Verveelvuldiging, bewerking en vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming zijn verboden, behalve zoals
toegestaan door het auteursrecht.
Onderdeelnummer: Q5911-90955
Edition 1, 02/2006
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Handelsmerken
Microsoft® en Windows® zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Energy Star® en het logo van Energy
Star® zijn in de VS gedeponeerde merken
van de Environmental Protection Agency in
de Verenigde Staten.
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over de printer
Snelle toegang tot meer informatie ...........................................................................................2
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning ............................................2
Koppelingen naar gebruikershandleiding ...........................................................................2
Meer informatie ...................................................................................................................2
Informatie over service en ondersteuning .............................................................................104
Services en serviceovereenkomsten van HP Care Pack™ ...........................................104
Richtlijnen voor het opnieuw inpakken van de printer ..........................................................105
Contact opnemen met HP .....................................................................................................106
Index
viNLWW
1
Basisinformatie over de printer
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Snelle toegang tot meer informatie
●
Printerconfiguraties
●
Overzicht
●
Bedieningspaneel van de printer
●
Papierbanen
●
Printerverbindingen
●
Printersoftware
●
Pagina met printerinformatie
●
Specificaties voor afdrukmateriaal
NLWW1
Snelle toegang tot meer informatie
In de volgende gedeelten vindt u bronnen met aanvullende informatie over de
HP LaserJet 1020-printer.
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning
Als u contact wilt opnemen met HP voor service of ondersteuning, klikt u op een van de
volgende koppelingen.
HP LaserJet 1020-printer
●Ga naar http://www.hp.com/support/lj1020/ voor ondersteuning in de Verenigde Staten.
●Ga naar http://www.hp.com/ voor ondersteuning in andere landen/regio's.
Koppelingen naar gebruikershandleiding
●Overzicht (locatie van printeronderdelen)
Printcartridge vervangen
●
Problemen oplossen
●
Benodigdheden bestellen
●
Meer informatie
●De gebruikershandleiding op de cd: uitgebreide informatie over het gebruik van de
printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze gebruikershandleiding staat op
de cd-rom die bij de printer is geleverd.
●Help: informatie over de printeropties die vanuit de printerdrivers beschikbaar zijn. U
kunt de Help openen vanuit de printerdriver als u een Help-bestand wilt bekijken.
●Online gebruikershandleiding (HTML): uitgebreide informatie over het gebruik van de
printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze gebruikershandleiding is
beschikbaar op http://www.hp.com/support/lj1020/. Selecteer Manuals (Handleidingen)
als u op de website bent.
2Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printerconfiguraties
De onderstaande configuratie is de standaardconfiguratie voor de HP LaserJet 1020-printer.
HP LaserJet 1020-printer
●14 pagina's per minuut (pag./min.) voor A4 en 15 pag./min. voor Letter
●Eerste pagina klaar in slechts 10 seconden
●FastRes 1200: effectieve afdrukkwaliteit van 1200 dpi (600 x 600 x 2 dpi met HP REt
(Resolution Enhancement technology))
●Invoerlade voor 150 vellen
●Voorrangsinvoersleuf
●Uitvoerlade voor 100 vellen
●EconoMode (toner besparen)
●Afdrukken van watermerken, brochures, meerdere pagina's per vel (N-per-vel) en een
eerste pagina op ander materiaal dan de rest van het document
●2 MB RAM
●Printcartridge voor 2000 pagina's
●USB 2.0 voor hoge snelheid
●Aan/uit-schakelaar
NLWWPrinterconfiguraties3
Overzicht
In de volgende afbeeldingen worden de onderdelen van de HP LaserJet 1020-printer
aangegeven.
1
Attentielampje
2
Klaar-lampje
3
Printcartridgeklep
4
Papiersteun
5
Voorrangsinvoersleuf
6
Invoerlade voor 150 vellen
7
Uitvoerbak
1
Aan/uit-knop
2
Netsnoeraansluiting
3
USB-poort
4Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit twee lampjes. Deze lampjes vormen
patronen waaraan u de status van de printer kunt aflezen.
1Attentielampje: geeft aan dat de papierinvoerladen leeg zijn, de printcartridgeklep open is, de
printcartridge ontbreekt of dat er een andere fout is opgetreden. Zie
voor meer informatie.
2Klaar-lampje: geeft aan dat de printer klaar is om af te drukken.
Pagina met printerinformatie
Opmerking
Zie Patronen voor statuslampjes voor een beschrijving van de lampjespatronen.
NLWWBedieningspaneel van de printer5
Papierbanen
In de volgende gedeelten worden de invoerladen en de uitvoerlade beschreven.
Voorrangsinvoersleuf
Gebruik de voorrangsinvoersleuf voor het invoeren van één vel papier, een envelop,
briefkaart, etiket of transparant. U kunt de voorrangsinvoersleuf ook gebruiken om de eerste
pagina op ander afdrukmateriaal af te drukken dan de rest van het document.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. Als u papier in de lade plaatst, moet u de
papiergeleiders aanpassen aan de breedte van het papier.
Zie Papier en ander afdrukmateriaal kiezen voor meer informatie over soorten
afdrukmateriaal.
Hoofdinvoerlade
De hoofdinvoerlade bevindt zich aan de voorkant van de printer en kan maximaal 150 vellen
van 75 g/m
meer informatie over de afdrukmateriaalspecificaties.
Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier goed in de printer wordt ingevoerd en dat de
afdruk niet scheef op het papier komt. De hoofdinvoerlade heeft papiergeleiders aan de zijen voorkant. Als u papier in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen aan de
lengte en breedte van het papier.
2
of ander afdrukmateriaal bevatten. Ga naar Printercapaciteit en -prestaties voor
6Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Uitvoerbak
De uitvoerbak bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Afgedrukt papier wordt hier in
de juiste volgorde verzameld. Door de papiersteun kan papier voor omvangrijke afdruktaken
beter worden gestapeld.
NLWWPapierbanen7
Printerverbindingen
Op de HP LaserJet 1020-printer worden snelle USB 2.0-verbindingen ondersteund.
De USB-kabel aansluiten
1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer.
2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer wanneer dit wordt
gevraagd tijdens het installeren van de software.
8Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Printersoftware
In de volgende gedeelten worden de ondersteunde besturingssystemen en de software die
wordt geleverd bij de HP LaserJet 1020-printer beschreven.
Opmerking
Niet alle software is beschikbaar in alle talen.
Ondersteunde besturingssystemen
De printer wordt geleverd met printersoftware voor de volgende besturingssystemen:
●Windows XP
●Windows 2000
●Windows ME
●Windows 98 SE (Second Edition)
●Windows Server 2003
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over het upgraden van
Windows 2000 Server naar Windows Server 2003.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Point and Print.
Ga naar http://www.microsoft.com/ voor meer informatie over Windows Server 2003
Terminal Services and Printing.
Printersoftware voor Windows-computers
Opmerking
In de volgende gedeelten worden instructies gegeven voor het installeren van de
printersoftware op verschillende Windows-besturingssystemen en de software die
beschikbaar is voor alle gebruikers van de printer.
Printersoftware voor alle andere besturingssystemen installeren
Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station. Volg de
installatie-instructies op het scherm.
Als het welkomstvenster niet wordt geopend, klikt u op Start in de taakbalk van Windows en
kiest u Uitvoeren. Typ Z:\setup (met Z wordt de letter van het cd-rom-station bedoeld) en
klikt u op OK.
Printerdrivers
Een printerdriver is het onderdeel van de software dat zorgt voor de toegang tot de
printereigenschappen en voor het contact tussen de printer en de computer.
NLWWPrintersoftware9
Printereigenschappen (driver)
De printer werkt volgens de ingestelde eigenschappen. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen, zoals materiaalformaat en -soort, meerdere pagina's afdrukken op één vel
materiaal (N-per-vel), de resolutie en de watermerken. U hebt op de volgende manieren
toegang tot de printereigenschappen:
●Vanuit de toepassing waarmee u afdrukt. Hiermee wijzigt u alleen de instellingen voor
de huidige toepassing.
●Vanuit het besturingssysteem Windows. Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor
alle toekomstige afdruktaken.
Opmerking
Opmerking
Aangezien veel programma's een eigen methode hebben voor het openen van de
printereigenschappen, worden in het volgende gedeelte de meest gebruikte methoden
beschreven voor Windows 98 SE, 2000, ME en Windows XP.
Alleen de instellingen van de huidige toepassing wijzigen
Hoewel de stappen per toepassing kunnen verschillen, wordt de volgende methode het
meest gebruikt.
1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
3. Wijzig de instellingen en klik op OK.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows 98 SE, 2000 en ME
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1020-printer.
3. Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
Opmerking
In Windows 2000 zijn veel van deze functies beschikbaar in het menu
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows XP
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, kies Instellingen en klik op Printers en
faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP LaserJet 1020-printer.
3. Klik op Eigenschappen of op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Wijzig de instellingen en klik op OK.
10Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Help voor de printereigenschappen
De Help voor de printereigenschappen (driver) bevat gedetailleerde informatie over de
functies van de printereigenschappen. Met deze Help kunt u de standaardinstellingen van
de printer wijzigen. De Help geeft instructies over het gebruik van de contextafhankelijke
Help voor bepaalde drivers. In een contextafhankelijke Help worden de opties voor de
driverfunctie die momenteel is geopend, beschreven.
De Help voor printereigenschappen openen
1. Klik op Bestand in de toepassing en kies Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen en op Help.
Prioriteitsinstellingen tijdens het afdrukken
Er zijn twee manieren waarop u de afdrukinstellingen van deze printer kunt wijzigen: in de
software of in de printerdriver. Wijzigingen die zijn aangebracht in de toepassing hebben
voorrang boven de instellingen die zijn gewijzigd in de printerdriver. Binnen een toepassing
krijgen wijzigingen die zijn aangebracht in het dialoogvenster Pagina-instelling voorrang
boven wijzigingen die zijn gemaakt in het dialoogvenster Afdrukken.
U moet de methode met de hoogste prioriteit kiezen, als een bepaalde afdrukinstelling op
meerdere van de hierboven beschreven manieren kan worden gewijzigd.
NLWWPrintersoftware11
Pagina met printerinformatie
De testpagina voor de printer is een pagina met printerinformatie die zich in het geheugen
van de printer bevindt. Tijdens de installatie kunt u ervoor kiezen om de testpagina voor de
printer af te drukken. Als de pagina wordt afgedrukt, hebt u de printer op de juiste manier
geïnstalleerd.
Testpagina voor de printer
De testpagina voor de printer bevat informatie over de printerdriver en de poortinstellingen.
De pagina bevat ook informatie over printernaam en -model, computernaam, enzovoort. U
kunt de testpagina voor de printer afdrukken vanuit de printerdriver.
12Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
Specificaties voor afdrukmateriaal
HP LaserJet-printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt in de printer
verschillende afdrukmaterialen gebruiken, zoals losse vellen (ook kringlooppapier),
enveloppen, etiketten, transparanten, velijnpapier en papier van speciaal formaat.
Eigenschappen, zoals gewicht, vezels en vochtgehalte, zijn belangrijke factoren die van
invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal.
De printer kan afdrukken op een grote verscheidenheid aan papier en ander
afdrukmateriaal. Zie hiervoor de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Het gebruik van
afdrukmateriaal dat niet in overeenstemming is met deze richtlijnen, kan de volgende
problemen veroorzaken:
●Slechte afdrukkwaliteit
●Papierstoringen
●Voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP. HewlettPackard Company kan geen aanbevelingen doen over het gebruik van andere merken.
Aangezien dit geen HP-producten zijn, heeft HP geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch
niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van onjuist gebruik van
het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- of vochtigheidsniveau of van andere
omstandigheden waarop HP geen invloed heeft.
VOORZICHTIG
Controleer voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft of het voldoet aan de
vereisten die in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet printer family media guide
(handleiding voor afdrukmateriaal van HP LaserJet-printers) zijn vermeld. De richtlijnen
kunnen worden gedownload van http://www.hp.com/support/ljpaperguide/ of zie
Benodigdheden bestellen voor meer informatie over het bestellen van de richtlijnen. Test
altijd eerst een kleine hoeveelheid van een afdrukmateriaal voordat u er een grote
hoeveelheid van aanschaft.
Het gebruik van afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van HP kan problemen
met de printer veroorzaken zodat reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de
garantie- of serviceovereenkomsten van HP.
Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal
Ga naar Printercapaciteit en -prestaties voor meer informatie over de ondersteunde
materiaalformaten.
NLWWSpecificaties voor afdrukmateriaal13
14Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printerNLWW
2
Afdruktaken
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
●
Handinvoer
●
Afdruktaak annuleren
●
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
●
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
●
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
●
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
●
Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
●
Een envelop afdrukken
●
Meerdere enveloppen afdrukken
●
Afdrukken op transparanten of etiketten
●
Briefpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
●
Afdrukken op materiaal met een aangepast formaat en kaarten
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
●
Brochures afdrukken
●
Watermerken afdrukken
NLWW15
Handinvoer
Met de handinvoer kunt u gemengd afdrukmateriaal afdrukken, bijvoorbeeld een envelop,
dan een brief, dan weer een envelop, enzovoort. Plaats een envelop in de
voorrangsinvoersleuf en plaats briefpapier in de hoofdinvoerlade.
Afdrukken met de handinvoer
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
2. Selecteer Handinvoer in de keuzelijst Source is (Bron is) op het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Plaats afdrukmateriaal in voorrangsinvoersleuf en klik op Continue (Doorgaan).
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
16Hoofdstuk 2 AfdruktakenNLWW
Afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren en op die manier uit een programma of een afdrukwachtrij
verwijderen.
Als u de printer onmiddellijk wilt stoppen, moet u het overgebleven papier uit de printer
verwijderen. Nadat de printer is gestopt, hebt u de volgende opties.
●Programma: er verschijnt kort een dialoogvenster. Hiermee kunt u de afdruktaak
annuleren.
●Windows-afdrukwachtrij: als de afdruktaak in de afdrukwachtrij (computergeheugen)
of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar. Klik op Start en Instellingen en kies
Printers of Printers en faxapparaten. Dubbelklik op het pictogram HP LaserJet 1020
om het venster te openen. Selecteer vervolgens de afdruktaak en klik op Verwijderen of
Annuleren.
Als de statuslampjes op het bedieningspaneel blijven knipperen nadat u de afdruktaak hebt
geannuleerd, is de computer nog bezig de taak naar de printer te verzenden. Verwijder de
afdruktaak uit de afdrukwachtrij of wacht totdat de gegevens zijn verzonden. De printer keert
dan terug naar de modus Klaar.
NLWWAfdruktaak annuleren17
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
Met de instellingen voor afdrukkwaliteit bepaalt u de stijl waarin de afbeeldingen worden
afgedrukt en hoe licht of hoe donker de afdruk is. U kunt met deze instellingen ook de
afdrukkwaliteit voor een specifieke soort afdrukmateriaal optimaliseren. Zie
van afdrukmateriaal optimaliseren voor meer informatie.
U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdruktaken die u
wilt uitvoeren. Hieronder volgen de instellingen:
●FastRes 1200: deze instelling biedt een effectieve afdrukkwaliteit van 1200 dpi
(600 x 600 x 2 dpi met HP REt (Resolution Enhancement technology)).
●600 dpi: deze instelling levert een kwaliteit van 600 x 600 dpi met REt (Resolution
Enhancement technology) voor verbeterde tekstkwaliteit.
●EconoMode (toner besparen): tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling
is handig als u een kladversie wilt afdrukken. U kunt deze optie onafhankelijk van
andere instellingen voor de afdrukkwaliteit inschakelen.
1. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Windows 2000 en XP). Zie
2. Selecteer de gewenste instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Afwerking.
Printereigenschappen (driver) voor instructies.
Afdrukkwaliteit
Opmerking
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor die driver.
Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit voor alle toekomstige afdruktaken wilt wijzigen,
opent u de eigenschappen via het menu Start in de taakbalk van Windows. Als u deze
instellingen alleen voor de huidige toepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen via
het menu Printerinstelling in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Zie
Printereigenschappen (driver) voor meer informatie.
18Hoofdstuk 2 AfdruktakenNLWW
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
Met de instellingen voor het afdrukmateriaal bepaalt u de temperatuur van de fuser in de
printer. U kunt de afdrukkwaliteit optimaliseren door de instellingen aan te passen aan het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
De HP LaserJet 1020-printer biedt een aantal afdrukmodi waarmee het apparaat specifieker
kan worden aangepast aan de bedrijfsomgeving van de printer. In de volgende tabellen
wordt een overzicht gegeven van de afdrukmodi van de driver.
Opmerking
In de modi KAARTEN, ENVELOP, ETIKET en RUW, stopt de printer tussen de pagina's en
neemt het aantal pagina's per minuut af.
NLWWAfdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren19
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
In de volgende gedeelten worden richtlijnen en instructies gegeven voor het afdrukken op
transparanten, enveloppen en ander speciaal afdrukmateriaal. De richtlijnen en specificaties
zijn bedoeld om u te helpen bij het kiezen van materiaal waardoor de afdrukkwaliteit wordt
geoptimaliseerd. Tevens voorkomt u dat u materiaal kiest dat papierstoringen of schade aan
de printer kan veroorzaken.
Papier
Gebruik voor optimale resultaten standaardpapier van 75 g/m2. Zorg ervoor dat het papier
van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
kreukels, gaten en gekrulde of verbogen randen.
Informatie over de papiersoort die u gebruikt (bijvoorbeeld bankpost- of kringlooppapier)
vindt u op de verpakking.
Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen of
schade aan de printer.
Papiergebruik
AfdrukprobleemProbleem met papierOplossing
Afdrukkwaliteit is slecht of toner
hecht niet
Problemen met papierinvoer
Weggevallen gedeelten,
papierstoringen of gekruld
papier
Toenemende grijze
achtergrondschaduw
Papier krult te veel
Problemen met papierinvoer
Papierstoring of schade aan
printer
Problemen met papierinvoerRuw gesneden randenGebruik papier van goede
Te vochtig, te ruw, te glad of
voorzien van reliëfopdruk
Papier voldoet niet aan
specificaties
Onjuist opgeslagenBewaar het papier in de
Papier mogelijk te zwaarGebruik lichter papier.
Te vochtig, verkeerde
vezelrichting of te korte vezel
Gaten of perforaties in het papier Gebruik geen papier met
Probeer een andere
papiersoort tussen
100-250 Sheffield en een
vochtgehalte van 4-6%.
Controleer de printer en zorg
dat de juiste materiaalsoort is
geselecteerd.
vochtwerende verpakking op
een vlakke ondergrond.
Gebruik papier met een lange
vezel.
Controleer de printer en zorg
dat de juiste materiaalsoort is
geselecteerd.
perforaties of papier waarin is
geknipt.
kwaliteit.
20Hoofdstuk 2 AfdruktakenNLWW
Opmerking
De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Gebruik alleen
gekleurd papier of voorbedrukte formulieren met inkt die geschikt is voor de temperatuur van
de printer. De maximumtemperatuur van de printer is 200 °C voor 0,1 seconde.
Gebruik geen papier met een briefhoofd dat is gedrukt met inkt voor lage temperaturen,
zoals wordt gebruikt in bepaalde thermografische toepassingen.
Gebruik geen briefhoofd met reliëf.
Gebruik geen transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lagetemperatuurprinters. Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met
HP LaserJet-printers.
Etiketten
U kunt etiketten het beste afdrukken vanuit de voorrangsinvoersleuf.
VOORZICHTIG
Voer een vel etiketten niet meer dan één keer door de printer. Dit tast de lijm aan en kan
schade aan de printer veroorzaken.
Onderdelen
Let bij het selecteren van etiketten op de kwaliteit van de diverse onderdelen:
●Lijm: de lijm moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200 °C, de maximumtemperatuur
van de printer.
●Schikking: gebruik alleen etiketbladen waarvan het beschermblad niet zichtbaar is
tussen de etiketten. Als u etiketbladen gebruikt met ruimte tussen de etiketten, kunnen
de etiketten tijdens het afdrukken loslaten. Dit veroorzaakt ernstige storingen.
●Krullen: zorg ervoor dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
●Staat van het materiaal: gebruik geen etiketten met kreukels, luchtbellen of andere
verschijnselen waaruit blijkt dat het etiket van het ondervel is losgelaten of los kan raken.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C, de
maximumtemperatuur van de printer.
Enveloppen
U kunt enveloppen het beste afdrukken vanuit de voorrangsinvoersleuf.
NLWWRichtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal21
Samenstelling
De samenstelling van enveloppen is uiterst belangrijk. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen
de vouwlijnen van enveloppen, niet alleen bij enveloppen van verschillende fabrikanten,
maar ook bij enveloppen uit dezelfde verpakking. Of u enveloppen goed kunt bedrukken,
hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. Let bij het selecteren van
enveloppen op het volgende:
●
Gewicht: het papier van de envelop mag niet zwaarder zijn dan 90 g/m
papier gebruikt, kan het papier vastlopen.
●Samenstelling: zorg dat de enveloppen plat liggen en niet meer dan 6 mm omkrullen.
Let erop dat er zich geen lucht in de enveloppen bevindt. Als enveloppen lucht bevatten,
kunnen er problemen optreden. Gebruik geen enveloppen met klemmen, binddraad,
transparante vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen, synthetisch materiaal, stempels
of reliëfopdruk. Gebruik geen enveloppen met lijm die niet bevochtigd hoeft te worden
maar die door druk worden verzegeld.
●Staat van het materiaal: controleer of de enveloppen niet gekreukeld of anderszins
beschadigd zijn. Zorg dat er geen lijm zichtbaar is op de enveloppen.
●Formaten: het formaat van de enveloppen kan variëren van 90 x 160 mm tot
178 x 254 mm.
2
. Als u zwaarder
Enveloppen met dubbele naad
Bij een envelop met een dubbele naad bevinden zich aan beide zijden van de envelop
verticale naden in plaats van diagonale naden. Dergelijke enveloppen kunnen meer
omkrullen. Controleer of de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop (zie de
volgende afbeelding):
Enveloppen met een plakstrip of meer dan één klep die gevouwen moet worden om de
envelop te sluiten, moeten zijn voorzien van lijm die bestand is tegen de hitte en druk van de
printer. De maximumtemperatuur van de printer is 200 °C. De extra kleppen en strips
kunnen tot kreukels of vouwen leiden of storingen veroorzaken.
22Hoofdstuk 2 AfdruktakenNLWW
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.