Yamaha 9.9F, 15F User Manual

0 (0)

9.9F

15F

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw

buitenboordmotor te gebruiken.

63V-28199-7E-D0

Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens uw buitenboordmotor te gebruiken. Bewaar deze handleiding aan boord in een waterdichte zak tijdens het varen. Deze handleiding moet bij de buitenboordmotor blijven wanneer hij wordt verkocht.

Een NOTA geeft belangrijke informatie om handelingen gemakkelijker of duidelijker te maken.

Belangrijke handleidingsinformatie

DMU25108

Yamaha zoekt voortdurend vooruitgang in

Aan de eigenaar

productontwerp en kwaliteit. Daarom, on-

Dank u voor het kiezen van een Yamaha bui-

danks dat deze handleiding de laatste pro-

tenboordmotor. Deze gebruikershandleiding

ductinformatie bevat die verkrijgbaar is ten

bevat informatie over juiste bediening, on-

tijde van uitgave, kunnen er kleine afwijkin-

derhoud en zorg. Een grondig begrip van de-

gen tussen uw machine en deze handleiding

ze eenvoudige instructies zal u helpen om

zijn. Raadpleeg uw Yamaha-dealer, indien u

maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te

enige vragen aangaande dit handboek heeft.

krijgen. Raadpleeg een Yamaha-dealer, in-

Yamaha raadt aan dat u het product correct

dien u vragen over de bediening of onder-

gebruikt en de gespecificeerde periodieke in-

houd van uw buitenboordmotor hebt.

specties en onderhoud correct uitvoert vol-

In deze gebruikershandleiding is bijzonder

gens de instructies in de gebruikershandlei-

belangrijke informatie als volgt aangeduid.

ding, om een lang leven van het product te

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

verzekeren. Elke schade, veroorzaakt door

: dit is het symbool voor veiligheidswaar-

het niet volgen van deze instructies, valt niet

schuwingen. Het wordt gebruikt om u op mo-

onder de garantie.

gelijke verwondinggevaren te wijzen. Volg al-

Sommige landen hanteren wetten of regels

le veiligheidsmeldingen achter dit symbool

die gebruikers verbieden het product mee te

op om mogelijke verwondingen of overlijden

nemen buiten het land van aankoop. Dit kan

te voorkomen.

het registreren van het product in het land

DWM00782

van bestemming onmogelijk maken. Daar-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naast kan de garantie in sommige gebieden

 

 

 

 

 

 

 

 

Een WAARSCHUWING wijst op een ge-

niet van toepassing zijn. Raadpleeg de dea-

vaarlijke situatie die kan leiden tot de

ler waar het product is aangeschaft voor

dood of ernstige letsels als ze niet wordt

meer informatie, indien u het product mee

vermeden.

wilt nemen naar een ander land.

 

 

 

 

 

 

 

 

Indien het gekochte product reeds was ge-

DCM00702

bruikt, neemt u contact op met uw dichtstbij-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zijnde dealer voor herregistratie en om recht

Een alinea die vooraf wordt gegaan door

te krijgen op de aangegeven diensten.

OPGELET vermeldt speciale voorzorgs-

NOTA:

maatregelen die moeten worden geno-

De 9.9FMH, 15FMH en de standaardacces-

men om schade aan de buitenboordmotor

soires worden gebruikt als basis voor de ver-

of aan andere eigendommen te voorko-

klaringen en afbeeldingen in deze handlei-

men.

ding. Daardoor kunnen sommige onderdelen

 

 

 

 

 

 

 

 

NOTA:

niet op ieder model van toepassing zijn.

Belangrijke handleidingsinformatie

DMU25122

9.9F, 15F GEBRUIKERSHANDLEIDING ©2013 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e Uitgave, oktober 2013

Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder de schriftelijke toelating van

Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden.

Gedrukt in Japan

Inhoud

Veiligheidsinformatie ......................

1

Buitenboordmotorveiligheid ............

1

Propeller .............................................

1

Draaiende onderdelen .......................

1

Hete onderdelen ................................

1

Elektrische schokken .........................

1

Motorstopschakelaarkoord .................

1

Benzine ..............................................

1

Blootstelling aan en morsen van

 

benzine ...........................................

1

Koolmonoxide ....................................

2

Wijzigingen .........................................

2

Scheepvaartveiligheid ....................

2

Alcohol en verdovende middelen .......

2

Zwemvesten .......................................

2

Mensen in het water ...........................

2

Passagiers .........................................

2

Overladen ..........................................

3

Vermijd botsingen ..............................

3

Weersomstandigheden ......................

3

Passagiersopleiding ...........................

3

Scheepvaartveiligheidspublicaties .....

3

Wetten en voorschriften .....................

3

Algemene informatie .......................

4

Plaats voor

 

identificatienummers ....................

4

Buitenboordmotorserienummer .........

4

EG-verklaring van

 

overeenstemming .......................

4

EG label .........................................

4

Lees handleidingen en labels .........

5

Waarschuwingslabels .......................

5

Specificaties en vereisten ...............

8

Technische gegevens .....................

8

Installatievereisten ..........................

9

Vermogen paardenkracht boot ..........

9

Buitenboordmotor monteren ..............

9

Propellerkeuze ................................

9

Neutraalstartbeveiliging ...............

10

Motorolievereisten ........................

10

Brandstofvereisten ........................

10

Anti-fouling ....................................

11

Buitenboordmotorafdankingsver-

 

eisten .........................................

11

Nooduitrusting ..............................

11

Componenten .................................

12

Schematische voorstelling van de

 

componenten .............................

12

Brandstoftank ...................................

12

Brandstofleidingkoppelstuk ..............

13

Brandstofmeter ................................

13

Benzinetankdop ...............................

13

Ontluchtingsschroef .........................

13

Stuurhendel .....................................

13

Schakelhendel ................................

13

Gashendel .......................................

13

Brandstofverbruiksindicator ............

14

Gashendelfrictieafstelling .................

14

Noodstopkoord en clip .....................

14

Motorstopknop ................................

15

Chokeknop .......................................

15

Handgreep repeteerstarter ...............

15

Stuurfrictieafstelinrichting .................

15

Trimstang (kantelpen) ......................

16

Kantelvergrendelingsmechanisme ...

16

Kantelsteunstang .............................

16

Motorkapvergrendelhendel(s)

 

(draaitype) ....................................

17

2-pen verbindingsstekker .................

17

Informatie over het opladen van de

 

accu ..............................................

17

Installatie ........................................

18

Installatie ......................................

18

De buitenboordmotor monteren .......

18

Vastklemmen van de

 

buitenboordmotor .........................

19

Werking ...........................................

21

Eerste gebruik ..............................

21

Inlopen van de motor .......................

21

Leer uw boot kennen ......................

21

Benzine ............................................

10

Inhoud

Controleert voordat de motor wordt

 

gestart ........................................

21

Brandstofpeil ....................................

22

Verwijderen van de motorkap ..........

22

Brandstofsysteem ............................

22

Bedieningselementen ......................

23

Noodstopkoord .................................

23

Olie ...................................................

23

Motor ................................................

23

Installeren van de motorkap .............

23

Brandstof en motorolie

 

bijvullen ......................................

24

Vullen van de draagbare

 

brandstoftank ................................

24

Mengen van benzine en olie

 

(100:1) ..........................................

25

De motor gebruiken ......................

26

Brandstof verzenden (draagbare

 

tank) ..............................................

26

Starten van de motor .......................

27

Controles na het starten van de

 

motor .........................................

29

Koelwater .........................................

29

De motor laten warmdraaien ........

29

Modellen met chokestarter ...............

29

Controles na het warmdraaien van

 

de motor ....................................

29

Schakelen ........................................

29

Stopschakelaars ..............................

29

Schakelen .....................................

29

De boot stoppen ...........................

30

Motor uitschakelen .......................

31

Procedure ........................................

31

De buitenboordmotor trimmen ......

31

Afstelling van de trimhoek bij

 

modellen met een handbediend

 

kantelmechanisme ........................

32

Boottrim instellen .............................

33

Naar boven en naar beneden

 

kantelen .....................................

33

Procedure voor het naar boven

 

kantelen (modellen met

 

handbediend

 

kantelmechanisme) ......................

34

Procedure voor het naar beneden

 

kantelen (modellen met

 

handbediend kantelsysteem) .......

35

Ondiep water ...............................

35

Varen in ondiep water (modellen met

 

handbediend

 

kantelmechanisme) ......................

35

Varen in andere

 

omstandigheden ........................

36

Onderhoud .....................................

38

Vervoeren en opbergen van de

 

buitenboordmotor ......................

38

Met knevelbouten gemonteerde

 

modellen .......................................

38

Opberging van de

 

buitenboordmotor .........................

39

Procedure ........................................

39

Smering ............................................

40

Reiniging van de

 

buitenboordmotor .........................

40

Controleren van geverfd oppervlak

 

van de buitenboordmotor ..............

41

Periodiek onderhoud ....................

41

Vervangingsonderdelen ...................

41

Zware gebruiksomstandigheden ......

41

Onderhoudsschema 1 ......................

42

Onderhoudsschema 2 ......................

43

Smeren ............................................

44

Reiniging en afstelling van de

 

bougie ...........................................

45

Controleren van de

 

brandstoffilter ................................

45

Vrijlooptoerental onderzoeken .........

46

Inspecteer bedrading en

 

aansluitstukken .............................

46

Propeller controleren ........................

46

De propeller verwijderen ..................

47

De propeller installeren ....................

47

Verversen van tandwielolie ..............

48

De brandstoftank reinigen ................

49

Inspecteren en vervangen van

 

elektrode(n) ..................................

50

Inhoud

Herstellen van defecten ................

51

Problemen verhelpen ...................

51

Tijdelijke handeling in een

 

noodgeval ..................................

55

Impact schade ..................................

55

De startmotor werkt niet ...................

55

Noodstart .........................................

56

Behandeling van ondergedompelde

motor .........................................

56

Index ...............................................

57

Veiligheidsinformatie

DMU33623

Buitenboordmotorveiligheid

Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tijde in acht.

DMU36502

Propeller

Personen kunnen gewond raken of gedood worden wanneer ze in contact komen met de propeller. De propeller kan blijven bewegen wanneer de motor in neutraal staat, en de scherpe randen van de propeller kunnen ook snijwonden veroorzaken terwijl de propeller stilstaat.

Schakel de motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water bevindt.

Houd mensen uit de buurt van de propeller,

zelfs wanneer de motor niet draait.

DMU40272

Draaiende onderdelen

Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden gegrepen door de inwendige draaiende onderdelen van de motor, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.

Verwijder de motorkap nooit als het niet echt nodig is. Verwijder of installeer de motorkap nooit terwijl de motor draait.

Laat de motor uitsluitend zonder motorkap draaien met inachtneming van de specifieke instructies in de handleiding. Houd uw handen, voeten, haar, juwelen, kledingstukken, zwemvestriempjes enz. uit de buurt van eventuele blootliggende bewegende onderdelen.

DMU33641

Hete onderdelen

Tijdens en na de werking zijn bepaalde motoronderdelen heet genoeg om brandwonden te veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met onderdelen onder de motorkap tot de motor is afgekoeld.

DMU33651

Elektrische schokken

Raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten van de motor of terwijl de motor draait. Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken.

DMU33672

Motorstopschakelaarkoord

Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo dat de motor stopt wanneer de gebruiker overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat om te voorkomen dat de boot stuurloos verder vaart en mensen achterlaat, of over mensen of voorwerpen vaart.

Bevestig de motorstopschakelaarkoord tijdens het gebruik van de motor altijd op een veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm of been. Maak ze niet los om de stuurhendel te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de koord niet aan een kledingstuk dat los zou kunnen scheuren, en leid de koord niet langs punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze haar functie niet langer vervult.

Leid de koord niet langs plaatsen waar de kans groot is dat er per ongeluk aan wordt getrokken. Als er aan de koord wordt getrokken tijdens het varen, wordt de motor uitgeschakeld en kunt u de boot niet meer besturen. De boot zou snel kunnen vertragen, waardoor passagiers en voorwerpen voorwaarts worden geslingerd.

DMU33811

Benzine

Benzine en benzinedampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Volg voor het tanken steeds de procedure op pagina 26 om het risico van brand en explosie zo klein mogelijk te houden.

DMU33821

Blootstelling aan en morsen van benzine

Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met

1

Veiligheidsinformatie

droge doeken. Werp de doeken weg zoals het hoort.

Mocht er benzine op uw huid terechtkomen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen.

Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen. Tracht nooit brandstof over te hevelen door ze aan te zuigen met uw mond.

DMU33901

Koolmonoxide

Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolmonoxide bevatten, een kleuren geurloos gas dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen van koolmonoxidevergiftiging zijn onder meer misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Zorg ervoor dat cockpit en cabine altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.

DMU33781

Wijzigingen

Tracht geen wijzigingen aan te brengen aan deze buitenboordmotor. Wijzigingen aan uw buitenboordmotor kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid aantasten, en de buitenboordmotor onveilig of onwettig voor gebruik maken.

DMU33741

Scheepvaartveiligheid

Dit hoofdstuk bevat enkele van vele belangrijke veiligheidsvoorschriften die u dient na te leven tijdens het varen.

DMU33711

Alcohol en verdovende middelen

Ga nooit uit varen na het drinken van alcohol of het innemen van verdovende middelen. Intoxicatie is een van de voornaamste factoren die bijdragen tot dodelijke ongevallen op het water.

DMU40281

Zwemvesten

Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Yamaha raadt u aan altijd een zwemvest te dragen wanneer u gaat varen. Kinderen en nietzwemmers moeten in ieder geval altijd een zwemvest dragen, en iedereen moet een zwemvest dragen wanneer de vaaromstandigheden gevaarlijk zijn of kunnen worden.

DMU33732

Mensen in het water

Kijk altijd zorgvuldig uit voor mensen in het water, zoals zwemmers, waterskiërs of duikers, telkens wanneer de motor draait. Wanneer er zich iemand in het water bevindt vlakbij de boot, schakelt u in neutraal en legt u de motor stil.

Blijf uit de buurt van zwemzones. Zwemmers kunnen moeilijk zichtbaar zijn.

De propeller kan blijven draaien, zelfs wanneer de motor in neutraal staat. Schakel de motor uit wanneer er zich een persoon vlakbij de boot in het water bevindt.

DMU33752

Passagiers

Raadpleeg de instructies van uw bootfabrikant voor informatie over de aangewezen passagiersplaatsen in uw boot en vergewis u ervan dat alle passagiers veilig plaats hebben genomen alvorens te accelereren en wanneer de motor sneller draait dan met het stationair toerental. Staan of zitten op niet aangewezen plaatsen kan ervoor zorgen dat men overboord wordt geslingerd of in de boot valt ten gevolge van golven, kielzog of plotse snelheidsof richtingsveranderingen. Zelfs wanneer iedereen correct plaats heeft genomen in de boot, dient u uw passagiers te waarschuwen wanneer u een ongewoon manoeuvre dient te maken. Tracht opspringende golven en kielzog steeds te vermijden.

2

Veiligheidsinformatie

DMU33762

Overladen

De boot mag nooit worden overladen. Kijk op de bootcapaciteitsplaat of raadpleeg de bootfabrikant voor het toegestane maximumgewicht en maximumaantal passagiers. Zorg ervoor dat het gewicht naar behoren over de boot is verdeeld in overeenstemming met de instructies van de bootfabrikant. Het overladen of verkeerd verdelen van het gewicht over de boot kan de bestuurbaarheid van de boot in het gedrang brengen en leiden tot ongevallen, kapseizen of vollopen.

DMU33773

Vermijd botsingen

Wees voortdurend op de uitkijk voor mensen, voorwerpen en andere boten. Wees op uw hoede voor omstandigheden die de zichtbaarheid beperken of uw zicht blokkeren.

ZMU06025

Stuur defensief met een veilige snelheid en houd voldoende afstand van mensen, voorwerpen en andere boten.

Vaar niet op korte afstand achter andere boten of waterskiërs.

Vermijd scherpe bochten of andere manoeuvres die het anderen moeilijk maken om u te ontwijken of te voorspellen waar u heen gaat.

Vermijd gebieden met gezonken voorwerpen of ondiep water.

Ken uw grenzen en vermijd agressieve manoeuvres om het risico op controlever-

lies en botsingen te vermijden en om te vermijden dat u uit het vaartuig wordt geslingerd.

Reageer tijdig om botsingen te vermijden. Vergeet niet dat boten geen remmen hebben en dat het afzetten van de motor of het verminderen van de stuwkracht de wenbaarheid kunnen verminderen. Als u niet zeker bent dat u op tijd kunt stoppen om een voorwerp te ontwijken, geef dan gas

bij en stuur in een andere richting.

DMU33791

Weersomstandigheden

Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersvoorspellingen alvorens uit te varen. Ga beter niet uit varen in gevaarlijk weer.

DMU33881

Passagiersopleiding

Zorg ervoor dat ten minste één andere passagier opgeleid is in het besturen van de boot in geval van nood.

DMU33891

Scheepvaartveiligheidspublicaties

Informeer u over de scheepvaartveiligheidsvoorschriften. Bijkomende publicaties en informatie kunt u bekomen bij heel wat scheepvaartorganisaties.

DMU33601

Wetten en voorschriften

Leer de scheepvaartwetten en -reglementen die gelden op de plaats waar u gaat varen, en leef deze na. Er gelden verschillende regels naar gelang van de geografische plaats, maar in wezen zijn ze allemaal gelijk aan de Internationale Scheepvaartregels.

3

Algemene informatie

DMU25172

Plaats voor identificatienummers

DMU25185

Buitenboordmotorserienummer

Het serienummer van de buitenboordmotor staat vermeld op het label op de bakboordzijde van de klembeugel.

Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de daartoe voorziene ruimten om op te geven bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.

1. Buitenboordmotorserienummerlocatie

Iedere conforme buitenboordmotor wordt geleverd met de EG-verklaring van overeenstemming. De EG-verklaring van overeenstemming bevat de volgende informatie:

Naam van de motorfabrikant

Modelnaam

Productcode van model (goedgekeurde modelcode)

Code van nageleefde richtlijnen

DMU25207

EG label

Buitenboordmotoren met dit “EG”-label voldoen aan de richtlijnen van; 2006/42/EC, 94/25/EC - 2003/44/EC en 2004/108/EC.

1. Positie van het CE-label

ZMU06040

DMU37292

EG-verklaring van overeenstemming

Deze buitenboordmotor voldoet aan bepaalde gedeelten van de Europese richtlijnen inzake machines.

4

Algemene informatie

DMU33524

Lees handleidingen en labels

Alvorens deze buitenboordmotor te bedienen of eraan te werken:

Lees deze handleiding.

Lees eventueel bij de boot geleverde handleidingen.

Lees alle labels op de buitenboordmotor en de boot.

Voor eventuele bijkomende informatie kunt u terecht bij uw Yamaha-dealer.

DMU33833

Waarschuwingslabels

Als deze labels beschadigd zijn of ontbreken, neem dan contact op met uw Yamaha-dealer voor vervanglabels.

1

2

3

ZMU06038

5

Yamaha 9.9F, 15F User Manual

Algemene informatie

1

2

3

DMU33913

Inhoud van de labels

De bovenstaande waarschuwingslabels betekenen het volgende.

1

DWM01692

Bij een noodstart is er geen neutraal-start- beveiliging. Vergewis u ervan dat de schakelhendel in neutraal staat alvorens de motor te starten.

2

DWM01682

Houd handen, haar en kledingstukken uit de buurt van draaiende onderdelen terwijl de motor draait.

ZMU05740

Bij het starten of terwijl de motor draait mag u geen elektrische onderdelen aanraken of verwijderen.

3

DWM01672

Lees de handleiding en de labels.

Draag een goedgekeurd zwemvest.

Bevestig het noodstopkoord aan uw zwemvest, uw arm of uw been zodat de motor stopt wanneer u de stuurhendel per ongeluk verlaat, om te voorkomen dat de boot op hol kan slaan.

6

Algemene informatie

DMU35133

Symbolen

De volgende symbolen betekenen het volgende.

Let op/Waarschuwing

Elektrisch gevaar

ZMU05666

ZMU05696

Lees de gebruikershandleiding

ZMU05664

Gevaar veroorzaakt door constante draaiing

ZMU05665

7

Specificaties en vereisten

DMU34522

Technische gegevens

NOTA:

“(AL)” in de specificatiegegevens hieronder betekent dat de geïnstalleerde propeller van aluminium is.

Op dezelfde manier betekent “(SUS)” dat de geïnstalleerde propeller van roestvrij staal is en “(PL)” dat de geïnstalleerde propeller van plastic is.

DMU2821U

Maat:

Totale lengte:

873 mm (34.4 in) Totale breedte:

332 mm (13.1 in) Totale hoogte S:

1040 mm (40.9 in) Totale hoogte L:

1167 mm (45.9 in) Motorspiegelhoogte S: 440 mm (17.3 in) Motorspiegelhoogte L: 567 mm (22.3 in) Droog gewicht (AL) S:

36 kg (79 lb) Droog gewicht (AL) L:

38 kg (83 lb)

Prestatie:

Volle-gas bedrijfsbereik: 4500–5500 omw/min

Nominaal vermogen: 9.9FMH 7.3 kW (9.9 PK)

Nominaal vermogen: 15FMH 11.0 kW (15 PK)

Vrijlooptoerental (in neutraal): 700–800 omw/min

Motor:

Type: 2-takt L2

Slag:

246 cm³ (15.0 c.i.) Boring × slag:

56.0 × 50.0 mm (2.20 × 1.97 in) Ontstekingssysteem:

CDI

Bougie (NGK):

BR7HS-10

Electrode afstand bougie: 0.9–1.0 mm (0.035–0.039 in)

Besturingssysteem: Stuurhendel

Startsysteem:

Manuele

Carburateur met start systeem: Chokeklep

Alternatoruitgangsvermogen: 80 W

Aandrijvingseenheid:

Schakelinrichtingstanden: Vooruit - Neutraal - Achteruit

Overbrengingsverhouding: 2.08 (27/13)

Trimen kantelsysteem: Handbediend kantelsysteem

Propellermerkteken: J

Brandstof en olie:

Aanbevolen brandstof: Normale loodvrije benzine

Min. researchoctaangetal: 90

Brandstoftank inhoud:

25 L (6.61 US gal, 5.50 Imp.gal) Aanbevolen motorolie:

YAMALUBE 2-takt buitenboordmotorolie

Aanbevolen motorolie: TC-W3

Benzine/olie-mengverhouding: 100 :1

8

Specificaties en vereisten

Smeersysteem: 2-takt brandstof

Aanbevolen tandwielolie: Tandwielkastolie

Aanbevolen tandwieloliekwaliteit: SAE 90 API GL-4

Tandwieloliehoeveelheid:

0.250 L (0.264 US qt, 0.220 Imp.qt)

Aanhaalmoment:

Bougie:

25 Nm (2.55 kgf-m, 18.4 ft-lb) Propellermoer:

17 Nm (1.73 kgf-m, 12.5 ft-lb)

Geluidsen trillingsniveau:

Operatorgeluidsdrukniveau (ICOMIA 39/94):

85.2 dB(A)

Geluidsvermogen (ICOMIA 40/94): 92.1 dB(A)

Trilling in stuurhendel (ICOMIA 38/94): Trilling in stuurhendel bedraagt minder dan 2.5 m/s²

DMU33555

Installatievereisten

DMU33565

Vermogen paardenkracht boot

DWM01561

Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken.

Controleer voor het plaatsen van de buitenboordmotor(en) of de totale paardenkrachten van uw buitenboordmotor(en) niet het maximale paardenkracht vermogen van de boot overschrijdt. Zie de capaciteitsplaat van de boot of neem contact op met de fabrikant.

DMU40491

Buitenboordmotor monteren

DWM02501

Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstan-

digheden leiden, zoals een gebrekkige bestuurbaarheid, verlies van controle of brand.

Aangezien de buitenboordmotor zeer zwaar is, is speciale uitrusting en opleiding vereist om hem veilig te monteren.

Uw dealer of een andere persoon met ervaring in het optuigen van boten moet de buitenboordmotor monteren met behulp van de correcte apparatuur en de complete optuiginstructies. Voor meer informatie, zie pagina 18.

DMU34196

Propellerkeuze

Naast het selecteren van een buitenboordmotor is het selecteren van de juiste propeller een van de belangrijkste beslissingen die een booteigenaar dient te nemen. Het type, de omvang en het ontwerp van uw propeller hebben een rechtstreekse invloed op de acceleratie, de topsnelheid, het brandstofverbruik en zelfs de levensduur van de motor. Yamaha ontwerpt en vervaardigt propellers voor iedere Yamaha-buitenboordmotor en voor alle mogelijke toepassingen.

Uw buitenboordmotor werd geleverd met een Yamaha propeller die is gekozen om goed te presteren in een reeks van toepassingen, maar er kunnen toepassingen zijn waar een andere propeller meer geschikt is.

Uw Yamaha-dealer kan u helpen bij het kiezen van de juiste propeller voor uw specifieke behoeften. Kies een propeller die de motor in staat stelt het middelste of bovenste gedeelte van het toerentalbereik te bereiken bij volgas en maximumlading. In het algemeen geldt dat een propeller met een grotere spoed geschikt is voor geringere bedrijfsbelastingen en een propeller met een kleinere spoed voor grotere belastingen. Als u sterk uiteenlopende ladingen vervoert, selecteer dan een pro-

9

Specificaties en vereisten

peller die de motor in staat stelt te draaien binnen het toerentalbereik voor uw maximumbelasting, maar denk eraan dat u de gashendelstand mogelijk moet aanpassen om binnen het aanbevolen motortoerentalbereik te blijven wanneer u lichtere ladingen vervoert.

Voor het controleren van de propeller, zie pagina 46.

x- 1 2 3

ZMU04606

1.Propellerdiameter in inches

2.Propellerspoed in inches

3.Type van propeller (propellermerk)

DMU39192

Neutraalstartbeveiliging

Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust met een neutraal-startbeveiliging. Dat systeem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend kan worden gestart wanneer hij in neutraal staat. Zet de schakelhendel altijd in neutraal wanneer u de motor start.

DMU25652

Motorolievereisten

Aanbevolen motorolie:

YAMALUBE 2-takt buitenboordmotorolie

Als de aanbevolen motorolie niet beschikbaar is, mag er een andere 2-taktmotorolie met een door de NMMA gewaarmerkte TC- W3-graad worden gebruikt.

DMU36361

Brandstofvereisten

DMU40202

Benzine

Gebruik een benzine van goede kwaliteit met het vereiste minimumoctaangetal. Als de motor geklop of gepingel begint te vertonen, gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.

Aanbevolen brandstof:

Normale loodvrije benzine

Min. researchoctaangetal:

90

DCM01982

Gebruik geen loodhoudende benzine. Loodhoudende benzine kan de motor ernstig beschadigen.

Zorg dat er geen water en vuil in de brandstoftank terechtkomen. Verontreinigde brandstof kan de prestaties van de motor aantasten of motorschade veroorzaken. Gebruik uitsluitend verse benzine die zuivere bussen werd bewaard.

Gasohol

Er bestaan twee types gasohol: gasohol met ethanol (E10) en gasohol met methanol. Ethanol kan worden gebruikt als het ethanolgehalte niet meer dan 10% bedraagt en de brandstof voldoet aan de minimumoctaangetallen. E85 is een brandstof die 85% ethanol bevat en die niet mag worden gebruikt in uw buitenboordmotor. Alle ethanolmengsels die meer dan 10% ethanol bevatten, kunnen schade aan het brandstofsysteem of motorstarten -bedrijfsproblemen veroorzaken. Yamaha ontraadt het gebruik van gasohol met methanol omdat die schade kan veroor-

10

Specificaties en vereisten

zaken aan het brandstofsysteem of de motorprestaties kan aantasten.

Het verdient aanbeveling een waterafscheidende scheepsbrandstoffilter (minimum 10 micron) te installeren tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor van uw boot wanneer u ethanol gebruikt. Van ethanol is geweten dat het de absorptie van vocht in brandstoftanks en -systemen van boten bevordert. Vocht in de brandstof kan leiden tot corrosie van metalen brandstofsysteemonderdelen en tot starten werkingsproblemen en extra onderhoud van het brandstofsysteem noodzakelijk maken.

DMU36331

Anti-fouling

Een zuivere romp verbetert de prestaties van de boot. De onderzijde van de boot moet zoveel mogelijk vrij worden gehouden van aangroeiing. Indien nodig kan de onderzijde van de boot worden bestreken met een voor uw streek goedgekeurde anti-fouling ter voorkoming van aangroeiing.

Gebruik geen anti-fouling die koper of grafiet bevat. Dergelijke verven kunnen het roesten van de motor bespoedigen.

ler te raadplegen in verband met het afdanken van de buitenboordmotor.

DMU36353

Nooduitrusting

Houd de volgende items aan boord voor het geval u motorpech krijgt.

Een gereedschapskit met verschillende schroevendraaiers, tangen, sleutels (inclusief metrieke maten) en isolatietape.

Waterdichte zaklamp met extra batterijen.

Een extra motorstopschakelaarkoord met clip.

Reserveonderdelen, zoals een extra set bougies.

Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor details.

DMU40302

Buitenboordmotorafdankingsvereisten

Dank de buitenboordmotor nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dea-

11

Componenten

DMU2579Z

Schematische voorstelling van de componenten

NOTA:

* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen (bestellen bij dealer).

1.

Motorkap

17.Koelwaterinlaat

2.

Motorkapvergrendelhendel

18.Propeller

3.

Koelwatercontrolestraal

19.Brandstoftank

4.

Kantelvergrendelhendel

DMU25804

5.

Handgreep repeteerstarter

Brandstoftank

6.

Schakelinrichtinghendel

Als uw model werd uitgerust met een draag-

7.

Motorstopknop/Motoruitschakelaar

bare brandstoftank, heeft die de volgende

8.

Stuurhendel

functie.

9.

Gashendelfrictieafstelling

DWM00021

10.Knevelbout

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11.2-pen verbindingsstekker*

 

 

 

 

 

De brandstoftank die bij de motor wordt

12.Chokeknop

13.Veiligheidskabelbevestiging

bijgeleverd, is het brandstofreservoir van

14.Klembeugel

de motor en mag niet worden gebruikt als

15.Trimstang

een container om brandstof in op te slaan.

16.Anti-cavitatieplaat

 

 

 

 

 

12

Componenten

Commerciële gebruikers moeten voldoen aan de van toepassing zijnde licentieof goedkeuringsvoorschriften.

1.Brandstofleiding koppelstuk

2.Brandstofmeter

3.Brandstoftankkap

4.Ontluchtingsschroef

DMU25831

Brandstofleidingkoppelstuk

Dat koppelstuk wordt gebruikt om de brandstofleiding te verbinden.

DMU25842

Brandstofmeter

Deze meter bevindt zich op de tankdop of op de basis van het brandstofleidingkoppelstuk. Hij toont de benaderende hoeveelheid resterende brandstof in de tank.

DMU25851

Benzinetankdop

Deze dop sluit de brandstoftank af. Wanneer hij wordt verwijderd, kan de tank met brandstof worden gevuld. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.

DMU25861

Ontluchtingsschroef

Deze schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.

DMU25914

Stuurhendel

Om van richting te veranderen beweegt u de stuurhendel naar links of naar rechts zoals gewenst.

DMU25925

Schakelhendel

Beweeg de schakelhendel naar voren om de vooruitversnelling in te schakelen of naar achteren om de achteruitversnelling in te schakelen.

1.Vooruit “

2.Neutraal “

3.Achteruit “

DMU25943

Gashendel

De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Wanneer u de hendel naar links draait, neemt de snelheid toe en wanneer u hem naar rechts draait neemt de snelheid af.

13

Loading...
+ 46 hidden pages