Lees de 'Voorzorgsmaatregelen' op pagina 5–7 voordat u
het instrument in gebruik neemt.
Gebruikershandleiding
NL
2
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge
som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten
har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE
afbrudt, sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er
tændt — også selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS : Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita
koko laitetta verkosta.
(standby)
Entsorgung leerer Batterien (nur innerhalb
Deutschlands)
Leisten Sie einen Beitrag zum Umweltschutz. Verbrauchte
Batterien oder Akkumulatoren durfen nicht in den Hausmull. Sie
konnen bei einer Sammelstelle fur Altbatterien bzw. Sondermull
abgegeben werden. Informieren Sie sich bei Ihrer Kommune.
(battery)
3
Het modelnummer, het serienummer,
de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in
de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de
onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam
dit serienummer in de hieronder gereserveerde
ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als
permanent aankoopbewijs om identificatie in geval
van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
Informatie over ophalen en weggooien van oude apparatuur en lege batterijen
Deze symbolen op de apparaten, verpakking en/of meegeleverde documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en batterijen niet met het gewone huishoudelijke afval mogen worden gemengd.
Voor juist behandelen, hergebruik of recyclen van oude apparatuur en lege batterijen brengt u deze naar de desbetreffende ophaalpunten in
overeenstemming met de nationale wetgeving.
Door deze apparatuur en batterijen op de juiste manier weg te gooien, helpt u waardevolle bronnen te sparen en mogelijk negatieve effecten
op de gezondheid van de mens en op het milieu te voorkomen, die het gevolg kunnen zijn van niet-aangepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over ophalen en recyclen van oude apparatuur en batterijen neemt u contact op met de lokale overheid,
uw afvalophaalmaatschappij of het verkooppunt waar u de items hebt gekocht.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie:
Als u elektrische en elektronische apparatuur wilt weggooien, neemt u voor meer inform atie contact op met uw dealer of leverancier.
Informatie over weggooien in landen buiten de Europese Unie:
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u deze items wilt weggooien, neemt u contact op met de lokale overheid of een
lokale dealer en vraagt u om instructies voor het correct weggooien.
Opmerking bij het batterijsymbool (de twee onderste voorbeeldsymbolen):
Dit symbool kan in combinatie met een chemisch symbool worden gebruik t. In dat geval wordt voldaan aan de eis uit de batterijrichtlijn van
de EU voor de desbetreffende chemische stof.
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats
voor eventuele toekomstige raadpleging.
Voor netadapter
WAARSCHUWING
• Deze netadapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik met
elektronische instrumenten van Yamaha. Gebruik de netadapter
niet voor andere doeleinden.
• Alleen voor binnenshuis gebruik. Niet gebruiken in vochtige
omgevingen.
VOORZICHTIG
• Zorg er bij het opstellen voor dat het stopcontact makkelijk
toegankelijk is. Schakel de aan/uit-schakelaar van het instrument
bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de
stekker van de netadapter uit het stopcontact. Als de netadapter
is aangesloten op de AC-uitgang, is er nog een minimale
stroomdoorvoer, zelfs als de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt,
zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
Voor dit instrument
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk
letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren
te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
verwarming en kachels. Verbuig of beschadig het snoer ook
niet en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven
elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld
op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 77).
Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of
oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder
vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen.
Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige
onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect
lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het
instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in
de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit
voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten
op het instrument. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het
instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en
verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument
vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer
u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen. Doet u dit niet,
dan kan dit leiden tot ontploffing, brand, oververhitting of lekken
van batterijvloeistof.
- Probeer batterijen nooit te openen of te demonteren.
- Probeer geen niet-oplaadbare batterijen op te laden.
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
- Houd de batterijen uit de buurt van voorwerpen die metaal
bevatten, zoals kettingen, haarspelden, munten en sleutels.
- Gebruik alleen het opgegeven batterijtype (pagina 77).
- Gebruik nieuwe batterijen en zorg dat alle batterijen van
hetzelfde type en hetzelfde model zijn en door dezelfde fabrikant
zijn gemaakt.
- Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier
geplaatst worden (let op de + en - tekens).
- Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een
langere periode niet gebruikt.
- Als u Ni-MH-batterijen gebruikt, volgt u de aanwijzingen die bij
de batterijen zijn geleverd. Gebruik voor het opladen alleen het
aangegeven oplaadapparaat.
• Houd batterijen uit de buurt van kleine kinderen, die ze per
ongeluk kunnen inslikken.
• Vermijd contact met de vloeistof uit lekke batterijen. Wanneer
batterijvloeistof in contact komt met uw ogen, mond of huid,
spoelt u het desbetreffende lichaamsdeel onmiddellijk met water
en raadpleegt u een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan
gezichtsverlies of chemische brandwonden veroorzaken.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de
POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit
het stopcontact. (Als u batterijen gebruikt, verwijdert u alle
batterijen uit het instrument.) Laat het instrument vervolgens
nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt
rook uit het instrument.
- Er is een voorwerp in het instrument gevallen.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van
het instrument.
VOORZICHTIG
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij
uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen.
Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt
aanbevolen. Gebruik uitsluitend de bijgeleverde schroeven om
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het
stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit
of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de
stekker uit het instrument of het stopcontact haalt. Het snoer kan
beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als
u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per
ongeluk kan omvallen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten
snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel
bij personen die erover zouden kunnen struikelen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te
gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een
storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de
POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit
het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is
uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom
naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als
u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
deze te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige
onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat
u het instrument aansluit op andere elektronische componenten.
Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de
stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het
laagste niveau en voer het volume tijdens het bespelen van het
instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
• Steek geen vinger of hand in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papieren, metalen of andere voorwerpen in de
openingen van het paneel of het keyboard en laat geen
voorwerpen in deze openingen vallen. Dit kan lichamelijk letsel
bij u of anderen, schade aan het instrument of andere
eigendommen of een verstoring van de werking veroorzaken.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en
ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang
op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit
permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een
KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of
beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar op stand-by staat (display is uit), loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
Als u het instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig te worden behandeld.
LET OP
Houd u aan onderstaande waarschuwingen om
storingen/schade aan het apparaat en schade
aan de gegevens of andere eigendommen
te voorkomen.
Behandeling
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv,
radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere
elektrische apparaten. Het instrument, de tv of de radio
kunnen bijgeluid genereren. Als u het instrument samen
met een toepassing op uw iPad, iPhone of iPod touch
gebruikt, adviseren we u om de vliegtuigmodus op dat
apparaat aan te zetten, om bijgeluiden als gevolg van
communicatie te vermijden.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof
of trillingen of aan extreme koude of hitte (zoals in direct
zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto),
om eventuele vervorming van het bedieningspaneel,
beschadiging van de interne componenten of instabiele
werking te voorkomen. (Gecontroleerd
bedrijfstemperatuurbereik: 5 – 40 °C.)
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op
het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel
of het keyboard tot gevolg kan hebben.
Onderhoud
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek.
Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, alcohol,
schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde
schoonmaakdoekjes.
Gegevens opslaan
• Sommige gegevens van dit instrument (pagina 49)
blijven behouden als het instrument wordt uitgezet.
De opgeslagen gegevens kunnen echter verloren gaan
door een technisch probleem, bedieningsfout enzovoort.
Sla belangrijke gegevens daarom op een extern apparaat
op, bijvoorbeeld op een computer (pagina 48).
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare
muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot
MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden,
uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van inhoud waarvan
Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvoor Yamaha
over de vergunning beschikt om gebruik te mogen maken
van de auteursrechten van derden. Vanwege
auteursrechtwetten en andere relevante wetten is het NIET
toegestaan om media te distribueren waarop deze inhoud
is opgeslagen of opgenomen indien deze nagenoeg niet
verschillen van die in het product.
* Onder de hierboven beschreven inhoud vallen
of muziekproductie, gemaakt met deze inhoud,
is opgenomen. In dergelijke gevallen hebt u geen
toestemming nodig van Yamaha Corporation.
Functies/gegevens die bij het instrument
zijn meegeleverd
• Sommige presetsongs zijn ingekort of bewerkt en zijn
daarom niet precies hetzelfde als het origineel.
Over deze handleiding
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze
handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor
instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken
van de werkelijkheid.
• iPhone, iPad, iPod Touch zijn handelsmerken van
Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en
andere landen.
• De namen van bedrijven en producten die in deze
handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaars.
Bevat instructies over computergerelateerde handelingen.
iPhone/iPad Connection Manual (Handleiding voor het aansluiten van een iPhone/iPad)
In dit document wordt uitgelegd hoe u het instrument kunt aansluiten op 'slimme' apparaten,
zoals iPhone, iPad, enzovoort.
Als u deze materialen wilt downloaden, gaat u naar de website Yamaha Downloads en voert u de
modelnaam in om de gewenste bestanden te zoeken.
Yamaha-downloads
http://download.yamaha.com/
Song Book (alleen beschikbaar in het Engels, Frans, Duits en Spaans)
Bevat de muzieknotatie van de vooraf ingestelde songs (behalve de demosongs) van dit instrument.
Nadat u de gebruikersregistratie op onderstaande website hebt ingevuld, kunt u dit songboek
kosteloos downloaden.
Yamaha Online Member
https://member.yamaha.com/
U hebt de PRODUCT ID op het blad (Online Member Product Registration), dat bij deze handleiding
is geleverd, nodig om het gebruikersregistratieformulier in te vullen.
Meegeleverde accessoires
• Gebruikershandleiding (dit boek)
• Netadapter
• Muziekstandaard
• Online Member Product Registration
*1: Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
*2: U hebt de PRODUCT ID op dit blad nodig bij het invullen van het gebruikersregistratieformulier.
*1
*2
Indelingen en functies
GM System Level 1
'GM System Level 1' is een aanvulling op de
MIDI-standaard die ervoor zorgt dat GMcompatibele muziekgegevens op elke
willekeurige GM-compatibele toongenerator
nauwkeurig kunnen worden teruggespeeld,
ongeacht de fabrikant. Het GM-logo is
aangebracht op alle software en hardware die
GM-systeemniveau ondersteunen.
XGlite
Zoals de naam al aangeeft, is 'XGlite' een
vereenvoudigde versie van de kwalitatief
hoogwaardige Yamaha XGklankopwekkingstechniek. Uiteraard kunt u alle
willekeurige XG-songgegevens afspelen via een
XGlite-toongenerator. Sommige songs worden
echter anders afgespeeld dan de originele
gegevens als gevolg van de gereduceerde set
besturingsparameters en effecten.
USB is een afkorting van Universal Serial
Bus. Het is een seriële interface voor het
verbinden van een computer met
randapparatuur. Hiermee is 'hot swapping'
mogelijk (randapparatuur aansluiten terwijl
de computer aan staat).
Style File Format (SFF)
De SFF-indeling (Style File Format)
combineert alle automatischebegeleidingskennis van Yamaha in één
enkele gestandaardiseerde indeling.
Touch Response
De uitzonderlijk natuurlijke Touch
Response-eigenschap geeft u een
maximale expressieve besturing over
het niveau van de voices.
Dank u voor de aanschaf van dit Yamaha Digital Keyboard!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen, zodat u volledig gebruik kunt maken van
de geavanceerde en handige functies van het instrument.
Daarnaast raden wij u aan deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats te bewaren
voor toekomstige referentie.
Inhoudsopgave
Over de handleidingen .............................................8
• De afbeeldingen en displays die in deze gebruikershandleiding worden weergegeven,
zijn gebaseerd op de PSR-E363.
• Houd er rekening mee dat de PSR-EW300, PSR-E363 en YPT-360 een verschillend aantal toetsen
hebben: de PSR-EW300 heeft 76 toetsen en de PSR-E363 en YPT-360 hebben 61 toetsen.
Display
(pagina 15)
Voi ce ov er -
zicht
(pagina 62)
Lijst met muziek-
databases
(pagina 72)
Zoals wordt weergegeven, heeft elke noot
van het keyboard een specifiek
nootnummer en een specifieke nootnaam
(bijv., 036/C1), die worden gebruikt voor het
opgeven van verscheidene instellingen,
zoals het splitpunt (pagina 22).
* Voor het aansluiten op een computer. Voor meer informatie
raadpleegt u 'Computer-related Operations
(Computergerelateerde handelingen)' (pagina 8) op de
website. Gebruik bij de aansluiting een USB-kabel van het
type AB van maximaal 3 meter lang. U kunt geen USB 3.0kabels gebruiken.
Elke afbeelding geeft het drum- of percussie-instrument aan
dat is toegewezen aan de corresponderende toets voor
'Standard Kit 1'.
............................pagina 27
........................................... pagina 41
........................................ pagina 27
........................................ pagina 16
....................................... pagina 22
.........pagina 15
.................pagina 16
..............................pagina 18, 44
.........pagina 31
.................... pagina 43
...................... pagina 45
...................pagina 23
......................................... pagina 17
......................................... pagina 17
...........pagina 19
... pagina 16
Paneelsetup (Paneelinstellingen)
Met de regelaars op het paneel kunt u diverse
instellingen opgeven zoals hier wordt beschreven.
Deze instellingen samen worden in deze handleiding de
paneelsetup of paneelinstellingen genoemd.
Het symbool 'Ingedrukt houden'
Knoppen met deze indicatie kunnen worden
gebruikt om een volgende functie op te roepen
als de betreffende knop ingedrukt wordt
gehouden. Houd deze knop ingedrukt tot de
functie is opgeroepen.
De uitvoering van de stekker kan per locatie
verschillen.
Schuif de stekker
zoals wordt
aangetoond.
VOORZICHTIG
OPMERKING
WAARSCHUWING
LET OP
Spanningsvereisten
Configuratie
Hoewel het instrument zowel via een netadapter als
via batterijen kan worden gevoed, beveelt Yamaha
het gebruik van een netadapter aan, wanneer dat
mogelijk is. Het gebruik van een netadapter is
milieuvriendelijker dan batterijen.
Een netadapter gebruiken
Sluit de netadapter aan in de volgorde die in de
afbeelding wordt aangegeven.
• Gebruik alleen de aangegeven netadapter (pagina 77).
Gebruik van de verkeerde netadapter kan oververhitting
van het instrument en defecten veroorzaken.
• Zorg als u de netadapter met losse stekker gebruikt, dat de
stekker aan de netadapter blijft zitten. Het gebruik van de
stekker alleen kan elektrische schokken of brand
veroorzaken.
• Als de stekker per ongeluk losraakt van de netadapter,
schuift u deze weer terug totdat deze op zijn plaats klikt.
Zorg dat u geen interne metalen onderdelen aanraakt.
U kunt elektrische schokken, kortsluiting of schade
voorkomen door ervoor te zorgen dat er geen stof
aanwezig is tussen de netadapter en de stekker.
Batterijen gebruiken
Dit instrument vereist zes alkaline- (LR6) of
mangaanbatterijen (R6) of oplaadbare Ni-MHbatterijen van AA-formaat. Voor dit instrument
worden de alkalinebatterijen of oplaadbare Ni-MHbatterijen aanbevolen omdat andere typen kunnen
leiden tot slechtere batterijprestaties.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende
een langere periode niet gebruikt.
1 Controleer of het instrument is uitgeschakeld.
2 Open het batterijcompartimentklepje aan de
onderkant van het instrument.
3 Plaats de zes nieuw batterijen en let daarbij goed
op de polariteitsaanduidingen (+/-) aan de
binnenzijde van het compartiment.
• Zorg er bij het opstellen van het product voor dat het
• Volg deze procedure in omgekeerde volgorde bij het
12
gebruikte stopcontact makkelijk toegankelijk is.
Schakel de spanning bij storingen of een slechte werking
onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de netadapter aansluit of loskoppelt terwijl de
batterijen zijn geïnstalleerd, wordt het instrument mogelijk
uitgeschakeld. Dit kan leiden tot verlies van gegevens die
op dat moment worden opgenomen of overgebracht.
• Zorg ervoor dat u het type batterij correct instelt (pagina 13).
• Als de batterijspanning te laag wordt voor een
betrouwbare werking, kan het volume teruglopen, het
geluid vervormd klinken of kunnen er zich andere
problemen voordoen. Als dit gebeurt moet u alle batterijen
vervangen door nieuwe of opgeladen batterijen.
Configuratie
OPMERKING
LET OP
VOORZICHTIG
LET OP
PSR-EW300
PSR-E363, YPT-360
De laagste toets
LET OP
OPMERKING
• Met dit instrument kunt u de batterijen niet opladen.
Gebruik voor het opladen alleen de aangegeven oplader.
• Er wordt automatisch gebruik gemaakt van de netadapter
wanneer een netadapter is aangesloten terwijl ook batterijen
in het instrument zijn geplaatst.
Het type batterij instellen
Afhankelijk van het type batterij dat moet worden
gebruikt, moet u de instelling voor het type batterij op
het instrument mogelijk wijzigen. Standaard zijn
alkaline- en mangaanbatterijen gekozen. Nadat u de
nieuwe batterijen hebt geïnstalleerd en de stroom
hebt ingeschakeld, moet u het type batterij correct
instellen (oplaadbaar of niet oplaadbaar) via
functienummer 046 (pagina 47).
• Een onjuiste instelling van het type batterij kan de
levensduur van de batterij verkorten. Zorg ervoor dat u het
type batterij correct instelt.
De apparatuur aanzetten
1 Draai de draaiknop [MASTER VOLUME] naar
links naar MIN.
De automatische
uitschakelfunctie instellen
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit
instrument een automatische uitschakelfunctie
waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld
als het instrument gedurende een opgegeven tijd niet
is gebruikt. De tijd die verstrijkt voordat het instrument
automatisch wordt uitgezet, is standaard 30 minuten.
U kunt deze instelling echter wijzigen.
De tijd instellen die moet verstrijken
voordat Auto Power Off wordt
uitgevoerd:
Druk een aantal keer op de knop [FUNCTION]
tot 'AutoOff' (functie 045; pagina 47) wordt
weergegeven, en gebruik dan de knop [+] of [-]
om de gewenste waarde te selecteren.
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets
op het keyboard ingedrukt houdt. Het bericht
'oFF AutoOff' wordt kort weergegeven, en daarna
start het instrument op met de functie Automatisch
uitschakelen uitgeschakeld. U kunt de functie
Automatisch uitschakelen ook uitschakelen door Off
in functienummer 045 (pagina 47) te selecteren.
Configuratie
2 Druk op de schakelaar [] (Standby/On) om het
instrument aan te zetten.
De voicenaam verschijnt in de display. Pas het
volume zoals gewenst aan terwijl u het keyboard
bespeelt.
3 Houd de [ ](Standby/On)-schakelaar ongeveer
een seconde ingedrukt om het instrument in de
stand-bymodus te zetten.
• Zelfs als de [ ]-schakelaar (STANDBY/ON) in de standbypositie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid
stroom door het product. Haal de stekker uit het
stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt,
of tijdens elektrische stormen, zoals onweer.
• Druk als u het instrument wilt inschakelen alleen op de
schakelaar [ ] (Standby/On). Andere handelingen,
zoals het indrukken van toetsen, zijn niet toegestaan.
Dit kan leiden tot storingen in het instrument.
• Afhankelijk van de status van het instrument wordt het
instrument mogelijk niet automatisch uitgeschakeld, ook
niet nadat de opgegeven periode is verstreken. Zet het
instrument altijd handmatig uit als u het niet gebruikt.
• Als het instrument een bepaalde periode niet wordt gebruikt
terwijl het is aangesloten op een extern apparaat zoals een
versterker, luidspreker of computer, volg dan de instructies
in de gebruikershandleiding voor het uitschakelen van het
instrument en de aangesloten apparaten, om schade aan
apparaten te voorkomen. Als u niet wilt dat het instrument
automatisch wordt uitgeschakeld als er een apparaat is
aangesloten, zet u de functie Auto Power Off uit.
• In het algemeen blijven de gegevens en instellingen
behouden, zelfs als het instrument wordt uitgeschakeld met de
functie Auto Power Off. Zie pagina 49 voor meer informatie.
Als u het volume van het hele keyboardgeluid wilt
aanpassen, gebruikt u de [MASTER VOLUME]draaiknop terwijl u het keyboard bespeelt.
• Gebruik het instrument niet langdurig met een hoog
of onaangenaam volumeniveau. Dit kan permanente
doofheid veroorzaken.
Een hoofdtelefoon of externe
luidspreker aansluiten
Sluit een hoofdtelefoon aan op de [PHONES/
OUTPUT]-aansluiting. Deze aansluiting functioneert
ook als externe uitgang. Door het instrument aan te
sluiten op een computer, keyboardversterker,
recorder of ander audioapparaat, kunt u het
audiosignaal van het instrument uitvoeren via dat
externe apparaat. De luidsprekers van dit instrument
worden automatisch uitgeschakeld wanneer u een
stekker in deze aansluiting steekt.
Een pedaal gebruiken (sustain)
U kunt tijdens het spelen een natuurlijke sustain
produceren door een voetschakelaar (FC5 of FC4A;
afzonderlijk verkocht) in te drukken die op de
aansluiting [SUSTAIN] is aangesloten.
• Sluit de voetschakelaar aan en koppel deze los terwijl het
instrument is uitgeschakeld. Houd ook de voetschakelaar niet
ingedrukt terwijl u het instrument aanzet. Hierdoor wijzigt u de
polariteit van de voetschakelaar, wat een omgekeerde
werking tot gevolg heeft.
• De sustainfunctie heeft geen invloed op splitvoices
(pagina 17) en stijl (automatische begeleiding; pagina 22).
De muziekstandaard gebruiken
Plaats de muziekstandaard zoals aangegeven in
de uitsparingen.
14
• Gebruik een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of
oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent
gehoorverlies kan veroorzaken.
• Schakel alle componenten uit voordat u het instrument
op andere elektronische componenten aansluit. Zorg er
tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum
instelt, voordat u componenten aan- of uitzet.
Anders kunnen de componenten beschadigd raken
of kunt u een elektrische schok krijgen.
• Om eventuele schade aan het externe apparaat te
voorkomen, dient u eerst het instrument en daarna pas het
externe apparaat in te schakelen. Keer deze volgorde om
bij het uitzetten: zet eerst het externe apparaat uit en
daarna het instrument.
Deze geven de werkinstelling van het
instrument aan.
Song/Voice/Style
Gewoonlijk geeft deze de noten aan die
u speelt. Tijdens de songlesfunctie
worden hier de huidige noten en het
akkoord van het afspelen weergegeven.
Wanneer de woordenboekfunctie
(pagina 26) wordt gebruikt, worden de
noten weergegeven van het akkoord
dat u opgeeft.
Notatie
• Noten die onder of boven de notenbalk
vallen, worden met '8va' aangegeven.
• B ij enkele spec ifieke akkoorden ka n
het voorkomen dat vanwege
ruimtebeperkingen op de display niet
alle noten worden weergegeven.
OPMERKING
In dit gebied wordt aangegeven
dat de lesgerelateerde status
is ingeschakeld.
Geeft de slagingsstatus
(pagina 34) van de les
Keys To Success aan.
Lesaanduiding
Elke indicatie wordt weergegeven
wanneer de corresponderende
functie is ingeschakeld.
...
Automa tische
begeleiding (pagina 22)
... Aanslagrespons
(pagina 18)
... Arpeggio (
pagina 19
)
... Duo (
pagina 21
)
... Split (
pagina 17
)
... Dual (
pagina 17
)
... Harmony (
pagina 19
)
Aan/uit-status
Geeft het akkoord aan dat in het bereik voor automatische
begeleiding (pagina 22) op het keyboard wordt gespeeld of
dat met het afspelen van een song is opgegeven.
Geeft doorgaans het huidige maatnummer
van de huidige stijl of song aan. Wanneer de
knop [FUNCTION] (pagina 45) wordt
gebruikt, geeft deze het functienummer weer.
Hier worden de noten aangegeven die op dat moment worden
gespeeld. In de lesfunctie voor een song worden hier de noten van
de melodie en akkoorden van een song weergegeven. Hier worden
ook de noten van een akkoord aangegeven, zowel bij het spelen
van een akkoord als bij het gebruik van de woordenboekfunctie.
Akkoord
Maat of functie
Keyboarddisplay
003
027
Geeft de aan/uit-status van het afspelen van
een song of doeltrack van songopname aan
(pagina 29, 42).
Aan: track bevat gegevens
Uit: track is gedempt of bevat geen gegevens
Knippert: track is geselecteerd als opnametrack
Geeft de huidige tel van het afspelen aan.
Songtrackstatus
Tel
De afbeelding is van de PSR-E363.
Druk op de nummerknoppen
[0], [0], [3] of druk gewoon
op [3].
Voorbeeld: selectie van voice
003, Harpsichord.
Druk kort om te
verhogen.
Druk kort om te
verlagen.
Display-items
001
GrandPno
Configuratie
C3
Basishandelingen
Voordat u het instrument gaat gebruiken, is het misschien handig om vertrouwd te raken met onderstaande
basisregelaars, waarmee u items kunt selecteren en waarden kunt wijzigen.
Nummerknoppen
Gebruik de nummerknoppen als u een item of waarde
rechtstreeks wilt invoeren. Bij nummers die met een of
twee nullen beginnen, kunt u de eerste nullen weglaten.
Knoppen [+] en [-]
Druk kort op de knop [+] om de waarde met 1 te
verhogen of druk kort op de knop [-] om de waarde met
1 te verlagen. Houd deze knoppen ingedrukt om de
waarde doorlopend te verhogen of te verlagen.
De hier weergegeven
voice wordt de hoofdvoice
van het instrument.
Voicenummer
Wordt weergegeven
nadat u op de knop
[VOICE] hebt gedrukt.
Flute
096
Selecteer de voice waarmee u wilt spelen
Tempo
090
Huidige tempowaarde
Referent ie
Naast piano, orgel en andere 'standaard' toetseninstrumenten bevat dit instrument een
groot aantal voices zoals gitaar, bas, strijkinstrumenten, saxofoon, trompet, drums en
percussie, en zelfs geluidseffecten, waardoor u een grote verscheidenheid aan
muziekgeluiden hebt.
Een hoofdvoice selecteren
Druk op de knop [VOICE].
1
Het nummer en de naam van de voice worden
weergegeven.
Verscheidene drum- en percussiegeluiden zijn
toegewezen aan afzonderlijke toetsen,
waarmee u ze kunt afspelen. U vindt meer
informatie over de instrumenten en
toetstoewijzingen van elke drumkit in de lijst
met drumkits op pagina 67.
Arpeggio's worden automatisch
gereproduceerd door gewoon het keyboard te
bespelen (pagina 19).
One Touch Setting
De functie One Touch Setting selecteert
automatisch de juiste voice wanneer u een stijl
of song selecteert (behalve de song die wordt
ingevoerd vanuit de [AUX IN]-aansluiting.
Selecteer voicenummer '000' om deze functie
aan te zetten.
001
GrandPno
De voice Grand Piano (vleugel)
bespelen
Druk op de knop [PORTABLE GRAND] als u de diverse
instellingen wilt resetten naar de standaardinstellingen
en gewoon een piano wilt bespelen.
De voice '001 Grand Piano' wordt automatisch als
hoofdvoice geselecteerd.
De metronoom gebruiken
Het instrument beschikt over een ingebouwde
metronoom (een apparaat dat een exact tempo
aanhoudt). Dit is een handig hulpmiddel bij
het oefenen.
Druk op de knop [METRONOME] om
1
de metronoom te starten.
Druk nogmaals op de knop
2
[METRONOME] als u de metronoom
wilt stoppen.
Het tempo wijzigen:
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de waarde van
Tempo op te roepen en gebruik vervolgens de
nummerknoppen [0] t/m [9], [+], [-] om het tempo
aan te passen.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [+] en [-] als u de
waarde onmiddellijk wilt resetten naar het
standaardtempo.
Diverse instrumentvoices bespelen
GrandPno
001
Wordt weergegeven als de
dual-functie is ingeschakeld
De twee voices
klinken tegelijkertijd.
Verschijnt als de
splitfunctie actief is
Splitvoice
Hoofdvoice en
dualvoice
Splitpunt ... standaardinstelling: 054 (F#2)
036
(C1)
048
(C2)
060
(C3)
072
(C4)
084
(C5)
096
(C6)
De maatsoort instellen:
Druk op de knop [METRONOME] en houd deze
ingedrukt om 'TimeSigN' (functie 036; pagina 47)
op te roepen, en gebruik vervolgens de
nummerknoppen en de knoppen [+] en [-].
Het metronoomvolume instellen:
U kunt deze instellen met functienummer 038
(pagina 47).
Een dualvoice layeren
Naast de mainvoice kunt u nog een andere voice als
een 'dualvoice' over het gehele keyboard stapelen.
Druk op de knop [DUAL] om Dual in
1
te schakelen.
Druk nogmaals op de knop [DUAL]
2
om Dual te beëindigen.
Een andere dualvoice selecteren:
Hoewel u door Dual in te schakelen een dualvoice
selecteert die geschikt is voor de huidige hoofdvoice,
kunt u ook heel eenvoudig een andere dualvoice
selecteren door de knop [DUAL] ingedrukt te houden
om 'D.Voice' (functie 013; pagina 46) op te roepen en
daarna de nummerknoppen [0]–[9], [+], [-]
te gebruiken.
Een splitvoice spelen in het
gebied voor de linkerhand
Door het keyboard in twee gebieden te verdelen,
kunt u in het gebied voor de linkerhand een andere
voice spelen dan in het gebied voor de rechterhand.
Druk op de knop [SPLIT] om Split in
1
te schakelen.
Het keyboard wordt verdeeld in het gebied voor
de linkerhand en het gebied voor de rechterhand.
001
GrandPno
U kunt op het keyboard in het gebied voor de
linkerhand een splitvoice spelen terwijl u in het
gebied voor de rechterhand een hoofdvoice en
dualvoice speelt.
De hoogste toets voor het gebied voor de
linkerhand wordt het 'splitpunt' (functie 007;
pagina 45
F#2, maar kan worden gewijzigd.
Druk nogmaals op de knop [SPLIT]
2
om Split te beëindigen.
Een andere splitvoice selecteren:
Houd de knop [SPLIT] ingedrukt om 'S.Voice'
(functie 017; pagina 46) op te roepen, en gebruik
vervolgens de nummerknoppen [0]–[9], [+], [-].
Het keyboard van dit instrument is voorzien van een
aanslagresponsfunctie waarmee u dynamisch en
expressief het niveau van de voices met uw
speelsterkte kunt regelen.
Druk enkele keren op de knop
1
[FUNCTION] tot 'TouchRes' (functie 008)
wordt weergegeven.
Na enkele seconden wordt de huidige
aanslagrespons weergegeven.
Selecteer met de nummerknoppen [1]–[4],
2
[+], [-] een aanslagresponsinstelling
tussen 1 en 4.
produceert een relatief hoog volume
zelfs bij een lichte speelsterkte.
Meest geschikt voor spelers met een
lichte aanslag die een gelijkmatig,
relatief hard volume willen houden.
Produceert een redelijk normale
toetsreactie.
Voor een luid volume moeten de
toetsen heel krachtig worden
bespeeld. Deze instelling is zeer
geschikt voor een groot dynamisch
bereik en een optimale expressieve
besturing van het geluid, van
pianissimo tot fortissimo.
Alle noten worden met hetzelfde
volume afgespeeld, onafhankelijk van
hoe hard er op het keyboard
wordt gespeeld.
Andere effecten op het geluid
toepassen
Dit instrument kan op het geluid van het instrument
de onderstaande effecten toepassen.
Reverb
Voegt de ambiance van een club of concertzaal toe aan
het geluid. Hoewel het meest geschikte reverbtype
wordt opgeroepen als u een song of stijl selecteert, kunt
u op de volgende manier een ander type selecteren.
Een reverbtype selecteren
1 Druk op de knop [REVERB].
Nadat 'Reverb' (functie 021;
seconden zichtbaar is geweest, wordt het huidige
type weergegeven.
2 Gebruik de nummerknoppen [0] t/m [9] en de
knoppen [+] en [-] om het gewenste type
te selecteren.
Als 'Off' is geselecteerd, is Reverb uitgeschakeld.
U kunt de reverbdiepte ook instellen via functienummer
022 (
pagina 46
).
Chorus
Hiermee klinkt de voice voller, warmer en ruimtelijker.
Hoewel het meest geschikte chorustype wordt
opgeroepen als u een song of stijl selecteert, kunt u
een ander type selecteren via functienummer 023
(pagina 46). U kunt de chorusdiepte voor voices ook
instellen via functienummer 012, 016, 020 (pagina 46).
De chorusdiepte kan niet worden toegepast op de
stijlen of songs.
Paneelsustain
Als u de parameter Sustain van functienummer 024
(pagina 46) inschakelt, kunt u een vaste, automatische
sustain toevoegen aan de main-/dualvoices die op het
keyboard worden gespeeld. U kunt desgewenst ook
een natuurlijke sustain produceren met de
voetschakelaar (afzonderlijk verkocht; pagina 14).
• Zelfs als u paneelsustain inschakelt, zijn er voices waarop
sustain niet wordt toegepast.
pagina 46
) enkele
Analogon
106
GrandPno
001
Wordt weergegeven als
Harmony is ingeschakeld.
Wordt weergegeven als
Arpeggio is ingeschakeld.
of
OPMERKING
02
Huidige type
Houd langer dan een
seconde ingedrukt.
OPMERKING
Harmony of Arpeggio toepassen
U kunt harmony- of arpeggionoten toevoegen aan de
voice die op het keyboard wordt gespeeld.
Door het harmonietype op te geven, kunt u
harmoniepartijen, zoals duet of trio, toepassen of
tremolo- of echo-effecten toevoegen aan het
afgespeelde geluid van de hoofdvoice. Als het
arpeggiotype is geselecteerd, worden op dezelfde
manier automatisch arpeggio's (gebroken akkoorden)
afgespeeld wanneer u de juiste noten op het
keyboard speelt. Als u bijvoorbeeld de noten van een
drieklank speelt (de grondtoon, de terts en de kwint),
maakt de arpeggiofunctie hiermee automatisch een
aantal interessante arpeggioachtige frasen. U kunt
deze functie op creatieve wijze gebruiken voor
muziekproductie en performance.
Druk op de knop [HARMONY/
1
ARPEGGIO] om de harmony-of
arpeggiofunctie in te schakelen.
Wanneer Harmony of Arpeggio is ingeschakeld,
wordt de meest geschikte voor de huidige
hoofdvoice geselecteerd.
Als u een specifiek type wilt selecteren, volg dan
stap 2 en 3 hieronder om dit te selecteren.
• U kunt het Harmony-effect alleen aan de hoofdvoice
toevoegen.
• Als u een voicenummer tussen 216 en 235 selecteert,
wordt de arpeggiofunctie automatisch ingeschakeld.
• Als u een Harmony-type tussen 001 en 005 selecteert,
wordt het harmony-effect alleen toegevoegd aan de
melodie die u met uw rechterhand speelt als u de Stijl
(pagina 22) inschakelt en akkoorden indrukt in het
gedeelte voor automatische begeleiding van
het keyboard.
Diverse instrumentvoices bespelen
Houd de knop [HARMONY/ARPEGGIO]
2
langer dan een seconde ingedrukt zodat
'Harm/Arp' (functie 028; pagina 46) op de
display wordt weergegeven.
Wanneer 'Harm/Arp' enkele seconden is
weergegeven, wordt het huidige type
weergegeven.
Harm/Arp
028
001
Duet
8
Gebruik de nummerknoppen [0] t/m [9]
3
en de knoppen [+] en [-] om het
gewenste type te selecteren.
Wanneer u een harmonietype wilt opgeven,
raadpleeg dan de lijst met harmonietypen op
pagina 73; als u een arpeggiotype wilt opgeven,
raadpleeg dan de lijst met arpeggiotypen op
pagina 74.
• Wanneer u een van de arpeggiotypen 143 t/m 176
afspeelt, selecteert u de bijbehorende voice hieronder
als hoofdvoice.
143–173: Selecteer een drumkit (voicenr. 198–207).
174 (China): Selecteer 'StdKit1 + Chinese Perc.'
(voicenr. 208).
175 (Indiaas): Selecteer 'Indian Kit 1' (voicenr. 209) of
keyboard om de harmonie of het
arpeggio te starten.
Wanneer een harmonietype is geselecteerd,
kan een harmoniepartij (bijvoorbeeld duet of trio)
of een effect (bijvoorbeeld tremolo of echo)
worden toegevoegd aan het afgespeelde geluid
van de hoofdvoice.
Als een arpeggiotype is geselecteerd, worden op
dezelfde manier automatisch arpeggio's
(gebroken akkoorden) afgespeeld wanneer u de
juiste noten op het keyboard speelt. De specifieke
arpeggiofrase is afhankelijk van het aantal
ingedrukte noten en het gebied van het keyboard.
Druk nogmaals op de knop [HARMONY/
5
ARPEGGIO] als u de harmonie of het
arpeggio wilt uitschakelen.
Druk op de rechterhandtoetsen terwijl u akkoorden
speelt in het gedeelte voor automatische begeleiding
van het keyboard wanneer automatische begeleiding
is ingeschakeld (pagina 22).
• Harmonietype 006 t/m 012 (triller)
Houd twee toetsen ingedrukt.
• Harmonietype 013 t/m 019 (tremolo)
Blijf de toetsen
ingedrukt houden.
• Harmonietype 020 t/m 026 (echo)
Bespeel de toetsen.
• Arpeggiotype 027 t/m 176
De arpeggiofunctie wordt toegepast op
de hoofd- en dualvoice.
De arpeggiofunctie wordt alleen toegepast
op de splitvoice.
Als Split is uitgeschakeld:
Als Split is ingeschakeld:
• Arpeggio's kunnen niet tegelijkertijd op de split- en
hoofd-/dualvoices worden toegepast.
• Als u een voicenummer tussen 226 en 235 als
hoofdvoice selecteert, worden Arpeggio en Split
automatisch ingeschakeld.
OPMERKING
De methode van geluid voor het Harmony-effect (01–26)
verschilt per harmoniet ype. Voor de typen 01–05 zet u
de automatische begeleiding aan en speelt u eerst een
akkoord in de automatische-begeleidingssectie op het
keyboard en vervolgens speelt u enkele toetsen in het
rechtergedeelte om het Harmony-effect te produceren.
Voor de typen 06–26 heeft het aan- of uitzetten van de
automatische begeleiding geen effect. U moet echter
twee noten gelijktijdig spelen voor de typen 06–12.
03
Arp Hold
2
031
Referentie
Het Harmony-volume aanpassen:
U kunt dit aanpassen met functienummer 029
(pagina 46).
De arpeggiosnelheid aanpassen:
U kunt dit aanpassen met functienummer 030
(pagina 46).
Het afspelen van het arpeggio
aanhouden met de voetschakelaar (Hold)
U kunt het instrument zo instellen dat het afspelen
van arpeggio's voortduurt zelfs nadat de noot is
losgelaten. Daartoe drukt u op een voetschakelaar
die op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten.
Druk enkele keren op een [FUNCTION]-
1
knop tot 'Pdl Func' (functie 031) op de
display wordt weergegeven.
Nadat 'Pdl Func' enkele seconden zichtbaar is,
wordt de huidige instelling weergegeven.
en de knoppen [+] en [-] om 'Arp Hold'
te selecteren.
Selecteer 'Sustain' als u de functie van de
voetschakelaar weer wilt terugzetten op sustain.
Selecteer 'Hold+Sus' als u beide functies
(hold en sustain) wilt gebruiken.
Probeer het keyboard met de
3
voetschakelaar te bespelen met het
afspelen van arpeggio's.
Druk op de noten om het arpeggio te activeren
en druk vervolgens op de voetschakelaar. Zelfs
wanneer u de noten loslaat, wordt het arpeggio
verder afgespeeld. Laat de voetschakelaar los
om het afspelen van het arpeggio te stoppen.
Het keyboard bespelen met twee
DuoMode
on
Gelijkwaardig aan C3
Splitpunt:
066 (F#3)
Linkervoice
Gelijkwaardig aan C3
(PSR-E363, YPT-360)
Rechter voice
Gelijkwaardig aan C3
(PSR-EW300)
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
personen (Duo-modus)
Wanneer de Duo-modus op dit instrument is geactiveerd, kunnen twee spelers het
instrument tegelijk bespelen met hetzelfde geluid en binnen hetzelfde octaafbereik; de
ene persoon links en de andere rechts. Dit is handig voor leertoepassingen, waarbij de
ene persoon (bijvoorbeeld de leraar) een modelperformance speelt en de andere
persoon ernaast toekijkt en oefent.
Als u dit instrument wilt starten in de
1
Duo-modus, houdt u tegelijkertijd de
knop [L] en de schakelaar [ ] (Standby/
On) ingedrukt om het instrument in
te schakelen.
'DuoMode' wordt enkele seconden in de display
weergegeven en de F#3-toets wordt het Splitpunt
waarop het keyboard in twee delen wordt
gesplitst: een voor de linkervoice en een voor
de rechtervoice.
Eén persoon dient het gedeelte van de
2
linkervoice van het keyboard te bespelen
terwijl de andere het gedeelte voor de
rechtervoice bespeelt.
Een voice selecteren
U selecteert een voice door stap 1 en 2 uit te
voeren in Een hoofdvoice selecteren op pagina 16.
• Het gedeelte voor de rechtervoice en dat voor de
linkervoice van het keyboard zijn beide ingesteld op
dezelfde voice (hoofdvoice).
• In de Duo-modus kan het splitpunt niet worden gewijzigd
van F
#
3.
• Wanneer een dualvoice is geselecteerd uit
voicenummers 162 tot 188, is in het gedeelte voor de
linkervoice alleen de hoofdvoice hoorbaar.
• Bepaalde functies, zoals Les, Harmony/Arpeggio en Dual
kunnen niet worden gebruikt in de Duo-modus.
Hoe geluiden in de Duo-modus worden
uitgevoerd
Met de oorspronkelijke instelling van de Duomodus klinken noten die in het gedeelte voor de
linkervoice worden gespeeld uit de luidspreker
aan de linkerkant en klinken noten die in het
gedeelte voor de rechtervoice worden gespeeld
uit de luidspreker aan de rechterkant. U kunt
deze uitvoerinstelling wijzigen via de instelling
'VoiceOut' (functie 027; pagina 46).
• Door de instelling van VoiceOut = 'Separate' (pagina 46)
klinken de pan-, volume- en tooneigenschappen in de
Duo-modus van het stereogeluid mogelijk anders dan in
de normale modus. Met name met drumkits kan het
verschil erg opvallen, omdat elke toets van een drumkit
een andere stereopanpositie voorstelt.
Sustain gebruiken in Duo-modus
In de Duo-modus kan sustain net als in de
gewone modus op de gedeelten voor de linkeren rechtervoice worden toegepast door een van
de volgende methoden in de Duo-modus te
gebruiken.
• Druk op de voetschakelaar (pagina 14) die is
aangesloten op de [SUSTAIN]-schakelaar.
• Schakel 'Sustain' (functie 024; pagina 46) in.
Sustain wordt op alle noten toegepast.
• Sustain kan niet onafhankelijk op het gedeelte voor de
linkervoice en het gedeelte voor de rechtervoice worden
toegepast.
• Als paneelsustain is ingeschakeld, blijft de holdinstelling
behouden, zelfs wanneer het instrument wordt
uitgeschakeld.
Stijlen afspelen in de Duo-modus
Hoewel in de Duo-modus niet alle stijlkenmerken
(begeleiding) kunnen worden gebruikt, kan de
ritmepartij van een stijl worden afgespeeld terwijl
de linker-/rechtervoices normaal worden gespeeld.
Opnemen in de Duo-modus
De gedeelten voor de rechter- en linkervoice
worden op dezelfde track opgenomen.
Als u de modus Duo wilt beëindigen,
3
drukt u op de schakelaar [ ] (Standby/
On) om het instrument uit te schakelen,
waarna u het instrument weer normaal
inschakelt.
Dit pictogram wordt weergegeven als de
automatische begeleiding is aangezet.
Splitpunt ... standaardinstelling: 054 (F#2)
Gedeelte voor
automatische
begeleiding
036
(C1)
048
(C2)
060
(C3)
072
(C4)
084
(C5)
096
(C6)
16Beat
020
Knippert als Sync Start actief is.
Splitpunt
• Aangezien de stijlen van de categorie Pianist (157–165)
geen ritmepartij hebben, wordt er geen geluid
geproduceerd als u alleen het ritme afspeelt. Zorg er bij
het bespelen van deze stijlen voor dat u stap 2 t/m 4 op
deze pagina uitvoert.
OPMERKING
Dit instrument bevat een functie voor automatische begeleiding waarmee geschikte
'stijlen' (ritme + bas + akkoordenbegeleiding) worden afgespeeld. U kunt kiezen uit een
enorm aantal stijlen voor een verscheidenheid aan muziekgenres.
U kunt de gewenste stijl selecteren door
1
op de knop [STYLE] te drukken en
vervolgens de nummerknoppen [0]–[9],
[+], [-] te gebruiken.
U vindt de stijllijst op het voorpaneel of in de
Stijllijst (pagina 71).
Speel een akkoord in het gedeelte voor
4
Referentie
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de
2
automatische begeleiding aan te zetten.
Met deze handeling wordt het gedeelte van het
keyboard links van het splitpunt (054: F#2) het
'gedeelte voor automatische begeleiding',
dat alleen wordt gebruikt voor het aangeven
vandeakkoorden.
automatische begeleiding om het
afspelen te starten.
Speel met uw rechterhand een melodie en met
uw linkerhand akkoorden.
Voor informatie over akkoorden raadpleegt u
'Akkoordtypen voor het afspelen van een stijl'
(pagina 25) of gebruikt u de Dictionary-functie
voor akkoorden (pagina 26).
Druk op de knop [START/STOP] om het
5
afspelen te stoppen.
Met Secties kunt u intro-, einde- en ritmevariaties
aan het afspelen van een stijl toevoegen.
Voor meer informatie raadpleegt u pagina 24.
De hoogste toets voor het gedeelte voor
automatische begeleiding wordt het 'splitpunt'
genoemd. Dit is standaard de toets F#2, maar
kan worden gewijzigd via functienummer 007
(pagina 45).
Druk op de knop [SYNC START] om
3
Synchro Start aan te zetten.
Hiermee zet u het afspelen van de stijl op
'stand-by' en de stijl wordt afgespeeld als u het
keyboard bespeelt.
Als u op de knop [START/STOP] drukt (zonder de knop
[ACMP ON/OFF] ingedrukt te houden in stap 2), kunt u
alleen het ritmegedeelte afspelen, en kunt u met het
gehele bereik van het keyboard een
melodieperformance afspelen.
Het stijlvolume aanpassen
Om de volumebalans tussen het afspelen van een
stijl en het keyboard aan te passen, kunt u het
stijlvolume aanpassen. U kunt deze instellen met
functienummer 001 (pagina 45).
Stijlen bespelen
Jude Hey
001
StyleReg
009
LET OP
De Muziekdatabase gebruiken
Gebruik deze functie als u moeite hebt met het
zoeken en selecteren van de gewenste stijl en voice.
Vanuit de muziekdatabase kunt u de ideale
instellingen oproepen door slechts uw favoriete
muziekgenre te selecteren.
Druk op de knop [MUSIC DATABASE].
1
Zowel de automatische begeleiding als Synchro
Start worden automatisch ingeschakeld.
Gebruik de nummerknoppen [0]–[9], [+],
2
[-] om de gewenste muziekdatabase
te selecteren.
Hiermee roept u paneelinstellingen als Voice en
Style op die in de geselecteerde muziekdatabase
zijn geregistreerd. U vindt de categorienaam van
de lijst met muziekdatabases op het voorpaneel
of in de Lijst met muziekdatabases (pagina 72).
Bespeel het keyboard zoals in stap 4 en
3
5 op pagina 22 is beschreven.
Een stijlbestand registreren
Stijlgegevens die zijn gemaakt op een ander
instrument of een computer kunnen worden
geregistreerd (geladen) in de stijlnummers 166–175.
U kunt ze op dezelfde manier afspelen als de interne
presetstijlen.
Breng het stijlbestand (***.sty) van een
1
computer over naar dit instrument met
Musicsoft Downloader.
Voor meer instructies raadpleegt u 'Computerrelated Operations (Computergerelateerde
handelingen)' (pagina 8) op de website.
Druk enkele keren op de knop
2
[FUNCTION] tot 'StyleReg' (functie 009;
pagina 46) wordt weergegeven.
Na ongeveer twee seconden verschijnt de naam
van een registreerbaar stijlbestand in de display.
Selecteer zo nodig de gewenste stijl met
3
de knoppen [+] of [–].
Druk op de knop [0].
4
Als laadbestemming wordt 'Load To? ***'
(***: 166–175) op de display weergegeven.
Selecteer indien gewenst een ander nummer met
de knop [+] of [-].
Druk op de knop [0].
5
U wordt gevraagd het verwijderen te bevestigen.
U kunt deze handeling annuleren door op de
knop [-/NO] te drukken.
Druk op de knop [+/YES] om het bestand
6
daadwerkelijk te laden.
Na enige tijd wordt het bericht weergegeven dat
de bewerking is voltooid.
Referentie
• Het laden kan tijdens de uitvoering ervan niet worden
geannuleerd. Schakel nooit de stroomtoevoer uit
tijdens deze bewerking. Als u dat wel doet, is het
mogelijk dat er gegevens verloren gaan.
Druk op de knop [STYLE], selecteer met
7
de knop [+] of [-] een stijl tussen 166–175
en probeer deze af te spelen.
Elke stijl bestaat uit secties waarmee u het
arrangement van de begeleiding kunt aanpassen
aan de song die u speelt. Deze instructies geven een
typisch voorbeeld voor het gebruik van secties.
Wanneer het intro is voltooid, bespeelt u
7
het keyboard volgens de voortgang van
de song die u speelt.
Speel akkoorden met uw linkerhand terwijl u
melodieën speelt met uw rechterhand. Druk op
de knop [MAIN/AUTO FILL] wanneer dat nodig
is. De sectie verandert in Fill-in en vervolgens in
Main A of B.
1–3
Referentie
Gelijk aan stappen 1 tot 3 in pagina 22.
Druk op de knop [MAIN/AUTO FILL] om
4
Main A of Main B te selecteren.
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
5
Nu kunt u het afspelen van de stijl starten vanaf
de sectie Intro.
Speel een akkoord met uw linkerhand
6
om het afspelen van het intro te starten.
Speel voor dit voorbeeld een C-majeurakkoord
(zoals hieronder aangegeven). Voor informatie
over het invoeren van akkoorden raadpleegt u
'Akkoordtypen voor het afspelen van een stijl'
op pagina 25.
Druk op de knop [INTRO/ENDING/rit.].
8
De sectie schakelt over naar Ending. Als het einde
is voltooid, stopt het afspelen van de stijl
automatisch. U kunt het einde geleidelijk laten
vertragen (ritardando) door nogmaals op de knop
[INTRO/ENDING/rit.] te drukken terwijl het einde
wordt afgespeeld.
Het tempo wijzigen
Druk op de knop [TEMPO/TAP] om de waarde van
Tempo op te roepen en gebruik vervolgens de
nummerknoppen [-] en [+] om de waarde van Tempo
aan te passen.
Druk de knoppen [+] en [-] tegelijkertijd in om de
waarde te resetten naar het standaardtempo van
de huidige stijl of song.
De functie Tap gebruiken
Terwijl een song of stijl wordt afgespeeld, kunt u het
tempo wijzigen door twee keer in het gewenste
tempo op de knop [TEMPO/TAP] te drukken. Als het
afspelen van een song of stijl wordt gestopt, drukt u
verschillende keren op de knop [TEMPO/TAP] om
het afspelen te starten in het tempo waarin u tikt: vier
keer voor een song of stijl met vier tellen of drie keer
voor een song of stijl met drie tellen.