hp LaserJet 1010
hp LaserJet 1012
hp LaserJet 1015
serie printer
gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
Copyright Hewlett-Packard Company 2003
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming is
verboden, tenzij dit onder de bepalingen van
het auteursrecht is toegestaan.
Gebruikers van de Hewlett-Packard-printer
waarop deze handleiding betrekking heeft,
wordt toestemming verleend voor het
volgende: a) het maken van afdrukken van
deze gebruikershandleiding voor
PERSOONLIJK gebruik, INTERN gebruik of
BEDRIJFSMATIG gebruik, met dien
verstande dat de afdrukken niet worden
verkocht, doorverkocht of anderszins worden
verspreid; en b) het plaatsen van een
elektronische kopie van deze
gebruikershandleiding op een netwerkserver,
mits toegang tot de elektronische kopie
beperkt is tot PERSOONLIJK, INTERN
gebruik van de Hewlett-Packard printer die bij
deze gebruikershandleiding behoort.
Onderdeelnummer: Q2460-90920
Edition 2, 9/2003
Garantie
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
Hewlett-Packard geeft geen enkele garantie
met betrekking tot deze informatie.
HEWLETT-PACKARD WIJST DE
IMPLICIETE GARANTIE
VAN VERKOOPBAARHEIDEN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL VAN DE HAND.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor
directe, indirecte, incidentele of bijkomende
schade of enige andere schade, die het
gevolg zou zijn van het verstrekken of het
gebruiken van deze informatie of daarmee
verband zou houden.
Handelsmerken
Microsoft®, Windows® en Windows NT® zijn
in de V.S. gedeponeerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
Energy Star® en het logo van Energy Star®
logo zijn in de V.S. gedeponeerde merken van
de United States Environmental Protection
Agency.
Netscape is een Amerikaans handelsmerk
van Netscape Communications Corporation.
Alle andere producten die hierin worden
genoemd, kunnen handelsmerken zijn van de
respectieve bedrijven.
Hewlett-Packard Company
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714 V.S.
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●Snelle toegang tot meer informatie
●Printerconfiguraties
●Printerfuncties
●Uitleg over de printer
●Bedieningspaneel van de printer
●Papierbanen
●Toegang tot inktcartridge
●Printersoftware
●Printerverbindingen
NLWWBasisinformatie over de printer 1
Snelle toegang tot meer informatie
WWW-koppelingen voor drivers, software en ondersteuning
Als u contact wilt opnemen met HP voor service of ondersteuning, klikt u op een van de volgende
koppelingen:
●Raad p l ee g in de Verenigde Staten http://www.hp.com/support/lj1010
●Ga naar http://www.hp.com voor ondersteuning in andere landen/regio’s.
Koppelingen naar handleiding
●Uitleg over de printer (locatie van printeronderdelen)
●Inktcartridge vervangen
●Problemen oplossen
●Benodigdheden bestellen
●Index
Meer informatie
●De gebruikershandleiding op de cd: Uitgebreide informat ie over het gebruik van de printer
en het verhelpen van mogelijke problemen. Deze handleiding staat op de cd-rom die bij de
printer is geleverd.
●On line Help-i nf orm at ie: Informatie over de printeropties die vanuit de printerdrivers
beschikbaar zijn. U kunt de on line Help openen v anuit de printerdriv er als u een Help -bestand
wilt bekijken.
●On line gebruikershandleiding (HTML): Uitgebreide informatie over het gebruik van
de printer en het verhelpen van mogelijke problemen. Beschikbaar op
http://www.hp.com/support/lj1010
. Selecteer Manuals als u op de website bent.
2 Hoofdstuk 1NLWW
Printerconfiguraties
Hieronder worden de standaardconfiguraties van de HP LaserJet 1010 series printer beschreven.
hp LaserJet 1010
●12 pagina’s per minuut (ppm) voor A4
●eerste pagina klaar in 8 seconden
●600 x 600 dpi met HP Resolution Enhancement-technologie (REt)
●capaciteit van 150 vellen
●hor izontale papierbaan
●voorrangsinvoersleuf
●8 MB RAM
●USB (compatibel met de USB 2.0-specificaties)
●dr iver via hostcomputer
hp LaserJet 1012
●14 ppm voor A4
●eerste pagina klaar in 8 seconden
● 1200 dpi effectieve kwaliteit van het afgedrukte materiaal [600 x 600 x 2 dpi met
HP Resolution Enhancement-technologie (REt)]
●capaciteit van 150 vellen
●hor izontale papierbaan
●voorrangsinvoerlade
●8 MB RAM
●USB (compatibel met de USB 2.0-specificaties)
●dr iver via hostcomputer
hp LaserJet 1015
●14 ppm voor A4
●eerste pagina klaar in 8 seconden
● 1200 dpi effectieve kwaliteit van het afgedrukte materiaal [600 x 600 x 2 dpi met
HP Resolution Enhancement-technologie (REt)]
●capaciteit van 150 vellen
●hor izontale papierbaan
●voorrangsinvoerlade
● 16 MB RAM
●USB en parallel (compatibel met de USB 2.0-specificaties)
●PCL 5e
●dr iver via hostcomputer
NLWWPrinterconfiguraties 3
Printerfuncties
Gefeliciteerd met de aankoop van dit product. De HP LaserJet 1010 serie levert de volgende
voordelen.
Afdrukken met uitstekende kwaliteit
●Drukt 600 tot 1200 dpi (dots per inch) af.
●PCL 5e is al op de printer geïnstalleerd (alleen HP LaserJet 1015).
●De printer schakelt automatisch over op de juiste taal voor de afdruktaak.
Tijd besparen
●Snel afdrukken tot 12 pagina’s per minuut (HP LaserJet 1010) of 15 ppm voor Letter-formaat
●Geen wachttijd. De eerste pagina is in minder dan 8 seconden klaar.
Geld besparen
●Gebruik EconoMode om toner te besparen.
●Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel afdrukken).
papier (HP LaserJet 1012 en HP LaserJet 1015) en 14 ppm voor A4-formaat papier.
Professioneel uitziende documenten maken
●Gebruik watermerken, zoals Vertrouwelijk, om uw documenten te beschermen.
●Brochures afdr uk ken. Met deze functie drukt u de pagina’s gemakkelijk in de juiste volgorde
af om kaarten of brochures te maken. Als de pagina’s zijn afgedrukt, hoeft u deze alleen nog
maar te vouwen en te nieten.
●De eerste pagina afdrukken op ander materiaal dan de resterende pagina’s.
4 Hoofdstuk 1NLWW
Uitleg over de printer
hp LaserJet 1010 serie printer
10
1
2
3
9
8
7
1Attentielichtje
2Klaar-lichtje
3Start-lichtje
4Start-knop
5Knop Taak annuleren
6Inktcartridgeklep
7Voorrangsinvoerlade
8Hoofdinvoerlade
9Klep van de lade (alleen bij HP LaserJet 1012 printer en HP LaserJet 1015 printer in bepaalde
landen/regio’s)
10 Uitvoerbak
6
4
5
NLWWUitleg over de printer 5
11
12
13
15
11 USB-poort
12 Parallelle poort (alleen bij de HP LaserJet 1015 printer)
13 Aan/uit-knop
14 Netsnoeraansluiting
15 Scheidingskussen
14
6 Hoofdstuk 1NLWW
Bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel van de printer heeft drie lichtjes en twee knoppen. Deze lichtjes vormen
patronen waaraan u de status van de printer kunt aflezen.
1Attentielichtje: Geeft aan dat de papierinvoerlade leeg is, de inktcartridgeklep open is,
de inktcartridge ontbreekt of dat er een andere fout is opgetreden.
2Klaar-lichtje: Geeft aan dat de printer klaar is om af te drukken.
3Start-knop en -lichtje: Druk op de knop Start en laat deze weer los als u een demopagina
wilt afdrukken of wilt doorgaan met afdrukken in de handinvoermodus. Druk op de knop Start
en houd deze knop gedurende vijf seconden vast als u een configuratiepagina wilt afdrukken.
1
2
3
4
4Knop Taak annuleren: Druk op de knop Taak annuleren om de afdruktaak te annuleren
terwijl de printer bezig is met de verwerking van de gegevens.
OpmerkingZie Patronen statuslichtjes voor een beschrijving van de lichtjespatronen.
NLWWBedieningspaneel van de printer 7
Papierbanen
Hoofdinvoerlade
De interne hoofdinvoerlade bevindt zich aan de voorkant van de printer en kan maximaal
150 vel van 75 g/m
2
, een aantal enveloppen of ander afdrukmateriaal bevatten.
Voorrangsinvoerlade
U gebruikt de voorrangsinvoerlade voor maximaal 10 vel van 75 g/m2 of voor het afdrukken
van losse enveloppen, kaarten, etiketten of transparanten. U kunt de voorrangsinvoerlade ook
gebruiken om de eerste pagina op ander afdrukmateriaal af te drukken dan de rest van het
document.
OpmerkingDe printer drukt automatisch eerst af vanuit de voorrangsinvoerlade en pas daarna vanuit de
hoofdinvoerlade.
Zie Materiaal plaatsen
voor meer informatie over soorten afdrukm at eriaal.
Materiaalgeleiders van printer
Beide invoerladen zijn voorzien van papiergeleiders aan de zijkanten. De hoofdinvoerlade heeft
nog een extra papiergeleider aan de achterzijde. Papiergeleiders zorgen ervoor dat het papier
goed in de printer wordt ingevoerd en dat de afdruk niet scheef op het papier komt. Als u papier
in de lade plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen aan de breedte en lengte van het papier.
8 Hoofdstuk 1NLWW
Uitvoerbak
De uitvoerbak bevindt zich aan de bovenkant van de printer.
Klap het verlengstuk van de lade omlaag om het afdrukmateriaal dat uit de printer komt te
ondersteunen.
NLWWPapierbanen 9
Toegang tot inktcartridge
Inktcartridgeklep
De klep voor de inktcartridge bevindt zich aan de bovenkant van de printer. U moet de klep
openen om toegang te krijgen tot de inktcartridge en om storingen te verhelpen en de printer
schoon te maken. Als u de inktcartridgeklep wilt openen, plaatst u een vinger in de inkeping aan
de rechterkant van de inktcartridgeklep en trekt u de inktcartridgeklep omhoog.
10 Hoofdstuk 1NLWW
Printersoftware
Ondersteunde besturingssystemen
U kunt het beste de geleverde software installeren zodat u de printer gemakkelijk kunt instellen
en de volledige functionaliteit v an het appar aat kunt gebruik en. Niet alle softw are is beschikbaar in
alle talen. Installeer de software voordat u de printer instelt. Raadpleeg het Leesmij-bestand voor
de nieuwste informatie over de software.
Via Internet en andere bronnen zijn de meest recen te versies van driv er s, extra drivers en andere
software verkrijgbaar.
De printer wordt geleverd met printersoftware voor de volgende besturingssystemen:
●Windows 95 en Windows NT 4.0 (alleen driver, alleen parallelle aansluitingen)
●Windows 98
●Windows Me
●Windows 2000
●Windows XP (32-bits en 64-bits)
●Mac OS 9, v9.1 en ho ge r
●Mac OS X, v10.1 en v10.2
Printersoftware installeren
De printerdriver voor Windows 95 installeren
Als u de printersoftware voor Windows 95 wilt installeren, moet u de wizard Printer toevoegen
gebruiken.
1Klik op Start en kies Instellingen.
2Klik op Printers.
3Dubbelklik op Printer toevoegen en klik, indien nodig, op Volgende.
4Selecteer de optie lokale printer en klik op Volgende.
5Klik op Diskette.
6Klik op Bladeren en selecteer de juiste letter voor het cd-rom-station.
7Dubbelklik op de juiste map voor uw taal.
8Dubbelklik op de map Drivers.
9Dubbelklik op de map Win9X_ME.
10 Dubbelklik op de drivermap PCL 5e.
11 Klik op het bestand hp1300w5.inf om dit bestand te markeren.
12 Klik op OK om de installatie van de driver te voltooien. Volg de instructies op het scherm.
NLWWPrintersoftware 11
De printerdriver voor Windows NT 4.0 installeren
Als u de printersoftware voor Windows NT 4.0 wilt installeren, moet u de wizard Printer toev oegen
gebruiken.
1Klik op Start en kies Instellingen.
2Klik op Printers.
3Dubbelklik op Printer toevoegen en klik, indien nod ig, op Volgende.
4Selecteer Deze computer en klik op Volgende.
5Selecteer de juiste poort en klik op Volgende.
OpmerkingPoort LPT1 is voor een lokale aansluiting.
6Klik op Diskette.
7Klik op Bladeren en selecteer de juiste letter voor het cd-rom-station. Als de letter voor het
cd-rom-station niet in de keuzelijst verschijnt, typt u de juiste letter gevolgd door een dubbele
punt en een slashteken. U typt bijvoorbeeld E:/
8Dubbelklik op de juiste map voor uw taal.
9Dubbelklik op de map Drivers.
10 Dubbelklik op de map Win9X_ME.
11 Dubbelklik op de drivermap PCL 5e.
12 Het bestand hp1300m5.inf moet gemarke erd zijn. Als dat niet het ge v al is , klikt u erop om het
bestand te markeren.
13 Klik op Openen.
14 Klik op OK in het dialoogvenster Installeren vanaf schijf.
15 Klik op Volgende.
16 Kies de printernaam (optioneel) en de standaardopties van de printer. Klik op Volgende.
17 Kies of de printer wordt gedeeld en klik op Volgende.
18 Selecteer Ja voor he t afdrukken v a n een testpagin a en klik op Voltooien om de installatie van
de driver te voltooien.
Printersoftware voor alle andere besturingssystemen installeren
Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station. Volg de
installatie-instructies op het scherm.
12 Hoofdstuk 1NLWW
Printereigenschappen (driver)
De printer werkt volgens de ingestelde eigenschappen. U kunt de standaardinstellingen wijzigen,
zoals het formaat van het materiaal en de soort, meerdere pagina’s afdrukken op één vel
materiaal (N-per-vel), de resolutie en de watermerken. U hebt op de volgende manieren toegang
tot de printereigenschappen:
●Vanuit de toepassing waarmee u afdrukt. Hiermee verandert u alleen de instellingen voor de
betreffende toepassing.
●Vanuit het besturingssysteem Windows
alle toekomstige afdruktaken.
OpmerkingOmdat veel programma’s een eigen methode hebben om de printereigenschappen te openen,
worden in het volgende gedeelte de meestgeb ruikte methoden beschreven v oor Windows 98, 2000,
Millennium, en Windows XP.
Alleen de instellingen van de huidige toepassing wijzigen
OpmerkingHoewel de stappen per toepassing kunnen verschillen, wordt de volgende methode het meest
gebruikt.
1Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen.
®
. Hiermee verandert u de standaardinstellingen voor
3Wijzig de instellingen en klik op OK.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows 98, 2000 en Millennium.
1Klik in de taakbalk van Windows op Start en kies Instellingen en Printers.
2Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van HP LaserJet 1010 serie printer.
3Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op Voorkeursinstellingen
voor afdrukken).
4Wijzig de instellingen en klik op OK.
OpmerkingIn Windows 2000 zijn veel v an deze functies besch ikbaar in het menu Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige afdruktaken in
Windows XP
1Klik in de taakbalk van Windows op Start en kies Configuratiescherm.
2Dubbelklik op Printers en andere hardware.
3Klik op Printers en faxen.
4Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van HP LaserJet 1010 serie printer.
5Klik op Eigenschappen of op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
6Wijzig de instellingen en klik op OK.
NLWWPrintersoftware 13
Prioriteitsinstellingen tijdens het afdrukken
Er zijn drie manieren waarop de afdrukinstellingen van deze printer kunnen worden gewijzigd: in
de toepassing, in de printerdriver en in de HP werkset. Er wordt prioriteit verleend aan wijzigingen
in de afdrukinstellingen op basis van de plaats waar de vera ndering heeft plaatsgevonden. Deze
volgorde is:
●Wijzigingen die zijn gemaakt in de toepassing krijgen voorrang boven instellingen die ergens
anders zijn gewijzigd. Binnen een toepassing krijgen wijzigingen die zijn gemaakt in het
dialoogvenster Pagina-instelling voorrang boven wijzigingen die zijn gemaakt in het
dialoogvenster Afdrukken.
●Wijzigingen die in de printerdriver zijn gemaakt (dialoogvenster Printereigenschappen),
krijgen voorrang op de instellingen die zijn gemaakt vanuit de HP werkset. Wijzigingen die zijn
gemaakt in de printerdriver krijgen geen voorrang boven de instellingen in de toepassing.
●Wijzigingen die zijn aangebracht in de HP werkset hebben de laagste prioriteit.
U moet de methode met de hoogste prioriteit kiezen, als een bepaalde afdrukinstelling op
meerdere van de hierboven beschreven manieren kan worden gewijzigd.
On line Help voor de printereigenschappen
De on line Help voor de printereigenschappen (driver) beva t gedetailleerde informatie over de
functies in de printereigenschappen. Met deze on line Help kunt u de standaardinstellingen van
de printer wijzigen.
De on line Help voor printereigenschappen openen
1Klik op Bestand in de toepassing en kies Afdrukken.
2Klik op Eigenschappen en op Help.
14 Hoofdstuk 1NLWW
Software voor Macintosh-computers
De printerdriver openen (Mac OS 9.x)
1Open de Kiezer vanuit het Apple-menu.
2Klik op het pictogram hp LaserJet vx.x boven in de linkerhelft van het dialoogvenster Kiezer.
3Afhankelijk v an de verbinding tussen de computer en de printer doet u het volgende:
• USB: Ga verder met stap 4.
• AppleTalk: Selecteer de juiste AppleTalk Zone voor de printer in linkerbenedenhelft van
het dialoogvenster Kiezer
4Klik op de naam hp LaserJet 1010 series printer rechts in het dialoogvenster Kiezer.
5Sluit de Kiezer.
De printerdriver openen (Mac OS X v10.x)
1Klik op het pictogram van de vaste schijf op het bureaublad.
2Klik op Toepassingen en klik vervolgens op Hulpprogramma’s.
3Klik op Afdrukbeheer.
4Klik op Voeg printer toe. Het dialoogvenster Voeg printer toe wordt weergegeven.
5Selecteer USB of AppleTalk in het hoofdmenu.
OpmerkingAls u AppleTalk gebruikt, is het misschien ook nodig de correcte zone in het tweede menu te
selecteren.
6Selecteer de printernaam in de lijst met printers.
7Klik op Voeg toe.
NLWWSoftware voor Macintosh-computers 15
Printerverbindingen
OpmerkingInstalleer de software voordat u de printer instelt.
USB-aansluitingen
Alle printers uit de HP LaserJet 1010 serie ondersteunen USB-aansluitingen. De USB-poort
bevindt zich aan de achterzijde van de printer.
De USB-kabel aansluiten
Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer. Sluit het andere uiteinde van de
USB-kabel aan op de computer.
Parallelle aansluitingen
Het HP LaserJet 1015 model ondersteunt naast de USB-aansluiting ook parallelle aansluitingen.
De parallelle poort bevindt zich aan de achterzijde van de printer. Gebruik een parallelle kabel die
voldoet aan de norm IEEE-1284.
De parallelle kabel aansluiten
Sluit het ene uiteinde van de parallelle kabel aan op de printer. Sluit het andere uiteinde van de
kabel aan op de computer .
16 Hoofdstuk 1NLWW
2
Media
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
●Materiaal plaatsen
●Afdrukken op transparanten of etiketten
●Afdrukken op enveloppen
●Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
●Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat en kaarten
NLWWMedia 17
Papier en ander afdrukmateriaal kiezen
HP LaserJet printers leveren documenten met een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt op
verschillende materialen afdrukken, zoals papier (zelfs tot 100% kringlooppapier), enveloppen,
etiketten, transparanten en materialen met een afwijkend formaat. De volgende formaten worden
ondersteund:
●Minimum: 76 bij 127 mm
●Maximum: 216 bij 356 mm
Eigenschappen zoals gewicht, vezelrichting en vocht igheid zijn belangrijke factor en die invloed
hebben op de prestaties en de kwaliteit van de printer. Gebruik voor de beste afdrukkwaliteit
alleen kwalitatief hoogwaardig afdrukmateriaal dat speciaal voor laserprinters is gemaakt. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
OpmerkingProbeer altijd eerst een kleine hoeveelheid afdrukmateriaal uit, voordat u grote hoeveelheden
aanschaft. De leverancier van afdrukmateriaal wordt verondersteld de vereisten te begrijpen die
worden uiteengezet in de HP LaserJet printer family print media guide (handleiding voor
afdrukmateriaal van de LaserJet printerfamilie; HP onderdeelnummer 5963-7863). Zie Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
voor meer papier- en afdrukmateriaalspecificati es.
18 Hoofdstuk 2NLWW
Afdrukmaterialen die u moet vermijden
Voor de HP LaserJet 1010 serie printer kunt u diverse soorten afdrukmateriaal gebruiken. Als
u afdrukt op materiaal dat niet voldoet aan de printerspecificaties, neemt de afdrukkwaliteit af.
Tevens is de kans op papierstoringen dan groter.
●Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak.
●Gebruik geen papier met gaatjes of perforaties, behalve papier voor standaardringbanden.
●Gebr uik geen meerdelige formulieren.
●Gebruik geen papier met een watermerk als u afdrukt met dekkende kleurvlakken of
patronen.
Afdrukmateriaal waardoor de printer kan worden beschadigd
In zeldzame gevallen kan de printer worden beschadigd door afdrukmateriaal. Vermijd de
volgende soorten afdrukmateriaal om mogelijke schade te voorkomen:
●Materiaal met nietjes.
●Transparanten die zijn ontwikkeld voor inkjetprinters of andere lage-temperatuurprinters.
Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik met HP LaserJet printers.
●Fotopapier dat is bestemd voor inkjetprinters.
●Papier met reliëf of coating dat niet is ontwikkeld voor de temperaturen van de
afbeeldingsfuser van de printer. Gebruik afdrukmateriaal dat bestand is tegen een
temperatuur van 20 0°C gedurende 0,1 seconde. HP levert afdrukmateriaal dat is ontwikkeld
voor de HP LaserJet 1010 serie printers.
●Briefhoofdpapier dat met lage-temperatuurinkt of thermografie is afgedrukt. Voorbedrukte
formulieren moeten zijn gedrukt met inkt die bestand is tegen een temperatuur van 200° C
gedurende 0,1 seconde.
●Afdrukmaterialen die schadelijke emissies produceren of die smelten, vervormen of
verkleuren bij blootstelling aan een temperatuur va n 200°C gedurende 0,1 seconde.
U kunt HP LaserJet afdrukbenodigdheden bestellen via http://www.hp.com/go/ljsupplies
(Verenigde Staten) of http://www.hp.com/ghp/buyonline.html
(buiten de Verenigde Staten).
NLWWPapier en ander afdrukmateriaal kiezen 19
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal optimaliseren
De instellingen voor het af drukmateriaal bepalen de temper atuur v a n de fuser in de printer. U kunt
de afdrukkwaliteit optimaliseren door de instellingen aan te passen aan het afdrukmateriaal dat
u gebruikt.
U kunt de functie optimaliseren activeren op het tabblad Papier in de printerdriver of via
HP werkset.
De afdruksnelheid wordt automatisch verlaagd bij het afdrukken op afdrukmateriaal met een
afwijkend formaat.
20 Hoofdstuk 2NLWW
Materiaal plaatsen
Hoofdinvoerlade
In de hoofdinvoerlade kunnen maximaal 150 pagina’s van 75 g/m2 of een kleiner aantal pagina’s
van een zwaarder mat eriaal (25mm of een kleinere stapel) worden geplaatst. Voer het papier in
met de bovenr and naar v oren en de afdrukzijde naar bo v en. Stel a ltijd de materiaalgeleiders in om
storingen en scheeftrekken te v oorkomen.
Voorrangsinvoerlade
In de voorrangsin voerlade kunnen maximaal 10 pagina’s (75 g/m2 ) of één enve lop, transparant of
kaart worden geladen. Voer het materiaal in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar
boven. Stel altijd de materiaalgeleiders in om storingen en scheeftrekken te voorkomen.
VOORZICHTIGAls u probeert af te drukken op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd, kan het
afdrukmateriaal vastlopen in de printer . Zie Specificaties voor afdr ukmateriaal voor meer informatie.
OpmerkingAls u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u al het materiaal uit de invoerlade verwijder en en de
stapel met nieuw materiaal recht plaatsen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd
in de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
Specifieke soorten afdrukmateriaal
●Transparanten en etiketten: Voer transparanten en etiketten in met de bovenrand naar
voren en de afdrukzijde naar boven. Zie Afdrukken op transparanten of etiketten
informatie.
●Enveloppen: Voer enveloppen in met de smalle postzegelkant naar voren en de afdrukzijde
naar boven. Zie Afdrukken op enveloppen
●Briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren: V oe r dez e in me t de bovenrand naar voren
en de afdrukzijde naar boven. Zie Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
voor meer informatie.
●Kaarten en afdrukmateriaal met een afwijkend formaat: Voer deze in met de smalle kant
naar voren en de afdrukzijde naar boven. Zie Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast
formaat en kaarten voor meer informatie.
voor meer informatie.
voor meer
NLWWMateriaal plaatsen 21
Afdrukken op transparanten of etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die speciaal zijn bestemd voor gebruik in laserprinters,
zoals HP transparanten en HP LaserJet etiketten. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal
meer informatie.
VOORZICHTIGControleer het afdrukmateriaal op kreukels , vouwen en gescheurde randen of ontbrekende etik etten.
Transparanten of etiketten afdrukken
1Voer in de voorrangsinvoerlade één pagina of in de hoofdinvoerlade meerdere pagina’s in.
Zorg ervoor dat de bove nkant van het afdrukmateriaal naar voren ligt en de af drukzijde (ruwe
zijde) naar boven.
2Stel de papiergeleiders in.
3Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpl eeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
voor instructies. Selecteer de gewenste
voor
4Druk het document af. V e rwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit de printer, om te
voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en leg de afgedrukte pagina’s op een glad
oppervlak.
22 Hoofdstuk 2NLWW
Afdrukken op enveloppen
Eén envelop afdrukken
Gebruik alleen enveloppen die speciaal zijn best emd voor laserprinters. Zie Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
OpmerkingAls u één envelop wilt afdrukken, gebruikt u de voorrangsinvoerlade. Wilt u meer enveloppen
afdrukken, dan gebruikt u de ho of dinvoerlade.
1Voordat u de enveloppen invoe rt, stelt u de papiergeleiders zo in dat deze net niet tegen de
enveloppen aankomen.
OpmerkingBij enveloppen me t de opening aan de korte kant, moet deze zijde het eerst worden ingevoerd.
2Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven en met de bovenrand tegen de
linkerpapiergeleider.
3Stel de papiergeleiders in op de lengte en breedte van de envelop.
4Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
voor instructies. Selecteer Envelop als
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driv er) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
NLWWAfdrukken op enveloppen 23
Meerdere enveloppen afdrukken
Gebruik alleen enveloppen die speciaal zijn bestemd voor laserprinters. Zie Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
OpmerkingAls u één envelop wilt afdrukken, gebruikt u de voorrangsinvoerlade. Wilt u meer enveloppen
afdrukken, dan gebruikt u de hoofdinvoerlade.
1Open de klep van de invoerlade.
2Voordat u de enveloppen invoert, stelt u de papiergeleiders zo in dat deze net niet tegen de
enveloppen aankomen.
3Plaats de enveloppen met de bovenzijde langs de link erpapiergeleider en de afdrukzijde naar
boven. Stapel maximaal 15 enveloppen op.
OpmerkingAls de enveloppen een opening hebben aan de korte kant, voert u die kant eerst in.
24 Hoofdstuk 2NLWW
4Stel de papiergeleiders in op de lengte en breedte van de enveloppen.
5Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
voor instructies. Selecteer Envelop als
materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driv er) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
6Sluit de klep van de invoerlade.
NLWWAfdrukken op enveloppen 25
Briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
Briefhoofd of voorbedrukte formulieren afdrukken
1Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel de
papiergeleiders in op de breedte van het papier.
2Druk het document af.
OpmerkingAls u eerst één vel briefhoofdpapier wilt afdrukken, gev olgd door een document van meerdere
pagina’s, moet u het briefhoofdpapier in de voorrangsinvoerlade en het gewone papier in de
hoofdinvoerlade invoeren. De printer drukt automatisch eerst af vanuit de voorrangsinvoerlade.
26 Hoofdstuk 2NLWW
Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat en kaarten
De HP LaserJet 1010 serie printer kan afdrukken op aangepast afdrukmateriaal of kaarten tussen
76 x 127 mm en 216 x 356 mm. Afhankelijk van het afdrukmateriaal, kunt u maximaal 10 vellen
vanuit de voorrangsinvoerlade afdrukken. Gebruik de hoofdinvoerlade voor meerdere vellen.
VOORZICHTIGVoordat u de vellen plaatst, moet u controleren of de vellen niet aan elkaar kleven.
Afdrukken op afdrukmateriaal van aangepast formaat of kaarten
1Voer het afdrukmateriaal in met de smalle kant naar voren en de afdrukzijde naar
boven. Stel de papiergeleiders in op het afdrukmateriaal.
2Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
3Selecteer de optie voor aangepast formaat op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad
Papier (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-driver s). Ge ef de af met ing en van
het aangepaste papierformaat op.
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driv er) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
voor instructies.
4Druk het document af.
NLWWAfdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat en kaarten 27
28 Hoofdstuk 2NLWW
3
Afdruktaken
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●Wate rm er ke n afdrukken
●Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
●Dubbelzijdig afdrukken (handmatige duplex)
●Brochures afdrukken
●Afdruktaak annuleren
●Instellingen af drukkwaliteit
●EconoMode (toner besparen) gebruiken
NLWWAfdruktaken 29
Watermerken afdrukken
Met de optie voor watermerken kunt u tekst "onder" (op de achtergrond van) een bestaand
document afdrukken. U wilt bijvoorbeeld in grote grijze letters Klad of Vertrouwelijk diagonaal
afdrukken over de eerste pagina of alle pagina’s van een document.
Watermerkfunctie openen
1Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP) in de toepassing. Zie Printereigenschappen (driver)
2Selecteer het gewenste watermerk op het tabblad Effecten (het tabblad
Watermerk/Sjabloon in sommige Mac-drivers).
voor instructies.
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpl eeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
30 Hoofdstuk 3NLWW
Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel)
U kunt kiezen hoeveel pagina’s u op één vel papier wilt afdrukk en. Als u me er dan éé n pagina pe r
vel wilt afdrukken, worden de pagina’s kleiner afgedrukt en worden deze ingedeeld in de volgorde
waarin ze normaal zouden worden afgedrukt.
Functie voor meerdere pagina’s per vel openen
1Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP) in de toepassing. Zie Printereigenschappen (driver)
2Selecteer het gewenste aantal pagin a’s per vel op het tabblad Afwerking (het tab b lad Layout
in bepaalde Mac-drivers).
voor instructies.
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driv er) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
3Er is ook een selectievakje voor kantlijnen en een menu om de volgorde aan te geven waarin
de pagina’s op het vel worden afgedrukt.
NLWWMeerdere pagina’s op één vel papier afdrukken (N-per-vel) 31
Dubbelzijdig afdrukken (handmatige duplex)
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken (handmatige duplex), moet u het papier twee k eer door de printer
voeren.
OpmerkingHandmatige duplex w ordt alleen ondersteund in Windows.
OpmerkingHandmatige duplex kan de printer verontreinigen, waa rdoor de afdrukkwaliteit minder wordt. Zie
Printer reinigen voor instructies m.b.t. wat te doen als de printer vuil wordt.
Handmatige duplex
1Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
2Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers). Selecteer de gewenste optie voor inbinden en klik op OK. Druk het documen t af.
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpl eeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
3 Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade en legt
u dit terzijde tot u klaar bent met handmatig dubbelzijdig afdrukken.
voor instructies.
32 Hoofdstuk 3NLWW
4Leg de afgedrukte pagina’s met de bedrukte zijde naar beneden en zorg dat de stapel recht
ligt.
5Leg de stapel terug in de invoerlade. Zijde één moet met de bedrukte zijde naar beneden
liggen, met de onderrand in de richting van de printer. Vervang de voorrangsinvoerlade.
Druk op de knop Start en wacht tot de tweede zijde wordt afgedrukt.
NLWWDubbelzijdig afdrukken (handmatige duplex) 33
Brochures afdrukken
U kunt brochures afdrukken op papier van het formaat Letter, Executive en A4.
1Plaats het papier in de hoofdinvoerlade.
2Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
3Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking (het tabblad
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers). Selecteer de gewenste optie voor inbinden en klik op OK. Druk het documen t af.
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpl eeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
voor instructies.
4Nadat de eerste zijde is afgedrukt, verwijdert u het resterende papier uit de invoerlade en legt
u dit terzijde tot u klaar bent met het afdrukken van de brochure.
5Leg de afgedrukte pagina’s met de bedrukte zijde naar beneden en zorg dat de stapel papier
recht ligt.
34 Hoofdstuk 3NLWW
6Plaats de eenzijdig bedrukte pagina’s terug in de invoerlade. Zijde één moet met de bedrukte
zijde naar beneden liggen, met de onderrand in de richting van de printer.
Druk op de knop Start en wacht tot de tweede zijde wordt afgedrukt.
7Vouw de pagina’s en niet deze aan elkaar.
NLWWBrochures afdrukken 35
Afdruktaak annuleren
Druk op de knop Taak annuleren op het bedieningspaneel van de printer en laat deze weer los.
Als de statuslichtjes op het bedieningspaneel blijven knipperen nadat u de afdruktaak hebt
geannuleerd, is de computer nog bezig de taak naar de printer te verzenden. Verwijder de
afdruktaak uit de afdrukwachtrij of wacht totdat de comput er de gegevens heeft verzonden.
De printer keert dan terug naar de modus Klaar.
36 Hoofdstuk 3NLWW
Instellingen afdrukkwaliteit
De instellingen voor afdrukkwaliteit bepalen hoe licht of hoe donker de afdruk is en de stijl waarin
de illustraties worden afgedrukt. U kunt met deze instellingen ook de afdrukkwaliteit voor een
specifieke soort afdrukmateriaal optimaliseren. Zie Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal
optimaliseren voor meer informatie.
U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdruktaken die u wilt
uitvoeren. Hieronder volgen de instellingen:
●600 dpi: Dit is de standaardinstelling.
●FastRes 1200: Deze instelling is beschikbaar op de HP LaserJet 1012 en 1015 modellen.
Met deze instelling krijgt u een betere afdrukkwaliteit, maar het afdrukken van taken duurt
langer.
●EconoMode (toner besparen): Tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling is
handig als u een kladversie wilt afdrukken. U kunt deze optie onafhankelijk van andere
instellingen voor afdrukkwaliteit inschakelen.
1Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie Printereigenschappen (driver)
2Selecteer de gewenste instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Papier/Kwaliteit of het
tabblad Afwerking (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driv er) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
voor instructies.
OpmerkingAls u de afdrukkwaliteitsinstellingen voor alle toekomstige afdruktaken wilt veranderen, opent u de
eigenschappen via het menu Start in de taakbalk van Windows. Als u de instellingen voor
afdrukkwaliteit alleen voor de huidige toepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen via het
menu Printerinstelling in de toepassing waaruit u wilt afdrukken. Zie Printereigenschappen (driver)
voor meer informatie.
NLWWInstellingen afdrukkwaliteit 37
EconoMode (toner besparen) gebruiken
EconoMode is een uitstekende manier om de levensduur van de inktcartridge te verlengen.
EconoMode gebruikt aanzienlijk minder toner dan normaal afdrukken. De afdruk is veel lichter,
maar deze modus is geschikt voor het afdrukken van klad- of proefversies.
1Als u EconoMode wilt inschakelen, opent u de printereigenschappen (of de
voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 enXP). Zie Printereigenschappen
(driver) voor instructies.
2Schakel het selectievakje EconoMode in op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tab blad
Afwerking (het tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
OpmerkingNiet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpl eeg de on line
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies voor die
driver.
OpmerkingZie Printereigenschappen (driver) voor instructies over het activeren van EconoMode voor alle
toekomstige afdruktaken.
38 Hoofdstuk 3NLWW
4
Onderhoud
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●HP inktcartridges gebruiken
●Inktcartridges opslaan
●Verwachte levensduur van inktcartridge
●Toner besparen
●Inktcartridge vervangen
●Printer reinigen
NLWWOnderhoud 39
HP inktcartridges gebruiken
Beleid van HP ten aanzien van inktcartridges van derden
Hewlett-Packard Company raadt u af nieuwe, hervulde of gereviseerde inktcartridges van derden
te gebruiken. Aangezien dit geen HP producten zijn, heeft Hewlett-P ackard geen invloed op het
ontwerp en de kwaliteit. Service of reparatie die voortvloeit uit het gebruik van andere cartridges
dan HP inktcartridges, vallen niet onder de garantie van de printer . Raadpleeg Beperkte
garantieverklaring van Hewlett-Packard voor meer informatie.
40 Hoofdstuk 4NLWW
Inktcartridges opslaan
Haal de inktcartridge pas uit de verpakking wanneer u de cartridge wilt gebruiken. De
houdbaarheid van een inktcartridge in gesloten verpakking is ongeveer 2,5 jaar. Wanneer
de verpakking geopend is, blijft de inktcartridge ongeveer 6 maanden goed.
VOORZICHTIGStel de inktcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te voorkomen.
NLWWInktcartridges opslaan 41
Verwachte levensduur van inktcartridge
De levensduur van de inktcartridge is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is voor de
afdruktaken. Als u tekst afdrukt op pa pie r van Letter-/A4-for m aa t me t ee n de kkin g van 5 procent,
gaat de inktcartridge ongeveer 2.000 pa gina’s mee. Hierbij wordt aangenomen dat de
afdrukdichtheid is ingesteld op 3 en dat EconoMode is uitgeschakeld. Dit zijn de
standaardinstellingen. Raadpleeg Benodigdheden bestellen
bestellen van vervangende inktcartridges.
voor meer informatie over het
42 Hoofdstuk 4NLWW
Toner besparen
In EconoMode wordt minder toner per pagina gebruikt. Als u deze optie selecteert, wordt de
levensduur van de inktcartridge verlengd en worden de kosten per pagina verlaagd. De
afdrukkwaliteit wordt echter verminderd. Zie EconoMode (toner besparen) gebruiken
informatie.
voor meer
NLWWToner besparen 43
Inktcartridge vervangen
1Open de inktcartridgeklep en verwijder de oude inktcartridge. Raadpleeg de informatie over
recycling in de verpakking van de inktcartridge.
VOORZICHTIGStel de inktcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging van de cartridge te voorkomen.
Dek de cartridge af met een vel papier.
2Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking en schud de cartridge zachtjes heen en weer
om de toner gelijkmatig te verdelen.
44 Hoofdstuk 4NLWW
3Trek aan het lipje tot alle tape van de inktcartridge is verwijderd. Het lipje is geschikt voor
recycling. Bewaar het dus in de verpakking van de cartridge.
4Plaats de inktcartridge op de juiste manier in de printer. Sluit de inktcartridgeklep.
VOORZICHTIGAls er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te vegen en de kleding in
koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, zet de toner zich vast in de stof.
NLWWInktcartridge vervangen 45
Printer reinigen
Reinig de buitenkant van de printer met een schone, licht bevochtigde doek.
VOORZICHTIGGebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rondom de printer.
Tijdens het afdrukken kunnen zich materiaal-, to ner- en stofdeelt jes in de printer ophopen. Dit kan
na verloop van tijd afdrukproblemen veroorzaken, zoals tonerspatten of vegen. U kunt het gebied
rondom de inktcartridge en de papierbaan reinigen om dergelijke problemen op te lossen en te
voorkomen.
Het gebied rondom de inktcartridge reinigen
U hoeft het gebied rondom de inktcartridge niet vaak te reinigen. Het reinigen van deze ruimte kan
de afdrukkwaliteit echter wel verbeteren.
1Trek de stekker van de printer uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen.
2Open de inktcartridgeklep en verwijder de inktcartridge.
VOORZICHTIGStel de inktcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging van de cartridge te voorkomen.
Dek de inktcartridge indien nodig af. U mag de zw arte sponsrol binnen in de printer ni et aanr ak en.
Hierdoor kunt u de printer namelijk beschadigen.
46 Hoofdstuk 4NLWW
3Veeg eventuele toner- en papierresten met een droge, pluisvrije doek van de papierbaan en
de ruimte voor de inktcartridge.
4Plaats de inktcartridge terug en sluit de inktcartridgeklep.
5Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
NLWWPrinter reinigen 47
Papierbaan reinigen
Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, kunt u het r einigingsprogramma van de HP LaserJet
gebruiken om de materiaal- en tonerdeeltjes die zich o phopen op de fuser en de rollers te
verwijderen. De levensduur van de printer wordt door het reinigen van de papierbaan wellicht
verlengd.
OpmerkingV oor optimale resultaten kunt u het be ste een transparant gebruik en. Als u geen transparanten hebt,
kunt u afdrukmateriaal voor kopieerapparaten (70 tot 90 g/m2) met een glad oppervlak gebruiken.
1Zorg ervoor dat de printer niet actief is en dat het Klaar-lichtje brandt.
2Plaats het afdrukmateriaal in de invoerlade.
3Open de HP werkset. Zie De hp werkset gebruiken
oplossen en klik op Hulpmiddelen afdrukkwaliteit. Selecteer de reinigingspagina.
OpmerkingHet reinigingsproces duurt ongeveer 2 minuten. De reinigingspagina wordt regelmatig gestopt
tijdens het reinigen. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. U moet het
reinigingsproces wellicht een aantal keren herhalen om de printer grondig te reinigen.
voor instructies. Klik op de tab Problemen
48 Hoofdstuk 4NLWW
5
De printer beheren
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●Pagina’s met printerinformatie
●De hp werkset gebruiken
NLWWDe printer beheren 49
Pagina’s met printerinformatie
In het geheugen van de printer be vinden zich speciale pagina’s. Op deze pagina’ s staat inf ormatie
over het signaleren en oplossen van printerproblemen.
Demopagina
Om de demopagina af te drukken, drukt u op START wanneer de printer gereed is (klaar-lichtje
brandt) en niet bezig is met afdrukken.
configuratierapport
Het configuratierapport geeft de huidige instellingen en printereigenschappen weer en bevat
daarnaast een statusrapport. U kunt een configuratierapport vanaf de printer of de HP werkset
afdrukken.
Druk als de printer gereed is 5 seconden op S
drukken. Zodra het start-lichtje gaat branden, laat u de knop Start los.
TART om de configuratiepagina van de printer af te
50 Hoofdstuk 5NLWW
De hp werkset gebruiken
De HP werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken:
●De printerstatus controleren.
●De printerinstellingen configureren.
●Informatie over probleemoplossing bekijken.
●On line documentatie bekijken.
U kunt de HP werkset alleen gebruiken als u de volledige software hebt geïnstalleerd.
OpmerkingU hebt geen toegang tot Internet nodig om de HP werkset te openen en te gebruiken. Als u echter
op een koppeling in het gedeelte Overige kopp elingen klikt, hebt u toe gang tot I nternet nodig om
naar de corresponderende website t e gaan. Zie Overige koppelingen voor meer informatie.
Ondersteunde besturingssystemen
HP werkset wordt ondersteund voor de volgende besturingssystemen:
●Windows 98, 2000, Me en XP
●Mac OSX, v.10.1 en v10.2
OpmerkingDe HP werkset biedt geen ondersteuning voor Windows 95 of Windows NT 4.0.
Ondersteunde browsers
U kunt de HP werkset gebruiken met de volgende browsers:
●Microsoft Internet Explorer 5 of hoger
●Netscape Navigator 6 of hoger
Alle pagina’s kunnen worden afgedrukt vanuit de browser.
De hp werkset weergeven
1Klik op Start en kies Programma’s, HP LaserJet 1010 en HP werkset.
2De HP werkset wordt in de webbrowser geopend.
OpmerkingNadat u de URL hebt geopend, kunt u een bladwijzer toe voegen zodat u later snel naar deze URL
kunt terugkeren.
NLWWDe hp werkset gebruiken 51
Onderdelen van de hp werkset
De HP werkset bevat de volgende onderde len:
●Status, tabblad
●Problemen oplossen, tabblad
●tabb la d Waa rschuwingen
●tabb la d Doc um e nt atie
●Geavanceerde printerinstellingen (venster)
Overige koppelingen
Elke pagina in de HP werkset bevat koppelingen naar de HP website voor productregistratie,
productondersteuning en het bestellen van benodigdheden. U hebt toegang tot Internet nodig
om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en geen verbinding hebt
gemaakt voor u de HP werkset opende, moet u eerst verbinding mak en al vorens u deze websites
kunt bezoeken.
52 Hoofdstuk 5NLWW
Status, tabblad
Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s:
●Apparaatstatus. De printerstatusinformatie bekijken. Op deze pagina worden de
printeromstandigheden, zoals een papierstoring of een lege lade, weergegeven. Nadat u een
printerprobleem hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de apparaatst atus bij te werken.
●Infopagina’s afdrukken. Hiermee kunt u de configuratiepagina en diverse andere
infopagina’s die op de printer beschikbaar zijn afdrukken.
Problemen oplossen, tabblad
Het tabblad Problemen oplossen biedt koppelingen voor het oplossen van diverse
printerproblemen. De pagina’s bieden bijvoorbeeld informatie over het verhelpen van
papierstoringen, het verbeteren van de afdrukkwaliteit, de betekenis van de lichtjes op
het bedieningspaneel en over het oplossen van andere printerproblemen.
NLWWDe hp werkset gebruiken 53
tabblad Waarschuwingen
Op het tabblad Waarschuwingen kunt u instellen welke printerwaarschuwingen moeten worden
weergegeven.
Statuswaarschuwingen instellen
Op de pagina Statusw aarschuwingen kunt u w aarschuwin gen in- of uitschak elen en kiez en tussen
twee typen waarschuwingen:
●een pop-upbericht
●een pictogram in de taakbalk
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
tabblad Documentatie
Op het tabblad Documentatie wordt de volgende informatie weergegeven:
●Gebruikershandleiding De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik van de
printer, de garantieverklaring, de specificaties en de ondersteuning. Deze
gebruikershandleiding is zowel in HTML- als in PDF-indeling beschikbaar.
●Leesmij Bevat informatie die beschikbaa r is gekomen nadat de documentatie, zoals de
gebruikershandleiding, was voltooid.
●Meest recente informatie Bevat de meest recente informatie over de printer. Deze pagina is
alleen in het Engels beschikbaar.
54 Hoofdstuk 5NLWW
Geavanceerde printerinstellingen (venster)
Wanneer u op de koppeling Geavanceerde printerinstellingen klikt, wordt een nieuw venster
geopend. Het venster Geavanceerde printerinstellingen bevat twee tabbladen:
●Tabblad Informatie
●Tabblad Instellingen
Tabblad Informatie
Op het tabblad Informatie staan snelkoppelingen voor de volgende onderwerpen:
●Apparaatstatus
●Configuratie
●Gebeurtenislogboek
●Infopagina’s afdrukken
Tabblad Instellingen
Het tabblad Instellingen bevat koppelingen naar diverse pagina’s met configuratie-instellingen en
mogelijkheden voor het wijzigen van de configuratie.
OpmerkingInstellingen in de software hebben voorrang boven de instellingen in de HP werkset.
●Apparaatgegevens Weergeven van de basisgegevens van de printer.
●Papi erverwerking Weergeven en wijzigen van instellingen voor de invoerlade van de printer.
●Afdrukken Weergeven en wijzigen van de standaardinstellingen voor afdrukopdrachten.
●PCL (alleen bij de HP LaserJet 1015 printer) Weergeven en wijzigen van informatie over het
PCL-lettertype.
●Afdrukkwaliteit Weergeven en wijzigen van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
●Afdrukmodi Weergeven en wijzigen van de afdrukmodi voor diverse afdrukmaterialen.
●Systeeminstellingen Weergeven en wijzigen van systeeminstellingen.
●I/O Weergeven en wijzigen van de instelling v oor de I/O-time-out.
●Herstel Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen.
NLWWDe hp werkset gebruiken 55
56 Hoofdstuk 5NLWW
6
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de volgende onderwerpen:
●Oplossing vinden
●Patronen statuslichtjes
●Problemen met het transport van afdrukmateriaal
●Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
●Problemen met de printersoftware
●Afdrukkwaliteit verbeteren
●Storingen verhelpen
●Transportrol vervangen
●Transportrol reinigen
●Scheidingskussen vervangen
NLWWProblemen oplossen 57
Oplossing vinden
In dit hoofdstuk treft u oplossingen voor veelvoorkomende printerproblemen aan.
Stap 1: Is de printer goed ingesteld?
●
Is de printer verbonden met een werkend stopcontact?
●
Staat de aan/uit-knop in de positie ’aan’?
●
Is de inktcartridge goed geïnstalleerd? Zie Inktcartridge vervangen.
●
Is het papier op de juiste manier in de invoerlade geplaatst? Zie
Ja:Ga naar Stap 2: Brandt het klaar-lichtje?
bovenstaande vragen.
Nee: Als de printer niet kan worden ingeschakeld, moet u Contact opnemen met HP
ondersteuning.
Stap 2: Brandt het klaar-lichtje?
Komen de lichtjes op het bedieningspaneel overeen met deze afbeelding?
Materiaal plaatsen
als u bevest igend hebt geantwoord op de
.
Ja:Ga naar Stap 3: Kunt u een demopagina afdrukken?
Nee:Zie Patronen statuslichtjes als de lichtjes op het bedieningspaneel niet overeenkomen met
de bovenstaande afbeelding.
Als u het probleem niet kunt oplossen, moet u Contact opnemen met HP ondersteuning
.
Stap 3: Kunt u een demopagina afdrukken?
Druk op Start om een demopagina af te drukken.
Ja:Ga naar Stap 4: Is de afdrukkwaliteit aanvaardbaar?
Nee:Zie Problemen met het transport van afdrukmateriaal
Als u het probleem niet kunt oplossen, moet u Contact opnemen met HP ondersteuning
als de demopagina is afgedrukt.
als er geen papier is uitgevoerd.
.
58 Hoofdstuk 6NLWW
Stap 4: Is de afdrukkwaliteit aanvaardbaar?
Ja:Ga naar Stap 5: Communiceert de printer met de computer? als de afdrukkwaliteit
aanvaardbaar is.
Nee:Zie Afdrukkwaliteit verbeteren
Controleer of de printerinstellingen correct zijn voor de gebruikte soort afdrukmateriaal. Zie
het hoofdstuk over afdrukmateriaal voor informatie over het aanpassen van de instellingen
voor verschillende soorten afdrukmateriaal.
Als u het probleem niet kunt oplossen, moet u Contact opnemen met HP ondersteuning
als de afdrukkwaliteit laag is.
.
Stap 5: Communiceert de printer met de computer?
Probeer een document af te drukken vanuit een toepassing.
Ja:Ga naar Stap 6: Ziet de afgedrukte pagina eruit zoals u had verwacht?
afgedrukt.
Nee:Zie Problemen met de printersoftware
Als u het probleem niet kunt oplossen, moet u Contact opnemen met HP ondersteuning
als het document niet wordt afgedrukt.
als het document is
.
Stap 6: Ziet de afgedrukte pagina eruit zoals u had verwacht?
Ja:Het probleem is waarschijnlijk opgelost. Als het probleem niet is opgelost, moet u Contact
opnemen met HP ondersteuning.
Nee:Zie Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
Als u het probleem niet kunt oplossen, moet u Contact opnemen met HP ondersteuning
.
.
Contact opnemen met HP ondersteuning
●Raad ple e g in de Verenigde Staten http://www.hp.com/support/lj1010
●Ga naar http://www.hp.com voor ondersteuning in andere landen/regio’s.
NLWWOplossing vinden 59
Patronen statuslichtjes
12
3
1symbool voor lichtje uit
2symbool voor lichtje aan
3symbool voor lichtje knippert
Patronen statuslichtjes
Statuslichtjes Toestand van de printerHandeling
Klaar
De printer is klaar om af te drukken.
Bezig met verwerken
De printer ontvangt of verwerkt
momenteel gegevens.
Er hoeft geen handeling te worden uitgevoerd.
Wacht tot de taak wordt afgedrukt.
Reinigingsmodus/Motortest
Er wordt een reinigingspagina of
motortestpagina afgedrukt.
Wacht totdat de reinigingspagina volledig is
afgedrukt en de printer zich in de modus Klaar
bevindt. Dit kan maximaal 2 minuten duren.
Wacht totdat de motortestpagina volledig is
afgedrukt en de printer zich in de modus Klaar
bevindt.
60 Hoofdstuk 6NLWW
Patronen statuslichtjes (vervolg)
Statuslichtjes Toestand van de printerHandeling
Geen geheugen meer beschikbaar
De printer heeft geen geheugen meer
beschikbaar.
De pagina die wordt afgedrukt, is waarschijnlijk
te complex voor het printergeheugen. Probeer
de resolutie te verlagen. Zie Instellingen
afdrukkwaliteit voor meer informatie.
Klep open, geen afdrukmateriaal, geen
inktcartridge of vastgelopen
afdrukmateriaal.
Controleer het volgende:
● De inktcartridgeklep is volledig gesloten.
● Afdrukmateriaal is geladen. Zie Materiaal
plaatsen voor instructies.
Er is een fout opgetreden in de printer,
waarbij hulp van de operator nodig is.
● De inktcartridge is op de juiste manier
geïnstalleerd. Zie Inktcartridge vervangen
voor instructies.
● Het afdrukmateriaal is niet vastgelopen. Zie
Printer bezig met initialiseren
Storingen verhelpen
Er hoeft geen handeling te worden uitgevoerd.
voor instructies.
De printer is bezig met initialiseren.
Kritieke fout
Alle lichtjes branden.
Alle lichtjes zijn uitgeschakeld.
Ga terug naar Oplossing vinden
● Trek de stekker van de printer uit het
stopcontact, wacht 30 minuten en plaats
de stekker weer terug.
● Als de fout zich blijft voordoen, moet
u contact opnemen met HP ondersteuning.
Zie Contact opnemen met HP
ondersteuning.
● Controleer of de stroom is aangesloten.
● Verwijder beide uiteinden van het netsnoer
en sluit deze opnieuw aan.
.
NLWWPatronen statuslichtjes 61
Problemen met het transport van afdrukmateriaal
Kies de optie waarmee het probleem het beste wordt beschreven:
●Papierstoring
●Afdruk is scheef
●Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd door de printer ingevoerd
●Printer trekt geen afdrukmateriaal uit de invoerlade
●Afdrukmateriaal is in printer omgekruld
●Afdruktaak verloopt erg langzaam
Problemen met het transport van afdrukmateriaal
ProbleemOplossing
Papierstoring● Zie Storingen verhelpen voor meer informatie.
● Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
● Druk niet af op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd.
● Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Printer reinigen voor meer
informatie.
voor meer informatie.
Afdruk is scheef
Er worden meerdere vellen
papier tegelijkertijd door
de printer ingevoerd
Printer trekt geen
afdrukmateriaal uit de
invoerlade
Afdrukmateriaal is in
printer omgekruld
● Zie Scheef afgedrukte pagina voor meer informatie.
● Pas de papiergeleiders aan de breedte en lengte van het
afdrukmateriaal aan en druk opnieuw af. Zie Materiaal plaatsen
voor
meer informatie.
● De invoerlade kan te vol zijn. Zie Materiaal plaatsen voor meer
informatie.
● Zorg dat het afdrukmateriaal niet is gekreukeld, gevouwen of
beschadigd.
● Het scheidingskussen van de printer kan zijn versleten. Zie
Scheidingskussen vervangen
voor meer informatie.
De transportrol is mogelijk vuil of beschadigd. Zie Transportrol reinigen
Transportrol vervangen voor instructies.
Zie Gekrulde of golvende tekens
voor meer informatie.
of
62 Hoofdstuk 6NLWW
Problemen met het transport van afdrukmateriaal (vervolg)
ProbleemOplossing
Afdruktaak verloopt erg
langzaam
De maximale afdruksnelheid is 12 tot 14 pagina’s per minuut. De afdruktaak
is mogelijk erg complex. Probeer het volgende:
● Maak het document minder complex (gebruik bijvoorbeeld minder
afbeeldingen).
● Open de printereigenschappen van de printerdriver. Zie
Printereigenschappen (driver)
op gewoon papier.
Opmerking: Als u zwaar afdrukmateriaal gebruikt, kan het zijn dat de
toner hierdoor niet goed in het papier brandt.
● Smal of zwaar afdrukmateriaal vertraagt het afdrukken. Gebruik
normaal afdrukmateriaal.
● De afdruksnelheid is gebaseerd op de verwerkingssnelheid van de
computer, de grootte v an het geheugen en de hoev eelheid beschikbare
vrije ruimte op de vaste schijf van de computer. Probeer deze
onderdelen te verhogen.
Ga terug naar Oplossing vinden
voor instructies. Stel het papiersoort in
.
NLWWProblemen met het transport van afdrukmateriaal 63
Afgedrukte pagina verschilt van pagina op het scherm
Kies de optie waarmee het probleem het beste wordt beschreven:
●Tekst wordt met verdraaide tekens, verkeerd of niet volledig afgedrukt
●Ontbrekende illustraties of tekst of blanco pagina’s
●Paginaformaat is anders dan op een andere printer
●Grafische kwaliteit
Problemen met afgedrukte pagina
ProbleemOplossing
Tekst wordt met verdraaide tekens,
verkeerd of niet volledig afgedrukt
Ontbrekende illustraties of tekst
of blanco pagina’s
De USB-kabel of parallelle kabel zit mogelijk los of is defect. Probeer
het volgende:
● Probeer een taak af te drukken waarvan u weet dat deze normaal
wordt afgedrukt.
● Sluit de USB-kabel of parallelle kabel en de printer zo mogelijk
aan op een andere computer en probeer een taak af te drukken,
waarvan u weet dat deze normaal wordt afgedrukt.
● Trek de stekker van de printer uit het stopcontact, koppel de
USB-kabel of parallelle kabel aan beide kanten los, sluit de
USB-kabel of parallelle kabel aan beide kanten opnieuw aan en
sluit het netsnoer weer aan.
VOORZICHTIG
V e rwijder altijd de stekker van de printer voordat u de kabel van de
printer aansluit. De printer kan anders beschadigd raken.
Het is mogelijk dat tijdens de installatie een verkeerde printerdriver is
geselecteerd. Controleer of de juiste driver is geselecteerd bij de
printereigenschappen.
Er kan een probleem zijn met het programma. Probeer af te drukken
vanuit een ander programma.
● Zorg ervoor dat het bestand geen blanco pagina’s bevat.
● De beveiligingsstrip zit mogelijk nog om de inktca rtridge.
Verwijder de inktcartridge en trek de afsluitingstape uit de
cartridge. Plaats de inktcartridge terug. Zie Inktcartridge
vervangen voor instructies.
● Het is mogelijk dat de grafische instellingen in de
printereigenschappen niet juist zijn voor het type afdruktaak.
Probeer een andere grafische instelling in de
printereigenschappen. Zie Printereigenschappen (d river)
meer informatie.
voor
Paginaformaat is anders dan op een
andere printer
Als u het document met een oudere of andere printerdriver
(printersoftware) hebt gemaakt of als de printereigenschappen
anders zijn, kan het paginaformaat afwijken indien u met de nieuwe
printerdriver of met andere instellingen afdrukt. U kunt proberen dit
probleem op te lossen door de resolutie, het materiaalformaat, het
lettertype en andere instellingen te wijzige n. Zie
Printereigenschappen (driver)
voor meer informatie.
64 Hoofdstuk 6NLWW
Problemen met afgedrukte pagina (vervolg)
ProbleemOplossing
Grafische kwaliteitDe grafische instellingen kunnen ongeschikt zijn voor de afdruktaak.
Controleer in de printereigenschappen grafische instellingen zoals de
resolutie en pas deze aan. Zie Printereigenschappen (driver)
meer informatie.
voor
Ga terug naar Oplossing vinden
.
NLWWAfgedrukte pagina verschilt van pagina op het sch er m 65
Problemen met de printersoftware
Problemen met de printersoftware
ProbleemOplossing
Er wordt geen printerdriver voor de
HP LaserJet 1010 serie printers
weergegeven in de map Printer.
Er wordt een foutbericht weergegeven
tijdens de installatie van de software
● Installeer de printersoftware opnieuw. Klik op de taakbalk van
Windows op Start, selecteer Programma’s, selecteer
HP LaserJet 1010 en klik op Verwijderen. Verwijder het
netsnoer uit de printer. Installeer de software van de printer
vanaf de cd. Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een toepassing wilt
afsluiten die als pictogram in de taakbalk wordt weergegeven,
klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
● Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort
van de computer.
● Als u probeert af te drukken naar een gedeelde printer, klikt u in
de taakbalk van Windows op Start en kiest u Instellingen en
Printers. Dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen. Volg
de instructies in de wizard Printer toevoegen.
● Installeer de printersoftware opnieuw. Klik op de taakbalk van
Windows op Start, selecteer Programma’s, selecteer
HP LaserJet 1010 en klik op Verwijderen. Verwijder het
netsnoer uit de printer. Installeer de software van de printer
vanaf de cd. Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een toepassing wilt
afsluiten die als pictogram in de taakbalk wordt weergegeven,
klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
● Controleer de hoeveelheid vrije schijfruimte van het station
waarop u de printersoftware installeert. Maak indien nodig
ruimte vrij en installeer de printersoftware opnieuw.
● Voer indien nodig het defragmentatieprogramma uit en
installeer de printersoftware opnieuw.
De printer bevindt zich in de modus
Klaar, maar er wordt niets afgedrukt
● Installeer de printersoftware opnieuw. Klik op de taakbalk van
Windows op Start, selecteer Programma’s, selecteer
HP LaserJet 1010 en klik op Verwijderen. Verwijder het
netsnoer uit de printer. Installeer de software van de printer
vanaf de cd. Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
Opmerking
Sluit alle geopende toepassingen. Als u een toepassing wilt
afsluiten die als pictogram in de taakbalk wordt weergegeven,
klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u
Sluiten of Uitschakelen.
Ga terug naar Oplossing vinden.
66 Hoofdstuk 6NLWW
Afdrukkwaliteit verbeteren
In dit hoofdstuk treft u informatie aan over het herkennen en corrigeren van afdrukfouten.
Lichte of vervaagde afdrukken
Tonerspatten
● De toner is bijna op. Zie Inktcartridge vervangen voor meer
informatie.
● Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van
Hewlett-Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te
ruw). Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
● Als de hele pagina te licht is, kan de afdrukdensiteit te licht staan
ingesteld of is de EconoMode ingeschakeld. Pas de
afdrukdensiteit aan en schakel EconoMode uit in de
printereigenschappen. Zie Toner besparen
informatie.
● Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van
Hewlett-Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te
ruw). Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
● De printer moet mogelijk worden gereinigd. Zie Printer reinigen
of Papierbaan reinigen
voor instructies.
voor meer
Dropouts
● Er kan één vel papier beschadigd zijn. Probeer de taak opnieuw
af te drukken.
● De vochtigheidsgraad van het afdrukmateriaal is ongelijkmati g
of er zitten vochtige plekken op. Probeer af te drukken op nieuw
materiaal. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal
informatie.
● De hele stapel afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties.
Door het fabricageproces kunnen sommige gebieden toner
afstoten. Probeer een andere soort of een ander merk
afdrukmateriaal.
● De inktcartridge kan defect zijn. Zie Inktcartridge verva ngen
voor meer informatie.
OpmerkingAls het probleem met dez e stappen nog niet is opgelost, nee m dan contact op met een officiële HP
dealer of onderhoudstechnicus.
voor meer
NLWWAfdrukkwaliteit verbeteren 67
Verticale strepen
Grijze achtergrond
● Zorg ervoor dat de voorrangsinvoerlade is geplaatst.
● Er zitten waarschijnlijk krassen op de lichtgevoelige cilinder in de
inktcartridge. Installeer een nieuwe HP inktcartridge. Zie
Inktcartridge vervangen voor instructies.
● Zorg ervoor dat de voorrangsinvoerlade is geplaatst.
● Verminder de afdrukdichtheid in de HP werkset. Hierdoor
vermindert de achtergrondschaduw. Zie Specificaties voor
afdrukmateriaal.
● Gebruik afdrukmateriaal met een lichter basisgewicht. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
● Controleer de omgeving rondom de printer. Zeer droge
omstandigheden (lage vochtigheidsgraad) kunnen de
achtergrondschaduw verergeren.
● Installeer een nieuwe HP inktcartridge. Zie Inktcartridge
vervangen voor instructies.
voor meer informatie.
Tonervegen
Losse toner
● Als er tonervegen zitten op het gedeelte van het materiaal dat het
eerst wordt ingevoerd, zijn de papiergeleiders waarschijnlijk vuil.
Veeg de papiergeleiders schoon met een droge, pluisvrije doek.
Zie Printer reinigen
● Control eer de soort afdrukmateriaal en de kwaliteit.
● Installeer een nieuwe HP inktcartridge. Zie Inktcartridge
vervangen voor instructies.
● De temperatuur van de fuser kan te laag zijn. Controleer of de
juiste soort afdrukmateriaal is geselecteerd in de printerdriver.
● Reinig de binnenkant van de printer. Zie Printer reinigen voor
instructies.
● Controleer de soort afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
● Installeer een nieuwe HP inktcartridge. Zie Inktcartridge
vervangen voor instructies.
● Controleer of de juiste soort afdrukmateriaal is geselecteerd in
de printerdriver.
● Steek de ste k ker van de printer rechtstreeks in het stopcontact
en niet in een verlengsnoer.
voor meer informatie.
voor meer informatie.
68 Hoofdstuk 6NLWW
Steeds terugkerende verticale defecten
● De inktcartridge is mogelijk beschadigd. Als een vlek steeds
opnieuw op dezelfde plaats op de pagina verschijnt, moet u een
nieuwe HP inktcartridge installeren. Zie Inktcartridge vervangen
voor instructies.
● Er zit mogelijk toner op de interne onderdelen. Zie Printer
reinigen voor meer informatie. Als de defecten zich voordoen op
de achterkant van de pagina, verdwijnt het probleem
waarschijnlijk vanzelf als er nog een paar pagina’s zijn
afgedrukt.
● Control eer of de juiste soort afdrukmateriaal is geselecte erd in
de printerdriver.
Vervormde lettertekens
● Als lettertekens vervormd zijn en een hol effect hebben, is het
afdrukmateriaal mogelijk te glad. Probeer een andere soort
afdrukmateriaal. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal
meer informatie.
● Als lettertekens vervormd zijn en een golvend effect hebben, kan
het zijn dat de printer onderhoud nodig heeft. Druk een
configuratiepagina af. Als de lettertekens vervormd zijn, neem
dan contact op met een officiële HP leverancier of
onderhoudstechnicus. Zie Contact opnemen met HP
informatie.
voor
voor meer
Scheef afgedrukte pagina
● Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is
geladen en dat de papiergeleiders niet te strak of juist te los
tegen de stapel papier aanzitten. Zie Materiaal plaatsen voor
meer informatie.
● De invoerbak kan te vol zijn. Zie Materiaal plaatsen voor meer
informatie.
● Control eer de soort afdrukmateria al en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
Gekrulde of golvende tekens
● Control eer de soort afdrukmateria al en de kwaliteit.
Afdrukmateriaal krult om door warmte en vochtigheid. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
● Het kan zijn dat het afdrukmateriaal al te lang in de invoerbak
zit. Draai de stapel papier om in de lade. Ook kunt u proberen
het afdrukmateriaal 180° te draaien in de invoerlade.
● De fuser kan te heet zijn. Controleer of de juiste soort
afdrukmateriaal is geselecteerd in de printerdriver. Als het
probleem zich blijft voordoen, moet u een soort materiaal
selecteren met een lagere fusertemperatuur, zoals
transparanten of licht materiaal.
voor meer informatie.
NLWWAfdrukkwaliteit verbeteren 69
Kreukels of vouwen
● Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is
geladen. Zie Materiaal plaatsen voor meer informatie.
● Controleer de soort afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
● Draai de stapel papier in de lade om. Ook kunt u proberen het
afdrukmateriaal 180° te draaien in de invoerlade.
Toner uitgesmeerd rond letters
● Als grote hoeveelheden toner worden uitgesmeerd rond de
tekens, is het mogelijk dat de toner niet hecht aan het
afdrukmateriaal. Een beetje toner rondom de lettertekens is
normaal voor een laserprinter. Probeer een andere soort
afdrukmateriaal. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal
meer informatie.
● Draai de stapel papier in de lad e om.
● Gebruik materiaal dat is vervaardigd voor laserprinters. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
voor
Ga terug naar Oplossing vinden.
70 Hoofdstuk 6NLWW
Storingen verhelpen
Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens het afdrukken. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn:
●Het papier is niet goed in de invoerladen geplaatst of de laden zijn overvol. Zie Materiaal
plaatsen voor meer informatie.
●Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de HP specificaties. Zie Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
OpmerkingAls u de invoerlade bijvult, moet u altijd eerst al het materiaal uit de lade halen en de stapel met
nieuw materiaal recht leggen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in de printer
worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
Een foutmelding in de software en de lichtjes op het bedieningspaneel v an de printer
waarschuwen u als er een papierstoring is. Zie Patronen statuslichtjes
Plaatsen waar papier vaak vastloopt
voor meer informatie.
●Inktcartridgegebied: Zie Vastgelopen pagina verwijderen voor instructies.
●Invoerlade: Als de pagina nog uit de invoerlade steekt, moet u proberen deze er voorzichtig
uit te trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie Vastgelopen pagina verwijderen
voor
instructies als u weerstand voelt.
●Papierbaan: Als de pagina uit de uitvoerbak steekt, mo et u proberen d eze er v oo rzichtig uit te
trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie Vastgelopen pagina verwijderen
voor instructies
als u weerstand voelt.
OpmerkingEr kan losse toner in de printer zitten na een papierstoring. Dit probleem verdwijnt nadat u een paar
vellen hebt afgedrukt.
NLWWStoringen verhelpen 71
Vastgelopen pagina verwijderen
VOORZICHTIGDoor papierstoringen kan er losse toner op de pagina k omen. Als u toner op u w kleren krijgt, moet
u deze in koud water wassen. Warm water heeft tot gevolg dat de toner zich vastzet in de stof.
OpmerkingOpen altijd de inktcartridgeklep en verwijder de inktcartridge wanneer u storingen verhelpt, ook bij
storingen in de uitvoerbak. Ho ud de klep open e n de cartridge buiten de printer, totdat de storing is
verholpen. Wanneer u de inktcartridgeklep opent en de inktcartridge verwijdert, verdwijnt er druk
van de printerrollen en kunt u de vastgelopen pagina’s makkelijker verwijderen.
1Open de inktcartridgeklep.
2Verwijder de inktcartridge en leg deze terzijde.
VOORZICHTIGStel de inktcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te v oorkomen.
3Pak het zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en trek het
materiaal voorzichtig uit de printer.
72 Hoofdstuk 6NLWW
4Wanneer u het vastgelopen materiaal hebt verwijderd, plaatst u de inktcartridge terug en sluit
u de inktcartridgeklep.
Het kan zijn dat u de printer na een papierstoring even uit en weer aan moet zetten.
OpmerkingAls u de invoerlade bijvult, haalt u eerst al het materiaal uit de lade en legt u de stapel met nieuw
materiaal recht.
Ga terug naar Oplossing vinden
.
NLWWStoringen verhelpen 73
Transportrol reinigen
Voer de volgende instructies uit als u de transportrol wilt reinigen in plaats van vervangen:
Verwijder de transportrol zoals beschreven in stap 1 tot en met 5 van Transportrol vervangen
1Bevochtig een pluisvrije doek met isopropylalcohol en wrijf de rol schoon.
WAARSCHUWING Alcohol is ontvlambaar. Houd de alcohol en de doek niet dicht bij open vuur. Wacht tot de alcohol
helemaal is opgedroogd voordat u de printer dichtdoet en het netsnoer aansluit.
2Veeg met een droge, pluisvrije doek losgeweekt vuil van de transportrol.
.
3Laat de transportrol helemaal opdrogen, voordat u deze in de printer terugplaatst (zie stap 6
tot en met 9 van Transportrol vervangen
).
74 Hoofdstuk 6NLWW
Transportrol vervangen
Als er zich regelmatig transportstoringen voordoen (er wordt geen papier ingevoerd of er worden
meerdere vellen tegelijkertijd ingevoerd), kan het zijn dat de transportrol moet worden vervangen
of gereinigd. Zie Benodigdheden bestellen
VOORZICHTIGAls u deze procedure niet uitvoert, kan de printer beschadigd raken.
1Trek het netsnoer uit de printer en laat het apparaat afkoelen.
2Open de inktcartridgeklep en verwijder de oude inktcartridge.
voor het bestellen van een nieuwe transportrol.
3Zoek de transportrol.
4Maak de kleine, witte lipjes aan beid e zijden van de transportrol los en draai de rol naar voren.
NLWWTransportrol vervangen 75
5Trek de transportrol voorzichtig omhoog en uit de printer.
6Plaats het nieuwe of gereinigde onderdeel in de sleuf van de oude transportrol. Zie
Transportrol reinigen
zorgen ervoor dat de transpo rtrol op de juiste manier w ordt geplaatst.
voor instructies. Ronde en rechthoekige pinnen aan beide kanten
7Draai de bove nkant van de nieuwe transportrol van u af totdat beide zijden vastklikken.
76 Hoofdstuk 6NLWW
8Plaats de inktcartridge terug en sluit de inktcartridgeklep.
9 Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer weer aan.
NLWWTransportrol vervangen 77
Scheidingskussen vervangen
OpmerkingReinig eerst de transportrol voordat u het scheidingskussen vervangt. Zie Transportrol r einigen voor
instructies.
Als er meerdere pagina’s tegelijk uit de invoerlade worden ingevoerd, kan het zijn dat u het
scheidingskussen van de printer moet vervangen. Terugkerende invoerproblemen wijzen erop dat
het scheidingskussen is versleten. Zie Benodigdheden bestellen
scheidingskussen.
1Trek het netsnoer uit de printer en laat het apparaat afkoelen.
2Schroef op de achterzijde van de printer de twee schroeven los die het scheidingskussen op
zijn plaats houden.
voor het bestellen v an een nieuw
3Het scheidingskussen verwijderen.
78 Hoofdstuk 6NLWW
4Plaats het nieuwe scheidingskussen en schroef het op zijn plaats.
5Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer weer aan.
NLWWScheidingskussen vervangen 79
80 Hoofdstuk 6NLWW
A
Printerspecificaties
Deze bijlage bevat informatie over de volgende onderwerpen:
●Specificaties
●FCC-voorschriften
●Milieuvriendelijk productiebeleid
●Material safety data sheet
●Wettelijke voorschriften
NLWWPrinterspecificaties 81
Specificaties
Printerspecificaties
Omgevingsspecificaties
BedrijfsomgevingInstalleer de printer in een goed geventileerde, stofvrije ruimte.
Printer aangesloten op een stopcontact:
● Temperatuur: 10° C tot 32,5° C
● Luchtvochtigheid: 20%–80% (geen condensatie )
OpslagomgevingPrinter niet aangesloten op een stopcontact:
● Temperatuur: 0° C tot 40° C
● Luchtvochtigheid: 10 tot 80 procent (geen condensatie)
Geluidsniveau1
Gedefinieerd door ISO 9296
HP LaserJet 1010
GeluidsniveauAfdrukken (12 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
Geluidsniveau
standby-positie
Afdrukken (12 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
HP LaserJet 1012
GeluidsniveauAfdrukken (14 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
Geluidsniveau
standby-positie
Afdrukken (14 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
HP LaserJet 1015
GeluidsniveauAfdrukken (14 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
Geluidsniveau
standby-positie
Afdrukken (14 ppm): L
Energiebesparende modus: vrijwel onhoorbaar
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
= < 6,2 Bels (A) [< 62 dB (A)]
WAd
82 Appendix ANLWW
Printerspecificaties (vervolg)
1
Elektrische specificaties
Waarschuwing! De voedingsvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waarin de printer wordt
verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Veranderingen kunnen leiden tot beschadiging
van de printer en tot het vervallen van de garantie.
HP LaserJet 1010
Stroomvereisten
● 110-127 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2)
of
● 220v-240 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2 Hz)
Stroomverbruik●
Tijdens het afdrukken (12 ppm): 250 W (gemiddeld)
● Tijdens de standby-modus en PowerSave*: 2 W
* Instant-on fuser technologie
● Uit: 0 W
Minimale aanbevolen capaciteit
van circuit voor gemiddeld
● 3,5 Amp bij 115 Volt
● 2,0 Amp bij 230 Volt
product
HP LaserJet 1012
Stroomvereisten● 110-127 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2)
of
● 220v-240 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2 Hz)
Tijdens het afdrukken (14 ppm): 250 W (gemiddeld)
Stroomverbruik
●
● Tijdens de standby-modus en PowerSave*: 2 W
* Instant-on fuser technologie
● Uit: 0 W
Minimale aanbevolen capaciteit
van circuit voor gemiddeld
● 3,5 Amp bij 115 Volt
● 2,0 Amp bij 230 Volt
product
HP LaserJet 1015
Stroomvereisten
● 110-127 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2)
of
● 220v-240 V (+/-10%), 50/60 Hz (+/-2 Hz)
Stroomverbruik
●
Tijdens het afdrukken (14 ppm): 250 W (gemiddeld)
● Tijdens de standby-modus en PowerSave*: 2 W
* Instant-on fuser technologie
● Uit: 0 W
Minimale aanbevolen capaciteit
van circuit voor gemiddeld
● 3,5 Amp bij 115 Volt
● 2,0 Amp bij 230 Volt
product
NLWWSpecificaties 83
Printerspecificaties (vervolg)
Fysieke specificaties
Afmetingen● Breedte: 370 mm
● Diepte: 230 mm
● Hoogte: 208 mm
Gewicht (cartridge
5,9 kg
geïnstalleerd)
Printercapaciteit en -prestaties
Afdruksnelheid● 12 ppm voor papier van A4-formaat (HP LaserJet 1010 model)
● 14 ppm voor papier van A4-formaat (HP LaserJet 1012 en 1015
modellen)
● Eerste pagina klaar in minder dan acht seconden
2
Capaciteit van hoofdinvoerlade 150 vellen standaardpapier (75 g/m
Capaciteit van de
10 vellen standaardpapier (75 g/m ) of 1 envelop
voorrangsinvoerlade
Capaciteit van uitvoerbak125 vellen standaardpapier (75 g/m
Minimumpapierformaat76 x 127 mm
Maximumpapierformaat176 x 250 mm
Gewicht van afdrukmateriaalmaximaal 163 g/m
2
) of maximaal 15 enveloppen
2
2
)
Basisgeheugen8 MB RAM
Afdrukresolutie
HP LaserJet 1010
HP LaserJet 1012 en 1015
● 600 x 600 dpi met HP Resolution Enhancement-technologie (REt)
● 1200 dpi effectieve kwaliteit van het afgedrukte materiaal
[600 x 600 x 2 dpi met HP Resolution Enhancementtechnologie (REt)]
Werkingscyclus7.000 enkelzijdige pagina’s per maand (maximaal)
PCLLevel 5e (HP LaserJet 1015 printer)
84 Appendix ANLWW
Printerspecificaties (vervolg)
Poorten
USBCompatibel met de USB 2.0-specificaties
Parallel
(HP LaserJet 1015 printer)
● Apparaat conform IEEE 1284 niveau 2 met IEEE 1284-B-aansluiting
● Hostcomputer instellen op ECP
NLWWSpecificaties 85
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een
elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing bij
installatie in de huiselijke omgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie
voortgebracht en verbruikt en kan dit typ e energie worden uitgestraald. Als de apparatuur niet
volgens de instructies geïnstalleerd en wordt gebruikt, kan deze schadelijke radiostoring
veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in een bepaalde
opstelling. Als deze apparatuur wel schadelijke interferentie veroorzaakt bij de radio- of
televisieontvangst (hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur in en uit te schakelen),
kunt u op de volgende manieren proberen de interferentie te beperken:
●Verplaats de ontvangstantenne of plaats deze in een andere richting.
●Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangstapparaat.
●Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat verbonden is met een ander circuit dan dat
waarop het ontvangstapparaat is aangesloten.
●Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio- en tv-monteur.
OpmerkingVeranderingen of aanpassingen aan de printer die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn
goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om deze apparatuur te gebruiken,
tenietdoen.
Gebruik van een afgeschermde interfacekabel is vereist om te voldoen aan de beperkingen van
Klasse B van Deel 15 van de FCC-voorschriften.
86 Appendix ANLWW
Milieuvriendelijk productiebeleid
Milieubescherming
Het beleid van Hewlett-Packard Company is erop gericht kwaliteitsproducten te leveren op een
milieuvriendelijke wijze. Dit product beschikt over diverse functies waarmee u de invloed op het
milieu tot een minimum kan beperken.
Geen ozon
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O3) voort.
Energieverbruik
Het energieverbruik loopt aanzienlijk terug in de PowerSave-modus. Dit bespaart geld zonder de
prestaties van dit product te beïnvloeden. Dit product voldoet aan E
dat is opgezet om de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te stimuleren.
NERGY STAR, een programma
E
NERGY STAR is een in de VS gedeponeerd dienstmerk van de Amerikaanse EPA. Als partner in
het E
NERGY STAR-programma heeft Hewlett-P ac kard Company v astgesteld dat dit product voldoet
aan de E
voor meer informatie.
NERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. Ga naar http://www.energystar.gov
Minder tonerverbruik
EconoMode verbruikt aanmerkelijk minder toner, waardoor de gebruiksduur van de inktcartidge
wordt verlengd.
Papierverbruik
Het product beschikt ov er functies v oor het handmatig dubbelzijdig af drukken (handmatige duple x)
en voor het n-op-een vel afdrukken (meerdere pagina’s op één vel). Hierdoor kan het
papierverbruik en het daarmee gepaard gaande gebruik van natuurlijke bronnen worden
verminderd.
Kunststof onderdelen
Kunststof onderdelen die zw aarder zijn dan 25 gram, zijn in ov ereenstemming met internationale
normen voorzien van een markering. Hierdoor kunnen deze onderdelen aan het einde van de
levensduur van het product gemakkelijk worden herkend en gebruikt voor recycling.
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet
De afdrukbenodigdheden voor dit produ ct (zoals een inktcartridge, een drum en een fuser)
kunnen in veel landen/regio ’s worden teruggestuurd naar Hewlett-Packard via het HP programma
voor het terugsturen en recyclen van afdrukbenodigdheden. Dit gebruiksvriendelijke, gratis
recyclingprogramma is in meer dan 48 landen/regio’s beschikbaar. Meer informatie en instructies
vindt u in verschillende talen in elke nieuwe verpakking van HP inktcartridges en andere
afdrukbenodigdheden.
NLWWMilieuvriendelijk productiebeleid 87
Informatie over het HP programma voor het terugsturen en recyclen van
afdrukbenodigdheden
Sinds 1990 zijn in het kader van het HP programma voor het terugsturen en recyclen van
afdrukbenodigdheden miljoenen gebruikte HP LaserJet inktcartridges ingezameld die anders
wellicht ergens op een vuilnisbelt terecht zouden zijn gekomen. De HP LaserJet inktcartridges en
verbruiksartikelen worden v erzameld en in g rot e aantallen naar recyclingbe drijven gebr ac ht, waar
ze worden gedemonteerd. Na een grondige kwaliteitscontro le worden geselecteerde onderdelen
teruggewonnen v oor gebruik in nieuwe inktcartridges. De overige materialen worden gescheiden
en verwerkt tot grondstoffen voor diverse andere nuttige producten .
Inzameling in de VS
Hewlett-Packard raadt u aan meerdere gebruikte inktcartridges en verbruiksartikelen in één keer
in te leveren. Dit is milieuvriendelijker dan wanneer u ze per stuk retourneert. Pak twee of meer
inktcartridges samen in en gebruik het voorgeadresseerde UPS-etiket dat u in het pakket vindt.
Postzegels zijn niet nodig. Bel voor meer informatie over inlevering in de Verenigde Staten
(800) 340-2445 of ga naar de website van HP LaserJet Supplies http://www.hp.com/recycle
Inleveren (buiten de Verenigde Staten)
Als u niet in de Verenigde Staten woont, kunt u contact opnemen met uw lokale HP-v estiging of
naar de website http://www.hp.com/recycle
HP-programma voor het terugsturen en recyclen van afdrukbenodigdheden.
gaan voor meer informatie over het
.
Papier
Deze printer is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier wanneer dit papier voldoet aan
de richtlijnen van de HP LaserJet Printer Family Paper Specifications Guide (handleiding voor
papierspecificatie van de HP LaserJet printerfamilie). Zie Benodigdheden bestellen
bestelinformatie. Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier volgens DIN 19309.
voor
Beperkingen ten aanzien van het materiaal
Dit product bevat geen toegev oegd kwikzilver (behalve lampen die minder dan 10 mg bevatten).
Dit product bevat geen toegevoegd lood.
Dit product beva t geen batterijen.
Beschikbaarheid van reserveonderdelen en afdrukbenodigdheden
Reserveonderdelen en verbruiksartikelen voor dit product zijn na beëindiging van de productie
nog minimaal 5 jaar beschikbaar.
Voor meer informatie
Zie http://www.hp.com/go/environment voor meer inf ormatie over de volgende milieuprogramma’s
van HP.
●Milieugegevens voor dit product en veel aanverwante HP producten
●De milieudoelstelling van HP
●Het milieubeheersysteem van HP
●HP inzameling van producten aan het eind van de levensduur en het recyclingprogramma
●Material safety data sheets (MSDS, chemiekaart)
88 Appendix ANLWW
Material safety data sheet
U kunt een Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) verkrijgen door naar de HP LaserJet
Supplies website op www.hp.com/go/msds
te gaan.
NLWWMaterial safety data sheet 89
Wettelijke voorschriften
Verklaring van conformiteit
volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014
Naam fabrikant:Hewlett-Packard Company
Adres fabrikant:11311 Chinden Boulevard
verklaart dat het product
Naam product:HP LaserJet 1010 serie
Productnummer:Q2460A, Q2461A, Q2462A
Wettelijk modelnummer
Productopties:ALLE
voldoet aan de volgende productspecificaties:
Veiligheid:IEC 60950:1999 / EN 60950:2000
IEC 825-1:1993 +A1/ EN 60825-1:1994+A11 (Product met Klasse 1 Laser/LED)
GB4943:1995
EMC:CISPR 22:1997 / EN 55022:1998 Klasse B
EN 61000-3-2:1995/A14
EN 61000-3-3:1995
EN 55024:1998
FCC Title 47 CFR, Part 15 Klasse B
AS / NZS 3548:1995 +A1 +A2 / GB9254:1998
Aanvullende informatie:
Het product voldoet hierbij aan de eisen van de EMC-richtlijn 89/336/EEG en de Laagspanningsrichtlijn
73/23/EEG en is derhalve voorzien van de CE-markering.
1) Het product is getest in een normale configuratie met pc-systemen van Hewlett-Packard.
2) Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-richtlijnen. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de
volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzak en en (2) dit apparaat moet
alle ontvangen storingen accepteren, inclusief storingen die gevolgen hebben voor de werking.
3) Dit product heeft een wettelijk modelnummer toegewezen gekregen voor wettelijke doeleinden. Dit
nummer moet niet worden verward met de productnaam (HP LaserJet 1010) of met de productnummers
(Q2460A, Q2461A, Q2462A).
Gebruik de volgende gegevens ALLEEN voor informatie over wettelijke voorschriften:
Contactadres in Australië:Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Australia Ltd.,
Contactadres in Europa:De vestiging van HP in uw land/regio of Hewlett-Packard GmbH,
Contactadres in de VS:Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company,
Boise, Idaho 83714-1021, VS
3
:BOISB-0207-00
Boise, Idaho VS
1 april 2003
31-41 Joseph Street, Blackburn, Victoria 3130, Australië
Department HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Straße
140, D-71034 Böblingen (Fax: +49-7031-14-3143)
PO Box 15 Mail Stop 160, Boise, ID 83707-0015
(Phone: 208-396-6000)
1
2
/ ICES-003, Uitgave 3
90 Appendix ANLWW
Verklaring ten aanzien van laserveiligheid
Het CDHR (Center for Devices and Radiological Health) van de Amerikaanse Food and Drug
Administration heeft voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten die zijn vervaardigd na
1 augustus 1976. Naleving is verplicht voor producten die in de Verenigde Staten op de markt
worden gebracht. Deze printer is geclassificeerd als ee n laserproduct uit "Klasse 1" in het kader
van de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and
Human Services) conform de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968.
Aangezien de straling in de printer v olledig w ordt afgeschermd door speciale behu izing, is het niet
mogelijk dat de laserstraal vrijkomt tijdens normaal gebruik van het apparaat.
WAARSCHUWING Gebruik van knoppen, instellingen, aanpassingen of procedures die niet in deze handleiding w orden
beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canadese DOC-voorschriften
Complies with Canadian EMC Class B requirements.
«Conforme á la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. «CEM».»
Koreaanse EMI-verklaring
VCCI-verklaring (Japan)
NLWWWettelijke voorschriften 91
Laserverklaring voor Finland
LASERTURVALLISUUS
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASER APPARAT
HP LaserJet 1010 -laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa
käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle.
Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1993) mukaisesti.
VAROITUS!
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING!
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas
för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP LaserJet 1010 -kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa
avata ja huoltaa ai noastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi
ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa
lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman
erikoistyökaluja.
VARO!
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle laitteen ollessa
toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING!
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig
laserstrålning. Betrakta ej strålen.
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista:
Aallonpituus 770-795 nm
Teho 5 mW
Luokan 3B laser
92 Appendix ANLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.