Harman kardon AVR 140 User Manual [nl]

AVR 140 Audio/VideoReceiver
HANDLEIDING
Power for the Digital Revolution
®
Inhoud
3 Inleiding 4 Veiligheid 4 Uitpakken 5 Bedieningsorganen 7 Aansluitingen
9 Afstandsbediening Centrale Ruimte 12 Installeren en Aansluiten 12 Audioverbindingen 12 Videoverbindingen 13 Scart A/V Verbindingen 14 Systeem- en Lichtnetverbindingen 15 Luidsprekerkeuze 15 Luidsprekeropstelling 16 Systeemconfiguratie 16 In Gebruik Nemen 16 Gebruik Display 16 Instellingen 17 Opzet Ingangen 17 Surround Opzet 18 Instelling Nachtfunctie 19 Configureren Surround Uit
functies (stereo)
20 Luidspreker Opzet 22 Instelling vertraging 23 Instelling Uitgangsniveau 26 Bediening 26 Overzicht Surround Functies 28 Bediening 28 Bronkeuze 28 6/8 Kanaals Directe Ingang 28 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon 29 Keuze Surround Functie 29 Digitale Audioweergave 29 Dolby Digital 29 DTS 30 PCM Audioweergave 30 Digitale Bron Kiezen 30 Digitale Bitstream Indicatie 30 Surround Functies 31 PCM Weergave Indicaties
31 Luidspreker/Kanaal Indicaties 32 Nachtfunctie 32 Opnemen
32 Gebruik van 32 Instelling Uitgangsniveau 33 Geheugen Beveiliging 33 Bijzondere Functies 33 Helderheid Display 34 Volume bij Inschakelen 34 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen 34 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen 35 Standaard Surround Functie
35 Volledige In-beeld Achtergrondkleur 35 Tuner 35 Gebruik Tuner 35 Zenderkeuze 35 Voorkeurposities 36 RDS Gebruik 36 RDS Afstemmen 36 RDS Display Aanwijzingen
36 Programma Zoeken 37 Programmeren Afstandsbediening 37 Programmeren met Codes 37 Code Direct Invoeren 37 Automatisch Zoeken 37 Code Uitlezen 38 Macro Programmeren 38 Geprogrammeerde Functies 38 Volume Doorschakelen
39 Kanaalbesturing Doorschakelen 39 Loopwerkbediening Doorschakelen 39 Resetten Geheugen Afstandsbediening 40 Functie Overzicht 42 Problemen 42 Processor Resetten 43 Technische Gegevens
44 Bijlage – Overzicht Instellingen
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group International
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003 EN 55020:2002 + A1:2003 EN 61000-3-2:2000 EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group International
07/05
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedie­ningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
2 INHOUD
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 140 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier. Ontworpen voor alle spannende en gedetailleerde effecten van films en alle nuances in muziekweergave is de AVR 140 een echte meerkanaals receiver voor het nieuwe millen­nium. Naast de traditionele 5.1 digitale decoder­functies zoals Dolby Digital en DTS, biedt hij de nieuwste ontwikkelingen in surround technolo­gie, zoals Dolby Pro Logic II en IIx, alle DTS-ES
6.1 functies, DTS Neo:6 en de nieuwste 7.1 kanaals versie van de eigen Harman Kardon Logic 7 technologie.
De AVR 140 is zo opgezet dat optimaal profijt wordt getrokken van de kracht van de digitale technologie. In-beeld menu’s, kleurgecodeerde aansluitingen maken snelle en eenvoudige installatie mogelijk. Om optimaal plezier te heb­ben van uw receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen om deze handleiding in zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle verbindin­gen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en de bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkheden van de AVR 140 benutten. Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR 140 is een van de veelzijdigste, multifunc­tionele A/V receivers die er op de markt zijn en biedt talloze luistermogelijkheden. Naast de Dolby Digital en DTS decoders voor de digitale bronnen is er een ruime keus aan surround functies voor Matrix surround gecodeerde en stereo opnamen, bedoeld voor bronnen als CD,VCR,TV-uitzendin­gen en de eigen MG/FM tuner van de AVR. Samen met Dolby Digital EX, Dolby Pro Logic II en IIx, DTS Neo:6, DTS 96/24, Dolby 3 Stereo, 5 Kanaals of 7 Kanaals Stereo en de Hall en Theater functies, biedt de AVR het exclusieve Logic 7 proces van Harman Kardon in zowel 5.1 als 7.1 versies voor een breder, omringend geluidsbeeld met beter gedefinieerde overgangseffecten. Hoewel de AVR 140 vooral in meerkanalen systemen gebruikt zal worden, de moderne technologie komt even goed van pas wanneer slechts twee luidsprekers worden gebruikt, dat met het
®
VMAx
systeem van Harman International een
omringend ruimtebeeld creëert op basis van alleen de linker en rechter front luidsprekers.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de AVR ook gemakkelijk te configureren voor optimaal resultaat met uw luidsprekers in uw luisterruimte.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale processor om alle subtiele eigenschappen van het originele analoge, tweekanaals signaal te behouden, terwijl het bas management, beschik­baar in zowel de surround als de digitale stereo functies, meer mogelijkheden biedt om het sig­naal aan uw smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Voor een maximale flexibiliteit biedt de AVR faci­liteiten voor vier videoapparaten, elk met zowel composiet als S-Video ingangen. Verder twee extra audio ingangen en in totaal zes digitale ingangen en twee uitgangen, maken de AVR 140 geschikt voor het verwerken van de nieuwste digitale audiobronnen.
Voor compatibiliteit met de nieuwste HDTV videobronnen en progessive scan DVD-spelers, bezit de AVR een breedband videoschakeling met geringe overspraak.
Coax en optisch digitale uitgangen zijn beschik­baar voor directe verbinding met digitale recor­ders. Een video opname-uitgang en een kleurge­codeerde achtkanalen ingang maken de AVR 140 verregaand toekomstzeker; alles wat nodig is om nieuwe toekomstige formaten te kunnen gebrui­ken is aanwezig.
Tot nu toe waren de AVR receivers van Harman Kardon geschikt voor vrijwel alle bronnen zoals lijnniveau analoog, optisch en coax digitaal, inclusief de meeste digitale mediaspelers. Door gebruik te maken van één simpele verbinding tussen de AVR 140 en de extra leverbare Harman Kardon kunt u ook luisteren naar materiaal opgenomen op uw daartoe geschikte
®
Apple
iPod®**. De systeemafstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd met besturings­codes waarmee nummers voor weergave geko­zen en vele iPod functies genavigeerd kunnen worden, zelfs van de andere kant van de kamer. Met The Bridge™ kunt u zelfs de iPod opladen.
De krachtige versterker van de AVR is gebouwd op de traditionele Harman Kardon technologieën voor de eindversterkers om een optimaal dyna­misch bereik te kunnen bieden met elke denkba­re programmabron.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan 50 jaar geleden uitgevonden. Met state-of-the-art en beproefde schakelingen vormt de AVR de per­fecte combinatie in digitale audio technologie, een rustige maar krachtige analoge versterker in een elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
Dolby
®
Digital, Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic het volldige pakket DTS sief DTS-ES
®
II en IIx Decoders, en
®
6.1 Discrete & Matrix.
®
functies, inclu-
Zes kanaals High-Current versterking.
De exclusieve Harman Kardon Logic 7
®
processor, voor het eerst zowel beschik­baar voor 7.1 als 5.1 processing in tal­loze functies en twee VMAx
®
functies.
Stereo Direct Functie voor tweekanaals weergave die de DSP processor pas­seert om de kwaliteit van analoge bron­nen volledig te behouden.
Stereo Digitale Functie voor program­meerbaar bas management van de lage frequenties tussen de hoofd luidspre­kers en de subwoofer.
Grote bandbreedte, HDTV compatibele
videoschakeling.
Analoge A/V Ingangen op de voorzijde.
Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare digitale apparatuur en de nieuwste videospelletjes.
®
Verbindt een geschikte Apple
iPod
®
met de Harman Kardon (extra) voor laden, weergave en besturing
Alle ingangen kunnen benoemd worden (uitgezonderd tuner)
Talloze digitale ingangen en uitgangen.
In-beeld menu- en displaysysteem met
keus uit blauwe of zwarte achtergrond
6-Kanalen/8-kanalen directe ingang voor gebruik van toekomstige audiofor­maten
Uitgebreide laagprocessing, inclusief
drie gescheiden wisselfilter instellingen.
Afstandsbediening met ingebouwde
codes.
INLEIDING 3
Veiligheid
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leverancier voordat het apparaat met het lichtnet verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net­snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmiddellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige en vlakke ondergrond. Zet u het appa­raat op schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruim­te, controleer dan of er voldoende lucht in de kast circuleert. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een dergelijke ondergrond, daar dan de ventila­tiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Vanwege het gewicht van de AVR 140 en de warmte die de versterkers ontwikkelen, bestaat de kans dat de rubber inleg van de pootjes van het apparaat op sommige houten of fineer ondergronden afdrukken achterlaten. Wees voorzichtig met het opstellen van de receiver op een zacht houten ondergrond, dan wel op materiaal dat door zware objecten of warmte kan worden beschadigd. Sommige materialen zijn heel gevoelig en absorberen deze afdrukken, iets waar Harman Kardon geen invloed op heeft, zoals de soort afwer­king, de gebruikte reinigingsmiddelen en normale warmte en trillingen tijdens het gebruik van het product, en andere factoren. Wees daarom voorzichtig bij het kiezen van de juiste plaats voor de receiver, daar dit soort zaken niet onder de garantie valt.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde­len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde­len, want deze kunnen de afwerking van meta­len onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren u de doos en het verpakkingsmateri­aal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun­nen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Vergeet niet de plastic beschermingsfolie van de display te verwijderen. Deze folie kan de werking van de afstandsbediening negatief beïnvloeden.
4 VEILIGHEID
Bedieningsorganen
Hoofd Netschakelaar
1
Systeemschakelaar
2
Lichtnetindicatie
3
Hoofdtelefoonuitgang
4
Surround Functie Groep Keuze
5
Luidsprekerkeuze
6
Insteltoetsen
7
Klankregeling in/uit
8
Surround Functiekeuze
9
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De lichtnetindicatie apparaat aan staat.
3
3
. Wanneer
1
wordt blauw als het
Afstemmen
)
FM/MG
!
Instellen
@
Voorkeurposities
#
Luidspreker/Kanaal Indicatie
$
Ingangskeuze
%
RDS functies
^
Vertraging
&
Digitale ingang 3 optisch
*
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
5
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel Functiekeuze
ties te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functiekeuze lende opties te kiezen.
Ò
en dan drukt u op Surround
9
om door de beschikbare func-
9
om de verschil-
Surroundfunctie indicaties
(
Digitale ingang 3 coax
Ó
Video 3 ingang
Ô
Ingangsindicaties
Display
Ò
Sensor afstandsbediening
Ú
Digitale ingangskeuze
Û
Kanaalkeuze
Ù
Volume
ı
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 16 voor meer informatie over installatie en configu­ratie.
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de configuratie kiest u met deze toetsen uit de beschikbare mogelijkheden die in de display worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie de display hoge tonen en balans kan het signaal naar de luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indi­catie signaal ‘recht’ weergegeven.
Ò
TONE OUT in de display, dan wordt het
TONE I N verschijnt in
en met de regelaars lage tonen,
Ò
BEDIENINGSORGANEN 5
Bedieningsorganen
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informa­tie omtrent functiekeuze, zie pagina 29.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan verschijnt
TUNED
(met de hand afgestemd of automatisch afge­stemd). Zie pagina 35 voor meer informatie over afstemmen.
!
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 35 voor nadere informatie.
@
ren van de in de display ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen.
#
voor- of achteruit door het overzicht van de voor­keurzenders te schakelen. Zie pagina 35 voor nadere informatie.
of AUTO TUNED in de display
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
Instellen: regelt het instellen en configure-
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
MANUAL
Ò
aangegeven instel-
Ò
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen­trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 20 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard ana­loge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digita­le bron dan geven de indicaties aan welke kana­len op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 22 voor nadere informa­tie over deze indicaties.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 36 voor nadere informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 22 voor nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aanslui­ting hebben.
Ô
Video 3 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelij­ke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indi­caties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets om te kiezen tussen de optische digitale ingangen. Zie pagina 17 en 29 en verder voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen­de kanalen in te stellen met behulp van een exter­ne audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 32.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt ver­draaid.
en coax
6 BEDIENINGSORGANEN
Aansluitingen
MG antenne
FM antenne
Tape-ingang
Tape-uitgang
Subwoofer uitgang
DVD audio-ingang
CD ingang
Video 1 audio-uitgang
 
8-Kanalen directe-ingang
Opmerking: om het aansluiten van de ver­schillende verbindingen voor meerkanaals in­en uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te maken, zijn alle aansluitingen van een kleuren­code voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA standaard: Front Links Wit Front Rechts: Rood Centrum: Groen Surround Links: Blauw Surround Rechts: Grijs Surround Achter Links: Bruin Surround Achter Rechts: Tan Subwoofer (LFE): Paars Digitaal Audio: Oranje Composiet Video: Geel Component Video ‘Y’: Groen Component Video ‘Pr’: Rood Component Video ‘Pb’: Blauw
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
DMP aansluiting
Digitale audio-uitgang
TV/monitor uitgang
DVD video-ingang
Front Luidsprekers Uitgangen
Centrum Luidspreker Uitgang
Surround Luidsprekers Uitgangen
Geschakelde lichtnetuitgang
Ongeschakelde lichtnetuitgang
Netsnoer
Video 2 Component video-ingang
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
Tape-ingang: verbind deze ingangen met de
Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
Tape-uitgang: verbind deze uitgangen met
de Record/In ingangen van een audiorecorder.
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden.
DVD audio-ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een DVD­speler of een andere audiobron.
CD Ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een compact disc speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
Component video-uitgang
Video 1 component-ingang
Video 2 audio-ingang
Coax digitale ingangen
Surround Achter luidsprekeruitgangen
Video 1 video-uitgang
Video 1 video-ingang
Optisch digitale ingangen
Video 1 audio-ingang
Video 2 video-ingang
Video 1 audio uitgang: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
verbind bij uitgeschakelde AVR 140 het ene einde van de extra Harman Kardon met de daarvoor bestemde aansluiting en de andere zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu Digital Media Player als bron gekozen, dan ver­schijnt de besturing en navigatie van de iPod in het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
onderste regel van de Display iPod navigeren en nummers voor weergave kiezen met plus de loopwerktoetsenPop de afstands­bediening van de AVR. Zie pagina 32 voor nadere informatie.
Digital Media Player (DMP):
en de bovenste en
Ò
. U kunt de
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
F
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
8-Kanaals directe ingang: deze ingangen worden gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio of SACD spelers met discrete analoge uitgangen. Afhankelijk van de, bron kunnen alle acht ingangen worden gebruikt, hoewel in de meeste gevallen alleen de front links/rechts, centrum, surround links/rechts en LFE (sub­woofer) ingangen gebruikt zullen worden in een standaard 5.1 audio opzet.
Digitale audio-uitgang: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digitale recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
Video Monitor Uitgang: verbind deze aansluiting met de composiet en/of S-Video ingang van een TV of monitor of videoprojector om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de met de videoschakelaar op de AVR gekozen standaard video of S-Video bron.
DVD video-ingang: verbind deze ingangen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitin­gen van de linker en rechter luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de witte aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Front Links luidspreker, conform de oude codering. De rode aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Front Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie pagina 12 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Centrum luid­spreker, conform de oude codering. Verbind de zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte – van de centrum luidspreker. Zie pagina 12 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitingen van de surround luidsprekers. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Surround Links luidspreker, conform de oude codering. De grijze aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Surround Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de surround luidsprekers. Zie pagina 12 voor nadere informatie over luid­sprekerpolariteit.
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan tegelijk met standby ingeschakeld.
Ongeschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan constant van spanning worden voorzien, ook wanneer de AVR in standby staat, maar alleen wanneer de
netschakelaar
Opmerking: Het totale opgenomen vermogen
van de apparaten die op de lichtnetuitgangen zijn aangesloten, mag niet hoger zijn dan 100 watt via de ongeschakelde uitgang 50 W via de geschakelde uitgang
Netsnoer: verbind de stekker met een onge­schakeld stopcontact.
Video 2 Component Video Ingang: ver­bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitin­gen van dat apparaat.
Monitor Component Video Uitgang: sluit deze uitgangen aan op de component video­ingangen van een videoprojector of –monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de twee Component video-ingangen wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
2
op de AVR worden
1
van de AVR ingedrukt is.
.

en
,
Video 1 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen.
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een tweede VCR of een andere audio- of videobron.
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ont­vanger, de uitgang van een geschikte geluids­kaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD­speler of CD-speler met deze ingangen. Het sig­naal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang van een LD-speler met deze ingangen.
Surround Achter Luidsprekeruitgangen:
deze luidsprekeruitgangen worden gewoonlijk gebruikt om de surround achter links/rechts luidsprekers in een 6.1/7.1 systeem te voeden.
Video 1 video-uitgang: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
Video 1 video-ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
Optisch digitale ingangen: verbind de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron.
Video 1 audio-ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een VCR of een andere audio- of videobron.
Video 2 video-ingang: verbind deze ingan­gen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere videobron.
Opmerking over videoverbindingen: bij het aansluiten van een video-apparaat zoals een VCR, DVD-speler, satellietontvanger, kabel settop box, personal videorecorder of een videospelletje op de AVR 140, kunt u de composiet of S-video aansluiting gebruiken, maar niet beide tegelijk.
8 AANSLUITINGEN
Afstandsbediening
0
Standby
1
IR-zender
2
Programma Indicatie
3
Inschakelen
4
Ingangskeuze
5
AVR-keuze
6
MG/FM keuze
7
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
8
Testsignaal
9
Sluimerfunctie
A
Surroundfunctie
B
Nachtfunctie
C
Kanaalkeuze
⁄/¤
D E F G H I J K L M N O P Q                
toetsen
toets Instellen Digitale keuze Cijfertoetsen Tunerfunctie Directfunctie Afstemmen hoger/lager In-beeld display/info Dolby Functie DTS Digital Functie Logic 7 Functie Loopwerktoetsen Reserve Volgende/vorige Stereo Functie DTS Neo:6 Functie Macro's RDS-functie Voorkeuze hoger/lager Wissen Geheugen Vertraging/Voorgaande zender
toets Luidsprekerkeuze Muting Volume hoger/lager
DMP Functie TV/Video Keuze Dimmer
Opmerking: de hier gebruikte functienamen slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wan­neer de afstandsbediening voor andere appara­ten wordt gebruikt. Zie pagina 40-41 voor een overzicht van deze functies.
AFSTANDSBEDIENING 9
Afstandsbediening
Belangrijk: De afstandsbediening van de AVR 140
kan geprogrammeerd worden voor het besturen van maximaal zeven apparaten, inclusief de AVR. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt eerst de ingangskeuze
4
indrukken en het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken.Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het bedienen van de AVR en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere pro­ducten bedienen via de codes die al aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 37-39 over het programmeren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kunnen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de functies van de afstandsbediening voor de AVR beschreven. Zie pagina 40 voor informatie over andere functies voor de toetsen van de afstands­bediening.
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan-
gegeven apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infr­arood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma-Indicatie: deze driekleurige indicatie wordt gebruikt om u door het program­meren van de afstandsbediening te leiden. Zie pagina 37 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de net­spanning van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is gekozen, uitgezon-
derd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands­bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient. Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op AVR-keuze
5
om de functies van de
AVR met de afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstands­bediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals/8-Kanaals Directe Ingang:
druk op deze toets om het apparaat dat is aange­sloten op de 6-Kanaals Directe Ingang of op de
8-Kanaals Directe Ingang
is aangesloten. De beschikbare ingang wordt bepaald door de keuze 5.1 of 6.1/7.1 die u in de surround instelling maakt. Zie pagina 28 voor meer informatie.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten. Zie pagina 23 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een ander kanaal te kiezen op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
Ingangskeuze
A
Surround Functie: druk op deze toets om
4
.
één van de surround functies HALL, THEATER of VMAx te kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van het type ingang niet altijd alle functies beschik­baar zijn. Zie pagina 26 voor meer informatie over de surround functies. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een zender af te stemmen op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de Ingangskeuze
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
4
.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het centrum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 18 voor nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellenFen dan opnieuw met de ⁄/¤het
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 31 voor aanvullende informatie.
⁄/¤
D
toetsen: Deze multifunctionele toet­sen worden gebruikt om te wijzigen of door items in de in-beeld menu’s of de display te lopen en de configuratie in te stellen van digitale ingangen of de vertraging. Bij het wijzigen van een instelling drukt u eerst op de toets voor de functie of instel­ling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de
Digitale Keuze
G
om een digitale ingang te wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toet­sen om door de beschikbare opties te schakelen of om de instelling te verhogen of te verlagen. In de verschillende paragrafen die de functies
behandelen wordt het gebruik van deze toetsen per functie toegelicht.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR gepro­grammeerd wordt op de codes van een ander apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij 'Automatisch zoeken'. Zie pagina 37 voor nadere informatie omtrent het programmeren van de afstandsbediening.
E‹toets: om het menu-item of –instelling te wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertraging­stijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een van de digitale ingangen

te kiezen. Zie pagina 30 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een pro­gramma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden ingevoerd, afhankelijk van de gekozen bron en de program­mering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automati­sche afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
MANUAL (met de hand) en door op Af-
stemming
K)te drukken gaat de frequentie
Ò
de aanwijzing
in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen en staat
AUTO (automatische afstemming) in de
display
Ò
dan wordt door op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 35 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 35 voor nadere informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
Afstembereik
AUTO in de display
!
I
gedrukt, of
ingedrukt gehouden zodat
Ò
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst bin­nenkomt. Verschijnt
MANUAL in de display
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige stap­pen. Zie pagina 35 voor meer informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking op pagina 31. Zie pagina 25 over de beschikbare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidsprekercon­figuratie.Wordt geen DTS bron gebruikt, dan heeft deze toets geen functie. Zie pagina 26 en 29 voor de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen. Zie pagina 26 voor de beschikbare Logic 7 functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders. Zie pagina 40 voor aan­vullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Q
Reserve: deze toets heeft geen functie in de AVR. In combinatie met een DVD speler bestuurt deze de Ondertitels In/Uit functie.
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhanke­lijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan.
Stereo Functieschakelaar: indrukken om een stereofunctie te kiezen. Verschijnt na indruk­ken
SURROUND OFF (surround uit) in de
Display
Ò
en blijft alleen Surr Off Surround
Functie
(
branden, dan staat de AVR in de passeerfunctie en wordt de volledig analoge tweekanalen links/rechts stereofunctie gebruikt zonder surround processing of bass manage­ment, dit in tegenstelling tot andere functies waarin digitale bewerking wordt toegepast. Verschijnt na indrukken (surround uit) in de DisplayÒen blijven zowel DSP als Surr Off Surround Functie den, dan is tweekanalen weergave gekozen en is het bass management actief.Verschijnt
SURROUND OFF in de display
u stereoweergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO of 7 CH STEREO dan wordt
SURROUND OFF
(
˜
dan hoort
bran-
het stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 19 voor meer informatie over stereoweergave.
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te drukken schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf of zeven kanaals surround effect wordt gemaakt van een PCM of een analoog ingangssignaal. De eerste keer dat u drukt wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en elke volgende maal kiest de volgende functie.
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 38 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
RDS-functies: indrukken om de verschil­lende informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 36 voor nadere informatie over RDS.
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het over­zicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
4
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/ achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display
Ò
en
u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 35 voor meer informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op deze toets om het instellen van de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround ge­bruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instel-
len
F
te drukken en dan met ⁄/¤D
stellen. Druk nogmaals op instellen
F
in te
om het proces af te ronden. Zie pagina 22 voor aanvul­lende informatie.
›-toets: indrukken om de menu-instelling of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configure­ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Dom het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op de insteltoets
F
en kies het luid­sprekertype (Large, Small of None – groot, klein of geen) overeenkomend met de gebruikte luid­spreker. Zie pagina 20 voor meer informatie.
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met Ingangskeuze
4
wor­den ingedrukt om het programmeren te active­ren. Zie pagina 37 voor informatie over het pro­grammeren van de afstandsbediening.
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
Bridge Digital media Player
(DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten op Digital Media Player (DMP)
en een geschikte Apple®iPod®is in de geplaatst, wordt met deze toets de iPod als audiobron voor de AVR 140 gekozen. Bovendien, wanneer een beeldscherm is aangesloten op een
Video Monitor
aansluiting, verschijnen ook de aanwijzingen van de iPod in beeld en op de bovenste en onderste regels van de Display De toetsen
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
Ò
F
plus de loopwerktoetsenPkunnen worden gebruikt om de iPod te navigeren en de functies te activeren. Zie pagina 32 en de handleiding voor de Bridge en uw iPod voor nadere informa­tie.
TV/Video Keuze: deze toets heeft op de AVR geen functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen het signaal van de speler of receiver en de exter­ne video input van de speler. Raadpleeg de hand­leiding van de speler of receiver voor details over deze functie.
Opmerking: door op een willekeurige toets te drukken zal de ingangskeuze
45
relevant voor de ingedrukte toets kort rood oplichten om het bevel te bevestigen, mits er een functie voor die toets is in combinatie met het gekozen appa­raat. Zie functieoverzicht op pagina 40-41.
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren waarmee de helderheid van de display kan worden verminderd, of geheel kan worden uitge­schakeld. Eenmaal indrukken laat de standaard instelling zien. Nogmaals indrukken voor 50% reductie van de helderheid en binnen vijf secon­den nogmaals indrukken schakelt de display geheel uit. Denk er aan dat deze instelling tijde­lijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de dis­play bij het inschakelen van de AVR altijd op volle sterkte oplichten. De blauwe verlichting rond
Lichtnetindicatie
3
blijft altijd op volle sterkte branden ongeacht de instelling om aan te geven dat de AVR aan staat.
.
AFSTANDSBEDIENING 11
Installeren en Aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op
de CD-ingang
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecor-
der met de tape ingang
. Verbind de analo-
ge ingangen RECORD/IN met de uitgangen
Tape uitgang
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar, videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV ontvanger of digitale settop box, dan wel de uit­gang van een geschikte computer geluidskaart met de Optisch of Coax Digitale Ingangen

. Wij raden u aan de coax digitale
audio-uitgang van de DVD-speler te verbinden
met Coax Digital Audio Ingang
daar die ingang standaard is toegewezen aan de DVD bron.
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
op de achterzijde van de AVR met de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM (75 ohm) ingang
. De FM-antenne kan een externe dakantenne, een draadantenne binnens­huis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Verbind bij uitgeschakelde AVR 140 de extra leverbare Harman Kardon naar
Digital Media Player (DMP).
Een geschikte Apple
®
iPod®kan in de worden geplaatst om als audiobron te worden gebruikt. Videomateriaal van de iPod kan niet via de AVR worden bekeken.
8. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen

Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keur­merk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve (+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifie­ke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 9. De meeste luidsprekers maken echter gebruik van een rode aansluiting voor de plus (+). Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de versterker.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabri­kanten zich houden aan de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en opti-
.
male prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidspre­kers controleren op de polariteit.Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/ importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
Denk er aan dat het niet mogelijk is de AVR 140 in een 7.1 configuratie te gebruiken. Elke bronin­formatie die de AVR ontvangt voor de linker en rechter surround achter kanalen, bijvoorbeeld via de 6/8-Kanalen Directe Ingang
bij 7­kanalen stereobewerking, wordt gecombineerd en als monosignaal naar Surround Achter
Luidsprekeruitgang
.
9. De subwoofers worden gewoonlijk aange-
gestuurd.
sloten via een lijnniveau audio aansluiting van de
subwooferuitgang
met een subwoofer met een ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt, gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop dan één of meer sub­woofers worden aangesloten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de aansluiting.
2
kan
10. Verbind de 5.1 uitgangen van een meerka­naals audiobron zoals een externe digitale pro­cessor/decoder, DVD-Audio of SACD speler, met de 8-Kanaals Directe Ingang
.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan­gen met de Video 1
ingangen

video Record/In ingangen van de VCR worden verbonden met de Video 1 uitgangen van de AVR.
2. Hoewel elk video-apparaat met deze aanslui­tingen kan worden verbonden, raden we aan voor de videorecorder Video 1 Video/Video
Ingang

de afstandsbediening die is geprogrammeerd voor videorecorder productcodes op de Video 1 aansluiting.
Om dezelfde reden raden we aan de kabel-TV converter of satellietontvanger op Video 2
Audio/Video Ingang Video 2 Audio/Video Ingang
Belangrijk: wanneer u de TV alleen gebruikt
als een beeldscherm (d.w.z. dat u de televisiepro­gramma's ontvangt via een kabelbox of satellie­tontvanger) dient u de uitgangen van de TV niet te verbinden met de Video 3 A/V en
S-Video Ingangen
van de AVR.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang

of Video 2 In
op de achterzijde. De audio en

te gebruiken, zodat dit klopt met

en de televisie op
Ô
.
Ô
of enige andere ingang

.
12 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optische of Coaxiale digitale ingangen Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
of Optische digitale ingangen
7. Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 component video-ingangen
audio-aansluitingen voor dit apparaat dienen te worden gemaakt op de Video 2 ingangen of op de Coaxiale of Optische digitale ingangen
8. Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
ingangen van uw TV, projector of weergave­apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
sloten apparaat wordt gekozen als Video 3 ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 17 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.

.
aan op de component video-
. Een op Video 3 ingangÔaange-
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'

hoort. Alle andere gaan
. Merk op dat
of op de Coaxiale

.
.
De
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Y/Pr/Pb Component, RGB (zie pagina 13) S-Video of Composiet videosignalen kunnen alleen in hun oorspronkelijke vorm worden bekeken en worden niet omgezet naar andere formaten. S-Video signalen worden naar compo­siet omgezet. De in-beeld display verschijnt in elk geval op het scherm, wanneer S-Video of Video op de TV is gekozen.
• Wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden zullen de on-screen menu’s niet zichtbaar zijn. U moet overschakelen op de stan­daard composiet of S-video ingang van uw TV om deze menu’s te zien.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van over­eenkomstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video­signalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal video­apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video­recorders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij­wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap­ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, cam­corders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (normale videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgan­gen van de AVR) en welke voor het weergavesig­naal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leveran­cier te raadplegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara­ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch +1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en om­gekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de sig­naalrichting zoals die is aangegeven in boven­staande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video appara­tuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT zowel de normale als de S-video aansluitingen, uitgezonderd de TV, zie punt 2. Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt worden.
2. Net als alle normale AV apparatuur zet de AVR het composiet videosignaal niet om naar S-Video, maar wèl omgekeerd. Wanneer zowel video als S-video bronnen gebruikt worden, die­nen dus beide verbindingen van de AVR naar de TV gemaakt worden, waarbij ook de juiste ingang op de TV gekozen wordt.
en het volume van de TV wordt
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Installeren en Aansluiten
scart/cinch adapter voor
richting: scart →cinch
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart cinch
cinch/scart adapter voor
richting: cinch
richting: scart
richting: scart cinch
richting: cinch
Afbeelding 1:
weergave;
Afbeelding 2:
Afbeelding 3:
weergave:
scart
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
cinch
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
scart
Zwart
Geel
Rood
Rood
Zwart
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart Rood
S-video in
Zwart
Rood
1
Blauw
Geel
S-video in
S-video uit
Systeem en eindversterker verbindingen
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgan­gen voor andere apparatuur. Het is belangrijk dat geen apparatuur wordt aangesloten die veel vermogen opneemt, zoals eindversterkers of monitoren. Het totale opgenomen vermogen mag per uitgang niet boven de 100 watt liggen.
De geschakelde lichtnetuitgang alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appa­raten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti­veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De ongeschakelde lichtnetuitgang alleen spanning zolang de AVR op het lichtnet is aangesloten en de lichtnetschakelaar ingedrukt is.
De AVR 140 trekt aanzienlijk meer stroom uit het stopcontact dan andere huishoudelijke apparatuur met losse netsnoeren zoals compu­ters. Daarom is het belangrijk dat alleen het bij­geleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervanging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u bijna klaar om van de AVR 140 te gaan genieten!
voert
1
voert
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers wordt de TV ook automatisch op 16:9 gescha­keld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het 16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand op de juiste positie gezet te worden.
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Opmerking over het RGB-signaal met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD­spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht­streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen (zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met SCART) die niet additioneel door de AVR gescha­keld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid worden wanneer geen afzonderlijk synchroni­satie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij Video Aansluiting op pagina 13).
Installeren en Aansluiten
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luidsprekers links, midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voor­komen dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman Kardon adviseert luid­sprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluids­kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspre­ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, worden de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luid­spreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opge­steld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luid­spreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luid­sprekers magnetisch afgeschermd zijn om ver­vorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resul­taat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luid­spreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luister­positie bevindt.
Aan de hand van deze uitgangspunten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw systeem.Aarzel niet de onder­delen te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio-overgangen van de front luidsprekers gebalanceerd klinken. Surround luidsprekers dienen tegen de zijwan­den van de kamer te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidspre­kers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie. De luidspre­kers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals functie kunnen de surround luidsprekers het beste tegen de zijwanden van de kamer worden opgesteld, of iets achter de luisterpositie. In een
6.1 kanalen systeem is een surround achter luidspreker noodzakelijk, liefst opgesteld tegen de achterwand van de luisterruimte en gericht naar de front center luidspreker. Het centrum van de luidsprekers is naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
De opstelling van de achter luidsprekers is afhan­kelijk van de eisen die uw specifieke systeem stelt. Gebruikt u alleen de in de AVR 140 ingebouwde versterkers,dan dienen de achter surround luid­sprekers tegen de achterwand gemonteerd te wor­den, als aangegeven in de tekening linksonder.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk kan ook in plaats van opstelling tegen de zij­wand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers aan de zijkant in de kamer op te stellen.
Net als bij de zij luidsprekers dienen de achter surround luidsprekers met de onderzijde mini­maal 60 cm boven de oren van de luidsprekers te staan en niet meer dan 2 meter achter de achterzijde van het luistergebied.
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte worden opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instruc­ties van de fabrikant van de subwoofer op,of experimenteer om de beste locatie voor een sub­woofer in de luisterruimte te vinden.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een TV-toestel of een projector achter het scherm.
5.1-Kanalen systeem
6.1-Kanalen systeem
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten, dan dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden. De AVR beschikt over twee soorten geheugens, indi­viduele geheugens die verbonden zijn met de gekozen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de uitgangsniveaus van de luidsprekers, wissel­frequenties of vertragingstijden die door de sur­round processor gebruikt worden.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellin­gen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht­netindicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het venster op de afstandsbediening. Met die folie zal het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aange­geven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby drukken, of met de ingangskeuze voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
van de toetsen Ingangskeuze ken. De lichtnetindicatie
3
, AVR keuze5, of op een
46
3
wordt nu blauw
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
Ò
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze
4
om het apparaat in te scha­kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
in een
zodat deze
2
%
op de
te druk-
5
te
om
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het eenvoudigste via de in-beeld display van het TV toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen, wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers, de vertraging en andere instellingen. Om de in­beeld display te activeren dient een verbinding gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
S-video ingang van uw TV of projector. Om de in­beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient ook op de monitor/projector de juiste videobron gekozen te zijn. Denk er aan dat de in-beeld menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een compo­nent video display wordt gebruikt.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij projectoren, kan het continu weergeven van stati­sche beelden als deze menu’s, of beelden van videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie van de AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie van de TV of projector. De AVR heeft twee in­beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volle­dige status en de opties verschijnen dan in beeld, wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken. De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel. Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld) de gekozen menu’s niet in de display schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display (OSD) wordt gebruikt verschijnt
display
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in­beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie­toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze wordt ook aangegeven in de display
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
toets drukt zal het hoofdmenu
MENU
gen gemaakt worden vanuit de individuele menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul­len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd kan verlengd worden tot 50 seconden door naar het het item
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld via het na 34. Met het semi OSD systeem kunt u direct instellingen maken door op de toetsen op de voorzijde of op de afstandsbediening te drukken.
op de achterzijde naar de composiet- of
Ò
ver-
OSD ON in de
Ò
om aan te geven dat een beeld-
Ò
.
L
te drukken.Wanneer u op deze
MASTER
(Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
ADVANCED SELECT menu te gaan en
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
ADVANCED SELECT menu. Zie pagi-
Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron
Û
7
or
G
⁄/¤
te wijzigen drukt u op Digitale Keuze en een van de keuzetoetsen
D
op de voorzijde of de afstandsbediening.
** MASTER MENU **
INPUT SETUP AUDIO SETUP SURROUND SELECT MANUAL SETUP ADVANCED
‹/›
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem waarmee u verschillende configuraties kunt vast­leggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingan­gen, surround functies, vertragingen, wisselfre­quenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron. Om de luidspreker instelling te vergemakkelijken kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexi­biliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen en in de AVR op te slaan. Dat betekent bijvoor­beeld dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen met verschillende bronnen kunt combineren, of verschillende luid­sprekerconfiguraties kunt instellen met afwijkende instellingen voor de behandeling van het laag, of het gebruik van de centrum luidspreker en/of de subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt, dan worden deze automatisch weer opgeroepen zodra die ingang wordt gekozen.
De standaard fabrieksinstellingen voor de AVR 140 zijn alle geconfigureerd voor analoge audiosigna­len, uitgezonderd de DVD-ingang, waar de Coax
Digitale Ingang ingang waar Optisch Digitale Audio Ingang
standaard is. Is het DSP processor systeem voor het eerst gebruikt voor een willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerinstelling auto­matisch in ‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling voor de surround functies is Logic 7 Music, hoewel Dolby Digital of DTS automatisch worden gekozen wanneer een bron met een digitaal signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, zullen de instellingen voor de meeste ingangen waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze correct te configureren voor het gebruik met digita­le of analoge ingangen en de surround functie die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het geheugensysteem van de AVR de instellingen voor elke ingang afzon­derlijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd zijn.
standaard is en de Video 2
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap alle ingangen te doorlopen. Wij raden aan de instellingen voor alle ingangen te noteren in de daarvoor bestemde bijlage achter in deze handleiding, voor het geval door stroom­uitval of een andere reden alle instellingen opnieuw moeten worden gemaakt.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang, om een analoge of digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v. CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang is gekozen, alle instellingen voor de Digitale Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en Surround Functie daaraan gekoppeld zullen worden en in een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent dat deze instellingen ook automa­tisch voor andere ingangen gebruikt zullen wor­den. Daarom dienen onderstaande instellingen voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) sys­teem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
L
eenmaal op OSD
MASTER MENU (Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
cursor naast de regel van de INPUT
dat de
SETUP
staat. Druk op instellenFom het menu te openen, waarna het menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op ‹/›
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie
gebruik maakt van de standaard links/rechts ana­loge ingang is er geen verdere instelling nodig.
* INPUT SETUP *
INPUT :DVD NAME: COMPONENT IN:COMP V 1 DIGITAL IN:COAXIAL 1 AUTO POLL :OFF
BACK TO MASTER MENU
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen (behalve tuner) een andere naam te geven in de dis­play en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wanneer u over meer dan één videorecorder beschikt en u bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
¤
/
op
NavigatieDop de afstandsbedie-
ning zodat de cursor naar wijst. Druk vervolgens op Set een paar seconden vast tot rechts van de kolom een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen
F
los en u kunt de nieuwe naam invoeren.
Set
waarop het hoofdmenu
INPUT SETUP
op de voorzijde.Als de ingang
NAME (naam)
F
en houd deze
Druk op
¤
/
NavigatieDwaarop een over-
zicht van alle alfanumerieke karakters verschijnt, beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine letters en tenslotte nummers en symbolen. Drukt
¤
NavigatieDdan verschijnt een reeks
u op symbolen en nummers, gevolgd door een omge­keerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de toets in de gewenste richting tot het eerste karak­ter van de gewenste naam verschijnt. Wilt u een spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
Navigatie.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u op
Navigatieen u herhaalt deze procedure
voor de volgende letter, enzovoort tot de gewens­te naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
F
Druk op Set
om de ingevoerde naam in het systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan met de configuratie.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voor­zien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan de AVR deze omschakelen en de juiste signalen naar het beeldscherm sturen. Voor extra flexibili­teit kunnen de Component Video Ingang
en aan elke bron worden toegewezen. De standaardinstelling voor Video 1 Component
Video Ingang Component Video Ingang
is DVD en Video 2
is toegewezen aan de overige ingangen. Beschikt uw systeem (nog) niet over component video of hoeft de stan­daard instelling niet gewijzigd te worden, druk
¤
dan op
NavigatieDom naar de volgende
instelling te gaan.
Om de toewijzing van Component Video te wijzi­gen eerst controleren of de cursor in het menu
COMPONENT I N wijst en druk dan op
naar
‹/›
Navigatie
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd wordt.Wanneer u door het overzicht van de beschikbare ingangen loopt, kunt u van tijd tot tijd een lichte klik horen. Dat is normaal en wordt veroorzaakt door het relais dat gebruikt wordt om te schakelen tussen de drie Component Video Ingangen.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op
¤
NavigatieDom naar de volgende instelling te
gaan.
Indien een van de digitale ingangen gekoppeld moet worden aan de gekozen bron drukt u op
D
op de afstandsbediening terwijl het menu
INPUT SETUP (Afb. 2) in beeld staat en de
cursor gaat naar beneden, naar de regel
TAL IN
. Druk zo vaak op
‹/›
E
¤
DIGI-
tot de naam van de gewenste digitale ingang verschijnt. Om terug te gaan naar de
ANALOG ingang,
drukt u op deze toetsen tot het woord ‘analog’ verschijnt. Staat de gewenste ingang in beeld,
¤
D
druk dan weer op
BACK T O MASTER MENU, en druk op
F
instellen
.
tot de ›cursor naast
Om een analoge of digitale ingang te koppelen aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op de Digitale Ingangskeuze
ÛGop de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan­neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf
seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen
7
op de voorzijde, of met
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot de gewenste digitale of analoge ingang in de displayÒen in het onderste deel van de videodisplay die op de AVR is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel­box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de ontvangen zender. De Auto Polling (automatische doorschakeling) van de AVR 140 voorkomt dat het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door zowel het analoge als het digitale signaal met de AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard positie, maar het apparaat schakelt automatisch over naar de analoge ingang wanneer het digitale audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati­sche doorschakeling los te koppelen om te voor­komen dat de AVR een analoog signaal probeert te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de automatische doorschakeling voor een bepaalde ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de cur­sor op de Vervolgens drukt u op
AUTO POLL regel in het menu staat.
‹/›
Navigatie
E
zodat OFF in negatief video wordt aangegeven. Herhaal de procedure om zonodig later de auto­matische doorschakeling weer te herstellen door
ON (aan) te kiezen.
Wanneer DMP als bron is gekozen, ver­schijnt een extra regel in het menu waarin u kunt bepalen of de iPod geladen moet worden terwijl deze in de is geplaatst en de AVR 140 in standby is gezet. Druk om te kiezen op
D
tot de _ cursor naast de regel RECHARGE
IN ST-BY
. Druk op ‹/›E
⁄/¤
tot YES (ja) verschijnt wanneer geladen moet worden. De blauwe verlichting van Bridge blijft dan branden wanneer de AVR 140 in standby staat om aan te geven dat wordt geladen. De standaard instelling
NO (nee) en dan gaat het laden van de in de
is
geplaatste iPod niet door wanneer de
AVR wordt uitgeschakeld.
Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
¤
D
gemaakt op
TO MASTERMENU
tot cursor naast BACK
(terug naar hoofdmenu)
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen van de surround functie die met die ingang gebruikt moet worden. Aangezien de surround­functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 26 kan u helpen de functie te kiezen die het beste past bij de gekozen ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7 voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital voor ingangen aangesloten op digitale bronnen. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
SYSTEEMCONFIGURATIE 17
Systeemconfiguratie
kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal worden afge­speeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen voor ste­reo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakke­lijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu
MENU
(Afb. 1) op de
⁄/¤
D
MASTER
tot de cursor
naast het SURROUND SELECT menu staat.
F
Druk op instellen
SELECT
menu (Afb. 3) in beeld verschijnt.
* SURROUND SELECT *
DOLBY SURROUND DTS LOGIC 7 DSP(SURR) VMAx STEREO
BACK TO MASTER MENU
tot het SURROUND
Afbeelding 3
Elke regel in dit menu (afb. 5) kiest een surround functiegroep en binnen elk van deze categorieën kan uit specifieke opties worden gekozen. De keuze aan functies wisselt afhankelijk van de luid­sprekerconfiguratie in uw systeem.
Wanneer de regel
SPEAKER SETUP menu (afb. 7) op NONE
SURR BACK regel van het
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1 kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd voor een vijf luidspreker opstelling zullen verschij­nen. Wanneer de regel
SPEAKER SETUP menu (afbeelding 7) op SMALL (klein) of LARGE (groot) is ingesteld,
SURR BACK in het
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en 7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschij­nen alleen bij een digitale bron met het juiste digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de AVR 140 niet tenzij een digitale bron is gekozen en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 sys­teem krijgt, zij het met slechts één luidspreker achter in de kamer. De functie-indicaties geven dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud ook dat de AVR de informatie van de linker en rechter surround achter kanalen in 7.1 functies zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi­neren en zal afgeven als één enkel surround ach­ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto­matisch de juiste surround functie, ongeacht de standaard instelling voor die ingang. In dat geval zijn geen andere surround functies beschikbaar, uitgezonderd VMAx bij Dolby Digital opnamen en alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 2-kanaals (2.0) opnamen. Zie pagina 29.
Om de functie vast te leggen die standaard voor een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
F
dan op de insteltoets roepen. Druk op
‹/›
om het submenu op te
E
om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D
tot de cursor bij BACK TO MASTER
(terug naar hoofdmenu) staat om het
MENU
setup proces et vervolgen.
In het DOLBY SURROUND menu (afbeelding
4) kan gekozen worden uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II en IIx Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3 Stereo. De Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic IIx functies zijn alleen beschikbaar wanneer het systeem ingesteld is op 6.1/7.1 gebruik door de surround achter luidsprekers op Small (klein) of Large (groot) te configureren als beschreven op pagina
21. Wanneer een disc speelt met een speciale code in de digitale audio datastroom, wordt auto­matisch de EX functie gekozen, maar deze kan ook gekozen worden via dit menu of via het frontpaneel of de afstandsbediening als aangege­ven op pagina 29. Een volledig overzicht van deze functies vindt u op pagina 26-27. Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvul­lende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze instellingen slechts eenmalig gemaakt te worden en niet met elke gebruikte ingang. In het volgen­de hoofdstuk worden deze behandeld.
* DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY PLIIx MUSIC
CENTER WIDTH:3 DIMENSION :0 PANORAMA :OFF NIGHT :---­UPSAMPLING :OFF
BACK TO SURROUND SELECT
Afbeelding 4
Wanneer de cursor op de regel MODE (func­tie) staat, drukt u op
Navigatie
E
om
‹/›
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom rekening houdend met het feit dat de verschillen­de functies waaruit kan worden gekozen, wordt bepaald door het gebruikte programmamateriaal en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn drie speciale instellingen beschikbaar om het klankbeeld geheel aan uw smaak en de luister-
omstandigheden aan te passen. Zijn andere Dolby Surround functies gekozen, dan geven stippellij­nen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corri­geert de balans van de stemmen verdeeld over de links/rechts luidsprekers en de center luid­spreker. De lagere instellingen spreiden het geluid van het center kanaal meer over de links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling (max. “7”) geeft een smallere presentatie van het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt de perceptie van de diepte van het surround klankbeeld door het ondieper te maken, waar­door de geluiden dichter bij het front van de kamer lijken, of juist een diepere presentatie waarbij het centrum zich meer naar de achter­zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De instelling “0” is de neutrale standaardinstelling met het “R-3” bereik voor een dieper naar ach­ter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondie­per, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om een meer omringende weergave te krijgen die vooral de perceptie van geluid van de zijwan­den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄/¤
NavigatieDterwijl het DOLBY SUR-
ROUND menu in beeld staat tot de cursor op de regel staat met de parameter die u wilt wijzi­gen. Druk dan op
Navigatie
E
om de
‹/›
instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één keer gemaakt wor­den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dyna­misch bereik en de verstaanbaarheid van het film­geluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse­ling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
L
len drukt u op OSD
zodat het MASTER
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
¤
D
om het AUDIO SETUP menu te
F
openen en druk op Set
ROUND SETUP
F
om het DOLBY menu te kiezen (zie afb. 5).
om het SUR-
menu te kiezen. Druk op Set
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
* DOLBY SURROUND *
MODE:DOLBY DIGITAL
CENTER WIDTH:---­DIMENSION :---­PANORAMA :---­NIGHT :OFF UPSAMPLING :----
BACK TO SURROUND SELECT
Afbeelding 5
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de cursor op staat. Druk dan op
NIGHT in het DOLBY menu
‹/›
E
om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast. Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medi­um) te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby Digital surround functie is geactiveerd door
B
op Night drukt verschijnt derde deel van het beeld en in de display Druk binnen drie seconden op de
te drukken.Wanneer u op de toets
D-RANGE in het onderste
Ò
D
.
om
⁄/¤
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
F
instellen
om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bronnen op hun oorspronkelijke sampling rate worden verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de AVR 140 ook deze 48 kHz signalen laten upsam­pelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op
/¤ n zodat de cursor op de regel
UPSAPLING staat zodat ON (in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic en Dolby 3 Stereo.
DTS menu worden de keuzes die
In het gemaakt zijn met
‹/›
E
op de afstandsbe­diening bepaald door de combinatie van het soort DTS programma materiaal dat wordt afge­speeld en of het gaat om een 5.1 dan wel een
6.1/7.1 luidspreker configuratie.
Wanneer een DTS bron actief is wordt de functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het type signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix of DTS-ES Discrete). Druk op
‹/›
E
om door de voor het systeem en het lopende programma beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema (aanbevolen wanneer front links, rechts en center luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema (aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5­kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter luidsprekers zijn geconfigureerd als
SMALL als beschreven op pagina 21).
LARGE of
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen zodra een DTS data stream wordt ontvangen. Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete automatisch worden geactiveerd zodra een DTS bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter­wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe­treffende surround functie aangegeven oop de
display
Ò
en in beeld. In al die gevallen licht DTS-ES op.Wordt een niet-DTS disc afgespeeld en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto­matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 8 luidspreker surround weergave.Wanneer een DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de AVR 140 standaard in de DTS surround functie en verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig zijn automatisch vanwege de hogere sampling frequentie. Zie pagina 26 en 27 voor uitleg over de DTS functies.
In het
LOGIC 7 menu wordt de keus met
E
op de afstandsbediening bepaald door
‹/›
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve Logic 7 processor een volledig omringend, meer­kanaals surround van een tweekanaals Stereo of Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS cassette, laserdisc of televisieprogramma met Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music, Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het beste met tweekanaals muziek, surround geco­deerde programma’s of standaard tweekanaals programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen, dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik­baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd. Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik­baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital geluid wordt gespeeld.
In het
DSP
(SURR) menu wordt met
E
op de afstandsbediening een van de
‹/›
DSP surround functies gekozen die ontwikkeld zijn voor gebruik met tweekanaals stereo pro­gramma’s voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijkheden zijn Hall 1, Hall 2,Theater, VMAx Near en VMAx Far. De Hall en Theater functies
zijn bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor een volledig klankbeeld met uitsluitend de front links en rechts luidsprekers. Zie pagina 25 voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies. Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld.
In het
STEREO menu wordt gekozen met
E
op de afstandsbediening voor traditione-
‹/›
le stereoweergave zonder surround, of voor
5 C H Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1. In het laatste geval wordt het stereosignaal naar beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter luidsprekers en de beide surround achter luid­sprekers (indien aanwezig), terwijl de mono sig­nalen over alle luidsprekers worden verspreid, ook de centrum. Zie pagina 26-27 voor een toe­lichting van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo func­ties.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sur­round) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
⁄/¤
D
zodat de cursor naar BACK T O
SURR SELECT
F
.
regel en druk op instellen
Configureren Surround Uit (Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zui­verheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleine­re luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze tot SURROUND OFF in de displayÒen de
Surround Functie
OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal
(
met SURROUND
direct doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte over­geslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als
LARGE (groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig­naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Systeemconfiguratie
1. Druk op Luidsprekerkeuze6
2. Druk op Instellen
F@om het configuratie
.
menu op te roepen.
3. Druk op of op optie te kiezen. subwoofer uit, terwijl
¤
/
D
op de afstandsbediening
‹/›
7
op de voorzijde om de gewenste
SUBNONE schakelt de
SUB <L+R> deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op Instellen
F@om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor ste­reo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken, maar de
DSP SURROUND OFF functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op Stereofunctie
OFF
in de displayÒverschijnt en de DSP en
SURR. OFF Surroundfunctie
oplichten. Licht alleen
tot SURROUND
SURR. OFF
(
beide
Surroundfunctie(op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de front links/rechts luidsprekers en de subwoofer geconfigureerd worden op de specificaties van de gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup) verderop.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is. Dit is belangrijk omdat het bepaalt of uw systeem de 5-kanalen of 6-kanalen/7-kanalen functies, naast het bepalen welke luidsprekers de lage frequen­ties (bas) informatie moeten krijgen. Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE (groot) wan-
neer traditionele luidsprekers worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 200 Hz. Gebruik de instelling
SMALL (klein) voor kleinere,
satellietachtige luidsprekers die geen frequenties beneden 200 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van de lage frequenties.
Tenslotte kunt u hier kiezen of de gekozen instelling geldt voor alle ingangen (
GLOBAL)
dan wel afzonderlijk voor elke ingang
INDEPENDENT).
(
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt u kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt afhankelijk van de gekozen ingang.Zo kunt u bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziek­bron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidspreker­instellingen gekopieerd naar alle andere geluids­functies, voorzover de luidsprekers daarvoor nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden wanneer een andere surround functie met die ingang wordt gekozen.
Het wordt aanbevolen de juiste luidspreker­instellingen te maken via het
SIZE
(luidsprekergrootte) menu (Afb. 3). Staat
SPEAKER
dat menu nog niet in beeld van de voorgaande instellingen, druk dan op in-beeld display
L
om het MASTER MENU(Afb. 1) op te roe-
¤
D
pen, en druk drie op
MANUAL SETUP (zelf instellen)
de regel
zodat de cursor naar
gaat.
* MANUAL SETUP *
SPEAKER SIZE SPEAKER X-OVER DELAY ADJUST CHANNEL ADJUST
BACK TO MASTER MENU
Afbeelding 6
Druk op dit punt op SetFen kies het
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 7).
* SPEAKER SIZE *
LEFT/RIGHT:SMALL CENTER :SMALL SURROUND :SMALL SURR BACK :SMALL SUBWOOFER :SUB BASS MGR :GLOBAL
BACK TO MANUAL SETUP
Afbeelding 7
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidspre­kergrootte instelling wilt gebruiken (
GLOBAL)
of dat alle ingangen individueel ingesteld moeten worden (
INDEPENDENT).
Om alle ingangen op "Global" (identiek) of op "Independent" (afzonderlijk) te zetten drukt u tweemaal op
D
om de cursor te verplaatsen
naar de regel BASS MGR.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of voor afzonderlijke instellingen per ingang ("Independent"). In de meeste gevallen zal de standaard
GLOBAL instelling voldoen, daar de
meeste gebruikers geen individuele luidsprekerin­stellingen nodig hebben. Sommige echter, vooral zij die in het bezit zijn van grote breedband front luidsprekers, die zowel voor films als voor muziek worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke instellingen prefereren voor het luisteren naar CD en voor DVD,VCR of kabel/satelliet TV.
Wilt u het crossoverpunt per ingang aanpassen zet de cursor dan op de regel
‹/›
druk op
E
BASS MGR en
zodat INDEPENDENT (afzonderlijk) wordt gemarkeerd.Wanneer deze instelling wordt gekozen verschijnen alle instellin­gen van de luidsprekers met hun standaard groot­te in het menu en alle andere ingangen gaan naar INDEPENDENT (onafhankelijk). Nu kunt u de gewenste luidspreker grootte invoeren voor de gekozen ingang, als verderop beschreven. Onthoud dat in dit geval de ingevoerde instelling ALLEEN geldt voor de gekozen ingang en dat u terug dient te gaan naar het INPUT menu om een andere ingang te kiezen, om vervolgens weer naar deze pagina te gaan om de instelling voor de volgende ingang in te stellen. Herhaal deze procedure voor elke ingang die u een van de standaard afwijkende instelling wilt geven.
Opmerking: wanneer de
INDEPENDENT
(onafhankelijk) instelling actief is kunt u verschillen­de luidsprekergrootten toewijzen aan elke ingang om verschillende bass management instellingen te activeren, passend bij het type programmamateriaal dat gewoonlijk met een bepaalde bron (bijvoor­beeld films via de DVD- en muziek via de CD-spe­ler). De werkelijke wisselfrequenties worden echter slechts eenmaal ingesteld en veranderen niet met de keuze van de ingang. De reden is dat hoewel de voorkeur voor bass management kan wisselen, de luidsprekers hetzelfde blijven ongeacht het bass management en de ingestelde routing.
2. Begin met te controleren of de cursor naar de
LEFT/RIGHT (links/rechts) regel wijst waar-
mee de configuratie van de front links en rechts luidsprekers wordt bepaald.Wilt u de configuratie van de front luidsprekers veranderen, druk dan op
‹/›
E
zodat LARGE (groot) of SMALL (klein) verschijnt, conform de hiervoor gegeven omschrijving.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub­wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor het item SUBWOOFER in dit menu (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste­reo, zodra een analoog signaal aanwezig is, wordt het direct naar de volumeregelaar geleid zonder bewerking of digitalisering. Gebruikt u breedband front luidsprekers en wilt u de digitale bewerking uit de signaalweg verwijderen, kies dan deze configuratie.Wilt u deze opzet slechts met één ingang gebruiken, bijvoorbeeld CD-speler met externe DAC of een externe pu-voorversterker, dan DIENT u ook INDEPENDENT (onafhan­kelijk) TE kiezen op de regel BASS MGR regel onderin het menu, zodat alleen die ingangen waarbij de analoge passeerschakeling gewenst is op deze wijze worden behandeld, terwijl andere analoge ingangen zoals VCR of kabel-TV voor surround processing worden gedigitaliseerd.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub­woofer en twee front satellieten, verbonden met de luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
en dient LARGE (groot) voor de front luidsprekers gekozen te worden (en NONE voor de subwoofer, zie verderop).
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is gemaakt drukt u op
¤
D
op de afstandsbedie-
ning om de cursor naar CENTER te verplaatsen.
4. Druk op
/
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de gebruikte centrum luidspreker omschrijft, als elders op deze pagina aangegeven.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn ingesteld op LARGE en de subwoofer is uitgeschakeld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige fre-
quentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties wordt GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd (behalve wanneer de Pro Logic II Music in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid­sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en duidt niet op een probleem met uw receiver.
I
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De informatie van het centrum kanaal wordt ver­deeld over de linker en rechter front luidsprekers en het laag van het centrum kanaal wordt naar de subwoofer gestuurd, mits L/R+LFE is gekozen in het item SUBWOOFER in dit menu; zie hieronder. Deze functie is nodig wanneer geen
centrum luidspreker wordt gebruikt. Denk er aan dat wanneer de Logic 7 Cinema of Enhanced functie is gekozen wel een centrum luidspreker noodzakelijk is; de Logic 7 Music functie werkt prima zonder centrum luidspreker.
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is
¤
D
gemaakt, drukt u op
op de afstands-
bediening om de cursor te verplaatsen naar
SURROUND.
6. Druk op
/
E
op de afstandsbedie­ning om de optie te kiezen die het beste de sur­round luidsprekers in uw systeem omschrijft, op basis van de definities op pagina 19.
Is
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digi-
tale surround functies het laag van de surround kanalen naar de front luidsprekers, indien geen subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge surround functie hangt de laag sturing naar de achter luidsprekers af van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en de front luid­sprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledige
frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw systeem druk dan op
¤
D
op de afstandsbe­diening om de cursor naar SURR BACK.Deze keuze dient twee functies: niet alleen de instelling van de surround achter – indien aanwezig – kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het of de processing van de AVR voor 5.1 dan wel 7.1 geconfigureerd moet worden.
Opmerking: om de luidsprekerinstellingen voor de surround achter luidsprekers te corrigeren, dient eerst een meerkanalen functie als Logic 7, Dolby Pro Logic, DTS Neo:6, 5-kanalen stereo, Hall 1 of 2 (5-kanalen) of Theater (5-kanalen) te worden gekozen, dan wel een meerkanalen Dolby Digital of DTS bron dient te spelen. Dan activeert het systeem de surround achter functie.
‹/›
Druk op
op de afstandsbediening om de optie te kiezen waarmee de gebruikte luidspre­kers voor surround achter links en rechts het best worden omschreven, gebaseerd op de definities op deze pagina:
Wanneer
NONE (geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals sur­round processor/decoder functies beschikbaar zijn en de surround achter kanalen worden niet gebruikt.
Wanneer
SMALL (klein) is gekozen dan stelt het
systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround proces­sor/decoder wordt gebruikt, terwijl de laag­frequent informatie beneden het crossover punt (identiek aan dat voor de surround luidsprekers) naar de subwoofer wordt gestuurd wanneer de subwoofer op ON (in) staat, of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF (uit) staat.
Is
LARGE (groot) gekozen dat stelt het systeem
zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/ decoder wordt gebruikt en wordt een breedband signaal naar de achter kanalen gestuurd, zonder dat lage frequenties naar de subwoofer uitgang worden gestuurd.
Opmerking: het is niet mogelijk de AVR te confi­gureren voor 7.1 kanalen weergave. Sluit ook niet meer dan één luidspreker aan op de Surround
Achter Luidsprekeruitgangen
omdat dan uw luidsprekers, de AVR of zelfs beide beschadigd kunnen worden. Wordt een 7.1 kanalen signaal ontvangen, bijvoorbeeld via de 6/8 Kanalen
Directe Ingang
of wordt 7-Kanalen Stereo of Logic 7/7.1 surround informatie samengesteld, dan combineert de AVR de linker en rechter sur­round achter informatie tot één enkel surround achter kanaal.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen
¤
D
gereed, druk dan op
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar
SUBWOOFER.
8. Druk op
/
E
op de afstandsbe­diening om de optie te selecteren die best uw systeem omschrijft.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities. Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automatisch
op SUB gezet, wat betekent dat deze actief is. Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR, druk
/
E
dan op
op de afstandsbediening, zodat NONE in het in-beeld menu verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluid­sprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR, dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te activeren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt wor­den voor het speciale laag van bepaalde films. Die optie wordt gekozen door op afstandsbediening te drukken zodat
/
E
op de
LFE (LFE) in
het in-beeld menu verschijnt.
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combi­natie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen
/
E
surroundfunctie, druk dan op de afstandsbediening waarop
L/R+LFE in het
op
in-beeld menu verschijnt. Wordt deze optie geko­zen, dan gaat een breedband signaal naar de front links en rechts hoofdluidsprekers. De sub­woofer ontvangt de front links en rechts lage fre­quenties beneden de wisselfrequentie, die in het volgende item in dit menu wordt gekozen, als hierna beschreven, en tevens het LFE signaal.
9. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn ingesteld kunt u de Quadruple Crossover van de AVR active­ren, waarmee per luidsprekergroep een individuele wisselfrequentie kan worden ingesteld. In systemen met breedbandluidsprekers in het front, of waar verschillende merken luidsprekers in de diverse posities worden toegepast, kan het laag met grotere precisie dan ooit worden gere­aliseerd. Het wisselpunt wordt bepaald door het ontwerp van de gebruikte luidsprekers en is de laagste frequentie die deze luidspreker kan weer­geven. Voordat u iets aan de instellingen voor het crossoverpunt verandert, raden we u aan de wis­selfrequentie voor elk van de drie groepen – front links/rechts, centrum front, en surround – door deze op te zoeken in desbetreffende handleidin­gen, op de website van de fabrikant of via de ser­vicedienst. U heeft deze gegevens nodig bij de volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling over­slaan. Om echter één van deze instellingen te wij­zigen, kan het
SPEAKER X-OVER worden
gekozen als aangegeven in afbeelding 8.
* SPEAKER X-OVER *
LEFT/RIGHT:100HZ CENTER :100HZ SURROUND :100HZ SURR BACK :100HZ LFE :LEFT/RIGHT BASS MGR :GLOBAL
BACK TO MANUAL SETUP
Figure 8
Om de instelling voor elk van de vier luidspreker­groepen Links/Rechts, Center, Surround of
⁄/¤
Surround Achter te wijzigen, drukt u op
D
tot de cursor op de regel staat waaraan u iets wilt
‹/›
veranderen.Vervolgens drukt u op
E
tot de gewenste instelling verschijnt. De beschik­bare wisselfrequenties waar beneden de lage fre­quenties naar de subwoofer worden gestuurd (of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF staat) en niet naar het luid­sprekerkanaal, zijn 40, 60, 80, 100, 120, 150 en 200 Hz. Kies de frequentie die overeenkomt met de informatie die u over uw luidsprekers heeft gevonden, of, wanneer een exacte overeenkomst niet voorhanden is, de waarde die het dichtst BOVEN de gewenste wisselfrequentie of laagfre-
quent limiet ligt. Dit om een ‘gat’ in het laag te voorkomen, omdat het systeem daar geen laag geeft.
Wanneer sprekers en
LARGE is gekozen voor de front luid-
L/R+LFE als optie voor de sub-
woofer, wordt het geluid voor de front kanalen beneden de voor de L/R front luidsprekers geko­zen wisselfrequentie (wanneer voor front “Small” – klein – is gekozen), naar zowel de front luid­sprekers als de subwoofer gestuurd.
De wisselfilter instellingen voor Links/Rechts, Center, Surround en Surround Achter worden gebruikt om te bepalen waar de lage frequenties naar toe moeten, afkomstig van de hoofdkanalen van een bron. De instelling voor de afgebeelde menuregel
LFE wordt gebruikt voor het bepa-
len van een laagdoorlaatfilter punt voor de infor­matie in het Laag Frequent Effect (LFE) kanaal dat deel uitmaakt van het Dolby Digital en DTS gecodeerde signaal. Het LFE kanaal is de “.1” die u bij surround sound opgaven ziet en is beperkt tot lage frequenties, sommige mixen kunnen informatie bevatten die hoger in frequentie liggen dan uw subwoofer kan weergeven. Om te voor­komen dat niet-gewenste signalen naar de sub­woofers worden gestuurd – die deze niet kunnen verwerken en geen ingebouwd laagdoorlaatfilter bezitten – kan op de
LFE regel een instelling
voor het laagdoorlaatfilter, dat deel uitmaakt van de signaaltoevoer van het LFE kanaal, worden gekozen. De beschikbare instellingen zijn dezelf­de als die welke gekoppeld zijn aan elk van de vier beschikbare luidsprekerposities in dit sub­menu. Wij raden aan een frequentie te kiezen die iets hoger ligt dan bovengrens van de subwoofer, als aangegeven in de handleiding van de sub-
‹/›
woofer. Druk op de cursor op de regel
NavigerenEwanneer
LFE staat om de juiste
instelling te kiezen.
Denk er aan dat de wisselfrequentie voor de surround luidsprekers en de surround achter luidsprekers identiek is. Daarom is er geen wissel­frequentie voor de achter surround luidsprekers te kiezen of aangegeven.
Belangrijk: alle instellingen voor de wisselfre­quenties zijn “Global”, d.w.z. dat ze identiek zijn voor alle ingangen, ongeacht of de BASSMA­NAGER (zie boven) op “GLOBAL” of “INDEPEN­DENT” is ingesteld.
10. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt
¤
D
drukt u op
BACKTO MANUAL SETUP (terug naar
tot de cursor op de regel
handinstelling) staat de druk vervolgens op
F
instellen
om terug te gaan naar het
Handinstelling submenu.
11. De luidsprekerinstelling kan op elk moment gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig) menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
6
kerkeuze
op het frontpaneel of op op de afstandsbediening. Nadat de toets is inge­drukt verschijnt het beeld en in de display
FRONT SPEAKER onderin
Ò
.
‹/›
7
Druk nu binnen vijf seconden op
⁄/¤
D
voorzijde of op
op de afstandsbedie-
op de
ning om een andere luidsprekerpositie te kiezen, of druk op instellen
@Fom de instelling van de
front luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@Fis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instel­ling voor de front luidsprekers, geven de in-beeld display en de display
FRONT SMALL aan, afhankelijk van de huidi-
ge instelling. Druk op
⁄/¤
op
D
Ò
FRONT LARGE of
‹/›
7
op de voorzijde of
op de afstandsbediening tot de gewenste instelling wordt aangegeven, gebruik makend van de eerder gegeven aanwijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen
@F.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te
‹/›
7
worden gewijzigd, drukt u op paneel of op
⁄/¤
D
op de afstandsbedie-
het front-
ning om een andere luid-sprekerpositie te kiezen, vervolgens drukt u op instellen op het frontpaneel, of op neel, of op de
⁄/¤
D
@Fen dan
‹/›
7
op het frontpa-
op de afstandsbedie­ning tot de gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op instellen
@Fom de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luid­sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE inge­steld. Wanneer geen indicatie voor een luidspre­kerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar bij het maken van wijzigingen in de opzet zonder de volledige in-beeld display.
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub­woofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kame­rakoestiek in uw luisterruimte of home theater
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
gecompenseerd worden. Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk positie naar de front, centrum, surround en sur­round achter luidsprekers (indien aanwezig) in meters te meten en te noteren.
Vanwege de verschillen in werking van de diverse surround functies dienen ook de vertragingen indi­vidueel voor elke surround functie te worden inge­steld. Zijn echter de vertragingen ingesteld voor de surround functie met het maximum aantal kana­len, dan hoeven deze niet opnieuw te worden ingesteld voor die functie met minder kanalen.
Voorbeeld: wanneer de vertragingen voor Dolby Pro Logic IIx – Movie zijn ingesteld worden deze overgedragen aan de Dolby Pro Logic II – Movie functie.Wel dienen de vertragingen voor elke variant afzonderlijk te worden ingesteld, zoals Dolby Pro Logic IIx – Music, Dolby Pro Logic IIx – Game, Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo en Dolby Digital EX.
De vertragingstijden zijn voor alle surround func­ties instelbaar. Hoewel alle kanalen in beeld ver­schijnen met de standaard of de later ingestelde afstanden, kunt u via het menusysteem de instel­lingen voor de actieve kanalen in de huidige sur­round functie instellen. Luistert u bijvoorbeeld naar muziek-CD’s via de CD-ingang met DSP Surround Off dan kan alleen de vertraging voor front links, front rechts en de subwoofer worden ingesteld. De cursor slaat in het menu bij het instellen de niet in gebruik zijnde kanalen over. Daarom raden we u aan de eerste keer bij het instellen een 5.1, 6.1 of 7.1 kanalen surround functie te kiezen, afhankelijk van het aantal luid­sprekers in het systeem.Voor het instellen van de vertragingen bieden de Logic 7 functies de mogelijkheid alle kanalen in te stellen zonder dat een bron wordt afgespeeld.
Wanneer uw systeem ook een surround achter luidspreker heeft, dienen de vertragingen twee­maal voor deze luidspreker te worden ingevoerd, eenmaal voor surround achter rechts en eenmaal voor surround achter links. Dan kan de meng­schakeling waarin de signalen worden gecombi­neerd voor weergave van 7.1 kanalen surround de informatie op de juiste wijze verwerken.
Om het instellen te starten kiest u eerst
ADJUSTMENU
(afbeelding 9). Staat het sys-
DELAY
teem nog niet op dat punt, druk dan op OSD
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk
¤
D
driemaal op
MANUAL SETUP staat. Druk op Set
DELAY ADJUST menu op.
roep het
tot de cursor op de regel
F
en
* DELAY ADJUST *
FL : 10FT SBR: 10FT CEN: 10FT SBL: 10FT FR : 10FT SL : 10FT SR : 10FT SUB: 10FT DELAY RESET:OFF UNIT: FEET
BACK TO MANUAL SETUP
Afbeelding 9
Ga nu met de cursor naar de regel UNIT en kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of meter. Ga dan met de cursor naar
CENTER
wasar de eerste instelling wordt gemaakt. Druk
‹/›
nu op
E
tot de juiste afstand van de front links luidspreker tot de luisterpositie wordt aangegeven. Druk dan eenmaal op
¤
D
om
naar de volgende regel te gaan.
De cursor staat nu op de regel
CEN zodat de
vertraging van de center luidspreker kan worden ingesteld. Druk op
‹/›
E
tot de afstand van de luisterpositie tot de center luidspreker is ingesteld. Herhaal dit voor alle actieve luidspre­kerposities door op
‹/›
gebruik
¤
D
E
om de instelling te wijzi-
te drukken en
gen. Denk eraan dat deze laatste instelling alleen nodig is wanneer surround achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en Dolby Digital als surround functie is gekozen.
Wanneer de vertraging voor alle luidsprekerposi­ties is ingesteld kunt u terugkeren naar het hoofdmenu door op drukken tot de cursor op de regel
MASTER MENU
en u drukt op Set
⁄/¤
NavigatieDte
BACK T O
(terug naar hoofdmenu) staat
F
.
De vertraging kan op elk moment tijdens het kij­ken via de afstandsbediening worden gecorri-
geerd door op Vertraging
.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste posi-
tie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
Ò
onderste regel van de display
verschijnt. Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5
‹/›
E
seconden op Set p. Druk op
om
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te voeren en druk op Set p om deze vast te leg-
⁄/¤
D
gen. Dan kunt u met
om een andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen ge­bruikt worden wanneer een regisseur of geluids­technicus daar specifiek een geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde.Wanneer de uitgangs­niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omrin­gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
Wanneer de AVR is geconfigureerd voor
6.1-kanalen gebruik met een enkele surround achter luidspreker, kan via de uitgangsinstelling nog altijd het niveau van de afzonderlijke sur­round achter links en surround achter rechts, ondanks het feit dat uw systeem slechts één sur­round achter luidspreker gebruikt. Dat betekent dat het Surround Achter kanaal tweemaal ver­schijnt, maar dat is in 6.1 gebruik normaal. De gescheiden SBL/SBR instellingen voor 6.1 gebruik zijn nodig voor een optimale balans tussen de beide discrete kanalen in de AVR wanneer die worden gemengd naar een enkele luidspreker.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor­den ingesteld voor elke digitale en analoge sur­round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko­zen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver­laagd worden. Denk er aan instellingen die gemaakt zijn voor een surround functie ook effec­tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan die surround functie.
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onder­staande aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luisterpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL als eerder beschreven en schakel zonodig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en de display
Ò
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld
is aan de surround functie waarvan u het uit­gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet dezelfde correcties te maken met alle andere surroundfuncties gecombineerd met de gebruikte ingangen.
4. Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren)
menu (Afb. 10). Staat het hoofdmenu nog in beeld druk dan op cursor naast
¤
D
tot de in-beeld
MANUAL SETUP staat. Bent
u niet in het hoofdmenu, druk dan op in­beeld display
MENU
gens driemaal op, zodat de
L
om het MASTER
(Afb. 1) op te roepen en druk vervol-
¤
D
cursor u
op de regel uitgangsniveaus staat. Druk op
instellen
F
om het MANUAL SETUP
line. Druk op SetFom het MANUAL
SETUP
menu op te roepen (afbeelding 6) en ga naar beneden tot de cursor op de regel
CHANNEL ADJUST staat en druk
op Set
F
.
* CHANNEL ADJUST *
FL : 0dB SBR: 0dB CEN: 0dB SBL: 0dB FR : 0dB SL : 0dB SR : 0dB SUB: 0dB CHANNEL RESET:OFF TEST TONE SEQ:AUTO TESY TONE :OFF
BACK TO MANUAL SETUP
Afbeelding 10
Wanneer het CHANNEL ADJUST menu voor het eerst verschijnt, is het testsignaal uitge-
⁄/¤
D
schakeld. Gebruik
om een kanaal voor correctie te kiezen met een externe bron, zoals een testdisc, om de uitgangsniveaus te beoordelen. Wanneer de cursor op de regel van het te corrigeren kanaal staat drukt u op
‹/›
E
om het niveau te verhogen of te verlagen. Voordat u zelf gaat instellen, raden we u aan eerst de ingebouwde testtoongenerator van de AVR te gebruiken die automatisch een signaal naar alle kanalen stuurt om te controle­ren of alle luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa­tisch over de kanalen circuleren over de kana­len waarvan voorheen luidsprekers zijn gecon­figureerd (zie pagina 23). Druk nu op
D
tot de cursor op de regel TEST
TONE SEQ
‹/›
E
in het menu staat. Druk dan op
tot AUTO wordt aangegeven.
⁄/¤
Op dat moment start ook het testsignaal, cir­culeert rechtsom door de kamer, laat elke luid­spreker twee seconden horen en schakelt naar de volgende luidsprekerpositie. De cursor knippert naast de actieve luidspreker om aan te geven van welke luidspreker u signaal dient te horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen. Het juiste volume dient weer hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de luidsprekers correct zijn aangesloten.Terwijl het testsignaal rond gaat controleert u of het geluid ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
Ò
display
wordt aangegeven. Zou dat bij een luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit met de netschakelaar
1
en controleer de luidsprekeraansluitingen en eventuele verbindin­gen naar externe versterkers om er zeker van te zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn verbonden.
Opmerking: wanneer uw systeem slechts over één surround achter luidspreker beschikt en geconfigureerd is voor 6.1 kanalen, zult u de testtoon tweemaal van de achter luidspreker horen, eenmaal met de aanduiding SBL en een­maal met de aanduiding SBR. Dat is normaal en geeft u tevens de kans de balans in te stellen voor de mengschakeling die een 6.1 uitgangs­signaal maakt wanneer 7.1 functies zoals Logic 7/7.1 worden gebruikt.
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en luistert u of een kanaal luider klinkt dan de andere. Met de front luidspreker links als refe­rentie drukt u op
⁄/¤
D
op de afstands­bediening om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
het testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De cursor u in beeld kan ook direct naar de af te regelen luidspreker verplaatst worden met de
D
toetsen op de afstandsbediening.
⁄/¤
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume heb­ben. Merk op dat de regelingen alleen gemaakt dienen te worden met
‹/›
E
op de afstandsbediening, NIET met de volu­meregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
dan op –15 dB en stel het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted, slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook geheel zelf maken door op tot de cursor op de regel
in het menu staat om vervolgens met ‹/
SEQ
E
MANUAL (handbediening) te marke-
ren. In de
MANUAL functie start het testsig-
⁄/¤
D
TESTTONE
te drukken
naal ook direct, maar gaat alleen naar een ande-
‹/›
E
re luidspreker door op
. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de test-
⁄/¤
toon worden uitgeschakeld door op
D
te drukken tot de cursor op de regel TEST
staat en dan met ‹/›E
TONE
OFF
(uit) te markeren.
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam laag of hoog liggen, kunt u de procedure herha­len. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofdvolu­me iets hoger of iets lager in, passend bij uw kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de proce­dure zo vaak herhalen als u wilt om het gewens­te resultaat te bereiken. Om eventuele schade aan uw gehoor of de apparatuur te voorkomen, wijzen we er op dat het hoofdvolume liever niet boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben is het instellen voltooid. Gebruik de cursor _ naar de regel plaatsen en druk op
‹/ ›
⁄/¤
D
om
TEST TONE te ver-
E
tot het woord OFF (uit) verschijnt om het testsignaal uit te schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde surround functie wordt gekozen, ook voor een andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal worden gekozen. Toch dienen de uitgangsni­veaus onafhankelijk voor elke surround functie te worden ingesteld, ook voor varianten als Dolby Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II – Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is noodzakelijk om de prestaties van de AVR 140 te optimaliseren wanneer verschillende metho­den worden gebruikt om audiosignalen naar de verschillende kanalen te sturen. De AVR neemt de instellingen over van de ene functie naar dezelfde in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby Pro Logic IIx – Movie en Dolby Pro Logic II – Movie. Desgewenst, als een korte methode om te beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro Logic IIx – Movie instellen en deze kopiëren voor alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door naar de verschillende bronnen te luisteren en niet op het testsignaal. Zie pagina 31 voor nadere informatie over het afstellen van de uit­gangsniveaus op extern bronmateriaal.
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub-
woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de sub­woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 32.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel­niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
D
tot de cursor u in beeld naast de regel
BACK T O MASTER MENU staat en u drukt
op instellen
F
om het testsignaal uit te
⁄/¤
schakelen en terug te keren naar het
MASTER MENU.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor­den door de afzonderlijke toetsen en het Semi­OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat, ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot het gewenste niveau in de display of in beeld wordt aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs­niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen, maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur­roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een andere functie, kiest u die functie (met welke ingang dan ook) en u herhaalt de boven omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surround­functie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik­baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan­gezien er geen surround luidsprekers gebruikt worden (en er dus geen niveauverschillen kun­nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde kamer). Maar om niveauverschillen te compense­ren tussen stereo,VMAx en andere surround­functies (onafhankelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgangen ingeregeld worden met de procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie pagina 32, ook voor de Surround uit (stereo) en VMAx functies.
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digi­tale ingang (indien van toepassing) en luidspre­kertypen is ingesteld, keert u terug naar de
INPUT SETUP regel in het MASTER
(hoofd) menu en u voert de instellingen in voor elke te gebruiken ingang in. In de meeste geval­len wijken alleen de digitale ingang en de sur­round functie af van de ene en de andere ingang, terwijl het luidsprekertype meestal het­zelfde zal (ingangen ingesteld op
GLOBAL).
Desgewenst kunnen echter ook verschillende luidsprekertypen worden ingesteld, of luidspre­kers per gebruikte ingang in- of uitschakelen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel­lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor­den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeu­ren nadat u naar meerdere bronnen heeft geluis­terd met verschillende soorten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellingen worden op pag. 33-34 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan­wijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wijzigingen op elk moment, ook bij gebruik van afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt gereset (zie pagina 42).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DOLBY DIGITAL EX Beschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data. DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 Matrix Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van DTS-ES 6.1 Discrete van een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal. Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele Dolby Pro Logic stereobronnen bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen.
De Dolby Pro Logic II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert gescheiden centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met gescheiden links en rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van conventionele stereo opnamen.
DOLBY PRO LOGIC IIx Dolby Pro Logic IIx is de nieuwste uitbreiding van de Dolby Pro Logic technologie en creëert een
MUSIC 6.1 en 7.1 ruimtebeeld uit een matrix surround of tweekanalen stereobron in systemen die zijn MOVIE geconfigureerd voor surround achter luidsprekers. Zowel de Movie als Music versies van GAME (spel) Pro Logic IIx zijn beschikbaar. Movie (film), Muziek (muziek) en Game (spel) versies van Pro Logic IIx
zijn beschikbaar. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround Logic Musi informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt.Afhankelijk Logic 7 Enhance van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het
menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter. Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en geconfigureerd) voor optimale impact van de bas. De Logic 7 E (Enhanced) functie is een uitbreiding van de Logic 7 functies die primair gebruikt worden bij muziekprogramma’s en is alleen beschikbaar met de 5.1 surround optie. Logic 7 E voegt extra laag effect in het gebied van 40 Hz tot 120 Hz toe aan de front en surround luidsprekers en daarmee een minder sterk gelokaliseerd toneel dat breder en dieper lijkt dan wanneer de subwoofer de enige bron van dat laag is.
SURROUND SELECT
26 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren DTS Neo:6 Music van een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s. Bij het kiezen van een DTS Neo:6 Cinema functie, kunnen 3-, 5- of 6-kanalen configuraties beschikbaar zijn, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Gebruik de 3-kanalen functie wanneer alleen een front links en rechts en een center luidspreker ter beschikking staan; surround kanalen informatie wordt dan ook naar die luidsprekers gemengd. De 6-kanalen functie is alleen beschikbaar wanneer u de surround achter luidsprekers als actief heeft geconfigureerd.
DTS 96/24 DTS 96/24 is een hoge resolutie formaat dat gebruik maakt van een 96 kHz sampling frequentie en een
bit-rate van 24 bits en daarmee meer informatie geeft dat de harmonischen van het bronmateriaal versterkt. De AVR signaleert en decodeert DTS 96/24 materiaal automatisch en geeft het weer zoals door de artiest bedoeld.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave. Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
THEATER Matrix surround decodering voor standaard bioscoop of theater met stereo en zelfs
zuiver mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 Beide bieden matrix surround decodering en simuleren een medium grote zaal met stereo
en zelfs mono bronnen.
VMAx Near Bij gebruik van alleen de beide front luidsprekers biedt de gepatenteerde Harman Kardon VMAx Far VMAx een driedimensionaal beeld met de illusie van fantoom luidpsrekers op centrum en
surround posities.VMAx N (near field) is voor luisteren op minder dan 1,5 meter van de luidsprekers;VMAx F (far field) voor luisteren op meer dan 1,5 meter afstand. De VMAx functies zijn ook beschikbaar via de hoofdtelefoonuitgang 4. Wordt een hoofdtelefoon gebruikt, dan verwijdert de Far Field functie het geluid van uw oren, aldus het ‘in uw hoofd’ effect van de hoofdtelefoon reducerend.
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal 7-Kanaals Stereo zowel voor als achter in de kamer. Afhankelijk van de configuratie van de AVR op
5.1 of 6.1/7.1 gebruik, is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een monosignaal van in fase materiaal van links en rechts
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts Surround Uit (passeren) weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
BEDIENING 27
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genieten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u op de netschakelaar frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aan­gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
te drukken, of op AVR keuze de lichtnetindicatie raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de ingangskeuze of ingangskeuze%op de voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze zonderd VID3) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby kelen naar een apparaat dat op de geschakelde lichtnetuitgang sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnet­indicatie
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar1.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu­gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto­matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
3
. Vanuit de standby positie kan het
of op ingangskeuze%op het frontpaneel
3
groen wordt. Het appa-
5
om de afstandsbediening de
2
op het frontpaneel of op uitscha-
3
op de afstandsbediening. De voeding
op de achterzijde is aange-
3
wordt oranje.Als de afstandsbe-
3
.
1
uit staat.
9
op de afstandsbediening. Telkens
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
1
op het
5
. Merk op dat
4567
4
(uitge-
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (standby). Denk er aan dat de helderheid van de display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op sluimerfunctie houdt deze vast tot de display naar de normale helderheid terugkeert en de indicatie
OFF
in de displayÒverschijnt.
9
en u
SLEEP
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
bediening.
Opmerking: na op ingangskeuze te hebben, drukt u op AVR keuze afstandsbediening de AVR functie te laten bestu­ren.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen schakelt de AVR automatisch naar de digitale ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en de luidsprekerconfiguratie die tijdens het configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 3 ingangen
Ingang 3
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld ver­schijnen. De naam verschijnt ook in de display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape, 6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft de laatst gebruikte video ingang verbonden met de video 1 en video 2 uitgangen video monitor uitgang naar verschillende bronnen worden gekeken en geluisterd.
• Wanneer Digital Media Player (DMP) als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in
beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
de afstandsbediening worden gebruikt om de iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in de display op de voorzijde en de accu van de iPod kan worden opgeladen. Zie de handleiding van de en de iPod voor nadere informatie.
467
%
op het frontpaneel te
*
, of de Coax Digitale Ingang 3
die is verbonden met DMP
op de afstands-
4
5
om de
Ô
, Optisch Digitale
ˆ
.

. Zo kan tegelijkertijd
van de AVR en kan
gedrukt
en
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken worden. Indien een component video bron is aangesloten op de Video 1 gen, dan wordt het signaal doorgegeven naar de
Component video-uitgang
dat uw TV is ingesteld op de juiste ingang om het geschikte videosignaal te zien (composiet, S­video of component video, zie Opmerkingen over S-Video op pag. 13).
en kan deze, op een TV
componentingan-
. Zorg ervoor
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler, aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig de
opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 C H DIRECT ingang wordt gebruikt
wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt worden en de bron een eigen intern bass management bezit. Van deze ingang gaat het sig­naal direct naar de volumeregelaar zonder enige analoge of digitale omzetting en de niet-gebruik­te ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen doordringen.
De
8 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
en de bron een eigen intern bass manage­ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige ana­loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen surround functie kan worden gekozen daar de externe processor dan de functie bepaalt. Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna­me uitgangen en geen laagprocessing wanneer de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt en de klankregeling en balans werken niet.
Instellingen en Gebruik Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume op het frontpaneel of volume hoger/lager op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid van het systeem uitgeschakeld, dan knippert
. Dit zal het sig-
ı
MUTE
28 BEDIENING
Bediening
in de DisplayÒ. Druk nogmaals op Mute om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijde­lijk in de display weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
de display
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon wordt aangesloten, het woord
IN
kort door de displayÒloopt en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden.Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
Ò
verschijnt. Om de regeling
8
zodat Tone I n tijdelijk in
˜
verschijnt.
4
op het frontpaneel. Merk
HEADPHONES
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR 140 is de mogelijkheid een volledig meerka­naals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon­lijke zaak, net als het type programmamateriaal dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV­programma’s die het logo van een van de belang­rijke surround processen dragen, Dolby Surround bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of Music (met muziek) surround functie, met een DTS Neo:6 functie of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1 kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van sur­round gecodeerde programma’s, met een stereo links en rechts achter signaal, precies zoals het was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter was opgenomen ook alleen daar gehoord wor­den. Nadere details op pagina 26.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv. ‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur­round worden weergegeven (zie ook Dolby Digital op pagina 29).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij­ke bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor een dramatische verbetering ver­geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met surround geluid kunnen op elke analoge wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal­TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor­den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen­dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd staat als met internationale surround informatie kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende surround weergave biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder surround informatie de Theater, Hall en 5/7 kanaals stereo functies (vooral effectief met oude­re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro­gramma’s raden we aan de Theater of Hall func­ties te proberen. En bij gebruik van uitsluitend twee front luidsprekers bevelen wij het door Harman gepatenteerde VMAx aan, waarmee een nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld wordt bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde als op de afstandsbediening worden gekozen. Om via het frontpaneel een nieuwe surround functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan op Surround functie individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func­tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin zich de gewenste functie bevindt: Dolby
DTS Surround
O
, Stereoof DSP SurroundA. De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver­schijnt de functie van die groep die actief is, dan wel de eerste beschikbare functie wanneer een andere actief is. Om door de verschillende func­ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals tot de gewenste functie in de display beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near of VMAx Far) drukt u her­haaldelijk op Surround Functie beschikbare functies te doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een blauwe LED oplichten naast de gekozen functie bij de Surround Functie
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie
5
tot de gewenste hoofdgroep
9
om de specifieke
N
, DTS Neo:6, Logic 7
A
(
in de display.
M
Ò
om de
,
en in-
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf­hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan­gen in gebruik zijn, is er geen surround proces­sing, daar deze ingangen de analoge signalen gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
OFF
in de displayÒverschijnt.
SURR
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van het oude analoge surround sys­teem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes discrete kanalen: links front, centrum, rechts front, links surround en rechts surround en bij DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie­bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis­afstand. Bovendien hebben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe­ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als “5.1,” “6.1” or “7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de band­breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3 een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel­lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieu­we high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu­lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.

van de AVR.
®
) is
BEDIENING 29
Bediening
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit­gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS­LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD­spelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de optische of coax ingangen

van de
AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door­geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twij­felt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun­nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwa­liteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD­speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen

op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet eerst de ingang voor de gewenste bron worden geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden en een analoog audiosignaal te leveren voor opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
⁄/¤
D
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
verschijnt. Druk op instellen@F
ÛGen gebruik vervolgens de
op de afstandsbediening of instellen
Ò
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur­round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo­ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe-
lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD­spelers aan op de optische of coax ingangen

op de achterzijde of de voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die­nen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analo­ge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang op de achterzijde als u de digi- tale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u eerst met de afstandsbediening of op het front de ingang met ingangskeuze
4%als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te heb­ben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewe­zen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet auto­matisch wordt gekozen (door eerder gemaakte instellingen tijdens het configureren, zie pagina
18) kiest u de digitale bron door op digitale
ingangskeuze
GÛte drukken en
op de afstandsbediening of de insteltoetsen
⁄/¤
D
7
op de voorzijde om de OPTICAL of COAXIAL ingangen te kiezen, zoals deze in de display
Ò
of de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren of een meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax) verbonden blijft met de analoge ingang (b.v. DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor­beeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de AVR het type bitstream data dat aanwezig is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor­beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit­streams zorgt voor omschakeling op de Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de juiste surroundfunctie met de hand worden geko­zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden bepaald van het type digitale data, maakt de AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verhel­dert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display
Ò
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS
5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa­tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre­ker configuratie is ingesteld op de aanwezig­heid van een subwoofer.
• De informatie rechts naast de display geeft aan of het digitale signaal een speciale code bevat waarmee automatisch de juiste 6.1 of 7.1 func­tie wordt geactiveerd. Dat wordt aangegeven als EX-ON of EX-OFF voor Dolby Digital en als ES-ON of ES-OFF voor DTS bitstreams.
De aanwijzing onderste regel van de display dat de digitale datastroom onderbroken of niet langer beschikbaar is.Wanneer dat gebeurt heeft de digitale processor van het apparaat geen sig­naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar­mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschij­nen wanneer een DVD wordt gestart totdat de
UNLOCK kan verschijnen in de
Ò
. Dat geeft aan
30 BEDIENING
Bediening
digitale bitstream op gang komt en de processor kan bepalen welke functie moet worden gekozen; of op elk moment dat de datastroom wegvalt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler schakelt tussen de verschillende delen van een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een satellietontvanger, een set-top box of HDTV­tuner wordt gebruikt en het audiosignaal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een ander kanaal wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een kanaal met digitale datastroom naar een met alleen analoge audio. De zing is normaal en duidt niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de in­komende datastroom om een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signa­len worden afgespeeld schakelt de AVR automa­tisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Wanneer geen EX kenmerk aanwezig is en uw receiver is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik, kunt u zelf als gewenst de EX bewerking active­ren door de Dolby Digital EX surround functie te kiezen als beschreven op pagina 18 en 26. Is geen ES kenmerk aanwezig in de DTS bitstream, dan kunt u toch van 6.1 kanalen presentatie genieten door de DTS+Neo:6 surround functie te kiezen als beschreven op pagina 18 en 26. In die functie worden de DTS Neo:6 algoritmes gebruikt om het surround achter kanaal uit de DTS bitstre­am informatie te halen.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signa­len worden afgespeeld, kiest de AVR automatisch de juiste functie en kan geen andere functie wor­den gekozen, met de volgende uitzonderingen:
• Wanneer een Dolby Digital 2.0 signaal binnen­komt kunt u er voor kiezen daar naar te luiste­ren in pure vorm. Schakel dan door de Dolby surround functies tot de stereo-indicatie oplicht bij Surround Functies symbool. Ook kunt u surround processing inschakelen door de Dolby Pro Logic II en IIx functie te kie­zen, waarop het Dolby Pro Logic symbool oplicht naast het Dolby Digital symbool.
• Als hierboven aangegeven, wanneer het EX kenmerk niet aanwezig is in een Dolby Digital bitstream kunt u door de Dolby surround func­ties schakelen om zelf Dolby Digital EX bewer­king te kiezen.
• Wanneer een DTS 5.1 signaal binnenkomt kunt u daar naar luisteren in een tweekanalen pre­sentatie, 5.1 weergave of 6.1 weergave (wan­neer de AVR is geconfigureerd voor 6.1 weerga­ve). Voor tweekanalen weergave schakelt u
UNLOCK aanwij-
(
naast het Dolby
door de DTS surround functies tot het stereo­symbool oplicht bij Surround Functie naast het DTS symbool. Ga verder om DTS 5.1 bewerking of DTS+Neo:6 (6-kanalen) in te schakelen.
• Wanneer een DTS-ES 6.1 Discrete signaal bin­nenkomt, kunt u kiezen tussen tweekanalen,
5.1- of 6.1-kanalen weergave (indien de AVR voor 6.1 weergave is geconfigureerd). Schakel door de DTS surround functies tot de stereo­indicatie bij Surround Functie DTS symbool oplicht. Ga dan verder om DTS 5.1 of DTS-ES Discrete in te schakelen.
Wanneer een Dolby Digital signaal met een 3/1/0 of 2/0/0 inhoud binnenkomt kunt u elke gewens­te Dolby surround functie kiezen.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaal­gegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informa­tie op de achterzijde van de DVD verpakking. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelende disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het signaaltype dat voor standaard CD-weergave wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
Ò
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
In de meeste gevallen zal dat hoewel sommige speciaal geremasterde hoge resolutie audiodiscs kan worden.
De
PCM 48 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd voor analoge bronnen. In dat geval geeft het systeem aan welke sampling frequentie intern wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi­taal converter die het binnenkomende signaal van een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale informatie ont­vangen worden en of het digitale signaal onder­broken wordt.
48 KHZ zijn,
96 KHZ aangegeven
(
(
naast het
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
Onthoud dat de AVR 140 ook 7.1-kanalen kan weergeven, hoewel er slechts één surround achter luidspreker is aangesloten. De linker en rechter surround achter signalen worden automatisch gecombineerd en via de ene achter luidspreker weergegeven, indien deze is geconfigureerd via
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 7).
het Wanneer een standaard analoog stereo of matrix surround signaal actief is, lichten alleen “L” en “R” op, daar analoge signalen alleen links en rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur­round informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen hebben, afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij geco­deerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplich­ten als gevolg van het signaal dat ontvangen wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus nor­maal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste schijven geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een schijf meerdere systemen aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD­speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio select’ toets of via een menu op de schijf) om een volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogram­ma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD­speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veranderingen in de bit­stream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals
$
in de displayÒstaan.
BEDIENING 31
Bediening
gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron (Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1 bron. Deze functie wordt dan in de display aan­gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen kunnen de indicaties voor de achter surround luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let­ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig­naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knipperende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digitaal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak­ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
¤
/
D
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
schakelen drukt u op onderin de video display en de display
D-RANGE OFF.
¤
/
D
tot de aanwijzing
Ò
De Nacht Functie kan ook permanent op het gewenste compressie niveau worden gekozen zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 18
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weer­gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het type digitale surround codering en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kunnen normaal gesproken geen analoge sur­round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3 Stereo, Hall,Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7 worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge­speeld kunnen worden. Zie pagina 26.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan een analoge opname NIET worden gemaakt via de Tape uitgangen
of Video 1uit­gangen, ook wanneer de bron is verbonden met een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor­beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden. Bovendien worden de digitale signalen doorge­geven naar de digitale audio uitgangen
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig­nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de uitgangen Tape
Outputs
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op één van de digital audio uitgangen kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen worden doorge­stuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for­maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa­len worden naar optisch omgezet en omgekeerd). Bovendien dient de digitale recorder compatibel te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
of Video 1 Outputs

.
dan
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een digitale bron is mogelijk, maar alleen van een PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met elke andere Surround functie worden alleen de front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer de als extra leverbare van Harman Kardon is aangesloten en een geschikte
®
Apple
iPod®is in geplaatst, druk dan
op DMP Functie
om de iPod als
ingang te kiezen. Door op DMP
Functie
worden ook de AVR afstandsbedie­ningscodes voor de iPod geactiveerd en kunnen tevens de bedieningsorganen op de voorzijde voor de bediening van de iPod worden gebruikt. Ook kunt u DMP via het frontpaneel als bron kiezen door herhaaldelijk op
Ingangskeuze bovenste regel van de Display Ingangsindicatie
%
te drukken tot DMP in de
Ò
licht niet op.
verschijnt;
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en een geschikte iPod is geplaatst, geeft de boven­ste regel in de DisplayÒaan DDMP/
CONNECTED
. Zodra die aanwijzing ver­schijnt, kunt u de iPod met de toetsen op het frontpaneel bedienen. Zie het functieoverzicht op pagina 40-41 voor een overzicht van de toetsen die geprogrammeerd zijn om de iPod te besturen. In het kort, Reverse Zoeken, Weergave en
Vooruit Zoeken
DE
en SetFkunnen op de gebruike-
P
, plus ⁄/¤/‹/
lijke wijze worden gebruikt voor het navigeren van de albums en weergave van de iPod. Details over de bediening van een iPod met en een AVR afstandsbediening vindt u in .
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen worden gebruikt voor een beperkt aantal functies van de iPod. Druk op Tuner Functie
^
voor
weergave of pauze van het lopende nummer.
Tuner Keuze
)
is voor achteruit zoeken (linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rechter zijde). Druk op Afstembereik van de iPod op te roepen. Druk op te scrollen en op Set
@
!
om het menu
‹/ ›
om te kiezen.
7
om
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 23. In sommige gevallen echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus aan te passen aan de diverse programma’s waar u bekend mee bent.Verder kunnen de weergave niveaus voor de subwoofer en de Stereo and VMAx functies alleen maar via deze procedure aangepast worden.
32 BEDIENING
Bediening
Bijzondere functies
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmerking hieronder) gekozen te worden. Start vervolgens het door u gekozen programma en stel, met volume
het referentie niveau voor
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld, drukt u op kanaalkeuze
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F@en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen
7
of
CÙwaarop
⁄/¤
D
om het niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de referentie instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F@, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen
⁄/¤
D
om de locatie van zonodig een ander
7
of
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om het niveau van de subwoofer aan te passen, drukt u op de insteltoetsen
7
of
⁄/¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de
display
Ò
of op de in-beeld display verschijnt (alleen van toepassing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
stellen
Ò
en in beeld verschijnt, op in-
F@en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt en gedurende vijf seconden worden geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel allereerst met volume
ıop een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display
MASTER MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna
driemaal op de regel
MANUAL ADJUST staat. Druk op
Set
F
om het MANUAL ADJUST menu te activeren en gebruik regel
CHANNEL ADJUST te gaan. Druk op
Set
F
om het CHANNEL ADJUST
L
om in het hoofdmenu
¤
D
tot de in-beeld cursor op
⁄/¤
D
om naar de
submenu te gaan.
* CHANNEL ADJUST *
FL : 0dB SBR: 0dB CEN: 0dB SBL: 0dB FR : 0dB SL : 0dB SR : 0dB SUB: 0dB CHANNEL RESET:OFF TEST TONE SEQ:AUTO TESY TONE :OFF
BACK TO MANUAL SETUP
Afbeelding 10
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter­ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal worden gebruikt. Gebruik vervolgens
⁄/¤
D
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren. Gebruik bij elk kanaal de
‹/›
E
toetsen
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene­rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis­terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht welke surround functie is gekozen. Gebruikt u een gewone disc met muziek als testsignaal dan kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen­trum kanaal wat zachter zetten of de achter kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET staat en u drukt op
‹/›
E
zodat ON (aan) oplicht. Nadat de niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om de gewenste niveau instellingen te maken. Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn, drukt u op naar de positie
⁄/¤
D
om de cursor in beeld
BACK T O MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in het hoofdmenu andere aanpassingen te maken op instellen
F
. Indien u geen verdere aan­passingen wenst te maken, dan drukt u op de toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies. Met de Stereo en VMAx functies is de hiervoor beschreven procedure de enige manier om de uit­gangsniveaus in te stellen, b.v. om de niveaus van Stereo en VMAx aan de andere aan te passen.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbevei­liging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa­raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 2 weken behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
De AVR 140 is voorzien van een aantal geavan­ceerde functies, die het apparaat extra flexibel maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi­caties op de voorzijde op volle sterkte branden. U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als beschreven op pagina 34. Nog een andere optie is dat de displays alleen ingeschakeld worden wanneer op een toets op het front of op de afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front op de fade functie te zetten drukt u op OSD menu in beeld op te roepen. Druk op
NavigatieDom de cursor op de regel
ADVANCED staat en druk op Set ADVANCED SELECT (bijzondere functies)
te kiezen (afb. 11).
* ADVANCED SELECT *
VFD FADE TIME OUT:OFF VOLUME DEFAULT:OFF DEFAULT VOL SET:25dB SEMI OSD TIME OUT:5 FULL OSD TIME OUT:20 DEFAULT SURR MODE:ON OSD BACKGROUND:BLUE
BACK TO MASTER MENU
Afbeelding 11
Met ADVANCED SELECT in beeld drukt u
⁄/¤
op naar de regel
NavigatieDzodat de cursor
VFD FADE TIME OUT gaat.
Vervolgens drukt u op zodat de tijd wordt ingesteld die de displays blij­ven branden wanneer op een toets werd gedrukt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor­maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis­plays branden gedurende de gekozen tijd telkens wanneer een toets op het front of op de afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna doven de displays langzaam met uitzondering van de verlichting rond Standby/In aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan dat de Fade functie niet werkt wanneer de dis­plays geheel uitgeschakeld zijn met de toets Dimmer als aangegeven op pagina 34.
Wilt u nog andere instellingen maken in het
ADVANCED SELECT menu druk dan op
⁄/¤
NavigatieDom de cursor naast
het gewenste item te verplaatsen of naast
BACK T O MASTER MENU om vervolgens
op Set
F
te drukken om een correctie in een ander menu te maken. Bent u gereed met alle instellingen druk dan op OSD menusysteem te verlaten.
L
‹/›
om het hoofd-
Navigatie
L
om het
⁄/¤
F
E
3
om het
die u er
BEDIENING / BIJZONDERE FUNCTIES 33
Bijzondere functies
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de positie van de volumeregelaar onthouden. Om een standaard instelling te krijgen die altijd als u het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het menu functies) aan te passen. Druk op in-beeld dis-
play
te roepen. Druk op beeld naast
Druk op de toets instellen
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11) te komen. Zorg ervoor dat de cursor in beeld naast de regel standaardinstellingen volume staat. Zonodig drukt u op gewenste regel gemarkeerd is. Druk vervolgens op de toets beeld verschijnt.
Druk dan één keer op de toets cursor (in beeld) naast de regel
VOL SET
Om het gewenste standaard volume bij het aan­zetten van het systeem in te stellen, drukt u meermaals op ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT V OL SET (instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze instelling niet met de reguliere volume knoppen wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is op het moment dat u de instelling maakt, kan het verstandig zijn de instelling van het volume tevo­ren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeu­rige bron, stel het volume met de reguliere volu­meregelaar volume bereikt is, maakt u een notitie van deze instelling zodra deze op het onderste derde deel van de display verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB). Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan gebruik van toetsen deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het standaard ingestelde volume van kracht tot deze in dit menu uitgeschakeld is.Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uit­geschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel (terug naar hoofdmenu) en druk dan op
instellen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
ADVANCED SELECT (bijzondere
L
om het MASTER MENU (afb. 1) op
D
tot de cursor in
ADVANCED SELECT staat.
F
om in het menu
⁄/¤
D
tot het woord ON (aan) in
¤
D
DEFAULT
(instelling standaard volume) staat.
‹/›
E
, of u houdt deze
in. Zodra het door u gewenste
Ò
verschijnt (het typische volume
‹/›
E
⁄/¤
D
tot de in beeld
BACK T O MASTER MENU
F
. Zijn er geen andere instellingen
om het menusysteem te verlaten.
tot de
zodat de
om
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat, zodra het volume, de ingangskeuze, de surround­functie of de afgestemde frequentie, of welke andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is, in één regel in het onderste deel van het beeld de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display sys­teem is handig omdat het via het beeld informatie over alle wijzigingen en instellingen verschaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn. Het kan echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schakelen. Ook kan de duur dat de informatie in beeld staat worden aan­gepast. Beide opties zijn binnen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem uit te schakelen, dient u binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11) aanpassingen te maken. Om de correc­tie te activeren drukt u op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld te krijgen. Druk op cursor naast de regel Druk op instellen
CED SELECT
roepen.
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies)
de cursor (in beeld) naast de regel
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
OSD
staat. Druk indien nodig op de toetsen
D
. Druk vervolgens op de toets
het woord
OFF (uit) in beeld verschijnt.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem uitgeschakeld is,zal de gedeeltelijke in-beeld dis­play de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCED SELECT
(bijzondere functies), als hierboven beschreven. Druk op de toetsen (in beeld) naast de regel
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling)
OUT
staat. Druk zonodig op de toetsen vervolgens op de toetsen gewenste tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijzi­ging van de instelling is en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer
len
te maken, druk dan op in-beeld display om het menusysteem te verlaten.
D
tot de in-beeld
ADVANCED staat.
F
om het menu ADVAN-
(bijzondere functies) op te
SEMI
⁄/¤
⁄/¤
D
tot de cursor
SEMI OSD TIME
⁄/¤
. Druk
E
tot de
tot de in beeld
⁄/¤
‹/›
D
zodat
L
Aanpassen van de volledige in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in­beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instellingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant ingestelde standaard instelling laat de menu’s, wanneer gedurende 20 seconden geen activiteit plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveiliging om inbranden van de tekst op het beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur van het menu in beeld aan de wensen wor­den aangepast.
Om de vervaltijd van het in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
ADVANCED SELECT (bijzondere functies -
Afb. 11). Om het instellen te starten drukt u op in-beeld display
op te roepen. Druk tweemaal op ⁄D
MENU
tot de cursor in beeld op de regel ADVAN-
CED SELECT
om in het menu ADVANCED SELECT (bij­zondere functies - Afb. 11) te komen.
In het menu
ADVANCED SELECT (bijzon-
dere functies) controleert u dat de cursor u (in beeld) naast de regel
(volledig in-beeld) staat. Dit kan zonodig
OUT
met de toetsen toetsen
‹/›
⁄/¤
E
seconden wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijziging van de instel­ling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op cursor naast de gewenste instelling staat, of op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer
len
te maken, druk dan op in-beeld display om het menusysteem te verlaten.
FULL OSD (volledig
L
om het MASTER
staat. Druk op instellen
FULL OSD TIME
D
. Druk vervolgens op de
tot de gewenste tijd in
⁄/¤
D
tot de in beeld
F
L
34 BIJZONDERE FUNCTIES
Tuner
Standaard Surround Functie
Bij normaal gebruik zal de AVR zodra een Dolby Digital of DTS digitaal signaal binnenkomt de standaard surround functie kiezen en reageren op de data die op de disc zijn gecodeerd of aan de digitale video uitzending zijn toegevoegd. In de meeste gevallen is dit correct, maar u kunt een andere voorkeur hebben voor een functie bij Dolby Digital of DTS. De AVR kan zo worden ingesteld dat deze op de standaard reageert dan wel de door u gewenste functie inschakelt.
Wilt u de standaard functie kiezen zoals de disc die aangeeft, dan hoeft u niets te doen. Laat de standaard fabrieksinstelling op ON (in) staan.
Om de AVR zo in te stellen dat deze bij het afspe­len van een Dolby Digital of DTS bron de laatst­gebruikte surround functie activeert, drukt u op
⁄/¤
D
zodat de cursor op de regel
DEFAULT SURR MODE (standaard surr
functie) staat. Druk op
‹/›
E
zodat OFF (uit) verschijnt en de instelling verandert. Het apparaat gebruikt nu de laatste functie en niet de functie die de disc aangeeft voor de beide digita­le datacodes.
De instelling is niet van toepassing op standaard PCM digitale ingangen of analoge. In die geval­len wordt altijd de laatstegebruikte surround of processor functie voor die ingang toegepast.
Wilt u nog meer instellingen maken, druk dan
⁄/¤
D
op
RETURN TO MASTERMENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
tot de cursor op de regel
F
. Wilt u
geen verdere instellingen maken, druk dan op
L
IN-Beeld Display
om het menu te
verlaten.
In-Beeld Display Achtergrondkleur
Wanneer het volledige in-beeld menusysteem in gebruik is, verschijnt de standaard display met een egaal blauwe achtergrond met witte karak­ters. Desgewenst kunt u kiezen voor een egaal zwarte achtergrond als standaard. De instelling kan worden gewijzigd door op OSD ken en het Gebruik gaan en druk op Set
SELECT
D
MASTER MENU op te roepen.
⁄/¤
D
om naar ADVANCED te
F
om het ADVANCED
menu te kiezen. Druk weer op ⁄/
om naar de regel OSD BACKGROUND te gaan. Zodra BLUEverschijnt, komen de vol­ledige In-Beeld menu’s in beeld met een egaal blauwe achtergrond. Druk op
BLACK verschijnt om volledige in-beeld menu’s
met een egaal zwarte achtergrond te krijgen.
Deze instelling blijft bewaard ook wanneer de AVR in standby wordt gezet.
‹/›
L
E
te druk-
¤
tot
Wilt u nog andere instellingen maken, druk dan
⁄/¤
op
BACK T O MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
D
tot de in-beeld cursor naast
L
. Wilt u geen andere instellingen meer maken, druk dan op OSD
L
om het menusysteem te verlaten.
Gebruik van tuner
De AVR 140 is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posi­ties.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze bediening om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingangskeuze drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door direct op MG/FM keuze
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze de MG/FM keuze te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aan­gegeven.
3. Druk op tunerfunctieIop de afstandsbe­diening of houd FM/MG keuze paneel 3 seconden ingedrukt om handafstem­ming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
play
Ò
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8Jte drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO S T TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk nog­maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol­gende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat de display
Ò
verschijnt zal de afgestemde fre­quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
6
op de afstands-
!
te drukken.
6
!
om tussen MG en FM om
!
op het front-
AUTO in de dis-
MANUAL in
Ò
%
te
of op
.
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct met de cijfertoetsen
J
te drukken en vervolgens
H
de frequentie van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor het invoeren van nummers boven de 100 eerst de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
om de frequentie opnieuw in te voeren.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie of op Ontvangstbereik drukken. Daarop verschijnt kort
display
Ò
I
op de afstandsbediening
!
op de voorzijde te
en dooft vervolgens.
MANUAL in de
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschre­ven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
op de afstands-
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ò
.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfer-
toetsen
H
de positie waarop u de zender wilt
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
Ò
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de cij-
fertoetsen
H
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen drukt u op voorkeurposities op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
op de afstandsbediening.
#
TUNER 35
Tuner
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aandui­ding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen of muziekspecificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amu­sement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-systeem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig­naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam van de zender of een programmaservice aan in de display
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemachtig­de of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
schillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de naam van de omroep).
• Zendfrequentie (
• Programmasoort ( overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE (geen) aangeeft.
• Radiotekst (RT) met een specifiek bericht via de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord (tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display de aanwijzing NO TYPE, N O TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
Ò
.
^te drukken kunt u door de ver-
FREQ).
PTY) zoals in onderstaand
TEXT
Ò
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge­lijkheid programmacodes voor de soort program­ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzen­ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN R DS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA:drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP : populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE I N: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
display
^tot de huidige PTY in de
Ò
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op voorkeurposities up/down
#of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om te zoeken naar een zender die RDS uitzendt drukt u op voorkeurposities up/down
#
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)K; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4.De tuner een complete scan van de gehele FM­band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeers­informatie uit. Deze zenders kunnen gevonden worden door een optie onder
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt tijdens het zoeken.
36 TUNER
Programmeren afstandsbediening
De AVR 140 is voorzien van een krachtige afstandsbediening, die niet alleen de functies van de receiver bedient, maar tevens de meest gang­bare merken audio en video apparatuur, inclusief CD-spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s (videorecorders) satellietontvangers en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes voor de door u gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de meeste andere afstandsbedieningen te laten ver­vallen en te vervangen door slechts één, universe­le afstandsbediening.
Programmeren Afstandsbediening met Codes
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor alle AVR functies, plus die voor de meeste Harman Kardon CD-wisselaars, DVD-spe­lers, CD-spelers en cassettedecks, plus die voor het navigeren van de Apple iPod. Bovendien kunt u, door één van de onderstaande methoden te vol­gen, de afstandsbediening programmeren op een groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands­bediening te programmeren op verschillende producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke code­lijst om de driecijferige code of codes voor zowel het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merk­naam. Vindt u meer dan één nummer is voor een apparaat, probeer dan de verschillende mogelijk­heden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstands­bediening van de AVR wilt programmeren.
4
3. Druk op ingangskeuze product dat u wilt programmeren en muting
en houd beide vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert laat u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme­ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program­meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft als bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi­ge code in tot het apparaat wel uitschakelt. Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
tie onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program-
voor het type
en zie dat de rode indica-
meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie­ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20 seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3 worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
H
cijfertoetsen ingangskeuze
en druk weer op de
4
. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden
P
bediend, b.v. pauze of weergave
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a hierboven met het volgende driecijferige code­nummer in de tabel voor dat merk en type pro­duct, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening uit, om er zeker van te zijn dat het product goed werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal verschillende combinaties gebruiken, het is daar­om een goed idee niet alleen te controleren of het commando voor inschakelen, maar ook of volume, kanaal en transport naar behoren werken.Als de functies niet goed werken heeft u waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge­voerde code reageert, de gezochte code niet in de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct werken, probeer dan de afstandsbediening te programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbedie­ning met een Harman Kardon CD Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor het bedienen van Harman Kardon CD­spelers.Tevens kunnen de meeste functies van de Harman Kardon CD-recorders (zie functieoverzicht op pagina 40) nadat de code ‘002’ wordt inge-
4
voerd op CD keuze
als eerder beschreven. Om terug te keren naar de CD speler besturing dient de code ‘001’ ingevoerd te worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbedie­ning van de AVR wilt opnemen niet in de tabellen voorkomt of deze niet correct lijkt te werken, kunt u proberen de juiste code te programmeren met Automatisch Zoeken. Merk op dat de automati­sche zoekmethode uitsluitend werkt voor appara­ten met een op afstand bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR aan.
4
2. Druk de ingangskeuze de product (b.v. VCR, TV) en de muting
voor het bedoel-
gelijktijdig in. Zodra de programma 2amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie­ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro-
D
grammeren en u drukt op
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
4
onder ingangskeuze
knippert een reeks
codes uit de ingebouwde database van de afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa­raat dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt
D
laat u toets
los. Denk er aan dat het een paar minuten kan duren voordat de juiste code is gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uit­schakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over­schreven’, doe daarom een test: schakel het appa­raat weer in en, terwijl de ingangskeuze rood oplicht drukt u eenmaal op ⁄D
¤
D
ook eenmaal op
. Schakelt het apparaat nu
4
en dan
uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
4
ingangskeuze
vasthouden) op
nog brandt meermaals (niet
¤
D
om terug te gaan door de codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening om er zeker van te zijn dat het product werkt. Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal verschillende codecombinaties gebruiken, en het is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat volume, kanaal en transport goed werken. Als niet alle functies goed werken, kunt u de automatische zoekmethode gebruiken om een andere code te zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati­sche zoekmethode, is het altijd goed om de exacte code te kennen, zodat deze zonodig later gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd. U kunt ook de codes uitlezen om te controleren welk apparaat geprogrammeerd is op een specifieke keuzetoets.
4
1. Druk de ingangskeuze doelde product (b.v. VCR, TV) en de muting gelijktijdig in. Zodra de programma 2amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
2. Druk op instellen
gramma
2
F
knippert groen in een tempo dat overeenkomt met de driecijferige code, met steeds één seconde pauze tussen de cijfers.Tel het aantal knipperingen tussen de pauzes om de code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1, tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen driemaal knipperen staat voor ‘0’.
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een pauze van één seconde, met daarop zes maal knipperen, gevolgd door een pauze van één seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven de code 164 aan.
voor het be-
. De indicatie pro-
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 37
Programmeren afstandsbediening
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID3/TV __________
VID2/CBL/SAT ______________________
TAPE ______________________________
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte combinaties van bevelen vastleggen en met één druk op een knop van de afstandsbediening van de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan een macro maximaal 19 verschillende codes van de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem in te schakelen, bronnen te veranderen, en andere veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR afstandsbediening kan maximaal vijf verschillende macro combinaties opslaan, één in combinatie
3
met de netschakelaar toegankelijk zijn via de toets macro
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
u wilt programmeren, of op netschakelaar Merk op dat de laatst gebruikte toets ingangs­keuze rood zal oplichten en programma knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door op de toets voor het bedoelde bevel te drukken. Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan bestaan, telt elke handeling, ook het omschake­len naar een ander apparaat, als een stap
Programma
bevestiging elke toetsdruk tijdens het invoeren. Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het invoeren van een macro op muting Druk NIET op inschakelen3.
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze drukken voordat u naar een ander apparaat omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze zolang deze niet rood oplicht en AVR functies worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie De rode indicatie onder de ingangskeuze
5 2
macro geprogrammeerd is. Voorbeeld: om de Macro 1
grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvan­ger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
muting
• Denk er aan dat de programma zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
te drukken en op de macrodie
2
knippert tweemaal groen ter
9
knippert en dooft, waarop Programma tweemaal groen knippert als teken dat de
en laat deze los.
, en vier andere die
.
3
2
.
4
in te
5
om de bevelen op te slaan.
4
toets te pro-
en op
2
amber
5
.
• Druk op muting de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze gende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger om het proces af te ronden en de macro op te slaan. Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
macro
zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma knippert en dat de rode LED onder de laatst gebruikte ingangskeuze
.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lagerA.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft en de programma driemaal en dooft.
5. Zodra de programma is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd op de codes van andere appa­raten, drukt u op de juiste ingangskeuze om de afstandsbediening om te schakelen van bediening van de AVR naar het andere product. Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze kort oplichten, om aan te geven dat de bediening op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe­ven de toetsen niet altijd overeen te komen met de functie die op de afstandsbediening of toets staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere toetsen veranderen van functie en corresponderen met de secundaire indicatie op de afstandsbedie­ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie­toetsen fungeren ook als programma hoger/lager toetsen bij de bediening van een TV-toestel, videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 40-41 om te zien welke functie een toets bedient. Kies in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient (b.v. TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding van de afstandsbediening op pagina 40. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen genum­merd.
drukt.
waarop de bevelen die u wilt wissen
om het inschakelen van
4
om het inschakelen van
4
om het inschakelen van
en op de toets
2
45
op zal lichten.
2
wordt groen, knippert
2
dooft is de macro
om de vol-
om de vol-
9
amber
4
Om er achter te komen welke functie een toets voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het nummer van de toets in het Functie Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u bestuurt. Bijvoorbeeld, toets nummer 45 is de ‘Direct’ toets voor de AVR, maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger set-top boxen. Toets nummer 36 is de vertraging voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt wor­den om de toetsfuncties te beschrijven als hier­boven en op pagina 46, bedoeld zijn om aan te geven hoe een toets een aantal andere nummers kan besturen, dan die welke in de rest van deze handleiding gebruikt worden om de toetsfuncties van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstands­bediening van de AVR met andere appara­ten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets gebruiken voor dezelfde productcategorie. Daarom is het belangrijk dat u controleert of de code die u heeft ingevoerd wel op alle functies werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken, controleer dan of er een andere code is die meer functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk dat de functies zoals opgesomd in het functie overzicht, niet overeenstemmen met het juiste commando voor een functie, terwijl het apparaat op het commando reageert. In dat geval is het verstandig de reactie van het apparaat te noteren op dezelfde regel van de tabel, of een aparte notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstands­bediening van de AVR, dan moet de rode indica-
45
tie onder de ingangskeuze bedienen product kort knipperen. Knippert het echter wel voor sommige, maar niet voor alle functies van een bepaald product, betekent dat NIET dat er een probleem is met de afstands­bediening, maar dat er geen functie geprogram­meerd is voor de toets die ingedrukt werd.
vóór het te
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden
4
voor
geprogrammeerd om volume hoger/lager en mutingvan zowel de TV als de AVR in combinatie met elk apparaat dat door de af­standsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld: daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn het volume van de AVR te regelen, hoewel de afstandsbediening is omgeschakeld op de TV. Zowel de volumeregeling van de AVR als van de TV kan gecombineerd worden met elk van de op afstand bestuurde apparaten.
Om de afstandsbediening van de volumeregelaar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt koppelen en muting
tot de rode indicatie
38 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
onder de ingangskeuze4op lichte en merk op dat programma
2. Druk op volume hoger
programma
3. Druk op AVR keuze keuze
4
, afhankelijk van welke volumerege-
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma
dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR te activeren ondanks het feit dat deze gescha­keld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV drukt u op Volume hoger AVR keuze
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke configuratie van de afstandsbe­diening na een doorschakeling van het volume geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze te gebruiken in de stappen één en drie.
2
amber knippert.
en merk op dat
2
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangs-
2
knippert driemaal groen en
en muting. Vervolgens
, gevolgd door
5
.
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de kanaalfunctie van de toetsen sluimer voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in combinatie met één van de andere apparaten die op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij het besturen van de VCR wilt u wellicht een ander kanaal kiezen op de kabel- of satelliet­aansluiting zonder eerst van de afstandsbedie­ning van het andere apparaat te hoeven terug­schakelen naar bediening van de AVR. Om de afstandsbediening te programmeren op door­schakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen en op muting ingangskeuze oplicht en de programma knippert in amber.
2. Druk op volume lager
programma
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe­len aan het doorschakelen. De programma knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran­deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
de toetsen los en druk op volume lager gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
9
en surround
tot de rode indicatie onder de
en merk op dat
2
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangskeuze
4
en op muting. Laat
4
A
voor het
2
2
4
.
,
Opmerking: om de doorschakeling van de kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelij­ke configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op dezelfde ingangskeuze in de stappen één en drie.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit, pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in samenhang met de andere functies zullen wer­ken met een van de andere apparaten die door de afstandsbediening worden bestuurd. Voor­beeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder het apparaat dat voor de afstandsbediening van de AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de afstandsbediening te programmeren op trans­port doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze apparaat waaraan u het transport wilt koppelen en op muting de ingangskeuze oplicht en de programma knippert in amber.
2. Druk op weergave stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe­len aan het doorschakelen. De programma knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
P
, gevolgd door de CD ingangskeuze4.
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke configuratie terug te keren, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert, eerst controleren of de programmering nodig voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of satellietontvangers is uitgevoerd.
tot de rode indicatie onder
P
5
4
en op muting.
4
voor het
. De programma
of op ingangskeuze
2
2
2
Resetten van het geheugen van de afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een home theater systeem, zult u soms de afstands­bediening geheel opnieuw willen programmeren om verwarring van bevelen, macro’s of door­schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U doet dat door de afstandsbediening in de oor­spronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten. Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen worden gewist en alles opnieuw moet worden ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’Htot de programma
indicatie
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze dooft en de programma2stopt met knippe­ren en wordt groen.
4. De programma afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van het aantal bevelen dat in de afstandsbediening zijn opge­slagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma afstandsbediening teruggezet in de fabrieksin­stelling.
2
amber knippert.
2
blijft groen tot de
2
4
dooft is de
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 39
Functie overzicht
Nr. Toets AVR Functie DVD CD/CDR
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Mute 4 AVR AVR Keuze 5 DVD DVD Input Keuze DVD Keuze 6 CD CD Input Keuze CD Keuze 7 Tape Tape Input Keuze 8 Video 1 Video 1 Keuze
9 Video 2 Video 2 Keuze 10 Video 3 Video 3 Keuze 11 DIM DIM DIM DIM 12 MG/FM Tuner Keuze 13 6/8 Kan. Keuze 6/8 Kan. Keuze 14 15 Sluimer Sleep 16 Test Test Tone -/Input Keuze 17 TV/Video Keuze 18 Volume hoger Volume hoger 19 Surround keuze 20 Nacht Nacht Mode Keuze Subtitle on/off -/CDP Keuze 21 Reserve 22 Volume lager Volume lager 23 Kanaal/Overzicht Kanaal fijnist. Title
24 25 Luidspreker/Menu Speaker Adjust Menu Intro/­26
27 Instellen Instellen Enter 28
29 Digitaal/Exit
¤
30 31 Vertraging Vorig kan. Delay Adjust Return Open/Close 32 1 111 33 2 222 34 3 333 35 4 444 36 5 555 37 6 666 38 7 777 39 8 888 40 Afstemmen Afstemmen Chapter Repeat 41 9 999 42 0 000 43 Geheugen Geheugen Audio Time/CDR Display 44 Afstemmen hoger Afstemmen hoger Next Chapter 45 Direct Direct Tuner Entry Angle Random 46 Wissen Wissen Wissen Wissen 47 Voorkeuze hoger Preinstellen Afstemmen hoger Slow Forward +10/- 48 Afstemmen lager Afstemmen lager Prev Chapter -/ 49 IN-BEELD IN-BEELD Program 50 RDS RDS Disc Skip Disc Skip 51 Voorkeuze lager 52 M1 53 M2 54 M3 55 M4 56 Dolby Dolby Functie 57 DTS SURR DTS Digital Functie 58 DTS Neo:6 DTS Neo:6 Keuze 59 Logic 7 Logic 7 Keuze 60 Stereo Stereo Mode Keuze 61 Skip lager Skip – Skip – 62 Skip hoger Skip + Skip + 63 Terugspoelen Achteruit zoeken Achteruit zoeken 64 Weergave Weergave Weergave 65 Snel vooruit Vooruit zoeken Vooruit zoeken 66 Opname -/Opname 67 Stop Stop Stop 68 Pauze Pauze Pauze
Surround Mode Keuze
Move/Adjust hoger Hoger
Move/Adjust Links Links
Move/Adjust Rechts Rechts Digital Input Keuze Move/Adjust Lager
Preinstellen Afstemmen lager
Open/Close Lager
Slow Rev
-/CDR Keuze
Track Increment
40 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
Nr. Toets Tape VCR (VID 1) TV (VID 2) CBL (VID 3) SAT(VID 3) (DMP)
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Muting Mute 4 AVR keuze 5 DVD 6 CD 7 Tape Tape Keuze 8 Video 1 VCR Keuze
9 Video 2 TV Keuze 10 Video 3 VID 3 Keuze VID 3 Keuze 11 DIM DIM DIM DIM DIM DIM 12 MG/FM 13 6/8 Kan. Keuze 14 The Bridge (DMP) Functie 15 Sluimer Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + 16 Test 17 TV/Video Keuze 18 Volume hoger Volume hoger Volume hoger 19 Surround keuze Kanaal - Kanaal - Kanaal - Kanaal ­20 Nacht 21 Reserve 22 Volume lager Volume lager Volume lager 23 Kanaal/Overzicht Info/Gids Info/Gids
24 25 Luidspreker/Menu Menu Menu Menu Menu Menu 26
27 Instellen Enter Enter Enter Enter Kiezen 28
29 Digitaal/Exit Exit Exit Exit Exit Herhalen 30
¤
31 Vertraging Vorig kan. Vor. Kanaal Vor. Kanaal Vor. Kanaal Willekeurig 32 1 1111 33 2 2222 34 3 3333 35 4 4444 36 5 5555 37 6 6666 38 7 7777 39 8 8888 40 Afstemmen 41 9 9999 42 0 0000 43 Geheugen Album + 44 Afstemmen hoger Sleep 45 Direct FAV FAV 46 Wissen Wissen Wissen Bypass Next 47 Voorkeuze hoger Music Alt Hoofdstuk + 48 Afstemmen lager Album – 49 IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD IN-BEELD 50 RDS 51 Voorkeuze lager Hoofdstuk – 52 M1 53 M2 54 M3 55 M4 56 Dolby 57 DTS SURR 58 DTS Neo:6 59 Logic 7 60 Stereo 61 Skip lager Scan – Weergavelijst – 62 Skip hoger Scan + Weergavlijst + 63 Terugspoelen Terugspoelen Terugspoelen Achteruit zoeken 64 Weergave Weergave Weergave Weergave/Pauze 65 Snel vooruit Fast Fwd Fast Fwd Day + Day + Vooruit zoeken 66 Opname Opname/Rec.Pauze Opname 67 Stop Stop Stop 68 Pauze Pauze
Links Up Links Links Links Scroll terug
Hoger Hoger Hoger Hoger
Rechts Rechts Rechts Rechts Scroll verder
Lager Lager Lager Lager
FUNCTIE OVERZICHT 41
Problemen
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar1wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld Muting ingeschakeld • Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting lichtnetindicatie rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of • Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
• Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
• Sensor afstandsbediening Úgeblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
door een voorwerp of meubel
5
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD knippert
$
display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
Druk dan op Klankregeling in/uit deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instellingen en zenders opnieuw moeten worden ingesteld.
2
.
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
wordt gestuurd
Opmerking: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit­gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van de digitale ingangen en de opgeslagen radio­zenders. Na het resetten keert het apparaat terug
8
en houd
in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
42 PROBLEMEN
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
50 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
6 kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 40 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, Achter) kanalen: 40 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 100 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) + 25 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,2/0,3% Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik (Composiet en S-Video) 10Hz–8MHz (–3dB) Video Frequentiebereik (Component) 10Hz–50MHz (–3dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 65 W rust, 540 W maximum
(6 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 382 mm Gewicht 11,1 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon is een geregistreerd handelsmerk en ‘Power for the Digital Revolution’ is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
Harman Kardon, Power for the Digital Revolution,The Bridge en Logic 7 zijn geregis­treerde handelsmerken van Harman International Industries,Incorporated.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’ en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works. ©1992-1999 Dolby Laboratories, Inc.Alle rechten voorbehou­den.
DTS en DTS Surround, DTS-ES en DTS Neo:6 zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
VMAx is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.en is een implementatie van Cooper Bauck Transaural Stereo patent onder licentie.
SA-CD is een handelsmerk van Sony Electronics, Inc.
Apple en iPod zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Cirrus is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
TECHNISCHE GEGEVENS 43
Bijlage - Werkblad instellingen
Tabel 1: Ingangen
Functie DVD VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 DMP CD TAPE TUNER Naam ingang –––––––– Component video-ingang
Digitale audio-ingang Auto doorschakelen (aan/uit) Surround functie Nachtfunctie Front L/R LS grootte Center LS grootte Surround L/R LS grootte Surround achter LS grootte Subwoofer Front L/R wisselfilter Center wisselfilter Surround L/R wisselfilter Surround achter wisselfilter LFE instelling
Component Component Component Component Video 1 (J/N) Video2 (J/N) Video 2 (J/N) Video 2 (J/N) Video 1 (J/N) Video 1 (J/N) Video 1 (J/N) Video 2 (J/N)
Tabel 2: Audio opzet (klankregeling)
Functie Instelling Klankreg. (aan/uit) Bas Hoog
Tabel 3: vertragingen
Kanaal Instelling Links Front Rechts Front Center Surround Links Surround Rechts Surround Achter Subwoofer Eenheid (voet/meter)
––––––––––
Tabel 4: Uitgangsniveau
Kanaal Instelling Links Front Rechts Front Center Surround Links Surround Rechts Surround Achter links Surround Achter rechts Subwoofer
Component Component Component Component
Tabel 5: Speciale instellingen
Functie Instelling VFD Uitfade tijd Standaard volume Standaard volume instelling Semi In-beeld duur Volledig In-beeld duur Standaard surround functie
(aan/uit) In-beeld achtergrond
(blauw/zwart)
6/8 KAN.DIRECT
*Wanneer GLOBAL is gekozen, hoeft slechts voor één ingang de luidsprekergrootte te worden gekozen.
44 BIJLAGE
INTRODUCTION 45
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer Group International: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2005 Harman Kardon, Incorporated Best.nr.:OM P/N CQX1A1055Z
Loading...