak uit de afdrukwachtrij of wacht totdat de gegevens zijn verzonden. De printer keert
dan terug naar de modus Klaar.
NLWWAfdruktaak annuleren25
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
Met de instellingen voor afdrukkwaliteit bepaalt u de stijl waarin de afbeeldingen worden
afgedrukt en hoe licht of hoe donker de afdruk is. U kunt met deze instellingen ook de
afdrukkwaliteit voor een specifieke soort afdrukmateriaal optimaliseren. Zie
van afdrukmateriaal optimaliseren voor meer informatie.
U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdruktaken die u
wilt uitvoeren. Hieronder volgen de instellingen:
●ProRes 1200: met deze instelling kunt u fijne details afdrukken bij 1200 x 1200 dpi.
●FastRes 1200: met deze instelling krijgt u een effectieve afdrukkwaliteit van 1200 dpi.
●600 dpi: deze instelling levert een kwaliteit van 600 x 600 dpi met REt (Resolution
Enhancement technology) voor verbeterde tekstkwaliteit.
●EconoMode (toner besparen): tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling
is handig als u een kladversie wilt afdrukken. U kunt deze optie onafhankelijk van
andere instellingen voor de afdrukkwaliteit inschakelen.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
2. Selecteer de gewenste instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Afwerking (het
tabblad Lay-out voor bepaalde Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Afdrukkwaliteit
Opmerking
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor die driver.
Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit voor alle toekomstige afdruktaken wilt wijzigen,
opent u de eigenschappen via het menu Start in de taakbalk van Windows. Als u deze
instellingen alleen voor de huidige toepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen via
het menu Printerinstelling in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Zie
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
26Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
Met de instellingen voor het afdrukmateriaal bepaalt u de temperatuur van de fuser in de
printer. U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren door de instellingen aan te passen aan het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
U kunt de optimaliseerfunctie openen vanaf het tabblad Papier/kwaliteit in de printerdriver
of via de geïntegreerde webserver.
De printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw bieden een aantal afdrukmodi waarmee
het apparaat specifieker kan worden aangepast aan de bedrijfsomgeving van de printer. In
de volgende tabellen wordt een overzicht gegeven van de afdrukmodi van de driver.
Opmerking
In de modi KAARTEN, ENVELOP, ETIKET en RUW, stopt de printer tussen de pagina's en
neemt het aantal pagina's per minuut af.
NLWWAfdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren27
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
In de volgende gedeelten worden richtlijnen en instructies gegeven voor het afdrukken op
transparanten, enveloppen en ander speciaal afdrukmateriaal. De richtlijnen en specificaties
zijn bedoeld om u te helpen bij het kiezen van materiaal waardoor de afdrukkwaliteit wordt
geoptimaliseerd. Tevens voorkomt u dat u materiaal kiest dat papierstoringen of schade aan
de printer kan veroorzaken.
Papier
Gebruik voor optimale resultaten standaardpapier van 75 g/m2. Zorg ervoor dat het papier
van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
kreukels, gaten en gekrulde of verbogen randen.
Informatie over de papiersoort die u gebruikt (bijvoorbeeld bankpost- of kringlooppapier)
vindt u op de verpakking.
Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen of
schade aan de printer.
Papiergebruik
AfdrukprobleemProbleem met papierOplossing
Afdrukkwaliteit is slecht of toner
hecht niet
Problemen met papierinvoer
Weggevallen gedeelten,
papierstoringen of gekruld
papier
Toenemende grijze
achtergrondschaduw
Papier krult te veel
Problemen met papierinvoer
Papierstoring of schade aan
printer
Problemen met papierinvoerRuw gesneden randenGebruik papier van goede
Te vochtig, te ruw, te glad of
voorzien van reliëfopdruk
Papier voldoet niet aan
specificaties
Onjuist opgeslagenBewaar het papier in de
Papier mogelijk te zwaarGebruik lichter papier.
Te vochtig, verkeerde
vezelrichting of te korte vezel
Gaten of perforaties in het papier Gebruik geen papier met
Probeer een andere
papiersoort: tussen
100-250 Sheffield en een
vochtgehalte van 4-6%.
Controleer de printer en zorg
dat de juiste materiaalsoort is
geselecteerd.
vochtwerende verpakking op
een vlakke ondergrond.
Gebruik papier met een lange
vezel.
Controleer de printer en zorg
dat de juiste materiaalsoort is
geselecteerd.
perforaties of papier waarin is
geknipt.
kwaliteit.
28Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Opmerking
De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Gebruik alleen
gekleurd papier of voorbedrukte formulieren met inkt die geschikt is voor de temperatuur van
de printer. De maximumtemperatuur van de printer is 200 °C voor 0,1 seconde.
Gebruik geen papier met een briefhoofd dat is gedrukt met inkt voor lage temperaturen,
zoals wordt gebruikt in bepaalde thermografische toepassingen.
Gebruik geen briefhoofd met reliëf.
Gebruik geen transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lagetemperatuurprinters. Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met
HP LaserJet-printers.
Etiketten
U kunt etiketten het beste afdrukken vanuit de voorrangsinvoersleuf.
VOORZICHTIG
Voer een vel etiketten niet meer dan één keer door de printer. Dit tast de lijm aan en kan
schade aan de printer veroorzaken.
Onderdelen
Let bij het selecteren van etiketten op de kwaliteit van de diverse onderdelen:
●Lijm: de lijm moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200 °C, de maximumtemperatuur
van de printer.
●Schikking: gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is
tussen de etiketten. Als u etiketbladen gebruikt met ruimte tussen de etiketten, kunnen
de etiketten tijdens het afdrukken loslaten. Dit veroorzaakt ernstige storingen.
●Krullen: zorg ervoor dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
●Staat van het materiaal: gebruik geen etiketten met kreukels, luchtbellen of andere
verschijnselen waaruit blijkt dat het etiket van het ondervel is losgelaten of los kan raken.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C, de
maximumtemperatuur van de printer.
Enveloppen
U kunt enveloppen het beste afdrukken vanuit de voorrangsinvoersleuf.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal29
Samenstelling
De samenstelling van enveloppen is uiterst belangrijk. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen
de vouwlijnen van enveloppen, niet alleen bij enveloppen van verschillende fabrikanten,
maar ook bij enveloppen uit dezelfde verpakking. Of u enveloppen goed kunt bedrukken,
hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. Let bij het selecteren van
enveloppen op het volgende:
●
Gewicht: het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
papier gebruikt, kan het papier vastlopen.
●Samenstelling: zorg dat de enveloppen plat liggen en niet meer dan 6 mm omkrullen.
Let erop dat er zich geen lucht in de enveloppen bevindt. Als enveloppen lucht bevatten,
kunnen er problemen optreden. Gebruik geen enveloppen met klemmen, binddraad,
transparante vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen, synthetisch materiaal, stempels
of reliëfopdruk. Gebruik geen enveloppen met lijm die niet bevochtigd hoeft te worden
maar die door druk worden verzegeld.
●Staat van het materiaal: controleer of de enveloppen niet gekreukeld of anderszins
beschadigd zijn. Zorg dat er geen lijm zichtbaar is op de enveloppen.
●Formaten: het formaat van de enveloppen kan variëren van 90 x 160 mm tot
178 x 254 mm.
2
. Als u zwaarder
Enveloppen met dubbele naad
Bij een envelop met een dubbele naad bevinden zich aan beide zijden van de envelop
verticale naden in plaats van diagonale naden. Dergelijke enveloppen kunnen meer
omkrullen. Controleer of de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop (zie de
volgende afbeelding):
Enveloppen met een plakstrip of meer dan één klep die gevouwen moet worden om de
envelop te sluiten, moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en druk van de
printer. De maximumtemperatuur van de printer is 200 °C. De extra kleppen en strips
kunnen tot kreukels of vouwen leiden of storingen veroorzaken.
30Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Enveloppen bewaren
Als u de enveloppen goed bewaart, komt dit de afdrukkwaliteit ten goede. Bewaar de
enveloppen plat. Als zich lucht in de envelop bevindt waardoor een luchtbel wordt gevormd,
kan de envelop tijdens het afdrukken gaan kreukelen.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt vanuit de papierinvoerlade verschillende soorten kaarten afdrukken, zoals
indexkaarten en briefkaarten. Sommige kaarten zijn beter geschikt voor gebruik in een
laserprinter dan andere.
2
Het beste resultaat krijgt u met papier dat niet zwaarder is dan 157 g/m
kan zorgen voor problemen met de papierinvoer en het stapelen, papierstoringen, slechte
hechting van de toner, slechte afdrukkwaliteit of uitzonderlijke mechanische slijtage.
. Te zwaar papier
Opmerking
U kunt proberen een afdruk te maken op zwaarder papier zolang u de invoerlade niet
helemaal vult en papier gebruikt met een gladheid van 100-180 Sheffield.
Samenstelling van enveloppen
●
Gladheid: kaarten van 135-157 g/m
100-180 Sheffield, kaarten van 60-135 g/m
●Samenstelling: zorg dat de kaarten plat liggen en niet meer dan 5 mm omkrullen.
●Staat van het materiaal: controleer of de kaarten niet gekreukeld of anderszins
beschadigd zijn.
●Formaten: gebruik alleen kaarten van de volgende afmetingen:
●Minimum: 76 x 127 mm
●Maximum: 216 x 356 mm
2
moeten een gladheid hebben van
2
een gladheid van 100-250 Sheffield.
Richtlijnen voor kaarten
Stel de marges in op ten minste 2 mm vanaf de zijkanten.
Briefpapier of voorbedrukte formulieren
Briefpapier is kwaliteitspapier, vaak met een watermerk, soms met katoenen vezels en is
beschikbaar in vele kleuren en afwerkingen met bijpassende enveloppen. Voorbedrukte
formulieren worden gemaakt van vele verschillende papiersoorten, van kringlooppapier tot
kwaliteitspapier.
Veel fabrikanten produceren dit papier tegenwoordig met eigenschappen die zijn
geoptimaliseerd voor laserprinters en prijzen het papier aan als laser-compatibel of geschikt
voor laser.
Opmerking
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal31
Elke pagina kan afwijkend zijn. Dit is normaal bij het afdrukken met een laserprinter. Deze
afwijking is niet zichtbaar bij het afdrukken op gewoon papier. De afwijking is echter duidelijk
zichtbaar tijdens het afdrukken op voorbedrukte formulieren, omdat de lijnen en kaders al op
het papier zijn aangebracht.
Volg onderstaande richtlijnen om problemen bij het gebruik van voorbedrukte formulieren,
reliëfpapier en briefpapier te voorkomen:
●Gebruik geen inkt voor lage temperaturen (het type inkt dat wordt gebruikt in bepaalde
thermografische toepassingen).
●Gebruik voorbedrukte formulieren en briefpapier dat is gedrukt door middel van offset-
lithografie of graveerdruk.
●Gebruik formulieren die zijn gemaakt met warmtebestendige inkt die niet smelt,
verdampt of ongewenste uitstoot veroorzaakt wanneer deze wordt verwarmd tot 200 °C
gedurende 0,1 seconde. Doorgaans voldoen inkten die zijn aangebracht door oxidatie,
of op olie gebaseerde inkten aan deze voorwaarde.
●Gebruikt u voorbedrukte formulieren, pas dan op dat de vochtigheidsgraad van het
papier niet wordt gewijzigd en gebruik geen materiaal dat de elektrische eigenschappen
of verwerkingseigenschappen van het papier wijzigt. Bewaar de formulieren in een
vochtwerende verpakking zodat er tijdens de opslag geen wijzigingen in de
vochtigheidsgraad kunnen optreden.
●Gebruik geen voorbedrukte formulieren met een afwerklaag of coating.
●Gebruik geen papier met veel reliëf of een briefhoofd met reliëf.
●Gebruik geen papier met veel structuur.
●Gebruik geen offset-poeder of andere materiaal waarmee wordt voorkomen dat
bedrukte formulieren aan elkaar kleven.
32Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
HP LaserJet-printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt op verschillende
materialen afdrukken, zoals papier (zelfs tot 100% kringlooppapier), enveloppen, etiketten,
transparanten en materialen met een aangepast formaat. De volgende formaten worden
ondersteund:
●Minimum: 76 x 127 mm
●Maximum: 216 x 356 mm
Eigenschappen, zoals gewicht, vezelrichting en vochtigheid, zijn belangrijke factoren die
invloed hebben op de prestaties en de kwaliteit van de printer. Gebruik voor de beste
afdrukkwaliteit alleen kwalitatief hoogwaardig afdrukmateriaal dat speciaal voor laserprinters
is gemaakt. Zie
afdrukmateriaalspecificaties.
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer papier- en
Opmerking
Probeer altijd eerst een kleine hoeveelheid afdrukmateriaal uit, voordat u grote
hoeveelheden aanschaft. De leverancier van afdrukmateriaal wordt verondersteld de
vereisten te begrijpen die worden uiteengezet in de HP LaserJet printer family print mediaguide (handleiding voor afdrukmateriaal van HP LaserJet-printers) (HP-onderdeelnummer
5851-1468). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
Afdrukmateriaal van HP
HP beveelt de volgende HP-afdrukmaterialen aan:
●Multifunctioneel papier van HP
●HP- kantoorpapier
●HP All-in-One-printerpapier
●HP LaserJet-papier
●HP Premium Choice LaserJet-papier
Afdrukmaterialen die u moet vermijden
Met de printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw kunnen verschillende materiaalsoorten
worden verwerkt. Als u afdrukt op materiaal dat niet voldoet aan de printerspecificaties,
neemt de afdrukkwaliteit af. Tevens is de kans op papierstoringen groter.
●Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
●Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor
standaardringbanden.
●Gebruik geen meerdelige formulieren.
●Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
NLWWPapier en ander afdrukmateriaal kiezen33
Afdrukmateriaal waardoor de printer beschadigd kan raken
In zeldzame gevallen kan de printer beschadigd raken door afdrukmateriaal. Vermijd de
volgende soorten afdrukmateriaal om mogelijke schade te voorkomen:
●Materiaal met nietjes.
●Gebruik geen transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lage-
temperatuurprinters. Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik
met HP LaserJet-printers.
●Gebruik geen fotopapier dat is bestemd voor inkjetprinters.
●Papier met reliëf of coating dat niet is ontwikkeld voor de temperaturen van de
afbeeldingsfuser van de printer. Gebruik afdrukmateriaal dat bestand is tegen een
temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconde. HP levert afdrukmateriaal dat
ontwikkeld is voor de printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw.
●Gebruik geen briefpapier met inkt voor lage temperaturen of thermografische
toepassingen. Voorbedrukte formulieren of briefpapier moeten zijn bedrukt met inkt die
bestand is tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconde.
●Afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten, vervormen of
verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconde.
Ga voor het bestellen van HP LaserJet-afdrukbenodigdheden naar http://www.hp.com/go/
ljsupplies/ in de VS of naar http://www.hp.com/ghp/buyonline.html/ wereldwijd.
34Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u afdrukmateriaal in de verschillende
invoerladen plaatst.
VOORZICHTIG
Opmerking
Als u probeert af te drukken op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd, kan
het afdrukmateriaal vastlopen in de printer. Zie
informatie.
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
Voorrangsinvoersleuf
De voorrangsinvoersleuf kan één vel materiaal bevatten tot maximaal 163 g/m2 of één
envelop, transparant of kaart. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de
afdrukzijde naar boven. Stel altijd eerst de materiaalgeleiders in om storingen en
scheeftrekken te voorkomen.
Invoerlade voor 250 vellen
De invoerlade kan maximaal 250 pagina's 75 g/m2 papier bevatten of een kleiner aantal
pagina's zwaarder materiaal van 25 mm of minder stapelen. Voer het papier in met de
bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel altijd de papiergeleiders aan vooren zijkant in om storingen en scheeftrekken te voorkomen.
Als u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u al het materiaal uit de invoerlade verwijderen
en de stapel met nieuw materiaal recht plaatsen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier
tegelijkertijd in de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
NLWWAfdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade35
Een envelop afdrukken
Gebruik alleen enveloppen die speciaal bestemd zijn voor laserprinters. Zie Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoersleuf om één envelop af te drukken. Gebruik de
voorrangsinvoerlade om meerdere enveloppen af te drukken.
1. Stel, voordat u de envelop plaatst, de papiergeleiders iets breder in dan de enveloppen.
Bij enveloppen met de opening aan de korte kant, moet deze zijde het eerst worden
ingevoerd.
2. Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven en met de bovenrand tegen de
linkerpapiergeleider.
3. Stel de papiergeleiders in op de breedte van de envelop.
36Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
4. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
5. Selecteer Envelop als materiaalsoort op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
6. Druk de envelop af.
Handinvoer om af te drukken via de handinvoer.
Zie
NLWWEen envelop afdrukken37
Meerdere enveloppen afdrukken
Gebruik alleen enveloppen die speciaal bestemd zijn voor laserprinters. Zie Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoersleuf om één envelop af te drukken. Gebruik de hoofdinvoerlade
om meerdere enveloppen af te drukken.
1. Open de hoofdinvoerlade.
2. Stel, voordat u de enveloppen plaatst, de papiergeleiders iets breder in dan de
enveloppen.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar boven en met de bovenrand tegen de
linkerpapiergeleider. Plaats maximaal 15 enveloppen.
Opmerking
38Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Bij enveloppen met de opening aan de korte kant, moet deze zijde het eerst worden
ingevoerd.
4. Pas de papiergeleiders aan de lengte en de breedte van de enveloppen aan.
5. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
6. Selecteer Envelop als materiaalsoort op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
7. Sluit de klep van de invoerlade.
8. Druk de enveloppen af.
NLWWMeerdere enveloppen afdrukken39
Afdrukken op transparanten of etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die speciaal bestemd zijn voor gebruik in
laserprinters, zoals HP-transparanten en HP LaserJet-etiketten. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Specificaties voor
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de juiste materiaalsoort in de printerinstellingen opgeeft zoals hieronder
beschreven staat. De temperatuur van de fuser wordt aangepast aan de ingestelde
materiaalsoort. Deze aanpassing voorkomt beschadiging van het materiaal door de fuser in
de printer, wanneer afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten of etiketten,
worden gemaakt.
Controleer het afdrukmateriaal op kreukels, vouwen en gescheurde randen of ontbrekende
etiketten.
1. Plaats één pagina in de voorrangsinvoersleuf en plaats meerdere pagina's in de
hoofdinvoerlade. Zorg ervoor dat de bovenkant van het afdrukmateriaal naar voren ligt
en de afdrukzijde (ruwe zijde) naar boven.
2. Stel de papiergeleiders in.
3. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
4. Selecteer de juiste materiaalsoort op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
5. Druk het document af.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
40Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Briefpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
De printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw kunnen afdrukken op briefpapier en
voorbedrukte formulieren die bestand zijn tegen temperaturen van 200 °C.
1. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel de
papiergeleiders in op de breedte van het papier.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de juiste materiaalsoort op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
4. Druk het document af.
Handinvoer om af te drukken via de handinvoer.
Zie
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Opmerking
Als u eerst één vel briefpapier wilt afdrukken, gevolgd door een document van meerdere
pagina's, plaatst u het gewone papier in de hoofdinvoerlade en vervolgens het briefpapier
met de afdrukzijde naar boven in de voorrangsinvoersleuf. De printer drukt automatisch
eerst af vanuit de voorrangsinvoersleuf.
NLWWBriefpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken41
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
Met de printers HP LaserJet 1022, 1022n en 1022nw kan worden afgedrukt op
afdrukmateriaal met aangepast formaat of op kaarten van 76 bij 127 mm en 216 bij 356 mm.
VOORZICHTIG
Opmerking
Gebruik de hoofdinvoerlade voor meerdere vellen. Zie
materiaalformaten.
Voordat u de vellen plaatst, moet u controleren of de vellen niet aan elkaar kleven.
1. Plaats het papier met de smalle kant naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel de
papiergeleiders aan de zij- en voorkant in op het afdrukmateriaal.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de optie voor aangepast formaat op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers). Geef de afmetingen van het
aangepaste papierformaat op.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken (handmatig dubbelzijdig afdrukken), moet u het papier twee
keer door de printer voeren.
Opmerking
Opmerking
Met handmatig dubbelzijdig afdrukken kan de printer vuil worden, waardoor de
afdrukkwaliteit wordt verminderd. Zie
printer vuil wordt.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
2. Selecteer de optie Print On Both Sides (Manually) (Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)) op het tabblad Afwerking (selecteer Manual Duplex (Handmatige duplex)
in bepaalde Mac-drivers). Selecteer de gewenste optie voor inbinden en klik op OK.
3. Druk het document af.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
Printer reinigen voor instructies over wat te doen als de
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
4. Als de eerste zijde van het papier is afgedrukt, verzamelt u de afgedrukte pagina's.
Draai de afdrukzijde naar beneden en leg de stapel recht.
5. Leg de stapel terug in de invoerlade. Leg het vel met de afdrukzijde naar beneden en
met de onderrand eerst in de printer. Plaats de klep van de invoerlade terug.
6. Druk op de knop S
TART
op het bedieningspaneel om zijde twee af te drukken.
44Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
U kunt kiezen hoeveel pagina’s u op één vel papier wilt afdrukken. Als u meer dan één
pagina per vel wilt afdrukken, worden de pagina's kleiner afgedrukt en worden deze
ingedeeld in de volgorde waarin ze normaal zouden worden afgedrukt.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP) in de toepassing. Zie
instructies.
2. Selecteer het gewenste aantal pagina's per vel afdrukmateriaal op het tabblad
Afwerking (het tabblad Lay-out in bepaalde Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver) voor
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
3. (Optionele stappen) Schakel het selectievakje in als u paginaranden wilt invoegen. Als u
de volgorde wilt aangeven waarin de pagina's op het vel worden afgedrukt, selecteert u
de volgorde in het keuzemenu.
4. Druk het document af.
NLWWMeerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N-per-vel)45
Brochures afdrukken
U kunt brochures afdrukken op papier van het Letter- of A4-formaat.
Opmerking
Opmerking
Op dit moment wordt deze functie niet ondersteund door Mac-computers.
1. Plaats het papier in de hoofdinvoerlade.
2. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
3. Selecteer de optie Print On Both Sides (Manually) (Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)) op het tabblad Afwerking. Selecteer de gewenste optie voor inbinden en
klik op OK. Druk het document af.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
4. Als de eerste zijde van het papier is afgedrukt, verzamelt u de afgedrukte pagina's.
Draai de afdrukzijde naar beneden en leg de stapel recht.
46Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
5. Leg de pagina's vanaf pagina 1 terug in de invoerlade. Leg het vel met de afdrukzijde
naar beneden en de onderrand eerst in de printer.
6. Druk op de knop S
TART
en wacht totdat zijde twee wordt afgedrukt.
7. Vouw de pagina's en niet deze aan elkaar.
NLWWBrochures afdrukken47
Watermerken afdrukken
Opmerking
Opmerking
Op dit moment wordt deze functie niet ondersteund door Mac-computers.
Met de optie voor watermerken kunt u tekst 'onder' (op de achtergrond van) een bestaand
document afdrukken. U wilt bijvoorbeeld in grote grijze letters Klad of Vertrouwelijk diagonaal
afdrukken over de eerste pagina of alle pagina's van een document.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP) in de toepassing. Zie
instructies.
2. Selecteer het gewenste watermerk op het tabblad Effecten.
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
Printereigenschappen (driver) voor
3. Druk het document af.
48Hoofdstuk 4 AfdruktakenNLWW
5
Onderhoud
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Printer reinigen
●
Transportrol vervangen
●
Transportrol reinigen
●
Scheidingskussen vervangen
●
Toner opnieuw verdelen
●
Printcartridge vervangen
NLWW49
Printer reinigen
Reinig de buitenkant van de printer met een schone, licht bevochtigde doek.
VOORZICHTIG
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rondom de printer.
Tijdens het afdrukken kunnen zich materiaal-, toner- en stofdeeltjes in de printer
verzamelen. Dit kan na verloop van tijd afdrukproblemen veroorzaken, zoals tonerspatten of
vegen en papierstoringen. U kunt het gebied rondom de printcartridge en de papierbaan
reinigen om dergelijke problemen op te lossen en te voorkomen.
Het gebied rondom de printcartridge reinigen
U hoeft het gebied rondom de printcartridge niet vaak te reinigen. Het reinigen van deze
ruimte kan de afdrukkwaliteit echter wel verbeteren.
1. Schakel de printer uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Wacht
totdat de printer is afgekoeld.
VOORZICHTIG
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging van de cartridge te
voorkomen. Dek de printcartridge indien nodig af. U mag de zwarte sponsrol binnen in de
printer niet aanraken. Hierdoor kunt u de printer namelijk beschadigen.
2. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
50Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
3. Veeg eventueel achtergebleven materiaal met een droge, pluisvrije doek van de
papierbaan en de ruimte voor de printcartridge.
4. Plaats de printcartridge terug en sluit de printcartridgeklep.
5. Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en schakel de printer in.
Papierbaan reinigen
Als er tonerspatten of stippen op de afdrukken zitten, gebruikt u het reinigingsprogramma
van HP LaserJet om overtollige materiaal- en tonerdeeltjes op de fuser en rollers te
verwijderen. Als u de papierbaan reinigt, wordt de levensduur van de printer verlengd.
NLWWPrinter reinigen51
Opmerking
Voor optimale resultaten kunt u het beste een transparant gebruiken. Als u geen
transparanten hebt, kunt u afdrukmateriaal voor kopieerapparaten, 70 tot 90 g/m
glad oppervlak gebruiken.
1. Controleer of de printer niet actief is en of het Klaar-lampje brandt.
2. Plaats het afdrukmateriaal in de invoerlade.
3. Druk een reinigingspagina af. Open de printereigenschappen (of de
voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 en XP). Zie
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
2
, met een
Opmerking
Het reinigingsproces duurt ongeveer 3 minuten. De reinigingspagina wordt regelmatig
gestopt tijdens het reinigen. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. U moet
het reinigingsproces wellicht een aantal keren herhalen om de printer grondig te reinigen.
52Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Transportrol vervangen
Bij normaal gebruik op goed afdrukmateriaal treedt er slijtage op. Wanneer u kwalitatief
slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet de transportrol wellicht vaker worden vervangen.
Als er zich regelmatig transportstoringen voordoen (er wordt geen papier ingevoerd), kan het
zijn dat de transportrol moet worden vervangen of gereinigd. Zie
voor informatie over het bestellen van een nieuwe transportrol.
Benodigdheden bestellen
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Als u deze procedure niet uitvoert, kan de printer beschadigd raken.
1. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los van de printer. Wacht totdat de printer
is afgekoeld.
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te voorkomen. Bedek de
printcartridge met een vel papier.
2. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
NLWWTransportrol vervangen53
3. Zoek de transportrol.
4. Ontgrendel de kleine, witte lipjes aan de zijkant van de transportrol en draai de
transportrol naar de voorkant.
5. Trek de transportrol voorzichtig omhoog en uit de printer.
6. Plaats de nieuwe transportrol in de sleuf. Dankzij de ronde en rechthoekige sleuven aan
beide zijden kunt u de rol niet verkeerd installeren.
7. Draai de bovenkant van de nieuwe transportrol van u af totdat beide zijden vastklikken.
54Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
8. Plaats de printcartridge terug en sluit de printcartridgeklep.
9. Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact en schakel de printer in.
NLWWTransportrol vervangen55
Transportrol reinigen
Voer de volgende procedure uit als u de transportrol wilt reinigen in plaats van vervangen:
WAARSCHUWING
1. Verwijder de transportrol zoals beschreven in stap 1 tot en met 5 van
vervangen.
2. Bevochtig een pluisvrije doek met isopropylalcohol en wrijf de rol schoon.
Alcohol is brandbaar. Houd alcohol en de doek uit de buurt van open vuur. Voordat u de
printer sluit en het netsnoer aansluit, moet de alcohol volledig opgedroogd zijn.
3. Veeg met een droge, pluisvrije doek losgeweekt vuil van de transportrol.
4. Laat de transportrol helemaal opdrogen, voordat u deze in de printer terugplaatst (zie
Transportrol vervangen).
Transportrol
56Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Scheidingskussen vervangen
Bij normaal gebruik op goed afdrukmateriaal treedt er slijtage op. Wanneer u kwalitatief
slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet het scheidingskussen wellicht vaker worden
vervangen. Als de printer regelmatig meerdere vellen papier tegelijk invoert, kan het zijn dat
u het scheidingskussen moet vervangen. Zie
het bestellen van een nieuw scheidingskussen van de printer.
Benodigdheden bestellen voor informatie over
Opmerking
Reinig eerst de transportrol voordat u het scheidingskussen vervangt. Zie Transportrol
reinigen.
1. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los van de printer. Wacht totdat de printer
is afgekoeld.
2. Draai de twee schroeven aan de achterkant van de printer los waarmee het
scheidingskussen op de plaats wordt gehouden.
NLWWScheidingskussen vervangen57
3. Verwijder het scheidingskussen.
4. Plaats het nieuwe scheidingskussen en draai de schroeven vast.
5. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en schakel de printer in.
58Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Toner opnieuw verdelen
Als de toner bijna op is, ontstaan er op de afgedrukte pagina vage en lichte plekken. U kunt
in dat geval de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. Zo kunt
u waarschijnlijk de huidige afdruktaak nog voltooien voordat u de printcartridge moet
vervangen.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te voorkomen. Bedek de
printcartridge met een vel papier.
1. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge uit de printer.
Houd de printcartridge aan de uiteinden vast om beschadiging van de printcartridge te
voorkomen.
2. Als u de toner opnieuw wilt verdelen, schudt u de printcartridge zachtjes heen en weer.
VOORZICHTIG
NLWWToner opnieuw verdelen59
Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te vegen en de
kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, zet de toner zich vast in de stof.
3. Plaats de printcartridge weer in de printer en sluit de printcartridgeklep.
Als de afdruk te licht blijft, moet u een nieuwe printcartridge installeren. Zie Printcartridge
vervangen voor instructies.
60Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
Printcartridge vervangen
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te voorkomen. Bedek de
printcartridge met een vel papier.
1. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge. Raadpleeg de informatie
over recycling in de verpakking van de printcartridge.
Houd de printcartridge aan de uiteinden vast om beschadiging van de printcartridge te
voorkomen.
2. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking en schud de printcartridge voorzichtig
heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen.
3. Trek aan het lipje tot alle tape van de printcartridge is verwijderd. Het lipje is geschikt
voor recycling. Bewaar het dus in de verpakking van de cartridge.
NLWWPrintcartridge vervangen61
4. Plaats de nieuwe printcartridge op de juiste manier in de printer. Sluit de
printcartridgeklep.
VOORZICHTIG
Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te vegen en de
kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, zet de toner zich vast in de stof.
62Hoofdstuk 5 OnderhoudNLWW
6
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Oplossingen vinden
●
Patronen voor statuslampjes
●
Problemen met de papierverwerking
●
Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
●
Problemen met de printersoftware
●
Afdrukkwaliteit verbeteren
●
Storingen verhelpen
●
Problemen oplossen met instellingen voor traditioneel netwerk
NLWW63
Oplossingen vinden
In dit hoofdstuk worden oplossingen voor veelvoorkomende printerproblemen beschreven.
Stap 1: is de printer goed ingesteld?
●Is de printer aangesloten op een werkend stopcontact?
●Staat de aan/uit-knop in de stand 'aan'?
Opmerking
●Is de printcartridge goed geïnstalleerd? Zie
●Is het papier op de juiste manier in de invoerlade geplaatst? Zie
plaatsen in de invoerlade.
JaGa naar Stap 2: brandt het Klaar-lampje? als u
NeeZie het gedeelte Contact opnemen met
Printcartridge vervangen.
Afdrukmateriaal
bevestigend hebt geantwoord op de
bovenstaande vragen.
HP- ondersteuning als de printer niet kan
worden ingeschakeld.
Stap 2: brandt het Klaar-lampje?
Komen de lampjes op het bedieningspaneel overeen met deze afbeelding?
Zie Bedieningspaneel van de printer voor een beschrijving van de lampjes en knoppen op
het bedieningspaneel.
JaZie Stap 3: kunt u een demopagina afdrukken?
NeeZie Patronen voor statuslampjes als de lampjes
op het bedieningspaneel niet overeenkomen met
de bovenstaande afbeelding.
Zie het gedeelte
HP- ondersteuning als u het probleem niet kunt
oplossen.
Contact opnemen met
Stap 3: kunt u een demopagina afdrukken?
Druk op S
64Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
TART
om een demopagina af te drukken.
JaGa naar Stap 4: is de afdrukkwaliteit
aanvaardbaar? als de demopagina is afgedrukt.
NeeZie Problemen met de papierverwerking als er
geen papier is uitgevoerd.
Zie het gedeelte
HP- ondersteuning als u het probleem niet kunt
oplossen.
Contact opnemen met
Stap 4: is de afdrukkwaliteit aanvaardbaar?
JaGa naar Stap 5: communiceert de printer met de
computer? als de afdrukkwaliteit aanvaardbaar is.
NeeZie Afdrukkwaliteit verbeteren als de
afdrukkwaliteit laag is.
Controleer of de printerinstellingen correct zijn
voor de gebruikte soort afdrukmateriaal. Zie
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor
informatie over het aanpassen van de
instellingen voor verschillende soorten
afdrukmateriaal.
Zie het gedeelte
HP- ondersteuning als u het probleem niet kunt
oplossen.
Contact opnemen met
Stap 5: communiceert de printer met de computer?
Probeer een document af te drukken vanuit een toepassing.
JaGa naar Stap 6: ziet de afgedrukte pagina eruit
zoals u had verwacht? als het document is
afgedrukt.
NeeZie Problemen met de printersoftware als het
document niet wordt afgedrukt.
Zie
Problemen met Mac OS X als u met een
Macintosh werkt.
Zie het gedeelte
HP- ondersteuning als u het probleem niet kunt
oplossen.
Contact opnemen met
Stap 6: ziet de afgedrukte pagina eruit zoals u had verwacht?
JaHet probleem is waarschijnlijk opgelost. Zie het
gedeelte
HP- ondersteuning als het probleem niet is
opgelost.
Contact opnemen met
NLWWOplossingen vinden65
NeeZie Afgedrukte pagina verschilt van pagina op
het scherm.
Opmerking
Zie het gedeelte
HP- ondersteuning als u het probleem niet kunt
oplossen.
Contact opnemen met
Contact opnemen met HP- ondersteuning
●Ga naar http://www.hp.com/support/lj1022/ voor de HP LaserJet 1020-printer voor
ondersteuning in de Verenigde Staten.
De HP LaserJet 1020-serie bestaat uit de printermodellen HP LaserJet 1022, 1022n en
1022nw.
●Ga naar http://www.hp.com voor ondersteuning in andere landen/regio's.
66Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Patronen voor statuslampjes
Verklaring van de lampjes
Symbool voor 'lampje uit'
Symbool voor 'lampje aan'
Symbool voor 'lampje knippert'
Statusmeldingen door de lampjes op het bedieningspaneel
Status van lampjeStatus van de printerHandeling
Klaar
De printer is gereed voor
afdrukken.
Gegevens verwerken
De printer ontvangt of verwerkt
momenteel gegevens.
Reinigingsmodus
Er wordt een reinigingspagina
of een testpagina voor de
printer afgedrukt.
Er hoeft geen handeling te
worden uitgevoerd.
Wacht totdat de opdracht wordt
afgedrukt.
Druk op de knop A
de huidige taak te annuleren.
Wacht totdat de
reinigingspagina is afgedrukt
en de printer de status Klaar
heeft. Dit kan maximaal twee
minuten duren.
Wacht totdat de testpagina
voor de printer is afgedrukt en
de printer de status Klaar heeft.
NNULEREN
om
NLWWPatronen voor statuslampjes67
Statusmeldingen door de lampjes op het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lampjeStatus van de printerHandeling
Onvoldoende geheugen
De printer heeft onvoldoende
geheugen.
Let op: klep is open, papier is
op, geen printcartridge of
papierstoring
Deze printer heeft de foutstatus
en moet door de operator
worden nagekeken.
Initialisatie van de printer
Er wordt een printer
geïnitialiseerd.
De pagina die u afdrukt, is
wellicht te complex voor de
geheugencapaciteit van de
printer. Stel de resolutie lager
in. Zie
Instellingen voor de
afdrukkwaliteit voor meer
informatie.
Controleer de volgende punten:
●De printcartridgeklep is
volledig gesloten.
●Er is materiaal geplaatst.
Zie
Afdrukmateriaal
plaatsen in de invoerlade
voor instructies.
●De printcartridge is op de
juiste manier in de printer
geplaatst. Zie
Printcartridge vervangen
voor instructies.
●Er is geen papierstoring.
Zie
Storingen verhelpen
voor instructies.
Er hoeft geen handeling te
worden uitgevoerd.
Kritieke fout
Alle lampjes branden.
Alle lampjes zijn uit.Controleer of er stroom is.
Ga terug naar Oplossingen vinden.
Koppel de printer 30 minuten
los en steek de stekker van de
printer weer in het stopcontact.
Als de printer nog steeds een
foutmelding geeft, neemt u
contact op met de
ondersteuning van HP. Zie
Contact opnemen met
HP- ondersteuning.
Koppel het netsnoer aan beide
kanten los en sluit vervolgens
het netsnoer opnieuw aan op
de printer en het stopcontact.
68Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Problemen met de papierverwerking
Kies de optie waarmee het probleem het beste wordt beschreven:
Papierstoring
●
Afdruk is scheef
●
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd door de printer ingevoerd
●
Printer trekt geen afdrukmateriaal uit de invoerlade
●
Afdrukmateriaal is in printer omgekruld
●
Afdruktaak verloopt erg langzaam
●
Papierstoring
●Zie Storingen verhelpen voor meer informatie.
●Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Druk niet af op gebruikt papier.
●Druk niet af op materiaal dat gekreukeld, gevouwen of beschadigd is.
●Zorg dat de printer schoon is. Zie
Printer reinigen voor meer informatie.
Specificaties voor
Afdruk is scheef
Een klein beetje scheeftrekken is normaal en kan zichtbaar zijn bij het gebruik van
voorbedrukte formulieren.
●Zie
●Pas de papiergeleiders aan de breedte en lengte van het afdrukmateriaal aan en druk
Scheef afgedrukte pagina voor meer informatie.
opnieuw af. Zie
informatie.
Papierbanen of Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade voor meer
Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd door de
printer ingevoerd
●De invoerlade kan te vol zijn. Zie Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade voor meer
informatie.
●Zorg dat het afdrukmateriaal niet gekreukeld, gevouwen of beschadigd is.
●Probeer papier uit een nieuwe riem. Waaier het papier niet voordat u het in de
invoerlade legt.
●Het scheidingskussen van de printer kan versleten zijn. Zie
vervangen voor meer informatie.
NLWWProblemen met de papierverwerking69
Scheidingskussen
Printer trekt geen afdrukmateriaal uit de invoerlade
●Zorg dat de printer niet op handinvoer staat.
●Zorg dat de materiaalgeleiders juist zijn ingesteld.
Opmerking
●De transportrol is mogelijk vuil of beschadigd. Zie
vervangen voor instructies.
Transportrol reinigen of Transportrol
Afdrukmateriaal is in printer omgekruld
●Zie Gekrulde of golvende tekens voor meer informatie.
●Zie
Papierbanen of Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor meer informatie.
Afdruktaak verloopt erg langzaam
Voor de printers HP LaserJet 1022, 1022n, 1022nw is de maximale snelheid van de printer
18 pag./min. voor A4 en 19 pag./min. voor Letter. De afdruktaak is mogelijk erg complex.
Probeer het volgende:
●Maak het document minder complex (gebruik bijvoorbeeld minder afbeeldingen).
●Ga naar de printereigenschappen in de printerdriver. Zie
voor instructies. Stel de materiaalsoort in op gewoon papier.
Bij zwaar afdrukmateriaal kan het zijn dat de toner niet goed in het papier brandt.
●Smal of zwaar afdrukmateriaal vertraagt het afdrukken. Gebruik normaal afdrukmateriaal.
●De afdruksnelheid is gebaseerd op de processorsnelheid van de computer, de
hoeveelheid geheugen en de beschikbare vrije schijfruimte op de computer. Breid deze
onderdelen uit.
Printereigenschappen (driver)
Ga terug naar
Oplossingen vinden.
70Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
Kies de optie waarmee het probleem het beste wordt beschreven:
Tekst wordt met verdraaide tekens, verkeerd of niet volledig afgedrukt
●
Ontbrekende afbeeldingen of tekst, of blanco pagina's
●
Paginaformaat is anders dan op een andere printer
●
Grafische kwaliteit
●
Opmerking
WAARSCHUWING
Als u een voorbeeld van een afdruktaak wilt bekijken, gebruikt u de optie Afdrukvoorbeeld
in de software (indien beschikbaar).
Tekst wordt met verdraaide tekens, verkeerd of niet volledig
afgedrukt
●Het is mogelijk dat tijdens de installatie een verkeerde printerdriver is geselecteerd. Zorg
dat HP LaserJet 1022 is geselecteerd in de printereigenschappen.
●Wanneer er in een specifiek bestand verdraaide tekst wordt afgedrukt, kan er een
probleem zijn met dat bestand. Wanneer er door een specifieke toepassing verdraaide
tekst wordt afgedrukt, kan er een probleem zijn met die toepassing. Controleer of de
juiste printerdriver is geselecteerd.
●Er kan een probleem zijn met het programma. Probeer af te drukken vanuit een ander
programma.
●De USB-kabel zit mogelijk los of is defect. Probeer het volgende:
Voordat u de USB-kabel aansluit op de printer, moet u de stekker van de printer uit het
stopcontact trekken om beschadiging van de printer te voorkomen.
●Koppel de kabel los en sluit deze aan beide uiteinden opnieuw aan.
●Probeer een taak af te drukken waarvan u weet dat deze normaal wordt afgedrukt.
●Sluit de kabel en de printer zo mogelijk aan op een andere computer en probeer een
taak af te drukken, waarvan u weet dat deze werkt.
●Schakel de printer en de computer uit. Verwijder de USB-kabel en controleer beide
uiteinden van de kabel op beschadigingen. Sluit de USB-kabel weer aan en zorg dat
de aansluitingen goed vastzitten. Controleer of de printer direct op de computer is
aangesloten. Verwijder eventuele schakeltoestellen, back-upstations,
beveiligingssleutels of andere apparaten die zich tussen de USB-poort op de
computer en de printer bevinden. Deze apparaten kunnen soms storingen
veroorzaken in de communicatie tussen de computer en de printer. Schakel de
printer en de computer weer in.
Ontbrekende afbeeldingen of tekst, of blanco pagina's
●Zorg dat het bestand geen blanco pagina's bevat.
●De beveiligingsstrip zit mogelijk nog om de printcartridge. Verwijder de printcartridge en
trek aan het lipje aan het uiteinde van de cartridge totdat alle tape is verwijderd. Plaats
de printcartridge terug. Zie
controleren door een demopagina af te drukken. Druk hiervoor op de knop S
NLWWAfgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm71
Printcartridge vervangen voor instructies. U kunt de printer
TART
.
●Het is mogelijk dat de grafische instellingen in de printereigenschappen niet juist zijn
voor het type afdruktaak. Probeer een andere grafische instelling in de
printereigenschappen. Zie
●Reinig de printer, met name de contacten tussen de printcartridge en de voeding.
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
Paginaformaat is anders dan op een andere printer
Als u het document met een oudere of andere printerdriver (printersoftware) hebt gemaakt of
als de printereigenschappen anders zijn, kan het paginaformaat afwijken als u met de
nieuwe printerdriver of met andere instellingen afdrukt. Probeer dit probleem op de volgende
manier op te lossen:
●Maak documenten en druk deze af met dezelfde printerdriver (printersoftware) en
printereigenschappen, ongeacht met welke HP LaserJet-printer u deze afdrukt.
●Wijzig de resolutie, het papierformaat, het lettertype en andere instellingen. Zie
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
●Gebruik een andere printerdriver voor de printers HP LaserJet 1022n en 1022nw.
Grafische kwaliteit
De grafische instellingen kunnen ongeschikt zijn voor de afdruktaak. Controleer in de
printereigenschappen de grafische instellingen zoals de resolutie en pas deze, indien nodig,
aan. Zie
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
Opmerking
Er kan resolutie verloren gaan bij het converteren van de ene grafische indeling naar de
andere.
Ga terug naar
Oplossingen vinden.
72Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Problemen met de printersoftware
Windows-problemen
ProbleemOplossing
Er wordt geen printerdriver voor de
HP LaserJet 1022-printer weergegeven in de
map Printer.
●Start de computer opnieuw op.
●Installeer de printersoftware opnieuw. Klik in
de taakbalk van Windows op Start en kies
Programma's, HP, HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020-serie) en klik
vervolgens op Uninstall HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020 series
verwijderen). Schakel de printer uit.
Installeer de printersoftware vanaf de cd.
Schakel de printer opnieuw in.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een
toepassing wilt afsluiten die als pictogram in de
taakbalk wordt weergegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
●Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-
poort van de computer.
●Als u probeert af te drukken naar een
gedeelde printer, klikt u in de taakbalk van
Windows op Start en kiest u Instellingen
en Printers. Dubbelklik op het pictogram
Printer toevoegen. Volg de instructies in de
wizard Printer toevoegen.
NLWWProblemen met de printersoftware73
Windows-problemen (vervolg)
ProbleemOplossing
Er wordt een foutbericht weergegeven tijdens de
installatie van de software.
●Start de computer opnieuw op.
●Installeer de printersoftware opnieuw. Klik in
de taakbalk van Windows op Start en kies
Programma's, HP, HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020-serie) en klik
vervolgens op Uninstall HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020 series
verwijderen). Schakel de printer uit.
Installeer de printersoftware vanaf de cd.
Zet de printer weer aan.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een
toepassing wilt sluiten die als pictogram in de
taakbalk wordt weergegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
●Controleer de hoeveelheid vrije schijfruimte
van het station waarop u de printersoftware
installeert. Maak indien nodig ruimte vrij en
installeer de printersoftware opnieuw.
●Voer indien nodig het
defragmentatieprogramma uit en installeer
de printersoftware opnieuw.
De printer bevindt zich in de modus Klaar, maar
er wordt niets afgedrukt.
●Start de computer opnieuw op.
●Druk een configuratiepagina af vanaf het
bedieningspaneel van de printer en
controleer de functionaliteit van de printer.
●Controleer of alle kabels goed zijn
aangesloten en de juiste specificaties
hebben. Doe dit voor zowel de USB-kabel,
de netwerkkabel als het netsnoer. Probeer
een nieuwe kabel.
●Installeer de printersoftware opnieuw. Klik in
de taakbalk van Windows op Start en kies
Programma's, HP, HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020-serie) en klik
vervolgens op Uninstall HP LaserJet 1020
series (HP LaserJet 1020 series
verwijderen). Schakel de printer uit.
Installeer de printersoftware vanaf de cd.
Schakel de printer opnieuw in.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een
toepassing wilt sluiten die als pictogram in de
taakbalk wordt weergegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
74Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Problemen met Mac OS X
AfdrukprobleemMogelijke oorzaakOplossing
Alleen voor de printers
HP LaserJet 1022n en 1022nw
Als u met Mac OS X 10.2
werkt, gebruikt de printer geen
Rendezvous (mDNS)
Kan niet afdrukken via USBkaarten van derden.
Deze fout doet zich voor
wanneer de software voor USBprinters niet is geïnstalleerd.
Ga terug naar Oplossingen vinden.
U moet wellicht de HP Jetdirectkaart bijwerken naar een versie
die Rendezvous ondersteunt.
Als u een USB-kaart van
derden toevoegt, hebt u
mogelijk de USB Adapter Card
Support-software van Apple
nodig. De recentste versie van
deze software is beschikbaar
op de website van Apple.
NLWWProblemen met de printersoftware75
Afdrukkwaliteit verbeteren
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het herkennen en corrigeren van afdrukfouten.
Lichte of vervaagde afdrukken
●De toner is bijna op. Zie Toner opnieuw
verdelen voor meer informatie.
●Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan
de specificaties van HP (het materiaal is
bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
●Als de hele pagina te licht is, kan de
afdrukdensiteit te licht staan ingesteld of is
de EconoMode ingeschakeld. Pas de
afdrukdensiteit aan en schakel EconoMode
uit in de printereigenschappen. Zie
besparen voor meer informatie.
Toner
Tonerspatten
●Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan
de specificaties van HP (het materiaal is
bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
●De printer moet mogelijk worden gereinigd.
Zie
Printer reinigen of Papierbaan reinigen
voor instructies.
76Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Weggevallen gedeelten
●Er kan één vel papier beschadigd zijn.
Probeer de taak opnieuw af te drukken.
●De vochtigheidsgraad van het
afdrukmateriaal is ongelijkmatig of er zitten
vochtige plekken op. Probeer af te drukken
op nieuw materiaal. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●De hele stapel afdrukmateriaal voldoet niet
aan de specificaties. Door het
fabricageproces kunnen sommige gebieden
toner afstoten. Probeer een andere soort of
een ander merk afdrukmateriaal.
●De printcartridge kan defect zijn. Zie
Printcartridge vervangen voor meer
informatie.
Specificaties voor
Opmerking
Als het probleem met deze stappen nog niet is opgelost, neemt u contact op met een
officiële HP-dealer of -onderhoudstechnicus.
Verticale strepen
●Controleer of de klep van de lade goed dicht
zit.
●Er zitten waarschijnlijk krassen op de
lichtgevoelige cilinder in de printcartridge.
Installeer een nieuwe printcartridge van HP.
Zie
Printcartridge vervangen voor instructies.
NLWWAfdrukkwaliteit verbeteren77
Grijze achtergrond
Tonervegen
●Controleer of de klep van de lade goed dicht
zit.
●Verlaag de afdrukdensiteit in de
printereigenschappen. Hierdoor vermindert
de achtergrondschaduw. Zie
Printereigenschappen (driver).
●Gebruik afdrukmateriaal met een lichter
basisgewicht. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Controleer de omgeving van de printer. Zeer
droge omstandigheden (lage
vochtigheidsgraad) kunnen de
achtergrondschaduw verergeren.
●Installeer een nieuwe printcartridge van HP.
Zie
Printcartridge vervangen voor instructies.
Specificaties voor
●Als er tonervegen zitten op het gedeelte van
het materiaal dat het eerst wordt ingevoerd,
zijn de papiergeleiders waarschijnlijk vuil.
Veeg de papiergeleiders schoon met een
droge, pluisvrije doek. Zie
voor meer informatie.
●Controleer de soort afdrukmateriaal en de
kwaliteit.
●Installeer een nieuwe printcartridge van HP.
Zie
Printcartridge vervangen voor instructies.
●De temperatuur van de fuser kan te laag
zijn. Controleer of de juiste materiaalsoort is
geselecteerd in de printerdriver.
Printer reinigen
78Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Losse toner
●Reinig de binnenkant van de printer. Zie
Printer reinigen voor instructies.
●Controleer de soort afdrukmateriaal en de
kwaliteit. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Installeer een nieuwe printcartridge van HP.
Printcartridge vervangen voor instructies.
Zie
●Controleer of de juiste materiaalsoort is
geselecteerd in de printerdriver.
●Steek de stekker van de printer rechtstreeks
in het stopcontact en niet in een
verlengsnoer.
Steeds terugkerende verticale defecten
●De printcartridge is mogelijk beschadigd. Als
een vlek steeds opnieuw op dezelfde plaats
op de pagina verschijnt, moet u een nieuwe
HP-printcartridge installeren. Zie
Printcartridge vervangen voor instructies.
Specificaties voor
Vervormde lettertekens
●Er zit mogelijk toner op de interne
onderdelen. Zie
informatie. Als de defecten zich voordoen
op de achterkant van de pagina, verdwijnt
het probleem waarschijnlijk vanzelf als er
nog een paar pagina's zijn afgedrukt.
●Controleer of de juiste materiaalsoort is
geselecteerd in de printerdriver.
●Als lettertekens vervormd zijn en een hol
effect hebben, is het afdrukmateriaal
mogelijk te glad. Probeer een andere soort
afdrukmateriaal. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Als lettertekens vervormd zijn en een
golvend effect hebben, kan het zijn dat de
printer onderhoud nodig heeft. Druk een
configuratiepagina af. Als de lettertekens
vervormd zijn, neemt u contact op met een
officiële HP-leverancier of onderhoudstechnicus. Zie
met HP voor meer informatie.
Printer reinigen voor meer
Specificaties voor
Contact opnemen
NLWWAfdrukkwaliteit verbeteren79
Scheef afgedrukte pagina
Gekrulde of golvende tekens
●Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste
manier is geplaatst en dat de
papiergeleiders niet te strak of juist te los
tegen de stapel papier aanzitten. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
voor meer informatie.
●De invoerbak kan te vol zijn. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
voor meer informatie.
●Controleer de soort afdrukmateriaal en de
kwaliteit. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Controleer de soort afdrukmateriaal en de
kwaliteit. Afdrukmateriaal krult om door
warmte en vochtigheid. Zie
voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Het kan zijn dat het afdrukmateriaal al te
lang in de invoerlade zit. Draai de stapel
papier om in de lade. Ook kunt u proberen
het afdrukmateriaal 180° te draaien in de
invoerlade.
Specificaties voor
Specificaties
●De fuser kan te heet zijn. Controleer of de
juiste materiaalsoort is geselecteerd in de
printerdriver. Als het probleem zich blijft
voordoen, moet u een materiaalsoort
selecteren met een lagere
fusertemperatuur, zoals transparanten of
licht materiaal.
80Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Kreukels of vouwen
Toner uitgesmeerd rond letters
●Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste
manier is geplaatst. Zie
plaatsen in de invoerlade voor meer
informatie.
●Controleer de soort afdrukmateriaal en de
kwaliteit. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Draai de stapel papier in de lade om. Ook
kunt u proberen het afdrukmateriaal 180° te
draaien in de invoerlade.
●Bij enveloppen kan dit ontstaan door
luchtbellen in de envelop. Verwijder de
envelop, wrijf deze plat en probeer
nogmaals af te drukken.
●Als grote hoeveelheden toner worden
uitgesmeerd rond de tekens, is het mogelijk
dat de toner niet hecht aan het
afdrukmateriaal. Een beetje toner rondom
de lettertekens is normaal voor een
laserprinter. Probeer een andere soort
afdrukmateriaal. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
●Draai de stapel papier in de lade om.
Specificaties voor
Afdrukmateriaal
Specificaties voor
Waterdruppels aan de onderkant
Ga terug naar Oplossingen vinden.
●Gebruik materiaal dat is vervaardigd voor
laserprinters. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking
Vocht in de printer is gecondenseerd op de fuser
en drupt op het afdrukmateriaal. In extreem
warme en vochtige gebieden, houdt het
materiaal vocht vast. De printer wordt niet
beschadigd door waterdruppels.
●Gebruik een ander materiaalsoort.
●Bewaar het afdrukmateriaal in een
waterdichte container om de kans op
vochtopname te verkleinen.
Specificaties voor
NLWWAfdrukkwaliteit verbeteren81
Storingen verhelpen
VOORZICHTIG
Opmerking
Wilt u beschadiging van de printer voorkomen als u papierstoringen, inclusief storingen in de
uitvoerlade, verhelpt, dan moet u de klep van de printcartridge altijd openen en de
printcartridge verwijderen. Doe de klep pas weer dicht en plaats de cartridge pas weer terug
als de papierstoring is verholpen. Als u de klep van de printcartridge opent en de
printcartridge verwijdert, haalt u de druk van de printerrollen. Hiermee voorkomt u
beschadiging van de printer en kunt u het vastgelopen papier gemakkelijker verwijderen.
Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens het afdrukken. Met een foutmelding van de software
en de lampjes op het bedieningspaneel van de printer wordt u gewaarschuwd als er een
papierstoring is. Zie
Een aantal oorzaken voor papierstoringen zijn:
●Het papier is niet goed in de invoerladen geplaatst of de laden zijn overvol. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade voor meer informatie.
Als u de invoerlade bijvult, moet u altijd eerst al het materiaal uit de lade halen en de stapel
met nieuw materiaal recht leggen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in
de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
●Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de HP-specificaties. Zie
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Patronen voor statuslampjes voor meer informatie.
Specificaties voor
Locaties waar het afdrukmateriaal vaak vastloopt
Opmerking
VOORZICHTIG
●Printcartridgegebied: zie Vastgelopen pagina verwijderen voor instructies.
●Invoerladen: als de pagina nog steeds uit de invoerlade steekt, verwijdert u de pagina
voorzichtig uit de invoerlade zonder de pagina te scheuren. Zie
verwijderen voor instructies als u weerstand voelt.
●Papierbaan: zie
uitvoerlade steekt.
Er kan losse toner in de printer zitten na een papierstoring. Deze toner verdwijnt nadat u een
paar vellen hebt afgedrukt.
Vastgelopen pagina verwijderen voor instructies als de pagina uit de
Vastgelopen pagina
Vastgelopen pagina verwijderen
Door papierstoringen kan er losse toner op de pagina komen. Als u toner op uw kleren krijgt,
moet u deze in koud water wassen. Warm water heeft tot gevolg dat de toner zich vastzet inde stof.
82Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
VOORZICHTIG
Wilt u beschadiging van de printer voorkomen als u papierstoringen, inclusief storingen in de
uitvoerlade, verhelpt, dan moet u de klep van de printcartridge altijd openen en de
printcartridge verwijderen.
1. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
VOORZICHTIG
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te voorkomen. Bedek de
printcartridge met een vel papier.
2. Pak het zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en trek het
materiaal voorzichtig uit de printer.
NLWWStoringen verhelpen83
3. Als u het vastgelopen papier hebt verwijderd, plaatst u de printcartridge terug en sluit u
de printcartridgeklep.
Als u vastgelopen papier hebt verwijderd, moet u wellicht de printer uitschakelen en
opnieuw inschakelen.
Opmerking
Als u de invoerlade bijvult, moet u eerst al het afdrukmateriaal uit de lade halen en de stapel
met nieuw afdrukmateriaal recht leggen.
Ga terug naar
Oplossingen vinden.
84Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
Problemen oplossen met instellingen voor traditioneel netwerk
Voer onderstaande procedure uit wanneer de computer de printer HP LaserJet 1022n of
HP LaserJet 1022nw niet kan vinden:
1. Controleer of de kabels goed zijn aangesloten. Controleer alle volgende aansluitingen:
●Netsnoeren
●Kabels tussen de printer en de hub of schakelaar
●Kabels tussen de hub of schakelaar en de computer
●Kabels van en naar de modem of de internetverbinding, indien van toepassing
2. Volg onderstaande procedure om te controleren of de netwerkverbindingen van de
computer goed functioneren (alleen Windows):
●Dubbelklik op Mijn netwerk of Netwerkomgeving op het bureaublad van Windows.
●Klik op de snelkoppeling Volledig netwerk.
●Klik op de snelkoppeling Volledige inhoud.
●Dubbelklik op een van de pictogrammen voor het netwerk en controleer of er een of
meer apparaten worden vermeld.
3. Volg onderstaande procedure om te controleren of de netwerkverbinding actief is:
●Controleer het netwerklampje op de netwerkaansluiting (RJ-45) aan de achterzijde
van de printer.
●Wanneer een van deze lampjes brandt, is de printer verbonden met het netwerk.
●Wanneer het groene lampje uit is, controleert u de kabelverbindingen van de printer
naar de gateway, schakelaar of hub en kijkt u of deze goed vastzitten.
●Zitten de aansluitingen goed vast, schakel dan de printer gedurende ten minste
10 seconden uit en vervolgens weer in.
TART
4. Druk de knop S
configuratiepagina wilt afdrukken. Zie
5 seconden in of ga naar de printerdriver als u een
Printereigenschappen (driver).
●Controleer op de configuratiepagina of het IP-adres van de printer geen nul bevat.
●Geeft de configuratiepagina geen geldig IP-adres zonder nul, dan herstelt u op de
interne HP Jetdirect-afdrukserver de fabrieksinstellingen. Schakel de printer uit voor
een koude reset van de interne HP Jetdirect-afdrukserver. Houd de knoppen S
en A
NNULEREN
knoppen S
op het bedieningspaneel ingedrukt en schakel de printer in. Houd de
TART
en A
NNULEREN
ingedrukt totdat de printer de status Klaar heeft (dit
duurt 5 tot 30 seconden).
●Twee minuten nadat de printer de status Klaar heeft bereikt, drukt u opnieuw een
configuratiepagina af en controleert u opnieuw of er een geldig IP-adres aan de
printer is toegekend.
●Zie
Contact opnemen met HP- ondersteuning als het IP-adres nog steeds een nul
bevat.
TART
NLWWProblemen oplossen met instellingen voor traditioneel netwerk85
86Hoofdstuk 6 Problemen oplossenNLWW
A
Printerspecificaties
Deze bijlage bevat informatie over de volgende onderwerpen:
●
Omgevingsspecificaties
●
Geluidsniveau
●
Elektrische specificaties
●
Fysieke specificaties
●
Printercapaciteit en -prestaties
●
Geheugenspecificaties
●
Poorten
NLWW87
Omgevingsspecificaties
BedrijfsomgevingInstalleer de printer op een goed geventileerde,
OpslagomgevingPrinter niet aangesloten op een stopcontact:
stofvrije plaats.
Printer aangesloten op een stopcontact:
●Temperatuur: 10 °C tot 32,5 °C
●Luchtvochtigheid: 20% tot 80% (geen
condensatie)
●Temperatuur: 0 °C tot 40 °C
●Luchtvochtigheid: 10% tot 80% (geen
condensatie)
Opmerking
Deze waarden gelden met ingang van 1 april 2004. Waarden kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd. Zie http://www.hp.com/support/lj1022/ voor huidige informatie.
88Bijlage A PrinterspecificatiesNLWW
Geluidsniveau
Geluidsniveau1,
2
GeluidsniveauGedefinieerd door ISO 9296
Afdrukken
3
L
= <6,2 Bel (A) en 62 dB (A)
WAd
Klaar (PowerSave)Onhoorbaar
Geluidsniveau Standby-standGedefinieerd door ISO 9296
Afdrukken
3
L
= ≤4,9 Bel (A) en 49 dB (A)
WAd
Klaar (PowerSave): vrijwel onhoorbaarOnhoorbaar
1
Waarden kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd. Zie http://www.hp.com/
support/lj1022/ voor huidige informatie.
2
Testconfiguratie: basiseenheid, standaardlade, A4-papier en enkelzijdig afdrukken
(doorlopend) van de HP LaserJet 1022.
3
Met de HP LaserJet 1022 kunt u 18 pag./min. voor A4 en 19 pag./min. voor Letter
afdrukken.
NLWWGeluidsniveau89
Elektrische specificaties
WAARSCHUWING
De voedingsvereisten zijn gebaseerd op de landen/regio's waar de printer wordt verkocht.
Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging
van de printer en tot het vervallen van de garantie.
Modellen 110 voltModellen 230 volt
Stroomvereisten110-127 V (+/- 10%)
50/60 Hz (+/- 2 Hz)
Nominale stroom4 ampère2,5 ampère
Stroomverbruik (gemiddeld in watt)1,
Productmodel
HP LaserJet 1022300 W2 W0 W
HP LaserJet 1022n300 W2 W0 W
HP LaserJet 1022nw300 W2 W0 W
1
Waarden kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie
Afdrukken
2
4
Klaar
3
220-240 V (+/- 10%)
50/60 Hz (+/- 2 Hz)
Uit
http://www.hp.com/support/lj1022/ voor actuele informatie.
2
Het genoemde vermogen is de hoogste waarde, gemeten bij afdrukken in zwart-wit bij alle
standaardspanningen.
3
Dankzij de instant-on-fusertechnologie is de standaardduur voor overschakelen van de
Klaar-modus naar de PowerSave-modus en van de PowerSave-modus naar de actieve
modus, verwaarloosbaar (minder dan 10 seconden).
4
Met de HP LaserJet 1022 kunt u 18 pag./min. voor A4 en 19 pag./min. voor Letter
afdrukken.
5
De warmteafgifte tijdens de Klaar-modus bedraagt 20 BTU/uur.
90Bijlage A PrinterspecificatiesNLWW
Fysieke specificaties
Afmetingen●Breedte: 370 mm
●Diepte: 245 mm
●Hoogte: 241 mm
Opmerking
Gewicht (cartridge voor 2000 pagina's
geïnstalleerd)
6,3 kg
Deze waarden gelden met ingang van 1 april 2004. Waarden kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd. Zie http://www.hp.com/support/lj1022/ voor actuele informatie.
NLWWFysieke specificaties91
Printercapaciteit en -prestaties
Afdruksnelheid●18 pag./min. voor A4 en 19 pag./min. voor
Letter
●Eerste pagina klaar in slechts 8 seconden
Capaciteit van de hoofdinvoerlade
Capaciteit van de voorrangsinvoersleuf
Capaciteit bovenste uitvoerlade (afdrukzijde naar
250 vellen standaardpapier van 75 g/m
10 vellen materiaal van maximaal 163 g/m
100 vellen standaardpapier van 75 g/m
2
2
2
beneden)
Minimumpapierformaat76 x 127 mm
Maximumpapierformaat216 x 356 mm
Gewicht van afdrukmateriaal
Uitvoerlade: max. 60 tot 105 g/m2.
Basisgeheugen8 MB RAM
Afdrukresolutie●ProRes 1200: deze instelling levert fijne
details bij 1200 x 1200 dpi.
●FastRes 1200: met deze instelling krijgt u
een effectieve afdrukkwaliteit van 1200 dpi.
●600 dpi: deze instelling levert een kwaliteit
van 600 x 600 dpi met REt (Resolution
Enhancement technology) voor verbeterde
tekstkwaliteit.
Werkingscyclus●8000 enkelzijdige pagina's per maand
(maximaal)
●1000 enkelzijdige pagina's per maand
(gemiddeld)
92Bijlage A PrinterspecificatiesNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.