Aeg 34032 User Manual

0 (0)

FAVORIT 34032

NL

AFWASAUTOMAAT

GEBRUIKSAANWIJZING

2

 

FR

LAVE-VAISSELLE

NOTICE D'UTILISATION

25

 

DE GESCHIRRSPÜLER

BENUTZERINFORMATION

49

2

VOOR PERFECTE RESULTATEN

Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.

ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN

In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…

Bezoek onze webshop op

www.aeg.com/shop

Inhoud 3

INHOUD

4 Veiligheidsinformatie

8 Beschrijving van het product

8 Bedieningspaneel

11 Bediening van het apparaat

11 De waterontharder instellen

13 Gebruik van zout voor de afwasautomaat

13 Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel

15 De afwasautomaat inruimen

17 Afwasprogramma's

18 Een afwasprogramma selecteren en starten

20 Onderhoud en reiniging

21 Problemen oplossen

23 Technische gegevens

24 Milieubescherming

In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:

Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.

Algemene informatie en tips

Milieu-informatie

Wijzigingen voorbehouden

4 Veiligheidsinformatie

VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:

Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen.

Om het milieu te helpen.

voor de correcte werking van het apparaat.

Houd deze instructies altijd in de buurt van het apparaat, ook als u verhuist of het apparaat aan iemand anders geeft.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie.

Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.

Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of letsel.

Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.

Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.

Algemene veiligheid

De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.

Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.

Drink geen water uit het apparaat. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn.

Houd de deur van het apparaat niet open zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u persoonlijk letsel en vallen op een open deur.

Ga niet op de open deur zitten of staan.

Gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden om persoonlijk letsel en schade aan uw eigendommen te voorkomen.

Gebruik het apparaat alleen om accessoires dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken.

Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Risico op explosie of brand.

Veiligheidsinformatie 5

Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek of in het messenrek. (Niet alle modellen hebben een messenrek).

Gebruik alleen gespecificeerde producten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).

Zout dat niet gespecificeerd is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder.

Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start. Zout dat in het apparaat is achtergebleven, kan roest veroorzaken of een gat in de onderkant van het apparaat maken.

Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen dan glansspoelmiddel (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen.

Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start.

Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een wasprogramma wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een risico op brandwonden.

Verwijder pas borden uit het apparaat als het wasprogramma is voltooid.

Onderhoud en reiniging

Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken.

Gebruik geen ontvlambare producten of producten die corrosie kunnen veroorzaken.

Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geinstalleerd. Een onjuiste installatie levert onbevredigende wasresultaten en schade aan het apparaat op.

Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Gevaar op een elektrische schok en schade aan het apparaat.

Montage

Zorg ervoor dat het apparaat niet is beschadigd. Installeer een beschadigd apparaat niet en sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem contact op met de leverancier.

Verwijder alle verpakking voordat u het apparaat installeert en gebruikt.

Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgieterswerk en de installatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen.

Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.

Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen.

Belangrijk!Houd u aan de instructies in de sjabloon die met het apparaat zijn meegeleverd:

Installatie van het apparaat.

Voor het in elkaar zetten van de deur.

Het aansluiten van de watertoevoer en -afvoer.

6 Veiligheidsinformatie

• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.

Voorzorgsmaatregelen bij vorst

Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0°C komt.

De fabrikant is niet aansprakelijk voor enige schade door bevriezing.

Wateraansluiting

Gebruik nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Gebruik geen gebruikte slangen.

Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.

Zorg ervoor dat de waterslangen niet knakken of beschadigd raken bij installatie van het apparaat.

Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen.

Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen niet lek zijn.

De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een dubbel omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. De watertoevoerslang staat alleen onder druk wanneer er water stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang aanwezig is, onderbreekt de veiligheidsklep de stroom van het water.

Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit:

Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen.

Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.

Laat alleen de service-afdeling de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repareren.

WAARSCHUWING!

Gevaarlijke spanning.

Elektrische aansluiting

Dit apparaat moet worden geaard.

Zorg er voor dat de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomtoevoer.

Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.

Veiligheidsinformatie 7

Gebruik geen meerwegspluggen en verlengsnoeren. Er kan brand ontstaan.

Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.

Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.

Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.

Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.

Service-afdeling

Alleen een erkende persoon mag dit apparaat repareren. Neem contact op met het servicecentrum.

Gebruik alleen originele reserveonderdelen.

Het apparaat wegdoen

Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:

Trek de stekker uit het stopcontact.

Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.

Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat er kinderen of huisdieren in het apparaat vast komen te zitten. Er bestaat gevaar voor verstikking.

Gooi het apparaat weg bij uw lokale afvalverwerkingsbedrijf.

WAARSCHUWING!

Het afwasmiddel is gevaarlijk en kan corrosie veroorzaken!

Als er een ongeval met deze afwasmiddelen optreedt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts.

Als het afwasmiddel in iemands mond komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts.

Als het afwasmiddel in iemands ogen komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts en maakt u de ogen schoon met water.

Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.

Laat de deur van het apparaat niet open staan als er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje zit.

Vul het afwasmiddelbakje alleen voordat u een wasprogramma start.

8 Beschrijving van het product

BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

1Bovenrek

2Waterhardheidsknop

3Zoutreservoir

4Afwasmiddeldoseerbakje

5Glansmiddeldoseerbakje

6Typeplaatje

7Filters

8Onderste sproeiarm

9Bovenste sproeiarm

BEDIENINGSPANEEL

1

 

A

 

 

B

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

4

3

Bedieningspaneel 9

1Aan-/uit-toets

2Indicatielampjes programma

3Indicatielampjes

4Programme-toets

5Toets Uitgestelde start

 

 

 

Indicatielampjes

 

 

 

Einde programma

 

Het controlelampje gaat branden als:

 

 

Het wasprogramma is voltooid.

 

 

Het niveau van de waterontharder wordt ingesteld.

 

 

• Bij het inof uitschakelen van de geluidssignalen.

 

 

Als het apparaat een storing vertoont.

 

 

 

 

Programma bezig

 

Het gaat aan als u een wasprogramma kiest.

 

 

Het blijft aan gedurende het wasprogramma.

 

 

Het gaat uit aan het einde van het wasprogramma.

 

 

 

Glansmiddel 1)

 

Het indicatielampje gaat aan wanneer het glansmiddeldoseer-

 

 

bakje bijgevuld moet worden.

 

 

 

 

 

 

Zout 1)

 

Het indicatielampje gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld

 

 

moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwas-

 

 

ser'.

 

 

Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan nadat u het

 

 

reservoir heeft bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de

 

 

werking van het apparaat.

 

 

 

 

1)Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een afwasprogramma loopt.

Toets programmakeuze/annuleren

Gebruik de programmakeuze/annuleringstoets voor deze handelingen:

Het instellen van het afwasprogramma. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'.

Het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'.

Het in-/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie het hoofdstuk 'Geluidssignalen'.

Het annuleren van een lopend afwasprogramma. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'.

Toets Uitgestelde start

Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het afwasprogramma met 3 uur uit te stellen. Zie 'Een wasprogramma selecteren en starten'.

Programmalampjes A en B

Deze lampjes hebben tevens een hulpfunctie als u:

Het niveau van de waterontharder instelt.

De geluidssignalen inof uitschakelt.

10 Bedieningspaneel

Instelmodus

Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende bewerkingen:

Het selecteren en starten van een wasprogramma.

Het niveau van de waterontharder elektronisch instellen.

Het in-/uitschakelen van de geluidssignalen.

Op de aan/uit-toets drukt. Het apparaat staat in de instelmodus als:

• Alle programmalampjes uit zijn en het indicatorlampje Einde programma knippert.

Als u op de aan/uit-toets drukt. Het apparaat staat niet in de instelmodus als:

Slechts één programma-indicatielampje aan gaat.

Annuleer het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'.

Geluidssignalen

U hoort de geluidssignalen als:

Het wasprogramma beëindigd is.

Het apparaat een storing ondervindt.

Volg deze stappen om de geluidssignalen uit te schakelen:

1.Schakel het apparaat in.

2.Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.

3.Houd de toets programmakeuze ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B gaat branden.

4.Als het programmalampje A knippert en het programmalampje B gaat branden, druk dan onmiddellijk opnieuw de programmatoets in.

Het programmalampje A gaat branden en het programmalampje B begint te knipperen.

Na enkele seconden gaat het programmalampje A uit en begint het indicatielampje Einde programma branden. (Het programmalampje B blijft knipperen).

Er klinken geluidssignalen.

5.Druk weer op de programmatoets. Het indicatielampje Einde programma gaat uit.

De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.

6.Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan.

Volg deze stappen om de geluidssignalen opnieuw in te schakelen:

1.Volg de procedure om de geluidssignalen uit te schakelen van punt 1 t.e.m. punt 4.

2.Het programmalampje A gaat uit. Het indicatielampje Einde programma is uit. (Het programmalampje B blijft knipperen).

De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.

3.Druk weer op de programmatoets. Het controlelampje Einde programma gaat branden.

Er klinken geluidssignalen.

4.Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan.

Bediening van het apparaat

 

11

 

 

BEDIENING VAN HET APPARAAT

1.Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder in.

2.Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.

3.Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.

4.Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.

5.Stel het juiste programma in voor het type lading en de mate van vervuiling.

6.Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel.

7.Start het wasprogramma.

DE WATERONTHARDER INSTELLEN

De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Deze mineralen en zouten kunnen schade aan het apparaat toebrengen.

Pas het niveau van de waterontharder aan als dit niveau niet overeenstemt met de hardheid van het water in uw omgeving.

Neem contact op met uw plaatselijke waterinstantie voor informatie over de hardheid van het water in uw omgeving.

 

Waterhardheid

 

 

 

 

Instelling waterhard-

 

 

 

 

 

heid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Duitse graden

Franse graden (TH

 

 

mmol/l

 

Clarke-gra-

 

handmatig

 

elek-

(°dH)

°)

 

 

 

 

den

 

 

 

tro-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nisch

 

 

 

 

 

 

 

 

51 - 70

91 - 125

 

 

9,1 - 12,5

 

64 - 88

 

2 1)

 

10

 

 

 

 

 

 

 

 

43 - 50

76 - 90

 

 

7,6 - 9,0

 

53 - 63

 

2 1)

 

9

 

 

 

 

 

 

 

 

37 - 42

65 - 75

 

 

6,5 - 7,5

 

46 - 52

 

2 1)

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

29 - 36

51 - 64

 

 

5,1 - 6,4

 

36 - 45

 

2 1)

 

7

 

 

 

 

 

 

 

 

23 - 28

40 - 50

 

 

4,0 - 5,0

 

28 - 35

 

2 1)

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

19 - 22

33 - 39

 

 

3,3 - 3,9

 

23 - 27

 

2 1)

 

5 1)

 

 

 

 

 

 

 

 

15 - 18

26 - 32

 

 

2,6 - 3,2

 

18 - 22

 

1

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

11 - 14

19 - 25

 

 

1,9 - 2,5

 

13 - 17

 

1

 

3

 

 

 

 

 

 

 

 

4 - 10

7 - 18

 

 

0,7 - 1,8

 

5 - 12

 

1

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

< 4

< 7

 

 

< 0,7

 

< 5

 

1 2)

 

1 2)

1)Fabrieksinstelling.

2)Gebruik geen zout op dit niveau.

U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen.

12 De waterontharder instellen

Handmatig instellen

Zet de schijf voor de waterhardheid in stand 1 of 2 (zie de tabel).

Elektronische aanpassing

1.Schakel het apparaat in.

2.Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.

3.Houd de toets programmakeuze ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B gaat branden.

4.Als het programmalampje B uitgaat en het indicatielampje Einde programma begint te knipperen, druk de programmatoets dan opnieuw in. (Het programmalampje A blijft knipperen).

Vanaf nu is de elektronische aanpassing van de waterontharder ingeschakeld.

Het indicatielampje Einde programma vertoont sequenties waarin het knippert met een pauze van enkele seconden tussen elke sequentie. Het aantal knipperingen toont de huidige afstelling.

Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen = niveau 5.

5.Druk de programmatoets in om de aanpassing te wijzigen. Telkens als u op de programmatoets drukt, gaat de instelling naar het daaropvolgende niveau.

6.Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan.

Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.

Gebruik van zout voor de afwasautomaat

 

13

 

 

GEBRUIK VAN ZOUT VOOR DE AFWASAUTOMAAT

Het zoutreservoir vullen:

1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen.

2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u vult alleen bij het eerste gebruik zout bij).

3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir te vullen met zout.

4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir.

5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten.

Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met zout.

GEBRUIK VAN AFWASMIDDEL EN GLANSMIDDEL

4 5 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Gebruik van vaatwasmiddelen:

Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te beschermen. Volg het advies van de afwasmiddelfabrikant op de verpakking.

Volg deze stappen om het afwasmiddelbakje te vullen:

1. Druk op de vrijgaveknop 2 om het deksel 8 van het afwasmiddelbakje te openen.

2.Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje 3 .

3.Als het afwasprogramma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis afwasmiddel in het afwasmiddelbakje voor voorspoelen 1 .

4.Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, plaatst u deze in het afwasmiddelbakje .

14 Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel

5.Sluit het afwasmiddelbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt.

Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's wanneer u vaatwastabletten gebruikt.

Gebruik van glansspoelmiddel

Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd.

Het glansmiddeldoseerbakje voegt automatisch glansmiddel toe tijdens de laatste keer spoelen.

Voer deze stappen uit om het glansmiddeldoseerbakje bij te vullen:

1.Druk op de vrijgaveknop 5 om het deksel 7 van het glansmiddeldoseerbakje te openen.

2.Vul het glansmiddeldoseerbakje 4 met glansmiddel. De markering 'max' toont het maximale niveau.

3.Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat tijdens het afwassen.

4.Sluit het glansmiddeldoseerbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt.

Stel de glansmiddeldosering in

Fabrieksinstelling: stand 4..

U kunt de dosering van het glansmiddel instellen tussen stand 1 (laagste dosering) en stand 6 (hoogste dosering).

Draai de glansmiddelknop om de dosering te verhogen of verlagen 6 .

Gebruik van gecombineerde afwastabletten

Deze tabletten bevatten middelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en regenereerzout. Sommige soorten tabletten kunnen andere middelen bevatten.

Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten, is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glansmiddel te vullen. Het indicatielampje voor glansmiddel blijft branden als het apparaat is ingeschakeld.

Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving (raadpleeg de instructies op de verpakking van de producten).

1.Stel de waterontharder op het laagste niveau in. Zie 'De waterontharder instellen'.

2.Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand.

Weer apart afwasmiddel, zout en glansmiddel gebruiken

1.Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje.

2.Stel de waterontharder op het hoogste niveau in.

3.Start een afwasprogramma zonder serviesgoed.

4.Als het afwasprogramma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving.

5.Stel de hoeveelheid glansmiddel in.

De afwasautomaat inruimen

 

15

 

 

DE AFWASAUTOMAAT INRUIMEN

Adviezen

Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken).

Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen.

Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter.

Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden.

Zorg ervoor dat zich geen water kan ophopen in opbergdozen of kommen.

Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen.

Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet aanraken.

Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.

Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.

Als u de voorwerpen in de manden plaatst, zorg er dan voor dat het water alle oppervlakken kan bereiken.

Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven.

Waterdruppels kunnen zich ophopen op plastic voorwerpen en antiaanbakpannen.

Onderrek

Plaats steelpannen, deksels, borden, slakommen en bestek in het onderrek. Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek.

Aeg 34032 User Manual

16 De afwasautomaat inruimen

De bestekmand

Plaats vorken en lepels met het handvat naar beneden. Plaats messen met het handvat naar boven.

Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven.

Gebruik het bestekrooster. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan.

Bovenrek

Het bovenrek is geschikt voor borden (met een maximale diameter tot 24 cm), schoteltjes, slakommen, kopjes en glazen, pannen en deksels.

Plaats voorwerpen zo dat water alle oppervlakken kan bereiken.

Plaats geen borden in de eerste drie voorste delen van het rek. Zorg ervoor dat de borden voorover kantelen.

Zet glazen met een lange voet ondersteboven in de kopjesrekken. Voor grotere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt.

Hoogteverstelling van het bovenrek

U kunt het bovenrek in twee standen zetten om de laadflexibiliteit te vergroten.

Afwasprogramma's 17

LET OP!

Stel de hoogte af voordat u het bovenrek gebruikt.

Maximale hoogte van borden in:

 

 

het bovenrek

het onderrek

 

 

 

 

Bovenste stand

 

20 cm

31 cm

 

 

 

 

Laagste stand

 

24 cm

27 cm

 

 

 

 

Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste stand te zetten:

1.Verwijder de vergrendelingen (A) van het bovenrek.

2. Trek het rek naar buiten.

3. Zet het rek in de hoogste stand.

4. Zet de vergrendelingen (A) van het bovenrek terug in hun oorspronkelijke stand.

LET OP!

Als het rek zich in de hoogste stand bevindt, kunnen er geen kopjes in de kopjesrekken geplaatst worden.

AFWASPROGRAMMA'S

Programma

 

Soort vuil

 

Soort serviesgoed

 

Programmabeschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sterk vervuild

 

Serviesgoed, bestek

 

Voorspoelen

 

 

 

 

en pannen

 

Wassen 70 °C

 

 

 

 

 

 

2 middelste spoelgangen

 

 

 

 

 

 

Laatste spoelgang

 

 

 

 

 

 

Drogen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Normaal vervuild

 

Serviesgoed en bestek

 

Voorspoelen

 

 

 

 

 

 

Wassen 65 °C

 

 

 

 

 

 

1 middelste spoelgang

 

 

 

 

 

 

Laatste spoelgang

 

 

 

 

 

 

Drogen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Normaal vervuild

 

Serviesgoed en bestek

 

Voorspoelen

 

 

 

 

 

 

Wassen 50 °C

1)

 

 

 

 

 

1 middelste spoelgang

 

 

 

 

 

 

Laatste spoelgang

 

 

 

 

 

 

Drogen

 

 

 

 

 

 

 

 

Een afwasprogramma selecteren en starten

 

 

18

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programma

 

Soort vuil

 

 

Soort serviesgoed

 

Programmabeschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik dit programma om het servies-

 

1 koude spoelgang

 

 

 

goed snel te spoelen. Hierdoor kunnen

 

 

 

 

 

voedselresten niet aan het serviesgoed

 

 

 

 

 

vastkoeken en ontstaan er geen vieze

 

 

 

 

 

geurtjes in het apparaat.

 

 

 

 

 

U hoeft voor dit programma geen afwas-

 

 

 

 

 

middel te gebruiken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1)Dit is het standaardprogramma voor testinstituten (zie de meegeleverde brochure voor testinformatie). Met dit programma hebt u de meest efficiënte wateren energieconsumptie voor normaal bevuild serviesgoed en bestek.

Verbruiksgegevens

Programma

 

Programmatijd (minuut)

 

Energie (kWh)

Water (liter)

 

 

 

 

 

 

120-130

 

1,8-2,0

22-24

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100-110

 

1,4-1,6

19-21

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130-140

 

1,0-1,2

14-16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

 

0,1

5

 

 

 

 

 

 

De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid vaat kan deze waarden veranderen.

EEN AFWASPROGRAMMA SELECTEREN EN STARTEN

Een wasprogramma selecteren en starten zonder uitgestelde start

1.Schakel het apparaat in.

2.Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.

3.Selecteer een wasprogramma. Blijf de programmatoets indrukken tot het corresponderende programmalampje verbonden aan het wasprogramma gaat branden. Zie de tabel 'Wasprogramma's'.

4.Sluit de deur van het apparaat. Het wasprogramma start automatisch.

Een wasprogramma selecteren en starten met uitgestelde start

1.Schakel het apparaat in en selecteer een wasprogramma.

2.Druk op de toets uitgestelde start

Het controlelampje uitgestelde start gaat branden

3.Sluit de deur van het apparaat.

Het aftellen start automatisch.

Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.

Een afwasprogramma selecteren en starten

 

19

 

 

Het openen van de deur van het apparaat onderbreekt het aftelproces. Als u de deur weer sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking.

Het afwasprogramma onderbreken

Open de deur van het apparaat.

Het afwasprogramma stopt.

Sluit de deur van het apparaat.

Het afwasprogramma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.

Het annuleren van een wasprogramma of een uitgestelde start

Indien een wasprogramma of een uitgestelde start nog niet is begonnen, kunt u de selectie veranderen.

Indien een wasprogramma of een uitgestelde start is begonnen, kunt u de selectie niet veranderen. Het wasprogramma of de uitgestelde start moet worden geannuleerd om een nieuwe selectie te maken.

Het annuleren van een wasprogramma

1.Houd de programmatoets ingedrukt tot de programmaen programma bezig lampjes uitgaan.

2.Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje aanwezig is voordat u een nieuw wasprogramma start.

Het annuleren van een uitgestelde start

1.Houd de programmatoets ingedrukt tot de programmaen uitgestelde start lampjes uitgaan.

2.Druk op de programmatoets om een nieuw wasprogramma te selecteren.

Aan het einde van het afwasprogramma

Stopt het apparaat automatisch.

Weerklinken de geluidssignalen.

1.Open de deur van het apparaat.

Het indicatielampje einde programma brandt.

Het groene lampje brandt.

2.Schakel het apparaat uit.

3.Laat de deur een paar minuten op een kier staan, voor betere droogresultaten.

Verwijder de voorwerpen uit de manden.

Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen.

Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit.

Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden.

20 Onderhoud en reiniging

ONDERHOUD EN REINIGING

De filters verwijderen en reinigen

Vuile filters verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig.

Het apparaat heeft drie filters:

grove filter (A)

microfilter (B)

platte filter (C).

1.Om de filters (A) en (B) los te maken, draait u de hendel op de microfilter (B) ca. 1/4 draai linksom en verwijdert u deze.

2.Houd de grove filter (A) vast aan de hendel en verwijder deze uit de microfilter (B).

3.Verwijder het platte filter (C) uit de bodem van het apparaat.

4.Maak de filters schoon onder stromend water.

5.Zet de platte filter (C) op zijn oorspronkelijke plaats. Zorg ervoor dat ze goed worden gemonteerd onder de twee geleiders

(D).

6.Plaats het grove filter (A) in het microfilter (B) en druk ze tegen elkaar.

A

B

C

D

7.Zet de filters (A) en (B) op hun plaats.

Draai de hendel op de microfilter (B) rechtsom tot deze vergrendelt.

De sproeiarmen reinigen

Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.

Problemen oplossen

 

21

 

 

Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp.

De buitenoppervlakken reinigen

Reinig de buitenoppervlakken van het apparaat en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek.

Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.

Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton).

PROBLEMEN OPLOSSEN

Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.

Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de service-afdeling.

Storing

 

 

Storingscode

 

Mogelijke oorzaak

 

Mogelijke oplossing

 

 

 

 

 

 

 

 

Het apparaat

 

Het indicatielampje van

 

De waterkraan is ver-

 

Maak de waterkraan

wordt niet ge-

 

 

het programma dat lo-

 

stopt of aangezet met

 

schoon.

vuld met water.

 

 

pende is, knippert.

 

kalkaanslag.

 

 

 

 

Het indicatielampje Ein-

 

 

 

 

 

 

 

de programma knippert

 

 

 

 

 

 

 

één keer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waterdruk is te laag.

 

Neem contact op met

 

 

 

 

 

 

 

de waterleidingsmaat-

 

 

 

 

 

 

 

schappij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waterkraan is dicht.

 

Draai de waterkraan

 

 

 

 

 

 

 

open.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het filter in de water-

 

Maak het filter schoon.

 

 

 

 

 

aanvoerslang is ver-

 

 

 

 

 

 

 

stopt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De aansluiting van de

 

Zorg dat de aansluiting

 

 

 

 

 

wateraanvoerslang is

 

altijd correct is.

 

 

 

 

 

niet correct.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De watertoevoerslang is

 

Verzeker u ervan dat de

 

 

 

 

 

beschadigd.

 

watertoevoerslang niet

 

 

 

 

 

 

 

is beschadigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het apparaat

 

Het indicatielampje van

 

De gootsteenafvoer is

 

Ontstop de gootsteen-

pompt geen wa-

 

 

het programma dat lo-

 

geblokkeerd.

 

afvoer.

ter weg.

 

 

pende is, knippert.

 

 

 

 

 

 

Het indicatielampje Ein-

 

 

 

 

 

 

 

de programma knippert

 

 

 

 

 

 

 

twee keer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De aansluiting van de

 

Zorg dat de aansluiting

 

 

 

 

 

waterafvoerslang is niet

 

altijd correct is.

 

 

 

 

 

correct.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Problemen oplossen

 

 

 

 

22

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Storing

 

 

Storingscode

 

Mogelijke oorzaak

 

Mogelijke oplossing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De waterafvoerslang is

 

Verzeker u ervan dat de

 

 

 

 

 

 

beschadigd.

 

waterafvoerslang niet is

 

 

 

 

 

 

 

 

beschadigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Anti-overstro-

 

Het indicatielampje van

 

 

 

Draai de waterkraan

 

mingsinrichting

 

 

het programma dat lo-

 

 

 

dicht en neem contact

 

werkt.

 

 

pende is, knippert.

 

 

 

op met de service-afde-

 

 

 

Het indicatielampje Ein-

 

 

 

ling.

 

 

 

 

de programma knippert

 

 

 

 

 

 

 

 

drie keer.

 

 

 

 

 

Het programma

 

 

 

 

De deur van het appa-

 

Sluit de deur goed.

 

begint niet.

 

 

 

 

raat is open.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De stekker is niet aan-

 

Steek de stekker in het

 

 

 

 

 

 

gesloten.

 

stopcontact.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De zekering in de me-

 

Vervang de zekering.

 

 

 

 

 

 

terkast is doorgebrand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De uitgestelde start is

 

Zie 'Een wasprogramma

 

 

 

 

 

 

ingesteld.

 

selecteren en starten'

 

 

 

 

 

 

 

 

als u de uitgestelde

 

 

 

 

 

 

 

 

start wilt annuleren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.

Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Voor andere, niet in de tabel beschreven storingscodes, dient u contact op te nemen met onze service-afdeling.

De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:

Model (MOD.) ....................

Productnummer (PNC) ....................

Serienummer (S.N.) ....................

De wasen droogresultaten zijn niet naar tevredenheid

Probleem

Mogelijke oorzaak

 

Mogelijke oplossing

 

 

 

 

De borden zijn niet schoon.

Het geselecteerde afwaspro-

 

Zorg ervoor dat het afwaspro-

 

gramma is niet geschikt voor

 

gramma geschikt is voor het

 

het type lading en mate van

 

type lading en mate van ver-

 

vervuiling.

 

vuiling.

 

De rekken zijn niet goed inge-

 

Vul de rekken op de juiste ma-

 

deeld, zodat het water er niet

 

nier.

 

aan alle kanten bij kan.

 

 

 

 

 

 

 

De sproeiarmen kunnen niet

 

Zorg ervoor dat een goede

 

vrij draaien als gevolg van een

 

plaatsing van het serviesgoed

 

onjuiste plaatsing van het ser-

 

de sproeiarmen niet blokkeert.

 

viesgoed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Technische gegevens

 

 

 

 

 

 

 

23

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Probleem

Mogelijke oorzaak

 

Mogelijke oplossing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De filters zijn vuil of niet juist

 

Zorg ervoor dat de filters

 

 

 

gemonteerd en geplaatst.

 

schoon zijn en op de juiste ma-

 

 

 

 

nier gemonteerd en geïnstal-

 

 

 

 

leerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er is te weinig of geen afwas-

 

Zorg voor voldoende afwas-

 

 

middel gebruikt.

 

middel.

 

 

 

 

 

 

 

 

Er zitten kalkresten op de bor-

Het zoutreservoir is leeg.

 

Vul het zoutreservoir met zout

 

den.

 

 

voor afwasmachines.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foutieve instelling waterhard-

 

Stel de waterontharder af.

 

 

 

heid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het deksel van het zoutreser-

 

Zorg ervoor dat de dop van het

 

 

voir is niet goed gesloten.

 

zoutreservoir goed gesloten is.

 

 

 

 

 

 

 

De glazen en borden vertonen

De dosering van het glansmid-

 

Verminder de glansmiddeldose-

 

strepen, melkachtige vlekken of

del is te hoog.

 

ring.

 

 

een blauwzweem.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opgedroogde waterdruppels op

De dosering van het glansmid-

 

Verhoog de dosering van het

 

de glazen en de borden.

del is te laag.

 

glansmiddel.

 

 

 

Het afwasmiddel kan de oor-

 

Gebruik een ander merk afwas-

 

 

zaak zijn.

 

middel.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het serviesgoed is nat.

U heeft een afwasprogramma

 

Laat de deur van de afwasauto-

 

 

ingesteld zonder droogfase of

 

maat een paar minuten op een

 

 

met een verkorte droogfase.

 

kier staan voordat u het ser-

 

 

 

 

viesgoed uit de machine haalt.

 

 

 

 

 

 

 

Het serviesgoed is nat en dof.

Het glansmiddeldoseerbakje is

 

Vul het glansmiddeldoseerbakje

 

 

leeg.

 

met glansmiddel.

 

 

 

 

 

 

 

 

TECHNISCHE GEGEVENS

Afmeting

 

Breedte

596 mm

 

 

 

 

 

 

Hoogte

818-898 mm

 

 

 

 

 

 

Diepte

555 mm

 

 

 

 

 

Leidingwaterdruk

 

Minimaal

0,5 bar (0,05

MPa)

 

 

 

 

 

 

 

Maximaal

8 bar (0,8

MPa)

 

 

 

 

Watertoevoer 1)

 

Koud water of warm water

maximaal 60 °C

 

 

 

 

 

Capaciteit

 

Couverts

 

12

 

 

 

 

 

1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.

Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje op de binnenrand van de deur van het apparaat.

Loading...
+ 53 hidden pages