Yamaha PSR-330 User Manual [hu]

Page 1
Nederlandstalige Handleiding
Page 2
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instru­ment die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
Als het stroomsnoer of de stekker beschadigd of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Gebruik alleen het voltage dat is aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoon­maakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen hebt.
Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezig­heid die zich verzamelt op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals ver­warming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat nie­mand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voor­werpen over heen kunnen rollen.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadi­gen.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcon­tact oververhitten.
Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt, of tijdens onweer.
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componen­ten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betref­fende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.
Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwar­ming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of schade aan de interne elektronica.
Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïn­vloeden.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemi­sche schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen verkleuren.
Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Let er op dat de deksel niet op uw vingers valt, en steek geen vingers in de uitsparing van het deksel.
Steek nooit, en laat nooit vallen, papier of metalen voorwerpen in de ruimte tussen de deksel en het toetsenbord. Als dit gebeurt moet u onmiddellijk het instrument uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Plaats het instrument niet tegen een muur (geef minimaal 3 cm ruimte speling) aangezien dit kan zorgen voor onvoldoende circulatie en moge­lijk kan zorgen voor oververhitten van het instrument.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluids­niveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op met een K.N.O.-arts.
• DE KRUK GEBRUIKEN
Speel niet met de kruk of de standaard. Het gebruiken van de kruk als trap voor andere redenen kan een ongeluk veroorzaken.
Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op de kruk, om schade of ongelukken te voorkomen.
Als de schroeven van de kruk los komen te zitten vanwege lang gebruik, moet u deze weer vastschroeven.
• USER DATA OPSLAAN
Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u belang-
rijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
1
Page 3
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Gefeliciteerd
U bent de trotse eigenaar van een prima elektronisch keyboard. De Yamaha PSR-330 PortaTone combineert uiterst geavanceerde toongeneratie technologie met de meest mo­derne digitale elektronica en functies om u een verbazingwekkende geluidskwaliteit te bie­den met maximaal muziekplezier. Een grote grafische display en een gemakkelijke user­interface vergroten ook het bedieningsgemak van dit geavanceerde instrument.
Om het uiterste te halen uit uw PortaTone raden we u dringend aan deze handleiding grondig door te lezen, en ondertussen alle functies te proberen die omschreven worden. Bewaar de handleiding vervolgens op een goede plek, zodat u er later ook wat aan hebt.
○○○○○○○○○○○○○ ○○○○○○○○○○○
Aanslaggevoelig toetsenbord voor
meer expressie mogelijkheden.
Een uitstekende verzameling van 126 paneel voices en 10 drumkits plus 128 GM voi­ces.
Voice instel functie waarmee automa­tisch de juiste instellingen worden geselecteerd van de paneel voices.
Geavanceerde auto-accompaniment technologie biedt 100 volledig georkestreerde begeleiding “stijlen” die alles begeleiden wat u aanslaat op het toetsenbord.
Belangrijke Kenmerken
Digitale effecten voegen diepte en
ambiance toe aan uw geluid.
Minus One en Repeat functies zijn ideaal voor het leren van nieuwe songs en het oppoetsen van uw toetsen techniek.
Met de Song opneem functie kunt u vier melodie tracks en een begeleidingstrack op­nemen.
Multipads spelen een aantal korte rit­mische en melodische sequences af waarmee u uw spel kunt variëren.
One Touch Setting functie selecteert automatisch de juiste voice, effect en andere in­stellingen van de geselecteerde begeleidingsstijl
- het enige wat u hoeft te doen is een stijl selecte­ren en spelen.
Grote multifunctionele LCD display vergemakkelijkt selecteren en editten van para­meters.
Registratie Geheugen slaat uw favo­riete paneelinstellingen op zodat u ze wanneer u maar wilt kunt oproepen en gebruiken.
2
U kunt los verkrijgbare Yamaha Music Cartridges gebruiken voor geautomati­seerd spel, oefening en extra begeleidingsstijlen.
Ingebouwde versterker en luidspre­kers leveren topkwaliteit geluid zodat u geen ex­terne geluidsapparatuur nodig heeft.
Een aantal MIDI functies maken nog meer mogelijk (General MIDI System Level 1 com­patibel).
Page 4
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ ○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Inhoudsopgave
Paneel Knoppen 4
Meegeleverde Accessoires .............................................5
De Muziekstandaard.......................................................5
Algemene Display Bediening 6
De Display Iconen ......................................................... 6
De Menu’s ...................................................................... 8
Shortcuts.........................................................................9
Aansluiten 10
Stroomvoorziening .................................................... 10
Een Los Verkrijgbare AC Adaptor Gebruiken........... 10
Batterijen Gebruiken .................................................. 10
Aansluitingen ............................................................... 11
De PHONES jack ......................................................... 11
SUSTAIN Jack ............................................................ 11
MIDI IN en OUT aansluitingen .................................. 11
De Demonstratie 12
Spelen Op de PSR-330 14
De PSR-330 Voices ....................................................... 14
Over de “R1”, “R2” en “L” Voices ........................... 14
Selecteren en Bespelen van de Voices ..................... 15
Toetsenbord Percussie ..................................................17
De Dual Voice Mode ................................................... 17
De Split Voice Mode................................................... 18
SPLIT VOICE splitpunt wijzigen ................................ 18
Automatische Begeleiding 20
Begeleiding Gebruiken ............................................... 20
De Synchro Stop Functie .............................................24
Begeleidingstrack Muten ........................................... 25
Individuele Tracks Muten .......................................... 25
Begeleiding Volume ................................................... 26
Begeleidingssplitpunt Wijzigen ................................. 27
Interactie tussen AUTO ACCOMPANIMENT en
SPLIT VOICE Splitpunten...........................................28
Auto Accompaniment Finger Modes......................... 28
De Stop Accompaniment Functie................................. 32
One Touch Instelling ................................................... 32
Digitale Effecten 34
Reverb ......................................................................... 34
Reverb Effect AAN/UIT zetten ................................... 34
Een Reverb Type Selecteren ..................................... 34
Harmony ...................................................................... 35
Het Harmony Effect AAN/UIT zetten ........................ 36
Een Harmony Type Selecteren .................................. 36
Het Harmony Volume Wijzigen ................................. 37
Tranpose 38
Transpositie Instellen ................................................. 38
Registratie Geheugen 39
De Paneelinstellingen Registreren ............................. 39
De Geregistreerde Paneelinstellingen Oproepen .... 40
De Accompaniment Freeze Functie .......................... 40
De Multi Pads 41
Een MULTI PAD Set Selecteren .................................. 41
De CHORD MATCH Functie AAN/UIT zetten ............ 42
De MULTI PADs Bespelen ........................................... 43
Songs Afspelen 44
Song Afspeel Procedure ............................................ 44
Song Volume Parameter ............................................ 45
Afspelen vanaf een bepaalde Maat .......................... 46
Minus-One Oefenen ................................................... 47
Minus-One Track Toewijzen ...................................... 47
Repeat (herhalend) Afspelen ......................................49
Songs Opnemen 50
Song Opname Procedure ........................................... 51
Song Data Wissen .......................................................54
Een Gehele Song Wissen .......................................... 54
Geselecteerde Melody Tracks Wissen ...................... 54
Music Cartridges Gebruiken 55
Een Music Cartridge Insteken ......................................55
Music Cartridge Voorzorgsmaatregelen ....................... 55
Cartridge Songs ...........................................................56
Cartridge Songs Afspelen ......................................... 56
Cartridge Begeleidingsstijlen .................................... 57
Revoicen 58
De R1, R2 en L Voice Revoicen .................................. 58
Een Style Revoicen ..................................................... 60
Een User Song Revoicen ........................................... 61
Overall (Algemene) Functies 63
Touch Sensitivity (aanslaggevoeligheid) ................. 64
Master Tuning ............................................................ 64
Scale Tuning............................................................... 64
Metronoom................................................................. 65
Split Voice Splitpunt .................................................. 65
Begeleidings Splitpunt .............................................. 65
Finger Mode ............................................................... 65
Voice Set ..................................................................... 65
MIDI Functies 66
De MIDI Aansluitingen............................................... 66
Eenvoudige MIDI Aansturing .................................... 66
MIDI Sequence Opnamen ......................................... 67
De PSR-330 MIDI Functies .......................................... 67
Transmit (stuur) Kanaal & Transmit Track ................ 68
Receive (ontvangst) Kanaal & Receive Mode .......... 69
Local Control .............................................................. 70
Clock ............................................................................ 70
Bulk Data Send ........................................................... 70
Initial Data Send ......................................................... 71
Appendix
Troubleshooting ......................................................... 72
Data Backup & Initializeren ....................................... 73
Data Initialisatie .......................................................... 73
Index .............................................................................74
PSR-330 Display MENU/SUB Menu Structuur ........ 75
Specificaties ................................................................ 76
Voice Lijst .................................................................... 77
Maximale Polyfonie ................................................... 77
Paneel Voice Lijst ........................................................ 78
Drum Kit Lijst ...............................................................81
MIDI Implementation Chart ....................................... 83
MIDI Data Format ........................................................84
3
Page 5
Paneel Knoppen
Boven Paneel Knoppen ...............
1 POWER (aan/uit) Knop ........................ pag. 12
2 MASTER Volume Knop ....................... pag. 12
3 DEMO Knop ......................................... pag. 12
4 TEMPO Knoppen ................................. pag. 21
5 TRANSPOSE Knoppen ........................ pag. 38
6 ACCOMPANIMENT/SONG VOLUME
Knoppen......................................... pag. 26, 45
7 AUTO ACCOMPANIMENT GEDEELTE
• AUTO ACCOMPANIMENT
ON/OFF Knop .................................... pag. 20
• SYNC STOP Knop ............................. pag. 24
• SYNC START Knop ........................... pag. 22
• INTRO Knop ...................................... pag. 22
• MAIN/AUTO FILL A & B Knoppen ... pag. 22
• ENDING Knop ................................... pag. 24
8 RECORD Knop ..................................... pag. 51
9 START/STOP Knop .................. pag. 13, 22, 24
0 DIGITAAL EFFECT GEDEELTE
• REVERB Knop.................................... pag. 34
• HARMONY Knop .............................. pag. 36
A DISPLAY & GERELATEERDE KNOPPEN
• DISPLAY .............................................. pag. 6
• MENU Knoppen .................................. pag. 8
• SUB MENU Knoppen ......................... pag. 8
• VOICE Knop ................................... pag. 8, 15
• STYLE Knop .................................. pag. 8, 20
• SONG Knop ................................... pag. 8, 20
• CARTRIDGE Knop ......................... pag. 8, 56
• REVOICE Knop .................................. pag. 58
• TRACK Knoppen ............. pag. 17, 25, 27, 52
B REGISTRATIE GEHEUGEN GEDEELTE
• MEMORY Knop ................................. pag. 40
• 1, 2, 3, 4 Knoppen ....................... pag. 33, 40
• FREEZE Knop .................................... pag. 40
C ONE TOUCH SETTING Knop .............. pag. 33
D NUMBER Knoppen .............................. pag. 15
E + en - Knoppen .................................... pag. 13
F MUSIC CARTRIDGE SLOT .................. pag. 55
G KEYBOARD GEDEELTE
• DUAL VOICE Knop ............................ pag. 17
• SPLIT VOICE Knop ............................ pag. 18
H MULTI PAD GEDEELTE
• STOP Knop ........................................ pag. 43
• 1, 2, 3, 4 Knoppen ............................. pag. 43
I Toetsenbord ......................................... pag. 16
J PHONES Jack ...................................... pag. 11
4
Page 6
Paneel Knoppen
Achterpaneel Knoppen ...............
K MIDI IN en OUT Aansluitingen ..... pag. 11, 66
L SUSTAIN Jack...................................... pag. 11
M DC IN 10-12V Jack ............................... Pag. 11
Meegeleverde Accessoires
• Muziekstandaard
• Music Cartridge
De Muziekstandaard
De PSR-330 wordt geleverd met een muziek­standaard die kan worden bevestigd aan het instru­ment door deze in de uitsparing aan de achterkant van het regelpaneel te drukken.
5
Page 7
Algemene Display Bediening
De LCD van de PSR-330 is een grote multifunctionele display die tegelijkertijd belang­rijke onderdelen weergeeft en toegang biedt tot een aantal belangrijke parameters. Algemene bediening van de display, de MENU en SUB MENU knoppen en de beteke­nis van de iconen die in de display verschijnen worden hieronder kort opgesomd..
De Display Iconen
CART (Cartridge
Verschijnt als een Music Cartridge song of stijl wordt geselecteerd (pag.
56).
GM (General MIDI)
Verschijnt als één van de GM voices wordt geselecteerd
VOICE L, VOICE R2 en VOICE R1
De momenteel geselecteerde L (Linkerhand), R2 (Rechterhand 2) en R1 (Rechterhand 1) voice nummers worden weergegeven in deze display lokaties (pag. 14).
REVERB
Verschijnt als het PSR-330 REVERB effect wordt aan­gezet (pag. 34).
HARMONY
Verschijnt als het PSR-330 HARMONY effect wordt aangezet.
TRANSPOSE
De huidige transpositie waarde (pag. 38).
TEMPO
Toont de huidige accom­paniment/song tempo waarde (pag. 21).
ACCOMPANIMENT TRACKS
De bovenste rij 8 van iconen lichten op om aan te ge­ven welke acht mogelijke accompaniment tracks ge­bruikt worden voor het afspelen van begeleiding. Ze geven ook tracks aan tijdens het gebruik van de REVOICE functie (pag. 25, 60).
6
Page 8
Algemene Display Bediening
REPEAT (herhalen)
Geeft de “A” en “B” herhaal­punten aan bij het programme­ren van een herhaalgedeelte, en of REPEAT PLAY aan- of uit­staat.
ONE TOUCH SETTING
Verschijnt als de ONE TOUCH SETTING functie actief is (pag.
32).
REGISTRATION 1 ... 4 (Registratie Geheugen)
Geeft het huidig geselecteerde REGISTRATIE GEHEUGEN nummer weer (pag. 39)
FREEZE
Verschijnt als de REGISTRATIE GEHEUGEN “FREEZE” functie aanstaat (pag. 40).
MULTI PAD 1 ... 4
Geeft het huidig spelende MULTI PAD nr. weer (pag. 43).
BEAT
Knippert op het huidige tempo en geeft de huidige beat weer tijdens begeleiding en songs afspelen (pag. 23).
MEASURE
Geeft het huidige maatnummer weer tijdens song opname en afspelen (pag. 24).
SYNC STOP
Verschijnt als de AUTO AC­COMPANIMENT SYNC STOP functie actief is (pag. 24).
FINGERING
Toont de huidig geselecteerde finger mode (pag. 28).
CHORD
Geeft de huidige akkoordnaam weer tijdens AUTO ACCOMPA­NIMENT afspelen of SONG op­name/afspelen (pag. 23).
VOLUME
Deze iconen tonen het volume van de verschillende begeleidingstracks tijdens het afspelen van begeleiding, het volume van de melodie en begeleidingstracks tijdens het afspelen van songs en het volume van de R1, R2 en L voices (pag. 26, 45, 59).
MELODY TRACKS 1 ... 4, ACCOMPANIMENT TRACKS
Deze iconen geven de afspeel aan/uit status aan van de ver­schillende songtracks, en worden gebruikt om tracks te be­palen die opgenomen moeten worden (pag. 52). Ze worden ook gebruikt om tracks te bepalen voor de REVOICE functie (pag. 61).
VOICE L, VOICE R2, VOICE R1
Deze iconen geven de aan/uit status aan van de L, R2 en R1 voices als de DUAL VOICE en/of SPLIT VOICE functies wor­den gebruikt. Ze worden ook gebruikt om tracks te bepalen voor de REVOICE functie (pag. 58).
7
Page 9
Algemene Display Bediening
De Menu’s
De knoppen aan de rechterkant van de display selecteren direct één van de vier belangrijkste functie menu’s van de PSR-330: VOICE, STYLE, SONG en CARTRIDGE. Het huidig geselecteerde menu wordt aangegeven door een driehoekige indicator in de display naast de menulijst die aan de rechterkant van de display staat. Afgezien van de menu’s en functies die direct beschikbaar zijn via de paneel­knoppen van de PSR-330, zijn er ook een aantal belangrijke functies in de “achtergrond” die geselecteerd kunnen worden met de SUB MENU [] en [] knoppen.
8
Met de MENU [] en [] knoppen kunt u het menu selecteren: RE­GISTRATION MEMORY, MULTI PAD, MIDI, DIGITAL EFFECT of OVER­ALL. De huidig geselecteerde MENU kategorie wordt aangegeven door een driehoekige indicator in de display naast de menulijst aan de linkerkant van de display. Alle opgesomde menu kategorieën kun­nen worden geselecteerd door net zo vaak op de MENU [] of [] knop te drukken tot de driehoekige indicator verschijnt in de display naast de naam van de gewenste kategorie. Als een MENU is gese­lecteerd kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste functie selecteren. In het vervolg van deze handleiding wordt nog uitvoerig over de SUB MENU functies geschreven in de betreffende hoofdstukken.
Page 10
Algemene Display Bediening
Shortcuts
Shortcut
Om een handeling zo gemakkelijk en efficiënt mogelijk te maken kent de PSR-330 een aantal “shortcuts” waarmee u onmiddellijk naar een bepaalde functie kunt springen zonder eerst gebruikt te hoeven maken van de MENU en SUB MENU knoppen. Deze shortcuts werken allemaal op dezelfde manier: druk op een paneelknop, en houd deze een paar seconden vast alvorens naar de gerelateerde functie te gaan. Als u bijvoorbeeld de [REVERB] knop indrukt en een paar seconden vasthoud, gaat u direct naar de REVERB type selectie functie. De shortcut knoppen en functies waar ze toegang toe geven staan vermeld op het paneel van de PSR-330, bij de linkerbovenkant van de display. De shortcuts worden ook beschreven in andere hoofdstukken in deze handleiding.
9
Page 11
Aansluiten
Dit gedeelte bevat informatie over het aansluiten en speelklaar maken van de PSR-330. Lees dit gedeelte goed door alvorens de PSR-330 te gebrui­ken.
Stroomvoorziening
Uw PSR-330 werkt op een apart verkrijgbare adaptor of op batterijen. Volg onder-
staande instructies afhankelijk van de voedingsbron die u wilt gebruiken.
Een Apart Verkrijgbare AC Adaptor Gebruiken
Sluit de DC output kabel van de los verkrijgbare Yamaha PA-5, PA-5B of PA-5C
Adaptor aan op de DC IN 10-12V jack op de achterkant van de PSR-330, en steek de Adaptor (of de stekker van de AC kabel van de adaptor) in een nabijgelegen stopcon­tact. De interne batterijen worden automatisch losgekoppeld als er een AC Adaptor wordt gebruikt.
Pas Op!
• Onderbreek nooit de stroomtoevoer (d.w.z. haal nooit de batterijen of de adaptor eruit) tij­dens opnamen! Dit kan verlies van data opleve­ren.
Pas Op!
• Maak alleen gebruik van een Yamaha PA-5, PA-5B of PA-5C AC Adaptor (of andere adaptor die wordt aan­geraden door Yamaha) om het instrument te voorzien van stroom. Het gebruik van een andere adaptor kan re­sulteren in onherstel­bare schade aan zowel de adaptor als de PSR-
330.
Batterijen Gebruiken
Als u batterijen gebruikt; de PSR-330 maakt gebruik van zes 1,5V SUM-1 “D” grootte, R-20 of aanverwante batterijen. W anneer de batterijen moeten worden vervangen kan het volume zwakker worden, het geluid vervormd raken of andere problemen optreden. Als dit gebeurt moet u het in­strument uitzetten en de batterijen vervangen, of gebruik maken van een adaptor.
Vervang de batterijen op de volgende manier:
1 Open de deksel van het batterij compartiment onderop het instrument.
2 V oeg zes nieuwe batterijen toe, en let hierbij op de polariteit markeringen binnenin
het compartiment.
3 Doe de deksel er weer op, er zorg er hierbij voor dat deze goed op zijn plaats klikt.
Pas Op!
• Als de batterijen op ra­ken moet u ze vervan­gen door een complete set van zes nieuwe bat­terijen. Meng NOOIT oude en nieuwe batte­rijen.
• Gebruik nooit verschil­lende soorten batterijen door elkaar (zoals alkaline en mangaan batterijen).
• Om schade i.v.m. lek­kende batterijen te voorkomen moet u bat­terijen verwijderen als u het instrument lange tijd niet gebruikt.
10
Page 12
Aansluitingen
De PHONES Jack
Hier kunt u een standaard koptelefoon aansluiten om privé te oefenen of ‘s avonds laat
te spelen. Het interne stereo luidsprekersysteem wordt automatisch losgekoppeld zodra u een koptelefoon aansluit op de PHONES jack.
Aansluiten
SUSTAIN Jack
Hier kunt u een los verkrijgbare FC4 of FC5 voetschakelaar aansluiten op de SUS-
TAIN jack op de achterkant om de sustain te bedienen. De voetschakelaar werkt net als
een demppedaal op een piano - indrukken voor sustain, loslaten voor normaal geluid.
MIDI IN en OUT
De MIDI IN ontvangt MIDI data van een extern instrument (zoals een MIDI sequencer)
die kan worden gebruikt om de PSR-330 aan te sturen. De MIDI OUT verstuurt MIDI data die wordt gegenereerd door de PSR-330 (zoals noot- en aanslaggevoeligheidsdata die ontstaat als u op het toetsenbord speelt). Meer details over MIDI vind u op pag. 66.
N.B.
• Trap de voet­schakelaar niet in tij­dens het aanzetten van het instrument. Als u dit doet wordt de ON/OFF status van de voet­schakelaar omge­draaid.
11
Page 13
De Demonstratie
Als u uw PSR-330 hebt aangesloten en opgesteld moet u eens naar de voor­geprogrammeerde demonstratie songs luisteren. Er zijn er in totaal 20 beschikbaar.
1 Aan/uit Schakelaar ON
Doe het instrument aan door op de [POWER] knop te drukken.
2 Stel een Eerste Volume Niveau In
Draai de [MASTER VOLUME] knop een kwart naar rechts vanuit de minimum
positie. U kunt de [MASTER VOLUME] nadat het spelen begint opnieuw afstellen en op een comfortabel luisterniveau zetten.
12
3 Druk op de [DEMO] Knop
Druk op de [DEMO] om te beginnen met afspelen van de demo. Het PSR-330
SONG menu wordt automatisch geselecteerd en het nummer en de naam van de eerste demo song verschijnt in de bovenste regel van de display. De demo begint vervolgens automatisch te spelen. De demonstratie songs spelen achter elkaar af, waarna de eerste song weer begint te spelen, tot u het afspelen stopt.
N.B.
• U kunt tijdens het afspe­len van de demo’s mee­spelen op het toetsen­bord.
• De volume iconen be­wegen in respons op de data in de verschillende tracks tijdens het afspe­len van de demo’s.
Page 14
4 Naar het Begin van een Andere Demo Song Gaan
Tijdens het afspelen van de demonstratie kunt u één van de andere demo songs selec­teren met de [-] en [+] knoppen. Het afspelen stopt en u springt naar het begin van de volgende song.
De Demonstratie
5 Stop Als U Klaar bent
Druk op de [DEMO] knop of de [START/STOP] om het afspelen van de demo te stoppen.
N.B.
• Het afspelen van de demo kan herstart worden nadat u ge­stopt bent door op de [START/STOP] knop te drukken. In dit geval speelt de demo song door tot het einde en stopt dan automatisch met spelen.
• Als een demo die gebruik maakt van de interne begelei­ding stijlen van de PSR-330 afspeelt, verschijnen de na­men van de akkoor­den die afspelen in de display.
• Aangezien het af­spelen van de demo automatisch het SONG menu selec­teert, blijft het SONG menu actief als het afspelen van de demo is gestopt. Om bijvoorbeeld voices te selecteren nadat de demo ge­stopt is, moet u eerst op de [VOICE] knop drukken om naar het VOICE menu te gaan. Het­zelfde geldt voor de andere menu’s.
13
Page 15
Spelen op de PSR-330
De PSR-330 Voices
De PSR-330 bevat eigenlijk twee voice sets: de “paneel” voices en drumkits (afge­beeld op het paneel van de PSR-330), en de GM (General MIDI) voices. De paneel voices bevatten 126 voices (nummers 1 t/m 126) en 10 drumkits (nummer 127 t/m
136) terwijl de GM voice set 128 voices bevat (nummers 137 t/m 264).
Paneel voices 1 ... 126 Paneel drumkits 127 ... 136 GM Voices 137 ... 264
Over de “R1”, “R2” en L Voices
U kunt drie voices tegelijk selecteren op de PSR-330: “R1” (Rechterhand 1), “R2” (Rechterhand 2) en “L” (Linkerhand). Als u één voice bespeelt over het hele bereik van het toetsenbord wordt alleen de “R1” voice gebruikt. Als u gebruik maakt van de DUAL VOICE en/of SPLIT VOICE modes (beschreven op pag. 17 en 18) wordt er echter ook gebruik gemaakt van de “R2” en/of “L” voices. Het nummer van de gese­lecteerde R1, R2 en L voices staat vermeld in de display.
14
De R2 en L voices worden uitgebreid besproken in de DUAL VOICE en SPLIT VOICE hoofdstukken. Voor nu beschrijven we alleen hoe u hoofd R1 voice kunt selec­teren en bespelen.
Page 16
Voices Selecteren/Bespelen
Dit is de manier om paneelvoices te selecteren en te bespelen.
1 Selecteer het VOICE Menu
Druk op de [VOICE] knop zodat de driehoekige indicator verschijnt in de display
naast “VOICE” in de rechterkant van de display. Het nummer en de naam van de
huidig geselecteerde “R1” voice verschijnt in de bovenste regel van de display zodra
het VOICE menu wordt geselecteerd.
Spelen op de PSR-330
2 Selecteer een Paneel Voice
U kunt de voices van de PSR-330 selecteren met de [-] en [+] knoppen, de nummer-
knoppen of de [VOICE] knop. De paneelvoices worden opgesomd in de VOICE lijst
die staat afgebeeld bovenin het regelpaneel van het instrument.
• De [-] en [+] Knoppen
Als het VOICE menu is geselecteerd kunt u met deze knoppen omhoog of omlaag door de PSR-330 voices wandelen. Druk de betreffende knop kort in om naar de volgende voice in de corresponderende richting te gaan, of houd de knop vast om snel door de voices te scrollen in de corresponderende richting.
• De Nummer Knoppen
Met de nummer knoppen kunt u direct het nummer van de gewenste voice ingeven, en de gewenste voice selecteren zonder eerst door de andere voices te wandelen. Om bijvoorbeeld voice nummer 109 (ANALOG LEAD) te selecteren moet u de knoppen [1], [0] en [9] achter elkaar indrukken.
15
Page 17
Spelen op de PSR-330
Nummer die bestaan uit één of twee getallen kunnen worden ingegeven zonder
vooraf gegaan te worden door een nul. Om bijvoorbeeld voice nummer “23” te
selecteren (JAZZ ORGAN 2) hoeft u alleen de [2] en [3] knop in te drukken. De
regels onder het voice nummer in de display knipperen een paar seconden, en ver-
dwijnen vervolgens als het geselecteerde nummer is herkend door de PSR-330.
U kunt nummers die bestaan uit één of twee getallen ook ingegeven met een nul er
voor: m.a.w. “23” wordt dan ingegeven door op de [0], [2] en [3] knop te drukken.
In dit geval wordt het betreffende nummer onmiddellijk herkend door de PSR-330.
• De [VOICE] Knop
Het voice nummer neemt toe als u op de [VOICE] knop drukt. Druk de knop kort
in om het nummer met één toe te laten nemen, of houd de knop vast om het num-
mer door te laten lopen.
3 Spelen & Volume Afstellen
Nu kunt u de geselecteerde voice bespelen op het toetsenbord van de PSR-330. Stel het algemene volume niveau af met de [MASTER VOLUME] knop.
Als de Voice Set functie aanstaat (pag. 65) worden automatisch op hetzelfde mo­ment de juiste “R2” en “L” voices (d.w.z. DUAL VOICE en SPLIT VOICE modes) geselecteerd als er een paneelvoice wordt geselecteerd.
N.B.
• De GM voices van de PSR-330 worden op de­zelfde manier geselec­teerd als de paneelvoi­ces, zoals hiervoor staat omschreven.
• Als er een GM voice wordt geselecteerd ver­schijnt de GM icoon on­der het voice nummer.
• Zie pag. 80 voor een complete opsomming van de paneel- en GM voices.
16
Page 18
Toetsenbord Percussie
Als één van de 10 paneel DRUM KIT voices wordt geselecteerd (voice num­mers 127 t/m 136) kunt u de verschillende drum- en percussie instrumenten bespe­len op het toetsenbord. De drum- en percussie instrumenten die worden voortge­bracht door de verschillende toetsen staan gemarkeerd in de vorm van symbolen boven de toetsen.
Spelen op de PSR-330
N.B.
• Het HARMONY effect (pag. 35) kan niet wor­den aangezet als er een drumkit is geselecteerd als “R1” voice, en deze wordt automatisch uit­gezet als er een drum­kit wordt geselecteerd als HARMONY aan­staat.
• De Transpose parame­ter (pag. 38) heeft geen effect op de drumkit voi­ces).
• De Drum Kits
127 Standard Kit 128 Standard Kit2 129 Room Kit 130 Rock Kit 131 Electronic Kit
132 Analog Kit 133 Dance Kit 134 Jazz Kit 135 Brush Kit 136 Classic Kit
De Dual Voice Mode
Als de DUAL VOICE mode actief is kunt u twee voices tegelijk bespelen over het
bereik van het hele toetsenbord.
De DUAL VOICE mode kan aan- en uit worden gezet door op de [DUAL V OICE]
knop te drukken. Als de DUAL VOICE mode wordt aangezet lichten beide R1 en R2 iconen in de display op. Druk nog een keer op de [DUAL VOICE] mode knop om de DUAL VOICE mode weer uit te zetten: de R2 icoon gaat hierop uit, zodat alleen de R1 icoon nog brandt.
• Als er een drumkit wordt geselecteerd wordt de OCTAVE para­meter (pag. 58) automa­tisch op “-1” gezet.
• Zie pag. 84 voor een complete opsomming van de toetsenbord per­cussie drum instrument toewijzingen.
N.B.
• De R1/R2 voice instellin­gen kunnen worden ge­wijzigd met de REVOICE functie, beschreven op pag. 58.
• De R1 voice kan niet worden uitgezet.
De R2 TRACK knop onder de display kan ook gebruikt worden om de R2 voice
aan- en uit te zetten (als er een vierkant verschijnt rondom de voice iconen).
• De DUAL VOICE mode kan op hetzelfde mo­ment worden gebruikt als de SPLIT VOICE mode, die hierna be­schreven wordt. In dit geval wordt de L voice bespeeld op de linker­kant van het toetsen­bord terwijl beide R1 en R2 voices worden be­speeld op de rechter­kant van het toetsen­bord. Zie het “Split Voice Mode” gedeelte hierna voor meer infor­matie.
17
Page 19
Spelen op de PSR-330
De Split Voice Mode
In de SPLIT VOICE mode kunt u verschillende voices bespelen met de linker- en rechterhanden. U kunt bijvoorbeeld met de linkerhand (L voice) een bas bespelen en met de rechter (de R1 of R1 en R2 voices) een piano bespelen. Het “splitpunt” wordt in eerste instantie op B2 gezet (nootnummer 59) maar kan op ieder willekeurig punt op het toetsenbord gezet worden.
U gaat naar de SPLIT VOICE mode door op de [SPLIT VOICE] knop te drukken. Als deze aanstaat gaat de L icoon in de display branden, toegevoegd aan de R1 of R1 en R2 iconen. Druk u nog een keer op de [SPLIT VOICE] knop deactiveert u de SPLIT VOICE mode; de L icoon gaat uit waardoor alleen de R voice overblijft.
U kunt de L voice ook aan- en uitzetten met de L TRACK knop onder de display (als er een vierkant verschijnt rondom de voice iconen).
N.B.
• De L/R1/R2 voice instel­lingen kunnen naar wens gewijzigd worden met de REVOICE func­tie, omschreven op pag.
58).
• Het splitpunt kan naar wens gewijzigd worden zoals hieronder om­schreven wordt.
• De SPLIT VOICE mode kan tegelijkertijd met de DUAL VOICE mode wor­den gebruikt, zoals hier­voor omschreven. In dit geval wordt de L voice bespeeld op het linker­hand gedeelte van het toetsenbord, terwijl de beide R1 en R2 voices worden bespeeld op het rechterhandgedeelte van het toetsenbord. Zie de “Dual Voice Mode” hiervoor voor meer in­formatie.
18
Het SPLIT VOICE Split Punt Wijzigen
Het SPLIT VOICE splitpunt kan iedere toets van het PSR-330 toetsenbord gezet
worden, zodat het overeenkomt met uw persoonlijke voorkeur.
1 Selecteer de SPLIT VOICE Splitpunt Functie
Verplaats de driehoekige indicator met de MENU [] en [] knoppen aan de
linkerkant van de display naast “OVERALL” aan de linkerkant van de display.
Page 20
Vervolgens kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de “S.Split” functie in het OVERALL menu selecteren. Het MIDI nootnummer dat correspondeert met het hui­dige splitpunt verschijnt links van “S.Split” in de bovenste regel van de display.
2 Stel Naar Wens In
U hoeft nu alleen nog maar de toets aan te slaan waar u het splitpunt wilt hebben. Het toetsnummer van de toets die u aanslaat verschijnt links van “S.Split” in de boven­ste regel van de display. U kunt het splitpunt ook ingeven met de [-] en [+] knoppen of nummerknoppen. De laagste toets op het toetsenbord (C1) is toetsnummer “36”, cen­trale C (C3) is “60” en de hoogste toets (C5) is 96. Het splitpunt kan op iedere wille­keurige toets gezet worden van 0 t/m 127, waardoor het splitpunt buiten het bereik gezet kan worden van het toetsenbord van de PSR-330 i.v.m. MIDI toepassingen.
Spelen op de PSR-330
N.B.
• Het splitpunt wordt de hoogste toets in het lin­kerhand gedeelte van het toetsenbord.
• Het standaard splitpunt (59) kan op ieder ge­wenst moment worden herroepen door de [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukken.
• Het SPLIT VOICE split­punt en AUTO ACCOM­PANIMENT split punt (pag. 27) kan onafhan­kelijk worden ingege­ven met de volgende beperkingen. Het SPLIT VOICE splitpunt kan niet lager worden ingesteld dan het AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt (als u dit toch doet wordt het AUTO AC­COMPANIMENT split­punt op hetzelfde punt gezet als het SPLIT VOICE splitpunt). Vol­gende dezelfde logica kan het AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt niet lager worden inge­steld dan het SPLIT VOICE splitpunt (als u dit toch doet wordt het SPLIT VOICE splitpunt op hetzelfde punt gezet als het AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt).
• Het splitpunt kan niet ingesteld worden m.b.v. het toetsenbord als de automatische begelei­ding speelt.
19
Page 21
Automatische Begeleiding
De PSR-330 bevat 100 verschillende begeleidingsstijlen die kunnen worden gebruikt als volledig georkestreerde- of alleen ritme begeleiding. Het geavanceerde AUTO AC­COMPANIMENT systeem van de PSR-330 verzorgt bas- en akkoordbegeleiding die perfect past bij de geselecteerde stijl.
Als de automatische begeleiding aanstaat wordt het gespecificeerde linkerhandgedeelte van het toetsenbord het “auto accompaniment” gedeelte, worden akkoorden in dit gedeelte bekeken en gebruikt als de basis voor automatische begeleiding in de gese­lecteerde stijl.
AUTO ACCOMP ANIMENT splitpunt (54)
“auto accompaniment” gedeelte
Begeleiding Gebruiken
1 Selecteer het Stijl Menu
Druk op de [STYLE] knop om het STYLE menu te selecteren (de driehoekige
indicator verschijnt naast “STYLE” rechts in de display). Het nummer en de naam van de huidig geselecteerde stijl verschijnt in de bovenste regel van de display, en accompaniment track en volume iconen in de display worden omringd door een vier­kantje.
20
Page 22
Automatische Begeleiding
2 Selecteer een Stijl
De PSR-330 bevat 100 stijlen die kunnen worden geselecteerd met de [-] en [+]
knoppen, de nummer knoppen of de [STYLE] knop (dit werkt op dezelfde manier als voices selecteren - zie pag. 15). De stijlen worden opgesomd in de STYLE lijst bo­venin het regelpaneel van het instrument.
N.B.
• Zie pag. 57 voor details over het selecteren van cartridge stijlen.
3 Zet AUTO ACCOMPANIMENT Aan
Druk op AUTO ACCOMPANIMENT [ON/OFF] zodat zijn indicator gaat bran-
den.
4 Stel het Tempo In
Als u een andere stijl selecteert terwijl de begeleiding niet speelt wordt het “default (standaard)” tempo van de stijl geselecteerd, en het tempo weergegeven direct boven “TEMPO” in de display, in kwartnoot tellen per minuut. Als de begeleiding speelt en de One Touch Setting functie uit staat (pag. 32) blijft het tempo gehandhaafd zelfs bij het selecteren van een andere stijl.
U kunt het tempo op iedere willekeurige waarde zetten tussen 32 en 280 beats per minute, met de TEMPO [] en [] knoppen. Druk de betreffende knop kort in om de waarde met 1 toe- of af te laten nemen, of houd de knop ingedrukt om door de waarden heen te scrollen.
N.B.
• Als AUTO ACCOMPANI­MENT uitstaat wordt al­leen ritme begeleiding (drums en percussie) geproduceerd).
Als één van de TEMPO knoppen is ingedrukt verschijnt een paar seconden de huidige tempo waarde in de bovenste regel van de display - gedurende dit moment kunt u ook met de nummer en [-] en [+] knoppen het tempo wijzigen. Het standaard tempo van de geselecteerde stijl kan op ieder gewenst moment herroepen worden door de [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukken terwijl de tempo waarde in de bovenste regel van de display staat.
21
Page 23
De Demonstratie
5 Start de Begeleiding
Er zijn verschillende manieren om de begeleiding te starten:
• Meteen Beginnen
Druk op de [ST AR T/ST OP] knop. Het ritme begint onmiddellijk te spelen zonder bas en akkoordbegeleiding. Het huidig geselecteerde MAIN [A] of [B] gedeelte speelt.
• Beginnen met een Inleiding gevolgd door de MAIN A variatie
Druk op de [INTRO] knop waardoor zijn indicator gaat branden, druk op de MAIN/ AUTO FILL [A] knop (niet nodig als zijn indicator al knippert) en druk op [STAR T/ STOP].
• Beginnen met een Inleiding gevolgd door de MAIN B variatie
Druk op de [INTRO] knop waardoor zijn indicator gaat branden, druk op de MAIN/ AUTO FILL [B] knop (niet nodig als zijn indicator al knippert) en druk op [ST ART/ STOP].
N.B.
• Het is mogelijk om het MAIN A of B gedeelte te selecteren alvorens meteen te beginnen ­zie “7. Selecteer MAIN A en B naar wens” hier­onder.
22
• Gesynchronizeerde Start
Alle hierboven genoemde start soorten kunnen worden gesynchroniseerd met de eerste toets of akkoord die u aanslaat in het linkerhandgedeelte van het toetsenbord (m.a.w. toetsen links van en incl. de splitpunt toets - normaal 54) door eerst op de [SYNC START] knop te drukken.
N.B.
• Als u op de [SYNC START] knop drukt ter­wijl de begeleiding speelt zal de begelei­ding stoppen en gaat u naar de synchro start mode.
• U kunt de [INTRO] knop gebruiken om het IN­TRO gedeelte te selecte­ren, zelfs tijdens het spelen van de begelei­ding.
• Het accompaniment splitpunt kan gewijzigd worden met de Accom­paniment Splitpunt” functie in het OVERALL menu - zie pag. 27
Page 24
De Demonstratie
Als u alleen de [SYNC STAR T] knop indrukt wordt er meteen begonnen zodra de eerste toets of akkoord wordt aangeslagen. Druk de [SYNC START] knop en de gewenste [INTRO] en [MAIN/AUTO FILL] knoppen in voor een gesynchronizeerde start met inleiding. De BEAT indicator knippert op het huidige tempo als een gesynchronizeerde start mode is geselecteerd. De synchro start mode kan worden verlaten alvorens de begeleiding te beginnen door nog een keer op de [SYNC START] knop te drukken.
N.B.
• Als de AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt en SPLIT VOICE splitpunt staan ingesteld op ver­schillende toetsen kan de L voice worden be­speeld tussen het AUTO ACCOMPANIMENT splitpunt en het SPLIT VOICE splitpunt als de AUTO ACCOMPANI­MENT functie aanstaat.
• Als de AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt en SPLIT VOICE splitpunt staan ingesteld op de­zelfde toetsen kan de L voice overal worden be­speeld aan de linkerkant van het AUTO ACCOM­PANIMENT en het SPLIT VOICE splitpunt als de AUTO ACCOMPANI­MENT (begeleiding) niet speelt.
6 Speel In het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
Zodra u een akkoord aanslaat dat de PSR-330 kan “herkennen” in het linkerhand­gedeelte van het toetsenbord, begint de PSR-330 automatisch met het afspelen van het akkoord met de geselecteerde ritme en baslijn. De naam van het huidige akkoord ver­schijnt in de display. De begeleiding speelt door zelfs als u de handen van het toetsen­bord haalt (mits de Synchro Stop functie niet actief is - pag. 24).
• De Beat Indicator
De vier puntjes van de BEAT indicator geven een visueel overzicht van het gese-
lecteerde tempo, zoals hieronder getoond wordt.
4/4 maat 3/4 maat
1ste tel 2de tel 3de tel 4de tel
7 Selecteer Naar Wens de MAIN A en B Gedeelten
De MAIN A en MAIN B gedeelten kunnen op ieder gewenst moment worden gese­lecteerd tijdens het afspelen door op de corresponderende knop te drukken. Als u tij­dens het afspelen op de MAIN/AUTO FILL [A] of [B] knop drukt, genereert de PSR­330 een bijpassende “roffel” (één van de vier typen: AA, AB, BA en BB) die het huidige gedeelte vloeiend aansluiten op het geselecteerde gedeelte - zelfs als het het­zelfde gedeelte is.
N.B.
• De PSR-330 kent ver­schillende finger modes die het mogelijk maken de akkoorden op ver­schillende manieren aan te slaan. Zie de “Auto Accompaniment Finger Modes” op pag. 28 voor meer details.
23
Page 25
Automatische Begeleiding
Als u bijvoorbeeld op de MAIN/AUTO FILL [A] knop drukt terwijl het MAIN A gedeelte speelt wordt er een fill-in geproduceerd waarna het MAIN A gedeelte verder gaat met spelen. Als u een ander gedeelte selecteert begint de fill-in onmiddellijk en zal het nieuwe gedeelte daadwerkelijk beginnen met spelen vanaf het begin van de nieuwe maat, behalve als de MAIN/AUTO FILL [A] of [B] knop wordt ingedrukt tijdens de laatste tel van de maat, in welk geval de fill-in begint vanaf de eerste tel van de volgende maat.
8 Stop de Begeleiding
De begeleiding kan op ieder gewenst moment gestopt worden door op de [ST ART/
STOP] knop te drukken. Druk op de [ENDING] knop als u naar het ending (uittro)
gedeelte wilt gaan alvorens te stoppen. Het ending gedeelte begint vanaf het begin van de maat.
N.B.
• Het MAIN A gedeelte wordt automatisch ge­selecteerd zodra de PSR-330 wordt aange­zet.
• De indicator van het bestemmingsgedeelte (MAIN A of B) gaat knip­peren als de correspon­derende fill afspeelt. Gedurende deze tijd kunt u het bestemming gedeelte wisselen door de betreffende MAIN/ AUTO FILL [A] of [B] knop in te drukken.
N.B.
• Sommige INTRO en ENDING gedeelte heb­ben hun eigen akkoord progressies die afspe­len in de toonsoort van de huidige begeleiding.
De Synchro Stop Functie
Als de Synchro Stop functie aktief is, stopt de begeleiding volledig als u de toetsen in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord loslaat. Het afspelen van de begeleiding begint weer zodra er een akkoord wordt aangeslagen. De BEAT indicators in de display knipperen als de begeleiding stilstaat.
De Synchro Stop functie wordt aktief door op de [SYNCHRO STOP] knop te drukken waardoor het SYNC STOP icoon verschijnt in de display. Druk nog een keer op de [SYNCHRO STOP] knop om de Synchro Stop functie uit te zetten, waardoor het icoon verdwijnt.
• Als de MAIN/AUTO FILL [A] of [B] knop wordt ingedrukt terwijl het ENDING gedeelte speelt wordt er een bijpas­sende fill-in afgespeeld waarna u terugkeert naar het MAIN A of B gedeelte.
• Het volume van de be­geleiding kan onafhan­kelijk van het toetsen­bord volume worden afgesteld met de AC­COMPANIMENT/SONG VOLUME [ knoppen (pag. 26).
N.B.
• De Synchro Stop func­tie kan niet worden aan­gezet als FULL KEY­BOARD AUTO ACCOM­PANIMENT finger mode is geselecteerd. De Syn­chro Stop functie wordt automatisch uitgezet als FULL KEYBOARD finger mode wordt geselec­teerd terwijl de Synchro Stop functie aanstaat.
] en [▼]
24
Page 26
Begeleiding Tracks Mute’n
Automatische Begeleiding
De PSR-330 bevat acht begeleidingstracks - RHYTHM 1, RHYTHM 2, BASS, CHORD 1, CHORD 2, PAD, PHRASE 1 en PHRASE 2 - die u aan kunt sturen om de ‘orkestratie’ te wijzigen en daarmee het algemene geluid van de begeleiding. Als een stijl wordt geselecteerd gaan de iconen, die corresponderen met de tracks die data bevatten van wat voor gedeelte van die stijl dan ook, branden.
• Wat zit in de Tracks?
RHYTHM 1 & 2 Dit zijn de belangrijkste ritme tracks. De RHYTHM tracks
produceren de drum- en percussiegeluiden.
BASS De BASS track speelt altijd een basloopje af, maar de voice
verandert om bij de geselecteerde stijl te passen ... staande bas, synth bas, tuba enz.
CHORD 1 & 2 Deze tracks bieden de ritmische akkoordbegeleiding die
nodig is bij de verschillende stijlen. U vind hier gitaar, piano en andere akkoordbegeleidingsinstrumenten.
PAD Deze tracks spelen langgerekte akkoorden af, waar noodza
kelijk, gebruik makend van lang uitklinkende instrumenten zoals strijkers, orgels, koren.
PHRASE 1 & 2 Hier bevinden zich de muzikale versieringen. De PHRASE
tracks worden gebruikt voor strakke blazerstoten, arpeggio akkoorden en andere extra’s die de begeleiding nog inte­ressanter maken.
N.B.
• Individuele track voices, volume en andere para­meters kunnen gewij­zigd worden met de REVOICE functie - pag.
58.
Individuele Tracks Muten
Individuele tracks kunnen uitgezet (gemute) of aangezet worden met de TRACK
knoppen die corresponderen met de doel tracks. Het track icoon verdwijnt als een track is gemute.
25
Page 27
Automatische Begeleiding
Begeleidingsvolume
Als het STYLE menu wordt geselecteerd (m.a.w. als er vierkantjes staan rondom de accompaniment track en volume iconen) kan het volume van de begeleiding afge­steld worden t.o.v. het toetsenbord volume met de ACCOMPANIMENT/SONG VO­LUME [] en [] knoppen. Als één van beide knoppen wordt ingedrukt verschijnt de huidige begeleidingsvolume instelling een paar seconden bovenin de display. Het be­reik van het begeleiding volume loopt van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume). De default (standaard) instelling is “100”. Druk op de ACCOMPANIMENT/ SONG VOLUME [] knop om het volume te verlagen of op de [] knop om het volume te verhogen. Druk de knop één keer kort in voor één stap, of houd de knop vast om continue te verhogen/verlagen.
Als de begeleiding volume instelling verschijnt in de bovenste regel van de display kunt u ook met de nummer of [-] en [+] knoppen het volume van de begeleiding wijzi­gen.
26
Page 28
Begeleiding Splitpunt wijzigen
Het AUTO ACCOMPANIMENT splitpunt kan op ieder gewenste toets op het toet-
senbord van de PSR-330 gezet worden om te passen bij uw manier van spelen.
1 Selecteer de Accompaniment Splitpunt Functie
V erplaats, met de MENU [] en [] knoppen aan de linkerkant van de display , de
driehoekige indicator naast “OVERALL” aan de linkerkant van de display.
Automatische Begeleiding
Selecteer vervolgens met de SUB MENU [] en [] knoppen de “AccSpPnt”
functie in het OVERALL menu. Het MIDI nootnummer dat correspondeert met het
huidige splitpunt verschijnt links van “AccSpPnt” in de bovenste regel van de display .
2 Stel Naar Wens In
Nu hoeft u alleen nog maar de toets aan te slaan waar u het splitpunt wilt toewijzen. Het nummer van de toets verschijnt links van “AccSpPnt” in de bovenste regel van de display. U kunt ook met de [-] en [+] knoppen of nummerknoppen het splitpunt toets nummer ingeven. De laagste toets op het toetsenbord (C1) heeft toetsnummer “36”, de centrale C (C3) is “60” en de hoogste toets (C5) is nummer “96”. Het splitpunt kan op iedere toets gezet worden van 0 t/m 127, waardoor het splitpunt dus buiten het bereik van het toetsenbord van de PSR-330 gezet kan worden, dit i.v.m. MIDI toepassingen.
N.B.
• De splitpunt toets is de hoogste toets in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
• Het default splitpunt (54) kan op ieder ge­wenst moment worden herroepen door de [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukken.
• Het splitpunt kan niet worden ingesteld met het toetsenbord als de begeleiding speelt.
27
Page 29
Automatische Begeleiding
Interactie Tussen de AUTO ACCOMPANIMENT en
SPLIT VOICE Splitpunten
Het SPLIT VOICE splitpunt (pag. 18) en AUTO ACCOMPANIMENT split­punt kunnen onafhankelijk worden ingesteld, met de volgende beperkingen. Het SPLIT VOICE splitpunt kan niet op een lager splitpunt gezet worden dan het AUTO ACCOMPANIMENT splitpunt (als u dit doet wordt het AUTO ACCOMPANI­MENT splitpunt op hetzelfde punt gezet als het SPLIT VOICE splitpunt). Volgens dezelfde logica kunt u het AUTO ACCOMPANIMENT splitpunt niet hoger zetten dan het SPLIT VOICE splitpunt (als u dit doet wordt het SPLIT VOICE splitpunt op hetzelfde punt gezet als het AUTO ACCOMPANIMENT splitpunt).
AUTO ACCOMPANIMENT SPLIT VOICE splitpunt splitpunt
Begeleiding Finger Modes
De PSR-330 AUTO ACCOMPANIMENT functie kent vijf verschillende finger
modes die op de volgende manier kunnen worden geselecteerd.
1 Selecteer de Finger Mode Functie
V erplaats met de MENU [▲] en [] knoppen aan de linkerkant van de display de
driehoekige indicator naar “OVERALL” aan de linkerkant van de display.
N.B.
• U kunt direct naar de “FngrngMd” functie springen door de AUTO ACCOMPANIMENT [ON/OFF] knop in te drukken en een paar se­conden vast te houden.
28
Page 30
Automatische Begeleiding
V ervolgens kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de “FngrngMd” func-
tie selecteren in het OVERALL menu. De afgekorte naam van de huidige finger mode verschijnt links van “FngrngMd” in de bovenste regel van de display.
2 Selecteer de Gewenste Finger Mode
Selecteer met de [-] en [+] knoppen de gewenste finger mode:
SF Single Finger F1 Fingered 1 F2 Fingered 2 FuL Full Keyboard MuL Multi-Finger
• SF: De SINGLE FINGER Mode
Single-finger begeleiding is de eenvoudigste manier om prachtig georkestreerde begeleiding te produceren met majeur, septime, mineur en mineur septime akkoor­den middels een minimum aantal toetsen in het begeleidingsgedeelte van het toet­senbord. De verkorte vingerzettingen die hieronder worden omschreven worden gebruikt:
Sla voor een majeur akkoord alleen de grondtoon toets aan.
Sla voor een mineur akkoord de grondtoon toets en de eerste
zwarte toets links ervan aan.
Sla voor een septime akkoord de grondtoon toets en de
eerste witte toets links ervan aan.
Sla voor een mineur septime akkoord de grondtoon toets en
de eerste witte en zwarte toets links ervan aan.
29
Page 31
De Demonstratie
• F1: De FINGERED 1 Mode
In de Fingered 1 Mode kunt u al uw favoriete akkoorden aanslaan in het begeleidings­gedeelte van het toetsenbord (d.w.z. alle toetsen uiterst links t/m het splitpunt ­normaal 54) waarop de PSR-330 het juiste georkestreerde ritme, bas en akkoord­begeleiding van de geselecteerde stijl produceert. De FINGERED 1 mode herkend de volgende akkoorden.
30
Akkoordnaam (afkorting) Normale vingerzetting Akkoord Display
Majeur 1 - 3 - 5 C C
none 1 - 2 - 3 - 5 C(9) C(9) sext 1 - (3) - 5 - 6 C6 C6
sext met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - 6 C6(9) C6(9)
majeur septime 1 - 3 - (5) - 7 of CM7 CM7
1 - (3) - 5 - 7
majeur none 1 - 2 - 3 - (5) - 7 CM7(9) CM7(9) majeur overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7 of CM7#11 CM7#11
1 - (2) - 3 - #4 - 5 - 7 verminderde kwint 1 - 3 - b5C(b5) C(b5) majeur septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - 7 CM7b5 CM7b5
toegevoegde kwart 1 - 4 - 5 Csus4 Csus4 vermeerderd 1 - #3 - 5 Caug Caug vermeerderd majeur septime 1 - (3) - #5 - 7 CM7aug CM7aug mineur 1 - b3 - 5 Cm Cm mineur met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - 5 Cm(9) Cm(9) mineur sext 1 - b3 - 5 - 6 Cm6 Cm6 mineur septime 1 - b3 - (5) - b7 Cm7 Cm7 mineur septime met toegevoegde none 1 - 2 - b3 - (5) - b7 Cm7(9) Cm7(9) mineur undecime 1 - (2) - b3 - 4 - 5 - (b7) Cm7_11 Cm7 11 mineur majeur septime 1 - b3 - (5) - 7 CmM7 CmM7 mineur majeur septime met toegev. none 1 - 2 - b3 - (5) - 7 CmM7(9) CmM7(9) mineur septime verminderde kwint 1 - b3 - b5 - b7 Cm7b5 Cm7b5 majeur mineur verminderde kwint 1 - b3 - b5 - 7 CmM7b5 CmM7b5 verminderd 1 - b3 - b5 Cdim Cdim verminderd septime 1 - b3 - b5 - 6 Cdim7 Cdim7 septime 1 - 3 - (5) - b7 of C7 C7
1 - (3) - 5 - b7 verminderd none 1 - b2 - 3 - (5) - b7 C7(b9) C7(b9) verminderd tredecime 1 - 3 - 5 - b6 - b7C7b13 C7b13 septime met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - b7 C7(9) C7(9) overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - b7 of C7#11 C7#11
1 - (2) - 3 - #4 - 5 - b7 tredecime 1 - 3 - (5) - 6b - 7 C7(13) C7(13) kleine none 1 - #2 - 3 - (5) - b7 C7(#9) C7(#9) septime verminderde kwint 1 - 3 - b5 - b7C7b5C7b5 vermeerderd septime 1 - 3 - #5 - b7 C7aug C7aug septime met toegevoegde kwart 1 - 4 - (5) - b7 C7sus4 C7sus4
1 + 2 + 5 1 - 2 - 5 C1+2+5 C1+2+5
N.B.
• Noten tussen haakjes kunnen worden overge­slagen.
• Als u drie opvolgende toetsen aanslaat (inclu­sief de zwarte toetsen) wordt het akkoord­geluid geannuleerd, en spelen alleen de ritme­instrumenten door (CHORD CANCEL func­tie).
• Een octaaf voegt bege­leiding toe die alleen ge­baseerd is op de grond­toon.
• Een zuivere kwint (1 + 5) voegt begeleiding toe die alleen gebaseerd is op de grondtoon en de kwint die zowel gebruikt kan worden in majeur als in mineur.
• De opgesomde vinger­zettingen zijn allemaal in de grondtoon, maar er kunnen ook omdraaiingen worden gebruikt, met de vol­gende uitzonderingen:
m7, m7
b
aug, dim7, 7 m7_11 en 1 + 2 + 5.
• Ommedraaiingen van het 7Sus4 en het 7#11 akkoord worden niet herkend als u de kwint weglaat.
5, 6, m6, Sus4,
b
5, 6(9),
Page 32
Voorbeeld voor “C” akkoorden
• F2: De FINGERED 2 Mode
De Demonstratie
Dit is feitelijk hetzelfde als de eerder omschreven FINGERED 1 mode, behalve dat het in de FINGERED 2 mode daarbij ook nog mogelijk is om de laagste noot in te geven van ieder akkoord - om het simpel te houden, de laagste noot in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord wordt gebruikt als de basnoot van de begeleiding. Dit betekent dat u “on-bass” akkoorden kunt ingeven waarbij de bas van het akkoord niet persé de grondtoon van het akkoord is. Bij een C majeur akkoord zou u bijvoorbeeld de E (de terts) of de G (de kwint) kunnen gebruiken als bas i.p.v. C.
C C op E C op G
• FuL: De FULL Keyboard Mode
In deze mode ziet de PSR-330 automatisch het verschil tussen linkerhand akkoor­den en rechterhand melodiëen, onafhankelijk van wat u speelt op het toetsenbord. Rechterhand akkoorden met een linkerhand basloopje - enkel of oktaaf - worden ook herkend. In het eerste geval worden linkerhand akkoorden herkend en begelei­ding op dezelfde manier geproduceerd, maar wordt de bas gebaseerd op het bas­loopje van de linkerhand. Dit betekent dat u zo alles kunt spelen wat u maar wilt op het toetsenbord, de PSR-330 produceert automatisch de juiste begeleiding.
N.B.
• Een enkele noot één oktaaf lager dan de laagste noot in het ak­koord wordt herkend als een basnoot, en noten elf tonen of meer hoger worden herkend als melodie noten.
31
Page 33
De Demonstratie
• MuL: De MULTI-FINGER Mode
Dit is de default (standaard) begeleidingsmode. De MULTI-FINGER mode her­kend automatisch SINGLE FINGER of FINGERED 1 akkoorden, dus kunt u ge­bruik maken van iedere soort finger akkoorden zonder de finger mode te wijzigen.
De Stop Accompaniment Functie
Als de SINGLE FINGER, FINGERED 1, FINGERED 2 of MULTI-FINGER mode is geselecteerd, worden akkoorden die worden aangeslagen in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord ook herkend en afgespeeld door het PSR­330 Auto Accompaniment systeem als de begeleiding niet loopt (behalve als de FULL KEYBOARD mode actief is). In dit geval worden de basnoten en de ak­koord voices automatisch geselecteerd.
One Touch Instelling
De 100 interne stijlen van de PSR-330 hebben allemaal “aanbevolen paneel­instellingen” die met één druk op de knop kunnen worden geselecteerd via de [ONE TOUCH SETTING] en REGISTRATIE MEMORY [1] ... [4] knoppen. De One Touch instelling functie stelt automatisch de volgende parameters in:
N.B.
• Als het AUTO ACCOM­PANIMENT splitpunt en het SPLIT VOICE split­punt op hetzelfde punt staan, klinken de L voice en de automatisch ge­selecteerde bas niet.
32
• One Touch Setting Parameter Lijst
R1 Voice (Voice nummer, volume, octaaf, pan, reverb level)
Dual Voice ON/OFF
R2 Voice (Voice nummer, volume, octaaf, pan, reverb level)
Split Voice ON/OFF
L Voice (Voice nummer, volume, octaaf, pan, reverb level)
Splitpunt : Split Voice=59
: Auto Accompaniment=54
Tempo=Default (van de huidig geselecteerde stijl)
Auto Accompaniment=ON
Main A/B gedeelte
Accompaniment Track data (Style parameters=default, Track ON/OFF)
Synchro start=ON
Accompaniment volume=100
Harmony ON/OFF, type, volume
Reverb ON/OFF
Reverb type
Multi Pad Set nummer
Chord Match ON/OFF=Default (Multi Pad1 ... 4)
Page 34
1 Selecteer een Stijl
Selecteer het STYLE menu en selecteer een accompaniment stijl zoals beschreven
staat op pag. 20.
2 Druk op de [ONE TOUCH SETTING] Knop
Druk op de [ONE TOUCH SETTING] knop. De ONE TOUCH SETTING en
REGIST [1] iconen verschijnen in de display, en de ONE TOUCH SETTING type1 paneelinstellingen worden opgeroepen. Op hetzelfde moment wordt AUTO ACCOM­P ANIMENT automatisch aangezet als deze uitstond, en wordt de SYNC ST ART mode actief.
De Demonstratie
3 Selecteer indien gewenst ONE TOUCH SETTING type
Als u een andere REGISTRATIE GEHEUGEN wilt selecteren moet u met de RE­GISTRATION MEMORY knoppen het gewenste ONE TOUCH SETTING type se­lecteren. Het corresponderende nummer verschijnt in de display en alle instellingen veranderen aan de hand van de opgeroepen data.
4 Zet ONE TOUCH SETTING Uit Als U Klaar Bent
Druk op de [ONE TOUCH SETTING] knop zodat het ONE TOUCH SETTING icoon verdwijnt in de display om de ONE TOUCH SETTING uit te zetten.
N.B.
• “No OTS” verschijnt in de display als een los verkrijgbare cartridge die geen ONE TOUCH SETTING data bevat wordt geselecteerd.
33
Page 35
Digitale Effecten
De PSR-330 bevat digitale REVERB en HARMONY effecten die uw geluiden extra breed maken en meer diepte geven.
Reverb
De PSR-330 bevat 8 digitale effecten die de natuurlijke nagalm van een aantal
akoestische omgevingen simuleert. Er is ook een “Off” instelling:
1 Hall 1 2 Hall 2 3 Room 1
4 Room 2 5 Plate 1 6 Plate 2
7 Delay 1 8 Delay 2 9 Off
Het Reverb Effect Aan/Uit zetten
Druk op de [REVERB] knop zodat het REVERB icoon verschijnt in de display om het geselecteerde REVERB effect aan te zetten. Druk een tweede keer op de [RE- VERB] knop waardoor het REVERB icoon verdwijnt en het REVERB effect uitstaat.
De [REVERB] knoppen beïnvloeden de reverb waarvan alle geluiden van de PSR­330 worden voorzien: m.a.w . de R1, R2 en L voices, begeleiding, songs en de MULTI PAD’s (zie “De Multi Pads” op pag. 41). De algemene reverb kan uitgezet worden door het “Off” reverb type te selecteren zoals straks wordt omschreven.
N.B.
• Als de Voice Set functie aanstaat (pag. 65) wordt het REVERB effect aan­of uitgezet aan de hand van de geselecteerde R1 Voice.
34
Een Reverb Type Selecteren
1 Selecteer de Digital Effect “Reverb” Functie
Verplaats met de MENU [] en [] knoppen de driehoekige indicator in de dis-
play naar “DIGITAL EFFECT”.
Shortcut
• U kunt ook direct naar de DIGITAL EFFECT RE­VERB TYPE functie springen door de [RE­VERB] knop in te druk­ken en een paar secon­den vast te houden.
Page 36
Selecteer vervolgens met de SUB MENU [] en [] knoppen “Reverb”. Na een paar
seconden verschijnt de naam van het huidig geselecteerde REVERB type in de bovenste regel van de display.
2 Selecteer een Reverb Effect
Selecteer het gewenste REVERB effect met de [-] en [+] knoppen (de naam van het geselecteerde REVERB effect verschijnt in de bovenste regel van de display). Selecteer “Off” als u geen effect wilt op wat voor onderdeel dan ook van de PSR-330.
Digitale Effecten
Harmony
Als HARMONY aanstaat en type 1 t/m 4 is geselecteerd (zie onderstaande opsomming) produceert het spelen van enkele noten of akkoorden in het rechterhandgedeelte van het toetsenbord automatische harmonie die past bij de akkoorden van de begeleiding (AUTO ACCOMPANIMENT moet wel aanstaan). HARMONY typen 5 t/m 25 zijn delay geba­seerde effecten die niet afhankelijk zijn van de begeleidingsakkoorden. Harmony werkt alleen op de R1 voice. Als er akkoorden worden gespeeld wordt de harmonie gebaseerd op de laatst aangeslagen noot (zgn. laatste-noot prioriteit).
De PSR-330 kent 25 verschillende soorten harmony, hieronder opgesomd.
1 Duet Een extra noot wordt toegevoegd
aan de melodie om duet type har monie te creëren.
2 Trio Twee noten worden toegevoegd
onder de melodie voor drie-part harmonie
3 Country Één noot wordt toegevoegd boven
de melodie voor een country-stijl feel.
4 Octaaf Één noot wordt toegevoegd een
octaaf onder de melodie.
35
Page 37
Digitale Effecten
Type Omschrijving Type Omschrijving
Twee noten die worden ge­speeld op het toetsenbord worden om de beurt afge­speeld op de huidig inge­stelde echo snelheid.
Een Tremelo effect wordt toe­gepast op de melodie op de huidig ingestelde echo snel­heid.
Het Harmony Effect Aan of Uitzetten
Druk op de [HARMONY] knop zodat het HARMONY icoon verschijnt in de dis-
play, om het geselecteerde HARMONY effect aan te zetten. Druk nog een keer op de [HARMONY] knop om het effect weer uit te zetten, waardoor het HARMONY icoon verdwijnt.
Een echo effect wordt toege­past op de melodie op de huidig ingestelde echo snel­heid.
N.B.
• HARMONY kan niet worden aangezet als de drumkit is geselecteerd als R1 voice.
Een Harmony Type Selecteren
1 Selecteer de Digital Effect “Harmony” Functie
Zet de driehoekige indicator met de MENU [] en [] knoppen naast “DIGITAL
EFFECT”.
• HARMONY kan niet worden aangezet als de FULL KEYBOARD AUTO ACCOMPANI­MENT finger mode is geselecteerd, zelfs niet als AUTO ACCOMPANI­MENT aanstaat. HAR­MONY wordt automa­tisch uitgezet als de FULL KEYBOARD finger mode is geselecteerd en het HARMONY effect aanstaat.
• HARMONY wordt auto­matisch uitgezet tijdens songs afspelen.
• Als de Voice Set functie aanstaat (pag. 65) kun­nen de HARMONY in­stellingen wijzigen af­hankelijk van de gese­lecteerde R1 paneel voice.
• Als een “Trill” harmony type (7 ... 12) is geselec­teerd, klinken twee toet­sen die tegelijk worden aangeslagen om de beurt, op de ingegeven nootwaarde.
36
Page 38
Digitale Effecten
Selecteer vervolgens met de SUB MENU [] en [] knoppen “Harmony”. Na
een paar seconden verschijnt het huidig geselecteerde HARMONY type in de boven­ste regel van de display.
2 Selecteer een Harmony Type
Selecteer met de [-] en [+] knoppen of nummerknoppen het gewenste HARMONY type (de naam van het geselecteerde HARMONY type verschijnt in de bovenste regel van de display).
Het Harmony Volume Afstellen
Shortcut
• U kunt ook direct naar de DIGITAL EFFECT HARMONY TYPE func­tie springen door de [HARMONY] in te druk­ken en een paar secon­den vast te houden.
Het volume van het harmonie geluid in relatie met het geluid van het toetsenbord kan als volgt worden afgesteld voor HARMONY typen 1 t/m 4 (HARMONY typen 5 t/m 25 worden niet beïnvloed):
1 Selecteer de Digital Effect “HarmVol” Functie
Zet de driehoekige indicator in de display met de [] en [] knoppen naast “DIGITAL EFFECT” en selecteer met de SUB MENU [] en [] knoppen “HarmVol”. De huidige harmonie volume instelling verschijnt aan de linkerkant van “HarmVol” in de display.
2 Stel het Harmony Volume Af
Stel het volume van de harmonie af met de [-] en [+] of nummerknoppen. Het bereik loopt van “0” tot “127” - “0” is minimum (geen geluid) en “127” is maximum volume.
37
Page 39
Transpose
Met deze functie kunt u de algemene toonhoogte van de PSR-330 maximaal één oktaaf omhoog of omlaag transponeren, in stappen van halve tonen.
Transpositie Instellen
Stel de gewenste transpositie in met de TRANSPOSE [] en [] knoppen. Druk
de betreffende knop kort in om één stap omlaag of omhoog te transponeren, of houd de knop ingedrukt om door de waarden omhoog of omlaag heen te scrollen. De huidige transpositie waarde verschijnt een paar seconden in de bovenste regel van de display zodra de TRANSPOSE knop wordt ingedrukt - op dit moment kunt u de transpositie waarden ook wijzigen met de [-] en [+] en nummerknoppen (de transpositie waarde verschijnt ook continue boven “TRANSPOSE” in de display).
Het transpositie bereik loopt van -12 tot +12. Iedere stap correspondeert met één
halve toon, waardoor u maximaal 1 oktaaf omhoog of omlaag kunt transponeren. De instelling “0” produceert de normale toonhoogte.
N.B.
• Druk de TRANSPOSE [▲] en [▼] knoppen te­gelijk in om de transpo­sitie waarde onmiddel­lijk terug te zetten op “0”.
• De nieuwe TRANSPOSE waarde is geldig vanaf de eerste noot die wordt aangeslagen.
• De TRANSPOSE waarde kan niet gewijzigd wor­den tijdens het afspelen van een song of wan­neer de record mode actief is.
38
Page 40
Registratie Geheugen
Het Registratie Geheugen van de PSR-330 bevat 32 complete regelpaneel setups (8 banken, 4 setups per stuk) die u op kunt roepen wanneer u maar wilt.
De Paneelinstellingen Opslaan
1 Stel de Parameters Naar Wens In
Stel eerst alle naar wens in. De volgende instellingen worden opgeslagen door de
Registratie Geheugen functie:
• Data die wordt Opgeslagen door het Registratie Geheugen VOICE PARAMETERS ACCOMPANIMENT PARAMETERS
• R1 Voice (Voice nummer, volume, octave, pan, re­verb send level)
• Dual Voice ON/OFF
• R2 Voice (Voice nummer, volume, octave, pan, re­verb send level)
• Split Voice ON/OFF
• L Voice (Voice nummer, volume, octave, pan, re­verb send level)
• Split Point (Split Voice)
• Aanslaggevoeligheid
• Reverb ON/OFF
• Harmony ON/OFF, type, volume
• Scale Tuning
• Auto Accompaniment ON/OFF
• Stijlnummer
• Finger Mode
• Tempo
• Splitpunt (Auto Accompa­niment
• Accompaniment Volume
• Track data (Track ON/OFF, voice, volume, pan, re­verb send level)
• Accompaniment gedeelte (Main A/B)
• Multi Pad Set nummer
• Chord Match ON/OFF (Multi Pad1 ... 4)
• Transpose*
• Reverb Type
2 Selecteer een Registratie Bank (indien noodzakelijk)
Alle acht Registratie Geheugen banken kunnen worden geselecteerd in het RE­GISTRATION MEMORY menu. Zet de driehoekige indicator naast “REGISTRA­TION MEMORY” in de menulijst links in de display - het nummer en de naam van de huidig geselecteerde registratie bank verschijnt in de bovenste regel van de display. Selecteer vervolgens de gewenste bank (1 t/m 8) met de [-] en [+] of nummerknoppen.
Shortcut
• Druk op en houd een paar seconden vast de REGISTRATION ME­MORY [MEMORY] knop om onmiddellijk naar de REGISTRATION BANK display te springen.
39
Page 41
3 Sla de Instellingen Op
Druk, terwijl u de [MEMORY] knop ingedrukt houd, op één van de REGISTRA-
TION MEMORY knoppen - [1] t/m [4]. Data die eerder was opgeslagen in de geselec­teerde lokatie wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen. Het corresponde­rende REGISTRATIE GEHEUGEN nummer verschijnt onder “REGISTRATION” in de display,
De Paneelinstellingen Oproepen
Registratie Geheugen
N.B.
• De inhoud van het REGISTRATIE GE­HEUGEN blijft be­waard zolang er werkende batterijen in de PSR-330 zitten, of de adaptor is aan­gesloten.
U hoeft alleen de betreffende bank op te roepen zoals hierboven omschreven staat, en vervolgens op de REGISTRATION MEMORY knop te drukken op het moment dat u de opgeslagen gegevens wilt oproepen. Het corresponderende Registratie Geheugen num­mer verschijnt onder “REGISTRATION” in de display, en de betreffende wijzigingen aan de parameters verschijnen in de display.
De Accompaniment Freeze Functie
N.B.
• REGISTRATIE GE­HEUGEN data kan niet worden opge­roepen als de ONE TOUCH SETTING functie aanstaat.
• Er is geen REGIS­TRATIE GEHEUGEN indicator zichtbaar als de PSR-330 net aangezet is of als er een bank is geselec­teerd voor het daad­werkelijk selecteren van een REGISTRA­TIE GEHEUGEN nummer.
N.B.
40
Als de FREEZE functie actief is wijzigen de begeleidingsparameters die eerder opge­somd zijn niet als er een REGISTRATIE GEHEUGEN wordt opgeroepen. Hierdoor is het mogelijk om tijdens het gebruik van automatische begeleiding verschillende REGISTRA­TIE GEHEUGEN’s te gebruiken zonder de begeleiding verstoord wordt. De FREEZE functie kan aan en uit worden gezet door op de [FREEZE] knop te drukken. Als de func­tie aanstaat verschijnt het “FREEZE” icoon in de display.
• FREEZE blijft aan, ook als er een an­dere registratiebank wordt geselecteerd.
• FREEZE wordt auto­matisch aangezet als er een demo, cartridge of user song wordt afge­speeld en wanneer er een user song wordt opgenomen. FREEZE wordt ver­volgens weer auto­matisch uitgezet als het afspelen of op­nemen klaar is.
Page 42
De Multi Pads
De MULTI PADS van de PSR-330 kunnen gebruikt worden om een aantal korte voor­geprogrammeerde ritmische en melodische sequences af te spelen die verrassing en variatie toevoegen aan uw spel. Percussie pad phrases spelen alleen het geprogram­meerde af, terwijl de ‘pitch’ phrases van het “chord match” type zijn die, als de CHORD MATCH functie actief is, automatisch worden getransponeerd om overeen te stem­men met de akkoorden die worden voortgebracht door de automatische begeleidings­functie van de PSR-330.
Een MULTI PAD SET Selecteren
De PSR-330 bevat 26 multi pad sets, die stuk voor stuk een complete set van 4 MULTI PAD phrases bevatten - 104 phrases totaal. Alvorens de MULTI PADS te ge­bruiken kunt u op de volgende manier de MULTI PAD set selecteren die de phrases bevat die u wilt gebruiken:
1 Selecteer de Multi Pad Functie
Om een multi pad te selecteren moet u eerst met de MENU [] en [] knoppen de MULTI PAD functie selecteren zodat de driehoekige indicator in de display naast “MULTI PAD” staat links in de display.
2 Selecteer een Multi Pad Set Nummer
Indien noodzakelijk moet u gebruik maken van de SUB MENU [] en [] knop­pen zodat de naam van de huidig geselecteerde MUL TI PAD veerschijnt in de display (zie de opsomming op pag. 43), en kunt u vervolgens met de [-] en [+] of nummer­knoppen de MULTI PAD selecteren die u wilt gebruiken.
Shortcut
• Druk op de MULTI PAD [STOP] knop, en houd deze een paar seconden vast om direct naar de MULTI PAD SET display te springen.
41
Page 43
De Multi Pads
CHORD MATCH Functie Aan/Uitzetten
De CHORD MATCH functie kan individueel worden uit en aangezet voor iedere MULTI
PAD, op de manier die hieronder omschreven wordt.
1 Selecteer de MULTI PAD Functie
Selecteer met de MENU [] en [] knoppen de MULTI PAD functie zodat de drie-
hoekige indicator in de display verschijnt naast “MULTI PAD” links van de display.
2 Selecteer een CHORD MATCH Functie
Selecteer met de SUB MENU [] en [] knoppen “Pad1Chd”, “Pad2Chd”, “Pad3Chd”
of “Pad4Chd” afhankelijk van de pad waarvan u de CHORD MATCH functie aan of uit wilt zetten.
N.B.
• De chord match functie werkt niet op pads die percussie phrases bevatten.
42
3 Zet de CHORD MATCH Functie Aan of Uit
Zet de [-] en [+] knoppen de CHORD MATCH functie van de geselecteerde pad “on
(aan)” of “off (uit)”.
N.B.
• De CHORD MATCH ON/OFF instelling wordt terugge­bracht naar de oor­spronkelijk status als er een nieuwe MULTI PAD set wordt geselecteerd.
Page 44
De MULTI PAD’s Bespelen
Sla wanneer u wilt op één van MULTI PAD’s om de corresponderende phrase af te spelen op het huidige tempo. Het afspelen van de MUL TI PAD begint zodra u de knop indrukt. U kunt zelfs twee, drie of vier MULTI PAD’s tegelijk afspelen (behalve tij­dens het afspelen van een SONG, dan kan er maar één tegelijk afgespeeld worden). Daarbij kunt u ook “trigger” effecten teweeg brengen door een pad herhaaldelijk in te drukken alvorens hem in zijn geheel af te laten spelen.
De MULTI PAD voices zijn onafhankelijk van de voices die u momenteel hebt geselecteerd op het toetsenbord. U kunt bijvoorbeeld best een piano op het toetsenbord spelen terwijl de MULTI PAD’s een brass akkoord afspelen.
Als de CHORD MA TCH functie van een pad aanstaat, wordt de corresponderende phrase automatisch getransponeerd om overeen te stemmen met de akkoorden die op dat moment worden voortgebracht door de begeleiding van de PSR-330.
MULTI PAD afspelen kan worden geannuleerd door op de MULTI PAD [STOP] knop te drukken.
De Demonstratie
• De Multi Pad Sets
43
Page 45
Songs Afspelen
U kunt de volgende procedure gebruiken om zowel de interne demonstratie songs als uw eigen songs af te spelen (zie “Songs Opnemen”, pag. 50).
Song Afspeel Procedure
1 Selecteer het Song Menu
Druk op het [SONG] menu om het SONG menu te selecteren (de driehoekige
indicator verschijnt naast “SONG” rechts van de display). Het nummer en de naam van de huidig geselecteerde song verschijnt in de bovenste regel van de display, en de song track en volume iconen in de buurt van de onderkant van de display verschijnen met een vierkant er om heen.
44
2 Selecteer een Song Nummer
Gebruik, indien noodzakelijk, de [-] en [+] of nummerknoppen om het SONG num-
mer te selecteren dat u af wilt spelen. Het SONG nummer kan ook toenemen door op de [SONG] knop te drukken; druk één keer om met één toe te nemen, of houd vast om door de waarden te scrollen.
Page 46
3 Beginnen met Afspelen
Het afspelen begint zodra de [START/STOP] knop wordt ingedrukt. U kunt de MELODY en ACCOMP ANIMENT tracks naar wens aan- en uitzetten tijdens het afspelen met de TRACK knoppen.
4 Speel Mee Als U Dit Wilt
U kunt meespelen op het toetsenbord. U kunt tijdens het afspelen ook het tempo wijzi­gen.
5 Stoppen met Afspelen
Het afspelen van de SONG stopt automatisch zodra de gehele SONG is uitgespeeld. U kunt het afspelen ook op ieder gewenst moment stoppen door op de [START/STOP] knop te drukken.
Songs Afspelen
N.B.
• U kunt het afspelen ook vanaf een an­dere nader te bepa­len maat beginnen.
Song Volume Parameter
Als het SONG menu is geselecteerd (d.w.z. als de song track en de volume iconen
onderin de display zijn omlijst met een vierkant) kunt u het volume van de SONG afstel­len t.o.v . het toetsenbord met de ACCOMP ANIMENT/SONG VOLUME [] en [] knop­pen. Als één van beiden knoppen wordt ingedrukt verschijnt de huidige song volume in­stelling een paar seconden in de bovenste regel van de display. Het song volume bereik loopt van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume). De default (standaard) instel­ling is “100”. Druk op de ACCOMPANIMENT/SONG VOLUME [] knop om het vo­lume te verlagen, en druk op de [] knop om het volume te verhogen. Druk één keer kort op de knop voor een enkele verhoging/verlaging, of houd de knop vast om door de waar­den te scrollen.
Als de song volume instelling verschijnt in de bovenste regel van de display kunt u
ook met de [-] en [+] en nummerknoppen het volume wijzigen.
45
Page 47
Songs Afspelen
Spelen vanaf een Bepaalde Maat
U kunt het afspelen van een SONG beginnen bij iedere gewenste maat, zolang de betref­fende maat binnen het bereik valt van de maten die al zijn opgenomen:
1 Selecteer de Measure (maat) Parameter
Als het SONG menu is geselecteerd, maar er nog niet wordt afgespeeld of opgenomen,
kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de “Measure” parameter in de display selecteren. Het huidige nummer van de maat verschijnt in de display links naast “Measure” in de bovenste regel van de display (het huidige maatnummer wordt ook continue getoond naast “MEASURE” in de display).
2 Geef het Gewenste Measure (maat) Nummer In
Geef met de [-] en [+] of nummerknoppen het gewenste maatnummer in.
3 Begin met Afspelen
U kunt nu beginnen met afspelen vanaf het betreffende maatnummer door op de
[START/STOP] knop te drukken.
46
Page 48
Minus-one Oefeningen
Met Minus-one afspelen kunt u bepaalde gedeelten van een song uitzetten, zodat u deze kunt oefenen op het toetsenbord van de PSR-330 terwijl de andere gedeelten automatisch spelen. Alle vier de MELODY tracks en/of ACCOMPANIMENT track van de PSR-330 kunnen naar wens uit- en aangezet worden. Individuele SONG tracks kunnen op OFF gezet worden (gemute) of op ON m.b.v. de TRACK knoppen die corresponderen met de betreffende MELODY of ACCOMP ANIMENT tracks. Het track icoon verdwijnt als een track gemute is.
Songs Afspelen
Minus-one Tracks Toewijzen
Veel van de PSR-330 demonstratie songs, en songs op Music Cartridges (zie “Music Cartridges Gebruiken” pag. 55) bevatten meer dan 4 kanalen - soms wel 16 om precies te zijn. Met deze functie kunt u deze song kanalen toewijzen aan de PSR-330 MELODY tracks, zodat deze aan- of uit kunnen worden gezet voor het minus-one oefenen.
1 Selecteer de MinusOne Parameter
Als het SONG menu is geselecteerd, en er nog geen opname loopt, kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de “MinusOne” parameter in de display selecteren. Na een paar seconden verandert “MinusOne” in “MinusCh”, verschijnt het nummer van het huidige minus-one kanaal links van “MinusCh” en komt er een vierkantje om het MELODY 1 song track icoon.
47
Page 49
Songs Afspelen
2 Selecteer een MELODY Track
Selecteer de song MELODY track (1 ... 4) waar een minus-one kanaal aan moet
worden toegewezen met de TRACK knoppen. Er komt een vierkantje rond het gese­lecteerde track icoon.
3 Wijs een Kanaal Toe aan de Geselecteerde Track
Wijs het gewenste minus-one kanaal toe (1 ... 16) aan de geselecteerde MELODY
track met de [-] en [+] knoppen. Hierop verschijnt het nummer van het toegewezen kanaal aan de linkerkant van “MinusCh” bovenin de display.
N.B.
• Druk de [+] en [-] knop­pen tegelijk in om de song zijn oorspronke­lijke kanaal toewijzin­gen van de geselec­teerde track te herroe­pen.
• Minus-one kanaal toe­wijzingen gelden niet voor songs die u zelf hebt opgenomen.
• Als een geselecteerde song minus-one kanaal instellingen bevat, wor­den deze kanalen auto­matisch toegewezen aan de juiste tracks.
48
Page 50
Repeat Play
Met deze functie kunt u ieder gedeelte van een song - intern of van een cartridge -
continue laten herhalen.
1 Selecteer de A-b Repeat (herhaal) Parameter
Als het SONG menu is geselecteerd, en er nog niet wordt opgenomen, kunt u met
de SUB MENU [] en [] knoppen de “A-b Repeat (herhaal)” parameter selecteren in de display. De MAIN/AUTO FILL [A] en [B] knoppen gaan hierop knipperen.
2 Begin het Afspelen
Druk op de [START/STOP] knop om te beginnen met afspelen.
Songs Afspelen
3 Geef de Repeat “A” en “B” Punten In
Terwijl de song afspeelt kunt u op de MAIN/AUTO FILL [A] knop drukken om
het begin van het gedeelte in te geven dat herhaald moet worden (de [A] knop indicator gaat branden, en het “A” repeat icoon verschijnt in de display), vervolgens kunt u op de MAIN/AUTO FILL [B] knop drukken om het einde van het gedeelte in te geven dat herhaald moet worden (de [B] knop indicator gaat branden, en het “B” repeat icoon verschijnt in de display). Het herhalen van het gedeelte begint automatisch vanaf het A punt zodra het B punt is ingegeven, en gaat door tot ofwel de MAIN/AUTO FILL [A] knop wordt ingedrukt om de repeat functie te annuleren, of tot het afspelen van de song wordt gestopt.
N.B.
• A-B herhaal punten worden automatisch geplaatst bij de dichtstbijzijnde maat lij­nen.
• Als alleen het “A” herhaalpunt is ingege­ven vindt het herhalen plaats tussen het “A” punt en het einde van de song.
• Als de MAIN/AUTO FILL [B] knop wordt inge­drukt tijdens herhalen afspelen, wordt het eer­der ingegeven “B” punt geannuleerd en kan er naar wens een nieuw “B” punt ingegeven worden.
• Het herhalen gaat door zelfs als er een ander menu wordt geselec­teerd tijdens herhalend afspelen.
• Herhalend afspelen wordt geannuleerd als er een ander SONG nummer wordt geselec­teerd of als u naar de record mode gaat.
49
Page 51
Songs Opnemen
Met de PSR-330 SONG tracks kunt u complete songs afspelen en opnemen, inclusief akkoord sequences die gecreëerd zijn met de AUTO ACCOMPANIMENT functie en een melodie die u speelt op het toetsenbord. De SONG tracks bevatten één ACCOMPANI­MENT track en vier MELODY tracks. De PSR-330 kan maximaal 2 complete songs bevatten in het interne geheugen, en deze kunnen geselecteerd en afgespeeld worden zoals omschreven wordt in het voor­gaande gedeelte.
N.B.
• Materiaal dat opgenomen is in de SONG tracks blijft bewaard in het geheugen, zelfs als het instrument wordt uitgezet mits er batterijen in het instrument zitten of gebruik wordt gemaakt van een AC adaptor.
• De opgenomen data gaat verloren als het instrument uit wordt gezet, de AC adaptor uit het stopcontact wordt gehaald of als de batterijen bijna leeg zijn, tijdens de op­name.
• De SONG MELODY tracks nemen de volgende handelingen en data op:
Note on/off.
Aanslaggevoeligheid.
R1 en R2 voice nummer, volume, octaaf*, pan, reverb send level.
Dual voice on/off.
Harmony on/off, type.**
Sustain pedaal on/off.
Scale Tuning (toonladder stemming).***
• De SONG ACCOMPANIMENT tracks nemen de volgende han­delingen en data op:
Gedeelte veranderingen.
Stijlnummer.*
Accompaniment track veranderingen.*
(8 tracks: track on/off, voice nummer, volume, pan, reverb send level).
Akkoord veranderingen, timing.
Reverb on/off.
Tempo en maatsoort
(algemeen voor de ACCOMPANIMENT en MELODY tracks).*
N.B.
• Er kunnen maximaal
1.000 noten worden op­genomen in de PSR-330 melody tracks.
• Alleen harmonie waar­van de laatste track is voorzien wordt inbegre­pen in de opgenomen song data (zie pag. 35 voor details over het HARMONY effect).
N.B.
• Er kunnen ongeveer 1400 akkoorden worden opgenomen in de AC­COMPANIMENT track.
50
* Wordt alleen aan het begin van de song opgenomen, er kan niet gewijzigd worden tijdens het opnemen. ** Wordt alleen opgenomen aan het begin van een song, er kan niet gewijzigd worden tijdens het opnemen.
Slechts één track kan opgenomen worden met harmony. De harmony data van de laatst opgenomen track met harmonie wordt gehandhaafd (laatste nootprioriteit).
*** Wordt alleen aan het begin van de song opgenomen, er kan niet gewijzigd worden tijdens het opnemen.
Wordt slechts één keer opgenomen voor alle melodie tracks (laatste nootprioriteit).
Page 52
Song Opname Procedure
1 Zet Alles Klaar Voor de Opname
Voordat u op gaat nemen moet u eerst alles klaarzetten: de gewenste voice(s), effecten,
begeleidingsstijl, finger mode enz.
2 Ga Naar de Record Ready Mode
Druk op de [RECORD] knop om naar de Record Ready mode te gaan. De [RECORD]
knop indicator gaat branden, het SONG menu wordt automatisch geselecteerd en een SONG nummer verschijnt in de bovenste regel van de display. De beat indicator dots (puntjes) knipperen op het huidige tempo, om aan te geven dat de record ready (Synchro-start) mode actief is. Daarbij knippert ook het vierkantje rond de MELODY en ACCOMPANI­MENT track iconen, om aan te geven dat er een MELODY en/of ACCOMPANIMENT track geselecteerd moet worden voordat de opname kan beginnen.
Songs Opnemen
N.B.
• Als u op de [RE­CORD] knop drukt terwijl er een de­monstratie song of cartridge song is ge­selecteerd, wordt automatisch het laagst genummerde user song die geen opgenomen data bevat geselecteerd. Als andere user songs echter al data bevatten, wordt user song nummer 21 geselecteerd.
3 Selecteer, indien noodzakelijk, een User Song Nummer
Als de gewenste user song nog niet is geselecteerd moet u deze selecteren met de [-] en
[+] of nummerknoppen.
• De volgende paneelinstelling wij­zigingen treden op als u naar de record ready mode gaat:
• Het maatnummer wordt op “1” gereset.
• Als de Metronoom functie aan is (pag. 65) klinkt de me­tronoom in het huidige tempo.
• De REGISTRATION ME­MORY FREEZE functie wordt aangezet (deze kan niet uitgezet worden terwijl de re­cord mode actief is).
• De SYNCHRO STOP func­tie wordt uitgezet.
51
Page 53
Songs Opnemen
4 Selecteer de Track(s) die Opgenomen Moeten Worden
Selecteer met de TRACK knoppen een SONG MELODY track die u op wilt ne-
men (er kan slechts één track tegelijk opgenomen worden). Een vierkant verschijnt continue rond de iconen van de MELODY track die geselecteerd is om opgenomen te worden.
De ACCOMPANIMENT track kan alleen worden opgenomen of tegelijk met één
MELODY track. Als u van plan bent om begeleiding op te nemen moet u met de betreffende TRACK knop de ACCOMPANIMENT track selecteren (een vierkant ver- schijnt hierop continue rond het ACCOMPANIMENT track icoon).
N.B.
• De R1 en R2 voices kunnen tegelijk wor­den opgenomen op één track. De L voice kan niet worden op­genomen.
• Als u begint met opnemen zonder een specifieke track te selecteren, wor­den automatisch de MELODY 1 en ACCOMP tracks ge­selecteerd om op­genomen te wor­den.
N.B.
• De paneel AUTO ACCOMPANIMENT [ON/OFF] knop wordt automatisch uitgezet als de AC­COMPANIMENT track uit wordt ge­zet.
5 Neem Op
Het opnemen begint zodra u een toets aanslaat op het toetsenbord of zodra u op de
[START/STOP] knop drukt, en de BEAT indicator dots (puntjes) beginnen de huidige beat (tel) aan te geven in de maat tijdens het opnemen.
N.B.
• Alvorens daadwerkelijk te beginnen met opnemen kunt u proberen de PSR-330 te bespelen op de manier zoals hij is opgezet m.b.v. de “Rehearsel (oefen) mode”: druk op de [SYNC START] knop om tijdelijk de record ready mode te verlaten, oefen naar wens en druk dan weer op de [SYNC START] knop om terug te keren naar de record ready mode.
• Zodra u een track opneemt in een SONG, wordt eerder materiaal in die track gewist.
• Als het SONG geheugen vol raakt tijdens het opnemen verschijnt “FULL” in de display en stopt het opnemen (u gaat hierop naar de “Rehearsal Mode”).
• AUTO ACCOMPA­NIMENT wordt au­tomatisch aangezet als deze uitstaat en de ACCOMPANI­MENT track wordt geselecteerd voor opname. Volgens dezelfde logica wordt de ACCOM­PANIMENT track automatisch gese­lecteerd voor op­name als de AUTO ACCOMPANIMENT [ON/OFF] knop wordt aangezet.
• AUTO ACCOMPA­NIMENT kan niet aan- of uitgezet wor­den tijdens op­name.
52
Page 54
N.B.
Songs Opnemen
• Een opname wordt uitgevoerd in stappen van 1 maat. Als u stopt met opnemen in het midden van een maat worden automatisch rusten ingevoerd tot de maat is volgemaakt.
• Als u de opname begint met de [START/STOP] knop, wordt er niets opgenomen in de MELODY track tot u be­gint te spelen op het toetsenbord. Alleen ritme wordt op­genomen in de ACCOMPANIMENT track tot u een akkoord aanslaat in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord.
• Tijdens opnamen kunt u met de TRACK knoppen het af­spelen van eerder opgenomen MELODY- of ACCOMPANI­MENT tracks aan- of uitzetten.
6 Stop met Opnemen
Stop de opname door op de [START/STOP] knop te drukken. Als u op de
[ENDING] knop drukt tijdens het opnemen van de ACCOMPANIMENT track, stopt
het opnemen automatisch als het ending gedeelte gespeeld heeft. Als de opname is gestopt keert het MEASURE nummer in de display terug naar “001”, en keert u terug naar de record-ready mode.
N.B.
• U kunt ook op de [SYNC START] knop drukken om de opname te stop­pen en terug te keren naar de record ready mode.
7 Neem Meer Tracks op
Door stap 4 t/m 6 te herhalen kunt u nog meer tracks selecteren en opnemen, als u
dit wilt.
8 Verlaat de Record Mode
Als u klaar bent met het opnemen van een song moet u op de [RECORD] knop
drukken waardoor zijn indicator uitgaat en u de record mode verlaat. De opgenomen user song kan nu op dezelfde manier worden afgespeeld als de demonstratie song (pag.
44).
N.B.
• Als u in de record ready mode bent kunt u op de [VOICE] knop drukken om naar het VOICE menu te gaan en de R1 voice wijzigen. De R2 voice kan echter niet gewijzigd worden (als de Voice Set functie aanstaat - pag. 65 ­wordt de R2 voice auto­matisch gewijzigd als er een R1 paneelvoice wordt geselecteerd. De Record ready mode moet verlaten worden om de R2 voice en an­dere instellingen te wij­zigen.
N.B.
• De opname wordt ver­laten als de [DEMO] knop wordt ingedrukt.
• Vele soorten data die wordt opgenomen in user songs kunnen op­nieuw geschreven wor­den (“revoicen”) zoals omschreven wordt op pag. 61).
53
Page 55
Songs Opnemen
Song Data Wissen
Met deze functie kunt u ongewenste data uit het PSR-330 SONG geheugen wissen.
Een Hele Song Wissen
Als u in de SONG record-ready of rehearsal mode bent kunt u met de SUB MENU
[] en [] knoppen de “SongClr?” functie selecteren, en als u dan op de [+] (YES) knop drukt verschijnt “Sure?” in de display. Drukt u nog een keer op de [+] (YES) knop wordt de huidig geselecteerde user song daadwerkelijk gewist (de demonstratie songs en cartridge songs kunnen niet gewist worden). Druk [-] (NO) als u de clear handeling wilt verlaten.
Geselecteerde Melody Tracks Wissen
Als de SONG record-ready of rehearsal mode actief is kunt u met de SUB MENU
[] en [] knoppen de “TrkClr?” functie selecteren. De SONG track iconen die cor­responderen met de MELODY tracks die data bevatten gaan knipperen (de ACCOM­PANIMENT track kan niet gewist worden - net als de tracks in demonstratie of car­tridge songs). Selecteer de track(s) die u wilt wissen met de TRACK knoppen (vier­kantjes verschijnen rond de geselecteerde tracks). Als alle gewenste tracks zijn gese­lecteerd moet u op de [+] (YES) knop drukken: “Sure?” verschijnt in de display. Druk nog een keer op de [+] (YES) knop om de huidig geselecteerde track(s) daadwerkelijk te wissen of druk op [-] (NO) om de clear handeling te verlaten.
54
Page 56
Music Cartridges Gebruiken
De PSR-330 is uitgerust met een cartridge slot voor voorgeprogrammeerde Yamaha Music Cartridges die stijl- en/of songdata bevatten. Één Music Cartridge die songdata bevat is meegeleverd met de PSR-330. Andere zijn leverbaar via uw Yamaha dealer.
Een Music Cartridge Insteken
Doe , terwijl het instrument uitstaat, de Music Cartridge in het cartridge slot op de manier die hieronder staat afgebeeld, en druk zachtjes door tot de Cartridge goed in het slot zit (zoals u ziet in de illustratie). De Cartridge heeft een dusdanige vorm dat deze slechts op één manier in het slot past - forceer hem dus niet op verkeerde wijze in het slot. Doe hierna het instrument aan.
Bij cartridges zonder de markering zou de onderkant van
De driehoek voorop de Cartridge moet volledig verdwenen zijn in het paneelslot als de Cartridge goed op zijn plaats zit.
de hoekjes met de tandjes van Cartridge op gelijke hoogte moeten zijn met paneelhoek (niet erboven).
Music Cartridge Voorzorgsmaatregels
Berg Music Cartridges niet op in
overdreven vochtige of warme lo-
katies.
Gooi niet met Music Cartridges,
en stel ze niet bloot aan sterke
schokken.
Haal Music Cartridges niet uit el-
kaar .
Raak de contactpuntjes van de
Music Cartridge niet aan. Als u dit
te vaak doet kunt u ze beschadi-
gen of statische elektriciteit gene-
reren. Statische elektriciteit kun-
nen de data beschadigen of wis-
sen.
Steek geen andere voorwerpen
dan Yamaha Music Cartridges in
het PortaTone Cartridge slot. Dit
kan ernstige schade veroorzaken
aan het instrument..
V erwijder nooit een cartridge als het instrument aanstaat. Dit kan er voor zorgen dat het geheugen van de PSR-330 (song data/registratie ge­heugen data) gewist wordt en de be­sturing van het instrument in de war brengen.
Als de contactpuntjes vies zijn kan het zijn dat de Music Cartridge data niet geselecteerd kan worden of onjuist afspeelt. Als dit gebeurt moet u de Music Cartridge een paar keer er in en er uit doen. Dit kan het probleem oplossen. Als het pro­bleem echter nog steeds optreedt moet u de elektrische contact­puntjes van de Music Cartridge schoonmaken met een droge, zachte doek.
N.B.
• Zorg er voor dat de car­tridge er in zit als regis­tratie instellingen op­roept die gebaseerd zijn op cartridge data of als u een song afspeelt die gebaseerd is op car­tridge data. Anders ver­schijnt “No Cart (Car­tridge)” in de display.
55
Page 57
Music Cartridges Gebruiken
Cartridge Songs
Als u gebruik maakt van Yamaha Music Cartridges (degene die is meegeleverd met de PSR-330 bevat 7 songs, andere zijn verkrijgbaar bij uw Yamaha dealer) kunt u genie­ten van automatisch spel, of gebruik maken van uw “privé leraar”, die het mogelijk maakt om bepaalde stukken van een stuk te oefenen terwijl de anderen automatisch afspelen.
Cartridge Songs afspelen
1 Selecteer het Cartridge Menu
Druk op de [CARTRIDGE] knop om het CARTRIDGE menu te selecteren (de drie­hoekige indicator verschijnt naast “CAR TRIDGE” rechts van de display). Het nummer en de naam van de huidig geselecteerde cartridge song verschijnt in de bovenste regel van de display, het CAR T icoon verschijnt bovenin de linkerhoek van de display , en de song track en volume iconen onderin de display verschijnen met een vierkant er omheen. De [START/ STOP] indicator knippert.
2Selecteer een Cartridge Song Nummer
Selecteer het gewenste cartridge songnummer met de [-] en [+] of nummerknoppen. Het songnummer neemt ook toe door op de [CARTRIDGE] knop te drukken, druk één keer kort in om een stap vooruit te gaan, of houd de knop vast om door de waarden te scrollen.
N.B.
• Cartridge song­nummers kunnen ook worden gese­lecteerd vanuit het SONG menu: druk en houd vast de nummer [3] knop tot het cartridge icoon verschijnt in de display, en geef hierna het nummer in van de cartridge song die u wilt se­lecteren op de nor­male manier met de nummerknoppen.
• De cartridge songs kunnen ook worden geselecteerd vanuit het SONG menu met de [-] en [+] knoppen door ver­der te gaan dan de hoogste of laagste interne song­nummers - m.a.w. als u op de [+] knop drukt na song­nummer intern als 22 is geselecteerd verschijnt cartridge songnummer 1 (de cartridge icoon ver­schijnt).
56
Page 58
Music Cartridges Gebruiken
3 Begin met Afspelen
Het afspelen begint zodra de [ST ART/ST OP] wordt ingedrukt. U kunt tijdens het
afspelen de MELODY en ACCOMPANIMENT tracks aan- en uitzetten m.b.v. de TRACK knoppen.
Cartridge Begeleidingsstijlen
Los verkrijgbare Style Music Cartridges leveren extra begeleidingsstijlen die op
dezelfde manier kunnen worden gebruikt als de interne begeleidingsstijlen na op de [STYLE] knop gedrukt te hebben om het STYLE menu te selecteren.
Cartridges die zowel song en stijldata bevatten vereisen een iets andere stijlselectie
procedure: Druk op de nummer [3] knop en hou deze vast tot het cartridge icoon ver­schijnt links van de stijlnaam in de display, en geef vervolgens het nummer in van de gewenste cartridge stijl met de nummerknoppen. De cartridge stijlen kunnen ook wor­den geselecteerd door met de [-] en [+] knoppen verder te gaan dan de hoogste of laagste interne stijlnummers - m.a.w. als u op de [+] knop drukt terwijl de interne stijl 100 is geselecteerd, wordt cartridge nummer 01 geselecteerd en verschijnt het car­tridge icoon.
De cartridge stijlen worden op dezelfde manier gebruikt als de interne begeleidings-
stijlen (pag. 20).
N.B.
• U kunt het afspelen be­ginnen vanaf iedere ge­wenste maat - pag. 46.
• Het afspeeltempo kan naar wens worden ge­wijzigd.
• Cartridge song data kan niet gerevoiced worden.
57
Page 59
Revoicen
Met de PSR-330 REVOICE functie kunt u de volgende parameters van de R1, R2 en L voices, AUTO ACCOMPANIMENT tracks en USER SONG tracks wijzigen.
• Revoice Parameters
Parameter Display Bereik Commentaar
Voice
Volume
Octaaf
Pan
Reverb Send Niveau
Voice Name
Volume
Octave
Pan
RevSndLv
1 ... 264
0 ... 127
-2 ... 2
-7 ... 7
0 ... 127
Wijst een voice nummer toe aan de betreffende PSR-330 voice of track.
Stelt het volume in van de betreffende PSR-330 voice of track.
Transponeert de toonhoogte van de betreffende PSR-330 voice of track één of twee octaven omhoog of omlaag. De instelling “0” produceert normale toonhoogte.
Zet het geluid van de betreffende voice of track van links naar rechts in het stereobeeld. “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0” is mid­den, alle andere instellingen zijn posities er tus­senin.
Stelt het reverb send level in van de betreffende voice of track, en dus de hoeveelheid reverb effect waarmee die voice of track wordt voor­zien.
De R1, R2 en L Voice Revoicen
58
1 Selecteer de VOICE REVOICE Mode
Als het VOICE menu is geselecteerd moet u op de [REVOICE] knop drukken (de volgorde is hier eigenlijk niet belangrijk; u kunt ook op de [VOICE] knop drukken nadat u op de [REVOICE] knop het gedrukt). De [REVOICE] knop indicator gaat branden en er verschijnt een vierkantje rond de R1 voice in de display (m.a.w. de R1 voice wordt in eerste instantie geselecteerd om te revoicen).
N.B.
• De VOICE REVOICE mode wordt automa­tisch geselecteerd als de [REVOICE] knop wordt ingedrukt als er een ander menu dan STYLE of SONG is ge­selecteerd.
• De VOICE REVOICE kan niet worden geselec­teerd als de song record mode actief is.
Page 60
Revoicen
2 Selecteer Indien Noodzakelijk een Voice om te
Revoicen
Selecteer de voice die u wilt revoicen met de drie uiterst rechtse TRACK knoppen:
L. R2 of R1. Een vierkant verschijnt rond het icoon van de geselecteerde voice.
3 Selecteer en Edit de Revoice Parameters
Selecteer met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste parameter. De
naam van de geselecteerde parameter verschijnt in de bovenste regel van de display aan de rechterkant van de huidige waarde van de parameter. Stel de waarde naar wens in met de [-] en [+] of nummerknoppen. Zie de “Revoice Parameters” op pag. 58.
N.B.
• De TRACK knop onder de geselecteerde voice kan gebruikt worden om de voice aan of uit te zetten. Zorg er voor dat de voice aanstaat als u het geluid tijdens het revoicen wilt beluiste­ren (de R1 voice kan niet aangezet worden).
• U kunt direct naar de REVOICE R2 VOICE dis­play springen door de [DUAL VOICE] knop in te drukken en een paar seconden vast te hou­den.
¨• U kunt direct naar de
REVOICE L VOICE dis­play springen door de [SPLIT VOICE] knop in te drukken en een paar seconden vast te hou­den.
• Als de Voice Set functie aanstaat (pag. 65) kun­nen de R1, R2 en L voice parameters wijzigen als er een andere R1 voice wordt geselecteerd, waardoor de REVOICE instellingen dus verlo­ren gaan. Zet de Voice Set functie uit als u niet wilt dat dit gebeurt.
4 Herhaal dit Naar Wens en Verlaat de Functie Als U Klaar Bent
Herhaal stappen 2 en 3 hierboven, en revoice alle voices naar wens, waarna u op de
[REVOICE] knop kunt drukken om de REVOICE mode te verlaten, zijn indicator gaat uit.
• Minus instellingen van de Octave en Pan para­meters kunnen direct worden ingegeven door op de betreffende nummerknop te druk­ken terwijl u de [-] knop ingedrukt houd.
• De REVOICE mode wordt automatisch ver­laten als u de MENU [ en [
] knoppen ge­bruikt bij het selecteren van één van de menu’s aan de linkerkant van de display, of als u de [CARTRIDGE] knop in­drukt.
• Sla evt. REVOICE instel­lingen die u wilt bewa­ren op in het REGIS­TRATIE GEHEUGEN van de PSR-330 (pag. 39). De revoice instelling is tijdelijk en gaat verloren als u het instrument uit­zet, een andere R1 paneelvoice wordt ge­selecteerd terwijl de Voice Set aanstaat of als er een REGISTRATIE GEHEUGEN wordt op­geroepen.
]
59
Page 61
Revoicen
N.B.
Een Stijl Revoicen
1 Selecteer de STYLE REVOICE Mode
Als het STYLE menu is geselecteerd, en de stijl die u wilt is geselecteerd moet u op
de [REVOICE] knop drukken (de volgorde is hier eigenlijk niet belangrijk; u kunt ook op de [STYLE] knop drukken nadat u op de [REVOICE] knop het gedrukt). De [REVOICE] knop indicator gaat branden en er verschijnt een vierkantje rond de RHY ­THM 1 track icoon in de display (m.a.w . de RHYTHM 1 track wordt in eerste instantie geselecteerd om te revoicen).
• De STYLE REVOICE mode kan zelfs worden geselecteerd tijdens het spelen van de begelei­ding door te drukken op de [REVOICE] knop.
• De STYLE REVOICE kan niet worden geselec­teerd als de song record mode actief is.
• De STYLE REVOICE kan niet worden geselec­teerd als er een song of voice wordt gerevoiced onder het afspelen van een song.
• De TRACK knop onder de geselecteerde track kan gebruikt worden om de track aan of uit te zetten. Zorg er voor dat de track aanstaat als u het geluid tijdens het revoicen wilt beluiste­ren.
• Alleen drumkits (voice nummer 127 ... 136) kunnen worden gese­lecteerd voor de RHY­THM 1 track.
2 Selecteer Indien Noodzakelijk een Track om te Revoicen
Selecteer de begeleidingstrack die u wilt revoicen met de TRACK knop: RHY-
THM 1, RHYTHM 2, BASS, CHORD 1, CHORD 2, P AD, PHRASE 1 of PHRASE 2. Een vierkant verschijnt rond het icoon van de geselecteerde track.
3 Selecteer en Edit de Revoice Parameters
Selecteer met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste parameter. De
naam van de geselecteerde parameter verschijnt in de bovenste regel van de display aan de rechterkant van de huidige waarde van de parameter . Stel de waarde naar wens in met de [-] en [+] of nummerknoppen. Zie de “Revoice Parameters” op pag. 58.
• Iedere voice kan wor­den geselecteerd als RHYTHM 2 track, maar houd u er a.u.b. reke­ning mee dat de RHY­THM 2 track niet wordt beïnvloed door de AUTO ACCOMPANI­MENT functie.
• De OCTAVE parameter kan niet ge-edit worden in de STYLE REVOICE mode.
• Stijlen revoicen beïn­vloedt alle gedeelte van de geselecteerde stijl.
• “- - -” verschijnt in de bovenste regel van de display als u een begeleidingsstijl selec­teert die geen data be­vat om te revoicen, en revoicen dus niet moge­lijk is.
• Minus instellingen van de Octave en Pan para­meters kunnen direct worden ingegeven door op de betreffende nummerknop te druk­ken terwijl u de [-] knop ingedrukt houd.
60
Page 62
Revoicen
4 Herhaal Naar Wens en Verlaat de Functie Als U Klaar Bent
Herhaal stappen 2 en 3 hierboven, en revoice alle tracks naar wens, waarna u op de
[REVOICE] knop kunt drukken om de REVOICE mode te verlaten, zijn indicator gaat uit.
Een User Song Revoicen
1 Selecteer de STYLE REVOICE Mode
Als het SONG menu is geselecteerd, en de user song die u wilt is geselecteerd moet
u op de [REVOICE] knop drukken (de volgorde is hier eigenlijk niet belangrijk; u kunt ook op de [SONG] knop drukken nadat u op de [REVOICE] knop het gedrukt). De [REVOICE] knop indicator gaat branden en er verschijnt een vierkantje rond het MELODY 1 track icoon in de display (m.a.w. de MELODY 1 track wordt in eerste instantie geselecteerd om te revoicen).
N.B.
• De REVOICE mode wordt automatisch ver­laten als u de MENU [ en [
] knoppen ge­bruikt bij het selecteren van één van de menu’s aan de linkerkant van de display, of als u de [CARTRIDGE] knop in­drukt.
• Sla evt. REVOICE instel­lingen die u wilt bewa­ren op in het REGIS­TRATIE GEHEUGEN van de PSR-330 (pag. 39). De revoice instelling is tijdelijk en gaat verloren als u het instrument uit­zet, een andere stijl ge­selecteerd of als er een REGISTRATIE GEHEU­GEN wordt opgeroe­pen.
N.B.
• Het revoicen van een song herschrijft daad­werkelijk de opgeno­men song data waar­door de originele data verloren gaat.
• De voorgeprogram­meerde interne songs en de cartridge songs kunnen niet worden ge­revoiced
• De SONG REVOICE kan niet worden geselec­teerd als de song record mode actief is.
]
2 Selecteer Indien Noodzakelijk een Track om te Revoice’n
Selecteer de SONG track die u wilt revoicen met de TRACK knop: MELODY 1 ...
MELODY 4 of ACCOMP. Een vierkant verschijnt rond het icoon van de geselecteerde track.
• De SONG REVOICE kan niet worden geselec­teerd als er een stijl of voice wordt gerevoiced tijdens het afspelen van de begeleiding.
N.B.
• De TRACK knop onder de geselecteerde voice kan gebruikt worden om de track aan of uit te zetten. Zorg er voor dat de track aanstaat als u het geluid tijdens het revoicen wilt beluiste­ren.
61
Page 63
Revoicen
3 Selecteer en Edit de Revoice Parameters
Selecteer met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste parameter. De
naam van de geselecteerde parameter verschijnt in de bovenste regel van de display aan de rechterkant van de huidige waarde van de parameter.
Stel de waarde naar wens in met de [-] en [+] of nummerknoppen. Zie de “Revoice Parameters” op pag. 58.
N.B.
• “- - -” verschijnt in de bovenste regel van de display als u een begeleidingsstijl selec­teert die geen data be­vat om te revoicen, en revoicen dus niet moge­lijk is.
• Alleen de Volume para­meter kan worden gerevoiced in de AC­COMPANIMENT track. Als u probeert een an­dere parameter te wijzi­gen verschijnt “- - -” in de bovenste regel van de display en kan er niet gerevoiced worden.
• Als de R1 en R2 voices zijn opgenomen in één track kan alleen de R1 voice gerevoiced wor­den.
4 Herhaal Naar Wens en Verlaat de Functie Als U Klaar Bent
Herhaal stappen 2 en 3 hierboven, en revoice alle tracks naar wens, waarna u op de
[REVOICE] knop kunt drukken om de REVOICE mode te verlaten, zijn indicator gaat uit.
• Minus instellingen van de Octave en Pan para­meters kunnen direct worden ingegeven door op de betreffende nummerknop te druk­ken terwijl u de [-] knop ingedrukt houd.
N.B.
• De REVOICE mode wordt automatisch ver­laten als u de MENU [ en [
] knoppen ge­bruikt bij het selecteren van één van de menu’s aan de linkerkant van de display, of als u de [CARTRIDGE] knop in­drukt.
• Aangezien revoice’n van een user song daadwerkelijk de song data herschrijft, blijft de ge-revoice’de song in het geheugen bewaard zolang er werkende bat­terijen in de PSR-330 zit­ten of gebruik wordt gemaakt van een AC Adaptor.
]
62
Page 64
Algemene Functies
Een aantal van de functies in de OVERALL (algemene) functie groep zijn al omschre­ven in andere gedeelten van deze handleiding. Anderen worden hierbij voor het eerst geïntroduceerd. Zie de lijst hieronder voor een opsomming van de paginanummers waar de verschillende functies worden omschreven. De lijst toont ook de volledige naam van de verschillende functies, de afgekorte naam die verschijnt in de display en de beschikbare instellingen, of instellingen bereiken. Bereiken wordt aangegeven door één of meer waarden gescheiden door puntjes (...).
Parameter Display Instellingen Pagina
Aanslaggevoeligheid
TouchSns
0 ... 127
64
Hoofdstemming
Scale Stem noot
Scale Stemmen
Metronoom
Split Voice Splitpunt
Accompaniment Splitpunt
Finger Mode
Voice Set
Tuning
SC. Note
SC. Tune
Metronom
S. Split
AccSpPnt
FngrnMd
VoiceSet
-50 ... +50
C ... b
-64 ... 63
oFF, on
0 ... 127
0 ... 127
SF, F1, F2, FuL, MuL
oFF, on
64
64
64
65
18
27
28
65
Om toegang te krijgen tot de OVERALL (algemene) functies moet u eerst de driehoe­kige indicator verplaatsen naar “OVERALL” in de display.
Vervolgens kunt u met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste functie in het OVERALL menu selecteren. Als een functie is geselecteerd verschijnt de huidige in­stelling aan de linkerkant van de functie naam in de bovenste regel van de display . Als de functie is geselecteerd kunt u met de [-] en [+] knoppen (of nummerknoppen, indien mogelijk) de functie naar wens instellen.
63
Page 65
Algemene Functies
Aanslaggevoeligheid
Met deze functie kunt u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord instellen. Het bereik loopt van “0” tot “127”. Des te hoger de waarde, des te hoger de gevoeligheid. Als de aanslaggevoeligheidswaarde op “0” wordt gezet verschijnt “oFF” in de display en wordt continue hetzelfde volume geproduceerd, hoe hard u ook aanslaat - deze instelling kan een realistisch effect creëren bij geluiden die normaal niet aanslaggevoelig zijn: zoals orgels en harpsichord.
Master Tuning (‘hoofdstemming’)
Met de tuning functie kunt u de algemene toonhoogte van de PSR-330 instellen over een bereik van ± 50 cent (van -50 tot +50) in stappen van 1-cent. Aangezien 1 cent gelijk aan 1/100 halve toon, is het totale stembereik één halve toon boven de normale toon­hoogte en één halve toon onder de normale toonhoogte.
N.B.
• De “normale” stem waarde (“0”) kan op ieder gewenst mo­ment worden her­roepen door de [-] en [+] knoppen te­gelijk in te drukken.
Scale Tuning (‘toonladderstemming’)
Met Scale Tuning kunt u iedere individuele noot in een octaaf stemmen over een be­reik van -64 tot +63 cents, in stappen van 1-cent (1 cent is een 1/100 halve toon). Hierdoor kunt u subtiele stemming variaties creëren, of het instrument in een totaal andere toonlad­der zetten (bijv. klassieke of arabische toonladder).
Selecteer eerst met de SC. Note functie de noot die gestemd moet worden. Het bereik loopt van C tot b: C, db, d, Eb, F, Gb, G, Ab, A, bb, b.
• Negatieve waarden kunnen worden in­gegeven met de nummerknoppen door de [-] knop vast te houden.
N.B.
• De scale tuning in­stellingen gelden voor ieder octaaf op het toetsenbord.
• De begeleiding en het Multi Pad geluid worden ook beïn­vloedt door Scale Tuning.
• De “normale” stem­ming kan op ieder gewenst moment herroepen worden door de [-] en [+] knoppen tegelijk in te drukken.
64
• Negatieve waarden kunnen worden in­gegeven met de nummerknoppen door de [-] knop vast te houden.
Stem vervolgens de geselecteerde noot met de SC. Tune functie.
Page 66
Metronome
Als u deze functie aanzet (“on”) klinkt de metronoom tijdens het afspelen van de
begeleiding en tijdens het opnemen en afspelen van songs.
Split Voice Splitpunt
Zie pag. 18.
Accompaniment (begeleiding) Splitpunt
Zie pag. 27.
Finger Mode
Zie pag. 28
Algemene Functies
Voice Set
De Voice Set functie brengt het beste naar voren in iedere individuele voice door automatisch een aantal belangrijke voice-gerelateerde parameters in te stellen zodra er een R1 paneelvoice wordt geselecteerd (nummer 1 ... 136). De parameters die inge­steld kunnen worden door de VOICE SET functie worden hieronder opgesomd. Met deze functie kunt u VOICE SET aan- en uitzetten.
Voice Set parameterlijst
• R1 Voice (volume, octave, pan, reverb send level)
• R2 Voice (volume, octave, pan, reverb send level)
• L Voice (volume, octave, pan, reverb level)
• Reverb ON/OFF
• Harmony type, volume
N.B.
• De Voice Set functie staan standaard aan als het instrument wordt aangezet.
65
Page 67
MIDI Functies
MIDI, de Musical Instruments Digital Interface, is een wereldwijde standaard commu­nicatie interface waarmee MIDI-compatibel muziekinstrumenten en apparatuur muzi­kale informatie kunnen delen en elkaar kunnen besturen. Hierdoor wordt het mogelijk om “systemen” te creëren van MIDI instrumenten en apparatuur die veelzijdiger zijn en meer besturing bieden dan geïsoleerde instrumenten.
De MIDI Aansluitingen
De MIDI IN ontvangt data van een extern MIDI instrument die gebruikt kan wor­den om de PSR-330 aan te sturen. De MIDI OUT verstuurt MIDI data die wordt gege­nereerd door de PSR-330 (noot- en aanslaggevoeligheidsdata die wordt geproduceerd als u op het toetsenbord speelt).
Eenvoudige MIDI Aansturing
De meeste MIDI keyboards (inclusief de PSR-330) versturen noot en velocity (aanslaggevoeligheid) informatie via de MIDI OUT zodra er iets wordt aangeslagen op het toetsenbord. Als de MIDI OUT is aangesloten op de MIDI IN van een tweede keyboard (synthesizer enz.) of een toongenerator (in feite een synthesizer zonder toet­senbord), reageert het tweede keyboard of toongenerator precies op de noten die wor­den voortgebracht op het originele versturende keyboard. Het resultaat is dat u feitelijk twee instrumenten tegelijk bespeelt, waardoor vette, multi-instrumentale geluiden be­speelt. De PSR-330 verstuurt daarbij ook “program change” data als één van de voices wordt geselecteerd. Afhankelijk van de manier waarop het ontvangende instrument is ingesteld, wordt de corresponderende voice automatisch geselecteerd op het ontvan­gende keyboard of toongenerator zodra er een voice wordt geselecteerd op de PSR-
330.
De PSR-330 is in staat om dezelfde MIDI data te ontvangen, dus kan een tweede MIDI keyboard aangesloten op de MIDI IN van de PSR-330 ook gebruikt worden om de PSR-330 op afstand te bespelen en voice te selecteren.
66
Page 68
MIDI Sequence Opname
Alhoewel de PSR-330 een ingebouwde “sequencer” bevat (de SONG recorder is een soort sequencer) kan dezelfde manier van muzikale data overdracht gebruikt wor­den voor geavanceerder MIDI sequence opnamen m.b.v. een externe sequencer of muziekcomputer. Een MIDI sequence recorder of muziekcomputer is in staat MIDI data die wordt ontvangen van een PSR-330 “op te nemen” bijvoorbeeld. Als de opge­nomen data afgespeeld wordt “speelt” de PSR-330 automatisch het opgenomen spel in detail af.
De PSR-330 MIDI Functies
MIDI Functies
N.B.
• Gebruik nooit een kabel die langer is dan 15 meter. Langere kabels kunnen ‘noise’ oppik­ken die data errors kun­nen veroorzaken.
De PSR-330 bevat de volgende MIDI functies
Parameter Display Instellingen Pagina
Transmit Kanaal
Transmit Track
Receive Kanaal
Receive Mode
Local Control
External Clock
Bulk Data Send
Initial Data Send
Tr. Ch
Tr. Trk
Rcv. Ch
Rcv. Mod
Local
ExtClock
BlkSnd?
InitSnd?
1 ... 16
r1,
r 2, L, rH1, rH2, bAS, CH1
CH2, PAd, PH1, PH2, oFF
1 ... 16
nor, oFF, rE
,
on
oFF
oFF, on
None
None
68
,
68
69
69
70
70
70
71
Om naar een MIDI functie te gaan moet u eerst met de MENU [] en [] knoppen de driehoekige indicator in de display naast “MIDI” zetten, en vervolgens met de SUB MENU [] en [] knoppen de gewenste functie selecteren in het MIDI menu. Als een functie is geselecteerd verschijnt de huidige instelling in de bovenste regel van de display. Als de functie is geselecteerd kunt u met de [-] en [+] knoppen (en de nummer­knoppen als het mogelijk is) de functie naar wens instellen.
N.B.
• Er is geen MIDI transmissie of ont­vangst als de song track iconen in de display ac­tief zijn (als er een vier­kant omheen staat). M.a.w. er wordt geen MIDI verstuurd of ont­vangen tijdens het songs afspelen, song stop, song opname, song record standby of song rehearsal mode.
67
Page 69
MIDI Functies
Transmit Kanaal & Transmit Track
De PSR-330 kan tegelijkertijd data versturen op alle 16 kanalen. De Transmit Channel en Transmit Track functies bepalen welke PSR-330 data wordt verstuurd op welke MIDI kanalen.
• Transmit Channel (verstuurkanaal)
Met de “Tr.Ch” functie kunt u een MIDI kanaal selecteren waaraan een PSR-330
track kan worden toegewezen via de Transmit Track functie hieronder. Selecteer
eerst een transmit (verstuur) kanaal, en dan de transmit track voor dat kanaal. Ver-
schillende tracks kunnen worden toegewezen aan de 16 verschillende kanalen. Ie-
der standaard MIDI kanaal - 1 t/m 16 - kan hier worden toegewezen.
• Transmit Track
Met de “Tr.Trk” functie kunt de track toewijzen aan het transmit (verstuur) kanaal
dat is ingegeven met de Transmit Kanaal functie hierboven. De volgende instellin-
gen kunnen geselecteerd worden:
r1
r2
L
rH1
rH2
bAS
CH1
CH2
PAd
PH1
PH2
oFF
R1 toetsenbord voice
R2 toetsenbord voice
L toetsenbord voice
Begeleiding rhythm track 1 data
Begeleiding rhythm track 2 data
Begeleiding bas track data
Begeleiding chord track 1 data
Begeleiding chord track 2 data
Begeleiding pad track data
Begeleiding phrase track 1 data
Begeleiding phrase track 2 data
Er wordt geen data verstuurd
N.B.
• De oorspronkelijke stan­daard kanaal/track in­stellingen zijn: Kanaal 1: R1 Voice Kanaal 2: L Voice Kanaal 11: R2 Voice Alle andere kanalen: OFF
• Als een track is toege­wezen aan meer dan één MIDI kanaal wordt de data van die track verstuurd via het laagst genummerde kanaal.
• Om MIDI loops te voor­komen die bedienings­problemen kunnen ver­oorzaken moet u de PSR-330 Local Control instelling (pag. 70) con­troleren en de MIDI THRU instellingen van externe MIDI appara­tuur.
• MIDI transmit track in­stellingen blijven be­waard in het geheugen zolang er een werkende set batterijen in de PSR­330 zit of gebruik ge­maakt wordt van een AC adaptor.
68
Page 70
Receive Kanaal & Receive Mode
De PSR-330 kan tegelijkertijd data ontvangen op alle 16 kanalen, zodat hij kan functioneren als een multi-timbrale toongenerator. De Receive Channel en Receive Mode functies bepalen hoe de MIDI kanalen reageren op de ontvangen MIDI Data.
• Receive Channel (ontvangstkanaal)
Met de “Rcv.Ch” functie kunt u een MIDI kanaal selecteren waaraan ontvangst
mode kan worden toegewezen via de Receive Mode functie hieronder. Selecteer
eerst een receive (ontvangst) kanaal, en dan de receive van dat kanaal. Ieder stan-
daard MIDI kanaal - 1 t/m 16 - kan hier worden toegewezen.
• Receive Mode
Met de “Rcv.Mod” functie geeft u de ontvangst mode aan voor het kanaal dat u
hebt geselecteerd met de Receive Kanaal functie hierboven. De volgende receive
mode instellingen staan tot uw beschikking:
MIDI Functies
N.B.
• MIDI transmit track in­stellingen blijven be­waard in het geheugen zolang er een werkende set batterijen in de PSR­330 zit of gebruik ge­maakt wordt van een AC adaptor.
nor
oFF
rE
“Normaal”. Ontvangen MIDI data wordt direct naar de toongenerator van de PSR-330 gestuurd. Als alle kanalen op “nor” staan, functioneert de PSR-330 als een 16-kanaals toongenerator.
Er wordt geen MIDI data ontvangen op kanalen die op “oFF” staan.
“Remote”. Ontvangen MIDI data wordt op dezelfde manier behandeld als data die wordt gegenereerd door het toetsenbord van de PSR-330. M.a.w., een remote toetsenbord kan worden gebruikt voor de PSR-330 begeleidings­functies, enz.
69
Page 71
MIDI Functies
Local Control
“Local Control” slaat op het feit dat, normaal gesproken, de interne toongenerator direct wordt aangesproken door het toetsenbord van de PSR-330, zodat de interne voices direct kunnen worden aangestuurd door het toetsenbord. Deze situatie noemen we “Local Control on” aangezien de interne toongenerator “lokaal” wordt aangestuurd door zijn eigen toetsenbord. Local control kan echter worden uitgezet zodat het toet­senbord niet direct de toongenerator aanstuurt, maar de betreffende MIDI informatie wél wordt uitgestuurd door de MIDI OUT als er wordt gespeeld op het toetsenbord. Op hetzelfde moment kan de interne toongenerator reageren op informatie die wordt ontvangen op de kanalen die op “nor” staan (normale mode) via de MIDI IN. Dit betekent een externe MIDI sequencer de interne voices van de PSR-330 zou kunnen bespelen, terwijl het toetsenbord gebruikt kan worden om een externe toongenerator aan te sturen. De standaard Local Control instelling is “on”.
Clock
Ontvangst van een extern MIDI Clock signaal kan worden ge-enabled (mogelijk) of ge-disabled (onmogelijk). Alle op tijd gebaseerde functies (begeleiding, SONG op­name en afspelen, enz.) worden aangestuurd door de eigen interne clock. Als MIDI clock ontvangst echter wordt ge-enabled (“on”) worden alle op tijd gebaseerde func­ties bestuurd door een extern MIDI clock signaal ontvangen via de MIDI IN (in dit geval heeft de tempo instelling van de PSR-330 geen effect). De standaard instelling is “off”.
Bulk Data Send
Deze functie zorgt er voor dat de inhoud van de registraties en het song geheugen wordt verstuurd via de MIDI OUT. De data kan worden opgeslagen in het geheugen of op diskette via een MIDI sequence recorder of MIDI data recorder, en vervolgens terug worden geroepen als dit noodzakelijk is. De bulk data kan ook naar een tweede PSR-330 gestuurd worden.
Om de bulk data te versturen moet u de “BlkSnd?” functie selecteren en op de [+] (YES) knop drukken. “Sure?” verschijnt in de display . Druk nog een keer op [+] (YES) om te beginnen met het versturen van de data. “BkSng:Rg” (registration data) en dan “BkSnd:Sg” (song data) verschijnen kort als de transmissie voltooid is.
N.B.
• Clock is standaard “off” als het instrument net is aangezet.
• Als Clock wordt aange­zet kan de begeleiding niet worden gestart of gestopt met de [START/ STOP] knop, of via de SYNCHRO START func­tie. Daarbij beginnen de MULTI PAD’s ook niet te spelen als u er op slaat.
N.B.
• Een bulk dump transmissie kan op ie­der gewenst moment gestopt worden door op de [-] NO knop te druk­ken.
• Er kunnen geen andere handelingen verricht worden tijdens bulk dump transmissies.
70
Page 72
MIDI Functies
• Bulk Data Ontvangen
De PSR-330 ontvangt automatisch compatibel bulk data van een extern MIDI apparaat zolang er geen begeleiding, multi pad of song opname/afspelen bezig is. “BkRcv” verschijnt in de display tijdens het ontvangen, “End” verschijnt kort na­dat de data ontvangen is.
Initial Data Send
V erstuurt alle huidige paneelinstellingen naar een tweede PSR-330 of MIDI opslag-
medium. Om de oorspronkelijke data te versturen moet u de “InitSnd” functie selecte­ren en vervolgens op de [+] (YES) knop drukken. “Sure?” verschijnt in de display. Druk nog een keer op de [+] (YES) knop om te beginnen met het versturen van de oorspronkelijke data.
N.B.
• Er kunnen geen andere handelingen verricht worden tijdens de ont­vangst van een bulk dump.
• Als er een fout optreedt tijdens het ontvangen van bulk data verschijnt “Blk Err” in de display en wordt het song ge­heugen gewist.
• Als een bulk dump is ontvangen, vervangt deze data de data die voorheen in het geheu­gen zat van de PSR-330.
71
Page 73
Appendix Troubleshooting
Werkt het niet zoals het hoort? In vele gevallen kan iets wat lijkt op iets wat stuk is, worden herleid naar een eenvoudige fout die onmiddellijk kan worden opgelost. Voordat u aanneemt dat uw PSR-330 stuk is moet u dan ook eerst de volgende punten controleren.
PROBLEEM MOGELIJK REDEN/OPLOSSING
De luidsprekers produceren een “pop” geluid als het instrument wordt aangezet.
Het volume is gereduceerd en het geluid vervormt. Het Registratie Geheugen werkt niet goed. Opgenomen song data speelt niet goed af. De display is leeg en alle paneelparameters zijn ge-reset.
Geen geluid als er op het toetsenbord wordt gespeeld.
Niet alle tegelijk aangeslagen noten klinken. De begeleiding slaat dingen over als er op het toetsen­bord wordt gespeeld.
De begeleiding doet het niet als deze wordt gestart.
Begeleiding werkt niet goed. Geen linkerhandgeluid.
Dit is normaal en geen reden voor alarm.
De batterijen moeten waarschijnlijk vervangen worden. Vervang de batterijen of maak gebruik van een AC adaptor.
De R1/R2/L voice volume instellingen zouden te laag kunnen staan. Zorg er voor dat alle voice volumes op een juist niveau staan. De Local Control functie zou uit kunnen staan. Zet deze aan (pag. 70).
U overschrijdt waarschijnlijk de maximum polyfonie van de PSR-330. De PSR-330 kan 31 noten tegelijk voortbren­gen - incl. split, dual, begeleiding, song en multi pad noten. Noten die deze limiet overschrijden klinken niet.
De MIDI Clock staat misschien “on”. Zet deze op “off” (pag. 70).
Zorg er voor dat alle begeleidingstracks aan staan en dat ze op een juist volume niveau staan. Zorg er voor dat u de juiste akkoorden gebruikt die herkend kunnen worden door de geselecteerde finger mode, en dat u in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord speelt. Speelt u wel in het begeleidingsgedeelte van het toetsen­bord? Zorg er voor dat het splitpunt juist staat ingesteld (pag. 27). Speelt u akkoorden die herkend kunnen worden door de PSR-330 (zie akkoorden op pag. 29).
De Harmony functie gaat niet aan.
Sommige noten klinken op de verkeerde toonhoogte.
Een cartridge stijl of song kan niet worden geselecteerd, of speelt niet goed af.
De werking van het sustainpedaal is omgedraaid.
Individuele registratie of song geheugen data, verstuurd via bulk dump van een externe sequencer of ander apparaat wordt niet ontvangen door de PSR-330.
Harmony kan niet worden aangezet als de FULL KEY­BOARD finger mode is geselecteerd of als er een percus­sie kit voice is geselecteerd. Selecteer de juiste finger mode of voice.
Zorg er voor dat de scale tune waarde van die noten op “0” staat (pag. 64).
Zorg er voor dat er een goede Yamaha Music Cartridge, op de juiste manier in het cartridge slot is gestoken (pag.
55), of de contactpuntjes zijn smerig. Probeer de cartridge er nog eens in te steken. Als de contactpuntjes smerig zijn kan het soms helpen om de cartridge een paar keer er in en er uit te halen. Werkt dit niet kunt u proberen de contactpuntjes voorzichtig schoon te maken met een zachte, droge doek.
Sustainpedaal werking wordt omgedraaid als u het pedaal ingetrapt houd als u het instrument aanzet. Doe, om het weer normaal te maken, het instrument weer aan zonder het pedaal in te trappen.
Verstuur de data met een pauze van niet meer dan twee seconden tussen de blocks, of verstuur als geheel aparte data.
72
Page 74
Data Backup & Initializeren
Behalve de opgesomde data hieronder, worden alle PSR-330 paneelinstellingen her­roepen naar de oorspronkelijke instellingen. De data die hieronder wordt opgesomd wordt opgeslagen - d.w.z. bewaard in het geheugen - zolang er batterijen in het instru­ment zitten of gebruik gemaakt wordt van een AC adaptor.
• Registratie Geheugen
• User Song Data
• MIDI Transmit instellingen
• MIDI Receive instellingen
Data Initializeren
Alle data kan worden geïnitializeerd en terug worden gebracht naar de staat waarin het instrument verkeerde toen het net uit de fabriek kwam door het instrument aan te zetten terwijl u de hoogste (uiterste rechtse) witte toets houd ingedrukt van het toetsen­bord. “CLr BackUp” verschijnt even in de display.
Pas Op!
• Alle registratie en song geheugen data en an­dere instellingen die hierboven worden op­gesomd worden gewist en/of gewijzigd als de data initializatie proce­dure wordt uitgevoerd.
• Het initializeren brengt de PSR-330 ook terug in ‘normale’ staat als deze ‘hangt’ of zonder een geldige reden onver­klaarbare dingen doet.
73
Page 75
Index
A
Aanslaggevoeligheid ......................................................................... 64
Aansluitingen ..................................................................................... 11
AC adaptor .......................................................................................... 10
Akkoorden, automatische begeleiding ............................................. 30
Automatische begeleiding ................................................................ 20
Auto Accompaniment (begeleiding) on/off ..................................... 20
Auto Fill ............................................................................................... 23
B
Bank, registratie ................................................................................. 39
Batterijen ............................................................................................. 10
Beat indicator ..................................................................................... 23
Begeleidingsstijlen, cartridge............................................................ 57
Begeleidings tracks, song .................................................................. 50
Belangrijke Kenmerken........................................................................ 2
Bulk data receive (ontvangen) .......................................................... 71
Bulk data send (sturen) ...................................................................... 70
C
Cartridge begeleidingsstijlen ............................................................ 57
Cartridge songs afspelen................................................................... 56
Chord Match functie .......................................................................... 42
Clock .................................................................................................... 70
D
Demonstratie afspelen....................................................................... 12
Digitale Effecten ................................................................................. 34
Display bediening ................................................................................ 6
Drumkit Lijst ....................................................................................... 84
Dual Voice mode ................................................................................ 17
E
Master Tune........................................................................................ 64
Measure (maat), song spelen vanaf een bepaald punt ................... 46
Melody tracks, song ........................................................................... 50
Melody tracks, wissen ....................................................................... 54
Menu structuur ................................................................................... 75
Metronoom ......................................................................................... 65
MIDI Aansluitingen ...................................................................... 11, 66
MIDI data formaat .............................................................................. 91
MIDI functies....................................................................................... 66
MIDI Implementation Chart ............................................................... 86
MIDI Sequence Opnamen ................................................................. 67
Minus-one oefenen ............................................................................ 47
Multi pad set selectie ......................................................................... 41
Multi Pads, bespelen .......................................................................... 43
Multi-finger finger mode ................................................................... 32
Music Cartridges, omgaan met ......................................................... 55
Muziekstandaard .................................................................................. 5
O
One Touch Setting .............................................................................. 32
Overall (algemene) functies .............................................................. 63
P
Paneelknoppen ..................................................................................... 4
Phones jack (koptelefoon plug) ......................................................... 11
Polyfonie ............................................................................................. 80
R
R1, R2 & L Voices ............................................................................... 14
Receive (ontvangst) kanaal & mode ................................................. 69
Record Ready mode ........................................................................... 51
Registratie Geheugen ........................................................................ 39
Rehearsal (oefen) mode .................................................................... 52
Repeat (herhalend) afspelen ............................................................. 49
Reverb ................................................................................................. 34
Revoice’n ............................................................................................ 58
74
Effecten ............................................................................................... 34
Ending (uittro), begeleiding .............................................................. 24
F
Freeze (Accompaniment Freeze functie) .......................................... 40
Fill-in .................................................................................................... 30
Fingered 1 finger mode ..................................................................... 30
Fingered 2 finger mode ..................................................................... 31
Finger modes, begeleiding ................................................................ 28
Full Keyboard finger mode ................................................................ 31
G
GM System Level 1 ...................................................................... 14, 91
H
Harmony ............................................................................................. 35
I
Ikonen.................................................................................................... 6
Inhoud ................................................................................................... 3
Initial Data send (sturen) ................................................................... 71
Initializeren (data backup) ................................................................. 73
intro, begeleiding ............................................................................... 22
K
Keyboard percussie ........................................................................... 17
L
Local Control ...................................................................................... 70
M
Main A & Main B gedeelten .............................................................. 23
S
Scale Tuning ....................................................................................... 64
Shortcuts ............................................................................................... 9
Single Finger finger mode ................................................................. 29
Song Afspelen .................................................................................... 44
Song Afspelen, cartridge ................................................................... 56
Song Opnemen .................................................................................. 50
Song, revoice...................................................................................... 61
Song Wissen....................................................................................... 54
Specificaties........................................................................................ 79
Splitpunt, begeleiding ................................................................. 23, 27
Splitpunt, split voice .......................................................................... 18
Split voice mode ................................................................................ 18
Start modes, begeleiding .................................................................. 22
Stijl, revoice ........................................................................................ 60
Stijl selectie......................................................................................... 20
Stop begeleiding functie ................................................................... 32
Stroomvoorziening ............................................................................ 10
Sustain jack......................................................................................... 11
Synchro Start functie ......................................................................... 24
Synchro Start...................................................................................... 22
T
Tempo, begeleiding ........................................................................... 21
Track toewijzen, minus-one ............................................................... 47
Track mute’n, begeleiding ................................................................. 25
Transmit (verstuur) kanaal & Track ................................................... 68
Transponeren ...................................................................................... 38
Troubleshooting ................................................................................. 72
V
Voice lijst ............................................................................................. 80
Voice set .............................................................................................. 65
Voice, revoice ..................................................................................... 58
Voices, over de ................................................................................... 14
Voices, selecteren en bespelen ......................................................... 15
Volume parameters, begeleiding ...................................................... 26
Volume parameters, song ................................................................. 45
Volume parameters, harmony .......................................................... 37
Voorzorgsmaatregelen ........................................................................ 1
Page 76
PSR-330 Display MENU/SUB Menu Structuur
ex
VOICE
STYLE
SONG
CARTRIDGE
REG. GEHEUGEN
MULTI PAD
GrandPno
ex
8btPop1
ex
DancePop Measure MinusCh A-b:Repeat SongClr? TrkClr?
ex
St_Life
Bank 1
ex
Funky
Pad1Chd Pad2Chd Pad3Chd Pad4Chd
(R1 voice naam) ............................... R1 voice selectie .......................................... 15,58
(Stijl naam) ......................................... Accompaniment Stijl Selectie .................... 20, 60
(Song naam) ....................................Song selectie ............................................... 12, 44
......................................................... Maat waarin het afspelen begint ..................... 46
(Minus One) ................................... Minus One Kanaalinstelling ............................. 47
................................................... Repeat afspeel instelling .................................. 49
* ........................................................Song wissen ...................................................... 54
* .......................................................... Track Wissen ..................................................... 54
(Songnaam) ....................................... Cartridge song selectie..................................... 56
(Bank naam) .......................................... Registratie bank selectie .................................. 39
Shortcut
(Multi Pad set naam) ............................. Multi Pad selectie.............................................. 41
Shortcut
REGISTRATIE GEHEUGEN knop
MULTI PAD STOP knop
.............................................................
............................................................. Chord match aan/uit selectie ........................... 42
............................................................. Chord match aan/uit selectie ........................... 42
............................................................. Chord match aan/uit selectie ........................... 42
Chord match aan/uit selectie ........................... 42
MIDI
DIGITAL EFFECT
OVERALL
Tr.Ch
.................................................................. Transmit (stuur) kanaal selectie ....................... 68
Tr.Trk Rcv.Ch Rcv.Mod Local ExtClock BlkSnd? InitSnd?
............................................................... Transmit (stuur) track selectie ......................... 68
............................................................... Receive (ontvangst) kanaal selectie ................ 69
............................................................. Receive (ontvangst) mode selectie ................. 69
.................................................................. Local aan/uit selectie ........................................70
........................................................... Externe/Interne Clock selectie.......................... 70
............................................................. Bulk Dump transmissie .................................... 70
........................................................... Oorspronkelijke paneelinstellingen versturen .... 71
ex
Hall1
[Reverb] (Reverb type naam) ................ Reverb type selectie ......................................... 34
ex
Shortcut
Duet
[Harmony] (Harmony type naam) .......... Harmony type selectie ...................................... 36
Shortcut
HarmVol
TouchSns Tuning SC.Note SC.Tune Metronom S.Split AccSpPnt FngrngMd
VoiceSet
REVERB knop
HARMONY knop
............................................................. Harmony volume instelling ............................. 37
........................................................... Aanslaggevoeligheid instelling ....................... 64
............................................................... Algemene stemming ........................................ 64
............................................................. Scale tune (noot) instelling .............................. 64
............................................................. Scale tune (stemmen) instelling ...................... 64
........................................................... Metronoom aan/uit instelling .......................... 65
............................................................. Split mode splitpunt selectie ........................... 18
........................................................... Begeleiding splitpunt selectie.......................... 27
Shortcut
........................................................... Finger mode selectie ........................................ 28
........................................................... Voice set aan/uit selectie .................................. 65
AUTO ACCOMPANI­MENT ON/OFF knop
• Sub-menu onderdelen met een “*” verschijnen alleen als de record mode actief is.
• Sub-menu onderdelen met een “ de record mode
niet actief is.
” verschijnen alleen als
• Sub-menu onderdelen met een kunt u snel toegang
Shortcut
toe krijgen (druk en houd de betreffende knop een paar seconden vast om direct naar de sub-menu functie te sprin­gen. Afgezien van de hierboven opgesomde shortcuts kunt u ook de [DUAL VOICE] knop vasthouden om naar de R2 voice revoice functie te springen, en kunt u met de [SPLIT VOICE] knop naar de L voice revoice functie springen.
75
Page 77
Specificaties
Toetsenbord
61 standaard toetsen (C1 - C6), aanslaggevoelig
Display
Grote multi-functionele LCD display
Control & Nummerknoppen
MENU ▲ ▼, VOICE, STYLE, SONG, CARTRIDGE, SUB MENU ▲ ▼, [1] - [0], [+] (YES), [-] NO
Cartridge Slot
Demo
20 Songs
Voice
126 Paneelvoices + 10 drumkits + 128 GM Voices
Polyfonie: 31
Voice Set
R1/R2/L Voices
Revoice: Volume, Octaaf, Pan, Reverb Send Level
Split Voice mode
Dual Voice mode
Auto Accompaniment (begeleiding)
100 Stijlen
Auto Accompaniment aan/uit
Begeleidingstracks: RHYTHM1/2, BASS CHORD1/2,
PAD, PHRASE 1/2
Begeleidingtrack instellingen: ON/OFF
Begeleiding Knop: SYNC/START, SYNC STOP
START/STOP, INTRO, MAIN A/B (AUTO FILL), ENDING
Beat Indicator
Begeleidingsvolume
Revoice: Volume, Pan, Reverb Send Level
One Touch Instelling
Algemene Parameters
Tempo: 32 - 280
Transpose
Aanslaggevoeligheid
Master Tune
Scale Tune
Metronoom
Split Voice Splitpunt
Begeleiding Splitpunt
Finger Mode: SINGLE FINGER/FINGERED1/FIN­GERED2/FULL KEYBOARD/MULTI-FINGER
Voice Set
Digital Effect
Reverb: 9 soorten
Harmony: 25 soorten
Multi Pads
26 Multi Pad Sets
4 Pads + STOP
User Song
User Song: 2 Songs
Opnametracks: ACCOMPANIMENT, MELODY 1 - 4
Song Clear, Track Clear
Song Volume
Minus One Oefenen (Minus One Kanaalinstelling)
Repeat (herhalend) Afspelen
Revoice: Volume, Octaaf, Pan, Reverb Send Level
MIDI
Transmit Instellingen
Receive Instellingen
Local Control
Clock
Bulk Data Send/Receive
Initial Data Send
Aux Jacks
DC IN 10-12V, PHONES, SUSTAIN, MIDI IN/OUT
Versterkers
6.0W + 6.0W (bij gebruik van PA-5B adaptor)
5.5W + 5.5W (bij gebruik van batterijen)
Luidsprekers
12cm (4-3/4”) x 2
Stroom Consumptie
19W (bij gebruik van PA-5B adaptor)
Batterijen
Zes SUM-1, “D” grootte, R-20 of aanverwante bat­terijen.
Voltage
DC 10-12V
Afmetingen
933 x 372 x 128mm
Gewicht
5,9 kg, exclusief batterijen
Meegeleverde Accessoires
Music Cartridge
Muziekstandaard
Nederlandstalige Handleiding
Los Verkrijgbare Accessoires
Koptelefoon : HPE-150
AC Adaptor : PA-5, PA-5B, PA-5C
Voetswitch : FC4, FC5
Music Cartridge
76
Registratie Geheugen
8 Reg. Banken: 1 - 4
Accompaniment Freeze
* Specificaties kunnen zich wijzigen zonder dat hier vantevoren over wordt bericht.
Page 78
Voice Lijst
Maximale Polyfonie
De PSR-330 is 31-stemmig polyfoon. Dit betekent dat er maximaal 31 stemmen kunnen worden geproduceerd, onafhankelijk van welke functie gebruikt maakt van deze stemmen. De begeleiding maakt gebruik van een aantal van de beschikbare stem­men, dus als gebruik wordt gemaakt van de begeleiding wordt het aantal stemmen dat u kunt gebruiken op het toetsenbord aan de hand hiervan gereduceerd. Hetzelfde geldt voor de Dual Split, Split Voice, Multi Pad en Song functies. Bovendien gebruiken sommige PSR-330voices twee stemmen, waardoor het maximaal aantal stemmen dus ook wordt gereduceerd. Het aantal stemmen dat wordt gebruikt door de verschillende voices wordt vermeld in de voice lijst op de volgende pagina.
Als de maximale polyfonie van de PSR-330 wordt overschreden, worden noten voortgebracht volgens het ‘last-note priority’ principe, d.w.z. de laatst aangeslagen noten zullen blijven klinken.
N.B.
• De Voice Lijst bevat MIDI program num­mers van de verschil­lende voices. Maak ge­bruik van deze num­mers als u de PSR-330 aanstuurt met een an­der instrument via MIDI.
• De volgende voices ge­bruiken slechts één noot buiten het gespe­cificeerde bereik:
95, 246 (Bagpipe): boven A#2. 182 (Pizzicato strings):
onder C#2 en boven F5
• Als een voice nummer tussen 127 en 264 wordt geselecteerd m.b.v. de corresponderende bank select (MSB Nr./LSB nr.) en MIDI program num­mers; kan de GM voice set van de PSR-330 niet worden geselecteerd.
77
Page 79
Paneel Voice Lijst
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI Program Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI
Program
Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
78
Page 80
Paneel Voice Lijst
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI Program Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI Program Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
79
Page 81
Paneel Voice Lijst
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI Program Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
Voice nr.
Bank Select
MSB LSB
MIDI Program Nummer
Voice Naam
Aantal
Gebr.
Noten
80
Page 82
Drum Kit Lijst
• “<-----” geeft aan dat de drumkit hetzelfde is als “127 Standaard Kit”.
• Iedere percussie voice gebruikt één stem.
• De MIDI Note# en Note klinken daadwerkelijk één octaaf lager dan staat vermeld. Bijvoorbeeld in “127 Standaard Kit” correspondeert de “Seq Click” (Note#36/Note C1) met (Note#24/Note C0).
• Voices met hetzelfde alternatieve nootnummer (*1 ... 2) kunnen niet tegelijkertijd bespeeld worden.
Revoice’n
81
Page 83
Drum Kit Lijst
82
Page 84
MIDI Implementation Chart
83
Page 85
MIDI Data Format
*0 Standaard (fabrieksinstellingen) functioneert de PSR-330 als
een 16-kanaals multitimbrale toongenerator. Het Remote Ka­naal kan worden ingesteld met de paneelinstellingen. Het aangewezen kanaal kan op dezelfde manier worden bestuurd als de PSR-330 keyboard ON/OFF parameter. De volgende gegevens kunnen worden ontvangen op het aangewezen ka­naal in deze mode. Alle andere gegevens worden gegenegeerd.
Note ON
Note OFF
Control change: Bank Select MSB, LSB Volume Pan Sustain Reverb Depth All sound off Reset all controllers
Program Change
Exclusive
*1 BANK SELECT
De Bank Select MSB wordt gebruikt voor het wisselen
van melodie- en ritme voices. (MSB 00H: Melody voice/MSB 7FH: Rhythm Voice).
Zie de Voice Lijst voor LSB details.
*2 RPN Transmissie/Receptie
Pitch Bend Sensitivity BnH, 64H, 00H, 65, 00H Fine Tune BnH, 64H, 01H, 65, 00H Coarse Tune BnH, 64H, 02H, 65, 00H Null BnH, 64H, 7FH, 65, 00H
*3 Pitch Bend, modulatie, expressie, sustain, sostenuto en RPN
worden teruggebracht naar hun oorspronkelijke instellingen. Ook de portamento parameter wordt gereset.
*4 EXCLUSIVE
<GM SYSTEM ON> F0H, 7EH, 7FH, 09H, 01H, F7H
Alle parameters worden gereset op oorspronkelijke waarden behalve MIDI Master Tuning instellingen.
<DISK ORCHESTRA ON> F0H, 43H, 73H, 01H, 14H, F7H
<DISK ORCHESTRA OFF> F0H, 43H, 73H, 01H, 13H, F7H
<MIDI MASTER VOLUME> F0H, 7FH, 7FH, 04H, 01H, II,
mm, 7FH
Maakt het mogelijk het volume van alle kanalen tegelijk
te wijzigen (Universal System Exclusive).
“mm” wordt gebruikt als MIDI Master Volume waarde
(“II” wordt genegeerd).
De verhouding tussen de MIDI Master Volume waarde en
het daadwerkelijke volume is hetzelfde als de Control Change Master Volume.
De default (standaard) “mm” waarde is 7FH.
<MIDI MASTER TUNING> F0H, 43H, 1nH, 27H, 30H, 00H, 00H, mm, II, cc, F7H
Wijzigt tegelijkertijd alle stemmingen van de kanalen.
“mm”, “II” wordt gebruikt als MIDI Master Tuning
Waarde. De tuning waarde wordt als volgt voorgesteld:
T=M-128 (28<=M<=228) T: Tuning Waarde (in cents) M: Decimale waarde voorgesteld door 1-byte die gebruikt maakt van bits 0 ... 3 van “mm” als de MSB en bits 0 ... 3 van “II” als LSB.
<BULK DUMP> Resist Memory
F0H, 43H, 4CH, 06H, 09H, 0nH, 0nH, [DATA], sum, F7H.
0nH, 0nH, 0nH, 0nH : Data Lengte (nnnnH Byte) sum : Check Sum
User Song Data
F0H, 43H, 73H, 4CH, 06H, 0AH, 0nH, 0nH, 0nH, 0nH, 0nH, 0nH, [DATA], sum, F7H.
0nH, 0nH, 0nH, 0nH, 0nH, 0nH : Data Lengte (nnnnH Byte) sum : Check Sum
<Section Control> F0H, 43H, 7EH, 00H, ss, dd, F7H
Dit gegeven staat in relatie met de SW section bediening.
ss: 00H-07H INTRO
08H MAIN A 09H-0FH MAIN B 10H FILL IN AA 11H-17H FILL IN BB 18H FILL IN AB 19H-1FH FILL IN BA 20H-27H ENDING
dd: Switch ON/OFF 7FH (ON)/00H (OFF)
<START, STOP Parameter> F0H, 43H, 6nH, xx, F7H
Dit gegeven bestuurt Start/Stop van de Stijl. (wordt alleen ontvangen).
n: Negeert het Device nummer xx: 7A= Reset Start, 7D=Stop & Rewind
<TEMPO CONTROL> F0H, 43H, 6nH, xx, F7H
Met dit gegeven wordt de Tempo waarde gewijzigd. tt, tt, tt, tt: Tempo Data
<Internal Clock, External Clock> (alleen ontvangen) F0H, 43H, 73H, 01H, 02H, F7H (Internal Clock) F0H, 43H, 73H, 01H, 03H, F7H (External Clock)
Met dit gegeven stuurt u de Clock Mode van de Stijl.
<XG System ON> (alleen ontvangen) F0H, 43H, 1nH, 4CH, 00H, 00H, 7EH, 00H, F7H
n: Negeert het Device Nummer.
Alle parameters behalve MIDI Master Tuning worden te­ruggezet naar hun oorspronkelijk waarden.
Remote Kanaal instellingen worden geannuleerd.
Dit gegeven heeft minimaal 50ms nodig om uitgevoerd te worden, dus moet u voldoende tijd geven voordat u het volgende gegeven verstuurt.
<XG Parameter Change> F0H, 43H, 1nH, 4CH, 00H, 00H, 7EH, 00H, F7H
n: negeert het Device Nummer aa, bb, cc: adress High, Mid, Low dd: data (opvolgende transmissie is receptie is
mogelijk binnen de getoonde hoeveelheid data in de volgende Tabel-1).
Zie voor meer details Tabel-1. Pas op: De PSR-330 correspondeert met XG parameters in Tabel-1, maar dit is slechts een onderdeel van XG pa­rameters. De PSR-330 komt niet helemaal overeen met het XG formaat.
*5 Het is mogelijk om tussen External en Internal Clock te scha-
kelen.
84
De default waarden van “mm” en “II” zijn 08H, 00H. Daar­bij worden n en cc ook herkend.
Deze waarde wordt niet gereset door een GM System ON of Reset All Controllers gegeven.
*6 Start/Stop commando’s voor de stijl kunnen alleen worden
ontvangen als External Clock op ON staat.
*7 Alle MIDI gegevens worden genegeerd in Song Mode.
Page 86
<Tabel-1> Parameters Wijzigen
Revoice’n
<Tabel-2> Effect Map
85
Page 87
GM System Level 1
Met het bestaande MIDI protocol is het mogelijk om performance data en an­dere data uit te wisselen met andere instrumenten, zelfs als ze van andere fabrikan­ten zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat sequence data die gemaakt is op een toon­generator van het merk A gebruikt kan worden om een andere toongenerator van het merk B aan te sturen. Aangezien de voice plaatsing in verschillende toon­generators van verschillende merken apparatuur echter vaak afwijkt, moeten er program changes worden ingevoegd om de juiste voices te selecteren.
Het General MIDI protocol is ontwikkeld om verwarring te voorkomen, en voorkomt het opnieuw programmeren bij het afspelen van software die gecreëerd is een andere toongenerator. Dit is bereikt door een standaard voice plaatsing te realiseren waarin toegang wordt verkregen tot dezelfde of aanverwante voices door dezelfde Program Change nummers of MIDI kanalen. De huidige standaard erkent door de Internationale MIDI Association staat bekend als de “GM System Level 1” standaard. De PSR-330 voice plaatsing komt overeen met de GM System Level 1 standaard.
86
Page 88
Copyright
© Yamaha Music Nederland. Alle rechten zijn voorbehouden. Er mag geen gedeelte van de Nederlandse Handleiding worden gereproduceerd of uitgegeven in wat voor vorm dan ook, of op wat voor manier dan ook zonder toestemming van Yamaha Music Nederland.
U kunt het serienummer van dit produkt vinden op de onderkant van het instrument. Wij raden u ten sterkste aan dit serienummer in te vullen in de onderstaande ruimte, en deze handleiding goed te bewaren als een per­manent bewijs van uw aanschaf en om van dienst te zijn in geval van diefstal.
Modelnummer : PSR-330
Serienummer :
87
Loading...