Miele WS 613 User manual

Gebruiksaanwijzing Wasmachine
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in­stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 11 617 440
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kun­nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeente­lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vak­handelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................................... 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen .................................................... 6
Bediening van de wasmachine ........................................................................ 13
Bedieningspaneel................................................................................................ 13
Ingebruikneming van het apparaat.................................................................. 14
Tips om energie en water te besparen............................................................ 15
1. Het wasgoed onder de loep ......................................................................... 16
2. Trommel vullen .............................................................................................. 17
3. Wasmiddel doseren....................................................................................... 20
4. Programma en instellingen selecteren........................................................ 21
5. Programma starten – Einde programma..................................................... 22
Textielbehandelingssymbolen.......................................................................... 23
Centrifugeren..................................................................................................... 24
Programma-overzicht ....................................................................................... 25
Extra functies..................................................................................................... 28
Kort...................................................................................................................... 28
Voorwas............................................................................................................... 28
Inweken ............................................................................................................... 28
Extra water .......................................................................................................... 28
Programmaverloop............................................................................................ 29
Programmaverloop wijzigen ............................................................................ 31
Programma afbreken........................................................................................... 31
Programma onderbreken..................................................................................... 31
Programma wijzigen............................................................................................ 31
Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen.......................................... 32
3
Inhoud
Wasmiddelen ..................................................................................................... 33
Het juiste wasmiddel ........................................................................................... 33
Doseerhulp .......................................................................................................... 33
Wateronthardingsmiddel ..................................................................................... 33
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed ........................................... 34
Automatisch toevoegen van wasverzachter of vloeibaar stijfsel.................... 34
Apart spoelen met wasverzachter, appreteermiddel of stijfsel ...................... 34
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 36
Trommel reinigen................................................................................................. 36
Behuizing en bedieningspaneel reinigen............................................................. 36
Wasmiddellade reinigen ...................................................................................... 36
Watertoevoerzeefje reinigen................................................................................ 38
Nuttige tips......................................................................................................... 39
Het lukt niet om een wasprogramma te starten.................................................. 39
Foutmelding na afbreking programma ................................................................ 40
Foutmelding na afloop van een programma........................................................ 41
Algemene problemen met de wasmachine......................................................... 42
Een tegenvallend wasresultaat............................................................................ 44
Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ................. 45
Service................................................................................................................ 47
Contact bij storingen ........................................................................................... 47
Na te bestellen accessoires ................................................................................ 47
Garantie............................................................................................................... 47
EPREL-databank................................................................................................. 47
Installatie............................................................................................................ 48
Voorkant .............................................................................................................. 48
Transportbeveiliging verwijderen......................................................................... 49
Transportbeveiliging monteren....................................................................... 49
Plaatsen............................................................................................................... 50
Het waterbeveiligingssysteem............................................................................. 51
Watertoevoer....................................................................................................... 52
Waterafvoer ......................................................................................................... 53
Elektrische aansluiting ........................................................................................ 54
4
Inhoud
Technische gegevens........................................................................................ 55
Verbruiksgegevens............................................................................................ 56
Instructie voor vergelijkende onderzoeken.......................................................... 56
Programmeerfuncties ....................................................................................... 58
Systeem extra water............................................................................................ 58
Behoedzaam wassen .......................................................................................... 59
Afkoeling van het waswater ................................................................................ 60
Memory-functie ................................................................................................... 61
Inweektijd ............................................................................................................ 62
Was- en onderhoudsmiddelen ......................................................................... 63
Wasmiddelen....................................................................................................... 63
Speciale wasmiddelen ........................................................................................ 63
Textielonderhoudsmiddel .................................................................................... 64
Reinigings- en onderhoudsmiddelen voor het apparaat..................................... 64
5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoor­schriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de wasmachine in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het on­derhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de wasmachine.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wasma­chine en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Efficiënt gebruik

Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex-
tiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onder­houdsetiket in de wasmachine mag worden gewassen. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verant­woordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge­bruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verant­woordelijk persoon.

Wanneer er kinderen in huis zijn

Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was-
machine komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen dan zon-
der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe­ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Zijn er kinderen in de buurt van de wasmachine, houd ze dan
goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde wasmachine mag niet worden ge­plaatst en niet in gebruik worden genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasmachine aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasmachine is uitsluitend ge-
waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge­volg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasmachine mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos
of iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten in ver­band met gevaar voor oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Installatie” en “Tech-
nische gegevens”.
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de wasmachine te halen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een
erkend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Reparaties aan de wasmachine mogen alleen door vakmensen
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasma-
chine wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasmachine staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- als de stekker uit de contactdoos is getrokken of
- als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha­keld of
- als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
De wasmachine mag alleen met een nieuwe slangenset op de wa-
tervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet wor­den gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
De waterdruk moet ten minste 100 kPa bedragen, maar mag de
1.000 kPa niet overschrijden.
Deze wasmachine mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzigingen aan de wasmachine aan die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
Het recht op garantie vervalt wanneer de wasmachine wordt her-
steld door technici die niet door Miele zijn erkend.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Nog meer aanwijzingen voor het gebruik

De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6 kg (droog wasgoed),
maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: “Programma-overzicht”.
Plaats uw wasmachine niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasmachine in gebruik neemt de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: “Installatie”, paragraaf: “Transportbeveiliging verwijderen”. Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasmachine en aan de meubels/appa­raten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens vakan-
ties), zeker als er zich in de buurt van de wasmachine geen afvoer in de vloer bevindt, bijvoorbeeld een putje.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daar­om ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de slang niet goed vastzit kan deze door de kracht van het wegstro­mende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa-
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de wasmachine beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde on­derdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed ver­oorzaken.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
dat u de wasmachine ontkalkt. Mocht dat toch nodig zijn, gebruik daar dan een speciaal ontkalkingsmiddel voor op basis van natuurlijk citroenzuur. Miele adviseert het Miele-ontkalkingsmiddel. Dit is ver­krijgbaar op internet onder shop.miele.nl, bij uw Miele-vakhandelaar of bij Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van ontkal­kingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld, vóórdat het in de wasmachine wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderde­len van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ont­staan, dat er brand uitbreekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals wasbenzine. Dit om beschadigingen aan het kunststof oppervlak te voorkomen.
Wilt u textielverf in de wasmachine gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasmachine wor­den gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, neem dan direct contact op met een arts. Personen die een gevoeli­ge of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibare wasmiddel maar beter niet aanraken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Accessoires

Gebruik alleen originele Miele onderdelen. Als andere onderdelen
worden bevestigd of ingebouwd, vervalt het recht op garantie en eventueel de garantie en/of productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van de wasmachine een
leveringsgarantie van 15jaar voor onderdelen.
Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opge­volgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die daarvan het gevolg is.
12

Bedieningspaneel

Bediening van de wasmachine

a
Start -toets start het gekozen wasprogramma.
b
Toetsen voor de extra functies
om de extra functies te selecteren. Met de bovenste toets kunt u tussen de extra functies Kort, Voorwas of Inweken kiezen. Met de onderste toets kunt u de extra functie Extra water selecteren. Controlelampje aan = geselecteerd Controlelampje uit = niet geselec­teerd
c
Controlelampjes van het centrifu­getoerental
d
Toets Centrifugeren om het centrifugetoerental te wij­zigen of om de spoelstop of zonder centrifugeren te selecteren.
e
Programmakeuzeschakelaar
om het basiswasprogramma en de bijbehorende temperatuur te selecte­ren. De programmakeuzeschakelaar kan rechts- en linksom worden ge­draaid.
f
Weergave programmaverloop
geeft weer tijdens het wasprogram­ma welke fase in het programmaver­loop is bereikt.
g
Controlelampjes Service-/Storing
h
Toets voor het in- en uitschakelen van de wasmachine. De wasmachine schakelt automa­tisch uit om energie te besparen. Dat gebeurt 15minuten nadat Kreukbe­veiliging/Einde is verschenen of na het inschakelen als er verder niets gebeurt.
i
Toets Deksel Opent het deksel.
13

Ingebruikneming van het apparaat

Schade door onjuist plaatsen en
aansluiten. Het onjuist plaatsen en aansluiten
van de wasmachine leidt tot ernstige materiële schade.
Lees het hoofdstuk: “Installatie”.
Iedere wasmachine wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in de trommel achterblijft.
Om veiligheidsredenen is het niet mo­gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren. Ter activering van het centrifugeren moet u eerst een waspro­gramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt, dan kan er overmatige schuimvorming op­treden.
Met het draaien van een wasprogram­ma zonder wasgoed en zonder was­middel activeert u tegelijkertijd het ko­gelventiel. Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.

Eerste wasprogramma starten

Draai de kraan open.Druk op de toets.Draai de programmakeuzeschakelaar
op Katoen 60°C.
Druk op de Start-toets.
Na afloop van het programma is de wasmachine klaar voor gebruik.
Schakel de wasmachine na het pro-
gramma-einde uit met de toets.

Reclamestickers verwijderen

Verwijder alle reclamestickers (voor
zover aanwezig) van de voorkant en het deksel.
Verwijder niet het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine.
14

Tips om energie en water te besparen

Energie- en waterverbruik

- Maak zoveel mogelijk gebruik van de maximale belading van een program­ma. Het energie- en waterverbruik zijn dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
- Programma's die efficiënter zijn in energie- en waterverbruik hebben meestal een langere programmaduur. Door de verlenging van de program­maduur kan de bereikte wastempera­tuur worden verlaagd bij een con­stant wasresultaat.
Het programma ECO 40-60 heeft bij­voorbeeld een langere programma­duur dan het programma Katoen 40°C of 60°C. Het programma ECO 40-60 is efficiënter in energie­en waterverbruik, maar heeft wel een langere programmaduur.
- Gebruik programma Express 20 voor kleinere hoeveelheden licht vervuild wasgoed.
- Moderne wasmiddelen maken het mogelijk om op lagere temperaturen te wassen, (bijv. 20°C). Maak gebruik van die mogelijkheid om energie te besparen.

Gebruik van wasmiddelen

- Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
- Controleer bij het doseren van het wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
- Reduceer bij geringere beladingshoe­veelheden de wasmiddelhoeveelheid. Gebruik bij halve belading ca. ⅓ min­der wasmiddel.
Instructies voor het daaropvol­gend machinaal drogen
Het gekozen centrifugetoerental beïn­vloedt het restvocht van het wasgoed en de geluidsemissie van de wasmachi­ne.
Hoe hoger het centrifugetoerental van de wasmachine, hoe minder restvocht er in het wasgoed achter blijft. De ge­luidsemissie van de wasmachine stijgt echter wel.
Om energie te besparen tijdens het dro­gen, selecteert u het hoogst mogelijke centrifugetoerental voor het betreffende wasprogramma.
- Voor de hygiëne in de wasmachine adviseren wij u om af en toe een pro­gramma met een temperatuur van minstens 60°C te starten. Met het servicecontrolelampje Hygiëne Info herinnert de wasmachine u hieraan.
15

1. Het wasgoed onder de loep

Tip: Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee,
etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijderen. Miele heeft hiervoor een speciale vlekken­wijzer samengesteld. De Miele vlekken­wijzer vindt u op de Miele website.
Maak de zakken leeg.
Schade door voorwerpen.
Voorwerpen zoals spijkers, munten en paperclips kunnen het wasgoed en onderdelen van het apparaat be­schadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of er voorwerpen in het wasgoed zitten. Zo ja, verwijder deze dan.

Wasgoed sorteren

Sorteer het wasgoed naar kleur en
naar de symbolen in het onderhouds­etiket, dat zich in de kraag of in de zij­naad bevindt.
Tip: donkergekleurd wasgoed geeft bij de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daarom apart.

Vlekken voorbehandelen

Verwijder vóór het wassen eventuele
vlekken op het wasgoed. Doe dat zolang de vlekken nog niet zijn opge­droogd. Verwijder vlekken door ze met een niet afgevende doek te dep­pen. Niet wrijven!

Algemene tips

- Verwijder bij vitrage de haakjes en het
- Maak onderdelen van kleding die zijn
- Sluit ritsen, haakjes en oogjes.
- Knoop bed- en kussenovertrekken
Was geen textiel dat volgens het onder­houdsetiket niet in de wasmachine kan worden gewassen (Symbool: ).
Schade door oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen Wasbenzine, vlekkenmiddeltjes enz.
kunnen kunststof onderdelen be­schadigen.
Wanneer u het wasgoed van tevoren met een oplosmiddelhoudend reini­gingsmiddel, bijv. wasbenzine, be­handelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aan­raking komt.
Gevaar voor explosie door oplos-
middelhoudende reinigingsmiddelen. Bij gebruik van oplosmiddelhouden-
de reinigingsmiddelen kan een ex­plosief mengsel ontstaan.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen in de wasmachine.
loodband of wikkel de vitrage in een doek.
losgeraakt (bh-beugels) vast of ver­wijder ze.
dicht zodat er geen ander textiel in terecht kan komen.
16

2. Trommel vullen

Het buiten- en binnendeksel openen

Schakel de wasautomaat in.Druk op de toets Deksel en open het
buitendeksel tot aan de aanslag.
Open het binnendeksel.
a
Binnendeksel
b
Wasmiddellade

Trommel openen

Beide openingshelften staan onder druk van een veer.
Open de trommel voorzichtig.
Houd de achterste openingshelft met
de hand lichtjes tegen.
Druk op de vergrendeling (zwarte
pijl) en druk tegelijkertijd de voorste
openingshelft naar binnen tot aan de ontgrendeling (richting van de pijl).
Laat nu beide openingshelften rustig,
met de handen lichtjes tegenhou­dend, omhoog komen.
17
2. Trommel vullen

Trommel vullen

Houd u aan de maximale belading van de verschillende wasprogramma's.
Bij maximale belading is het energie- en waterverbruik, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, relatief het laagst. Wordt de maximale beladings­capaciteit overschreden, dan vallen de wasresultaten tegen en gaat het was­goed sneller kreuken.
Leg het wasgoed uitgevouwen en
losjes in de trommel. Hierdoor bereikt u een beter wasresultaat en kan het wasgoed zich tijdens het centrifuge­ren beter verdelen.
Gebruik altijd een wasnetje voor tex­tiel dat uit meerdere lagen bestaat met een bijzonder fijn, glad opper­vlak.

Wastrommel en binnendeksel sluiten

Druk eerst de voorste en dan de ach-
terste openingshelft naar beneden, totdat beide sluithaken in elkaar grij­pen en duidelijk zichtbaar vastklikken.
Schade door niet gesloten trom-
mel. Als een trommelklep niet gesloten is,
kan hierdoor schade ontstaan aan de wasmachine en het wasgoed.
Sluit de wastrommel altijd correct.
18
Reinig het wieltje in de linker sluit-
haak regelmatig, zodat het altijd soe­pel blijft bewegen.
Let erop dat er geen wasgoed tussen de openingshelften klemt als u deze sluit.
2. Trommel vullen
Sluit het binnendeksel door op de af-
sluiting te drukken, zodat u het deksel duidelijk hoort vastklikken.
Als het binnendeksel niet correct wordt gesloten, kan er geen program­ma worden gestart en knippert het controlelampje Dosering controleren.
19

3. Wasmiddel doseren

Tips voor de dosering

Controleer bij het doseren van het was­middel hoe vuil het wasgoed is en hoe­veel wasgoed u heeft. Verminder de hoeveelheid wasmiddel bij een kleinere hoeveelheid wasgoed (bijv. bij een halve trommel de hoeveelheid wasmiddel met ⅓ verminderen).
Te weinig wasmiddel:
- Heeft als effect, dat het wasgoed niet schoon en na verloop van tijd grauw en hard wordt.
- Bevordert schimmelvorming in de wasmachine.
- Heeft als effect, dat vet niet volledig verwijderd wordt.
- Bevordert kalkaanslag op de verwar­mingselementen.
Te veel wasmiddel:
- Heeft als effect dat het wasgoed niet goed gereinigd, gespoeld en gecen­trifugeerd wordt.
- Heeft als effect dat er meer water wordt verbruikt door een automatisch ingeschakelde extra spoelgang.
- Versterkt de belasting voor het milieu.

Wasmiddel doseren

Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas
(1/3van de totale aanbevolen hoeveelheid wasmiddel)
Wasmiddel voor de hoofdwasWasverzachter, appreteermiddel
of vloeibaar stijfsel
Meer informatie over wasmiddelen en de dosering daarvan vindt u in het hoofdstuk “Wasmiddelen”.
Schuif de wasmiddellade terug.Sluit het buitendeksel.
20

4. Programma en instellingen selecteren

Programma kiezen

Draai de programmakeuzeschakelaar
naar het gewenste programma.

Centrifugetoerental selecteren

Extra functies kiezen

Met de bovenste toets kunt u de extra functies Inweken, Voorwas of Kort of geen functie inschakelen.
Met de onderste toets kunt u de extra functie Extra water inschakelen.
Schakel de gewenste extra functie in.
Niet alle extra functies kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen.
Als een extra functie niet kan worden ingeschakeld, is deze extra functie voor het gekozen wasprogramma niet van toepassing.
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren”, totdat het controlelampje van het gewenste centrifugetoerental gaat branden.
21
Loading...
+ 47 hidden pages