Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NLM.-Nr. 11 617 440
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ..........................................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ....................................................6
Bediening van de wasmachine ........................................................................ 13
Reinigings- en onderhoudsmiddelen voor het apparaat..................................... 64
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële
schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de
wasmachine in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de
wasmachine.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wasmachine en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en
op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex-
tiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onderhoudsetiket in de wasmachine mag worden gewassen. Gebruik voor
andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was-
machine komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen dan zon-
der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze
het niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Zijn er kinderen in de buurt van de wasmachine, houd ze dan
goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde wasmachine mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasmachine aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de wasmachine is uitsluitend ge-
waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat
de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het gevolg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasmachine mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos
of iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten in verband met gevaar voor oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan
onze producten stellen.
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Installatie” en “Tech-
nische gegevens”.
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de wasmachine te halen.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een
erkend vakman/vakvrouw worden vervangen.
Reparaties aan de wasmachine mogen alleen door vakmensen
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasma-
chine wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische
spanning op de wasmachine staan. Dat is het geval, als aan één van
de volgende voorwaarden is voldaan:
- als de stekker uit de contactdoos is getrokken of
- als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgeschakeld of
- als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
De wasmachine mag alleen met een nieuwe slangenset op de wa-
tervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de slangen
dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
De waterdruk moet ten minste 100 kPa bedragen, maar mag de
1.000 kPa niet overschrijden.
Deze wasmachine mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op
een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzigingen aan de wasmachine aan die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
Het recht op garantie vervalt wanneer de wasmachine wordt her-
steld door technici die niet door Miele zijn erkend.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen voor het gebruik
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6 kg (droog wasgoed),
maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit.
Zie hoofdstuk: “Programma-overzicht”.
Plaats uw wasmachine niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Verwijder voordat u de wasmachine in gebruik neemt de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk:
“Installatie”, paragraaf: “Transportbeveiliging verwijderen”. Wanneer u
de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasmachine en aan de meubels/apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens vakan-
ties), zeker als er zich in de buurt van de wasmachine geen afvoer in
de vloer bevindt, bijvoorbeeld een putje.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan deze door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa-
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de
wasmachine beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
dat u de wasmachine ontkalkt. Mocht dat toch nodig zijn, gebruik
daar dan een speciaal ontkalkingsmiddel voor op basis van natuurlijk
citroenzuur. Miele adviseert het Miele-ontkalkingsmiddel. Dit is verkrijgbaar op internet onder shop.miele.nl, bij uw Miele-vakhandelaar
of bij Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld,
vóórdat het in de wasmachine wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals
wasbenzine. Dit om beschadigingen aan het kunststof oppervlak te
voorkomen.
Wilt u textielverf in de wasmachine gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is
en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasmachine worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,
neem dan direct contact op met een arts. Personen die een gevoelige of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibare wasmiddel
maar beter niet aanraken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Accessoires
Gebruik alleen originele Miele onderdelen. Als andere onderdelen
worden bevestigd of ingebouwd, vervalt het recht op garantie en
eventueel de garantie en/of productaansprakelijkheid.
Miele geeft u na afloop van de productie van de wasmachine een
leveringsgarantie van 15jaar voor onderdelen.
Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opgevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
12
Bedieningspaneel
Bediening van de wasmachine
a
Start-toets
start het gekozen wasprogramma.
b
Toetsen voor de extra functies
om de extra functies te selecteren.
Met de bovenste toets kunt u tussen
de extra functies Kort, Voorwas ofInweken kiezen. Met de onderste
toets kunt u de extra functie Extrawater selecteren.
Controlelampje aan = geselecteerd
Controlelampje uit = niet geselecteerd
c
Controlelampjes van het centrifugetoerental
d
Toets Centrifugeren
om het centrifugetoerental te wijzigen of om de spoelstop of zondercentrifugeren te selecteren.
e
Programmakeuzeschakelaar
om het basiswasprogramma en de
bijbehorende temperatuur te selecteren. De programmakeuzeschakelaar
kan rechts- en linksom worden gedraaid.
f
Weergave programmaverloop
geeft weer tijdens het wasprogramma welke fase in het programmaverloop is bereikt.
g
Controlelampjes Service-/Storing
h
Toets
voor het in- en uitschakelen van de
wasmachine.
De wasmachine schakelt automatisch uit om energie te besparen. Dat
gebeurt 15minuten nadat Kreukbeveiliging/Einde is verschenen of na
het inschakelen als er verder niets
gebeurt.
i
ToetsDeksel
Opent het deksel.
13
Ingebruikneming van het apparaat
Schade door onjuist plaatsen en
aansluiten.
Het onjuist plaatsen en aansluiten
van de wasmachine leidt tot ernstige
materiële schade.
Lees het hoofdstuk: “Installatie”.
Iedere wasmachine wordt in de fabriek
op zijn werking getest. Het is mogelijk
dat er als gevolg van deze tests wat
water in de trommel achterblijft.
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt, dan
kan er overmatige schuimvorming optreden.
Met het draaien van een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel activeert u tegelijkertijd het kogelventiel. Het kogelventiel zorgt ervoor
dat vanaf de eerste wasbeurt steeds al
het wasmiddel wordt gebruikt.
Eerste wasprogramma starten
Draai de kraan open.
Druk op de toets.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Katoen 60°C.
Druk op de Start-toets.
Na afloop van het programma is de
wasmachine klaar voor gebruik.
Schakel de wasmachine na het pro-
gramma-einde uit met de toets.
Reclamestickers verwijderen
Verwijder alle reclamestickers (voor
zover aanwezig) van de voorkant en
het deksel.
Verwijder niet het typeplaatje aan de
achterkant van de wasmachine.
14
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
- Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale belading van een programma. Het energie- en waterverbruik
zijn dan, vergeleken met de totale
hoeveelheid wasgoed, het laagst.
- Programma's die efficiënter zijn in
energie- en waterverbruik hebben
meestal een langere programmaduur.
Door de verlenging van de programmaduur kan de bereikte wastemperatuur worden verlaagd bij een constant wasresultaat.
Het programma ECO 40-60 heeft bijvoorbeeld een langere programmaduur dan het programma Katoen
40°C of 60°C. Het programma
ECO 40-60 is efficiënter in energieen waterverbruik, maar heeft wel een
langere programmaduur.
- Gebruik programma Express 20 voor
kleinere hoeveelheden licht vervuild
wasgoed.
- Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om op lagere temperaturen
te wassen, (bijv. 20°C). Maak gebruik
van die mogelijkheid om energie te
besparen.
Gebruik van wasmiddelen
- Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel
als op de wasmiddelverpakking staat
aangegeven.
- Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
- Reduceer bij geringere beladingshoeveelheden de wasmiddelhoeveelheid.
Gebruik bij halve belading ca. ⅓ minder wasmiddel.
Instructies voor het daaropvolgend machinaal drogen
Het gekozen centrifugetoerental beïnvloedt het restvocht van het wasgoed
en de geluidsemissie van de wasmachine.
Hoe hoger het centrifugetoerental van
de wasmachine, hoe minder restvocht
er in het wasgoed achter blijft. De geluidsemissie van de wasmachine stijgt
echter wel.
Om energie te besparen tijdens het drogen, selecteert u het hoogst mogelijke
centrifugetoerental voor het betreffende
wasprogramma.
- Voor de hygiëne in de wasmachine
adviseren wij u om af en toe een programma met een temperatuur van
minstens 60°C te starten. Met het
servicecontrolelampje Hygiëne Info
herinnert de wasmachine u hieraan.
15
1. Het wasgoed onder de loep
Tip: Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee,
etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijderen.
Miele heeft hiervoor een speciale vlekkenwijzer samengesteld. De Miele vlekkenwijzer vindt u op de Miele website.
Maak de zakken leeg.
Schade door voorwerpen.
Voorwerpen zoals spijkers, munten
en paperclips kunnen het wasgoed
en onderdelen van het apparaat beschadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of
er voorwerpen in het wasgoed zitten.
Zo ja, verwijder deze dan.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed naar kleur en
naar de symbolen in het onderhoudsetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt.
Tip: donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was
licht en donker wasgoed daarom apart.
Vlekken voorbehandelen
Verwijder vóór het wassen eventuele
vlekken op het wasgoed. Doe dat
zolang de vlekken nog niet zijn opgedroogd. Verwijder vlekken door ze
met een niet afgevende doek te deppen. Niet wrijven!
Algemene tips
- Verwijder bij vitrage de haakjes en het
- Maak onderdelen van kleding die zijn
- Sluit ritsen, haakjes en oogjes.
- Knoop bed- en kussenovertrekken
Was geen textiel dat volgens het onderhoudsetiket niet in de wasmachine kan
worden gewassen (Symbool: ).
Schade door oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen
Wasbenzine, vlekkenmiddeltjes enz.
kunnen kunststof onderdelen beschadigen.
Wanneer u het wasgoed van tevoren
met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. wasbenzine, behandelt, let er dan op dat het middel
niet met kunststof onderdelen in aanraking komt.
Gevaar voor explosie door oplos-
middelhoudende reinigingsmiddelen.
Bij gebruik van oplosmiddelhouden-
de reinigingsmiddelen kan een explosief mengsel ontstaan.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen in de wasmachine.
loodband of wikkel de vitrage in een
doek.
losgeraakt (bh-beugels) vast of verwijder ze.
dicht zodat er geen ander textiel in
terecht kan komen.
16
2. Trommel vullen
Het buiten- en binnendeksel
openen
Schakel de wasautomaat in.
Druk op de toets Deksel en open het
buitendeksel tot aan de aanslag.
Open het binnendeksel.
a
Binnendeksel
b
Wasmiddellade
Trommel openen
Beide openingshelften staan onder
druk van een veer.
Open de trommel voorzichtig.
Houd de achterste openingshelft met
de hand lichtjes tegen.
Druk op de vergrendeling (zwarte
pijl) en druk tegelijkertijd de voorste
openingshelft naar binnen tot aan de
ontgrendeling (richting van de pijl).
Laat nu beide openingshelften rustig,
met de handen lichtjes tegenhoudend, omhoog komen.
17
2. Trommel vullen
Trommel vullen
Houd u aan de maximale belading van
de verschillende wasprogramma's.
Bij maximale belading is het energie- en
waterverbruik, vergeleken met de totale
hoeveelheid wasgoed, relatief het
laagst. Wordt de maximale beladingscapaciteit overschreden, dan vallen de
wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Leg het wasgoed uitgevouwen en
losjes in de trommel. Hierdoor bereikt
u een beter wasresultaat en kan het
wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Gebruik altijd een wasnetje voor textiel dat uit meerdere lagen bestaat
met een bijzonder fijn, glad oppervlak.
Wastrommel en binnendeksel
sluiten
Druk eerst de voorste en dan de ach-
terste openingshelft naar beneden,
totdat beide sluithaken in elkaar grijpen en duidelijk zichtbaar vastklikken.
Schade door niet gesloten trom-
mel.
Als een trommelklep niet gesloten is,
kan hierdoor schade ontstaan aan de
wasmachine en het wasgoed.
Sluit de wastrommel altijd correct.
18
Reinig het wieltje in de linker sluit-
haak regelmatig, zodat het altijd soepel blijft bewegen.
Let erop dat er geen wasgoed tussen
de openingshelften klemt als u deze
sluit.
2. Trommel vullen
Sluit het binnendeksel door op de af-
sluiting te drukken, zodat u het deksel
duidelijk hoort vastklikken.
Als het binnendeksel niet correct
wordt gesloten, kan er geen programma worden gestart en knippert het
controlelampje Dosering controleren.
19
3. Wasmiddel doseren
Tips voor de dosering
Controleer bij het doseren van het wasmiddel hoe vuil het wasgoed is en hoeveel wasgoed u heeft. Verminder de
hoeveelheid wasmiddel bij een kleinere
hoeveelheid wasgoed (bijv. bij een halve
trommel de hoeveelheid wasmiddel met
⅓ verminderen).
Te weinig wasmiddel:
- Heeft als effect, dat het wasgoed niet
schoon en na verloop van tijd grauw
en hard wordt.
- Bevordert schimmelvorming in de
wasmachine.
- Heeft als effect, dat vet niet volledig
verwijderd wordt.
- Bevordert kalkaanslag op de verwarmingselementen.
Te veel wasmiddel:
- Heeft als effect dat het wasgoed niet
goed gereinigd, gespoeld en gecentrifugeerd wordt.
- Heeft als effect dat er meer water
wordt verbruikt door een automatisch
ingeschakelde extra spoelgang.
- Versterkt de belasting voor het milieu.
Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas
(1/3van de totale aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel)
Wasmiddel voor de hoofdwas
Wasverzachter, appreteermiddel
of vloeibaar stijfsel
Meer informatie over wasmiddelen en
de dosering daarvan vindt u in het
hoofdstuk “Wasmiddelen”.
Schuif de wasmiddellade terug.
Sluit het buitendeksel.
20
4. Programma en instellingen selecteren
Programma kiezen
Draai de programmakeuzeschakelaar
naar het gewenste programma.
Centrifugetoerental selecteren
Extra functies kiezen
Met de bovenste toets kunt u de extra
functies Inweken, Voorwas of Kort of
geen functie inschakelen.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water inschakelen.
Schakel de gewenste extra functie in.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen.
Als een extra functie niet kan worden
ingeschakeld, is deze extra functie
voor het gekozen wasprogramma niet
van toepassing.
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren”, totdat het controlelampje van
het gewenste centrifugetoerental gaat
branden.
21
5. Programma starten – Einde programma
Programma starten
Druk op de toets Start , die reeds
knippert.
Bij het begin van het wasprogramma
waarschuwt een kort “zoemend” geluid
dat de trommel automatisch wordt ontgrendeld.
Einde programma
Het controlelampje Kreukbeveiliging/
Einde geeft het einde van het program-
ma aan.
Trommel leeghalen
Druk op de toets Deksel.
Voor het openen van het deksel draait
de trommel zich automatisch in de
juiste positie en wordt vergrendeld (automatische plaatsing en vergrendeling
van de trommel).
15minuten na afloop van de kreukbeveiliging wordt de wasmachine automatisch uitgeschakeld. U kunt de
wasmachine door op toets te drukken weer inschakelen.
Wasmachine uitschakelen
Sluit de wastrommel en het binnen-
deksel.
Zo voorkomt u dat voorwerpen per
vergissing in de trommel terechtkomen, worden meegewassen en het
wasgoed beschadigen.
Sluit het buitendeksel.
Schakel de wasmachine met de
toets uit.
Open het buitendeksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel en haal het
wasgoed eruit.
Achtergebleven wasgoed kan bij de
volgende wasbeurt krimpen of afgeven op ander wasgoed.
Verwijder al het wasgoed uit de
trommel.
22
Textielbehandelingssymbolen
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
Normaal programma
Mild programma
Zeer mild programma
Handwas
Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeuze
ProgrammaSymbolen in het on-
derhoudsetiket
Katoen
Kreukherstellend
Fijne was
Wol
Express 20
Strijken & mangelen
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
Ca. 200°C
Ca. 150°C
Ca. 110°C
Strijken met stoom kan het wasgoed onherstelbaar beschadigen.
Niet strijken/mangelen
Chemisch reinigen
Reiniging met chemische oplos-
middelen. De letters verwijzen
naar het reinigingsmiddel.
Nat reinigen
Niet chemisch reinigen
Bleken
Drogen
De punten geven de globale temperatuur aan.
Op een normale temperatuur
Op een lagere temperatuur
Niet drogen in de automaat
U kunt een lager eindcentrifugetoerental
instellen. U kunt geen hoger eindcentrifugetoerental dan boven aangegeven
kiezen.
Het centrifugeren tussen de
spoelgangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het
eind, maar ook na de hoofdwas en tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager eindcentrifugetoerental
in, dan wordt er ook na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen met een lager
toerental gecentrifugeerd. In het programma Katoen wordt bij een toerental
van lager dan 700omw/min een spoelgang ingelast.
Eindcentrifugeren uitzetten
(spoelstop)
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren” totdat het controlelampjeSpoel-stop brandt. Het wasgoed blijft na
de laatste spoelcyclus in het water
liggen. Hierdoor kreukt het wasgoed
minder als u het na afloop van het
programma niet meteen uit de trommel haalt.
Eindcentrifugeren starten
Kies het gewenste toerental door op
de toets “Centrifugeren” te drukken.
De wasmachine start het eindcentrifugeren.
Programma beëindigen
Druk op de toets Deksel. Het water
wordt afgepompt. Het deksel gaat
open.
Centrifugeren tussen de spoelgangen
en eindcentrifugeren uitschakelen
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren” totdat het controlelampje zondercentrifugeren brandt. Na de laatste
spoelcyclus wordt het water afgepompt en wordt de kreukbeveiliging
ingeschakeld. Bij deze instelling
wordt er in enkele programma's een
extra spoelgang ingelast.
24
Programma-overzicht
ECO 40-60maximaal 6,0kg
WasgoedVoor normaal vervuild wasgoed van katoen
Tip- In één wascyclus kan gemengd wasgoed van katoen voor de
temperatuur 40° en 60°C worden gewassen.
- Voor wasgoed van katoen is dit programma het meest efficiënt
voor wat betreft het energie- en waterverbruik.
Opmerking voor testinstituten:
Testprogramma voor de naleving van de Ecodesign-richtlijn nr. 2019/2023 en
energie-etikettering volgens richtlijn nr. 2019/2014.
Katoen90°C tot 20°Cmaximaal 6,0kg
WasgoedT-shirts, ondergoed, tafellinnen enzovoort, wasgoed van katoen, lin-
nen of mengweefsels
Tip- De instelling 60°C/40°C verschilt van/ door een kor-
tere programmaduur, een langere temperatuurstop en hoger energieverbruik.
- Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet
voldoen, moet een temperatuur van 60°C of hoger worden gekozen.
Katoen/maximaal 6,0kg
Wasgoednormaal vervuild wasgoed van katoen
Tip- Voor katoenen wasgoed is dit programma het meest efficiënt
voor wat betreft het energie- en waterverbruik.
- Bij is de bereikte wastemperatuur lager dan 60°C; het wasresultaat is gelijk aan dat van het programma Katoen 60°C.
Opmerking voor testinstituten:
Testprogramma's volgens EN60456 en energielabel volgens
EU-verordening 1061/2010
Kreukherstellend60°C tot 30°Cmaximaal 2,5kg
WasgoedWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
lend behandeld katoen
Tip- Kies bij kreukgevoelig wasgoed een lager eindcentrifugetoerental.
25
Programma-overzicht
Automatic40°Cmaximaal 3,0kg
WasgoedWasgoed dat op kleur is gesorteerd voor de programma's Katoen
en Kreukherstellend
Tip- Elk soort wasgoed wordt zo behoedzaam mogelijk behandeld en
zo goed mogelijk gereinigd. Dit is mogelijk doordat wasparameters (zoals waterstand, wasritme en centrifugeprofiel) automatisch
worden aangepast.
Overhemden40°Cmaximaal 1,5kg
Tip- Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
- Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma Fijnewas.
Donker wasgoed /
Jeans
Textielsoort Zwart en ander donker wasgoed van katoen, mengweefsels of
jeansstof
Let op- Was dit wasgoed binnenstebuiten.
- Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer
worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom
apart.
Express 2040°Cmaximaal 3,0kg
WasgoedKatoenen wasgoed dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is.
Tip- De extra functie Kort is automatisch ingesteld.
Wol40°C en 30°Cmaximaal 2,0kg
WasgoedWasgoed van wol en wasgoed waar o.a. wol in zit
Tip- Let bij kreukgevoelig wasgoed op het centrifugetoerental.
40°CMaximaal 3,0kg
26
Programma-overzicht
Fijne was40°C en 30°Cmaximaal 1,0kg
WasgoedVoor kwetsbaar wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels
en kunstzijde
Vitrages die volgens de fabrikant in de wasmachine kunnen worden
gewassen.
Tip- Vitrages trekken veel stof aan en zullen daarom vaak met een
programma met voorwas moeten worden gewassen.
- Bij kreukgevoelig textiel helemaal niet centrifugeren.
Extra spoelen/Stijvenmaximaal 5,0kg
Wasgoed- Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden ge-
spoeld.
- Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden gesteven
Tip- Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
- Het te stijven wasgoed moet net gewassen, maar mag niet met
wasverzachter nabehandeld zijn.
- Een bijzonder goed spoelresultaat met twee spoelgangen krijgt u
door de extra functie Extra water in te schakelen. Bij de programmeerfunctie Extra water moet de optie Extra spoelgang zijn geactiveerd.
Centrifugeren–
Tip- Alleen pompen: kies bij het toerental Zonder centrifugeren.
- Let op het ingestelde toerental.
27
Extra functies
Met de extra functies kunt u het gekozen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
Kort
Voor licht verontreinigd wasgoed zonder zichtbare vlekken.
De wastijd wordt verkort.
Voorwas
Voor wasgoed dat door stof en zand
sterk is verontreinigd.
Inweken
Voor sterk verontreinigd wasgoed met
eiwithoudende vlekken.
- U kunt een inweektijd instellen van 2
uur, anderhalf uur, 1 uur en 30minuten.
- Vanuit de fabriek is 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: “Programmeerfuncties”, paragraaf: “Inweektijd”.
Extra water
De waterstand wordt bij het was- en
spoelproces verhoogd.
Er zijn verschillende varianten mogelijk.
Op de toets Extra water kunt u de gewenste variant instellen. Voor het wijzigen van de variant zie hoofdstuk:
“Programmeerfuncties”, paragraaf “Extra water”.
Keuze extra functies
Van de extra functies Kort, Voorwas en
Inweken kunt u er altijd maar één kie-
De wasautomaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladingsautomaat. De wasautomaat bepaalt zelf de benodigde waterhoeveelheid, afhankelijk van de hoeveelheid
wasgoed en het absorptievermogen ervan.
Het programmaverloop van de hier vermelde programma's slaat op het basisprogramma met maximale belading. Er
wordt geen rekening gehouden met selecteerbare extra functies.
Uw wasautomaat houdt u tijdens het
programma op de hoogte van het programmaverloop.
Nadere bijzonderheden over het programmaverloop
Kreukbeveiliging:
De trommel draait nog 30minuten na
afloop van het programma om kreukvorming te voorkomen.
Uitzondering: het programma Wol heeft
geen kreukbeveiliging.
De wasmachine kan op elk moment
worden geopend.
1
Bij een temperatuur van 90°C tot
60°C wordt er 2keer gespoeld.
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden er
3spoelcycli uitgevoerd.
2
Een derde of vierde spoelcyclus wordt
uitgevoerd wanneer:
- er te veel schuim in de trommel zit
- het gekozen eindcentrifugetoerental
lager is dan 700omw/min
- zonder centrifugeren gekozen is.
3
Een derde spoelcyclus wordt uitgevoerd als:
- zonder centrifugeren gekozen is.
30
Programmaverloop wijzigen
Als de wasmachine wordt uitgeschakeld terwijl het programma loopt, zal
de stand-byfunctie de wasmachine na
15 minuten niet volledig uitschakelen.
Er kan nog steeds water in de trommel
zitten, dus de veiligheidsfuncties zijn
nog steeds actief.
Programma afbreken
U kunt een wasprogramma op elk moment afbreken, nadat u het heeft gestart.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Einde.
De wasmachine pompt het aanwezige
water weg, het programma wordt afgebroken en het buitendeksel wordt geopend.
Trommel leeghalen
Open het buitendeksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel.
Een ander programma kiezen
Controleer of er nog wasmiddel in de
wasmiddellade zit. Is dat niet het geval, doseer dan opnieuw wasmiddel.
Sluit het buitendeksel en kies een
nieuw programma.
Programma onderbreken
Schakel de wasmachine met de toets
uit.
Schakel de wasmachine met de toets
weer in om het programma voort
te zetten.
Programma wijzigen
Het programma kan niet meer worden
gewijzigd nadat het is gestart.
Het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde brandt wanneer de programmakeuzeschakelaar naar een ander programma wordt gedraaid. Het programmaverloop wordt niet beïnvloed.
Temperatuur wijzigen
Wijzigen is mogelijk in de eerste minuten.
Draai de programmakeuzeschakelaar
naar de gewenste temperatuur.
Centrifugetoerental wijzigen
Het toerental kan altijd worden gewijzigd.
Druk op de toets Toerental.
Extra functies wijzigen
De extra functie Extra water kan in de
eerste minuten worden gekozen of uitgeschakeld.
Druk op de toets Extra water.
31
Programmaverloop wijzigen
Trommel bijvullen of wasgoed
voortijdig verwijderen
U kunt bij alle programma's nog wasgoed in de trommel leggen of eruit halen, nadat u het programma hebt gestart.
Druk op de toets Deksel.
Voor het openen draait de trommel zich
in de juiste positie en wordt deze vergrendeld (automatische plaatsing en
vergrendeling van de trommel). Het buitendeksel wordt geopend.
Open het buitendeksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de wastrommel.
Sluit het binnendeksel correct.
Het deksel kan niet worden geopend
als:
- de temperatuur van het waswater boven 55°C ligt.
- de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
Sluit het buitendeksel.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
32
Wasmiddelen
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die
geschikt zijn voor huishoudwasmachines. Tips voor het gebruik en voor de
dosering van de wasmiddelen kunt u
vinden op de wasmiddelverpakking.
De dosering is afhankelijk van:
- de mate waarin het wasgoed is verontreinigd;
- de hoeveelheid wasgoed;
- de waterhardheid.
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Vuilgraad
- Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
- Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Doseerhulp
Gebruik voor het doseren van het wasmiddel de attributen die door de wasmiddelfabrikant als hulp bij het doseren
zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Gebruik die vooral bij vloeibare wasmiddelen.
Navulpakken
Koop zoveel mogelijk navulpakken om
het afval te reduceren.
Wateronthardingsmiddel
Heeft het water een hardheidsgraad van
II of III, dan kunt u een wateronthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel
te besparen. De juiste dosering vindt u
op de verpakking. Doseer eerst het
wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u dan doseren zoals bij water met een hardheidsgraad
van I.
- Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Zacht (I)0 – 1,50 – 8,4
Gemiddeld (II)1,5 – 2,58,4 – 14
Hard (III)> 2,5> 14
Totale hard-
heid in mmol/l
Duitse hard-
heid °dH
33
Wasmiddelen
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed
Wasverzachters
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Stijfsels
Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed
stevig.
Automatisch toevoegen van wasverzachter of vloeibaar stijfsel
Doseer de genoemde producten in
vakje. Doseer niet hoger dan de
pijl.
Apart spoelen met wasverzachter,
appreteermiddel of stijfsel
Stijfsel moet zijn voorbereid zoals beschreven op de verpakking.
Doseer wasverzachter in het vakje .
Doseer vloeibaar stijfsel/appreteer-
middel in vakje en poedervormig
of half-vloeibaar stijfsel/appreteermiddel in vakje .
Kies het programma Extra spoelen/
Stijven.
Wijzig het centrifugeertoerental indien
nodig.
Druk op de Start-toets.
Kleuren en ontkleuren
Gebruik geen ontkleuringsmid-
del in de wasautomaat om corrosie
te voorkomen.
Het gebruik van textielverf in de wasautomaat is uitsluitend toegestaan voor
huishoudelijke doeleinden. Het zout dat
erin zit kan het roestvrij staal aantasten.
Neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
Het middel wordt automatisch met het
laatste spoelwater in de trommel gespoeld. Aan het einde van het wasprogramma blijft er een klein beetje water
in vak staan.
Als u meermaals stijfsel heeft gebruikt, reinig dan de wasmiddellade.
Reinig de zuighevel extra goed.
34
Wasmiddelen
Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) nr.1015/2010
De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk:
“Programma-overzicht”.
Vloeibaar wasmiddel gebruiken
Wanneer Voorwas is gekozen, wordt het aanbevolen een reservoir voor vloeibaar wasmiddel in het vakje te plaatsen. Het reservoir is verkrijgbaar bij
de Miele vakhandelaar en bij Miele.
2
Wasmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld voor dit wasprogramma of wasgoed.
35
Reiniging en onderhoud
Trommel reinigen
Wanneer er met lage temperaturen en /
of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat er in de
wasautomaat ziektekiemen en geurtjes
ontstaan. Draai om dit te voorkomen
een wasprogramma op minstens 60°C
met een universeel, poedervormig wasmiddel. Doe dit eenmaal in de maand of
iedere keer wanneer het servicelampje
Hygiëne Info gaat branden.
Behuizing en bedieningspaneel
reinigen
Gevaar voor elektrische schok
door netspanning.
Als de wasmachine uitgeschakeld is,
staat het apparaat onder spanning.
Maak voordat u de wasmachine een
reinigings- of onderhoudsbeurt geeft
het apparaat spanningsvrij.
Schade door binnendringend
water.
Door de druk van een waterstraal
kan er water in het apparaat komen
en onderdelen beschadigen.
Spoel de wasmachine niet met een
waterstraal af.
Schade door reinigingsmiddelen.
Oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, glas- of
allesreinigers kunnen kunststof oppervlakken en andere onderdelen beschadigen.
ningspaneel met een mild reinigingsmiddel of sopje en droog beide onderdelen daarna met een zachte
doek.
Reinig de trommel met een reini-
gingsmiddel voor roestvrij staal.
36
Trek de wasverzachterlade en de
zuighevel eruit (pijl).
Reinig de wasmiddellade, de wasver-
zachterlade en de zuighevel met
warm water.
Reinig ook de leiding waarop de zuig-
hevel is aangesloten.
Vloeibaar stijfsel gaat vastplakken.
Als u vaker vloeibaar stijfsel gebruikt
heeft, maak dan de zuighevel zeer
grondig schoon.
Reiniging en onderhoud
Ruimte wasmiddellade reinigen
Verwijder wasmiddelresten en kalk-
aanslag van de inspuiters van de
wasmiddellade. Gebruik daarvoor
een flessenborstel.
37
Reiniging en onderhoud
Watertoevoerzeefje reinigen
De wasautomaat heeft een zeefje ter
bescherming van het waterinlaatventiel.
Het zeefje dat in de toevoerslang aan
het vrije uiteinde zit, moet om de ca. 6
maanden gecontroleerd worden. Als de
watertoevoer vaak is onderbroken,
moet u vaker controleren.
Draai de kraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de
kraan.
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
Pak het kunststof zeefje 2 met een
punttang aan de opstaande rand in
het midden vast en trek het eruit.
Reinig het zeefje.
Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
38
Draai de schroefkoppeling vast op de
waterkraan en draai de kraan open.
Als er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling aan.
Het zeefje moet nadat het is gereinigd weer worden teruggeplaatst.
Nuttige tips
De meeste storingen en problemen die bij dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt
u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u
Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en
het probleem te verhelpen.
Het lukt niet om een wasprogramma te starten
ProbleemOorzaak en oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de Starttoets knippert niet.
Nadat u het programma
Centrifugeren heeft gekozen, start het programma niet.
Het controlelampje Do-
sering controleren
brandt en het programma start niet.
Er staat geen stroom op de wasautomaat.
Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
Controleer of de zekering in orde is.
De eerste ingebruikneming is niet uitgevoerd.
Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschre-
ven in het gelijknamige hoofdstuk.
Het binnendeksel is niet gesloten.
Sluit het binnendeksel correct.
39
Nuttige tips
Foutmelding na afbreking programma
ProbleemOorzaak en oplossing
Het storingslampje Wa-
terafvoer controleren
brandt.
Het storingslampje Toe-voer controleren knippert.
De storingslampjes
Toevoer controleren en
Afvoer controleren
knipperen.
Het controlelampje In-weken/Voorwassen of
het controlelampje
Spoelen knippert.
De waterafvoer is geblokkeerd.
Reinig pluizenfilter en afvoerpomp zoals beschre-
ven in het hoofdstuk: “Nuttige tips”, paragraaf
“Deksel openen bij verstopte afvoer en/of stroomuitval”.
De waterafvoerslang ligt te hoog.
De maximale opvoerhoogte is 1m.
De watertoevoer is geblokkeerd.
Draai de kraan open.
Het zeefje in de toevoerslang is verstopt.
Reinig het zeefje.
Het waterbeveiligingssysteem heeft gereageerd.
Neem contact op met Miele.
Er is sprake van een defect.
Start het programma opnieuw. Verschijnt de mel-
ding weer, neem dan contact op met Miele.
Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de - toets uit
en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
40
Foutmelding na afloop van een programma
ProbleemOorzaak en oplossing
Het servicelampje Hygi-ene info gaat branden
Het servicelampje
“Overdosering” gaat
branden.
In het programmaverloop knippert het controlelampje Wassen of
Spoelen.
In het programmaverloop gaat het controlelampje “Kreukbeveiliging / Einde” knipperen.
Er is al langere tijd geen wasprogramma met een
temperatuur van boven de 60°C gedraaid.
Start het programma Katoen 90°C en gebruik
daarvoor een poedervormig universeel wasmiddel.
Zo voorkomt u dat zich in de wasautomaat ziektekiemen en geurtjes ontwikkelen.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma teveel
schuim gevormd.
Gebruik de volgende keer minder wasmiddel en
neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht.
De wasmachine heeft tijdens het wasprogramma een
fout ontdekt.
Start het programma opnieuw. Verschijnt de mel-
ding weer, neem dan contact op met Miele.
Na de programmastart heeft iemand de programmakeuzeschakelaar in een andere stand gedraaid.
Zet de programmakeuzeschakelaar op het pro-
gramma dat eerder is ingesteld.
Nuttige tips
Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de - toets uit
en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
De servicelampjes gaan branden wanneer de wasautomaat wordt ingeschakeld of
wanneer het programma is afgelopen.
41
Nuttige tips
Algemene problemen met de wasmachine
ProbleemOorzaak en oplossing
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
De wasmachine heeft
het wasgoed niet normaal gecentrifugeerd
en het wasgoed is nog
nat.
Het apparaat maakt een
pompend geluid.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel
achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig ingespoeld of er blijft te veel
water in vakje staan.
Aan de voorkant van de
wasautomaat ontsnapt
schuim.
De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een
contramoer vastgeschroefd.
Stel de wasmachine stevig en schroef de stelvoe-
ten met een contramoer vast.
Bij het eindcentrifugeren heeft de machine een grote
onbalans herkend en het centrifugetoerental automatisch gereduceerd.
Vul de trommel altijd met groot en klein wasgoed
om het wasgoed beter in balans te krijgen.
Dat is geen storing!
Wanneer het water wordt afgepompt zijn dit soort
geluiden normaal.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Reinig het zeefje in de watertoevoer.
Kies eventueel de extra functie Extra water.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst
het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel
in het juiste vakje.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel. Zie hoofdstuk: “Reiniging en
onderhoud”, paragraaf: “Wasmiddellade reinigen”.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma veel schuim
gevormd.
Doseer de volgende keer minder wasmiddel. Volg
de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking op.
42
ProbleemOorzaak en oplossing
Het buitendeksel kan
niet worden geopend.
De trommelopening
staat niet in de bovenste positie.
De wasautomaat is niet op de elektriciteit aangesloten.
Steek de stekker in het stopcontact.
De wasautomaat is niet ingeschakeld.
Schakel de wasautomaat met de -toets in.
Stroomstoring.
Open het deksel zoals beschreven aan het einde
van dit hoofdstuk.
Het deksel kan bij een temperatuur van het waswater van meer dan 55°C niet open. Op die manier
wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Als gevolg van een grote mate van onbalans is de
trommel niet automatisch correct geplaatst.
Draai de trommel handmatig in de juiste positie
(totdat de trommelvergrendeling ineenklikt).
Vul in de toekomst de trommel altijd met groot en
klein wasgoed. Doe zowel groot als klein wasgoed
in de trommel. Hierdoor bereikt u een beter wasresultaat en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Nuttige tips
43
Nuttige tips
Een tegenvallend wasresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het wasgoed wordt met
een vloeibaar wasmiddel niet schoon.
Op het gewassen wasgoed zijn grijze, elastische bolletjes achtergebleven (vetbolletjes).
Op het gewassen wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen.
In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen.
Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te
krijgen.
Gebruik poedervormige wasmiddelen met een
bleekmiddel.
Strooi vlekkenzout in het wasmiddelvakje .
Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit
bij elkaar in het wasmiddelvakje.
Er is te weinig wasmiddel gedoseerd. Het wasgoed is
te sterk met vet, bijv. crème of olie vervuild geweest.
Wanneer wasgoed zo vervuild is moet u óf meer
wasmiddel doseren óf een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Draai vóór de volgende wasbeurt een waspro-
gramma op 60°C met een vloeibaar wasmiddel en
zonder wasgoed.
Het wasmiddel bevat niet in water op te lossen bestanddelen ter ontharding van het water, nl. zeolieten.
Deze bestanddelen hebben zich op het textiel vastgezet.
Probeer de resten met een borstel te verwijderen
wanneer het wasgoed droog is.
Was donker textiel voortaan met een vloeibaar
wasmiddel. Deze middelen bevatten geen zeolieten.
Was dit textiel met het programma Donker was-
goed/Jeans.
44
Het openen van het deksel bij
verstopte afvoer en/of stroomstoring
Schakel de wasautomaat uit.
Open het klepje van het pluizenfilter
met de gele opener.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer verstopt is, kan zich
een vrij grote hoeveelheid water (max.
25l) in de wasmachine bevinden.
Nuttige tips
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
Draai het filter weer dicht om de wa-
terafvoer te onderbreken.
U kunt zich branden door heet
sop.
Als u kort daarvoor met hoge tempe-
raturen gewassen heeft, is het sop
dat uit de machine loopt heet.
Laat het sop voorzichtig wegstromen.
Het water laten weglopen
Zet een bak onder het klepje.
Draai het pluizenfilter er niet helemaal
uit.
Draai het pluizenfilter er helemaal uit,
wanneer er geen water meer uitloopt.
Reinig het filter grondig.
45
Nuttige tips
Controleer of de pompschoepen ge-
makkelijk rond te draaien zijn, verwijder eventuele vreemde voorwerpen
(knopen, munten e.d.) en reinig de
binnenruimte.
Plaats het pluizenfilter terug en draai
het weer vast.
Schade doordat er water lekt.
Als de filters niet worden teruggeplaatst en vastgedraaid, dan loopt er
water uit de wasmachine.
Zet de filters terug in het filterhuis en
draai ze weer stevig dicht.
Deksel openen
Gevaar voor verwonding door
draaiende trommel.
Het is zeer gevaarlijk om een hand in
een nog draaiende trommel te steken.
Controleer voordat u het wasgoed uit
de trommel neemt altijd of de trommel stilstaat.
Trek aan de noodontgrendeling. Het
buitendeksel wordt geopend.
Open het binnendeksel.
Om te voorkomen dat er wasmiddel
verloren gaat, kunt u de wasmiddellade
na het reinigen van het pluizenfilter het
beste met ca. 2liter water doorspoelen.
Een teveel aan water wordt voor een
volgende wasbeurt automatisch afgepompt.
46
Service
Made in xxx
Mod.: XXXxxx
Miele Service
www.miele.com/service
M-Nr.: xxxxxxxx
Type: XXxx-X
Nr.:/ xxxxxxxxx
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of Miele.
Een bezoek van een technicus kunt u
online op www.miele.com/service
boeken.
De contactgegevens van de afdeling
klantcontacten van Miele vindt u achteraan in dit document.
Miele heeft de typeaanduiding en het
serienummer nodig (Fabr./SN/Nr.). Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u aan de achterkant van de wasmachine.
Na te bestellen accessoires
Voor een nog efficiënter gebruik van de
wasmachine kunt u bij de Miele-vakhandelaar en bij Miele Nederland B.V.
accessoires bestellen.
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
EPREL-databank
Vanaf 1maart2021 kunt u de informatie
over energielabeling en de eisen inzake
ecologisch ontwerp in de Europese productendatabank (EPREL) terugvinden.
Via de volgende link https://eprel.ec.europa.eu/ vindt u de productendatabank.
Hier wordt u gevraagd om de type-aanduiding in te voeren.
U vindt de type-aanduiding op het typeplaatje.
47
*INSTALLATION*
Installatie
Voorkant
a
Elektrische aansluiting
b
Toevoerslang
c
Deksel met bedieningspaneel
d
Klepje voor pluizenfilter, afvoerpomp
en noodontgrendeling
48
e
Voeten
f
Afvoerslang (met afneembaar bochtstuk) met verschillende mogelijkheden voor waterafvoer
*INSTALLATION*
Transportbeveiliging verwijderen
Vervoer de wasautomaat naar de be-
treffende plaats.
Draai de 4 buitenste schroeven A los
en neem ze eruit.
Draai de 4 schroeven B er helemaal
uit. Deze schroeven blijven op de
transportsteunen.
Installatie
Sluit de 4 grote gaten met de bijgele-
verde stopjes af.
Bewaar de transportsteunen en
de schroeven.
Monteer de transportsteunen weer
voordat u de wasautomaat transporteert (bijvoorbeeld bij een verhuizing)!
Transportbeveiliging monteren
Het monteren van de transportbeveiliging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Neem de transportsteunen weg.
Als de gaten niet afgedekt wor-
den, kunt u zich verwonden.
Sluit de gaten van de verwijderde
transportbeveiliging af!
49
*INSTALLATION*
Installatie
Plaatsen
Verwijder de transportbeveiliging, zo-
als beschreven op de vorige pagina.
Plaats de wasmachine.
Om optimaal te kunnen draaien, moet
de wasmachine waterpas en gelijkmatig
op de vier voeten staan.
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een betonnen vloer het meest geschikt. In tegenstelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als het
apparaat aan het centrifugeren is.
Op een zachte vloer kan de wasmachine tijdens het centrifugeren trillen.
Plaats de wasmachine niet op een
zachte vloer.
Bij een vochtige ondergrond kan het
apparaat gaan schuiven tijdens het
centrifugeren.
Zorg dat de stelvoeten en de plaats
van opstelling droog zijn.
Bij plaatsing op een houten vloer
geldt:
Stelvoeten naar buiten draaien en
borgen
Het stellen van de wasmachine gebeurt
met behulp van de stelvoeten.
Draai de stelvoet (of stelvoeten) naar
buiten totdat de wasmachine waterpas staat.
Houd de stelvoet met een water-
pomptang vast.
Draai de contramoer met een schroe-
vendraaier vast tegen de behuizing.
- Plaats de wasmachine op een houten
plaat (minstens 60×45×3cm). Deze plaat moet aan zoveel mogelijk
vloerbalken worden vastgeschroefd,
niet alleen aan vloerplanken.
- Plaats de wasmachine indien mogelijk in een hoek van het vertrek. Daar
is de vloer het meest stabiel.
50
*INSTALLATION*
Installatie
Het waterbeveiligingssysteem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt volledige bescherming tegen waterschade door de wasmachine.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
de volgende onderdelen:
- de watertoevoerslang
- de elektronica en de lek- en overloopbeveiliging
- de waterafvoerslang
De watertoevoerslang
- Beveiliging tegen barsten van de
slang
De watertoevoerslang is bestand tegen een druk van meer dan
7.000kPa.
De elektronica en de ommanteling
- De bodemplaat
Wanneer de wasmachine lekt, wordt
het overtollige water in de bodemplaat opgevangen en wordt het waterinlaatventiel door de vlotterschakelaar uitgeschakeld. De watertoevoer
is vanaf dat moment geblokkeerd.
Het water dat zich in de kuip bevindt
wordt afgepompt.
- Bescherming tegen overstromen
Voorkomen wordt dat de wasmachine door een ongecontroleerde watertoevoer gaat lekken. Stijgt de waterstand boven een bepaald niveau, dan
wordt de afvoerpomp ingeschakeld
en het water gecontroleerd afgepompt.
De waterafvoerslang
Bescherming tegen leegzuigen. De waterafvoerslang is beveiligd met een ventilatiesysteem. Hiermee wordt voorkomen dat de wasmachine wordt leeggezogen.
51
*INSTALLATION*
Installatie
Watertoevoer
De wasautomaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100kPa en
mag niet meer dan 1.000kPa bedragen.
Is de druk hoger dan 1.000kPa, dan
moet er een drukreduceerventiel in de
waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
¾“-schroefkoppeling noodzakelijk. Is
zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de
automaat uitsluitend door een erkend
installateur op de waterleiding worden
aangesloten.
Het aansluitpunt staat onder
druk van de waterleiding. Controleer
daarom of de aansluiting niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventueel opnieuw in
en draai de schroefkoppeling eventueel wat vaster aan.
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die
bestand is tegen een druk van minstens
7.000kPa.
Het zeefje in de schroefkoppeling
aan het vrije uiteinde van de watertoevoerslang mag niet worden verwijderd.
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangesloten.
52
*INSTALLATION*
Installatie
Waterafvoer
Het water wordt afgepompt met een afvoerpomp voor een opvoerhoogte tot
1m. Om de waterafvoer niet te belemmeren, moet de slang zonder knikken
worden gelegd. Het bochtstuk aan het
einde van de slang is afneembaar.
Indien nodig kunt u de slang tot
max.5m verlengen. Accessoires zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en
bij Miele.
Mogelijkheden voor waterafvoer:
1. De slang kan in een wasbak, wastafel
of gootsteen worden gehangen:
Let op:
– Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden!
– Wanneer het water in een wastafel
of wasbak wordt gepompt, moet
het water snel genoeg wegvloeien.
Is dat laatste niet het geval, dan
bestaat de kans dat het water
overstroomt of dat een deel van
het weggepompte water naar de
automaat wordt teruggezogen.
2. De slang kan op een kunststof afvoerbuis met rubberen mof worden
aangesloten (Een sifon is niet beslist
noodzakelijk).
Let op:
Adapter
Schroefkoppeling wastafel
Slangklem
Uiteinde van de slang
Bevestig de adapter met schroef-
koppeling aan de sifon van de
wastafel.
Plaats het uiteinde van de slang op
de adapter .
Draai de slangklem direct achter
de schroefkoppeling met een schroevendraaier vast.
3. De slang kan in een putje in de vloer
(gully) worden gehangen.
4. De slang kan op een wasbak of wastafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
53
*INSTALLATION*
Installatie
Elektrische aansluiting
De wasmachine is standaard voorzien
van een aansluitkabel met stekker, geschikt voor aansluiting op een geaard
stopcontact.
Plaats de wasmachine zodanig dat het
stopcontact goed bereikbaar is. Indien
de wandcontactdoos niet vrij toegankelijk is, zorg dan dat er voor elke pool
een werkschakelaar aanwezig is.
Brandgevaar bij oververhitting.
Het gebruik van verdeelstekkers en
verlengsnoeren kan tot overbelasting
van de kabels leiden.
Gebruik voor de veiligheid geen verdeelstekkers en verlengsnoeren.
De elektrische installatie moet volgens
de daarvoor geldende normen (zoals
NEN1010) zijn geïnstalleerd.
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij Miele). Om veiligheidsredenen mag dit alleen door een door
Miele geautoriseerde vakman of Miele
worden gedaan.
De wasmachine mag niet op wisselrichters worden aangesloten die bij autonome stroomvoorzieningen worden toegepast, zoals bij zonne-energie. Als het
apparaat wordt ingeschakeld, kan het
bij spanningspieken om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De elektronica kan daarbij beschadigd raken.
Op het typeplaatje staat informatie over
de nominale aansluitwaarde en de zekering. Vergelijk de gegevens op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet.
Testprogramma volgens EN60456 en energielabel volgens
EU-richtlijn 1061/2010
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, schommelingen in de
netspanning en gekozen extra functies.
%
56
1
tuur
Tempera-
Programma-
Verbruiksgegevens
RestvochtToerental
duur
kgkWhliteruren:min.°C%omw./min
3,00,51352:2937511200
1,50,43242:2938551200
206,00,20652:0920521200
Programma'sBeladingEnergieWater
Verbruiksgegevens geldig vanaf 01.03.2021
ECO 40–60*6,00,64513:0935511200
Katoen606,00,95481:4951521200
Kreukherstellend302,50,23401:5226351200
403,00,30260:2022601200
2
Express20
Wol302,00,23390:39–––
Testprogramma voor de naleving van de Ecodesign-richtlijn nr. 2019/2023 en energielabeling volgens richtlijn nr. 2019/2014
Maximaal bereikte temperatuur in het wasgoed bij de hoofdwas.
Extra Kort ingeschakeld
*
1
2
Aanwijzing voor consumenten
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het in-
stromende water, kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, schommelingen in de netspanning en gekozen extra functies.
57
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronica van de wasmachine
aanpassen aan uw wasgoed en de
manier waarop u dit wilt wassen. U
kunt de ingestelde varianten ieder moment wijzigen.
Systeem extra water
Met deze programmeerfunctie kunt u
één van de 3varianten voor de toets
Extra water instellen.
Instelling 1:
(Fabrieksinstelling)
Een hogere waterstand (Extra water) bij
het wassen en spoelen.
Instelling 2:
Er vindt een extra spoelgang plaats.
Instelling 3:
De waterstand bij het wassen en spoelen is hoger en er wordt een extra
spoelgang uitgevoerd.
Het programmeren en opslaan gebeurt in de stappen tot:
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de programmakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeuzeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedieningspaneel te zien is.
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stappen en.
Schakel de wasmachine in met de
toets.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden...
...en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op stand Overhemden:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-sen knippert 2 keer kort om de twee seconden, omdat instelling 1 in de fabriek
is ingesteld.
Door op de Start – toets te drukken,
kunt u van instelling veranderen.
Het controlelampje Inweken/Voorwas-sen:
- knippert 2x = instelling 1
- knippert 3x = instelling 2
- knippert 4x = instelling 3
Schakel de wasautomaat met de
toets uit.
De toets Extra water is nu gekoppeld
aan de gekozen instelling. Deze instelling blijft opgeslagen, totdat u een andere instelling programmeert.
Voorwaarde:
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
58
Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Als behoedzaam wassen geactiveerd
is, wordt de beweging van de trommel
gereduceerd. Licht vervuild textiel kan
zo behoedzamer gewassen worden.
Dit behoedzame wasritme kan worden
ingeschakeld voor de programma's Ka-toen en Kreukherstellend.
Het behoedzaam wassen is, wanneer
de wasautomaat wordt geleverd, niet
ingeschakeld.
Het programmeren en opslaan gebeurt in de stappen tot:
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de programmakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeuzeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedieningspaneel te zien is.
Voorwaarde:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen
- knippert niet:
Behoedzaam wassen is uitgescha-keld.
- knippert:
Behoedzaam wassen is ingescha-keld.
Door op de Start-toets te drukken,
schakelt u Behoedzaam wassen in of
weer uit.
Schakel de wasmachine met de
toets uit.
De gekozen instelling van de programmeerfunctie is nu opgeslagen en geldt
totdat u die instelling weer wijzigt.
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stappen en.
Schakel de wasmachine in met de
toets.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden...
...en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op de stand Donker wasgoed/Jeans:
59
Programmeerfuncties
Afkoeling van het waswater
Met deze instelling kunt u ervoor zorgen dat aan het einde van de
hoofdwas extra water in de trommel
stroomt ter afkoeling van het waswater.
Afkoeling van het waswater wordt gebruikt voor het programma Katoen90°C.
Wij adviseren u deze functie ook te gebruiken:
- wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt. Op deze manier kunt u voorkomen, dat u zich brandt.
- in gebouwen met waterafvoerleidingen die niet aan DIN1986 voldoen.
De waswaterafkoeling is, wanneer de
wasautomaat wordt geleverd, niet ingeschakeld.
Het programmeren en opslaan gebeurt in de stappen tot:
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de programmakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeuzeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedieningspaneel te zien is.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stappen en.
Schakel de wasmachine in met de
toets.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden...
...en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op stand Express20:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen
- knippert niet:
de afkoeling van het waswater is uit-geschakeld.
- knippert:
de afkoeling van het waswater is in-geschakeld.
Door op de Start-toets te drukken,
schakelt u Afkoeling van het waswater in of weer uit.
Schakel de wasautomaat met de
toets uit.
De gekozen instelling van de programmeerfunctie is nu opgeslagen en geldt
totdat u die instelling weer wijzigt.
Voorwaarde:
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
60
Programmeerfuncties
Memory-functie
Als er bij een programma een extra
functie wordt geselecteerd en/of het
centrifugetoerental wordt gewijzigd,
slaat de wasautomaat deze instellingen op bij de start van het programma.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
wasprogramma kiest, geeft de wasautomaat de opgeslagen Extra functie en/
of centrifugetoerental weer aan.
De memory-functie is, wanneer de wasautomaat wordt afgeleverd, uitgeschakeld.
Het programmeren en opslaan gebeurt in de stappen tot:
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de programmakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeuzeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedieningspaneel te zien is.
...en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op de stand Wol40°C:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen
- knippert niet:
de memory-functie is uitgeschakeld.
- knippert:
de memory-functie is ingeschakeld.
Door op de Start-toets te drukken,
schakelt u de memory-functie in of
weer uit.
Schakel de wasautomaat met de
toets uit.
De gekozen instelling van de programmeerfunctie is nu opgeslagen en geldt
totdat u die instelling weer wijzigt.
Voorwaarde:
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stappen en.
Schakel de wasmachine in met de
toets.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden...
61
Programmeerfuncties
Inweektijd
U kunt de toets “Inweken” met een “Inweektijd” instellen tussen 30minuten en
2uur (in stappen van 30minuten).
De gekozen inweektijd wordt, wanneer
u de Extra functie Inweken inschakelt,
bij het gekozen wasprogramma opgeteld.
De toets Inweken is vanaf de fabriek ingesteld op 2 uur inweken.
Het programmeren en opslaan gebeurt in de stappen tot:
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de programmakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeuzeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het bedieningspaneel te zien is.
Voorwaarde:
- De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
Het controlelampje Inweken/Voorwas-sen knippert 1xkort om de twee seconden, omdat er vanaf de fabriek een
inweektijd van 2uur is ingesteld.
Door op de Start – toets te drukken,
kunt u van instelling veranderen.
Het controlelampje Inweken/Voorwas-sen:
- knippert 1x, 2 uur inweektijd
- knippert 2x, 1,5 uur inweektijd
- knippert 3x, 1 uur inweektijd
- knippert 4x, 0,5 uur inweektijd
Schakel de wasautomaat met de
toets uit.
De toets Inweken is nu gekoppeld aan
de gekozen instelling. Deze instelling
blijft opgeslagen, totdat u een andere
instelling programmeert.
- De wasmachine moet gesloten zijn.
- De programmakeuzeschakelaar moet
op Einde staan.
Druk op de Start-toets en houd de
Start-toets vast tijdens de stappen en.
Schakel de wasmachine in met de
toets.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden...
...en laat de Start-toets daarna los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op stand Wol30°C:
62
Was- en onderhoudsmiddelen
Voor deze wasmachine zijn wasmiddelen, additieven en onderhoudsmiddelen
voor textiel en apparaat beschikbaar. Al
deze producten zijn op de Miele-wasmachines afgestemd.
U kunt deze en vele andere interessante
producten via internet (shop.miele.nl),
bij Miele (zie omslag) of bij uw Mielevakhandelaar bestellen.
Wasmiddelen
UltraWhite
- Universeel wasmiddel in poedervorm
- Voor wit en licht wasgoed en voor
sterk verontreinigd katoen
- Effectieve vlekverwijdering reeds bij
lage temperaturen
UltraColor
- Vloeibaar Colorwasmiddel
- Voor bont en donker textiel
- Beschermt kleuren tegen verbleken
- Effectieve vlekverwijdering reeds bij
lage temperaturen
Fijnwasmiddel voor wol en fijne was
- Vloeibaar fijnwasmiddel
- Bijzonder geschikt voor wol en zijde
- Reinigt al vanaf 20°C en beschermt
vorm en kleur van uw fijne was.
Speciale wasmiddelen
Outdoor
- vloeibaar wasmiddel voor outdooren werkkleding
- reinigt zonder de kleuren aan te tasten
- beschermt de membranen door een
speciale was
Sport
- vloeibaar wasmiddel voor sportkleding en fleece
- neutraliseert onaangename geurtjes
- houdt het textiel in vorm
Dons
- vloeibaar wasmiddel voor kussens,
slaapzakken en kleding met dons
- behoudt de elasticiteit van dons en
veren
- behoudt de ademende werking van
kleding met dons
- voorkomt het samenklitten van dons
63
Was- en onderhoudsmiddelen
Textielonderhoudsmiddel
Impregneermiddel
- voor het impregneren van textiel van
microvezels zoals regenkleding
- behoudt de ademende werking van
het textiel
Wasverzachter
- frisse, natuurlijke geur
- voor zacht wasgoed
Reinigings- en onderhoudsmiddelen voor het apparaat
Ontkalkingsmiddel
- verwijdert ernstige kalkaanslag
- mild en behoedzaam door natuurlijk
citroenzuur
- ontziet de verwarmingselementen,
trommels en andere componenten
IntenseClean
- voor hygiënisch schone wasmachines
- verwijdert vetten, bacteriën en daardoor veroorzaakte geurtjes
- grondige basisreiniging
Tabs voor waterontharding
- minder wasmiddel nodig bij hard water
- minder wasmiddelrestanten in het
wasgoed
64
- minder chemische stoffen in de waterafvoer door minder wasmiddel