Instructiehandleiding
Instructiehandleidingen (PDF-bestanden) en de software kunt
u downloaden vanaf de website van Canon (pag. 4, 315). NEDERLANDS www.canon.com/icpd
De EOS 2000D is een digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 24,1 effectieve megapixels, DIGIC 4+, zeer accurate en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, circa 3,0 opnamen/seconden bij continue opname, Live View-opnamen, Full High Definition (Full HD)-opnamekwaliteit voor films en Wi-Fi/NFC- functie (draadloze communicatiefunctie).
Lees voordat u begint met opnamen maken het volgende
Lees eerst de “Veiligheidsmaatregelen” (pag. 20-22) en “Tips en waarschuwingen voor het gebruik” (pag. 23-25) om slechte foto’s en ongelukken te voorkomen. Lees deze handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen dat u de camera correct gebruikt.
Raadpleeg deze handleiding tijdens het gebruik om nog verder vertrouwd te raken met de camera
Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
2
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
Camera
(met oogschelp en cameradop)
|
Accu LP-E10 |
Acculader LC-E10E* |
Riem |
(met beschermdeksel) |
|
* Bij de acculader LC-E10E wordt een netsnoer geleverd.
Bij de camera is geen cd-rom met software, interfacekabel of HDMI-kabel geleverd.
De meegeleverde instructiehandleidingen worden op de volgende pagina vermeld.
Als u een lenzenset hebt gekocht, dient u te controleren of de lenzen zijn meegeleverd.
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
Raadpleeg het systeemschema voor items die afzonderlijk worden verkocht (pag. 278).
Wanneer u Objectief instructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de website van Canon (pag. 4).
De Objectief instructiehandleidingen (PDF) zijn voor lenzen die apart worden verkocht. Indien u de lenzenset koopt, komen sommige accessoires die met de lens zijn meegeleverd mogelijk niet overeen met de accessoires die in de instructiehandleiding voor de lens zijn weergegeven.
U kunt software voor eigen gebruik downloaden van de Canon-website (pag. 315).
3
Verkorte handleiding
In dit boekje worden de basisbedieningen beschreven. U vindt meer gedetailleerde instructiehandleidingen (PDF-bestanden) op de website van Canon.
De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden en bekijken
1Download de instructiehandleidingen (PDF-bestanden).
Maak verbinding met internet en ga naar de volgende Canonwebsite.
www.canon.com/icpd
Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download de instructiehandleidingen.
Instructiehandleidingen die kunnen worden gedownload
•Camera-instructiehandleiding
•Instructiehandleiding voor de draadloze functie
•Verkorte handleiding
•Objectief instructiehandleidingen
•Software-instructiehandleidingen
2Bekijk de instructiehandleidingen (PDF-bestanden).
Dubbelklik op een gedownloade instructiehandleiding (PDF-bestand) om deze te openen.
Om de instructiehandleidingen (PDF-bestanden) te kunnen weergeven, hebt u Adobe Acrobat Reader DC of een andere Adobe PDF-viewer (bij voorkeur de nieuwste versie) nodig.
Adobe Acrobat Reader DC kunt u gratis downloaden van internet.
Raadpleeg het Help-gedeelte van de software voor meer informatie over het gebruik van de PDF-weergavesoftware.
4
De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, wordt het aanbevolen dat u de kaart met deze camera formatteert (pag. 52).
•SD-geheugenkaarten
•SDHC-geheugenkaarten
•SDXC-geheugenkaarten
U kunt UHS-I-kaarten in de camera gebruiken, maar aangezien deze niet compatibel zijn met de UHS-I-standaard, zijn de schrijf-/leessnelheden gelijk aan maximaal SD Speed Class 10.
Kaarten waarop movies kunnen worden opgeslagen
Voor movie-opnamen moet u een SD-geheugenkaart met een hoge capaciteit en SD Speed Class 6 “ ” of hoger gebruiken.
Als u voor het opnemen van films een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, kan het zijn dat de movie niet goed wordt opgeslagen. En als u een movie afspeelt op een kaart met een lage leessnelheid, wordt de movie mogelijk niet goed weergegeven.
Ga naar de website van de fabrikant van de kaart als u de schrijf-/ leessnelheid van de kaart wilt weten.
In deze handleiding verwijst “kaart” naar SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten.
* Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto’s of movies geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
5
1 |
|
Plaats de accu (pag. 36). |
|
Zie pagina 34 voor meer informatie |
|
|
|
over het opladen van de accu. |
2 |
|
Plaats de kaart (pag. 36). |
|
Plaats de kaart in de kaartsleuf met |
|
|
|
het etiket naar de achterzijde van de |
|
|
camera gericht. |
3 |
Witte markering |
Rode markering Bevestig de lens (pag. 44). |
|
Plaats de witte of rode |
|
|
|
bevestigingsmarkering op de lens op |
|
|
gelijke hoogte met de |
|
|
bevestigingsmarkering van dezelfde |
|
|
kleur op de camera om de lens te |
|
|
bevestigen. |
4
5
Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <AF> (pag. 44).
Zet de aan-uitschakelaar op <1> (pag. 39).
Zie pagina 41 wanneer het datum/ tijd/zone-instellingenscherm op het LCD-scherm wordt weergegeven.
6
|
Verkorte handleiding |
6 |
Zet het programmakeuzewiel |
op <A> (Scene Intelligent |
|
|
Auto) (pag. 58). |
Alle noodzakelijke camerainstellingen worden automatisch ingesteld.
7
8
Stel scherp op het onderwerp
(pag. 47).
Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Indien nodig komt de ingebouwde flitser tevoorschijn.
Maak de opname (pag. 47).
Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
9 |
Bekijk de opname. |
Het vastgelegde beeld wordt |
|
ongeveer 2 seconden op het LCD- |
|
|
scherm weergegeven. |
|
Druk op de knop <x> om de |
|
opname nogmaals weer te geven |
|
(pag. 83). |
Zie “Live View-opnamen” voor het maken van opnamen terwijl u op het LCD-scherm kijkt (pag. 139).
Zie “Opnamen weergeven” voor het bekijken van de opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt (pag. 83).
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar “Opnamen wissen” (pag. 230). |
7 |
|
Pictogrammen in deze handleiding
<6> : Het hoofdinstelwiel.
<W><X><Y><Z> : De pijltjestoetsen <S> naar boven, beneden,
|
links en rechts. |
<0> |
: De instelknop. |
0, 9, 7, 8 : Hiermee wordt aangeduid dat elke functie, nadat u de knop hebt losgelaten,
circa 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft.
*In aanvulling op bovenstaande punten worden de pictogrammen en symbolen die op de cameraknoppen worden gebruikt en op het LCD-scherm worden weergegeven, ook in deze handleiding gebruikt bij het bespreken van de relevante handelingen en functies.
3: Hiermee wordt verwezen naar een functie die u kunt instellen door op de knop <M> te drukken en de instellingen daarvan te wijzigen.
M: Dit pictogram rechts boven de paginatitel geeft aan dat de functie alleen in de creatieve modi (pag. 30) beschikbaar is.
(pag. **) : Verwijzing naar pagina(’s) met meer informatie.
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
: Tips en advies voor betere opnamen. : Problemen oplossen.
Basis-uitgangspunten en voorbeeldfoto’s
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de aan-uitschakelaar is ingesteld op <1> (pag. 39).
Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en aangepaste functies op de standaardinstellingen zijn ingesteld.
Ter verduidelijking is er in de afbeeldingen van de instructies een EF-S18-55mm f/3.5-5.6 IS II-objectief op de camera bevestigd.
De voorbeeldfoto’s die in deze handleiding worden gebruikt, zijn slechts ter illustratie om de effecten duidelijker te laten zien.
8
|
Inleiding |
2 |
|
|
|
||
|
|
|
|
1 |
Aan de slag |
33 |
|
|
|||
|
|
|
|
2 |
Basisfuncties voor het maken en weergeven |
57 |
|
|
|||
van opnamen |
|
||
|
|
||
3 |
Creatieve opnamen |
85 |
|
|
|||
|
|
|
|
4 |
Opnamefuncties voor gevorderden |
107 |
|
|
|||
|
|
|
|
5 |
Opnamen maken met het LCD-scherm |
139 |
|
|
|||
(Live View-opnamen) |
|
||
|
|
||
6 |
Movie-opnamen |
159 |
|
|
|||
|
|
|
|
7 |
Handige functies |
183 |
|
|
|||
|
|
|
|
8 |
Opnamen weergeven |
207 |
|
|
|||
|
|
|
|
9 |
Opnamen naverwerken |
235 |
|
|
|||
|
|
|
|
10 |
Beelden afdrukken |
241 |
|
|
|||
|
|
|
|
11 |
De camera aanpassen aan uw voorkeuren |
257 |
|
|
|||
|
|
|
|
12 |
Referentie |
269 |
|
|
|||
|
|
|
|
13 |
Verkorte softwarehandleiding/ |
313 |
|
|
|||
Opnamen downloaden naar een computer |
|
||
|
|
9
Opname
Automatisch opnamen maken |
pag. 57-82 (Basismodi) |
||
Continue opnamen maken |
pag. 102 (iContinue opname) |
|
|
Een opname van uzelf maken |
pag. 103 (jZelfontspanner) |
|
|
in een groep |
|
|
|
De actie bevriezen |
pag. 108 (sAE met sluitertijdvoorkeuze) |
|
|
De actie onscherp maken |
|
|
|
De achtergrond onscherp maken |
pag. 64 |
(CCreative Auto) |
|
De achtergrond scherp houden |
pag. 110 (fAE met diafragmavoorkeuze) |
||
De helderheid van de opname |
pag. 116 (Belichtingscorrectie) |
|
|
aanpassen (belichting) |
|
|
|
Opnamen maken bij weinig licht |
pag. 58, 104 (DFlitsfotografie) |
|
|
|
pag. 92 |
(Instelling ISO-snelheid) |
|
Opnamen maken zonder flitser |
pag. 63 |
(7Flitser uit) |
|
|
pag. 75 |
(bFlitser uit) |
|
Avonds vuurwerk fotograferen |
pag. 114 (Bulb-belichting) |
|
|
Opnamen maken terwijl u op |
pag. 139 (ALive View-opnamen) |
|
|
het LCD-scherm kijkt |
|
|
|
Movies opnemen |
pag. 159 (kMovie-opname) |
|
Beeldkwaliteit
Opnamen maken met beeldeffecten pag. 95 (Beeldstijl) die bij het onderwerp passen
Een opname groot afdrukken |
pag. 88 (73, 83, 1) |
10
Veel opnamen maken pag. 88 (7a, 8a, b, c)
Scherpstellen
Het scherpstelpunt wijzigen |
pag. 99 (SAF-puntselectie) |
|
Opnamen maken van een |
pag. 70, 98 (AI Servo AF) |
|
bewegend onderwerp |
|
|
Weergave
De opnamen bekijken |
pag. 83 (xWeergave) |
||
op de camera |
|
|
|
Snel opnamen zoeken |
pag. 208 |
(HIndexweergave) |
|
|
pag. 209 (IDoor opnamen navigeren) |
||
Opnamen classificeren |
pag. 212 (Classificaties) |
|
|
Voorkomen dat belangrijke |
pag. 228 (KWisbeveiliging) |
|
|
opnamen per ongeluk worden gewist |
|
|
|
Overbodige opnamen verwijderen |
pag. 230 (LVerwijderen) |
|
|
Foto’s en movies automatisch |
pag. 222 (Diavoorstelling) |
|
|
weergeven |
|
|
|
De foto’s of movies op een |
pag. 226 (Tv-toestel) |
|
|
tv-toestel bekijken |
|
|
|
De helderheid van het |
pag. 185 (Helderheid van het LCD-scherm) |
|
|
LCD-scherm instellen |
|
|
|
Speciale effecten op beelden |
pag. 236 (Creatieve filters) |
|
|
toepassen |
|
|
|
Afdrukken
Eenvoudig opnamen afdrukken pag. 241 (Direct printen)
11
Voeding
Accu |
pag. 34 |
• Opladen |
|
• Plaatsen/verwijderen pag. 36 |
|
• Accuniveau |
pag. 40 |
Gewoon stopcontact |
pag. 270 |
Automatisch |
|
uitschakelen |
pag. 39 |
Kaarten
Plaatsen/verwijderen |
pag. 36 |
Formatteren |
pag. 52 |
Ontspan sluiter |
|
zonder kaart |
pag. 184 |
Lens
Bevestigen/ |
|
verwijderen |
pag. 44 |
Inen uitzoomen |
pag. 45 |
Basisinstellingen
Dioptrische |
|
aanpassing |
pag. 46 |
Taal |
pag. 43 |
Datum/tijd/zone |
pag. 41 |
Pieptoon |
pag. 184 |
LCD uit/aanknop |
pag. 197 |
LCD-helderheid |
|
LCD-scherm |
|
aanpassen |
pag. 185 |
Opnamen opslaan
Een map maken |
|
en selecteren |
pag. 186 |
Bestandsnummering |
pag. 188 |
Beeldkwaliteit
Opnamekwaliteit |
pag. 88 |
Beeldstijl |
pag. 95 |
Witbalans |
pag. 131 |
Kleurruimte |
pag. 137 |
Functies voor kwaliteitsverbetering
•Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) |
pag. 123 |
• Correctie helderheid |
pag. 124 |
randen |
|
• Ruisreductie voor lange |
|
belichtingstijden |
pag. 262 |
•Ruisreductie voor
hoge ISO-snelheden pag. 263
•Lichte tonen prioriteit pag. 263
AF
AF-bediening |
pag. 97 |
AF-puntselectie |
pag. 99 |
Handmatige |
|
scherpstelling |
pag. 101 |
Transport
Transportmodus |
pag. 28 |
Continue opname |
pag. 102 |
Zelfontspanner |
pag. 103 |
Maximale |
|
opnamereeks |
pag. 90 |
Opname
Opnamemodus |
pag. 30 |
ISO-snelheid |
pag. 92 |
Uitleg |
pag. 55 |
Bulb |
pag. 114 |
Meetmethode |
pag. 115 |
Quick Control |
pag. 48 |
12
Functie-index
Belichting
Belichtingscorrectie |
pag. 116 |
AEB |
pag. 118 |
AE-vergrendeling |
pag. 120 |
Flitser
Ingebouwde flitser |
pag. 104 |
• Flitsbelichtings- |
pag. 117 |
correctie |
|
• FE-vergrendeling |
pag. 121 |
Externe flitser |
pag. 272 |
Flitsbesturing |
pag. 198 |
Live View-opnamen
Live View-opnamen |
pag. 139 |
Methoden voor |
|
automatisch |
|
scherpstellen |
pag. 148 |
Aspect ratio |
pag. 146 |
Raster |
pag. 145 |
Quick Control |
pag. 144 |
Movie-opname
Movie-opname |
pag. 159 |
Geluidsopname |
pag. 178 |
Raster |
pag. 179 |
Handmatige |
|
belichting |
pag. 162 |
Quick Control |
pag. 167 |
Video snapshot |
pag. 170 |
|
|
Weergave |
|
|
|
Opnameweergavetijd pag. 184
Weergave van |
|
één opname |
pag. 83 |
Weergave met |
|
opname-informatie |
pag. 232 |
Indexweergave |
pag. 208 |
Door opnamen navigeren
(Opnamesprong) |
pag. 209 |
|
Vergrote weergave |
pag. 210 |
|
Beeld roteren |
pag. 211 |
|
Classificatie |
pag. 212 |
|
Movieweergave |
pag. 218 |
|
Eerste/laatste beeld uit |
|
|
movie verwijderen |
pag. 220 |
|
Diavoorstelling |
pag. 222 |
|
Opnamen op een |
|
|
tv-toestel bekijken |
pag. 226 |
|
Beveiligen |
pag. 228 |
|
Wissen |
pag. 230 |
|
Quick Control |
pag. 214 |
|
Opnamen bewerken
Creatieve filters |
pag. 236 |
Formaat wijzigen |
pag. 239 |
Afdrukken
PictBridge |
pag. 244 |
Printopties (DPOF) |
pag. 251 |
Fotoboek instellen |
pag. 255 |
Aanpassen
Aangepaste |
|
functies (C.Fn) |
pag. 258 |
My Menu |
pag. 267 |
Software
Verkorte |
|
softwarehandleiding |
pag. 314 |
Software-instructie- |
|
handleidingen |
pag. 316 |
Draadloze functies
Instructiehandleiding voor de draadloze functie
13
Inhoudsopgave |
|
Inleiding |
2 |
Controlelijst onderdelen.................................................................... |
3 |
Instructiehandleidingen .................................................................... |
4 |
Compatibele geheugenkaarten ........................................................ |
5 |
Verkorte handleiding......................................................................... |
6 |
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ... |
8 |
Hoofdstukken ................................................................................... |
9 |
Inhoudsoverzicht ............................................................................ |
10 |
Functie-index.................................................................................. |
12 |
Veiligheidsmaatregelen .................................................................. |
20 |
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ..................................... |
23 |
Nomenclatuur ................................................................................. |
26 |
1 Aan de slag |
33 |
De accu opladen ............................................................................ |
34 |
De accu en kaart plaatsen en verwijderen ..................................... |
36 |
De camera inschakelen.................................................................. |
39 |
De datum, tijd en tijdzone instellen................................................. |
41 |
De interfacetaal selecteren............................................................. |
43 |
Een lens bevestigen en verwijderen............................................... |
44 |
Basisbediening ............................................................................... |
46 |
QQuick Control voor opnamefuncties.......................................... |
48 |
3Menubewerkingen................................................................ |
50 |
De kaart formatteren ...................................................................... |
52 |
Wisselen van scherm op het LCD-scherm ..................................... |
54 |
Uitleg .............................................................................................. |
55 |
14
Inhoudsopgave
2Basisfuncties voor het maken en weergeven
van opnamen |
57 |
AVolautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) |
.......58 |
AVolautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) .............. |
61 |
7De flitser uitschakelen............................................................... |
63 |
CCreative Auto-opnamen............................................................ |
64 |
2Portretfoto’s maken.................................................................... |
67 |
3Landschapsfoto’s maken .......................................................... |
68 |
4Close-ups maken ....................................................................... |
69 |
5Opnamen maken van bewegende onderwerpen...................... |
70 |
PVoedsel fotograferen .................................................................. |
71 |
6Nachtportretten maken .............................................................. |
72 |
QQuick Control............................................................................. |
74 |
Opname met sfeerselectie .............................................................. |
76 |
Opname via licht of scènetype........................................................ |
80 |
xOpnamen weergeven................................................................ |
83 |
3 Creatieve opnamen |
85 |
d: AE-programma.......................................................................... |
86 |
De opnamekwaliteit instellen .......................................................... |
88 |
i: De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau .................... |
92 |
AOptimale opnamekenmerken voor het onderwerp |
|
selecteren (Beeldstijl) ............................................................. |
95 |
f: De AF-bediening wijzigen (automatische scherpstelling)......... |
97 |
SHet AF-punt selecteren............................................................. |
99 |
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld ........... |
101 |
MF: Handmatige focus ............................................................... |
101 |
iContinue opname .................................................................... |
102 |
jDe zelfontspanner gebruiken ................................................... |
103 |
DDe ingebouwde flitser gebruiken............................................... |
104 |
15
Inhoudsopgave |
|
4 Opnamefuncties voor gevorderden |
107 |
s: De beweging van het onderwerp vastleggen........................ |
108 |
f: De scherptediepte wijzigen ................................................... |
110 |
Scherptedieptecontrole............................................................... |
112 |
a: Handmatige belichting ............................................................ |
113 |
qDe meetmethode wijzigen ....................................................... |
115 |
Belichtingscorrectie instellen ......................................................... |
116 |
Bracketing met automatische belichting (AEB) ............................. |
118 |
ADe belichting vergrendelen ..................................................... |
120 |
ADe flitsbelichting vergrendelen................................................ |
121 |
Helderheid en contrast automatisch corrigeren |
|
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) .............. |
123 |
De donkere hoeken van de opname corrigeren ........................... |
124 |
AOpnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren |
|
(Beeldstijl) ............................................................................ |
126 |
AFavoriete opnamekenmerken vastleggen (Beeldstijl) .......... |
129 |
B: Aanpassen aan de lichtbron (Witbalans) ............................. |
131 |
uDe kleurtoon voor de lichtbron aanpassen.............................. |
135 |
Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen |
|
(Kleurruimte)................................................................................. |
137 |
5Opnamen maken met het LCD-scherm
(Live View-opnamen) |
139 |
AOpnamen maken met het LCD-scherm ................................. |
140 |
Instellingen voor de opnamefunctie.............................................. |
144 |
Menufunctie-instellingen............................................................... |
145 |
Scherpstellen met AF (AF-methode)............................................ |
148 |
MF: Handmatige scherpstelling.................................................... |
156 |
16
|
Inhoudsopgave |
|
6 |
Movie-opnamen |
159 |
|
kMovies opnemen .................................................................... |
160 |
|
Opnamen maken met automatische belichting .......................... |
160 |
|
Opnamen maken met handmatige belichting............................. |
162 |
|
Instellingen voor de opnamefunctie .............................................. |
167 |
|
Het movie-opnameformaat instellen ............................................. |
168 |
|
Videosnapshots maken................................................................. |
170 |
|
Menufunctie-instellingen ............................................................... |
176 |
7 |
Handige functies |
183 |
|
Handige functies ........................................................................... |
184 |
|
De pieptoon uitzetten ................................................................. |
184 |
|
Kaartwaarschuwing.................................................................... |
184 |
|
De opnameweergavetijd instellen .............................................. |
184 |
|
De tijd voor automatische uitschakeltijd instellen ....................... |
185 |
|
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen ........................ |
185 |
|
Een map maken en selecteren .................................................. |
186 |
|
Methoden voor bestandsnummering.......................................... |
188 |
|
Copyrightinformatie instellen...................................................... |
190 |
|
Staande beelden automatisch roteren........................................ |
192 |
|
Camera-instellingen controleren ................................................ |
193 |
|
De standaardinstellingen van de camera herstellen .................. |
194 |
|
Het LCD-scherm in-/uitschakelen............................................... |
197 |
|
De kleur van het scherm met opname-instellingen wijzigen ...... |
197 |
|
De flitser instellen.......................................................................... |
198 |
|
Stofwisdata toevoegen.................................................................. |
202 |
|
Handmatige sensorreiniging ......................................................... |
204 |
17
Inhoudsopgave |
|
|
8 |
Opnamen weergeven |
207 |
|
xSnel opnamen zoeken............................................................ |
208 |
|
u/yVergrote weergave ............................................................. |
210 |
|
bDe opname roteren .................................................................. |
211 |
|
Classificaties instellen .................................................................. |
212 |
|
QSnel instellen voor weergave.................................................. |
214 |
|
kGenieten van movies ............................................................. |
216 |
|
kMovies afspelen ..................................................................... |
218 |
|
XDe eerste en laatste beelden van een movie bewerken ......... |
220 |
|
Diavoorstelling (automatische weergave) .................................... |
222 |
|
Beelden op een tv-toestel bekijken .............................................. |
226 |
|
KBeelden beveiligen ................................................................. |
228 |
|
LOpnamen wissen..................................................................... |
230 |
|
BWeergave met opname-informatie ...................................... |
232 |
9 |
Opnamen naverwerken |
235 |
|
UCreatieve filters toepassen ..................................................... |
236 |
|
SHet formaat van JPEG-beelden wijzigen................................ |
239 |
10 |
Beelden afdrukken |
241 |
|
Het afdrukken voorbereiden ......................................................... |
242 |
|
wAfdrukken............................................................................... |
244 |
|
De opname bijsnijden ................................................................ |
249 |
|
WDigital Print Order Format (DPOF) ......................................... |
251 |
|
WVoor DPOF geselecteerde opnamen direct printen................ |
254 |
|
pBeelden selecteren voor een fotoboek .................................... |
255 |
18
|
|
Inhoudsopgave |
11 |
De camera aanpassen aan uw voorkeuren |
257 |
|
Aangepaste functies instellen ....................................................... |
258 |
|
Persoonlijke voorkeuze-instellingen.............................................. |
260 |
|
C.Fn I: Belichting........................................................................ |
260 |
|
C.Fn II: Beeld ............................................................................. |
262 |
|
C.Fn III: Autofocus/transport ...................................................... |
264 |
|
C.Fn IV: Bediening/overig .......................................................... |
265 |
|
My Menu vastleggen..................................................................... |
267 |
12 |
Referentie |
269 |
|
Een gewoon stopcontact gebruiken.............................................. |
270 |
|
FEen afstandsbediening gebruiken............................................. |
271 |
|
Externe Speedlites ........................................................................ |
272 |
|
HEye-Fi-kaarten gebruiken........................................................ |
273 |
|
Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus .............. |
276 |
|
Systeemschema ........................................................................... |
278 |
|
Menu-instellingen.......................................................................... |
280 |
|
Problemen oplossen ..................................................................... |
286 |
|
Foutcodes ..................................................................................... |
298 |
|
Specificaties .................................................................................. |
299 |
13 |
Verkorte softwarehandleiding/ |
|
|
Opnamen downloaden naar een computer |
313 |
|
Verkorte softwarehandleiding........................................................ |
314 |
|
De software-instructiehandleidingen (PDF-bestanden) |
|
|
downloaden en bekijken ............................................................... |
316 |
|
Opnamen downloaden naar een computer................................... |
317 |
|
Index ............................................................................................. |
319 |
19
Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken.
Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen.
WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Houd het product buiten bereik van jonge kinderen.
Een draagriem rond de nek van een persoon wikkelen kan leiden tot verwurging.
Het inslikken van onderdelen of meegeleverde items van camera’s of accessoires is gevaarlijk. Roep onmiddellijk medische hulp in als deze wordt ingeslikt.
Het is gevaarlijk om de batterij in te slikken. Roep onmiddellijk medische hulp in als deze wordt ingeslikt.
Gebruik alleen stroombronnen waarvan in deze gebruiksaanwijzing wordt aangegeven dat ze bedoeld zijn voor gebruik met dit product.
Demonteer of wijzig het product niet.
Stel het product niet bloot aan harde schokken of trillingen.
Raak geen blootgelegde interne onderdelen aan.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product in geval van vreemde omstandigheden, zoals de aanwezigheid van rook of een vreemde geur.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of verfverdunner om het product schoon te maken.
Maak het product niet nat. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Stel het product niet bloot aan hoge waterdruk en laat het product niet nat worden door grote hoeveelheden vloeistof. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in het product.
Gebruik het product niet waar mogelijk ontvlambare gassen aanwezig zijn.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Laat een lens of camera met bevestigde lens niet blootliggen zonder dat de lensdop is bevestigd.
De lens kan het licht bundelen en brand veroorzaken.
Kijk niet door de zoeker naar een sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of lasers en andere sterke kunstmatige lichtbronnen.
Dit kan uw gezichtsvermogen beschadigen.
Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het stopcontact zit. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u in de winkel verkrijgbare batterijen of bijgeleverde batterijen gebruikt.
•Gebruik batterijen alleen voor het product waarvoor ze bedoeld zijn.
•Verwarm batterijen niet en stel ze niet bloot aan vuur.
•Laad batterijen alleen op met goedgekeurde batterijladers.
•Stel de polen niet bloot aan vuil en zorg ervoor dat ze niet in contact komen met metalen pennen of andere metalen voorwerpen.
•Gebruik geen lekkende batterijen.
•Breng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterijen voordat u batterijen
weggooit.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Indien een batterij lekt en het materiaal in contact komt met uw huid of kleding, dient u de blootgestelde huid of kleding grondig af te spoelen met stromend water. In geval van contact met de ogen dient u de ogen grondig te spoelen met ruime hoeveelheden stromend water en onmiddellijk medische hulp in te roepen.
20
Veiligheidsmaatregelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u een batterijlader of voedingsadapter gebruikt.
•Verwijder regelmatig met een droge doek eventueel stof dat zich op de stekker en het stopcontact ophoopt.
•Steek de stekker van het product niet met natte handen in het stopcontact en haal de stekker niet met natte handen uit het stopcontact.
•Gebruik het product niet als de stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
•Stel de stekker en de polen niet bloot aan vuil en zorg ervoor dat ze niet in contact komen met metalen pennen of andere metalen voorwerpen.
Raak tijdens onweer de batterijlader of de voedingsadapter niet aan als de stekker in het stopcontact zit.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Beschadig, breek of wijzig het netsnoer niet.
Wikkel het product tijdens gebruik of kort na gebruik, wanneer het product nog steeds warm is, niet in doeken of andere materialen.
Haal de stekker van het product niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken.
Laat het product niet gedurende lange tijd aangesloten blijven op een stroombron.
Laad batterijen niet op bij temperaturen buiten het bereik van 6-40 °C.
Dit kan een elektrische schok, explosie of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat het product tijdens het gebruik niet langdurig in aanraking komt met hetzelfde stukje huid.
Dat kan resulteren in eerstegraads brandwonden, rode huid of blaren, zelfs als het product niet warm aanvoelt. Het gebruik van een statief of gelijksoortige apparatuur wordt aanbevolen wanneer de camera wordt gebruikt op warme plaatsen of voor mensen met bloedcirculatiestoornissen of een minder gevoelige huid.
Volg aanwijzingen op om het gebruik uit te schakelen op locaties waar het gebruik ervan verboden is.
Als u dit niet doet kunt u storingen in andere apparatuur veroorzaken als gevolg van elektromagnetische golven. Dit kan zelfs ongelukken veroorzaken.
Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen, explosies en elektrische schokken door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
• Zorg ervoor dat u de plusen minzijde van de accu in de juiste richting plaatst.
Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen.
Door de hitte kan het snoer vervormen en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
Flits niet in het gezicht van bestuurders van een auto of een ander voertuig. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
Gebruik de apparatuur niet in een vochtige of stoffige ruimte en berg deze hier ook niet op. Houd de accu weg van metalen voorwerpen en berg deze op in de beschermende afdekking om
kortsluiting te voorkomen.
Zo voorkomt u brand, oververhitting, elektrische schokken en brandwonden.
Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen:
•Sluit niet te veel stekkers aan op één stopcontact.
•Gebruik geen snoeren waarvan de draad kapot is of het isolatiemateriaal beschadigd is.
Sluit de accu niet rechtstreeks aan op een stopcontact of de sigarettenaansteker van een auto. De accu kan dan gaan lekken of exploderen of er kan oververhitting optreden, wat vervolgens kan leiden tot brand, brandwonden of letsel.
Wanneer het product door kinderen gebruikt gaat worden, moet een volwassene eerst goed uitleggen hoe het product moet worden gebruikt. Houd toezicht op kinderen terwijl ze het
product gebruiken.
Onjuist gebruik kan leiden tot een elektrische schok of letsel.
21
Veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG: Hiermeeletsel. wordt gewezen op het risico op
Gebruik de flitser niet in de buurt van de ogen. Dit kan pijn doen aan de ogen.
De draagriem is alleen bedoeld voor gebruik op het lichaam. Wanneer u de draagriem met een bevestigd product aan een haak of ander voorwerp hangt, kan het product beschadigd raken. Schud daarnaast niet met het product en stel product niet bloot aan harde schokken.
Oefen geen sterke druk uit op de lens en voorkom dat voorwerpen de lens raken. Dit kan letsel of schade aan het product veroorzaken.
De flitser geeft tijdens het flitsen bijzonder veel warmte af. Houd vingers, andere delen van uw lichaam en voorwerpen uit de buurt van de flitser terwijl u foto’s maakt.
Dit kan brandwonden of een storing in de flitser tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op locaties die worden blootgesteld aan extreem hoge of lage temperaturen.
Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel veroorzaken wanneer het wordt aangeraakt.
Bevestig het product alleen op een statief dat stevig genoeg is.
Draag het product niet wanneer het op een statief is bevestigd.
Dit kan letsel of een ongeluk veroorzaken.
Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker.
Dit kan symptomen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wagenziekte. Stop in dat geval onmiddellijk met het gebruik van het product en rust enige tijd voordat u het gebruik hervat.
Raak geen onderdelen aan de binnenkant van het product aan. Dit kan letsel veroorzaken.
22
Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en beeldgegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera nooit zelf te demonteren.
Blokkeer de ingebouwde flitser of het spiegelmechanisme niet met uw vinger of iets anders. Als u dit toch doet, kan er een storing worden veroorzaakt.
Gebruik alleen een in de handel verkrijgbaar blaasbuisje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel, het matglas enzovoort te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan. Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
23
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de lens, de kaart en de accu uit de camera. Wacht tot de condens is verdampt voordat u de camera gebruikt.
Verwijder de accu en berg de camera op een koele, droge en goed geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de ontspanknop zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar chemicaliën worden gebruikt die oxidatie en corrosie veroorzaken, zoals in een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, bijvoorbeeld een reis naar het buitenland, is het raadzaam de camera te laten controleren bij het dichtstbijzijnde Canon Service Center of zelf te controleren of de camera goed functioneert.
Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live View-opnamen of movieopnamen maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect.
Een felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reflecties veroorzaken.
LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de
0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen die in dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood, worden weergegeven. Dode pixels zijn geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de vastgelegde opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden en zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm langzamer reageren en bij hoge temperaturen kan het er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
24
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en trillingen.
Raak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers of een metalen voorwerp aan.
Plak geen stickers of iets anders op de kaart.
Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met een sterk magnetisch veld, zoals tv-toestellen, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.
Bewaar de kaart in een houder of dergelijke.
Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, plaatst |
Contactpunten |
u de lens met de achterkant naar boven en bevestigt u de |
|
achterste lensdop om krassen op het lensoppervlak en de |
|
elektrische contactpunten te voorkomen. |
|
Vuil aan de voorzijde van de sensor
Behalve dat er stof van buitenaf de camera kan binnendringen, kan er in zeldzame gevallen ook smeermiddel van de interne onderdelen van de camera op de sensor terechtkomen. Als vlekken op de opname zichtbaar zijn, raden wij u aan de sensor te laten reinigen door een Canon Service Center.
25
Nomenclatuur |
|
|
Programmakeuzewiel (pag. 30) |
Ingebouwde flitser/AF-hulplicht |
|
Aan/uit-schakelaar (pag. 39) |
(pag. 104/100) |
|
|
||
<D> Flitsknop |
Markering EF-objectiefvatting (pag. 44) |
|
|
||
(pag. 104) |
Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 44) |
|
|
||
<6> |
Flitsschoen |
|
Hoofdinstelwiel |
||
|
||
Ontspanknop |
Microfoon |
|
(pag. 160, 178) |
||
(pag. 47) |
||
<V> Scherpstelvlak- |
||
|
||
|
markering (pag. 69) |
|
|
Luidspreker |
|
Rode-ogen- |
(pag. 218) |
|
|
||
reductie/ |
Bevestigings- |
|
Zelfontspanner- |
||
lampje |
punt |
|
(pag. 106/103) |
draagriem |
|
|
(pag. 33) |
|
Greep |
p(N-markering)* |
|
|
||
Spiegel (pag. 204) |
Aansluiting- |
|
Contactpunten (pag. 25) |
||
enklepje |
||
|
||
Objectiefvatting |
Objectiefontgrendelings- |
|
|
knop (pag. 45) |
|
Objectiefvergrendelingsstift |
||
Aansluiting afstandsbediening (pag. 271) |
||
Digital-aansluiting (pag. 242, 317) |
Cameradop (pag. 44) |
HDMI mini OUT-aansluiting (pag. 226) |
|
* Gebruikt voor draadloze verbindingen via de NFC-functie.
26
|
Nomenclatuur |
|
<A> Knop voor Live View-opnamen/ |
<B> Display-knop |
|
movie-opnamen (pag. 140/160) |
(pag. 54, 83, 142, 164 en 193) |
|
Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 46) |
<A/Hy> Knop voor |
|
|
||
Oogschelp (pag. 271) |
AE-vergrendeling/ |
|
FE-vergrendeling/index/ |
||
|
||
|
verkleinen |
|
Zoekeroculair |
(pag. 120/121/208/210 en 249) |
|
|
<S/u> Knop voor |
|
|
AF-puntselectie/ |
|
|
Knop Vergroten |
|
|
(pag. 99/210 en 249) |
LCD-scherm (pag. 50 en 185)
|
|
DC- |
|
|
|
snoeruitsparing |
|
|
|
(pag. 270) |
|
<O/L> Knop voor |
|
||
diafragma/belichtingscorrectie/ |
Kaartsleuf-/ |
||
wissen (pag. 113/116/230) |
|||
|
|
accucompartimentklepje |
|
<Q> Quick Control-knop |
(pag. 36) |
||
Ontgrendelknop kaartsleuf/ |
|||
(pag. 48) |
|
||
|
Statiefbevestiging |
accucompartiment (pag. 36) |
|
|
Lees-/schrijfindicator (pag. 38) |
||
|
Serienummer |
||
|
<k> Wi-Fi-lampje |
||
|
|
||
<M> Menuknop (pag. 50) |
|
||
|
<x> Weergaveknop (pag. 83) |
|
|
|
<0> Instelknop (pag. 50) |
|
|
<W> <X> <Y> <Z>: <S> Pijltjestoetsen (pag. 50) |
|
||
<Wi> |
Knop voor ISO-snelheid (pag. 92) |
|
|
<XB> |
Knop voor witbalansselectie (pag. 131) |
|
|
<Yi/j> Knop voor selectie transport/zelfontspanner |
|||
<Zf> |
(pag. 102-103) |
Kaartsleuf (pag. 36) |
|
Knop voor AF-bediening (pag. 97) |
|
||
|
|
Accucompartiment (pag. 36) |
|
|
|
27 |
Nomenclatuur
Instellingen voor de opnamefunctie (in creatieve modi, pag. 30)
cInstelwielwijzer (pag. 107) Opnamemodus
Indicator belichtingsniveau Belichtingscorrectiewaarde (pag. 116) AEB-bereik (pag. 118)
Beeldstijl (pag. 95)
AF-bediening (pag. 97)
X:
1-beeld AF
9: AI Focus AF
Z:
AI Servo AF
MF:
Handmatige scherpstelling
Quick Control-pictogram (pag. 48 en 74)
Accuniveau (pag. 40) zxcn
Witbalans (pag. 131)
QAuto: Sfeerprioriteit Qw Auto: Witprioriteit
WDaglicht
ESchaduw
RBewolkt
Y Kunstlicht
U Wit TL licht
I Flitser
O Aangepast
Transport/zelfontspanner (pag. 102-103)
u Enkelbeeld
iContinue opname
jZelfontspanner: 10 sec.
lZelfontspanner: 2 sec.
qZelfontspanner: Continu
Sluitertijd
Diafragma
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 123)
ISO-snelheid (pag. 92)
Lichte tonen prioriteit (pag. 263)
yFlitsbelichtingscorrectie (pag. 117) 0Flitsbelichtingscorrectie externe flitser
Ingebouwde flitser omhoog (pag. 49)
Opnamekwaliteit (pag. 88)
73 Groot/Fijn
83 Groot/Normaal
74 Gemiddeld/Fijn
84 Gemiddeld/
Normaal 7a Klein 1/Fijn
8a Klein 1/Normaal b Klein 2 (Fijn) c Klein 3 (Fijn)
1+73
RAW + Groot/Fijn 1 RAW
Maximum aantal opnamen
Maximum aantal opnamen tijdens witbalansbracketing
Timer zelfontspanner
uWitbalanscorrectie (pag. 135)
BWitbalansbracketing (pag. 136)
Meetmethode (pag. 115)
qMeervlaksmeting wDeelmeting
eCentrum gewicht gemiddeld
Indicator GPS-verbinding (pag. 282)
Eye-Fi-overdrachtstatus (pag. 273)
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
28
Nomenclatuur
Zoekerinformatie
Matglas
<A> AE-vergrendeling/
AEB actief
<D> Flitser gereed FE-vergrendeling waarschuwing buiten bereik
<e> Snelle synchronisatie (FP-flits)
<d> FE-vergrendeling/ FEB actief
<y> Flitsbelichtings-
correctie
Sluitertijd FE-vergrendeling (FEL) Bezig (buSY)
Ingebouwde flitser laden (DbuSY)
Indicator voor AF-puntactivatie <•>
AF-punt
<i> ISO-snelheid
<u> Witbalans-
correctie
<o> Scherpstelindicator
Maximale opnamereeks
<0> Monochroomopnamen
ISO-snelheid
<A> Lichte tonen prioriteit
Indicator belichtingsniveau Belichtingscorrectiewaarde AEB-bereik
Lampje voor rode-ogen-reductie AAN
Diafragma
Waarschuwing volle kaart (FuLL)
Waarschuwing kaartfout (Card)
Waarschuwing geen kaart (Card)
Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
29
Nomenclatuur
Programmakeuzewiel
Op het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de movie-opnamemodus.
Creatieve modi
Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen naar wens vast te leggen.
d : AE-programma (pag. 86) s : AE met sluitervoorkeur
(pag. 108) f : AE met diafragmavoorkeur
(pag. 110) a : Handmatige belichting
(pag. 113)
Basismodi
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. De camera stelt alles in en zorgt dat de instellingen zijn afgestemd op het onderwerp of de scène.
A: Scene Intelligent Auto (pag. 58) 7 : Flitser uit (pag. 63)
C : Creative Auto (pag. 64)
Standaardmodi
2: Portret (pag. 67)
3: Landschap (pag. 68)
4: Close-up (pag. 69)
5: Sport (pag. 70)
P : Voedsel (pag. 71)
6 : Nachtportret (pag. 72)
k: Movie-opnamen
(pag. 159)
30