via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italia
Tel. +39 - 041 58 29 111
Fax +39 - 041 44 10 54
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN
De volgende waarschuwingen worden in
heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wanne-
er u dit symbool aantreft op de motorfiets of in de handleiding, dient u
rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden
gegeven in de boodschappen voorafge-
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
2
gaan door dit symbool kan resulteren in
ernstige risico’s voor de veiligheid van
uzelf en anderen en voor de motorfiets!
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs de dood.
Duidt op een potentieel gevaar dat kan
resulteren in licht persoonlijk letsel of
schade aan de motorfiets.
OPMERKING Het woord “OPMER-
KING” in deze handleiding gaat belangrijke
informatie of richtlijnen vooraf.
INFORMATIE
Bewerkingen voorafgegaan door
dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald.
Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de
stappen voor demontage in omgekeerde
volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links”
worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan
dat de rijder in normale rijhouding op de
motorfiets zit.
Is er een sluiting voor het handschoen-/gereedschapssetkastje aanwezig (in plaats
van het passagierszadel), verboden een
passagier, bagage of anderszins te vervoeren.
Afstellingen voor races dienen alleen te
geschieden ter gelegenheid van georga-
niseerde wedstrijden of sportevenementen. Deze mogen alleen worden gehouden op speciale circuits en met goedkeuring van de bevoegde autoriteiten.
Het is ten strengste verboden het voertuig af te stellen voor races en er zo op
de gewone weg of autosnelweg mee te
rijden.
Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder
het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt
niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van
de kennis van de motorfiets, van de staat
van onderhoud en van de basisregels voor
VEILIG RIJDEN.
Daarom is het belangrijk de motorfiets goed
te leren kennen, zodat u er zich veilig mee
in het verkeer kunt begeven.
OPMERKING Dit boekje hoort onlos-
makelijk bij de motorfiets en moet in geval
van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit
boekje de grootste zorg aan de dag gelegd, teneinde de gebruiker correcte en actuele informatie te verschaffen. Daar apri-lia echter voortdurend het ontwerp van zijn
producten verbetert, kunnen de kenmerken van uw motorfiets lichtjes afwijken van
de in dit boekje beschreven kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de
informatie in dit boekje, aarzel dan niet om
contact op te nemen met uw officiëleaprilia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expliciet in deze publicatie staan beschreven, de
aanschaf van originele aprilia-reserveon-
derdelen, accessoires en andere producten, alsook specifieke adviezen, dient u
zich uitsluitend te wenden tot de officiële
aprilia-dealers en onderhoudscentra, die
een betrouwbare en snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft
gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische
opslag, reproductie en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook,
zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen
vereisen de van kracht zijnde milieuwetgeving en geluidsvoorschriften periodieke
inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van het
voertuig:
– contact opnemen met een officiële
aprilia-dealer om de niet-goedgekeur-
de onderdelen te laten vervangen door
onderdelen die goedgekeurd zijn in het
betreffende land;
– voer de vereiste periodieke inspecties
uit.
OPMERKING Bij aankoop van deze
motorfiets dient u in de navolgende figuur
de identificatiegegevens te vermelden die
op het IDENTIFICATIE-ETIKET
VERVANGINGSONDERDELEN STAAN.
Dit etiket bevindt zich aan de linkerzijde
van het frame; om het te kunnen lezen, dient u het bestuurderszadel te verwijderen,
zie pag. 77 (DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
– YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
– I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...);
– LANDENCODES = land van homologa-
tie (I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de
officiële aprilia-dealer bij de aankoop
van vervangingsonderdelen of accessoires
die specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende
symbolen gebruikt om de verschillende
versies aan te duiden:
RSV mille - RSV mille R ................................... 118
ELEKTRISCH SCHEMA -
RSV mille B - RSV mille R B ...................... 120
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
4
BASISREGELS VOOR DE
VEILIGHEID
Om de motorfiets te mogen besturen is het
nodig dat u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets geleidelijk eigen te maken, daar waar weinig
verkeer is of op terreinen die privé-eigendom zijn.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
6
Het gebruik van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt
in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en
lichamelijk goed in staat bent te rijden, en
rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
Het merendeel van de ongelukken is te
wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval
van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen
en houd u aan de nationale en plaatselijke
verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen
(bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden
enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan
het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om
u mee te laten “zuigen”.
Houd altijd beide handen aan het stuur en
de voeten op de pedalen (of de voetplanken) en neem een correcte rijhouding
aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan
tijdens het rijden of uw ledematen te
strekken.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
7
OIL
COOLER
De rijder moet zich nooit af laten leiden of
laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen,
enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
8
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof
en olie, zoals beschreven in de "SMEERMIDDELENTABEL"; controleer steeds of
de niveaus van de olie en de koelvloeistof
de voorgeschreven niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een ongeluk betrokken is geweest, of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd
zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door
een officiële aprilia-dealer, met speciale
aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in
staat is te beoordelen of ze beschadigd
zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren
aan de technici/mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt
worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de
kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen.
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan de motorfiets of de verwijdering van originele delen kunnen de prestaties negatief beïnvloeden en de veiligheid
in gevaar brengen of de motorfiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels op het punt
van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden worden die de prestaties beïnvloeden of in ieder geval de oorspronkelijke eigenschappen van de
motorfiets veranderen.
Houd geen snelheidswedstrijden met andere voertuigen.
Rijd uitsluitend op het wegdek.
KLEDING
Voordat u gaat rijden dient u eraan te
denken dat u altijd de helm op hebt; deze
moet op de juiste wijze gedragen worden.
Controleer of de helm gekeurd is, niet-beschadigd is, de juiste maat heeft en of het
vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een heldere en/of reflecterende
kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar
voor de andere weggebruikers en beperkt
u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val hebt u zodoende ook een
betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de
uiteinden gesloten zijn; Koorden, ceintuur
en das mogen niet los hangen; voorkom
dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken
in bewegende delen of bedieningselementen.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw
zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren
bij een val, zoals puntige objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
10
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het
gebruik van de accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat
geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor het aangeven van de
richting of voor geluidssignalen bedekt
worden, waardoor deze onderdelen geheel
of gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook niet de uitslag van de vering
en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de
toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden.
De grote kappen en windschermen van de
motorfiets kunnen aërodynamische krachten doen ontstaan die de stabiliteit van
de motorfiets beïnvloeden, vooral bij hoge
snelheid.
Controleer of de accessoires op degelijke
wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en
geen gevaar opleveren tijdens het rijden.
Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier iets aan veranderen, waardoor
het maximale vermogen van de motorfiets
overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou de motorfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een
gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen,
zodat de claxon en de lichten niet meer
functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele accessoires aan (originele aprilia accessoires).
LADING
Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel lading. De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij het
zwaartepunt van de motorfiets bevinden en
evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden
van de motorfiets zodat er een optimale
KG!
balans is. Zorg er verder voor dat de lading
goed is vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of
gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de
spatborden en de vorken: dit vertraagt de
reactiesnelheid van de motorfiets in de bochten en hindert de controle tijdens het
rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant van de motorfiets, aangezien deze tegen personen of voorwerpen zou kunnen stoten, waardoor u de
controle over de motorfiets zou kunnen
verliezen.
Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de
rijder de controle over de motorfiets zou
kunnen verliezen.
Denk eraan dat de bagage niet voor of
over de verlichting, de akoestische en visuele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het
handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die
geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en
de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
Dagteller (km - mi)Geeft het aantal kilometers van een traject aan of het totale aantal kilometers.
Knippert wanneer de richtingaanwijzers in werking zijn.
Licht op wanneer de gloeilampen van het grootlicht branden of wanneer het lichtsignaal wordt
gebruikt.
Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan.
Knippert wanneer het door de gebruiker ingestelde max. toerental is bereikt, zie pag. 22 [INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)].
Licht op wanneer de maximumgrens van het motortoerental, zie pag. 22 [INSTELLEN VAN DE
max
OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE MOTOR)] wordt bevestigd en telkens
wanneer de contactschakelaar gedurende ongeveer drie seconden in de stand “
draaid, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 4,5 ± 1 l brandstof over is.
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 33 (BRANDSTOF).
Licht op wanneer de zijstandaard is neergeklapt.
h
Licht op wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat en de motor niet draait, om de goede werking van het lampje te controleren.
Als het LED-lampje niet oplicht onder deze omstandigheden, neem dan contact op met uw
ciële aprilia-dealer
de motor, betekent dit dat de motoroliedruk in het circuit te laag is.
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af en neem contact op met een officiële
ler.
Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
Geeft de momentele, gemiddelde of maximale rijsnelheid aan (in kilometer of
mijl) overeenkomstig de voorinstelling, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie
pag. 56 (INRIJDEN).
” wordt ge-
.
Als het waarschuwingslampje van de motoroliedruk “
branden na het starten of oplicht tijdens de normale werking van
” blijft
aprilia-dea-
Voor het afwisselen tussen de
getoonde gegevens, zie pag.
20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
offi-
BeschrijvingFunctie
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
stoppen, ongeacht de hoogte van de koelvloeistoftemperatuur; dit zou
een verdere stijging van de temperatuur veroorzaken.
Als een temperatuur van 115 – 120 °C (239 – 248 °F) wordt aangegeven,
moet u de motor afzetten, de contactsleutel in de stand “
chten tot de koelventilatoren worden uitgekoppeld.
Draai op dat moment de contactsleutel in de stand “
vloeistofpeil, zie pag. 40 (KOELVLOEISTOF).
Als de aanduiding "
stilstand en laat de motor ongeveer twee minuten lang draaien met een toerental van 3000 tpm (rpm), zodat de koelvloeistof normaal kan circuleren in
het systeem; druk daarna de motorstopschakelaar in de stand "
controleer het koelvloeistofpeil, zie pag. 40 (KOELVLOEISTOF). Als de aanduiding “
troleerd, neem dan contact op met een
stige schade oplopen.
Geeft het uur en de minuten aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft de accuspanning aan in volt, zie pag. 20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Geeft de diverse tijden aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20
(MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Telkens wanneer de contactschakelaar in de stand “
ding “
efi ” op de rechterzijde van het multifunctionele display gedurende ongeveer drie secon-
den.
onregelmatigheid heeft vastgesteld. In vele gevallen blijft de motor werken met een beperkt vermogen; neem onmiddellijk contact op met een officiële
Laat de contactschakelaar niet in de stand “
staan, aangezien de koelventilatoren dan zouden
”
” draaien en wa-
” en controleer het koel-
LLL" op de display verschijnt, breng dan de motorfiets tot
" en
LLL” nog steeds wordt getoond nadat het koelvloeistofpeil is gecon-
officiële aprilia-dealer.
Als de maximum toegelaten temperatuur wordt
overschreden (120°C - 248°F), kan de motor ern-
” wordt gedraaid, verschijnt de aandui-
Als de aanduiding “
werking van de motor, betekent dit dat de elektronische eenheid een
EFI” op de display verschijnt tijdens de normale
aprilia-dealer.
Voor het afwisselen tussen de
getoonde gegevens, zie pag.
20 (MULTIFUNCTIONELE
COMPUTER).
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
19
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER
Wanneer de contactschakelaar (1) in de
stand “” wordt gedraaid, gaan de volgende waarschuwingslampjes op het dashboard branden:
– (rood) LED-waarschuwingslampje over-
toerental “max” (2);
– (rood) LED-waarschuwingslampje moto-
roliedruk “” (3), dat blijft branden tot
de motor start.
De wijzer (4) van de toerenteller verplaatst
zich naar de door de gebruiker ingestelde
maximumwaarde (tpm). Na ongeveer drie
seconden gaat het rode LED-waarschuwingslampje van het overtoerental "max"
(2) uit; de wijzer (4) van de toerenteller keert naar zijn beginpositie terug.
De aanduiding “
EFI” (5) wordt gedurende
drie seconden getoond op de rechterzijde
van het multifunctionele display.
Op die manier wordt de werking van de onderdelen getest.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
20
Na de eerste 1000 km (625 mi) en daarna
telkens om de 7500 km (4687 mi) verschijnt de aanduiding “SERVICE” (5a)
op de rechterdisplay.
Neem in dat geval contact op met een
officiële aprilia-dealer, die de onderhoudswerken zal verrichten die zijn
aangegeven in het onderhoudsschema,
zie pag. 60 (ONDERHOUDSSCHEMA).
Om de aanduiding “SERVICE” te doen
verdwijnen, moet u op de “LAP”-drukknop (6) drukken en daarna op de drukknop O en beide knoppen ongeveer 5 seconden lang ingedruktl houden.
Met de contactschakelaar (1) in de stand
“” gedraaid, zijn de standaardinstellingen
op het dashboard de volgende:
Rechterdisplay: Klok (7), koelvloeistoftemperatuur in °C (8).
Linkerdisplay: Momentele snelheid in
km/h (9), traject 1 (dagteller) (10), kilome-
tertotaalteller (11).
Bij de installatie van de accu of van de ho-
ofdzekeringen van 30A:
– de wijzer van de toerenteller (4) draait 12
maal rechtsom (klikt 12 maal) om de werking van de toerenteller zelf te controleren;
– de momentele, maximale en gemiddelde
snelheid is ingesteld in "km/h";
– de koelvloeistoftemperatuur is ingesteld in °C;
– de digitale klok is ingesteld op nul;
– de rode lijn is ingesteld op 6000 tpm
(rpm) en wordt aangegeven door het
oplichten van het rode-lijn LED-waarschuwingslampje “max ” (rood) (2).
OPMERKINGVoer indien nodig de
gewenste afstellingen uit.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE
SEGMENTEN
◆ Druk de drukknoppen I en H gelijktijdig in.
◆ Draai de contactsleutel (1) van de stand
“” in de stand “”.
Alle segmenten (13) (13a) blijven inge-
schakeld tot de drukknoppen I en H worden losgelaten.
OVERSCHAKELEN van km op mi (van
km/h op MPH) EN OMGEKEERD
(LINKERDISPLAY)
◆ Druk op de drukknop I tot na ongeveer
5 seconden alle aanduidingen (12) op de
linkerdisplay beginnen te knipperen.
◆ Laat drukknop I los.
◆ Druk op drukknop H om de maate-
enheid te veranderen van "km" in "mi"
(van "km/h" in "MPH") en omgekeerd.
◆ Druk, om de instelling te bevestigen, op
drukknop I gedurende ongeveer 5 seconden.
INSTELLEN VAN DE MOMENTELE,
MAXIMALE EN GEMIDDELDE
SNELHEID (LINKERDISPLAY)
OPMERKING Twee seconden nadat
de motorfiets is beginnen te rijden, verschijnt automatisch de momentele snelheid op
de display, ook als een andere functie is ingesteld.
Wanneer de contactsleutel in de stand ““ wor-
dt gedraaid, verschijnen de momentele
snelheid (9) en het deelaantal afgelegde kilometers/mi (traject 1) (10) op de linkerdisplay.
Terugstellen van “traject 1” (10): druk terwijl de
dagteller is ingesteld op de momentele snelheid
drukknop O ongeveer 2 seconden lang in.
◆ Om de maximale snelheid (14) en de af-
stand van “traject 1” (10) weer te geven,
moet u drukknop H ongeveer 1 seconde
lang indrukken. De aanduiding “V max”
(15), de maximale snelheid (14) en de afstand van “traject 1” (10) worden getoond.
Terugstellen van de maximale snelheid
(14): druk terwijl de dagteller is ingesteld
op de “V max” functie drukknop O ongeveer 2 seconden lang in.
OPMERKING De maximale snelheid
wordt berekend op basis van de afstand
die is afgelegd sinds de teller werd teruggesteld op nul voor de maximale snelheid
zelf. De "deelafstand 1" (10) die op het display wordt getoond, geeft het aantal verreden kilometers weer sinds de "deelafstand
1" voor het laatst op nul is gezet.
◆ Om de gemiddelde snelheid (16) en de
afstand van “traject 2” (17) weer te geven, moet u de drukknop H ongeveer 1
seconde lang indrukken.
De aanduiding “AVS” (18), de gemiddelde
snelheid (16) en de afstand van “traject 2”
(17) worden getoond.
Terugstellen van de gemiddelde snelheid
(16) en de afstand van “traject 2” (17): druk
terwijl de dagteller is ingesteld op de “AVS”
functie de drukknop O in gedurende ongeveer 1 seconde.
OPMERKING De gemiddelde snelheid
wordt berekend op basis van de afstand van
“traject 2” (dagteller).
De "deelafstand 2" (17) die op het display
wordt getoond, geeft het aantal verreden kilometers weer sinds de laatste nulterugstelling.
Als meer dan 1000 km (625 mi) zijn afgelegd zonder dat “traject 2” is teruggesteld op nul, zal de meting van de gemiddelde snelheid verkeerd zijn.
◆ Om de momentele snelheid (13) en de
afstand van “traject 1” (10) weer te geven, moet u nogmaals de drukknop H indrukken.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
21
INSTELLEN VAN DE OVERTOERENTALGRENS (ALLEEN BIJ AFGEZETTE
MOTOR)
Wanneer het ingestelde maximale toerental is overschreden, begint het (rode)
LED-waarschuwingslampje “max” van
het overtoerental (2) op het dashboard
te knipperen.
Wanneer de drukknop G gedurende minder dan één seconde wordt ingedrukt, verplaatst de wijzer (4) van de toerenteller
zich naar het ingestelde overtoerental en
blijft 3 seconden in die positie staan, waarna hij terugkeert naar zijn beginpositie.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
22
Het instellen gebeurt als volgt:
◆ Druk knop G in, laat hem los en druk
hem Gnogmaals in binnen de 3 seconden. De wijzer (4) gaat bij elke klik met
1000 rpm (tpm) omhoog zolang G ingedrukt blijft; wanneer de wijzer de maximumwaarde heeft bereikt, begint hij
weer van voor af aan.
◆ Druk de drukknop G in tot het gewenste
toerental is ingesteld.
◆ Wanneer de drukknop G wordt losgela-
ten en binnen de 3 seconden opnieuw
wordt ingedrukt in fasen, gaat de wijzer
(4) per klik met 100 rpm (tpm) omhoog;
wanneer de wijzer de maximumwaarde
heeft bereikt, begint hij weer van voor af
aan.
OPMERKING De rode lijn kan niet
worden ingesteld op waarden kleiner dan
2000 tpm of groter dan 12000 tpm.
Overschrijd nooit het aanbevolen toerental, zie pag. 56 (INRIJDEN).
◆ Laat drukknop G los om te bevestigen.
Na 3 seconden wordt de instelling van
de overtoerentalgrens bewaard.
OPMERKING De instelling wordt
bevestigd door het oplichten van het rode
LED-waarschuwingslampje “max” van het
overtoerental (2).
MULTIFUNCTIONELE COMPUTER (RECHTERDISPLAY)
De rechter (multifunctionele) display geeft
standaard de koelvloeistoftemperatuur in
°C (of °F) (8) en de digitale klok (7) weer.
OPMERKING Wanneer de motor
koud is, knippert de aanduiding “”.
Door het indrukken van knop D kunnen
achtereenvolgens de volgende functies
worden ingesteld:
Standaardinstelling: temperatuur in °C
en digitale klok
D
Accuspanning (V BATT)
D
Instellen van het uur
D
Instellen van de minuten
D
Instelling van °C of °F
STANDAARDINSTELLING: KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR EN DIGITALE
KLOK
De koelvloeistoftemperatuur (8) wordt getoond in de bovenste helft van de rechterdisplay. Het is mogelijk om over te schakelen van °C op °F en omgekeerd, zie pag.
24 (INSTELLING VAN °C OF °F).
– Wanneer de temperatuur onder 35°C
(95°F) is, knippert de aanduiding
“” (8) op de rechterdisplay.
– Wanneer de temperatuur boven 115°C
(239°F) is, knippert de waarde (8) op de
rechterdisplay, ook als een andere dan de
standaardinstelling is ingesteld.
– Wanneer de temperatuur boven 130°C
(266°F) is, verschijnt de aanduiding “
(8) op de rechterdisplay.
Als de aanduiding “LLL” op de display
verschijnt bij een temperatuur van minder dan 130°C (266°F), is er mogelijk
LLL”
een defect in het elektrisch circuit.
Neem in dit geval contact op met een officiële aprilia-dealer.
Thermometerbereik op de display: 35–
130°C (95–266 °F).
De digitale klok (7) verschijnt in de onderste
helft van de rechterdisplay. Voor het instellen en veranderen van uur en minuten, zie
pag. 24 (INSTELLEN VAN HET UUR) en
(INSTELLEN VAN DE MINUTEN).
ACCUSPANNING - V BATT
◆ Wanneer de druktoets D eenmaal wordt
ingedrukt, verschijnt de accuspanning uitgedrukt in volt (19) op de onderste helft
van de rechterdisplay, terwijl de koelvloeistoftemperatuur (8) op de bovenste helft
wordt aangegeven. De aanduiding "VBATT" (20) wordt getoond. Het oplaadcircuit werkt zoals het hoort als bij 4000 tpm
(rpm) de accuspanning met ingeschakeld
dimlicht tussen 13 en 15 V ligt.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
23
INSTELLEN VAN HET UUR
◆ Wanneer de drukknop D voor de tweede
maal wordt ingedrukt, beginnen de uursegmenten (21) te knipperen op de onderste helft van de rechterdisplay (digitale klok).
◆ Om de uurinstelling te veranderen, moet
u de “LAP” drukknop (6) op de linkerstuurhelft indrukken.
◆ Druk knop D in om de uurinstelling te
bevestigen.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
24
INSTELLEN VAN DE MINUTEN
◆ Wanneer de drukknop D voor de derde
maal wordt ingedrukt, beginnen de minutensegmenten (22) te knipperen op de
onderste helft van de rechterdisplay (digitale klok).
◆ Om de minuteninstelling te veranderen,
moet u de “LAP” drukknop (6) op de
linkerstuurhelft indrukken.
◆ Druk knop D in om de minuteninstelling
te bevestigen.
INSTELLING VAN °C OF °F
◆ Wanneer de drukknop D voor de vierde
maal wordt ingedrukt, beginnen de segmenten van de koelvloeistoftemperatuur
in °C of °F (8) te knipperen op de bovenste helft van de display.
◆ Om de instelling °C met °F en omgeke-
erd te veranderen, moet u de “LAP”
drukknop (6) op de linkerstuurhelft indrukken.
◆ Druk knop D in om de instelling te beve-
stigen.
CHRONOMETER (RECHTERDISPLAY)
Met de chronometer kan u de tijd per ronde
opmeten wanneer u met de motorfiets op
een circuit rijdt en de gegevens zo opslaan,
dat u ze nadien na elkaar kan raadplegen.
Wanneer de “CHRONOMETER” functie is
ingesteld, kunnen de volgende functies
niet worden opgeroepen:
moet u de “LAP” drukknop (6) en vervolgens binnen de 7 seconden de drukknop
D indrukken.
◆ Om de tijdopname te starten, moet u de
“LAP” drukknop (6) indrukken en onmiddellijk loslaten.
◆ Om de geregistreerde tijd op te slaan,
moet u de “LAP” drukknop (6) indrukken.
De “LAP” drukknop (6) is niet bruikbaar gedurende 10 seconden en de laatst opgesla-
gen tijd (23) wordt getoond op de display.
Daarna wordt de chronometer met de huidige tijdopname (24) getoond, beginnend
vanaf 10 seconden.
◆ Om de eerst opgeslagen tijd (25) weer te
geven, moet u drukknop H indrukken.
◆ Om de andere opgeslagen tijden in vol-
gorde te bekijken, moet u de “LAP”
drukknop (6) indrukken. De aanduidingen
L1, L2, L3, L4, enz. (26) worden geto-
ond.
◆ Druk de drukknop H in om de tijdopna-
me opnieuw te starten.
OPMERKING U kan max. 40 tijden
opslaan. Daarna is de “LAP” drukknop (6)
niet langer bruikbaar.
◆ Om het geheugen op nul te zetten, moet
u de drukknop I en de “LAP” drukknop
(6) tegelijk indrukken gedurende 2 seconden.
◆ Om de chronometerfunctie te annuleren,
moet u de “LAP” drukknop (6) en de
drukknop D indrukken.
De koelvloeistoftemperatuur (8) en de digitale klok (7) verschijnen op de rechter
(multifunctionele) display.
OPMERKING Wanneer de motor
koud is, knippert de aanduiding “”.
DIAGNOSE
Wanneer de contactschakelaar in de stand
“” wordt gedraaid, wordt de aanduiding
EFI” ongeveer drie seconden lang op de
“
display getoond.
Als de aanduiding “EFI” op de display
verschijnt tijdens de normale werking
van de motor, betekent dit dat de elektronische eenheid een onregelmatigheid heeft vastgesteld.
In vele gevallen blijft de motor werken
met een beperkt vermogen; neem onmiddellijk contact op met een officiële
aprilia-dealer.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
25
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )
Wanneer de lichtschakelaar in de stand "" staat: als de dimlichtschakelaar in de stand "" staat, brandt het grootlicht; als hij in de stand "" staat, brandt het dimlicht.
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
LINKERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat.
1) DRUKKNOP CLAXON ()
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt ingedrukt.
2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS ()
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links
gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te
geven dat u rechts gaat afslaan.
Op het midden van de schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te zetten.
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )
In de stand ““ branden de parkeerlichten, de dashboardverlichting en het dimlicht altijd.
In de stand "" brandt het grootlicht.
4) KOPLAMPSCHAKELAAR ( - -
versie)
B
Wanneer de lichtschakelaar in de stand "
chten uit; in de stand "" zijn de positielichten en de
dashboardverlichting aan; in de stand "" zijn de positielichten, de dashboardverlichting en het dimlicht aan.
Het grootlicht kan wordt bediend met de dimlichtschakelaar.
5) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL ()/LAP (multifunc-
tioneel)
B
) (niet voorzien op
•
•" staat, zijn de li-
OPMERKING Voor het instellen van de functies, zie pag.
20 (MULTIFUNCTIONELE COMPUTER).
Met deze drukknop kan het grootlichtsignaal worden bediend
in geval van gevaar of een noodsituatie of kunnen de diverse
vooringestelde functies worden weergegeven op de rechter
multifunctionele display:
– uur en minuten;
– koelvloeistoftemperatuur (°C of °F);
– chronometer.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
26
Het grootlichtsignaal wordt bediend door het indrukken van
de drukknop, ongeacht de stand van de lichtschakelaar ( -
).
-
•
OPMERKING Laat de knop los om het grootlichtsignaal uit
te schakelen.
6) CHOKE-HENDEL ()
De choke voor het koud starten van de motor wordt in werking gesteld door de hendel “” omlaag te draaien.
Breng de hendel “” weer in zijn oorspronkelijke stand om de
choke uit te schakelen.
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
RECHTERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand “” staat.
7) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - )
Bedien de motorstopschakelaar " - " niet tijdens
gewoon rijden.
Dit is een veiligheids- of noodschakelaar.
Met de schakelaar in de stand "" kan de motor worden
gestart; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de
stand "" te zetten.
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand
"", kan de accu ontladen worden.
Wanneer de motorfiets tot stilstand is gekomen nadat de
motor is gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand
“"" zetten.
8) STARTKNOP ()
Wanneer de startknop "" wordt ingedrukt, doet de startmotor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 50 (STARTEN).
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
27
CONTACTSCHAKELAAR
De contactschakelaar (1) bevindt zich op
de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel bedient de
contactschakelaar/het stuurslot, het brandstoftankslot en het slot van het handschoen-/gereedschapssetkastje.
Bij de motorfiets worden twee sleutels geleverd (één reservesleutel).
OPMERKING Bewaar de reserves-
leutel en het plaatje met het codenummer
niet op de motorfiets.
STUURSLOT
Draai de sleutel nooit in de stand “” terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de
controle over de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
◆ Draai het stuur volledig naar links.
◆ Draai de sleutel in de stand “”.
◆ Druk de sleutel in en draai hem in de
stand “”.
◆ Trek de sleutel uit het contact.
StandFunctie
Het stuur is
vergrendeld. Het is
Stuurslot
onmogelijk
de motor te
starten en
de lichten te
ontsteken.
De motor
kan niet
worden
gestart en
de lichten
kunnen niet
worden ontstoken.
De motor
kan worden
gestart en
de lichten
kunnen
worden ontstoken.
Uittrekken
sleutel
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan uit het
contact
worden
getrokken.
De sleutel
kan niet uit
het contact
worden
getrokken.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
28
HULPUITRUSTING
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
VAN HET PASSAGIERSZADEL
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 58 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Steek de sleutel (1) in het zadelslot.
◆ Draai de sleutel (1) linksom, hef het za-
del (2) op en verwijder het langs achteren.
OPMERKING Controleer voor het
omlaag zetten en vergrendelen van het zadel (2) of u de sleutel niet in het handschoenen-/gereedschapssetkastje hebt laten
liggen.
Ga als volgt te werk om het zadel (2) te
vergrendelen:
◆ Steek het voorste deel van het zadel on-
der het passagiershandvat (3).
◆ Breng de het zadel op zijn plaats en druk
erop tot het slot vastklikt.
Controleer voor u vertrekt of het zadel
(2) goed is vergrendeld.
OPMERKING Op de R markt kan
het model T alleen gebruikt worden in
de eenzitteruitvoering. Bij de uitrusting van
de motorfiets is het passagierszadel dus
niet inbegrepen.
OPMERKING De sluiting van het
handschoen-/gereedschapssetkastje (4)
kan in plaats van het passagierszadel (2)
gebruikt worden.
Om de motorfiets met de sluiting van het
handschoen-/gereedschapssetkastje te
gebruiken moet het passagierszadel verwijderd worden zoals hiervoor aangegeven.
Voor de installatie zie pag. 29 (ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET
PASSAGIERSZADEL).
Onder het deksel van het handschoenen/gereedschapssetvakje bevindt zich een
handige opbergruimte; om erbij te komen
volstaat het de klep (5) los te maken en te
verwijderen.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
29
HET DEKSEL VAN HET
HANDSCHOENEN/GEREEDSCHAPSSETVAK
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
◆ Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 58 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
◆ Steek de sleutel (1) in het slot.
◆ Draai de sleutel (1) tegen de wijzers van
de klok in, til de afsluiting voor het handschoen-/gereedschapssetkastje (2) op
en neem deze uit naar achteren.
gebruik en onderhoud RSV mille - RSV mille R
30
Onder het deksel van het handschoenen/gereedschapssetvakje bevindt zich een
handige opbergruimte; om erbij te komen
volstaat het de klep (3) los te maken en te
verwijderen.
OPMERKING Controleer vóór u het
deksel van het handschoenen-/gereedschapssetvak (2) neerlaat en op slot doet of u
de sleutel niet in het vak hebt laten liggen.
Vergrendel de afsluiting voor het handschoen-/gereedschapssetkastje (2) als
volgt:
◆ Steek de onderste voorste lipjes in de
daartoe voorziene uitsparingen op de
achterkant van het scherm.
◆ Plaats de afsluiting voor het handscho-
en-/gereedschapssetkastje in de zitting
en druk tot het slot klikt.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
afsluiting voor het handschoen-/gereedschapssetkastje (2) goed is vergrendeld.
Loading...
+ 342 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.